Monitor kans op werk - in regio’s en beroepen 3e kwartaal 2010
UWV WERKbedrijf Afdeling Arbeidsmarktinformatie Postbus 58285 1040 HG Amsterdam Tel. 020 - 7515000
[email protected] Amsterdam, oktober 2010
Monitor Kans op Werk – 3e kwartaal 2010
Inhoudsopgave Samenvatting ............................................................................................3 1. Inleiding ...............................................................................................5 2. Krapte naar beroepsgroep en regio ...........................................................7 2.1 Mogelijkheden naar beroepsgroep ......................................................................7 2.2 Mogelijkheden naar regio ................................................................................10
3. De top 10 vacatures van het UWV WERKbedrijf ........................................ 15 4. Uitstroompercentage naar beroep en regio............................................... 17 Bijlage 1
Krapte indicator t/m mbo-niveau .............................................. 21
Colofon De Monitor kans op werk is een uitgave van de Afdeling Arbeidsmarktinformatie van UWV WERKbedrijf. Aan het eind van elk kwartaal wordt deze Monitor uitgebracht. Voor vragen, suggesties kunt u mailen of bellen met UWV WERKbedrijf. Het telefoonnummer en e-mailadres staan op de voorkant van deze Monitor vermeld. De gegevens uit deze Monitor zijn afkomstig uit de registratiesystemen van UWV WERKbedrijf. Het geheel of gedeeltelijk overnemen van informatie is toegestaan met bronvermelding (bron: UWV WERKbedrijf, afdeling Arbeidsmarktinformatie). Meer informatie en cijfers over de (regionale) arbeidsmarkt treft u op: www.werk.nl: -> WERKbedrijf ->Arbeidsmarkt
2
Monitor Kans op Werk – 3e kwartaal 2010
Samenvatting Waar vind ik op dit moment een baan? De Monitor kans op werk geeft belangstellenden en vakdeskundigen inzicht in welke regio’s de ‘beste’ mogelijkheden zijn om een baan te vinden en in welke beroepsgroepen er openingen zijn. De “krapte-indicator” biedt inzicht in de arbeidsmarktkansen in regio’s en beroepsgroepen. Ondanks dat de arbeidsmarkt als geheel als ruim is te betitelen - werkzoekenden hebben moeite een baan te vinden - blijken er toch mogelijkheden te zijn in een aantal beroepsgroepen. Deze zijn de openbare orde en veiligheidsberoepen en de medische en paramedische beroepen. Voor de overige beroepsgroepen is de arbeidsmarkt in het algemeen te typeren als ruim, maar zijn er soms wel mogelijkheden voor specifieke beroepen. Binnen de regio’s is er sprake van een gedifferentieerd beeld. In sommige regio’s is er een ruim aanbod, in andere regio’s is er voor hetzelfde beroep een ruime vraag. Als deze regio’s bij elkaar in de buurt liggen, biedt interregionale samenwerking en bemiddeling meer kans op vacaturevervulling. De mogelijkheden op de arbeidsmarkt gelden voor wat betreft de krapte-indicator voor beroepen tot en met mbo-niveau. De meest voorkomende vacatures bij UWV WERKbedrijf hebben immers betrekking op lager gekwalificeerd personeel. Denk hierbij aan onder andere productiemedewerkers, chauffeurs, verzorgend personeel en schoonmakers. Bedrijven melden te weinig vacatures op hoger niveau bij UWV WERKbedrijf om uitspraken te kunnen doen over de mogelijkheden tot het vinden van een baan. Een andere indicator voor de kansen op de arbeidsmarkt is het uitstroompercentage. Als gekeken wordt naar het uitstroompercentage bij UWV WERKbedrijf is de tendens dat de uitstroom maandelijks wisselt. Daarom wordt gekeken naar een gemiddelde over drie maanden. De beroepsgroepen met de hoogste uitstroom zijn transportberoepen en openbare- en veiligheidsberoepen. De krapte-indicator in paragraaf 2 geeft informatie over de bij UWV WERKbedrijf ingediende vacatures en kortdurend NWW tot en met mbo-niveau. In de cijfers van de uitstroom zijn ook hoger opgeleiden meegenomen. Degenen die uitstromen, kunnen een vacature vervullen die niet bij UWV WERKbedrijf is ingediend. Het uitstroompercentage biedt derhalve aanvullende informatie. Het is een gegeven dat sinds de economische crisis er geen sprake van krapte meer is. Halverwege 2008 was er nog sprake van een krappe tot zeer krappe arbeidsmarkt, in het derde kwartaal van 2010 is de arbeidsmarkt ruim te noemen. Aan het begin van dit jaar leek de recessie nog niet voorbij. Maar de laatste maanden wijzen verscheidene indicatoren die de arbeidsmarkt duiden op betere tijden. Zo is de economische groei in Nederland in het eerste half jaar van 2010 meegevallen. De werkgelegenheid neemt in 2010 weliswaar af, maar de afname is in het tweede kwartaal minder ongunstig dan in het
3
Monitor Kans op Werk – 3e kwartaal 2010
eerste kwartaal. Ook het aantal vacatures en de uitzendmarkt lijkt zich enigszins te herstellen. Voor bepaalde beroepsgroepen en/of in bepaalde regio’s geldt echter een krappe arbeidsmarkt. Aan de andere kant is er nog beweging gaande via de uitstroom. Deze dynamiek brengt mogelijkheden tot arbeidsinpassing met zich mee, zeker als bekend is in welke beroepen en in welke regio’s er mogelijkheden liggen. Deze Monitor kan net dat zetje in de goede richting geven.
