Monitor Klik & Tik in bibliotheken 3e meting tussenrapportage: september 2014 – februari 2015
In opdracht van Contactpersoon KB
: De Koninklijke Bibliotheek (KB) : Maaike Toonen
Inhoud 1. Inleiding .............................................................................................. 1 2. Bibliotheken, dienstverlening en deelnemers in deze meting ............. 2 2.1 Bibliotheken en dienstverlening ..................................................... 2 2.2 Achtergronden van deelnemers aan de meting .............................. 3 2.3 Bekendheid, motivatie en duur van de deelname aan Klik & Tik ..... 5 3. Activering van de deelnemers ............................................................. 8 3.1 Stimulans door de dienstverlening in de bibliotheek ...................... 8 3.2 Oefenen naast het aanbod in de bibliotheek .................................. 8 3.3 Frequentie zelfstandig gebruik internet.......................................... 9 3.4 Zelfstandig gebruik van internettoepassingen ................................ 9 4. Effect op vaardigheden ......................................................................12 4.1 Operationele vaardigheden...........................................................12 4.2 Formele vaardigheden (oriëntatie behouden bij het surfen)..........16 5. Effect op attitudes ..............................................................................17 5.1 Houding tegenover internet ..........................................................17 5.2 Angst bij het gebruik van internet en de computer ........................18 6. Tevredenheid met het Klik & Tik-aanbod ...........................................19 6.1 Tevredenheid met het Klik & Tik-aanbod.......................................19 7. Samenvatting en conclusies ...............................................................20 7.1 Samenvatting ................................................................................20 7.2 Conclusies .....................................................................................21
1. Inleiding MONITOR KLIK & TIK Om inzicht te krijgen in resultaten bij eindgebruikers van de dienstverlening rondom het internet oefenprogramma Klik & Tik kunnen bibliotheken gebruik maken van de Klik & Tik-monitor. De monitor laat door middel van een voor- en nameting zien welke vaardigheden en attituden de eindgebruikers ontwikkelen door deelname aan het Klik & Tik-aanbod in de bibliotheek. Bibliotheken die deelnemen aan de Klik & Tik-monitor ontvangen twee rapportages: Een landelijk rapportage met daarin geanonimiseerd en gemiddeld de resultaten van alle bibliotheken die van de monitor gebruik maken tezamen. Een individuele rapportage met daarin alleen de bevindingen op het niveau van de deelnemende bibliotheek. Beide rapportages worden tweemaal per jaar uitgebracht. Eenmaal als beknopte tussenrapportage en eenmaal als eindrapportage. In de eindrapportage zijn dan alle meetresultaten van het voorliggende jaar opgenomen en worden enkele aanvullende analyses uitgevoerd. Deze rapportage betreft de tussenrapportage van de derde meting (meetjaar 2014-2015) en gaat over de periode van 1 september 2014 tot en met 9 februari 2015. LEESWIJZER In hoofdstuk 2 vindt u de kenmerken van de bibliotheken en respondenten die zijn opgenomen in deze tussenrapportage. Hoofdstuk 3 laat zien in hoeverre de deelnemers zijn geactiveerd door het aanbod van en de deelname aan Klik & Tik in de bibliotheek. In hoofdstuk 4 beschrijven we in hoeverre deelnemers verschillende internetvaardigheden bezitten voor en na deelname aan de dienstverlening rondom Klik & Tik. Hoofdstuk 5 geeft weer hoe deelnemers voor en na deelname aan de dienstverlening denken over internet. In hoofdstuk 6 beschrijven we de tevredenheid van de deelnemers met de dienstverlening rondom Klik & Tik. In hoofdstuk 7 geven we een samenvatting van de belangrijkste bevindingen en trekken we enkele conclusies. Afsluitend geven we enkele aanbevelingen voor het aanbod van Klik & Tik in bibliotheken. In ieder hoofdstuk vergelijken we de bevindingen met de meting over 2013-2014.
1
2. Bibliotheken, dienstverlening en deelnemers in deze meting 2.1 Bibliotheken en dienstverlening AANTAL DEELNEMENDE BIBLIOTHEKEN EN AANGEBODEN DIENSTVERLENING In deze tussenmeting zijn de resultaten van twaalf bibliotheken opgenomen. Alle twaalf bibliotheken in deze meting bieden Klik & Tik aan in de vorm van een cursus. In de meeste bibliotheken (vier van de twaalf) gaat het om een cursus van zes bijeenkomsten. In twee bibliotheken is geen sprake van een vast aantal bijeenkomsten. De cursist kan komen zolang dat nodig is. Aantal bijeenkomsten N 4 3 6 4 8 3 Zoveel als nodig is 2 Tabel 1: Aantal bijeenkomsten bij cursus of workshop.
MEER CURSUSSEN IN DE METING In de tussenmeting over 2013-2014 deden evenveel bibliotheken mee. In vergelijking met de meting over de periode 2013-2014, wordt Klik & Tik vaker aangeboden in de vorm van een cursus. Geen van de aan de monitor deelnemende bibliotheken biedt Klik & Tik als inloopspreekuur aan. Het gemiddeld aantal bijeenkomsten per cursus ligt ook hoger in deze meting. BEGELEIDING De begeleiding bij het Klik & Tik-aanbod wordt in de helft van de bibliotheken verzorgd door alleen een vrijwilliger. In vijf bibliotheken doet de bibliotheekmedewerker dit samen met een maatschappelijk stagiair of een vrijwilliger. In één bibliotheek wordt de begeleiding verzorgd door alleen een bibliotheekmedewerker (grafiek 1). Wie verzorgt de begeleiding in de bibliotheken die gebruik maken van de monitor? Alleen bibliotheekmedewerker
1
Bibliotheekmedewerker + vrijwilliger
2
Bibliotheek medewerker + maatschappelijk stagiair
3
Alleen vrijwilliger
6 0
Grafiek 1: Begeleiding bij de dienstverlening rondom Klik & Tik.
