MMd. 1 List of labels. 1.1 The label group 'Typ'

MMd

1 List of labels 1.1 The label group 'Typ' 1.1.1 The label '1 [V Si & SLi? V SLi?]' 1.1.2 The label '2 [S(L)i V & SLi V]' 1.1.3 The label '1-2 [SLi? V SLi? & SLi? V SLi?]' 1.1.4 The label '3 [V Si & V Si,j]' 1.1.5 The label '4 [V Si & X V Si,j]' 1.1.6 The label '5 [V Si & Si,j V]' 1.1.7 The label '1-5 [V Si & SLi,j V]' 1.1.8 The label '6 [S(L)i V & X V Si]' 1.1.9 The label '7 [S(L)i V & Si V]' 1.1.10 The label '5-7 [SLi? V SLi? & Si V]' 1.1.11 The label 'n.a. [S(L)i V & Sj]' 1.1.12 The label '2. Vfin fehlt' 1.1.13 The label 'Satzgrenze' 1.1.14 The label 'keine Koordination' 1.1.15 The label '1-3 [V Si & SLi? V Si?]' 1.1.16 The label 'te+Infinitiv' 1.1.17 The label '2. TS <> door te' 1.2 The label group 'Sprache' 1.2.1 The label 'Niederländisch' 1.2.2 The label 'Deutsch' 1.3 The label group 'Text' 1.3.1 The label 'MMd' 1.4 The label group 'Subjekt' 1.4.1 The label '=' 1.4.2 The label '=/=' 1.4.3 The label 'n.a.' 1.5 The label group '1. Subjekt Form' 1.5.1 The label '+def Dempron dist' 1.5.2 The label 'DP +def Art' 1.5.3 The label 'DP +def VG'

1.5.4 The label 'DP -def Art' 1.5.5 The label 'n.a.' 1.5.6 The label 'Nebensatz' 1.5.7 The label 'NP +def Eigenname' 1.5.8 The label 'NP -def' 1.5.9 The label 'Null' 1.5.10 The label 'Perspron' 1.5.11 The label 'Perspron & NP +def Eigenname' 1.5.12 The label 'Perspron potenziell red' 1.5.13 The label 'Perspron red' 1.5.14 The label 'Perspron voll' 1.5.15 The label 'Perspron voll & NP +def Eigenname' 1.5.16 The label 'pron es' 1.5.17 The label 'synt er...DP +def Dempron dist' 1.5.18 The label 'synt er...DP -def Art' 1.6 The label group '1. Subjekt Bekanntheit' 1.6.1 The label 'evoziert' 1.6.2 The label 'ungebraucht' 1.6.3 The label 'inferierbar' 1.6.4 The label 'inf enthaltend/brandneu verankert' 1.6.5 The label 'brandneu' 1.6.6 The label 'n.a.' 1.7 The label group '1. Subjekt thematische Rolle' 1.7.1 The label 'Agens' 1.7.2 The label 'Experiencer' 1.7.3 The label 'Patiens' 1.7.4 The label 'Possessor' 1.7.5 The label 'Rezipient' 1.7.6 The label 'n.a.' 1.8 The label group '2. Subjekt thematische Rolle' 1.8.1 The label 'Agens' 1.8.2 The label 'Experiencer' 1.8.3 The label 'Patiens' 1.8.4 The label 'Possessor' 1.8.5 The label 'Rezipient' 1.8.6 The label 'n.a.' 1.9 The label group '1. Verb Semantik' 1.9.1 The label 'Redeeinführung'

1.10 The label group '2. Verb Person und Numerus' 1.10.1 The label '1. P. Sg.' 1.10.2 The label '2. P. Sg.' 1.10.3 The label '3. P. Sg.' 1.10.4 The label '1. P. Pl.' 1.10.5 The label '2. P. Pl.' 1.10.6 The label '3. P. Pl.' 1.10.7 The label 'n.a.' 1.11 The label group '2. Verb eindeutig' 1.11.1 The label '+' 1.11.2 The label '+/-' 1.11.3 The label '-' 1.11.4 The label 'n.a.' 1.12 The label group '(pro)nom. 'Nom./Akk.' adjazent' 1.12.1 The label '+ = +' 1.12.2 The label '+ = +/-' 1.12.3 The label '+ = -' 1.12.4 The label '+ =/=' 1.12.5 The label '-' 1.12.6 The label 'n.a.' 1.13 The label group 'Koordinator' 1.13.1 The label 'en' 1.13.2 The label 'und' 1.13.3 The label 'maar' 1.13.4 The label 'aber' 1.13.5 The label 'sondern' 1.13.6 The label 'Komma' 1.13.7 The label 'n.a.' 1.14 The label group 'Kohärenzbeziehung' 1.14.1 The label 'Ausführung' 1.14.2 The label 'Ereignis' 1.14.3 The label 'Ereignis/Folge' 1.14.4 The label 'Ereignis/Parallele' 1.14.5 The label 'Erwartungsverletzung' 1.14.6 The label 'Folge' 1.14.7 The label 'Folge/Parallele' 1.14.8 The label 'Kontrast' 1.14.9 The label 'Kontrast/Ausführung'

1.14.10 The label 'Parallele' 1.14.11 The label 'Parallele/Ereignis' 1.14.12 The label 'Parallele/Folge' 1.14.13 The label 'n.a.'

2 List of observations 2.1 Observation 1 2.1.1 Contents <MATCH>In werkelijkheid had het die hele ochtend geregend en was ik de enige die aandacht aan hem schonk, de enige, zeg ik, want zelfs Lucie had niet opgekeken toen ze een sigaret van hem accepteerde en ze bedankte hem met haar gewone, wegstarende lachje. We stonden in De Kraan, op het drukste uur van de dag in de tijd dat de nieuwe weg er nog niet was. Dus toen Joseph binnenkwam viel hij amper op, ook al omdat de vrachtwagenchauffeurs juist over de een of andere actie waren begonnen en steeds harder moesten schreeuwen om zich verstaanbaar te maken. Terwijl ze aan de bar hun uitsmijters aten, werden ze kwaad over een CAO[W1], of over de Studenten Vakbeweging, of mogelijk over de kernproeven. Het was in de jaren zestig en over dat soort dingen begon men zich destijds behoorlijk op te winden. Joseph had niet op de herrie gelet. 2.1.2 Origin De Moor, Margriet, Hertog van Egypte. Amsterdam, Querido, 1996. 2.1.3 Labels Typ : 3 [V Si & V Si,j] Sprache : Niederländisch Text : MMd Subjekt : =/= 1. Subjekt Form : Perspron red 1. Subjekt Bekanntheit : n.a. 1. Subjekt thematische Rolle : n.a. 2. Subjekt thematische Rolle : Patiens 2. Verb Person und Numerus : 1. P. Sg. 2. Verb eindeutig : (pro)nom. 'Nom./Akk.' adjazent : + = +/Koordinator : en Kohärenzbeziehung : Parallele 2.2 Observation 2

2.2.1 Contents <MATCH>In Wirklichkeit hatte es den ganzen Vormittag geregnet, und ich war die einzige, die ihm Beachtung schenkte, die einzige, sage ich, denn nicht einmal Lucie hatte hochgeschaut, als sie eine Zigarette von ihm annahm, und sie dankte ihm mit ihrem üblichen ins Leere gehenden Lächeln. Wir standen im De Kraan, zur belebtesten Zeit des Tages, damals, als es die neue Straße noch nicht gab. Also fiel Joseph, als er hereinkam, kaum auf, zumal die LKW-Fahrer gerade von irgendeiner Aktion angefangen hatten und immer lauter schreien mussten, um sich verständlich zu machen. Während sie am Tresen ihren Strammen Max aßen, gerieten sie sich wegen eines Tarifvertrags oder der Studentengewerkschaft in die Haare, es können auch die Atomtests gewesen sein. Es war in den sechziger Jahren, und über solche Dinge begann man sich damals gehörig aufzuregen. Joseph hatte sich nicht um den Trubel gekümmert. 2.2.2 Origin De Moor, Margriet, Herzog von Ägypten. Amsterdam, Hanser, C /VM, 1996. Aus dem Niederländischen von Helga von Breuningen. 2.2.3 Labels Typ : 5 [V Si & Si,j V] Sprache : Deutsch Text : MMd Subjekt : =/= 1. Subjekt Form : pron es 1. Subjekt Bekanntheit : n.a. 1. Subjekt thematische Rolle : n.a. 2. Subjekt thematische Rolle : Patiens 2. Verb Person und Numerus : 1. P. Sg. 2. Verb eindeutig : (pro)nom. 'Nom./Akk.' adjazent : + = +/Koordinator : und Kohärenzbeziehung : Parallele 2.3 Observation 3 2.3.1 Contents In werkelijkheid had het die hele ochtend geregend en was ik de enige die aandacht aan hem schonk, de enige, zeg ik, <MATCH>want zelfs Lucie had niet opgekeken toen ze een sigaret van hem accepteerde en ze bedankte hem met haar gewone, wegstarende lachje. We stonden in De Kraan, op het drukste uur van de dag in de tijd dat de nieuwe weg er nog niet was. Dus toen Joseph binnenkwam viel hij amper op, ook al omdat de vrachtwagenchauffeurs juist over de een of andere actie waren begonnen en steeds harder moesten schreeuwen om zich verstaanbaar te maken. Terwijl ze aan de bar hun uitsmijters aten,

werden ze kwaad over een CAO[W1], of over de Studenten Vakbeweging, of mogelijk over de kernproeven. Het was in de jaren zestig en over dat soort dingen begon men zich destijds behoorlijk op te winden. Joseph had niet op de herrie gelet. 2.3.2 Origin 2.3.3 Labels Typ : 7 [S(L)i V & Si V] Sprache : Niederländisch Text : MMd Subjekt : = 1. Subjekt Form : NP +def Eigenname 1. Subjekt Bekanntheit : evoziert 1. Subjekt thematische Rolle : Agens 2. Subjekt thematische Rolle : Agens 2. Verb Person und Numerus : 3. P. Sg. 2. Verb eindeutig : (pro)nom. 'Nom./Akk.' adjazent : + =/= Koordinator : en Kohärenzbeziehung : Parallele 2.4 Observation 4 2.4.1 Contents In Wirklichkeit hatte es den ganzen Vormittag geregnet, und ich war die einzige, die ihm Beachtung schenkte, die einzige, sage ich, <MATCH>denn nicht einmal Lucie hatte hochgeschaut, als sie eine Zigarette von ihm annahm, und sie dankte ihm mit ihrem üblichen ins Leere gehenden Lächeln. Wir standen im De Kraan, zur belebtesten Zeit des Tages, damals, als es die neue Straße noch nicht gab. Also fiel Joseph, als er hereinkam, kaum auf, zumal die LKW-Fahrer gerade von irgendeiner Aktion angefangen hatten und immer lauter schreien mussten, um sich verständlich zu machen. Während sie am Tresen ihren Strammen Max aßen, gerieten sie sich wegen eines Tarifvertrags oder der Studentengewerkschaft in die Haare, es können auch die Atomtests gewesen sein. Es war in den sechziger Jahren, und über solche Dinge begann man sich damals gehörig aufzuregen. Joseph hatte sich nicht um den Trubel gekümmert. 2.4.2 Origin 2.4.3 Labels Typ : 7 [S(L)i V & Si V]

Sprache : Deutsch Text : MMd Subjekt : = 1. Subjekt Form : NP +def Eigenname 1. Subjekt Bekanntheit : evoziert 1. Subjekt thematische Rolle : Agens 2. Subjekt thematische Rolle : Agens 2. Verb Person und Numerus : 3. P. Sg. 2. Verb eindeutig : (pro)nom. 'Nom./Akk.' adjazent : Koordinator : und Kohärenzbeziehung : Parallele 2.5 Observation 5 2.5.1 Contents We stonden in De Kraan, op het drukste uur van de dag in de tijd dat de nieuwe weg er nog niet was. Dus toen Joseph binnenkwam viel hij amper op, ook al omdat de vrachtwagenchauffeurs juist over de een of andere actie waren begonnen en steeds harder moesten schreeuwen om zich verstaanbaar te maken. Terwijl ze aan de bar hun uitsmijters aten, werden ze kwaad over een CAO[W1], of over de Studenten Vakbeweging, of mogelijk over de kernproeven. Het was in de jaren zestig en over dat soort dingen begon men zich destijds behoorlijk op te winden. Joseph had niet op de herrie gelet. <MATCH>Hij liep naar de rechterhoek van de bar, maakte een handgebaar, bestelde cola en draaide zich om naar de telefoon die vlak achter hem aan de muur hing. Dat soort mensen praat hard. Hoewel hij zijn gezicht afgewend hield, kon ik zijn stem boven de politieke discussie uit horen, maar of hij schold of smeekte viel niet uit te maken want hij praatte in het taaltje van zijn eigen soort, waarbij hij ruim met zijn arm gebaarde en op een bepaalde manier de indruk wekte het tegen de wind in tegen iemand aan de overkant van een weiland te hebben. Maar toen Lucie ontdekte dat haar sigaretten op waren, leunde hij opnieuw tegen de bar. Lucie is vreemd. Ze staart. 2.5.2 Origin De Moor, Margriet, Hertog van Egypte. Amsterdam, Querido, 1996. 2.5.3 Labels Typ : 2 [S(L)i V & SLi V] Sprache : Niederländisch Text : MMd Subjekt : = 1. Subjekt Form : Perspron voll 1. Subjekt Bekanntheit : evoziert 1. Subjekt thematische Rolle : Agens

2. Subjekt thematische Rolle : Agens 2. Verb Person und Numerus : 3. P. Sg. 2. Verb eindeutig : (pro)nom. 'Nom./Akk.' adjazent : + = + Koordinator : Komma Kohärenzbeziehung : Ereignis 2.6 Observation 6 2.6.1 Contents Wir standen im De Kraan, zur belebtesten Zeit des Tages, damals, als es die neue Straße noch nicht gab. Also fiel Joseph, als er hereinkam, kaum auf, zumal die LKW-Fahrer gerade von irgendeiner Aktion angefangen hatten und immer lauter schreien mussten, um sich verständlich zu machen. Während sie am Tresen ihren Strammen Max aßen, gerieten sie sich wegen eines Tarifvertrags oder der Studentengewerkschaft in die Haare, es können auch die Atomtests gewesen sein. Es war in den sechziger Jahren, und über solche Dinge begann man sich damals gehörig aufzuregen. Joseph hatte sich nicht um den Trubel gekümmert. <MATCH>Er ging zur rechten Ecke des Tresens, hob die Hand, bestellte eine Cola und drehte sich zum Telefon um, das genau hinter ihm an der Wand hing. Leute wie er reden laut. Obwohl er das Gesicht abgewandt hatte, konnte ich seine Stimme noch durch die politische Diskussion hindurch hören, aber ob er schimpfte oder flehte war nicht auszumachen, denn er sprach in dem Kauderwelsch, das Leute wie er benutzen, wobei er heftig gestikulierte und auf eine bestimmte Art und Weise den Eindruck erweckte, gegen den Wind mit jemandem zu sprechen, der am anderen Ende einer Viehweide stand. Aber als Lucie merkte, dass sie keine Zigaretten mehr hatte, da lehnte er schon wieder am Tresen. Lucie ist komisch. Sie starrt. 2.6.2 Origin De Moor, Margriet, Herzog von Ägypten. Amsterdam, Hanser, C /VM, 1996. Aus dem Niederländischen von Helga von Breuningen. 2.6.3 Labels Typ : 2 [S(L)i V & SLi V] Sprache : Deutsch Text : MMd Subjekt : = 1. Subjekt Form : Perspron 1. Subjekt Bekanntheit : evoziert 1. Subjekt thematische Rolle : Agens 2. Subjekt thematische Rolle : Agens 2. Verb Person und Numerus : 3. P. Sg. 2. Verb eindeutig : (pro)nom. 'Nom./Akk.' adjazent : + = + Koordinator : Komma

Kohärenzbeziehung : Ereignis 2.7 Observation 7 2.7.1 Contents We stonden in De Kraan, op het drukste uur van de dag in de tijd dat de nieuwe weg er nog niet was. Dus toen Joseph binnenkwam viel hij amper op, ook al omdat de vrachtwagenchauffeurs juist over de een of andere actie waren begonnen en steeds harder moesten schreeuwen om zich verstaanbaar te maken. Terwijl ze aan de bar hun uitsmijters aten, werden ze kwaad over een CAO[W1], of over de Studenten Vakbeweging, of mogelijk over de kernproeven. Het was in de jaren zestig en over dat soort dingen begon men zich destijds behoorlijk op te winden. Joseph had niet op de herrie gelet. Hij liep naar de rechterhoek van de bar, <MATCH>maakte een handgebaar, bestelde cola en draaide zich om naar de telefoon die vlak achter hem aan de muur hing. Dat soort mensen praat hard. Hoewel hij zijn gezicht afgewend hield, kon ik zijn stem boven de politieke discussie uit horen, maar of hij schold of smeekte viel niet uit te maken want hij praatte in het taaltje van zijn eigen soort, waarbij hij ruim met zijn arm gebaarde en op een bepaalde manier de indruk wekte het tegen de wind in tegen iemand aan de overkant van een weiland te hebben. Maar toen Lucie ontdekte dat haar sigaretten op waren, leunde hij opnieuw tegen de bar. Lucie is vreemd. Ze staart. 2.7.2 Origin 2.7.3 Labels Typ : 2 [S(L)i V & SLi V] Sprache : Niederländisch Text : MMd Subjekt : = 1. Subjekt Form : Null 1. Subjekt Bekanntheit : evoziert 1. Subjekt thematische Rolle : Agens 2. Subjekt thematische Rolle : Agens 2. Verb Person und Numerus : 3. P. Sg. 2. Verb eindeutig : (pro)nom. 'Nom./Akk.' adjazent : + = + Koordinator : Komma Kohärenzbeziehung : Ereignis 2.8 Observation 8 2.8.1 Contents Wir standen im De Kraan, zur belebtesten Zeit des Tages, damals, als es die

neue Straße noch nicht gab. Also fiel Joseph, als er hereinkam, kaum auf, zumal die LKW-Fahrer gerade von irgendeiner Aktion angefangen hatten und immer lauter schreien mussten, um sich verständlich zu machen. Während sie am Tresen ihren Strammen Max aßen, gerieten sie sich wegen eines Tarifvertrags oder der Studentengewerkschaft in die Haare, es können auch die Atomtests gewesen sein. Es war in den sechziger Jahren, und über solche Dinge begann man sich damals gehörig aufzuregen. Joseph hatte sich nicht um den Trubel gekümmert. Er ging zur rechten Ecke des Tresens, <MATCH>hob die Hand, bestellte eine Cola und drehte sich zum Telefon um, das genau hinter ihm an der Wand hing. Leute wie er reden laut. Obwohl er das Gesicht abgewandt hatte, konnte ich seine Stimme noch durch die politische Diskussion hindurch hören, aber ob er schimpfte oder flehte war nicht auszumachen, denn er sprach in dem Kauderwelsch, das Leute wie er benutzen, wobei er heftig gestikulierte und auf eine bestimmte Art und Weise den Eindruck erweckte, gegen den Wind mit jemandem zu sprechen, der am anderen Ende einer Viehweide stand. Aber als Lucie merkte, dass sie keine Zigaretten mehr hatte, da lehnte er schon wieder am Tresen. Lucie ist komisch. Sie starrt. 2.8.2 Origin 2.8.3 Labels Typ : 2 [S(L)i V & SLi V] Sprache : Deutsch Text : MMd Subjekt : = 1. Subjekt Form : Null 1. Subjekt Bekanntheit : evoziert 1. Subjekt thematische Rolle : Agens 2. Subjekt thematische Rolle : Agens 2. Verb Person und Numerus : 3. P. Sg. 2. Verb eindeutig : (pro)nom. 'Nom./Akk.' adjazent : + = + Koordinator : Komma Kohärenzbeziehung : Ereignis 2.9 Observation 9 2.9.1 Contents We stonden in De Kraan, op het drukste uur van de dag in de tijd dat de nieuwe weg er nog niet was. Dus toen Joseph binnenkwam viel hij amper op, ook al omdat de vrachtwagenchauffeurs juist over de een of andere actie waren begonnen en steeds harder moesten schreeuwen om zich verstaanbaar te maken. Terwijl ze aan de bar hun uitsmijters aten, werden ze kwaad over een CAO[W1], of over de Studenten Vakbeweging, of mogelijk over de kernproeven. Het was in de jaren zestig en over dat soort dingen begon men zich destijds behoorlijk op te winden. Joseph had niet op de herrie gelet. Hij liep naar de rechterhoek van de bar, maakte een handgebaar, <MATCH>bestelde cola en draaide zich om naar de telefoon die

vlak achter hem aan de muur hing. Dat soort mensen praat hard. Hoewel hij zijn gezicht afgewend hield, kon ik zijn stem boven de politieke discussie uit horen, maar of hij schold of smeekte viel niet uit te maken want hij praatte in het taaltje van zijn eigen soort, waarbij hij ruim met zijn arm gebaarde en op een bepaalde manier de indruk wekte het tegen de wind in tegen iemand aan de overkant van een weiland te hebben. Maar toen Lucie ontdekte dat haar sigaretten op waren, leunde hij opnieuw tegen de bar. Lucie is vreemd. Ze staart. 2.9.2 Origin 2.9.3 Labels Typ : 2 [S(L)i V & SLi V] Sprache : Niederländisch Text : MMd Subjekt : = 1. Subjekt Form : Null 1. Subjekt Bekanntheit : evoziert 1. Subjekt thematische Rolle : Agens 2. Subjekt thematische Rolle : Agens 2. Verb Person und Numerus : 3. P. Sg. 2. Verb eindeutig : (pro)nom. 'Nom./Akk.' adjazent : + =/= Koordinator : en Kohärenzbeziehung : Ereignis 2.10 Observation 10 2.10.1 Contents Wir standen im De Kraan, zur belebtesten Zeit des Tages, damals, als es die neue Straße noch nicht gab. Also fiel Joseph, als er hereinkam, kaum auf, zumal die LKW-Fahrer gerade von irgendeiner Aktion angefangen hatten und immer lauter schreien mussten, um sich verständlich zu machen. Während sie am Tresen ihren Strammen Max aßen, gerieten sie sich wegen eines Tarifvertrags oder der Studentengewerkschaft in die Haare, es können auch die Atomtests gewesen sein. Es war in den sechziger Jahren, und über solche Dinge begann man sich damals gehörig aufzuregen. Joseph hatte sich nicht um den Trubel gekümmert. Er ging zur rechten Ecke des Tresens, hob die Hand, <MATCH>bestellte eine Cola und drehte sich zum Telefon um, das genau hinter ihm an der Wand hing. Leute wie er reden laut. Obwohl er das Gesicht abgewandt hatte, konnte ich seine Stimme noch durch die politische Diskussion hindurch hören, aber ob er schimpfte oder flehte war nicht auszumachen, denn er sprach in dem Kauderwelsch, das Leute wie er benutzen, wobei er heftig gestikulierte und auf eine bestimmte Art und Weise den Eindruck erweckte, gegen den Wind mit jemandem zu sprechen, der am anderen Ende einer Viehweide stand. Aber als Lucie merkte, dass sie keine Zigaretten mehr hatte, da lehnte er schon wieder am Tresen. Lucie ist komisch. Sie

starrt. 2.10.2 Origin 2.10.3 Labels Typ : 2 [S(L)i V & SLi V] Sprache : Deutsch Text : MMd Subjekt : = 1. Subjekt Form : Null 1. Subjekt Bekanntheit : evoziert 1. Subjekt thematische Rolle : Agens 2. Subjekt thematische Rolle : Agens 2. Verb Person und Numerus : 3. P. Sg. 2. Verb eindeutig : (pro)nom. 'Nom./Akk.' adjazent : + =/= Koordinator : und Kohärenzbeziehung : Ereignis 2.11 Observation 11 2.11.1 Contents Dat soort mensen praat hard. Hoewel hij zijn gezicht afgewend hield, kon ik zijn stem boven de politieke discussie uit horen, maar of hij schold of smeekte viel niet uit te maken want hij praatte in het taaltje van zijn eigen soort, waarbij hij ruim met zijn arm gebaarde en op een bepaalde manier de indruk wekte het tegen de wind in tegen iemand aan de overkant van een weiland te hebben. Maar toen Lucie ontdekte dat haar sigaretten op waren, leunde hij opnieuw tegen de bar. Lucie is vreemd. Ze staart. <MATCH>Lucie is zo iemand die niet kon meekomen op school en ze heeft dat soort metalig rood haar dat je meteen doet begrijpen waarom ze als kind op straat werd uitgescholden. In de tijd waarvan hier sprake is, had ze werk op het bedrijf van haar vader, hetzelfde werk dat ze nu samen met Joseph doet, maar toen, op haar eenentwintigste, was zij het die voor de stal opdraaide, die springpaarden fokte en precies wist wat een enter op de markt in Delden mocht opbrengen. De boerderij ligt langs de weg naar Benckelo. Als ik mijn ogen dichtdoe zie ik haar zo, op laarzen onder een getailleerde jurk, een jonge schimmel longeren. Het dier herhaalt met dramatische aandacht het rondje waarvan zij het heerszuchtige middelpunt is. Ze klopte op de zakken van haar jack. 2.11.2 Origin De Moor, Margriet, Hertog van Egypte. Amsterdam, Querido, 1996. 2.11.3 Labels

