MOLEN “DE VIER WINDEN” SINT ANNALAND BESTEK EN VOORWAARDEN RESTAURATIE BESTEK NR: Opdrachtgever: Auteur:
2009-03-01. Stichting Molen de Vier Winden P. Groen
00. ALGEMENE PROJECTGEGEVENS 1. Achtergronden Molen “De Vier Winden” is een typisch Zeeuwse stellingmolen die in 1847 gebouwd is. Van origine is de molen gebouwd met 4koppel stenen. Hiervan waren er tot in 1955 drie over. In dat jaar werd het oorspronkelijke binnenwerk er echter uitgehaald en werd de molen ingericht als maalderij. Twee van de drie koppels werden toen op de begane grond op een maalstoel geplaatst. In de periode tussen 1969 en 1978 werd de molen uitwendig en inwendig geheel gerestaureerd door eigenaar/molenaar Lou Verhagen om opnieuw met de wind te kunnen malen. Hierbij werd gebruik gemaakt van het spoorwiel en de rondsels van de molen “Horror Vacui” te Noordgouwe. De wielen zijn een stuk vakwerk van meestermolenmaker Marien van Riet uit Goes. De staartbalk en de schoren zijn afkomstig van de in 1968 onttakelde korenmolen “De Regt” in Nieuw Lekkerland. Opvallend is dat vele onderdelen uit de bouwtijd behouden zijn gebleven. Het bovengangwerk inclusief de houten as met ijzeren kop is nog origineel. Ook de kap en de meeste zolderbalken dateren nog uit de bouwtijd. De onderhoudsconditie van de molen is echter schrikbarend achteruit gegaan. Om de monumentale onderdelen in de molen te behouden zal een ingrijpende maar omzichtige restauratie noodzakelijk zijn.
2. Korte beschrijving van het werk Het uitgangspunt van dit bestek is het maalvaardig maken van molen “De Vier Winden” naar de situatie rond 1930. 1. Het vernieuwen van de stelling. 2. Het nauwkeurig herstellen van de kapconstructie en het aanbrengen van een gepotdekseld kapbeschot. 3. Van de staartconstructie de lange en korte spruit vernieuwen. De staartbalk eveneens vernieuwen. De overige balken en onderdelen repareren en opnieuw aanbrengen. 4. Het gehele wiekenkruis inclusief hekwerk vernieuwen. 5. De vang repareren. 6. Het gaande werk nalopen en goed werkend opleveren. Het halslager van de bovenas opnieuw opstellen. 7. Het metselwerk en voegwerk plaatselijk omzichtig herstellen met metselen voegmortel op kalkbasis. De molenromp weer van witkalk voorzien. 8. Bij alle zolders de balkopleggingen in de muur repareren.
3 Adres molen F.M. Boogaardweg 4 4697 GM Sint-Annaland 4. Eigenaar en Opdrachtgever Stichting Molen De Vier Winden Contactpersoon: P. Jungbeker Tel: 06212938949 / 01666 53085 5. Directie De financiële directie wordt gevoerd door de opdrachtgever. De technische directie wordt gevoerd door Adviesbureau Groen. 6.Bestek Dit bestek is opgesteld in maart 2009 door Adviesbureau Groen. --7. Aanvullende stukken Bij dit bestek horen de volgende tekeningen:
1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11.
Inventarisatietekening metselwerk Principetekening metselwerk Balklagen Detail oplegging schoren en liggers stelling in de muur. Constructie stelling Raam- en deurdetails. Bovenas, opsluiting roeden, kraag roeden bovenas en halssteen. Wiekenkruis Zeilen Doceerschroef en uitlopen buil Constructie kap en details achterkeuvelens
Bij dit bestek horen de volgende documenten: 1. Maatlijst roeden 2. Kleurenschema 3. Model garantieverklaring 4. Inschrijfbiljet 5. Berekening voeghout. 6. Foto’s 8. Inlichtingen Inlichtingen worden verstrekt na afspraak met de eigenaar c.q. de opsteller van het bestek. 9. Aanwijzing Deze zal nader worden vastgeste-ld. 10. Aanbesteding Deze zal nader worden vastgesteld. Het Uniforme Aanbestedings-reglement (A.R.W. 2005.) is op de aanbesteding van toepassing. Hierbij valt het molenmakerswerk onder de categorie specialistisch werk. 11. Arbo-wetgeving. De uitvoering van het werk dient te geschieden volgens de Arbo-wetgeving.
Inhoudsopgave Pagina
00. . 01. . 02. .
.
ALGEMENE PROJECTGEGEVENS . . . 1
.
ALGEMENE OMSCHRIJVING VAN HET WERK . . 5
.
ALGEMENE PROJECTGEGEVENS . . . 7
.
VOOR HET WERK GELDENDE VOORWAARDEN . . 8
.
BOUWPLAATSVOORZIENINGEN . . 13
03.
04. .
.
.
.
.
WERKOMSCHRIJVING
10. . 12. . 22. . 27. . 28. . 47.
.
STUT- EN SLOOPWERK . . . 16
.
GRONDWERK . . .
.
METSELWERK . .
. .
. 17
.
. .
.
.
.
.
.
. 18
.
MOLENMAKERSWERK STAANDE WERK . . . 22
.
MOLENMAKERSWERK GAANDE WERK . . 40 SCHILDERWERK .
.
.
.
.
. 63. . 68. .
.
.
.
.
51 .
.
ELEKTRISCHE INSTALATIE. . . . . 52
.
.
VEILIGHEIDSINSTALLATIE. . . . . 52
01. ALGEMENE OMSCHRIJVING VAN HET WERK 01. Object. Het uitgangspunt van dit bestek is het maalvaardig maken van molen “De Vier Winden” naar de situatie rond 1930. 1. Het vernieuwen van de stelling. 2. Het nauwkeurig herstellen van de kapconstructie en het aanbrengen van een gepotdekseld kapbeschot. 3. Van de staartconstructie de lange en korte spruit vernieuwen. De staartbalk eveneens vernieuwen. De overige balken en onderdelen repareren en opnieuw aanbrengen. 4. Het gehele wiekenkruis inclusief hekwerk vernieuwen. 5. De vang repareren. 6. Het gaande werk nalopen en goed werkend opleveren. Het halslager van de bovenas opnieuw opstellen. 7. Het metselwerk en voegwerk plaatselijk omzichtig herstellen met metselen voegmortel op kalkbasis. De molenromp weer van witkalk voorzien. 8. Bij alle zolders de balkopleggingen in de muur repareren. 02. Uitvoering. Het werk moet worden uitgevoerd, volgens de omschrijving en voorwaarden in dit bestek en de bij dit bestek beho-rende te-kenin-gen, bijlagen en de eventueel nader te verstrekken no-ta('s) van aanwijzingen en/of inlichtingen. De wijze van uit-voering dient te geschieden in overleg met de directie. Aan-wijzingen van de direc-tie, die hieruit voortvloeien, dienen stipt opgevolgd te worden. 03.Afwijkende situaties Als tijdens de werkzaamheden blijkt dat de aan-getroffen situ-atie niet
overeenkomt met het bestek dan dient dit aan de directie gemeld te worden. Zonder toestem-ming wordt niet doorgegaan met de werkzaamheden. Een alterna-tieve oplossing wordt door de di-rec-tie bepaald. De in offer-te gespe-cifi-ceerde prijzen dienen daarom all-in en ex-clusief BTW te zijn. 04. Aannemer. De werknemers die bij het molenmakerswerk worden betrok-ken dienen over aan-toonbare erva-ring in het molenmakers- en restau-ratievak te be-schik-ken. Eventuele onderaanne-mers dienen vooraf ter goedkeuring aan de directie te worden voorge-steld. 05. Afwijkingen. De opdracht-gever behoudt zich het recht voor om qua details af te wijken van het hier beschrevene. Daar dit nooit essen-tiële veran-de-ringen kunnen zijn zullen deze afwij-kingen niet tot een prijsver-rekening kunnen leiden.
06. Werkzaamheden. Tot de werkzaamheden behoren alle graaf-, hak‑, breek‑ en her-steldemontage- en montagewerk-zaamheden, welke niet met name genoemd zijn en voortvloeien uit de in dit bestek om-schreven werk-zaamheden om goed en deugdelijk werk te ver-krij-gen. Bij elke in de omschrij-ving genoemde 'aanbrengen', 'stellen', 'conser-veren', 'afwer-ken' enz. met alles wat daarbij hoort in de ruimste zin, die-nen daarvoor alle beno-digde kleine delen als spijkers, schroeven, wiggen, conserve-ringsmiddelen enz. bijgele-verd te wor-den. 07. Maatvoering. Indien in dit bestek met tekeningen niet anders vermeld is, zijn de maten in mm aange-geven. 08. Lengte- en oppervlaktematen. De in deze beschrijving vermelde lengte‑ en op-per-vlak-te afmetingen zijn slechts ter algemene oriënta-tie ver-meld; afwijkingen hiervan geven geen recht op een hogere prijsbere-kening na het verlenen van de op-dracht. Bij het vervaardigen van onderdelen en constructies dienen de maten van bestaand werk zoveel als
mogelijk overgeno-men te worden.
02. ALGEMENE PROJECTGEGEVENS
01. Werkterrein. Voor het oppervalk van het werkterrein, zie hoofdstuk 4 Bouwplaatsvoorzieningen. 02 Overzicht stelposten De stelposten als bedoeld in paragraaf 37 lid 1 van de U.A.V. zijn de vol-gende: *** Niet van toepassing*** 03. Overzicht Alternatieve prijsopgaven: 27.04.03. De meer- of minderkosten van het vernieuwen van 1 kruivloerstuk in eiken ten opzichte van polymeer-chemisch repareren. 27.04.07. De meer- of minderkosten van het vernieuwen van 1 voeghout in eiken ten opzichte van polymeer-chemisch repareren en het aanbrengen van de ijzeren balk. 27.04.21. De meer- of minderkosten van het vernieuwen van de korte spruit in bilinga ten opzichte van het inkorten en van nieuwe koppen voorzien van de huidige korte spruit. 28.03.02. De meer- of minderkosten van het vernieuwen van de bouten in de askop en het tappen van nieuwe schroefdraad ten opzichte van het gangbaar maken en opnieuw gebruiken van de oude bouten. De aannemer is vrij om naast de inschrijving alternatieven aan te bieden. 04. Verleggingsregeling Omzetbelasting /Ketenaansprakelijkheid De aannemer vrijwaart de opdrachtgever tegen alle even-tuele aanspraken die door de belasting-dienst of de be-drijfsvereniging in het kader van de wet Keten-aanspra-kelijkheid (Wet van 4 juni 1981 Stb. 370) worden gemaakt, alsmede tegen eventu-ele op die wet gebaseerde verhaalsaan-spraken van onderaannemers die met (een deel van) het werk zullen worden belast. De aannemer moet deze besteksbepaling in even-tueel door hem af te sluiten
onderaanne-mings-overeenkomsten opnemen en de onder-aannemer ver-plichten deze bepa-ling in eventu-eel door hem af te sluiten onderaannemingsovereenkomsten op te nemen. 05. Werkzaamheden door Derden Nog nader wordt vastgesteld of, en zoja welke werkzaamheden door derden worden uitgevoerd. 06. Gunning. De directie behoudt zich het recht voor om onderdelen van het werk afzonder-lijk aan te besteden dan wel aan derden te gun-nen.
03. VOOR HET WERK GELDENDE VOORWAARDEN 01. STABU Standaard 1995 Van toepassing zijn de standaardbepalingen, zoals deze zijn opge-nomen in de STABU Standaard 1995, uitgegeven door de Stichting STABU te Ede. 02. Administratieve Bepalingen Aansluitend op de U.A.V. AANDUIDINGEN, BEGRIPSBEPALINGEN WERKTERREIN Onder werkterrein wordt verstaan het terrein dat door de op-drachtgever aan de aannemer voor de uit-voering van het werk ter beschikking wordt gesteld, het terrein waarop en waarin het werk wordt uitge-voerd daarin begrepen. VAN TOEPASSING ZIJNDE VOORSCHRIFTEN GELDIGHEID Daar waar een publicatie zonder datum is ver-meld, is deze publica-tie van toepas-sing zoals deze drie maanden voor de dag van aanbe-steding luidt. GEVOLMACHTIGDE VAN DE AANNEMER VOLMACHT De aanwijzing door de aannemer van personen die hem in zaken het werk betref-fende zullen
verte-gen-woordigen moet geschieden met gebruikmaking van een volmacht overeen-komstig bijlage A van de U.A.V. VERPLICHTINGEN VAN DE AANNEMER CESSIE VORDERING OP LEVERANCIER Indien de opdrachtgever krachtens paragraaf 5, lid 5 van de U.A.V. voor niet of niet tijdige oplevering aanspra-kelijk is, zal de aan-nemer zijn vordering op de leveran-cier op eerste ver-zoek van de opdrachtge-ver aan deze cederen tot aan het door de opdrachtge-ver aan hem ver-goede bedrag. ONGEVALLEN De aannemer moet de directie terstond op de hoogte stel-len van alle ongevallen op het werk-terrein, met verstrekking van alle ter zake doende inlichtingen. WERKTIJDEN BUITENARBEIDSLIJST Indien de aannemer voornemens is werkzaamheden op het werkter-rein te verrich-ten buiten de werk-tijden zoals deze zijn vermeld op de door de Inspectie-dienst Sociale Zaken en Werkgelegenheid ver-langende arbeidslijst, brengt hij dit voorne-men tijdig ter kennis van de direc-tie.
PRECARIO De volgens paragraaf 6, lid 3c van de U.A.V. te betalen precario komt voor rekening van de op-dracht-gever. AANVANG WERKZAAMHEDEN Het is de aannemer niet toegestaan met het werk aan te vangen voor de datum van aanvang, als bedoeld in para-graaf 7, lid 1 van de U.A.V. DATUM VAN AANVANG De datum van aanvang is 1 mei 2009. OPLEVERINGSTERMIJN De opleverdatum is 1 juni 2010.
ONDERHOUDSTERMIJN. De onderhoudstermijn bedraagt 12 maanden op het geleverde werk. FOTOGRAFEREN EN FILMEN Voor het maken van foto's films of video-opnamen e.d. van het werk, het verle-nen van medewerking daar-aan en het geven van publiciteit inzake het werk, is toestem-ming van de opdrachtgever nood-zakelijk. AFSLUITING Het werkterrein dient rondom te worden afge-sloten op een hierna onder hoofdstuk 05 "Bouw-plaatsvoorzienin-gen" aangege-ven wijze.
