Monitor Wind op Land tweede editie; stand van zaken tot december 2014
Datum Status
Februari 2015 Definitief
|Definitief | Monitor Wind op Land | februari 2015
Colofon
Contact
Team Wind op Land Nationale Programma’s | Duurzame Energie Decentraal Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO.nl) T 088 602 2687 Croeselaan 15 | 3521 BJ | Utrecht Postbus 8242 | 3503 RE | Utrecht
Disclaimer:
RVO heeft zich ingespannen voor het aanleveren van zo uniform, compleet en objectief mogelijke informatie voor deze monitor maar is daarbij afhankelijk van kwantitatieve en kwalitatieve input van derden, met name provincies. RVO levert met haar werkwijze een uiterste inspanning om de vertrouwelijkheid van gegevens te borgen. Tegelijkertijd hebben alle leden van het kernteam nadrukkelijk een rol in borging van de vertrouwelijkheid.
Pagina 2 van 53
|Definitief | Monitor Wind op Land | februari 2015
Inhoud
Colofon Inleiding Totaaloverzicht, samenvatting en conclusies Verantwoording
2 4 5 9
Bijlagen Toelichting bij het afwegingskader
15
Provinciale overzichten: Flevoland
18
Groningen
20
Zuid-Holland
23
Noord-Holland
27
Zeeland
31
Friesland
33
Noord-Brabant
35
Drenthe
38
Gelderland
41
Limburg
44
Overijsel
47
Utrecht
50
Toelichting op provinciale overzichten
52
Spoorboekje IPO-Rijk
53
Pagina 3 van 53
|Definitief | Monitor Wind op Land | februari 2015
Inleiding
De Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO.nl) voert in opdracht van het Kernteam Wind op Land de Monitor Wind op Land uit. In dit kernteam zijn de volgende partijen vertegenwoordigd: het ministerie van Economische Zaken, het ministerie van Infrastructuur en Milieu, IPO/provincies, de Nederlandse Windenergie associatie NWEA, De Vereniging van Nederlandse Gemeenten VNG, Netbeheer Nederland, de verenigde Natuur- en Milieuorganisaties (Stichting Natuur&Milieu en provinciale natuur-en milieufederaties) en RVO.nl. Twee maal per jaar rapporteert RVO.nl aan het kernteam. Dit rapport geeft de stand van zaken weer tot december 20141. De opzet van deze monitor is vooraf afgestemd met het kernteam. Doel van de monitor Doel van de monitor is om een zo compleet, nauwkeurig en objectief mogelijk inzicht te geven in de voortgang van de afspraken tussen IPO en Rijk om in 2020 6.000 MW aan opgesteld vermogen aan windenergie gerealiseerd te hebben. De monitor laat zien in hoeverre elke provincie ruimte voor ontwikkeling van windenergie planologisch heeft vastgelegd en geeft inzicht in actuele ontwikkelingen rond de toepassing van het ruimtelijke beleid. Daarnaast geeft het een beeld van de voortgang van projecten, de mogelijke knelpunten die optreden, de consequenties en reeds getroffen maatregelen. Het Kernteam wind op land heeft RVO ook verzocht een inschatting te maken ten aanzien van de (tijdige) haalbaarheid van de provinciale doelstellingen. Op basis van deze inzichten kan het kernteam acties benoemen en in gang zetten om tot oplossingen van grote knelpunten te komen.
1
In februari is de monitor voor de provincie Friesland geactualiseerd naar de uitkomsten van het uitstel dat door de minister van EZ was verleend. Pagina 4 van 53
|Definitief | Monitor Wind op Land | februari 2015
Totaaloverzicht, samenvatting en conclusies
Stand van zaken Nederland december 2014 Eind 2014 stond in Nederland 2.525 MW aan geïnstalleerd vermogen windenergie opgesteld. Dit is ruim 42% van de landelijke doelstelling van 6.000 MW die in 2020 gehaald moet zijn. Ten opzichte van de vorige editie van de monitor (juni 2014) is er netto 44,7 MW (+1,8%) aan gerealiseerd vermogen bijgekomen2. Het geïnstalleerd vermogen en alle geplande windparken tellen op tot 6.167,5 MW. Dit 166,5 MW (2,8%) meer dan de afspraak die de provincies met het Rijk hebben gemaakt (6.001 MW). Provincies hebben veelal reserveprojecten achter de hand voor als lopende projecten niet kunnen doorgaan. Van de in totaal bijna 3.500 MW in ontwikkeling zijnde projecten, bevindt 865 MW (24%) zich in de bouwfase. Dit gaat om projecten waarvoor een SDE-beschikking is aangevraagd (en al kan zijn afgegeven). Verder is 825 MW (23%) in procedure. Het kan hierbij gaan om de ruimtelijke procedure, i.e. (voorbereiding van) bestemmingsplan of
inpassingsplan, en/of vergunningenprocedure. De overige 54% van deze projecten bevindt zich in het voortraject, wat dus inhoudt dat er nog geen formele procedures zijn opgestart. Het projectvermogen in het voortraject is tussen juni en december zowel absoluut als relatief afgenomen (-200,4 MW; -4,2%). Het projectvermogen in procedure (ruimtelijke procedure en vergunningen procedure) en in de bouwfase is juist toegenomen. Dit wijst er op dat de projecten in de pijplijn doorstromen op weg naar realisatie.
MW per fase en doelstelling 2020 0
1000
2000
3000
4000
5000
6000
7000
0
1000
2000
3000
4000
5000
6000
7000
Nederland, jun. 2014 Nederland, dec. 2014
Gerealiseerd
Bouwfase
In procedure
Voortraject
Doel 2020
Figuur 1: Opgesteld en gepland vermogen in Nederland
RVO heeft een inschatting gemaakt van de zekerheid dat de windparken uit de monitor in 2020 zijn gerealiseerd. Hiervoor heeft RVO een afwegingskader ontwikkeld (zie: “Verantwoording”). Bij de afweging of projecten redelijkerwijs productief zijn in 2020 heeft RVO behalve naar de projectfase, waarin projecten zich bevinden, andere projectkenmerken en (potentiële) knelpunten meegewogen. Hiermee wordt een “projectstatus” aangegeven, waarbij onderscheid gemaakt wordt tussen projecten die vrijwel zeker in 2020 gerealiseerd zijn en projecten waarbij op dit moment met minder zekerheid gesteld kan worden dat ze tijdig gerealiseerd zullen zijn. Dit kan zijn omdat de procedures, die bij elkaar drie jaar in beslag kunnen nemen, nog moeten starten of omdat bepaalde trajecten nog moeten 2
“In 2014 zijn er 52 nieuwe windturbines gebouwd, samen goed voor bijna 162 megawatt (MW).” (Persbericht Bosch en Van Rijn, jan. 2015) Pagina 5 van 53
|Definitief | Monitor Wind op Land | februari 2015
worden doorlopen. Hierbij valt te denken aan herstructurering (sanering van oude kleine, deels solitaire, molens en plaatsing van windparken met grotere molens), extra vogelonderzoeken, gesprekken met omwonenden en afspraken met gemeenten. RVO heeft de projecten ingedeeld naar de volgende 3 categorieën: Donkergrijs
Naar verwachting gerealiseerd in 2020. Windmolens/-parken die gerealiseerd zijn, waarvan de bouw in voorbereiding is of die ver in de vergunningenprocedure zijn (zonder noemenswaardige knelpunten).
Grijs
Kwetsbaar als gevolg van eventuele knelpunten en/of ten aanzien van benodigde doorlooptijd procedures. Projecten waarvoor de ruimtelijke procedure (en mogelijk ook de vergunningenprocedure) loopt, de aanvraag SDE+ in Q1 2017 en start bouwfase in Q1 2018 niet onhaalbaar is. Projecten hebben weinig speelruimte om vertraging in de planning te kunnen opvangen.
Lichtgrijs
Vraagt veel inspanning ten aanzien van doorlooptijd en/of als gevolg van eventuele knelpunten. Deze projecten bevinden zich nog in het voortraject. Procedures zijn niet gestart. Voor haalbare planning is een gecoördineerde procedure raadzaam.
De indeling naar projectstatus laat het volgende beeld zien: ongeveer 3.750 MW, 60% van de projecten, is of zal met zekerheid gerealiseerd kunnen zijn in 2020. Voor 15% zit er weinig speelruimte in de planning en voor de resterende 24% (1.518 MW) zal in 2015 de ruimtelijke procedure moeten starten om nog op tijd te kunnen realiseren. Voor de projecten uit deze laatste categorie is het raadzaam gebruik te maken van een gecoördineerde ruimtelijke en vergunningenprocedure.
MW naar projectstatus volgens afwegingskader 0
1000
2000
3000
4000
5000
6000
7000
0
1000
2000
3000
4000
5000
6000
7000
Nederland
Naar verwachting gerealiseerd in 2020 Kwetsbaar a.g.v. eventuele knelpunten en/of t.a.v. benodigde doorlooptijd procedures Vraagt veel inspanning t.a.v. doorlooptijd en/of a.g.v. eventuele knelpunten Doel 2020 Figuur 2: Indeling Nederland naar projectstatus
Stand van zaken per provincie Alle provincies, met uitzondering van Friesland, hebben voldaan aan de eerste prestatieafspraak tussen IPO en Rijk om de ruimte voor windprojecten planologisch vast te leggen in provinciale structuurvisies. Daarnaast zijn, op Limburg na, in alle provincies voldoende projecten aanwezig, die passen binnen het provinciale beleid om aan de provinciedoelstelling te voldoen. Figuur 3 laat de situatie per provincie zien. In Zeeland, Flevoland en Noord-Holland is nu al meer dan 50% van de provinciale doelstelling gerealiseerd. In Flevoland nadert ook Windpark Noordoostpolder (413 MW) zijn voltooiing. In de provincie
Pagina 6 van 53
|Definitief | Monitor Wind op Land | februari 2015
Groningen is ten opzichte van het landelijk gemiddelde (42%) ook al een bovengemiddeld deel van de provinciale doelstelling gerealiseerd.
Een aantal provincies, zoals Zuid-Holland (+15%), Overijssel (+13%) en Groningen (+8%), heeft afgezet tegen hun provinciale doelstelling extra projectvermogen in ontwikkeling. De provincie Limburg kampt nog met een tekort aan projectvermogen ten opzichte van haar doelstelling. Positief is dat, ten opzichte van andere provincies, de provincies Zeeland (15%), Noord-Holland (24%), Flevoland (35%) en Overijssel (30%) wat de hen resterende opgave betreft nog relatief weinig projectvermogen in het voortraject hebben. De provincie Friesland heeft met 95% van de resterende opgave juist nog relatief veel projectvermogen in het voortraject. Dit beeld kan worden genuanceerd als de realisatie van RCR-project Windpark Friesland - met een aanzienlijk projectvermogen - snel ter hand kan worden genomen.
MW per fase en doelstelling 2020 0
200
400
600
800
1000
1200
1400
0
200
400
600
800
1000
1200
1400
Flevoland Groningen Zuid-Holland Noord-Holland Zeeland Friesland Noord-Brabant Drenthe Gelderland Limburg Overijssel Utrecht
Gerealiseerd
Bouwfase
In procedure
Voortraject
Doel 2020
Figuur 3: Opgesteld en gepland vermogen per provincie
Voor de provincies Noord-Holland, Zeeland, Flevoland en Overijssel is het vooralsnog de verwachting dat meer dan 80% van het projectvermogen in 2020 zal zijn gerealiseerd (figuur 4). Daarbij wordt opgemerkt dat de opgave in Noord-Holland en Flevoland wordt gecompliceerd door de koppeling met herstructurering, sanering en opschaling. Voor dergelijke projecten vermeldt de monitor alleen het netto toe te voegen projectvermogen; de bruto omvang van deze projecten is groter. Voor de provincies Limburg (82%) en Friesland (65%) geldt dat voor een aanzienlijk deel van de opgave door alle betrokkenen partijen nog veel inspanning (lichtgrijs) moet worden verricht om de projecten tijdig gerealiseerd te kunnen krijgen. De provincie Friesland wil het grootste deel van de resterende opgave realiseren via een groot windproject in het IJsselmeer onder de Rijks Coördinatie Regeling (RCR), waarmee mogelijk versnelling kan worden bereikt.