Typ : 7 [S(L)i V & Si V] Sprache : Niederländisch Text : MMd Subjekt : = 1. Subjekt Form : NP +def Eigenname 1. Subjekt Bekanntheit : evoziert 1. Subjekt thematische Rolle : Patiens 2. Subjekt thematische Rolle : Possessor 2. Verb Person und Numerus : 3. P. Sg. 2. Verb eindeutig : + (pro)nom. 'Nom./Akk.' adjazent : + = + Koordinator : en Kohärenzbeziehung : Parallele 2.12 Observation 12 2.12.1 Contents Leute wie er reden laut. Obwohl er das Gesicht abgewandt hatte, konnte ich seine Stimme noch durch die politische Diskussion hindurch hören, aber ob er schimpfte oder flehte war nicht auszumachen, denn er sprach in dem Kauderwelsch, das Leute wie er benutzen, wobei er heftig gestikulierte und auf eine bestimmte Art und Weise den Eindruck erweckte, gegen den Wind mit jemandem zu sprechen, der am anderen Ende einer Viehweide stand. Aber als Lucie merkte, dass sie keine Zigaretten mehr hatte, da lehnte er schon wieder am Tresen. Lucie ist komisch. Sie starrt. <MATCH>Lucie ist so eine, die in der Schule nicht richtig mitkam, und sie hat solche metallisch roten Haare, dass man sofort versteht, warum sie als Kind auf der Straße angepöbelt wurde. Zu der Zeit, von der hier die Rede ist, arbeitete sie im Betrieb ihres Vaters, dieselbe Arbeit, die sie jetzt zusammen mit Joseph macht, aber damals, mit einundzwanzig, war sie diejenige, die den Stall schmiss, die Springpferde züchtete und ganz genau wusste, was ein Einjähriger auf dem Markt in Delden bringen konnte. Der Hof liegt an der Landstraße nach Benckelo. Wenn ich die Augen schließe, sehe ich sie in Stiefeln unter einem Sommerkleid einen jungen Schimmel longieren. Das Tier vollendet mit dramatischer Aufmerksamkeit Runde um Runde, deren herrischer Mittelpunkt sie ist. Sie klopfte ihre Jackentaschen ab. 2.12.2 Origin De Moor, Margriet, Herzog von Ägypten. Amsterdam, Hanser, C /VM, 1996. Aus dem Niederländischen von Helga von Breuningen. 2.12.3 Labels Typ : 7 [S(L)i V & Si V] Sprache : Deutsch Text : MMd

Subjekt : = 1. Subjekt Form : NP +def Eigenname 1. Subjekt Bekanntheit : evoziert 1. Subjekt thematische Rolle : Patiens 2. Subjekt thematische Rolle : Possessor 2. Verb Person und Numerus : 3. P. Sg. 2. Verb eindeutig : + (pro)nom. 'Nom./Akk.' adjazent : + = Koordinator : und Kohärenzbeziehung : Parallele 2.13 Observation 13 2.13.1 Contents De boerderij ligt langs de weg naar Benckelo. Als ik mijn ogen dichtdoe zie ik haar zo, op laarzen onder een getailleerde jurk, een jonge schimmel longeren. Het dier herhaalt met dramatische aandacht het rondje waarvan zij het heerszuchtige middelpunt is. Ze klopte op de zakken van haar jack. Een aansteker, en een pakje dat leeg was. <MATCH>Toen keek ze omlaag en zag een magere hand met aan de pols een twintigkaraats gouden horloge die haar haar lievelingsmerk toestak. Ze peuterde bedaard een sigaret tevoorschijn, lachte even en stak op zonder acht te slaan op de man die spoedig daarop betaalde en wegging. Zoals gezegd, het regende. Joseph had zijn hoed omlaaggeduwd en was voor het cafe de straat overgestoken. Pas op dat moment waren er een paar die hem door de natte ruiten opmerkten. 'Ze staan sinds een week op het veldje naast de fabriek van Smeenk.' 2.13.2 Origin De Moor, Margriet, Hertog van Egypte. Amsterdam, Querido, 1996. 2.13.3 Labels Typ : 1 [V Si & SLi? V SLi?] Sprache : Niederländisch Text : MMd Subjekt : = 1. Subjekt Form : Perspron red 1. Subjekt Bekanntheit : evoziert 1. Subjekt thematische Rolle : Agens 2. Subjekt thematische Rolle : Experiencer 2. Verb Person und Numerus : 3. P. Sg. 2. Verb eindeutig : (pro)nom. 'Nom./Akk.' adjazent : + = + Koordinator : en Kohärenzbeziehung : Ereignis

2.14 Observation 14 2.14.1 Contents Der Hof liegt an der Landstraße nach Benckelo. Wenn ich die Augen schließe, sehe ich sie in Stiefeln unter einem Sommerkleid einen jungen Schimmel longieren. Das Tier vollendet mit dramatischer Aufmerksamkeit Runde um Runde, deren herrischer Mittelpunkt sie ist. Sie klopfte ihre Jackentaschen ab. Ein Feuerzeug und ein leeres Päckchen. <MATCH>Da schaute sie hinunter und sah eine magere Hand, eine zwanzigkarätige goldene Uhr am Gelenk, die ihr ihre Lieblingsmarke hinhielt. Sie fingerte in aller Ruhe eine Zigarette heraus, lachte kurz und steckte sie an, ohne den Mann zu beachten, der bald darauf zahlte und ging. Wie schon gesagt, es regnete. Joseph hatte sich den Hut tiefer ins Gesicht gezogen und vor dem Wirtshaus die Straße überquert. Erst in diesem Moment gab es ein paar, die ihn durch die nassen Scheiben hindurch bemerkten. 'Sie stehen seit einer Woche auf dem kleinen Feld neben der Smeenk-Fabrik.' 2.14.2 Origin De Moor, Margriet, Herzog von Ägypten. Amsterdam, Hanser, C /VM, 1996. Aus dem Niederländischen von Helga von Breuningen. 2.14.3 Labels Typ : 1 [V Si & SLi? V SLi?] Sprache : Deutsch Text : MMd Subjekt : = 1. Subjekt Form : Perspron 1. Subjekt Bekanntheit : evoziert 1. Subjekt thematische Rolle : Agens 2. Subjekt thematische Rolle : Experiencer 2. Verb Person und Numerus : 3. P. Sg. 2. Verb eindeutig : (pro)nom. 'Nom./Akk.' adjazent : + = + Koordinator : und Kohärenzbeziehung : Ereignis 2.15 Observation 15 2.15.1 Contents Als ik mijn ogen dichtdoe zie ik haar zo, op laarzen onder een getailleerde jurk, een jonge schimmel longeren. Het dier herhaalt met dramatische aandacht het rondje waarvan zij het heerszuchtige middelpunt is. Ze klopte op de zakken van haar jack. Een aansteker, en een pakje dat leeg was. Toen keek ze omlaag en zag een magere hand met aan de pols een twintigkaraats gouden horloge die haar haar lievelingsmerk toestak. <MATCH>Ze

peuterde bedaard een sigaret tevoorschijn, lachte even en stak op zonder acht te slaan op de man die spoedig daarop betaalde en wegging. Zoals gezegd, het regende. Joseph had zijn hoed omlaaggeduwd en was voor het cafe de straat overgestoken. Pas op dat moment waren er een paar die hem door de natte ruiten opmerkten. 'Ze staan sinds een week op het veldje naast de fabriek van Smeenk.' Dat was toen. 2.15.2 Origin De Moor, Margriet, Hertog van Egypte. Amsterdam, Querido, 1996. 2.15.3 Labels Typ : 2 [S(L)i V & SLi V] Sprache : Niederländisch Text : MMd Subjekt : = 1. Subjekt Form : Perspron red 1. Subjekt Bekanntheit : evoziert 1. Subjekt thematische Rolle : Agens 2. Subjekt thematische Rolle : Experiencer 2. Verb Person und Numerus : 3. P. Sg. 2. Verb eindeutig : (pro)nom. 'Nom./Akk.' adjazent : Koordinator : Komma Kohärenzbeziehung : Ereignis 2.16 Observation 16 2.16.1 Contents Wenn ich die Augen schließe, sehe ich sie in Stiefeln unter einem Sommerkleid einen jungen Schimmel longieren. Das Tier vollendet mit dramatischer Aufmerksamkeit Runde um Runde, deren herrischer Mittelpunkt sie ist. Sie klopfte ihre Jackentaschen ab. Ein Feuerzeug und ein leeres Päckchen. Da schaute sie hinunter und sah eine magere Hand, eine zwanzigkarätige goldene Uhr am Gelenk, die ihr ihre Lieblingsmarke hinhielt. <MATCH>Sie fingerte in aller Ruhe eine Zigarette heraus, lachte kurz und steckte sie an, ohne den Mann zu beachten, der bald darauf zahlte und ging. Wie schon gesagt, es regnete. Joseph hatte sich den Hut tiefer ins Gesicht gezogen und vor dem Wirtshaus die Straße überquert. Erst in diesem Moment gab es ein paar, die ihn durch die nassen Scheiben hindurch bemerkten. 'Sie stehen seit einer Woche auf dem kleinen Feld neben der Smeenk-Fabrik.' Das war damals. 2.16.2 Origin De Moor, Margriet, Herzog von Ägypten. Amsterdam, Hanser, C /VM, 1996.

Aus dem Niederländischen von Helga von Breuningen. 2.16.3 Labels Typ : 2 [S(L)i V & SLi V] Sprache : Deutsch Text : MMd Subjekt : = 1. Subjekt Form : Perspron 1. Subjekt Bekanntheit : evoziert 1. Subjekt thematische Rolle : Agens 2. Subjekt thematische Rolle : Experiencer 2. Verb Person und Numerus : 3. P. Sg. 2. Verb eindeutig : (pro)nom. 'Nom./Akk.' adjazent : Koordinator : Komma Kohärenzbeziehung : Ereignis 2.17 Observation 17 2.17.1 Contents Als ik mijn ogen dichtdoe zie ik haar zo, op laarzen onder een getailleerde jurk, een jonge schimmel longeren. Het dier herhaalt met dramatische aandacht het rondje waarvan zij het heerszuchtige middelpunt is. Ze klopte op de zakken van haar jack. Een aansteker, en een pakje dat leeg was. Toen keek ze omlaag en zag een magere hand met aan de pols een twintigkaraats gouden horloge die haar haar lievelingsmerk toestak. Ze peuterde bedaard een sigaret tevoorschijn, <MATCH>lachte even en stak op zonder acht te slaan op de man die spoedig daarop betaalde en wegging. Zoals gezegd, het regende. Joseph had zijn hoed omlaaggeduwd en was voor het cafe de straat overgestoken. Pas op dat moment waren er een paar die hem door de natte ruiten opmerkten. 'Ze staan sinds een week op het veldje naast de fabriek van Smeenk.' Dat was toen. 2.17.2 Origin 2.17.3 Labels Typ : 2 [S(L)i V & SLi V] Sprache : Niederländisch Text : MMd Subjekt : = 1. Subjekt Form : Null 1. Subjekt Bekanntheit : evoziert 1. Subjekt thematische Rolle : Experiencer 2. Subjekt thematische Rolle : Agens

2. Verb Person und Numerus : 3. P. Sg. 2. Verb eindeutig : (pro)nom. 'Nom./Akk.' adjazent : Koordinator : en Kohärenzbeziehung : Ereignis 2.18 Observation 18 2.18.1 Contents Wenn ich die Augen schließe, sehe ich sie in Stiefeln unter einem Sommerkleid einen jungen Schimmel longieren. Das Tier vollendet mit dramatischer Aufmerksamkeit Runde um Runde, deren herrischer Mittelpunkt sie ist. Sie klopfte ihre Jackentaschen ab. Ein Feuerzeug und ein leeres Päckchen. Da schaute sie hinunter und sah eine magere Hand, eine zwanzigkarätige goldene Uhr am Gelenk, die ihr ihre Lieblingsmarke hinhielt. Sie fingerte in aller Ruhe eine Zigarette heraus, <MATCH>lachte kurz und steckte sie an, ohne den Mann zu beachten, der bald darauf zahlte und ging. Wie schon gesagt, es regnete. Joseph hatte sich den Hut tiefer ins Gesicht gezogen und vor dem Wirtshaus die Straße überquert. Erst in diesem Moment gab es ein paar, die ihn durch die nassen Scheiben hindurch bemerkten. 'Sie stehen seit einer Woche auf dem kleinen Feld neben der Smeenk-Fabrik.' Das war damals. 2.18.2 Origin 2.18.3 Labels Typ : 2 [S(L)i V & SLi V] Sprache : Deutsch Text : MMd Subjekt : = 1. Subjekt Form : Null 1. Subjekt Bekanntheit : evoziert 1. Subjekt thematische Rolle : Experiencer 2. Subjekt thematische Rolle : Agens 2. Verb Person und Numerus : 3. P. Sg. 2. Verb eindeutig : (pro)nom. 'Nom./Akk.' adjazent : + = + Koordinator : und Kohärenzbeziehung : Ereignis 2.19 Observation 19 2.19.1 Contents Ze klopte op de zakken van haar jack. Een aansteker, en een pakje dat leeg

was. Toen keek ze omlaag en zag een magere hand met aan de pols een twintigkaraats gouden horloge die haar haar lievelingsmerk toestak. Ze peuterde bedaard een sigaret tevoorschijn, lachte even en stak op zonder acht te slaan op de man die spoedig daarop betaalde en wegging. Zoals gezegd, het regende. <MATCH>Joseph had zijn hoed omlaaggeduwd en was voor het cafe de straat overgestoken. Pas op dat moment waren er een paar die hem door de natte ruiten opmerkten. 'Ze staan sinds een week op het veldje naast de fabriek van Smeenk.' Dat was toen. Dat was een minuut voordat ze Joseph voor het eerst in die patserige limo langs De Kraan zagen glijden. Naderhand was iedereen gewend geraakt aan de Chevrolets en Mercedessen waarin hij telkens als het blad van de bomen begon te vallen weer in het dorp opdook, onderweg naar zijn vrouw. 2.19.2 Origin De Moor, Margriet, Hertog van Egypte. Amsterdam, Querido, 1996. 2.19.3 Labels Typ : 2 [S(L)i V & SLi V] Sprache : Niederländisch Text : MMd Subjekt : = 1. Subjekt Form : NP +def Eigenname 1. Subjekt Bekanntheit : evoziert 1. Subjekt thematische Rolle : Agens 2. Subjekt thematische Rolle : Agens 2. Verb Person und Numerus : 3. P. Sg. 2. Verb eindeutig : (pro)nom. 'Nom./Akk.' adjazent : Koordinator : en Kohärenzbeziehung : Ereignis/Parallele 2.20 Observation 20 2.20.1 Contents Sie klopfte ihre Jackentaschen ab. Ein Feuerzeug und ein leeres Päckchen. Da schaute sie hinunter und sah eine magere Hand, eine zwanzigkarätige goldene Uhr am Gelenk, die ihr ihre Lieblingsmarke hinhielt. Sie fingerte in aller Ruhe eine Zigarette heraus, lachte kurz und steckte sie an, ohne den Mann zu beachten, der bald darauf zahlte und ging. Wie schon gesagt, es regnete. <MATCH>Joseph hatte sich den Hut tiefer ins Gesicht gezogen und vor dem Wirtshaus die Straße überquert. Erst in diesem Moment gab es ein paar, die ihn durch die nassen Scheiben hindurch bemerkten. 'Sie stehen seit einer Woche auf dem kleinen Feld neben der Smeenk-Fabrik.' Das war damals. Das war, eine Minute bevor sie Joseph das erstemal in seiner Limousine am De Kraan vorbeigleiten sahen. Später hatte sich jeder an die Chevrolets und die Mercedesse gewöhnt, in denen er jedesmal, wenn das Laub von den Bäumen zu fallen begann, wieder im Dorf aufkreuzte, auf dem Weg zu seiner Frau.

2.20.2 Origin De Moor, Margriet, Herzog von Ägypten. Amsterdam, Hanser, C /VM, 1996. Aus dem Niederländischen von Helga von Breuningen. 2.20.3 Labels Typ : 2. Vfin fehlt Sprache : Deutsch Text : MMd Subjekt : n.a. 1. Subjekt Form : n.a. 1. Subjekt Bekanntheit : n.a. 1. Subjekt thematische Rolle : n.a. 2. Subjekt thematische Rolle : n.a. 2. Verb Person und Numerus : n.a. 2. Verb eindeutig : n.a. (pro)nom. 'Nom./Akk.' adjazent : n.a. Koordinator : n.a. Kohärenzbeziehung : n.a. 2.21 Observation 21 2.21.1 Contents Pas op dat moment waren er een paar die hem door de natte ruiten opmerkten. 'Ze staan sinds een week op het veldje naast de fabriek van Smeenk.' Dat was toen. Dat was een minuut voordat ze Joseph voor het eerst in die patserige limo langs De Kraan zagen glijden. Naderhand was iedereen gewend geraakt aan de Chevrolets en Mercedessen waarin hij telkens als het blad van de bomen begon te vallen weer in het dorp opdook, onderweg naar zijn vrouw. <MATCH>Hij kwam en hij ging, ja. Hij arriveerde tussen twee verkleurde maisakkers uit het oosten en vertrok langs een bloeiende laan kastanjes richting zuid. Die onrust van hem heb ik altijd begrepen. Huizen en straten zijn bakens die wij zelf in ons hoofd hebben aangebracht, net als kalenders en klokken en opgeschreven verhalen. Maar in Josephs memorie zitten een paar andere dingen, wielen en paarden en blaffende honden die allemaal aandringen op vertrek. Zou de ruimte trekken? 2.21.2 Origin De Moor, Margriet, Herzog von Ägypten. Amsterdam, Hanser, C /VM, 1996. Aus dem Niederländischen von Helga von Breuningen. 2.21.3 Labels

Typ : 7 [S(L)i V & Si V] Sprache : Niederländisch Text : MMd Subjekt : = 1. Subjekt Form : Perspron voll 1. Subjekt Bekanntheit : evoziert 1. Subjekt thematische Rolle : Agens 2. Subjekt thematische Rolle : Agens 2. Verb Person und Numerus : 3. P. Sg. 2. Verb eindeutig : (pro)nom. 'Nom./Akk.' adjazent : Koordinator : en Kohärenzbeziehung : Parallele/Ereignis 2.22 Observation 22 2.22.1 Contents Erst in diesem Moment gab es ein paar, die ihn durch die nassen Scheiben hindurch bemerkten. 'Sie stehen seit einer Woche auf dem kleinen Feld neben der SmeenkFabrik.' Das war damals. Das war, eine Minute bevor sie Joseph das erstemal in seiner Limousine am De Kraan vorbeigleiten sahen. Später hatte sich jeder an die Chevrolets und die Mercedesse gewöhnt, in denen er jedesmal, wenn das Laub von den Bäumen zu fallen begann, wieder im Dorf aufkreuzte, auf dem Weg zu seiner Frau. <MATCH>Ja, er kam und er ging. Er tauchte von Osten her zwischen zwei ausgeblichenen Maisfeldern auf und verschwand entlang einer blühenden Kastanienallee Richtung Süden. Diese Unruhe bei ihm habe ich immer verstanden. Häuser und Straßen sind Wegmarken, die wir selbst in unseren Köpfen gesetzt haben, genauso wie Kalender und Uhren und geschriebene Geschichten. Aber in Josephs Gedächtnis gibt es andere Dinge, Wagenräder und Pferde und bellende Hunde, die alle zum Aufbruch drängen. Ob die Weite lockt? 2.22.2 Origin De Moor, Margriet, Herzog von Ägypten. Amsterdam, Hanser, C /VM, 1996. Aus dem Niederländischen von Helga von Breuningen. 2.22.3 Labels Typ : 7 [S(L)i V & Si V] Sprache : Deutsch Text : MMd Subjekt : = 1. Subjekt Form : Perspron 1. Subjekt Bekanntheit : evoziert 1. Subjekt thematische Rolle : Agens 2. Subjekt thematische Rolle : Agens

2. Verb Person und Numerus : 3. P. Sg. 2. Verb eindeutig : (pro)nom. 'Nom./Akk.' adjazent : Koordinator : und Kohärenzbeziehung : Parallele/Ereignis 2.23 Observation 23 2.23.1 Contents 'Ze staan sinds een week op het veldje naast de fabriek van Smeenk.' Dat was toen. Dat was een minuut voordat ze Joseph voor het eerst in die patserige limo langs De Kraan zagen glijden. Naderhand was iedereen gewend geraakt aan de Chevrolets en Mercedessen waarin hij telkens als het blad van de bomen begon te vallen weer in het dorp opdook, onderweg naar zijn vrouw. Hij kwam en hij ging, ja. <MATCH>Hij arriveerde tussen twee verkleurde maisakkers uit het oosten en vertrok langs een bloeiende laan kastanjes richting zuid. Die onrust van hem heb ik altijd begrepen. Huizen en straten zijn bakens die wij zelf in ons hoofd hebben aangebracht, net als kalenders en klokken en opgeschreven verhalen. Maar in Josephs memorie zitten een paar andere dingen, wielen en paarden en blaffende honden die allemaal aandringen op vertrek. Zou de ruimte trekken? Bossen, torenspitsen, landerijen, zeg maar vrijheid? 2.23.2 Origin De Moor, Margriet, Hertog van Egypte. Amsterdam, Querido, 1996. 2.23.3 Labels Typ : 2 [S(L)i V & SLi V] Sprache : Niederländisch Text : MMd Subjekt : = 1. Subjekt Form : Perspron voll 1. Subjekt Bekanntheit : evoziert 1. Subjekt thematische Rolle : Agens 2. Subjekt thematische Rolle : Agens 2. Verb Person und Numerus : 3. P. Sg. 2. Verb eindeutig : (pro)nom. 'Nom./Akk.' adjazent : Koordinator : en Kohärenzbeziehung : Ereignis/Parallele 2.24 Observation 24 2.24.1 Contents

'Sie stehen seit einer Woche auf dem kleinen Feld neben der Smeenk-Fabrik.' Das war damals. Das war, eine Minute bevor sie Joseph das erstemal in seiner Limousine am De Kraan vorbeigleiten sahen. Später hatte sich jeder an die Chevrolets und die Mercedesse gewöhnt, in denen er jedesmal, wenn das Laub von den Bäumen zu fallen begann, wieder im Dorf aufkreuzte, auf dem Weg zu seiner Frau. Ja, er kam und er ging. <MATCH>Er tauchte von Osten her zwischen zwei ausgeblichenen Maisfeldern auf und verschwand entlang einer blühenden Kastanienallee Richtung Süden. Diese Unruhe bei ihm habe ich immer verstanden. Häuser und Straßen sind Wegmarken, die wir selbst in unseren Köpfen gesetzt haben, genauso wie Kalender und Uhren und geschriebene Geschichten. Aber in Josephs Gedächtnis gibt es andere Dinge, Wagenräder und Pferde und bellende Hunde, die alle zum Aufbruch drängen. Ob die Weite lockt? Wälder, Turmspitzen, Felder, sag ruhig: Freiheit? 2.24.2 Origin De Moor, Margriet, Herzog von Ägypten. Amsterdam, Hanser, C /VM, 1996. Aus dem Niederländischen von Helga von Breuningen. 2.24.3 Labels Typ : 2 [S(L)i V & SLi V] Sprache : Deutsch Text : MMd Subjekt : = 1. Subjekt Form : Perspron 1. Subjekt Bekanntheit : evoziert 1. Subjekt thematische Rolle : Agens 2. Subjekt thematische Rolle : Agens 2. Verb Person und Numerus : 3. P. Sg. 2. Verb eindeutig : (pro)nom. 'Nom./Akk.' adjazent : Koordinator : und Kohärenzbeziehung : Ereignis/Parallele 2.25 Observation 25 2.25.1 Contents Zo is dat, en geef hem eens ongelijk. Tegenwoordig is er iets met ze dat me onrustig maakt. Ze zijn stil geworden. En aan de linkerkant van de boerderij wordt door een paar mensen tot acht uur doorgeslapen. De vader van Lucie, die onder hetzelfde dak woont, is dan al lang bezig. <MATCH>Hij heeft investeringen gedaan in de witlof en controleert elke ochtend de schuur waar door middel van water en kunstvoeding een idioot snelle oogst in de maak is. Vandaag is Lucie net op tijd geweest om achter haar schoolgaande kinderen de deur dicht te doen, heeft ze koffiegezet en een sigaret opgestoken, als Joseph tegen haar zegt: 'Ik ga de merrie wegdoen.' Hij kijkt haar niet aan als hij het zegt, hij kijkt naar de honden bij hun

lege bakken. Hij draagt een donkerbruin pak, een trui, zijn voeten zijn nog bloot. Ook Lucie kijkt voor zich uit en al zou ze dat niet doen, dan zou ze nog niet zien dat Joseph bezig is een ander mens te worden, zijn gezicht beniger, zijn handen witter. 'Welke merrie?' vraagt ze dom. 2.25.2 Origin De Moor, Margriet, Hertog van Egypte. Amsterdam, Querido, 1996. 2.25.3 Labels Typ : 2 [S(L)i V & SLi V] Sprache : Niederländisch Text : MMd Subjekt : = 1. Subjekt Form : Perspron voll 1. Subjekt Bekanntheit : evoziert 1. Subjekt thematische Rolle : Agens 2. Subjekt thematische Rolle : Agens 2. Verb Person und Numerus : 3. P. Sg. 2. Verb eindeutig : (pro)nom. 'Nom./Akk.' adjazent : Koordinator : en Kohärenzbeziehung : Parallele 2.26 Observation 26 2.26.1 Contents So ist das, und wer wollte es ihm verübeln. Jetzt ist irgendwas mit ihnen, was mich unruhig macht. Sie sind still geworden. Und auf der linken Seite des Bauernhofs schlafen ein paar Leute bis acht Uhr morgens. Lucies Vater, der unter demselben Dach wohnt, ist dann schon längst auf den Beinen. <MATCH>Er hat in Chicorée investiert und kontrolliert jeden Morgen den Schuppen, in dem mit Hilfe von Wasser und einer Nährlösung auf eine irrsinnig schnelle Ernte hingearbeitet wird. Heute ist Lucie gerade noch rechtzeitig aufgestanden, um die Tür hinter ihren Schulkindern zu schließen, sie hat Kaffee gekocht und sich eine Zigarette angezündet, als Joseph zu ihr sagt: 'Ich geb die Stute weg.' Er sieht sie nicht an, als er das sagt, er schaut zu den Hunden an den leeren Fressnäpfen. Er trägt einen dunkelbraunen Anzug, einen Pullover, die Füße sind noch nackt. Auch Lucie schaut vor sich, und selbst wenn sie das nicht täte, sähe sie trotzdem nicht, dass Joseph im Begriff ist, ein anderer zu werden, mit knochigerem Gesicht und weißeren Händen. 'Welche Stute?' fragt sie dumm. 2.26.2 Origin De Moor, Margriet, Herzog von Ägypten. Amsterdam, Hanser, C /VM, 1996.