2
1
2
3
4
5
6
7
Bibliotheken, dienstverlening en deelnemers in deze meting
VAKER VRIJWILLIGER Vergeleken met 2013-2014 wordt in deze meting de begeleiding minder vaak verzorgd door alleen een bibliotheekmedewerker en veel vaker (ook) door een vrijwilliger. KLIK & TIK-PROGRAMMA’S WAARBIJ DIENSTVERLENING IS AANGEBODEN In alle twaalf bibliotheken die aan deze meting meedoen is dienstverlening aangeboden rondom Klik & Tik. Het internet op en/of Klik & Tik. De basis. In vijf bibliotheken wordt daarnaast ook gewerkt met Klik & Tik. Samen op ’t web (grafiek 2). Klik & Tik-programma waarbij dienstverlening wordt aangeboden De basis en/of Het internet op
7
Samen op t'web
0
Alle delen
5 0
1
2
3
4
5
6
7
8
Grafiek 2: Klik & Tik-programma waarbij dienstverlening wordt aangeboden.
MINDER KLIK & TIK. SAMEN OP ‘T WEB In de meting 2013-2014 werd iets vaker (ook) dienstverlening aangeboden rondom Klik & Tik. Samen op ’t web. Toen waren dat acht van de twaalf bibliotheken. KOSTEN VAN DE DIENSTVERLENING De meeste bibliotheken in deze meting bieden de dienstverlening rondom Klik & Tik gratis aan. De hoogste tarieven zijn 20 euro voor leden en 21 euro en 25 euro voor niet-leden. Overige tarieven liggen allemaal onder de 10 euro (tabel 2). De gerekende kosten zijn vergelijkbaar met die in de periode 2013-2014. Kosten voor leden
N
Kosten voor niet-leden
N
Gratis
7
Gratis
7
5 euro
1
2,50 euro
1
6 euro
2
6,50 euro
1
15 euro
1
21 euro
2
20 euro
1
25 euro
1
Tabel 2: Kosten van de dienstverlening.
2.2 Achtergronden van deelnemers aan de meting AANTAL Voor deze tussenmeting hebben 123 deelnemers de vragenlijst voor de voormeting ingevuld en 80 deelnemers de vragenlijst voor de nameting. Dat zijn wat minder metingen dan in de tussenmeting van de periode 2013-2014. Toen was sprake van een flinke stijging van het aantal deelnemers ten opzichte van 2012-2013. Eén bibliotheek heeft aangegeven dat er minder interesse is voor het
3
Bibliotheken, dienstverlening en deelnemers in deze meting
cursusaanbod. Het huidige aantal deelnemers in de tussenmeting is nog wel groter dan in de periode 2012-2013. Net als in vorige metingen is het aantal ingevulde vragenlijsten voor de nameting kleiner dan voor de voormeting. Uitval van deelnemers en het gegeven dat op het moment van de tussenrapportage een deel van de cursussen waar al wel voormeting heeft plaatsgevonden nog niet is afgerond zijn de belangrijkste oorzaken voor dit verschil (tabel 3). DEELNEMERS AAN DE METING NAAR PROGRAMMA EN OPZET VAN DE DIENSTVERLENING
Bijna alle deelnemers in de meting (99%) oefenden met Klik & Tik. De basis en Klik & Tik. Het internet op. 22% van de deelnemers in deze meting oefende (ook) met Samen op ’t web. Dat is minder vaak dan in de meting van vorig jaar (35%). Programma waarmee geoefend is.
Respondenten in nameting N %
De basis en/of Het internet op
96
78%
Samen op 't web
1
1%
Alle delen
26
21%
Tabel 3: Aantal deelnemers naar programma’s waarmee is geoefend.
Alle deelnemers in deze meting maken gebruik van de dienstverlening in de vorm van een cursus. GESLACHT De verdeling naar geslacht in deze meting is ongeveer fiftyfifty. Het aandeel mannen in de voormeting is iets groter terwijl vrouwen in de nameting vaker vertegenwoordigd zijn (grafiek 3). De verdelingen zijn vergelijkbaar met die in de periode 2013-2014. Verdeling geslacht in voor- en nameting
Voormeting (n=121)
52%
Nameting (n=74)
48%
41% 0%
10%
20%
59% 30% Man
40%
50%
60%
70%
80%
90% 100%
Vrouw
Grafiek 3: Verdeling geslacht in voor- en nameting. LEEFTIJD
Vrijwel alle deelnemers in deze meting zijn 35 jaar of ouder. De meeste deelnemers zijn 55 jaar of ouder (grafiek 4, volgende pagina). De verdeling naar leeftijd komt nagenoeg overeen met die van het vorige meetjaar. Jongere deelnemers lijken wat minder vaak ook de nameting in te vullen. Mogelijk is hier sprake van voortijdige uitval.
4
Bibliotheken, dienstverlening en deelnemers in deze meting
Verdeling leeftijd in voor- en nameting
Voormeting (n=121)
58%
Nameting (n=74)
41%
70% 0%
20%
55 jaar of ouder
1%
29%
40%
60%
35 - 54 jaar
1%
80%
100%
19 - 34 jaar
Grafiek 4: Verdeling leeftijd in voor- en nameting. OPLEIDINGSNIVEAU
De meeste deelnemers hebben maximaal middelbaar onderwijs genoten (grafiek 5). De verdeling van het opleidingsniveau is vergelijkbaar met die over de periode 2013-2014. Deelnemers met alleen basisonderwijs en hoger opgeleide deelnemers lijken wat minder vaak ook de nameting in te vullen. Mogelijk is hier sprake van uitval. Verdeling hoogst afgeronde opleiding in voor- en nameting
Voormeting (n=118)
32%
Nameting (n=74)
32%
22% 0%
Basisonderwijs
10%
19%
42% 20%
30%
40%
(M)ULO/MAVO/VMBO
MBO
7% 6% 4%
28% 50%
60%
70%
HAVO/VWO
80%
HBO/WO
3% 3% 3% 90%
100%
Anders
Grafiek 5: Verdeling hoogst afgeronde opleiding in voor- en nameting.