4
Monitor Kans op Werk – 3e kwartaal 2010
1. Inleiding De behoefte aan arbeidsmarktinformatie is zeer divers, afhankelijk van het doel van de gebruiker. Daarom biedt UWV WERKbedrijf haar arbeidsmarktinformatie langs verschillende wegen en via verschillende producten aan. Eén daarvan is deze Monitor kans op werk. Doel Monitor kans op werk Waar vind ik op dit moment een baan? Eén van de wettelijke taken van UWV WERKbedrijf is om de arbeidsmarkt transparant te maken. Voor werkgevers belangrijk, omdat zij geïnformeerd willen worden waar zij geschikt aanbod kunnen vinden. Voor de werkzoekenden is het van belang om te weten waar mogelijkheden zijn om aan de slag te kunnen. Door een optimale transparantie worden vacatures sneller opgevuld en wordt de werkloosheidsduur geminimaliseerd. In de huidige economische situatie is het voor de positie van werkzoekenden van belang een beeld te hebben van de mogelijkheden die er voor hen zijn op de arbeidsmarkt. De Monitor helpt bij het inzichtelijk maken in welke beroepsgroepen er mogelijkheden zijn en welke regio’s ruimte bieden voor arbeidsinpassing. Doelgroep en frequentie Monitor kans op werk De Monitor Kans op werk verschijnt één keer per kwartaal en is vooral bedoeld voor mensen die de regionale arbeidsmarkt als werkveld hebben. Denk hierbij onder andere aan: gemeenten, provincies, onderwijs en UWV WERKbedrijf. Concreet is deze Monitor nuttig voor degenen die op het niveau van management, bestuur en beleid acteren. Echter ook voor de werkcoaches kan deze Monitor nuttig zijn. Door de per 1 juli 2008 ingevoerde Wet Passende Arbeid Werkaanbod (PAWA) is de werkloze verplicht om binnen de door de wet gestelde grenzen een werkaanbod van ieder opleidingsniveau te accepteren. Deze informatiebron helpt bij het voorbereiden van begeleidingsgesprekken met de werklozen. Bereik Monitor kans op werk De cijfers die in deze Monitor gebruikt worden, komen uit de bij UWV WERKbedrijf geregistreerde vacatures en niet-werkende werkzoekenden. Dit dekt niet de gehele arbeidsmarkt, maar vormt wel een belangrijke indicator voor de arbeidsmarktontwikkeling. Tenzij anders vermeld, hanteert deze Monitor de gemiddelde maandcijfers over het afgelopen kwartaal (juli t/m september 2010). De arbeidsmarktkansen zijn gebaseerd op twee indicatoren, te weten de krapte-indicator en het uitstroompercentage. Voor de krapte-indicator is het goed te weten dat voor de beroepen op het niveau van het hoger onderwijs (hbo en universitair) bedrijven te weinig vacatures melden bij UWV WERKbedrijf om uitspraken te doen over de kansen op werk. Vandaar dat deze krapteindicator gericht is op mogelijkheden op de arbeidsmarkt tot en met mbo-niveau.
5
Monitor Kans op Werk – 3e kwartaal 2010
In de uitstroomcijfers worden de hoger opgeleiden wel meegenomen. Ook de uitstroomcijfers geven immers een indicatie van de situatie op de arbeidsmarkt. Daarnaast dient gerealiseerd te worden dat de werkloze kan uitstromen naar een vacature die niet bij UWV WERKbedrijf gemeld is. De uitstroomcijfers zijn daarom een waardevolle aanvulling. Inhoud In de Monitor worden achtereenvolgens in afzonderlijke paragrafen drie analyses uitgevoerd: 1. het bepalen van de krapte op grond van de bij het UWV WERKbedrijf geregistreerde cijfers over werkzoekenden en vacatures; 2. het vaststellen van de “Vacature Top 10 “bij UWV WERKbedrijf; 3. het bepalen van uitstroompercentages naar beroepsgroep en regio. Deze analyses leveren gezamenlijk een zo goed mogelijk beeld op van de kansen op de arbeidsmarkt. Meer informatie De Monitor Kans op werk biedt inzicht in de mogelijkheden naar werk en regio. Verdere informatie over de arbeidsmarkt treft u aan op www.werk.nl onder het tabblad “UWV WERKbedrijf” en de rubriek “arbeidsmarkt”.