Aus dem Niederländischen von Helga von Breuningen. 2.26.3 Labels Typ : 2 [S(L)i V & SLi V] Sprache : Deutsch Text : MMd Subjekt : = 1. Subjekt Form : Perspron 1. Subjekt Bekanntheit : evoziert 1. Subjekt thematische Rolle : Agens 2. Subjekt thematische Rolle : Agens 2. Verb Person und Numerus : 3. P. Sg. 2. Verb eindeutig : (pro)nom. 'Nom./Akk.' adjazent : Koordinator : und Kohärenzbeziehung : Parallele/Ereignis 2.27 Observation 27 2.27.1 Contents Vandaag is Lucie net op tijd geweest om achter haar schoolgaande kinderen de deur dicht te doen, heeft ze koffiegezet en een sigaret opgestoken, als Joseph tegen haar zegt: 'Ik ga de merrie wegdoen.' Hij kijkt haar niet aan als hij het zegt, hij kijkt naar de honden bij hun lege bakken. Hij draagt een donkerbruin pak, een trui, zijn voeten zijn nog bloot. Ook Lucie kijkt voor zich uit en al zou ze dat niet doen, dan zou ze nog niet zien dat Joseph bezig is een ander mens te worden, zijn gezicht beniger, zijn handen witter. 'Welke merrie?' vraagt ze dom. <MATCH>Hij pakt zijn koffie van haar aan en loopt naar de ramen. De keuken is ruim. Er staat een eettafel met stoelen, een Bank met kussens en een dressoir met een groepje Mariabeeldjes die een voor een door Joseph zijn meegebracht. Terwijl hij boven het landschap van schuren en bulten een scheidslijntje zonlicht ziet, zeer ver weg, kijkt zij naar de beeldjes. Ze moet aan vroeger denken. De Maagd van Mostar, rekent ze uit, had hij negen jaar geleden bij, thuiskomst bij zich. 2.27.2 Origin De Moor, Margriet, Hertog van Egypte. Amsterdam, Querido, 1996. 2.27.3 Labels Typ : 2 [S(L)i V & SLi V] Sprache : Niederländisch Text : MMd Subjekt : = 1. Subjekt Form : Perspron voll

1. Subjekt Bekanntheit : evoziert 1. Subjekt thematische Rolle : Agens 2. Subjekt thematische Rolle : Agens 2. Verb Person und Numerus : 3. P. Sg. 2. Verb eindeutig : (pro)nom. 'Nom./Akk.' adjazent : Koordinator : en Kohärenzbeziehung : Ereignis 2.28 Observation 28 2.28.1 Contents Heute ist Lucie gerade noch rechtzeitig aufgestanden, um die Tür hinter ihren Schulkindern zu schließen, sie hat Kaffee gekocht und sich eine Zigarette angezündet, als Joseph zu ihr sagt: 'Ich geb die Stute weg.' Er sieht sie nicht an, als er das sagt, er schaut zu den Hunden an den leeren Fressnäpfen. Er trägt einen dunkelbraunen Anzug, einen Pullover, die Füße sind noch nackt. Auch Lucie schaut vor sich, und selbst wenn sie das nicht täte, sähe sie trotzdem nicht, dass Joseph im Begriff ist, ein anderer zu werden, mit knochigerem Gesicht und weißeren Händen. 'Welche Stute?' fragt sie dumm. <MATCH>Er nimmt den Kaffee, den sie ihm reicht, und geht zum Fenster. Die Küche ist geräumig. Da steht ein Esstisch mit Stühlen, ein Sofa mit Kissen und ein Büfett mit einer Gruppe von kleinen Marienfiguren, die alle von Joseph mitgebracht worden sind. Während er über der Landschaft von Scheunen und kleinen Erhebungen einen Streifen Sonne sieht, sehr weit weg, schaut sie zu den Figuren. Sie muss an früher denken. Die Madonna von Mostar, rechnet sie aus, hatte er vor neun Jahren dabei, als er nach Hause kam. 2.28.2 Origin De Moor, Margriet, Herzog von Ägypten. Amsterdam, Hanser, C /VM, 1996. Aus dem Niederländischen von Helga von Breuningen. 2.28.3 Labels Typ : 2 [S(L)i V & SLi V] Sprache : Deutsch Text : MMd Subjekt : = 1. Subjekt Form : Perspron 1. Subjekt Bekanntheit : evoziert 1. Subjekt thematische Rolle : Agens 2. Subjekt thematische Rolle : Agens 2. Verb Person und Numerus : 3. P. Sg. 2. Verb eindeutig : (pro)nom. 'Nom./Akk.' adjazent : Koordinator : und

Kohärenzbeziehung : Ereignis 2.29 Observation 29 2.29.1 Contents De Maagd van Mostar, rekent ze uit, had hij negen jaar geleden bij, thuiskomst bij zich. Bellaheleen had toen haar eerste veulen. ...Het was aan het eind van een uitputtende middag geweest. Of het nou kwam doordat ze het hengstje de dag tevoren hadden verkocht of door wat dan ook, de merrie wilde zich niet laten bekappen. Ze waren al uren met haar bezig toen de auto van Joseph het erf op reed. <MATCH>Na een afwezigheid van vier maanden stapte hij uit, mager, met nog ravenzwarte wenkbrauwen en snor, en toen hij het groepje bij de stallen naderde, kwam er geen woord over zijn lippen maar maakte hij met een hoofdgebaar duidelijk dat ze het paard aan hem moesten overlaten. Hij pakte de merrie vast. Terwijl hij het voorbeen een beetje uitkrabde, begon hij haar dan weer te vleien dan weer, zonder overgang, te verwensen in de pathetische klanken die zijn tong de afgelopen maanden hadden beheerst. In trance stond het dier te luisteren, ze bewoog geen millimeter en liet hem schaapmak begaan. Toen hij tenslotte zijn ogen opsloeg, stonden die heel naief. 'Ik spreek af...' 2.29.2 Origin De Moor, Margriet, Hertog van Egypte. Amsterdam, Querido, 1996. 2.29.3 Labels Typ : 4 [V Si & X V Si,j] Sprache : Niederländisch Text : MMd Subjekt : =/= 1. Subjekt Form : Perspron potenziell red 1. Subjekt Bekanntheit : evoziert 1. Subjekt thematische Rolle : Agens 2. Subjekt thematische Rolle : Patiens 2. Verb Person und Numerus : 3. P. Sg. 2. Verb eindeutig : (pro)nom. 'Nom./Akk.' adjazent : Koordinator : en Kohärenzbeziehung : Ereignis 2.30 Observation 30 2.30.1 Contents Die Madonna von Mostar, rechnet sie aus, hatte er vor neun Jahren dabei, als er nach Hause kam. Bellaheleen hatte damals ihr erstes Fohlen. ... Es war am Ende eines

anstrengenden Nachmittags gewesen. Ob es nun daher kam, dass sie das Hengstfohlen am Tag zuvor verkauft hatten, oder von sonst irgendwas, die Stute wollte sich nicht die Hufe beschneiden lassen. Sie waren schon Stunden mit ihr zugange, als Josephs Auto auf den Hof fuhr. <MATCH>Nach viermonatiger Abwesenheit stieg er aus, mager, mit noch pechschwarzen Augenbrauen und Schnäuzer, und als er sich der kleinen Gruppe bei den Ställen näherte, kam kein Wort über seine Lippen, aber er machte mit einer Kopfbewegung deutlich, dass sie das Pferd ihm überlassen sollten. Er fasste die Stute am Halfter. Während er den Vorderhuf auskratzte, begann er mal schmeichelnd, mal - ohne Übergang - mit Verwünschungen auf sie einzureden, in den pathetischen Klingen, die seine Zunge in den vergangenen Monaten beherrscht hatten. In Trance harte das Tier zu, bewegte sich keinen Millimeter und ließ alles lammfromm über sich ergehen. Als er die Augen schließlich aufschlug, blickten sie völlig naiv. 'Ich möchte...' 2.30.2 Origin De Moor, Margriet, Herzog von Ägypten. Amsterdam, Hanser, C /VM, 1996. Aus dem Niederländischen von Helga von Breuningen. 2.30.3 Labels Typ : 4 [V Si & X V Si,j] Sprache : Deutsch Text : MMd Subjekt : =/= 1. Subjekt Form : Perspron 1. Subjekt Bekanntheit : evoziert 1. Subjekt thematische Rolle : Agens 2. Subjekt thematische Rolle : Patiens 2. Verb Person und Numerus : 3. P. Sg. 2. Verb eindeutig : (pro)nom. 'Nom./Akk.' adjazent : Koordinator : und Kohärenzbeziehung : Ereignis 2.31 Observation 31 2.31.1 Contents De Maagd van Mostar, rekent ze uit, had hij negen jaar geleden bij, thuiskomst bij zich. Bellaheleen had toen haar eerste veulen. ...Het was aan het eind van een uitputtende middag geweest. Of het nou kwam doordat ze het hengstje de dag tevoren hadden verkocht of door wat dan ook, de merrie wilde zich niet laten bekappen. Ze waren al uren met haar bezig toen de auto van Joseph het erf op reed. Na een afwezigheid van vier maanden stapte hij uit, mager, met nog ravenzwarte wenkbrauwen en snor, <MATCH>en toen hij het groepje bij de stallen naderde, kwam er geen woord over zijn lippen maar maakte hij met een hoofdgebaar duidelijk dat ze het paard aan hem moesten overlaten. Hij pakte de merrie vast.

Terwijl hij het voorbeen een beetje uitkrabde, begon hij haar dan weer te vleien dan weer, zonder overgang, te verwensen in de pathetische klanken die zijn tong de afgelopen maanden hadden beheerst. In trance stond het dier te luisteren, ze bewoog geen millimeter en liet hem schaapmak begaan. Toen hij tenslotte zijn ogen opsloeg, stonden die heel naief. 'Ik spreek af...' 2.31.2 Origin 2.31.3 Labels Typ : 3 [V Si & V Si,j] Sprache : Niederländisch Text : MMd Subjekt : =/= 1. Subjekt Form : synt er...DP -def Art 1. Subjekt Bekanntheit : brandneu 1. Subjekt thematische Rolle : Patiens 2. Subjekt thematische Rolle : Agens 2. Verb Person und Numerus : 3. P. Sg. 2. Verb eindeutig : (pro)nom. 'Nom./Akk.' adjazent : Koordinator : maar Kohärenzbeziehung : Kontrast 2.32 Observation 32 2.32.1 Contents Die Madonna von Mostar, rechnet sie aus, hatte er vor neun Jahren dabei, als er nach Hause kam. Bellaheleen hatte damals ihr erstes Fohlen. ... Es war am Ende eines anstrengenden Nachmittags gewesen. Ob es nun daher kam, dass sie das Hengstfohlen am Tag zuvor verkauft hatten, oder von sonst irgendwas, die Stute wollte sich nicht die Hufe beschneiden lassen. Sie waren schon Stunden mit ihr zugange, als Josephs Auto auf den Hof fuhr. Nach viermonatiger Abwesenheit stieg er aus, mager, mit noch pechschwarzen Augenbrauen und Schnäuzer, <MATCH>und als er sich der kleinen Gruppe bei den Ställen näherte, kam kein Wort über seine Lippen, aber er machte mit einer Kopfbewegung deutlich, dass sie das Pferd ihm überlassen sollten. Er fasste die Stute am Halfter. Während er den Vorderhuf auskratzte, begann er mal schmeichelnd, mal - ohne Übergang - mit Verwünschungen auf sie einzureden, in den pathetischen Klingen, die seine Zunge in den vergangenen Monaten beherrscht hatten. In Trance harte das Tier zu, bewegte sich keinen Millimeter und ließ alles lammfromm über sich ergehen. Als er die Augen schließlich aufschlug, blickten sie völlig naiv. 'Ich möchte...' 2.32.2 Origin

2.32.3 Labels Typ : 5 [V Si & Si,j V] Sprache : Deutsch Text : MMd Subjekt : =/= 1. Subjekt Form : DP -def Art 1. Subjekt Bekanntheit : brandneu 1. Subjekt thematische Rolle : Patiens 2. Subjekt thematische Rolle : Agens 2. Verb Person und Numerus : 3. P. Sg. 2. Verb eindeutig : (pro)nom. 'Nom./Akk.' adjazent : Koordinator : aber Kohärenzbeziehung : Kontrast 2.33 Observation 33 2.33.1 Contents Of het nou kwam doordat ze het hengstje de dag tevoren hadden verkocht of door wat dan ook, de merrie wilde zich niet laten bekappen. Ze waren al uren met haar bezig toen de auto van Joseph het erf op reed. Na een afwezigheid van vier maanden stapte hij uit, mager, met nog ravenzwarte wenkbrauwen en snor, en toen hij het groepje bij de stallen naderde, kwam er geen woord over zijn lippen maar maakte hij met een hoofdgebaar duidelijk dat ze het paard aan hem moesten overlaten. Hij pakte de merrie vast. Terwijl hij het voorbeen een beetje uitkrabde, begon hij haar dan weer te vleien dan weer, zonder overgang, te verwensen in de pathetische klanken die zijn tong de afgelopen maanden hadden beheerst. <MATCH>In trance stond het dier te luisteren, ze bewoog geen millimeter en liet hem schaapmak begaan. Toen hij tenslotte zijn ogen opsloeg, stonden die heel naief. 'Ik spreek af...' Zoekend naar Nederlandse woorden sprak hij met Lucie, haar vader en een losse knecht af dat de kinderen van Bellaheleen niet meer verkocht zouden worden en ofschoon ze wisten dat van zoiets onzinnigs geen sprake kon zijn, knikten de vader en de knecht. Wat Lucie betrof, die had van zijn halsdoek naar zijn blote voeten in lakschoenen gekeken en knipperde met haar fletse grijze ogen... Rest dan nu zijn overbodige antwoord op haar overbodige vraag: 'Welke merrie?' 2.33.2 Origin De Moor, Margriet, Hertog van Egypte. Amsterdam, Querido, 1996. 2.33.3 Labels Typ : 5 [V Si & Si,j V] Sprache : Niederländisch

Text : MMd Subjekt : = 1. Subjekt Form : DP +def Art 1. Subjekt Bekanntheit : inferierbar 1. Subjekt thematische Rolle : Agens 2. Subjekt thematische Rolle : Agens 2. Verb Person und Numerus : 3. P. Sg. 2. Verb eindeutig : (pro)nom. 'Nom./Akk.' adjazent : Koordinator : Komma Kohärenzbeziehung : Parallele 2.34 Observation 34 2.34.1 Contents Ob es nun daher kam, dass sie das Hengstfohlen am Tag zuvor verkauft hatten, oder von sonst irgendwas, die Stute wollte sich nicht die Hufe beschneiden lassen. Sie waren schon Stunden mit ihr zugange, als Josephs Auto auf den Hof fuhr. Nach viermonatiger Abwesenheit stieg er aus, mager, mit noch pechschwarzen Augenbrauen und Schnäuzer, und als er sich der kleinen Gruppe bei den Ställen näherte, kam kein Wort über seine Lippen, aber er machte mit einer Kopfbewegung deutlich, dass sie das Pferd ihm überlassen sollten. Er fasste die Stute am Halfter. Während er den Vorderhuf auskratzte, begann er mal schmeichelnd, mal - ohne Übergang - mit Verwünschungen auf sie einzureden, in den pathetischen Klingen, die seine Zunge in den vergangenen Monaten beherrscht hatten. <MATCH>In Trance hörte das Tier zu, bewegte sich keinen Millimeter und ließ alles lammfromm über sich ergehen. Als er die Augen schließlich aufschlug, blickten sie völlig naiv. 'Ich möchte...' Nach niederländischen Worten suchend, machte er mit Lucie, ihrem Vater und einem Aushilfsknecht ab, dass Bellaheleens Kinder nicht mehr verkauft werden sollten, und obwohl sie wussten, dass etwas derart Unsinniges überhaupt nicht in Frage kam, nickten der Vater und der Knecht. Was Lucie betraf, die hatte von seinem Halstuch zu seinen Schuhen geschaut und mit ihren blassgrauen Augen geblinzelt... Steht also noch seine überflüssige Antwort auf ihre überflüssige Frage aus: 'Welche Stute?' 2.34.2 Origin De Moor, Margriet, Herzog von Ägypten. Amsterdam, Hanser, C /VM, 1996. Aus dem Niederländischen von Helga von Breuningen. 2.34.3 Labels Typ : 1 [V Si & SLi? V SLi?] Sprache : Deutsch Text : MMd Subjekt : = 1. Subjekt Form : DP +def Art

1. Subjekt Bekanntheit : inferierbar 1. Subjekt thematische Rolle : Agens 2. Subjekt thematische Rolle : Agens 2. Verb Person und Numerus : 3. P. Sg. 2. Verb eindeutig : (pro)nom. 'Nom./Akk.' adjazent : + =/= Koordinator : Komma Kohärenzbeziehung : Parallele 2.35 Observation 35 2.35.1 Contents Of het nou kwam doordat ze het hengstje de dag tevoren hadden verkocht of door wat dan ook, de merrie wilde zich niet laten bekappen. Ze waren al uren met haar bezig toen de auto van Joseph het erf op reed. Na een afwezigheid van vier maanden stapte hij uit, mager, met nog ravenzwarte wenkbrauwen en snor, en toen hij het groepje bij de stallen naderde, kwam er geen woord over zijn lippen maar maakte hij met een hoofdgebaar duidelijk dat ze het paard aan hem moesten overlaten. Hij pakte de merrie vast. Terwijl hij het voorbeen een beetje uitkrabde, begon hij haar dan weer te vleien dan weer, zonder overgang, te verwensen in de pathetische klanken die zijn tong de afgelopen maanden hadden beheerst. In trance stond het dier te luisteren, <MATCH>ze bewoog geen millimeter en liet hem schaapmak begaan. Toen hij tenslotte zijn ogen opsloeg, stonden die heel naief. 'Ik spreek af...' Zoekend naar Nederlandse woorden sprak hij met Lucie, haar vader en een losse knecht af dat de kinderen van Bellaheleen niet meer verkocht zouden worden en ofschoon ze wisten dat van zoiets onzinnigs geen sprake kon zijn, knikten de vader en de knecht. Wat Lucie betrof, die had van zijn halsdoek naar zijn blote voeten in lakschoenen gekeken en knipperde met haar fletse grijze ogen... Rest dan nu zijn overbodige antwoord op haar overbodige vraag: 'Welke merrie?' 2.35.2 Origin 2.35.3 Labels Typ : 2 [S(L)i V & SLi V] Sprache : Niederländisch Text : MMd Subjekt : = 1. Subjekt Form : Perspron red 1. Subjekt Bekanntheit : evoziert 1. Subjekt thematische Rolle : Agens 2. Subjekt thematische Rolle : Agens 2. Verb Person und Numerus : 3. P. Sg. 2. Verb eindeutig : (pro)nom. 'Nom./Akk.' adjazent : + =/= Koordinator : en

Kohärenzbeziehung : Parallele 2.36 Observation 36 2.36.1 Contents Ob es nun daher kam, dass sie das Hengstfohlen am Tag zuvor verkauft hatten, oder von sonst irgendwas, die Stute wollte sich nicht die Hufe beschneiden lassen. Sie waren schon Stunden mit ihr zugange, als Josephs Auto auf den Hof fuhr. Nach viermonatiger Abwesenheit stieg er aus, mager, mit noch pechschwarzen Augenbrauen und Schnäuzer, und als er sich der kleinen Gruppe bei den Ställen näherte, kam kein Wort über seine Lippen, aber er machte mit einer Kopfbewegung deutlich, dass sie das Pferd ihm überlassen sollten. Er fasste die Stute am Halfter. Während er den Vorderhuf auskratzte, begann er mal schmeichelnd, mal - ohne Übergang - mit Verwünschungen auf sie einzureden, in den pathetischen Klingen, die seine Zunge in den vergangenen Monaten beherrscht hatten. In Trance harte das Tier zu, <MATCH>bewegte sich keinen Millimeter und ließ alles lammfromm über sich ergehen. Als er die Augen schließlich aufschlug, blickten sie völlig naiv. 'Ich möchte...' Nach niederländischen Worten suchend, machte er mit Lucie, ihrem Vater und einem Aushilfsknecht ab, dass Bellaheleens Kinder nicht mehr verkauft werden sollten, und obwohl sie wussten, dass etwas derart Unsinniges überhaupt nicht in Frage kam, nickten der Vater und der Knecht. Was Lucie betraf, die hatte von seinem Halstuch zu seinen Schuhen geschaut und mit ihren blassgrauen Augen geblinzelt... Steht also noch seine überflüssige Antwort auf ihre überflüssige Frage aus: 'Welche Stute?' 2.36.2 Origin 2.36.3 Labels Typ : 1-2 [SLi? V SLi? & SLi? V SLi?] Sprache : Deutsch Text : MMd Subjekt : = 1. Subjekt Form : Null 1. Subjekt Bekanntheit : evoziert 1. Subjekt thematische Rolle : Agens 2. Subjekt thematische Rolle : Agens 2. Verb Person und Numerus : 3. P. Sg. 2. Verb eindeutig : (pro)nom. 'Nom./Akk.' adjazent : + = + Koordinator : und Kohärenzbeziehung : Parallele 2.37 Observation 37 2.37.1 Contents

