Monitoringsrapportage ICT-Milieu 2009 nader bekeken
Monitoringsrapportage ICT-Milieu 2009 nader bekeken |
Colofon
VROM-Inspectie Directie Uitvoering Programma Bodem en Afval Nationaal Nieuwe Uitleg 1 Postbus 16191 2500 BD Den Haag Publicatienummer: VI-2011-117 Datum: 28 september 2011 Deze publicatie is te downloaden via www.vrominspectie.nl
Pagina 2 van 32
Monitoringsrapportage ICT-Milieu 2009 nader bekeken |
Inhoud
1
Samenvatting .................................................................................................... 5
2
Inleiding ........................................................................................................... 7
2.1
Doel .................................................................................................................................. 7
2.2
Aanpak .............................................................................................................................. 8
2.3
Leeswijzer .......................................................................................................................... 8
3
Mededeling ICT-Milieu ........................................................................................ 9
4
Op de markt gebracht ...................................................................................... 12
4.1
Voorschriften en resultaten ................................................................................................ 12
4.2
Conclusie ......................................................................................................................... 12
5
Inzameling ...................................................................................................... 13
5.1
Voorschriften en resultaten ................................................................................................ 13
5.2
Ontwikkelingen ................................................................................................................. 13
5.3
Conclusie ......................................................................................................................... 15
6
Recycling en nuttige toepassing ......................................................................... 16
6.1
Voorschriften en resultaten ................................................................................................ 16
6.2
Verwerking ....................................................................................................................... 16
6.3
Informatie over wijze van verwerking .................................................................................. 17
6.4
Totstandkoming rapportage over de verwerking .................................................................... 18
6.5
Kritische kanttekeningen bij gerapporteerde recyclingpercentages .......................................... 19
6.6
Monitoringsprotocol ........................................................................................................... 20
6.7
Conclusie ......................................................................................................................... 22
7
Broomhoudend kunststof .................................................................................. 23
7.1
Regelgeving ..................................................................................................................... 23
7.2
Verwerking ....................................................................................................................... 24
7.3
Monstername VROM-Inspectie ............................................................................................ 24
7.4
Conclusie ......................................................................................................................... 26
8
Conclusies ...................................................................................................... 28
Bijlage 1: Reactie ICT-Milieu op conceptrapport..............................................................27
Pagina 3 van 32
Monitoringsrapportage ICT-Milieu 2009 nader bekeken |
Pagina 4 van 32
Monitoringsrapportage ICT-Milieu 2009 nader bekeken |
1
Samenvatting
Producenten en importeurs van elektronica zijn verplicht de Minister van Infrastructuur en Milieu (I&M) te informeren over de hoeveelheden op de markt gebrachte, ingezamelde en gerecyclede apparaten. De meeste producenten en importeurs van uiteenlopende soorten elektrische en elektronische apparaten hebben de werkzaamheden die hiermee samenhangen, ondergebracht bij Wecycle (voorheen NVMP). Bedrijven die ICT-apparatuur op de Nederlandse markt brengen, zijn evenwel voor het merendeel aangesloten bij ICTMilieu. Na eerder de rapportage van Wecycle te hebben gecontroleerd, heeft de VROM-Inspectie nu de activiteiten en verslaglegging van ICT-Milieu over 2009 onderzocht en in het voorliggende rapport beschreven. ICT-Milieu rapporteert de Minister van I&M jaarlijks over de hoeveelheden elektronica die door de bij haar aangesloten 270 producenten en importeurs op de markt worden gebracht1. De juistheid van die opgave door de afzonderlijke bedrijven aan ICT-Milieu wordt in haar opdracht bij de 15 grootste producenten /importeurs eenmaal in de drie jaar gecontroleerd. Voor de overige circa 250 bedrijven geldt dat jaarlijks circa 3% wordt geverifieerd. ICT-Milieu zamelt jaarlijks circa 23.000 ton aan ICT-afval in. Dit bedraagt ongeveer 38% van de hoeveelheid ICT-apparaten die in de periode 2007-2009 door haar leden op de markt is gezet. Slechts 0,96% (2009) van de ingezamelde afgedankte apparaten is afkomstig van bedrijven. ICT-Milieu rapporteert jaarlijks aan de Minister van I&M (voorheen VROM) over de bereikte recyclingsresultaten over het door haar ingezamelde afval. Over 2009 rapporteert zij een recyclingspercentage (inclusief nuttige toepassing) van 98,6%. Uit het onderzoek van de VROM-Inspectie blijkt, dat dit cijfer niet volledig kan worden onderbouwd. ICT-Milieu vraagt namelijk aan de door haar gecontracteerde verwerker geen informatie over de afzet van vele fracties die vrijkomen na de eerste bewerking. Zo wordt kunststofafval op grote schaal door handelaren geëxporteerd naar China (inclusief Hong Kong) en is onbekend waar, door wie en hoe deze stroom uiteindelijk wordt verwerkt. Indien deze kunststofstroom niet wordt meegeteld, daalt het recyclingspercentage (inclusief nuttige toepassing) met 16 procentpunt naar 82%. Daarmee blijft ICT-Milieu overigens boven het thans voorgeschreven percentage van 75%. De kunststof in nieuw op de markt gebrachte elektronische apparatuur mag niet meer dan 1000 ppm broomhoudende brandvertragers bevatten. Voor kunststof in elektronische apparatuur in de afvalfase bestaat echter geen wettelijke grenswaarde. Om een indruk te krijgen van het gehalte van broomhoudende brandvertragers in de afvalfase van elektrische apparatuur heeft de VROM-Inspectie metingen gedaan bij het van ICT-Milieu afkomstige kunststofafval. Bij 17,5% van de genomen monsters wordt de norm die geldt voor nieuw op de markt gebrachte elektronische apparatuur (1000 ppm) overschreden. Bij 33% van deze overschrijdingen lag de aangetroffen hoeveelheid 50 maal hoger dan deze norm.
1
Cijfer 2010
Pagina 5 van 32
Monitoringsrapportage ICT-Milieu 2009 nader bekeken |
ICT-Milieu voldoet aan de verplichtingen die zij heeft ten aanzien van rapportage, inzameling en recycling. Indien ICT-Milieu haar milieurendement wil verhogen en de verifieerbaarheid van haar rapportage over de recyclingsresultaten wil verbeteren, is een aantal maatregelen te overwegen. Door detaillisten en kringloopwinkels een vergoeding te bieden voor het ingeleverd ICT-afval, kan de hoeveelheid ingezameld ICT-afval stijgen. De effecten van een soortgelijke maatregel bij Wecycle zijn daarvoor een goede indicatie. Daarnaast is nog veel winst te behalen bij de inzameling bij bedrijven. Meer inzameling betekent meer recycling en minder kans op dumping van afgedankte elektronica in landen als Ghana en Nigeria. Ook kan met extra inzameling ingespeeld worden op de komende aanscherping van de inzamelverplichting als gevolg van de voorgenomen herziening van de Europese WEEE-richtlijn. De verifieerbaarheid van de rapportage van ICT-Milieu kan worden vergroot, door met de bedrijven die het ingezamelde ICT-afval voor haar verwerken, afspraken te maken over de uiteindelijke bestemming en wijze van verwerking van de diverse afvalstromen. Hierbij verdienen vooral afvalstoffen met gevaarsaspecten, waaronder kunststoffen die broomhoudende brandvertragers bevatten, extra aandacht. Dit geldt des te sterker indien deze stoffen naar buiten de EU worden geëxporteerd. Kunststofafval met broomhoudende brandvertragers dient apart te worden verwerkt. Tijdens de controle op de verslaglegging van ICT-Milieu over 2009 is geconstateerd, dat de aanwijzingen die enkele jaren geleden door of namens het Ministerie van VROM zijn opgesteld om de betrouwbaarheid en uniformiteit van de rapportages van de producenten (-organisaties) te verbeteren (monitoringsprotocol) en aanwijzingen om gevaarlijke afvalstoffen uit het elektronica-afval te verwijderen (de Leidraad), niet worden gevolgd. Naleving ervan is evenwel niet afdwingbaar.
