MONITORINGRAPPORT 2010 HAVEN- EN INDUSTRIETERREIN MOERDIJK
INHOUDSOPGAVE 1. 2. 3.
INLEIDING ................................................................................................................... 4 GEGEVENSVERZAMELING .......................................................................................... 5 MONITORINGRESULTATEN 2010 ............................................................................... 7 3.1 Gevestigde bedrijven ............................................................................................ 7 3.2 Ruimtegebruik....................................................................................................... 8 3.3 Werkgelegenheid .................................................................................................. 9 3.4 Energie ................................................................................................................... 9 3.5 Lucht ..................................................................................................................... 10 3.6 Water .................................................................................................................... 12 3.7 Afval...................................................................................................................... 13 3.8 Geluid ................................................................................................................... 13 3.9 Bodem .................................................................................................................. 14 3.10 Logistiek ............................................................................................................... 14 3.11 Natuur .................................................................................................................. 17 3.12 Hinder................................................................................................................... 19 3.13 (Milieu-)vergunningen ........................................................................................ 20 3.14 Veiligheid ............................................................................................................. 22 4. VERDUURZAMING VAN HET HAVEN- EN INDUSTRIETERREIN MOERDIJK ............ 25 4.1 Masterplan DHM 2011-2015 .................................................................................. 25 4.2 Stand van zaken Duurzame Verbindingen Moerdijk ..................................... 26 4.3 Sociale duurzaamheid op het haven- en industrieterrein Moerdijk............. 29 BIJLAGE 1: AFKORTINGEN ................................................................................................. 37 BIJLAGE 2: SAMENSTELLING WERKGROEP MONITORING ............................................... 39
VOORWOORD Sinds begin maart van dit jaar ben ik directeur van het Havenschap Moerdijk. Ik ben trots dat ik voor het haven- en industrieterrein Moerdijk mag werken, zeker ook omdat Moerdijk toonaangevend is als het om duurzaamheid gaat. Al sinds 1999 worden de milieu-effecten van het terrein gemonitord en vastgelegd. Dit geeft niet alleen veel inzicht, maar vormt zeker ook de basis van de vele duurzame successen die in de loop der jaren behaald zijn. Het is prachtig om te zien hoe bedrijven en overheden de handen ineen slaan om verder te gaan in die ontwikkelingen. Het Havenschap Moerdijk blijft daarin faciliteren en stimuleren. Dit monitoringrapport gaat over de duurzaamheidsontwikkelingen die het haven- en industrieterrein Moerdijk in 2010 doormaakte. Een jaar waarin in het kader van het Proeftuinproject „Duurzame Verbindingen Moerdijk‟ veel merkbaar was van een toenemende synergie tussen bedrijven. Hoewel dit zich in eerste instantie vooral toespitst op fysieke duurzaamheid, waaronder aandacht voor het milieu, is er ook aandacht voor het sociale aspect. Dit laatste kreeg in 2010 veel aandacht, daarom vindt u hierover verschillende interviews in deze rapportage. Na veel positieve publiciteit over innovaties en samenwerkingen op het haven- en industrieterrein Moerdijk, zorgde de brand bij Chemie-Pack begin 2011 voor negatieve aandacht. Helaas heeft de brand de nodige schade aan de omgeving met zich meegebracht. In het monitoringrapport over het jaar 2011 worden die effecten zeker meegenomen. Calamiteiten als deze zullen nooit voor honderd procent voorkomen kunnen worden. Het is onze gezamenlijke opgave om ervoor te zorgen dat de kans op een calamiteit tot een minimum wordt beperkt en als er onverhoopt toch een calamiteit plaatsvindt, dat de effecten zo klein mogelijk zijn. Hopelijk kan het monitoringrapport 2010 als inspiratiebron dienen voor anderen die zich verder willen ontwikkelen op het gebied van duurzaamheid.
Ferdinand van den Oever Directeur Havenschap Moerdijk
Haven- en industrieterrein Moerdijk, monitoringrapport 2010
3
1. INLEIDING Op het haven- en industrieterrein Moerdijk wordt al sinds 1999 het monitoringonderzoek uitgevoerd. Hiervoor wordt jaarlijks de (milieu)informatie bij bedrijven en (overheids)instanties verzameld, geanalyseerd en gepresenteerd in een rapportage. In deze twaalfde monitoringrapportage worden de gegevens over het jaar 2010 gepresenteerd. Het monitoringonderzoek wordt uitgevoerd door de werkgroep monitoring waarin de volgende partijen zitting hebben: Havenschap Moerdijk; Gemeente Moerdijk; Waterschap Brabantse Delta; Provincie Noord-Brabant; Bedrijvenkring Industrieterrein Moerdijk; Brabant Water. De projectleiding en uitvoerende werkzaamheden zijn uitbesteed aan BMD Advies Zuid-Nederland. De werkgroep wil met het monitoringonderzoek de volgende doelstellingen bereiken: voorlichting geven over de (milieu)belasting van het haven- en industrieterrein Moerdijk naar derden en belanghebbenden; input geven aan verschillende duurzaamheidsprojecten die op het haven- en industrieterrein Moerdijk worden uitgevoerd; informatie verstrekken over de resultaten van de uitgevoerde duurzaamheidsprojecten op het haven- en industrieterrein Moerdijk. In deze rapportage wordt in hoofdstuk 2 uitgelegd hoe de gegevensverzameling is uitgevoerd. In hoofdstuk 3 worden de verzamelde gegevens gepresenteerd. In hoofdstuk 4 wordt ingegaan op de actuele stand van zaken van de duurzaamheidsprojecten op het haven- en industrieterrein Moerdijk. Dit jaar wordt extra aandacht besteed aan de projecten in het kader van sociale duurzaamheid. In de kaders leest u interviews met initiatiefnemers en deelnemers aan deze projecten. Voor uitleg over de in dit rapport opgenomen afkortingen wordt verwezen naar de afkortingenlijst in bijlage 1.
Haven- en industrieterrein Moerdijk, monitoringrapport 2010
4
2. GEGEVENSVERZAMELING Sinds 1999 wordt op het haven- en industrieterrein Moerdijk jaarlijks de (milieu-) informatie bij bedrijven en (overheids)instanties verzameld. Om dit te kunnen bereiken, is er een werkgroep monitoring geformeerd waar partijen in deelnemen die verantwoordelijk zijn voor het aanleveren van relevante gegevens. Zij coördineren ieder voor hun eigen organisatie de gegevensverzameling (zie tabel 2.1). De gegevens van organisaties die niet vertegenwoordigd zijn in de werkgroep en individuele bedrijven, zijn verzameld door BMD Advies Zuid-Nederland. Veel gegevens van milieurelevante bedrijven zijn uit milieujaarverslagen van bedrijven gehaald die via het elektronisch loket (e-MJV) zijn ingediend en getoetst door de provincie. De verzamelde gegevens zijn opgenomen in de database, waarin de gegevens al sinds 1999 worden geregistreerd. Tabel 2.1: partijen die gegevens aangeleverd hebben Instelling
Aangeleverde gegevens
Havenschap Moerdijk
-
Rijkswaterstaat Directie Zuid-Holland
-
Brabant Water
-
jaarverslag Havenschap gevestigde bedrijven economische gegevens voortgang duurzaamheidsprojecten afvalstoffengegevens e-MJV‟s provinciale bedrijven onderzoeken m.b.t. luchtkwaliteit overzicht uitgegeven vergunningen van provinciale bedrijven overzicht toezicht bij provinciale bedrijven overzicht milieucategorieën gemeentelijke bedrijven BRZO-bedrijven binnen de gemeente overzicht uitgegeven vergunningen gemeentelijke bedrijven e-MJV‟s gemeentelijke bedrijven stand van zaken bestemmingsplan stand van zaken bodembeheerplan overzicht toezicht gemeentelijke bedrijven klachtenregistratie volumestroom naar het oppervlakte-water volumestroom naar de riolering aantal vervuilingseenheden en prijs klachtenoverzicht hoeveelheid en warmtelast geloosd koelwater ingenomen leidingwater en industriewater
Regionale Ambulancevoorziening (RAV)
-
aantal uitrukken van de ambulance
Brandweer gemeente Moerdijk
-
Provincie Noord-Brabant
Gemeente Moerdijk
-
Werkgroep klachten Waterschap Brabantse Delta
BIM
-
aantal brandmeldingen met onderverdeling in soorten brand loze meldingen aantal hulpverleningen met onderverdeling in soorten hulpverlening gegevens m.b.t. werkgelegenheid
Buisleidingstraat Nederland
-
gegevens m.b.t. transport via buisleiding
-
Haven- en industrieterrein Moerdijk, monitoringrapport 2010
5
Tabel 2.2: de meest milieurelevante bedrijven Moerdijk 2010 Deelnemende bedrijven
Provinciale bedrijven A & G Milieutechniek BV
Afvalstoffen Terminal Moerdijk BV
Ardagh Glass Benelux BV
Basell Benelux BV
Biomassacentrale Moerdijk
Coatex Netherlands BV
Essent Energie Productie BV, Moerdijk
Dr. W. Kolb Nederland BV
NV Afvalverbranding Zuid-Nederland
Omya Netherlands BV
Shell Nederland Chemie BV
Slibverwerking Noord-Brabant NV
Van Gansewinkel Ccd Moerdijk
Gemeentelijke bedrijven Deege Coating Moerdijk
CNC Grondstoffen BV
Bedrijven die een vragenlijst hebben ingevuld Bewa Groep Moerdijk
Tetra Pak Moerdijk B.V.
Wuppermann Staal Moerdijk
Haven- en industrieterrein Moerdijk, monitoringrapport 2010
6
3. MONITORINGRESULTATEN 2010 In dit hoofdstuk worden de verzamelde gegevens gepresenteerd per (milieu-)aspect. Per (milieu-)aspect wordt eerst een korte uitleg gegeven. Vervolgens worden de gegevens gepresenteerd in tabellen en/of grafieken. Afhankelijk van het soort gegevens worden deze gepresenteerd: voor het aantal jaren dat ze beschikbaar zijn met een maximum van 10 jaar; vanaf het jaar dat de gegevens in de e-MJV‟s worden aangeleverd (sinds 2007).