Pagina 7 van 53
|Definitief | Monitor Wind op Land | februari 2015
MW naar projectstatus volgens afwegingskader 0
200
400
600
800
1000
1200
1400
0
200
400
600
800
1000
1200
1400
Flevoland Groningen Zuid-Holland Noord-Holland Zeeland Friesland Noord-Brabant Drenthe Gelderland Limburg Overijssel Utrecht
Naar verwachting gerealiseerd in 2020 Kwetsbaar a.g.v. eventuele knelpunten en/of t.a.v. benodigde doorlooptijd procedures Vraagt veel inspanning t.a.v. doorlooptijd en/of a.g.v. eventuele knelpunten Doel 2020 Figuur 4: Indeling provincies naar projectstatus
Pagina 8 van 53
|Definitief | Monitor Wind op Land | februari 2015
Verantwoording
Herkomst informatie Ruimtelijke reservering en projecten De samenstelling van deze monitor is via onderstaande stappen tot stand gekomen. Als uitgangspunt voor deze Monitor Wind op Land is de voorgaande editie (juni 2014) genomen. Deskresearch Op basis van verkregen informatie van CertiQ en WindStats (Bosch en van Rijn) heeft RVO het geïnstalleerd vermogen per provincie geactualiseerd tot 1/9/2014.3 RVO heeft ook geïnventariseerd welke actuele projectinformatie elders bekend is, zoals de database SDE+ van RVO en de Energeia EnergyTracker. Diepte-interviews RVO heeft voor elke provincie de windcoördinator geïnterviewd over de voortgang in het ruimtelijk beleid gericht op het realiseren van de provinciale winddoelstellingen. Daarnaast is in het interview de voortgang per project besproken. In geval binnen de provincie de Rijkscoördinatieregeling (RCR) op windprojecten wordt toegepast, is informatie opgevraagd bij de RCR-projectleiders. De interviews zijn afgenomen in november 2014. De informatie in deze monitor presenteert de actualiteit in (uitvoering van) provinciaal beleid tot december 2014. Uitgangspunten Waar in de provinciale overzichten staat dat de provincie en de gemeenten een gezamenlijke visie delen dient bij een ‘ja’ te worden gelezen: ja, daar waar provincie gebieden wil aanwijzen, is er overeenstemming met de betreffende gemeente. Voor eventueel nieuwe plannen/projecten binnen andere gemeenten kan apart bestuurlijk overleg nodig zijn. De in de monitor opgenomen vermogens bij de projecten zijn de Netto voor de doelstelling toegevoegde vermogens in Megawatt, waarin de effecten van sanering al zijn verwerkt. Informatie over projectinitiatieven die buiten provinciale visies vallen, is buiten beschouwing van deze monitor gelaten. Uitvraag via koepels en brancheorganisaties Om te kunnen komen tot een meer geobjectiveerd en vollediger beeld over voortgang en ervaren knelpunten bij de ontwikkeling van windprojecten, heeft RVO bij de meest betrokken stakeholders informatie over projecten opgehaald. In nauwe samenwerking met NWEA is onder projectontwikkelaars een uitvraag georganiseerd. Dit resulteerde in 54 reacties over projecten van 9 verschillende projectontwikkelaars. Voor zover relevant zijn aangedragen (generieke) knelpunten en/of obstakels met betrekking tot de projectontwikkeling verwerkt in de projectoverzichten. 3
RVO heeft consequent de via CertiQ verkregen informatie over geïnstalleerd vermogen gehanteerd. Hierdoor kunnen er verschillen zijn ten opzichte van informatie die door provincies zelf is aangedragen. Pagina 9 van 53
|Definitief | Monitor Wind op Land | februari 2015
VNG heeft in samenwerking RVO een vergelijkbare uitvraag onder gemeenten georganiseerd. Deze uitvraag liep parallel aan de interviews met de provincies, de rapportage van de provincies is dus niet voorgelegd aan de gemeenten. Hierdoor is de informatie die uit de enquête is gekomen niet geschikt om de rapportages van de provincies van perspectief te voorzien. Resultaat van de VNG enquête: reacties van 59 gemeenten die met windenergieprojecten te maken hebben, over 101 projecten. Daarvan passen 75 projecten helemaal of gedeeltelijk binnen het provinciaal beleid. De informatie is opgenomen bij de betreffende provinciale overzichten. Daarbij nog enkele generieke bevindingen van VNG: •
De manier van samenwerken tussen gemeenten onderling, met de provincie, en
•
Over het algemeen zijn gemeenteraad en college goed aangehaakt, betrokken bij
het overleg met omwonenden geeft per gemeente een sterk wisselend beeld. windontwikkelingen in de gemeente. 'Slechts' in 7 van de 59 reagerende gemeenten zijn de raad en het college tegenstanders van windenergie. Op verzoek van het kernteam Wind op Land heeft de Stichting Natuur&Milieu per provincie informatie aangereikt, die vanuit haar achterban is verkregen. Deze informatie is voor zover relevant voor knelpunten in het domein milieu, natuur en ecologie opgenomen in deze monitor. Dataverwerking en analyse RVO heeft alle informatie uit verschillende bronnen in een databestand bijeengebracht. Eventuele tegenstellingen zijn eruit gehaald, door navraag bij de diverse bronnen. Aansluitend is een conceptrapportage opgesteld voor bespreking in het kernteam.
Werksessie kernteam In een gezamenlijke werksessie op 2 december 2014, met de Ministeries van EZ en IenM, IPO (inclusief vertegenwoordiging vanuit één provincie), Natuur&Milieu (Stichting Natuur&Milieu en vertegenwoordigers van Provinciale Milieufederaties), NWEA, VNG (inclusief vertegenwoordiging uit één gemeente), Netbeheer Nederland en RVO.nl, is het gevolgde werkproces toegelicht en zijn alle provincies, zowel wat betreft ruimtelijke reservering indeling naar projectstatus op projectniveau doorgesproken. Opmerkingen vanuit de deelnemers zijn waar van toepassing verwerkt in deze definitieve versie.
Opbouw van de overzichten per provincie Elk provinciaal overzicht in deze monitor heeft een standaard indeling.
Ruimtelijke reservering Elke provincie heeft zélf de informatie over de ruimtelijke reservering en het beleidsproces aangeleverd, inclusief gesignaleerde knelpunten en getroffen maatregelen. Deze informatie is in zijn geheel opgenomen in het provinciale overzicht (met vermelding bron: provincie).
Pagina 10 van 53
|Definitief | Monitor Wind op Land | februari 2015
Projectenoverzicht Voor elke provincie is een projectenoverzicht4 opgenomen. In dit overzicht staan alleen de projecten die in de provinciale visie passen. Per project zijn knelpunten in beeld gebracht en voor zover van toepassing ook de maatregelen die door de betreffende provincies zijn genomen. De informatie is vergeleken met informatie die uit andere bronnen is verkregen en waar nodig nader inhoudelijk afgestemd met betrokken partijen. Vertrouwelijk karakter De projectinformatie van projectontwikkelaars is soms zeer concurrentiegevoelig en heeft daarom een vertrouwelijk karakter meegekregen. Zonder nadrukkelijke toestemming van deze partijen mag RVO deze informatie niet delen met derden. Ook VNG heeft aangegeven dat de response van gemeenten een vertrouwelijk karakter heeft. Deze informatie is daarom maar summier opgenomen. Afwegingskader en indeling van projecten RVO heeft per opgenomen project beoordeeld of tijdige realisatie (uiterlijk eind 2020) redelijkerwijs haalbaar is. Daartoe is een Afwegingskader ontwikkeld (zie ook nadere toelichting in de bijlage). Dit kader biedt een (RVO) standaard benadering om haalbaarheid van tijdige realisatie van projecten te vertalen naar een indeling in 3 categorieën die de projectstatus5 aangeven: donkergrijs, grijs en lichtgrijs Donkergrijs
Grijs
Lichtgrijs
Naar verwachting gerealiseerd in 2020. Windmolens/-parken die gerealiseerd zijn, waarvan de bouw in voorbereiding is of die ver in de vergunningenprocedure zijn (zonder noemenswaardige knelpunten). Kwetsbaar als gevolg van eventuele knelpunten en/of ten aanzien van benodigde doorlooptijd procedures. Projecten waarvoor de ruimtelijke procedure (en mogelijk ook de vergunningenprocedure) loopt, de aanvraag SDE+ in Q1 2017 en start bouwfase in Q1 2018 niet onhaalbaar is. Projecten hebben weinig speelruimte om vertraging in de planning te kunnen opvangen. Vraagt veel inspanning ten aanzien van doorlooptijd en/of als gevolg van eventuele knelpunten. Deze projecten bevinden zich nog in het voortraject. Procedures zijn niet gestart. Voor haalbare planning is een gecoördineerde procedure raadzaam.
4
In een aantal gevallen is een aantal projecten gebundeld weergegeven.
5
In de bijlage bij deze monitor is een toelichting op het afwegingskader opgenomen.
Pagina 11 van 53
|Definitief | Monitor Wind op Land | februari 2015
Pagina 12 van 53
|Definitief | Monitor Wind op Land | februari 2015
Totaaloverzicht, samenvatting en conclusies Bij “Totaaloverzicht, samenvatting en conclusies” zijn voor Nederland als geheel de kwantitatieve uitkomsten gevisualiseerd in een aantal staafdiagrammen. Ook is een aantal staafdiagrammen toegevoegd dat een onderverdeling naar alle provincies biedt.
Bevindingen RVO bij deze editie Veel bereidwilligheid bij provincies RVO heeft bij de provincies goede medewerking gekregen voor de interviews en benodigde verzameling van data en overige informatie voor deze monitor. Sommige provincies zijn vergevorderd in het stelselmatig monitoren van de eigen voortgang en hebben goed inzicht in de planning naar 2020. De gevraagde informatie kan hierdoor sneller op tafel komen. Door in de monitor aandacht te geven aan (voortgang in) het oplossen van ervaren generieke knelpunten wordt de wederkerigheid in dit traject versterkt. Kennisoverdracht Waar de planning en voortgang in het interview het toeliet, zijn vragen van de provincie beantwoord over bijvoorbeeld de regeling SDE+ voor 2015. Toenemende betrokkenheid bij andere stakeholders In deze editie van de monitor is voor het eerst ingezet op het verkrijgen van projectinformatie via andere stakeholders, zoals NWEA, VNG en Natuur&Milieu. De gewenste informatie is uitgevraagd met behulp van een gestandaardiseerde vragenlijst. De response hierop in kwantitatief opzicht was redelijk maar kan in de volgende editie hopelijk verder worden uitgebouwd. Knelpunten Belangrijk doel van de monitor is het in beeld krijgen van (generieke) knelpunten die spelen bij de projecten. Terugkijkend constateert RVO dat deze opzet slechts ten dele is geslaagd. Soms biedt de aanpak via een vragenlijst en/of de aard van de gestelde vragen onvoldoende ruimte aan respondenten om alle gewenste informatie te kunnen geven. Ook blijkt dat partijen, met name ten aanzien van gesignaleerde knelpunten voorzichtig zijn met het verstrekken van detail informatie. In provincies waar het ruimtelijk beleid nog wordt uitgewerkt, zijn ontwikkelaars terughoudend in communicatie over knelpunten in hun projecten, om door negatieve beeldvorming niet vroegtijdig uit beeld te raken. Voor de volgende editie van deze monitor moet opnieuw worden bekeken of andere vormen van informatieverzameling tot meer input en diepgang kunnen leiden. Vertrouwen is cruciaal Marktpartijen hebben onder strikte eisen van vertrouwelijkheid hun input gegeven. De concurrentiegevoeligheid van projectinformatie in deze monitor stelt hoge eisen aan de vertrouwelijke behandeling van bedrijfsinformatie in deze monitor. RVO adviseert in dit verband nauwgezette afspraken te maken binnen het kernteam over vorm, inhoud en planning met betrekking tot eventuele verdere verspreiding van (geabstraheerde delen van) informatie uit deze Monitor Wind op Land.
Pagina 13 van 53
|Definitief | Monitor Wind op Land | februari 2015
Bijlagen
Pagina 14 van 53
|Definitief | Monitor Wind op Land | februari 2015
Bijlage: Toelichting bij het Afwegingskader
Het Afwegingskader Wind op Land biedt een RVO standaard benadering om projecten in te delen naar projectstatus. Centraal daarbij staat de vraag of het opgenomen aantal MW's in 2020 redelijkerwijs productief kan zijn in 2020. Bij de ontwikkeling van het kader is samengewerkt met experts van RVO uit het team Kwaliteit, Monitoring en Effectmeting. De door de provincies aangedragen projecten zijn ingedeeld binnen de drie categorieën (donkergrijs, grijs en lichtgrijs) in het Afwegingskader. De focus is vooral gelegd op projecten die nog in het voortraject verkeren en projecten in de ruimtelijke procedure. De indeling van projecten in categorieën door RVO heeft het karakter van een ‘expert judgement’ gebaseerd op de informatie die door RVO voor deze monitor is opgehaald. Deze monitor biedt slechts een momentopname. Daarbij dient in aanmerking te worden genomen dat de ontwikkeling van windprojecten een proces is met een hoge dynamiek in de verschillende betrokken domeinen. Deze zijn: draagvlak/planparticipatie (people); milieu, natuur en ecologie (planet): economische haalbaarheid (profit/prosperity) en nationale, provinciale en lokale politiek (politics). De snelle ontwikkelingen in deze domeinen kunnen elkaar door de tijd al naar gelang versterken of tegenwerken. Hierdoor verloopt de haalbaarheid van een windproject vaak niet lineair. Nieuwe knelpunten kunnen het project terugwerpen in haalbaarheid of planning voor realisatie. Daarmee kan ook de indeling naar projectstatus per editie van de monitor wisselen. De inschatting of een project tijdig wordt gerealiseerd kan positiever worden maar ook naar beneden worden bijgesteld, als bepalende factoren in de omgeving van het project daartoe aanleiding geven. Het afwegingskader en relaties tussen de gehanteerde categorieën bieden ruimte voor deze dynamiek. Hantering van het model: Primair wordt in het afwegingskader gekeken naar de planfase waarin het project zich bevindt. Er worden 5 planfasen6 onderscheiden: -
Voortraject
-
Ruimtelijke procedure
-
Vergunningen procedure
-
Bouw in voorbereiding
-
Gerealiseerd
Projecten worden ingedeeld naar 3 categorieën:
6
Donkergrijs
Naar verwachting gerealiseerd in 2020. Windmolens/-parken die gerealiseerd zijn, waarvan de bouw in voorbereiding is of die ver in de vergunningenprocedure zijn (zonder noemenswaardige knelpunten).
Grijs
Kwetsbaar als gevolg van eventuele knelpunten en/of ten aanzien van benodigde doorlooptijd procedures. Projecten waarvoor de ruimtelijke procedure (en mogelijk ook de vergunningenprocedure) loopt, de aanvraag SDE+ in Q1 2017 en start bouwfase in Q1 2018 niet onhaalbaar is. Projecten hebben weinig speelruimte om vertraging in de planning te kunnen opvangen.
Lichtgrijs
Vraagt veel inspanning ten aanzien van doorlooptijd en/of als gevolg van eventuele knelpunten. Deze projecten bevinden zich nog in het voortraject. Procedures zijn niet gestart. Voor haalbare planning is een gecoördineerde procedure raadzaam.
Voorin deze monitor staat de (indicatieve) afbakening van deze planfasen opgenomen Pagina 15 van 53
|Definitief | Monitor Wind op Land | februari 2015
Belangrijke leidraad bij de indeling is de gemiddelde doorlooptijd in het Spoorboekje dat is overeengekomen in het Bestuurlijk Overleg tussen IPO-Rijk (zie bijlage). Daarnaast weegt RVO de bij diverse belangenvertegenwoordigers opgehaalde informatie over voortgang in aanpak en mogelijke knelpunten mee in de uiteindelijke indeling. In het Afwegingskader worden projecten in het voortraject standaard beoordeeld als lichtgrijs. Als een combinatie van positieve factoren op het project van toepassing is, kan dat aanleiding geven om het project op te waarderen naar de grijze categorie. In voorkomende gevallen is in het provinciale overzicht daarvoor een korte motivatie toegevoegd. Projecten in de ruimtelijke procedure worden volgens de RVO standaard ingedeeld in de grijze categorie. Echter onder bepaalde positieve omstandigheden kan het project worden opgewaardeerd naar de categorie donkergrijs, of het project kan alsnog worden ingedeeld als lichtgrijs, wanneer negatieve omstandigheden een tijdige realisatie onder druk zetten. Ook hier onder begeleiding van een korte motivatie . Projecten in de ‘vergunningen procedure’ en waarvan de ‘bouw in voorbereiding’ is worden door RVO standaard ingedeeld in de categorie donkergrijs, omdat het hoogstwaarschijnlijk is dat deze projecten in 2020 productief zullen zijn. Tenzij ernstige knelpunten de voortgang van het project belemmeren (onder korte motivatie). In de samenvatting onderaan de provinciale overzichten zijn de reeds gerealiseerde MW’s ook als donkergrijs meegeteld.
