Module Externe Veiligheid Onderdeel van het milieubeleidsplan Gemeente Schouwen-Duiveland
Colofon Uitgever : gemeente Schouwen-Duiveland 2010 Teksten : afdeling Ruimte en Milieu Redactie : Tekst- & Vertaalbureau Paula Koster (www.paulakoster.nl) Foto’s : Lay-out : afdeling Communicatie Drukwerk : afdeling Facilitaire Ondersteuning Vastgesteld tijdens de raadsvergadering van 27 mei 2010
Inhoud 1. Inleiding
5
1.1 Opbouw Milieubeleidsplan
5
1.2 Opbouw Module Externe veiligheid
6
2. Analyse 2.1 Begripsomschrijving / -afperking
9 9
2.2 Beleid en wet- en regelgeving
10
2.2.1 Europees
10
2.2.2 Landelijk
10
2.2.3 Regionaal (provincie/waterschap)
10
2.2.4 Gemeentelijk
11
2.3 Nieuwe ontwikkelingen
12
2.3.2 Landelijk
12
2.3.3 Regionaal
12
2.3.4 Gemeentelijk
13
2.4 Knelpunten
14
2.5 Kansen
15
3. Beleidsvisie
17
3.1 Duurzaamheid
18
4. Beleidsdoelstellingen
21
4.1 Strategische doelen tot 2030
21
4.2 Meetbare doelen voor de periode 2010 – 2013
21
4.3 Monitoring (= observatie)
22
4.3.1. Meetpunten
22
4.3.2. Evaluatiepunten
23
5. Uitvoeringsprogramma
25
6. Samenvatting
33 3
4
1
Inleiding
Een schoon milieu draagt bij aan de kwaliteit van het leven en is onmisbaar voor de gezondheid en veiligheid van de mens. Schouwen-Duiveland wordt gezien als een schoon, natuurrijk eiland waar rust, ruimte, stilte en duisternis nog volop aanwezig zijn. Economisch en toeristisch gezien zijn dit belangrijke kwaliteiten. Om deze en andere kernkwaliteiten van Schouwen-Duiveland te behouden en - waar dat nodig en mogelijk is - te verbeteren, is het belangrijk om kaders te stellen waarbinnen bestaande en nieuwe ontwikkelingen/activiteiten mogen plaatsvinden. De gemeente Schouwen-Duiveland geeft hiermee invulling aan het lokale milieubeleid. Daarmee behartigt de gemeente niet alleen de milieubelangen, maar levert zij ook een positieve bijdrage aan de werkgelegenheid, bedrijvigheid, recreatie en het toerisme op het eiland. De gemeente werkt haar lokale milieubeleid uit in een milieubeleidsplan. Dit beschrijft welke milieudoelen binnen welke periode moeten worden bereikt, en op welke manier. Het geeft bedrijven en burgers houvast over wat zij in de toekomst aan maatregelen kunnen verwachten.
1.1 Opbouw Milieubeleidsplan Het vakgebied milieu omvat verschillende onderwerpen. Door het grote aantal verschillende onderwerpen bestaat het risico dat het activiteitenpakket al snel onoverzichtelijk wordt. Daarom is er voor gekozen het nieuwe milieubeleidsplan per milieuonderwerp te beschrijven. Elk onderwerp wordt apart behandeld, en bij elk onderwerp is er aandacht voor visie, doelstellingen en uitvoeringsprogramma. Zo’n apart geheel noemen we een module. Elke module heeft een looptijd van 4 jaar en binnen deze periode wordt gewerkt aan het halen van de gestelde doelen. De volgende modules vormen samen het nieuwe milieubeleidsplan: •
Afval
•
Groen, Natuur en Landschap
•
Bodem & Waterbodem
•
Licht en Duisternis
•
Energie & Klimaat
•
Luchtkwaliteit
•
Externe Veiligheid
•
Milieu, Bedrijven & Zonering
•
Geluid & Stilte
•
Water
•
Geur, Veehouderijen & Bedrijven
De kracht van een modulair milieubeleidsplan is dat de modules apart zijn vastgesteld, en zonodig apart kunnen worden aangepast aan de situatie van dat moment. Er hoeft niet te worden gewacht tot alle onderwerpen zijn uitgewerkt. Daardoor kan beleid sneller worden in- en uitgevoerd. Per module is er ook ruimte voor discussie en diepgang. Het proces en de inhoud van de verschillende milieuonderwerpen komen op die manier het best tot hun recht; er raken geen onderwerpen door tijdsdruk in de verdrukking. Het milieubeleid kan in overzichtelijke porties worden omschreven en de aanpak per module brengt duidelijkheid en rust in de uitvoering. Een onderwerp dat in de ene module niet aan bod komt, wordt op een later moment in een van de volgende modules opgepakt.
5
Modulair Milieubeleidsplan Schouwen-duiveland Profit
Bestuurlijke duurzaamheids visie SchouwenDuiveland
Planet Energie & Klimaat
People Geluid & Stilte
Groen, Natuur & landschap
Licht & Duisternis
Bodem & Waterbodem
Geur, veehouderijen & bedrijven
Luchtkwaliteit
Externe veiligheid Water
Afval
Bedrijven & Milieuzonering
1.2 Opbouw Module Externe veiligheid Voor de module Externe veiligheid is een langeterminbeleid omschreven voor de periode tot 2030. Op die manier wordt duidelijk waar de gemeente naartoe wil op het gebied van externe veiligheid. Om de uitwerking resultaatgericht te houden, is ook uitgewerkt wat binnen de periode 2010 – 2013 moet worden bereikt. De module is als volgt opgebouwd:
Beleid & Wet en -regelgeving – Wat zijn de kaders waarbinnen we moeten blijven? Voor de uitvoering van het milieubeleid maakt de gemeente gebruik van bestaand beleid & wet- en regelgeving. Ongeveer 80% van het landelijk milieubeleid is een vertaling van eisen die vanuit de EU worden gesteld. Is de Europese regelgeving eenmaal vertaald in landelijke regelgeving, dan zijn we verplicht daarmee te werken. Voor externe veiligheid bestaan op Europees niveau nog nauwelijks regels en wetten. Maar op landelijk niveau is er veel wet- en regelgeving. Dat betekent dat de gemeente weinig ruimte heeft om zelf beleid te ontwikkelen. Op sommige onderdelen willen we iets meer dan strikt noodzakelijk is. Het beleid afdwingen zal echter moeilijk worden, net als de handhaving. Toch zal het beleid ertoe leiden dat het nog veiliger wordt in onze gemeente. In hoofdstuk 2 is geanalyseerd welke Europese, landelijke, provinciale en landelijke wet-en regelgeving van toepassing is op deze module.
6
Beleidsvisie – Wat is ons toekomstbeeld? Waar willen we naartoe werken? Een beleidsvisie ontstaat niet van vandaag op morgen en is niet vastomlijnd of onveranderlijk. In feite is het een zich stap voor stap ontwikkelend inzicht, waarbij tijdens een bepaalde periode gekeken wordt naar de problemen en kansen die zich voordoen. Het formuleren van een visie helpt bij het beantwoorden van vragen als: ‘waar liggen de wensen’, ‘welke zaken vragen nu om actie om een bepaald doel op de lange termijn te bereiken’ en ‘welke doelen bieden de meeste kansen en zijn beleidsmatig of politiek gewenst’. Een beleidsvisie is een vast punt aan de horizon dat de gemeente helpt bij het bepalen van de juiste richting. De visie die voor deze module is geformuleerd, voldoet aan de principes van duurzame ontwikkeling. Bij duurzame ontwikkeling komen ecologische, economische en sociale belangen bij elkaar. Het is de bedoeling dat zowel de huidige als toekomstige generaties kunnen profiteren van onze inspanningen om zuinig om te gaan met onze planeet. Duurzame ontwikkeling houdt in dat de ecologische, economische en sociale belangen met elkaar in evenwicht zijn. Dit duurzaamheidprincipe noemen we ook wel de drie P’s, in het Engels Triple P: People (sociaal), Planet (ecologisch) en Profit/Prosperity (economisch). De gemeente Schouwen-Duiveland streeft naar harmonie tussen deze drie P’s; hier en nu in Schouwen-Duiveland, maar ook in de rest van Zeeland en in Zuid-Holland. In hoofdstuk 3 is een beleidsvisie geformuleerd, waarbij de visie is afgezet tegen de duurzaamheidprincipes.
