Model voor een koepelmaatschap van medisch specialisten vrij beroepsbeoefenaren Toelichting: De koepelmaatschap heeft een beperkte strekking. Zij biedt in de eerste plaats een kader voor behartiging van gemeenschappelijke belangen van de maatschapsleden samenhangende met hun praktijkuitoefening. Uitgangspunt van dit model is, dat de medisch-specialistische praktijken zelve niet worden ingebracht, maar blijven waar zij zijn (in maatschappen van één of meer specialismen dan wel solopraktijken). PARTIJEN 1 a …………. 1 b ………… 1 c ………… tezamen vormende de … (specialisme) maatschap of samenwerkingsverband/praktijk, 2 a ………… 2 b ………… 2 c ………… tezamen vormende de … (specialisme) maatschap of samenwerkingsverband/praktijk, etc. zijn, met ingang van …, voor onbepaalde tijd, een stafmaatschap aangegaan, hierna te noemen: “de stafmaatschap”, zulks onder de na volgende voorwaarden en bedingen, hierna te noemen; “het stafmaatschapstatuut”. IN AANMERKING NEMENDE • • •
dat zij allen als medisch specialist vrij beroepsbeoefenaar op grond van een geldige toelatingsovereenkomst met … (naam ziekenhuis) te … (plaats) voor eigen rekening en risico een medisch-specialistische praktijk uitoefenen; dat zij een medisch-specialistische praktijk uitoefenen, hetzij voor gemeenschappelijke rekening in maatschapsverband dan wel in een ander samenwerkingsverband, hetzij als solist; dat zij met handhaving van de bestaande samenwerkingsverbanden én met handhaving van de eigen vrijgevestigde medisch-specialistische praktijk gemeenschappelijke belangen in het kader van de praktijkuitoefening gezamenlijk willen behartigen in het verband van een overkoepelende stafmaatschap (hierna aan te duiden met: “de stafmaatschap”).
Artikel 1:
Begripsomschrijving
Het ziekenhuis: het door de stichting … (naam ziekenhuis) geëxploiteerde algemeen of categoraal ziekenhuis te …
Het bestuur: de Raad van Bestuur van het ziekenhuis zoals in de statuten van de stichting is bepaald.
Toelichting: Afhankelijk van de vraag of de ziekenhuisstichting statutair is ingericht volgens het Raad van Beheer- of het Raad van Toezicht-model, is er sprake van een directie en een bestuur respectievelijk een Raad van Bestuur en een Raad van Toezicht. Geïntegreerd medisch-specialistisch bedrijf: het organisatorisch verband van het ziekenhuis, de in haar dienst werkzame medisch specialisten daaronder begrepen, én de in het ziekenhuis praktijkuitoefenende medisch specialisten vrij beroepsbeoefenaren, dat zich ten doel stelt met inachtneming van de daartoe geldende wettelijke voorschriften, medisch-specialistische zorg te verlenen, Medisch specialist: een medisch specialist(e) die is ingeschreven in het BIG-register en het register van erkende medisch specialisten van de Koninklijke Nederlandsche Maatschappij tot bevordering der Geneeskunst (KNMG), alsmede de beroepsbeoefenaar met universitaire vorming die op min of meer rechtstreekse wijze bij de behandeling van patiënten is betrokken en in het ziekenhuis werkzaam is, Medisch specialist vrij beroepsbeoefenaar: de medisch specialist die op grond van een toelatingsovereenkomst met het ziekenhuis voor eigen rekening en risico een medisch-specialistische praktijk uitoefent, Stafmaatschap: de overeenkomst waarbij de medisch specialisten vrij beroepsbeoefenaren binnen een ziekenhuis ongeacht het specialisme zich verbinden tot één stafmaatschap om, met handhaving van de eigen vrijgevestigde medisch-specialistische praktijk én met handhaving van de bestaande samenwerkingsverbanden, gemeenschappelijke belangen in het kader van de medisch-specialistische praktijkuitoefening gezamenlijk te behartigen. Artikel 2: Naam en zetel De stafmaatschap draagt de naam: stafmaatschap van medisch specialisten in het ziekenhuis ...................... te ............................................................................................................................................................................................ Zij is gevestigd te ............................................................................................................................................................... Toelichting: Indien de stafmaatschap op een voor derden duidelijk kenbare wijze onder een bepaalde naam aan het rechtsverkeer deelneemt, is sprake van een openbare stafmaatschap. Desgewenst kan worden gekozen voor een zogenaamde stille stafmaatschap, welke eveneens aan het rechtsverkeer deelneemt, doch niet onder gemeenschappelijke naam. In de praktijk maakt dit vermoedelijk weinig verschil, ook niet voor de gebondenheid van de maatschapsleden, aangezien het ziekenhuis en de zorgverzekeraar de belangrijkste gesprekspartners zijn van de stafmaatschap, en deze weten met wie zij in gesprek zijn. Artikel 3: Doel De stafmaatschap heeft tot doel het bevorderen van de gemeenschappelijke belangen van de maatschapsleden samenhangende met hun medisch-specialistische praktijkuitoefening. Artikel 4: Inbreng 1. Door de maatschapsleden wordt in de stafmaatschap ingebracht: arbeid, vlijt, kennis en relaties, – behoudens voorzover deze door het betreffende maatschapslid zijn ingebracht in de voor zijn rekening, al dan niet in een samenwerkingsverband, uitgeoefende medisch-specialistische praktijk. Voorbedoelde medisch-specialistische praktijken zijn uitdrukkelijk van de inbreng in de stafmaatschap uitgesloten, tenzij de maatschapsleden schriftelijk anders overeenkomen. In het bijzonder bestaat de inbreng van de maatschapsleden uit de arbeid, de financiën en de overige inspanningen, welke zijn gemoeid met de naleving van de uit het lidmaatschap voortvloeiende verplichtingen. 2. Verdere inbreng en terugneming van gedane inbreng kunnen slechts geschieden met toestemming van de stafmaatschapsvergadering
Toelichting: De medisch-specialistische praktijk van de maatschapsleden c.q. de maatschappen van één of meer specialismen, waarvan de kern wordt gevormd door de arbeid, vlijt en kennis en relaties welke zij inzetten bij de behandeling van de patiënten, wordt niet in de stafmaatschap ingebracht. De maatschapsleden verplichten zich echter wel tot de naleving van de uit het lidmaatschap voortvloeiende verplichtingen, die naar hun aard rechtstreeks betrekking hebben op de genoemde praktijken. Het doel van de stafmaatschap is immers, dat tussen de vrijgevestigde specialisten onderling bindende afspraken kunnen worden gemaakt over aangelegenheden de praktijk betreffende. Het is van belang om een duidelijk onderscheid aan te brengen tussen datgene dat de maten als kapitaal bijeenbrengen en de bedragen die in andere vorm door de maatschapsleden bijeengebracht worden. Hetgeen als kapitaal wordt ingebracht behoort niet tot de winstbepaling van de stafmaatschap, de ontvangen contributie wel. Daar staat tegenover dat voor de individuele medisch specialist kapitaalstorting geen aftrekbare kostenpost vormt en hetgeen wordt betaald ten titel van de contributie wel. Artikel 5: Middelen 1. De stafmaatschap tracht haar doel onder meer te bereiken door: a. het verlenen van adviezen en diensten van uiteenlopende aard aan de maatschapsleden in het kader van hun medisch-specialistische praktijkuitoefening; b. het gevraagd en ongevraagd geven van adviezen en het doen van voorstellen aan het bestuur en de Raad van Toezicht van het ziekenhuis en/of de lokale/regionale zorgverzekeraars; c. het overleggen en onderhandelen namens de maatschapsleden met het bestuur van het ziekenhuis en vervolgens met de lokale/regionale zorgverzekeraars; d. het voorbereiden, vaststellen en uitvoeren van het beleid ten aanzien van het volume aan te leveren medisch-specialistische zorg; e. het gezamenlijk optreden met het ziekenhuis in de onderhandelingen met de lokale/regionale zorgverzekeraars