Terwijl hij het voorbeen een beetje uitkrabde, begon hij haar dan weer te vleien dan weer, zonder overgang, te verwensen in de pathetische klanken die zijn tong de afgelopen maanden hadden beheerst. In trance stond het dier te luisteren, ze bewoog geen millimeter en liet hem schaapmak begaan. Toen hij tenslotte zijn ogen opsloeg, stonden die heel naief. 'Ik spreek af...' Zoekend naar Nederlandse woorden sprak hij met Lucie, haar vader en een losse knecht af dat de kinderen van Bellaheleen niet meer verkocht zouden worden en ofschoon ze wisten dat van zoiets onzinnigs geen sprake kon zijn, knikten de vader en de knecht. <MATCH>Wat Lucie betrof, die had van zijn halsdoek naar zijn blote voeten in lakschoenen gekeken en knipperde met haar fletse grijze ogen... Rest dan nu zijn overbodige antwoord op haar overbodige vraag: 'Welke merrie?' 'Bellaheleen.' Hij keert zich af van de ramen om sokken en laarzen aan te trekken, een jekker, en vervolgens met een oud hoedje op de druilregen in te gaan. Als hij kort daarop in het weiland een van de paarden naar zich toe staat te fluiten, heeft Lucie de keuken gedaan en is ze langs bietenafval en een verroeste landbouwmachine onderweg naar de stallen om met de knecht over het werk te praten. De jongen is bezig op een schoolbord aan te tekenen welk voeder hij gegeven heeft. 2.37.2 Origin De Moor, Margriet, Hertog van Egypte. Amsterdam, Querido, 1996. 2.37.3 Labels Typ : 2 [S(L)i V & SLi V] Sprache : Niederländisch Text : MMd Subjekt : = 1. Subjekt Form : +def Dempron dist 1. Subjekt Bekanntheit : evoziert 1. Subjekt thematische Rolle : Agens 2. Subjekt thematische Rolle : Agens 2. Verb Person und Numerus : 3. P. Sg. 2. Verb eindeutig : (pro)nom. 'Nom./Akk.' adjazent : Koordinator : en Kohärenzbeziehung : Folge 2.38 Observation 38 2.38.1 Contents Während er den Vorderhuf auskratzte, begann er mal schmeichelnd, mal ohne Übergang - mit Verwünschungen auf sie einzureden, in den pathetischen Klingen, die seine Zunge in den vergangenen Monaten beherrscht hatten. In Trance harte das Tier zu, bewegte sich keinen Millimeter und ließ alles lammfromm über sich ergehen. Als er die Augen schließlich aufschlug, blickten sie völlig naiv. 'Ich möchte...' Nach niederländischen Worten suchend, machte

er mit Lucie, ihrem Vater und einem Aushilfsknecht ab, dass Bellaheleens Kinder nicht mehr verkauft werden sollten, und obwohl sie wussten, dass etwas derart Unsinniges überhaupt nicht in Frage kam, nickten der Vater und der Knecht. <MATCH>Was Lucie betraf, die hatte von seinem Halstuch zu seinen Schuhen geschaut und mit ihren blassgrauen Augen geblinzelt... Steht also noch seine überflüssige Antwort auf ihre überflüssige Frage aus: 'Welche Stute?' 'Bellaheleen.' Er wendet sich vom Fenster ab, um Socken und Stiefel anzuziehen, eine Joppe, und danach mit einem alten Hut auf dem Kopf in den Nieselregen hinauszugehen. Als er kurz darauf auf der Koppel eines der Pferde zu sich pfeift, hat Lucie die Küche gemacht und geht an den Rübenabfällen und einer verrosteten Landwirtschaftsmaschine vorbei zu den Ställen, um mit dem Knecht die Arbeit zu besprechen. Der schreibt gerade auf einer Schultafel auf, was er verfuttert hat. 2.38.2 Origin De Moor, Margriet, Herzog von Ägypten. Amsterdam, Hanser, C /VM, 1996. Aus dem Niederländischen von Helga von Breuningen. 2.38.3 Labels Typ : 2. Vfin fehlt Sprache : Deutsch Text : MMd Subjekt : n.a. 1. Subjekt Form : n.a. 1. Subjekt Bekanntheit : n.a. 1. Subjekt thematische Rolle : n.a. 2. Subjekt thematische Rolle : n.a. 2. Verb Person und Numerus : n.a. 2. Verb eindeutig : n.a. (pro)nom. 'Nom./Akk.' adjazent : n.a. Koordinator : n.a. Kohärenzbeziehung : n.a. 2.39 Observation 39 2.39.1 Contents Zoekend naar Nederlandse woorden sprak hij met Lucie, haar vader en een losse knecht af dat de kinderen van Bellaheleen niet meer verkocht zouden worden en ofschoon ze wisten dat van zoiets onzinnigs geen sprake kon zijn, knikten de vader en de knecht. Wat Lucie betrof, die had van zijn halsdoek naar zijn blote voeten in lakschoenen gekeken en knipperde met haar fletse grijze ogen... Rest dan nu zijn overbodige antwoord op haar overbodige vraag: 'Welke merrie?' 'Bellaheleen.' Hij keert zich af van de ramen om sokken en laarzen aan te trekken, een jekker, en vervolgens met een oud hoedje op de druilregen in te gaan. <MATCH>Als hij kort daarop in het weiland een van de paarden naar zich toe staat te fluiten, heeft Lucie de keuken gedaan en is ze langs bietenafval en een verroeste landbouwmachine

onderweg naar de stallen om met de knecht over het werk te praten. De jongen is bezig op een schoolbord aan te tekenen welk voeder hij gegeven heeft. 'Te lang vastgezeten,' zegt hij en wijst haar de twee ruinen die achter de planken van de box met elkaar hebben gevochten. Op dat moment arriveert Joseph met Bellaheleen voor de stal. Hij zet de dertienjarige merrie onder het plaatijzeren afdak om haar in verband met de voorgenomen verkoop nog eens even te poetsen. Lucie helpt. 2.39.2 Origin De Moor, Margriet, Hertog van Egypte. Amsterdam, Querido, 1996. 2.39.3 Labels Typ : 3 [V Si & V Si,j] Sprache : Niederländisch Text : MMd Subjekt : = 1. Subjekt Form : NP +def Eigenname 1. Subjekt Bekanntheit : evoziert 1. Subjekt thematische Rolle : Agens 2. Subjekt thematische Rolle : Patiens 2. Verb Person und Numerus : 3. P. Sg. 2. Verb eindeutig : + (pro)nom. 'Nom./Akk.' adjazent : Koordinator : en Kohärenzbeziehung : Parallele 2.40 Observation 40 2.40.1 Contents Nach niederländischen Worten suchend, machte er mit Lucie, ihrem Vater und einem Aushilfsknecht ab, dass Bellaheleens Kinder nicht mehr verkauft werden sollten, und obwohl sie wussten, dass etwas derart Unsinniges überhaupt nicht in Frage kam, nickten der Vater und der Knecht. Was Lucie betraf, die hatte von seinem Halstuch zu seinen Schuhen geschaut und mit ihren blassgrauen Augen geblinzelt... Steht also noch seine überflüssige Antwort auf ihre überflüssige Frage aus: 'Welche Stute?' 'Bellaheleen.' Er wendet sich vom Fenster ab, um Socken und Stiefel anzuziehen, eine Joppe, und danach mit einem alten Hut auf dem Kopf in den Nieselregen hinauszugehen. <MATCH>Als er kurz darauf auf der Koppel eines der Pferde zu sich pfeift, hat Lucie die Küche gemacht und geht an den Rübenabfällen und einer verrosteten Landwirtschaftsmaschine vorbei zu den Ställen, um mit dem Knecht die Arbeit zu besprechen. Der schreibt gerade auf einer Schultafel auf, was er verfuttert hat. 'Zu lange gestanden', sagt er und zeigt auf die beiden Wallache, die hinter den Brettern der Box aufeinander losgegangen sind. In diesem Moment kommt Joseph mit Bellaheleen vor dem Stall an. Er bindet die dreizehnjährige Stute unter dem Blechvordach fest, um sie im Hinblick auf den geplanten Verkauf noch einmal zu putzen. Lucie hilft.

2.40.2 Origin De Moor, Margriet, Herzog von Ägypten. Amsterdam, Hanser, C /VM, 1996. Aus dem Niederländischen von Helga von Breuningen. 2.40.3 Labels Typ : 1 [V Si & SLi? V SLi?] Sprache : Deutsch Text : MMd Subjekt : = 1. Subjekt Form : NP +def Eigenname 1. Subjekt Bekanntheit : evoziert 1. Subjekt thematische Rolle : Agens 2. Subjekt thematische Rolle : Agens 2. Verb Person und Numerus : 3. P. Sg. 2. Verb eindeutig : (pro)nom. 'Nom./Akk.' adjazent : Koordinator : und Kohärenzbeziehung : Parallele 2.41 Observation 41 2.41.1 Contents Rest dan nu zijn overbodige antwoord op haar overbodige vraag: 'Welke merrie?' 'Bellaheleen.' Hij keert zich af van de ramen om sokken en laarzen aan te trekken, een jekker, en vervolgens met een oud hoedje op de druilregen in te gaan. Als hij kort daarop in het weiland een van de paarden naar zich toe staat te fluiten, heeft Lucie de keuken gedaan en is ze langs bietenafval en een verroeste landbouwmachine onderweg naar de stallen om met de knecht over het werk te praten. De jongen is bezig op een schoolbord aan te tekenen welk voeder hij gegeven heeft. <MATCH>'Te lang vastgezeten,' zegt hij en wijst haar de twee ruinen die achter de planken van de box met elkaar hebben gevochten. Op dat moment arriveert Joseph met Bellaheleen voor de stal. Hij zet de dertienjarige merrie onder het plaatijzeren afdak om haar in verband met de voorgenomen verkoop nog eens even te poetsen. Lucie helpt. Ze hanteert een metalen kam en een borstel, ze wrijft met schoon stro over de natte huid en het is allemaal net als vroeger, net als vroeger, in een voorgoed voorbije periode, bewegen Joseph en zij zich kameraadschappelijk rond de anatomie van het bruingrauwe dier. Maar als Joseph zijn peuk de regen in schiet en schokkend een paar keer hoest, loopt Lucie de stal in om het dek te pakken en is het de staljongen die opkijkt. 2.41.2 Origin De Moor, Margriet, Hertog van Egypte. Amsterdam, Querido, 1996.

2.41.3 Labels Typ : 1 [V Si & SLi? V SLi?] Sprache : Niederländisch Text : MMd Subjekt : = 1. Subjekt Form : Perspron potenziell red 1. Subjekt Bekanntheit : evoziert 1. Subjekt thematische Rolle : Agens 2. Subjekt thematische Rolle : Agens 1. Verb Semantik : Redeeinführung 2. Verb Person und Numerus : 3. P. Sg. 2. Verb eindeutig : (pro)nom. 'Nom./Akk.' adjazent : Koordinator : en Kohärenzbeziehung : Ereignis/Parallele 2.42 Observation 42 2.42.1 Contents Steht also noch seine überflüssige Antwort auf ihre überflüssige Frage aus: 'Welche Stute?' 'Bellaheleen.' Er wendet sich vom Fenster ab, um Socken und Stiefel anzuziehen, eine Joppe, und danach mit einem alten Hut auf dem Kopf in den Nieselregen hinauszugehen. Als er kurz darauf auf der Koppel eines der Pferde zu sich pfeift, hat Lucie die Küche gemacht und geht an den Rübenabfällen und einer verrosteten Landwirtschaftsmaschine vorbei zu den Ställen, um mit dem Knecht die Arbeit zu besprechen. Der schreibt gerade auf einer Schultafel auf, was er verfuttert hat. <MATCH>'Zu lange gestanden', sagt er und zeigt auf die beiden Wallache, die hinter den Brettern der Box aufeinander losgegangen sind. In diesem Moment kommt Joseph mit Bellaheleen vor dem Stall an. Er bindet die dreizehnjährige Stute unter dem Blechvordach fest, um sie im Hinblick auf den geplanten Verkauf noch einmal zu putzen. Lucie hilft. Sie hantiert mit einem Metallkamm und einer Kardätsche, reibt die nasse Haut mit sauberem Stroh ab, und es ist alles wie früher, genau wie früher, in einer endgültig vergangenen Zeit bewegen Joseph und sie sich kameradschaftlich um die Anatomie des braungrauen Tiers. Aber als Joseph seine Kippe in den Regen schnippt und ein paarmal hustet, dass es ihn schüttelt, da geht Lucie in den Stall, um die Decke zu holen, und der Stallbursche schaut auf. 2.42.2 Origin De Moor, Margriet, Herzog von Ägypten. Amsterdam, Hanser, C /VM, 1996. Aus dem Niederländischen von Helga von Breuningen. 2.42.3 Labels

Typ : 1 [V Si & SLi? V SLi?] Sprache : Deutsch Text : MMd Subjekt : = 1. Subjekt Form : Perspron 1. Subjekt Bekanntheit : evoziert 1. Subjekt thematische Rolle : Agens 2. Subjekt thematische Rolle : Agens 1. Verb Semantik : Redeeinführung 2. Verb Person und Numerus : 3. P. Sg. 2. Verb eindeutig : (pro)nom. 'Nom./Akk.' adjazent : Koordinator : und Kohärenzbeziehung : Ereignis/Parallele 2.43 Observation 43 2.43.1 Contents 'Het is november,' zegt hij. Lucie legt de deken over het paard. Ze buigt zich opzij om een paar strootjes uit de staart te trekken. Dan, als ze weer overeind komt, wordt ze overvallen door een herinnering: Joseph die haar vertelt van de keer dat ze met acht caravans het golvende landschap van Silezie zijn doorgetrokken. Beduusd blijft ze staan. <MATCH>Ze spert haar ogen open en herinnert zich die speciale manier van vertellen van hem, theatraal, op effect berekend, die haar weliswaar in het geheugen gegrift staat, maar die haar nu, na maanden van stilte, verschrikt. 'Dat is het Plateau van Tornowitz,' hoort ze hem zeggen. 'Na zo'n gloeiend hete dag kun je 's nachts de regen verwachten, een regen als een zwijn, hij verandert het hele kamp in een moeras, maar dood ga je er niet van. Ik lag op een nacht als een steen zo zwaar te slapen, toen ik wakker schrok met het gevoel dat er in het donker iemand in mijn oor blies.' Lucie, de strootjes nog in haar hand, kijkt gealarmeerd naar haar man, want ze weet hoe het verhaal verdergaat. 'Verdomme, Joseph!' schreeuwt ze. 2.43.2 Origin De Moor, Margriet, Hertog van Egypte. Amsterdam, Querido, 1996. 2.43.3 Labels Typ : 2 [S(L)i V & SLi V] Sprache : Niederländisch Text : MMd Subjekt : = 1. Subjekt Form : Perspron red 1. Subjekt Bekanntheit : evoziert 1. Subjekt thematische Rolle : Agens 2. Subjekt thematische Rolle : Experiencer

2. Verb Person und Numerus : 3. P. Sg. 2. Verb eindeutig : (pro)nom. 'Nom./Akk.' adjazent : + =/= Koordinator : en Kohärenzbeziehung : Ereignis 2.44 Observation 44 2.44.1 Contents 'Wir haben November', sagt er. Lucie legt dem Pferd die Decke über. Sie beugt sich zur Seite, um ein paar Strohhalme aus dem Schweif zu ziehen. Dann, als sie sich wieder aufrichtet, kommt ihr schlagartig eine Erinnerung: Joseph, der ihr erzählt, wie sie mit acht Caravans durch die wogende Landschaft Schlesiens gezogen sind. Verdattert bleibt sie stehen. <MATCH>Sie sperrt die Augen auf und erinnert sich an seine spezielle Art zu erzählen theatralisch, auf Wirkung bedacht -, die sich zwar in ihr Gedächtnis gegraben hat, sie jetzt aber, nach monatelanger Stille, erschreckt. 'Das ist die Tornowitzer Hochebene', hört sie ihn sagen. 'Nach so einem glühendheißen Tag kann man nachts Regen erwarten, Regen wie ein Schwein, er verwandelt das ganze Lager in einen Sumpf, aber das bringt einen nicht um. Eines Nachts, ich schlief wie ein Stein, da schreckte ich plötzlich mit dem Gefühl hoch, dass mir im Dunkeln jemand ins Ohr pustet.' Lucie, die Strohhalme noch in der Hand, blickt alarmiert zu ihrem Mann, denn sie weiß, wie die Geschichte weitergeht. 'Verdammt noch mal, Joseph!' schreit sie. 2.44.2 Origin De Moor, Margriet, Herzog von Ägypten. Amsterdam, Hanser, C /VM, 1996. Aus dem Niederländischen von Helga von Breuningen. 2.44.3 Labels Typ : 2 [S(L)i V & SLi V] Sprache : Deutsch Text : MMd Subjekt : = 1. Subjekt Form : Perspron 1. Subjekt Bekanntheit : evoziert 1. Subjekt thematische Rolle : Agens 2. Subjekt thematische Rolle : Experiencer 2. Verb Person und Numerus : 3. P. Sg. 2. Verb eindeutig : (pro)nom. 'Nom./Akk.' adjazent : + =/= Koordinator : und Kohärenzbeziehung : Ereignis 2.45 Observation 45

2.45.1 Contents Er kroop een rat over mijn gezicht.' Wat heeft dit te betekenen? Josephs stem van een paar jaar geleden, en dat kampement op die vlakte? Ik weet dat Lucie wel vaker schaduwen ziet, onwaarschijnlijke dingen die op het allerlaatste moment terugspringen, maar ze heeft ze toch maar gezien. Vanuit het Twentse land in november kijkt Lucie die hele ochtend uit over een zomers Silezie, van velden met koolzaad en sleutelbloemen tot aan een kampplaats in de bocht van de Prosna. <MATCH>Als ze tegen het middaguur haar vader tegenkomt, zweeft ze nog steeds in die schemer, al is alles nu bleker, wat verder weg, en botst ze bij het achterhuis tegen hem op. 'Ho zeg!' De oude man doet geërgerd een stap achteruit. Een moment kijken ze elkaar aan. 'Je zou turfmolm besteld hebben.' 'Heb ik gedaan, ja hoor, zeker weten,' zegt ze. 2.45.2 Origin De Moor, Margriet, Hertog van Egypte. Amsterdam, Querido, 1996. 2.45.3 Labels Typ : 3 [V Si & V Si,j] Sprache : Niederländisch Text : MMd Subjekt : = 1. Subjekt Form : Perspron red 1. Subjekt Bekanntheit : evoziert 1. Subjekt thematische Rolle : Agens 2. Subjekt thematische Rolle : Agens 2. Verb Person und Numerus : 3. P. Sg. 2. Verb eindeutig : (pro)nom. 'Nom./Akk.' adjazent : Koordinator : en Kohärenzbeziehung : Folge/Parallele 2.46 Observation 46 2.46.1 Contents Eine Ratte kroch mir übers Gesicht.' Was hat das zu bedeuten? Josephs Stimme von vor ein paar Jahren, und dieses Lager in jener Ebene? Ich weiß, dass Lucie öfter Schatten sieht, unwahrscheinliche Dinge, die im allerletzten Moment zurückspringen, aber sie hat sie gesehen. Vom Twenter Land im November blickt Lucie den ganzen Vormittag lang auf ein sommerliches Schlesien, von Feldern mit Raps und Schlüsselblumen bis zu einem Lagerplatz in einer Biegung der Prosna. <MATCH>Als sie gegen Mittag ihrem Vater begegnet, schwebt sie noch immer in diesem Zwielicht, wenngleich alles jetzt blasser ist, weiter entfernt, und sie prallt am Hinterhaus mit ihm zusammen. 'He!' Der alte Mann tritt verärgert einen Schritt

zurück. Einen Moment lang sehen sie sich an. 'Du wolltest Torfmull bestellen.' 'Hab ich auch getan, aber klar doch', sagt sie. 2.46.2 Origin De Moor, Margriet, Herzog von Ägypten. Amsterdam, Hanser, C /VM, 1996. Aus dem Niederländischen von Helga von Breuningen. 2.46.3 Labels Typ : 5 [V Si & Si,j V] Sprache : Deutsch Text : MMd Subjekt : = 1. Subjekt Form : Perspron 1. Subjekt Bekanntheit : evoziert 1. Subjekt thematische Rolle : Agens 2. Subjekt thematische Rolle : Agens 2. Verb Person und Numerus : 3. P. Sg. 2. Verb eindeutig : (pro)nom. 'Nom./Akk.' adjazent : Koordinator : und Kohärenzbeziehung : Folge 2.47 Observation 47 2.47.1 Contents Lucie en haar vader zien hem het modderpad af lopen, hoed tot op zijn wenkbrauwen. Gerard snuift vol afkeer. Dan mompelt hij iets. Lucie, door de jaren heen aan de goede verstandhouding tussen haar man en haar vader gewend, weet niet zeker wat. Maar ze dacht dat het was: 'Zigeuner!' <MATCH>Ik begrijp ze niet en ik begrijp ze wel. 's Zomers begrijp ik ze, 's winters niet. Rokken, oorringen, losse haren: ja, en zo'n vrouw die met haar kleinkind op schoot naar een paar brandende boomstammen gaat zitten turen, goed, daar valt niet eens iets aan te snappen. Als ze lacht zie je een mond vol gouden bruggen. Met die woonwagens heb ik ook geen moeite. Want dat zijn plaatsen vol meubels en Mariabeelden en kunstbloemen, onbegrijpelijk zou je zeggen, opgepropte cellen, maar mooi dat de coördinaten van heel Europa er dwars doorheen lopen en zelfs die stomme witte caravans breiden je gedachten fantastisch uit: vergeet niet dat de wereld een oud familiedomein is, waar je met je verwanten in de verste uithoeken moet kunnen zitten leuteren. 2.47.2 Origin De Moor, Margriet, Hertog van Egypte. Amsterdam, Querido, 1996.

2.47.3 Labels Typ : 7 [S(L)i V & Si V] Sprache : Niederländisch Text : MMd Subjekt : = 1. Subjekt Form : Perspron red 1. Subjekt Bekanntheit : evoziert 1. Subjekt thematische Rolle : Experiencer 2. Subjekt thematische Rolle : Experiencer 2. Verb Person und Numerus : 1. P. Sg. 2. Verb eindeutig : (pro)nom. 'Nom./Akk.' adjazent : + = Koordinator : en Kohärenzbeziehung : Parallele 2.48 Observation 48 2.48.1 Contents Lucie und ihr Vater sehen ihn den schlammigen Weg entlanggehen, Hut bis zu den Augenbrauen heruntergezogen. Gerard schnaubt angewidert. Dann brummelt er etwas. Lucie, seit Jahren an das gute Verhältnis zwischen ihrem Mann und ihrem Vater gewöhnt, ist sich nicht sicher, was. Aber sie meint, so etwas gehört zu haben wie: 'Zigeuner!' <MATCH>Ich verstehe sie, und ich verstehe sie nicht. Im Sommer verstehe ich sie, im Winter nicht. Röcke, Ohrringe, offene Haare: ja, und so eine Frau, die mit ihrem Enkelkind auf dem Schoß auf ein paar brennende Baumstämme starrt, gut, daran gibt's eigentlich gar nichts zu verstehen. Wenn sie lacht, sieht man einen Mund voller Goldbrücken. Mit diesen Wohnwagen habe ich auch keine Probleme. Denn das sind Orte voller Möbel und Marienfiguren und Kunstblumen, unbegreiflich, möchte man sagen, vollgepfropfte Zellen, aber toll, die Koordinaten von ganz Europa laufen mitten durch sie hindurch, und sogar diese dämlichen weißen Caravans sind eine phantastische Erweiterung deiner Gedanken: Vergiss nicht, dass die Welt eine alte Familiendomäne ist, in der es noch in den entlegensten Winkeln möglich sein muss, mit seinen Verwandten beisammenzusitzen und zu schwatzen. 2.48.2 Origin De Moor, Margriet, Herzog von Ägypten. Amsterdam, Hanser, C /VM, 1996. Aus dem Niederländischen von Helga von Breuningen. 2.48.3 Labels Typ : 7 [S(L)i V & Si V] Sprache : Deutsch Text : MMd Subjekt : =

1. Subjekt Form : Perspron 1. Subjekt Bekanntheit : evoziert 1. Subjekt thematische Rolle : Experiencer 2. Subjekt thematische Rolle : Experiencer 2. Verb Person und Numerus : 1. P. Sg. 2. Verb eindeutig : +/(pro)nom. 'Nom./Akk.' adjazent : + = +/Koordinator : und Kohärenzbeziehung : Parallele 2.49 Observation 49 2.49.1 Contents Als ze de palm naar het licht draait is ze al honderd procent deelgenoot van je verdriet. Verlang je naar hartstocht, maar is de liefde dof en aarzelend? Van de toekomst, die haar persoonlijk niets zegt, geeft ze een stimulerende beschrijving. Hij reed het dorp uit. Boven het land hing het licht van de zon die op doorbreken staat. <MATCH>Hij keek naar de lijn van de boomtoppen en nam de afslag naar Benckelo. Straks kwam het weggetje naar het fabrieksterrein, waar in zes wagens en caravans familie van hem woonde, die, naar hij gauw genoeg zou zien, de politie weer eens langs had gekregen. Het portierraam stond open. Die kelderlucht van natte brandnetels was hem van vroeger bekend. Lange tijd was sindsdien voorbijgegaan. De streek, die bezetting en bevrijding had gekend, en Marshallhulp en kabinetten met diep ontzag voor de Euro-Amerikaanse politiek, begon welvarender te worden. 2.49.2 Origin De Moor, Margriet, Hertog van Egypte. Amsterdam, Querido, 1996. 2.49.3 Labels Typ : 2 [S(L)i V & SLi V] Sprache : Niederländisch Text : MMd Subjekt : = 1. Subjekt Form : Perspron voll 1. Subjekt Bekanntheit : evoziert 1. Subjekt thematische Rolle : Agens 2. Subjekt thematische Rolle : Agens 2. Verb Person und Numerus : 3. P. Sg. 2. Verb eindeutig : (pro)nom. 'Nom./Akk.' adjazent : + = + Koordinator : en Kohärenzbeziehung : Parallele/Ereignis