Doelstellingen - Wat willen we bereiken, en wanneer? Doelstellingen zijn nodig om een geformuleerde visie in praktijk te brengen. In de module wordt gewerkt met strategische en meetbare doelen. Strategische doelen zijn algemene langetermijn doelstellingen tot het jaar 2030. Meetbare doelen zijn resultaatgerichte doelstellingen die binnen een periode van 4 jaar worden uitgevoerd. Deze meetbare doelen helpen ons te bepalen of de genomen stappen ons dichterbij, of juist verder van ons doel af brengen. In Hoofdstuk 4 vertalen we de duurzame beleidsvisie naar strategische en meetbare doelen, inclusief een aantal meetpunten waarmee we de voortgang kunnen observeren.
Uitvoeringsprogramma – Wat gaan we doen om het doel te bereiken? Om de geformuleerde doelen te bereiken moet er een aantal activiteiten worden opgestart en uitgevoerd. Het uitvoeringsprogramma geeft per thema een overzicht van deze activiteiten. Bij elke activiteit is aandacht voor het doel, de rol van de gemeente, de externe partijen waarmee de gemeente de activiteit wil uitvoeren, het betreffende gebied en een tijdplanning. In hoofdstuk 5 zijn de daadwerkelijke acties en maatregelen voor het behalen van de doelen uitgewerkt.
Samenvatting Hoofdstuk 6 is een samenvatting van bovengenoemde hoofdstukken en biedt u als lezer in een oogopslag wat de hoofdlijnen zijn in de module externe veiligheid.
7
8
Analyse
2
2.1 Begripsomschrijving / -afperking In de module die voor u ligt bespreken we het onderwerp externe veiligheid. Dit onderwerp betreft de maatregelen die moeten worden getroffen om te voorkomen dat er buiten de poort van een bedrijf slachtoffers vallen, als er door dat bedrijf wordt gewerkt met gevaarlijke stoffen. Het doel van deze zogenoemde externe veiligheidsmaatregelen is niet het wegnemen van de risico’s, maar het zo veel mogelijk beperken daarvan. Het wegnemen van het totale risico is vaak niet verantwoord, haalbaar of praktisch.
Externe of interne veiligheid Ook binnen een bedrijf gelden regels die de risico’s moeten beperken. We spreken dan van interne veiligheidsmaatregelen. Deze staan omschreven in de Arbeidsomstandighedenwet (Arbowet). Deze wet is er voor alle medewerkers van een bedrijf. In sommige gevallen daarentegen hebben we niet met medewerkers te maken, maar met personen van buiten het bedrijf; bijvoorbeeld op kampeerterreinen, of in jachthavens. Zij worden niet beschermd door de Arbowet. Omdat hun belangen even zwaar wegen als die van personen die wel onder de Arbowet vallen, heeft hun bescherming tegen gevaarlijke stoffen een plaats gekregen in deze module.
Veilig inrichten van gebieden Voor een bedrijf dat werkt met gevaarlijke stoffen, gelden verschillende externe veiligheidseisen. Deze moeten risico’s beperken. Het gaat dan vooral om minimale afstanden die gehanteerd moeten worden tussen a) het bedrijf of de plaats waar de gevaarlijke stoffen liggen opslagen, en b) een object dat negatieve gevolgen zou kunnen ondervinden van deze stoffen. Een goede inrichting van de omgeving kan eveneens risico’s verminderen. Daarom besteden we in deze module ook aandacht aan 1) het begrip bereikbaarheid en 2) de aanwezigheid van voldoende blusvoorzieningen. Beide onderwerpen houden direct verband met de inrichting van een gebied. In brandweertermen wordt gesproken over pro-actie (voorkomen), preventie (beperken), preparatie (voorbereiden van bestrijding), repressie (bestrijden) en nazorg. In deze module is er vooral aandacht voor het voorkomen en beperken van gevaarlijke situaties.
Specifieke aandachtsgebieden Verder schenken we in deze module extra aandacht aan: A) Drie gebieden binnen onze gemeente die een relatief groot risico lopen, of die bij een ramp grote gevolgen kunnen ondervinden, namelijk: 1. het Krammersluizencomplex, waar veel vervoer van gevaarlijke stoffen plaatsvindt 2. de hele Westhoek, die kwetsbaar is als er natuurbranden uitbreken of er een andere ramp gebeurt 3. het strand, dat kwetsbaar is als er voor de kust iets ernstigs aan de hand is met een schip met gevaarlijke stoffen, en de effecten daarvan het strand dreigen te bereiken B) Gebieden die in de toekomst vaker gebruikt gaan worden voor evenementen. Bijvoorbeeld het terrein waar onder meer het Concert at Sea plaatsvindt. Bij massale evenementen kan het groepsrisico heel groot zijn.
9
2.2 Beleid en wet- en regelgeving 2.2.1 Europees Op Europees niveau kreeg de veiligheid op het vlak van gevaarlijke stoffen aandacht na een tweetal ernstige ongevallen: • In 1974 vond in de buurt van de Britse stad Flixborough een grote explosie plaats • In 1976 ontsnapte dioxine uit een fabriek in het Italiaanse Seveso in Italië Op grond van deze rampen werd de Seveso-richtlijn opgesteld. Doel hiervan is het voorkomen van zware ongevallen met gevaarlijke stoffen. In Nederland werd deze richtlijn vertaald in het besluit Brzo. 2.2.2 Landelijk Landelijk heeft het onderwerp veiligheid veel aandacht gekregen na de rampen in Enschede en Volendam. De rijksoverheid heeft toen bij de provincies en gemeenten veel werk gemaakt van het op peil brengen van het veiligheidsbeleid. Ook nu is er veel aandacht voor externe veiligheid bij ruimtelijke ontwikkelingen. Daarnaast is meer aandacht dan voorheen voor de mogelijke risico’s bij gebruik, opslag en transport van gevaarlijke stoffen. Alle bedrijven die werken met gevaarlijke stoffen staan vermeld op de zogenoemde risicokaart. Dankzij deze kaart kan elke burger onderzoeken of er een bedrijf in zijn directe omgeving is waar met gevaarlijke stoffen wordt gewerkt. Met andere woorden: of hij mogelijk gevaar loopt bij een ramp. Daarnaast is de risicokaart een nuttig instrument om bij ruimtelijke ontwikkelingen het aspect externe veiligheid in beeld te brengen. Op de risicokaart staan alle risico’s benoemd. Of een ruimtelijke ontwikkeling eventueel onaanvaardbare risico’s oplevert op het gebied van externe veiligheid, is dankzij de risicokaart snel te beoordelen. Het doel van externe veiligheid is niet zozeer het uitsluiten van ongelukken met gevaarlijke stoffen, maar het verkleinen van de risico’s. Dit kan door a) de voorziening waar de gevaarlijke stof in zit kwalitatief te verbeteren of b) er voor te zorgen dat er voldoende afstand is tussen het bedrijf en kwetsbare objecten in omgeving daarvan. De regelgeving op dit gebied staat beschreven in: • de Wet milieubeheer • het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi) • de Regeling externe veiligheid inrichtingen (Revi) • Registratiebesluit externe veiligheid (RRGS) • bij grote bedrijven met grote risico’s: het Besluit risico’s zware ongevallen (Brzo) 2.2.3 Regionaal (provincie/waterschap) In Zeeland werken de provincie en de gemeenten al sinds 2003 samen op het gebied van externe veiligheid. Er is 1) afstemming over het te hanteren beleid, 2) overleg over de te hanteren werkwijze en 3) communicatie onderling over veiligheidsrisico’s. Doel is om een zo gelijkvormig mogelijk beleid over externe veiligheid op te stellen voor heel Zeeland. In het beleid moet duidelijk naar voren komen hoe de
10
risico’s rond gebruik, opslag en vervoer van gevaarlijke stoffen kunnen worden verkleind. In 2004 stelde de provincie een provinciale beleidsvisie op. De gemeentelijke beleidsvisies zijn daarvan afgeleid. Inmiddels heeft het externe veiligheidsbeleid een plaats gekregen in het Omgevingsplan Zeeland. Kortgeleden is de beleidsvisie van de provincie weer eens nader bekeken. Toen bleek dat er wat onduidelijkheden waren. Daarom is de beleidsvisie met ingang van 17 maart 2009 aangepast, in de vorm van een Nota van toelichting. De provincie zal de inhoud van deze nota verwerken in het nieuwe omgevingsplan. 2.2.4 Gemeentelijk Op 26 januari 2006 stelde de raad van de gemeente Schouwen-Duiveland de gemeentelijke beleidsvisie Externe veiligheid vast. Deze visie geeft aan: • hoe we de oorzaken van de risico’s aan willen pakken. Daarbij richten we ons op de bron van die risico’s • hoe de gemeente planologisch om wil gaan met 1) bestaande bedrijven waar externe veiligheidsrisico’s zijn en 2) de nieuwe vestiging van dit soort bedrijven • hoe we moeten omgaan met het begrip externe veiligheid bij a) vergunningverlening, b) handhaving, c) ruimtelijke ontwikkelingen (o.a. bestemmingsplannen) en d) het transport over de weg en het water Verder bepaalde de gemeente Schouwen-Duiveland dat er een onderzoek moest komen naar mogelijkheden om de risico’s van de opslag van propaan bij recreatieterreinen te verkleinen. Eventuele maatregelen mochten niet extra beperkend zijn voor de betrokken ondernemers. Dit onderzoek heeft inmiddels plaatsgevonden. Er zijn aanbevelingen uitgekomen voor: • de inrichting van de plaats van aflevering • de locatie van propaantanks • gedragsregels voor het vullen van propaantanks Op dit moment zijn er in onze gemeente rond de 160 bedrijven waar externe veiligheid een rol speelt. Bij zo’n 150 bedrijven staat er een propaantank op het terrein. Propaantanks zijn er in verschillende formaten. Tanks met een inhoud vanaf 3 kubieke meter zijn opgenomen in het RRGS (Register Risicosituaties Gevaarlijke Stoffen). Op 1 januari 2009 waren er 81 geregistreerde propaantanks. Daarnaast telt onze gemeente: • 5 locaties waar LPG getankt kan worden. Ook die leveren een verhoogd risico op • 3 locaties waar voor Oud en Nieuw vuurwerk wordt verkocht • 1 bedrijf waar veel bestrijdingsmiddelen ligt opgeslagen In onze gemeente is ook een gasleverancier gevestigd. Dit bedrijf heeft een grote hoeveelheid gasflessen in opslag, die het nodige risico met zich meedragen.