over de door het geïntegreerd medisch-specialistisch bedrijf te leveren medisch-specialistische zorg; f. het vaststellen van de interne verrekeningsmethodiek; g. het (doen) innen van vorderingen, het (doe n) beheren van en het (doen) ontvangen van gelden, de doorbetaling ervan en het jaarlijks verrekenen van tekorten en overschotten conform besluiten van de stafmaatschapsvergadering dan wel andere afspraken en contracten (verrekencentrum); h. het bevorderen van een goede samenwerking zowel tussen de maatschapsleden onderling als met het bestuur en de Raad van Toezicht van, alsmede met de daarvoor in aanmerking komende personen, instanties en instellingen in en buiten het ziekenhuis; i. het bevorderen van een zo goed mogelijke organisatie in het ziekenhuis rondom de medischspecialistische werkzaamheden c.q. het primaire proces met inachtneming van de primaire verantwoordelijkheid daarvoor van de medisch specialisten vrij beroepsbeoefenaren; j. het mede bevorderen van de juiste uitvoering van het medisch beleidsplan als geïntegreerd onderdeel van het ziekenhuisbeleidsplan; k. het initiëren, ontwikkelen, uitvoeren en implementeren van het beleid ten aanzien van inkomens- en werklastharmonisatie; l. het mede realiseren van kostenbesparingen; m. het mede bevorderen van automatisering en informatisering met betrekking tot de medischspecialistische praktijkvoering; n. het mede bevorderen van het collectieve verantwoordelijkheidsbesef van de maatschapsleden alsmede van het individuele verantwoordelijkheidsbesef van ieder maatschapslid voor de kwaliteit van de medisch-specialistische werkzaamheden; o. het bevorderen van het meewerken aan onderwijs en opleiding van medewerkers in het ziekenhuis; p. het voeren van beheer over, financieren van of samenwerken met rechtspersonen en ondernemingen;
q. alle andere wettige middelen, die direct of indirect aan de doelstelling dienstig kunnen zijn. 2. Bij het nastreven van het doel van de stafmaatschap wordt rekening gehouden met het duurzaam belang van alle leden van de stafmaatschap. Toelichting algemeen: De in lid 1 genoemde opsomming van middelen kan desgewenst worden ingekort. Het betreft hier een extensieve opsomming van mogelijke middelen waarvan de stafmaatschap zich kan bedienen ter bereiking van haar doel. Toelichting bij lid 1 sub c: Het gaat hier bijvoorbeeld om productie- en budgetafspraken. Toelichting bij lid 1 sub d: Het betreft het opstellen van activiteitenramingen en ramingen ten behoeve van productieafspraken en het formuleren van beleid dienaangaande. Door middel van het bewaken/monitoren van de productie kan worden vastgesteld hoe deze zich ontwikkelt, welke knelpunten zich voordoen waarvoor oplossingen moeten worden gevonden en wat te doen met dreigende over- of onderschrijdingen. Met behulp van een goede informatisering kan bewaking plaatsvinden van de ontwikkeling van de productie en het budget, zodat middels een tijdige signalering actie kan worden ondernomen. Toelichting bij lid 1 sub g: De stafmaatschap kan zorgdragen voor het verzenden van declaraties voor rekening en risico van de maatschapsleden, zodat de maatschapsleden debiteurenrisico lopen (in verband met het vrij ondernemerschap voor de fiscus). De stafmaatschap kan verder zorgdragen voor debiteurenbewaking, het verzenden van aanmaningen en het in gang zetten van incassoprocedures. Uiteraard dienen hierbij de vereisten van het geïntegreerd declareren ingevolge de Wet Integratie medisch-specialistische zorg per 1 februari 2000 bij de uitwerking van lid 1 sub g in acht te worden genomen. NB! Lid 1 sub g kan vervallen indien de coöperatie na 1 januari 2000 nog als verrekencentrum fungeert en de uitvoering van besluiten als hierboven onder sub f vernoemd, zoals het innen van vorderingen, het beheren van en het ontvangen van gelden en de doorbetaling daarvan, is gedelegeerd aan de coöperatieve vereniging. Toelichting bij lid 1 sub l: Door de stafmaatschap kunnen een aantal efficiency- en kostenvoordelen worden behaald, bijvoorbeeld met betrekking tot informatisering, administratie, accountant, secretariële ondersteuning etc. Toelichting bij lid 1 sub m: Adequate hardware en software dienen ter beschikking te staan. De kernfunctie van de administratieve organisatie is de informatiefunctie. Diverse soorten gegevens kunnen worden verzameld en verwerkt ter ondersteuning van de praktijkvoering en het beleid ten aanzien van het volume aan te leveren zorg Artikel 6: Duur en boekjaar 1. De stafmaatschap is aangegaan voor onbepaalde tijd. 2. Het eerste boekjaar van de stafmaatschap loopt met ingang van … tot en met 31 december … en daarna elk jaar met ingang van 1 januari tot en met 31 december. Artikel 7: Lidmaatschap 1. Lidmaatschap van de stafmaatschap kan slechts worden verworven door die medisch specialist vrij beroepsbeoefenaar die geheel of gedeeltelijk is toegelaten tot … (naam ziekenhuis) krachtens een geldige toelatingsovereenkomst én die lid is van de (vereniging de) medische staf, alsmede diegene die in … (naam ziekenhuis) werkzaam is in de functie, waarvan de stafmaatschapsvergadering bepaald heeft dat deze in het belang van de stafmaatschap toelating als maatschapslid rechtvaardigt. Toelichting: • Ook andere met medisch specialisten vrij beroepsbeoefenaren gelijk te stellen vrij beroepsbeoefenaren die tot het ziekenhuis zijn toegelaten kunnen lid zijn van de stafmaatschap (bijvoorbeeld een kaakchirurg). • Het is bestendig beleid van de Orde ervoor te kiezen dat alleen medisch specialisten natuurlijke personen lid kunnen worden van een maatschap en niet hun praktijkvennootschappen. Dit heeft onder meer te maken met
het feit dat alleen natuurlijke personen worden toegelaten tot het ziekenhuis en niet de praktijkvennootschappen. Daarnaast staat bijvoorbeeld de medisch specialist ook als natuurlijke persoon geregistreerd bij de Specialisten Registratie Commissie en is ook als natuurlijke persoon ingeschreven in het BIG-register. Niettemin staat er geen wettelijke regel aan in de weg om ervoor te kiezen dat ook praktijkvennootschappen lid kunnen worden van de stafmaatschap. Voorwaarde is dan wel dat dit lidmaatschap voor wat betreft toelating en beëindiging wordt gekoppeld aan de natuurlijke persoon die binnen de praktijkvennootschappen. de medisch-specialistische praktijk uitoefent! Bijvoorbeeld kan lid 1 worden aangevuld met de volgende tekst: Het lidmaatschap kan tevens worden aangevraagd en verkregen door praktijkvennootschappen van medisch specialisten als vorenbedoeld. Onder praktijkvennootschappen wordt verstaan: besloten vennootschappen waarvan alle aandelen worden gehouden en de directie wordt gevoerd door een medisch specialist als bedoeld in dit stafmaatschapstatuut. In dat geval geldt voor die praktijkvennootschap hetzelfde als wanneer de betreffende medisch specialist het lidmaatschap zou hebben aangevraagd en verkregen. 2. Het bestuur van de stafmaatschap kan aan de toelating tot het lidmaatschap nadere, in het huishoudelijk reglement van de stafmaatschap vast te leggen, voorwaarden verbinden. Artikel 8: Toelating leden 1. Zij, die tot de stafmaatschap wensen te worden toegelaten, dienen daartoe een schriftelijke aanvraag in bij het stafmaatschapsbestuur. Indien een medisch specialist vrij beroepsbeoefenaar deel uitmaakt van een samenwerkingsverband, kan hij slechts tot de maatschap toetreden, indien alle in het ziekenhuis werkzame personen van dat samenwerkingsverband tot de stafmaatschap toetreden. 2. Het stafmaatschapsbestuur beslist binnen één maand na ontvangst van de aanvraag over de toelating. Het stafmaatschapsbestuur bepaalt de datum van toelating welke gelijk is aan de datum van opname in het ledenregister. In geval van niet toelating kan de stafmaatschapsvergadering alsnog tot toelating besluiten. 