2.50 Observation 50 2.50.1 Contents Wenn sie die Handfläche ins Licht dreht, nimmt sie bereits hundertprozentig an deinem Kummer teil. Sehnst du dich nach Leidenschaft, während die Liebe flau und zögerlich ist? Von der Zukunft, die ihr persönlich nichts sagt, malt sie ein stimulierendes Bild. Er fuhr aus dem Dorf hinaus. Über den Feldern lag das Licht einer Sonne, die kurz vor dem Durchbrechen steht. <MATCH>Er schaute zur Linie der Baumwipfel und bog nach Benckelo ab. Gleich kam der Feldweg zum Fabrikgelände, wo in sechs Wagen und Caravans Verwandte von ihm wohnten, die, wie er schnell genug sehen sollte, wieder einmal Besuch von der Polizei bekommen hatten. Das Autofenster war heruntergekurbelt. Der Kellergeruch nasser Brennnesseln war ihm von früher bekannt. Seitdem war viel Zeit vergangen. Die Gegend, die die Okkupation und die Befreiung erlebt hatte und die Marshall-Plan-Hilfe und Regierungen mit tiefer Ehrfurcht vor der euroamerikanischen Politik, wurde allmählich wohlhabender. 2.50.2 Origin De Moor, Margriet, Herzog von Ägypten. Amsterdam, Hanser, C /VM, 1996. Aus dem Niederländischen von Helga von Breuningen. 2.50.3 Labels Typ : 2 [S(L)i V & SLi V] Sprache : Deutsch Text : MMd Subjekt : = 1. Subjekt Form : Perspron 1. Subjekt Bekanntheit : evoziert 1. Subjekt thematische Rolle : Agens 2. Subjekt thematische Rolle : Agens 2. Verb Person und Numerus : 3. P. Sg. 2. Verb eindeutig : (pro)nom. 'Nom./Akk.' adjazent : Koordinator : und Kohärenzbeziehung : Parallele/Ereignis 2.51 Observation 51 2.51.1 Contents De streek, die bezetting en bevrijding had gekend, en Marshallhulp en kabinetten met diep ontzag voor de Euro-Amerikaanse politiek, begon welvarender te worden. Boerenkinderen reden op de fiets naar het gymnasium. Op het land waren de combine en de zelfrijdende maaidorser verschenen, zodat boeren, áls ze nog paarden hielden, hun Gelderse zwoegers rustig oud konden laten worden en overschakelen op de nieuwigheid van met volbloeds

gekruiste renpaarden. Lange tijd was voorbijgegaan, maar Joseph herinnerde zich de streek. Een windvlaag schudde de populieren. <MATCH>Hij verdraaide de ruitenwissers en dacht aan zijn vader die hier tot '42, '43 gewend moest zijn geweest te komen. In die dagen had een boer soms wel twintig paarden op stal. Wie er tien voor de diepploeg spande, kon de ondergrond wel een meter naar boven halen. Het gebeurde nogal eens dat er in de hele streek vraag was naar mannen die met zo'n span paarden in het zware werkgareel konden omgaan. Josephs vader, zijn vijf broers en veertien neven waren smeden en handelaren maar konden, als het zo te pas kwam, ook dat. Hij passeerde de boerderij van Gerard. 2.51.2 Origin De Moor, Margriet, Hertog van Egypte. Amsterdam, Querido, 1996. 2.51.3 Labels Typ : 2 [S(L)i V & SLi V] Sprache : Niederländisch Text : MMd Subjekt : = 1. Subjekt Form : Perspron voll 1. Subjekt Bekanntheit : evoziert 1. Subjekt thematische Rolle : Agens 2. Subjekt thematische Rolle : Experiencer 2. Verb Person und Numerus : 3. P. Sg. 2. Verb eindeutig : (pro)nom. 'Nom./Akk.' adjazent : Koordinator : en Kohärenzbeziehung : Parallele/Ereignis 2.52 Observation 52 2.52.1 Contents Die Gegend, die die Okkupation und die Befreiung erlebt hatte und die Marshall-Plan-Hilfe und Regierungen mit tiefer Ehrfurcht vor der euroamerikanischen Politik, wurde allmählich wohlhabender. Bauernkinder fuhren mit dem Fahrrad ins Gymnasium. Auf den Feldern hatten der selbstfahrende Mähdrescher und der Mäh-Dresch-Binder Einzug gehalten, so dass die Bauern, sofern sie überhaupt noch Pferde hielten, ihren Gelderländer Arbeitspferden das Gnadenbrot geben und auf die Neuheit, mit Vollblütern gekreuzte Rennpferde, umsteigen konnten. Es war lange her, aber Joseph erinnerte sich an die Gegend. Ein Windstoß schüttelte die Pappeln. <MATCH>Er schaltete die Scheibenwischer in eine andere Stufe und dachte an seinen Vater, der bis zweiundvierzig, dreiundvierzig regelmäßig hierhergekommen sein musste. Damals hatte ein Bauer manchmal bis zu zwanzig Pferde im Stall. Wer zehn vor den Tiefpflug spannte, konnte den Untergrund bis in einen Meter Tiefe bearbeiten. Es kam nicht selten vor, dass in der gesamten Gegend Männer gesucht wurden, die mit einem solchen Pferdegespann im schweren Arbeitsgeschirr umgehen konnten. Josephs Vater und dessen fünf

Brüder sowie vierzehn Neffen waren Schmiede und Händler, verstanden sich aber bei Bedarf auch darauf. Er fuhr an Gerards Hof vorbei. 2.52.2 Origin De Moor, Margriet, Herzog von Ägypten. Amsterdam, Hanser, C /VM, 1996. Aus dem Niederländischen von Helga von Breuningen. 2.52.3 Labels Typ : 2 [S(L)i V & SLi V] Sprache : Deutsch Text : MMd Subjekt : = 1. Subjekt Form : Perspron 1. Subjekt Bekanntheit : evoziert 1. Subjekt thematische Rolle : Agens 2. Subjekt thematische Rolle : Experiencer 2. Verb Person und Numerus : 3. P. Sg. 2. Verb eindeutig : (pro)nom. 'Nom./Akk.' adjazent : Koordinator : und Kohärenzbeziehung : Parallele/Ereignis 2.53 Observation 53 2.53.1 Contents Het zij zo, laten ze maar genieten van hun droevige bui, jij moet door. Kermissen, leeuwenkooien, geen circus of de dompteur is er eentje van jouw slag. De expert in de dialectiek van logica en zinsvervoering overtuigt niet alleen mensen. Maar op het veldje naast de fabriek van Smeenk viel met overtuigingskracht of wat dan ook die middag weinig uit te richten. De agenten hadden een schrijven bij zich: Blijkens ingekomen ambtsberichten hebt u met een zestal wagens standplaats ingenomen. <MATCH>Joseph parkeerde, stapte uit, en liep naar de politieauto's waar twee van zijn neven, Branco en Sani, in gesprek waren met vier agenten. Branco had een brief in zijn handen die hij met een gezicht alsof hij die woord voor woord zonder problemen had doorgelezen, aan Joseph gaf. Beleefd, maar zonder een spoor van een glimlach, groette Joseph de autoriteiten en vertelde dat hij op het gemeentehuis een gesprek met de burgemeester had aangevraagd. De agenten keken hem onnozel aan. Toen, hoofdschudden. 'Wij hebben helaas instructies.' 2.53.2 Origin De Moor, Margriet, Hertog van Egypte. Amsterdam, Querido, 1996.

2.53.3 Labels Typ : 2 [S(L)i V & SLi V] Sprache : Niederländisch Text : MMd Subjekt : = 1. Subjekt Form : NP +def Eigenname 1. Subjekt Bekanntheit : evoziert 1. Subjekt thematische Rolle : Agens 2. Subjekt thematische Rolle : Agens 2. Verb Person und Numerus : 3. P. Sg. 2. Verb eindeutig : (pro)nom. 'Nom./Akk.' adjazent : Koordinator : Komma Kohärenzbeziehung : Ereignis 2.54 Observation 54 2.54.1 Contents Sollen sie sich an ihrer traurigen Stimmung weiden, du musst weiter. Jahrmärkte, Löwenkäfige, es gibt keinen Zirkus, in dem der Dompteur nicht von deinem Schlag wäre. Der Experte in der Dialektik von Logik und Sinnesentrückung überzeugt nicht nur Menschen. Doch auf dem kleinen Feld neben der Smeenk-Fabrik ließ sich mit Überzeugungskraft oder was auch immer an jenem Nachmittag wenig ausrichten. Die Polizisten hatten ein Schreiben bei sich: Nach amtlicher Kenntnis haben Sie mit sechs Wagen einen Standplatz bezogen. <MATCH>Joseph stellte den Wagen ab, stieg aus und ging zu den Polizeiautos, wo sich zwei seiner Vettern, Branco und Sani, mit vier Polizisten unterhielten. Branco hielt einen Brief in der Hand, den er mit einer Miene, als hätte er ihn Wort für Wort problemlos gelesen, an Joseph weiterreichte. Höflich, aber ohne die Spur eines Lächelns grüßte Joseph die Amtspersonen und teilte ihnen mit, dass er im Rathaus um ein Gespräch mit dem Bürgermeister nachgesucht habe. Die Polizisten sahen ihn einfältig an. Dann: Kopfschütteln. 'Wir haben leider unsere Instruktionen.' 2.54.2 Origin De Moor, Margriet, Herzog von Ägypten. Amsterdam, Hanser, C /VM, 1996. Aus dem Niederländischen von Helga von Breuningen. 2.54.3 Labels Typ : 2 [S(L)i V & SLi V] Sprache : Deutsch Text : MMd Subjekt : = 1. Subjekt Form : NP +def Eigenname

1. Subjekt Bekanntheit : evoziert 1. Subjekt thematische Rolle : Agens 2. Subjekt thematische Rolle : Agens 2. Verb Person und Numerus : 3. P. Sg. 2. Verb eindeutig : (pro)nom. 'Nom./Akk.' adjazent : Koordinator : Komma Kohärenzbeziehung : Ereignis 2.55 Observation 55 2.55.1 Contents Het zij zo, laten ze maar genieten van hun droevige bui, jij moet door. Kermissen, leeuwenkooien, geen circus of de dompteur is er eentje van jouw slag. De expert in de dialectiek van logica en zinsvervoering overtuigt niet alleen mensen. Maar op het veldje naast de fabriek van Smeenk viel met overtuigingskracht of wat dan ook die middag weinig uit te richten. De agenten hadden een schrijven bij zich: Blijkens ingekomen ambtsberichten hebt u met een zestal wagens standplaats ingenomen. Joseph parkeerde, <MATCH>stapte uit, en liep naar de politieauto's waar twee van zijn neven, Branco en Sani, in gesprek waren met vier agenten. Branco had een brief in zijn handen die hij met een gezicht alsof hij die woord voor woord zonder problemen had doorgelezen, aan Joseph gaf. Beleefd, maar zonder een spoor van een glimlach, groette Joseph de autoriteiten en vertelde dat hij op het gemeentehuis een gesprek met de burgemeester had aangevraagd. De agenten keken hem onnozel aan. Toen, hoofdschudden. 'Wij hebben helaas instructies.' 2.55.2 Origin 2.55.3 Labels Typ : 2 [S(L)i V & SLi V] Sprache : Niederländisch Text : MMd Subjekt : = 1. Subjekt Form : Null 1. Subjekt Bekanntheit : evoziert 1. Subjekt thematische Rolle : Agens 2. Subjekt thematische Rolle : Agens 2. Verb Person und Numerus : 3. P. Sg. 2. Verb eindeutig : (pro)nom. 'Nom./Akk.' adjazent : Koordinator : en Kohärenzbeziehung : Ereignis 2.56 Observation 56

2.56.1 Contents Sollen sie sich an ihrer traurigen Stimmung weiden, du musst weiter. Jahrmärkte, Löwenkäfige, es gibt keinen Zirkus, in dem der Dompteur nicht von deinem Schlag wäre. Der Experte in der Dialektik von Logik und Sinnesentrückung überzeugt nicht nur Menschen. Doch auf dem kleinen Feld neben der Smeenk-Fabrik ließ sich mit Überzeugungskraft oder was auch immer an jenem Nachmittag wenig ausrichten. Die Polizisten hatten ein Schreiben bei sich: Nach amtlicher Kenntnis haben Sie mit sechs Wagen einen Standplatz bezogen. Joseph stellte den Wagen ab, <MATCH>stieg aus und ging zu den Polizeiautos, wo sich zwei seiner Vettern, Branco und Sani, mit vier Polizisten unterhielten. Branco hielt einen Brief in der Hand, den er mit einer Miene, als hätte er ihn Wort für Wort problemlos gelesen, an Joseph weiterreichte. Höflich, aber ohne die Spur eines Lächelns grüßte Joseph die Amtspersonen und teilte ihnen mit, dass er im Rathaus um ein Gespräch mit dem Bürgermeister nachgesucht habe. Die Polizisten sahen ihn einfältig an. Dann: Kopfschütteln. 'Wir haben leider unsere Instruktionen.' 2.56.2 Origin 2.56.3 Labels Typ : 2 [S(L)i V & SLi V] Sprache : Deutsch Text : MMd Subjekt : = 1. Subjekt Form : Null 1. Subjekt Bekanntheit : evoziert 1. Subjekt thematische Rolle : Agens 2. Subjekt thematische Rolle : Agens 2. Verb Person und Numerus : 3. P. Sg. 2. Verb eindeutig : (pro)nom. 'Nom./Akk.' adjazent : Koordinator : und Kohärenzbeziehung : Ereignis 2.57 Observation 57 2.57.1 Contents De expert in de dialectiek van logica en zinsvervoering overtuigt niet alleen mensen. Maar op het veldje naast de fabriek van Smeenk viel met overtuigingskracht of wat dan ook die middag weinig uit te richten. De agenten hadden een schrijven bij zich: Blijkens ingekomen ambtsberichten hebt u met een zestal wagens standplaats ingenomen. Joseph parkeerde, stapte uit, en liep naar de politieauto's waar twee van zijn neven, Branco en Sani, in gesprek waren met vier agenten. Branco had een brief in zijn handen die hij met een gezicht alsof

hij die woord voor woord zonder problemen had doorgelezen, aan Joseph gaf. <MATCH>Beleefd, maar zonder een spoor van een glimlach, groette Joseph de autoriteiten en vertelde dat hij op het gemeentehuis een gesprek met de burgemeester had aangevraagd. De agenten keken hem onnozel aan. Toen, hoofdschudden. 'Wij hebben helaas instructies.' Joseph liet een inschikkelijke glimlach zien. 'Met een tijdelijke vergunning tot verblijf...' 2.57.2 Origin De Moor, Margriet, Hertog van Egypte. Amsterdam, Querido, 1996. 2.57.3 Labels Typ : 1 [V Si & SLi? V SLi?] Sprache : Niederländisch Text : MMd Subjekt : = 1. Subjekt Form : NP +def Eigenname 1. Subjekt Bekanntheit : evoziert 1. Subjekt thematische Rolle : Agens 2. Subjekt thematische Rolle : Agens 2. Verb Person und Numerus : 3. P. Sg. 2. Verb eindeutig : (pro)nom. 'Nom./Akk.' adjazent : Koordinator : en Kohärenzbeziehung : Ereignis 2.58 Observation 58 2.58.1 Contents Der Experte in der Dialektik von Logik und Sinnesentrückung überzeugt nicht nur Menschen. Doch auf dem kleinen Feld neben der Smeenk-Fabrik ließ sich mit Überzeugungskraft oder was auch immer an jenem Nachmittag wenig ausrichten. Die Polizisten hatten ein Schreiben bei sich: Nach amtlicher Kenntnis haben Sie mit sechs Wagen einen Standplatz bezogen. Joseph stellte den Wagen ab, stieg aus und ging zu den Polizeiautos, wo sich zwei seiner Vettern, Branco und Sani, mit vier Polizisten unterhielten. Branco hielt einen Brief in der Hand, den er mit einer Miene, als hätte er ihn Wort für Wort problemlos gelesen, an Joseph weiterreichte. <MATCH>Höflich, aber ohne die Spur eines Lächelns grüßte Joseph die Amtspersonen und teilte ihnen mit, dass er im Rathaus um ein Gespräch mit dem Bürgermeister nachgesucht habe. Die Polizisten sahen ihn einfältig an. Dann: Kopfschütteln. 'Wir haben leider unsere Instruktionen.' Joseph zeigte ein nachgiebiges Lächeln. 'Mit einer befristeten Aufenthaltserlaubnis...' 2.58.2 Origin

De Moor, Margriet, Herzog von Ägypten. Amsterdam, Hanser, C /VM, 1996. Aus dem Niederländischen von Helga von Breuningen. 2.58.3 Labels Typ : 1 [V Si & SLi? V SLi?] Sprache : Deutsch Text : MMd Subjekt : = 1. Subjekt Form : NP +def Eigenname 1. Subjekt Bekanntheit : evoziert 1. Subjekt thematische Rolle : Agens 2. Subjekt thematische Rolle : Agens 2. Verb Person und Numerus : 3. P. Sg. 2. Verb eindeutig : (pro)nom. 'Nom./Akk.' adjazent : Koordinator : und Kohärenzbeziehung : Ereignis 2.59 Observation 59 2.59.1 Contents Zijn trots hing rond en glanzend tussen de laatste druppels die van de populieren vielen. `We hebben geld.' Een ogenblik was het stil. Nog altijd energiek in zijn rol van woordvoerder van de familie, wendde hij zich tot de agent met de meeste distinctieven op zijn jasje. `Mag ik u iets onder vier ogen zeggen?' <MATCH>Onder het afdak van een van de wagens trok hij een gevoelig gezicht en vertelde hij de adjudant in uitvoerige zinnen dat de gezondheid van een oude man in hun gezelschap met de dag verslechterde. Tijdens het praten zwierf zijn blik van de paarsige lucht naar de wagen waar Nikolaus, een neef van zijn vader, woonde. Oud, vertelde hij, ziek. Meer informatie gaf hij de ambtenarij niet en het had ook voldoende moeten zijn. Oud en ziek moeten genoeg zijn om een man, die gewoon als elk ander de spil van zijn eigen kleine heelal had willen zijn, maar die zijn leven lang door mensen in diverse uniformen was lastiggevallen voor papieren, voor pasfoto's, voor vingerafdrukken, voor stempels en nummers met inbegrip van dat ene, gloeiende nummer dat voorgoed in zijn arm stond gedrukt, om zo'n man aan het eind van zijn leven een beetje adem te gunnen. Hij heette Nikolaus Andrias Plato. 2.59.2 Origin De Moor, Margriet, Hertog van Egypte. Amsterdam, Querido, 1996. 2.59.3 Labels Typ : 1 [V Si & SLi? V SLi?]

Sprache : Niederländisch Text : MMd Subjekt : = 1. Subjekt Form : Perspron potenziell red 1. Subjekt Bekanntheit : evoziert 1. Subjekt thematische Rolle : Agens 2. Subjekt thematische Rolle : Agens 2. Verb Person und Numerus : 3. P. Sg. 2. Verb eindeutig : (pro)nom. 'Nom./Akk.' adjazent : Koordinator : en Kohärenzbeziehung : Parallele 2.60 Observation 60 2.60.1 Contents Sein Stolz hing rund und glänzend zwischen den letzten Tropfen, die von den Pappeln fielen. 'Wir haben Geld.' Einen Augenblick war es still. Noch immer energisch in seiner Rolle als Wortführer der Familie, wandte er sich an den Polizisten mit den meisten Abzeichen auf der Uniformjacke. 'Darf ich Ihnen etwas unter vier Augen sagen?' <MATCH>Unter dem Vordach eines der Wagen zog er ein gefühlvolles Gesicht und erzählte dem Hauptwachtmeister in weitschweifigen Sätzen, dass sich der Gesundheitszustand eines alten Mannes in ihrer Gesellschaft von Tag zu Tag verschlechtere. Beim Sprechen schweifte sein Blick vom violett getönten Himmel zu dem Wagen, in dem Nikolaus, ein Vetter seines Vaters, wohnte. Alt, erzählte er, krank. Mehr Informationen gab er der Amtsgewalt nicht, und das hätte auch ausreichen müssen. Alt und krank müssen ausreichen, um einem Mann, der ganz einfach wie jeder andere der Dreh- und Angelpunkt seines eigenen kleinen Universums hatte sein wollen, aber sein Leben lang von Leuten in unterschiedlichen Uniformen wegen Papieren, wegen Passfotos, wegen Fingerabdrücken, wegen Stempeln und Nummern behelligt worden war, inklusive jener einen glühenden, die für immer in seinen Arm gedrückt stand, um so einem Mann am Ende seines Lebens ein klein wenig Atem zu gönnen. Er hieß Nikolaus Andrias Plato. 2.60.2 Origin De Moor, Margriet, Herzog von Ägypten. Amsterdam, Hanser, C /VM, 1996. Aus dem Niederländischen von Helga von Breuningen. 2.60.3 Labels Typ : 1 [V Si & SLi? V SLi?] Sprache : Deutsch Text : MMd Subjekt : = 1. Subjekt Form : Perspron

1. Subjekt Bekanntheit : evoziert 1. Subjekt thematische Rolle : Agens 2. Subjekt thematische Rolle : Agens 2. Verb Person und Numerus : 3. P. Sg. 2. Verb eindeutig : (pro)nom. 'Nom./Akk.' adjazent : Koordinator : und Kohärenzbeziehung : Parallele 2.61 Observation 61 2.61.1 Contents Nog altijd energiek in zijn rol van woordvoerder van de familie, wendde hij zich tot de agent met de meeste distinctieven op zijn jasje. `Mag ik u iets onder vier ogen zeggen?' Onder het afdak van een van de wagens trok hij een gevoelig gezicht en vertelde hij de adjudant in uitvoerige zinnen dat de gezondheid van een oude man in hun gezelschap met de dag verslechterde. Tijdens het praten zwierf zijn blik van de paarsige lucht naar de wagen waar Nikolaus, een neef van zijn vader, woonde. Oud, vertelde hij, ziek. <MATCH>Meer informatie gaf hij de ambtenarij niet en het had ook voldoende moeten zijn. Oud en ziek moeten genoeg zijn om een man, die gewoon als elk ander de spil van zijn eigen kleine heelal had willen zijn, maar die zijn leven lang door mensen in diverse uniformen was lastiggevallen voor papieren, voor pasfoto's, voor vingerafdrukken, voor stempels en nummers met inbegrip van dat ene, gloeiende nummer dat voorgoed in zijn arm stond gedrukt, om zo'n man aan het eind van zijn leven een beetje adem te gunnen. Hij heette Nikolaus Andrias Plato. Hij was Nederlander, in 1909 op doortocht van zijn ouders in Arnhem geboren. Wie hem in het begin van de jaren zestig oud noemde, overdreef niet. Mannen en vrouwen van zijn leeftijd waren toen, op het vasteland van Europa, oude zeldzaamheden als ze een olijfbruine huid hadden, gouden tanden, blauwachtig haar en de ogen van een uitgebluste saltospringer. 2.61.2 Origin De Moor, Margriet, Hertog van Egypte. Amsterdam, Querido, 1996. 2.61.3 Labels Typ : 5 [V Si & Si,j V] Sprache : Niederländisch Text : MMd Subjekt : =/= 1. Subjekt Form : Perspron potenziell red 1. Subjekt Bekanntheit : evoziert 1. Subjekt thematische Rolle : Agens 2. Subjekt thematische Rolle : Patiens 2. Verb Person und Numerus : 3. P. Sg. 2. Verb eindeutig : -

(pro)nom. 'Nom./Akk.' adjazent : Koordinator : en Kohärenzbeziehung : Parallele 2.62 Observation 62 2.62.1 Contents Noch immer energisch in seiner Rolle als Wortführer der Familie, wandte er sich an den Polizisten mit den meisten Abzeichen auf der Uniformjacke. 'Darf ich Ihnen etwas unter vier Augen sagen?' Unter dem Vordach eines der Wagen zog er ein gefühlvolles Gesicht und erzählte dem Hauptwachtmeister in weitschweifigen Sätzen, dass sich der Gesundheitszustand eines alten Mannes in ihrer Gesellschaft von Tag zu Tag verschlechtere. Beim Sprechen schweifte sein Blick vom violett getönten Himmel zu dem Wagen, in dem Nikolaus, ein Vetter seines Vaters, wohnte. Alt, erzählte er, krank. <MATCH>Mehr Informationen gab er der Amtsgewalt nicht, und das hätte auch ausreichen müssen. Alt und krank müssen ausreichen, um einem Mann, der ganz einfach wie jeder andere der Drehund Angelpunkt seines eigenen kleinen Universums hatte sein wollen, aber sein Leben lang von Leuten in unterschiedlichen Uniformen wegen Papieren, wegen Passfotos, wegen Fingerabdrücken, wegen Stempeln und Nummern behelligt worden war, inklusive jener einen glühenden, die für immer in seinen Arm gedrückt stand, um so einem Mann am Ende seines Lebens ein klein wenig Atem zu gönnen. Er hieß Nikolaus Andrias Plato. Er war Niederländer, 1909 auf der Durchreise seiner Eltern in Arnheim geboren. Wer ihn Anfang der sechziger Jahre als alt bezeichnete, übertrieb nicht. Männer und Frauen seines Alters waren damals auf dem europäischen Festland eine große Seltenheit, wenn sie eine olivbraune Haut hatten, Goldzähne, stahlblaue Haare und die Augen eines ausgebrannten Saltospringers. 2.62.2 Origin De Moor, Margriet, Herzog von Ägypten. Amsterdam, Hanser, C /VM, 1996. Aus dem Niederländischen von Helga von Breuningen. 2.62.3 Labels Typ : 5 [V Si & Si,j V] Sprache : Deutsch Text : MMd Subjekt : =/= 1. Subjekt Form : Perspron 1. Subjekt Bekanntheit : evoziert 1. Subjekt thematische Rolle : Agens 2. Subjekt thematische Rolle : Patiens 2. Verb Person und Numerus : 3. P. Sg. 2. Verb eindeutig : (pro)nom. 'Nom./Akk.' adjazent : Koordinator : und