2.3 Bekendheid, motivatie en duur van de deelname aan Klik & Tik WIJZE WAAROP DEELNEMERS BEKEND ZIJN MET KLIK & TIK De grootste groep deelnemers (46%) is doorverwezen door het UWV (grafiek 6, volgende pagina). Daarnaast zijn deelnemers (ook) bekend met Klik & Tik via kranten (20%), de bibliotheek (20%) en via vrienden en bekenden (10%). Ook zijn enkele deelnemers (5%) doorverwezen door GGZ, maatschappelijk werk of de Gemeentelijke Sociale Dienst. Deze resultaten komen nagenoeg overeen met de meting 2013-2014.
5
Bibliotheken, dienstverlening en deelnemers in deze meting
Hoe heeft u gehoord over de begeleiding in de bibliotheek bij Klik & Tik? (n=121) Via UWV.
46%
Uit een krant.
20%
Via de bibliotheek
20%
Via vrienden/bekenden
10%
Anders
5% 0%
5%
10%
15%
20%
25%
30%
35%
40%
45%
50%
Grafiek 6: Wijze waarop deelnemers bekend zijn met Klik & Tik in de bibliotheek.
MOTIVATIE VAN DE DEELNEMERS De meeste deelnemers (61%) zeggen hun vaardigheden (ook) te willen verbeteren voor privégebruik (grafiek 7). De motivatie van de deelnemers toont een vergelijkbaar beeld met dat van de meetperiode 2013-2014. Het aandeel mensen dat verplicht is door UWV of werkgever ligt 4%punten hoger. Waarom wilt u uw internetvaardigheden verbeteren? (n=121) Voor privegebruik.
61%
Om beter een baan te kunnen zoeken.
42%
Voor het onderhouden/krijgen van sociale contacten. Ik wil het niet zelf maar ben verplicht. (Bijv. door het UWV of werkgever.)
23% 21%
Voor gebruik op werk.
10% 0%
10%
20%
30%
40%
50%
60%
70%
Grafiek 7: Motivatie van de deelnemers om te oefenen met Klik & Tik.
DUUR VAN DEELNAME AAN KLIK & TIK Op het moment van de nameting heeft ruim de helft van de deelnemers (69%) een maand of langer geoefend. Eén op de zes deelnemers (16%) heeft langer dan drie maanden geoefend (grafiek 8, volgende pagina). De duur van de deelname aan de dienstverlening rondom Klik & Tik is daarmee vergelijkbaar met die in de periode 2013-2014.
6
Bibliotheken, dienstverlening en deelnemers in deze meting
Wanneer heeft u voor het eerst gebruik gemaakt van de begeleiding? (n=80) Een week of korter geleden
6%
Langer dan een week maar korter dan een maand geleden
25%
Langer dan een maand, maar korter dan 3 maanden geleden
53%
Langer dan 3 maanden geleden
16% 0%
10%
20%
30%
40%
50%
60%
Grafiek 8: Duur deelname aan Klik & Tik op het moment van de nameting.
FREQUENTIE DEELNAME AAN KLIK & TIK Op het moment van de nameting hebben vrijwel alle deelnemers (87%) viermaal of meer keer gebruik gemaakt van de begeleiding in de bibliotheek (grafiek 9). De frequentie van deelname is daarmee nagenoeg hetzelfde als in de periode 2013-2014. Hoe vaak bent u in de bibliotheek geweest voor de begeleiding bij Klik & Tik? (n=80) Eenmaal
6%
Tweemaal
4%
Driemaal
4%
Vier- of vijfmaal
43%
Zesmaal of meer
44% 0%
5%
10%
15%
20%
25%
30%
35%
Grafiek 9: Frequentie van deelname aan Klik & Tik dienstverlening op moment van de nameting.
7
40%
45%
50%
3. Activering van de deelnemers 3.1 Stimulans door de dienstverlening in de bibliotheek De stimulans door de dienstverlening in de bibliotheek is in beeld gebracht op basis van drie stellingen: 1. Ik zou zonder de bibliotheek waarschijnlijk niet zijn gaan oefenen met internet. 2. Door de begeleiding in de bibliotheek bij Klik & Tik gebruik ik de bibliotheek vaker voor andere dingen. 3. Ik zou zonder de bibliotheek waarschijnlijk niet zijn gaan oefenen met internet. Er gaat een stimulerende werking uit van de dienstverlening rondom Klik & Tik. Veel deelnemers (43%) zeggen zonder de bibliotheek waarschijnlijk niet te zijn gaan oefenen met Klik & Tik. Bijna de helft (45%) gebruikt de bibliotheek vaker voor andere dingen na deelname aan de Klik & Tikdienstverlening. En een aanzienlijk deel van de deelnemers (82%)zegt door de ervaringen met Klik & Tik zin te hebben om nog meer te leren met internet (grafiek 10). Stimulans door dienstverlening in de bibliotheek 1. Ik zou zonder de bibliotheek waarschijnlijk niet zijn gaan oefenen met internet. (n=76)
43%
2. Door de begeleiding in de bibliotheek bij Klik en Tik gebruik ik de bibliotheek vaker voor andere dingen. (n=76)
45%
3. Door mijn ervaringen met Klik & Tik krijg ik zin om nog meer te leren met internet. (n=76)
26%
17%
82%
30%
38%
11% 8%
0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100% Eens
Ik twijfel
Oneens
Grafiek 10: Stimulerende werking die van het aanbod in de bibliotheek uitgaat.
STIMULEREND EFFECT DIENSTVERLENING WAT BEPERKTER Vergeleken met 2013-2014 lijkt de stimulerende werking die van het Klik & Tik-aanbod in de bibliotheek uitgaat iets beperkter. Toen zei 67% zonder de bibliotheek niet te zijn gaan oefenen met internet.
3.2 Oefenen naast het aanbod in de bibliotheek Deelnemers worden ook gestimuleerd om zelfstandig met het oefenprogramma aan de slag te gaan. Meer dan de helft (58%) van de deelnemers heeft ook thuis geoefend naast het Klik & Tik aanbod in de bibliotheek. 34% daarvan heeft minstens één keer per week thuis met het programma geoefend (grafiek 11, volgende pagina).
8
Activering van de deelnemers
Heeft u ook thuis geoefend met Klik & Tik? (n=79)
1
34% 0%
10%
24%
20%
30%
40%
Ja, 1 x per week of vaker
42%
50%
60%
70%
80%
Ja, minder dan 1 x per week
90%
100%
Nee.