03. Bouwstoffen met kwaliteitsverklaring. Daar waar wordt voorgeschreven dat een bouwstof met een kwali-teitsverklaring afgegeven door een door de Raad voor Accredita-tie erkende certifi-catie-instel-ling moet worden geleverd, moet deze kwaliteitsver-klaring bij de uitwendige visuele beoordeling van de bouwstof worden overlegd. 04. Garantie voor een onderdeel. Niet van toepassing. 05 Loodsen en andere hulpmiddelen. Het is toegestaan de voor het werk benodigde loodsen en hulpmid-delen op het werkterrein te plaatsen na overleg met de direc-tie. 06 Algemeen tijdschema In plaats van het in paragraaf 26, lid 1 van de U.A.V. genoemde algemeen tijd-schema wordt van de aannemer per onderdeel een werkplan verlangd, met daarin duidelijk aangegeven het begin en de duur van de belangrijkste werkzaamheden. 07 Rapporten Door de directie zullen geen weekrapporten, zoals ver-meld in pa-ragraaf 27,
lid 1 van de U.A.V., worden opge-maakt. In plaats daarvan dient de aannemer weke-lijks de gegevens, zoals vermeld in boven-genoemde paragraaf, aan de directie te verstrekken. 08. Verrekening van meer- en minderwerk Verrekening van meerwerk vindt alleen plaats na schrif-telijke opdracht. 09. Bevoegdheid aanbrengen bestekswijzigingen De bevoegdheid tot aanbrengen va bestekswij-zigingen als bedoeld in paragraaf 36, lid 2 van de U.A.V. is voorbe-houden aan de op-drachtgever. 10. Betaling in termijnen De betalingen van de uitgevoerde werkzaamheden geschiedt in termijnen op voorstel van de aannemer, op basis van een open begroting, declaraties en door de directie goedgekeurde weekrapporten . De laatste termijn wordt na de eindoplevering uitbetaald. De verplichting tot betaling vervalt als de aannemer in gebreke blijft, zijn verplichtingen niet na te komen. Niet verwerkte stelposten of gedeelten daarvan worden ten volle op de aanneemsom in mindering gebracht. 11. Bankgarantie Geen betaling zal plaatsvinden alvorens de aan-nemer een bankgaran-tie ter grootte van 5% van de aanne-mingssom binnen 14 dagen na de datum van gun-ning aan de opdracht-ge-ver heeft doen toeko-men. De garantie dient te worden verleend door een door de opdrachtgever geaccepteerde in Nederland geves-tigde bank. De garantie blijft van kracht, totdat zal zijn ge-ble-ken dat de aannemer aan al zijn verplich-tingen, voor-tvloei-ende uit dit be-stek, heeft voldaan. 12. Kortingsbedrag. De korting bedoeld in paragraaf 42 van de U.A.V., be-draagt per dag € 1000,= 13. CAR-Verzekering door de aannemer. 01. Onverminderd zijn aansprakelijkheid, sluit de aannemer ten behoeve van het werk een Constructie All-Risk (CAR-)verzekering af waarin gedekt dient te zijn, alle materiële schade of verlies of vernietiging onverschillig de oorzaak
daarvan voorzover redelijkerwijs verze-kerbaar, zulks met terzijdestelling van het bepaalde in de artikelen 249 en 276 van het Wetboek van Koophandel. De keuze van verzekeraar(s) en de inhoud van de polis behoeven de goedkeuring van de directie. De duur van de verzekering loopt van de aanvang van het (de) werk(en) tot en met de dag waarop het (de) werk(en) overeenkomstig paragraaf 10,lid 1 of lid 2 van de U.A.V. als opgeleverd wordt (worden) beschouwd en, in geval van (een) overeengekomen onderhoudstermijn(en), in aansluiting daarop gedurende de overeengekomen onderhoudstermijn(en). De dekking omvat de volgende rubrieken met het daarbij genoemde eigen risico: - het werk, met een eigen risico van "nihil"; - wettelijke aansprakelijkheid, met een eigen risico van "nihil"; - persoonlijke eigendommen van de verzekerden en van het personeel van de verzekerden, met een eigen risico van "nihil". - Transport van onderdelen van en naar de werkplaats met 02. De polis vermeldt de aannemer als verzekeringnemer. Als verzekerden moeten uitdrukkelijk worden vermeld: - de opdrachtgever. - de aannemer(s) - de architect(en) en adviseur(s). - de directie. - de onderaannemer(s). De verzekering moet primair zijn. De eventuele verschuldigde afmakingscourtage bij schade-uitkering moet in de verzekering zijn opgenomen. Het eigen risico komt ten laste van de partij voor wiens risico de schade is op grond van de overeenkomst. Het eigen risico geldt per gebeurtenis of reeks van gebeurtenissen welke uit een en dezelfde oorzaak voortvloeien. 03. Opzegging verzekering. De aannemer zal bedingen dat, ingeval van opzegging van de polis, de desbetref-fende verzekeraar, makelaar of tussenpersoon hiervan per aangetekende brief aan de verzekerden mededeling zal doen en dat de verzekering na verzending van de bedoelde brief nog veertien dagen zal doorlopen, gedurende welke periode de opdrachtgever het recht heeft op kosten van de aannemer een
nieuwe verzekering op dezelfde voorwaarden te sluiten. Uit dien hoofde betaalde premie en kosten worden op de aannemingssom ingehou-den. 04. Bewijsstuk verzekering. De aannemer overlegt het polisblad en de betalingsbewijzen, waaruit het sluiten van de verzekering blijkt, binnen 14 dagen na aanvang van het werk aan de directie. 14. Wijziging kosten en prijzen niet verrekenbaar. Niet verrekenbaar zijn wijzigingen van: - loonkosten - materiaalprijzen.
15. Tekeningen en berekeningen. 01. Aantallen Van de tekeningen en andere gegevens benodigd voor de uitvoering van het werk worden aan de aannemer kosteloos kopieën verstrekt. Aantal: 3 stuks. Indien de aannemer meer exemplaren wenst, komen de kos-ten hier-van voor zijn rekening. 02. Verantwoordelijkheid voor de tekeningen. De aannemer blijft, ook na goedkeuring door de directie, verant-woordelijk voor de door hem gemaakte tekeningen betreffende de constructies, werkwijze, maat-voering e.d. 03. Wijzigingen in de tekeningen. Wanneer door de aannemer wijzigingen in de door hem gemaakte tekeningen worden aangebracht wordt dit op het origineel bij het onderschrift aange-geven door middel van een nummer en datumwij-ziging. De aannemer registreert en distribueert deze tekeningen. Oudere versies van tekeningen komen daardoor te verval-len. 04. Verantwoordelijkheid voor de berekeningen. De aannemer blijft, ook na goedkeuring door de directie, verant-woordelijk voor de door hem gemaakte berekeningen. 16. Arbeidsomstandigheden, Veiligheids en Gezondheidsplan.
- Het veiligheids- en gezondheidsplan (V&G plan) als bedoeld in artikel 2.27 van het Arbeidsomstandighedenbesluit (Stb. 1997, 60) wordt opgesteld door de aannemer en voor de aanvang van het werk ter goedkeuring aan de eigenaar en de directie voorgelegd. - Aanstelling V&G-coördinator voor de uitvoeringsfase. Ingevolge het bepaalde in artikel 2.37 van het arbeidsomstandighedenbesluit stelt de aannemer een of meerdere coördinatoren voor de uitvoeringsfase aan. Deze coördinatoren geven uitvoering aan de coördinatietaken genoemd in artikel 2.34 van het arbeidsomstandighedenbesluit.
04. BOUWPLAATSVOORZIENINGEN 01 Indeling en gebruik werkterrein - Het werkterrein is het grondvlak van de molen inclusief de stelling. - Tijdens de restauratieperiode dienen vanaf de openbare weg tot aan de molen kunststof rijplaten gelegd te worden. - Op de stoep en de parkeerplaatsen aan de FM. Boogaardweg voor de molen is ruimte voor een kleine schaftkeet, een kleine opslagcontainer, een kleine afvalcontainer en een chemisch toilet. - Opslag van bouwmaterialen kan in de molen zelf plaats vinden. - Bij hijs- en transportwerkzaamheden dient zwaar materieel op de openbare weg te blijven. - De kap en andere grote onderdelen kunnen gedemonteerd, gemonteerd en eventueel opgeslagen worden op het adres Oudelandseweg 10 4697 RN Sint Annaland. De locatie ligt in het verlengde van de F.M. Boogaardweg, enkele honderden meters van de molen. - Op 1 meter vanaf de bouwplaats wonen mensen. De aannemer dient met de eigenaar wekelijks overleg te voeren over geplande werkzaamheden. 02. Afvoer van afval 01. Alle afkomende materialen en onderdelen dienen voor beoordeling door de directie tot op het eerstvolgende werkoverleg op de bouwplaats aanwezig te blijven. Alle naar het oordeel van de directie niet waardevolle onderdelen, mate-rialen, puin en afval regelmatig uit het werk verwijde-ren en afvoeren. Alle naar oordeel van de direc-tie bruikbare onderdelen en materialen blijven
eigendom van de eigenaar en dienen opnieuw gebruikt te worden cq. op het opslagterrein opgeslagen te worden. 02. De afkomende materialen en onderdelen dienen vakkundig bewaard c.q. opgesteld te worden. 03. De aannemer dient zijn personeel te instrueren om het ontstaan van bouw‑ en sloopafval zoveel mogelijk te voorkomen. (zorgvuldig en doelmatig omgaan met materi-aal) en bouw‑ en sloopafval overigens op mi-lieuvrien-delijke wijze af te voeren. 04. Bouw‑ en sloopafval moet regelmatig door de aanne-mer van het ter-rein worden afgevoerd met inachtneming van de overige aanwijzingen in deze paragraaf. Bouw‑ en sloopafval omvat alle afval-stoffen die bij het bouw-proces op het werkter-rein vrijkomen, zoals puin, ver-pakkingsmate-riaal, blikken, kitspuiten, betonresten, afval-hout, enzovoorts. 05. Van het bouw‑ en sloopafval moeten de volgende com-po-nen-ten ge-scheiden ingezameld, bewaard en afgevoerd worden: - klein chemisch afval, zoals oliën, lijm, kit, verf en restan-ten daarvan, inclusief verpakkingen en alle overige stoffen die in het Stoffen en proces-senbe-sluit Wet Chemisch Afval als chemisch afval worden aangemerkt, gescheiden van het overige afval, bewaren in een goed geventileerde, afgesloten con-tainer en af te voeren met een erkende vervoerder naar een erkende verwerker; - puin, zoals metselwerk‑, beton‑ en specie-resten en ander inert materiaal, af te voeren voor hergebruik naar een puinbreker of stort; - metalen, zoveel mogelijk naar soort gescheiden af-voe-ren naar de handel in oude metalen voor herge-bruik; - afvalstoffen, voor zover niet vallend onder een eer-der genoem-de categorie, dienen door een erkende ver-voerder naar een er-kende verwerker te worden ge-bracht (indien moge-lijk nog verder scheiden). 06. Het verbranden van afval en andere materialen op het werkterrein is niet toegestaan.
07. Het in de bodem brengen van afval op het werk-terrein is niet toe-gestaan. 08. De afvalcontainer dient op het parkeervak voor de molen geplaatst te worden. De container dient afgedekt te worden met een dekzeil om verspreiding van bouwafval te voorkomen. 03. Steigerwerk. De aannemer zal zonder verrekening alle voor het werk benodigde steigers, ladders e.d. plaatsen vol-gens voor-schriften van de ar-beidsinspectie. Hiervan kunnen derden zonder enige kosten gebruik maken. Het steigerwerk ten behoeve van het herstel van het muurwerk in twee fasen uitvoeren. - In de eerste fase het herstel van het muurwerk tot stellingniveau. Hiervoor het steiger aanbrengen nadat het muurwerk ten behoeve van het herstel metselwerk ontgraven is. De onderzijde van het steiger uitvoeren in plastic, zodat geen afval de bodem in kan dringen. De buitenzijde van het steiger afschermen met een steigernet. De steiger zodanig opbouwen en de locatie van de staanders zodanig kiezen, dat vanaf het steiger de stelling opgebouwd kan worden. - In de tweede fase werken met een aluminium rolsteiger die op de stelling staat en aan de molenromp geborgd is. De bovenzijde van het stellingdek met plastic afwerken om het afval op te vangen en de stelling schoon te houden. De rolsteiger afschermen met een steigernet. 04. Beschermende maatregelen. 01. De molen dient altijd in een stormveili-ge toe-stand te zijn bij het verlaten van het molenerf. 02. Tijdens de duur van de bouw dient de gehele molen en alle afkomende onderdelen en materialen wind- en waterdicht afgeschermd te zijn. Dekzeilen bij voorkeur op een harde ondergrond met spanbanden bevestigen zodat ze niet kunnen klapperen. 05. Brandveiligheid Brandgevaarlijke werkzaamheden dienen bij voor-keur niet op de bouwplaats of in de werkplaats plaats te
vinden. Indien het nood-zakelijk is om werkzaamhe-den, waarbij brandgevaar aanwezig is, op de bouwplaats of in de werkplaats te verrichten, dienen een CO2 blusser met een inhoud van 10 liter, een emmer met 10 liter water en een mobiele telefoon aanwezig te zijn (indien geen permanen-te telefoonlijn beschikbaar is). Na 3 uur 's middags mag er niet meer met de vlam gewerkt worden.
06. Schoonmaken. 01. Na het beëindigen van de werk-zaamheden het werk-ter-rein geheel ont-ruimd op te leveren. 02. De molen dient bezem-schoon te worden opgele-verd. 03. Na het beëindigen van de werkzaamheden, dient de tuin in de originele staat terug gebracht te worden. De grasmat dient waar nodig geëgaliseerd te worden en aangevuld te worden met graszoden. De rode splitverharding dient aangevuld en aangeharkt te worden. Beschadigingen in het gronddoek herstellen. Eventuele ongerechtigdheden uit de plantenborders verwijderen en de borders waar nodig schoffelen. Beschadigde planten vernieuwen. 07. Nutsvoorzieningen In de molen is elektra 230V voor verlichting en handgereedschap aanwezig. Bij het woonhuis is een buitenkraan voor bouwwater aanwezig. - Het vast recht van de nutsvoorzieningen komt voor rekening van de opdrachtgever. - Het verbruik is voor rekening van de aannemer. Water wordt ingeschat. Voor elektra dient een tussenmeter geplaatst te worden. Zie Hoofdstuk 63 Elektrische Installatie. 08. Bouwhek. - De aannemer hoeft geen bouwhek aan te brengen. Het hek van de tuin fungeert als bouwhek. - Bij werkzaamheden die gevaar voor omstanders kunnen opleveren, dienen conform de ARBO-eisen afdoende te worden afgeschermd. 09. Reclame & Tekstborden Het plaatsen van tekstborden, vlaggen, spandoeken en overige reclame is zonder uitdruk-kelijke toestemming van de eigenaar verboden.
10. Losse gereedschappen en voorwerpen Voor alle spullen die in de molen staan een aparte 10 voets opslagcontainer op de stoep bij de molen plaatsen. Alle losse gereedschappen en voorwerpen (zoals, oude molenzeilen, rijnen, bilhamers en kettingen) tijdens het herstel uit de molen nemen en in de container in kratten opslaan. Na afloop van de restauratie deze onderdelen weer in de molen terug leggen.
WERKOMSCHRIJVING 10. STUT‑ EN SLOOPWERK 01. Schade door stut‑ en sloopwerk Schade ontstaan door stut‑ en sloopwerk, aan de nog goede bouwdelen zal op kosten van de aanne-mer worden her-steld of door hem wor-den vergoed. 02. Afkomende materialen Alle afkomende materialen en onderdelen dienen voor beoordeling door de directie tot op het eerstvolgende werkoverleg op de bouwplaats aanwezig te blijven. Alle naar het oordeel van de directie niet waardevolle onderdelen, mate-rialen, puin en afval regelmatig uit het werk verwijde-ren en afvoeren. Alle naar oordeel van de direc-tie bruikbare onderdelen en materialen blijven eigendom van de eigenaar en dienen opnieuw gebruikt te worden cq op een nader te bepalen plaats opgeslagen te worden. Bij het opnieuw verwerken van reeds eerder gebruik hout is het, tenzij anders vermeld, niet de bedoeling dat het oppervlak wordt opgeschaafd of de afmetingen middels verzagen worden verkleind. 03. Opstellen materialen en onderdelen. De afkomende materialen en onderdelen dienen vakkundig bewaard c.q. opgesteld te worden. Zie ook 04. BOUWPLAATSVOORZIENINGEN. 04. Stut- sloop- en hijswerk. De aannemer dient alle stut-,stop-, stel-, stempel, vijzel-, hijs- takel- en transportwerkzaamheden die voor het werk noodzakelijk zijn uit te voeren.
05. Aansprakelijkheid. De aannemer is persoonlijk aansprakelijk voor het aanbrengen van stutten, stroppen, stophout e.d.. WERKZAAMHEDEN: 01. Ten behoeve van het herstel de kap, het wiekenkruis, het kruiwerk en de start afnemen. De romp afdekken met een harde tijdelijke afdekking. De afdekking behoeft vooraf goedkeuring van de directie. De kap en het kruiwerk naar de werkplaats transporteren om deze onder goede klimatologische omstandigheden te herstellen. Na herstel de onderdelen weer opnieuw aanbrengen. 02.Voor de overige werkzaamheden, zie de overige besteksonderdelen.