Kohärenzbeziehung : Parallele 2.63 Observation 63 2.63.1 Contents Mannen en vrouwen van zijn leeftijd waren toen, op het vasteland van Europa, oude zeldzaamheden als ze een olijfbruine huid hadden, gouden tanden, blauwachtig haar en de ogen van een uitgebluste saltospringer. Als hun uiterlijk zo'n uiterlijk was dat beschavingen op het idee van de brandstapel bracht. Die dingen gaan altijd sluipend. Er is een beetje overlast, een beetje antipathie, maar ineens gaan ze overal aanplakken dat alle bedriegers die bekend staan als Bohemers en Egyptiërs het land uit moeten: we zijn dan in de zestiende eeuw. Humanistisch Europa bouwt, legt droog, ontgint. <MATCH>Het kijkt geïrriteerd naar een bepaald soort mensen dat daar helemaal niet ondersteboven van is en roept om meer politie. Vanaf nu worden de onbegrijpelijke zwervers over de grens gezet, en aan de andere kant natuurlijk weer terug. Vanaf nu wordt er gebrandmerkt, gegeseld, het rechteroor afgesneden en tevens het linker van wie zich opnieuw vertoont. Vanaf nu, en in de eeuwen die volgen, hebben ze het over een zigeunervraagstuk. Frankrijk stuurt ze naar de galeien, Pruisen hangt ze op, in de Republiek heeft men na tachtig jaar eindelijk de handen vrij. De verstandige grensprovincies Gelderland en Overijssel gaan maar eens met de buren over een grondige oplossing praten, Cleve en Munster zien wel wat in samenwerking. 2.63.2 Origin De Moor, Margriet, Hertog van Egypte. Amsterdam, Querido, 1996. 2.63.3 Labels Typ : 2 [S(L)i V & SLi V] Sprache : Niederländisch Text : MMd Subjekt : = 1. Subjekt Form : Perspron red 1. Subjekt Bekanntheit : evoziert 1. Subjekt thematische Rolle : Agens 2. Subjekt thematische Rolle : Agens 2. Verb Person und Numerus : 3. P. Sg. 2. Verb eindeutig : (pro)nom. 'Nom./Akk.' adjazent : Koordinator : en Kohärenzbeziehung : Parallele 2.64 Observation 64 2.64.1 Contents

Männer und Frauen seines Alters waren damals auf dem europäischen Festland eine große Seltenheit, wenn sie eine olivbraune Haut hatten, Goldzähne, stahlblaue Haare und die Augen eines ausgebrannten Saltospringers. Wenn ihr Äußeres dergestalt war, dass es Zivilisationen auf die Idee des Scheiterhaufens brachte. Diese Dinge entwickeln sich immer schleichend. Ein wenig Belästigung, ein wenig Antipathie, aber dann kleben plötzlich überall Anschläge, dass alle Betrüger, die unter dem Namen Bohemer und Ägypter bekannt sind, das Land zu verlassen haben: Wir befinden uns im sechzehnten Jahrhundert. Das humanistische Europa baut, legt trocken, macht urbar. <MATCH>Es schaut irritiert auf einen bestimmten Menschenschlag, den das nicht im geringsten erschüttert, und schreit nach mehr Polizei. Von jetzt an wird das unbegreifliche Gesindel des Landes verwiesen und vom Nachbarland natürlich wieder zurückgeschickt. Von jetzt an wird gebrandmarkt, gestäupt, das rechte Ohr abgeschnitten und auch noch das linke bei dem, der sich ein zweites Mal blicken lässt. Von jetzt an und in den darauffolgenden Jahrhunderten spricht man von einem Zigeunerproblem. Frankreich schickt sie auf die Galeeren, Preußen hängt sie auf, und in der Republik der Vereinigten Niederlande hat man nach dem Achtzigjährigen Krieg endlich die Hände frei. Die vernünftigen Grenzprovinzen Gelderland und Overijssel setzen sich mit ihren Nachbarn im Osten über eine umfassende Lösung ins Benehmen, Kleve und Münster sind durchaus für eine Zusammenarbeit. 2.64.2 Origin De Moor, Margriet, Herzog von Ägypten. Amsterdam, Hanser, C /VM, 1996. Aus dem Niederländischen von Helga von Breuningen. 2.64.3 Labels Typ : 2 [S(L)i V & SLi V] Sprache : Deutsch Text : MMd Subjekt : = 1. Subjekt Form : pron es 1. Subjekt Bekanntheit : evoziert 1. Subjekt thematische Rolle : Agens 2. Subjekt thematische Rolle : Agens 2. Verb Person und Numerus : 3. P. Sg. 2. Verb eindeutig : (pro)nom. 'Nom./Akk.' adjazent : Koordinator : und Kohärenzbeziehung : Parallele 2.65 Observation 65 2.65.1 Contents De wandelende jood is niet alleen onderweg, maar wordt vergezeld door een landloper op blote voeten, begaafd, uitzonderlijk muzikaal, maar helaas totaal ongeletterd. Naast

Spinoza loopt een anonieme fantast geweldig te oreren over het ongeschapen heelal waarin op een dag de God verscheen, met naast hem zijn makker de Duivel, en dat die twee enkel woorden zijn: een eeuwigdurend verhaal over goed en kwaad. Berlioz luistert naar een rakóczi op de viool, Freud wordt vergezeld door een dromenuitleggende oude vrouw die puri dal wordt genoemd; onder de massa's die de poort met het opschrift over werk dat bevrijdt moeten passeren, loopt een aantal vrijbuiters dat er dan nauwelijks meer van opkijkt aan de andere kant te worden verwelkomd door een orkest dat een mooie tango van Malando speelt. Nikolaus Andrias, zijn ouders en zijn hele gezin werden op 16 mei 1944 door de Nederlandse politie opgepakt. Ze woonden in de Bilderdijkstraat in Den Haag. <MATCH>Joseph pakte zijn sigaretten, hij presenteerde en stak op. Achter hem in de deuropening van de wagen stonden twee kleine kinderen. Hij keek de politieman recht in de ogen. `Ik kan u een geldsom aanbieden.' Het was te laat. Een spijtig hoofdgebaar. 2.65.2 Origin De Moor, Margriet, Hertog van Egypte. Amsterdam, Querido, 1996. 2.65.3 Labels Typ : 7 [S(L)i V & Si V] Sprache : Niederländisch Text : MMd Subjekt : = 1. Subjekt Form : NP +def Eigenname 1. Subjekt Bekanntheit : evoziert 1. Subjekt thematische Rolle : Agens 2. Subjekt thematische Rolle : Agens 2. Verb Person und Numerus : 3. P. Sg. 2. Verb eindeutig : (pro)nom. 'Nom./Akk.' adjazent : Koordinator : Komma Kohärenzbeziehung : Ereignis 2.66 Observation 66 2.66.1 Contents Der Ewige Jude ist nicht allein unterwegs, sondern wird von einem Landstreicher auf bloßen Füßen begleitet, begabt, außerordentlich musikalisch, aber leider völlig ungebildet. Neben Spinoza geht ein anonymer Phantast und schwadroniert von dem noch nicht erschaffenen All, in dem eines Tages der Gott erschienen sei und neben ihm sein Kumpel, der Teufel, und dass diese beiden nichts als Worte seien: eine ewigdauernde Geschichte von Gut und Böse. Berlioz lauscht einem Rákóczi auf der Violine, Freud wird von einer Träume deutenden alten Frau begleitet, die puri dai genannt wird; unter den Massen, die durch das Tor mit der Aufschrift, dass Arbeit frei macht, gehen müssen, gibt es eine Reihe von Abenteurern, die denn auch kaum überrascht sind, auf der anderen Seite von einer Kapelle begrüßt zu werden, die eine

schöne Polka spielt. Nikolaus Andrias, seine Eltern und seine ganze Familie werden am 16. Mai 1944 von der niederländischen Polizei festgenommen. Sie hatten in der Bilderdijkstraat in Den Haag gewohnt. <MATCH>Joseph griff nach seinen Zigaretten, bot an und steckte sich selbst eine an. Hinter ihm in der offenen Tür des Wagens standen zwei kleine Kinder. Er sah dem Polizisten genau in die Augen. 'Ich kann Ihnen Geld anbieten.' Es war zu spät. Eine bedauernde Kopfbewegung. 2.66.2 Origin De Moor, Margriet, Herzog von Ägypten. Amsterdam, Hanser, C /VM, 1996. Aus dem Niederländischen von Helga von Breuningen. 2.66.3 Labels Typ : 2 [S(L)i V & SLi V] Sprache : Deutsch Text : MMd Subjekt : = 1. Subjekt Form : NP +def Eigenname 1. Subjekt Bekanntheit : evoziert 1. Subjekt thematische Rolle : Agens 2. Subjekt thematische Rolle : Agens 2. Verb Person und Numerus : 3. P. Sg. 2. Verb eindeutig : (pro)nom. 'Nom./Akk.' adjazent : Koordinator : Komma Kohärenzbeziehung : Ereignis 2.67 Observation 67 2.67.1 Contents De wandelende jood is niet alleen onderweg, maar wordt vergezeld door een landloper op blote voeten, begaafd, uitzonderlijk muzikaal, maar helaas totaal ongeletterd. Naast Spinoza loopt een anonieme fantast geweldig te oreren over het ongeschapen heelal waarin op een dag de God verscheen, met naast hem zijn makker de Duivel, en dat die twee enkel woorden zijn: een eeuwigdurend verhaal over goed en kwaad. Berlioz luistert naar een rakóczi op de viool, Freud wordt vergezeld door een dromenuitleggende oude vrouw die puri dal wordt genoemd; onder de massa's die de poort met het opschrift over werk dat bevrijdt moeten passeren, loopt een aantal vrijbuiters dat er dan nauwelijks meer van opkijkt aan de andere kant te worden verwelkomd door een orkest dat een mooie tango van Malando speelt. Nikolaus Andrias, zijn ouders en zijn hele gezin werden op 16 mei 1944 door de Nederlandse politie opgepakt. Ze woonden in de Bilderdijkstraat in Den Haag. Joseph pakte zijn sigaretten, <MATCH>hij presenteerde en stak op. Achter hem in de deuropening van de wagen stonden twee kleine kinderen. Hij keek de politieman recht in de ogen. `Ik kan u een geldsom aanbieden.' Het was te laat. Een spijtig hoofdgebaar.

2.67.2 Origin 2.67.3 Labels Typ : 2 [S(L)i V & SLi V] Sprache : Niederländisch Text : MMd Subjekt : = 1. Subjekt Form : Perspron voll 1. Subjekt Bekanntheit : evoziert 1. Subjekt thematische Rolle : Agens 2. Subjekt thematische Rolle : Agens 2. Verb Person und Numerus : 3. P. Sg. 2. Verb eindeutig : (pro)nom. 'Nom./Akk.' adjazent : Koordinator : en Kohärenzbeziehung : Ereignis 2.68 Observation 68 2.68.1 Contents Der Ewige Jude ist nicht allein unterwegs, sondern wird von einem Landstreicher auf bloßen Füßen begleitet, begabt, außerordentlich musikalisch, aber leider völlig ungebildet. Neben Spinoza geht ein anonymer Phantast und schwadroniert von dem noch nicht erschaffenen All, in dem eines Tages der Gott erschienen sei und neben ihm sein Kumpel, der Teufel, und dass diese beiden nichts als Worte seien: eine ewigdauernde Geschichte von Gut und Böse. Berlioz lauscht einem Rákóczi auf der Violine, Freud wird von einer Träume deutenden alten Frau begleitet, die puri dai genannt wird; unter den Massen, die durch das Tor mit der Aufschrift, dass Arbeit frei macht, gehen müssen, gibt es eine Reihe von Abenteurern, die denn auch kaum überrascht sind, auf der anderen Seite von einer Kapelle begrüßt zu werden, die eine schöne Polka spielt. Nikolaus Andrias, seine Eltern und seine ganze Familie werden am 16. Mai 1944 von der niederländischen Polizei festgenommen. Sie hatten in der Bilderdijkstraat in Den Haag gewohnt. Joseph griff nach seinen Zigaretten, <MATCH>bot an und steckte sich selbst eine an. Hinter ihm in der offenen Tür des Wagens standen zwei kleine Kinder. Er sah dem Polizisten genau in die Augen. 'Ich kann Ihnen Geld anbieten.' Es war zu spät. Eine bedauernde Kopfbewegung. 2.68.2 Origin 2.68.3 Labels

Typ : 2 [S(L)i V & SLi V] Sprache : Deutsch Text : MMd Subjekt : = 1. Subjekt Form : Null 1. Subjekt Bekanntheit : evoziert 1. Subjekt thematische Rolle : Agens 2. Subjekt thematische Rolle : Agens 2. Verb Person und Numerus : 3. P. Sg. 2. Verb eindeutig : (pro)nom. 'Nom./Akk.' adjazent : Koordinator : und Kohärenzbeziehung : Ereignis 2.69 Observation 69 2.69.1 Contents Ik denk aan die schommelende karavaan. Aan de onuitgeslapen atmosfeer in die auto's. Het begon net licht te worden. Zes uur in de ochtend. Het weggetje liep langs een weiland waar de koeien met de koppen boven de grondnevel uitstaken. <MATCH>Ik hoef maar bij de boerderij van Gerard te gaan staan en ik zie in de verte het punt waar ze toen de weg op zijn gedraaid. Joseph reed voorzichtig. In de spiegel keek hij zo nu en dan bezorgd naar het gezicht van de oude man die een beroerde nacht had gehad, maar eigenlijk was hij in de stemming van iemand die bij een boom alleen aan een boom denkt en bij een kuil in de weg alleen aan een kuil in de weg. Toen hij dus bij de eik op het erf van Gerard toevallig omhoogkeek zodat zijn blik op het zigeunerteken viel, dacht hij aan niets anders dan aan wat hij zag: twee golvende lijnen, gekruist door een derde. Ik hoorde hem overschakelen toen hij voorbijreed ontzettend knap en ernstig - en ik maak me sterk dat hij niet eens wist dat die lijnen, in een mythischer tijd, een welkom hadden betekend, een seintje van de ene vreemdeling aan de ander dat hier geschikte lui woonden, lui met wie je kon eten en praten, ik betwijfel of hij dat wist want over die magische tekens hoor je de zotste dingen en achter de waarheid kom je niet. Van iets anders ben ik evenmin helemaal zeker: of Joseph, overschakelend in z'n drie, niet al een klein beetje aanvoelde dat in de loop van datzelfde jaar zijn pak, 's nachts, op dit adres over een stoel zou komen te liggen en zijn lage zwarte schoenen onder het bed zouden komen te staan van de roodharige dochter des huizes. 2.69.2 Origin De Moor, Margriet, Hertog van Egypte. Amsterdam, Querido, 1996. 2.69.3 Labels Typ : 7 [S(L)i V & Si V] Sprache : Niederländisch Text : MMd

Subjekt : = 1. Subjekt Form : Perspron potenziell red 1. Subjekt Bekanntheit : evoziert 1. Subjekt thematische Rolle : Patiens 2. Subjekt thematische Rolle : Experiencer 2. Verb Person und Numerus : 1. P. Sg. 2. Verb eindeutig : (pro)nom. 'Nom./Akk.' adjazent : Koordinator : en Kohärenzbeziehung : Ereignis 2.70 Observation 70 2.70.1 Contents Ich denke an diese schaukelnde Karawane. An die unausgeschlafene Stimmung in den Autos. Es begann gerade hell zu werden. Sechs Uhr morgens. Der Weg führte an einer Weide vorbei, auf der Kühe mit den Köpfen aus dem Bodennebel ragten. <MATCH>Ich brauche mich nur vor Gerards Gehöft zu stellen und sehe in der Ferne den Punkt, wo sie damals auf die Straße gebogen sind. Joseph fuhr vorsichtig. Im Spiegel blickte er von Zeit zu Zeit besorgt auf das Gesicht des alten Mannes, der eine schlimme Nacht hinter sich hatte, aber eigentlich war er in der Stimmung eines Menschen, der bei einem Baum nur an einen Baum denkt und bei einem Schlagloch nur an ein Schlagloch. Als er also bei der Eiche auf Gerards Hof zufällig nach oben schaute, so dass sein Blick auf das Zigeunerzeichen fiel, dachte er an nichts anderes als an das, was er sah: zwei Wellenlinien, die von einer dritten gekreuzt wurden. Ich hörte ihn schalten, als er vorbeifuhr - unheimlich gutaussehend, ernst -, und ich bin überzeugt, er wusste nicht, dass diese Linien in einer mythischeren Zeit einen Willkommensgruß bedeutet hatten, das Zeichen eines Fremden an einen anderen, dass hier umgängliche Leute wohnen, Leute, mit denen man essen und reden kann; ich bezweifele, dass er das wusste, denn über diese magischen Zeichen hört man die verrücktesten Dinge, und die Wahrheit erfährt man nicht. Etwas anderes kann ich mit ebensowenig Sicherheit sagen: ob Joseph, als er in den dritten Gang schaltete, nicht schon eine ganz leise Ahnung hatte, dass noch im Laufe ebendieses Jahres sein Anzug nachts, an dieser Adresse, über einem Stuhl hängen und seine Schuhe unter dem Bett der rothaarigen Tochter des Hauses stehen würden. 2.70.2 Origin De Moor, Margriet, Herzog von Ägypten. Amsterdam, Hanser, C /VM, 1996. Aus dem Niederländischen von Helga von Breuningen. 2.70.3 Labels Typ : 2 [S(L)i V & SLi V] Sprache : Deutsch Text : MMd Subjekt : =

1. Subjekt Form : Perspron 1. Subjekt Bekanntheit : evoziert 1. Subjekt thematische Rolle : Patiens 2. Subjekt thematische Rolle : Experiencer 2. Verb Person und Numerus : 1. P. Sg. 2. Verb eindeutig : +/(pro)nom. 'Nom./Akk.' adjazent : Koordinator : und Kohärenzbeziehung : Ereignis 2.71 Observation 71 2.71.1 Contents Het weggetje liep langs een weiland waar de koeien met de koppen boven de grondnevel uitstaken. Ik hoef maar bij de boerderij van Gerard te gaan staan en ik zie in de verte het punt waar ze toen de weg op zijn gedraaid. Joseph reed voorzichtig. In de spiegel keek hij zo nu en dan bezorgd naar het gezicht van de oude man die een beroerde nacht had gehad, maar eigenlijk was hij in de stemming van iemand die bij een boom alleen aan een boom denkt en bij een kuil in de weg alleen aan een kuil in de weg. Toen hij dus bij de eik op het erf van Gerard toevallig omhoogkeek zodat zijn blik op het zigeunerteken viel, dacht hij aan niets anders dan aan wat hij zag: twee golvende lijnen, gekruist door een derde. <MATCH>Ik hoorde hem overschakelen toen hij voorbijreed - ontzettend knap en ernstig - en ik maak me sterk dat hij niet eens wist dat die lijnen, in een mythischer tijd, een welkom hadden betekend, een seintje van de ene vreemdeling aan de ander dat hier geschikte lui woonden, lui met wie je kon eten en praten, ik betwijfel of hij dat wist want over die magische tekens hoor je de zotste dingen en achter de waarheid kom je niet. Van iets anders ben ik evenmin helemaal zeker: of Joseph, overschakelend in z'n drie, niet al een klein beetje aanvoelde dat in de loop van datzelfde jaar zijn pak, 's nachts, op dit adres over een stoel zou komen te liggen en zijn lage zwarte schoenen onder het bed zouden komen te staan van de roodharige dochter des huizes. Je weet het niet met die dingen. Er was tenslotte al iets voorbereid. Voorbereid was het thema Joseph en Lucie, dat vriendelijk maar resoluut een ander thema uit zijn leven in zich op zou nemen. Dat van Joseph en Parasja. 2.71.2 Origin De Moor, Margriet, Hertog van Egypte. Amsterdam, Querido, 1996. 2.71.3 Labels Typ : 7 [S(L)i V & Si V] Sprache : Niederländisch Text : MMd Subjekt : = 1. Subjekt Form : Perspron red 1. Subjekt Bekanntheit : evoziert

1. Subjekt thematische Rolle : Experiencer 2. Subjekt thematische Rolle : Agens 2. Verb Person und Numerus : 1. P. Sg. 2. Verb eindeutig : (pro)nom. 'Nom./Akk.' adjazent : + =/= Koordinator : en Kohärenzbeziehung : Parallele 2.72 Observation 72 2.72.1 Contents Der Weg führte an einer Weide vorbei, auf der Kühe mit den Köpfen aus dem Bodennebel ragten. Ich brauche mich nur vor Gerards Gehöft zu stellen und sehe in der Ferne den Punkt, wo sie damals auf die Straße gebogen sind. Joseph fuhr vorsichtig. Im Spiegel blickte er von Zeit zu Zeit besorgt auf das Gesicht des alten Mannes, der eine schlimme Nacht hinter sich hatte, aber eigentlich war er in der Stimmung eines Menschen, der bei einem Baum nur an einen Baum denkt und bei einem Schlagloch nur an ein Schlagloch. Als er also bei der Eiche auf Gerards Hof zufällig nach oben schaute, so dass sein Blick auf das Zigeunerzeichen fiel, dachte er an nichts anderes als an das, was er sah: zwei Wellenlinien, die von einer dritten gekreuzt wurden. <MATCH>Ich hörte ihn schalten, als er vorbeifuhr - unheimlich gutaussehend, ernst -, und ich bin überzeugt, er wusste nicht, dass diese Linien in einer mythischeren Zeit einen Willkommensgruß bedeutet hatten, das Zeichen eines Fremden an einen anderen, dass hier umgängliche Leute wohnen, Leute, mit denen man essen und reden kann; ich bezweifele, dass er das wusste, denn über diese magischen Zeichen hört man die verrücktesten Dinge, und die Wahrheit erfährt man nicht. Etwas anderes kann ich mit ebensowenig Sicherheit sagen: ob Joseph, als er in den dritten Gang schaltete, nicht schon eine ganz leise Ahnung hatte, dass noch im Laufe ebendieses Jahres sein Anzug nachts, an dieser Adresse, über einem Stuhl hängen und seine Schuhe unter dem Bett der rothaarigen Tochter des Hauses stehen würden. Man weiß ja nie. Schließlich war bereits etwas vorbereitet. Vorbereitet war das Thema Joseph und Lucie, das freundlich, aber bestimmt ein anderes Thema aus seinem Leben in sich aufnehmen sollte. Das von Joseph und Parasja. 2.72.2 Origin De Moor, Margriet, Herzog von Ägypten. Amsterdam, Hanser, C /VM, 1996. Aus dem Niederländischen von Helga von Breuningen. 2.72.3 Labels Typ : 7 [S(L)i V & Si V] Sprache : Deutsch Text : MMd Subjekt : = 1. Subjekt Form : Perspron 1. Subjekt Bekanntheit : evoziert

1. Subjekt thematische Rolle : Experiencer 2. Subjekt thematische Rolle : Patiens 2. Verb Person und Numerus : 1. P. Sg. 2. Verb eindeutig : + (pro)nom. 'Nom./Akk.' adjazent : Koordinator : und Kohärenzbeziehung : Parallele 2.73 Observation 73 2.73.1 Contents Het weggetje liep langs een weiland waar de koeien met de koppen boven de grondnevel uitstaken. Ik hoef maar bij de boerderij van Gerard te gaan staan en ik zie in de verte het punt waar ze toen de weg op zijn gedraaid. Joseph reed voorzichtig. In de spiegel keek hij zo nu en dan bezorgd naar het gezicht van de oude man die een beroerde nacht had gehad, maar eigenlijk was hij in de stemming van iemand die bij een boom alleen aan een boom denkt en bij een kuil in de weg alleen aan een kuil in de weg. Toen hij dus bij de eik op het erf van Gerard toevallig omhoogkeek zodat zijn blik op het zigeunerteken viel, dacht hij aan niets anders dan aan wat hij zag: twee golvende lijnen, gekruist door een derde. Ik hoorde hem overschakelen toen hij voorbijreed - ontzettend knap en ernstig - <MATCH>en ik maak me sterk dat hij niet eens wist dat die lijnen, in een mythischer tijd, een welkom hadden betekend, een seintje van de ene vreemdeling aan de ander dat hier geschikte lui woonden, lui met wie je kon eten en praten, ik betwijfel of hij dat wist want over die magische tekens hoor je de zotste dingen en achter de waarheid kom je niet. Van iets anders ben ik evenmin helemaal zeker: of Joseph, overschakelend in z'n drie, niet al een klein beetje aanvoelde dat in de loop van datzelfde jaar zijn pak, 's nachts, op dit adres over een stoel zou komen te liggen en zijn lage zwarte schoenen onder het bed zouden komen te staan van de roodharige dochter des huizes. Je weet het niet met die dingen. Er was tenslotte al iets voorbereid. Voorbereid was het thema Joseph en Lucie, dat vriendelijk maar resoluut een ander thema uit zijn leven in zich op zou nemen. Dat van Joseph en Parasja. 2.73.2 Origin 2.73.3 Labels Typ : 7 [S(L)i V & Si V] Sprache : Niederländisch Text : MMd Subjekt : = 1. Subjekt Form : Perspron red 1. Subjekt Bekanntheit : evoziert 1. Subjekt thematische Rolle : Agens 2. Subjekt thematische Rolle : Experiencer 2. Verb Person und Numerus : 1. P. Sg.