3.1 Gevestigde bedrijven In tabel 3.1 is het aantal gevestigde bedrijven opgenomen van het jaar 2001 t/m het jaar 2010. Wanneer bedrijven zich nieuw op het haven- en industrieterrein Moerdijk willen vestigen of een grote wijziging willen doorvoeren, dienen zij een aanvraag in te dienen bij de Commissie Vestiging. Deze commissie bestaat uit vertegenwoordigers van Havenschap Moerdijk, gemeente Moerdijk, Regionale Milieudienst West Brabant, provincie Noord-Brabant, brandweer Midden en West Brabant, Waterschap Brabantse Delta en Rijkswaterstaat Zuid-Holland. In tabel 3.2 is het aantal aanvragen voor de jaren 2009 en 2010 opgenomen. Tabel 3.1: aantal gevestigde bedrijven per bedrijfstak op het haven- en industrieterrein Moerdijk van 2001 t/m 2010 Vestigingen Industrie Bouwnijverheid Reparatie van consumentenartikelen en handel Vervoer, opslag en communicatie Verhuur en handel in onroerend goed, verhuur van roerende goederen en zakelijke dienstverlening Overig Totaal
2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 49 46 51 48 60 60 64 65 60 62 13 12 11 9 27 27 27 27 25 27 64 70 75 77 37 38 41 41 40 44 44 31
48 37
45 34
53 32
98 169
99 173
100 174
100 175
100 170
100 171
14 215
14 227
13 229
15 234
2 393
2 399
2 408
2 410
5 400
5 409
Tabel 3.2: aanvragen commissie vestiging 2009 en 2010 Adviesaanvragen Positief beoordeeld Negatief beoordeeld Ingetrokken Nog in behandeling
2009 12 10 1 1 0
2010 13 10 0 0 3
Het aantal bedrijven op het haven- en industrieterrein Moerdijk is na een lichte daling in 2009 weer op een vergelijkbaar niveau met 2008. De verdeling over de soort bedrijvigheid is ongeveer gelijk gebleven. In 2010 zijn er bij de Commissie Vestiging 13 aanvragen ingediend. De meeste aanvragen betroffen nieuwe vestigingen in het kader van logistieke dienstverlening, opslag/tankcleaning en recycling. De aanvragen worden door de commissie getoetst aan de hand van criteria met betrekking tot: bestemmingsplan Industrieterrein Moerdijk; inrichtingsplan Shell reserveterrein Zuid d.d. 14 augustus 2007; inpassingkaders met betrekking tot het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi); duurzaamheid; (diep) vaarwatergebonden; Haven- en industrieterrein Moerdijk, monitoringrapport 2010
7
geluidproducerende activiteiten; clustervorming (bijvoorbeeld met betrekking tot industriële symbiose); overige wet- en regelgeving (Wabo, Waterwet). In 2010 zijn de werkwijze en toetsingskader van de Commissie Vestiging geëvalueerd. Naar aanleiding hiervan is een voorstel gedaan voor het verder uitbreiden van de duurzaamheidscriteria van het toetsingskader. 3.2 Ruimtegebruik In onderstaande tabel is voor de jaren 2001 t/m 2010 de hoeveelheid uitgegeven grond opgenomen. Dit betreft niet alleen nieuw uitgegeven grond, maar ook grond die het havenschap heeft teruggekocht en opnieuw in erfpacht heeft uitgegeven. Tabel 3.3: hoeveelheid uitgegeven grond op het haven- en industrieterrein Moerdijk van 2001 t/m 2010 Totaal uitgegeven grond in hectare
2001
2002
2003
2004
2005
2006
2007
2008
2009
2010
28,9
19,6
73.6
71,9
16,3
3,9
8,4
21,6
19,1
6,0
In 2010 is 6 hectare grond uitgegeven, waarvan 4,21 hectare in erfpacht. Ter uitvoering van twee bestaande overeenkomsten is 0,14 hectare grond verkocht. Verder heeft een grondruil plaatsgevonden met een oppervlakte van 0,09 hectare en is een eerder in erfpacht uitgegeven perceel verkocht. Dit perceel heeft een oppervlakte van 1,54 hectare. In 2010 liepen de volgende projecten met betrekking tot het verkrijgen en bouwrijp maken van nieuwe kavels: met een bedrijf wordt onderhandeld over terugkoop van aan water gelegen gronden. Na terugkoop zal dit terrein herontwikkeld en in erfpacht uitgegeven worden. Hiermee wordt een belangrijke bijdrage geleverd aan de inbreiding van het haven- en industrieterrein; in het gebied Tradepark West is begonnen met het bouwrijp maken van de laatste 2,4 ha. Voor een deel is hiervoor inmiddels een erfpachter gevonden; de laatste restpunten van het project „voormalig Tetra Pak terrein‟ zijn uitgevoerd. Hier is nu een kade gerealiseerd.
Stand van zaken bestemmingsplan
Er wordt door gemeente Moerdijk en het Havenschap gewerkt aan de algehele herziening van het bestemmingsplan industrieterrein Moerdijk. Als gevolg van de complexe materie, als het gaat om luchtkwaliteit en wet en regelgeving op het gebied van externe veiligheid, is er vertraging opgetreden. Mede naar aanleiding van de brand bij Chemie Pack zijn alle projecten die met het haven- en industrieterrein te maken hebben opnieuw tegen het licht gehouden. Na onderzoek lijkt een (uitgebreide) m.e.r.-procedure onontkoombaar evenals het implementeren van de lessen naar aanleiding van de brand bij Chemie Pack. Hierover dient een definitief besluit genomen te worden door het bevoegd gezag. Hierdoor is een definitieve nieuwe planning voor het in procedure brengen van het bestemmingsplan nu niet beschikbaar.
Haven- en industrieterrein Moerdijk, monitoringrapport 2010
8
3.3 Werkgelegenheid Het haven- en industrieterrein Moerdijk biedt werkgelegenheid aan: direct werknemers in dienst van de gevestigde bedrijven; indirect aan mensen die werken voor bijvoorbeeld toeleveranciers van de gevestigde bedrijven. In onderstaande tabel zijn de werkgelegenheidgegevens opgenomen. Deze gegevens zijn voor de jaren 2007, 2009 en 2010 bepaald door onderzoeksbureau Heliview. In 2008 is er geen onderzoek uitgevoerd. Tabel 3.4: werkgelegenheid haven- en industrieterrein Moerdijk 2007 13.598 13.000
aantal fte direct werkzaam aantal fte indirect werkzaam
2009 10.583 10.583
2010 10.096 10.096
Uit de gegevens van Heliview blijkt dat er in 2010 10.096 personen direct werkzaam waren op het haven- en industrieterrein Moerdijk. Heliview heeft onderzocht dat er evenveel medewerkers indirect (dus bijvoorbeeld als toeleverancier) voor het havenen industrieterrein aan het werk zijn. Van de 10.096 medewerkers zijn er 8.883 in vast dienst, 1.213 hebben een tijdelijke betrekking. Het aantal medewerkers is ten opzichte van 2009 met 5% gedaald. 3.4 Energie Op haven- en industrieterrein Moerdijk worden diverse soorten energiebronnen gebruikt, namelijk: elektriciteit; aardgas; olie; warmte (deze warmte komt vrij bij het verbranden van bijvoorbeeld afvalstoffen en wordt weer gebruikt om energie op te wekken of wordt hergebruikt in processen die warmte nodig hebben). In onderstaande tabellen zijn de gegevens voor de verschillende energiebronnen overgenomen zoals gerapporteerd in de e-mjv-rapportages. Tabel 3.5: netto elektriciteitsverbruik bedrijven Elektriciteit
2007
2008
2009
2010
MWh
748.318
757.146
635.136
906.407
MWh
2.795
10.103
10.580
103.741
MWh
44.886
48.946
46.729
49.366
MWh
70.159
58.303
n.v.t.
761
MWh
-1.843.327
-2.143.460
-1.876.593
-2.368.949
Netto verbruik elektriciteit MWh
-977.169
-1.269.679
-1.185.104
-1.309.814
Ingekocht elektriciteit Zelf opgewekte duurzame elektriciteit (exclusief biobrandstof) Eigen gebruik van duurzame elektriciteit uit participatie Doorlevering elektriciteit aan derden Teruglevering elektriciteit aan elektriciteitsnet
Haven- en industrieterrein Moerdijk, monitoringrapport 2010
9
Tabel 3.6: olie- en gasverbruik bedrijven Gas Olie Aardgas
m³ m³
2007 298.128 657.005.025
2008 286.789 743.519.788
2009 835.356 740.069.538
2010 728.013 755.140.177
Tabel 3.7: ingekochte en opgewekte warmte bedrijven Gas Warmte ingekocht Warmte opgewekt op het terrein
TJ TJ
2007 10.088
2008 10.700
2009 9.800
2010 10.171
6.681
6.685
6.686
8.725
Naast dat er energie gebruikt wordt, wordt op haven- en industrieterrein Moerdijk ook energie opgewekt. De opgewekte warmte en elektriciteit kunnen niet zondermeer bij elkaar opgeteld worden omdat de opgewekte warmte voor een deel wordt omgezet naar elektriciteit die wordt geleverd aan het net. Bij de bedrijven op het terrein komt nog meer warmte vrij die door bedrijven intern wordt hergebruikt. Niet alle bedrijven rapporteren deze gegevens, waardoor voor ons niet inzichtelijk is wat de omvang is van deze warmtestroom. Zowel de inkoop van elektriciteit, aardgas en warmte is gestegen. Dit komt door een stijging bij een groot deel van de onderzochte bedrijven. Daarnaast is er op het terrein ook meer energie opgewekt. 3.5 Lucht Emissies naar de lucht is een belangrijk onderwerp op haven- en industrieterrein Moerdijk. De grote bedrijven rapporteren over hun emissiegegevens aan het bevoegd gezag. Daarnaast voert de Provincie Noord-Brabant onderzoek uit naar de luchtkwaliteit op en rondom het haven- en industrieterrein.