11
In vergelijking met andere gemeenten telt Schouwen-Duiveland veel risicobedrijven. De risico’s die ze opleveren zijn alleen niet erg groot. Bij propaantanks is vaak een afstand van 10 tot 15 meter tussen een bedrijf en omliggende woningen al genoeg om het risico voldoende te verkleinen. Wel is het zo dat de vele propaantanks die in onze gemeente aanwezig zijn, niet allemaal bereikbaar zijn via de speciaal aangewezen route voor gevaarlijke stoffen. Bij iedere afwijking van de route moeten er in principe ontheffingen worden aangevraagd. In de praktijk gebeurt dit niet. Hierdoor kunnen in theorie overal in de gemeente ongelukken met gevaarlijke stoffen plaatsvinden.
2.3 Nieuwe ontwikkelingen 2.3.2 Landelijk
Aanpassen van de normering Voor een aantal stoffen is een minimale afstand bepaald tussen bedrijven met gevaarlijke stoffen en gevoelige bestemmingen daar vlakbij. Het ontwikkelen van veiliger voorzieningen verkleint de risico’s. Vervolgens worden er weer een nieuwe afstandsnormen bepaald. Zo worden de afstanden steeds verder verkleind.
Gasleidingen Voor wat betreft gasleidingen is externe veiligheid een vrij nieuw onderwerp. Kortgeleden is het Rijk van start gegaan met het aanpassen van de besluiten en richtlijnen. We moeten bijvoorbeeld rekening houden met externe veiligheid bij 1) het afgeven van milieuvergunningen, 2) het opstellen van bestemmingsplannen en 3) het verlenen en bepalen van een route voor het vervoer van gevaarlijke stoffen. Binnenkort komt daar een 4de aandachtspunt bij: gasleidingen en hun specifieke problematiek. Tussen grote gasleidingen en gevoelige locaties moet een bepaalde afstand bestaan. Hier dienen wij dan bij de vergunningverlening en bij bestemmingsplannen rekening mee te houden. Onze gemeente heeft echter nauwelijks grote gas(aanvoer)leidingen. Daardoor vergt deze nieuwe ontwikkeling weinig extra inspanning.
Mal groepsrisico Het is een taak van de gemeente om het risico op dodelijke ongevallen door gevaarlijke stoffen voor een groep te bepalen, en aan te geven of dit risico aanvaardbaar is. Daarvoor moet worden bekeken hoeveel mensen risico lopen binnen een bepaalde afstand van een externe veiligheid inrichting. De gemeente heeft daarbij vrij veel speelruimte. Op dit moment wordt gewerkt aan een hulpmiddel, de zogenoemde mal. Deze maakt de vorming van een ‘objectiever’ oordeel mogelijk. 2.3.3 Regionaal
Inherente veiligheid Risico = de kans op een ongeluk x het effect van dat ongeluk. De provincie werkt aan een project inherente veiligheid. Doel hiervan is niet langer de risico’s te verminderen door de effecten te verkleinen tot een aanvaardbaar niveau, maar de kans op een ongeluk verkleinen en daardoor de risico’s zo veel mogelijk te verkleinen.
12
Financiering Sinds 2006 tot en met 2010 wordt er gewerkt met een subsidieregeling. Gemeenten kunnen de uren die ze besteden aan werkzaamheden voor externe veiligheid declareren bij de provincie. Vanaf 2011 gaat die werkwijze veranderen, hoe is nog niet helemaal duidelijk. Wel weten we dat de gemeente waarschijnlijk minder geld gaat ontvangen voor activiteiten op het gebied van externe veiligheid dan voorheen, en dat de verdeelsleutel wordt aangepast. In de loop van 2010 zal hierover meer duidelijkheid komen.
Vervoer propaan Om de leveranciers van propaan ter wille te zijn en tegelijkertijd onszelf geen mega-administratie op de hals te halen, is er gezocht naar een oplossing voor het probleem dat voor iedere vulling van propaantanks een ontheffing moet worden aangevraagd (zie ook 2.2.4). Deze oplossing is gevonden in het afgeven van een dynamische vergunning. Met een dergelijke vergunning mag de leverancier alle door de gasleverancier aangegeven adressen bezoeken om propaan te leveren. Hij hoeft dit niet via een vaste route te doen, maar mag telkens een andere route uitstippelen. Zijn er locaties of wegen waar de leverancier niet langs mag rijden, dan geeft de gemeente c.q Veiligheidsregio dit aan. Het gaat daarbij vooral om wegen die dicht bij gevoelige objecten zoals kinderspeelplaatsen, scholen en dergelijke liggen. Leveranciers kan ook worden verboden om op bepaalde tijden, op bepaalde wegen te rijden. De uitvoering van deze regeling - die in 2010 van start gaat - valt onder de verantwoordelijkheid van de gemeente, maar wordt uitgevoerd door de Veiligheidsregio.
Aanpassing infrastructuur De komende periode zou de omvang van het vervoer van gevaarlijke stoffen door onze gemeente wel eens kunnen toenemen: de komst van de 2e Maasvlakte en het nieuwe tracé van de N57 op Walcheren brengen misschien extra verkeer met zich mee. Hierdoor zou het groepsrisico en/of het plaatsgebonden risico groter kunnen worden. Of dit ook echt het geval zal zijn is nu nog niet te overzien. 2.3.4 Gemeentelijk
Interne veiligheid op terreinen voor verblijfsrecreatie De gemeente heeft een paar jaar geleden richtlijnen voor de inrichting van (nieuwe) campings vastgelegd. Ook zijn er gedragsregels vastgelegd voor het afleveren van propaangas op campings.
Bussen en personenwagens op aardgas Bussen en personenwagens die rijden op aardgas zijn een nieuw verschijnsel. Er zullen tankstations voor moeten komen. Die tankstations zullen in het kader van externe veiligheid extra aandacht vragen.
Vervoer gevaarlijke stoffen Op dit moment wordt gewerkt aan het uitbreiden van de Maasvlakte en het verleggen van de N57 op Walcheren. Men zegt dat dit geen gevolgen zal hebben voor het doorgaande verkeer over SchouwenDuiveland, maar daar hebben wij als gemeente onze vraagtekens bij. We moeten rekening houden met meer vrachtverkeer en dus met meer vervoer van gevaarlijke stoffen. Toch verwachten we niet dat deze toename direct grote problemen zal opleveren op het gebied van externe veiligheid.
13
Recreatie hot spot Brouwersdam De gemeente wil de Brouwersdam nog meer promoten als recreatie hotspot. Brouwersdam: the place to be! Daardoor zouden de dam en de damaanzet met het achterland nog wel eens veel drukker kunnen worden dan ze nu al zijn. Aangezien er bij strandpaviljoens veel gewerkt wordt met propaangas, kan dit ertoe leiden dat er 1) meer propaangas nodig is en dus meer vullingen, en 2) dat er een groter groepsrisico ontstaat. Hiermee zal bij de plaatsing van de propaantanks nóg beter rekening moeten worden gehouden.
