Monitoring asielzoekers, subsidiair beschermden
erkende
vluchtelingen
en
November 2015
Inhoudstafel 1. Asielaanvragen en beschermingsgraad op 30/11/2015.................................................................. 3 a. Aantal asielaanvragen ................................................................................................................. 3 b. Beschermingsgraad ..................................................................................................................... 7 2. Asielzoekers in het opvangnetwerk op 31/10/2015 ....................................................................... 9 2.1. Opvangplaatsen ........................................................................................................................ 9 2.2. Asielzoekers in Vlaanderen en Brussel: persoonskenmerken ................................................ 11 a. Nationaliteit ........................................................................................................................... 11 b. Leeftijd en geslacht................................................................................................................ 12 c. Gezinssituatie......................................................................................................................... 15 d. Overzicht per opvangcentrum in Vlaanderen en Brussel ...................................................... 16 3. Recente instroom van asielzoekers, erkende vluchtelingen en subsidiair beschermden............. 17
Nota in het kader van de coördinatieopdracht Agentschap Integratie en Inburgering
Bronnen Voor deze nota maken we gebruik van drie verschillende databronnen: 1. De statistieken van het Commissariaat-generaal voor de Vluchtelingen en de Staatlozen (CGVS) Het gaat om: - de asielaanvragen: het aantal meerderjarigen én het aantal niet-begeleide minderjarigen dat een asielaanvraag indiende. Begeleide minderjarigen zijn niet opgenomen in de cijfers. - de beslissingen in asieldossiers: het aantal meerderjarigen en niet-begeleide minderjarigen waarvoor het CGVS een beslissing nam in het asieldossier. De beslissing van het CGVS heeft drie mogelijke uitkomsten: de erkenning als vluchteling de toekenning van de subsidiaire beschermingsstatus of de weigering van één van beide verblijfsstatuten Na de procedure bij het CGVS kan de asielzoeker nog een beroep indienen bij de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen (RvV). Die heeft volle rechtsmacht en kan de asielzoeker opnieuw beide verblijfsstatuten toekennen of weigeren.
2. Een databestand van Fedasil Fedasil is de federale instantie die instaat voor de opvang van asielzoekers tijdens hun procedure. Asielzoekers hebben tijdens de hele procedure1 recht op materiële opvang. Asielzoekers die van dat recht op materiële hulp gebruik willen maken, kunnen hun woonplaats niet vrij kiezen. De gegevens van Fedasil geven de beste indicatie van de woonplaats van de asielzoekers. Bovendien leveren ze ons informatie die cruciaal is voor het Vlaamse beleid, zoals leeftijd of gezinssituatie2. Het databestand bevat informatie over: - de personen die op 31/10/2015 in een opvangstructuur verbleven: we houden rekening met alle personen, ongeacht het aantal maanden dat zij in de opvang verblijven. Het bestand bevat gegevens over opvangplaats, nationaliteit, leeftijd en gezinssituatie. 3. De Kruispuntbank Inburgering
1
Asielzoekers die een meervoudige (tweede, derde…) aanvraag indienen, hebben geen recht op opvang tot aan de inoverwegingneming van het dossier door het CGVS. De Opvangwet van 12 januari 2007 bepaalt de voorwaarden voor de opvang. Voor gedetailleerde informatie m.b.t. het recht op opvang verwijzen we naar www.vreemdelingenrecht.be. 2 De data betreffen het effectieve aantal personen in opvang. Personen met een meervoudige aanvraag kunnen hierin opgenomen zijn (zie noot hierboven). Ook personen waarvan het dossier door de Dienst Vreemdelingenzaken (DVZ) niet doorgegeven wordt aan het CCVS voor verder onderzoek (Dublin-procedure of technische weigering) kunnen in de opvangstructuren opgenomen zijn: de opvangaanvraag volgt immers meteen op de asielaanvraag, terwijl het onderzoek van DVZ nog tijd in beslag neemt. Personen die geen opvang wensen, zijn niet opgenomen in het databestand. Personen die wel een aanvraag indienden, maar niet arriveerden in de opvangstructuur (no-shows) evenmin. Asielzoekers die een verblijfsstatus van erkend vluchteling of subsidiaire bescherming toegekend krijgen, hebben nadien nog twee maanden recht op opvang met het oog op hun integratie. Zij zijn ook opgenomen in de cijfers van Fedasil.