Bedrijfsgegevens Figuur 3.1: luchtemissie in kg 2007 t/m 2010 6.000.000 5.000.000
4.000.000 2007 3.000.000
2008 2009
2.000.000
2010
1.000.000 -
CO2*1.000
NOx
SO2
Haven- en industrieterrein Moerdijk, monitoringrapport 2010
VOS
CO
10
Figuur 3.2: luchtemissie in kg 2007 t/m 2010 500.000 450.000 400.000 350.000 300.000
2007
250.000
2008
200.000
2009
150.000
2010
100.000 50.000 -
Methaan Fijn stof < 10ųg
totaal stof
etheen
NH3
HCl
De emissies van CO2 en NOx zijn in 2010 gestegen. Dit komt door een stijging bij de 4 grootste uitstoters. Daarnaast geldt voor CO2 dat er door bedrijven een andere brandstoffen zijn ingezet. Daarnaast is door één van de bedrijven aangegeven dat er een wijziging heeft plaatsgevonden in de CO2-berekening in het e-mjv-programma. Ook fijn stof en totaal stof zijn gestegen t.o.v. voorgaande jaren. Ook dit heeft te maken met wijzigingen in het gebruik van brandstoffen. Daarnaast is de rapportage/registratie van fijn stof en stof ten opzichte van voorgaande jaren verbeterd. Hierdoor is de vergelijking met voorgaande jaren niet helemaal betrouwbaar. De emissies van SO2, VOS, CO en methaan zijn gedaald ten opzichte van voorgaande jaren.
Luchtkwaliteitsonderzoek provincie Noord-Brabant
Naast de bedrijven voert ook provincie Noord-Brabant onderzoek uit naar de luchtkwaliteit op en rondom haven- en industrieterrein Moerdijk. De toestand van de luchtkwaliteit in Noord-Brabant is voortaan online te vinden op www.brabant.nl/luchtkwaliteit. Via een kaart van Noord-Brabant kunnen (historische)gegevens van meetstations worden geraadpleegd. De meetgegevens hebben vooral betrekking op fijn stof, stikstofdioxide en vluchtige organische stoffen. De gegevens zijn afkomstig van de provinciale meetstations en van het meetnet van het RIVM (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu). Ook is er een koppeling naar gegevens van het Belgische luchtmeetnet. Uit de metingen en rapportages bij industrieterrein Moerdijk wordt een trendanalyse gemaakt van minimaal 5 jaar (2008-2012). Deze resultaten worden daarna nog gebruikt om met behulp van een windroosanalyse de bijdrage van industrieterrein Moerdijk aan de omgeving te berekenen. De rapportages van 2008 en 2009 zijn beschikbaar. Die van 2010 worden verwacht in het 4e kwartaal van 2011. Deze rapportages worden gepubliceerd op www.RIVM.nl en www.brabant.nl/luchtkwaliteit.
Haven- en industrieterrein Moerdijk, monitoringrapport 2010
11
3.6 Water In de volgende tabellen is het waterverbruik en lozingen op haven- en industrieterrein Moerdijk opgenomen. De bedrijven op het haven- en industrieterrein Moerdijk gebruiken met name de volgende soorten water: drinkwater; industriewater: naast drinkwater is op het haven- en industrieterrein Moerdijk ook industriewater via het leidingnetwerk beschikbaar. Dit is water voor industriële processen waarvoor niet de hoogst mogelijke waterkwaliteit noodzakelijk is. oppervlaktewater: dit wordt met name gebruikt om te koelen; grondwater: er wordt grondwater onttrokken ten behoeve van het saneren van bodemverontreiniging. Tabel 3.8: waterinname Drinkwater1
Industriewater1
Eenheid m³ 2007 1.803.000 2008 1.838.000 2009 1.160.000 2010 1.314.000 1 gegevens van Brabant Water 2 gegevens van de onderzochte bedrijven
m³ 7.708.000 5.604.000 5.250.000 5.560.000
Oppervlaktewater2
Grondwater (gebruik t.b.v. bodemsanering)2
m³ 986.372.683 893.170.199 1.012.810.893 984.132.883
m³ 1.017.069 1.094.384 997.724 1.075.278
Tabel 3.9: lozinggegevens (gegevens aangeleverd door Waterschap Brabantse Delta)
2007 2008 2009 2010
Indirecte lozing koelwater op oppervlaktewater Directe lozing riolering v.e.'s* geloosd Geloosd volume Geloosde prijs per v.e. geloosd volume warmtevracht m³ MW Aantal v.e.‟s euro's m³ 1.018.439.000 800 € 46,50 80.291 6.556.000 889.987.000 889 73.812 € 49,50 6.072.291 1.009.663.000 880 € 46,50 69.428 6.032.000 1043 € 47,00 79.699 6.094.824 983.350.000
* v.e.= vervuilingseenheid
Zowel de inname van drink- en industriewater is iets gestegen ten opzichte van 2009, maar is nog altijd lager dan de inname in 2008. De stijging heeft te maken met het toenemen van de bedrijvigheid in 2010 ten opzichte van 2009. Logischerwijs is de hoeveelheid geloosd water in 2010 dan ook gestegen ten opzichte van 2009. Het gebruik van oppervlaktewater is iets afgenomen. Dit komt door een daling van het gebruik van oppervlaktewater bij een grote afnemer. Deze afnemer heeft met een mindere hoeveelheid wel een grotere koelcapaciteit behaald. Hierdoor is de hoeveelheid geloosde warmtevracht in 2010 hoger dan voorgaande jaren.
Haven- en industrieterrein Moerdijk, monitoringrapport 2010
12
3.7 Afval In onderstaande tabel zijn de hoeveelheden afgevoerde afvalstoffen voor de ondervraagde bedrijven opgenomen voor de jaren 2008 t/m 2010. Tabel 3.10: afgevoerd afval 2008 Hoeveelheid (ton) 782.200 456.600 1.238.800
Niet gevaarlijk afval Gevaarlijk afval Totaal
2009 Hoeveelheid (ton) 741.000 420.900 1.161.900
2010 Hoeveelheid (ton) 1.488.000 343.500 1.831.500
Figuur 3.4: verwerking afval
8%
hergebruik/nuttige toepassing
7%
inzet brandstof
10% 2%
verbranden 73% storten afvalscheidingsinstallatie
De hoeveelheid afgevoerde afvalstoffen is in 2010 ten opzichte van 2009 met circa 40% gestegen. Dit komt door een grote stijging van de hoeveelheid niet gevaarlijke afvalstoffen. Het betreft gereinigde grond die voor hergebruik is afgezet. De hoeveelheid afgevoerd gevaarlijk afval is iets gedaald. Een groot deel van het afval wordt hergebruikt of nuttig toegepast, namelijk 73%. Daarnaast wordt 2% ingezet als brandstof en 7% wordt verwerkt in een afvalscheidingsinstallatie om vervolgens (gedeeltelijk) te worden hergebruikt. 10% van het afval komt terecht in een afvalverbrandingsinstallatie waardoor het wordt gebruikt om energie op te wekken. Slechts 8% van het afval wordt gestort. 3.8 Geluid Het haven- en industrieterrein Moerdijk is conform de Wet geluidhinder een gezoneerd industrieterrein. Een zone wordt gelegd rond een industrieterrein waar volgens dat bestemmingsplan de vestiging van „grote lawaaimakers‟ mogelijk is. De grootte van de zone is afhankelijk van de benodigde of gewenste geluidsruimte van het gezoneerde industrieterrein. De bedrijven die op het terrein gevestigd zijn, mogen samen het vastgestelde geluidsniveau op de zone niet overschrijden. In 2010 werd de geluidzone niet overschreden.
Haven- en industrieterrein Moerdijk, monitoringrapport 2010
13
Het Havenschap heeft in het kader van de tender „Zeehaven Innovatie Project‟ (ZIP), een projectplan ingediend met betrekking tot de haalbaarheid van handel in geluidrechten op gezoneerde haven- en industrieterreinen. Doel van dit project is om bedrijven op een innovatieve wijze met geluidruimte om te laten gaan om zo voldoende ruimte over te houden voor toekomstige bedrijvigheid. 3.9 Bodem In het monitoringrapport over het jaar 2009 is opgenomen dat de gemeente Moerdijk bezig is met een actualisatie van de bodemfunctiekaart en bodembeheerplan. Oorspronkelijk was het de bedoeling om in 2010 het nieuwe bodembeheerplan vast te stellen. In de loop van 2010 is de ambitie uitgesproken om regionaal bodembeleid op te stellen. De keuze voor deze andere aanpak heeft er voor gezorgd dat het uitbrengen van het bodembeheerplan is uitgesteld. Het streven is om eind 2011 een regionaal bodembeleid vast te stellen. 3.10 Logistiek In deze paragraaf worden de transportgegevens gepresenteerd voor de modaliteiten: water; spoor; buis; weg.
Water In onderstaande tabel is het transport per schip opgenomen. Tabel 3.11: logistieke gegevens scheepvaart Jaar
Aantal schepen Zee
2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010
Goederenoverslag Binnenvaart
1.506 1.432 1.514 1.630 1.662 1.675 1.806 1.737 2.007
8.181 8.148 8.116 9.260 9.926 10.639 10.838 9.621 11.705
Zee (x 1.000 ton) 4.436 4.244 4.495 5.127 5.144 5.259 5.605 5.035 6.118
Haven- en industrieterrein Moerdijk, monitoringrapport 2010
Binnenvaart (x 1.000 ton) 5.036 5.324 6.173 7.275 7.931 8.933 9.729 8.599 12.614
Scheepvaart totaal (x 1.000 ton)
9.472 9.568 10.668 12.402 13.075 14.192 15.334 13.634 18.732
14
Figuur 3.5: verdelingen goederensoorten per schip zee- en binnenvaart 2010
Productsoort Zeevaart (x 1000 ton) Containers 1,1%
Vaste brandstoffen 2,2%
Landbouw Aardolieproducten 3,3% 6,8%
Overige goederen 21,8%
Ertsen en metaalafval 14,3%
Voeding overige 0,4%
Metaalproducten 5,7%
Chemische producten 13,4% Mineraal, bouwmat. 30,7%
Meststoffen 0,3%
Productsoort Binnenvaart (x 1000 ton) Containers 1,5% Vaste brandstoffen 0,6%
Overige goederen 15,8%
Voeding overige 0,4%
Landbouw 18,2%
Aardolieproducten 11,6%
Chemische producten 16,4%
Mineraal, bouwmat. 24,6% Meststoffen 0,3%
Metaalproducten 6,7%
Ertsen en metaalafval 3,8%
Het transport per schip is in 2010 flink gestegen en is sinds het bestaan van het haven- en industrieterrein nog nooit zo hoog geweest. Ten opzichte van 2009 is de totale hoeveelheid aan ton vervoerde goederen gestegen met 37,4%. De stijging van het vervoer per schip is met name toe te schrijven aan nieuwe activiteiten van één van de aan de haven gevestigde bedrijven. Naar verwachting zullen deze activiteiten ook in de komende jaren plaats blijven vinden.