2.4 Knelpunten (Jacht)haven Ook de (jacht)haven zou gevaar kunnen opleveren: de boten die er liggen bevatten soms brandbare stoffen (gasflessen, LPG, benzine). Bij een explosie zou een groot aantal andere boten - met eventueel recreanten aan boord - in gevaar kunnen komen. Ook botenopslagen kunnen gevaarlijk zijn: lekke gasflessen of benzinetanks kunnen voor explosieve situaties zorgen.
(On)bevoegdheid / (on)mogelijkheid om dwingende inrichtingseisen te stellen Een ander knelpunt is de (on)bevoegdheid / (on)mogelijkheid om dwingende eisen te stellen als het gaat om de inrichting van terreinen. De wetgever stelt alleen eisen aan een bedrijf ten opzichte van woningen van derden. Bij kampeerterreinen en jachthavens bevinden de recreanten zich echter binnen de inrichting. In het kader van de wetgeving voor externe veiligheid kunnen daarvoor echter geen afstandseisen worden afgedwongen.
Beperking toekomstige ontwikkelingen Op dit moment wordt bij de komst van een bedrijf met externe veiligheidaspecten alleen gekeken naar de inrichtingen en activiteiten die ter plaatse al aanwezig zijn. Er wordt echter geen rekening gehouden met mogelijke toekomstige ontwikkelingen. De komst van een dergelijk bedrijf zou de ontwikkelingsmogelijkheden in de nabije omgeving dan ook flink kunnen beperken.
Niet-sluitende routering gevaarlijke stoffen Ook de niet-sluitende routering voor het vervoer van gevaarlijke stoffen is een knelpunt. Omdat de route voor iedere plaats waar zich gevaarlijke stoffen bevinden niet exact bepaald is, kan het gebeuren dat vrachtauto’s met gevaarlijke stoffen vlak langs gevoelige objecten moeten rijden.
14
2.5 Kansen Veiligheidsrichtlijnen jachthavens Door net als voor kampeerterreinen ook voor jachthavens veiligheidsrichtlijnen op te stellen, kan ook daar het risico worden verkleind.
Toepassen veiligheidseffectrapportage (v.e.r.) Om de veiligheidssituatie beter in beeld te kunnen brengen, is een instrument ontwikkeld: de veiligheidseffectrapportage. Door deze vaker toe te passen bij nieuwe ontwikkelingen, kan er al in een vroeg stadium rekening worden gehouden met de veiligheid.
Brandweer tijdig erbij betrekken Door de brandweer eerder te betrekken bij ontwikkelingen, kan al in een vroeg stadium worden gezorgd voor onder meer voldoende blusvoorzieningen en een veilige infrastructuur. Bij het in een later stadium beoordelen van plannen zijn aanpassingen vaak niet meer mogelijk.
De nieuwste gegevens altijd digitaal onder handbereik Voor een optimale veiligheidsituatie moet er altijd toegang zijn tot de nieuwste gegevens. Veranderingen moeten snel kunnen worden verwerkt. Alle informatie die van belang is voor de veiligheid zou digitaal beschikbaar moeten zijn.
15
Henk Vedder, vertegenwoordiger in gassen bij Mol-Schuddebeurs: ‘Toepassing van telemetrie scheelt transportbewegingen en is daarmee risicoverlagend. Bovendien is het vriendelijker voor het milieu en de portemonnee, en bespaart het tijd’ ‘Als leverancier van propaangas kennen wij de wet- en regelgeving voor het vervoer, de opslag en het gebruik van deze - in essentie gevaarlijke stof als geen ander. De externe veiligheidssituatie binnen onze gemeente voor wat betreft propaangas is zonder meer goed te noemen. Zijn er toch nog verbeteringen wenselijk, dan denken wij daar graag in mee. Samen met de gemeente en Veiligheidsregio Zeeland hebben we in 2008 de veiligheidssituatie onder de loep genomen. Er bleek ruimte te zijn voor het nog verder verkleinen van de risico’s. Bijvoorbeeld door het invoeren van een zogenoemde dynamische routeplanning. ‘Elke chauffeur moet nu in principe gebruikmaken van een vuistdik handboek, waarin staat aangegeven waar hij wel en niet mag komen. Het werkt erg onplezierig, en dus bepalen veel chauffeurs voor het gemak zelf hun routes. Om een eind te maken aan deze ongewenste situatie is een aanzienlijk dunner handboek in de maak, met daarin uitsluitend de punten die de chauffeurs moeten mijden, plus een beknopt overzicht van de kortste en veiligste routes over Schouwen-Duiveland. Het geeft de chauffeurs veel vrijheid bij het plannen van hun routes, zonder dat de veiligheid in het gedrang komt. De invoering van de dynamische routering staat gepland voor medio 2010. ‘Een andere positieve ontwikkeling is de recente vergroting van een aantal gastanks op ons eiland, waardoor er veel minder transportbewegingen nodig zijn. Het nieuwste van het nieuwste is de mogelijkheid gastanks op afstand op inhoud te controleren, door middel van telemetrie. Zo kunnen we op kantoor zien welke klanten binnenkort toe zijn aan een nieuwe lading gas. Deze kunnen we dan op een en dezelfde rit bevoorraden. Dat scheelt transportbewegingen, en dus risico. Maar het is ook milieuvriendelijker. Bovendien betekent 1 keer rijden in plaats van 5 keer zo’n 40 procent minder vervoerskosten, en het scheelt tijd.’
16
Beleidsvisie
3
De gemeente Schouwen-Duiveland streeft naar een goede balans tussen ruimtelijke en economische ontwikkeling. Het is van belang dat onze gemeente een veilige plek is om te werken, wonen, winkelen en recreëren, en dat dit door de bewoners en bezoekers ook zo wordt ervaren. Ondanks dat sluit de gemeente haar grenzen niet voor inrichtingen met veiligheidsrisico’s. Wel moeten deze risico’s aanvaardbaar zijn en minimaal voldoen aan de landelijke eisen. De gemeente Schouwen-Duiveland kent relatief veel externe veiligheid inrichtingen, maar de risico’s die zij met zich meebrengen zijn beperkt. Dat willen we graag zo houden. Waar dat mogelijk is willen we de veiligheidssituatie zelfs nog verbeteren. Risico = de kans op een ongeluk X de effecten van dat ongeluk.
Verkleinen aanwezige risico De gemeente streeft naar een zo klein mogelijk risico. Dat betekent dat we 1) bedrijven willen stimuleren te voldoen aan de veiligheidsnormen die gehanteerd worden en 2) dat wij en de ondernemers binnen onze gemeente de schouders zetten onder het verder verkleinen van de aanwezige risico’s. Dat laatste kunnen we doen door slim om te gaan met de kennis en alternatieve mogelijkheden die beschikbaar zijn.
Nieuwe risico’s De gemeente wil Schouwen-Duiveland zo veilig mogelijk maken. Dat wil echter niet zeggen dat er geen nieuwe risico’s bij mogen komen. Nieuwe inrichtingen die een veiligheidsrisico met zich meebrengen zijn welkom, maar ze moeten voldoen aan de veiligheidsnorm. Daarnaast zullen we deze bedrijven vragen het risico verder te verkleinen.
Verkleinen van gevolgen Hoe groot de gevolgen van een eventueel ongeluk zullen zijn, hangt af van 3 factoren: 1. het soort risico 2. eventuele genomen preventieve maatregelen 3. de zelfredzaamheid van de eventuele slachtoffers Bij nieuwe ontwikkelingen zal kritisch naar deze factoren worden gekeken. Dat kan beperkingen opleveren voor nieuwe inrichtingen of nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen. Voor bestaande situaties heeft het in principe geen gevolgen.
Informatie over de risico’s Ondanks het streven naar een zo klein mogelijk risico, kan het zijn dat er een bepaalde mate van risico blijft bestaan. Dat risico zou ernstige gevolgen kunnen hebben. Om de gevolgen te verkleinen, is het belangrijk de omwonenden goed te informeren over de risico’s. Ook moet voor hen duidelijk zijn wat zij zelf kunnen doen om deze risico’s en de eventuele gevolgen daarvan zo veel mogelijk te beperken. Bij het verkleinen van risico’s denken we aan: 1. het risico dat mensen buiten de inrichting slachtoffer worden van de opslag of het verbruik van gevaarlijke stoffen bedrijfsterreinen binnen inrichtingen 2. risico’s als gevolg van het transport van gevaarlijke stoffen 3. risico’s binnen de inrichting als het gaat om slachtoffers die niet bij het productieproces zijn betrokken. We denken hierbij vooral aan a) recreanten op campings waar gevaarlijke stoffen zijn opgeslagen, en b) watersporters in een (jacht)haven waar gevaarlijke stoffen worden gebruikt en opgeslagen. In overleg met de inrichtinghouders willen we regels opstellen die de kans op ongevallen verkleinen, zonder dat daar grote investeringen voor nodig zijn.