Pagina 1 van 20
De Kruispuntbank krijgt gegevens uit het Rijksregister over nieuwkomers die doelgroep zijn van het inburgeringsbeleid. Voor erkende vluchtelingen en subsidiair beschermden gebeurt dat de maand die volgt op de toekenning van hun verblijfsstatus. Voor asielzoekers ontvangt de Kruispuntbank Inburgering de gegevens wanneer zij vier maanden in procedure zijn. De drie databronnen zijn dus onderling niet vergelijkbaar. Toch geven ze samen een onderbouwd breedbeeld van de huidige situatie. In deze nota verwerken we sommige gegevens anders dan in de vorige nota van oktober 2015. De reden daarvoor is dat de ruwe datasets waarop we onze in deze nota baseren anders gestructureerd zijn. Overzicht van de belangrijkste wijzigingen in vergelijking met de vorige nota: - Berekeningswijze prognose aantal asielaanvragen: in de vorige nota gingen we voor de prognose uit van een jaargemiddelde. In deze nota houden we rekening met de daling van het aantal asielaanvragen in de maand november ten opzichte van de maand oktober, in plaats van met een jaargemiddelde zoals in de vorige nota. We vermoeden dat de toekomstige instroom van asielzoekers beïnvloed zal worden door de recente evoluties: bijvoorbeeld beleidsmaatregelen en de situatie in het land van herkomst. -
Aantal personen in opvang: in de vorige nota legden we de focus op de personen die recent in de opvangstructuren terechtkwamen, om zo de recente instroom te kunnen kaderen. In de huidige nota verleggen we de focus naar alle personen die in de opvang verblijven.
Als bijlage bij deze nota vindt u een excel-bestand met per opvangcentrum in Vlaanderen en Brussel met een overzicht van nationaliteit, leeftijd, geslacht en gezinssituatie van de opgevangen personen.
Pagina 2 van 20
1. Asielaanvragen en beschermingsgraad op 30/11/2015 a. Aantal asielaanvragen Sinds 1 januari 2015 werden 31.275 asielaanvragen ingediend in België.3 Van mei tot en met september noteren we een stijging in het aantal aanvragen. In oktober en november daalt het aantal aanvragen licht ten opzichte van september.4 Als we deze cijfers doortrekken tot het einde van het jaar, komen we op 35.122 asielaanvragen5. Dat is een niet onbelangrijke piek vergeleken met de vorige jaren. Figuur 1. Evolutie aantal asielaanvragen 1981-2015 (incl. prognose voor 2015)
45,000 40,000 35,000 30,000 25,000 20,000 15,000 10,000 5,000 1981 1983 1985 1987 1989 1991 1993 1995 1997 1999 2001 2003 2005 2007 2009 2011 2013 2015 BRON: Commissariaat-generaal voor de Vluchtelingen en de Staatlozen: asielstatistieken; bewerking Agentschap Integratie en Inburgering
3
Commissariaat-generaal voor de Vluchtelingen en de Staatlozen, asielstatistieken oktober 2015, http://www.cgvs.be/sites/default/files/asielstatistieken_oktober_2015.pdf 4 Met ‘meervoudige aanvraag’ bedoelt men een asielzoeker die zijn aanvraag voor een tweede of derde (of meerdere) keer indient, in principe op basis van nieuwe elementen in het dossier. Deze asielzoekers hebben niet zonder meer recht op opvang, zie ook www.vreemdelingenrecht.be 5 Premissen: daling enkelvoudige aanvragen tussen oktober en november (-8,7%) zet zich door in december. Prognose meervoudige aanvragen: voor december wordt de waarde van november hernomen.
Pagina 3 van 20
Het geschatte aantal asielaanvragen voor 2015 overtreft ruim het aantal aanvragen uit 2011, maar niet het aantal uit het recordjaar 2000. Belangrijk verschil met 2000 is echter dat het aantal positieve beslissingen in verhouding veel groter is (zie ook verder). Bekijken we het aantal aanvragen sinds begin januari 2015, dan zien we een globale stijging sinds de maand mei 2015, met een record aantal aanvragen in september. In oktober en vervolgens nogmaals in november daalde het aantal aanvragen licht. Figuur 2. Asielaanvragen, januari – november 2015, prognose tot en met december 2015
6,000 346 5,000 372
306
146
4,000
146
3,000
345 403
2,000 354 1,000
388
396
427
405
925
815
921
884
1,354
5,166 4,315
4,438
4,053
3,701
2,630 1,886
-
enkelvoudige aanvragen
meervoudige aanvragen
BRON: Commissariaat-generaal voor de Vluchtelingen en de Staatlozen: asielstatistieken; bewerking Agentschap Integratie en Inburgering
De globale stijging van het aantal aanvragen sinds mei is voornamelijk te verklaren door de stijging van het aantal aanvragen uit Irak, Syrië en Afghanistan. De daling in oktober en november verbergt grote interne verschuivingen per nationaliteit: het aantal aanvragen van Irakezen daalde sterk, terwijl het aantal aanvragen van Afghanen sterk steeg. De aanvragen van Syriërs (het land met het grootst aantal aanvragen in oktober) bleven in oktober stabiel maar daalden in november.