Haven- en industrieterrein Moerdijk, monitoringrapport 2010
15
Spoor In onderstaande tabel zijn de gegevens met betrekking tot logistiek per spoor opgenomen. Tabel 3.12: logistieke gegevens spoor Jaar 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010
Aantal wagons
Vervoerd product (x 1.000 ton) 16.024 11.684 13.561 22.534 28.906 29.266 31.232 28.781 27.882
Vervoerd product per wagon (x 1.000 ton) 666 527 616 616 781 709 699 749 742
41,56 45,10 45,42 27,34 27,02 23,93 22,38 26,02 26,61
Het aantal wagons dat per spoor goederen vervoerd, is voor het tweede opeenvolgende jaar gedaald. Ten opzichte van 2009 is er een daling van 3,1%. Er heeft slecht een daling van 0,9% van het vervoerd product plaatsgevonden. Het vervoer per spoor is efficiënter geworden er wordt gemiddeld 26.610 ton per wagon vervoerd. Buisleiding Op het haven- en industrieterrein Moerdijk vindt transport van gassen en vloeistoffen via de buisleiding plaats. Dit transport wordt gecoördineerd door Buisleidingenstraat Nederland. De buisleidingstraat verbindt industrieterreinen in Rotterdam, Moerdijk, Vlissingen en Antwerpen met elkaar. Figuur 3.6: ligging buisleidingenstraat
In de volgende tabel zijn algemene gegevens opgenomen van de totale buisleidingenstraat. Het is niet mogelijk om volumegegevens voor alleen het haven- en industrieterrein Moerdijk te ontsluiten.
Haven- en industrieterrein Moerdijk, monitoringrapport 2010
16
Tabel 3.13: gegevens buisleidingenstraat
Lengte tracé: Oppervlakte: Onderdelen:
ca. 73 kilometer ca. 800 hectare 10 tunnels 18 viaducten (maaiveld niveau) 33 kilometer inspectiewegen Capaciteit: 230 miljoen ton p/j* * Dit geldt voor de gehele buisleidingenstraat en niet alleen voor haven- en industrieterrein Moerdijk. Wegvervoer De oplevering van de uitbreiding van de bestaande camera-installatie, met kentekenregistratie en tel- en weegmogelijkheden voor het wegverkeer, is uitgesteld. Bij de afrondende fase bleken versieverschillen te zorgen voor een onstabiele situatie van de apparatuur. De leverancier dient vergaande maatregelen te treffen om bij de uiteindelijke oplevering een stabiele werking te garanderen. Vooralsnog zijn er geen nieuwe cijfers over het wegvervoer bekend.
3.11 Natuur Europese wet- en regelgeving in het kader van Natura 2000 levert beperkingen op in het kader van de vergunningverlening aan bedrijven. Het Havenschap is met de provincies Noord-Brabant en Zuid-Holland op zoek naar oplossingen voor de aangescherpte natuurwetgeving. Het Havenschap neemt hierin het voortouw voor de industrie om in samenwerking met provincie Noord-Brabant afspraken te maken hoe gekomen kan worden tot een „programmatische aanpak‟. In onderstaand kader is de bijdrage van Roland-Jan Buijs van Buijs Ecoconsult opgenomen. Hij laat zien dat het haven- en industrieterrein Moerdijk ook kansen biedt voor de ontwikkeling van de natuur. Tijdelijke natuur stimuleren zonder beperkingen
Veel bedrijven deinzen terug als het gaat om ruimte geven aan flora- en fauna. Beschermde plant- en diersoorten kunnen uiteindelijke economische ontwikkeling in de weg staan. Er zijn echter ook legio mogelijkheden om planten en dieren een tijdelijk onderkomen te bieden. Verspreid over het industrie- en haventerrein Moerdijk liggen tientallen hectares grond in afwachting van definitieve inrichting. Deze terreinen kunnen er jarenlang desolaat en verlaten bij liggen. Door de Flora- en faunawet zorgen terreineigenaren er vaak actief voor dat de gebieden kaal en ongeschikt blijven voor planten en dieren. Zo voorkomen ze dat er beschermde plant- en diersoorten gaan leven en dat ze daardoor bij aanvang van de uiteindelijke inrichting worden geconfronteerd met extra procedures, kosten en vertraging. Door een goed beleid is het echter mogelijk om planten en dieren tijdelijk te laten profiteren van deze braakliggende terreinen. Wanneer een bedrijf het ontstaan van „tijdelijke natuur‟ meldt, krijgt het bedrijf een ontheffing zonder dat specifieke vergunningen nodig zijn. Zo kunnen braakliggende terreinen een potentiële bron voor een spectaculaire rijkdom aan planten en dieren vormen, zonder dat het de economische ontwikkeling in de weg staat.
Haven- en industrieterrein Moerdijk, monitoringrapport 2010
17
Roland-Jan Buijs is Ecologisch adviseur. Hij ondersteunt het Havenschap Moerdijk en zoekt samen met bedrijven naar passende oplossingen: “Eén van de bedrijven op het haven- en industrieterrein Moerdijk heeft een braakliggend stuk naast het terrein liggen, waar een gemengde meeuwenkolonie zich gevestigd heeft. In juni en juli zorgden de meeuwen echter voor overlast omdat de jonkies schaduwplekjes opzochten onder bijvoorbeeld auto‟s of containers. Aan de ene kant is het prachtig om de natuur zo dichtbij te hebben, maar doordat de vogels zich bedreigd voelden, vielen ze ook mensen aan. Nu is er een eenvoudig hekwerk om het terrein geplaatst, waardoor de jonge meeuwen niet van het braakliggend terrein kunnen lopen.” Een andere vogel die zich thuis voelt op het terrein is de oeverzwaluw. Dit zijn weinig kieskeurige vogels die hun nesten maken in steile taluds van zandige of lemige grond. Deze ontstaan bij graven van kabel- en leidinggoten of na het opbrengen of afgraven van gronddepots. In het voorjaar van 2011 waren veel ontgrondingen gepland op het terrein van Shell. Buijs: “Shell besloot daarom een oeverzwaluwwand te creëren op het terrein. Met een enorm succes, de zwaluwwand werd al binnen tien dagen gekoloniseerd met uiteindelijk 280 nesten! Dankzij de ideale zwaluwwand hadden de zwaluwen geen interesse in de grondwerkzaamheden elders op het Shell terrein. Ook het Havenschap heeft in 2010 en 2011 een steile wand tijdelijk gehandhaafd ter bescherming van de oeverzwaluwen. In 2010 kwamen maar liefst 336 paar tot broeden en in 2011, 154 paar.” Het zijn niet alleen dieren die een plekje zoeken op het haven- en industrieterrein, er komen ook verschillende beschermde plantsoorten zoals wilde orchideeën voor. Bedrijven hebben een zorgplicht voor deze planten. Schrikken is echter niet nodig: “Het is al voldoende om de wilde orchideeën heen te maaien of te schoffelen. Of pas in september te maaien wanneer de soorten hun zaad hebben laten vallen. Wanneer er op het betreffende stuk grond gebouwd moet worden, kunnen de planten eenvoudig verplaatst worden. Hierdoor zien orchideeën kans stand te houden,” zegt Buijs. De ecologisch adviseur heeft een brochure gemaakt over natuurwetgeving en beschermde planten en dieren die voorkomen op Moerdijk. Deze is toegestuurd naar alle bedrijven en nog op te vragen bij het Havenschap. Er ligt nu een voorstel om voor Havenschap en bedrijven een leidraad voor de Flora- en faunawet op te stellen, waar vooral wordt ingegaan op de mogelijkheden die er zijn om tijdelijke natuur te stimuleren, zonder dat bedrijven daar achteraf gedoe mee krijgen. Daarnaast zal de leidraad richtlijnen geven over onderhoud, beheer alsmede kleine ruimtelijke ingrepen en beschermde flora en fauna op het industrieterrein.
Haven- en industrieterrein Moerdijk, monitoringrapport 2010
18
Afbeelding 3.1: resultaat oeverzwaluwwand
3.12 Hinder
Klachten
De klachtenregeling van de gemeente Moerdijk houdt in dat op ieder moment van de dag of nacht (dus 24 uur per dag en 7 dagen per week) een klacht kan worden doorgegeven. De Regionale Milieudienst West-Brabant, hierna te noemen RMD, registreert de binnengekomen klachten en zorgt dat deze worden doorgegeven aan de dienstdoende ambtenaar. Hij/zij onderneemt direct actie. Deze taak is door het bevoegd gezag uitbesteed aan de RMD. In de klachtenregistratie wordt onderscheid gemaakt tussen een vermoedelijke veroorzaker en een werkelijke veroorzaker. Daar waar sprake is van een met name genoemde vermoedelijke veroorzaker, wordt de naam geregistreerd die de klager bij het indienen van de klacht noemt als zijnde de vermoedelijke veroorzaker. Pas als na onderzoek een werkelijke veroorzaker kan worden vastgesteld, wordt die klacht aan die veroorzaker in de registratie toegewezen (werkelijke veroorzaker). Door de RMD is een analyse van de milieuklachten en -meldingen gemaakt die zijn veroorzaakt door bedrijven op het industrieterrein Moerdijk over 2010. De watergerelateerde klachten worden geregistreerd door Waterschap Brabantse Delta. Tabel 3.14: overzicht klachten 2007-2010 Definitief veroorzaker klacht Veroorzaker: bedrijf met provincie als bevoegd gezag Veroorzaker: bedrijf met gemeente als bevoegd gezag Veroorzaker: onbekend Klachten binnengekomen bij het waterschap Totaal
2007 300 12 3
2008 80 0 199
2009 41 4 262
315
279
307
2010 73 23 148 1 244
*In 2008 zijn geen gegevens m.b.t. het aantal klachten verstrekt.