2. Verb eindeutig : (pro)nom. 'Nom./Akk.' adjazent : Koordinator : Komma Kohärenzbeziehung : Parallele 2.74 Observation 74 2.74.1 Contents Der Weg führte an einer Weide vorbei, auf der Kühe mit den Köpfen aus dem Bodennebel ragten. Ich brauche mich nur vor Gerards Gehöft zu stellen und sehe in der Ferne den Punkt, wo sie damals auf die Straße gebogen sind. Joseph fuhr vorsichtig. Im Spiegel blickte er von Zeit zu Zeit besorgt auf das Gesicht des alten Mannes, der eine schlimme Nacht hinter sich hatte, aber eigentlich war er in der Stimmung eines Menschen, der bei einem Baum nur an einen Baum denkt und bei einem Schlagloch nur an ein Schlagloch. Als er also bei der Eiche auf Gerards Hof zufällig nach oben schaute, so dass sein Blick auf das Zigeunerzeichen fiel, dachte er an nichts anderes als an das, was er sah: zwei Wellenlinien, die von einer dritten gekreuzt wurden. Ich hörte ihn schalten, als er vorbeifuhr - unheimlich gutaussehend, ernst -, <MATCH>und ich bin überzeugt, er wusste nicht, dass diese Linien in einer mythischeren Zeit einen Willkommensgruß bedeutet hatten, das Zeichen eines Fremden an einen anderen, dass hier umgängliche Leute wohnen, Leute, mit denen man essen und reden kann; ich bezweifele, dass er das wusste, denn über diese magischen Zeichen hört man die verrücktesten Dinge, und die Wahrheit erfährt man nicht. Etwas anderes kann ich mit ebensowenig Sicherheit sagen: ob Joseph, als er in den dritten Gang schaltete, nicht schon eine ganz leise Ahnung hatte, dass noch im Laufe ebendieses Jahres sein Anzug nachts, an dieser Adresse, über einem Stuhl hängen und seine Schuhe unter dem Bett der rothaarigen Tochter des Hauses stehen würden. Man weiß ja nie. Schließlich war bereits etwas vorbereitet. Vorbereitet war das Thema Joseph und Lucie, das freundlich, aber bestimmt ein anderes Thema aus seinem Leben in sich aufnehmen sollte. Das von Joseph und Parasja. 2.74.2 Origin 2.74.3 Labels Typ : Satzgrenze Sprache : Deutsch Text : MMd Subjekt : n.a. 1. Subjekt Form : n.a. 1. Subjekt Bekanntheit : n.a. 1. Subjekt thematische Rolle : n.a. 2. Subjekt thematische Rolle : n.a. 2. Verb Person und Numerus : n.a. 2. Verb eindeutig : n.a. (pro)nom. 'Nom./Akk.' adjazent : n.a.

Koordinator : n.a. Kohärenzbeziehung : n.a. 2.75 Observation 75 2.75.1 Contents Het weggetje liep langs een weiland waar de koeien met de koppen boven de grondnevel uitstaken. Ik hoef maar bij de boerderij van Gerard te gaan staan en ik zie in de verte het punt waar ze toen de weg op zijn gedraaid. Joseph reed voorzichtig. In de spiegel keek hij zo nu en dan bezorgd naar het gezicht van de oude man die een beroerde nacht had gehad, maar eigenlijk was hij in de stemming van iemand die bij een boom alleen aan een boom denkt en bij een kuil in de weg alleen aan een kuil in de weg. Toen hij dus bij de eik op het erf van Gerard toevallig omhoogkeek zodat zijn blik op het zigeunerteken viel, dacht hij aan niets anders dan aan wat hij zag: twee golvende lijnen, gekruist door een derde. Ik hoorde hem overschakelen toen hij voorbijreed - ontzettend knap en ernstig - en ik maak me sterk dat hij niet eens wist dat die lijnen, in een mythischer tijd, een welkom hadden betekend, een seintje van de ene vreemdeling aan de ander dat hier geschikte lui woonden, lui met wie je kon eten en praten, ik betwijfel of hij dat wist <MATCH>want over die magische tekens hoor je de zotste dingen en achter de waarheid kom je niet. Van iets anders ben ik evenmin helemaal zeker: of Joseph, overschakelend in z'n drie, niet al een klein beetje aanvoelde dat in de loop van datzelfde jaar zijn pak, 's nachts, op dit adres over een stoel zou komen te liggen en zijn lage zwarte schoenen onder het bed zouden komen te staan van de roodharige dochter des huizes. Je weet het niet met die dingen. Er was tenslotte al iets voorbereid. Voorbereid was het thema Joseph en Lucie, dat vriendelijk maar resoluut een ander thema uit zijn leven in zich op zou nemen. Dat van Joseph en Parasja. 2.75.2 Origin 2.75.3 Labels Typ : 4 [V Si & X V Si,j] Sprache : Niederländisch Text : MMd Subjekt : = 1. Subjekt Form : Perspron red 1. Subjekt Bekanntheit : inferierbar 1. Subjekt thematische Rolle : Experiencer 2. Subjekt thematische Rolle : Agens 2. Verb Person und Numerus : 2. P. Sg. 2. Verb eindeutig : (pro)nom. 'Nom./Akk.' adjazent : Koordinator : en Kohärenzbeziehung : Parallele

2.76 Observation 76 2.76.1 Contents Der Weg führte an einer Weide vorbei, auf der Kühe mit den Köpfen aus dem Bodennebel ragten. Ich brauche mich nur vor Gerards Gehöft zu stellen und sehe in der Ferne den Punkt, wo sie damals auf die Straße gebogen sind. Joseph fuhr vorsichtig. Im Spiegel blickte er von Zeit zu Zeit besorgt auf das Gesicht des alten Mannes, der eine schlimme Nacht hinter sich hatte, aber eigentlich war er in der Stimmung eines Menschen, der bei einem Baum nur an einen Baum denkt und bei einem Schlagloch nur an ein Schlagloch. Als er also bei der Eiche auf Gerards Hof zufällig nach oben schaute, so dass sein Blick auf das Zigeunerzeichen fiel, dachte er an nichts anderes als an das, was er sah: zwei Wellenlinien, die von einer dritten gekreuzt wurden. Ich hörte ihn schalten, als er vorbeifuhr - unheimlich gutaussehend, ernst -, und ich bin überzeugt, er wusste nicht, dass diese Linien in einer mythischeren Zeit einen Willkommensgruß bedeutet hatten, das Zeichen eines Fremden an einen anderen, dass hier umgängliche Leute wohnen, Leute, mit denen man essen und reden kann; ich bezweifele, dass er das wusste, <MATCH>denn über diese magischen Zeichen hört man die verrücktesten Dinge, und die Wahrheit erfährt man nicht. Etwas anderes kann ich mit ebensowenig Sicherheit sagen: ob Joseph, als er in den dritten Gang schaltete, nicht schon eine ganz leise Ahnung hatte, dass noch im Laufe ebendieses Jahres sein Anzug nachts, an dieser Adresse, über einem Stuhl hängen und seine Schuhe unter dem Bett der rothaarigen Tochter des Hauses stehen würden. Man weiß ja nie. Schließlich war bereits etwas vorbereitet. Vorbereitet war das Thema Joseph und Lucie, das freundlich, aber bestimmt ein anderes Thema aus seinem Leben in sich aufnehmen sollte. Das von Joseph und Parasja. 2.76.2 Origin 2.76.3 Labels Typ : 4 [V Si & X V Si,j] Sprache : Deutsch Text : MMd Subjekt : = 1. Subjekt Form : Perspron 1. Subjekt Bekanntheit : inferierbar 1. Subjekt thematische Rolle : Experiencer 2. Subjekt thematische Rolle : Experiencer 2. Verb Person und Numerus : 3. P. Sg. 2. Verb eindeutig : + (pro)nom. 'Nom./Akk.' adjazent : + = + Koordinator : und Kohärenzbeziehung : Parallele 2.77 Observation 77

2.77.1 Contents Je weet het niet met die dingen. Er was tenslotte al iets voorbereid. Voorbereid was het thema Joseph en Lucie, dat vriendelijk maar resoluut een ander thema uit zijn leven in zich op zou nemen. Dat van Joseph en Parasja. Ze was toen een maand of dertien bij hem weg. <MATCH>Na zes jaar huwelijk dat nooit een echt huwelijk was geworden want er kwam geen kind, was Parasja door haar familie teruggehaald en dat gebeurde niet tegen haar zin. Ze hadden elkaar tijdens een lange zomer op de landerijen van een verlaten Servisch klooster in de buurt van Banja Luka ontmoet. Parasja, slank, sterk, stralend op een weide vol paarden, trotseerde haar grootmoeder en haar ooms die vanwege een oude kwestie niet aten met de familie van Joseph. Nadat ze op een nacht toen de sterren vielen dwars door de maïsvelden samen waren weggereden, kwam er bij terugkomst geen toestemming voor hun verbintenis. Na zes jaar nog altijd niet bevrucht, begon Parasja te denken aan de bezweringen die toen moesten zijn uitgesproken. Daar had je de politie. 2.77.2 Origin De Moor, Margriet, Hertog van Egypte. Amsterdam, Querido, 1996. 2.77.3 Labels Typ : 5 [V Si & Si,j V] Sprache : Niederländisch Text : MMd Subjekt : =/= 1. Subjekt Form : NP +def Eigenname 1. Subjekt Bekanntheit : evoziert 1. Subjekt thematische Rolle : Patiens 2. Subjekt thematische Rolle : Patiens 2. Verb Person und Numerus : 3. P. Sg. 2. Verb eindeutig : (pro)nom. 'Nom./Akk.' adjazent : Koordinator : en Kohärenzbeziehung : Parallele 2.78 Observation 78 2.78.1 Contents Man weiß ja nie. Schließlich war bereits etwas vorbereitet. Vorbereitet war das Thema Joseph und Lucie, das freundlich, aber bestimmt ein anderes Thema aus seinem Leben in sich aufnehmen sollte. Das von Joseph und Parasja. Zu diesem Zeitpunkt war sie ungefähr dreizehn Monate weg. <MATCH>Nach sechs Jahren Ehe, die nie eine richtige Ehe geworden war, denn es kam kein Kind, war Parasja von ihrer Familie zurückgeholt worden, und das geschah nicht gegen ihren Willen. Sie waren einander während eines langen Sommers auf den Ländereien eines verlassenen serbischen Klosters in der Nähe von Banja Luka

begegnet. Parasja, schlank, stark, strahlend auf einer Weide voller Pferde, setzte sich über ihre Großmutter und ihre Onkel hinweg, die wegen eines alten Streits nicht mit Josephs Familie aßen. Nachdem sie eines Nachts, als die Sterne fielen, mitten durch die Maisfelder zusammen weggeritten waren, gab es bei ihrer Rückkehr keine Erlaubnis zu ihrer Verbindung. Als Parasja nach sechs Jahren noch immer nicht befruchtet war, kamen ihr die Beschwörungen in den Sinn, die damals ausgesprochen worden sein mussten. Da war die Polizei. 2.78.2 Origin De Moor, Margriet, Herzog von Ägypten. Amsterdam, Hanser, C /VM, 1996. Aus dem Niederländischen von Helga von Breuningen. 2.78.3 Labels Typ : 5 [V Si & Si,j V] Sprache : Deutsch Text : MMd Subjekt : =/= 1. Subjekt Form : NP +def Eigenname 1. Subjekt Bekanntheit : evoziert 1. Subjekt thematische Rolle : Patiens 2. Subjekt thematische Rolle : Patiens 2. Verb Person und Numerus : 3. P. Sg. 2. Verb eindeutig : (pro)nom. 'Nom./Akk.' adjazent : Koordinator : und Kohärenzbeziehung : Parallele 2.79 Observation 79 2.79.1 Contents Een witte auto voor, een witte auto achter de stoet, alles in dienst van de staat der Nederlanden. Joseph, gewend aan de prikacties in zijn leven, had zijn hoofd bij iets anders. Wakker geschud dacht hij: Parasja, ik ga je vergeten. Ik ga je haar, je hoofd, je kin, je lippen die van nature een lachstand hebben, totaal vergeten. Ik ga niets onthouden, geen enkel detail en dat zweer ik bij God de Vader. <MATCH>Dat dacht hij en intussen bereikten ze de gemeentegrens en droop de Benckelose politie af. Denk je soms dat ik de komende jaren je gouden kettingen voor me wil blijven zien? En je sjaals en je heilige broekjes die je altijd achter een handdoek te drogen hangt maar die ik natuurlijk toch heb gezien met dat bloemdessin? Hoeveel nachten denk je dat een man in de loop van zijn leven wil liggen rondwoelen van kom, kom onmiddellijk hier en kruip naast me? De rotonde bij Delden. De colonne wagens bleef zo dicht opeen rijden dat er rechts een opstoppinkje ontstond. 2.79.2 Origin

De Moor, Margriet, Hertog van Egypte. Amsterdam, Querido, 1996. 2.79.3 Labels Typ : 4 [V Si & X V Si,j] Sprache : Niederländisch Text : MMd Subjekt : =/= 1. Subjekt Form : Perspron potenziell red 1. Subjekt Bekanntheit : evoziert 1. Subjekt thematische Rolle : Experiencer 2. Subjekt thematische Rolle : Agens 2. Verb Person und Numerus : 3. P. Pl. 2. Verb eindeutig : (pro)nom. 'Nom./Akk.' adjazent : + = Koordinator : en Kohärenzbeziehung : Parallele 2.80 Observation 80 2.80.1 Contents Ein weißes Auto vor, ein weißes Auto hinter der Kolonne, alles im Dienste des Staates der Niederlande. Joseph, gewöhnt an die Störaktionen in seinem Leben, war mit seinen Gedanken woanders. Wachgerüttelt, dachte er: Parasja, ich vergeß dich jetzt. Ich vergeß deine Haare, deinen Kopf, dein Kinn, deine Lippen, die von Natur zum Lachen neigen, total. Ich behalte nichts, nicht die kleinste Kleinigkeit, und das schwöre ich bei Gott, dem Vater. <MATCH>Das dachte er, und währenddessen hatten sie die Gemeindegrenze erreicht, und die Benckeloer Polizei zog ab. Glaubst du vielleicht, ich will in den kommenden Jahren deine goldenen Ketten weiter vor mir sehen? Und deine Tücher und deine heiligen Höschen, die du immer hinter einem Handtuch zum Trocknen aufhängst, die ich aber natürlich doch gesehen habe, mit diesem Blumenmuster? Wie viele Nächte, glaubst du, will sich ein Mann im Laufe seines Lebens noch im Bett herumwälzen und denken, komm, komm auf der Stelle her und leg dich ganz nah zu mir? Der Kreisel bei Delden. Die Wagenkolonne blieb so dicht beieinander, dass rechts ein kleiner Stau entstand. 2.80.2 Origin De Moor, Margriet, Herzog von Ägypten. Amsterdam, Hanser, C /VM, 1996. Aus dem Niederländischen von Helga von Breuningen. 2.80.3 Labels Typ : 4 [V Si & X V Si,j] Sprache : Deutsch

Text : MMd Subjekt : =/= 1. Subjekt Form : Perspron 1. Subjekt Bekanntheit : evoziert 1. Subjekt thematische Rolle : Experiencer 2. Subjekt thematische Rolle : Agens 2. Verb Person und Numerus : 3. P. Pl. 2. Verb eindeutig : (pro)nom. 'Nom./Akk.' adjazent : + = Koordinator : und Kohärenzbeziehung : Parallele 2.81 Observation 81 2.81.1 Contents Een witte auto voor, een witte auto achter de stoet, alles in dienst van de staat der Nederlanden. Joseph, gewend aan de prikacties in zijn leven, had zijn hoofd bij iets anders. Wakker geschud dacht hij: Parasja, ik ga je vergeten. Ik ga je haar, je hoofd, je kin, je lippen die van nature een lachstand hebben, totaal vergeten. Ik ga niets onthouden, geen enkel detail en dat zweer ik bij God de Vader. Dat dacht hij <MATCH>en intussen bereikten ze de gemeentegrens en droop de Benckelose politie af. Denk je soms dat ik de komende jaren je gouden kettingen voor me wil blijven zien? En je sjaals en je heilige broekjes die je altijd achter een handdoek te drogen hangt maar die ik natuurlijk toch heb gezien met dat bloemdessin? Hoeveel nachten denk je dat een man in de loop van zijn leven wil liggen rondwoelen van kom, kom onmiddellijk hier en kruip naast me? De rotonde bij Delden. De colonne wagens bleef zo dicht opeen rijden dat er rechts een opstoppinkje ontstond. 2.81.2 Origin 2.81.3 Labels Typ : 3 [V Si & V Si,j] Sprache : Niederländisch Text : MMd Subjekt : =/= 1. Subjekt Form : Perspron red 1. Subjekt Bekanntheit : evoziert 1. Subjekt thematische Rolle : Agens 2. Subjekt thematische Rolle : Agens 2. Verb Person und Numerus : 3. P. Sg. 2. Verb eindeutig : (pro)nom. 'Nom./Akk.' adjazent : Koordinator : en Kohärenzbeziehung : Parallele

2.82 Observation 82 2.82.1 Contents Ein weißes Auto vor, ein weißes Auto hinter der Kolonne, alles im Dienste des Staates der Niederlande. Joseph, gewöhnt an die Störaktionen in seinem Leben, war mit seinen Gedanken woanders. Wachgerüttelt, dachte er: Parasja, ich vergeß dich jetzt. Ich vergeß deine Haare, deinen Kopf, dein Kinn, deine Lippen, die von Natur zum Lachen neigen, total. Ich behalte nichts, nicht die kleinste Kleinigkeit, und das schwöre ich bei Gott, dem Vater. Das dachte er, <MATCH>und währenddessen hatten sie die Gemeindegrenze erreicht, und die Benckeloer Polizei zog ab. Glaubst du vielleicht, ich will in den kommenden Jahren deine goldenen Ketten weiter vor mir sehen? Und deine Tücher und deine heiligen Höschen, die du immer hinter einem Handtuch zum Trocknen aufhängst, die ich aber natürlich doch gesehen habe, mit diesem Blumenmuster? Wie viele Nächte, glaubst du, will sich ein Mann im Laufe seines Lebens noch im Bett herumwälzen und denken, komm, komm auf der Stelle her und leg dich ganz nah zu mir? Der Kreisel bei Delden. Die Wagenkolonne blieb so dicht beieinander, dass rechts ein kleiner Stau entstand. 2.82.2 Origin 2.82.3 Labels Typ : 5 [V Si & Si,j V] Sprache : Deutsch Text : MMd Subjekt : =/= 1. Subjekt Form : Perspron 1. Subjekt Bekanntheit : evoziert 1. Subjekt thematische Rolle : Agens 2. Subjekt thematische Rolle : Agens 2. Verb Person und Numerus : 3. P. Sg. 2. Verb eindeutig : (pro)nom. 'Nom./Akk.' adjazent : Koordinator : und Kohärenzbeziehung : Parallele 2.83 Observation 83 2.83.1 Contents Wat moet ik met onze Hollandse veldjes, de bermen en stroken waar we ingeklemd tussen ruimte en benauwdheid voor vierentwintig uur onze zigeunerherrie mochten maken? Het was toch maar in orde. De groep bezat een verzameling van de mooiste passen en visa. Dan kwam nu de vraag. 'Waar mag de rit wel heen gaan?' <MATCH>Joseph startte, zweeg

nog even en noemde toen opnieuw Almelo. Maar goed, goed Parasja, met de familie valt niet te spotten! Een verre oom van mij heeft een verre oom van jou een schijthuis genoemd. Ze trokken op uit de berm. De wagens mengden zich met de rest van het ochtendverkeer. Het politiebusje aan kop liet niet veel twijfel over de bedenkelijke aard van dit transport. 2.83.2 Origin De Moor, Margriet, Hertog van Egypte. Amsterdam, Querido, 1996. 2.83.3 Labels Typ : 2 [S(L)i V & SLi V] Sprache : Niederländisch Text : MMd Subjekt : = 1. Subjekt Form : NP +def Eigenname 1. Subjekt Bekanntheit : evoziert 1. Subjekt thematische Rolle : Agens 2. Subjekt thematische Rolle : Agens 2. Verb Person und Numerus : 3. P. Sg. 2. Verb eindeutig : (pro)nom. 'Nom./Akk.' adjazent : Koordinator : Komma Kohärenzbeziehung : Ereignis 2.84 Observation 84 2.84.1 Contents Was soll ich mit unseren kleinen holländischen Plätzen, den Straßenrändern und Geländestücken, auf denen wir, eingeklemmt zwischen Weite und Enge, für vierundzwanzig Stunden unseren Zigeunerkrawall veranstalten durften? Es war doch alles in Ordnung. Die Gruppe besaß eine Sammlung der schönsten Pässe und Visa. Und nun die Frage. 'Und wo soll's hingehen?' <MATCH>Joseph startete, schwieg noch einen Moment und nannte dann wieder Almelo. Gut, gut, Parasja, mit der Familie ist nicht zu spaßen! Ein entfernter Onkel von mir hat einen entfernten Onkel von dir Hosenscheißer genannt. Sie verließen den Randstreifen. Die Wagen mischten sich in den übrigen Morgenverkehr. Der kleine Polizeibus an der Spitze ließ nicht viel Zweifel an der Art dieses Transports bestehen. 2.84.2 Origin De Moor, Margriet, Herzog von Ägypten. Amsterdam, Hanser, C /VM, 1996. Aus dem Niederländischen von Helga von Breuningen.