Pagina 4 van 20
Figuur 3. Asielaanvragen naar nationaliteit aanvrager, januari – november 2015
2,500
2,000
1,500
Astitel
Irak Syrië Afghanistan
1,000
Somalië andere 500
0
BRON: Commissariaat-generaal voor de Vluchtelingen en de Staatlozen: asielstatistieken; bewerking Agentschap Integratie en Inburgering
Tot slot is ook het aantal aanvragen van niet-begeleide minderjarige vreemdelingen sterk toegenomen in 2015: tot en met november werden 2.370 aanvragen ingediend, 7,6 procent van het totaal aantal aanvragen. Na elf maanden is het vorige recordjaar 2011 al veruit overschreden.
Pagina 5 van 20
Figuur 4. Asielaanvragen van niet-begeleide minderjarige vreemdelingen (2006-2015)
2,500
2,370
2,000
1,500
1,385
1,000
981
896 711
500
384
435
470
423
486
tot en met november
0 2006
2007
2008
2009
2010
2011
2012
2013
2014
2015
BRON: Commissariaat-generaal voor de Vluchtelingen en de Staatlozen: asielstatistieken; bewerking Agentschap Integratie en Inburgering
De aanvragen van de niet-begeleide minderjarige vreemdelingen volgen in 2015 niet hetzelfde verloop als het totaal aantal aanvragen, in die zin dat er geen sprake is van een daling na september, integendeel: oktober en november laten een sterke stijging zien. Volgende figuur toont het aantal aanvragen van niet-begeleide minderjarige vreemdelingen sinds januari 2015. Bij de interpretatie van deze grafiek is enige nuancering nodig: de cijfers over de niet-begeleide minderjarige vreemdelingen worden elke maand bijgesteld, omdat van een aantal aanvragers blijkt dat zij toch meerderjarig zijn. Het is dus waarschijnlijk dat het hoge cijfer van november 2015 (765 aanvragen) in een volgend rapport van het CGVS lager is. Om die reden wagen we ons niet aan een prognose. Toch valt op dat het aantal aanvragen van niet-begeleide minderjarige vreemdelingen doorheen het jaar blijft stijgen. Voorlopig verwachten we daarom geen daling. Deze aanhoudende stijging van het aantal nietbegeleide minderjarige vreemdelingen houdt verband met de stijging van het aantal aanvragen uit Afghanistan: de grote meerderheid (58,1 procent in 2015) van de niet-begeleide minderjarigen komt uit dat land.
Pagina 6 van 20
Figuur 5. Asielaanvragen van niet-begeleide minderjarige vreemdelingen, januari – november 2015
900 765
800 700 600 489
500 400
356
300 181
200 100
53
43
79 36
216
117
35
0
BRON: Commissariaat-generaal voor de Vluchtelingen en de Staatlozen: asielstatistieken; bewerking Agentschap Integratie en Inburgering
b. Beschermingsgraad Asielzoekers kunnen na de eerste procedure bij het CGVS een erkenning krijgen als vluchteling, volgens de definitie van de Conventie van Genève, of een zgn. subsidiaire bescherming6. Beide verblijfsstatuten zijn gelijkaardig wat rechten en plichten in de maatschappij betreft (wonen, werken, onderwijs, inburgering,…)7.
6
Subsidiaire bescherming kan men verkrijgen als men bij terugkeer een reëel risico loopt op ernstige schade, bijvoorbeeld door een gewapend conflict. Zie ook www.vreemdelingenrecht.be voor het onderscheid tussen beide statuten. 7 Subsidiaire bescherming is een tijdelijk verblijfsstatuut, dat automatisch verlengd wordt tenzij het CGVS de bescherming intrekt. Na vijf jaar wordt het verblijf automatisch omgezet in een verblijf van onbepaalde duur. Subsidiair beschermden hebben, in tegenstelling tot erkende vluchtelingen, geen recht op maatschappelijke integratie bij een OCMW (leefloon). Het verblijfsstatuut van subsidiaire bescherming geeft wel recht op de maatschappelijke dienstverlening bij een OCMW, als ook aan de andere voorwaarden voldaan is (bijvoorbeeld behoeftigheid). De maatschappelijke dienstverlening kan financiële steun omvatten, maar ook sociale tewerkstelling. Erkende vluchtelingen komen ook in aanmerking voor maatschappelijke dienstverlening. Zie ook www.vreemdelingenrecht.be voor meer informatie.