Pagina 16 van 53
|Definitief | Monitor Wind op Land | februari 2015
Bijlage: Provinciale overzichten
Pagina 17 van 53
|Definitief | Monitor Wind op Land | februari 2015
Provincie
Flevoland
Datum
nov-14
Afspraak
Aantal MW in 2020
Ruimtelijke reservering (bron: Provincie)
Capaciteit gereserveerd
1.390,5
MW
Minimaal 1.390,5
MW
Plandocument waarin vastgelegd
1) Omgevingsplan Flevoland 2006 2) Beleidsregel windenergie 2008
Datum vaststelling in Gedeputeerde Staten (GS) / Provinciale Staten (PS)
1) PS 2 november 2006
Gedeelde visie provincie en gemeenten?
Ja
Hoe ruimtelijke reservering wordt geoperationaliseerd: Op dit moment wordt windpark Noordoostpolder gebouwd. Goed voor 435 MW. Daarnaast is men in Flevoland bezig met een Regioplanproces dat moet leiden tot de tweede generatie windparken. Hiertoe hebben de gezamenlijke overheden het gebied gevraagd met een plan te komen dat ziet op de sanering van de bestaande en de bouw van nieuwe windparken in Zuidelijk en Oostelijk Flevoland. Deze bottom-up benadering zorgt ervoor dat draagvlak voor en participatie bij de nieuwe windparken gewaarborgd zijn. Op 01/07/2014 heeft het gebied een plan ingediend met voorstellen voor de locaties van de parken (en mogelijke alternatieven daarvan) en de wijze waarop de projectontwikkeling en de (financiële) participatie door het gebied vorm krijgt. Dit plan vormt de basis voor het plan-MER voor het Regioplan Windenergie waarin het kader opschalen en saneren wordt vastgelegd. Het plan-MER vormt mede de inhoudelijke basis voor het opstellen van de benodigde inpassingsplannen. In samenwerking met de gemeenten en het rijk worden ondertussen verkenningen uitgevoerd naar gebieden waarvoor een RCR aanvraag is ingediend. Naar verwachting zijn medio 2017 de benodigde vergunningen voor de eerste gebieden beschikbaar. Knelpunten, risico’s en/of toelichting: 1) Obstakelreservering luchthaven Lelystad. 2) RVB hanteert in Flevoland geen marktconforme grondprijzen voor windenergie. 3) SDE+ kent geen differentiatie voor gebieden waar oude molens gesaneerd moeten worden. Maatregelen: Ad 1: Is afhankelijk van aeronautische studie door min. IenM of luchthaven en vliegbewegingen potentieel invloed hebben op nieuwe windparken (omvang, locatie, hoogte molens). Flevoland heeft behoefte aan een overleg over de reële beperkingen. Dit overleg heeft nog niet plaatsgevonden met min. IenM (ILenT). Ad 2: Uit het Regioplanproces blijkt dat het gebied een lagere grondvergoeding wil hanteren dan het Rijksvastgoedbedrijf (RVB). Dit staat een optimale invulling van de Flevolandse plaatsingsruimte in de weg. Ad 3: Gebieden waar al geruime tijd windmolens staan zijn vaak zeer geschikt. Inmiddels zijn deze molens vaak afgeschreven en zijn er voor deze gebieden grotere en betere molens beschikbaar. Door in de SDE geen rekening te houden met de saneringskosten worden de meest geschikte delen van Flevoland niet optimaal benut.
Pagina 18 van 53
Lelystad, Dronten, Zeewolde
Regioplanproces
Totaal: 1.391+ MW
ontbrekend
Windpark NOP
voortraject
Noordoostpolder
ruimtelijke procedure
Project
vergunningenprocedure
Gemeente
bouw in voorbereiding
Projectstatus: door RVO
gerealiseerd
Projecten
coördinatie (rcr\pcr\gcr)
|Definitief | Monitor Wind op Land | februari 2015
413 222 756
413
+
222+
1) Windpark NOP, drie ontwikkelaars, totaal 429 MW SDE toegekend. Er wordt 431 MW gebouwd, waarvan 18 MW in Friesland. Indien van toepassing:
Voortgang proces:
Rijkscoördinatie
Knelpunten, risico’s en/of toelichting:
(bron: Rijk)
n.v.t. 1) n.v.t. Maatregelen: Ad 1: n.v.t.
Knelpunten/risico’s projecten: 1) Maatregelen: Ad 1: Toelichting RVO bij afwijkende projectstatus: project
toelichting
Regioplanproces
grijs: Provincie is gestart met coördinatie.
Reactie Natuur en Milieu: De Houtribdijk ligt middenin de Natura 2000-gebieden Markermeer en IJsselmeer en naast de Marker Wadden. Helaas is dit gebied nog steeds in beeld als zoeklocatie voor een windpark. Het is positief dat de provincie de regie sterker naar zich toe heeft gehaald. Reactie NWEA: Marktpartijen hebben plannen gereed. Het duurt lang voordat duidelijk is of deze in de provinciale plannen passen. Marktpartijen twijfelen of 2020 haalbaar is. Samenvatting en conclusie RVO: Doelstelling: 1390,5 MW Verdeling over procesfasen: 756 MW is gerealiseerd 413 MW bouw in voorbereiding 222+ MW in het voortraject (provinciale coördinatie) Verdeling naar projectstatus: 1.169 MW 222+ MW 0 MW Met het bestaande opgestelde vermogen en Windpark Noordoostpolder (NOP) heeft de provincie 84% van haar doelstelling gehaald. Om de doelstelling via het regioplanproces (opschaling én sanering) te kunnen halen zal de provincie een strakke regie op de planning moeten voeren. Positieve kanttekening is dat in Flevoland meer ruimte is gereserveerd dan voor de taakstelling nodig is. Pagina 19 van 53
|Definitief | Monitor Wind op Land | februari 2015
Provincie
Groningen
Datum
nov-14
Afspraak
Aantal MW in 2020
855,5
MW
Ruimtelijke reservering (bron: Provincie)
Capaciteit gereserveerd
936,7
MW
Plandocument waarin vastgelegd
1) Provinciaal omgevingsplan (POP) 2009- 2013 en verordening (POV)
Datum vaststelling in Gedeputeerde Staten (GS) / Provinciale Staten (PS)
1) 29 januari 2014 besluit PS: toepassing PCR: geldt voor Eemsmond en Delfzijl m.u.v. uitbreiding bedrijventerrein ( doet gemeente zelf) 2) 29 januari 2014 besluit PS: beleidskader: saneren, opschalen en participatie, gebiedsfondsen 3) 29 januari 2014 besluit PS: Uitbreiding concentratiegebieden
Gedeelde visie provincie en gemeenten?
Delfzijl: ja Eemsmond: deels Veendam/ Menterwolde/Oldambt (in variant 6): nee
Hoe ruimtelijke reservering wordt geoperationaliseerd: De drie concentratiegebieden voor windenergie (op en direct nabij bedrijventerreinen Eemshaven, Delfzijl en langs de N33 (bij Veendam en Menterwolde)) zijn vastgelegd in de Provinciale Omgevingsverordening (artikel 4.13 en bijlage 11, kaart 5b). Op dit moment is ca. 380 MW gerealiseerd en is voor 69 MW vergunningen verleend op Delfzijl Noord, Schermdijk (63 MW) en 6 MW op de Eemshaven. Er zijn procedures gestart voor de N33 (RCR) en voor Delfzijl uitbreiding Zuid. Dit betreft (naar schatting) 100-115 MW en 48 MW, samen 148-163 MW. Voor Delfzijl Midden (bedrijventerrein Oosterhorn) is een bestemmingsplan in ontwikkeling waarin windenergie wordt meegenomen. Met de projectontwikkelaars in Oosterhorn is een overeenkomst vooraf afgesloten, waarin onder meer een bijdrage aan het gebiedsfonds, een opgave met betrekking tot saneren van solitaire turbines en tijdelijkheid wordt vastgelegd. Binnen een half jaar moeten er met de andere ontwikkelaars vergelijkbare overeenkomsten zijn gesloten. Knelpunten, risico’s en/of toelichting: 1) Strijd tussen ontwikkelaars m.b.t. locatie Eemshaven. Dit leidt tot vermindering draagvlak en vergroting van de problematiek en vertraging van de procedures. 2) Maximalisatie van invulling van gebieden: d.w.z. provincie wil zoveel mogelijk MW’s. Initiatiefnemers gaan voor hoogste winst. Dat kan in de praktijk betekenen dat ze vaak kiezen voor kleinere turbines (minder MW, wel meer winst). 3) Draagvlak: Eemshaven m.n. natuur en milieuorganisaties. Veendam/Menterwolde: gebrek aan draagvlak bij gemeenten en omwonenden. 4) Netinpassing. Maatregelen: Ad 1: Wordt op bestuurlijk niveau aan gewerkt. Ad 2: Provincie probeert vast te houden aan groot vermogen. Ad 3: Samenwerking met gemeentes / dorpsbelangen, natuur en milieuorganisaties, infoavonden over gebiedsfonds in concentratiegebieden Eemshaven en Delfzijl. Wens bij Rijk geuit om dit ook toe te passen bij de N33. Ad 4: Momenteel loopt pilot ”netplan” in Eemshaven om problemen op te lossen.
Pagina 20 van 53
Noord Schermdijk
62,5
Eemsmond
2-B Energy
6,15
Usquert
Perdok Windenergie
0,85
Bedum
Bos
0,9
De Marne
Hornhuizen, Ommerlanderweg
0,9
Eemsmond
Delta Noord
3,4
Veendam/ Menterwolde /Oldambt
N33
Delfzijl
Delfzijl uitbreiding
Eemsmond/Delfzijl
Invulling rest concentratiegebieden
rcr
Totaal: 925,7 MW
Indien van toepassing: Rijkscoördinatie (bron: Rijk)
ontbrekend
Delfzijl
voortraject
Project
ruimtelijke procedure
Gemeente
vergunningenprocedure
bouw in voorbereiding
Projectstatus: door RVO
gerealiseerd
Projecten
coördinatie (rcr\pcr\gcr)
|Definitief | Monitor Wind op Land | februari 2015
100 48 326 377
74,7
0
148
326
Voortgang proces: Voor windpark N33 (RCR) heeft het Rijk besloten ook de zogenaamde zesde variant in het MER te onderzoeken. Knelpunten, risico’s en/of toelichting: 1) Het Rijk heeft officieel de 6e variant opgenomen ( ingediend door provincie) in m.e.r. Maatregelen: Ad 1: De Planning is m.e.r. afronden in maart / april 2015 en SDE aanvragen in 2016.
Knelpunten/risico’s projecten: 1) Projecten met totaal aan 326 MW vermogen zijn in het voortraject waarbij niet duidelijk is waar deze in de Eemsmond en Delfzijl concreet zullen worden geplaatst en welke projectontwikkelaars de projecten mogen uitvoeren. De procedures van de verschillende projecten in deze concentratiegebieden lopen ofwel worden opgestart waarna later de beslissing volgt van het bevoegd gezag welke projecten in welke omvang hun doorgang kunnen hebben. De concentratiegebieden Eemsmond en Delfzijl vallen deels onder de PCR waarbij de provincie zich heeft gecommitteerd om het te behalen MW te realiseren in met name deze twee gebieden. Maatregelen: Ad 1: De provincie zullen de projecten onder de grote groep van 326 MW in het voortraject nader uitsplitsen zodra afstemming met de gemeente is geweest waar ze gepositioneerd zullen worden. Toelichting RVO bij afwijkende projectstatus: project
toelichting
n.v.t.
n.v.t.
Reactie Natuur en Milieu: Bouw in directe nabijheid waddenkust en natuurgebied mogelijk strijdig met Nb-wet. Gebied is krap begrensd dus geen mogelijkheid tot uitwijken waardoor kans groot is dat MW in dit gebied niet gehaald gaan worden.
Pagina 21 van 53
|Definitief | Monitor Wind op Land | februari 2015
Reactie NWEA: Invloed Natura 2000 c.q. Waddenzee; Invloed Barro in combinatie met Wadden / Natura 2000; bestaande turbines kunnen verminderde productie hebben door nieuwe plannen. Twee ontwikkelaars hebben plannen in het zelfde gebied (Eemsmond); onduidelijk is welk plan door kan gaan. Samenvatting en conclusie RVO: Doelstelling: 855,5 MW Verdeling over procesfasen: 377 MW is gerealiseerd 75 MW bouw in voorbereiding 148 MW in ruimtelijke e/o vergunningen procedure 326 MW in het voortraject Verdeling naar projectstatus: 452 MW 148 MW 326 MW
Op korte termijn heeft Groningen 53% van haar doelstelling gehaald. Ruim een derde van de projecten zit nog in het voortraject. Doordat bij het opstelling van deze monitor de concrete invulling van projecten in het voortraject nog niet geheel duidelijk was, ofwel pas later duidelijk zal worden, kan door RVO niet worden gesteld of de doorlooptijd van de projecten haalbaar is voor tijdige realisatie van de doelstellingen in 2020.
De provincie zelf beoordeelt (dec. 2014) dat circa driekwart van de projecten in het voortraject inmiddels verder is gevorderd doordat ofwel overeenstemming met gemeenten is bereikt, danwel voor een aanzienlijk deel de ruimtelijke procedure is gestart met het geven van de opdracht voor het maken van het bestemmingsplan en MER. Voor een ander deel is een samenwerkingsovereenkomst met ontwikkelaar gesloten. Voor de overige circa 80 MW heeft de provincie ofwel nog geen overeenstemming met gemeente bereikt, danwel is er nog discussie met ontwikkelaar of tussen ontwikkelaars onderling. Voor de volgende editie van deze monitor kan dit aanleiding geven voor RVO tot een herwaardering van de voortgang in de provincie Groningen.
Pagina 22 van 53
|Definitief | Monitor Wind op Land | februari 2015
Provincie
Zuid-Holland
Datum
nov-14
Afspraak
Aantal MW in 2020
Ruimtelijke reservering (bron: Provincie)
Capaciteit gereserveerd
735,5
MW
Ruim 900
MW
Plandocument waarin vastgelegd
1) Visie Ruimte en Mobiliteit (VRM), Verordening Ruimte
Datum vaststelling in Gedeputeerde Staten (GS) / Provinciale Staten (PS)
1) PS: 9 juli 2014
Gedeelde visie provincie en gemeenten?