Haven- en industrieterrein Moerdijk, monitoringrapport 2010
19
Tabel 3.15: overzicht soort klachten 2007-2010 Soort klacht Lucht/stank Geluid Water Overig/algemeen Bodem Fakkelen Totaal
2007 295 14 0 6
2008 253 25 0 1
2009 297 5 2 3
315
279
307
2010 209 18 1 9 1 6 244
De meeste klachten op industrieterrein Moerdijk zijn lucht gerelateerd, daarom zijn deze klachten verder uitgewerkt in subcategorieën in tabel 3.15. Tabel 3.16: klachten, werkelijke veroorzaker onderverdeeld in subcategorieën
Subcategorie
klacht categorie Algemeen Bodem Geluid Lucht overig 9 overig 1 industrie/bedrijf 6 horeca overig 12 brand/rook chemische gier/mest kadaver olie rotte eieren stof/zand verf verbrand rubber zoet overig
Water Fakkelen 0 riool 1 Roet 2 8 overig 0 Overig 4 120 1 1 5 6 5 1 3 2 57
Het grootste deel van de ingediende klachten (85,7%) heeft betrekking op lucht. Dit gaat met name om chemische stank. Daarnaast is 7,4% geluidklachten. De overige 6,9% zijn klachten op het gebied van bodem, water en algemeen. Momenteel werkt de provincie Noord-Brabant aan een nieuwe klachtenafhandelingsprocedure. Deze zal 1 november 2011 opgeleverd worden en ingebracht worden in de werkgroep milieuklachten. In deze klachtenafhandelingsprocedure is een nieuw afwegingskader opgenomen. Hiermee kan op een eenduidige wijze bepaald worden hoe gereageerd wordt op een klacht. Dit is onder andere afhankelijk van het mogelijke effect voor de omgeving.
Ongewone voorvallen
Onder ongewone voorvallen worden onder andere incidenten, voorgenomen activiteiten die niet onder de normale bedrijfsomstandigheden vallen en emissieverhogingen die inrichtingen hebben gemeld, verstaan. In 2010 zijn 8 meldingen door gemeentelijke inrichtingen en 176 meldingen door provinciale inrichtingen gedaan. Er is geen relatie gebleken tussen meldingen en klachten die daardoor zouden kunnen zijn veroorzaakt. 3.13 (Milieu-)vergunningen De Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) maakt het vanaf 1 oktober 2010 mogelijk om één omgevingsvergunning aan te vragen in plaats van 25 vergunningen en toestemmingen die nodig waren op het gebied van natuur, milieu, bouwen en ruimte. Ook wel de omgevingsvergunning genoemd.
Haven- en industrieterrein Moerdijk, monitoringrapport 2010
20
De omgevingsvergunning is één geïntegreerde vergunning, die moet leiden tot: betere dienstverlening aan bedrijven en burgers; minder administratieve lasten voor bedrijven en burgers; kortere procedures; voorschriften die op elkaar zijn afgestemd. Er is één loket waarbij een aanvraag digitaal kan worden ingediend. Achter het loket wordt binnen en tussen overheden samengewerkt om te komen tot één besluit, zonder tegenstrijdige voorschriften. Er is één beroepsgang en één controlerende instantie die verantwoordelijk is voor de coördinatie van toezicht en handhaving. Gemeente Moerdijk werkt al een aantal jaren met één omgevingsloket. In tabel 3.17 zijn de in 2010 afgegeven vergunningen, wijzigingen en intrekkingen opgenomen voor zowel provincie Noord-Brabant, gemeente Moerdijk als Waterschap Brabantse Delta. De opgenomen aantallen van afgegeven vergunningen, zijn vergunningen die aangevraagd zijn volgens het oude systeem, voor 1 oktober 2010. Tabel 3.17: afgegeven vergunningen op het haven- en industrieterrein Moerdijk in 2010 2010
2007
2008
2009
2010
2007
2008
2009
2010
Waterschap
2009
Provincie
2008
Oprichtingsvergunning (Wm en waterwet) Revisievergunning Veranderingsvergunning Wijziging voorschriften op verzoek vergunninghouder Ambtshalve wijziging van de voorschriften Melding 8.19 Melding activiteitenbesluit (gedeeltelijk) intrekken van de vergunning Wm/ Wabo* Waterwet melding
Gemeente 2007
Soort
4 2 6
0 5 5
1 4 2
0 1 2
0 2 6 3
0 6 5 3
1 5 6 1
2 4 5 5
1 1 5
37 3 5
4 1 5 7
1 -
0 39 1
5 30 4
14 32 0
9 16
3
1
0
5
14 1
13 1
12 0
12 0
6 0
0
-
2
1 0
13 2
*Per 1 oktober 2010 is de Wm-vergunning met een aantal andere vergunningen de omgevingsvergunning geworden (Wabo).
Sinds de Waterwet van kracht is geworden (22 september 2009) zijn veel activiteiten die voorheen onder een Wvo-vergunning vielen, onder de Wm-vergunning komen te vallen. Het gaat hierbij om indirecte lozingen (lozingen op het riool). Voor deze lozingen heeft het waterschap een adviserende rol. Het waterschap heeft in 2010 13 adviezen uitgebracht voor haven- en industrieterrein Moerdijk. Voor directe lozingen (lozing op het oppervlaktewater/in de bodem) dient vanaf 15 december 2009 een vergunning ingevolge de waterwet te worden afgegeven. Voor het haven- en industrieterrein Moerdijk zijn in 2010 2 meldingen voor de Waterwet ingediend.
Toezicht
De bedrijven die op het haven- en industrieterrein Moerdijk zijn gevestigd, worden door de gemeente of provincie onder andere gecontroleerd op het naleven van de op hen van toepassing zijnde milieuvoorschriften. In de volgende tabel is het aantal controles voor het jaar 2010 opgenomen.
Haven- en industrieterrein Moerdijk, monitoringrapport 2010
21
Tabel 3.18: aantal controles 2010 naleving voorschriften Controle activiteitenbesluit Controle Wm-vergunning
Gemeente 222 107
Provincie 134
Controle activiteitenbesluit is voor de provincie niet van toepassing, aangezien dat de gemeente altijd het bevoegd gezag is bij bedrijven die onder het activiteitenbesluit vallen. Uit de gegevens blijkt dat er door de provincie en gemeente in 2010, 481 controlebezoeken zijn uitgevoerd om de milieuregels te controleren. Deze controles hebben bij 165 verschillende bedrijven plaatsgevonden. 3.14 Veiligheid BRZO-bedrijven Bedrijven, die door de hoeveelheid en aard van de aanwezige gevaarlijke stoffen een zwaar ongeval kunnen veroorzaken, vallen onder het Besluit Risico Zware Ongevallen (BRZO). In de volgende tabel is het aantal bedrijven opgenomen die onder het BRZO vallen. Hierbij is onderscheid gemaakt tussen bedrijven die onder het bevoegd gezag van de gemeente en provincie vallen. Tabel 3.19: BRZO-plichtige bedrijven op haven- en industrieterrein Moerdijk Type bedrijf
Aantal BRZO-bedrijven
Gemeentelijke bedrijven Provinciale bedrijven
Totaal
9 7
16
In de risicokaart (figuur 3.7) van de provincie Noord-Brabant is met de oranje vierkantjes aangegeven waar de BRZO-bedrijven zich bevinden. De risicokaart is digitaal beschikbaar via de website van de provincie (www.brabant.nl). Figuur 3.7: risicocontourenkaart van het haven- en industrieterrein Moerdijk
Hulpverleningsdiensten De brandweer en de Regionale Ambulancevoorziening (RAV) hebben informatie aangeleverd met betrekking tot het uitrukken van de hulpverleningsdiensten op haven- en industrieterrein Moerdijk. De RAV is sinds 2005 een zelfstandige Haven- en industrieterrein Moerdijk, monitoringrapport 2010
22
organisatie. De RAV Brabant Midden-West-Noord is onderverdeeld in 2 regio‟s, namelijk RAV West- en Midden-Brabant en RAV Noord-Brabant. In de gehele regio zijn 19 standplaatsen ingericht van waaruit 59 ambulances rijden. In de volgende tabellen is het aantal inzetten van hulpdiensten in 2010 opgenomen. Het gaat hier om het totaal aantal inzetten op het gehele terrein bij bijvoorbeeld bedrijfsongevallen, incidenten en verkeersongelukken. Tabel 3.20: inzet hulpdiensten op het haven- en industrieterrein Moerdijk 2010 Urgentie A1*
Urgentie A2*
Totaal
Urgentie A1*
Urgentie A2*
Totaal
Urgentie A1*
Urgentie A2*
Totaal
2010
Totaal
2009
Urgentie A2*
Aantal inzetten eerste hulp, geen vervoer Aantal inzetten vervoerd naar ziekenhuis
2008
Urgentie A1*
2007
11
6
17
20
7
27
13
5
8
20
9
29
44 15 59 27 19 46 24 12 36 40 55 21 76 47 26 73 37 17 44 60 * urgentie A1 betekent levensbedreigend (binnen 15 minuten op locatie aanwezig), urgentie A2 betekent niet levensbedreigend (binnen 30 minuten op locatie aanwezig).
19 28
59 88
Totaal inzetten in het gebied
Tabel 3.21: toelichting op de inzetten in 2010 Aantal inzetten eerste hulp, geen vervoer onwel wording verkeersongeval bedrijfsongeval overig TOTAAL Aantal inzetten vervoerd naar ziekenhuis onwel wording verkeersongeval bedrijfsongeval overig TOTAAL
A1
A2
4 4 11 1 20 A1 16 4 20 0 40
3 3 1 2 9 A2 4 4 9 2 19
totaal 7 7 12 3 29 totaal 20 8 29 2 59
Tabel 3.22: inzet brandweer op het haven- en industrieterrein Moerdijk 2010 Totaal aantal meldingen Loze OMS alarmeringen (meldingen van de brandmeldinstallaties) Loze meldingen Daadwerkelijk optreden voor binnen- en buitenbranden Daadwerkelijk optreden hulpverlening Percentage daadwerkelijk optreden tegenover meldingen
Eenheid Aantal
2006 133
2007 114
2008 115
2009 2010 144 122
Aantal Aantal
108
82
77
120
95 2
Aantal Aantal
12 13
16 16
26 12
17 7
18 7
%
19 %
28%
33%
17%
21 %
Uit de gegevens van de RAV blijkt dat zij in 2010 41 keer zijn uitgerukt om te assisteren bij een bedrijfsongeval. In de overige gevallen gaat het om andere incidenten, zoals bijvoorbeeld onwel wordingen of verkeersongevallen. Wat betreft de meldingen aan de brandweer, wordt dit jaar onderscheid gemaakt tussen Loze OMS alarmeringen en loze meldingen. Het verschil tussen een OMS alarmering en een loze melding is dat een OMS alarmering een automatische melding van de brandmeldinstallatie is. Een „loze melding‟, is een melding die een
Haven- en industrieterrein Moerdijk, monitoringrapport 2010
23
medewerker zelf heeft doorgegeven aan de brandweer. 21% van de meldingen heeft in 2010 geresulteerd in daadwerkelijk optreden. De 4 daadwerkelijke optredens zijn onder te verdelen in: 3 binnenbranden; 1 vrachtautobrand; 1 scheepsbrand; 2 industriële buitenbranden. De 7 daadwerkelijke hulpverleningen zijn onder te verdelen in: 2 waterongevallen; 3 ongevallen beknelling; 1 treinongeval; 1 industrieel ongeval.