Grafiek 11: Frequentie van het thuis oefenen met Klik & Tik.
MINDER VAAK THUIS OEFENEN In 2013-2014 lag het percentage van de deelnemers die ook minstens één keer per week thuis hebben geoefend hoger. Vorig jaar was dat 43%, dit jaar 34%.
3.3 Frequentie zelfstandig gebruik internet We vroegen de deelnemers voor en na deelname hoe vaak zij in de afgelopen drie weken zelfstandig gebruik hebben gemaakt van het internet. Voor aanvang gebuikte 29% internet helemaal niet zelfstandig. Na afloop is dit nog 26% (grafiek 12). Deelnemers die wel zelfstandig gebruik maken van internet doen dit na deelname wel vaker. Voor deelname gebruikt 48% het internet minstens 1x per week. Na deelname is dat 64%.
Hoe vaak heeft u in de afgelopen 3 weken zelfstandig het internet gebruikt? Voor deelname (n=121)
12%
Na deelname (n=80)
24%
24% 0%
Dagelijks
36%
10%
40% 20%
30%
40%
29%
10% 50%
Niet dagelijks maar minstens 1 x per week
60%
70%
26% 80%
Minder dan 1 x per week
90%
100%
Niet
Grafiek 12: Frequentie zelfstandig gebruik van het internet.
MEER ZELFSTANDIG INTERNETGEBRUIK Hoewel het aandeel deelnemers dat het internet helemaal niet gebruikt in deze meting wat minder sterk afneemt, doen deelnemers die het internet al wel zelfstandig gebruiken dat in deze meting vaker dan in de meting over de periode 2013-2014 het geval was.
3.4 Zelfstandig gebruik van internettoepassingen GEMIDDELD AANTAL GEBRUIKTE INTERNETTOEPASSINGEN
We legden de deelnemers 17 internettoepassingen voor (grafiek 13, pagina 11). Het gemiddeld aantal zelfstandig gebruikte internettoepassingen stijgt maar het gebruik blijft beperkt: er is sprake
9
Activering van de deelnemers
van een stijging van 3,2 toepassingen voor deelname naar 3,9 toepassingen na deelname (ter vergelijking, de auteurs van deze rapportage gebruiken 15 van de 17 toepassingen).
Voor deelname Na deelname
Gemiddeld aantal gebruikte internettoepassingen (van 17) 3,2 3,9
% 19% 23%
N 123 80
Tabel 4: Gemiddeld aantal gebruikte internettoepassingen. GEBRUIK VAN VERSCHILLENDE INTERNETTOEPASSINGEN
Aan de deelnemers is gevraagd aan te geven van welke internettoepassingen zij zelfstandig gebruik maken (grafiek 13, volgende pagina). Daarbij maken we onderscheid naar toepassingen met betrekking tot: 1. Algemeen gebruik/surfen. 2. Informatief gebruik. 3. Deelname aan ontwikkelingen. 4. Strategisch gebruik. 5. Sociaal gebruik. Na deelname worden bijna alle toepassingen door meer deelnemers zelfstandig gebruikt. Op het gebied van algemeen internetgebruik/surfen is de toename het grootst. Met name websites bekijken voor hobby of vrijetijdsbesteding wordt na afloop door meer deelnemers gedaan. Voor deelname deed 24% dit, na deelname 39%. Voor deelname gaf 42% aan zomaar wat rond te kijken op internet, na deelname is dit 53%. Daarnaast stijgt het aandeel mensen dat het internet gebruikt voor informatief gebruik relatief sterk. Het aandeel mensen dat al zelfstandig zoekt naar informatie op het internet (bijvoorbeeld van de gemeente openbaar vervoer of producten) stijgt van 46% voor deelname naar 56% na deelname. Het aandeel mensen dat nieuwsberichten leest stijgt van 26% naar 33%. Het percentage mensen dat zelfstandig gebruik maakt van de overige bevraagde internettoepassingen (deelname aan ontwikkelingen, strategisch gebruik, sociaal gebruik) stijgt wat minder sterk (grafiek 13, volgende pagina). MINDER TOENAME SOCIAAL GEBRUIK VAN INTERNET In de Klik & Tik Monitor 2013-2014 was over het algemeen een enigszins vergelijkbaar beeld te zien. Opvallend is dat dit jaar ‘contacten onderhouden met bekenden’ minder is toegenomen dan in de vorige periode. Dit houdt mogelijk verband met het gegeven dat in deze meting minder vaak met het deel ‘Samen op ’t web’ hebben geoefend.
10
Activering van de deelnemers
Welke internettoepassingen gebruikt u al wel eens zelfstandig?
2. Informatief gebruik
1. Algemeen gebruik/surfen
Voor deelname (n=121)
Na deelname (n=80) 42%
Zomaar wat rondkijken. 24%
Websites bekijken voor hobby of vrijetijdsbesteding. Spelletjes spelen.
18%
26%
46%
3. Deelname aan ontwikkelingen
Inloggen met DigiD. (Bijv. op websites van de overheid of uw zorgverzekeraar.)
28% 28%
Bestanden opslaan (downloaden). (Bijvoorbeeld muziek of afbeeldingen.)
3%
11% 15% 15%
Producten kopen. Ingevulde documenten versturen. (Bijvoorbeeld naar de overheid of de belastingdienst.)
8% 7%
16%
13% 19% 20%
Vacatures zoeken of reageren op vacatures. Informatie over cursussen of opleidingen zoeken op internet.
12%
20%
Contact hebben met (nieuwe) vrienden of bekenden. (Bijvoorbeeld via email of sociale media.)
23% 21% 3% 5%
Vragen stellen of reageren op een forum. Activiteiten zoeken waarbij u andere mensen kunt ontmoeten. (Bijvoorbeeld bij een vereniging.)
13% 18% 2%
Foto's of filmpjes delen met bekenden. 0%
11
56%
29% 34%
Officiele documenten downloaden. (Bijv. van de overheid of de belastingdienst.) 4. Strategisch gebruik
33%
Informatie zoeken. (Bijv. van de gemeente, openbaar vervoer of producten.) Bankzaken regelen (internetbankieren).