Ja
Hoe ruimtelijke reservering wordt geoperationaliseerd: De opgave van 735,5 MW is opgenomen in de Visie Ruimte en Mobiliteit, locaties windenergie zijn opgenomen in de Verordening Ruimte. Er is voor ruim 900MW ruimte gereserveerd. De VRM en de Verordening ruimte zijn op 9 juli 2014 door Provinciale Staten vastgesteld. De uitvoeringsstrategie is opgenomen in het programma Ruimte. De provincie maakt afspraken met gemeenten en heeft convenanten afgesloten voor realisatie van locaties windenergie in Goeree Overflakkee, de Haven R’dam, en de stadsregio R’dam. De provincie sluit overeenkomsten met gemeenten die willen meewerken aan de realisatie van de locaties windenergie en die zelf de ruimtelijke inpassing en vergunningverlening van de locaties willen regelen. De provincie maakt in dat geval geen gebruik van de bevoegdheid tot coördinatie en besluitvorming omtrent de omgevingsvergunning en eventueel andere benodigde vergunningen waarvoor zij de bevoegdheden heeft op basis van de Elektriciteitswet. In 2014 zijn dergelijke overeenkomsten met de gemeenten Binnenmaas, Strijen, Cromstrijen, Zwijndrecht, Dordrecht, Katwijk, Gorinchem en Goeree ondertekend. De provincie hanteert bij het aangaan van de overeenkomsten een op dat moment te bepalen deadline, waarop de besluitvorming voor de betreffende locatie(s) windenergie bij de gemeente zover gevorderd is dat het ontwerp bestemmingsplan voor de realisatie van de windturbines ter inzage ligt of reeds heeft gelegen, of op grond van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht een (herroepelijke) omgevingsvergunning voor het realiseren van de windturbines is verleend. Gemeenten rapporteren halfjaarlijks over de voortgang. Mocht de gemeente de gekozen deadline niet halen dan zal de provincie de bevoegdheid met betrekking tot het verlenen van de omgevingsvergunning en het regelen van de ruimtelijke inpassing zelf toepassen. GS hebben in oktober 2014 besloten voor de gemeente Korendijk een PIP te maken, met gebruikmaking van de coördinatieregeling, overeenkomstig de in 2013 door PS vastgestelde Koepelstartnotitie Inpassingsplannen locaties windenergie. PS nemen hierover op 10 december een besluit. In de stadsregio Rotterdam is de provincie in gesprek over een aantal alternatieve locaties omdat niet aan de afspraken in het convenant kan worden voldaan met de huidige locaties. Knelpunten, risico’s en/of toelichting: 1) Geen medewerking van gemeenten / lokaal politiek draagvlak om de locaties te realiseren. Maatregelen: Ad 1: A: Vragen om bestuurlijk commitment van gemeenten en dit vastleggen in overeenkomsten. B: Als op enig moment bepaalde deadline geen ontwerp bestemmingsplan ter inzage ligt of herroepelijke vergunning gereed is, zal de provincie de realisatie overnemen als zij daarmee een versnelling in de uitvoering kan realiseren.
Pagina 23 van 53
Locatie Zuidwal
5
Uitbr. Landtong
6
Slufterdijk Zeewering MV2 hard
36
Zeewering MV2zacht
72
diverse sanering locaties
Stadsregio Rotterdam
Hoek van Holland
Stadsregio Rotterdam
Vlaardingen Groote lucht
Stadsregio Rotterdam
Cap. a/d IJssel Rivium
Stadsregio Rotterdam
Ridderkerk Reijerwaard
Stadsregio Rotterdam
Diverse projecten
-44,5 24 6 3 6,9 73,6
Goeree-Overflakkee Battenoert
12
Goeree-Overflakkee Hellegatsplein
12 143
Overig Zuid-Holland Zoetermeer Siemens
-1,5
Overig Zuid-Holland Den Haag Ceva
3
Overig Zuid-Holland Zoeterwoude Heineken
12
Overig Zuid-Holland Dordrecht Dortse Kil
9,2
Overig Zuid-Holland Cromstrijen Hogez.pold.
30
Overig Zuid-Holland Korendijk
15
Overig Zuid-Holland Diverse projecten Totaal: 847 MW
Indien van toepassing:
Voortgang proces:
Rijkscoördinatie
Knelpunten, risico’s en/of toelichting:
ontbrekend
16,5
Goeree-Overflakkee Meerdere projecten
(bron: Rijk)
voortraject
ruimtelijke procedure
Project
Havengebied Rotterdam Havengebied Rotterdam Havengebied Rotterdam Havengebied Rotterdam Havengebied Rotterdam Havengebied Rotterdam
vergunningenprocedure
Gemeente
bouw in voorbereiding
Projectstatus: door RVO
gerealiseerd
Projecten
coördinatie (rcr\pcr\gcr)
|Definitief | Monitor Wind op Land | februari 2015
114,8 293
78,5
28,7
36,9
409,9
n.v.t. 1) n.v.t. Maatregelen: Ad 1: n.v.t.
Pagina 24 van 53
|Definitief | Monitor Wind op Land | februari 2015
Knelpunten/risico’s projecten: 1) Geen lokaal politiek draagvlak. 2) Technische haalbaarheid van een aantal locaties waarbij de uitdagende planning is om een groot aantal windturbines (totaal 400 MW) in het jaar 2019 en 2020 te realiseren. 3) Onduidelijkheid over hoe RVOB met uitgifte gronden omgaat, wat met name geldt voor de omvangrijke windenergie-initiatieven op de Maasvlakte 2. 4) Voldoende beschikbaarheid SDE+ voor de jaren 2016, 2017 en 2018. Maatregelen: Ad 1: Duidelijke uitvoeringsstrategie: als het project technisch wel haalbaar is maar niet door de gemeente politiek wordt gedragen / geen toestemming komt, neemt de provincie de regie over. Ad 2: Vroegtijdig in gesprek met alle partijen inclusief rijk, en regievoering. Ad 3: Aangekaart bij het Rijk. Ad 4: Aangekaart bij het Rijk. Toelichting RVO bij afwijkende projectstatus: project
toelichting
Havengebied Rotterdam
grijs: convenant tussen Provincie, Gemeente, RCI, havenbedrijf Rotterdam.
Stadsregio Rotterdam
grijs: convenant tussen Provincies en betrokken gemeenten.
Reactie Natuur en Milieu: Reactie NWEA: Alleen opmerkingen/knelpunten op projectniveau Samenvatting en conclusie RVO: Doelstelling: 735,5 MW Verdeling over procesfasen: 293 MW is gerealiseerd 79 MW bouw in voorbereiding 66 MW in ruimtelijke e/o vergunningen procedure 410 MW in het voortraject Verdeling naar projectstatus: 391 MW 353 MW 103 MW
Op het moment dat alle projecten die nu in voorbereiding zijn, zijn gerealiseerd (inclusief vervanging/sanering) heeft de provincie haar doelstelling voor 47% gehaald. Bijna de helft van de projecten bevinden zich op dit moment in het voortraject. De provincie houdt de regie over de windontwikkelingen. Zowel met het Havengebied als met de Stadsregio Rotterdam heeft de Provincie een convenant afgesloten voor het behalen van de doelstelling in 2020. Met verschillende gemeenten binnen en buiten de convenantgebieden heeft de provincie inmiddels extra afspraken gemaakt. Wanneer de gemeenten niet aan de afspraken voldoen kan de provincie de regie overpakken. Hiermee zouden de meeste projecten tijdig de eindstreep kunnen halen. Omdat het overgrote deel van deze projecten zich nog in de voorfase bevinden, is het wel kritisch. In Zuid-Holland zien we dat het merendeel van de projecten naar verwachting van de provincie pas in 2020 gerealiseerd worden (zie figuur); van 2019 naar 2020 ruim 330 MW. Wanneer hierin een vertraging optreedt, wordt de doelstelling in 2020 niet gehaald. Het aantal MW in projecten in de provincie telt bij elkaar op tot ca. 847 MW. Dit is ruim boven de doelstelling van 735,5MW. Hierdoor is er enige speelruimte.
Pagina 25 van 53
|Definitief | Monitor Wind op Land | februari 2015
prognose realisatie (MW) 900 800 700 600 500 400 300 200 100 0 1-2014 1-2015 1-2016 1-2017 1-2018 1-2019 1-2020 1-2021 1-2022
Pagina 26 van 53
|Definitief | Monitor Wind op Land | februari 2015
Provincie
Noord-Holland
Datum
nov-14
Afspraak
Aantal MW in 2020
685,5
MW
Ruimtelijke reservering (bron: Provincie)
Capaciteit gereserveerd
685,5
MW
Plandocument waarin vastgelegd
1) Geactualiseerd uitvoeringsprogramma Structuurvisie NH 2040 2) Partiële herziening Structuurvisie Noord-Holland 2040 (SV NH 2040) 3) Provinciale Ruimtelijke Verordening (PRV) 4) Beleidskader Wind op land (Wol)
Datum vaststelling in Gedeputeerde Staten (GS) / Provinciale Staten (PS)
1) GS: 2/9/2014 PS: Voorzien 15/12/2014 2,3,4) SV, PRV en beleidskader WoL en het plan-MER; planning vaststelling GS: 2 december 2014 Cie. R&M: 11 december 2014 PS: 15 december 2014.
Gedeelde visie provincie en gemeenten?
Windpark Wieringermeer: ja Herstructurering WoL (HS WoL): deels / in voorbereiding
Hoe ruimtelijke reservering wordt geoperationaliseerd: Herstructurering (opgave buiten Wieringermeer): De Notitie Reikwijdte en Detail plan-MER is vastgesteld door GS. Het geactualiseerde Uitvoeringsprogramma SV NH 2040 is op 2 september vastgesteld in GS. In de Partiële herziening van de SV NH 2040 en de gewijzigde PRV is ruimte vastgelegd voor maximaal 685,5 MW. Verder zijn de herstructureringsgebieden aangewezen en borgt de provincie haar rol als bevoegd coördinerend en vergunningverlenend gezag. In het gewijzigde Beleidskader WoL is de Overgangsregeling WoL vastgelegd en zijn ruimtelijk-landschappelijke principes vastgelegd. Ook is het belang van participatie / draagvlak gearticuleerd. Alle stukken, inclusief de plan-MER HSWoL met inbegrip van het voorkeurs-alternatief en de Voorstudie Noord-Hollandse windlandschappen hebben t/m 07/11/2014 ter inzage gelegen. Het projectplan is gericht op realisatie van de herstructureringsopgave van 105,5 MW (ca. 165 MW bruto) binnen de randvoorwaarden en kent 3 sporen. In het ruimtelijk spoor is een voorkeursalternatief ontwikkeld dat 10 herstructureringsgebieden (met suggestiestroken) omvat en waarin de uitgangspunten van PS – gecombineerde aandacht voor leefomgeving en landschap- leidend zijn. Om te komen tot voldoende flexibiliteit in de uitvoering wordt een overmaat aan gebieden aangewezen: 1,5 à 2 maal de opgave. Het economisch spoor richt zich op inventarisatie van initiatieven die in kansrijke windgebieden liggen én economisch haalbaar zijn. Daartoe is een rekenmodel ontwikkeld en is per 1 sept. een windmakelaar actief. In het maatschappelijk spoor wordt in een transparant proces bestuurlijk en maatschappelijk draagvlak en (plan)participatie ontwikkeld. Op 02/12/2014 worden het beleidskader wol, de PRV en de SV behandeld in GS. Op 11 december volgt behandeling in de Commissie Ruimte en Milieu (Cie. R&M). Na beoogde vaststelling in PS op 15 december 2014 treedt begin 2015 het nieuwe beleid in werking en starten de gebiedsateliers, waarin samen met directe belanghebbenden het meest optimale scenario voor projectrealisatie in het betreffende zoekgebied wordt bepaald. Vertrekpunt voor de gebiedsateliers zijn de principeverzoeken die vanaf begin 2014 kunnen worden ingediend. Op 1 april wordt de regeling opengesteld en kunnen initiatiefnemers mede op basis van de uitkomsten van de gebiedsateliers een volledige aanvraag om een omgevingsvergunning indienen. Deze worden behandeld op volgorde van binnenkomst tot de provinciale taakstelling van 685,5 MW wind op land is bereikt. Begin april 2015 heeft de provincie naar verwachting een gedetailleerd beeld van de projecten waarmee de opgave gaat worden gerealiseerd. De provincie is vastbesloten om de bestuurlijke afspraken met het Rijk gericht op realisatie van 685,5 MW wind op land in 2020 na te komen en treedt op als vergunningverlenend bevoegd gezag onder toepassing van de provinciale coördinatieregeling (PCR). Pagina 27 van 53
|Definitief | Monitor Wind op Land | februari 2015
Knelpunten, risico’s en/of toelichting: 1) Regeling SDE+: De winddifferentiatie in de nieuwe SDE+ regeling doorkruist langlopende (principe)afspraken tussen windexploitanten. De nieuwe regeling zet business cases op de kop en frustreert daarmee voortgang en realisatie van herstructureringsplan in NH. Dit vormt aanleiding voor exploitanten om te kiezen voor 1-op-1 vervanging van hun staande turbines, waarmee het aantal potentieel beschikbare MW’s voor conversie in het HS-traject daalt. Tot nog toe zijn als gevolg hiervan voor het 43 MW verloren gegaan, dit kan oplopen tot 118 MW indien in de Wieringermeer de herstructureringsopgave niet wordt gerealiseerd. 2) Wieringermeer: De wijziging SDE+ in 2015 ten behoeve van winddifferentiatie leidt – ook onder toepassing van de overgangsregeling – tot een business case met minder rendement. Om dit op te vangen zetten de initiatiefnemers in op uitbreiding van de maximale termijn voor dubbeldraaien van 5 jaar + bouwtijd van 700 dagen naar 7 jaar + bouwtijd van 700 dagen. De verlenging van de dubbeldraaitermijn geeft een vertraging in het effect van de herstructurering – de sanering van windturbines – en draagt hierdoor niet bij aan het draagvlak voor windenergie. 3) Radarverstoring: Knelpunt als gevolg van cumulerende interferentie van WP Wieringermeer en WP Fryslân kan ook potentiële risico’s inhouden voor HS-gebieden daarbuiten. 4) Luchthavenindelingsbesluit (LIB): ontbreken van helderheid over wijziging van het LIB en de precieze impact daarvan op locaties in het Noordzeekanaalgebied en in de Haarlemmermeer kan leiden tot vertraging en/of verlaging van het potentieel vermogen door hoogtebeperking van windturbines ten gunste van radar en vliegveiligheid. 5) Draagvlak. Maatregelen:
Hollands Kroon
WP Wagendorp
Alkmaar
Liefting / Boekelermeer
Medemblik
WP Westfrisia (PIP)
Overige gebieden
Herstructureringsproces Noord-Holland
Totaal: 685,5 MW
rcr
ontbrekend
WP Wieringermeer
voortraject
Hollands Kroon
ruimtelijke procedure
Project
vergunningenprocedure
Gemeente
bouw in voorbereiding
Projectstatus: door RVO
gerealiseerd
Projecten
coördinatie (rcr\pcr\gcr)
Ad 1: De provincie heeft hierover een brief gestuurd aan de Minister van EZ. De beantwoording daarvan door de Minister gaat in de beleving van de provincie niet in op de inhoudelijke punten van het vraagstuk. Ad 2:GS de Minister van EZ hierover per brief hebben geïnformeerd, d.d. 15 juli 2014. Daarnaast hebben GS besloten een zienswijze in te dienen op het RIP windpark Wieringermeer waarin dit knelpunt aan de orde komt. Ad 3:Overleg met min. Defensie over WP Wieringermeer en beoogde herstructureringsgebieden. Ad 4:Overleg samen met gemeenten Amsterdam en Haarlemmermeer en betrokken instanties. Ad 5 Streven naar maximale transparantie door vergroten van bestuurlijke (gemeenten) en maatschappelijke betrokkenheid via bestuurlijk overleg, ronde tafel bijeenkomsten, keukentafel gesprekken, gebiedsateliers. De aanpak om draagvlak te creëren via plenaire gesprekken-/discussie werkt goed in NH en wordt door alle betrokkenen gewaardeerd. Waar de situatie om maatwerk vraagt volgen keukentafelgesprekken.