Pagina 6 van 32
Monitoringsrapportage ICT-Milieu 2009 nader bekeken |
2
Inleiding
Op basis van Europese WEEE Richtlijn van 27 januari 20032 zijn overheden verplicht een stelsel in het leven te roepen op basis waarvan producenten en importeurs van elektrische en elektronische apparaten (verder elektronica genoemd) verplicht zijn afgedankte elektronica in te zamelen en te verwerken. In Nederland is de WEEErichtlijn uitgewerkt in het Besluit beheer Elektrische en Elektronische apparatuur (BEEA)3 en de Regeling beheer Elektrische en Elektronische apparatuur (REEA)4. In 2009 is door de VROM-Inspectie onderzoek gedaan naar de recycling van elektronica door de NVMP, de producentenorganisatie die namens circa 1500 bedrijven de inzameling en recycling van elektronica organiseert en daarover rapporteert5. De VROM-Inspectie concludeerde over het monitoringsverslag over 2008 van de NVMP (tegenwoordig Wecycle), dat de gemelde recyclingspercentages naar beneden moeten worden bijgesteld en dat de borging en transparantie van recyclingsresultaten verbetering behoeft. Wecycle heeft de belangrijkste aanbevelingen van de VROM-Inspectie overgenomen. Wecycle is het uitvoerend orgaan van negen van de in totaal tien elektronicacategorieën uit deze WEEE-richtlijn. De enige uitzondering is categorie 3 uit deze richtlijn; de IT –en telecommunicatie apparatuur. De producenten en importeurs daarvan zijn grotendeels aangesloten bij ICT-Milieu. In aansluiting op het onderzoek in 2009 bij de NVMP heeft de VROM-Inspectie in 2010 gecontroleerd hoe de inzamel- en recylingsresultaten van de één na grootste producentenorganisatie, ICT-Milieu, tot stand zijn gekomen.
2.1
Doel Doelstelling van de WEEE-Richtlijn is een verantwoorde inzameling en recycling van elektronica-afval door producenten en importeurs van elektronica. Controle van de informatie die producenten(organisaties) geven over hun inzamel- en recyclingsresultaten is van belang om dit systeem in stand te houden. Zonder toezicht neemt de prikkel om juiste informatie te geven af, wordt niet-naleven aantrekkelijker en dreigt concurrentievervalsing tussen producenten die wel en niet naleven. In dit onderzoek is gecontroleerd of ICT-Milieu voldoet aan de regels die zijn gesteld in het BEEA en REEA. Daarbij is met name gekeken naar de mate van betrouwbaarheid en verifieerbaarheid van de gerapporteerde recyclingresultaten. Specifiek is daarbij aandacht besteed aan verwerking van kunststof en de aanwezigheid van broomhoudende brandvertragers in dit kunststof.
2 3
4 5
Richtlijn 2002/96/EG d.d. 27 januari 2003 Besluit van 6 juli 2004, houdende regels met betrekking tot het afvalbeheer en het gebruik van bepaalde gevaarlijke stoffen in elektrische en elektronische apparatuur. Regeling beheer elektrische en elektronisch apparaten, Staatssecretaris Ministerie van VROM d.d.19 juli 2004 VROM-Inspectie: Recycling elektrisch en elektronische apparaten d.d. 6 januari 2010 Pagina 7 van 32
Monitoringsrapportage ICT-Milieu 2009 nader bekeken |
2.2
Aanpak Voor de uitvoering van dit onderzoek heeft de VROM-Inspectie zich gebaseerd op de verslagen die ICT-Milieu sinds 2007 heeft opgesteld en heeft tweemaal een interview plaatsgevonden met de Managing directeur en de consultant van ICT-Milieu. In november 2010 heeft een onderzoek plaatsgevonden bij de verwerker van de door ICT-Milieu ingezamelde elektronica. Daarbij is inzage verkregen in de processen die worden gehanteerd, de verslaglegging vanuit de verwerker naar ICT-Milieu en de informatie die bij de verwerker beschikbaar is over de afzet van de gedemonteerde en geshredderde materialen. Bij dat onderzoek zijn betrokken de massabalans, de meldingen in het databestand Amice, de verstrekte kennisgevingen en voorgeschreven documentatie behorende bij de export van afvalstoffen. Door ICT-Milieu is voortdurend medewerking verleend en zijn alle gevraagde gegevens, voor zover beschikbaar, overlegd. Er zijn geen controles uitgevoerd bij bedrijven die de door gecontracteerde verwerker ontvangen deelstromen verder verwerken. Het concept-rapport is voor een reactie voorgelegd aan ICT-Milieu. De reactie van ICT-milieu is te vinden in bijlage 1. Deze reactie heeft geleid tot aanpassing op een aantal onderdelen.
2.3
Leeswijzer Deze rapportage gaat in hoofdstuk 3 in op de mededeling die ICT-Milieu heeft gedaan namens de aangesloten producenten en importeurs. Hoofdstuk 4 behandelt de rapportage over de hoeveelheden door de aangesloten bedrijven op de markt gebrachte apparaten. Hoofdstuk 5 beschrijft de inzameling daarvan. De verwerking van het ingezamelde afval en de verslaglegging daarover wordt besproken in hoofdstuk 6. Hoofdstuk 7 behandelt de aanwezigheid van broomhoudende brandvertragers in de afvalstroom van ICT–Milieu en de wijze waarop daarmee wordt omgegaan. De conclusies staan vermeld in elk afzonderlijk hoofdstuk en komen terug in hoofdstuk 8.
Pagina 8 van 32
Monitoringsrapportage ICT-Milieu 2009 nader bekeken |
3
Mededeling ICT-Milieu
In november 2004 heeft ICT-Milieu namens de producenten/importeurs die zijn aangesloten bij de stichting ICT-Milieu en de stichting ICT-Grijsgoed de mededeling ex artikel 4 van het BEEA bij de Minister van VROM ingediend. In deze mededeling is kenbaar gemaakt hoe ICT-Milieu namens de bij haar aangesloten bedrijven invulling geeft aan de verplichte inzameling en verwerking van de elektrische en elektronische apparatuur. Na een aanvulling en een positieve beslissing op bezwaarschrift, heeft de Minister op 8 november 2005 met de mededeling ingestemd. Aangegeven is dat de mededeling eindigt op 1 januari 2010. Door de aanpassing van het Besluit REEA per 1 juli 2006 is de mededeling echter automatisch verlengd en geldt zij nog onverkort. Bij ICT-Milieu waren in 2010 circa 270 bedrijven uit de IT, telecom, internet en office-sector aangesloten. ICT-Milieu is onderdeel van de branche-vereniging ICTOffice en is gevestigd in het kantoor van laatstgenoemde organisatie in Woerden. Leden van ICT-Milieu zijn automatisch lid van ICT-Office. De mededeling uit november 2004 bevat een lijst van productcategorieën waarop zij van toepassing is. Aangegeven is dat de mededeling niet van toepassing is op de batterijen die zich in de op de markt gebrachte apparaten bevinden. Indien apparaten zijn voorzien van batterijen, doen de producenten/importeurs daarvan, voor wat betreft de batterijen, apart mededeling aan STIBAT. De bij de verwerker van het ICT-afval aangetroffen batterijen worden via de door ICT-Milieu gecontracteerde verwerker afgevoerd. Door ICT-producenten wordt aan de consument geen (zichtbare) verwijderingsbijdrage in rekening gebracht. In de mededeling is vastgelegd dat de bij ICT-Milieu aangesloten bedrijven een bedrag betalen dat is gebaseerd op de totale kosten van het ICT-Milieu systeem (inzameling, verwerking en apparaatskosten), verdeeld naar rato van het marktaandeel in een van de categorieën: IT (w.o. scanners, beeldschermen, pc’s, notebooks, laptops, modems, spelcomputers,muizen); Office (w.o. printers, kopieerapparaten, faxen); Telecom (w.o. telefoons, GSM, opladers,headsets). De kosten worden aan de aangesloten producenten in rekening gebracht op basis van hun marktaandeel in een van deze drie categorieën. De producenten betalen een voorschot op de verwachte inzameling, verwerking -en apparaatskosten. Het voorschot wordt achteraf gecorrigeerd met de definitieve kosten. ICT-Milieu voert namens de aangesloten leden de mededeling uit en organiseert de inzameling en recycling. Zij brengt daarover jaarlijks verslag uit aan de Minister in de vorm van het voorgeschreven verslagleggingsformulier. Net als voor alle verslagen die door producentenorganisaties worden ingediend, wordt ook dit verslag beoordeeld op volledigheid door het Agentschapnl. In diens rapportage aan de Minister van VROM over de productbesluiten 2009 heeft het Agentschapnl de cijfers van ICT-Milieu overgenomen. Het Agentschapnl heeft ICT-Milieu in 2009 overigens om een aanvulling gevraagd als het gaat om de hoeveelheid buiten de EU verwerkt afval. Deze informatie is door ICT-Milieu aangeleverd.