6
Monitor Kans op Werk – 3e kwartaal 2010
2. Krapte naar beroepsgroep en regio Bij de beschrijving van kansen op de arbeidsmarkt wordt gebruik gemaakt van het begrip “krapte”. Krapte is de verhouding tussen vraag en aanbod. Kort gesteld geeft krapte aan hoeveel werkzoekenden er zijn voor een vacature. Bij werkzoekenden wordt gefocust op de bij UWV WERKbedrijf ingeschreven niet-werkende werkzoekenden (NWW), die maximaal 6 maanden werkloos zijn. Dit is een benadering van het direct bemiddelbaar aanbod van UWV WERKbedrijf. Als er sprake is van relatief veel openstaande vacatures ten opzichte van het aanbod, wordt gesproken van een (zeer) krappe arbeidsmarkt. Dit betekent dat het voor werkgevers moeilijk is om personeel te vinden. Als er sprake is van relatief weinig openstaande vacatures ten opzichte van het aanbod, wordt gesproken van een (zeer) ruime arbeidsmarkt. Voor werkzoekenden betekent dit dat het moeilijk is om een baan te vinden. Onderstaande tabel laat zien hoe de verhouding is tussen het aantal openstaande vacatures en het aantal niet-werkende werkzoekenden bij de verschillende arbeidsmarkttyperingen.
Tabel 1
Betekenis krapte
Vacatures
NWW
Verhouding
10
> 40
< 0,25
Typering
10
40 - 25
0,25 - 0,40
Ruime arbeidsmarkt
10
25 - 18
0,40 - 0,55
Gemiddelde arbeidsmarkt
10
18 - 14
0,55 - 0,70
Krappe arbeidsmarkt
10
< 14
> 0,70
Zeer ruime arbeidsmarkt
Zeer krappe arbeidsmarkt
Hierbij moet worden aangetekend dat ook in een (zeer) ruime markt, door dynamiek van vervangingsvraag, altijd mensen een weg naar een andere baan weten te vinden.
2.1 Mogelijkheden naar beroepsgroep In onderstaande tabellen wordt de verhouding getoond tussen vraag en aanbod naar beroepsgroep. Dat is vraag en aanbod op landelijk niveau, zoals door UWV WERKbedrijf is geregistreerd over het derde kwartaal van 2010. In de meeste beroepsgroepen is een ruim tot zeer ruim aanbod aanwezig. Dit betekent dat het voor veel werkzoekenden, in deze beroepsgroepen, moeilijk is een baan te vinden. Het is een gegeven dat sinds de economische crisis er geen sprake van krapte meer is. Halverwege 2008 was er nog sprake van een krappe tot zeer krappe arbeidsmarkt, in het derde kwartaal van 2010 is de arbeidsmarkt ruim te noemen. Aan het begin van dit jaar
7
Monitor Kans op Werk – 3e kwartaal 2010
leek de recessie nog niet voorbij. Maar de laatste maanden wijzen verscheidene indicatoren die de arbeidsmarkt duiden op betere tijden. Zo is de economische groei in Nederland in het eerste half jaar van 2010 meegevallen. De werkgelegenheid neemt in 2010 weliswaar af, maar de afname is in het tweede kwartaal minder ongunstig dan in het eerste kwartaal. Ook het aantal vacatures en de uitzendmarkt lijkt zich enigszins te herstellen. In het derde kwartaal van 2010 is de verhouding tussen vraag en aanbod iets verbeterd. De vraag nam iets toe (bijna 2000 vacatures) en het aanbod is behoorlijk afgenomen (14.000 personen). Het overall-beeld is echter niet verschoven en blijft “ruim” in het derde kwartaal. In tabel 2 worden de krappe beroepsgroepen getoond. Tabel 2
Vraag, aanbod en krapte-indicator (t/m mbo-niveau) gemiddelde 3e kwartaal 2010
Beroepsgroepen
NWW
Krapte
Typering
47.104
128.783
0,37
Ruim
Openbare orde- en veiligheidsberoepen
1.798
2.021
0,89
Zeer krap
Medische en paramedische beroepen
1.198
1.576
0,76
Zeer krap
ROA-indeling Alle beroepen
Aantal vacatures
Openbare orde- en veiligheidsberoepen Er bestaat voor deze beroepssector een grote mate van krapte op de arbeidsmarkt. De krapte strekt zich uit over leger, politie, brandweer en beveiliging. Medisch en paramedische beroepen Er is krapte voor de sector als geheel. Deze spitst zich met name toe op: zorghulp en in iets mindere mate op (leerling)verpleegkundigen en operatiekamer-personeel.
8
Monitor Kans op Werk – 3e kwartaal 2010
In tabel 3 is af te lezen dat voor bijna alle overige weergegeven beroepsgroepen de arbeidsmarkt ruim tot zeer ruim is te noemen.