227 10 2
2
pcr
10,1 81,4 353
12
229
10,1
81,4
Pagina 28 van 53
|Definitief | Monitor Wind op Land | februari 2015
Indien van toepassing: Rijkscoördinatie (bron: Rijk)
Voortgang proces: Windpark Wieringermeer: RCR-procedure: de Milieueffectrapportage (MER) en het voorontwerp inpassingsplan (VOIP) zijn op 2 juli 2014 gepubliceerd. Het Ontwerp Inpassingsplan (RIP) gaat, met de benodigde onderliggende stukken, naar verwachting op 05/12/14 ter inzage (tot 15/12/2015). Rond Q1 2015 volgen naar verwachting de resterende stukken: ontheffing flora- en faunawet en ontheffing voor bouw binnen de omgevingswet (2e mandje). Conform artikel 3.28 WRO stelt Rijk de Provinciale Staten en gemeenteraden in de gelegenheid te reageren op het ontwerp-inpassingsplan. Na verwerking van de zienswijzen is de verwachting dat herroepelijke vergunning beschikbaar komt rond april/mei 2015 en aanvraag SDE+ in mei 2015. Er wordt rekening gehouden met een gang naar Raad van State, waarna rond okt/nov 2015 de vergunning en het RIP onherroepelijk zijn. Q1 2016 start bouw voor het deel NUON. Het deel van WCW en ECN start waarschijnlijk in 2017/2018. 2017 kan het eerste deel operationeel zijn. Knelpunten, risico’s en/of toelichting: 1) Toelichting: Van Windcollectief Wieringermeer (WcW), die hun bestaande solitaire windturbine willen herstructureren in het Windpark Wieringermeer, hebben 29 van de 34 leden een omgevingsvergunning ontvangen voor vervanging van hun huidige solitaire windturbine voor een windturbine van maximaal dezelfde afmetingen op dezelfde plaats. Tevens is voor 25 turbines begin oktober SDE+ aangevraagd. 2) WP Wagendorp ligt in plangebied Wieringermeer maar volgt separate ruimtelijke procedure. Maatregelen: Ad 1: Na ondertekening van het inpassingsplan zijn agrariërs gebonden aan deelname opschalingsproject. In RIP is opgenomen dat de solitaire molens na de vastgestelde periode van dubbeldraaien worden afgebroken.
Knelpunten/risico’s projecten: WP Wieringermeer: 1) Netinpassing: Het benodigde 150 KV station wordt in 2018 verwacht (aparte PCR NH). fase 1 bouw (NUON) kan via tijdelijke bypass Agriport. Daarna gaat het knellen op het net. 2) Verplaatsing zweefvliegveld: hiervoor ontheffing nodig van de geluidsnormen van nabijgelegen stiltegebied Amstelmeer. Dit moet vóór de verkiezingen PS omdat anders een risico op vertraging ontstaat. Maatregelen: Ad 1: Bewerkstelligen van een constructieve dialoog gericht op samenwerking van NUON en TenneT in de voorbereiding- en bouwfase om realisatie naar voren te halen. Ad 2: Provincie stuurt op tijdige verlening van de ontheffing. Toelichting RVO bij afwijkende projectstatus: Project
toelichting
WP Wieringermeer
donkergrijs: volgens huidige planning vindt realisatie voor 2020 plaats.
Reactie Natuur en Milieu: Reactie NWEA: Doordat provinciaal beleid lange tijd onduidelijk was, zijn projecten blijven liggen. Het saneringsbeleid van de provincie maakt realisatie van projecten moeilijk.
Pagina 29 van 53
|Definitief | Monitor Wind op Land | februari 2015
Samenvatting en conclusie RVO: Doelstelling: 685,5 MW Verdeling over procesfasen: 353 MW is gerealiseerd 12 MW bouw in voorbereiding 239 MW in ruimtelijke e/o vergunningen procedure 81 MW in het voortraject Verdeling naar projectstatus: 604 MW 0 MW 81 MW
De provincie heeft binnenkort 53% van haar doelstelling gerealiseerd. Met RCR-project Windpark Wieringermeer ligt over enkele jaren nog eens 33% bijdrage aan de doelstelling in het verschiet. De provincie voert een restrictief beleid voor windenergie op land met sterke ruimtelijke sturing en borging van maximaal 685,5 MW opgesteld vermogen in 2020. Gekoppeld aan het bereiken van die doelstelling zet de provincie zwaar in op een complexe herstructurerings- en opschalingsopgave, volgens een strikte set spelregels/criteria waaraan betrokken partijen moeten voldoen. Een aantal marktpartijen geeft aan grote onzekerheid te voelen over de kansen die het provinciale beleid hén biedt en de financiële haalbaarheid van de projecten binnen het kader van die opgave. Volgens de provincie zijn er ook marktpartijen die kansen zien om te komen tot aanvragen om een omgevingsvergunning die voldoen aan de herstructureringsvoorwaarden. RVO heeft in de praktijk in sommige gevallen op basis van een gemeentelijke vergunningverlening SDE+ toegekend aan een project waarvan GS richting gemeente/initiatiefnemers hebben gereageerd dat deze vergunning niet in rechte is verleend doordat deze in strijd was met de PRV. Bijvoorbeeld omdat de herstructureringsbepaling nog niet in werking was getreden, de locatie is gelegen in kwetsbaar gebied, of niet is voldaan aan de voorwaarden voor 1 op 1 vervangen, of een vergunning is verleend door een niet bevoegd gezag. Door deze reactieve aanwijzingen is een aantal projectinitiatieven alsnog geblokkeerd. Realisatie van de resterende 12% van de opgave, is afhankelijk van een positieve uitkomst in samenwerkings- en onderhandelingsproces tussen bestaande en nieuwe marktpartijen en de financiële haalbaarheid. De provincie zelf benadrukt dat GS, op basis een vertrouwelijke rapportage van de windmakelaar, het beeld hebben dat tijdig aan de opgave kan worden voldaan. Echter voor RVO is het, ondanks dat de provincie bereid is haar coördinerende bevoegdheden in te zetten, binnen de gegeven criteria die zijn opgelegd daarmee op dit moment niet duidelijk of Noord-Holland tijdig de doelstelling voor 2020 zal bereiken.
Pagina 30 van 53
|Definitief | Monitor Wind op Land | februari 2015
Provincie
Zeeland
Datum
nov-14
Afspraak
Aantal MW in 2020
570,5
MW
Ruimtelijke reservering (bron: Provincie)
Capaciteit gereserveerd
570,5
MW
Plandocument waarin vastgelegd
1) Omgevingsplan Zeeland
Datum vaststelling in Gedeputeerde Staten (GS) / Provinciale Staten (PS)
1) PS: 28 september 2012
Gedeelde visie provincie en gemeenten?
Ja
Hoe ruimtelijke reservering wordt geoperationaliseerd: De Provincie wil de turbines vooral plaatsen in de in het Omgevingsplan aangewezen locaties. Verder kunnen er turbines geplaatst worden op een aantal zogenaamde "overige locaties", die limitatief in het Omgevingsplan zijn aangegeven. Het betreft hier locaties met projecten die al in ontwikkeling waren op het moment dat besloten werd tot het concentratiebeleid. Knelpunten, risico’s en/of toelichting: 1) De Provincie en gemeente Veere hebben op Neeltje Jans voor een ruimtelijke reservering voor 54 MW gezorgd. Dit project zal waarschijnlijk niet volledig gerealiseerd worden omdat er onvoldoende SDE voor de geplande 6 MW turbines is. Een verlies van circa 24 MW dreigt. Maatregelen:
Winvast B.V.
2,3
Borssele
Zeeuwind
2,3
Borssele/ Vlissingen
Div projecten Sloegebied
Reimerswaal
Uitbreiding Kreekrak
Tholen
St Maartensdijk
2,3
Veere
Neeltje Jans Bouwdokken
54
ontbrekend
Borssele
voortraject
Project
ruimtelijke procedure
Gemeente
vergunningenprocedure
bouw in voorbereiding
Projectstatus: door RVO
gerealiseerd
Projecten
coördinatie (rcr\pcr\gcr)
Ad 1: SDE wel/niet aanpassen.
13,8 5
Vlissingen
2,3
SchouwenDuiveland
WP Krammer
Reimerswaal
Opschaling Bath
Veere
Mattenhaven Totaal: 572,6 MW
rcr
115 4 30 341,6
82
115
0
34
Pagina 31 van 53
|Definitief | Monitor Wind op Land | februari 2015
Indien van toepassing:
Voortgang proces:
Rijkscoördinatie
Knelpunten, risico’s en/of toelichting:
(bron: Rijk)
Vaststelling van het RIP zal begin 2015 plaatsvinden. 1) n.v.t. Maatregelen: Ad 1: n.v.t.
Knelpunten/risico’s projecten: 1) Maatregelen: Ad 1: Toelichting RVO bij afwijkende projectstatus: Project
toelichting
Neeltje Jans Bouwdokken
grijs: voor dit gebied was een ruimtelijke reservering gemaakt voor 54 MW. In verband met de SDE-systematiek is voor kleinere turbines dan oorspronkelijk voorzien SDE aangevraagd. In totaal voor 36 MW. De beoogde doelstelling wordt hiermee niet gehaald.
Opschaling Bath
grijs: proces netaansluiting wordt opgepakt samen met project in Brabant. Snelle realisatie is mogelijk.
Reactie Natuur en Milieu: Reactie NWEA: Samenvatting en conclusie RVO: Doelstelling: 570,5 MW Verdeling over procesfasen: 342 MW is gerealiseerd 82 MW bouw in voorbereiding 115 MW in ruimtelijke e/o vergunningen procedure 34 MW in het voortraject Verdeling naar projectstatus: 485 MW 58 MW 30 MW
65% (370 MW) van de doelstelling van provincie Zeeland is gerealiseerd of wordt op korte termijn gerealiseerd. 20% (115 MW) wordt met het Windpark Krammer (RCR) gerealiseerd. Ook dit wordt (ruim) voor 2020 verwacht. Hiermee heeft de provincie nog 15% van haar doelstelling te halen. De verwachting is dat de projecten Bath en Mattenhaven de eindstreep tijdig halen. Neeltje Jans blijft een vraagteken. Of er wordt 36 MW gerealiseerd (waar SDE+ voor is beschikt), waarmee er 24 MW niet wordt ingevuld en de provincie niet aan haar taakstelling zal voldoen (548,6 MW, in plaats van 570,5 MW). Of er wordt gezocht naar een andere invulling van dit project, met bijvoorbeeld 6 MW turbines. Of de provincie zoekt naar andere locaties.
Pagina 32 van 53
|Definitief | Monitor Wind op Land | februari 2015
Provincie
Friesland
Datum
feb-15
Afspraak
Aantal MW in 2020
530,5
MW
Ruimtelijke reservering (bron: Provincie)
Capaciteit gereserveerd
530,5
MW
Plandocument waarin vastgelegd
1) Structuurvisie Fryslân Windstreek 2014, IJsselmeer (nog niet in PS vastgesteld) 2) Besluit PS over omvang windenergie op land
Datum vaststelling in Gedeputeerde Staten (GS) / Provinciale Staten (PS)
1) Vaststelling in GS: 28 oktober 2014 2) Vaststelling in PS: 17 december 20147
Gedeelde visie provincie en gemeenten?
Nee. De gemeente Súdwest Fryslân wil dat de mogelijkheden voor windenergie op land en in het water tegelijkertijd worden afgewogen.
Hoe ruimtelijke reservering wordt geoperationaliseerd: In april 2014 is in de Tweede Kamer een motie aangenomen waarin de regering gevraagd wordt om de omvang van het windpark in het IJsselmeer te beperken tot 250 MW. In mei 2014 heeft minister Kamp aangegeven dat de provincie voor juli met alternatieve voorstellen kan komen en als de minister deze realistisch vindt dat de provincie tot 1 januari 2015 de tijd krijgt om dit planologisch in te vullen. PS heeft op 17 december 2014 besloten om 316 MW in het IJsselmeer danwel langs de Afsluitdijk te realiseren. PS heeft het ministerie van Economische Zaken verzocht om eerst de variant langs de Afsluitdijk te onderzoeken. Bij de kop van de Afsluitdijk blijft ruimte voor een park van 36 MW (opschaling van bestaande park bij Hiddum-Hou). Verder zijn niet-commerciële dorpsmolens alsnog toegestaan. De provincie heeft twee bedrijventerreinen bij Heerenveen als reservelocaties. Om verrommeling van het landschap tegen te gaan wil de provincie 65 MW (ca. 130 verouderde molens) saneren, waar dus extra locaties voor gezocht moeten worden. Hiertoe zal samen met partijen in de ‘mienskip’ een uitvoeringsorganisatie worden opgezet. Knelpunten, risico’s en/of toelichting: 1) Haalbaarheid van 316 MW in IJsselmeer vanwege: a. ecologische aspecten ( Natura 2000, bezwaren vanuit met name Waddenvereniging): dit kan tot vertraging leiden. b. bezwaren vanuit recreatiehoek (waterrecreanten en windturbines gaat niet goed samen, angst dat toeristen wegblijven vanwege uitkijken op windmolens. Maatregelen: Ad 1: Liggen niet op niveau van provincie, Rijk is bevoegd gezag (RCR). Echter als deel van de MW’s niet haalbaar is in het IJsselmeer dan zal reservelocatie Heerenveen met spoed dienen te worden ontwikkeld.