Pagina 9 van 32
Monitoringsrapportage ICT-Milieu 2009 nader bekeken |
Naast deze formele verslaglegging stelt ICT-Milieu ook jaarlijks een ICT-milieu monitoringsprotocol op waarin de resultaten aan een breder publiek worden gepresenteerd.
Pagina 10 van 32
Monitoringsrapportage ICT-Milieu 2009 nader bekeken |
Pagina 11 van 32
Monitoringsrapportage ICT-Milieu 2009 nader bekeken |
4
Op de markt gebracht
4.1
Voorschriften en resultaten ICT-Milieu is op grond van haar mededeling en op grond van art. 16 REEA verplicht jaarlijks aan de Minister van VROM (thans Minister van IenM) mededeling te doen over het aantal door de bij haar aangesloten bedrijven op de markt gebracht elektrische en elektronische apparaten in categorie 3 van de WEE-richtlijn. (IT en telecom apparatuur). In haar verslaglegging over 2009 meldt ICT-Milieu dat in dat jaar door haar leden 56.411 ton aan IT- en telecommunicatie apparatuur op de markt is gebracht. Deze hoeveelheid is beduidend lager dan in 2008 op de markt gebracht (68.235 ton) en iets hoger dan in 2007 (53.032 ton). Er worden geen cijfers gepresenteerd over het aantal op de markt gebrachte apparaten. Op grond van de REEA is het toegestaan om uitsluitend op basis van gewichten te rapporteren. Voor de rapportage over de hoeveelheid op de markt gebrachte producten wordt een afgeschermd en getrapt systeem gehanteerd (Black Box), waardoor de deelnemers aan ICT-Milieu geen kennis kunnen nemen van het gewicht aan apparaten dat de afzonderlijke producenten jaarlijks op de markt zetten. Voor de 15 grootste deelnemers (met een gezamenlijk marktaandeel van 80%) geldt, dat hun opgave eenmaal in de drie jaar wordt gecontroleerd door een onafhankelijke accountant. De overige circa 250 deelnemers dienen hun opgaven vergezeld te laten gaan van een directieverklaring. Jaarlijks worden ongeveer een zes daarvan gecontroleerd in opdracht van ICT-Milieu.
4.2
Conclusie ICT-Milieu voldoet met haar rapportage over 2009 aan haar verplichting om te rapporteren over de hoeveelheid op de markt gebrachte producten.
Pagina 12 van 32
Monitoringsrapportage ICT-Milieu 2009 nader bekeken |
5
Inzameling
5.1
Voorschriften en resultaten Op grond van de WEEE-Richtlijn moeten de overheden ervoor zorgen, dat jaarlijks per inwoner 4 kg elektronica-afval wordt ingezameld. Daarbij is geen verdeling gemaakt naar soorten elektronica. Het gaat om de totale hoeveelheid door de producenten bij particuliere huishoudens ingezamelde hoeveelheid elektronica per inwoner per jaar. De hoeveelheid door ICT-Milieu ingezameld elektronica-afval ligt over de afgelopen jaren op circa 22.000 ton. Uit onderstaande tabel valt op te maken dat het aantal tonnen ingezameld ICT-afval over de jaren heen redelijk stabiel is. Tabel 1: Ingezameld ICT-afval Jaar Particulier niet particulier Totaal % niet particulier
(in tonnen)
2007
2008
2009
20.628 287 20.915 1,37
22.533 193 22.726 0,85
22.162 213 22.375 0,96
Veruit het grootste deel van het door ICT-Milieu ingezamelde materiaal is afkomstig van door burgers bij de milieustraten afgegeven ICT-afval. Ook MKB-bedrijven geven, zij het kleine hoeveelheden, afgedankte ICT-apparaten af bij milieustraten. Dit wordt in de opgave meegeteld als particuliere afgifte. Van de 22.375 ton ingezameld materiaal (2009) was 213 ton (0,96%) afkomstig uit andere bronnen dan milieustraten; dat wil zeggen afkomstig van aangesloten bedrijven die hun ingenomen elektronica-afval rechtstreeks afgeven aan de door ICT-Milieu gecontracteerde verwerker. Bij deze 213 ton zijn ook de bij milieustraten ingeleverde apparaten meegeteld van een gewicht van meer dan 35 kg. Door ICT-Milieu werd in 2009 1,35 kg per inwoner ingezameld. Gevoegd bij de circa 5 kg per inwoner die Wecycle in 2009 inzamelde, wordt daarmee door de producenten als geheel voldaan aan de huidige inzamelverplichtingen.