Tabel 3
Vraag, aanbod en krapte-indicator (t/m mbo-niveau) gemiddelde 3e kwartaal 2010
Beroepsgroepen ROA-indeling Alle beroepen Culturele beroepen
Aantal
NWW
Krapte
Typering
128.783
0,37
Ruim
vacatures 47.104 83
887
0,09
Zeer ruim
6.294
29.682
0,21
Zeer ruim
Sociaal-culturele beroepen
421
1.869
0,23
Zeer ruim
Informaticaberoepen
368
1.422
0,26
Ruim
13.059
34.026
0,38
Ruim
205
521
0,39
Ruim
Economisch-administratieve beroepen
Verzorgende en dienstverlenende beroepen Pedagogische beroepen Technische en industrieberoepen
16.902
41.649
0,41
Gemiddeld
Transportberoepen
5.174
12.166
0,43
Gemiddeld
Agrarische beroepen
1.602
2.964
0,54
Gemiddeld
Als er binnen deze overige beroepsgroepen gekeken wordt naar de afzonderlijke beroepen dan zijn er de volgende mogelijkheden. Agrarische beroepen De mogelijkheden spitsen zich vooral toe op de agrarische hulparbeiders. Daarnaast is er ook krapte bij de beroepen voor de groenteteelt en hoveniers. Technische en industrieberoepen Er is voor deze beroepssector als geheel sprake van een gemiddelde markt. In vergelijking met het vorige kwartaal is de situatie verbeterd voor werkzoekenden (enige toename van de vraag en een flinke afname van het relevante aanbod). Er is inmiddels weer krapte ontstaan in enkele subsectoren. Die spitst zich toe op grond-, weg- en waterbouwberoepen, procesmatige beroepen en diverse elektro- en elektronicamonteurs. Transportberoepen Voor deze beroepssector is de situatie verbeterd voor werkzoekenden ten opzichte van vorig kwartaal. Nu is er sprake van een gemiddelde markt. De krapte spitst zich toe op beroepen voor de binnenvaart, laders en lossers en postbezorgers. Voor de overige beroepsgroepen is soms sprake van krapte in specifieke beroepen. Bij de informaticaberoepen is er krapte bij gespecialiseerde programmeurs; Bij de pedagogische beroepen is er sprake van krapte bij rij-instructeurs en zweminstructeurs;
9
Monitor Kans op Werk – 3e kwartaal 2010
Bij de verzorgende en dienstverlenende beroepen is sprake van krapte bij koks (exotisch) en verzorgenden in instellingen.
2.2 Mogelijkheden naar regio Nederland is verdeeld in 30 arbeidsmarktregio’s. Bij de start van UWV WERKbedrijf is die indeling afgesproken in overleg met het ministerie van SZW en met de Vereniging van Nederlandse gemeenten (VNG). Met een indeling in 30 arbeidsmarktregio’s wordt een redelijk fijnmazig beeld van de arbeidsmarkt gepresenteerd. Wanneer arbeidsmarktregio’s met elkaar vergeleken worden, blijken er aanzienlijke verschillen op te treden tussen beroepsgroepen. Zo blijken er bij de agrarische beroepen regio’s te zijn waarbij (zeer) ruim en (zeer) krap dicht bij elkaar te liggen. In Flevoland en Rivierenland bijvoorbeeld is de arbeidsmarkt (zeer) krap te noemen, dit in tegenstelling tot nabij gelegen regio’s als Midden-Utrecht, Noord-Kennemerland en West-Friesland, ZuidGelderland en Noordoost-Brabant waar de arbeidsmarkt (zeer) ruim is. Ook bij de medische en paramedische beroepen is bijvoorbeeld te zien dat de aanduiding “zeer krap” en “zeer ruim” beiden voorkomen. Zo is die deelmarkt in Midden-Holland en Zuid-Limburg “zeer krap” maar in het naburige Holland Rijnland en Noord- en MiddenLimburg juist “ruim”. Landelijk is er grote krapte te zien bij de openbare orde en veiligheidsberoepen en medische en paramedische beroepen. Dat vertaalt zich in een fors aantal regio’s waar sprake is van een (zeer) krappe situatie.
10
Monitor Kans op Werk – 3e kwartaal 2010
In een aantal regio’s is de arbeidsmarkt echter (zeer) ruim: Voor de openbare orde en veiligheidsberoepen is er ruim aanbod in Friesland, Groningen, Flevoland, Twente, Midden-Holland, Achterhoek, Rivierenland, ZuidGelderland en Zaanstreek/Waterland; Voor de medische beroepen is er ruim aanbod in Friesland, Zuid-Gelderland, Zaanstreek/Waterland, Zuid-Kennemerland en Midden-Brabant. Interregionale bemiddeling kan deze geografische fricties op deelmarkten verminderen. Zo zijn er mogelijkheden om de plaatsing te stimuleren door bij de arbeidsbemiddeling de grenzen van de regio’s en districten te overschrijden. Pendel vormt één van de oplossingen om in de krapte te voorzien. De bereidheid om een flinke afstand te pendelen is niet zo groot. In bijlage 1 is een overzicht van de krapte in de verschillende beroepsgroepen opgenomen. De verdeling van de krapte over de regio’s en beroepsgroepen blijkt een gedifferentieerd beeld op te leveren. De regio’s met beroepsgroepen met een “zeer krappe” arbeidsmarkt zijn in de tabel rood en een “krappe” arbeidsmarkt oranje gemarkeerd. Deze kleurmarkering is eveneens gehanteerd in de bijgevoegde “krapte-landkaarten” van geheel Nederland. Op de volgende pagina’s is in kaartvorm te zien hoe de krapte op de arbeidsmarkt in het derde kwartaal van 2010 voor de beroepsgroepen tot en met het mbo-niveau er uitziet. Gebieden met onvoldoende waarnemingen worden blanco afgebeeld. Het totaal van alle beroepsgroepen laat zien dat er sprake is van een ruime arbeidsmarkt. Daarna worden alleen kaarten getoond van beroepsgroepen waar in bepaalde regio’s krapte optreedt.