7
De Structuurvisie is niet door PS vastgesteld. Vaststelling wordt later in 2015 verwacht. Pagina 33 van 53
Súdwest Fryslân
Windpark Fryslân
Súdwest Fryslân
Kop Afsluitdijk
ontbrekend
Windpark Noordoostpolder
voortraject
Friese Meren
ruimtelijke procedure
Project
vergunningenprocedure
Gemeente
bouw in voorbereiding
Projectstatus: door RVO
gerealiseerd
Projecten
coördinatie (rcr\pcr\gcr)
|Definitief | Monitor Wind op Land | februari 2015
18 rcr
Totaal: 538 MW
316 36 168
18
352
*Eventuele sanering van 65 MW is in deze tabel nog niet verwerkt. Indien van toepassing:
Voortgang proces:
Rijkscoördinatie
Knelpunten, risico’s en/of toelichting:
(bron: Rijk)
SDE wordt aangevraagd in 2015 als alle stoplichten op groen staan, anders in 2016. 1) Maatregelen: Ad 1: -
Knelpunten/risico’s projecten: 1) zie boven Maatregelen: Ad 1: zie boven Toelichting RVO bij afwijkende projectstatus: project
toelichting
n.v.t.
n.v.t.
Reactie Natuur en Milieu: Indien alles op IJsselmeer: grote risico’s in verband met Natura 2000. Reactie NWEA: Onduidelijkheid over provinciaal ruimtelijk beleid. Samenvatting en conclusie RVO: Doelstelling: 530,5 MW Verdeling over procesfasen: 168 MW is gerealiseerd 18 MW bouw in voorbereiding 352 MW in het voortraject Verdeling naar projectstatus: 186 MW 0 MW 352 MW Als het deel van windpark NOP in Friesland is gebouwd heeft de provincie circa een derde van haar doelstelling gerealiseerd. De twee derde die nog gerealiseerd moet worden is nog niet zeker. De structuurvisie is nog niet vastgesteld in PS. Als er daadwerkelijk 65 MW wordt gesaneerd, zal er aan de bestaande projecten extra vermogen moeten worden toegevoegd of moet daartoe een nieuwe locatie worden ontwikkeld.
Pagina 34 van 53
|Definitief | Monitor Wind op Land | februari 2015
Provincie
Noord-Brabant
Datum
nov-14
Afspraak
Aantal MW in 2020
470,5
MW
Ruimtelijke reservering (bron: Provincie)
Capaciteit gereserveerd
470,5
MW
Plandocument waarin vastgelegd
1) Structuurvisie RO 2014 en de Provinciale Verordening Ruimte (PVR)
Datum vaststelling in Gedeputeerde Staten (GS) / Provinciale Staten (PS)
1) PS: 19 maart 2014
Gedeelde visie provincie en gemeenten?
Gedeeltelijk
Hoe ruimtelijke reservering wordt geoperationaliseerd: Het algemene beleid voor windenergie zoals opgenomen in de Structuurvisie RO, is vertaald naar de Verordening ruimte. Hierin zijn zoekgebieden aangegeven voor de plaatsing van windturbines met een aantal randvoorwaarden waaraan opstellingen moeten voldoen. Gemeenten zijn aan zet binnen de randvoorwaarden eigen beleid te bepalen en locaties aan te wijzen. Met de gemeenten in West-Brabant zijn afspraken gemaakt over te ontwikkelen locaties en het minimum vermogen dat gerealiseerd gaat worden. De gemeenten gebruiken hiervoor de gemeentelijke coördinatieregeling. Indien gemeenten in West-Brabant hun afspraak met de provincie niet nakomen, zal de provincie uiterlijk in 2015 (of eerder indien nodig) gebruik maken van haar bevoegdheid om de provinciale coördinatieregeling toe te passen. Windturbinelocaties buiten West-Brabant zijn allen vastgesteld door de gemeenteraden. Gemeenten zijn gestart met de plan- en besluitvorming. Met deze gemeenten zijn door de provincie geen afspraken gemaakt, maar komt de voortgang wel twee keer per jaar ter sprake tijdens het (bestuurlijk) regio-overleg. Toepassen van de provinciale bevoegdheid voor een PCR zal niet leiden tot een aanmerkelijke versnelling van voorbereiding en planprocedure. Knelpunten, risico’s en/of toelichting: 1) Regio West Brabant: afstemming verschillende projecten kost tijd. Langs A16 totaal >100 MW Maatregelen: Ad 1: Provincie betrokken bij voortgang. Provincie kan gebruik maken van haar bevoegdheid om de PCR toe te passen.
Pagina 35 van 53
Windpark Hazeldonk
8,1
Halderberge
WP de Beemden
10
Moerdijk
Sabinapolder
Moerdijk
WP Oud Dintel
16
Oirschot Oisterwijk
WP Kattenberg-Reedijk
9,6
Reusel de Mierden
Laarakkerdijk
10
Roosendaal
Roosendaalse Vliet
Steenbergen
AFC Dinteloord + WP Zuid-Dintel
Tilburg
Kraaiven, locatie van IFF te Tilburg
2,4
Tilburg
Kraaiven, locatie van Elho, Atlasstraat 11
2,5
Woensdrecht
Kabeljauwbeek
9
9 22,4
11,5
Den Bosch
De Brand
Bergen op Zoom / Moerdijk / Steenbergen / Oosterhout
Opschaling bestaande projecten + geplande projecten (binnen bod Regio West Brabant)
83,1
Projecten A16 (binnen Breda / Moerdijk / bod Regio West Drimmelen/ Zundert Brabant)
69,4
Diverse projecten
89,5
Indien van toepassing:
Voortgang proces:
Rijkscoördinatie
Knelpunten, risico’s en/of toelichting:
(bron: Rijk)
7,5
Midden- (oost-) Brabant
Totaal: 475,5 MW
ontbrekend
Breda
voortraject
Project
ruimtelijke procedure
Gemeente
vergunningenprocedure
bouw in voorbereiding
Projectstatus: door RVO
gerealiseerd
Projecten
coördinatie (rcr\pcr\gcr)
|Definitief | Monitor Wind op Land | februari 2015
115,5
99
11,5
7,5
242
n.v.t. 1) n.v.t. Maatregelen: Ad 1: n.v.t.
Knelpunten/risico’s projecten: 1) Maatregelen: Ad 1: -
Pagina 36 van 53
|Definitief | Monitor Wind op Land | februari 2015
Toelichting RVO bij afwijkende projectstatus: project
toelichting
Projecten West Brabant
grijs: overeenkomst tussen provincie en Regio West-Brabant staat ingrijpen via PCR toe.
Reactie Natuur en Milieu: Traag proces bij veel projecten. Reactie NWEA: Afspraak tussen Regio West-Brabant en provincie heeft nog niet tot gewenste versnelling geleid. In Industriegebied Moerdijk spelen veel conflicterende ruimtelijke belangen. Windparken in laagvliegroutes rondom vliegvelden van het Ministerie van Defensie kunnen radarproblemen veroorzaken. Samenvatting en conclusie RVO: Doelstelling: 470,5 MW Verdeling over procesfasen: 116 MW is gerealiseerd 99 MW bouw in voorbereiding 19 MW in ruimtelijke e/o vergunningen procedure 242 MW in het voortraject Verdeling naar projectstatus: 215 MW 172 MW 90 MW De provincie zal op korte termijn op 45% van haar doelstelling zitten. Ruim de helft van de projecten zit nog in de voorfase. Doordat de provincie met Regio West Brabant afspraken heeft gemaakt over het eventueel overpakken van de regie zou hiervoor realisatie tijdig gehaald kunnen worden. Het gaat hier onder andere om de projecten langs de A16 (circa 70 MW). Begin 2015 plannen provincie en gemeenten een aanpak gereed te hebben. Marktpartijen maken zich zorgen over de voortgang van deze projecten. Voor een kleine 20% is nog onzeker of de deadline gehaald wordt. De provincie houdt wel de vinger aan de pols. Voor sommige locaties verwacht de provincie dat er zelfs meer MW gerealiseerd kan worden dan in het overzicht is opgenomen. Hiermee is het totaal aan MW in projecten iets groter dan de provinciale doelstelling.
Pagina 37 van 53
|Definitief | Monitor Wind op Land | februari 2015
Provincie
Drenthe
Datum
nov-14
Afspraak
Aantal MW in 2020
285,5
MW
Ruimtelijke reservering (bron: Provincie)
Capaciteit gereserveerd
285,5
MW
Plandocument waarin vastgelegd
1) Gebiedsvisie 2) Actualisatie Omgevingsvisie 3) Regieplan
Datum vaststelling in Gedeputeerde Staten (GS) / Provinciale Staten (PS)
1) PS 23 juni 2013 2) PS 2 juli 2014 3) PS 24 september 2014
Gedeelde visie provincie en gemeenten?
Ja
Hoe ruimtelijke reservering wordt geoperationaliseerd: De gemeente Emmen heeft alsnog besloten de regie op zich te nemen voor de realisatie van 95,5 MW op haar grondgebied en hiervoor de planning te hanteren uit het Regieplan Windenergie Drenthe (vastgesteld door PS op 24/09/2014). In overleg met de provincie zijn afspraken gemaakt dat Emmen voor 01/12/2014 een ‘eigen’ regieplan oplevert, waarin een eerste selectie is opgenomen van kansrijke locaties. B en W Emmen heeft recentelijk dit regieplan vastgesteld en op 27 november 2014 heeft de Raad het Regieplan Windenergie Emmen aangenomen. Hiermee is de door PS op 24/9 vastgestelde verdeling van de 285,5MW bevestigd. Voor 1 juli 2015 moet de gemeente de definitieve locaties aanwijzen, in totaal voor 95,5 MW. Gemeente Emmen geeft als randvoorwaarden voor invulling windenergie clusters van minimaal 5 windturbines, afstand woonbebouwing minimaal 1.100 meter en minimaal 3MW per windturbine. De Drentse milieufederatie en NLVOW werken nauw mee bij de nadere invulling. In Coevorden ( 40 MW, waarvan 13 MW gerealiseerd) zijn in de structuurvisie twee gebieden aangewezen, die overeenkomen met de Gebiedsvisie van de provincie. Windpark Drentse Monden en Oostermoer (RCR): De initiatiefnemers hebben een concept Voorkeurs Alternatief opgesteld (VKA). Hierover vindt nog bestuurlijk overleg plaats. Het besluit over de grote van het park (150 MW of 185,5 MW) ten aanzien van het totale vermogen en het aantal turbines is voor 1 januari 2015 bekend. Omdat gemeenten Coevorden en Emmen samen 135,5 MW realiseren zal de omvang van het windpark worden begrensd op 150 MW. Knelpunten, risico’s en/of toelichting: 1) Ruimtelijke inpassing Windpark Drentse Monden en Oostermoer. 2) Dialoog binnen Windpark Drentse Monden en Oostermoer tussen overheden, initiatiefnemers en omwonenden. Globaal bekend wat de planning voor het park is, niet in beeld wat participatie wordt voor omwonenden. Maatregelen: Ad 1: Dit is niet aan de provincie, verantwoordelijkheid van Rijk (RCR). Ad 2: Dit is niet aan de provincie, verantwoordelijkheid van Rijk (RCR).
Pagina 38 van 53
Coevorden
Europark
Aa en Hunze / Borger Odoorn
Drentse Monden – Oostermoer
Emmen
Projecten gebiedsvisie*
Coevorden
Europark en Weijerswold Totaal: 287,5 MW
ontbrekend
Europark
voortraject
Coevorden
ruimtelijke procedure
Project
vergunningenprocedure
Gemeente
bouw in voorbereiding
Projectstatus: door RVO
gerealiseerd
Projecten
coördinatie (rcr\pcr\gcr)
|Definitief | Monitor Wind op Land | februari 2015
9 2 rcr
150 95,5 18 13
9
2
150
113,5
* Voorstel B en W Emmen aan de raad om dit voor 1 juli 2015 nader in te vullen in dialoog met de bevolking en vast te leggen in een structuurvisie. Daarnaast hanteert de gemeente nog 4 reserve locaties, die volwaardig in de structuurvisie en dialoog meedoen. Indien van toepassing: Rijkscoördinatie (bron: Rijk)
Voortgang proces: Windpark Drentse Monden en Oostermoer: Voor dit windpark wordt waarschijnlijk in 2016 SDE+ aangevraagd. Knelpunten, risico’s en/of toelichting: 1) Maatregelen: Ad 1: -
Knelpunten/risico’s projecten: 1) Maatregelen: Ad 1: Toelichting RVO bij afwijkende projectstatus: project
toelichting
Drentse Monden - Oostermoer
grijs: Ondanks positieve planning RCR is de kleurcodering niet veranderd, wegens moeizame afstemming tussen overheden, initiatiefnemers en omwonenden.
Reactie Natuur en Milieu: Reactie NWEA: Aanvraag SDE+ later voorzien dan in Rijksplanning. Netaansluiting is nog niet goed in beeld. Samenvatting en conclusie RVO: Doelstelling: 285,5 MW Verdeling over procesfasen: 13 MW is gerealiseerd 9 MW bouw in voorbereiding 152 MW in ruimtelijke e/o vergunningen procedure 114 MW in het voortraject
Pagina 39 van 53
|Definitief | Monitor Wind op Land | februari 2015
Verdeling naar projectstatus: 22 MW 152 MW 114 MW
In Drenthe staat op korte termijn 22 MW opgesteld vermogen; dit is 8% van de doelstelling. 92% van de projecten bevinden zich nog in het voortraject of in de ruimtelijke procedure van de RCR. Op dit moment is er twijfel of de gehele doelstelling tijdig wordt gehaald. Zo is er bij RCR Drentse Monden – Oostermoer sprake van grote, georganiseerde weerstand van omwonenden. Het is positief dat Emmen is gestart met de GCR, in samenwerking met NLVOW. Maar de gemeente zal een strakke regie moet houden op het proces om de doelstelling tijdig te kunnen realiseren. Op dit moment zijn de exacte locaties voor windparken nog niet duidelijk.
Pagina 40 van 53
|Definitief | Monitor Wind op Land | februari 2015
Provincie
Gelderland
Datum
nov-14
Afspraak
Aantal MW in 2020
Ruimtelijke reservering (bron: Provincie)
Capaciteit gereserveerd
230,5
MW
Minimaal 230,5
MW
Plandocument waarin vastgelegd
1) Omgevingsvisie/-verordening en 2) Windvisie
Datum vaststelling in Gedeputeerde Staten (GS) / Provinciale Staten (PS)
1) Omgevingsvisie: PS: 9 jul. 2014 Omgevingsverordening: PS: 24 sep. 2014 2) Windvisie: GS: 2 sep. 2014 PS: vastgesteld op 12 nov. 2014
Gedeelde visie provincie en gemeenten?