12. GRONDWERK EN BESTRATING Algemeen: Bij graafwerkzaamheden aan de buitenzijde van de molen de afkomende grond en rode split op het werkterrein in depot zetten. Na afloop de grond opnieuw aanbrengen. Ook de rode split opnieuw aanbrengen hiervoor eerst onder het split gronddoek leggen. 01.Ontgraven ten behoeve van metselwerkherstel. Ten behoeve van het metselwerk het erf rond de romp 300 mm ontgraven. 02. Drainage Na afloop van het metselwerkherstel gronddoek in de geul rond de romp leggen. Vervolgens een kokos drainagebuis van Ø80 rond de molen leggen. De drainagebuis met een waterslot aansluiten op het riool dat op ca 3 van de invaartdeur op ca 800 diep loopt. De ruimte rond de kokosbuis vullen met drainagezand tot het maaiveld. De afkomende grond weer aanbrengen en verdichten. Hiervoor het rode split tijdelijk in depot zetten en het gronddoek omslaan. 03 Ontgravingen in de molen.
- De vloerbedekking en de vloer van stampbeton in de molen verwijderen en afvoeren. - De grond in de molen tot 300 mm onder peil uitgraven. - Hierna gestabiliseerd geel zand aanbrengen. Het zandbed met een trilplaat verdichten. 04. Bestrating Kleine gele straatklinkertjes aanbrengen. Formaat ca 160 x 80 x 38. De stenen voor zover mogelijk in halfsteens verband leggen. Patroon: in cirkels van buiten naar binnen. In het midden een grote sluitsteen aanbrengen (kinderkopje o.i.d.) De betrating met een trilplaat aftrillen. 05.Grondwerk ten behoeve van het herstel van de tuin na afloop van de werkzaamheden Zie hoofdstuk 4 bouwplaatsvoorzieningen.
22. METSELWERK
01. ALGEMEEN De te herstellen delen zijn op tekening d.d. 14/1 2007 aangegeven. Na het plaatsen van het steiger geeft directie met krijt aan welke delen precies hersteld dienen te worden. 01. Metselwerk, bestaand werk herstellen - Waar los, hol klinkend en uitgevallen metselwerk wordt aange-troffen, dit metselwerk, tot op het vaste werk voorzichtig uitbreken en uittanden. Strekken halfsteens uithalen, Koppen steens uithalen, zodat het muurwerk weer in verband hersteld kan worden. Bij de aanvang van het sloopwerk dient in overleg met de directie bepaald te worden, welke methode het meest effectief is. - De afkomende stenen schoonbikken en opnieuw gebruiken. Voor gebroken of niet meer bruikbare stenen nieuwe bijpassende oude gebikte stenen leveren. Afmetingen: 160 x 80 x 38, model handvorm, kleur brons/geel.
- Al het uitgebroken metselwerk opnieuw volzetten met in kruisverband aangebracht schoon metselwerk. De lagenmaat verdelingen met het bestaande werk laten corresponderen. 10 lagen is ca 500 mm, 5 strekken is 835 mm. De strekken halfsteens inboeten, de koppen steens inboeten. Waar nodig enkele koppen achter de strekken ook inboeten om een goed verband met achterliggend werk te verkrijgen. - De metselstenen zodanig aanbrengen dat de lagen licht uitwaterend liggen conform het bestaande werk. De stenen met hun bolle kant boven en rijke kant buiten leggen, zodat de voeg aan de buitenzijde zo dun mogelijk wordt. - De nodige rollagen, togen, sparingen, ankers, etc. weer aan te brengen en alle met-selwerk weer zuiver in vorm, kromming en rondte, zowel in horizontale als in verticale richting. Een en ander overeen-komstig goed-keuring en aanwijzing van de directie. - Het nieuwe metselwerk niet apart opvoegen, maar na het herstel met dezelfde metselspecie doorstrijken. De voegen dienen hierbij ca 2 mm verdiept te zijn aangebracht. Toe te passen metselmortel: Baltus Bremer Musschelkalk. (De bestaande mortel zeer kalkrijk. Vandaar dat voor de mortel een kant en klare kalkmortel wordt omschreven.)
02. Voegwerk, bestaand werk herstellen Met een lichte slijptol met diamantschijfje de het midden van de voeg tot op ca 12 mm wegslijpen. Hierna met een klein beiteltje en licht pneumatisch gereedschap de specieresten weghakken. De op te voegen ruimte met water onder matige druk grondig schoon spuiten en laten drogen. Hierna het muurwerk minimaal vier weken de tijd geven om te herstellen. Pas als de achterliggende mortel voldoende droog en uitgehard is, de ruimte opvoegen tot 2 mm voor de voorzijde van de steen. Toe te passen voegmortel: gelijk aan die van de metselmortel Baltus Bremer Musschelkalk. NB: de molen is met luchthardende kalk gebouwd. Na het weghalen van de relatief dichte voeg, zal de achterliggende mortel in aanraking komen met buitenlucht en zich gaan herstellen.
03. Pleisterwerk buiten Het pleisterwerk ongemoeid laten (bouwspoor van de voormalige machinekamer.)
02. EENHEIDSPRIJZEN Verrekenen van meer- en minderwerk wordt uitgevoerd op basis van werkelijk herstelde oppervlakten. De door de aannemer opgegeven prijzen bij de werkzaamheden worden hierbij gehanteerd. 03. WERKZAAMHEDEN Soort herstel 1 Voegwerk 2 Voegwerk 3 Voegwerk Metselwer k 4 Metselwer 5 k Metselwer k 6 Metselwer 7 k Metselwer 8 k Metselwer 9 k 1 Metselwer 0 k 1 1 Voegwerk 1 2 Voegwerk 1 3 Voegwerk 1 4 Voegwerk 1 Metselw 5 2x 1 6 Voegwerk 1 Metselwer 7 k 1 Metselwer 8 k 1 Metselwer 9 k 2 0 Voegwerk 2 1 Voegw 2x
Breedt e
Hoogt e
(gem) 0,5 0,8 5,9
(gem) 0,5 0,6 4,5
Opp er vlakt e 0,3 0,5 26,6
0,25
2
0,5
Minus oppervlakte
Perc.
Totaal metselwerk
Slecht 100% 100% 50%
in m2
0,5
100%
0,5
0,5
0,3
100%
0,3
0,25
2
0,5
100%
0,5
2,3
1,5
3,5
100%
3,5
0,3
2,3
0,7
100%
0,7
1
0,5
0,5
100%
0,5
1,25
1,75
2,2
100%
2,2
3
4,5
13,5
4
0,3
1
andere vlakken
8,8
2,9
Totaal v
in 0 0 8
50%
5
1,2
100%
1
0,3
0,3
100%
0
1
0,3
0,3
100%
0
1,6
0,25
0,4
100%
1
3,25
3,3
100%
2,5
0,75
1,9
100%
1,9
1
0,75
0,8
100%
0,8
0,5
1
0,5
100%
0,5
1,75
1
1,8
100%
1
2
1,3
2,6
100%
2
0,4
3
2 2 2 3 2 4 2 5 2 6 2 7 2 8 2 9 3 0 3 1 3 2 3 3
Voegwerk Metselwer k Metselwer k Metselwer k Metselwer k
1,75
1
1,8
100%
1,5
0,3
0,5
100%
0,5
1,5
0,3
0,5
100%
0,5
2
0,3
0,6
100%
0,6
4,25
1,25
5,3
100%
5,3
Voegwerk Metselwer k
5,9
4,5
26,6
1,25
0,5
0,6
100%
Voegwerk
1
0,3
0,3
100%
0
Voegwerk Metselwer k Metselwer k
6,75
1
6,8
100%
6
1,25
0,25
0,3
100%
0,3
1,4
0,6
0,8
100%
0,8
Voegwerk
5,9
4,5
26,6
5,8
1,2
1
50%
1 0,6
50% 20,2
04. OVERIGE WERKZAAMHEDEN 01. Schilderwerk buitenzijde - Het muurwerk reinigen met stoom. - Na droging een schimmeldodend middel aanbrengen. - Hierna volgens voorschriften van de leverancier een dunne laag Kapperol minerale verf aanbrengen. De verflaag mag niet te lijvig worden aangebracht, zodat het muurwerk kan blijven ademen. Te rekenen op totaal: ca 220 m2 02.Reinigen muur binnenzijde.. - Met stoom het muurwerk aan de binnenzijde op de begane grond reinigen. (Uitkijken voor de elektrische installatie). 03. Muurwerk bij balkopleggingen - Ten behoeve van het polymeer-chemisch herstel van balkkoppen, het laten vervallen van sleutelstukken en het vervangen van balken het nodige metselwerk herstellen. De gaten dichtmetselen in verband. Uitvoering als bij 22.01.01 omschreven. De aannemer dient zelf in te schatten welke delen hij
1 5
ten behoeve van de werkzaamheden zal moeten uithalen en repareren. - Bij alle overige balkopleggingen met een letterbeitel aan beide zijden de voegmortel over een breedte van 10 mm weghakken zodat het hout aan de zijkanten van de zolderbalk kan luchten. - Ten gevolge van het vernieuwen van het raam op de begane grond en het aanbrengen van een nieuwe eikenhouten latei het muurwerk ter plaatse repareren. 04.Bovenbeëindiging muurwerk Ten behoeve van het opnieuw aanbrengen van de kruivloer de blokkelen zuiver horizontaal opnieuw inmetselen. Op aanwijzig van de directie enige (vermoedelijk) loszittende stenen in de bovenbeëindiging opnieuw vastmetselen. De kruivloer in een bed van specie aanbrengen. Toe te passen mortel: Baltus Bremer Musschelkalk. 05. Bestaande gaten liggers en schoren stelling. De nog aanwezige ijzeren muurankers uitnemen en de 2 x 27 gaten van de liggers en schoren in verband dichtmetselen. Uitvoering als bij 22.01.01 omschreven. 06. Oude gaten liggers en schoren stelling - De oude 36 gaten van de liggers en 35 gaten van de schoren weer open hakken. Diepte ca 120 mm. - Volgens de detailtekening met specie bakjes van Zink no. 16 in het metselwerk aanbrengen. - 36 gaten van Ø20 in het muurwerk boren om de ankers van de stellingliggers aan te bevestigen. De gaten uitwaterend boren. -18 gaten van Ø20 in het muurwerk boren om de ankers van de stellingschoren aan te bevestigen. (per schoor om en om wel niet) De gaten uitwaterend boren. 07. Toog raam luizolder Op de luizolder de halfsteens toog boven het raam aan de zuidoostzijde repareren. De afkomende stenen schoonbikken en het geheel met afkomende stenen opnieuw inmetselen. 08. Dorpel deur maalzolder zuidwest De opgemetselde dorpel verwijderen en de ondergelegen halfsteens dorpel
vernieuwen. (aangenomen wordt dat deze kapot is.) Vlak achter de stellingedeur een sponning van 30 mm hoog in de dorpel aanbrengen.
27. MOLENMAKERSWERK STAANDE WERK 01. ALGEMEEN 01 Houtwerk. Het toe te passen hout mag geen be-zwaarlijke onvolko-menheden hebben in de vorm van: - afwijkingen in vorm en door-snede van de stam afwijkingen in het hout ten gevolge van afwijkingen in de ana-tomische bouw. (Losse jaar-ringen of kwas-ten, te grote knoes-ten e.d.) - beschadigingen door schimmels en insecten - beschadigingen en afwijkingen door weers-in-vloeden Klampen, wervels en andere kleine onderdelen dienen uit foutvrij -hout gehaald te worden. Maxi-maal vochtgehalte voor als beschot toe te passen hout: 12%. Minimale duurzaamheidsklasse van het voor het exte-rieur toe te passen hout: III Onder grenen wordt verstaan 1e soort fijn-nervig Noord-Euro-pees grenen. - Onder eiken wordt verstaan zogenaamd inlands eiken kernhout. - Onder bilinga wordt verstaan bilinga of opépe, groei-gebied West Afrika. - Onder lariks wordt verstaan Siberische ler-ken of lariks kern-hout. - Onder red cedar wordt verstaan western redcedar, groeigebied westelijk Noord-Amerika. - Onder Azobé wordt verstaan Azobé, groeige-bied West-Afrika. - Onder Merbau wordt verstaan merbau, groeigebied zuidoost Azie. Al het nieuwe houtwerk rondom geschaafd en met vel-ling-kant-jes leveren. De oppervlakte van de aanwezige balken, tenzij anders vermeld wordt, ongewijzigd laten. De verbin-din-gen en con-structies goed passend en sluitend leveren. Voordat nieuwe grote houten onderdelen aan-ge-bracht of
gecon-ser-veerd worden, dienen ze eerst door de directie te worden goedge-keurd. 02. Uitvoering. De aannemer zal het gehele werk naar de eis van goed vakmanschap uitvoeren en verbindingen en constructies voor zover al niet in het bestek genoemd uit te voeren op de in de molenbouw traditionele wijze. Tenzij anders vermeld is, alleen inlands hout in het moleninterieur verwerken. 03 IJzerwerk algemeen Al het ijzerwerk dient, tenzij anders vermeld is, volgens het model van rond 1850 te zijn. Dit houdt ondermeer in: handgesmede bouten met vierkantmoeren of scheren, handgesmede scharnieren en gesmede vierkante nagels. - Klein ijzerwerk buiten: Al het te leveren spijker, schroef, bout- en ander ijzerwerk van het buiten werk kleiner of gelijk aan (12, M12 of dikte 4, uitvoeren in r.v.s. 318. Uitsluitend getordeerde r.v.s. draadnagels toepassen. - Groot ijzerwerk buiten Al het ijzerwerk dat buiten toegepast wordt verzinken. Het afkomende ijzerwerk van buiten het gebouw dat nog goed is, eveneens verzinken. Het afkomende smeedijzer van buiten het gebouw dat nog goed is, mechanisch ontroesten, ontvetten en van zinkprimer voorzien. - IJzerwerk binnen Al het ijzerwerk dat in het interieur in het zicht komt blank laten. Indien ijzerwerk een elektrolytisch verzinkt laagje heeft, dit door middel van vuur zoutzuur eraf halen. 07. Epoxyhars. De toe te passen kunsthars dient te bestaan uit 2 componenten, een epoxypo-lymeer en een epoxyharder. Als vulmate-riaal droog SiC (zand of grint) toe-passen. De glas-fiberstaven als wape-ning vooraf opruwen. Het hout waaraan het kunst-hars moet hechten van te voren met epoxyharder behandelen. Er dient reversibel gerestaureerd te worden. Dit betekent dat de onderdelen afzonderlijk polymeer-chemisch gerepareerd moeten worden.
Nooit twee onderdelen met epoxyhars aan elkaar bevestigen. Gezien de aard van het werk dient de molenmaker/hout-res-taurateur zelf de poly-me-er-chemische houtreparaties uit te voeren en/of te begeleiden. 08. Lijmen Als houtlijm spleetvullende 2 componenten epoxylijm toepassen. Het in te lijmen hout dient oud, uitgewerkt en absoluut droog te zijn. Voor het maken van de gaten voor de in te lijmen stukken geen kettingzaag, of andere machines met open smering, toepassen. Onder de 5 °C geen verbindingen meer lijmen. Er dient reversibel gerestaureerd te worden. Dit betekent dat de onderdelen door middel van het inlijmen van hout afzonderlijk gerepareerd moeten worden. Nooit de verbindingen van twee onderdelen verlijmen.
02. WERKZAAMHEDEN 01. ZOLDERS 01. Polymeer-chemisch herstel balkopleggingen. Werkomschrijving: - Vooraf de balk op hoogte vijzelen en met een bouwstempel de balk ondersteunen. - Het aangetaste hout en het hout dat in aanraking komt met muurwerk verwijderen. In het gezonde hout gaten boren ten behoeve van de glasvezelwapening. In de muur een dunne verloren bekisting aanbrengen. - Indien het aangetaste hout meer dan 50 mm buiten het muurwerk door epoxyhars vervangen wordt, een verloren bekisting van grenenhout aanbrengen. Het grenen in kleur en nerf overeen laten komen met de bestaande balken. - Hierna getordeerde en met zand ingestrooide glasvezelstaven als wapening aanbrengen. - De balkkoppen aangieten met epoxyhars voorzien van vulmiddel. De wapeningstaven aangieten met pure epoxyhars. Na afloop de opleggingen ontkisten en de kunsthars modelleren. - Eventueel vloerhout dat ten behoeve van het herstel losgenomen moet worden, met een dommekracht en een paaltje voorzichtig naar boven drukken en losnemen. Na afloop het vloerhout weer aanbrengen en vastspijkeren.