Haven- en industrieterrein Moerdijk, monitoringrapport 2010
24
4. VERDUURZAMING VAN HET HAVEN- EN INDUSTRIETERREIN MOERDIJK Net als voorgaande jaren worden in dit hoofdstuk de laatste ontwikkelingen op het gebied van de verduurzaming van het haven- en industrieterrein Moerdijk gepresenteerd, namelijk: het opstellen van het nieuwe masterplan voor de periode 2011-2015; de stand van zaken van de verschillende projecten; sociale duurzaamheid, aan dit onderwerp is dit jaar extra aandacht besteed. Bij het haven- en industrieterrein Moerdijk staat verduurzaming al jaren hoog op de agenda. Om verduurzaming vorm te geven is de stuurgroep DHM (Duurzaam Havenen Industrieterrein Moerdijk) actief. DHM heeft in 2007 het Masterplan duurzaam haven- en industrieterrein Moerdijk opgesteld. Een aantal werkgroepen werkt aan het uitvoeren van ambities uit dit Masterplan. 4.1 Meerjarenprogramma DVM 2011-2015 Op 17 februari 2011 hebben het Havenschap Moerdijk, gemeente Moerdijk, Bedrijvenkring Industrieterrein Moerdijk (BIM), provincie Noord-Brabant, Waterschap Brabantse Delta en Rijkswaterstaat Zuid-Holland de intentieovereenkomst „Samen werken aan Duurzame Verbindingen Moerdijk 2011-2015‟ getekend. Deze intentieovereenkomst is een vervolg op de intentieovereenkomst voor het masterplan Duurzaam Haven- en industrieterrein Moerdijk (DHM) uit 2007 en het provinciale proeftuinproject Duurzame Verbindingen Moerdijk (DVM) uit 2009. Het einde van de looptijd van DHM en DVM was bereikt. De doelstellingen en ambities rondom het haven- en industrieterrein Moerdijk bleven voor de deelnemende partijen onveranderd van kracht. Besloten werd DVM en DHM te formeren in één stuurgroep. Met de ondertekening van de intentieovereenkomst is de nieuwe stuurgroep officieel van start gegaan. Het samenvoegen van beide organisaties biedt de mogelijkheid om de slagkracht te vergroten en ook activiteiten te ontplooien buiten haven- en industrieterrein Moerdijk. Speerpunten uit het meerjarenprogramma zijn: duurzame koppelingen: het sluiten van kringlopen en de symbiose voor nuttig gebruik van energie/warmte, water en reststromen, met als perspectief de realisatie van een utility centre en multicore ringleiding voor alle koppelingen, waardoor (in combinatie met een duurzame bedrijfsvoering) economische groei en milieudruk significant ontkoppeld worden; duurzame bedrijfsvoering: het toepassen van duurzame energie en realisatie van innovatieve productieprocessen binnen het individuele bedrijf, met als perspectief om dit ook leidend te laten zijn bij het aantrekken van nieuwe hoogwaardige bedrijvigheid; duurzame inrichting en ontsluiting: het stimuleren van multimodaal transport, collectief personenvervoer en gezamenlijke faciliteiten, met als perspectief het verminderen van de belasting door vervoer over de weg en een optimaal gebruik van de beschikbare ruimte/faciliteiten; sociale duurzaamheid: toename arbeidsparticipatie vanuit de omgeving, actieve en open communicatie naar omgeving en gedeelde voorzieningen, met als perspectief dat Moerdijk in harmonie met haar omgeving opereert conform de ISO 26000 richtlijnen voor Maatschappelijke Verantwoording van Organisaties.
Haven- en industrieterrein Moerdijk, monitoringrapport 2010
25
Afbeelding 4.1: ondertekening masterplan 2011-2015
4.2 Stand van zaken Duurzame Verbindingen Moerdijk Naar aanleiding van DVH en DHM zijn verschillende duurzaamheidsprojecten opgestart. Hieronder wordt kort de stand van zaken per project opgenomen. De projecten met betrekking tot sociale duurzaamheid komen in paragraaf 4.3 aan bod.
Project Energyweb Moerdijk
Uit onderzoek blijkt dat er op het haven- en industrieterrein Moerdijk veel reststromen aanwezig zijn en daarmee mogelijkheden voor het realiseren van koppelingen. Onderzocht wordt of het mogelijk is om een multicore ringleiding op het terrein aan te leggen voor de uitwisseling van reststromen. Het project Energy Web Moerdijk kent momenteel 4 deelprojecten: Cluster warmtenet Appelweg: realisatie van een warmtenet tussen de bedrijven Bewa (leverancier restwarmte), Bolsius en DCS (beiden gebruikers van restwarmte) aan de Appelweg in Moerdijk; Cluster Middenweg: uitwisseling van stoom, CO2 en restwarmte tussen diverse bedrijven aan de Middenweg; Cluster Vlasweg: levering van stoom en restwarmte van en naar bedrijven gelegen aan de Vlasweg; Cluster Westelijke Randweg: levering van stoom aan bestaande en nieuwe bedrijven aan de Westelijke Randweg. In figuur 4.1 zijn deze clusters aangegeven, met daarin het besparingspotentieel per cluster. Het warmtenet Appelweg is in 2009 in werking gesteld en momenteel wordt bezien of meerdere bedrijven op dit systeem kunnen worden aangesloten. Voor de verdere ontwikkeling van de deelprojecten is een exploitatiemaatschappij (Energie Combinatie Moerdijk) in oprichting, die de haalbaarheid van de deelprojecten in businesscases nader uitwerkt.
Haven- en industrieterrein Moerdijk, monitoringrapport 2010
26
Voor het cluster aan de Westelijke Randweg is inmiddels een haalbaarheidsonderzoek (businesscase) uitgewerkt. Hieruit blijkt dat voor de vastgestelde opzet en partijen het project economisch vooralsnog niet haalbaar is. Onderzocht gaat worden of het project in een andere vorm toch economisch interessant kan zijn. Het toekomstperspectief van dit project is het Grand Design: een ringleiding voor het gehele terrein gekoppeld aan een utilitycentre met regionale verbindingen naar bijvoorbeeld het te ontwikkelen kassencomplex Spiepolder (CO2 en restwarmte) en het toekomstige Logistiek Park Moerdijk (restwarmte). Figuur 4.1: Besparingspotentieel per cluster
* ae = aardgasequivalenten
Energy Utility Centre Moerdijk
Door Attero, Essent en Shell wordt onderzocht of het mogelijk is een gezamenlijk Utility Centre op te stellen voor het haven- en industrieterrein Moerdijk. Het project bevindt zich in de onderzoeksfase.
Spiepolder
Er is een eerste inventarisatie gedaan naar de economische en technische haalbaarheid. De provincie Noord-Brabant heeft subsidie verleend om dit nader te onderzoeken. Het onderzoek „Energieconcepten Spiepolder‟, wordt uitgevoerd door de Projectgroep Spiepolder. Het onderzoek moet meer helderheid geven over de mogelijke levering van restwarmte en CO2 vanuit het Havengebied Moerdijk aan de Spiepolder.
Duurzaam water Moerdijk
Ook in het nieuwe masterplan is „het optimaliseren van de waterketen (waaronder afvalwatersysteem) tegen laagst mogelijk maatschappelijke kosten‟ als doelstelling opgenomen. Afgelopen jaren is onderzoek uitgevoerd naar het optimaliseren van het watersysteem. Hieruit bleek dat er technische mogelijkheden zijn, deze zijn echter nog niet financieel haalbaar. In de toekomst zal gekeken worden naar initiatieven die wel economisch haalbaar zijn.
Haven- en industrieterrein Moerdijk, monitoringrapport 2010
27
Windturbines
Doel is het oprichten van een railwindpark op haven- en industrieterrein Moerdijk, met een geïnstalleerd vermogen van 30MWe. Deze windmolens moeten een hoeveelheid energie opwekken voor ongeveer 17.500 huishoudens. Het project is onderdeel van het Nuon investeringsprogramma 'Duurzame energie opwekking in Nederland' en zal bijdragen aan de nationale, provinciale en lokale doelstellingen, Hiermee kunnen bedrijven lokaal voorzien worden van groene stroom. Onderzocht wordt of de windmolens inpasbaar zijn op het terrein. Er wordt onder andere een veiligheidstudie uitgevoerd. Het opwekken van windenergie is een van de speerpunten van de provincie Noord-Brabant.