Pagina 7 van 20
Met beschermingsgraad bedoelen we het aantal positieve beslissingen (erkenning als vluchteling of subsidiaire bescherming) ten opzichte van het aantal beslissingen ten gronde8. Het gaat steeds om de dossiers bij het CGVS. Asielzoekers kunnen na een weigering nog een beroep indienen bij de RvV. Voor de periode januari – oktober 2015 ligt die beschermingsgraad op 59,4%. Dat is hoger dan in voorgaande jaren, zoals volgende figuur aantoont. Vooral het aandeel erkenningen als vluchteling stijgt sterk: van 15,4% in 2012 naar 49,4% in 2015. Figuur 6. Beslissingen Commissariaat-generaal voor de Vluchtelingen en de Staatlozen, 2012-2015
erkenning
subsidiaire bescherming
weigering
40.6% 53.2% 77.6%
72.9% 10.0% 10.2%
7.0%
49.4%
10.7%
15.4%
16.4%
2012
2013
36.6% tot en met november
2014
2015
BRON: Commissariaat-generaal voor de Vluchtelingen en de Staatlozen: asielstatistieken; bewerking Agentschap Integratie en Inburgering
De verschillen tussen de nationaliteiten zijn groot. Van de Syrische asielzoekers wordt meer dan negen op tien asielzoekers erkend als vluchteling. Opvallend is dat Irakezen, Afghanen en Somaliërs minder vaak erkend worden als vluchteling. Zij verkrijgen wel vaak de subsidiaire beschermingsstatus.
8
Het gaat om het aantal dossiers dat in een maand behandeld wordt door CGVS, niet om het aantal personen dat een aanvraag indiende.
Pagina 8 van 20
Figuur 7: Asieldossiers naar nationaliteit en beslissing CGVS, periode januari – november 2015
Nationaliteit
erkenning als vluchteling
Syrië Irak Afghanistan Somalië Andere nationaliteiten9 Gemiddelde
subsidiaire bescherming 90,3% 47,1% 40,3% 33,0% 39,6% 49,4%
7,3% 28,8% 37,7% 48,9% 2,0% 10,0%
Weigering
2,5% 24,1% 22,0% 18,1% 58,4% 40,6%
aantal dossiers dd september 2015 2.217 941 940 503 7224 11.825
BRON: Commissariaat-generaal voor de Vluchtelingen en de Staatlozen: asielstatistieken; bewerking Agentschap Integratie en Inburgering
2. Asielzoekers in het opvangnetwerk op 31/10/2015 2.1. Opvangplaatsen Op 30 september 2015 telde het opvangnetwerk 20.416 personen in opvang. Van hen bevond 41% zich in het Vlaams Gewest en 6% in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Voor 6% (1.173 personen) van de asielzoekers in opvang kunnen we de woonplaats niet bepalen. Het gaat om de asielzoekers die opgevangen worden door Vluchtelingenwerk Vlaanderen (VWV) en Coordination et Initiatives pour Réfugiés et Étrangers (Ciré)10. Op 31 oktober 2015 is het aantal personen in het opvangnetwerk gestegen tot 23.388 personen. Van hen bevond 47,12% zich in het Vlaams Gewest en 7,41% in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Figuur 8: Asielzoekers in het opvangnetwerk op 31/10/2015 naar Gewest
Regio Brussel Vlaanderen Wallonie Eindtotaal
# personen in % personen in opvang opvang 1.733 7,41% 11.020 47,12% 10.635 45,47% 23.388 100,00%
Bron: Fedasil
9
Noot: van de 539 behandelde asieldossiers van personen uit Eritrea, werden er 504 erkend als vluchteling, ofwel 93,5%. We hebben geen cijfers over de subsidiaire bescherming. Daarom is deze nationaliteit niet opgenomen in de tabel. 10
Van Vluchtelingenwerk Vlaanderen weten we uit de vorige twee nota’s dat het merendeel van hun opvangplaatsen zich bevindt in Vlaanderen, en een deel in Brussel. Ciré werkt dan weer voornamelijk in Wallonië en Brussel.