11
Monitor Kans op Werk – 3e kwartaal 2010
Figuur 1:
Totaal beroepen
Openbare orde en veiligheidsberoepen
Typering arbeidsmarkt zeer krap krap gemiddeld ruim zeer ruim
Figuur 2:
Medisch en paramedische beroepen
Agrarische beroepen
Typering arbeidsmarkt zeer krap krap gemiddeld ruim zeer ruim
12
Monitor Kans op Werk – 3e kwartaal 2010
Figuur 3:
Pedagogische beroepen
Verzorgende en dienstverlenende beroepen
Typering arbeidsmarkt zeer krap krap gemiddeld ruim zeer ruim
Figuur 4:
Technische en industrie Beroepen
Transportberoepen
Typering arbeidsmarkt zeer krap krap gemiddeld ruim zeer ruim
13
Monitor Kans op Werk – 3e kwartaal 2010
Figuur 5:
Sociaal-culturele beroepen
Informatica beroepen
Typering arbeidsmarkt zeer krap krap gemiddeld ruim zeer ruim
14
Monitor Kans op Werk – 3e kwartaal 2010
3. De top 10 vacatures van het UWV WERKbedrijf In onderstaande tabel is duidelijk te zien welke 10 beroepen, op landelijk niveau, het meest door werkgevers worden gevraagd. Bij UWV WERKbedrijf hebben de meest voorkomende vacatures betrekking op lager gekwalificeerd personeel. Denk hierbij aan onder andere productiemedewerkers, winkelpersoneel, verzorgend personeel, schoonmakers en chauffeurs.
Tabel 4
Vacature top 10 3-maandsgemiddelde, 3e kwartaal 2010 Openstaande vacatures
Productiemedewerkers
5.561
Chauffeurs
4.126
Commercieel employés
3.356
Verzorgend personeel
3.354
Interieurverzorgers
3.306
Hulpkrachten horeca en verzorging
3.232
Verkopers
2.323
Bouwvakkers
2.312
Aannemers en installateurs
1.700
Monteurs
1.518
Daarnaast zijn er beroepen (vacatures), die in bepaalde regio’s veel gevraagd worden: Bankwerkers en lassers in Haaglanden, Achterhoek, Zaanstreek/Waterland, ZuidKennemerland, Midden-Brabant, Noordoost-Brabant en Zuidoost-Brabant; Boekhouders en secretaresses in Rivierenland; Elektromonteurs in Midden-Holland, Zuid-Gelderland, Noord-Kennemerland en West-Friesland, Zaanstreek/Waterland en Zuid-Kennemerland; Kantoorhulpen, inpakkers en colporteurs in Gooi- en Vechtstreek en Twente; Laders en lossers in Drenthe, Haaglanden, Midden-Holland, Rivierenland en Zaanstreek/Waterland; Metaalarbeiders in Flevoland; Politieagenten, onderofficieren en beveiligingsemployés in Oost-Utrecht, IJsselvechtstreek en Groot Amsterdam; Receptionisten en administratieve employés in Holland Rijnland en Zuid-Limburg; Weg- en waterbouwkundige arbeiders in Friesland, Holland Rijnland en MiddenHolland. Voor meer gedetailleerde informatie over de top 10 vacatures wordt verwezen naar de Basisset arbeidmarktinformatie. In deze Basisset wordt per arbeidsmarktregio ingegaan op de top 10 vacatures. De Basisset komt maandelijks uit en is terug te vinden op www.werk.nl onder algemene regionale arbeidsmarktinformatie.