17
3.1 Duurzaamheid De zogenoemde duurzaamheidmatrix geeft schematisch de effecten weer van de doelstellingen op de duurzaamheidkenmerken. Die kenmerken noemen we ook wel de 3 P’s: People (sociaal), Profit (economisch) en Planet (ecologisch). Met effecten bedoelen we de effecten, nu en in de toekomst, van doelstellingen voor Schouwen-Duiveland en voor de rest van Zeeland en Zuid-Holland. Pakt een doelstelling voor alledrie de p’s positief uit, dan spreken we van een duurzame doelstelling. In de matrix hieronder werken we dit uit voor 2 doelstellingen: 1) risico’s verlagen en 2) gevolgen verkleinen. Risico’s verlagen door kans op ongeval te verkleinen Hier en nu
People (sociaal)
Profit (economisch)
Planet (ecologisch)
De situatie voor de burger wordt veiliger doordat de kans op ongevallen afneemt
Risico’s kosten een ondernemer geld. Hij zal zich er tegen moeten verzekeren. Afname van de kans op ongelukken levert dus een besparing op
Op andere plaatsen
De risico’s ter plaatse worden kleiner. Dat wil niet zeggen dat daarmee de risico’s op andere plaatsen per definitie ook kleiner worden Doordat het risico verkleind is, is de kans dat zich nog altijd geen problemen hebben voorgedaan groter
Geen effect
Risico’s voor de mens kunnen ook gelden voor de ecologie. Neemt de kans op een ongeluk af, dan is de kans op een effect op de natuur dus ook kleiner Geen effect
Later
De kans op een ongeluk is kleiner. Dit levert economisch voordeel op
De kans op een ongeluk dat effecten heeft voor de natuur is kleiner geworden
Hier en nu Lukt het ons de kans op ongelukken met gevaarlijke stoffen verder terug te dringen, dan: 1. ontstaat er een veiliger situatie voor de bewoners 2. is de kans op economische tegenvallers door ongelukken kleiner 3. is de kans op verstoring van de ecologie door ongelukken met gevaarlijke stoffen kleiner
Op andere plaatsen Een kleinere kans op ongelukken bij ons, maakt de kans op gevolgen van een ongeluk op andere plaatsen niet per se kleiner.
Later Als het risico kleiner wordt, is de kans dat er op een later moment nog altijd geen ongelukken zijn gebeurd groter. Vergeleken met een situatie waarin het risico niet verkleind is, zal er dus minder verstoring zijn opgetreden.
18
Gevolgen verkleinen People (sociaal) Hier en nu Daar waar restrisico’s overblijven, kunnen de gevolgen van een eventueel ongeluk verkleind worden door 1) de zelfredzaamheid van de omwonenden te vergroten en/of 2) kwetsbare objecten aan te passen. Hierdoor neemt de veiligheid verder toe Op andere plaatsen De kans dat er naar aanleiding van een ongeluk hier, effecten optreden op andere plaatsen wordt kleiner Later De kans op grote effecten als gevolg van de aanwezige risico’s neemt verder af
Profit (economisch) Preventieve maatregelen nemen om de gevolgen te verkleinen kan economisch voordeel opleveren. De kosten van de maatregelen moeten dan vanzelfsprekend wel opwegen tegen de kosten van eventuele gevolgen
Planet (ecologisch) Nemen de gevolgen van een ongeluk voor de ecologie af, dan zal ook de schade aan de natuur minder groot zijn
De kans dat er economische schade optreedt op andere plaatsen is klein
Geen effecten
Geen negatieve gevolZijn de gevolgen nu al klein, dan zijn er ook geen gen voor de ecologie door externe veiligheid grote economische gevolgen voor de toekomst te verwachten
Hier en nu Door goed voorbereid te zijn op eventuele ongelukken kunnen de gevolgen erg meevallen. Goed voorbereid zijn houdt in: 1) goed communiceren met alle betrokkenen 2) veiligheidsmaatregelen treffen of deze aanscherpen. Bij nieuwbouw is dat makkelijker dan bij bestaande gebouwen
Op andere plaatsen Kleinere gevolgen hier betekent ook kleinere gevolgen op andere plaatsen.
Later Mocht zich een ongeluk voordoen, dan zijn de gevolgen daarvan beperkt dankzij de maatregelen die we daartoe treffen. Er zullen minder slachtoffers vallen.
19
Dorina Willemse, specialist externe veiligheid bij de Veiligheidsregio Zeeland: ‘Schouwen-Duiveland vrijwel uniek met beleidsmodule externe veiligheid’ ‘De gemeente Schouwen-Duiveland is uitzonderlijk actief in haar streven om veiligheidsrisico’s nog verder de verkleinen, en dus de veiligheid binnen de gemeente te vergroten. Een module externe veiligheid zoals die nu op tafel ligt, is een vrijwel uniek fenomeen waarover wij als Veiligheidsregio vol lof zijn. Een goed voorbeeld van de visie en wilskracht van de gemeente, is het voornemen van de brandweer een rampenbestrijdingsplan te ontwikkelen voor de Kop van Schouwen. Breekt er ooit brand uit in dit door recreanten drukbezochte gebied, dan wil men kunnen beschikken over een doortimmerd actieplan. Hiermee kunnen de gevolgen, en daarmee het aantal slachtoffers, zo beperkt mogelijk worden houden. ‘Ook heeft de gemeente oog voor risico’s op de omringende wateren. En terecht, want langs de kust van Schouwen-Duiveland kunnen schepen varen met een in potentie gevaarlijke lading. Maar ook met recreatievaartuigen kunnen zich riskante situaties voordoen. Om bij een ongeluk snel en voortvarend te kunnen handelen, werkt de gemeente samen met de andere Zeeuwse gemeenten aan het veiligheidsproject Deltawateren. Op basis hiervan krijgt elke gemeente een veiligheidsplan-te-water op maat, afgestemd op de eigen, specifieke situatie. ‘Het initiatief van de gemeente Schouwen-Duiveland om niet alleen de veiligheidsituatie van de vaste eilandbewoners te verbeteren, maar ook die van recreanten, juicht de Veiligheidsregio van harte toe. In jachthavens bijvoorbeeld liggen tijdens het seizoen de pleziervaartuigen vaak rijen dik. De meeste hebben een brandstoftank aan boord. Breekt er op een boot brand uit en deze slaat over, dan is de ramp niet te overzien. Strikte regelgeving en handhaving kunnen dit soort gevaarlijke situaties indammen.’
20
Beleidsdoelstellingen
4
In de beleidsvisie gaven we al aan dat de Gemeente Schouwen-Duiveland wil proberen de kans op ongelukken met gevaarlijke stoffen verder te verkleinen. Daarnaast willen we proberen om de effecten van eventuele ongelukken te verkleinen. Om die voornemens in praktijk te kunnen brengen, formuleren wij een aantal doelstellingen. Het stellen van doelstellingen doen we in twee stappen. We formuleren 1) strategische doelen voor de periode tot 2030 en 2) meetbare doelstellingen voor de komende 4 jaar.