Pagina 9 van 20
Als we dit bekijken per regio in Vlaanderen en Brussel, rekening houdend met het type opvang, komen we tot volgend beeld: Figuur 9: Asielzoekers in het opvangnetwerk op 31/10/2015 naar regio en opvangtype
Regio Brussel Totaal Brussel Vlaanderen
Provincie Brussel
collectief individueel Eindtotaal 1.277 456 1.733 1.277 456 1.733 Antwerpen (excl. Stad Antwerpen) 1.907 1.528 3.435 Stad Antwerpen 237 70 307 Limburg 1.969 557 2.526 Oost-Vlaanderen (excl. Stad Gent) 668 828 1.496 Stad Gent 0 72 72 Vlaams-Brabant 435 555 990 West-Vlaanderen 1.266 928 2.194 Totaal Vlaanderen 6.482 4.538 11.020 Eindtotaal 7.759 4.994 12.753 Bron: Fedasil
Figuur 10: Asielzoekers in het opvangnetwerk op 31/10/2015 naar regio en opvangtype (2)
Asielzoekers in het opvangnetwerk op 31/10/2015 naar regio en type West-Vlaanderen Vlaams-Brabant Stad Gent Oost-Vlaanderen (excl. Stad Gent) Limburg Stad Antwerpen Antwerpen (excl. Stad Antwerpen) Brussel 0
500
1,000
Eindtotaal
1,500
individueel
Bron: Fedasil
Pagina 10 van 20
2,000
collectief
2,500
3,000
3,500
2.2. Asielzoekers in Vlaanderen en Brussel: persoonskenmerken In wat volgt omschrijven we de kenmerken van de populatie opgevangen asielzoekers, voor het Vlaams Gewest en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. a. Nationaliteit De vier belangrijkste nationaliteiten van de asielzoekers in het opvangnetwerk van het Vlaams en Brussels Gewest blijven Irak (27,66% van het aantal opgevangen asielzoekers), Syrië (21,27%), Afghanistan (12,98%) en Somalië (5,38%). Figuur 11: Asielzoekers in het opvangnetwerk op 31/10/2015 naar nationaliteit
Nationaliteit Eindtotaal Eindtotaal Pakistan 1,04% 132 Iran 1,08% 138 Kosovo 1,30% 166 Congo DR (Kinshasa) 1,42% 181 Oekraïne 1,59% 203 Onbekend 1,62% 207 Albanië 1,90% 242 Guinee 1,96% 250 Eritrea 2,31% 295 Rusland (incl. Tsjetsjenië) 2,47% 315 Onbepaald 2,80% 357 Somalië 5,38% 686 Afghanistan 12,98% 1.655 Syrië 21,27% 2.713 Irak 27,66% 3.528 Andere 13,21% 1.685 TOTAAL 100% 12.753 Bron: Fedasil
Pagina 11 van 20
Figuur 12: Asielzoekers in het opvangnetwerk op 31/10/2015 naar nationaliteit (2)
Top 15 Asielzoekers in het opvangnetwerk op 31/10/2015 naar nationaliteit 1.04%
1.30% 1.42% 1.08% 1.59%
1.62% 1.90%
1.96% 2.47%
13.21%
2.31%
2.80%
5.38%
27.66%
12.98% 21.27%
Pakistan Oekraïne Eritrea Afghanistan
Iran Onbekend Rusland (incl. Tsjetsjenië) Syrië
Kosovo Albanië Onbepaald Irak
Congo DR (Kinshasa) Guinee Somalië Andere
Bron: Fedasil
b. Leeftijd en geslacht Van het totaal aantal opgevangen asielzoekers in het Vlaams Gewest en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest is 70,96% meerderjarig en 29,04% minderjarig. Figuur 13: Asielzoekers in opvangnetwerk op 31/10/2015 naar leeftijd en opvangtype
Regio BE Brussel Totaal Brussel Vlaanderen Totaal Vlaanderen Eindtotaal
leeftijdsgroep meerderjarig minderjarig meerderjarig minderjarig
collectief 826 10,65% 451 5,81% 1.277 16,46% 4.724 60,88% 1.758 22,66% 6.482 83,54% 7.759 100,00%
Bron: Fedasil
Pagina 12 van 20
individueel 229 4,59% 227 4,55% 456 9,13% 3.271 65,50% 1.267 25,37% 4.538 90,87% 4.994 100,00%
Eindtotaal 1.055 8,27% 678 5,32% 1.733 13,59% 7.995 62,69% 3.025 23,72% 11.020 86,41% 12.753 100,00%
Van het totaal aantal opgevangen asielzoekers in het Vlaams Gewest en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest is 25% tussen de 18 en de 25 jaar en 45,27% ouder dan 25 jaar.