5. Sociaal gebruik
39%
24%
Nieuwsberichten lezen.
Grafiek 13: Zelfstandig gebruik van internettoepassingen.
53%
8%
10%
20%
30%
40%
50%
60%
4. Effect op vaardigheden We bespreken de effecten van de deelname aan de dienstverlening rondom Klik & Tik op de basis internetvaardigheden. We doen dit voor de operationele vaardigheden (knoppenkennis) en formele vaardigheden (oriëntatie bij het surfen).
4.1 Operationele vaardigheden DE INTERNETBROWSER GEBRUIKEN Deelnemers is gevraagd hoe goed ze met de internetbrowser kunnen omgaan. Na deelname zegt ongeveer een derde van de deelnemers (33%) goed met de internetbrowser overweg te kunnen. Voor deelname is dit nog maar één op de tien deelnemers (11%). De meeste deelnemers (61%) zeggen na deelname de internetbrowser een beetje te kunnen bedienen. 6% kan dit dan nog helemaal niet (grafiek 14).
1. De internetbrowser gebruiken. (Websites openen en de knoppen van de browser bedienen.)
Zelfbeoordeling vaardigheden internetbrowser gebruiken.
Voor deelname (n=117)
Na deelname (n=69)
11%
56%
33%
32%
61%
6%
0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100% Ik kan dat al goed.
Ik kan dat al een beetje.
Ik kan dat nog niet / weet nog niet wat dat is.
Grafiek 14: Zelfbeoordeling vaardigheden internetbrowser gebruiken.
WAT MINDER STERKE TOENAME VAARDIGHEDEN De resultaten zijn vergeleken met de periode 2013-2014 wat minder sterk positief. In die periode nam het aantal deelnemers dat de internetbrowser goed kan bedienen met ongeveer 33%-punten toe door de deelname. Mogelijk speelt het gemiddeld lagere startniveau van de deelnemers hierbij een rol. ZOEKMACHINE GEBRUIKEN Deelnemers is ook gevraagd hoe goed zij vinden dat zij met de zoekmachine om kunnen gaan (grafiek 15, volgende pagina). Na deelname zegt ruim een derde van de deelnemers (38%) goed met de zoekmachine overweg te kunnen. Voor deelname is dit nog maar één op de tien deelnemers (9%). De meeste deelnemers (58%) zeggen na deelname de zoekmachine een beetje te kunnen bedienen. 4% kan dit dan helemaal nog niet.
12
Effect op vaardigheden
1. Op internet zoeken met een zoekmachine. (Zoekwoorden invullen en de resultaten bekijken, bijvoorbeeld in Google.)
Zelfbeoordeling vaardigheden zoekmachine gebruiken. Voor deelname (n=117)
9%
Na deelname (n=69)
52%
38%
38%
58%
4%
0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90%100% Ik kan dat al goed.
Ik kan dat al een beetje.
Ik kan dat nog niet / weet nog niet wat dat is.
Grafiek 15: Zelfbeoordeling vaardigheden zoekmachine gebruiken.
VERGELIJKBARE TOENAME VAARDIGHEDEN In de periode 2013-2014 zien we bijna hetzelfde effect; het aandeel deelnemers dat goed met de zoekmachine om kan gaan neemt met ongeveer 30%-punten toe. INVOERVELDEN GEBRUIKEN De vaardigheden voor het gebruik van invoervelden worden op drie punten in beeld gebracht: 1. Informatie op een website zoeken. (Bijvoorbeeld met een zoekopdracht in de zoekbalk, of met het menu.) 2. Formulieren invullen op internet. (Bijvoorbeeld een reis plannen, of ergens voor aanmelden.) 3. Aanmelden met een gebruikersnaam en een wachtwoord. (Bijvoorbeeld met een zoekopdracht in de zoekbalk, of met het menu.) De sterkste verbetering in vaardigheden zien we op het onderdeel ‘Informatie op een website zoeken’. Voor aanvang kan 6% van de deelnemers goed informatie zoeken op een website terwijl na deelname 37% dit goed kan. 7% kan dit na afloop nog helemaal niet (grafiek 16, volgende pagina). Voor aanvang kan 4% van de deelnemers formulieren invullen op internet. Na afloop kan 24% van de deelnemers dit. Na afloop beheerst 16% deze vaardigheid nog helemaal niet. 14% kan bij aanvang aanmelden met een gebruikersnaam en wachtwoord. Na deelname kan iets meer dan de helft (32%) dit goed. 10% kan dit na deelname nog helemaal niet. IETS MINDER TOENAME OP FORMULIEREN INVULLEN EN AANMELDEN In 2013-2014 zien we een iets beter beeld. De verbeteringen op de onderdelen formulieren invullen en aanmelden met een gebruikersnaam waren toen iets beter. Toen zagen we hier een toename van het aandeel deelnemers dat deze vaardigheden goed beheerst met ongeveer 30%-punten tegen ongeveer 20%-punten in deze meting.
13
Effect op vaardigheden
3. Aanmelden met 1. Informatie op een een website gebruikersnaam en 2. Formulieren invullen. zoeken. een wachtwoord. (Bijvoorbeeld met (Bijvoorbeeld een (Bijvoorbeeld met een zoekopdracht reis plannen, of u een zoekopdracht ergens voor in de zoekbalk, of in de zoekbalk, of aanmelden.) met het menu.) met het menu.)
Zelfbeoordeling vaardigheden invoervelden gebruiken.
Voor deelname (n=115) 6%
43%
Na deelname (n=68)
Voor deelname (n=117) 4%
Na deelname (n=68)
Voor deelname (n=117)
37%
56%
27%
68%
24%
14%
Na deelname (n=68)
50%
60%
36%
32%
7%
16%
50%
57%
10%
0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100% Ik kan dat al goed.
Ik kan dat al een beetje.
Ik kan dat nog niet / weet nog niet wat dat is.
Grafiek 16: Zelfbeoordeling vaardigheden invoervelden gebruiken.