Indien nodig in het epoxyhars een spijkerlat vastgieten. De volgende balkkoppen dienen hersteld te worden: Balklaag Maalzolder: Balkoplegging 3: Het sleutelstuk laten vervallen en verloren bekisting aanbrengen. Afmetingen 170 breed x 230 hoog. Lengte: oplegging in de muur 200 mm, voor 100%, het aansluitende deel: 300 mm voor 100% het daarop sluitende deel 500 mm voor 50%. Balkoplegging 4: Het sleutelstuk laten vervallen en verloren bekisting aanbrengen. Afmetingen 170 breed x 230 hoog. Lengte: oplegging in de muur 200 mm, voor 100%, het aansluitende deel: 200 mm voor 100% het daarop sluitende deel 500 mm voor 50%. Balkoplegging 5: Het sleutelstuk laten vervallen. Afmetingen 170 breed x 230 hoog. Lengte: oplegging in de muur 200 mm, voor 100%, het aansluitende deel: 40 mm voor 100% het daarop sluitende deel 500 mm voor 25% (in verband met trappengat.) Balkoplegging 6: De ijzeren plaat verwijderen. Afmetingen 170 breed x 230 hoog. Lengte: oplegging in de muur 200 mm, voor 100%, het aansluitende deel: 100 mm voor 100% het daarop sluitende deel 500 mm voor 25% (in verband met trappengat.) Balkoplegging 7: Het sleutelstuk verwijderen. Afmetingen 170 breed x 230 hoog. Lengte: oplegging in de muur 200 mm, voor 100%, het aansluitende deel: 100 mm voor 100% het daarop sluitende deel 500 mm voor 25% (in verband met trappengat.) Balkoplegging 10: Afmetingen 170 breed x 230 hoog. Lengte: oplegging in de muur 200 mm, voor 100%, het aansluitende deel: 40 mm voor 100% het daarop sluitende deel 500 mm voor 25% (in verband met trappengat.) Balkoplegging 11: Afmetingen 170 breed x 230 hoog. Lengte: oplegging in de muur 200 mm, voor 100%, het aansluitende deel: 40 mm voor 100% het daarop sluitende deel 500 mm voor 25% (in verband met trappengat.)
Balkoplegging 12: Afmetingen 170 breed x 230 hoog. Lengte: oplegging in de muur 200 mm, voor 100%, het aansluitende deel: 40 mm voor 100% het daarop sluitende deel 500 mm voor 25% (in verband met trappengat.) De balk van balkoplegging 12 in het midden met epoxyhars en glasfiberstevan verstevigen. Hiervoor de klamp weghalen een stuk verloren bekisting aanbrengen. Afmetingen 170 breed x 230 hoog. Lengte reparatie: over 300 mm 100%, 2 x 600 mm aan beide zijden hiervan voor 50%. Balkoplegging 13: Afmetingen 170 breed x 230 hoog. Lengte: oplegging in de muur 200 mm, voor 100%, het aansluitende deel: 40 mm voor 100% het daarop sluitende deel 500 mm voor 25% (in verband met trappengat.) Balkoplegging 14: Afmetingen 170 breed x 230 hoog. Lengte: oplegging in de muur 200 mm, voor 100%, het aansluitende deel: 40 mm voor 100% het daarop sluitende deel 500 mm voor 25% (in verband met trappengat.) Balkoplegging 15: Afmetingen 170 breed x 230 hoog. Lengte: oplegging in de muur 200 mm, voor 100%, het aansluitende deel: 40 mm voor 100% het daarop sluitende deel 500 mm voor 25% (in verband met trappengat.) Balkoplegging 15: Afmetingen 170 breed x 230 hoog. Lengte: oplegging in de muur 200 mm, voor 100%, het aansluitende deel: 40 mm voor 100% het daarop sluitende deel 500 mm voor 25% (in verband met trappengat.) Balkoplegging 16: Afmetingen 170 breed x 230 hoog. Lengte: oplegging in de muur 200 mm, voor 100%, het aansluitende deel: 40 mm voor 100% het daarop sluitende deel 500 mm voor 25% (in verband met trappengat.)
Balklaag Steenzolder Balkoplegging 1: Afmetingen 140 breed x 200 hoog. Lengte: oplegging in de muur 150 mm, voor 100%, het aansluitende deel: 40 mm voor 100% het daarop sluitende deel 300 mm voor 50%
Balkoplegging 2: Afmetingen 230 breed x 390 hoog. Lengte: oplegging in de muur 200 mm, voor 100%, het aansluitende deel: 40 mm voor 100% het daarop sluitende deel 600 mm voor 50% Balkoplegging 3: Afmetingen 230 breed x 390 hoog. Lengte: oplegging in de muur 200 mm, voor 100%, het aansluitende deel: 40 mm voor 100% het daarop sluitende deel 600 mm voor 50% Balkoplegging 4: Afmetingen 230 breed x 390 hoog. Lengte: oplegging in de muur 200 mm, voor 100%, het aansluitende deel: 40 mm voor 100% het daarop sluitende deel 600 mm voor 50% Balkoplegging 6: Afmetingen 230 breed x 390 hoog. Lengte: oplegging in de muur 200 mm, voor 100%, het aansluitende deel: 40 mm voor 100% het daarop sluitende deel 600 mm voor 50% Balkoplegging 12: Afmetingen 230 breed x 390 hoog. Lengte: oplegging in de muur 200 mm, voor 100%, het aansluitende deel: 40 mm voor 100% het daarop sluitende deel 600 mm voor 50% Balkoplegging 13: Afmetingen 230 breed x 390 hoog. Lengte: oplegging in de muur 200 mm, voor 100%, het aansluitende deel: 40 mm voor 100% het daarop sluitende deel 600 mm voor 50% Balkoplegging 14: Afmetingen 140 breed x 200 hoog. Lengte: oplegging in de muur 150 mm, voor 100%, het aansluitende deel: 40 mm voor 100% het daarop sluitende deel 300 mm voor 50% Draagbalk: Beide koppen polymeer-chemisch repareren. Afmetingen 230 breed x 390 hoog. Lengte: oplegging in de muur 200 mm, voor 100%, het aansluitende deel: 40 mm voor 100% het daarop sluitende deel 800 mm voor 50% - Aan de westzijde het ijzerwerk verwijderen. Het houten sleutelstuk van 50 mm dik onder de draagbalk eveneens polymeer-chemisch repareren. - Aan de oostzijde het bilhamerrekje laten zitten. - Bij het herstel ervan uitgaan dat beide onderslagbalken vernieuwd worden. 02. Balklaag maalzolder:
- Strijkbalk 8 – 9 vernieuwen in grenen. Afmetingen 230 x 170. Lengte ca 2,50 m. Hierbij de klampen tegen de strijkbalk laten vervallen. Ten behoeve van het vervangen van de balk de vloerdelen licht opdrukken en de spijkers met een reciprozaag doorzagen. Bij de nieuwe balk de delen die in aanraking komen met het muurwerk voorzien van op te branden dakleer. - Strijkbalk 17 – 1 vernieuwen in grenen. Afmetingen 230 x 170. Lengte ca 2,70 m. Ten behoeve van het vervangen van de balk de vloerdelen licht opdrukken en de spijkers met een reciprozaag doorzagen. Bij de nieuwe balk de delen die in aanraking komen met het muurwerk voorzien van op te branden dakleer. - Balk 2 vernieuwen in grenen. Afmetingen 230 x 170. Lengte ca 1,65 m. Ten behoeve van het vervangen van de balk de vloerdelen licht opdrukken en de spijkers met een reciprozaag doorzagen. Bij de nieuwe balk de delen die in aanraking komen met het muurwerk voorzien van op te branden dakleer. 03 Onderslagen draagbalk - Beide onderslagen van de draagbalk vernieuwen in eiken. Afmetingen 105 x 200?? x 680. Van de onderslagen het gedeelte dat in aanraking komt met muurwerk voorzien van op te branden dakleer. 04. Raveelbalkje luizolder. De bestaande zolderbalk 2 van de maalzolder in de luizolder opnieuw als raveelbalk gebruiken tussen de balken 4 en 6.
02 TRAPPEN, LEUNINGEN EN TRAPHEKJES 01. Trap naar de maalzolder: - Halverwege de trap aan de achterzijde met een eiken rib van 80 x 80 x ca 1500 aanbrengen. De rib om de trapbomen kepen en koppelen aan de latei. Bevestiging met gesmede nagels. - Het trappengat verkleinen met een driehoek van ca 400 x 400 mm. De driehoek samenstellen uit grenen delen van 28 dik, met mes en groef in elkaar gewerkt, en ondersteund met grenen ribben van 50 x 70 mm met vellingkanten, die aan de zolderbalk en de raveelbalk vastgespijkerd zitten. - De trap uitvoeren met twee grenen leuningen. Leuningstijlen 4 stuks van: 50
x 70, aan de onderzijde ca 20 mm om de trapboom gekeept en vastgespijkerd. Leuning: geprofileerd 50 x 70. Lengte ca 5 m1. De leuning met 1/3 pengatverbindingen en toognagels aan de stijltjes verbinden. Tussenschoten van ca 200 x 16, vastgespijkerd. - Het traptouw laten hangen. 02. Trap naar de steenzolder - De trap naar de steenzolder rechterop zetten en borgen. - Een traphekje aanbrengen van ca 850 hoog. Lengte ca 1,50 m. Stijltjes 50 x 70. 3 tussenplanken van 70 x 20. 1 dekplank van 70 x 20. Het traphekje laten aansluiten op de trap naar de luizolder - De trap uitvoeren met een grenen leuning. (aan de muurzijde geen leuning aanbrengen.) Leuningstijlen 4 stuks van: 50 x 70, aan de onderzijde ca 20 mm om de trapboom gekeept en vastgespijkerd. Leuning: geprofileerd 50 x 70. Lengte ca 3 m1. De leuning met 1/3 pengatverbindingen en toognagels aan de stijltjes verbinden. Tussenschoten van ca 200 x 16, vastgespijkerd.
03. Trap naar de luizolder - Aan de trapboom en de daarbij corresponderende plaats in de muur in totaal 2 x 2 schroefogen aanbrengen. Hier tussen met kleine karabijnhaken roodwitte geplastificeerde ketting aanbrengen (om te voorkomen dat bezoekers naar boven lopen).
03. RAMEN EN DEUREN 01. Ramen steenzolder en luizolder De ramen repareren volgens systeem Repair Care. Per raam volgt een werkomschrijving: - Steenzolder Noordoost: Het ruitje rechts boven vernieuwen in 4 mm dik monumentenglas. Montage met stopverfafwerking op lijnolie-terpetinebasis en acrylaatdispersiekit. De overige stopverfranden repareren. - Steenzolder Noordwest: de linker onderhoek repareren met een stukje hout en een lange RVS schroef. De stopverfranden nazien en het ruitje rechtsonder vernieuwen conform de omschrijving hierboven. - Steenzolder Zuid: Een geheel nieuw merbau raam aanbrengen. Breedte: 620, hoogte 820. Raamhout 60 x 35. Roetjes 32 x 35. Het glas overzetten
conform de omschrijving hierboven. - Luizolder Noord: Midden onder repareren met het systeem Repair Care. - Luizolder Zuidoost:Aan de rechterzijde in het midden een stukje hout inlijmen en borgn met een lange RVS schroef. - Luizolder zuidwest: een nieuwe onderdorpel aanbrengen. Hiervoor scherfeinden aan de stijltjes maken. De ruitjes overzetten conform de omschrijving hierboven. 02. Stellingdeuren De drie stellingdeuren vervangen in merbau. Afmetingen: ca 2130 x 880 De deuren samenstellen uit de volgende delen: - 3 horizontale klampen van 22 x 280. Aan de bovenzijde twee diagonale klampen van 250 x 22, 4 spiegelklampen van 22 x 150. - Kleedhout van 150 x 16. Uitgevoerd als visbekdeeltjes. De delen met mes en groef of met losse veren in elkaar gewerkt. - In de deur één enkele ruit van monumentenglas aanbrengen. Montage met stopverfafwerking op lijnolie-terpetinebasis en acrylaatdispersiekit. - De scharnieren van de deuren ontroesten, waar nodig repareren, van zinkstofprimer voorzien en overzetten. Montage met verzinkte slotboutjes met vierkante moeren. - De binnenzijde van de deuren voorzien van twee windhaken. Sluiting met twee krammen in de muur. Voor zover nog aanwezig de bestaande windhaken en krammen opnieuw gebruiken. - De buitenzijde van de deuren voorzien van een kram en een windhaak met kram in het muurwerk. Tevens aan de buitenzijde een oud model verzinkt ijzeren handvat aanbrengen. Model als bestaand. 03. Venster begane grond : Het gehele venster vernieuwen. - Een nieuw merbau kozijn aanbrengen. Afmetingen 90 x 150. Buitenmaten: ca 1130 x 1000. Zowel bovenop als onder het kozijn 20 ponds lood aanbrengen. - merbau 2 ruits onderraam en een merbau 2 ruits bovenraam aanbrengen. Afmetingen raamhout: 60 x 45. Afmetingen roetjes: 45 x 28. Ten behoeve van het onderraam aan de binnenzijde tegen het kozijn met bolkopsleufschroeven geprofileerde eiken dekplanken aanbrengen. Afmetingen ca 1130 x 90. Het onderraam voorzien van twee ijzeren handvaten en een ijzeren borgpennetje aan een kettinkje.
- Beide ramen voorzien van ruitjes van 4 mm dik monumentenglas. Montage met stopverfafwerking op lijnolie-terpetinebasis en acrylaatdispersiekit. - Aan de binnenzijde in het muurwerk boven het raam een eiken latei aanbrengen. Afmetingen ca 220 x 150. Lengte ca 1,20 m. Bij de gedeelten waar de latei in aanraking komt met het muurwerk, dakleer opbranden. 04. Poortdeur begane grond De poortdeur en het spinnewebraam dateren nog uit de bouwtijd. Deze omzichtig restaureren. - De scherfeinden aan de onderzijde van het kleedhout vernieuwen in in te lijmen delen gecelcuriseerd lariks. Dikte: 28 mm. Afmetingen van links naar rechts: 280 x 360, 270 x 680, 70 x 660, 270 x 540, 270 x 1300,270 x 400, 270 x 4700, 100 x 400, 270 x 420 en 250 x 350 (breedte x hoogte). De delen aan de bovenzijde afwaterend afschuinen en goed op het bestaande kleedhout laten aansluiten. De delen met losse veren en groeven onderling in elkaar werken. - Het slot met haak gangbaar maken. Twee passende sleutels bijleveren. - Het klinkwerk en de draaigrendel werkend maken. - Beide deuren met de bestaande scharnieren recht afhangen. (Er mankeert vrijwel niets aan.) - De rotte plek in de latei uithakken en repareren met 2 componenten epoxyhars volgens systeem Repair Care. - Het spinnenwebraam uitnemen. Het ijzerwerk ontroesten en voorzien van zinkstofprimer. - De stopverfranden waar nodig repareren met stopverf op lijnolieterpetinebasis. 1 ruitje vernieuwen in monumentenglas. Montage met stopverfafwerking op lijnolie-terpetinebasis en acrylaatdispersiekit. De grenenhouten sluitlatten ten behoeve van het kantelen van het raam vernieuwen. 03. OVERIGE TIMMERWERKEN 01. Meterkast - De bestaande meterkastplaat van de muur losmaken. - Twee bankirai balken van 50 x 70 achter de meterkastplaat bevestigen. - Hierop de meterkastplaat weer vastschroeven. - Een eenvoudige grenen meterkast aanbrengen. Breedte ca 800. Hoogte ca 2200. Diepte van 400 uitlopend naar ca 200. De meterkast samenstellen uit
delen van ca 22 x 180 werkend met mes en groef in elkaar gewerkt. De voorzijde van de kast uitvoeren als kozijn. Afmetingen kozijnhout ca 80 x 80. Hierin een opgeklampte grenen deur aanbrengen. De deur afhangen met eenvoudige plaatijzeren bladscharnieren en voorzien van kelderbandslot. De zijkanten dichtzetten met beschot. De meterkast zodanig uitvoeren dat de achterzijde van de meterkastplaat kan ventileren. 02. Wand begane grond Ter plaatse van de huidige provisorische wand een nieuwe houten wand maken. - 6 bankirai paaltjes van 80 x 80 in de grond slaan tot op ca 600 mm diepte en afkorten tot op peil. - Hierop een onderregel van grenen aanbrengen en vastspijkeren. Afmetingen 100 x 60. Lengte: een lang deel van ca 2,70 m en een kort dele van ca 1,60 m. - Met korte houten pennen 8 grenen stijlen in de onderregel werken en vastlijmen. Afmetingen ca 80 x 80 x4500. De stijlen aan de bovenzijde aan de zolderbalken vastspijkeren. De buitenste twee stijlen parallel aan het muurwerk schuin plaatsen. De overige stijlen vertikaal plaatsen. Tussen stijl 3 en stijl 4 800 mm tussenruimte houden voor een deur. Tussen beide stijlen op ca 2,20 m hoogte een latei inkepen en vastspijkeren. Afmetingen 80 x 80. - Het raamwerk beschieten met horizontale grenen delen van 22 x 180 werkend. De delen met mes en groef in elkaar werken en vastspijkeren. - Tussen de stijlen een eenvoudige opgeklampte grenen deur aanbrengen. De deur afhangen met eenvoudige plaatijzeren bladscharnieren en voorzien van een eenvoudig slot met klinkstel. Hiervoor een aparte klamp op de binnenzijde van de deur maken.