Figuur 14: Asielzoekers in het opvangnetwerk op 31/10/2015 naar leeftijd
Leeftijd categorie Eindtotaal % totaal Brussel Vlaanderen 0-2 586 4,59% 100 486 3-5 620 4,86% 95 525 6-11 1.051 8,24% 149 902 12-17 1.446 11,34% 334 1.112 18-25 3.188 25,00% 363 2.825 25+ 5.773 45,27% 690 5.083 Onbekend 89 0,70% 2 87 Eindtotaal 12.753 100,00% 1.733 11.020 Bron: Fedasil
Figuur 15: Asielzoekers in het opvangnetwerk op 31/10/2015 naar leeftijd (2)
Bron: Fedasil
Pagina 13 van 20
Figuur 16: Asielzoekers in het opvangnetwerk op 31/10/2015 naar leeftijd en geslacht
Leeftijd categorie 0-2 3-5 6-11 12-17 18-25 25+ Ongekend Eindtotaal
M 300 315 594 1.198 2.514 4.144 76 9.141
%M 3,28% 3,45% 6,50% 13,11% 27,50% 45,33% 0,83% 100,00%
O 3 1
2 5 11
%O V %V Eindtotaal % totaal 0,00% 286 7,94% 586 4,59% 27,27% 302 8,39% 620 4,86% 9,09% 456 12,66% 1.051 8,24% 0,00% 248 6,89% 1.446 11,34% 0,00% 674 18,72% 3.188 25,00% 18,18% 1.627 45,18% 5.773 45,27% 45,45% 8 0,22% 89 0,70% 100,00% 3.601 100,00% 12.753 100,00%
Bron: Fedasil Figuur 17: Asielzoekers in het opvangnetwerk op 31/10/2015 naar leeftijd en geslacht (2)
Leeftijd categorie 0-2 3-5 6-11 12-17 18-25 25+ Ongekend Eindtotaal
M 300 315 594 1.198 2.514 4.144 76 9.141
O 3 1
2 5 11
V 286 302 456 248 674 1.627 8 3.601
%M 51,19% 50,81% 56,52% 82,85% 78,86% 71,78% 85,39% 71,68%
%O 0,00% 0,48% 0,10% 0,00% 0,00% 0,03% 5,62% 0,09%
%V Eindtotaal % totaal 48,81% 586 4,59% 48,71% 620 4,86% 43,39% 1.051 8,24% 17,15% 1.446 11,34% 21,14% 3.188 25,00% 28,18% 5.773 45,27% 8,99% 89 0,70% 28,24% 12.753 100,00%
Bron: Fedasil
De verdeling tussen mannen en vrouwen is zeer verschillend: in totaal zijn er 9.141 mannen (of 71,68%) en 3.601 vrouwen (of 28,24%). Bij de minderjarigen tot en met 11 jaar is de verdeling tussen de geslachten nagenoeg gelijk. Bij de jongeren en jongvolwassenen tussen 12 en 25 jaar is ongeveer 8 op 10 van de opgevangen asielzoekers man. Slechts 2 op 10 is vrouw. Bij de asielzoekers ouder dan 25 jaar, is 28% vrouw en 72% man. De verdeling in geslacht is eveneens verschillend naargelang het type opvangstructuur. In de collectieve centra ligt het aandeel mannen hoger (75% mannen) dan in de LOI’s (65% mannen). Figuur 18: Asielzoekers in het opvangnetwerk op 31/10/2015 naar geslacht en opvangtype
Regio BE Brussel Totaal Brussel Vlaanderen
Totaal Vlaanderen Eindtotaal
geslacht man vrouw man vrouw onbekend
collectief 936 12,06% 341 4,39% 1.277 16,46% 4.955 63,86% 1.526 19,67% 1 0,01% 6.482 83,54% 7.759 100,00%
Bron: Fedasil
Pagina 14 van 20
individueel 244 4,89% 212 4,25% 456 9,13% 3.006 60,19% 1.522 30,48% 10 0,20% 4.538 90,87% 4.994 100,00%
Eindtotaal 1180 9,25% 553 4,34% 1.733 13,59% 7.961 62,42% 3.048 23,90% 11 0,09% 11.020 86,41% 12.753 100,00%
c. Gezinssituatie Ook de gezinssituaties van de asielzoekers zijn uiteenlopend. Figuur 19: Asielzoekers in het opvangnetwerk op 31/10/2015 naar gezinssituatie
Familiale situatie Eindtotaal % totaal Brussel Vlaanderen Alleenstaande man 5.414 42,45% 531 4.883 Alleenstaande vrouw 648 5,08% 137 511 Ander gezin 1.134 8,89% 436 698 Ander gezin (met NBMV) 117 0,92% 4 113 Eenoudergezin 1.552 12,17% 171 1.381 Koppel 439 3,44% 20 419 NBMV jongen 718 5,63% 230 488 NBMV meisje 42 0,33% 12 30 Tweeoudergezin 2.689 21,09% 192 2.497 Eindtotaal 12.753 100,00% 1.733 11.020 Bron: Fedasil Figuur 20: Asielzoekers in het opvangnetwerk op 31/10/2015 naar gezinssituatie (2)
Asielzoekers in het opvangnetwerk op 31/10/2015 naar familiale situatie
6,000
5,414
5,000 4,000 2,689
3,000 1,552
2,000 1,000
1,134 648 117
439
718 42
0
Bron: Fedasil
Het merendeel van de asielzoekers in Vlaanderen en Brussel zijn alleenstaande mannen (5.414 personen, of 42,45% van het totaal aantal opgevangen asielzoekers). 648 asielzoekers zijn alleenstaande vrouwen.