Gedeeltelijk; De windvisie is tot stand gekomen met akkoord van gemeenteraden. Alleen Zevenaar is tegen, daar een PIP op basis van de CHW/EW. Met aantal gemeenten loopt nog overleg over draagvlak en regie.
Hoe ruimtelijke reservering wordt geoperationaliseerd: De provincie faciliteert een zoekproces voor gemeenten/regio's om tot goede locaties te komen. Traject Omgevingsvisie/-verordening: PS hebben de Omgevingsvisie (hoofdlijnen) op 9 juli 2014 vastgesteld. De Omgevingsverordening (regels) is op 24 september 2014 vastgesteld. Windvisie: De provincie Gelderland heeft gezocht naar locaties voor windenergie met draagvlak bij gemeenten. Deze zijn vastgelegd in de “Windvisie provincie Gelderland”, een eerste uitwerking van de Omgevingsvisie. Voor deze windvisie is ook een MER gemaakt, waarin de locaties op milieuaspecten zijn beoordeeld. De windvisie omvat 21 locaties (voorkeursalternatief), met een totaal vermogen van 231,6 MW. De Windvisie is op 12 november 2014 door PS vastgesteld. PS hebben via een amendement vastgesteld dat voor alle projecten, genoemd in de windvisie, alleen provinciale inzet dan wel medewerking wordt verleend als er draagvlak bestaat voor het project bij betrokken gemeenten. Dit houdt in dat wanneer gemeenten, op verzoek van een initiatiefnemer, niet mee willen werken aan de totstandkoming van een windpark, de provincie dat ook niet zal doen. De provincie is bereid om indien gevraagd door de betreffende gemeente voor locaties voor windenergie die in de Windvisie zijn opgenomen een inpassingsplan te maken. De provincie ondersteunt gemeenten, initiatiefnemers maar vooral burgerinitiatieven actief in de verdere ontwikkeling van windparken o.a. door facilitering van Community of Practice (CoP), procesondersteuning, inzet ROM3D, voorfinanciering van onderzoeken e.d. In de Windvisie is ook een zestal kansrijke locaties voor extra ontwikkeling genoemd, die nog niet ruimtelijk kunnen worden vastgesteld, maar waar de provincie actief samen met betreffende gemeente opwekking van windenergie wil proberen tot stand te brengen. Deze locaties zijn opgenomen met een potentieel vermogen van 133,2 MW. Daarnaast heeft de provincie een aantal niet nader te benoemen ‘reservelocaties’ achter de hand. Om realisatie van gemeentelijke/regionale doelstellingen en overig gedragen (burger)initiatieven buiten de vastgestelde locaties (en uitsluitingsgebieden) te faciliteren, is door de provincie aanvullend beleid geformuleerd dat realisatie van windmolens (waaronder ook solitaire molens) mogelijk maakt. De beoordeling of solitaire windturbines passend zijn laat de provincie aan de betreffende gemeente. Knelpunten, risico’s en/of toelichting: 1) In de strategie van de provincie is de ontwikkeling van windplannen afhankelijk gemaakt van draagvlak bij gemeenten. Eerder is gebleken dat verkiezingen van grote invloed kunnen zijn op de continuïteit van staand beleid. Maatregelen: Ad 1:Eind 2015 zal de provincie de windvisie actualiseren. Nieuwe locaties kunnen worden toegevoegd en locaties die niet haalbaar zijn gebleken kunnen worden verwijderd. Afhankelijk van de voortgang kunnen aanvullende maatregelen worden voorgesteld. Pagina 41 van 53
Gemeente
Project
Ede
WP A30
6,8
Montferland/Oude IJsselstreek
Netterden-Azewijn
12
Oude IJsselstreek
Den Tol
33
Geldermalsen
Windpark AVRI
7,2
Oldebroek
Hattemerbroek
12
Zevenaar
Bijvanck
Nijmegen
De Grift
Overbetuwe
Rietkampen/Oosterhout
Wageningen
Havengebied
7,2
Arnhem
Kleefsewaard
9,6
Zaltbommel
Spoor A2
Harderwijk
Uitbreiding Lorentz
7,2
Neerijnen
Knooppunt Deil
30
Nijmegen
3 locaties
pcr
Totaal: 231,8 MW
Indien van toepassing:
Voortgang proces:
Rijkscoördinatie
Knelpunten, risico’s en/of toelichting:
ontbrekend
voortraject
ruimtelijke procedure
vergunningenprocedure
bouw in voorbereiding
Projectstatus: door RVO
gerealiseerd
Projecten
coördinatie (rcr\pcr\gcr)
|Definitief | Monitor Wind op Land | februari 2015
12 10 8
8
16,8 52
51,8
0
41,2
86,8
n.v.t. 1) n.v.t. Maatregelen:
(bron: Rijk)
Ad 1: n.v.t.
Knelpunten/risico’s projecten: 1) Bij Bijvanck, Rietkampen/Oosterhout, Spoor A2 en 3 locaties is draagvlak bij gemeente nog niet voldoende. 2) Havengebied: RWS heeft streep door project gehaald als gevolg van belemmering vanuit beleid ‘Ruimte voor de rivier’. Wageningen geeft aan dat er binnen de gemeente, mede op basis van de uitgevoerde quick scan, geen alternatieve locaties zijn, waarvoor voldoende draagvlak is. Maatregelen: Ad 1:
Ad 2:
Bijvanck krijgt een status aparte in de windvisie. Hiervoor wordt een provinciaal inpassingsplan gemaakt. Voor de Rietkampen/Oosterhout wordt in samenwerking tussen gemeente en provincie een maatwerk oplossing met het buurtschap Reeth verkend. Voor Spoor A2 bekijkt de gemeenteraad in 2016 of het behalen van haar energiedoelstelling het noodzakelijk maakt om windenergie te ontwikkelen. Voor de drie locaties in Nijmegen is nog geen duidelijke strategie voor handen. De gemeente Nijmegen wil eerst De Grift ontwikkelen. RWS is gebonden aan uitvoering van het beleid van IenM. De provincie gaat het dilemma hoogwaterveiligheid tegenover energiedoelstellingen bespreken met het min. IenM.
Pagina 42 van 53
|Definitief | Monitor Wind op Land | februari 2015
Toelichting RVO bij afwijkende projectstatus: project
toelichting
Hattemerbroek
lichtgrijs: Minimale tijd voor ruimtelijke procedure en draagvlakprobleem bij gemeente.
Knooppunt Deil
grijs: Er is een intentieovereenkomst tussen overheden en de 5 initiatiefnemers. Landschappelijke visie (basis VKA MER) en samenwerkingsovereenkomst (onderlegger voor anterieure overeenkomst) wordt eind 2014 verwacht. Men werkt aan constructie met 1 rechtspersoon. Ruimtelijke procedure start Q1 2015.
Reactie Natuur en Milieu: Reactie NWEA: Besluit van PS werkt negatief door op ontwikkeling van windplannen. Verdere opmerkingen hebben betrekking op projectniveau. Samenvatting en conclusie RVO: Doelstelling: 230,5 MW Verdeling over procesfasen: 52 MW is gerealiseerd 52 MW bouw in voorbereiding 41 MW in ruimtelijke e/o vergunningen procedure 87 MW in het voortraject Verdeling naar projectstatus: 111 MW 52 MW 69 MW
Op korte termijn zal de provincie 45% van haar doelstelling hebben behaald. Voor zo’n 30% van de projecten moet er veel gebeuren om de deadline te halen. Het besluit van PS om alleen medewerking te verlenen aan het opstellen van een PIP als er gemeentelijk draagvlak is, maakt ontwikkeling van windplannen moeilijk. Hierdoor komt een aantal gemeenten terug op eerdere voornemens om mee te werken aan realisatie van windparken. In een enkel geval wordt het beleid zo uitgelegd dat er ook draagvlak van betrokken buurgemeenten benodigd is. De provincie faciliteert gemeenten desgevraagd met kennis en onderzoek. De projecten in het overzicht zijn opgenomen in de Windvisie. In de Windvisie heeft de provincie ook alternatieve gebieden benoemd. Daarnaast heeft de provincie niet nader aan te duiden reservegebieden achter de hand. Door het besluit van Provinciale Staten loopt de provincie het risico dat een deel van de doelstelling niet tijdig wordt gehaald.
Pagina 43 van 53
|Definitief | Monitor Wind op Land | februari 2015
Provincie
Limburg
Datum
nov-14
Afspraak
Aantal MW in 2020
Ruimtelijke reservering (bron: Provincie)
Capaciteit gereserveerd
95,5
MW
95,5 – 120
MW
Plandocument waarin vastgelegd
1) Provinciaal Omgevingsplan Limburg (POL) § 5.5.5
Datum vaststelling in Gedeputeerde Staten (GS) / Provinciale Staten (PS)
1) GS heeft op 6 mei 2014 het ontwerpPOL vastgesteld. Verwachte datum vaststelling door PS is 12 dec. 2014.
Gedeelde visie provincie en gemeenten?
Gedeeltelijk: Gedeeld, afgestemd en formeel traject van zienswijzen. Niet alle gemeenten willen locaties.
Hoe ruimtelijke reservering wordt geoperationaliseerd: Er gaat een uitwerking plaatsvinden van de gebieden die zijn geduid in het POL. De te zetten stappen zijn: 1. Opstellen projectplan heden- januari 2015. Een provinciale projectgroep stelt een plan van aanpak op voor de operationalisering van het beleid zoals verwoord in het POL. Een schets van de aanpak is op 9 oktober 2014 gesondeerd aan de Provinciale Statencommissie voor Economie, Bestuur en Duurzaamheid. De opgave van 95,5 MW wil de commissie aangaan, maar beschouwt dat ook als bovengrens voor windenergie in Limburg. Er is een meerderheid te vinden voor de voorgestelde aanpak waarbij de gemeenten de regie kunnen nemen in het planologisch proces maar met een regisserende en ondersteunende rol van de Provincie. Bij het ontbreken van gemeentelijk regie zal de Provincie deze procesrol overnemen. Het uitgangspunt dat de omgeving naast lasten ook lusten krijgt, is bevestigd en ook dat het primaat voor de keuze voor locaties ligt bij de gemeente/provincie waarbij de markt volgend is. Op 4 december 2014 zal met gemeente bestuurders gesproken worden over deze aanpak en hun inzet bij de opgave windenergie. 2. Uitrol plan van aanpak; 2015. In 2015 zal worden gestart met een locatieonderzoek. Dit wordt vervolgd met een nadere haalbaarheidsstudie. Tevens zullen de voorwaarden en borging van het profijtplan nader worden uitgewerkt en wordt de ondersteuningsstructuur voor gemeenten vormgegeven. Communicatie zal ook een nadrukkelijke plek krijgen, met een rol voor zowel provincie, gemeenten als ook de markt. Gemeentelijke bestuurders worden meegenomen in het proces en zullen in mei, september en december 2015 bij elkaar worden geroepen om de voortgang te bespreken en hun rol en gewenste sturing in de opgave helder te krijgen. In december 2015 moet ook het standpunt van de gemeenteraad in dit dossier geduid zijn en zullen samenwerkingsovereenkomsten (gemeente-provincie) worden getekend. 3. Start planologische procedures. Vanaf 2016 zal met markt en gemeenten gestart worden met de invulling van locaties. 4. Bouw turbines najaar 2018-einde 2020. Knelpunten, risico’s en/of toelichting: 1) Het draagvlak is politiek en maatschappelijk fragiel. Nut en noodzaak discussie is aan de orde alsmede de vraag of de maatschappelijke kosten aanvaardbaar zijn. Daarentegen werken een aantal gemeenten proactief aan de totstandkoming van windenergie in hun gemeente. Met deze koplopers wordt aan een partnerschap gewerkt en wordt beleid intensief afgestemd. 2) Beschikbare ruimte door veel verspreid liggende woningbouw, radar en vliegvelden. Dit beeld is bevestigd in de uitgevoerde plan-MER voor het POL-2014. Limburg wordt gekenmerkt door veel verspreid liggende woningbouw, waardoor aaneengesloten belemmeringsvrije gebieden ontbreken. Daar waar woningen ontbreken is veelal sprake van natuurgebieden. Tevens liggen er een groot aantal vliegvelden in, maar vooral aan de grens van Limburg (luchthaven Maastricht-Aachen, luchthaven Budel, vliegbasis Volkel, vliegbasis de Peel, luchthaven Weeze (D), vml. vliegbasis Brüggen (D) en vliegbasis Geilenkirchen (D)). De radar en ICHS van Geilenkirchen is reden voor het afhaken van een initiatief in de gemeente Landgraaf. Hoewel een deel van de vliegvelden niet actief meer zijn, gelden nog wel de ruimtelijke beperkingen Pagina 44 van 53
|Definitief | Monitor Wind op Land | februari 2015
voor funnel en ICHS. De radar van Volkel is een dreiging omdat een groot deel van het toetsingsvlak over Limburg ligt. Verder is er een dreigende beperking voor het laagvlieggebied in Midden-Limburg. Vooralsnog reageert Defensie positief op initiatieven aan de randen hiervan. 3) Interesse markt: de markt investeert daar waar het rendement het hoogst is. De ongedifferentieerde SDE+ gaf geen prikkel voor investeringen in het windarme Limburg. Het jaar 2014 kenmerkt zich door een toenemende marktinteresse. Het vernieuwde provinciale beleid en de voorziene differentiatie van de SDE+ kunnen daar debet aan zijn. Vooralsnog zijn niet alle gemeenten voorbereid om een verzoek van de markt te kunnen beoordelen. Het ontbreekt nog aan een visie of bestaande visies sluiten opstellingen uit. In 2015 zal helderheid komen over locaties die eind dat jaar zullen worden gecommuniceerd met de markt. Maatregelen:
Divers
Overige Totaal: 50,3 MW
Indien van toepassing:
Voortgang proces:
Rijkscoördinatie
Knelpunten, risico’s en/of toelichting:
(bron: Rijk)
ontbrekend
5e turbine WP Neer
voortraject
Leudal
ruimtelijke procedure
Project
vergunningenprocedure
Gemeente
bouw in voorbereiding
Projectstatus: door RVO
gerealiseerd
Projecten
coördinatie (rcr\pcr\gcr)
Ad 1: Communicatie, bestuurlijk overleg en het toepassen van het profijtbeginsel (lasten èn lusten in het gebied van plaatsing), voorzien in 2015. Ad 2: Onderzoek conform plan van aanpak. Er is geïnvesteerd in een GIS-applicatie om het keuzeproces voor locaties te ondersteunen en initiatieven te toetsen. Deze applicatie zal in 2015 verder worden ontwikkeld en toegepast. Ad 3: Differentiatie SDE (zoals voorzien) en helderheid in de beleidsuitgangspunten van gemeenten/provincie voor realisatie en locaties. Dit is voorzien voor het jaar 2015.