15
Monitor Kans op Werk – 3e kwartaal 2010
Kansrijke sectoren Voor werkcoaches en werkzoekenden is het belangrijk om te weten in welke sectoren en branches er vacatures zijn. Het banenaanbod verschilt ook per beroep. Dit overzicht geeft voor alle beroepsniveaus een beeld van wat op dit moment de meest kansrijke branches zijn. Ongeveer 40% van alle vacatures is op uitzendbasis. Vaak is dat een opstapje naar een vaste baan. Lagere beroepsniveaus Bouw: bouwvakkers en ander lager technisch personeel; Detailhandel en dienstverlening: vakkenvullers, verkopers en receptionisten; Gezondheidszorg: verpleeghulpen; Horeca: hulpkrachten in bediening en keuken; Industrie: productiemedewerkers, mechanisch operators en metaalarbeiders; Landbouw: agrarische (hulp)arbeiders; Schoonmaakbranche: interieurverzorgers; Transport: laders en lossers en chauffeurs. Middelbare beroepsniveaus Bouw: aannemers en installateurs, elektromonteurs, monteurs, weg - en waterbouwkundige vakkrachten; Detailhandel en dienstverlening: winkeliers en callcenter medewerkers; Gezondheidszorg: verzorgenden (vooral mbo-niveau 3); Handel: commercieel employés; Horeca: (chef-)koks en bedrijfshoofden; Industrie en techniek: monteurs, bankwerkers en lassers en procesoperators; Openbare orde en veiligheid: brandweer, politie en beveiliging; Overige dienstverlening: boekhouders en secretaresses. Hogere beroepsniveaus Onderwijs: leerkrachten en onderwijskundige medewerkers; Gezondheidszorg: (ervaren) verpleegkundigen; Handel: (assistent) accountants en commercieel medewerkers; ICT: systeemanalisten; Industrie en techniek: werktuigbouwkundige ontwerpers en hoofden technische dienst; Overige dienstverlening: medewerkers personeel en arbeid.
16
Monitor Kans op Werk – 3e kwartaal 2010
4. Uitstroompercentage naar beroep en regio In deze paragraaf wordt gekeken wat de uitstroommogelijkheden zijn voor de verschillende beroepsklassen en regio’s. Er zijn diverse redenen om uit te stromen uit de bestanden van UWV. Naast het uitstromen naar werk kan hierbij gedacht worden aan uitstromen in verband met het behalen van de pensioengerechtigde leeftijd en uitstromen omdat de dienstverlening niet langer meer is gewenst. Niet iedere niet-werkende werkzoekende (of NWW) stroomt derhalve uit naar werk. Maar het uitstroompercentage1 kan wel worden beschouwd als een indicatie voor mogelijkheden om werk te vinden. Het uitstroompercentage is gebaseerd op de maanden juni, juli en augustus; de uitstroom van de maand september is nog niet bekend. De krapte-indicator in paragraaf 2 geeft informatie over de bij UWV WERKbedrijf ingediende vacatures en kortdurend NWW tot en met mbo-niveau. In de cijfers van de uitstroom zijn ook hoger opgeleiden (hbo- en wo-niveau) meegenomen. Degenen die uitstromen, kunnen een vacature invullen die niet bij UWV WERKbedrijf is ingediend. Voorbeeld: de arbeidsmarkt voor informaticaberoepen is volgens de krapte-indicator te typeren als ruim (zie paragraaf 2). De uitstroom geeft een ander beeld: de uitstroom voor informaticaberoepen is bovengemiddeld (zie tabel 5).2
Tabel 5
Uitstroompercentage naar beroepsgroep %
Beroepsgroepen Transportberoepen
11,5%
Openbare orde- en veiligheidsberoepen
11,0%
Informatica beroepen
10,6%
Medische en paramedische beroepen
10,5%
Technische en industrieberoepen
9,9%
Sociaal-culturele beroepen
9,9%
Agrarische beroepen
9,7%
Economisch-administratieve beroepen
9,7%
Culturele beroepen
9,4%
Verzorgende en dienstverlenende beroepen
9,0%
Pedagogische beroepen
8,7%
Gemiddeld
10,0%
In tabel 5 is te zien dat de uitstroom (en mogelijkheden) het grootst is in de bovenste beroepsgroepen van de tabel (transportberoepen, openbare orde- en veiligheidsberoepen, informaticaberoepen en medische en paramedische beroepen). Bij de hoge uitstroom van agrarische beroepen speelt de seizoensinvloed een duidelijke rol. 1 Het uitstroompercentage is gebaseerd op de uitstroomquote: de verhouding tussen de uitstroom NWW in een bepaalde maand en de stand NWW aan het begin van die maand. De uitstroom is gecorrigeerd voor administratieve mutaties. 2 Uit de paragraaf over kansrijke sectoren blijkt dat er op hoger beroepsniveau veel vacatures voor systeemanalisten zijn.
17
Monitor Kans op Werk – 3e kwartaal 2010
In figuur 6 staan de beroepsgroepen met in het derde kwartaal gemiddeld de beste mogelijkheden tot uitstroom. De uitstroompercentages van deze beroepsgroepen komen (ruim) boven het landelijk gemiddelde uitstroompercentage uit.
Figuur 6
Uitstroompercentage per beroepsgroep
14,0% 13,0% 12,0% 11,0% 10,0% 9,0% 8,0% 7,0% 6,0% maart
april
Transportberoepen Informatica beroepen
mei
juni
juli
augustus
Openbare orde- en veiligheidsberoepen Medische en paramedische beroepen
In figuur 7 zijn de beroepsgroepen weergegeven waarvan in het derde kwartaal de uitstroompercentages rond het landelijk gemiddelde liggen.