Pagina 15 van 20
Figuur 21: Asielzoekers in het opvangnetwerk op 31/10/2015 naar gezinssituatie en opvangtype Totaal % Totaal Totaal % Totaal % collectief collectief collectief individueel individueel individueel Eindtotaal Eindtotaal Familiale situatie Brussel Vlaanderen Brussel Vlaanderen Alleenstaande man 505 3.172 3.677 47,39% 26 1.711 1.737 34,78% 5.414 42,45% Alleenstaande vrouw 124 296 420 5,41% 13 215 228 4,57% 648 5,08% Ander gezin 42 127 169 2,18% 394 571 965 19,32% 1.134 8,89% Ander gezin (met NBMV) 4 50 54 0,70% 63 63 1,26% 117 0,92% Eenoudergezin 165 827 992 12,79% 6 554 560 11,21% 1.552 12,17% Koppel 20 258 278 3,58% 161 161 3,22% 439 3,44% NBMV jongen 218 390 608 7,84% 12 98 110 2,20% 718 5,63% NBMV meisje 10 23 33 0,43% 2 7 9 0,18% 42 0,33% Tweeoudergezin 189 1.339 1.528 19,69% 3 1.158 1.161 23,25% 2.689 21,09% Eindtotaal 1.277 6.482 7.759 100,00% 456 4.538 4.994 100,00% 12.753 100,00%
Bron: Fedasil
In de collectieve centra zijn er naar verhouding minder personen die deel uitmaken van een gezin (38,94%), dan in de individuele opvang (58,27%). In de collectieve centra zijn er, in vergelijking met de individuele opvang, meer niet-begeleide minderjarige vreemdelingen.
d. Overzicht per opvangcentrum in Vlaanderen en Brussel In het excel bestand in bijlage kan het aantal personen per opvangcentrum naar nationaliteit, naar familiale situatie en naar leeftijdscategorie opgevraagd worden.
Pagina 16 van 20
3. Recente instroom van asielzoekers, vluchtelingen en subsidiair beschermden
erkende
Iedere maand wordt een lijst getrokken uit het Rijksregister met de nieuwe personen die tot de doelgroep van inburgering behoren. Naargelang hun woonplaats worden de nieuwkomers toegewezen aan één van de twee stedelijke Agentschappen in Antwerpen en Gent of aan een werkingsgebied van het Agentschap Integratie en Inburgering. In Brussel heeft de Vlaamse overheid geen zicht op de instroom van inburgeraars omdat de nieuwkomers hier niet uit het Rijksregister geselecteerd worden. De cijfers over instroom beperken zich bijgevolg tot het Vlaams Gewest. De cijfers betreffen louter meerderjarigen. O.b.v. de Kruispuntbank Inburgering kunnen we per regio weergeven hoe veel mensen met woonplaats in die regio in de periode mei – november 2015 een verblijfsstatus als erkend vluchteling of subsidiair beschermde kregen11. In totaal gaat het om 2.924 personen woonachtig in het Vlaams Gewest. Verdeeld naar de regio’s ziet dit er als volgt uit: Figuur 22: Erkende vluchtelingen en subsidiair beschermden naar woonplaats - Vlaams Gewest (mei-nov 2015)
Stad Antwerpen
583
Provincie Antwerpen zonder de stad Antwerpen
646
Stad Gent
70
Oost-Vlaanderen
403
Limburg
371
Vlaams-Brabant
313
West-Vlaanderen
538 0
200
400
600
800
BRON: Kruispuntbank Inburgering, verwerking Agentschap Binnenlands Bestuur
11
In de Kruispuntbank Inburgering maken we daarvoor gebruik van de laatste extractie uit het Rijksregister. Zo kijken we als het ware op 1 december 2015 ‘terug in de tijd’ en kijken we naar de asielzoekers die in deze periode veranderden van verblijfsstatuut. De cijfers betreffen de asielzoekers die een verblijfsstatuut (erkend vluchteling, subsidiaire bescherming) kregen, onafhankelijk van hoe lang zij reeds in procedure zaten. Het kan dus gaan om personen die een korte of reeds een lange tijd in België verblijven. We weten o.b.v. deze cijfers niet hoe lang deze personen reeds in het Vlaams Gewest woonden, we weten wel dat deze personen in het Vlaams Gewest in de periode mei – november 2015 een verblijfsstatuut als erkend vluchteling of subsidiaire bescherming kregen.