3. Het stafmaatschapsbestuur houdt een ledenregister bij, waarin de namen en adressen van alle maatschapsleden zijn opgenomen. De maatschapsleden zijn verplicht tot opgave van de in de vorige zin bedoelde gegevens. Opname in het ledenregister geldt als bewijs van toelating. Leden van de stafmaatschap die op de hiervoor bepaalde wijze worden toegelaten ná de datum van ondertekening van dit stafmaatschapstatuut, zullen worden vermeld in het door het stafmaatschapsbestuur onderhouden ledenregister dat als aanhangsel bij dit stafmaatschapstatuut wordt toegevoegd. 4. Alle voor het maatschapslid bestemde kennisgevingen kunnen geschieden aan het adres volgens het ledenregister. 5. Het lidmaatschap is niet overdraagbaar en niet vatbaar voor overgang onder algemene titel. Artikel 9: Beëindiging lidmaatschap 1. Het lidmaatschap eindigt: a. indien en zodra de toelatingsovereenkomst van de medisch specialist vrij beroepsbeoefenaar een einde heeft genomen; b. ten gevolge van opzegging door het maatschapslid welke opzegging moet geschieden bij aangetekende brief, waarvan het stafmaatschapsbestuur binnen veertien dagen na ontvangst de ontvangst bevestigt, uiterlijk drie maanden vóór het einde van het boekjaar, dan wel drie maanden voor de beëindiging van de toelatingsovereenkomst. Wanneer voortduring van de stafmaatschapovereenkomst redelijkerwijze niet van het maatschapslid kan worden gevergd,
c. d. e. f. g.
h. i.
kan de opzegging op ieder tijdstip geschieden met onmiddellijke ingang. Het maatschapslid blijft gebonden aan besluiten die voorafgaand aan de beëindiging in het kader van dit stafmaatschapstatuut zijn genomen. Het stafmaatschapsbestuur inventariseert de verplichtingen die het betreffende maatschapslid binden ook ná datum van beëindiging van het lidmaatschap en zal in overleg met het betreffende maatschapslid hieromtrent een overgangsregeling vaststellen. De bevoegdheid tot opzegging met onmiddellijke ingang door het maatschapslid bestaat niet in geval van wijziging van geldelijke rechten en verplichtingen of in het geval van wijziging van dit stafmaatschapstatuut; door het bereiken van de vijfenzestigjarige leeftijd van het maatschapslid conform het bepaalde in de toelatingsovereenkomst; door overlijden van het maatschapslid; door faillissement en/of door verlies van het vrije beheer over het vermogen op andere wijze van het maatschapslid; doordat surséance van betaling jegens het maatschapslid is verleend; door opzegging door het stafmaatschapsbestuur met onmiddellijke ingang namens de stafmaatschap door middel van aangetekende brief met bericht van ontvangst met vermelding van redenen door het bestuur in de navolgende gevallen: − wanneer een maatschapslid na daartoe bij herhaling schriftelijk te zijn aangemaand bij het einde van het desbetreffende boekjaar nog niet zijn financiële verplichtingen jegens de stafmaatschap is nagekomen; − wanneer een maatschapslid niet meer voldoet aan de voorwaarden, die voor de toelating van de stafmaatschap zijn gesteld; − wanneer redelijkerwijs de voortduring van het lidmaatschap niet langer van de stafmaatschap kan worden gevergd; Wat betreft een maatschapslid dat deel uitmaakt van een samenwerkingsverband, indien en zodra niet alle leden van dat samenwerkingsverband lid zijn van de stafmaatschap. Wat betreft een praktijkvennootschap eindigt het lidmaatschap daarvan, indien de medisch specialist die conform het bepaalde in lid 1 de praktijkvennootschap voert zijn lidmaatschap zou hebben verloren als ware hij als natuurlijke persoon lid geweest van de stafmaatschap.
2. Aan het betrokken maatschapslid staat binnen één maand na ontvangst van de opzegging schriftelijk beroep op de stafmaatschapsvergadering open. Gedurende de beroepstermijn en hangende het beroep is het maatschapslid geschorst. Het besluit van de stafmaatschapsvergadering omtrent de opzegging wordt genomen met een meerderheid van vier/vijfde van het aantal geldig uitgebrachte stemmen, in een vergadering waarin ten minste twee/derde van de maatschapsleden aanwezig of vertegenwoordigd is. 3. Wanneer de toelating eindigt in de loop van het boekjaar is het maatschapslid de contributie voor het geheel verschuldigd, tenzij het stafmaatschapsbestuur anders beslist. 4. Bij beëindiging van het lidmaatschap blijft de stafmaatschap voortbestaan tussen de overige maatschapsleden. Het voormalige maatschapslid kan geen rechten doen gelden op een deel van de eventuele goederengemeenschap dan wel het vermogen van de stafmaatschap; dit verblijft aan de stafmaatschap. Toelichting bij lid 2: Het maatschapslid wordt geschorst in zijn hoedanigheid van maatschapslid, niet in die van medisch specialist. Anders gezegd, het maatschapslid wordt geschorst in de zin van het stafmaatschapstatuut, niet in de zin van zijn toelating tot het ziekenhuis. Artikel 10:
Verplichtingen van de leden
1. De maatschapsleden dienen zich te gedragen naar de besluiten die door de stafmaatschapsvergadering zijn genomen. Voorts zijn zij gehouden de belangen van de stafmaatschap te behartigen en zich te gedragen naar de bepalingen vastgelegd in het stafmaatschapstatuut en het huishoudelijk reglement. 2. Nieuwe maatschapsleden zijn gebonden aan de reeds bestaande verplichtingen als bedoeld in het vorige lid. 3. De maatschapsleden zijn verplicht jaarlijks een contributie te betalen. Vaststelling en wijziging van de contributie kan uitsluitend geschieden door een meerderheidsbesluit van de stafmaatschapsvergadering, waarbij ten minste drie/vierde van de maatschapsleden aanwezig of vertegenwoordigd is. De contributie van de maatschapsleden dient ter dekking van de kosten van beheer en administratie van de stafmaatschap. Bij toetreding tot de stafmaatschap kunnen nieuwe maatschapsleden worden verplicht tot het betalen van een eenmalige financiële vergoeding. De stafmaatschapsvergadering kan besluiten dat de maatschapsleden een kapitaalstorting dienen te verrichten. De maatschapsleden zullen voor een dergelijke kapitaalstorting in de boeken van de stafmaatschap worden gecrediteerd. Het gestorte kapitaal zal worden terugbetaald bij ontbinding van de stafmaatschap overeenkomstig artikel 26 alsmede in afwijking van het bepaalde in artikel 9 lid 4, bij beëindiging van het lidmaatschap. 4. Ingeval van aanvang en bij beëindiging van het lidmaatschap in de loop van een boekjaar, de contributie over dat jaar pro rata parte verschuldigd. 5. De berekeningen conform de leden 3en 4 van dit artikel worden gecorrigeerd naar rato van de parttimefactor. 6. De maatschapsleden zijn, behoudens verhindering, gehouden de stafmaatschapsvergadering bij te wonen. Toelichting lid 6: Verhindering dient uitzondering te zijn. Artikel 11: Stafmaatschapsvergadering De stafmaatschapsvergadering heeft alle bevoegdheden die niet aan andere organen zijn opgedragen, waaronder de bevoegdheid tot: a. vaststelling van de jaarrekening; b. vaststelling van de contributie voor het volgende jaar; c. bepaling van de besteding van de winst; d. wijziging van het stafmaatschapstatuut. Artikel 12 1. In de stafmaatschapsvergadering heeft ieder maatschapslid het recht één stem uit te brengen. 2. Een maatschapslid kan zich door middel van een schriftelijke volmacht door een ander maatschapslid laten vertegenwoordigen. Een maatschapslid kan slechts als vertegenwoordiger van één ander maatschapslid optreden. Toelichting lid 1: Desgewenst kan ook voor een andere stemverdeling worden gekozen. Denk bijvoorbeeld aan de volgende bepaling: In de stafmaatschapsvergadering heeft elk maatschapslid dat voor meer dan 50 procent werkzaam is in het ziekenhuis twee stemmen en elk maatschapslid dat voor 50 of minder procent werkzaam is in het ziekenhuis één stem.