04. DE KAP EN HET KRUIWERK 01. Herstel en plaatsen De gehele kap en het gehele kruiwerk van tevoren in een loods vervaardigen. Voordat de kap definitief op de romp geplaatst wordt, dient deze enkele honderden meters van de molen vandaan opgebouwd te worden en voorzien te worden van dakbedekking. Hierna dient de kap met een platte wagen nar de molen getransporteerd te worden.
Voorafgaand aan het plaatsen de overring, de rollenwagen en de kuipneuten 3x met gesmolten varkensreusel insmeren, zodat het hout goed met vet doortrokken is. 02. Maatvoering. De volgende maten dienen aangehouden te worden: Binnendiameter kruivloer: 3,83 m Binnendiameter kuip: 4,45 m Binnendiameter overring 3,87 m. Buitendiameter spantring: 5,25 m. Binnenzijde voeghout – binnenzijde voeghout onder de windpeluw:2,27 m. Binnenzijde voeghout – binnenzijde voeghout onder de korte spruit: 2,58 m. 03. Kruivloer Na demontage bepaalt de directie welke werkzaamheden precies uitgevoerd worden. Voor de prijsopgave uitgaan van het volgende. - De gehele kruivloer losnemen. - De acht afzonderlijke kruivloerstukken aan de onderzijde polymeerchemisch repareren: - 4 stukken voor 25% aangieten. Hierbij rekening houden met de boutgaten voor de kuip de gaten voor de togen en de spijkergaten voor de blokkelen. - Bij de andere vier stukken de onderzijde inharsen met Impregneerhars van De IJssel Coatings BV Alternatieve prijsopgave van het meer- of minderwerk voor het vernieuwen van 1 kruivloerstuk in krom gegroeid eiken ten opzichte van het polymeerchemisch repareren. Afmetingen ca 310 x 100. Lengte ca 1,80 m. Het stuk met 1/3 pen en gat in de overige stukken werken. - Hierna de bovenzijde van de acht kruivloerstukken vlak en in de juiste schuinte schaven. - Een eiken rollensluis aanbrengen. Afmetingen ca 500 x 310 x 100. De binnenzijde van de rollensluis voorzien van een kram en een ring. - 4 blokkelen vernieuwen in droog eikenhout. Hiervoor oude stukken staartbalk gebruiken. Afmetingen ca 120 x 200 x 300. - Op de molen de kruivloer weer aanbrengen en de delen onderling met
nieuwe eiken togen aan elkaar bevestigen. De kruivloerdelen op de blokkelen vastspijkeren. E.e.a. uitvoeren in samenspraak met de metselaar. De ijzeren trekankers opnieuw aan de kruivloer vastspijkeren. - Op de kruivloer rondgaande ijzeren rolplaten aanbrengen. Afmetingen: 12 x ca 250. Binnendiameter: ca 3,90 m. De lassen van de rolplaten schuin uitvoeren. De rolplaten met schroeven van Ø7 met verzonken koppen aanbrengen. 04. Rollenwagen en Kruirollen - 5 rollenwagens van 5 rollen. De rollenwagens uitnemen en in zo groot mogelijke stukken vervoeren. In de werkplaats de buitenzijde van de rollenwagens rond, haaks en glad schaven. De pennen van de kalven hierbij met een bovenfrees enkele mm wegfrezen. De uiteinden van iedere rollenwagen van oploopkanten voorzien, zodat ze niet tegen kuipneuten klem kunnen lopen. Hierna met het afkomende ijzerwerk de rollenwagens weer monteren. - De 13 afkomend gietijzeren rollen aan de buitenzijde afdraaien, zodat ze allemaal gelijk zijn. Het loopvlak ca 2 mm bol afwerken. - 15 nieuwe gietijzeren kruirollen leveren. Model conform de bestaande gietijzeren rollen. Afmetingen: ca Ø160 x 150. De rollen afdraaien en het asgat naderhand inboren. De houten rollen vervangen door nieuwe gietijzeren rollen. De gietijzeren rollen die over zijn, gebruiken als regulateurgewicht of gewicht voor de pal, of opslaan in de molen. De afkomende houten kruirollen gebruiken als klossen om de meelringen te ondersteunen. - Van de asjes alle borgkrammen nazien, en waar nodig nieuwe krammen aanbrengen. 25 nieuwe T-ijzers aanbrengen om de kruiasjes te borgen. 05. Kuip De gehele oude kuip in grote stukken uit elkaar nemen. Hiervoor de kuipplank doorzagen. Stukken kuip en kuipplank bewaren voor nader kleuronderzoek. De kuip in zo groot mogelijke stukken vervoeren naar de werkplaats. De directie bepaalt welke werkzaamheden uitgevoerd worden. In de prijsopgave uitgaan van de volgende herstelhandelingen: - Bij 4 kuipstukken de onderste 100 mm vervangen door op te lijmen droog oud eiken. (Bijvoorbeeld stukken oude staartbalk). Bij de overige vier kuipstukken het aangetaste hout wegkrabben en weghakken. Hierna de kuipstukken repareren met Rottex 2 componenten houtreparatiemortel. - De gehele kuipplank vervangen in gecelcuriseerd lariks. Afmetingen 220 x
22. De nieuwe kuipplank met verzinkte gesmede nagels vastspijkeren in drie rijen met een steek van 250 mm, de middelste rij ½ steek versprongen. - Alle bouten en bevestigingstrippen ontroesten, van zinkstofprimer voorzien en terugplaatsen. 06. Overring - De overring en het slagstuk in zo groot mogelijke delen uit elkaar halen. De ijzeren plaat onder de overring laten vervallen. In de werkplaats de buitenzijde van de overring volledig rond en recht afschaven. De onderzijde van de overring vlak en in de juiste schuinte schaven. - Onder tegen de overring rondgaande ijzeren rolplaten aanbrengen. Afmetingen: 12 x ca 250. Binnendiameter: ca 3,90 m. De lassen van de rolplaten schuin uitvoeren. De rolplaten met schroeven van Ø7 met verzonken koppen aanbrengen. 07. Voeghouten De voeghouten uit de kapconstructie losnemen. De roosterhouten, penbalk en ijzerbalk, vangezel etc. demonteren. De hanetree bij het scherfeind losmaken. De spanconstructie op de voeghouten verwijderen. Beide voeghouten herstellen door er een staalprofiel INP 240 met epoxyhars in vast te gieten. - Van bovenaf over de volledige lengte een ruime uitsparing van ca 130 breed en 270 hoog uitzagen. - Bij het INP 240 profiel op twee plaatsen de flensen inslijpen en het profiel ombuigen naar de lijn van het voeghout. Hierna de kepen in de flensen van het profiel weer dichtlassen. De koppen van het profiel afschuinen, zodat ze binnen de uiteindelijke voeghoutkoppen vallen. Lengte ca 5,30 m. - De koppen van de voeghouten die buiten beide baarden uitsteken afzagen. Ter plaatse een bekisting maken. In deze bekisting een buis opnemen voor de boutverbinding van de windpeluw en de korte spruit. Tevens stukken eikenhout opnemen voor de bevestiging van de baarden en de spantringuiteinden en eikenhouten zwalustaartvormige blokjes voor de verbindingen met de windpeluw en de korte spruit. - De kassen van de roosterhouten, de ijzerbalk en de penbalk open houden door middel van het aanbrengen van klei en was. Ten behoeve van de lange spruit, de vangezel en de koebouten van de vang buizen aanbrengen. Hierna de voeghouten aangieten met epoxyhars en vulmiddel. Ervoor zorgen dat de gehele ijzeren balk ingepakt zit met epoxyhars. Ca 20 mm onder de
bovenzijde van het voeghout stoppen met aangieten en eikenhouten dekplanken met Rottex in de reparatie lijmen. Alternatieve prijsopgave voor het vervangen van een voeghout: De meer- of minderkosten van het vervaardigen en aanbrengen van een nieuw eiken voeghout. Afmetingen zowel voor als achter 320 x 280. Bocht in het voeghout: 160 mm. Alle verbindingen overnemen van het bestaande voeghout. 08. Roosterhouten De bestaande roosterhouten met nieuwe eiken toognagels weer in de voeghouten aanbrengen. 1 roosterhout vervangen in grenen. Afmetingen ca 95 x 145. Lengte ca 1100. Het roosterhout met pen en gat in het voeghout werken. De buitenzijde met duiveljagerprofiel afwerken. Bij vier overige roosterhouten de gescheurde koppen repareren met Rottex. 09. Spantring Op de roosterhouten een nieuwe eiken spantring aanbrengen, bestaande uit tweemaal 3 delen van kromgegroeid eiken van 140 x 70. De delen met gespijkerde liplassen aan elkaar verbinden en met gespijkerde tandverbindingen in de voeghouten werken. Aan de windpeluwzijde en de korte spruit zijde twee kleine vulklossen spijkeren om het rietdek vloeiend te laten verlopen. De spantring met zwaluwstaartverbindingen en verzinkte slotbouten met vierkante moeren aan de roosterhouten verbinden. De buitenzijde van de spantring voorzien van kepen ten behoeve van de gepotdekselde peblanking. Op de overring tussen de roosterhouten grenen vogelplankjes aan te brengen. Alle vogelplanken in de gehele kap zodanig uitgevoerd dat ze wegneembaar tussen sponninglatjes geplaatst zijn.
10. Roosterluiken De roosterluiken passend maken en terug plaatsen. 1 roosterluik vervangen . Het luik opbouwen uit grenen deeltjes van 70 x 16 die met mes en groef in elkaar gewerkt zijn en grenen klampen van 120 x 16. Tussen de luiken grenen latten van ca40 x 32 aanbrengen. Op deze latten eiken wervels maken om de luiken tegen opwaaien te
borgen. 11. Windpeluw De bestaande windpeluw demonteren. De windpeluw ontdoen van zacht hout en terug plaatsen. De windpeluw met bestaande zwanehalsijzers en de bestaande spiebouten monteren. De spiebouten hierbij ontroesten en van zinkstofprimer voorzien. Voor de voeghoutkoppen en de kop van de tempelbalk plaatjes zink aanbrengen, zodat het afkomende regenwater niet in de houtverbinding kan lopen. 12. Naald. De bestaande naald demonteren. De naald ontdoen van zacht hout en terug plaatsen. 13. Baard - Onder het windpeluw een nieuwe baard aanbrengen. De voorzijde van de baard geheel vlak houden. De baard maken van 3 droge bilinga delen van 38 mm dik. Afmetingen: ca 1,00 m hoog inclusief nummerborden en 3,10 m lang. De baard aan eiken klampen hangen en rondom geheel af te timmeren met bilinga waterlatjes. De versieringen op de baard schilderen. De mallen hiervan liggen nog in de molen. - De oude baard met touwtjes onder in de molen ophangen. 14. Voorkeuvelens - Het voorkeuvelens van de windpeluw afnemen. - Van het voorkeuvelens de ondereinden van de keerstijl- weerstijl en schoor repareren door er met een liplas nieuwe stukken hout aan de onderzijde aan vast te lijmen. Afmetingen: ca 130 x 220 x 700 (2x) en 130 x 130 x 300 (1x) - Het voorkeuvelens terug plaatsen op de windpeluw en met nieuwe togen borgen. - Van de bekleding van het voorkeuvelens beide wangen vernieuwen in bilinga. Afmetingen 340 x 22, lengte ca 1,30 m. - Van de asomtimmering beide sponninglaten vernieuwen in bilinga. Afmetignen 140 x 22, ca 1,20 m lang. Hier aan de voorzijde en de achterzijde platen gegalvaniseerd blik van 1,5 mm dik aanbrengen volgens tekening. - Het “steenbord” vernieuwen in bilinga delen van 270 x 16, ca 920 lang en 150 x 16, ca 920 lang.