5.2
Ontwikkelingen Indien, zoals de bedoeling is, binnen enkele jaren de WEEE-richtlijn wordt aangescherpt en de inzameldoelstellingen omhoog gaan, worden producenten en producenten-collectieven, zoals ICT-Milieu en Wecycle, geconfronteerd met een aanzienlijk zwaardere inzamelopgave dan thans het geval is. In het voorstel voor de nieuwe WEEE richtlijn, waarover thans tussen de lidstaten een akkoord is bereikt en waarvan de 2e lezing in het Europese parlement na de zomer begint, is vastgelegd dat de inzameldoelstelling uiteindelijk komt te liggen op
Pagina 13 van 32
Monitoringsrapportage ICT-Milieu 2009 nader bekeken |
65 gewichtsprocenten van het jaargemiddelde dat de producten gedurende de drie voorgaande jaren op de markt hebben gebracht (put on the market). Dat heeft meerdere consequenties. Ten eerste is vanaf dat moment de omvang van de “put on the market” bepalend voor de omvang van de voorgeschreven inzamelinspanningen. Twijfels over de betrouwbaarheid van de gerapporteerde hoeveelheid “put on the market”, schept onduidelijkheid over de omvang van de inzamelingsverplichting. Soortgelijke discussies als over de hoeveelheid op de markt gebracht verpakkingsafval dienen bij elektronica-afval zoveel mogelijk te worden vermeden. Door de concurrentiegevoeligheid van cijfers over marktaandelen worden deze “put on the market” gegevens echter met de nodige geheimhouding omgeven. Controle daarop door de toezichthouder is lastig, ook al door het grote aantal bedrijven dat bij de opgave betrokken is. Om die redenen is het wenselijk dat de producenten de opgegeven cijfers over de afgezette hoeveelheid elektronica borgen door een accountantsverklaring. Ten tweede neemt door de gewijzigde inzameldoelstelling de omvang van de hoeveelheid door ICT-Milieu in te zamelen elektronica afval fors toe. Om een indruk te krijgen van de daaraan verbonden inzamelverplichting kan de volgende berekening worden gemaakt. Over de periode 2007-2009 is volgens opgave van ICT-Milieu gemiddeld per jaar 59.226 ton ICT-materiaal op de markt gezet. Bij een inzamelingdoelstelling van 65% betekent dit, dat over 2010 door de producenten 38.497 ton ICT-afval zou moeten worden ingezameld. Over 2009 werd door ICT-Milieu “slechts” 22.375 ton binnengehaald (38%). Indien de inzamelingsdoelstelling op 65% van de afgezette hoeveelheid wordt gesteld, dan zullen de producenten-organisaties, waaronder ICT-Milieu, hun inspanningen op termijn dus aanzienlijk moeten vergroten. In 2009 hebben ICT-Milieu en Wecycle nieuwe contracten afgesloten met gemeenten, met als doel de inzameling vanaf de milieustraten te vergroten. Sindsdien dient 100% van bij de milieustraten ontvangen elektronica-afval naar de beide producentenorganisaties te gaan. Deze nieuwe contracten hebben voor ICTMilieu in 2010 nog niet tot hogere opbrengst geleid. Wecycle heeft haar inzamelingsresultaten daarentegen wel zien stijgen. Wecycle heeft haar inzamelresultaten over 2010 mede vergroot door contracten af te sluiten met de detailhandel en kringloopwinkels waardoor de winkelier of kringloopwinkel een vergoeding ontvangt per stuk ingeleverd apparaat. De inzameling bij de detailhandel is sindsdien fors gestegen. ICT-Milieu heeft geen vergelijkbare contracten afgesloten met deze partijen. Zij vindt dit te duur. Wel kent ICT-Milieu de zgn. “200 kg service”, waarbij ICT-afval tot 200 kg gratis bij winkeliers wordt opgehaald. In 2011 is een inzamelcampagne onder scholen gestart waarvoor 80 scholen zich hebben aangemeld en 4000 kilo elektronica afval is ingezameld. Door de positieve restwaarde die het ICT-afval doorgaans heeft, blijft het voor de detailhandel echter aantrekkelijk dit afval aan inzamelaars te verkopen. Het meeste risico op illegale export met ernstige milieuschade wordt gelopen met afval dat bij verwerking in Nederland relatief duur is en daardoor voor producenten(organisaties) onaantrekkelijk is om in te zamelen. Dit geldt met name voor (al dan niet werkende) monitoren en beeldschermen, apparaten die relatief veel gevaarlijke stoffen bevatten. Deze worden in Nederland door handelaren voor enkele euro’s opgekocht, vervolgens verscheept naar Afrika om daar direct of na enkele jaren van gebruik op een uiterst ongezonde wijze uit elkaar te worden gehaald. Daarbij komen veel schadelijke stoffen vrij. Indien ICT-Milieu dit wil Pagina 14 van 32
Monitoringsrapportage ICT-Milieu 2009 nader bekeken |
voorkomen, is het wenselijk dat zij (extra) inspanningen pleegt om de toestroom van oude monitoren en beeldschermen naar handelaren en exporteurs te verhinderen. Het geringe aandeel ICT-afval dat wordt opgehaald bij bedrijven (0,96% van het totaal dat wordt ingezameld), biedt eveneens een kans om de hoeveelheden ingezameld ICT-afval te doen stijgen. Nieuwe initiatieven lijken nodig om het inzamelresultaat naar een niveau te brengen waarmee over enkele jaren kan worden voldaan aan de nieuwe WEEE-Richtlijn.
5.3
Conclusie ICT-Milieu draagt met de inzameling van 1,35 kg per inwoner bij aan de realisatie van de huidige voor elektronica-afval als geheel geldende inzameldoel van 4 kg per inwoner. Indien het Europese voorstel tot aanscherping van de inzamelingsdoelstellingen in de Nederlandse regelgeving is vertaald, zal ICT-Milieu, of zullen de bij haar aangesloten producenten en importeurs, de hoeveelheid ingezameld afval fors moeten doen toenemen. Ten opzichte van het huidig resultaat met ruim 50%. Dit is mogelijk door meer in te zamelen bij bedrijven en daarnaast zouden wellicht (elektronica)winkels en kringloopwinkels een vergoeding kunnen krijgen bij de inlevering van afgedankt ICT-apparaten. Aangezien de hoeveelheid door de producenten op de markt gebrachte elektronica onder de nieuwe WEEE directory als input gaat dienen voor de berekening van de hoeveelheid in te zamelen afgedankte elektronica, is het wenselijk dat de opgegeven “put on the market” wordt geborgd, bijvoorbeeld door een accountantsverklaring.
Pagina 15 van 32
Monitoringsrapportage ICT-Milieu 2009 nader bekeken |
6
Recycling en nuttige toepassing
6.1
Voorschriften en resultaten
Op grond van artikel 10 van de REEEA ligt voor ICT-apparatuur de verplichting als het gaat om recycling en nuttige toepassing6 op 65% respectievelijk 75% van het ingezamelde afval. Over het in 2009 ingezamelde afval meldt ICT-Milieu in haar rapportage dat van het ingezamelde afval 84,9 % wordt gerecycled. Het totaal aan nuttige toepassing (d.w.z. inclusief recycling) komt op 98,6%. Dit resultaat ligt hoger dan over de voorgaande jaren. Tabel 2: Recyclingresultaten volgens ICT-Milieu 2007-2009 Jaar Recycling% Geen recycling maar wel nuttige toepassing% Totaal nuttige toepassing %
2007 79,2
2008 81,6
2009 84,9
17,8
15,8
13,7
97
97,4
98,6
Daarmee zou ICT-Milieu ruimschoots aan de recyclingdoelstelling te voldoen. De VROM-Inspectie heeft onderzocht hoe deze cijfers tot stand zijn gekomen en in hoeverre ze verifieerbaar en/of betrouwbaar zijn. Belangrijk punt daarbij is dat in de toelichting bij het verslagleggingsformulier wordt opgemerkt dat gegevens over verwerking die buiten Europa heeft plaatsgevonden alleen kan worden meegenomen indien aangetoond kan worden dat de verwerking op een gelijkwaardige manier heeft plaatsgevonden als in Europa.
6.2
Verwerking De door ICT-Milieu over 2007, 2008 en 2009 verstrekte gegevens zijn afkomstig van het bedrijf dat door ICT-Milieu is gecontracteerd om het door ICT-Milieu ingezamelde materiaal te verwerken. Om de totstandkoming van deze cijfers te achterhalen heeft de VROM-Inspectie bij deze verwerker een bedrijfsbezoek afgelegd.