18
Monitor Kans op Werk – 3e kwartaal 2010
Figuur 7
Uitstroompercentage per beroepsgroep
16,0% 15,0% 14,0% 13,0% 12,0% 11,0% 10,0% 9,0% 8,0% 7,0% 6,0% maart
april
mei
Technische en industrieberoepen Agrarische beroepen
juni
juli
augustus
Sociaal-culturele beroepen Economisch-administratieve beroepen
In figuur 8 zijn de beroepsgroepen weergegeven met in het derde kwartaal een ondergemiddeld uitstroompercentage. Figuur 8
Uitstroompercentage per beroepsgroep
11,0% 10,5% 10,0% 9,5% 9,0% 8,5% 8,0% 7,5% 7,0% 6,5% 6,0% maart
april
Culturele beroepen Pedagogische beroepen
mei
juni
juli
augustus
Verzorgende en dienstverl. beroepen
19
Monitor Kans op Werk – 3e kwartaal 2010
Er blijken aanzienlijke verschillen te zijn tussen arbeidsmarktregio’s waarbij het gaat om de uitstroomkansen (zie tabel 6). Regio’s met betere mogelijkheden hebben een groene uitstroomquote, regio’s met mindere mogelijkheden een rode. Opvallend is dat Groot-Amsterdam uit de rode zone is opgekrabbeld.
Tabel 6
Uitstroompercentage naar arbeidsmarktregio
Regio Nederland
% 9,8%
Regio
%
Drechtsteden
11,6%
Rivierenland
9,9%
Zeeland
11,6%
West-Brabant
9,8%
Midden-Brabant
11,5%
Ijsselvechtstreek
9,7%
Noord- en Midden-Limburg
11,1%
Holland Rijnland
9,6%
Zuid-Kennemerland
11,0%
Zuidoost-Brabant
9,5%
N-Kennemerland en W-Friesland
10,8%
Groot Amsterdam
9,5%
Noordoost-Brabant
10,6%
Midden-Gelderland
9,4%
Oost-Utrecht
10,5%
Stedendriehoek
9,2%
Haaglanden
10,5%
Friesland
9,1%
Midden-Utrecht
10,4%
Rijnmond
9,0%
Achterhoek
10,3%
Gooi- en Vechtstreek
8,7%
Flevoland
10,0%
Groningen
8,5%
Midden-Holland
9,9%
Twente
7,9%
Zuid-Limburg
9,9%
Drenthe
7,5%
Zaanstreek/Waterland
9,9%
Zuid-Gelderland
6,7%
0,11
Drenthe
0,092
20
Monitor Kans op Werk – 3e kwartaal 2010
Bijlage 1
Krapte indicator t/m mbo-niveau
Tabel 7
Typering arbeidsmarkt naar regio en beroep Medische en paramedische
Openbare orde en veiligheids
Pedagogische
Verzorgende en dienstverl.
beroepen zeer krap
beroepen zeer krap
beroepen ruim
beroepen ruim
Drenthe
zeer krap
zeer krap
ruim
ruim
Friesland
gemiddeld
krap
ruim
ruim
Groningen
zeer ruim
zeer ruim
zeer ruim
ruim
krap
krap
ruim
zeer ruim
gemiddeld
zeer krap
zeer ruim
gemiddeld
krap
zeer krap
zeer ruim
gemiddeld
gemiddeld
zeer krap
ruim
zeer krap
ruim
zeer ruim
Nederland
Ijsselvechtstreek Stedendriehoek Twente Achterhoek Midden-Gelderland Rivierenland
gemiddeld
zeer krap
Zuid-Gelderland
zeer krap
zeer ruim
N-Kennemerland en W-Friesland
zeer ruim
ruim ruim
zeer ruim
zeer ruim
ruim
zeer ruim gemiddeld
zeer krap
Zaanstreek / Waterland
zeer krap
krap
gemiddeld
Zuid-Kennemerland
zeer ruim
zeer ruim
zeer ruim
zeer ruim
ruim
zeer krap
zeer krap
gemiddeld
Groot Amsterdam Flevoland
krap
zeer ruim
ruim
zeer ruim
Gooi- en Vechtstreek
gemiddeld
zeer ruim
ruim
zeer ruim
Midden-Utrecht
zeer krap
Oost-Utrecht
zeer krap
zeer krap
zeer ruim
Haaglanden
ruim
zeer ruim
gemiddeld
zeer ruim
zeer krap
ruim
krap
gemiddeld krap
Holland Rijnland Midden-Holland
krap gemiddeld
ruim
zeer krap
zeer ruim
Drechtsteden
zeer krap
zeer krap
zeer krap
krap
Rijnmond
zeer krap
ruim
ruim
zeer ruim
West-Brabant
zeer krap
zeer ruim
zeer ruim
zeer ruim
ruim
zeer krap
ruim
zeer ruim
Midden-Brabant
zeer ruim
ruim
krap
krap
Noordoost-Brabant
zeer ruim
krap
ruim
ruim
Zuidoost-Brabant
zeer krap
zeer krap
gemiddeld
gemiddeld
Noord- en Midden Limburg
gemiddeld
zeer krap
krap
gemiddeld
ruim
krap
zeer krap
krap
Zeeland
Zuid-Limburg
21
Monitor Kans op Werk – 3e kwartaal 2010
Tabel 8
Typering arbeidsmarkt naar regio en beroep Econ.admin.