2,3 33 15
2,3
33
45,2
n.v.t. 1) n.v.t. Maatregelen: Ad 1: n.v.t.
Knelpunten/risico’s projecten: 1) Maatregelen: Ad 1: Toelichting RVO bij afwijkende projectstatus: project
toelichting
n.v.t.
n.v.t
Pagina 45 van 53
|Definitief | Monitor Wind op Land | februari 2015
Reactie Natuur en Milieu: Reactie NWEA: Conclusie RVO: Doelstelling: 95,5 MW Verdeling over procesfasen: 15 MW is gerealiseerd 2 MW in ruimtelijke e/o vergunningen procedure 33 MW in het voortraject 45 MW ontbreekt in de planning Verdeling naar projectstatus: 15 MW 2 MW 78 MW
In Limburg staat 15 MW opgesteld vermogen; 16% van de doelstelling. Ruim 80% van de doelstelling is nog uiterst onzeker. Voor bijna de helft van de doelstelling zijn zelfs geen projecten. De provincie spant zich in om de doelstelling te halen en bereidt afspraken met gemeenten voor.
Pagina 46 van 53
|Definitief | Monitor Wind op Land | februari 2015
Provincie
Overijssel
Datum
nov-14
Afspraak
Aantal MW in 2020
Ruimtelijke reservering (bron: Provincie)
Capaciteit gereserveerd
85,5
MW
Minimaal 85,5
MW
Plandocument waarin vastgelegd
1) Herziene Omgevingsvisie (pag. 130, 131) en –verordening (bijlage 7,8) 2) Kaart beleidsvisie NoordoostOverijssel: beleidsinformatie mei 2013 nr. 12295359
Datum vaststelling in Gedeputeerde Staten (GS) / Provinciale Staten (PS)
1) PS: 3 juli 2013
Gedeelde visie provincie en gemeenten?
De provincie zit met het merendeel van de gemeenten op één lijn.
Hoe ruimtelijke reservering wordt geoperationaliseerd: De Omgevingsvisie Overijssel beschrijft de ruimtelijke kaders voor windenergie en de rol van de provincie. In Overijssel wordt daartoe onderscheid gemaakt in de volgende gebieden: 1. Kansrijke zoekgebieden; ten noorden van de Vecht, tussen Staphorst-Zwolle en Hardenberg. In deze gebieden maakt de provincie prestatieafspraken met gemeenten voor de bovenlokale ontwikkeling van windenergie. 2. Uitgesloten gebieden: de Ecologische hoofdstructuur, de nationale Parken en de Nationale Landschappen. 3. Overige gebieden: (o.a. grotere bedrijventerreinen (groter dan 40ha) en langs infrastructuur) zijn initiatieven ter plekke mogelijk indien er sprake is van een goed landschappelijk ontwerp conform de gebiedskenmerken. Het beleid gaat alleen over grote windmolens met een minimaal vermogen van 2 MW. In de groene omgeving (in het buitengebied) worden windmolens geplaatst in een windpark dat bestaat uit minimaal vier windmolens (op bedrijventerreinen geldt deze eis niet). Voor elke situatie, windmolens in het buitengebied en op bedrijventerreinen, geldt het uitgangspunt van een goed landschappelijk ontwerp conform de gebiedskenmerken. De provincie legt het initiatief bij de gemeenten in verband met draagvlak. De provincie is van mening dat het al dan niet medewerking verlenen aan initiatieven die zijn gelegen in de “overige gebieden” op lokaal niveau dient te worden afgewogen. De provincie faciliteert initiatieven uit de markt en de maatschappij. Behalve in ”kansrijke zoekgebieden” is de provincie terughoudend in het verlenen van medewerking aan verzoeken tot het opstellen van een inpassingsplan. In bestuurlijk overleg tussen is provincie en betrokken gemeenten besloten dat de provincie in de gemeenten Dalfsen, Staphorst en Enschede een actieve (faciliterende) rol krijgt om versnelling in planuitwerking te bewerkstelligen. NB Vanuit het programma Nieuwe Energie Overijssel wordt ingezet op het bereiken van 20% hernieuwbare energie in 2020. Deze visie biedt sinds kort ook ruimte voor lokale initiatieven. In december volgt een Provinciale Statenbrief waarin met goedkeuring van PS een aantal beleidsvarianten voor de periode 2016 – 2020 zijn uitgewerkt op effecten, waar onder hinder. In één van de varianten zal worden gerekend met uitbreiding van mogelijkheden voor windinitiatieven. Knelpunten, risico’s en/of toelichting: 1) Maatregelen: Ad 1: -
Pagina 47 van 53
Deventer
A1
Ommen
Hardenberg
Diverse
12 5
Sanering/Opschaling Spoorwind (Hopieve) Veenwieken A (vh. De Driehoek; samen met Hardenberg) – Provinciaal Inpassings Plan (PIP) Veenwieken B (vh. Boven de Driehoek; samen met Ommen – Gemeentelijke Coördinatie Regeling)
Staphorst
3
pcr
15
gcr
15
Diverse Totaal: 96,6 MW
Indien van toepassing:
Voortgang proces:
Rijkscoördinatie
Knelpunten, risico’s en/of toelichting:
(bron: Rijk)
ontbrekend
Haatlanden
voortraject
Kampen
ruimtelijke procedure
Project
vergunningenprocedure
Gemeente
bouw in voorbereiding
Projectstatus: door RVO
gerealiseerd
Projecten
coördinatie (rcr\pcr\gcr)
|Definitief | Monitor Wind op Land | februari 2015
21 25,6
17
33
0
21
n.v.t. 1) n.v.t. Maatregelen: Ad 1: n.v.t.
Knelpunten/risico’s projecten: 1) Maatregelen: Ad 1: Toelichting RVO bij afwijkende projectstatus: project
toelichting
Veenwieken A+B
donkergrijs: Veenwieken B loopt gelijk op met Veenwieken A en wordt gecoördineerd.
Reactie Natuur en Milieu: Reactie NWEA: -
Pagina 48 van 53
|Definitief | Monitor Wind op Land | februari 2015
Samenvatting en conclusie RVO: Doelstelling: 85,5 MW Verdeling over procesfasen: 26 MW is gerealiseerd 17 MW bouw in voorbereiding 33 MW in ruimtelijke e/o vergunningen procedure 21 MW in het voortraject Verdeling naar projectstatus: 73 MW 3 MW 21 MW
De provincie heeft binnenkort 50% van haar doelstelling gerealiseerd. Volgens het huidige beeld zal daar met coördinatieproject de Veenwieken (30 MW) over enkele jaren zonder veel problemen nog eens 35% aan kunnen worden toegevoegd. Voor de resterende 15% moet nog veel werk worden verzet om de deadline in 2020 tijdig te kunnen halen. Daarbij maken we de positieve kanttekening dat er in het gepresenteerde projectenoverzicht nog ruim 11 MW (13%) aan overcapaciteit aanwezig is.
Pagina 49 van 53
|Definitief | Monitor Wind op Land | februari 2015
Provincie
Utrecht
Datum
nov-14
Afspraak
Aantal MW in 2020
65,5
MW
Ruimtelijke reservering (bron: Provincie)
Capaciteit gereserveerd
65,5
MW
Plandocument waarin vastgelegd
1) Provinciale Ruimtelijke Structuurvisie (PRS) 2013-2028 en Provinciale Ruimtelijke Verordening (PRV) 2013
Datum vaststelling in Gedeputeerde Staten (GS) / Provinciale Staten (PS)
1) PS: 4 februari 2013 Herziening in jan. 2014; in november 2014 vastgesteld
Gedeelde visie provincie en gemeenten?
Gedeeltelijk
Hoe ruimtelijke reservering wordt geoperationaliseerd: In januari 2014 is de structuurvisie partieel herzien met de opname van een windenergie locatie te Vianen. Parallel hieraan is het bestemmingsplan ontwikkeld en inmiddels vastgesteld. Bij de herziening november 2014 is de specifieke aanduiding voor een locatie in de gemeente Utrecht verwijderd, maar laat de structuurvisie de komst van turbines nog wel toe. Ter compensatie zijn ontwikkelgesprekken gaande over andere locaties. Op dat moment biedt de structuurvisie voldoende zoekgebieden voor de opgave van 65,5 MW. Knelpunten, risico’s en/of toelichting: 1) In de PRS is opgenomen dat projecten bij voorkeur steunen op gemeentelijk bestuurlijk draagvlak. Maatregelen:
Project
Nieuwegein
Het Klooster
Vianen
WP Autena
Amersfoort
Isselt
6
Amersfoort
WP Hoevelaken
6
Houten
ARK-Goyerbrug
9
Utrecht
Rijnenburg
ontbrekend
voortraject
ruimtelijke procedure
vergunningenprocedure
Gemeente
10 gcr
Totaal: 66 MW
Indien van toepassing:
Voortgang proces:
Rijkscoördinatie
Knelpunten, risico’s en/of toelichting:
(bron: Rijk)
bouw in voorbereiding
Projectstatus: door RVO
gerealiseerd
Projecten
coördinatie (rcr\pcr\gcr)
Ad 1: Go/ No-go moment inlassen waarbij voorkeur minder nadrukkelijk wordt gevolgd.
10
10 15
10
10
0
31
n.v.t. 1) n.v.t. Maatregelen: Ad 1: n.v.t.
Pagina 50 van 53
|Definitief | Monitor Wind op Land | februari 2015
Knelpunten/risico’s projecten: 1) WP Hoevelaken: Knelpunt RWS: verkeersveiligheid, nieuwe wegaansluiting. Vraag hoeveel ruimte er is. Mogelijk minder turbines. 2) Isselt: knelpunt is hier het “zeer open landschap”. Maatregelen: Ad 1: Ad 2: Mogelijk 1 turbine op terrein waterschap; andere(n) op bedrijventerrein. Toelichting RVO bij afwijkende projectstatus: project
toelichting
ARK-Goyerbrug
grijs: Gemeente en provincie werken mee. Uitgangspunt is dat het windpark er komt, vraag alleen hoe. Bewoners Houten worden intensief betrokken.
Reactie Natuur en Milieu: Reactie NWEA: De Raad van de gemeente Utrecht heeft een negatief besluit genomen over een groot project, met lokaal draagvlak (burgerinitiatief). De provincie heeft als reactie hierop geen maatregelen genomen. Samenvatting en conclusie RVO: Doelstelling: 65,5 MW Verdeling over procesfasen: 15 MW is gerealiseerd 10 MW bouw in voorbereiding 10 MW in ruimtelijke e/o vergunningen procedure 31 MW in het voortraject Verdeling naar projectstatus: 25 MW 10 MW 31 MW
De provincie heeft binnenkort 38% van haar doelstelling bereikt. Bijna de helft van de projecten is nog zeer onzeker. De provincie zal tot maart 2015 niet ingrijpen. Gemeente Utrecht heeft afgelopen jaar besloten een project niet door te laten gaan. Onzeker is of de gemeente tijdig een alternatief gereed heeft. Bij continuering van dit beleid dreigt de provincie haar doelstelling niet te gaan halen.
Pagina 51 van 53
|Definitief | Monitor Wind op Land | februari 2015
Bijlage: Toelichting op provinciale overzichten
Eerste deel Gedeelde visie provincie en gemeenten?
Zitten provincie en gemeenten op één lijn, wat betreft de ruimtelijke reservering. Is er binnen de gemeenten waar de provincie gebieden heeft aangewezen, voldoende bestuurlijk draagvlak voor windenergie bij de gemeenten voor inpassing van windplannen binnen hun gemeentegrenzen.
Hoe wordt de ruimtelijke visie geoperationaliseerd?
Toelichting hoe het (beleids)proces van ruimtelijke reservering naar gebieden/projecten is gepland.
Tweede deel Projecten gerealiseerd
Afbakening ‘Gerealiseerd’: vanaf het moment dat een turbine elektriciteit produceert.( Bron: CertiQ en Windstats.nl).
Bouw in voorbereiding
Afbakening ‘Bouw in voorbereiding’: vanaf het moment dat SDE+ is aangevraagd (Bron: RVO.nl).
Vergunningen procedure
Afbakening ‘Vergunningen procedure’: vanaf het moment dat bekend is dat vergunningenprocedure loopt (Bronnen: IenM/EZ/BEP/RVO, Provincie, Gemeente, Initiatiefnemer Energeia EnergyTracker).
Ruimtelijke procedure
Afbakening ‘Ruimtelijke procedure’: De ‘ruimtelijke procedure’ start zodra er een procedure voor bestemmingsplan of inpassingsplan begint (Bronnen: IenM/EZ/BEP/RVO, Provincie, Gemeente, Initiatiefnemer, Energeia EnergyTracker).
Voortraject
Alle projecten die wel in beeld zijn maar waarvoor nog geen ruimtelijke procedure is gestart (Bron: Provincie; Initiatiefnemer).
Knelpunten / risico’s projecten
Wat zijn de consequenties van het knelpunt, bv: draagvlak, minder MW / opbrengst, vertraging in planning; meerkosten.
Pagina 52 van 53
2015
2016
2017
2018
2019
2020
Bouw windpark ca. 2 tot 3 jaar
6.000 MW windenergie operationeel - procurement & contracting - netinpassing - participatieplan initiatiefnemers - financiering project - contract energie levering
ter inzage beroep
Procedure Bestemmingsplan + vergunning Procedure
hoger beroep
Vaststelling
Procedure RCR, PCR, Gemeentelijke coordinatieregeling Wro
uitspraak Raad van State beroep
Vaststelling
uitspraak Raad van State
- intentieovereenkomst initiatiefnemers-overheden
Onderzoek en voorbereiding - aanbesteding adviesbureaus - Startnotitie - uitvoeren plan/project-MER - opstellen vergunningaanvraag - opstellen ontw erp inpassingsplan (Rijk/Provincie) - opstellen ontw erp vergunningen (gemeenten) - participatie/gebiedsontwikkeling/compensatie
Ruimtelijk planologisch vastleggen van gebieden met potentieel MW taakstelling door Provincies
SDE aanvraag
SDE beschikking
= schematische w eergave doorlooptijd van onderdeel in de planning = schematische w eergave optioneel onderdeel in de planning = schematische w eergave extra doorlooptijd van onderdeel in de planning
|Definitief | Monitor Wind op Land | februari 2015
2014
Bijlage: Spoorboekje IPO-Rijk
Realisatie 6.000 MW windenergie op land op xx-xx-20xx
Pagina 53 van 53