Nuttige toepassing (recovery): elke handeling met als voornaamste resultaat dat afvalstoffen een nuttig doel dienen door hetzij in de betrokken installatie, hetzij in de ruimere economie andere materialen te vervangen die anders voor een specifieke functie zouden zijn gebruikt, of waardoor de afvalstof voor die functie wordt klaargemaakt. ”Recycling: elke nuttige toepassing waardoor afvalstoffen opnieuw worden bewerkt tot producten, materialen of stoffen, voor het oorspronkelijke doel of voor een ander doel. Dit omvat niet energieterugwinning, noch het opnieuw bewerken tot materialen die bestemd zijn om te worden gebruikt als brandstof of als heropvulmateriaal.” 6
Pagina 16 van 32
Monitoringsrapportage ICT-Milieu 2009 nader bekeken |
Het elektronica-afval dat de verwerker van ICT-Milieu ontvangt, werd in 2009 onderverdeeld in vijf categorieën: monitoren, systeemeenheden (pc’s), papier bedrukkend, telecom en accessoires (adapters, muizen, toetsenborden e.d.). De verwerker neemt wekelijks een steekproef op het ICT-materiaal (batch van 2%). Hierover wordt elk kwartaal gerapporteerd. Deze steekproef is bedoeld voor de merkenregistratie en voor de categorie-indeling, aan de hand waarvan de verwerkingskosten over de deelnemers van ICT-Milieu worden verdeeld. De verwerker ontvangt en verwerkt naast het elektronica-afval van ICT-Milieu ook elektronica-afval van andere leveranciers. Het proces van verwerking is voor alle leveranciers echter nagenoeg hetzelfde. Overigens is dit proces continu aan verandering onderhevig. Hieronder wordt de situatie in 2010 beschreven. Alle afgedankte elektronica gaat op de sorteerband. Via de sorteerband wordt een scheiding gemaakt tussen monitoren en overige apparatuur. Uit de apparatuur worden door handpicking accu’s en zichtbare batterijen en toners verwijderd. Deze worden naar andere verwerkers afgevoerd. Eventueel aanwezige knoopcellen komen in de koperfractie terecht en gaan mee naar de kopersmelter. De monitoren gaan samen met de TV’s verder het sorteerproces in. In dit sorteerproces worden de materialen door handpicking en met behulp van onder andere magneten gescheiden in glas, electronica-scrap, kunststof en vuil. Het vuil gaat naar een ander bedrijf voor verdere sortering. Het glas gaat naar een andere verwerker Het elektronica-scrap wordt d.m.v. magneten en een Eddy current verder gescheiden in ijzer, koper, aluminium en kunststof. Datgene wat er na de scheiding overblijft (zoveel mogelijk metalen worden uit deze stroom gehaald) gaat naar smelters. In 2010 werd het kunststof met gebruikmaking van een infra-roodscheider gescheiden in drie stromen nl.; grof ABS balen kunststof van TV’s en monitoren; ABS (kleine delen) en Mix kunststof. De verschillende stromen afval die vrijkomen worden afgezet aan verwerkers zowel binnen als buiten Europa.
6.3
Informatie over wijze van verwerking Artikel 14 van het REEA stelt dat de producent van nieuwe apparaten onder andere informatie verstrekt over de verwerking van deze apparaten aan inrichtingen die deze verwerken. Dit dient te geschieden binnen één jaar nadat het apparaat op de markt is gekomen. In aansluiting hierop stelt artikel 2.6 van de mededeling van ICTMilieu, dat producenten die deelnemen aan het ICT-Milieu systeem in overleg met de verwerkers recyclinginformatie samenstellen in de vorm van elektronische media. Geconstateerd is dat de producenten geen gevolg geven deze wettelijke verplichting. ICT-Milieu verwijst naar afspraken die op Europees niveau gemaakt zijn tussen producenten en verwerkers7. Daarbij is afgesproken dat de producenten op verzoek van verwerkers informatie beschikbaar stellen over de aanwezigheid van 7
Joint Position guidance on implementing article 11 of Directive 2002/96 concerning information for treatment facilities d.d. 26-9-2005.. Pagina 17 van 32
Monitoringsrapportage ICT-Milieu 2009 nader bekeken |
gevaarlijke stoffen. De producenten haken daarmee aan bij art. 11 van de WEEErichtlijn. Hoewel strikt genomen er sprake is van een overtreding van artikel 14 REEA, wordt het niet opportuun gevonden om hier tegen op te treden. De producenten lijken immers wel invulling te geven aan de Europese regelgeving en het materiële effect van het niet naleven lijkt gering. 6.4
Totstandkoming rapportage over de verwerking Voor de rapportage aan ICT-Milieu over de verwerkingsresultaten heeft gecontracteerde verwerker in 2009 éénmaal een batchproef uitgevoerd op ICT-afval. De uitkomst van deze batchproef, alsmede de massabalans van de verwerker als geheel, vormt de input voor de rapportage aan ICT-Milieu. Voor deze rapportage gebruikt de verwerker een door ICT-Milieu vastgesteld format. Dit format wordt al sinds 2006 gebruikt en is nooit aangepast, ondanks het feit dat het verwerkingsproces sindsdien forse wijzigingen heeft ondergaan. De verwerker rapporteert volgens dit format over de hoeveelheden glas, tonercartridges, E-scrap en restmateriaal afkomstig uit het door ICT-Milieu aangeleverde ICT-afval. Het format bevat ook nog posten koper en batterijen maar deze staan op nul. Over kunststof wordt niets gerapporteerd. In de rapportage over 2009 wordt het E-scrap uitgesplitst in ijzer, aluminium, koperhoudend materiaal en restmateriaal. Nadere informatie over de hoeveelheden en verwerking van bijvoorbeeld gevaarlijke stoffen, wordt door ICT-Milieu niet gevraagd. De uitsplitsing van de samenstelling van het E-scrap is hoofdzakelijk bedoeld om de prijs ervan te bepalen. Tabel 3: Samenstelling en verwerking ICT afval 2009, zoals gerapporteerd door de verwerker aan ICT-Milieu (in procenten) Mat. hergebruik
Glas Tonercartridges Restmateriaal E-scrap: - Fe - Al - Cu - Fe+NF - Gloeiverlies - Slak TOTAAL
27,17 0,08 4,07
26,96 0,08 3,99
32,82 3,74 4,75 7,00 13,47 6,88 100
32,82 3,04 4,51 6,65
Nuttige toepassing
Verwijdering
0,21 0,01 0,08
0,70 0,24 0,35 13,47
6,88 84,93
13,71
1,35
Volgens deze opgave van ICT-Milieu wordt slechts 1,35% van het ingezamelde materiaal verwijderd, waarmee ruimschoots wordt voldaan aan de 75% nuttige toepassing die wettelijk is voorgeschreven. Deze cijfers komen tot stand op basis van een eenmalig batchproef in combinatie met de outputcijfers van de verwerker over al haar stromen. Het is niet mogelijk na te gaan waar de bovengenoemde stromen naar toe gaan.
Pagina 18 van 32
Monitoringsrapportage ICT-Milieu 2009 nader bekeken |
De bestemming van de afvalstromen die specifiek uit het ICT-materiaal vrijkomen is bij ICT-Milieu niet bekend. Ook kan niet worden aangegeven welke verwerking heeft plaatsgevonden door de afnemers van de afvalstromen die bij de gecontracteerde verwerker vrijkomen. Audit Het contract tussen ICT-Milieu en de verwerker voorziet in de mogelijkheid dat de opdrachtgever een controle kan uitvoeren op het verwerkingsproces en het rapportageproces. In de periode waarover dit contract liep (2007- 2010 ) is eenmaal, in augustus 2008, een audit uitgevoerd. Daaruit kwam o.a. naar voren dat: - de gerapporteerde percentages nuttige toepassing correct zijn; - de uitgevoerde steekproef betrouwbaar en representatief en - de gerapporteerde ingezamelde en verwerkte gegevens correct zijn. In het rapport van de auditor wordt wat betreft de recyclingresultaten vermeld, dat deze zijn gebaseerd op informatie verstrekt door afnemers van de verwerker, zoals gebruik in wegconstructies. Als onderbouwing voor het oordeel wordt een analyseresultaat aangehaald uit een steekproef van een in Nederland gevestigd recyclingbedrijf in bouw- en sloopafval.