Technische & industrie
Culturele
Sociaalculturele
Nederland
Beroepen zeer ruim
beroepen gemiddeld
beroepen zeer ruim
beroepen zeer ruim
Drenthe
zeer ruim
ruim
zeer ruim
zeer ruim
Friesland
zeer ruim
ruim
zeer ruim
zeer ruim
Groningen
zeer ruim
ruim
zeer ruim
zeer ruim
ruim
gemiddeld
zeer ruim
zeer ruim
Stedendriehoek
zeer ruim
ruim
zeer ruim
ruim
Twente
zeer ruim
zeer ruim
zeer ruim
zeer ruim
Achterhoek
zeer ruim
ruim
zeer ruim
zeer ruim
Midden-Gelderland
zeer ruim
zeer ruim
Ijsselvechtstreek
zeer ruim
zeer ruim
Rivierenland
ruim
krap
zeer krap
Zuid-Gelderland
ruim
zeer ruim
zeer ruim
N-Kennemerland en W-Friesland
zeer ruim
ruim
zeer ruim
Zaanstreek / Waterland
zeer ruim
gemiddeld
zeer ruim
zeer ruim
Zuid-Kennemerland
zeer ruim
zeer krap
zeer ruim
gemiddeld gemiddeld
Groot Amsterdam Flevoland Gooi- en Vechtstreek Midden-Utrecht
zeer ruim
ruim
gemiddeld
zeer ruim
zeer ruim
ruim
zeer ruim
zeer ruim
ruim
gemiddeld
zeer ruim
gemiddeld
zeer ruim
zeer ruim
ruim
gemiddeld
Oost-Utrecht
zeer ruim
ruim
Haaglanden
zeer ruim
ruim
zeer ruim
Holland Rijnland
zeer ruim
zeer krap
zeer ruim
Midden-Holland
zeer ruim
ruim
Drechtsteden
zeer ruim
ruim
zeer ruim
Rijnmond
zeer ruim
ruim
ruim
ruim
West-Brabant
zeer ruim
ruim
zeer ruim
zeer ruim
Zeeland
zeer ruim zeer ruim ruim zeer ruim zeer ruim
ruim
krap
zeer ruim
zeer ruim
zeer ruim
ruim
zeer ruim
gemiddeld
Noordoost-Brabant
ruim
gemiddeld
zeer ruim
krap
Zuidoost-Brabant
ruim
zeer krap
zeer ruim
gemiddeld
Noord- en Midden Limburg
ruim
krap
Zuid-Limburg
ruim
ruim
Midden-Brabant
zeer ruim zeer ruim
zeer ruim
22
Monitor Kans op Werk – 3e kwartaal 2010
Tabel 9
Typering arbeidsmarkt naar regio en beroep Transport
Agrarische
Informatica
Beroepen gemiddeld
beroepen gemiddeld
beroepen ruim
Drenthe
ruim
zeer ruim
zeer ruim
Friesland
zeer ruim
zeer ruim
zeer ruim
ruim
zeer ruim
zeer ruim
IJsselvechtstreek
gemiddeld
zeer ruim
zeer ruim
Stedendriehoek
gemiddeld
zeer krap
ruim
Twente
zeer ruim
ruim
zeer ruim zeer ruim
Nederland
Groningen
Achterhoek
ruim
zeer ruim
Midden-Gelderland
zeer ruim
ruim
zeer ruim
Rivierenland
zeer krap
zeer krap
gemiddeld
Zuid-Gelderland N-Kennemerland en WFriesland Zaanstreek / Waterland
zeer ruim
zeer ruim
zeer krap
gemiddeld
ruim
zeer ruim
zeer krap
krap
zeer ruim
Zuid-Kennemerland
gemiddeld
ruim
zeer ruim
Groot Amsterdam
zeer krap
zeer krap
zeer ruim
Flevoland
zeer ruim
zeer krap
zeer ruim
Gooi- en Vechtstreek
gemiddeld
zeer ruim
gemiddeld
Midden-Utrecht
zeer krap
ruim
ruim
Oost-Utrecht
gemiddeld
zeer krap
zeer ruim
Haaglanden
krap
zeer ruim
ruim
Holland Rijnland
ruim
zeer ruim
zeer ruim
Midden-Holland
ruim
gemiddeld
zeer ruim
Drechtsteden
ruim
zeer krap
ruim
zeer ruim
zeer ruim
zeer ruim
ruim
zeer krap
zeer ruim
Zeeland
gemiddeld
zeer krap
gemiddeld
Midden-Brabant
gemiddeld
zeer ruim
zeer ruim
Noordoost-Brabant
gemiddeld
ruim
zeer ruim
Zuidoost-Brabant
gemiddeld
gemiddeld
krap
Noord- en Midden Limburg
krap
krap
gemiddeld
Zuid-Limburg
ruim
krap
zeer ruim
Rijnmond West-Brabant
23