- Beide bestaande waterluiken passend in het voorkeuvelens maken. Van beide waterluiken de borgtouwen vernieuwen in hempex. 15. Lange spruit - Op de voeghouten en de tempelbalk met loef en voorloef en de afkomende bouten een bilinga lange spruit aanbrengen. Afmetingen: 300 x 300 in het midden uitlopend naar 250 x 250 aan de punten. Lengte: ca 10,80m. De spruiteinden die buiten de [kap steken aan de bovenzijde licht rond afwerken. De bovenrand voorzien van bilinga latten die aan de onderzijde zijn afgeschuind. Afmetingen ca 45 x 15. Ter plaatse van de schoren extra bilinga steunplankjes aanbrengen. De bovenzijde van de spruit afdekken met op de lijmen - EPDM van 1,2 mm dik. - Aan weerszijde in de kapbedekking rond de lange spruit een koffer maken. Dagmaat ca 400 x 600 boven de spruit. De koffer samenstellen uit twee bilinga wangen van ca 30 x 200 x 1000 en een latei van ca 700 x 200 x 30. - In de koffer bilinga sponninglatten en een bilinga luik aanbrengen. Het luik samenstellen uit een beschot van deeltjes, ca 16 mm dik en twee klampen van 22 x 80. Het luik uitvoeren met een handgreep en een borgtouw. Hiervoor aan de bovenzijde van de koffer een eiken kikker aanbrengen. Uitvoering conform de waterluiken. - Aan de onderzijde van de spruit op de spantring een goot van zink no 16 aanbrengen die om de wangen van de koffer valt. In de kap de goot met een bilinga lat van 20 x 35 aan de onderzijde van de spruit vastspijkeren. 16. Smeervloer etc. - Tussen de voeghouten en tempelbalk lariks vogelplanken van 22 mm dik aanbrengen. - De smeervloer bij de windpeluw, de penbalk en de loopbalken tussen de penbalk en de ijzerbalk merken en losnemen. Na montage deze onderdelen weer terug plaatsen. De smeervloer bij de penbalk aanhelen met grenen delen van 22 dik. Te rekenen op ca 0,5 m2. De smeervloeren zodanig uitvoeren dat ze gemakkelijk los te nemen zijn. Achterin de kap de smeervloer voorzien van grenen kllampen aan de onderzijde en wervels ter borging. 17. Spanten Beide spanten losnemen en in zijn geheel naar de werkplaats vervoeren. De directie bepaalt welke herstelhandelingen uitgevoerd worden. In de prijsopgave uitgaan van het repareren van de vier ondereinden van de
spantbenen door er stukken eiken van ca 90 x 140 x 350 met liplassen aan vast te lijmen. Bij de opbouw van de kap de spanten weer terug plaatsen. 18. Gordingen De kapgordingen omzichtig losnemen en naar de werkplaats vervoeren. De directie bepaalt welke herstelhandelingen uitgevoerd worden. In de prijsopgave uitgaan van het repareren van 10 gedeelten door er stukken eiken van ca 70 x 120 x 400 met liplassen aan vast te lijmen. Bij de opbouw van de kap de gordingen weer terug plaatsen en vastspijkeren. 19. Nokgording De nokgording vervangen in eiken. Afmetingen ca 140 x 100 (iets zwaarder dan de oude). Lengte ca 2,20 m. In de nokgording kepen ten behoeve van het potdekselwerk aanbrengen. 20. Stijltjes voorwolf en achterwolf. - Bij demontage de spijkers van de verbindingen van de voorwolfstijltjes doorzagen. De stijltjes van het voorwolf van kepen voorzien om de potdekseling goed te laten dragen. Bij montage de stijltjes van het voorwolf opnieuw passend maken en vastspijkeren. - De stijltjes van het achterwolf vernieuwen in eiken. Twee middenstijltjes van 80 x 120 aanbrengen. Lengte ca 2,30 m. Afmetingen hoekstijltjes: 250 x 80. Lengten ca 3,20 m (2x). De buitenzijde van de hoekstijltjes rond afwerken en voorzien van kepen ten behoeve van de potdekseling. 21. Korte spruit De uiteinden van de huidige korte spruit zijn aangetast. Het toeval wil echter dat de molen vroeger een aanmerkelijk kortere korte spruit had. - De achterbaard voorzichtig losnemen. Na herstel van de kapbasis de achterbaard weer opnieuw aanbrengen. - De buitenste 400 mm van de koppen van de korte spruit afzagen. Na controle en goedkeuring door de directie de koppen van nieuwe duiveljagerprofielen voorzien. De bovenrand voorzien van bilinga latten die aan de onderzijde zijn afgeschuind. Afmetingen ca 45 x 15. Ter plaatse van de schoren extra bilinga steunplankjes aanbrengen. De bovenzijde van de spruit afdekken met op de lijmen - EPDM van 1,2 mm dik. - Tussen de voeghouten en de korte spruit nieuwe zwanehalsijzers aanbrengen. Afmetingen ca 100 x 400. De uiteinden uitgesmeed en voorzien
van gesmede nagels en een gesmede kram. Alternatieve prijsopgave voor het vernieuwen van de korte spruit: Op de voeghouten met zwaluwstaarten, een bilinga korte spruit aanbrengen. Afmetingen: 250 x 250 in het midden, uitlopend naar 220 x 220 aan de punten. Lengte: ca 5,60 m. Het achterkeuvelens van de bestaande korte spruit losnemen en overzetten op de nieuwe spruit. De verbindingen uitvoeren met 1/3 pen en togen. De spiebouten De bestaande spiebouten ontroesten, van zinkstofpimer voorzien en overzetten. 22. Achterkeuvelens - Beide belegdelen op de hoekstijltjes vernieuwen in bilinga. Afmetingen ca 140 x 22. Lengte ca 800. - Het luik onder de korte spruit vernieuwen in bilinga. Afmetingen: ca 700 breed x 670 hoog. Het luik samenstellen uit deeltjes van ca 16 mm dik en twee klampen van 22 x 80. Het luik uitvoeren in twee delen met een deklat over de naad. Met 2x 4 werveltjes het luik in het achterkeuvelens vastzetten. - Het huidige raampje met de raamdorpel uitnemen. Links en rechts van de staartbalk een vierruits raampje van merbau aanbrengen. Afmetingen ca 700 x 500. Raamhout 60 x 35. Roetjes 32 x 35. Aansluiting volgens detailschets. In de ramen ruitjes van 4 mm dik monumentenglas aanbrengen. Montage met stopverfafwerking op lijnolie-terpetinebasis en acrylaatdispersiekit. - Op de staartbalk een bilinga klapmuts van 260 x 260 x 30 maken. Tussen de klapmuts en het achterkeuvelens een bilinga plank van ca 260 x 22 x 500 maken. Tegen de zijklant van de staartbalk 2 bilinga latjes van 22 x 22 spijkeren. - Boven de wipstok een strook gegalvaniseerd blik maken, waarvan het uiteinde achter de leklatjes valt. Afmetingen ca 220 x 220, met een bevestigingstrook van ca 220 x 120. 23. Hanentree Na het aanbrengen van de kap het uiteinde van de hanetree weer monteren met de afkomende boutjes.
24. Potdekselwerk Op de kapconstructie potdekselwerk aanbrengen. Kapschilden: Het potdekselwerk uitvoeren in droge lariks delen van 240 x 16
met een overlap van 40 mm. Aantal delen per dakschild: ca 34. De delen zodanig schuin op de kap spijkeren dat ze parallel liggen aan de lijn onderhoek voeghout voor – punt vorst voor. Lengte: variërend tussen ca 1,60 m tot 4,00 m. De delen met RVS schroeven op de constructie bevestigen. Waar nodig de kepen in de constructie ten behoeve van de delen bijwerken. Waar nodig de delen smaller zagen voor een vloeiend verloop van de potdekseling. Achterwolf: Het potdekselwerk eveneens uitvoeren in droge lariks delen van 240 x 16 met een overlap van 40 mm. Aantal delen per dakschild: ca 12. De delen horizontaal op de kap spijkeren. voorwolf: Het potdekselwerk eveneens uitvoeren in droge lariks delen van 240 x 16 met een overlap van 40 mm. Aantal delen per dakschild: ca 7. De delen horizontaal op de kap spijkeren. Vulstukken. Voor een goede aansluiting van de EPDM in de hoeken van alle planken bij het achterwolf en het voorwolf, driehoekige schuin oplopende vulklosjes van lariks maken. Maten in het werk bepalen. 25. EPDM De kap bedekken met op te plakken EPDM . Dikte 1,2 mm. De banen niet breder dan een plankbreedte kiezen. De banen onderling aan elkaar vulcaniseren. Na afloop de randen van het voorwolf en de randen van het achterwolf voorzien van een hechtprimer en wit schilderen.
26. Vorst en diversen - Op de nok van de kap een azobé vorstplanken maken. Afmetingen: ca 250 x 40, ca 2,40 m. - In het midden de vorstplank met twee verzinkte oogbouten van 24 mm aan de nokgording bevestigen. - Op het stormschild 2 verzinkt stalen klimbeugels aanbrengen. De klimbeugels zodanig uitvoeren dat hieraan een veiligheidslijn vastgemaakt kan worden. De klimbeugels bevestigen met verzinkte tapbouten en een dikke volgplaat aan de binnenzijde, om het middenstijltje heen. De beugels met bitumenkit monteren.
27. Vlaggenmast.
- Achter op de kap een kunststof of aluminium vlaggenmast aanbrengen (afhankelijk van wat er in de handel verkrijgbaar is). Lengte: ca 6 m1. Gemiddelde dikte: 75 mm. - De vlaggenmast aan de bovenzijde voorzien van een oranje knop met katrol. - Bovenop de knop een klein RVS windvaantje met pijlpunt maken. Lengte ca 250 mm. Afmetingen vaanblad ca 100 x 70. Om het vaanasje een ring maken. Het vaantje voorzien van een borghaakje dat met twee schroefjes vast zit, zodat het vaantje nooit van de mast af kan waaien. - Tevens een nylon touw en een RVS kikker voor het ophijsen van een vlag aanbrengen. De RVS kikker aan de buitenzijde op de kop van de staartbalk vastschroeven. - Aan de onderzijde de vlaggenmast laten steunen in een ijzeren voet die binnen in de kap op de korte spruit gemonteerd zit. Aan de binnenzijde van de keuvelensbalk een beugel met oog maken om de vlaggenmast in vast te klemmen. - Op het kapbeschot een standaard aluminium dakdoorvoer met buis en voet aanbrengen en deze in de EPDM dakbedekking waterdicht verwerken. Rond de vlaggenmast een aluminium kap waterdicht bevestigen. De vlaggenmast dient licht achter over te hellen, zodat het touwtje vertikaal hangt.
04. DE STAART 01. De staartbalk vernieuwen - Een nieuwe bilinga staartbalk aanbrengen. Afmetingen boven: 220 x 220. Afmetingen onder: 280 x 300 breed. Lengte: ca 10,43 m. De onderzijde van de staartbalk horizontaal afwerken. De afstand tussen bovenzijde stelling en de onderzijde van de staartbalk ca 100 mm houden. Afstand achterzijde staartbalk tot aan de romp: ca 2,00 m aanhouden, zodat de afstand na verloop van tijd op 1,85 m vanaf de romp komt. De staartbalk met een keep aan de korte spruit bevestigen. De afkomende spiebout ontroesten, van zinkstofprimer voorzien en overzetten. De staartbalk aan de voorzijde afwerken met 2 vellingkanten van ca 80 x 25 die vanaf de punt tot 2 m boven de onderzijde van de staartbalk doorloopt. - De ijzeren strop aan de onderzijde ontroesten, van zinkstofprimer voorzien en overzetten. - Beide gaten voor de bezetketting van Ø70 op 170 en 490 van de onderzijde in de staartbalk boren en de ijzeren rozetten van de oude staartbalk,
ontroesten, van zinkstofprimer voorzien en overzetten. - Een nieuwe bilinga klamp voor de bezetketting met doorgaande bouten Ø16 aanbrengen. Afmetingen klamp: 450 x 130 x 100. aanbrengen met oog voor de bezetketting aan de onderzijde van de staartbalk ontroesten, van zinkprimer voorzien en overzetten. Boven de strop met 2 bouten van Ø16 een klamp voor de bezetketting van 150 x 120 x 450 aanbrengen. - In de staartbalk een gat van ca Ø125 voor het kruirad maken. Het gat onder een helling van 1 op 10 met horizontaal maken. Aan de voorzijde het hart op 950 vanaf de onderzijde gemeten. De voorbril en beide schenen overzetten en in de nieuwe staartbalk inkrozen als bestaand. Leveren en aanbrengen van een verzinkte ijzeren achterbril met een binnendiameter van ca 125 mm. - De afkomende bezetketting en spaakketting overzetten. 02. Kruirad herstel - Van het kruirad de gordingen losmaken en de spaken uitnemen. De gordingen ontroesten en van zinkstofprimer voorzien. - Uit bilinga delen van 200 x 30 een schijf van Ø720 maken. De delen met groeven en losse veren in elkaar werken en onderling verlijmen. In het centrum van de schijf een gat maken dat precies om de kop van de kruias past. Aan de buitenzijde een uitsparing frezen voor de bestaande binnengording. - 12 nieuwe bilinga kruiradspaken aanbrengen. Afmetingen vanaf het midden tot voorbij de buitengording: 50 x 50. Afmetingen aan de punt: Ø30. De spaken als volgt samenstellen: 2 nieuwe doorgaande spaken van 1,92 m die halfhouts in elkaar gewerkt zijn, en aan de achterzijde geborgd worden met een spie. 8 halve spaken van ca 0,83 m lang. Alle spaken met verzinkte slotbouten Ø8 en verzinkte vierkante moeren aan de buitengording, de binnengording en de schijf bevestigen. - De kruiketting aan de kruias laten zitten en het kruirad in de staartbalk plaatsen.
02. Korte schoren overzetten. - De korte schoren losnemen. Van de korte schoren het zachte en aangetaste hout wegkrabben. In de staartbalk op 3,25 m vanaf de onderzijde 2 nieuwe kepen met ontwateringsgaten hakken.
- Vanwege de iets kortere nieuwe korte spruit, de verbindingen van de korte schoren iets vermaken en de schoren aanbrengen.. - De schoren voorzien van bilinga klapmutsen van 200 x 200 x 28,. De klapmutsen aan de onderzijde voorzien van een 10 mm diepe kas zodat deze over de schoren heen vallen, en tegen afvallen borgen met RVS schroeven. - De spiebouten ontroesten, van zinkstofprimer voorzien en overzetten. - Aan de bovenzijde in de verbinding schoor – staartbalk EPDM dakbedekking lijmen. Aan de bovenzijde het EPDM vastzetten met op te schroeven leklatjes.
03. Lange schoren - De lange schoren losnemen. Van de lange schoren het zachte en aangetaste hout wegkrabben. In de staartbalk op 1,36 m vanaf de onderzijde 2 nieuwe kepen met ontwateringsgaten hakken. - De schoren voorzien van bilinga klapmutsen van 240 x 240 x 28,. De klapmutsen aan de onderzijde voorzien van een 10 mm diepe kas zodat deze over de schoren heen vallen, en tegen afvallen borgen met RVS schroeven. - De spiebouten en trekstangen ontroesten, van zinkstofprimer voorzien en overzetten. - Aan de bovenzijde in de verbinding schoor – staartbalk EPDM dakbedekking lijmen. Aan de bovenzijde het EPDM vastzetten met op te schroeven leklatjes.
05. DE STELLING Een nieuwe twaalfkante stelling aanbrengen volgens tekening. 01. Constructie stelling - 36 azobe liggers van 90 x 90 aanbrengen. Lengte: hoekliggers 4,1 m. Lengte tussenliggers: 3,80 m. De liggers in de muur ca 100 mm opleggen. De koppen aan de buitenzijde afwerken volgens duiveljagerprofiel. De liggers in totaal 50 mm naar buiten schuin aflopend aanbrengen. De bovenzijde van de liggers afdekken met op te branden dakleer. Het dakleer ca 5 mm buiten de liggers uit laten steken. - 36 azobe schoren van 90 x 90 aanbrengen, Lengte ca 3,80 m. De schoren met een tand, lip en 10 mm slotbout aan de ligger bevestigen. De koppen van de schoren dienen onder een stellingdeel te vallen (zodat ze tegen regen afgeschermd zijn. De ondereinden van de schoren voorzien van een rondgaande zaagsnee met vellingkant om het lekwater bij de romp weg te
houden. De schoor midden boven de poortdeur afsteunen op de latei van de poortdeur. De schoor rechts hiervan korter houden en afschoren in de bovenste uitsparing in het muurwerk. Ter plaatse van het muurwerk over vier schoren een azobe dwarsbalk van 120 x 90 x ca 3,60 m aanbrengen. - 36 verzinkte ijzeren trekankers bij de liggers aanbrengen. Dikte Ø16. De buitenzijde voorzien van een veer van ca 200 x 40 x 4 en deze met verzinkte nagels aan de liggers bevestigen. De binnenzijde voorzien van een vierkante volgplaat en een vierkante moer. - 18 verzinkte ijzeren borgankers door de schoren aanbrengen. Dikte Ø16. De buitenzijde voorzien van een volgring en spiesluiting. De binnenzijde voorzien van een vierkante volgplaat en een vierkante moer. 02. Stellingdek Op de liggers een gecelcuriseerd lariks stellingdek aanbrengen. Afmetingen ca 160 x 38. Lengte: oplopend van ca 3,10 m tot 3,80 m. De delen met verzinkte gesmede nagels vastspijkeren. Tussenafstand: 50 mm. 03. Stellinghek Een nieuw “tuuntje” aanbrengen. - Het hek samenstellen uit 36 azobe stijltjes van 60 x 80. Lengte ca 1,15 m. De stijltjes met een lip en een slotbout van Ø8 met vierkante moer aanbrengen. Hoek met het stellingdek ca 60 graden. - Per veld 2 tussenschoten van 150 x22. Lengte ca 4,00 m. De tussenschoten aan de bovenzijde onder 45 graden afschuinen. - Per veld 1 dekregel van 150 x 22. Lengte ca 4,00 m. De dekregels aan de onderzijde onderling verbinden met een in te werken verzinkt stalen hoekstrip van 5 x 50 mm.(In verband met de trekkracht. Het hek heeft geen steunschoortjes.)