Koplopers
De bedrijven, verenigd in de Bedrijvenkring Industrieterrein Moerdijk, leveren hun bijdrage aan de verduurzaming van het terrein door het project Koplopers. Bedrijven die vooroplopen op het gebied van een duurzame bedrijfsvoering en maatschappelijke betrokkenheid kunnen zich laten certificeren als koploper. Een speciaal samengestelde onafhankelijke accreditatiecommissie beoordeelt of een bedrijf het predicaat koploper verdient. De koplopers hebben een voortrekkersrol en stimuleren andere bedrijven om hen te volgen in de verduurzaming van de bedrijfsvoering. Momenteel zijn er 7 bedrijven gecertificeerd, zie onderstaande tabel. Tabel 4.1: gecertificeerde bedrijven koploperschap Gecertificeerde bedrijven voor het koploperschap per 1 oktober 2011 N.V. Slibverwerking Noord-Brabant Drecht Coating Services BV Afvalstoffen Terminal Moerdijk B.V. Dr. W. Kolb Nederland B.V. Coatex B.V. Markland College Martens en Van Oord
Haven- en industrieterrein Moerdijk, monitoringrapport 2010
28
4.3
Sociale duurzaamheid op het haven- en industrieterrein Moerdijk
KAM platform
Uitwisselen van kennis en ervaringen op het gebied van kwaliteit, arbo, milieu en veiligheid; dat was het doel bij de oprichting van het platform KAM-coördinatoren Moerdijk in september 2008. Het bleek een succesvolle aanpak. Na een uitgebreide evaluatie besloot de Bedrijvenkring Industrieterrein Moerdijk (BIM) dit platform uit te breiden en te verbreden. KAM-manager Daniëlle Sijtsma van afvalinzamelaar en -verwerker Remondis Argentia is vanaf de start een trouwe bezoeker van de bijeenkomsten. Volgens haar voorziet het platform zeker in een behoefte: “Het is in de eerste plaats leuk om contact te hebben met „lotgenoten‟. Je zit anders toch maar op je eigen KAMeilandje. Doordat je op hetzelfde industrieterrein werkt en elkaar nu ontmoet, merk je dat je met dezelfde problematieken te maken hebt. Denk aan de wet- en regelgeving rondom Natura 2000, maar ook het effect van de brand bij Chemie Pack begin 2011. De bijeenkomsten zijn voor mij dan ook vooral interessant als de onderwerpen een directe link hebben met het terrein. Brandveiligheid of externe veiligheid zijn daar goede voorbeelden van.” Het zijn niet alleen de bedrijven die de bijeenkomsten bijwonen, ook vertegenwoordigers van overheden zijn regelmatig te gast bij het KAMcoördinatorenplatform. Zij zijn daar in de gelegenheid om informatie uit te wisselen of nieuwe werkwijzen toe te lichten. “Soms heb ik wel eens het gevoel dat zij in het hol van de leeuw komen, ze staan immers voor een zaal met kritische KAM-coördinatoren met heel veel kennis van zaken. Maar zo kunnen ze wel heel goed peilen of bijvoorbeeld een nieuwe werkwijze of communicatieplan gaat aanslaan. Het zijn uiteindelijk de mensen die er mee moeten gaan werken.” De groep KAM-coördinatoren is meestal te gast bij één van de deelnemende bedrijven: “Het is leuk om de sfeer te proeven van een bedrijf. Meestal is er geen tijd voor een heuse rondleiding, maar alleen al doordat je op het terrein komt, krijg je wel een indruk van een bedrijf. Daarnaast heeft het gastbedrijf altijd de gelegenheid om iets te vertellen over de organisatie”, vertelt Sijtsma. Nu het platform al een tijdje draait, weten de deelnemers elkaar ook buiten de bijeenkomsten te vinden. Sijtsma: “Er is echt een ervaringsuitwisseling op gang gekomen. Er worden tijdens de bijeenkomsten visitekaartjes uitgewisseld, in een aantal gevallen heb ik daadwerkelijk contact gehad over een gemeenschappelijk probleem. Op een gegeven moment moesten wij voor een „prefab-rookhok‟ een bouwvergunning aanvragen, daar verbaasden wij ons over. Als je dan eens informeert bij collega‟s, blijkt dat ook zij bouwvergunningen moesten aanvragen voor soortgelijke objecten.” Na een uitgebreide evaluatie heeft initiator BIM besloten om het KAMcoördinatorenplatform te verbreden. Sinds begin 2011 worden meer bijeenkomsten georganiseerd, voor een bredere groep. Ook de naam is daarop aangepast: BIM kennisplatform. Ook voor actuele onderwerpen rondom bijvoorbeeld Personeelsmanagement of BedrijfsHulpVerlening is nu ruimte. KAMmanager Daniëlle Sijtsma is er nog niet helemaal van overtuigd dat daar animo voor is: “Er zijn genoeg algemene bijeenkomsten. Onderwerpen zijn vooral interessant als het specifiek de bedrijven op het terrein raakt.
Haven- en industrieterrein Moerdijk, monitoringrapport 2010
29
Dus als het bijvoorbeeld gaat om werving van personeel voor het terrein zou het kunnen, maar mijn persoonlijke interesse ligt daar niet. Terwijl als ik denk aan wetgeving waarbij veranderingen consequenties kunnen hebben voor het hele terrein, is dat bij uitstek geschikt voor dit platform.”
De deelnamekosten voor het BIM kennis platform bedragen € 300,-- per jaar (exclusief BTW, vier tot zes bijeenkomsten). Voor dit bedrag kunnen één of meerdere personen per deelnemend bedrijf de BIM kennisplatform bijeenkomsten bijwonen. Voor meer informatie of opgave kunt u terecht bij BMD Advies Zuid-Nederland, secretariaat, telefoonnummer (013) 8000 300.
Haven- en industrieterrein Moerdijk, monitoringrapport 2010
30
Burenraad Moerdijk verbindende factor tussen bedrijven en streek
De Burenraad Moerdijk is in het leven geroepen om het wederzijds begrip tussen streek en bedrijfsleven te bevorderen. Naast een vertegenwoordiging van bedrijven op het haven- en industrieterrein Moerdijk nemen leden van dorps- en stadsraden deel aan het overleg. Bijzonder is dat dat zich niet beperkt tot de gemeente Moerdijk, maar dat ook de Zuid-Hollandse kern Strijen aan de overkant van het Hollands Diep in de Burenraad zitting heeft. De verbindende factor tussen bedrijven op het haven- en industrieterrein en omwonenden: dat is wat de Burenraad Moerdijk is. Al vele onderwerpen zijn besproken. Zo keek de Burenraad in de afgelopen jaren kritisch mee met de afhandeling van klachten. Boelhouwer van Wouwe, voorzitter van de Burenraad Moerdijk: “Er zijn natuurlijk meerdere autoriteiten waar de klachten thuishoren. Het is niet eenvoudig om die partijen op één lijn te krijgen. We dringen er als Burenraad op aan om klachten gecoördineerd in behandeling te nemen, zodat de indieners maar met één partij te maken hebben. Daarnaast is goede en zorgvuldige terugkoppeling naar zowel klachtindieners als bedrijven essentieel. Daar zou best wat meer schot in mogen komen.” In 2010 stonden ook de nachtelijke afsluiting van het bedrijventerrein en de infrastructuur op de agenda. “Er zijn eigenlijk maar twee toegangswegen naar het industrieterrein. Om die te omzeilen maken mensen misbruik van sluiproutes door sommige dorpen. Klundert en de kern Moerdijk bijvoorbeeld hebben daar veel last van,” zegt Van Wouwe. De Burenraad denkt al langer mee over de veiligheid op het terrein en de communicatie daarover. De aanpak van de brand bij Chemie-Pack begin 2011 werd dan ook nauwgezet gevolgd. “Vrijwel direct na de brand hebben wij waarnemend burgemeester Mans gevraagd om met de Burenraad te spreken over de toedracht, de ervaringen en de toekomst. Die suggestie heeft hij overgenomen en zelfs breder getrokken. Er staat nu een bewonersplatform met vertegenwoordigers uit alle Moerdijkse kernen, ook met omwonenden die geen zitting hebben in de Burenraad. Toen wij zagen dat de communicatie heel behoorlijk werd opgepakt, heeft de Burenraad zich teruggetrokken. Er zit wel een aantal leden van de Burenraad op persoonlijke titel in het bewonersplatform. Als er straks nieuwe initiatieven komen om de veiligheid op het terrein te verbeteren, vind ik dat de Burenraad daarbij weer betrokken moet worden. Niet om terug te blikken, wel om samen naar een goede aanpak te kijken.” In september 2011 houdt de Burenraad het eigen functioneren tegen het licht: “Met een enquête onder de dorps- en stadsraden en bedrijven willen we in de spiegel kijken. Levert de Burenraad een goede bijdrage, zijn er voldoende partijen vertegenwoordigd, of moet dat uitgebreid worden? Ik ben heel benieuwd naar de uitkomst. Ik denk zelf dat de Burenraad als communicatieplatform wel degelijk werkt, al zullen we er misschien niet 100% van de bevolking mee bereiken. Soms kunnen we eerder betrokken worden. Het is jammer dat wij pas geïnformeerd worden over bijvoorbeeld de vestiging van een bedrijf als de kogel al door de kerk is. Natuurlijk ligt de verantwoordelijkheid en de beslisbevoegdheid over de ontwikkeling van het terrein bij het Havenschap Moerdijk en bij de gemeente. Ik denk dat het voor iedereen goed is als „de streek‟ bij monde van de Burenraad er iets van kan vinden. De Burenraad moet dan wel beslagen ten ijs komen, want inspraak zonder inzicht leidt tot uitspraken zonder uitzicht. Daar is niemand mee gebaat”, zegt Van Wouwe. Haven- en industrieterrein Moerdijk, monitoringrapport 2010
31
De voorzitter van de Burenraad vindt dat niet alle belangen van het terrein even goed belicht worden: “We moeten niet vergeten dat op het terrein zo‟n 13.000 mensen werken. Milieu is belangrijk, maar goede werkgelegenheid is dat evenzeer. Het terrein is natuurlijk niet meer weg te denken uit de omgeving. Er zijn enorm veel toeleveranciers die er met hun broodwinning afhankelijk van zijn. Daarmee kun je als haven- en industrieterrein positief voor de dag komen.”
Voor meer informatie over de burenraad kunt u terecht op telefoonnummer (0168) 38 88 82 of via mail
[email protected] De carrièresite voor haven- en industrieterrein Moerdijk is online bereikbaar via www.Moerdijk.watertalent.nl
Haven- en industrieterrein Moerdijk, monitoringrapport 2010
32
Benaderen arbeidsmarkt
Voor havenbedrijven en bedrijven uit de chemie- en procesindustriesector is het moeilijk om aan goed personeel te komen. Om hen daarbij een handje te helpen, werd in het kader van het proeftuinproject Duurzame Verbindingen Moerdijk (DVM) in 2010 een „Bedrijvenroute‟ georganiseerd. Bedrijven op het haven- en industrieterrein Moerdijk willen graag in contact blijven met verschillende groepen mensen en organisaties; een sociale duurzame verbinding aangaan. Om hen te informeren over ontwikkelingen op het terrein, maar ook omdat veel (toekomstige) werknemers in de directe omgeving van het haven- en industrieterrein wonen. Het is voor deze bedrijven, zoals voor veel bedrijven uit de chemie- en procesindustrie, echter niet eenvoudig om toekomstige werknemers te interesseren voor het vak. Daarom zoeken zij naar manieren om deze groep zo vroeg mogelijk aan te spreken. Dat begint al bij de basisschoolleeftijd, maar het is natuurlijk ook van groot belang om middelbare scholieren die voor een studiekeuze staan, te bereiken. In het kader van het proeftuinproject Duurzame Verbindingen rees in 2010 de vraag hoe aan sociale duurzaamheid vorm gegeven kan worden. De verschillende DVM-partijen sloegen de handen ineen en organiseerden een programma voor leerlingen. Kartrekker Miriam Melisse van het Havenschap Moerdijk: “Voor veertig basisschoolkinderen was er een uitgebreid programma. Ze konden zo op een speelse manier leren wat het ondernemersvak inhoudt en een kijkje nemen in de keuken van verschillende bedrijven. Scholieren van middelbaar onderwijs volgden gastcolleges en deden een „snuffelstage‟ bij verschillende bedrijven. De leerlingen waren enorm enthousiast.” De activiteiten werden georganiseerd rond de Dag van de Duurzaamheid, 11 november 2010. Om buiten de scholieren ook andere doelgroepen kennis te laten maken met de bedrijvigheid op het terrein, werd een Bedrijvenroute voor werkzoekenden en omwonenden uitgestippeld: “In samenwerking met de gemeente Moerdijk zijn werkzoekenden uitgenodigd om een banenmarkt hier bij het Havenschap te bezoeken, waar zij direct in contact konden komen met verschillende bedrijven. Aansluitend kon een aantal bedrijven worden bezocht door zowel werkzoekenden als andere belangstellenden. De bedrijven konden iets van het productieproces laten zien en vertellen hoe duurzaamheid en maatschappelijk verantwoord ondernemen opgepakt wordt. Uiteraard was er ook veel aandacht voor de verschillende banen en de opleidingen die daarvoor nodig zijn,” vertelt Melisse enthousiast.