Toelichting lid 2: Indien er sprake is van een kernmaatschap kan uiteraard voor een andere vertegenwoordigingsvariant worden gekozen. Leden van een bepaalde maatschap dan wel samenwerkingsverband kunnen zich in zo’n geval bijvoorbeeld laten vertegenwoordigen door een door hen gezamenlijk aan te wijzen lid van de maatschap resp. samenwerkingsverband met de daaraan gekoppelde stemverhouding. Artikel 13 1. Ieder jaar worden ten minste twee stafmaatschapsvergaderingen gehouden, waarvan één binnen zes maanden na afloop van het boekjaar (nader te noemen: de jaarvergadering). 2. In de jaarvergadering worden onder meer aan de orde gesteld: a. vaststelling van de jaarrekening; b. vaststelling van de contributie voor het volgende jaar. 3. Het stafmaatschapsbestuur brengt in deze vergadering zijn jaarrekening uit en legt onder overlegging van de nodige bescheiden, waaronder in ieder geval een balans en een staat van baten en lasten, welke wordt vergezeld door een verklaring van de als hierna in lid 5 bedoelde registeraccountant of accountant-administratieconsulent, rekening en verantwoording af over het gevoerde beleid. 4. De opgemaakte jaarrekening moet worden ondertekend door alle stafmaatschapsbestuursleden; ontbreekt de ondertekening van een of meer hunner, dan wordt daarvan onder opgave van redenen melding gemaakt. Het stafmaatschapsbestuur legt de jaarrekening met de accountantsverklaring vanaf de oproep voor de jaarvergadering ter inzage te haren kantore dan wel ter bestemder plekke. 5. De stafmaatschapsvergadering verleent op voordracht van het stafmaatschapsbestuur opdracht tot onderzoek van de jaarrekening door een registeraccountant of accountant-administratieconsulent De stafmaatschapsvergadering kan de aan de registeraccountant of accountant-administratieconsulent verleende opdracht te allen tijde intrekken. 6. Het stafmaatschapsbestuur is verplicht aan de in lid 5 bedoelde registeraccountant of accountantadministratieconsulent alle nodige en gewenste inlichtingen te verschaffen, alle boeken en bescheiden ter inzage te geven en de kas en verdere waarden van de stafmaatschap te tonen. Het stafmaatschapsbestuur is verplicht alle medewerking te verlenen voor de controle. 7. Vaststelling door de stafmaatschapsvergadering van de jaarrekening strekt het stafmaatschapsbestuur tot décharge voor het door hem gevoerde financiële beleid. Artikel 14 Besluiten van de stafmaatschapsvergadering met betrekking tot de vaststelling van wenselijke/feitelijke productie- en honorariumbudgetten, c.q. onderwerpen genoemd in artikel 5 lid 1 sub d, k en p kunnen slechts worden genomen in een vergadering, waarin ten minste drie/vierde van het totale aantal maatschapsleden aanwezig of vertegenwoordigd is, en met een meerderheid van drie/vierde van het aantal uitgebrachte stemmen. Toelichting: Er is in de praktijk verschil tussen feitelijke en wenselijke budgetten. Van wenselijke budgetten is sprake op het moment dat de inzet voor onderhandelingen wordt vastgelegd. Als vervolgens met de verzekeraars overeenstemming is bereikt over de budgetten dan zijn dit de feitelijke budgetten. Uiteraard kan men ervoor kiezen de vereiste mate van consensus hoger of lager te stellen dan in vorenstaande modelbepaling wordt voorgesteld, alsmede de onderwerpen met betrekking tot een zodanige besluitvorming naar behoefte uit te breiden of in te korten. Een alternatief kan ook zijn; “De staf kan geen ledenbindende besluiten nemen over zaken die de materiele belangen van een of meer vrijgevestigde
stafleden kunnen beïnvloeden, of die de ondernemersbevoegdheden betreft, tenzij met toestemming van betrokkenen. Tot deze zaken behoren ondermeer, maar niet uitsluitend: financiën, budgetten, productieafspraken en harmonisatie.” Of : “Iedere vakgroep heeft het recht op een budget conform het landelijk gemiddelde.” Of: “De financiën mogen door besluitvorming in de stafmaatschap niet meer dan een bepaald percentage worden geschaad.” De raamovereenkomst met het ziekenhuis en de zorgverzekeraar voorziet meestal niet in bindende meerderheidsbesluitvorming binnen de kring van medisch specialisten vrij beroepsbeoefenaren met betrekking tot de gemeenschappelijke baten van het lokaal initiatief, de oplossing van knelpunten met gebruikmaking van de ‘knelpuntenpot’, c.q. vaststelling van feitelijke of wenselijke productie- en honorariumbudgetten per specialisme, implementatie van inkomensen werklastharmonisatie etc. Dit heeft tot gevolg dat productie- en budgetafspraken met het ziekenhuis en/of de zorgverzekeraar, alsmede onderlinge afspraken omtrent de verdeling van de budgetten, slechts tot stand kunnen komen met de instemming van alle betrokken vrijgevestigde specialisten. Dit kan in de praktijk problemen opleveren. Dit stafmaatschapstatuut biedt een basis voor bindende meerderheidsbesluitvorming binnen de kring van de betrokken specialisten, ook al worden volgens dit model de praktijken c.q. de productie- en honorariumbudgetten niet ingebracht. Artikel 15 1. De stafmaatschapsvergaderingen worden bijeengeroepen door het stafmaatschapsbestuur, met inachtneming van een termijn van ten minste zeven dagen, welke termijn in spoedeisende gevallen drie dagen mag zijn, de dag van oproeping en die der vergadering niet meegerekend. De bijeenroeping geschiedt door een schriftelijke mededeling, welke de agenda en de daarbij behorende gegevens bevat, aan het adres van het maatschapslid als opgenomen in het ledenregister. 2. Behalve in die gevallen, waar het stafmaatschapstatuut anders bepaalt, neemt de stafmaatschapsvergadering zijn besluiten met gewone meerderheid van stemmen. Blanco en ongeldig uitgebrachte stemmen worden geacht niet te zijn uitgebracht. 3. Indien in enige vergadering niet het voor een te nemen besluit vereiste aantal maatschapsleden aanwezig of vertegenwoordigd is, zal in een volgende vergadering omtrent hetzelfde onderwerp kunnen worden besloten met de voor het te nemen besluit voorgeschreven meerderheid van stemmen, ongeacht het op die vergadering aanwezige of vertegenwoordigde aantal maatschapsleden. 