4.1 Strategische doelen tot 2030 Strategische doelen geven een richting aan, maar zijn nog niet tot in detail uitgewerkt. Hieronder staan de strategische doelen die we ons kunnen stellen: 1. De kans op ongelukken met gevaarlijke stoffen verkleinen 2. De effecten bij ongelukken met gevaarlijke stoffen verkleinen 3. Risicocommunicatie verder verbeteren
4.2 Meetbare doelen voor de periode 2010 – 2013 De meetbare doelen stellen we voor een periode van 4 jaar. Na die 4 jaar moeten deze doelen gehaald zijn. Daarvoor stellen we een uitvoeringsprogramma op (zie hoofdstuk 5). Na die 4 jaar worden weer nieuwe meetbare doelen gesteld voor de volgende 4 jaar. Ook komt er een nieuw uitvoeringsprogramma voor die termijn. In de komende jaren willen we de volgende doelen bereiken:
De kans op ongelukken met gevaarlijke stoffen verkleinen • • •
Bij plaatsing van nieuwe gastanks de afleverplaatsen van de weg af realiseren en aflevering niet direct in de buurt van derden laten plaatsvinden De overstap van individuele propaantanks naar centrale propaantanks stimuleren. Het betreft hier kampeerterreinen met veel jaar- en/of seizoenplaatsen Bestemmingsplannen voorzien van risicocontouren bij BEVI-inrichtingen en bij propaantanks met een inhoud die groter is dan 13 kubieke meter
De effecten bij ongelukken met gevaarlijke stoffen verkleinen • • • • • • • •
Bij vervanging van propaantanks rekening houden met minimum afstanden met het oog op eventuele gastverblijven. Ook deze beschouwen we als kwetsbare objecten, al is hiervoor geen wettelijke basis Bij vervoer van gevaarlijke stoffen rekening houden met kwetsbare objecten, door deze zo veel mogelijk te mijden Bij de bouw van kwetsbare objecten 1) voldoende afstand tot de weg bewaren en 2) zo veel mogelijk niet langs doorgaande wegen bouwen De gevolgen bij ongelukken op jachthavens verkleinen door het opstellen van gedragsregels Bij nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen de veiligheidseffectrapportage (v.e.r.) toepassen Bij nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen rekening houden met de bereikbaarheid door hulpdiensten Bij nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen in de nabijheid van gevaarlijke stoffen zorgen voor voldoende blusvoorzieningen Door evenemententerreinen ook als zodanig te bestemmen, kunnen we vooraf - d.w.z. al bij de aanwijzing van die terreinen - rekening houden met het aspect gevaarlijke stoffen. Daardoor is de externe veiligheid bij het uiteindelijke gebruik van het terrein niet in het geding
21
•
Het malgroepsrisico toepassen bij de afweging van het groepsrisico, zodra dit instrument beschikbaar komt
Risicocommunicatie verder verbeteren • • •
Risicokaart Zeeland up-to-date houden Aandacht schenken aan “gevaren” in jachthavens en campings Meewerken aan regionale activiteiten in het kader van de campagne “Denk vooruit”
4.3 Monitoring (= observatie) 4.3.1. Meetpunten De risicobedrijven zijn onderverdeeld in 4 categorieën: 1. LPG-tankstations 2. Verkooppunten voor vuurwerk 3. Propaantanks ( < 3m3 , 3m3 – 5m3 , 5m3 – 13m3 , >13m3 ) 4. Overige bedrijven
De ontheffingen voor het vervoer van gevaarlijke stoffen zijn onderverdeeld in 2 categorieën: 1. Vergunningverlening met externe veiligheid 2. Bestemmingsplannen met externe veiligheid 4.3.2. Evaluatiepunten a. Jaarlijks Elk jaar zijn er verschillende momenten waarop we controleren of we op de goede weg zijn: • Januari: Ieder jaar moet er voor 15 januari een evaluatie plaatsvinden van de taken die we in de voorgaande 12 maanden op het gebied van externe veiligheid hebben verricht. Dit met het
22
•
• •
oog op de programmafinanciering van de provincie. De gemaakte kosten kunnen we namelijk declareren bij de provincie, tot een zeker maximum Maart: In het milieujaarverslag worden de hierboven genoemde meetpunten voor externe veiligheid meegenomen. De meetresultaten laten zien of 1) zich wijzigingen op het gebied van externe veiligheid hebben voorgedaan en 2) of we de intensiteit van de uitvoering van het huidige jaar misschien moeten bijstellen April/mei: Bij de voorbereiding van de gemeentebegroting wordt aangegeven hoeveel geld het komend jaar nodig is om het conceptjaarplan te kunnen uitvoeren. Ook is er aandacht voor inmiddels gerealiseerde maatregelen en doelen, en voor de maatregelen die nog “op de rol staan”. November/december: Na de vaststelling van de begroting kan een definitief jaarplan voor de module externe veiligheid worden opgesteld. Dit plan maakt deel uit van het wettelijk verplichte milieujaarprogramma. Het geeft aan welke maatregelen het komend jaar worden uitgevoerd.
b. Eindevaluatie De voorbereiding van de herziening van de module externe veiligheid en het opstellen van een uitvoeringsprogramma voor de volgende 4 jaar, is een goed moment voor een eindevaluatie. We bekijken dan in hoeverre de meetbare doelen en de maatregelen zijn bereikt/uitgevoerd. Daarnaast bekijken we of de uitvoering van de module volgens plan is verlopen. Daarbij kijken we kritisch naar punten als samenwerking, communicatie en afstemming. Het is ook een goed moment om het resultaat dat we in 4 jaar hebben bereikt te vergelijken met het einddoel dat we ons in de beleidsvisie voor 2030 hebben gesteld.
23
24
Uitvoeringsprogramma
5
Om de in hoofdstuk 4 beschreven doelen te bereiken, moet er een aantal activiteiten worden opgestart en uitgevoerd. Het hoofdstuk dat voor u ligt, geeft per thema een overzicht van deze activiteiten. Bij elke activiteit is aandacht voor 1) het doel, 2) de rol van de gemeente, 3) de externe partijen waarmee de gemeente de activiteit wil uitvoeren, 4) het betreffende gebied en 5) een tijdsplanning. De invulling van punt 5 hangt af van hoeveel geld en uren er beschikbaar zijn in het jaar waarvoor de activiteit gepland staat. Die planning wordt ieder voorjaar gemaakt, voor het jaar daarop. Pas na de vaststelling van de begroting, in november/december, is bekend wat er het komend jaar werkelijk kan worden uitgevoerd. Daardoor kan het gebeuren, dat het daadwerkelijke jaar van uitvoering niet overeenkomt met het geplande jaar van uitvoering. Voor de module externe veiligheid zijn de volgende thema’s uitgewerkt: 1. Bestemmingsplannen a. Externe veiligheid betrekken bij actualisering bestemmingsplannen b. (Externe) veiligheid vroegtijdig betrekken bij nieuwe ontwikkelingsplannen c. Gebruikmaken van Malgroepsrisico bij opstellen bestemmingsplannen en verantwoording groepsrisico d. Evenemententerrein bestemmen dat voldoet aan de eisen 2. Inrichtingseisen a. Inrichtingseisen kampeerterreinen doorvoeren b. Bij grote ruimtelijke ontwikkelingen vroegtijdig toepassen van een veiligheidseffectrapportage c. Inrichtingseisen jachthavens opstellen d. Optimaliseren propaantanks strandpaviljoens 3. Rampenbestrijding a. Bestrijdingsplan natuurbranden b. Maken en verspreiden van risicowijzer c. Bestrijding op deltawateren
4. Transportrisico’s a. Vervoer gevaarlijke stoffen regeling propaantanks b. Aanvalsplan Krammersluizencomplex 5. Uitvoeringsinstrumenten a. Communicatieplan b. Educatieplan c. Monitoringplan 6. Vergunningverlening en handhaving a. Hanteren afstandseisen “derden” b. Controleren afstandseisen c. Controleren PGS (Publicatiereeks gevaarlijke stoffen) 15
25
Thema
1. Bestemmingsplannen
Ambitie
Bestemmingsplannen moeten er voor te zorgen dat zich geen ongewenste ontwikkelingen op het gebied van externe veiligheid kunnen voordoen
Actie
A. Externe veiligheid betrekken bij actualisering bestemmingsplannen Oude bestemmingsplannen kennen geen externe veiligheidparagraaf. Bij de actualisering moet deze er wel komen. Eventuele “probleem”gevallen moeten worden opgelost Problemen voorkomen Initiatiefnemer Stedenbouwkundig bureau, Veiligheidsregio Hele gemeente, vooral de bebouwde kommen en recreatieterreinen Actualisering loopt. Afronding: eind 2012
Omschrijving
Doel Rol gemeente Externen Gebied Planning uitvoering Actie Omschrijving
Doel Rol gemeente Externen Gebied Planning uitvoering Actie Omschrijving
Doel Rol gemeente Externen Gebied Planning uitvoering Actie Omschrijving
Doel Rol gemeente Externen Gebied Planning uitvoering
B. (Externe) veiligheid vroegtijdig betrekken bij nieuwe ontwikkelingsplannen Er spelen tal van veiligheidsaspecten bij ruimtelijke ontwikkelingen. Door deze aspecten vroegtijdig te betrekken bij ruimtelijke ontwikkelingen, is het eenvoudiger om hiermee rekening te houden De plannen zonder extra kosten veiligheidsproof maken Initiatiefnemer, aandachtvrager Brandweer, Veiligheidsregio Hele gemeente Nadat de module is vastgesteld C. Toepassen Malgroepsrisico Het Malgroepsrisico is een programma dat helpt bij de beoordeling van het groepsrisico. Op basis van vaste gegevens kunnen we objectief beoordelen of het groepsrisico verantwoord is of niet Objectiviteit bij groepsrisicobeoordeling Initiatiefnemer Veiligheidsregio Hele gemeente Nadat de module is vastgesteld en het Malgroepsrisico beschikbaar is D. Evenemententerrein bestemmen Door een evenemententerrein te bestemmen, kan bij ruimtelijke ontwikkelingen rekening worden gehouden met de effecten van een ongeluk tijdens evenementen. Op het evenemententerrein zullen bepaalde wetten en regels van toepassing zijn. Bijvoorbeeld met betrekking tot het maximaal toelaatbare groepsrisico en dus ook het maximum aantal toeschouwers Effecten bij een ongeluk beperken Initiatiefnemer, toetser Organisatiebureau, Veiligheidsregio, stedenbouwkundig bureau In de buurt van 1) Renesse en 2) de Brouwersdam Nadat de module is vastgesteld In de buurt van de Brouwersdam: 2010. In de buurt van Renesse: ?