E-MAIL VAARDIGHEDEN E-mail vaardigheden zijn in beeld gebracht voor: 1. E-mail gebruiken. 2. Bijlagen toevoegen aan een e-mail. (Bijvoorbeeld tekstbestanden of foto’s versturen.) Het aandeel deelnemers dat e-mail goed kan gebruiken neemt toe van 17% voor deelname naar 33% na afloop. 24% kan dit na deelname nog niet. Voor deelname kan 3% goed bijlagen toevoegen aan email. Na afloop kan 13% dit goed. 49% kan dit na deelname nog niet (grafiek 17, volgende pagina). RELATIEF MEER DEELNEMERS KUNNEN NA AFLOOP NOG GEEN E-MAIL GEBRUIKEN Vergeleken met vorig jaar zijn er na deelname relatief meer mensen die nog geen e-mail kunnen gebruiken en/of bijlagen kunnen toevoegen (resp. 24% en 49% nu tegen 15% en 31% in de periode 2013-2014). Mogelijk wordt dit veroorzaakt door het lagere startniveau van de deelnemers in deze meting. De procentuele toename van het aandeel deelnemers dat deze vaardigheden goed beheerst is wel vergelijkbaar met die van de meting over de periode 2013-2014.
14
Effect op vaardigheden
2. Bijlagen toevoegen aan een e-mail. (Bijvoorbeeld tekstbestanden of foto's versturen.)
1. E-mail gebruiken.
Zelfbeoordeling e-mailvaardigheden.
Voor deelname (n=117)
17%
Na deelname (n=67)
32%
51%
33%
43%
Voor deelname (n=117) 3% 13%
Na deelname (n=679)
13%
24%
85%
37%
49%
0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100% Ik kan dat al goed.
Ik kan dat al een beetje.
Ik kan dat nog niet / weet nog niet wat dat is.
Grafiek 17: Zelfbeoordeling e-mailvaardigheden.
BESTANDEN OPSLAAN EN WEER OPENEN Deelnemers is gevraagd hoe goed zij bestanden van internet kunnen opslaan en kunnen terugvinden en openen (grafiek 18). Voor deelname kan respectievelijk 2% en 3% dit al goed, na deelname is dat 16% en 23%. Rond de 30% kan na deelname nog geen bestanden opslaan en/of weer openen. VAKER NIET IN STAAT BESTANDEN OP TE SLAAN EN WEER TE OPENEN Vergeleken met de meting over 2013-2014 kunnen minder mensen na deelname al (een beetje) bestanden opslaan en weer openen. In deze tussenmeting kan respectievelijk 33% en 28% dat nog niet, over de periode 2013-2014 was dat respectievelijk 18% en 10%.
2. Een opgeslagen 1. Een tekstbestand bestand of plaatje van terugvinden en weer openen op de internet opslaan op computer. de computer.
Zelfbeoordeling bestanden opslaan en weer openen.
Voor deelname (n=117) 2% 18%
Na deelname (n=69)
16%
Voor deelname (n=117) 3%
Na deelname (n=69)
51%
26%
23% 0%
Ik kan dat al goed.
80%
33%
71%
49%
28%
10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100%
Ik kan dat al een beetje.
Grafiek 18: Zelfbeoordeling bestanden opslaan en weer openen.
15
Ik kan dat nog niet / weet nog niet wat dat is.
Effect op vaardigheden
4.2 Formele vaardigheden (oriëntatie behouden bij het surfen) Het gaat bij formele vaardigheden om het behouden van de oriëntatie bij het surfen. Formele vaardigheden zijn in beeld gebracht voor het op internet met meerdere vensters tegelijk werken. Met meerdere vensters tegelijk werken lukt na afloop 35% van de deelnemers nog niet (grafiek 19). Bij aanvang is dit echter nog 84%. De resultaten over de periode 2013-2014 zijn op dit onderdeel vrijwel hetzelfde.
1. Op internet met meerdere vensterstegelijk werken.
Zelfbeoordeling met meerdere vensters tegelijk werken
Voor deelname (n=117) 1% 15%
Na deelname (n=68)
15% 0%
Ik kan dat al goed.
84%
50%
35%
10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100%
Ik kan dat al een beetje.
Ik kan dat nog niet / weet nog niet wat dat is.
Grafiek 19: Zelfbeoordeling met meerdere vensters tegelijk werken.
16
5. Effect op attitudes 5.1 Houding tegenover internet Voor het bepalen van de houding tegenover internet en ontwikkelingen zijn respondenten drie stellingen voorgelegd: 1. Ik vind het leuk om internet te leren gebruiken. 2. Ik vind het handig dat steeds meer zaken via internet kunnen. 3. Ook ik kan goed leren omgaan met internet. Na afloop vinden iets meer deelnemers het leuk om internet te leren gebruiken; 84% na afloop tegen 81% bij aanvang. Het aandeel deelnemers dat het handig vindt dat steeds meer zaken via internet kunnen blijft gelijk, 63%. Het aandeel deelnemers dat positief antwoord op de stelling ‘Ook ik kan goed leren omgaan met internet.’ neemt toe van 54% naar 65%. Deze bevindingen zijn vergelijkbaar met die over de periode 2013-2014.
3. Ook ik kan goed leren omgaan met internet.
2. Ik vind het handig dat steeds meer 1. Ik vind het leuk om internet te leren zaken via internet gebruiken. kunnen.
Houding tegenover internet
Voor deelname (n=120)
81%
Na deelname (n=79)
16% 3%
84%
11% 5%
Voor deelname (n=120)
63%
20%
17%
Na deelname (n=78)
63%
22%
15%
Voor deelname (n= 120)
54%
Na deelname (n=78)
37%
65%
28%
9%
6%
0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100% Eens
Ik twijfel
Grafiek 20: Houding tegenover internet.