4. Voorts is het stafmaatschapsbestuur verplicht op schriftelijk verzoek van een zodanig aantal maatschapsleden als bevoegd is tot het uitbrengen van een/tiende van het aantal stemmen dat in een voltallige stafmaatschapsvergadering kan worden uitgebracht, tot het bijeenroepen van een stafmaatschapsvergadering op een termijn van niet langer dan vier weken na indiening van het verzoek. Indien aan het verzoek niet binnen veertien dagen gehoor wordt gegeven kunnen de verzoekers zelf tot de bijeenroeping overgaan met overeenkomstige toepassing van het in lid 1 bepaalde. De verzoekers kunnen alsdan anderen dan stafmaatschapsbestuursleden belasten met de leiding van de vergadering en het opstellen van de notulen. 5. Stemming over personen geschiedt schriftelijk met gesloten ongetekende briefjes. Stemming over zaken geschiedt mondeling, tenzij de voorzitter anders beslist. Bij staking van stemmen over zaken wordt het voorstel geacht te zijn verworpen. Verkrijgt bij de verkiezing van personen bij eerste stemming niemand meer dan de helft van het aantal geldig uitgebrachte stemmen, dan wordt een tweede stemming gehouden. De tweede stemming geschiedt tussen de twee personen die bij de eerste stemming de hoogste stemmenaantallen behaalden of zoveel meer als onvermijdelijk is door gelijkheid van de aantallen in de eerste stemming geworven stemmen. Indien ook in de tweede stemming geen volstrekte meerderheid wordt verkregen, beslist het lot. 6. Het ter stafmaatschapsvergadering uitgesproken oordeel van de voorzitter omtrent de uitslag van een stemming is beslissend. Hetzelfde geldt voor de inhoud van een genomen besluit. Wordt onmiddellijk na het uitspreken van het oordeel van de voorzitter de juistheid daarvan betwist, dan vindt een nieuwe stemming plaats,
wanneer de meerderheid van de vergadering of, indien de oorspronkelijke stemming niet hoofdelijk of schriftelijk geschiedde, een stemgerechtigde aanwezige dit verlangt. Door de nieuwe stemming vervallen de rechtsgevolgen van de oorspronkelijke stemming. 7. De voorzitter van het stafmaatschapsbestuur, bij diens afwezigheid de vice-voorzitter van het stafmaatschapsbestuur of bij diens afwezigheid een ander stafmaatschapsbestuurslid, aan te wijzen door het stafmaatschapsbestuur, treedt op als voorzitter van de stafmaatschapsvergadering. 8. Zolang in een stafmaatschapsvergadering alle maatschapsleden aanwezig of vertegenwoordigd zijn, kunnen geldige besluiten worden genomen, mits met algemene stemmen, omtrent alle aan de orde komende onderwerpen - dus mede een voorstel tot wijziging van het stafmaatschapstatuut of tot ontbinding van de stafmaatschap - ook al heeft geen oproeping plaatsgehad of is deze niet op de voorgeschreven wijze geschied of is enig ander voorschrift omtrent het oproepen en houden van vergaderingen of een daarmee verband houdende formaliteit niet in acht genomen. 9. Het stafmaatschapsbestuur kan besluiten niet-leden als toehoorders of adviseurs tot de stafmaatschapsvergadering toe te laten. 10. Het stafmaatschapsbestuur doet notulen houden van de stafmaatschapsvergadering, welke notulen na opname van eventueel door de stafmaatschapsvergadering nodig geachte wijzigingen worden goedgekeurd in de eerstvolgende stafmaatschapsvergadering. 11. De door de stafmaatschapsvergadering genomen besluiten worden door middel van afschriften ter kennis gebracht aan de maatschapsleden en worden gebundeld in een besluitenboek, dat wordt beheerd door het stafmaatschapsbestuur. Aan nieuwe maatschapsleden wordt deze overeenkomst en een kopie van de inhoud van het besluitenboek ter hand gesteld. Toelichting bij lid 11: De besluiten van de stafmaatschap worden weliswaar in de notulen van de vergaderingen vastgelegd, doch in de praktijk blijkt, dat deze afspraken vaak na enige tijd vergeten zijn en niet ter kennis worden gebracht van de nieuwe leden van de stafmaatschap. Het is van belang dat het besluitenboek up-to-date blijft en dat zonodig bepaalde besluiten opnieuw worden bezien. Eén van de eisen die aan het goed functioneren van de stafmaatschap worden gesteld is een efficiënt besluitvormingsproces, zonder dat een dergelijk proces ertoe leidt dat het draagvlak binnen de stafmaatschap verloren gaat. Om de slagvaardigheid en de betrokkenheid binnen de stafmaatschap te vergroten, kan een kernmaatschap worden ingesteld. (Een en ander kan worden geregeld in het huishoudelijk reglement.) Via daartoe gekozen/aangewezen vertegenwoordigers van de verschillende specialismen wordt uit de stafmaatschap een vertegenwoordigend orgaan van hanteerbare omvang in het leven geroepen. Het goed functioneren van de kernmaatschap is voornamelijk afhankelijk van de mate waarin alle maatschapsleden van informatie worden voorzien en zij hun inbreng hebben ten aanzien van de besluitvorming in de kernmaatschap. In het huishoudelijk reglement dienen met betrekking tot de kernmaatschap minimaal de volgende onderwerpen geregeld te zijn: • Ieder samenwerkingsverband is vertegenwoordigd in de kernmaatschap, omdat ieder samenwerkingsverband een afgevaardigde en een plaatsvervanger kiest. • De leden van de kernmaatschap worden geacht zich voldoende te hebben geïnformeerd over de meningen binnen hun samenwerkingsverband over de geagendeerde onderwerpen. • De leden van de kernmaatschap zijn verplicht de leden van hun samenwerkingsverband volledig te informeren. • De kernmaatschap is niet tot meer bevoegd dan de stafmaatschapsvergadering. Bij overschrijding van deze bevoegdheid kan een correctie plaatsvinden in de stafmaatschapsvergadering. • De kernmaatschapsvergaderingen zijn steeds toegankelijk voor alle leden van de stafmaatschap. • Alle leden van de stafmaatschap worden steeds integraal van alle informatie op de hoogte gehouden door toezending van alle stukken.
• •
Ieder maatschapslid heeft naast de (plaatsvervangend) afgevaardigde van zijn samenwerkingsverband de mogelijkheid om het woord te voeren. De voorzitter van de stafmaatschapsvergadering moet het recht van spreken honoreren, tenzij zwaarwichtige redenen daaraan in de weg staan. De (plaatsvervangend) afgevaardigde kan geen andere stemverhouding van zijn achterban (de specialisten van zijn samenwerkingsverband) doorgeven in de kernmaatschapsvergaderingen dan de stemverhouding die in het betreffende samenwerkingsverband tot stand is gekomen. De (plaatsvervangend) afgevaardigde heeft immers expliciet zitting in de kernmaatschap namens de specialisten van zijn samenwerkingsverband en niet op eigen titel.