Haven- en industrieterrein Moerdijk, monitoringrapport 2010
33
De Bedrijvenroute 2010 diende als pilot. Was het Havenschap in 2010 de initiatiefnemer van de Bedrijvenroute, in de toekomst zullen de bedrijven en de gemeente Moerdijk het stokje moeten overnemen. Dat is ook wat is afgesproken binnen het meerjarenakkoord Duurzame Verbindingen Moerdijk. “Dat hoeft uiteraard niet op dezelfde wijze te gebeuren. Met name de fysieke banenmarkt past denk ik niet helemaal meer in deze tijd. Na de Bedrijvenroute is versneld een carrièresite specifiek voor het haven- en industrieterrein gelanceerd. Deze wordt gefaciliteerd door Watertalent, een organisatie die zich specifiek richt op haventerreinen. Deze virtuele banenmarkt sluit denk ik beter aan op het nu.” De site is sinds begin 2011 actief en na een half jaar hebben zo‟n 15 bedrijven er vacatures op staan, tot tevredenheid van Miriam Melisse: “Het moet groeien, bedrijven en werkzoekenden moeten het ontdekken. Het Havenschap heeft zelf ook vacatures geplaatst en via deze site zijn er heel goede reacties gekomen. Ik denk dat die gerichte aanpak zeker gaat werken.”
De carrièresite voor haven- en industrieterrein Moerdijk is online bereikbaar via www.Moerdijk.watertalent.nl
Haven- en industrieterrein Moerdijk, monitoringrapport 2010
34
Verbeteren mobiliteit
Het haven- en industrieterrein Moerdijk ligt geïsoleerd als het gaat om openbaar vervoer. De dichtstbijzijnde ns-stations liggen in kernen van Zevenbergen en Lage Zwaluwe, zo‟n 6 km van het industrieterrein. Een openbare bus rijdt (nog) niet naar het terrein. Voor de meeste werknemers is dat geen enkel probleem; zij zijn sinds jaar en dag gewend om met de auto te komen. Voor stagiaires of potentiële werknemers zonder auto is het ontbreken van alternatieven echter een onoverkomelijke hindernis. Verkeer en Vervoer is een aandachtspunt voor provincie Noord-Brabant. Er wordt geïnvesteerd in verbetering van doorstroming, voorkomen van dichtslibben en veiliger verkeer. Daarnaast worden er oplossingen gezocht voor meer individuele vraagstukken van bedrijven of terreinen zoals bij het haven- in industrieterrein Moerdijk. Nathan Hooghof is beleidsmedewerker mobiliteitsmanagement bij provincie Noord-Brabant. Samen met Karen van den Ouweland van gemeente Moerdijk is hij betrokken bij het project mobiliteitsmanagement op het haven- en industrieterrein Moerdijk. Hooghof: “Op het terrein was men al langer bezig met het efficiënter inrichten van het goederenvervoer. Via een collega kwam de vraag om in het kader van Duurzame Verbindingen Moerdijk mee te denken over het personenvervoer. Dat heeft geresulteerd in een project mobiliteit, dat met ondersteuning van BRAMM (BRAbant MobiliteitsManagement - een initiatief van provincie Noord-Brabant, Samenwerkingsverband regio Eindhoven, Kamer van Koophandel Brabant, Brabants Zeeuwse Werkgeversvereniging en BrabantStad) is opgezet”. Om de urgentie van het probleem te achterhalen en te zoeken naar de juiste oplossingen, zijn er interviews met bedrijven gehouden. Juist omdat op het terrein naast de grote jongens ook heel veel relatief kleine bedrijven gevestigd zijn, is het niet eenvoudig om met een voorstel te komen dat past bij alle bedrijven. Ook bleek uit de gesprekken dat de meeste bedrijven de bereikbaarheid niet echt als een probleem voor zichzelf zagen. Hooghof: “Het terrein is per auto goed bereikbaar, de huidige werknemers zijn gewend aan de eigen auto en zullen daarin ook niet snel veranderen. Ondertussen krijgen de bedrijven wel steeds meer moeite om arbeidskrachten aan te trekken. Dat de moeizame bereikbaarheid van het terrein in de concurrentieslag om nieuwe werknemers een minpunt is, komt langzaamaan een beetje tussen de oren.” Bij bereikbaarheid van een gebied gaan de eerste gedachten vaak uit naar een busdienst. Omdat het gebied te uitgestrekt is, is dat voor het haven- en industrieterrein geen efficiënte oplossing. Daarom zoekt BRAMM naar kleinschaliger oplossingen en zijn er sinds juni een aantal elektrische fietsen ter beschikking gesteld bij de ns-stations van Zevenbergen en Lage Zwaluwe. Bij sollicitatieprocedures kan daarmee aan potentiële werknemers een alternatief geboden worden. “De e-bikes zijn een begin. Er is een klein groepje bedrijven dat daadwerkelijk met die mobiliteit aan de slag is gegaan. Wij hopen dat deze bedrijven het succes weten uit te stralen naar collega-bedrijven, die nu nog wat afwachtend zijn. Als het draagvlak groter is, kunnen de bedrijven samen groeien naar een breder uitgezet plan.
Haven- en industrieterrein Moerdijk, monitoringrapport 2010
35
Je kunt dan denken aan carpooldiensten, maar ook aan gezamenlijke inkoop van e-bikes. BRAMM heeft verschillende manieren om individuele bedrijven of bedrijvenclusters te ondersteunen. De provincie en gemeente Moerdijk houden een stimulerende rol. Wij zijn altijd bereid om samen naar nieuwe vervoersalternatieven te zoeken”, zegt Hooghof.
Meer informatie over het Verkeers- en vervoersbeleid van provincie NoordBrabant is te vinden op www.brabant.nl, dossier Verkeers- en vervoersbeleid. Over de successen die BRAMM heeft behaald, kunt u lezen op www.bramm.nl.
Haven- en industrieterrein Moerdijk, monitoringrapport 2010
36
BIJLAGE 1: AFKORTINGEN AMvB
Algemene Maatregel van Bestuur
BIM
Bedrijvenkring Industrieterrein Moerdijk
BEVI
Besluit Externe Veiligheid Inrichtingen
BRAMM
BRAbant MobiliteitsManagement
BRZO
Besluit Risico Zware Ongevallen
CO
Koolstofmonoxide
CO2
Koolstofdioxide
DHM
Duurzaam Haven- en Industrieterrein Moerdijk is sinds 2006 het samenwerkingsverband tussen Bedrijvenkring Industrieterrein Moerdijk (BIM), Havenschap Moerdijk, gemeente Moerdijk, provincie NoordBrabant, Rijkswaterstaat Zuid-Holland en Waterschap Brabantse Delta. Initieert samenwerkingsacties op het haven- en industrieterrein Moerdijk
DVM
Duurzame Verbindingen Moerdijk
e-MJV
Elektronisch Milieujaarverslag
GGD
Geestelijke Gezondheidsdienst
GJ
Giga Joule
KAM
Kwaliteit, Arbo en Milieu
KWh
Kilo Wattuur = 1.000 Wattuur
M.E.R.
Milieu Effect Rapportage
MJ
Megajoule = 1.000.000 Joule
MW
Mega Watt = 1.000.000 Watt
NBW
Natuurbeschermingswet
NO2
Stikstofdioxide
NOx
Stikstofoxide
OMS
Openbaar meldsysteem
PBZO
Preventiebeleid zware ongevallen
PM10
Fijn stof
RAV
Regionale Ambulancevoorziening
RIVM
Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu
RMD
Regionale Milieudienst
SO2
Zwaveldioxide
TJ
Terajoule 1*1012 joule
Haven- en industrieterrein Moerdijk, monitoringrapport 2010
37
v.e.
Vervuilingseenheid, eenheid om de vervuiling van geloosd afvalwater vast te stellen
VOS
Vluchtige Organische stoffen
VR
Veiligheid rapport
VROM
Ministerie van Volkshuisvesting Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer
Werkgroep
Werkgroep die functioneert onder DHM met als doel het verbeteren van
milieuklachten het klachtenproces op haven- en industrieterrein Moerdijk. Hierin hebben gemeente, RMD, provincie, havenschap, BIM, burenraad en GGD zitting. Wabo
Wet algemene bepalingen omgevingsrecht
WKK
Warmte Kracht Koppeling
Wm
Wet milieubeheer
Wvo
Wet verontreiniging oppervlaktewateren
Haven- en industrieterrein Moerdijk, monitoringrapport 2010
38
BIJLAGE 2: SAMENSTELLING WERKGROEP MONITORING Samenstelling Werkgroep Monitoring: Chantal Goos Oskar van den Berg Ad van den Elshout Nathalie Damen Gerard Mei Pim Neefjes Erik van Aarle Jacco Rentrop Frank Verwijmeren
Gemeente Moerdijk ATM/BIM Waterschap Brabantse Delta BMD Advies Zuid-Nederland Shell/BIM Rijkswaterstaat Provincie Noord-Brabant Havenschap Moerdijk Brabant Water
Haven- en industrieterrein Moerdijk, monitoringrapport 2010
(0168) 37 36 00 (0168) 38 92 89 (076) 564 15 93 (013) 800 03 00 (0168) 35 55 25 (010) 402 64 34 (073) 680 81 78 (0168) 38 88 79 (073) 683 83 74
39