17
Oneens
Effect op attitudes
5.2 Angst bij het gebruik van internet en de computer Voor het meten van angst voor het gebruik van internet en computers zijn aan de deelnemers drie stellingen voorgelegd: 1. Als ik met de computer werk ben ik bang dat ik hem kapot maak. 2. Ik ben bang dat mijn persoonlijke gegevens niet veilig zijn op internet. 3. Ik ben bang dat er virussen op de computer komen als ik internet gebruik. Na deelname zijn minder deelnemers bang om de computer kapot te maken. Bij aanvang is 35% het eens met de stelling, na afloop daalt dit naar 21%. Bij aanvang is ruim de helft van de deelnemers (55%) bang dat de persoonlijke gegevens niet veilig zijn op internet. Na afloop is nog 40% hier nog bang voor. Na afloop zijn minder deelnemers bang voor virussen: het aandeel dat het eens is met de stelling daalt van 52% bij aanvang naar 36% na afloop. De bevindingen laten eenzelfde beeld zien als over de periode 2013-2014. In die periode was sprake van een verbetering ten opzichte van de daaraan voorafgaande periode. We zien dus dat deze verbetering stand houdt.
3. Ik ben bang dat 2. Ik ben bang dat er virussen op de mijn persoonlijke 1. Als ik met de computer werk, computer komen gegevens niet ben ik bang dat ik als ik internet veilig zijn op gebruik. internet. hem kapot maak.
Angst bij het gebruik van internet en de computer
Voor deelname (n=121)
Na deelname (n=77)
35%
21%
47%
55%
40%
Voor deelname (n= 119)
Na deelname (n=77)
45%
32%
Voor deelname (n=122)
Na deelname (n=77)
21%
31%
38%
52%
36%
22%
35%
14%
22%
26%
29%
0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100% Eens
Ik twijfel
Grafiek 21: Angst bij het gebruik van internet.
18
Oneens
6. Tevredenheid met het Klik & Tik-aanbod 6.1 Tevredenheid met het Klik & Tik-aanbod Stellingen over de tevredenheid met Klik & Tik gaan over de algemene tevredenheid over het Klik & Tik-aanbod, het zelfstandig kunnen toepassen van de vaardigheden die in Klik & Tik worden besproken, de voorzieningen tijdens de begeleiding en de uitleg door de begeleider. We zien dat vrijwel alle deelnemers (ongeveer 95%) tevreden zijn met het Klik & Tik-aanbod, de voorzieningen tijdens de begeleiding en de uitleg door de begeleider. Minder vaak vinden deelnemers echter dat zij de vaardigheden die in Klik & Tik worden besproken zelfstandig kunnen toepassen. Eén op de drie deelnemers twijfelt hieraan of is het hier niet mee eens. Dat is wat vaker dan in de periode 2013-2014, toen twijfelde één op de vier deelnemers hier aan of was het hier niet mee eens. Mogelijk komt dit door de wat lagere start- en opleidingsniveaus in deze tussenmeting. De bevindingen laten op de andere punten eenzelfde beeld zien als over de periode 2013-2014.
Tevredenheid met het Klik & Tik-aanbod. 1. Ik ben over het algemeen tevreden over het Klik & Tik-aanbod in de bibliotheek. (n=75)
95%
2. Ik kan de vaardigheden die in Klik & Tik besproken worden zelfstandig toepassen op het internet. (n=76)
66%
4%1%
30%
4%
3. Ik vind de voorzieningen tijdens de begleiding in de bibliotheek goed. (n=76)
96%
1%3%
4. Ik vind de uitleg door de begeleider of docent in de bibliotheek duidelijk. (n=76)
95%
5% 0%
0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100% Eens
Ik twijfel
Grafiek 22: Tevredenheid met het Klik & Tik-aanbod.
19
Oneens
7. Samenvatting en conclusies 7.1 Samenvatting TUSSENRAPPORTAGE Deze rapportage betreft de tussenrapportage van de Klik & Tik-monitor voor het meetjaar 2014-2015 en gaat over de meetresultaten van de periode van 1 september 2014 tot en met 9 februari 2015. We geven een samenvatting van de belangrijkste bevindingen. MINDER DEELNEMERS, VAKER CURSUS EN BEGELEIDING DOOR VRIJWILLIGER, KOSTEN GELIJK In deze meetperiode doen evenveel bibliotheken, maar wat minder deelnemers mee dan in de eerste helft van het vorige meetjaar. De dienstverlening van de aan de monitor deelnemende bibliotheken is steeds opgezet in de vorm van een cursus. Er is in deze meting geen sprake van aanbod in de vorm van inloopspreekuren. Daarbij worden gemiddeld meer cursusbijeenkomsten georganiseerd dan in 2013-2014. Er is binnen deze meting veel vaker dan in de periode 2013-2014 sprake van begeleiding door alleen een vrijwilliger, en minder vaak van begeleiding door alleen een bibliotheekmedewerker. De kosten die voor deelname aan een cursus worden gerekend zijn vergelijkbaar met die van vorig jaar. GELIJKE VERDELING GESLACHT, LEEFTIJD EN OPLEIDING, ‘VAKER VERPLICHT’, LAGER STARTNIVEAU De verdelingen van geslacht en leeftijd in deze meting zijn vergelijkbaar met de meting over 2013-2014. Het aandeel deelnemers dat in deze meting aangeeft te oefenen met internet ‘omdat het door UWV is verplicht’ is wat hoger dan in de periode 2013-2014. De deelnemers in deze meting hebben over het algemeen een wat lager startniveau dan de deelnemers in de periode 2013-2014. DUIDELIJKE TOENAME VAARDIGHEDEN, MAAR WAT MINDER STERK De effecten van het aanbod op de vaardigheden komen min of meer overeen met de resultaten van de monitor over 2013-2014. Op alle vaardigheden zien we dat het aandeel deelnemers dat de vaardigheden nog niet beheerst sterk afneemt en het aandeel deelnemers dat vaardigheden goed beheerst toeneemt. De verschillen zijn over het algemeen echter wat minder sterk dan over de periode 2013-2014. We beschrijven de belangrijkste verschillen: Het aandeel deelnemers dat de internetbrowser goed kan bedienen neemt met 22%-punten toe; in 2013-2014 was hier sprake van een toename met 33%-punten. Het aandeel deelnemers dat zegt al goed formulieren in te kunnen vullen neemt met 20%punten toe; in 2013-2014 was hier sprake van een toename met 27%-punten. Het aandeel deelnemers dat zegt al goed te kunnen inloggen met een gebruikersnaam en wachtwoord neemt met 18%-punten toe; in 2013-2014 was hier sprake van een toename met 32%-punten. Het aandeel deelnemers dat zegt nog geen bestanden op te kunnen slaan is na deelname 33%; in 2013-2014 was dit na deelname 18%. 20
Samenvatting en conclusies
Het aandeel deelnemers dat zegt opgeslagen bestanden nog niet te kunnen terugvinden en openen is na deelname 28%; in 2013-2014 was dit na deelname 10%.