Artikel 16: Stafmaatschapsbestuur 1. Het stafmaatschapsbestuur bestaat uit drie of meer doch maximaal zeven maatschapsleden, die door de stafmaatschapsvergadering worden benoemd uit de leden van de stafmaatschap, met uitzondering van het eerste stafmaatschapsbestuur dat bij deze akte wordt benoemd. Het aantal stafmaatschapsbestuursleden wordt met inachtneming van het in de vorige zin bepaalde door de stafmaatschapsvergadering vastgesteld. Alle snijdende specialismen tezamen, alle niet-snijdende specialismen tezamen, en alle ondersteunende specialismen tezamen, kunnen ieder één bindende voordracht voor een stafmaatschapsbestuurszetel doen. De voorzitter wordt door de stafmaatschapsvergadering in functie benoemd. De vice-voorzitter, secretaris en penningmeester worden door het stafmaatschapsbestuur zelf aangewezen. De functies van secretaris en penningmeester kunnen door één persoon worden uitgeoefend. Het lidmaatschap van het stafmaatschapsbestuur is onverenigbaar met het lidmaatschap van het bestuur van een stafmaatschap van medisch specialisten in een ander ziekenhuis. 2. De stafmaatschapsvergadering kan ieder stafmaatschapsbestuurslid of het gehele stafmaatschapsbestuur schorsen indien zij daartoe termen aanwezig acht. Voor een zodanig besluit wordt genomen, krijgt betrokkene de gelegenheid zich staande de vergadering van de stafmaatschap te verdedigen. 3. Ingeval van schorsing wordt in de eerstvolgende stafmaatschapsvergadering besloten of de schorsing wordt omgezet in ontslag of dat de schorsing wordt opgeheven. 4. Gedurende de schorsing kan het stafmaatschapsbestuurslid zijn bestuurstaken niet uitoefenen. 5. In de stafmaatschapsvergadering, waarin tot schorsing van het gehele stafmaatschapsbestuur of het enig overgebleven bestuurslid is besloten, wordt tevens een tijdelijk stafmaatschapsbestuur benoemd van vier maatschapsleden. 6. Ingeval van belet of ontstentenis van een stafmaatschapsbestuurslid zijn de overgebleven bestuursleden of is het enig overgebleven bestuurslid tijdelijk met het gehele bestuur van de stafmaatschap belast, terwijl bij belet of ontstentenis van alle stafmaatschapsbestuursleden de stafmaatschap tijdelijk wordt bestuurd door de persoon, die daartoe door de stafmaatschapsvergadering wordt aangewezen, onder verplichting voor het bestuur om zo spoedig mogelijk een stafmaatschapsvergadering bijeen te roepen teneinde in de vacature(s) te voorzien. Toelichting: Het gaat in lid 2 niet om schorsing in de zin van de toelatingsovereenkomst. Artikel 17: Einde stafmaatschapsbestuurslidmaatschap 1. Een bestuurslid verliest zijn functie door: a. aftreden; b. verlies lidmaatschap van de stafmaatschap;
c. ontslag, verleend door de stafmaatschapsvergadering. 2. Aftreden dient te geschieden in een stafmaatschapsbestuursvergadering dan wel schriftelijk op enig ander moment met dien verstande dat de beëindiging van het stafmaatschapsbestuurslidmaatschap niet eerder dan met ingang van de eerstvolgende stafmaatschapsbestuursvergadering geschiedt. Wanneer voortduring van het stafmaatschapsbestuurslidmaatschap redelijkerwijze niet van het bestuurslid kan worden gevergd kan de opzegging op ieder tijdstip geschieden met onmiddellijke ingang. 3. Voor een besluit tot ontslag wordt genomen krijgt betrokkene de gelegenheid zich staande de vergadering te verdedigen, behoudens in het geval ontslag volgt op een schorsing. 4. Jaarlijks treden één of meer bestuursleden af na verloop van een termijn van drie jaar volgens een door het stafmaatschapsbestuur op te maken rooster. De aftredende is éénmaal terstond herkiesbaar. Een opvolger van een bestuurder neemt op het rooster diens plaats in. Toelichting bij lid 4: Indien gewenst kan in het stafmaatschapstatuut worden bepaald, dat de voorzitter of aftredende bestuursleden in het algemeen, vaker dan éénmaal terstond herkiesbaar zijn. Artikel 18: Stafmaatschapsbestuurstaak 1. Het stafmaatschapsbestuur is belast met het besturen van de stafmaatschap. 2. Het stafmaatschapsbestuur voert zijn taak onder meer uit door: a. het voorbereiden van de stafmaatschapsvergaderingen; b. het voorbereiden en uitvoeren van de besluiten van de stafmaatschapsvergadering; c. het coördineren van de werkzaamheden van de stafmaatschap; d. het zorgdragen voor goede onderlinge samenwerking en communicatie tussen de maatschapsleden; e. het bevorderen van goede samenwerking en communicatie tussen de stafmaatschap c.q. haar maatschapsleden enerzijds, en de medewerkers en diensten van het ziekenhuis anderzijds. 3. Elk stafmaatschapsbestuurslid is tegenover de stafmaatschap gehouden tot een behoorlijke vervulling van de hem opgedragen taak. Indien het een aangelegenheid betreft, welke tot de portefeuille van twee of meer bestuursleden behoort, is ieder van hen hoofdelijk aansprakelijk, tenzij hij bewijst dat de tekortkoming niet aan hem te wijten is en dat hij niet nalatig is geweest in het treffen van maatregelen om de gevolgen daarvan af te wenden. 4. Aan de goedkeuring van de stafmaatschapsvergadering zijn, onverminderd het elders in het stafmaatschapstatuut bepaalde, onderworpen de voorgenomen besluiten van het stafmaatschapsbestuur omtrent: a. het aangaan van overeenkomsten boven een bepaalde geldelijke limiet binnen een bepaalde periode, een en ander jaarlijks door de stafmaatschapsvergadering vast te stellen; b. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5. Het stafmaatschapsbestuur is verplicht van de vermogenstoestand van de stafmaatschap zodanige aantekeningen te houden, dat daaruit te allen tijde haar rechten en verplichtingen kunnen worden gekend. 6. Het stafmaatschapsbestuur is verplicht de in het vorige lid en de in artikel 13 lid 3, artikel 15 leden 10 en 11 en artikel 20 lid 1 vermelde bescheiden tien jaar te bewaren. 7. De notulen van de stafmaatschapsbestuursvergaderingen worden desgevraagd aan de maatschapsleden van de stafmaatschap beschikbaar gesteld. Er kan echter door het
stafmaatschapsbestuur een uitzondering worden gemaakt voor passages uit de notulen welke gegevens bevatten waaromtrent het stafmaatschapsbestuur zich jegens één of meer maatschapsleden tot geheimhouding heeft verplicht. Het stafmaatschapsbestuur dient de uitzondering te motiveren. Toelichting: De opsomming van bestuurstaken in lid 2 is niet limitatief. Artikel 19: Vertegenwoordiging 1. Het stafmaatschapsbestuur vertegenwoordigt de stafmaatschap in en buiten rechte. 2. De stafmaatschap wordt tevens in en buiten rechte vertegenwoordigd door de voorzitter en vicevoorzitter tezamen of door de voorzitter en de penningmeester tezamen of door de secretaris en de penningmeester tezamen. 3. Indien de in lid 2 vermelde vertegenwoordiging niet mogelijk is door belet of ontstentenis van genoemde functionarissen mogen in hun plaats één of twee in onderling overleg in het stafmaatschapsbestuur aan te wijzen stafmaatschapsbestuursleden optreden. 