26
Thema
2. Inrichtingseisen
Ambitie
Inrichtingen moeten zodanig zijn ingericht dat risico’s op het gebied van externe veiligheid zo klein mogelijk zullen zijn
Actie Omschrijving
A. Inrichtingseisen kampeerterreinen doorvoeren Er is al eerder een project geweest over de situatie rond propaantanks op kampeerterreinen. Daar zijn aanbevelingen uitgekomen over o.a. de locatie van de propaantanks en de opstelplaats van de tankauto bij de aflevering van het gas. Deze aanbevelingen moeten her en der nog worden doorgevoerd Kampeerterreinen veiliger maken Initiatiefnemer, aanjager bij controles Veiligheidsregio De hele gemeente, zowel in oostelijk, midden als westelijk Schouwen-Duiveland Na vaststelling van de module
Doel Rol gemeente Externen Gebied Planning uitvoering Actie Omschrijving
Doel Rol gemeente Externen Gebied Planning uitvoering Actie Omschrijving
Doel Rol gemeente Externen
B. Toepassen van veiligheidseffectrapportage Een veiligheidseffectrapportage geeft een totaalbeeld van de veiligheid. De rapportage zorgt er voor dat het aspect veiligheid al in een vroeg stadium bij de ontwikkeling van een ruimtelijke ontwikkeling kan worden meegenomen. Dit geeft de uitvoerenden ruim de tijd om plannen op te stellen waarin veiligheid een volwaardige rol speelt Zorgen dat er optimale veiligheid is bij nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen Aandachtvrager Brandweer en Veiligheidsregio Bij grotere ruimtelijke ontwikkelingen in de hele gemeente Na vaststelling van de module C. Inrichtingseisen jachthavens opstellen Ook in jachthavens worden gevaarlijke (brandbare) stoffen gebruikt. Bijv. voor de verwarming van jachten, of voor de aandrijving. Bij lekke leidingen e.d. kunnen er gevaarlijke situaties ontstaan. Door bij de inrichting van een jachthaven rekening te houden met dit soort situaties, kan worden gekozen voor een indeling die de effecten van een ongeluk zo beperkt mogelijk houdt De veiligheid in jachthavens verbeteren Initiatiefnemer van onderzoek Overige gemeenten in Zeeland, Veiligheidsregio, provincie
27
Gebied Planning uitvoering
Betreft jachthavens binnen de gemeentegrenzen In 2010 wordt een project opgestart om te onderzoeken of er aanbevelingen te geven zijn over 1) de inrichting van jachthavens of 2) activiteiten in jachthavens. Dit betekent 1) een verkleining van de kans op ongelukken en 2) een verdere beperking van de effecten van eventuele ongelukken. In 2011 wordt een jachthaven gezocht voor een pilot project. Is dit project succesvol, dan worden in 2012 alle jachthavens binnen onze gemeente opgewaardeerd op basis van de nieuw opgedane kennis
Actie Omschrijving
Doel Rol gemeente Externen Gebied Planning uitvoering
D. Optimaliseren propaantanks strandpaviljoens Veel strandpaviljoens gebruiken propaan als brandstof. Daartoe staat er een propaantank op enige afstand van het paviljoen. Meerdere strandpaviljoens bij elkaar betekent meerdere propaantanks. Deze nemen niet alleen veel ruimte in, maar brengen ook veel risico met zich mee. Een onderzoek kan de situatie duidelijk in beeld brengen. Vervolgens moeten we bekijken of aanpassing van de bestaande situaties de risico’s kan verkleinen Risico bij propaantanks strandpaviljoens verkleinen Initiatiefnemer Veiligheidsregio, Vereniging van Paviljoenhouders, propaanleveranciers Kuststrook 2011 e.v.
Thema
3. Rampenbestrijding
Ambitie
Door een goede voorbereiding op rampen proberen we het risico, maar ook het effect van rampen zo veel mogelijk te beperken
Actie Omschrijving
A. Opstellen bestrijdingsplan natuurbranden Op dit moment is er nog geen plan van aanpak voor het geval zich een grote natuurbrand in de Kop van Schouwen voor doet. Dit jaar werd duidelijk dat een bos/duinbrand ook in Nederland gevaarlijk kan zijn voor mens en dier (Schoorl NH). Is evacuatie noodzakelijk, dan moet die goed voorbereid en doordacht zijn. Hiervoor is een bestrijdingsplan natuurbranden nodig Voorbereid zijn op een grote bosbrand en de gevolgen ervan Verantwoordelijke instantie Brandweer, veiligheidsregio, Staatsbosbeheer, Ver. Natuurmonumenten, recreatieondernemers, bevolking De hele gemeente, maar vooral het bos- en duingebied in de Kop van Schouwen In 2010 wordt een bestrijdingsplan duin- en bosbrand opgesteld
Doel Rol gemeente Externen Gebied Planning uitvoering
28
Actie Omschrijving
Doel Rol gemeente Externen Gebied Planning uitvoering Actie Omschrijving
B. Maken en verspreiden van risicowijzer De risicowijzer geeft aan 1) welke risico’s er zijn, 2) welke preventieve maatregelen eenieder kan nemen en 3) welke maatregelen genomen kunnen worden bij een ongeluk/ramp De burger goed informeren zodat de zelfredzaamheid zo groot mogelijk wordt Initiatiefnemer, samen met de andere Zeeuwse gemeenten Gemeenten, veiligheidsregio, media, bevolking De risicowijzer wordt verspreid in heel Zeeland Verspreiding gebeurt in het voorjaar van 2010
Planning uitvoering
C. Project bestrijding op Deltawateren Op dit moment wordt een bestrijdingsplan opgesteld voor het geval zich een ramp voordoet op het deltawater. Een ramp zal mogelijk op het water bestreden moeten worden, maar hij kan ook gevolgen hebben voor het land. Dat geldt ook voor ongelukken op zee, voor de kust. Het bestrijdingsplan moet aangeven welke stappen er in dit soort gevallen genomen moeten worden Voorbereid zijn op een calamiteit op het water Initiatiefnemer, samen met de andere Zeeuwse gemeenten en de Veiligheidsregio Andere Zeeuwse gemeenten, Veiligheidsregio, Rijkswaterstaat Behalve het land betreft dit project ook het water binnen onze gemeente grenzen Gedurende de komende jaren
Thema
4. Transportrisico’s
Ambitie
De gemeente wil de kans op ernstige gevolgen van ongelukken met gevaarlijke stoffen zo klein mogelijk maken. Dat geldt dus ook voor transportrisico’s. De transportrisico’s zijn al klein. We kennen bijvoorbeeld geen railverkeer en grote buisleidingen hebben we nauwelijks. De risico’s op onze wegen zijn niet groot en de gevarencontour loopt vlak langs de weg. Alleen het risico omtrent vervoer over het water is wat groter. Maar dan nog loopt de gevarencontour over het water: alleen bij het Krammersluizencomplex raakt hij land
Actie Omschrijving
A. Vervoer gevaarlijke stoffen regeling propaantanks Voor het vervoer van gevaarlijke stoffen 1) mag je alleen gebruik maken van daartoe aangewezen wegen (routering gevaarlijke stoffen), of 2) moet je voor ieder transport ontheffing vragen. Zeker bij de aflevering van propaan moet over niet-aangewezen wegen worden gereden. Ook zal niet telkens dezelfde route worden gebruikt. Telkens een ontheffing aanvragen betekent een enorme administratieve last. Ook moet de leverancier een enorm bedrag aan leges betalen. Dit maakt de kans op niet te controleren illegaal vervoer over niet-aangewezen wegen erg groot. In Zeeland werken we aan een systeem dat duidelijk aangeeft waar propaantankwagens wel en niet mogen rijden Grotere veiligheid bij het afleveren van propaangas Opdrachtgever voor opzet van dit systeem
Doel Rol gemeente Externen Gebied
Doel Rol gemeente
29
Externen Gebied Planning uitvoering
Veiligheidsregio, gasleveranciers De hele gemeente, als onderdeel van een systeem voor de provincie Voorbereiding: in 2008 en 2009. Invoering: naar verwachting in 2010
Actie Omschrijving
B. Aanvalsplan Krammersluizencomplex Er bestaat een kans op een ongeluk met tankschepen in het Krammersluizencomplex. Om een dergelijke ramp goed voorbereid te lijf te gaan is een aanvalsplan nodig Zo efficiënt mogelijke bestrijding van rampen met gastankers in het Krammersluizencomplex Opdrachtgever Brandweer en Veiligheidsregio Krammersluizencomplex op de Philipsdam Opstellen plan: in 2010