6.5
Kritische kanttekeningen bij gerapporteerde recyclingpercentages ICT-Milieu vraagt uitsluitend bij de gecontracteerde verwerker informatie op over de verwerking binnen de inrichting. Indien deze informatie kritisch wordt bekeken valt het volgende op. a. E-scrap Deze afvalstof (68% van het materiaal dat uit de eerste verwerking van ICT-afval vrijkomt) ging in 2009 voor circa 40% naar verwerkers buiten Europa (m.n. Canada). De rest wordt in Europa verwerkt. Van deze stroom wordt uiteindelijk 6.88% als slak bestempeld en dit slak wordt volgens de verslaglegging ingezet als product. Er is geen nadere informatie beschikbaar over de toepassing van de slak. Onbekend is op welke manier dit afval (restmateriaal na verbranding) is ingezet voor materiaal hergebruik. b. Kunststof Bij de gecontracteerde verwerker komt bij de verwerking van elektronisch afval een aanzienlijke stroom harde kunststoffen vrij. In 2009 werd door dit bedrijf 11.582 ton kunststof afgevoerd. Dit betreft zowel het kunststof dat afkomstig is van ICT-Milieu als van andere leveranciers van elektronica-afval. Om een indruk te krijgen van de afvoer van dit afval is, bij gebrek aan andere informatie, gekeken naar de afvoer van de gehele kunststofstroom van deze verwerker. In 2009 werd ruim 86% van het door haar gedemonteerde of geshredderde harde kunststofstroom afgegeven aan twee bedrijven. Van deze twee bedrijven is de verwerker in het bezit van een verklaring waarin de samenstelling van het ontvangen materiaal wordt vermeld; een verdeling in ABS, ABS/PC, PS en PP. In welke mate dit materiaal is ingezet voor materiaal hergebruik, nuttige toepassing of is verwijderd, vermelden deze verklaringen echter niet. De resterende 14% van de totale kunststof stroom in 2009 is aan een achttal andere bedrijven afgegeven. Volgens dit bedrijf ging het hier om proefpartijen. Er is geen Pagina 19 van 32
Monitoringsrapportage ICT-Milieu 2009 nader bekeken |
informatie beschikbaar over de samenstelling of verwerking van dit afval. Bij meerdere van de exportzendingen vanaf de locatie van de verwerker door bedrijven waar zij het kunststof aan heeft geleverd, heeft de VROM-Inspectie de bijbehorende transportformulieren onderzocht. Daaruit heeft zij niet kunnen opmaken bij welke afvalbedrijven de uiteindelijke verwerking heeft plaatsgevonden. De verplichte formulieren die bij de afvaltransporten naar Hongkong zijn gevoegd (Bijlage VII EVOA-formulieren), vermelden afname door bedrijven die over recyclingfaciliteiten zouden beschikken. Een aantal van deze bedrijven zijn echter geen recyclers maar handelaren, die het afval opkopen van Nederlandse bedrijven die dit in een eerder stadium van de gecontracteerde verwerker hebben gekocht. Het ontbreken van informatie over de afnemers of verwerking weerhoudt ICT-Milieu er niet van al het geëxporteerde restmateriaal (op 0,08 % na) mee te tellen als zijnde gerecycled. Daarbij komt, dat volgens de toelichting op het voorgeschreven verslagleggingsformulier (bijlage 2 behorende bij artikel 16 REEA) buiten de EU gerecyclede afvalstromen alleen kunnen worden meegeteld indien de be- of verwerking op een manier heeft plaatsgevonden die vergelijkbaar is als binnen de EU. Deze informatie is niet voorhanden en het is ook onwaarschijnlijk dat door ICTMilieu aangetoond kan worden dat de verwerking van het kunststofafval dat eigendom is geworden van handelaren, op een manier heeft plaatsgevonden die vergelijkbaar is als binnen de EU. Om te kunnen aantonen dat de verwerking van partijen buiten Europa op een milieuverantwoorde wijze geschiedt, heeft ICT-Milieu een aantal verklaringen overgelegd. Hierin verklaren de afnemers van de deelstromen dat de verwerking plaatsvindt op een milieuverantwoorde wijze, daar geen kinderarbeid bij is betrokken en dat er wordt gewerkt volgens de in het land van verwerking geldende ARBO-regels. Voor de stroom hard plastic is een verklaring beschikbaar van een inzamelaar/handelaar, waarbij in de kop wordt vermeld dat deze betrekking heeft op “hard plastic pieces” en “plastic pieces”. Vervolgens gaat de verklaring in op de verwerking van metalen. Voor deze stroom is derhalve geen betrouwbare verklaring aanwezig. Het ontbreken van betrouwbare informatie over de verwerking van zowel de reststromen als de slakken uit het E-scrap, maakt dat beide afvalstromen redelijkerwijs niet meegeteld kunnen worden bij de berekening van de cijfers voor recycling en nuttige toepassing. Daarbij wordt opgemerkt dat de door ICT-Milieu opgegeven recyclingsresultaten voor metalen, glas en tonercartridges door de VI niet zijn gecontroleerd en voor juist zijn aangenomen. Bij gebrek aan informatie over de hoeveelheid kunststof dat vrijkomt uit het ICTafval, wordt deze hoeveelheid berekend op basis van de stroom kunststofafval dat bij de gecontracteerde verwerker als geheel vrij komt. Dit is circa 16%. Indien het percentage recycling en nuttige toepassing met 16% wordt verlaagd naar 82% voldoet ICT-Milieu overigens nog steeds aan het voorgeschreven percentage voor nuttige toepassing en recycling.
6.6
Monitoringsprotocol In 2006 heeft een werkgroep waarin ook producenten vertegenwoordigd waren een protocol opgesteld dat is bedoeld als een toelichting op het verslagleggingsformulier. Pagina 20 van 32
Monitoringsrapportage ICT-Milieu 2009 nader bekeken |
Dit om te komen tot een eenduidige collectie van informatie die benodigd is om verslag uit te brengen over de recyclingsresultaten. In het voorgeschreven verslagleggingsformulier wordt ook naar dit protocol verwezen. In de rapportage van ICT-Milieu is niets terug te vinden dat er op duidt dat het monitoringsprotocol een rol speelt bij de rapportage. In het contract tussen ICTMilieu en de verwerker is over rapporteren op basis van het protocol niets vastgelegd. Doordat het protocol niet wordt gevolgd is niet of nauwelijks informatie beschikbaar over zaken als: - soort en hoeveelheid gevaarlijk afval dat vrijkomt en de verwerking daarvan; - welke afvalstroom wordt gestort of verbrand; - de soorten afvalstromen die vrijkomen; - de wijze van verwerking indien deze buiten Europa plaatsvindt. Indien het protocol door ICT-Milieu zou worden gevolgd, zou voor iedere deelfractie de keten van bewerking en verwerking tot op de laatste stap gevolgd kunnen worden. De juridische verankering van het protocol is niet zodanig dat de VROM-Inspectie handhavend kan op te treden indien het protocol wordt genegeerd. Dat neemt niet weg dat het opvallend is dat ICT-Milieu zelf weinig belangstelling heeft voor een verantwoorde verwerking van de (deels gevaarlijke) afvalstromen die uit de door haar ingezamelde afval vrijkomen. Dat verhindert ook dat consumenten geïnformeerd kunnen worden over de uiteindelijke bestemming en verwerking van deze apparaten. Het WEEE-forum8, waar ICT-Milieu lid van is, onderkent dit belang wel en stimuleert producentenorganisaties om de bestemming en verwerking van de deelstromen te monitoren. Reptool Om inzichtelijk te maken op welke wijze de cijfers over nuttige toepassing en recyling tot stand komen, wordt bijvoorbeeld, door Wecycle, gebruik gemaakt van het in opdracht van het WEEE-forum ontwikkelde softwareprogramma Reptool. Dit programma legt stapsgewijs de resultaten vast van de bewerking of verwerking, de vrijkomende hoeveelheden en aan welke bedrijven in de keten de diverse fracties worden afgezet. Ook de laatste stap in de verwerking (recycling, nuttige toepassing of verwijdering) is, mits ingevuld, terug te vinden. In 2009 is door de VI onderzoek gepleegd naar de recycling van elektrische en elektronische apparaten door Wecycle. Wecycle was toen al bezig een software applicatie (Reptool) te implementeren en voor te schrijven aan haar verwerkers waardoor de afvalstromen beter konden worden gevolgd. Naar aanleiding van de rapportage heeft Wecycle haar verslaglegging meer transparant gemaakt en is de implementatie van Reptool sterk verbeterd.