4. De bevoegdheid tot vertegenwoordiging van het stafmaatschapsbestuur strekt zich ook uit tot het voeren van onderhandelingen over afspraken omtrent productievolume, honorariumbudget en vergelijkbare onderwerpen met derden. Stafmaatschap- of ledenbindende overeenkomsten op deze gebieden kunnen echter door het stafmaatschapsbestuur eerst worden aangegaan na verkregen goedkeuring van de stafmaatschapsvergadering c.q. van de desbetreffende specialismen/specialisten, op de wijze zoals is bepaald in dit stafmaatschapstatuut. Toelichting: Over de gebondenheid van de maatschapsleden en de bestuursleden kan grosso modo het volgende worden opgemerkt. Beoogde gebondenheid van de maatschapsleden jegens derden ontstaat indien het bestuur van de stafmaatschap, handelend binnen de hem bij of krachtens de overeenkomst toegekende bevoegdheden, namens de (leden van de) stafmaatschap, verplichtingen jegens derden aangaat. Dan is er geen probleem. Er is alleen een probleem bij niet beoogde gebondenheid. Niet beoogde gebondenheid kan ontstaan: (1) indien het bestuur van de stafmaatschap namens de (leden van de) stafmaatschap verplichtingen jegens derden aangaat en daarbij de haar toegekende bevoegdheden overschrijdt. Derden zullen al gauw mogen vertrouwen op de bevoegdheid van het stafmaatschapsbestuur. Het is dus zaak dat het bestuur van de stafmaatschap dat niet doet (2) indien een maatschapslid, niet zijnde een stafmaatschapsbestuurslid, namens de (leden van de) stafmaatschap verplichtingen jegens derden aangaat zonder daartoe volmacht te hebben verkregen. Gebondenheid van de stafmaatschap ontstaat in dat geval echter alleen als er sprake is van bijzondere omstandigheden (zoals bijvoorbeeld een door de overige stafmaatschapsleden gewekte schijn van bevoegdheid). In beginsel is in een dergelijk geval alleen het betreffende stafmaatschapslid gebonden. (3) indien een onbevoegde derde, niet zijnde een stafmaatschapslid namens de (leden van de) stafmaatschap verplichtingen aangaat. Ook in zo’n geval zijn de stafmaatschap c.q. de stafmaatschapsleden alleen gebonden wanneer zich bijzondere omstandigheden voordoen (zoals door de stafmaatschapsleden gewekte schijn van bevoegdheid). Wanneer de stafmaatschap door onbevoegde vertegenwoordiging wordt gebonden, kan zij de onbevoegde vertegenwoordiger(s) onder omstandigheden aansprakelijk houden voor de schade. Dit geldt in alle drie van de genoemde gevallen. In een geval van onbevoegde vertegenwoordiging waarin de stafmaatschap niet gebonden wordt, loopt de onbevoegde vertegenwoordiger het risico dat hij door een derde met succes aansprakelijk wordt gesteld voor de geleden schade. Kortom, alle betrokkenen, met name ook het stafmaatschapsbestuur, doen er goed aan binnen hun bevoegdheden te blijven. 20: Stafmaatschapsbestuursvergaderingen 1. De voorzitter van het stafmaatschapsbestuur leidt de bestuursvergaderingen. Bij diens afwezigheid leidt de vice-voorzitter de vergadering, en wanneer ook deze afwezig is voorziet de vergadering zelf
in het voorzitterschap. De secretaris van het stafmaatschapsbestuur of de bij diens afwezigheid door de voorzitter aangewezen aanwezige houdt de notulen, die staande de vergadering of in de eerstkomende vergadering van het stafmaatschapsbestuur worden vastgesteld. 2. In de stafmaatschapsbestuursvergaderingen brengt elk bestuurslid één stem uit. Blanco stemmen en ongeldige stemmen worden geacht niet te zijn uitgebracht. Alle besluiten worden genomen met volstrekte meerderheid van stemmen in een vergadering waarin ten minste de helft van het aantal bestuursleden aanwezig of vertegenwoordigd is. In geval van staking van stemmen beslist de stafmaatschapsvergadering indien een bestuurslid zulks verlangt. Indien geen bestuurslid een beslissing van de stafmaatschapsvergadering verlangt, is het voorstel verworpen. Indien een bestuurslid zulks verlangt, geschiedt de stemming schriftelijk bij gesloten ongetekende briefjes. 3. Stafmaatschapsbestuursvergaderingen worden gehouden zo dikwijls de voorzitter of twee andere bestuursleden zulks verlangt/verlangen. De oproeping tot de vergadering geschiedt door middel van een schriftelijke mededeling welke de agenda bevat, gericht aan elk bestuurslid afzonderlijk. De termijn van oproeping bedraagt ten minste vijf dagen, de dag van de oproeping en die van de vergadering niet meegerekend. 4. Stafmaatschapsbestuursleden kunnen zich ter vergadering door een daartoe schriftelijk gemachtigd mede-bestuurslid doen vertegenwoordigen. 5. Indien in een vergadering alle stafmaatschapsbestuursleden aanwezig of vertegenwoordigd zijn, kan over alle onderwerpen rechtsgeldig worden besloten ook al is niet aan de in lid 3 van dit artikel vermelde voorschriften voldaan. Artikel 21: Commissies Het stafmaatschapsbestuur is bevoegd onder zijn verantwoordelijkheid bepaalde onderdelen van zijn taak te doen uitvoeren door één of meer commissies. Artikel 22: Financieel beheer 1. Het inkomenvan de stafmaatschap bestaat uit: a. contributies van de maatschapsleden; b. vergoedingen voor de door de stafmaatschap verrichte diensten; c. schenkingen, erfstellingen en legaten; d. subsidies en bijdragen of uitkeringen al dan niet krachtens enigerlei overeenkomst aan haar verschuldigd; e. opbrengsten van vermogen; f. alle andere wettig verkregen middelen. 2. Nalatenschappen kunnen uitsluitend onder het voorrecht van boedelbeschrijving worden aanvaard. Toelichting bij lid 1: De contributie wordt vastgesteld door de stafmaatschapsvergadering. De stafmaatschap moet over een budget kunnen beschikken (sub b). De penningmeester dient dit budget te bewaken. Voorts dient men zich te realiseren dat indien door de stafmaatschap diensten worden verricht waarvoor vergoedingen worden gevraagd hiervoor een omzetbelastingplicht kan ontstaan (sub c). De problematiek ten aanzien van de omzetbelasting wordt momenteel nader onderzocht. Zodra daarover meer duidelijkheid bestaat, zal nader bericht volgen. Artikel 23: Winst en verlies 1. Onder de winst van de stafmaatschap wordt verstaan het inkomen zoals hierboven in artikel 22 genoemd, verminderd met alle kosten en uitgaven die door de gezamenlijke activiteiten zijn
veroorzaakt. 2. De winst wordt uitgekeerd aan de maatschapsleden. De aan ieder maatschapslid uit te keren winst wordt na een daartoe strekkend besluit van de stafmaatschapsvergadering in gelijke delen uitgekeerd aan de maatschapsleden. Het bepaalde in artikel 10 lid 5 is van overeenkomstige toepassing.. 3. Winstuitkeringen zijn betaalbaar vier weken na vaststelling daarvan door de stafmaatschapsvergadering, tenzij de stafmaatschapsvergadering daartoe op voorstel van het stafmaatschapsbestuur een andere datum bepaalt. 4. Winstuitkeringen die binnen vijf jaren, nadat zij opeisbaar zijn geworden, niet in ontvangst zijn genomen vervallen aan de stafmaatschap. 