DUIDELIJK STIMULERENDE WERKING, MAAR BIBLIOTHEEK WAT MINDER VAAK DOORSLAGGEVEND OM TE GAAN OEFENEN
Deelnemers raken over het algemeen ook geactiveerd door het Klik & Tik-aanbod: het trekt 43% over de streep om te gaan oefenen, zij gebruiken de bibliotheek nu ook vaker voor andere dingen (45%), krijgen door hun ervaring zin om nog meer te leren (82%), oefenen ook thuis met Klik & Tik (58%), gaan vaker zelfstandig het internet op en gaan meer internettoepassingen gebruiken. Op een aantal punten zien we echter dat het effect wat minder sterk is dan in de periode 2013-2014. De deelnemers in deze meting zeggen wat minder vaak dat zij zonder de bibliotheek niet zouden zijn gaan oefenen met internet. Nu zegt 43% dit, over 2013-2014 was dit 67%. Het aandeel deelnemers dat helemaal nog geen internet gebruikt neemt af van 29% naar 26%; over 2013-2014 nam dit aandeel af van 33% naar 24%. POSITIEF EFFECT OP ZELFVERTROUWEN, MINDER ANGST, MAAR GEEN VERBETERING BELEVING NUT VAN INTERNET Zoals in de periode 2013-2014 zien we dat na deelname meer mensen vertrouwen hebben ook goed met internet te kunnen omgaan en minder vaak angst hebben bij het gebruik van internet of de computer. Wat dit laatste betreft blijft er echter wel een aanzienlijk deel van de deelnemers angstig: 21% is nog bang de computer kapot te maken, 40% is nog bang dat persoonlijke gegevens niet veilig zijn en 36% is nog bang dat er virussen op de computer komen. Deelnemers blijven het na de cursus ook leuk vinden om te oefenen met internet en een even groot aandeel van de deelnemers vindt het handig dat steeds meer zaken via internet kunnen. Wat dit laatste betreft wel een kanttekening: Zowel voor als na deelname vindt 63% van de deelnemers het handig dat steeds meer zaken via internet kunnen. Mogelijk dient meer aandacht te worden gegeven aan de praktische kanten van het internet. GOEDE ALGEMENE TEVREDENHEID, KLEINER AANDEEL ZEGT VAARDIGHEDEN ZELFSTANDIG TE KUNNEN TOEPASSEN Net als over de periode 2013-2014 zijn vrijwel alle deelnemers tevreden met het Klik & Tik-aanbod, de voorzieningen in de bibliotheek hierbij en de uitleg van de begeleider. Deelnemers vinden echter wat minder vaak dat zij de vaardigheden die in Klik & Tik zijn besproken ook zelfstandig kunnen toepassen. In deze meting vindt 66% dit, over 2013-2014 vond 77% dit.
7.2 Conclusies We vergelijken de aanbevelingen uit de eindrapportage 2013-2014 met de resultaten van deze tussenmeting voor 2014-2015: We gaven als aanbeveling Klik & Tik aan te bieden in de vorm van een meerdaagse cursus/workshop. In deze tussenmeting zien we dat alle aan de monitor deelnemende bibliotheken Klik & Tik aanbieden in de vorm van een cursus.
21
Samenvatting en conclusies
We gaven als aanbeveling met stagiairs en vrijwilligers als begeleider te werken. In deze tussenmeting zien we dat al veel meer van de aan de monitor deelnemende bibliotheken dit doen. We gaven als aanbeveling meer aandacht te geven aan praktische toepassingen van internet. We zien op het punt van het zelfstandig gebruiken van verschillende praktische toepassingen echter nog geen verbetering. We gaven als aanbeveling meer aandacht te geven aan veiligheid en risico’s op het internet opdat deelnemers hier minder angst voor hoeven te zijn. We zien op dit punt echter nog geen verbetering. We gaven als aanbeveling in te spelen op individuele verschillen binnen de groep. Oudere en laag opgeleide deelnemers hebben mogelijk meer uitleg nodig. We zien dat de effecten op vaardigheden in deze meting wat achter blijven ten opzichte van de meting over 2013-2014. Mogelijk houdt dit verband met het over het algemeen lagere startniveau van de deelnemers in deze meting.
AANBEVELINGEN Tot slot enkele aanbevelingen. Het gaat hierbij deels om een herinnering aan aanbevelingen uit de rapportage van de meetperiode 2013-2014 waar we nog geen verbetering constateren. Geef meer aandacht aan het gebruik van verschillende (praktische) internettoepassingen, zoals het regelen van bankzaken, het gebruik van DigiD en het downloaden, invullen en versturen van formulieren en officiële documenten. Geef meer aandacht aan veiligheid en risico’s op het internet; hoe groot zijn de risico’s eigenlijk (computer kapot maken, virussen, veiligheid persoonlijke gegevens) en hoe kunnen deze beperkt worden. Let goed op het niveau van de deelnemers; deelnemers met een lager startniveau hebben meer aandacht, oefening en begeleiding nodig. Instrueer vrijwilligers hier op te letten.
22
COLOFON Titel Auteurs Uitgave
: Monitor Klik & Tik in bibliotheken. Tussenrapportage september 2014 – februari 2015. : Drs. ing. Sander Smit en drs. Dzenita Camo. : NextValue Research, maart 2015.
De monitor ‘Klik & Tik in bibliotheken’ wordt uitgevoerd door NextValue Research, in opdracht van de Koninklijke Bibliotheek. Uit deze uitgave mag worden geciteerd met vermelding van titel, auteurs en uitgave.
Lloydstraat 5 3024 EA Rotterdam Telefoon: 010 8401725
[email protected] www.nextvalue.nl
Prins Willem-Alexanderhof 5 2595 BE Den Haag Telefoon: 070 3140310
[email protected] www.kb.nl