8
Het WEEE-forum is een platform van Europese inzamel-en recyclingorganisaties op het gebed van elektronica afval. ICT-Milieu is een van de leden van het WEEE-forum.
Pagina 21 van 32
Monitoringsrapportage ICT-Milieu 2009 nader bekeken |
6.7
Conclusie
De rapportage van ICT-Milieu is door het ontbreken van specificaties over de afzet van afvalstromen na eerste verwerking niet volledig te valideren. Voor bepaalde stromen is onvoldoende te onderbouwen waar de gepresenteerde cijfers omtrent nuttige toepassing en recycling op zijn gebaseerd. Dit geldt met name voor de stroom kunststof naar Zuid-Oost Azië. Worden deze stromen niet meegeteld, dan komt ICT-Milieu op een cijfer voor nuttige toepassing van 82%. Daarmee voldoet zij overigens nog steeds aan de voorgeschreven doelstelling voor nuttige toepassing en recycling. ICT-Milieu vraagt aan de verwerker summiere informatie over de wijze waarop de door haar aangeleverde cijfers over nuttige toepassing en recycling tot stand zijn gekomen. Ook worden deze cijfers niet geverifieerd door een jaarlijkse accountantscontrole. Er vindt geen assurance plaats. De cijfers over nuttige toepassing en recycling die jaarlijks aan de Minister worden aangeleverd, zijn onvoldoende transparant en daardoor onvoldoende te valideren.
Pagina 22 van 32
Monitoringsrapportage ICT-Milieu 2009 nader bekeken |
7
Broomhoudend kunststof
7.1
Regelgeving Volgens artikel 6, lid 1 van de WEEE-Richtlijn dienen de lidstaten er voor te zorgen dat producenten(-organisaties) bij de verwerking van elektronica-afval tenminste zorgdragen voor de verwijderen van alle vloeistoffen en een selectieve behandeling overeenkomstig bijlage II van de richtlijn. Bijlage II van de WEEE-Richtlijn stelt dat uit gescheiden ingezameld elektronicaafval een aantal materialen en onderdelen moet worden verwijderd. Hieronder vallen onder andere asbestafval, batterijen, tonercassettes, beeldbuizen, kwikhoudende onderdelen en kunststoffen die gebromeerde brandvertragers bevatten. Dit met name om te verhinderen dat deze gevaarlijke stoffen die deze materialen bevatten, terecht komen in de producten die worden geproduceerd met gebruikmaking van het materiaal dat afkomstig is uit de te recyclen afvalstroom. De Nederlandse wetgever heeft in artikel 8 en 9 van de REEA voorschriften gesteld aan de verwerking van ingezameld elektronica-afval. Artikel 8 van de REEA verplicht de producent bij de verwerking van het ingenomen elektronisch afval gebruik te maken van de best beschikbare techniek. Volgens artikel 9 dient het bevoegd gezag zodanige voorschriften aan de vergunningen van de verwerkers van elektronisch afval te stellen, dat tenminste de selectieve behandeling van materialen en onderdelen als bedoeld in bijlage II van de WEEE richtlijn wordt gerealiseerd. Bijlage II van de WEEE richtlijn is in Nederland nader uitgewerkt in Leidraad Bijlage II bij de Richtlijn AEEA, 031105. De leidraad, bedoeld voor bedrijven die elektronica-afval verwerken, is in mei 2006 opgesteld door een werkgroep van de Europese Unie waarin waren vertegenwoordigd de recyclingindustrie, uitvoeringsorganisaties van producenten en de Technisch Universiteit Delft. In de leidraad staan aanwijzingen omtrent de behandeling van de in de bijlage II genoemde gevaarlijke stoffen. Gevaarlijke onderdelen of materialen als identificeerbare fractie of als deel daarvan dienen uit de afgedankte elektronica te worden verwijderd. In het kader van dit onderzoek is gekeken hoe ICT-Milieu omgaat met de voorschriften uit Bijlage II van de WEEE richtlijn, dan wel artikel 8 van de REEA. Daarbij is gekozen voor de verwijdering van kunststoffen die gebromeerde brandvertragers bevatten. Dit omdat bij behuizingen van computers en monitoren relatief veel brandvertragers worden toegepast en het met name het kunststofafval is dat op grote schaal wordt geëxporteerd naar niet OESO-landen. In de bijlage bij de Leidraad (onderdeel 6) wordt gesteld dat gebromeerde brandvertragers in een later stadium van de keten dienen te worden verwerkt in terugwinnings- of thermische/metallurgische processen met afdoende zuivering van afvalgas, dan wel naar goedgekeurde stortplaatsen worden afgevoerd. Ten aanzien van de bewijslast: alle kunststoffen die gebromeerde brandvertragers bevatten, moeten worden verwerkt conform het hierboven gestelde, tenzij de recycler bewijs van het tegendeel kan leveren. Over niet-OESO-landen is de richtlijn helder: recycling moet plaatsvinden zoals in de EU.
Pagina 23 van 32
Monitoringsrapportage ICT-Milieu 2009 nader bekeken |
7.2
Verwerking Bij de gecontracteerde verwerker komt bij de verwerking van AEEA een aanzienlijke stroom kunststof vrij. In 2009 werd in totaal 72.821 ton materiaal afgevoerd. Het aandeel kunststof daarin was bijna 16 % (11.582 ton). Uit de stukken die zijn opgevraagd bij ICT-Milieu en de verwerker blijkt weinig informatie beschikbaar te zijn over de aanwezigheid van brandvertragers in het vrijkomende kunststof. De verwerker heeft voor het laatst in 2007 door het laboratorium van SGS kunststof (uit OWEB) laten onderzoeken op het voorkomen van bromiden. Het gehalte bromiden bleef destijds onder de 1000 ppm. Nadien zijn dergelijke onderzoeken niet meer uitgevoerd. Bij de verwerker vindt geen scheiding plaats van kunststoffen met en zonder broomhoudende brandvertragers. In een verklaring van een van de afnemers van kunststof verklaart deze dat de verklaring betrekking heeft op hard plastic pieces (no BR) en plastic pieces (no-BR). Dit duidt erop dat men bekend is met de aanwezigheid van broomhoudend plastic in andere stromen. Onduidelijk is waar de wel broomhoudende kunststoffen naar worden afgevoerd. In verklaringen van een van de eindverwerkers over de soorten ontvangen plastics wordt over de aanwezigheid van brandvertragers in de ontvangen kunststoffen gerapporteerd. Het gehalte aan kunststof met brandvertragers (ABS-FR) nam af van 37% in 2007 naar 27% in 2008 tot 8% in 2009. Over de totstandkoming van de cijfers en de wijze van verwerking dan wel verwijdering van deze gevaarlijke kunststoffen is geen informatie voorhanden bij ICT-Milieu en/of de verwerker. ICT-Milieu heeft aangegeven de Leidraad Bijlage II bij de Richtlijn AEEA, 031105 niet te kennen.