28. MOLENMAKERSWERK GAANDE WERK ALGEMEEN 01 Houtwerk. Het toe te passen hout mag geen be-zwaar-lijke onvol-komen-heden hebben in de vorm van: - afwijkingen in vorm en door-snede van de stam
-
afwijkingen in het hout ten gevolge van afwijkingen in de ana-tomische bouw. (Losse jaar-ringen of kwas-ten, te grote knoes-ten e.d.) - beschadigingen door schimmels en insekten - beschadigingen en afwijkingen door weers-in-vloeden Kammen, staven wiggen en andere kleine on-derdelen dienen uit foutvrij -hout gehaald te worden. Het maximale vochtgehalte van het voor het gaande werk toe te passen hout: 8%. Onder grenen wordt verstaan le soort fijn-nervig Noord-Euro-pees gre-nen. - Onder eiken wordt verstaan zogenaamd inlands eiken kernhout. - Onder lariks wordt verstaan Siberische ler-ken of lariks kern-hout. - Onder azijnhout wordt verstaan de steen-eiken of azijnhout van rond de Middel-landse Zee. Voor kammen en staven alleen azijnhouten perkoenen toepassen (stammetjes met een max-imum diameter van 200). - Onder palmhout wordt verstaan palm- of buxushout. - Onder iepen wordt verstaan Europees iepen of olmen. Voor de overige houtsoorten zie 27. Molenmakerswerk Staande Werk. Al het houtwerk rondom geschaafd en met vel-ling-kant-jes leveren. De verbin-din-gen en con-structies goed passend en sluitend leveren. Voordat nieuwe grote houten onderdelen aan-ge-bracht worden, dienen ze eerst door de directie te worden goedge-keurd. 02. Uitvoering. De aannemer zal het gehele werk naar de eis van goed vakmanschap uitvoeren en verbindingen en constructies voor zover al niet in het bestek genoemd uit te voeren op de in de molenbouw traditionele wijze met de klassieke houtverbindingen zoals getoogde pen-en-gatverbindingen, tanden, loeven, voorloeven, zwaluwstaarten, schuine liplassen, halfhoutse verbindingen etc.. Al deze verbindingen en constructies ook in de technische zin geheel uitvoeren zoals vakmanschap betaamt. De verbindingen in alle opzichten pas en sluitend en in de juiste verhoudingen, op de goede wijze getoogd, sterk gespijkerd met spijkers van voldoende dikte en lengte etc. Ankers en bouten in gaten van gelijke diameter en sterk aangehaald. Alles voorzien van ringen en/of volgplaten en de koppen waarnodig of gebruikelijk in het hout verzonken. Daar waar voorboren gewenst of noodzakelijk is, dit op zodanige
wijze uit te voeren dat het door voldoende ankering aan de sterkte van de verbinding geen afbreuk doet. Al het hout ten behoeve van het gaande werk (met uitzondering van het hekwerk) zal in een zo vroeg mogelijk stadium voorbewerkt en aangevoerd moeten worden teneinde droog en krimpvrij te kunnen worden verwerkt. Kammen en staven zodanig uit het hout halen dat de loopvlakken kwartiers gezaagd zijn, of (bij palm en eventueel ook azijnhout) het hart in de kam of staaf zit. Ook met balkhout ten behoeve van wielen rekening houden met de hartzijde. Tenzij anders vermeld is, alleen inlands hout in het moleninterieur verwerken. 03 IJzerwerk algemeen Al het ijzerwerk dient volgens het model van rond 1850 te zijn. Dit houdt ondermeer in: handgesmede bouten met vierkantmoeren of scheren, handgemede scharnieren en gesmede vierkante nagels. Een uitzondering hierop vormen de machines in de molen, de maalzolder en de steenzolder. Hier mechanisch vervaardigde zeskantbouten en moeren, mechanisch vervaardigde scharnieren en ronde draadnagels toepassen. - Klein ijzerwerk buiten: Al het te leveren spijker, schroef, bout- en ander ijzerwerk van het buiten werk kleiner of gelijk aan (12, M12 of dikte 4, uitvoeren in r.v.s. 318. Uitsluitend getordeerde r.v.s. draadnagels toepassen. - Groot ijzerwerk buiten Al het ijzerwerk dat buiten toegepast wordt verzinken. Het afkomende ijzerwerk van buiten het gebouw dat nog goed is, eveneens verzinken. Het afkomende smeedijzer van buiten het gebouw dat nog goed is, mechanisch ontroesten, ontvetten en van zinkprimer voorzien. - IJzerwerk binnen Al het ijzerwerk dat in het interieur in het zicht komt blank laten. Bij voorkeur onderdelen d.m.v. spijkers aanbrengen. Tenzij anders in het bestek is vermeld geen moderne kruiskopschroeven toepassen bij werk dat in het zicht komt. Indien onderdelen geschroefd dienen te worden, houtschroeven met gleuven toepassen. 04. Epoxyhars. De toe te passen kunsthars dient te bestaan uit 2 componenten, een
epoxypo-lymeer en een epoxyharder. Het hout waaraan het kunst-hars moet hechten van te voren met epoxy-harder behan-d-elen. Er dient reversibel gerestaureerd te worden. Dit betekent dat de onderdelen afzonderlijk polymeer-chemisch gerepareerd moeten worden. Nooit twee onderdelen met epoxyhars aan elkaar bevestigen Gezien de aard van de werk-zaamheden dient de molenma-ker/houtrestaurateur de poly-meer-che-mi-sche repara-ties zelf uit te voeren. 05. Lagerstenen. De lagerstenen in 'blauwe' of 'on-der water geboren' arduin uitvoeren. Het arduin mag geen witte aders of andere on-volkomenhe-den hebben. Het te leveren hardsteen uitvoeren in fijn steen-hou-wers-werk. De loopvlakken en de on-derzijden van de lagerste-nen volledig glad af-werken. 06. Lijmen. Als houtlijm spleetvullende 2 componenten epoxylijm toepassen. Het in te lijmen hout dient oud, uitgewerkt en absoluut droog te zijn. Voor het maken van de gaten voor de in te lijmen stukken geen kettingzaag, of andere machines met open smering, toepassen. Onder de 5 °C geen verbindingen meer lijmen. Er dient reversibel gerestaureerd te worden. Dit betekent dat de onderdelen afzonderlijk door middel van inlijmen van hout gerepareerd moeten worden. Nooit twee onderdelen aan elkaar lijmen. 02. UITGANGSPUNTEN BIJ HERSTEL 01. Uitgangspunten voor het aanbrengen en afstellen van het gaande werk. De koningspil verticaal op-stellen, ervan uitgaande dat de overring rechts achter tegen de neuten van de kuip aan staat. De transmissiespillen en bolspillen in een lijn verticaal opstellen, zodanig dat de steekcirkels Van spoorwiel en rondsels elkaar raken en de pulley’s in één vlak lopen. De liggers horizontaal opstellen. De bolspillen haaks op de liggers afstellen. De loper goed uitbalanceren. De koppels stenen mooi strijkend opleveren. De pasbalk, kruisbalk, armen van de regulateur, en de lichtboom zodanig afstellen dat ze in horizontale positie liggen als de molen in
-
bedrijf is. De contragewichten dienen precies in balans te zijn met de lopers. Bij riemaandrijvingen de assen zuiver parallel aan elkaar laten lopen. De riemen voldoende voorspanning geven. De wielen en pulley’s hie-rnaar af-stellen/af-han-gen.
02 Als de wielen in de molen blijven, mogen de nieuwe kam-men pas in het werk op steek gezet, op lengte gezaagd en afge-werkt worden, ten einde een zo zuiver moge-lijk re-sultaat te verkrijgen. Als de wielen in de werkplaats hersteld worden, is dit niet van toepassing. 03. De kamkoppen van de wielen niet dieper dan de binnenkant van de staaf of kam-kop laten ingrijpen. 04. Het gaande werk goed lopend d.w.z. zonder stoten en verticale en horizontale slin-geringen in de wielen, loszittende kammen etc. opleveren. 05. Het wiekenkruis met de toppen van de enden sporend en goed uitgebalanceerd opleveren. 06. De gehele molen dient compleet d.w.z. bedrijfs-vaardig opge-leve-rd te worden. De kammen en staven dienen met was gesmeerd te zijn. De overige lagers dienen van olie en vet voorzien te zijn. Hierbij reusel en raapolie, en synthetische vetten en oliën voor de voedingsmiddelenindustrie te passen. De overgeble-ven smeermid-delen opslaan in de molen.
01. WIEKENKRUIS 01. Roeden Leveren en aanbrengen van 2 gelaste, stalen roeden van S235 conform de bijgevoegde matenlijst: Voor de hekstanden zie de bijgevoegde detailtekening. 02. Opsluiting - In beide ashuizen een azobe vulplaat van 28 x 340 x 760 aanbrengen. - Op de legzijde van de roe voorafgaand aan het aanbrengen 2 mm rubber (EPDM) lijmen.
- De roeden met de askopbouten vastzetten. Zie 28.03.01. - Met 8 M16 bouten met vierkante moeren 4 bilinga keerklossen van 70 x 130 x 700 aanbrengen. Tussen het hout en het ijzer vierkante verzinkte volgplaten van 50 x 50 x 3 aanbrengen tegen het smetten. 03. Hekwerk Al het houtwerk inclusief hekscheiwiggetjes, uitvoeren in foutvrij rechtdradig bilinga. Heklengte: 9,75 m. Afstand roe – buitenkant derde zoomlat: zowel onder als boven 1,80 m. Bordbreedte: onder 0,60 m, boven: 0,38 m. - Hekscheien: 50 x 32 uitlopend naar 40 x 28. Iedere hekschei voorzien van ruime vellingkanten om slijtage aan zeilen te voorkomen. De heklatwiggetjes met een RVS spijkertje borgen. Bij de binnenroe hekschei 4 aan de bordzijde slechts 80 mm laten uitsteken. Alle overige hekscheien door laten lopen om de kluften en de voorzomen aan te bevestigen. -Zoomlatten: 42 x 18 mm. Lassen in de zoomlatten als verlijmde liplas uitvoeren. Afstand buitenkant tweede zoomlat tot roe: 1200 en afstand buitenkant eerste zoomlat tot roe 600. - De binnenroe voorzien van een dubbele wafel. Bij de buitenroe geen wafel aanbrengen. - 4 zwichtlatjes toepassen. Van hekschei 2 tot 4 aanbrengen. - De verbindingen heklat – zoomlat per kruising met een verzinkte taaie gesmede nagels vastspijkeren. Vooraf het spijkergat voorboren. De spijker vanaf de zoomlatzijde inslaan, aan de hekscheizijde ombuigen en terugslaan waarbij de kop wordt tegengehouden. 04. Voorhek - Hekschei 1 t/m hekschei 15 uitvoeren met een kluft van 50 dik. Ten behoeve van de bevestiging van de voorzoom de kluften inkepen. De achterzijde van de kluft recht afwerken volgens tekening. Vanaf hekschei 16 de voorzoom op de hekschei spijkeren. Op iedere hekschei een spie maken om het bord te ondersteunen en het bordschroot op vast te spijkeren. Bij de binnenroe bij hekschei 4 geen kluft aanbrengen. - De voorzoom, zwaar 150 x 38 mm. Lengte totaal: ca 9,85 m. Beide voorzoomdelen met een verlijmde liplas in elkaar werken. De windzijde van de voorzoom voorzien van een vellingkant. De bordzijde van de voorzoom voorzien van een sponning ten behoeve van de borden.
- Ieder end voorzien van een bordschroot van 50 x 20. - Ieder end voorzien van 3 borden. Dikte: 16 mm. Het onderste bord van de top tot hekschei 9 laten doorlopen. Het middelste bord van hekschei 9 tot hekschei 19 laten doorlopen. Het bovenste bord van hekschei 19 tot voorbij hekschei 28 laten doorlopen. - Ieder bord aan de achterzijde van drie klampen voorzien, zodanig dat de borden in de lengterichting opgesloten zitten. Afmetingen klampen van het onderste bord: 90 x 45, uitlopend naar 20. De klamp achter de voorzoom en het bordschroot laten haken en borgen met een bordveer van foutloos fijnnervig lariks. Afmetingen 45 x 35, uitlopend naar 16, x 1600. Ten behoeve van het aanbrengen keepjes in de voorzoom maken. Afmetingen klampen overige borden: 150 x 22, uitlopend naar 12. De klampen achter het bordschroot laten haken. Bij de voorzoom op de klamp een wervel monteren. Door de voorzoom heen in de wervel een RVS houtdraadboutje schroeven, om de wervel tegen verdraaien te borgen. - Het bord en de voorzoom aan de onderzijde bij de roetop recht afwerken, parallel aan de onderste hekschei. Bij de buitenroe de bovenzijde van bord en voorzoom eveneens recht afwerken, parallel aan de bovenste hekschei. Bij de binnenroe een ojief-vorm aanbrengen die net voorbij hekschei 27 loopt. Alle verbindingen met verzinkte taaie gesmede nagels vastspijkeren. Vooraf het spijkergat voorboren. De spijker vanaf de zoomlatzijde inslaan, aan de hekscheizijde ombuigen en terugslaan waarbij de kop wordt tegengehouden. 05. Molenzeilen met toebehoren - In de binnenroe oogbouten M12 aanbrengen. - Aan de buitenroe met M12 bouten twee bilinga zeilarmen van 700 x 60 x 60 aanbrengen. Tussen de roe en de zeilarm ijzeren volgplaatjes leggen tegen het smetten. - Per end met M12 bouten een rechte bovenste zeilklamp aanbrengen. Afmetingen 60 x 40 uitlopend naar Ø35. Lengte 600. In de binnenhoek een houten blokje met radius van 40 mm maken om slijtage aan zeilen te voorkomen. - Per end met M12 bouten een rechte onderste zeilklamp aanbrengen. Afmetingen 60x 40 uitlopend naar Ø 35. Lengte ca 450. De zeilklamp iets naar de molenromp toe laten uitsteken, zodat het zeil over de roe heen kan. - Leveren en aanbrengen van 4 nieuwe zeilen van polyester katoen. Kleur bordeaux rood. Met Hempex touwwerk. Voor de uitvoering zie de bijgevoegde
schets. 06. Bliksemafleider Een nieuwe bliksembeveiligingsinstallatie aanleggen. - Net boven de stelling een ringleiding maken. De ringleiding ter plaatse van de deuren onder de dorpels laten doorlopen. De ringleiding koppelen aan aardelektroden. De askop en beide roeden onderling geleidend met elkaar doorverbinden. Aan ieder en een beugeltje maken Leveren van een flexibele aansluitkabel van 4 meter lang. 07. Roeketting Van de roekettingen beide stellinghaken vernieuwen. Uitvoering 30 x 30, met aangesmeed oog met opgelast handvat. De haken met harpsluitingen aanbrengen. Tevens twee haken aan de kettinguiteinden aanbrengen om de roe via de oogbout vast te zetten. 08. Roehaak. Een nieuwe gesmede roehaak met grenen stok van Ø40 x 4,5 m leveren.
02. WIELEN EN RIEMOVERBRENGINGEN 01. Bovenwiel - De opwigging controleren en het wiel goed sporend opleveren. 02. Schijfloop. De opwigging controleren en het wiel goed sporend opleveren. De kleine houtworm in de bladen behandelen met een houtwormdodend middel op basis van deltametrin en permetrin. 03. Spoorwiel - De opwigging controleren en het wiel goed sporend opleveren. 04. Rondsels - Geen werkzaamheden
05. Pulley’s Alle (beuken)houten pulley’s behandelen met een houtwormdodend middel op basis van deltametrin en permetrin. 06. Drijfriemen De lederen drijfriemen van de regulateur en de buil,de riemen van de lichten en de lederen reservedrijfriemen insmeren met gekookte lijnolie, voorzien van een weinig siccatief. De drijfriemen van beide maalstenen, de regulateur, de buil en de toevoerschroef van de buil met de juiste voorspanning aanbrengen. De verbindingen indien nodig te vervangen met een kramverbinding met pees. De pees mag vervangen worden door een draadnagel waarvan de kop is verwijderd.