Pagina 17 van 20
Van de recent erkende vluchtelingen en personen die het verblijfsstatuut subsidiaire bescherming kregen in het Vlaams Gewest, woonde 22% in de provincie Antwerpen zonder de stad Antwerpen (646 op 2.294 personen). 20% woonde in de stad Antwerpen, nog eens 18% in West-Vlaanderen. Deze verdeling staat niet los van de verdeling van het aantal opvangplaatsen. Ook erkende vluchtelingen en subsidiair beschermden hebben immers na de toekenning van hun verblijfsstatus, nog recht op opvang. Hun woonplaats blijft dan de opvangstructuur. Willen we de evolutie van de voorbije periode in kaart brengen, dan moeten we de asielzoekers vier maanden of langer in procedure meenemen in de cijfers. Zij kunnen immers na die vier maanden nog erkend vluchteling worden of subsidiaire bescherming verkrijgen12. We bekijken dus de personen die doelgroep werden van het inburgeringsbeleid, per regio, voor de periode mei – november 2015. Het gaat in totaal om 3.335 personen. Figuur 23: Evolutie instroom van asielzoekers, erkend vluchtelingen en subsidiair beschermden naar regio (mei-nov 2015)
200 180 160 140 120 100 80 60 40 20 0
mei
juni
juli
aug
sept
okt
nov
Stad Antwerpen
71
56
75
76
78
99
61
Provincie Antwerpen
64
72
103
83
133
164
182
Stad Gent
7
12
9
9
6
6
9
Oost-Vlaanderen
43
59
70
46
56
58
112
Limburg
72
41
50
43
101
148
136
Vlaams-Brabant
52
27
49
50
53
61
60
West-Vlaanderen
71
51
84
51
68
95
153
BRON: Kruispuntbank Inburgering, verwerking Agentschap Binnenlands Bestuur
In alle regio’s is de instroom van asielzoekers meer dan vier maanden in procedure, van erkende vluchtelingen en van subsidiair beschermden, gestegen. In de regio’s provincie Antwerpen zonder de 12
We gebruiken de cijfers uit KBI Connect en gaan uit van de eerste extractie uit het Rijksregister. Op deze manier brengen we in rekening dat deze personen ook effectief recent voor het eerst aankwamen in België. De asielzoekers in deze cijfers zijn op het moment van instroom vier maanden in België (indien zij meteen na aankomst asiel aanvroegen). Indien zij bijvoorbeeld in mei ‘instromen’ in onze cijfers, betekent dit dat zij in januari asiel aangevraagd hebben en in mei woonachtig waren in het Vlaams Gewest. Voor erkend vluchtelingen en subsidiair beschermden is deze periode minder dan vier maanden. Anders zouden zij immers reeds als asielzoeker ‘meer dan vier maanden in procedure’ in de database terechtkomen. Om evoluties te schetsen moeten we uitgaan van deze eerste extractie: op deze manier garanderen we dat we per maand unieke personen tellen, en geen dubbeltellingen uitvoeren bij een verandering van verblijfsstatuut.
Pagina 18 van 20
stad Antwerpen, Limburg en West-Vlaanderen tekent deze stijging zich het scherpst af. Ook hier zien we een relatie met de toename van het aantal opvangplaatsen en de regionale spreiding van deze plaatsen. Omwille van de doelgroepomschrijving, omschrijven deze cijfers ‘met vertraging’ de toename van het werkelijke aantal personen. Asielzoekers worden pas na vier maanden doelgroep van het inburgeringsbeleid. Erkend vluchtelingen en subsidiair beschermden worden vanaf het moment dat zij deze verblijfsstatus krijgen, doelgroep. Voordien zijn zij echter asielzoeker. Voor alle drie deze verblijfsstatussen geldt dus dat deze personen in werkelijkheid nog voor zij in de database KBI Connect terechtkomen, een korte of langere periode woonachtig zijn in België.
Pagina 19 van 20