5. Het stafmaatschapsbestuur kan, onder voorafgaande goedkeuring van de stafmaatschapsvergadering, tot een tussentijdse winstuitkering besluiten. Indien in enig jaar sprake is van een tekort kan de stafmaatschapsvergadering voor dat jaar, zonodig achteraf, een aanvullende contributie vaststellen op de wijze zoals bepaald in artikel 10. Artikel 10 lid 4 is op een dergelijke aanvullende contributie van overeenkomstige toepassing. Toelichting: In dit artikel wordt een en ander geregeld ten aanzien van de winstverdeling. Hierbij dient te worden opgemerkt dat een maatschap fiscaal transparant is. Het is dus niet mogelijk om in een maatschap winsten te reserveren, de winsten behoren immers toe aan de individuele maten. Dit in tegenstelling tot de coöperatie, waarin reservering wel mogelijk was. Het beleid van de fiscus is er tot op heden op gericht om de reservering van gelden dan ook te negeren en dit als winst bij de stafmaatschapsleden te gaan belasten. Denk hierbij bijvoorbeeld aan reserveringen in het kader van knelpunten- en andere potten, waarin soms aanzienlijke sommen geld worden gereserveerd. Ter voorkoming van dit probleem wordt er momenteel met de fiscus overleg gevoerd om zulke reserveringen ook na 1 januari 2000 nog bij de coöperatie onder te kunnen blijven brengen voor een bepaalde tijd. Uiteraard is dan wel voorwaarde dat de coöperatie nog blijft voortbestaan als verrekencentrum. De fiscus is namelijk van mening dat dergelijke knelpuntpotgelden vallen onder de stafmaatschap en niet meer onder de coöperatie. De uitkomst van dit overleg is nog niet bekend. Artikel 24: Huishoudelijk reglement 1. De stafmaatschapsvergadering kan bij huishoudelijk reglement nadere regelen stellen omtrent lidmaatschap, contributies, entreegelden, vergaderingen, werkzaamheden van het stafmaatschapsbestuur en alle verdere onderwerpen waarvan regeling haar gewenst voorkomt. 2. De vaststelling van een huishoudelijk reglement van de stafmaatschap en de wijziging ervan geschiedt bij besluit van de stafmaatschapsvergadering op verzoek van het stafmaatschapsbestuur of van de meerderheid van de maatschapsleden. 3. Het huishoudelijk reglement wijkt niet af van het stafmaatschapstatuut; eventuele strijdige bepalingen worden voor niet-geschreven gehouden en worden onverwijld gewijzigd. In geval van strijdigheid met de toelatingsovereenkomst, prevaleert de toelatingsovereenkomst. Artikel 25: Wijziging van het stafmaatschapstatuut 1. Wijziging van het stafmaatschapstatuut kan slechts plaatshebben door een besluit van de stafmaatschapsvergadering. In de agenda wordt alsdan de letterlijke tekst van de statuten voor zover van belang en van de wijzigingsvoorstellen opgenomen. 2. Besluiten tot wijziging van het stafmaatschapstatuut kunnen slechts worden genomen in een vergadering, waarin ten minste drie/vierde van het totale aantal maatschapsleden aanwezig of
vertegenwoordigd is, en met een meerderheid van drie/ vierde van het aantal geldig uitgebrachte stemmen. Artikel 26: Ontbinding en vereffening 1. De stafmaatschap wordt uitsluitend ontbonden door een besluit daartoe van de stafmaatschapsvergadering. Op dit besluit is het bepaalde in artikel 25 leden 1 en 2 van overeenkomstige toepassing. 2. De stafmaatschap blijft na haar ontbinding voortbestaan voor zover dit tot vereffening van haar vermogen is vereist. 3. Zijn bij het besluit tot ontbinding geen vereffenaars benoemd, dan treedt het stafmaatschapsbestuur als zodanig op. 4. Op vereffenaars zijn van toepassing de bepalingen der overeenkomst wat betreft de benoeming, schorsing en ontslag, de bevoegdheden, de verplichtingen en de aansprakelijkheid van stafmaatschapsbestuurders. 5. Indien sprake is van een tekort wordt toepassing gegeven aan artikel 23 lid 5. Hetgeen na voldoening van alle schulden van het vermogen van de stafmaatschap is overgebleven, wordt uitgekeerd aan degenen die ten tijde van het besluit tot ontbinding lid van de stafmaatschap waren en wel in verhouding van het winstaandeel waartoe ieder hunner ten tijde van het besluit tot ontbinding overeenkomstig artikel 23 gerechtigd was. Bij het besluit tot ontbinding kan echter door de stafmaatschapsvergadering ook een andere bestemming aan het batig saldo worden gegeven. 6. Na afloop van de vereffening blijven de boeken en bescheiden gedurende tien jaar berusten bij de persoon, die door de stafmaatschapsvergadering daartoe is benoemd. Artikel 27: Prevalentie Dit stafmaatschapstatuut prevaleert boven andere afspraken tussen maatschapsleden onderling, afspraken in samenwerkingsverbanden daaronder begrepen. Artikel 28: Geschillen/Scheidslieden 1. Alle geschillen die tussen partijen mochten opkomen, zowel juridische als feitelijke, met betrekking tot de uitleg of de uitvoering van dit stafmaatschapstatuut, zullen met uitsluiting van de gewone rechter - behoudens voorziening in kort geding - worden beslist door drie scheidslieden op verzoek van de meest gerede partij te benoemen door de voorzitter van de Orde van Medisch Specialisten en bij bezwaren of ontstentenis van deze door de President van de competente Arrondissementsrechtbank. 2. Een geschil is aanwezig indien één der partijen verklaart dat dit het geval is. De partij die arbitrage verlangt zal daarvan schriftelijk mededeling doen aan de wederpartij(en), welke mededeling tevens dient te bevatten een aanduiding van hetgeen de partij die de zaak aanhangig heeft gemaakt aan het oordeel van de scheidslieden wenst te onderwerpen. De onderhavige akte geldt als akte van compromis. 3. De scheidslieden zullen uitspraak doen als goede mensen naar billijkheid en daarbij tevens beslissen omtrent de kosten van het geding. De scheidslieden zijn desgevraagd bevoegd uitspraak te doen in de vorm van bindend advies. De te volgen procedure wordt door de scheidslieden vastgesteld. Ieder der partijen is verplicht zijn eigen kosten voor rechtsbijstand te dragen.
Artikel 29: Slotbepaling In alle gevallen, waarin noch door het stafmaatschapstatuut noch door het huishoudelijk reglement wordt voorzien, beslist het stafmaatschapsbestuur en doet daarvan mededeling aan de stafmaatschapsvergadering. Artikel 30: Overgangsbepalingen 1. In afwijking van het bepaalde in artikel 17 lid 4, treedt van het eerste stafmaatschapsbestuur ten minste de helft van het aantal maatschapsleden, door het maatschapsbestuur zelf aan te wijzen, af na verloop van twee jaar, de overigen na verloop van vier jaar. 2. De stafmaatschap wordt geacht de navolgende besluiten te hebben genomen c.q. bekrachtigd: ………………………………… ………………………………… ………………………………… Toelichting: Door middel van lid 2 kunnen besluiten welke door een coöperatie zijn genomen, en welke de maatschapsleden gecontinueerd willen zien, worden ‘overgeheveld’ naar de stafmaatschap. Ter uitvoering van het bepaalde in artikel 16 lid 1 eerste volzin, worden hierbij tot leden van het eerste bestuur benoemd: 1. ..................................................................................................................................................................................... 2. ..................................................................................................................................................................................... 3. ..................................................................................................................................................................................... Ondertekend te ……… de … Partijen: ………… ………… …………
………… ………… …………
kvbs/groene boek/stafmaatschap/concept.Orde.11 januari 2000.doc