03. ASSEN, SPILLEN, LAGERS 01. Bovenas - Van het aslichaam de acht bouten en zes knuppelstroppen losnemen. De moeren gangbaar maken en smeren. Hierna de bouten en stroppen weer aanbrengen en aanhalen. Bouten en stroppen stuk voor stuk loshalen en repareren, zodat het houtwerk van de bovenas niet uit elkaar komt. - De muts van de pen afnemen ter controle van de constructie en het achterliggende houtwerk door de directie. Hierna de muts weer vast aanbrengen. - Beide stroppen rond het ashuis van de buitenroe vernieuwen in verzinkt staal. Uitvoering als bestaand. Dikte stafmateriaal 30 x 30. De stroppen met koperpasta monteren. - De askop met een naaldenbikhamer schoon bikken. Alle loszittende roest met een roterende staalborstel verwijderen. Hierna de askop behandelen met zinkstofprimer. In de ashuizen Nelf vinylcoating aanbrengen. - De 16 bouten waarmee de roeden vast zitten door middel van warm stoken of met kruipolie losdraaien. De schroefdraad in de gaten en op de bouten schoonmaken en bijwerken. Hierna de bouten laten verzinken (let op hierdoor worden de bouten iets dikker). Bijleveren van verzinkte ijzeren volgplaten waarmee de bouten hun druk op de roe overbrengen. De bouten met koperpasta monteren.
Alternatieve prijsopgave voor de meer- of minderkosten voor het vervangen van de 16 bouten door verzinkte tapbouten M36 x 80. Kwaliteit 10.9 Hierbij de gaten in de askop opboren en nieuwe schroefdraad tappen. De bouten met koperpasta monteren. - Tegen de achterzijde van de askop een RVS ring van 80 x 4 mm maken. Binnendiameter ca 360 mm (nameten!). De ring uit samenstellen uit 2 mm dik plaatmateriaal. De lassen ten opzichte van elkaar 2 mm versprongen. Bevestiging met RVS schroeven M6 met verzonken koppen en afstandbusjes. Hiervoor in de achterzijde van de askop gaatjes boren en draad tappen. Bij montage de boutjes voorzien van koperpasta. 02. Halslager en steenbed - De halssteen onder de as vandaan nemen. Het loopvlak ruimer uithalen volgens tekening. Aan de voorzijde en achterzijde bij het loopvlak van de halssteen een vellingkant van 10 x 30 maken. - Het steenbed vernieuwen. Het steenbed opbouwen uit eiken steenbedwiggen, een eiken steenbed en vuren vulplanken zonder kwasten. Tussen de halssteen en het steenbed dakleer aanbrengen. - De gespel ontroesten en van zinkstofprimer voorzien. Hierna de gespel terug zetten. - De halssteen met de afkomende wiggen en kussenblokken tussen de keeren de weerstijl vast slaan. Tussen de kussenblokken en de halssteen dakleer aanbrengen. 03. Penlager. - Het penlager losnemen de as opnieuw midden in de molen leggen en het penlager recht, haaks en goed dragend opstellen. - De broekstukken en het kalf losnemen ten behoeve van het vernieuwen van de korte spruit. Beide broekstukken met lijm en twee doorgaande spiebouten van Ø24 repareren. Hierna de broekstukken in de nieuwe korte spruit werken. Vervolgens de boekstukken met de afkomende spiebouten en springbeugel aan de penbalk bevestigen. - Het kalf verstevigen door er een plaat droog eiken van ca 80 dik aan de achterzijde tegenaan te lijmen. De ijzeren wrijfplaat losnemen en in het midden, recht achter de taats onder de juiste hoek weer vast zetten. Het kalf met een met nieuwe eiken wiggen in de broekstukken vastzetten. - De pensteen en de oliebak schoonmaken. Tussen de pensteen en de
penbalk dakleer aanbrengen. De pensteen met nieuwe eiken wiggen vastwiggen. - Beide maalneuten passend maken en opnieuw aanbrengen. - De wiggen van de penbalk vernieuwen in droog eiken. De wiggen borgen met eiken wouterlatjes.
04. Bovenlager koningspil - Het bovenlager van de koning schoonmaken, de speling wegnemen en van nieuw vet voorzien. - De bus rond de boventap van de koning aan de binnenzijde schoonmaken en volgieten met lood. - De poortstokken weer onder spanning zetten en voorzien van een hempex touw van 12 mm met knevelhout. - De lade in het voeghout vernieuwen in droog eiken. Afmetingen ca 65 x 150?? X 660. - De ijzerbalk opnieuw in het midden van de kap plaatsen en vastwiggen. De ijzerbalk moet nu ca 60 mm verder naar voren. De wiggen van de ijzerbalk hierbij vernieuwen in droog eiken. De wiggen met grenen wouterlatjes borgen. 05. Lagers ondergangwerk. - De koningspil lichten, schoonmaken en van nieuwe raapolie voorzien. De taatspot afdekken met blikken plaatjes tegen het stof. - Bij beide transmissiespillen en de spil van de regulateur de lagers losnemen en het huidige vet verwijderen. De lagers schoon maken en voorzien van een voor voedingsmiddelen goedgekeurd vet. (Shell Casida o.g.) Raadpleeg voor de benodigde viscositeit de fabrikant.
04.DE VANG EN TOEBEHOREN 01. Algemeen De vang en de vangbalk afstellen en goed werkend opleveren. In gelichte toestand de vangstukken bij voorkeur 10 mm, maximaal 20 mm van het wiel vrij houden. Ervoor zorgen dat de vangstukken zijdelings corresponderen met het loopvlak van het bovenwiel. Als de vang erop ligt, dient de vangbalk horizontaal of iets boven horizontaal te hangen. De wipstok dient voldoende slag te kunnen maken.
02. Vangstukken - Bij het kopstuk en het teenstuk de planken die in de vang zitten voorzichting losnemen en opnieuw vastlijmen. - De 10 lunsen van de scharnierbouten vernieuwen. Bijleveren van 4 lunsen. 03. Ezel en hangereel - Ten behoeve van het herstel aan de kap de ezel en de hangereel demonteren en naderhand weer monteren. - De lade in de ezel afstellen. Indien nodig hiervoor nieuwe wiggen of eiken vulplankjes aanbrengen. - De vangezel en het hangereel opnieuw deugdelijk aan het voeghout bevestigen. - Bij het onderstel balkje van het hangereel een blok oud grenen inlijmen. Afmetingen: 60 x 130 x 400. Alternatief: het onderste balkje van het hangereel vernieuwen in lariks. Afmetingen 100 x 130 x 500. Het nieuwe balkje voorzien van een duiveljagerprofiel op de kop en met pengatverbindingen en toognagels aan de stijlen bevestigen. - De stenen op de vangbalk met grenenhouten klampen borgen. Bijleveren van een bout en wig om de vangbalk bij storm extra naar beneden te kunnen drukken. 04. Pal - Ten behoeve van de pal een geleiding aanbrengen. Hiervoor een eiken balkje van 80 x 60 lang vanaf de kapgording naar de pal laten lopen. Dit balkje ondersteunen met een eiken schoortje van 40 x 40 dat naar een tweede kapgording loopt. - Als contragewicht voor de pal een nieuw te leveren kruirol of twee afkomende houten kruirollen gebruiken. Een iepenhouten katrol met katrolblok en eiken pennetje aan de hanebalk bevestigen. - Voor de bediening van de pal twee iepenhouten katrollen met katrolblok en eiken pennetje aanbrengen. 1 katrol aan de kagording links van de pal. Het andere katrol aan de kapgording recht boven de klamp die op de hangereel zit. 05. Vangstok - De haakbout aan het uiteinde van de vangstok vervangen door een
verzinkte oogbout, zodat de vangketting er niet uit kan vallen. - De leklatjes van de vangstok vernieuwen bilinga. De leklatjes met siliconenkit en RVS schroeven monteren. - De vangketting controleren op gebreken. - Het vangtouw vernieuwen in 38 mm dik hempex. De bovenzijde van het vangtouw voorzien van een oogsplits met sok. Met een harpsluiting het vangtouw aan de vangketting bevestigen. Het ondereind van het vangtouw voorzien van een ingesplitst touwtje en een takeling. Het touwtje voorzien van een oogsplits en met een kram aan de staartbalk bevestigen.
05. HET LUIWERK 01. Luitafel. - De schroeven waarmee de slijtvoering bevestigd is, verder indraaien. Hierna de koppen glad vijlen, schuren of slijpen. 02. Gaffeltouw en luitouw - Van het luitouw de oogsplits fatsoeneren. - Van het gaffeltouw de lange splits fatsoeneren. Over de splitseinden twee leren lappen met hennepgaren vastnaaien.
06.KOPPEL MOLENSTENEN 01. Schoonmaken. Beide koppel stenen openleggen en schoon maken. Ten behoeve van het herstel van de balklaag de stenen tijdelijk verleggen. 02. Opstellen en afstellen Beide koppel stenen opnieuw opstellen. De liggers horizontaal leggen. De meelringen hier geheel meeldicht op aan laten sluiten. - Het vet van de steenbussen en de taatslagers van de bolspillen vervangen door synthetisch vet uit de voedingsmiddelenindustrie. De bolspillen haaks op de liggers afstellen. - De lopers uitbalanceren. De rijnen zonder speling op de tappen aanbrengen (eventueel stukjes blik tussen de tappen en de loopvlakken leggen. - Beide steenkuipen met zakkenbanken opnieuw opstellen.
03. Meelpijpen. - De meelpijpen schoon maken. Hierna de meelpijpen behandelen met een houtwormdodend middel op basis van deltametrin en permetrin. - Bij de meelpijp van de blauwe steen een nieuw scheiplankje van 16 mm dik aanbrengen. Model conform het andere scheiplankje. - De touwtjes van de aanhouder en de afhouder vernieuwen in hennep. Bij beide meelpijpen voor het hefboompje van de aanhouder ijzeren gewichtjes met een haakje leveren om de slagkracht van het schoentje te kunnen regelen. 04. Lichtwerken - Beide lichtwerken waar nodig afstellen goed functionerend opleveren. - De lichtgewichten en de regulateurarmen dienen in balans te zijn met de lopers. (Op dit moment mankeert er niet veel aan. Mogelijk moet e.e.a. opnieuw afgesteld worden als de molenstenen open en dicht gelegd zijn.)
07. DE BUIL 01. Touwaandrijving Op de luizoldervloer twee grenen klampen van 50 x 70 x 20 aanbrengen waar de touwsnaar achter gehaakt kan worden als de buil niet in bedrijf is. 02. Meeltoevoer Op de maalzolder volgens tekening een aparte toevoerschroef maken en plaatsen. De toevoerschroef vervaardigen uit: - Een trechtervormige bak van ca 800 x 550 x 550. De bak samenstellen uit grenen stijl- en regelwerk van 40 x 40 en beschot van grenen visbekdeeltjes van 12 x 80.Onder de bak twee sloffen van 60 x 40 maken. In de bak een tussenschot met een ijzeren schuif maken. De schuif dient voor het regelen van de hoeveelheid meel die in de buil valt. - Een 1/3 ronde bodemplaat van ijzer die aansluit op de vijzel. De bodemplaat voorzien van een uitloop Ø100. - Een verzinkte ijzeren toevoerpijp van Ø100 die in de builtrommel uitkomt. Hiervoor in de kopse wand van de buil een ovaal gat zagen. - Een ijzeren vijzel van ca Ø100. De vijzelas met twee kogellagers die in
lagerstoelen gevat zijn monteren op het frame van de bak. Het geheel zodanig maken dat de vijzel gemakkelijk uit de bak getrokken kan worden. - Vanaf de builas naar de as van de toevoer een riemoverbrenging maken. Pulley builas: Ø80 x 250. Als pulley op de toevoeras de huidige pulley op de builas gebruiken. Een van de oude riemen die op de builkast liggen als drijfriem gebruiken. - De bak voorzien van een opgeklampte grenen deksel van 22 dik. 03. Builkast De builkast schoon maken. Hierna de builkast behandelen met een houtwormdodend middel op basis van deltametrin en permetrin. - De buil voorzien van drie grenenhouten uitlooppijpen. Afmetingen ca 200 x 200. Wanddikte 20 mm. Lengte:ca 1,23 m. In de pijpen ijzeren schuiven maken. De ondereinden van de pijpen met een kopse plank en ronde vulstukken rond afwerken. Zie schets. Ten behoeve van de uitlopen gaten in de builkast maken. - Rond de builtrommel nylon zeefgaas aanbrengen. Diameter buil Ø600, lengte ca 2800 (nameten!) het voorste deel uitvoeren als bloemgaas. Het achterste deel uitvoeren als griesgaas. Op de ribben van de trommel en de sluitvlakken viltband lijmen. Het gaas rondom van band voorzien waarin ijzeren ringen geslagen zijn. Het builgaas met een doorgaande veter aanspannen. - De bonte verf van de builkast af halen. De binnenzijde van de builkast schoonmaken. - De lagers van de buil schoonmaken en voorzien van synthetisch vet uit de voedingsmiddelenindustrie.
47. SCHILDERWERKEN 01. SCHILDER- EN TEERWERK BUITEN 01.Voor zover in het bestek niet anders wordt bepaald is op dit werk van toepassing het "Basis Verfbestek 1980 nieuwbouw" en het "Basis Verfbestek 1980 onderhoud"met de nadien verschenen wijzigingen en aanpassingen. 02.Voor hout en ijzer verf op alkydharsbasis toepassen. Kwaliteit: wijzonol o.g. Voor onderdelen die van origine van koolteer of carbolineum voorzien waren, een mengsel van 50% Remmers HK en 50% Hermadix Houtolie
toepassen. Gebeitste onderdelen met Herbol beits uitvoeren. 03.Tegen elkaar aan te sluiten of op te sluiten onderdelen voor het aanbrengen te behandelen overeenkomstig het uit te voeren c.q. bestaande werk. 04.Bestaand schilderwerk. Het slechte bestaande schilderwerk afbijten/afkrabben. Hierna het geheel schuren, reinigen en ontvetten. Opengetrokken naden, scheuren e.d. in het hout schoonschrapen. Hierna gronden, schuren en aflakken. 05. Alle houtwerken welke in aanraking komen met metselwerk tweemaal dekkend behandelen met lijvige menie. 06.Alle nieuwe buitenwerken te behandelen overeenkomstig het bestaande werk. 07. Bij teerwerk op staal zwarte verf op alkydharsbasis toepassen. Voor teerwerk op hout een mengsel van 50% Remmers HK en 50% Hermadix toepassen. 08.Buitenschilderwerken mogen niet plaats vinden bij regen, sterke wind, vorst, nevel, en dergelijke. Een en ander ter beoordeling van de direktie. 09. In principe mag er tussen 15 november en 15 maart niet aan het buitenwerk worden geschilderd zonder uitdrukkelijke toestemming van de direktie. Al het buitentimmerwerk dient voor het aanbreken van deze periode te zijn voorzien van een grond-laag van minimaal 50 mu. 02. WERKZAAMHEDEN 01.De gehele molen schilderen en teren. Het buitenschilderwerk van de gehele molen uitvoeren volgens de bijgevoegde kleurenstaat. (Tijdens het werk wordt nog kleurenonderzoek uitgevoerd. Mogelijk komen er nog enige wijzigingen in de kleuren.)
63. ELEKTRISCHE INSTALLATIE
01. ALGEMEEN De hoofdaansluiting van zowel het woonhuis als de molen zit in de molen op de begane grond. Deze aansluiting en de kabel die naar het woonhuis loopt, mogen onder geen beding verbroken worden. 01. Kwaliteit. Spatwaterdicht. IP 45. Als bekabeling grijze buitenkabel, type XMVK 2 x2,5 toepassen. Opbouw wandcontactdozen, splitsdozen en opbouw lichtschakelaars. Leidingen zoveel als mogelijk weggewerkt en vastgezet met kunststof zadeltjes. 04 Omvang van de installatie - In de meterkast een tussenmeter met aardlekschakelaar en groepenkast aansluiten. - In de meterkast een bliksem overslagbeveiliging aanbrengen. Vanuit de meterkast de volgende onderdelen aanbrengen: Begane grond: 4 lichtpuntaanslui-tingen met 2 enkelpoli-ge schakelaars. 4 dubbele wandcontactdozen met randaar-de. Steenzolder Op de westelijke onderslag van de draagbalk een nieuwe splitsdoos en 1 nieuwe lasdoos. 1 dubbele wandcontactdozen met randaar-de. Het overige gedeelte van de elektrische installatie blijft onveranderd gehandhaafd.
68. VEILIGHEIDSINSTALLATIE 01. Poederblussers Leveren en aanbrengen van vijf CO2 blussers van 7 liter. Per zolder één. Iedere CO2 blusser in de buurt bij het trappengat aanbrengen.