7.3
Monstername VROM-Inspectie Om een beeld te krijgen van de aanwezigheid van de broomhoudende brandvertragers in het kunststof dat na de eerste behandeling vrijkomt, heeft de VROM-Inspectie een aantal balen daarop onderzocht. Bij de door ICT-Milieu gecontracteerde verwerker komen drie kunststofstromen vrij: 1. ABS (met infrarood afgescheiden) 2. Balen kunststof (ongeshredderd) afkomstig van tv’s en monitoren 3. Mix kunststof (= alle resterende kunststoffen, excl. 1 en 2). Van elk van de drie stromen is een zak materiaal meegenomen. Het betrof willekeurige grepen door het bedrijf zelf gedaan. Dit materiaal is met een XRF gemeten op het voorkomen van broom of broomhoudende verbindingen. XRF staat voor X-Ray Fluorescence. Door middel van laag energetische röntgenstralen kunnen de metalen in kwestie worden gemeten. Belangrijk is te melden dat het hier een indicatieve bemonstering en meting betreft. Harde conclusies kunnen daaraan niet verbonden worden; het blijft bij een indicatie. In Richtlijn 2002/96/EG (WEEE-richtlijn) is sprake van “kunststoffen die gebromeerde brandvertragers bevatten”. Hierbij ontbreekt enige normering. Dat zou
Pagina 24 van 32
Monitoringsrapportage ICT-Milieu 2009 nader bekeken |
betekenen dat de kunststoffen in het geheel geen bromiden of gebromeerde brandvertragers zouden mogen bevatten. Aangezien sporen van dergelijke stoffen altijd wel in kunststofafval worden aangetroffen, lijkt dat niet reëel. Voor de screening is uitgegaan van een maximale concentratie van 1000 ppm. Met andere woorden, als sprake is van een overschrijding dan betekent dit dat de XRF toont dat er, indicatief, meer dan 1000 ppm broom of broomhoudende verbindingen gemeten wordt. Deze norm is gebaseerd op Richtlijn 2002/95/EG (de RoHS-richtlijn) die geldt voor nieuwe producten. Voor PBB en PBDE’s (twee bromiden die onder andere in elektronica worden toegepast) wordt in nieuwe producten een maximale concentratie van 0,1 gewichtsprocent (= 1000 ppm) in homogene materialen getolereerd. In totaal zijn met de XRF 120 stukken kunststofafval gemeten, waarvan bij 21 metingen de norm van 1000 ppm werd overschreden, een percentage van 17,5%. Per stroom zijn de volgende overschrijdingen geconstateerd: ABS: 50 metingen waarvan 6 boven de norm: 12%. Mix Kunststof: 40 metingen waarvan 7 boven de norm: 17,5% Balen TV’s en Monitoren: 30 metingen waarvan 8 boven de norm: 26,6% Onderstaande tabel laat alle metingen met een overschrijding zien. Tabel 4: Overzicht metingen met een overschrijding > 1000 ppm Meting
Type kunststof
Gehalte broom (ppm)
Gehalte broom (%)
16 ABS 92.000 9,2 24 ABS 84.000 8,4 39 ABS 121.000 12,1 46 ABS 115.000 11,5 53 ABS 7000 0,7 54 ABS 78.000 7,8 67 Mix Kunststof 48.000 4,8 69 Mix Kunststof 9.000 0,9 71 Mix Kunststof 64000 6,4 82 Mix Kunststof 2000 0,2 83 Mix Kunststof 119.000 11,9 90 Mix Kunststof 66.000 6,6 93 Mix Kunststof 12.000 1,2 105 Balen tv’s + monitoren 71.000 7,1 106 Balen tv’s + monitoren 81.000 8,1 113 Balen tv’s + monitoren 81.000 8,1 114 Balen tv’s + monitoren 43.000 4,3 120 Balen tv’s + monitoren 85.000 8,5 123 Balen tv’s + monitoren 46.000 4,6 125 Balen tv’s + monitoren 76.000 7,6 126 Balen tv’s + monitoren 80.000 8,0 Toelichting: 1000 ppm = 0,1%, 10.000 ppm = 1%, 100.000 ppm = 10%
Pagina 25 van 32
Monitoringsrapportage ICT-Milieu 2009 nader bekeken |
De gemeten overschrijdingen, en sommige liggen aanzienlijk boven de gehanteerde norm van 1000 ppm, vormen een indicatie dat zich in het afval dat door ICT-Milieu wordt verwerkt, substantiële hoeveelheden broomhoudende kunststoffen bevinden. In de werkwijze van de gecontracteerde verwerker en in de rapportage van ICTMilieu is niet terug te vinden hoe met dit afval wordt omgegaan en of het broomhoudend kunststof apart van het andere kunststof wordt verwerkt.
7.4
Conclusie De aangetroffen hoeveelheid kunststoffen met broomhoudende brandvertragers wijst erop, dat een deel van het naar Azië geëxporteerde kunststofafval als afval met gevaarsaspecten is te bestempelen. Over de verwerking daarvan is bij ICTMilieu geen informatie voorhanden. De leidraad die aanwijzingen geeft voor de wijze van verwerking wordt niet gevolgd. In combinatie met de constatering dat een deel van het kunststofafval via handelaren uit Hong Kong wordt afgezet, is niet uit te sluiten dat een deel van het door ICT-Milieu ingezamelde afval met gevaarsaspecten wordt verwerkt op een wijze die afwijkt van de normen die binnen de EU worden gehanteerd. ICT-Milieu hanteert bij de verwerking van het ontvangen afval niet de best beschikbare technieken. Met de verwerker zijn daarover wel afspraken gemaakt, maar niet met de bedrijven die het afval, na de eerste bewerking ontvangen. Verwerkers van kunststof moeten kunnen aantonen dat broomhoudende kunststoffen uit de afvalstroom zijn verwijderd en apart zijn verwerkt.
Pagina 26 van 32
Monitoringsrapportage ICT-Milieu 2009 nader bekeken |
Pagina 27 van 32
Monitoringsrapportage ICT-Milieu 2009 nader bekeken |
8
Conclusies
1. ICT-Milieu voldoet aan de verplichtingen die zij heeft ten aanzien van rapportage, inzameling en recycling. 2. ICT-Milieu beschikt niet over informatie over de afzet van de na de eerste bewerking vrijkomende afvalstoffen. De gepresenteerde cijfers over recycling en nuttige toepassing zijn hierdoor niet geheel verifieerbaar. Indien de verwerking van kunststof in Azië buiten beschouwing wordt gelaten, blijft het recyclingpercentage overigens boven het voorgeschreven recyclingspercentage. 3. Onduidelijk is hoeveel gevaarlijke afvalstoffen vrijkomen en hoe deze worden verwerkt of verwijderd. Het protocol dat 2006 in samenwerking met producenten is opgesteld om ondermeer hierover eenduidig te kunnen rapporteren, wordt niet gevolgd. 4. ICT-Milieu heeft geen maatregelen getroffen om kunststoffen met broomhoudende brandvertragers te scheiden van niet broomhoudend kunststof-afval. Op basis van een onderzoek is indicatief vastgesteld dat broomhoudende brandvertragers aanwezig zijn in de afvalstroom van ICTMilieu. Het is niet te achterhalen of dit broomhoudend, in Azië afgezette, kunststofafval ,wordt verwerkt volgens de Europese normen. 5. Gebruik van het monitoringsprotocol door producenten(organisaties) is niet afdwingbaar. 6. Onduidelijk is bij welke hoeveelheid broomhoudende brandvertragers, er sprake is van kunststof dat als gevaarlijk afval moet worden aangemerkt.
Pagina 28 van 32
Monitoringsrapportage ICT-Milieu 2009 nader bekeken |
Bijlage 1: Reactie ICT-Milieu op conceptrapport
Pagina 29 van 32
Monitoringsrapportage ICT-Milieu 2009 nader bekeken |
Pagina 30 van 32
Monitoringsrapportage ICT-Milieu 2009 nader bekeken |
Pagina 31 van 32
Monitoringsrapportage ICT-Milieu 2009 nader bekeken |
Pagina 32 van 32