Doel Rol gemeente Externen Gebied Planning uitvoering
Foto Joop van Houdt
Thema
5. Uitvoeringsinstrumenten
Ambitie
Om het beleid gestructureerd uit te kunnen voeren, is er een aantal instrumenten nodig. Deze instrumenten maken de communicatie, educatie en het monitoren (= observeren) van de voortgang makkelijker
Actie Omschrijving
A. Communicatieplan Het communicatieplan beschrijft 1) met welk doel, 2) met wie en 3) op welke wijze wordt gecommuniceerd, 4) door wie en 5) wanneer Via communicatie(middelen) de betrokkenen op het juiste moment zo goed mogelijk informeren over de te nemen maatregelen Initiatiefnemer Media De hele gemeente
Doel Rol gemeente Externen Gebied
30
Planning uitvoering
Jaarlijks wordt een matrix. Deze geeft aan 1) welke maatregelen, 2) wanneer en 3) op welke wijze gecommuniceerd gaan worden
Actie Omschrijving
B. Educatieplan Een educatieplan wordt opgesteld om onze boodschap ook bij o.a. onze jeugd over te brengen. Daartoe werken we zo nauw mogelijk samen met Stichting NMe Schouwen-Duiveland en de scholen in onze gemeente Schoolgaande kinderen positief betrekken bij de materie, door middel van een aantrekkelijk leerprogramma over veiligheid •• Opdrachtgever richting NMe Schouwen-Duiveland •• Initiatiefnemer om te komen tot een jaarprogramma, gericht op het onderwijs Stichting NMe Schouwen-Duiveland, basisscholen, Pontes Pieter Zeeman, Ecoscope Alle scholen binnen de gemeente Elk jaar vindt in de winterperiode overleg met de scholen plaats, om te komen tot een actieplan voor het komende schooljaar
Doel Rol gemeente
Externen Gebied Planning uitvoering
Actie Omschrijving
Doel Rol gemeente Externen Gebied Planning uitvoering
C. Monitoringplan De in de module benoemde meetpunten moeten om de zoveel tijd worden afgelezen en verwerkt. Het monitoringplan geeft aan 1) wie verantwoordelijk is voor het opzoeken en noteren van de gegevens, 2) waar deze gegevens te vinden zijn, 3) aan wie ze moeten worden doorgegeven, 4) hoe vaak en 5) wanneer Via juiste en toegankelijke informatie inzicht krijgen in de voortgang van de afgesproken doelen Het monitoringplan is een intern plan Gaan misschien een rol spelen bij de aanlevering van gegevens Monitoring vindt plaats via de meetpunten. Deze kunnen binnen de gemeente, maar ook elders liggen •• Na vaststelling van de module volgt binnen een half jaar een monitoringplan van deze module •• Ieder jaar vóór 15 januari moeten de gegevens worden aangeleverd •• De gegevens kunnen ook worden gebruikt voor het evaluatieverslag rond de programmafinanciering van de provincie
Thema
6. Vergunningverlening en handhaving
Ambitie
Een actief en gericht beleid op het gebied van vergunningverlening en – handhaving dwingt ondernemers om 1) te voldoen aan de laatste inzichten (de best beschikbare techniek) en 2) zich te houden aan de voorschriften. Hierdoor worden onnodige risico’s voorkomen en de eventuele gevolgen bij ongelukken beperkt
Actie Omschrijving
A. Hanteren afstandseisen “derden” Het hanteren van afstandseisen voor recreanten ten opzichte van gevaarlijke stoffen binnen een inrichting. Deze eisen brengen we onder de aandacht van de inrichtinghouder tijdens 1) controles en 2) overleg bij de wijziging van vergunningen of van de inrichting
31
Doel Rol gemeente Externen Gebied Planning uitvoering Actie Omschrijving
Doel Rol gemeente Externen Gebied Planning uitvoering Actie Omschrijving Doel
Rol gemeente Externen Gebied Planning uitvoering
De inrichtinghouder bewustmaken van 1) risico’s en 2) de mogelijkheid daar iets aan te doen Initiatiefnemer Recreatie-inrichtingen, gasleveranciers De hele gemeente Per direct B. Controleren afstandseisen Regelmatig controleren we of inrichtinghouders zich wel houden aan de gestelde afstandseisen. Is dat niet het geval, dan worden de betreffende inrichtinghouders telkens weer geconfronteerd met de risico’s van onvoldoende afstand tussen recreanten en gevaarlijke stoffen. Op die manier stimuleren we de inrichtinghouders continu om zich aan te passen aan de regels Inrichtinghouders blijvend bewustmaken van het extra risico dat zij nemen als zij niet de noodzakelijke afstand in acht nemen Toezichthouder Recreatieondernemers De hele gemeente Zodra deze module is vastgesteld C. Controle PGS 15 De brandweer en/of clusterhandhaving gaat/gaan controleren op de opslag van gevaarlijke stoffen, onder meer die van gasflessen De veiligheid bij de inrichtingen vergroten. Branden e.d. treden vaak op als er onvoorzichtig met gevaarlijke stoffen - in opslag of tijdens gebruik wordt omgegaan Partij bij de controle Veiligheidsregio, brandweer Onder andere ook in onze gemeente In 2010
32
Samenvatting
6
In de module die voor u ligt bespreken we het onderwerp externe veiligheid. Dit onderwerp betreft de maatregelen die moeten voorkomen dat er buiten de poort van een bedrijf slachtoffers vallen, als er door dat bedrijf wordt gewerkt met gevaarlijke stoffen zoals propaangas. We doelen daarbij op omwonenden, maar ook op recreanten op bijvoorbeeld kampeerterreinen of in jachthavens. Onze gemeente moet een plek zijn waar het veilig werken, wonen, winkelen en recreëren is. Toch blijft de gemeente ruimte bieden aan bestaande en nieuwe bedrijven/inrichtingen die veiligheidsrisico’s met zich meebrengen. Wel eisen we dat deze risico’s aanvaardbaar zijn, en minimaal voldoen aan de landelijke voorschriften. Daardoor is de huidige veiligheidssituatie op Schouwen-Duiveland goed, maar waar dat mogelijk is willen we deze toch nog verder verbeteren. Risico = de kans op een ongeluk X de effecten van dat ongeluk. Om risico’s zo veel mogelijk te beperken wil de gemeente onder andere: • bedrijven stimuleren te voldoen aan de veiligheidsnormen • samen met de ondernemers werken aan het verder verkleinen van de risico’s. Dit door slim om te gaan met de kennis en alternatieve mogelijkheden die beschikbaar zijn Een goede ordening van de omgeving kan risico’s verkleinen. In dat kader richten we ons onder andere op: • het begrip bereikbaarheid • de aanwezigheid van voldoende blusvoorzieningen Verder kan een goede informatievoorziening van omwonenden helpen om de gevolgen van een ramp te verkleinen: duidelijke informatie bevordert de zelfredzaamheid. Er is in deze module extra aandacht voor een aantal gebieden binnen onze gemeente dat een relatief groot risico loopt, of dat bij een ramp grote gevolgen zou kunnen ondervinden. Bij de vorming van ons externe veiligheidsbeleid moeten we rekening houden met beleid en regelgeving op Europees, landelijk en provinciaal niveau. De activiteiten die moeten worden opgestart en uitgevoerd om een optimale externe veiligheidssituatie te bereiken, worden omschreven in een uitvoeringsprogramma. In dit programma, dat is onderverdeeld in thema’s, is aandacht voor het doel van de activiteiten, de rol van de gemeente, de externe partijen waarmee de gemeente de activiteit wil uitvoeren, het betreffende gebied en een tijdplanning. Voorbeelden van activiteiten zijn: • (Externe) veiligheid vroegtijdig betrekken bij nieuwe ontwikkelingsplannen • Bij grote ruimtelijke ontwikkelingen vroegtijdig toepassen van een veiligheidseffectrapportage • Strikt controleren op afstandseisen • Evenemententerrein bestemmen dat voldoet aan de externe veiligheidseisen • Inrichtingseisen jachthavens opstellen • Maken en verspreiden van een risicowijzer • Vervoer van propaantanks beter regelen
33
Laan van St. Hilaire 2 4301 SH Zierikzee Postadres: Postbus 5555 4300 JA Zierikzee T F
(0111) 452 000 (0111) 452 452
[email protected] www.schouwen-duiveland.nl