2.84.3 Labels Typ : 2 [S(L)i V & SLi V] Sprache : Deutsch Text : MMd Subjekt : = 1. Subjekt Form : NP +def Eigenname 1. Subjekt Bekanntheit : evoziert 1. Subjekt thematische Rolle : Agens 2. Subjekt thematische Rolle : Agens 2. Verb Person und Numerus : 3. P. Sg. 2. Verb eindeutig : (pro)nom. 'Nom./Akk.' adjazent : Koordinator : Komma Kohärenzbeziehung : Ereignis 2.85 Observation 85 2.85.1 Contents Wat moet ik met onze Hollandse veldjes, de bermen en stroken waar we ingeklemd tussen ruimte en benauwdheid voor vierentwintig uur onze zigeunerherrie mochten maken? Het was toch maar in orde. De groep bezat een verzameling van de mooiste passen en visa. Dan kwam nu de vraag. 'Waar mag de rit wel heen gaan?' Joseph startte, <MATCH>zweeg nog even en noemde toen opnieuw Almelo. Maar goed, goed Parasja, met de familie valt niet te spotten! Een verre oom van mij heeft een verre oom van jou een schijthuis genoemd. Ze trokken op uit de berm. De wagens mengden zich met de rest van het ochtendverkeer. Het politiebusje aan kop liet niet veel twijfel over de bedenkelijke aard van dit transport. 2.85.2 Origin 2.85.3 Labels Typ : 2 [S(L)i V & SLi V] Sprache : Niederländisch Text : MMd Subjekt : = 1. Subjekt Form : Null 1. Subjekt Bekanntheit : evoziert 1. Subjekt thematische Rolle : Agens 2. Subjekt thematische Rolle : Agens 2. Verb Person und Numerus : 3. P. Sg. 2. Verb eindeutig : (pro)nom. 'Nom./Akk.' adjazent : -

Koordinator : en Kohärenzbeziehung : Ereignis 2.86 Observation 86 2.86.1 Contents Was soll ich mit unseren kleinen holländischen Plätzen, den Straßenrändern und Geländestücken, auf denen wir, eingeklemmt zwischen Weite und Enge, für vierundzwanzig Stunden unseren Zigeunerkrawall veranstalten durften? Es war doch alles in Ordnung. Die Gruppe besaß eine Sammlung der schönsten Pässe und Visa. Und nun die Frage. 'Und wo soll's hingehen?' Joseph startete, <MATCH>schwieg noch einen Moment und nannte dann wieder Almelo. Gut, gut, Parasja, mit der Familie ist nicht zu spaßen! Ein entfernter Onkel von mir hat einen entfernten Onkel von dir Hosenscheißer genannt. Sie verließen den Randstreifen. Die Wagen mischten sich in den übrigen Morgenverkehr. Der kleine Polizeibus an der Spitze ließ nicht viel Zweifel an der Art dieses Transports bestehen. 2.86.2 Origin 2.86.3 Labels Typ : 2 [S(L)i V & SLi V] Sprache : Deutsch Text : MMd Subjekt : = 1. Subjekt Form : Null 1. Subjekt Bekanntheit : evoziert 1. Subjekt thematische Rolle : Agens 2. Subjekt thematische Rolle : Agens 2. Verb Person und Numerus : 3. P. Sg. 2. Verb eindeutig : (pro)nom. 'Nom./Akk.' adjazent : Koordinator : und Kohärenzbeziehung : Ereignis 2.87 Observation 87 2.87.1 Contents Achter de wagen van Nikolaus was ruimte genoeg voor zijn aanstaande dood. Op de aarde onder je een matras en een paar dikke kussens. Boven je hoofd een stuk zeildoek dat geen regendruppel doorlaat. Bij koud weer een vuurtje aan je voeten. Dat voorschrift om in je laatste ogenblikken je woning te ontvluchten vind ik mooi, begrijpen doe ik het niet. <MATCH>Zachte handen tillen je op en dragen je bij leven weg. Het rouwen begint al. Van alle kanten kijken de ogen van je familie je bemoedigend aan. Bij het invallen van het

duister hoor je soms wonderbaarlijk vertroostend gejammer. Toch zullen ze straks niet verzuimen een bosje hagendoorn op je verse graf te leggen, want er is geen mens die wenst te worden nageslopen door jouw mulo. Nikolaus Andrias stierf op een namiddag in de zomer. 2.87.2 Origin De Moor, Margriet, Hertog van Egypte. Amsterdam, Querido, 1996. 2.87.3 Labels Typ : 2 [S(L)i V & SLi V] Sprache : Niederländisch Text : MMd Subjekt : = 1. Subjekt Form : NP -def 1. Subjekt Bekanntheit : brandneu 1. Subjekt thematische Rolle : Agens 2. Subjekt thematische Rolle : Agens 2. Verb Person und Numerus : 3. P. Pl. 2. Verb eindeutig : (pro)nom. 'Nom./Akk.' adjazent : + = Koordinator : en Kohärenzbeziehung : Ereignis 2.88 Observation 88 2.88.1 Contents Hinter dem Wagen von Nikolaus war genug Platz für seinen bevorstehenden Tod. Auf der Erde unter dir eine Matratze und ein paar dicke Kissen. Über deinem Kopf ein Stück Segeltuch, das keinen Regentropfen durchlässt. Bei kaltem Wetter ein Feuer an deinen Füßen. Diese Vorschrift, in den letzten Augenblicken des Lebens aus der Wohnung zu flüchten, finde ich schön, verstehen tue ich sie nicht. <MATCH>Sanfte Hände heben dich hoch und tragen dich lebend hinaus. Das Trauern beginnt schon jetzt. Von allen Seiten blicken die Augen deiner Familie dich ermutigend an. Bei Einbruch der Dunkelheit hörst du manchmal ein wundersam tröstliches Gejammer. Dennoch werden sie nachher nicht versäumen, ein paar Weißdornzweige auf dein frisches Grab zu legen, denn kein Mensch möchte, dass dein mulo ihm nachschleicht. Nikolaus Andrias starb an einem Sommernachmittag. 2.88.2 Origin De Moor, Margriet, Herzog von Ägypten. Amsterdam, Hanser, C /VM, 1996. Aus dem Niederländischen von Helga von Breuningen.

2.88.3 Labels Typ : 2 [S(L)i V & SLi V] Sprache : Deutsch Text : MMd Subjekt : = 1. Subjekt Form : NP -def 1. Subjekt Bekanntheit : brandneu 1. Subjekt thematische Rolle : Agens 2. Subjekt thematische Rolle : Agens 2. Verb Person und Numerus : 3. P. Pl. 2. Verb eindeutig : (pro)nom. 'Nom./Akk.' adjazent : + =/= Koordinator : und Kohärenzbeziehung : Ereignis 2.89 Observation 89 2.89.1 Contents Van alle kanten kijken de ogen van je familie je bemoedigend aan. Bij het invallen van het duister hoor je soms wonderbaarlijk vertroostend gejammer. Toch zullen ze straks niet verzuimen een bosje hagendoorn op je verse graf te leggen, want er is geen mens die wenst te worden nageslopen door jouw mulo. Nikolaus Andrias stierf op een namiddag in de zomer. Het kamp stond propvol. <MATCH>De samengestroomde familie kocht een graf, vroeg om een kapelaan en liet de dorpsfanfare aantreden om met de Radetzkymars of om het even wat hun gehuil te onderbreken, hun smartelijk geklaag dat in feite neerkwam op een laatste akkoordje met de dode: dit waren onze streken aan jouw adres, jij zult er ons ook wel de nodige hebben geleverd, mooi, we vergeven elkaar. Vertrekken zoals je kwam. Zonder bezittingen, zonder schuld. Een erfenis is in zo'n situatie ook niet logisch. Na het begrafenismaal, dat ondanks twee plensbuien de volle rest van de dag duurde, werd bij een laatste opvlammende zon het houtvuur weer aangewakkerd. De schroeilucht van Nikolaus' pak, zijn schoenen, zijn sokken en zijn hoed loste tegen de ochtend op toen een nieuw noodweer boven het kamp losbrak. 2.89.2 Origin De Moor, Margriet, Hertog van Egypte. Amsterdam, Querido, 1996. 2.89.3 Labels Typ : 2 [S(L)i V & SLi V] Sprache : Niederländisch Text : MMd Subjekt : = 1. Subjekt Form : DP +def Art

1. Subjekt Bekanntheit : inferierbar 1. Subjekt thematische Rolle : Agens 2. Subjekt thematische Rolle : Agens 2. Verb Person und Numerus : 3. P. Sg. 2. Verb eindeutig : (pro)nom. 'Nom./Akk.' adjazent : Koordinator : Komma Kohärenzbeziehung : Ereignis/Parallele 2.90 Observation 90 2.90.1 Contents Von allen Seiten blicken die Augen deiner Familie dich ermutigend an. Bei Einbruch der Dunkelheit hörst du manchmal ein wundersam tröstliches Gejammer. Dennoch werden sie nachher nicht versäumen, ein paar Weißdornzweige auf dein frisches Grab zu legen, denn kein Mensch möchte, dass dein mulo ihm nachschleicht. Nikolaus Andrias starb an einem Sommernachmittag. Das Lager war proppenvoll. <MATCH>Die zusammengeströmte Großfamilie kaufte ein Grab, bat um einen Kaplan und ließ die Dorfkapelle antreten, um mit dem Radetzkymarsch oder was auch immer ihr Geheul zu unterbrechen, ihr schmerzliches Wehklagen, das im Grunde auf eine letzte Übereinkunft mit dem Toten hinauslief: Dies waren unsere Streiche an deine Adresse, du wirst uns wohl auch die entsprechenden gespielt haben, gut, wir verzeihen einander. Gehen, wie man gekommen ist. Ohne Besitz, ohne Schuld. Ein Erbe ist in einer solchen Situation auch nicht logisch. Nach dem Leichenschmaus, der trotz zweier Regengüsse den ganzen restlichen Tag dauerte, wurde im letzten aufflammenden Sonnenlicht das Holzfeuer wieder geschürt. Der Brandgeruch von Nikolaus' Anzug, seinen Schuhen, seinen Socken und dem Hut löste sich gegen Morgen auf, als ein erneutes Unwetter über das Lager hereinbrach. 2.90.2 Origin De Moor, Margriet, Herzog von Ägypten. Amsterdam, Hanser, C /VM, 1996. Aus dem Niederländischen von Helga von Breuningen. 2.90.3 Labels Typ : 2 [S(L)i V & SLi V] Sprache : Deutsch Text : MMd Subjekt : = 1. Subjekt Form : DP +def Art 1. Subjekt Bekanntheit : inferierbar 1. Subjekt thematische Rolle : Agens 2. Subjekt thematische Rolle : Agens 2. Verb Person und Numerus : 3. P. Sg. 2. Verb eindeutig : -

(pro)nom. 'Nom./Akk.' adjazent : Koordinator : Komma Kohärenzbeziehung : Ereignis/Parallele 2.91 Observation 91 2.91.1 Contents Van alle kanten kijken de ogen van je familie je bemoedigend aan. Bij het invallen van het duister hoor je soms wonderbaarlijk vertroostend gejammer. Toch zullen ze straks niet verzuimen een bosje hagendoorn op je verse graf te leggen, want er is geen mens die wenst te worden nageslopen door jouw mulo. Nikolaus Andrias stierf op een namiddag in de zomer. Het kamp stond propvol. De samengestroomde familie kocht een graf, <MATCH>vroeg om een kapelaan en liet de dorpsfanfare aantreden om met de Radetzkymars of om het even wat hun gehuil te onderbreken, hun smartelijk geklaag dat in feite neerkwam op een laatste akkoordje met de dode: dit waren onze streken aan jouw adres, jij zult er ons ook wel de nodige hebben geleverd, mooi, we vergeven elkaar. Vertrekken zoals je kwam. Zonder bezittingen, zonder schuld. Een erfenis is in zo'n situatie ook niet logisch. Na het begrafenismaal, dat ondanks twee plensbuien de volle rest van de dag duurde, werd bij een laatste opvlammende zon het houtvuur weer aangewakkerd. De schroeilucht van Nikolaus' pak, zijn schoenen, zijn sokken en zijn hoed loste tegen de ochtend op toen een nieuw noodweer boven het kamp losbrak. 2.91.2 Origin 2.91.3 Labels Typ : 2 [S(L)i V & SLi V] Sprache : Niederländisch Text : MMd Subjekt : = 1. Subjekt Form : Null 1. Subjekt Bekanntheit : evoziert 1. Subjekt thematische Rolle : Agens 2. Subjekt thematische Rolle : Agens 2. Verb Person und Numerus : 3. P. Sg. 2. Verb eindeutig : (pro)nom. 'Nom./Akk.' adjazent : + = + Koordinator : en Kohärenzbeziehung : Ereignis/Parallele 2.92 Observation 92 2.92.1 Contents

Von allen Seiten blicken die Augen deiner Familie dich ermutigend an. Bei Einbruch der Dunkelheit hörst du manchmal ein wundersam tröstliches Gejammer. Dennoch werden sie nachher nicht versäumen, ein paar Weißdornzweige auf dein frisches Grab zu legen, denn kein Mensch möchte, dass dein mulo ihm nachschleicht. Nikolaus Andrias starb an einem Sommernachmittag. Das Lager war proppenvoll. Die zusammengeströmte Großfamilie kaufte ein Grab, <MATCH>bat um einen Kaplan und ließ die Dorfkapelle antreten, um mit dem Radetzkymarsch oder was auch immer ihr Geheul zu unterbrechen, ihr schmerzliches Wehklagen, das im Grunde auf eine letzte Übereinkunft mit dem Toten hinauslief: Dies waren unsere Streiche an deine Adresse, du wirst uns wohl auch die entsprechenden gespielt haben, gut, wir verzeihen einander. Gehen, wie man gekommen ist. Ohne Besitz, ohne Schuld. Ein Erbe ist in einer solchen Situation auch nicht logisch. Nach dem Leichenschmaus, der trotz zweier Regengüsse den ganzen restlichen Tag dauerte, wurde im letzten aufflammenden Sonnenlicht das Holzfeuer wieder geschürt. Der Brandgeruch von Nikolaus' Anzug, seinen Schuhen, seinen Socken und dem Hut löste sich gegen Morgen auf, als ein erneutes Unwetter über das Lager hereinbrach. 2.92.2 Origin 2.92.3 Labels Typ : 2 [S(L)i V & SLi V] Sprache : Deutsch Text : MMd Subjekt : = 1. Subjekt Form : Null 1. Subjekt Bekanntheit : evoziert 1. Subjekt thematische Rolle : Agens 2. Subjekt thematische Rolle : Agens 2. Verb Person und Numerus : 3. P. Sg. 2. Verb eindeutig : (pro)nom. 'Nom./Akk.' adjazent : + = + Koordinator : und Kohärenzbeziehung : Ereignis/Parallele 2.93 Observation 93 2.93.1 Contents Hoe had Sociale Zaken moeten snappen dat er sinds een recent sterfgeval iets gloeiends, iets onverdraaglijk wanordelijks tussen de natgeregende populieren rondhing? Het víél niet te bevatten dat de nacht een geluid begon te maken dat tot dan toe door niemand was opgemerkt. De familie deed trouwens zelf ook geen moeite. Ze braken op, na die dood, en achter het waarom zat geen redenatie, maar eerder zoiets als een wilde reflex van het geheugen. Taal en dromen. <MATCH>Op die vlakte vindt het ware verhaal plaats en wie er wat van opschrijft, neemt dat in bezit. Maar dié lui schrijven niets op! Drie dagen na de begrafenis

begon Joseph in te pakken. Branco en de drie dochters van Katya eveneens. Wat niet wordt opgeschreven, wordt geen tekst, maar blijft beeld. Katya zat aan tafel in haar keuken. 2.93.2 Origin De Moor, Margriet, Hertog van Egypte. Amsterdam, Querido, 1996. 2.93.3 Labels Typ : 5 [V Si & Si,j V] Sprache : Niederländisch Text : MMd Subjekt : =/= 1. Subjekt Form : DP -def Art 1. Subjekt Bekanntheit : inferierbar 1. Subjekt thematische Rolle : Patiens 2. Subjekt thematische Rolle : Agens 2. Verb Person und Numerus : 3. P. Sg. 2. Verb eindeutig : (pro)nom. 'Nom./Akk.' adjazent : + = + Koordinator : Komma Kohärenzbeziehung : Parallele 2.94 Observation 94 2.94.1 Contents Wie hätte das Sozialamt auch verstehen sollen, dass seit dem vor kurzem eingetretenen Todesfall etwas Glühendes, etwas unerträglich Ungeordnetes zwischen den verregneten Pappeln hing? Es war aber auch nicht zu verstehen, dass die Nacht ein Geräusch zu machen begann, das bis dahin keiner bemerkt hatte. Die Familie gab sich im übrigen auch keine Mühe. Nach diesem Tod brachen sie auf, und hinter dem Warum steckte keine Überlegung, sondern eher so etwas wie ein wilder Gedächtnisreflex. Sprache und Träume. <MATCH>Auf dieser Ebene findet die wahre Geschichte statt, und wer etwas davon aufschreibt, nimmt es in Besitz. Aber diese Leute schreiben ja nichts auf! Drei Tage nach der Beerdigung begann Joseph einzupacken. Branco und die drei Töchter von Katya ebenso. Was nicht aufgeschrieben wird, wird kein Text, sondern bleibt Bild. Katya saß in ihrer Küche am Tisch. 2.94.2 Origin De Moor, Margriet, Herzog von Ägypten. Amsterdam, Hanser, C /VM, 1996. Aus dem Niederländischen von Helga von Breuningen.

2.94.3 Labels Typ : 5 [V Si & Si,j V] Sprache : Deutsch Text : MMd Subjekt : =/= 1. Subjekt Form : DP +def Art 1. Subjekt Bekanntheit : inferierbar 1. Subjekt thematische Rolle : Patiens 2. Subjekt thematische Rolle : Agens 2. Verb Person und Numerus : 3. P. Sg. 2. Verb eindeutig : + (pro)nom. 'Nom./Akk.' adjazent : + = + Koordinator : und Kohärenzbeziehung : Parallele 2.95 Observation 95 2.95.1 Contents Branco en de drie dochters van Katya eveneens. Wat niet wordt opgeschreven, wordt geen tekst, maar blijft beeld. Katya zat aan tafel in haar keuken. In haar hand een kristallen glas met gouden rand. Er wordt niets gerangschikt in de tijd. <MATCH>Ze pakte een limonadefles die voor haar stond en keek verbijsterd naar het etiket. Oorzaak en gevolg hebben geen vaste plaats. Wat er stond kon ze niet lezen. Er is geen compositie. Ze schonk in, en bracht het glas met trillende hand naar haar lippen. Het beeld, helemaal helder en af, valt samen met het leven zelf: morgen breken we hier op! 2.95.2 Origin De Moor, Margriet, Hertog van Egypte. Amsterdam, Querido, 1996. 2.95.3 Labels Typ : 2 [S(L)i V & SLi V] Sprache : Niederländisch Text : MMd Subjekt : = 1. Subjekt Form : Perspron red 1. Subjekt Bekanntheit : evoziert 1. Subjekt thematische Rolle : Agens 2. Subjekt thematische Rolle : Agens 2. Verb Person und Numerus : 3. P. Sg. 2. Verb eindeutig : (pro)nom. 'Nom./Akk.' adjazent : -

Koordinator : en Kohärenzbeziehung : Ereignis 2.96 Observation 96 2.96.1 Contents Branco und die drei Töchter von Katya ebenso. Was nicht aufgeschrieben wird, wird kein Text, sondern bleibt Bild. Katya saß in ihrer Küche am Tisch. In der Hand ein Kristallglas mit goldenem Rand. Es wird nichts eingeordnet in die Zeit. <MATCH>Sie nahm eine Limonadeflasche, die vor ihr stand, und schaute verdutzt auf das Etikett. Ursache und Wirkung haben keinen festen Platz. Was da stand, konnte sie nicht lesen. Es gibt keine Komposition. Sie goss ein und führte das Glas mit zitternder Hand an die Lippen. Das Bild, vollkommen klar und abgeschlossen, deckt sich mit dem Leben: Morgen brechen wir von hier auf! 2.96.2 Origin De Moor, Margriet, Herzog von Ägypten. Amsterdam, Hanser, C /VM, 1996. Aus dem Niederländischen von Helga von Breuningen. 2.96.3 Labels Typ : 2 [S(L)i V & SLi V] Sprache : Deutsch Text : MMd Subjekt : = 1. Subjekt Form : Perspron 1. Subjekt Bekanntheit : evoziert 1. Subjekt thematische Rolle : Agens 2. Subjekt thematische Rolle : Agens 2. Verb Person und Numerus : 3. P. Sg. 2. Verb eindeutig : (pro)nom. 'Nom./Akk.' adjazent : Koordinator : und Kohärenzbeziehung : Ereignis 2.97 Observation 97 2.97.1 Contents Er wordt niets gerangschikt in de tijd. Ze pakte een limonadefles die voor haar stond en keek verbijsterd naar het etiket. Oorzaak en gevolg hebben geen vaste plaats. Wat er stond kon ze niet lezen. Er is geen compositie. <MATCH>Ze schonk in, en bracht het glas met trillende hand naar haar lippen. Het beeld, helemaal helder en af, valt samen met het leven zelf: morgen breken we hier op! Is het wel goed om te schrijven over wie dat zelf per se

niet doet? Mag ik het glas, dat de ontroostbare Katya per ongeluk uit haar handen heeft laten vallen wel bijeenvegen en in een van de scherven, krom, puntig als een dolk, toevallig iets van mijn eigen trekken zien? Joseph bleef niet de hele zomer bij zijn familie. Zijn neef Branco was mans genoeg, dus Joseph, met eigen auto en man alleen, was vrij om te gaan waar hij wilde. 2.97.2 Origin De Moor, Margriet, Hertog van Egypte. Amsterdam, Querido, 1996. 2.97.3 Labels Typ : 2 [S(L)i V & SLi V] Sprache : Niederländisch Text : MMd Subjekt : = 1. Subjekt Form : Perspron red 1. Subjekt Bekanntheit : evoziert 1. Subjekt thematische Rolle : Agens 2. Subjekt thematische Rolle : Agens 2. Verb Person und Numerus : 3. P. Sg. 2. Verb eindeutig : (pro)nom. 'Nom./Akk.' adjazent : + = + Koordinator : en Kohärenzbeziehung : Ereignis 2.98 Observation 98 2.98.1 Contents Es wird nichts eingeordnet in die Zeit. Sie nahm eine Limonadeflasche, die vor ihr stand, und schaute verdutzt auf das Etikett. Ursache und Wirkung haben keinen festen Platz. Was da stand, konnte sie nicht lesen. Es gibt keine Komposition. <MATCH>Sie goss ein und führte das Glas mit zitternder Hand an die Lippen. Das Bild, vollkommen klar und abgeschlossen, deckt sich mit dem Leben: Morgen brechen wir von hier auf! Ist es richtig, über Menschen zu schreiben, die das selbst nicht tun? Darf ich das Glas, das der untröstlichen Katya versehentlich aus der Hand gefallen ist, zusammenfegen und in einer der Scherben, krumm, spitz wie ein Dolch, zufällig etwas von meinen eigenen Gesichtszügen erkennen? Joseph blieb nicht den ganzen Sommer bei seiner Familie. Sein Vetter Branco war Manns genug, also stand es Joseph, mit eigenem Auto und ungebunden, frei zu gehen, wohin er wollte. 2.98.2 Origin De Moor, Margriet, Herzog von Ägypten. Amsterdam, Hanser, C /VM, 1996.

Aus dem Niederländischen von Helga von Breuningen. 2.98.3 Labels Typ : 2 [S(L)i V & SLi V] Sprache : Deutsch Text : MMd Subjekt : = 1. Subjekt Form : Perspron 1. Subjekt Bekanntheit : evoziert 1. Subjekt thematische Rolle : Agens 2. Subjekt thematische Rolle : Agens 2. Verb Person und Numerus : 3. P. Sg. 2. Verb eindeutig : (pro)nom. 'Nom./Akk.' adjazent : + = + Koordinator : und Kohärenzbeziehung : Ereignis 2.99 Observation 99 2.99.1 Contents Joseph bleef niet de hele zomer bij zijn familie. Zijn neef Branco was mans genoeg, dus Joseph, met eigen auto en man alleen, was vrij om te gaan waar hij wilde. Bijvoorbeeld over Limburg naar de Elzas rijden en over Vierzon naar Limoges en dan weer verder naar Toulouse, en op al deze reizen aan te haken bij vrienden en verwanten die hij soms alleen uit de verhalen kende. Wie anders dan ik zou hem moeten volgen? Met hem mee moeten rijden in de Buick al was het maar aan de andere kant van de grote bolle voorruit? Het is leuk om met een vaartje van honderd te versmelten met een prachtig blauw landschap vol glooiingen, <MATCH>Joseph floot tussen zijn tanden en dacht met een vredig gevoel aan niets. Steden, kampplaatsen en 's avonds feest. Het is de moeite waard om vanachter een vuurtje de blik van een pijplurkende, praatjesmakende Joseph naar je toe te trekken. Ze vertelden elkaar verhalen. Tussen toen en vijftien jaar later hoorde Joseph allerlei anekdotes over zijn verdwenen ouders, zijn verdwenen ooms en tantes en kruiste hij soms vrijwel direct het pad van Parasja. Dat was goed. 2.99.2 Origin De Moor, Margriet, Hertog van Egypte. Amsterdam, Querido, 1996. 2.99.3 Labels Typ : 2 [S(L)i V & SLi V] Sprache : Niederländisch Text : MMd Subjekt : =

1. Subjekt Form : NP +def Eigenname 1. Subjekt Bekanntheit : evoziert 1. Subjekt thematische Rolle : Agens 2. Subjekt thematische Rolle : Experiencer 2. Verb Person und Numerus : 3. P. Sg. 2. Verb eindeutig : (pro)nom. 'Nom./Akk.' adjazent : Koordinator : en Kohärenzbeziehung : Ereignis 2.100 Observation 100 2.100.1 Contents Joseph blieb nicht den ganzen Sommer bei seiner Familie. Sein Vetter Branco war Manns genug, also stand es Joseph, mit eigenem Auto und ungebunden, frei zu gehen, wohin er wollte. Zum Beispiel über Limburg ins Elsaß und über Vierzon nach Limoges und dann weiter nach Toulouse, und auf all diesen Reisen sich Freunden und Verwandten anzuschließen, die er manchmal nur aus den Geschichten kannte. Wer anders als ich hätte ihm folgen sollen? Mit ihm mitfahren sollen in dem Buick, und sei es auch nur jenseits der großen gewölbten Windschutzscheibe? Es macht Spaß, bei Tempo hundert mit einer herrlich blauen, sanft geschwungenen Landschaft zu verschmelzen, <MATCH>Joseph pfiff durch die Zähne und dachte mit einem friedlichen Gefühl an nichts. Städte, Lagerplätze und abends feiern. Es lohnt sich, von seinem Platz hinter einem Feuer den Blick eines an seiner Pfeife nuckelnden, schwatzenden Joseph auf sich zu lenken. Sie erzählten einander Geschichten. In den darauffolgenden fünfzehn Jahren hörte Joseph alle möglichen Anekdoten von seinen verschwundenen Eltern, seinen verschwundenen Onkeln und Tanten, und manchmal kreuzte er beinahe Parasjas Weg. Das war gut. 2.100.2 Origin De Moor, Margriet, Herzog von Ägypten. Amsterdam, Hanser, C /VM, 1996. Aus dem Niederländischen von Helga von Breuningen. 2.100.3 Labels Typ : 2 [S(L)i V & SLi V] Sprache : Deutsch Text : MMd Subjekt : = 1. Subjekt Form : NP +def Eigenname 1. Subjekt Bekanntheit : evoziert 1. Subjekt thematische Rolle : Agens 2. Subjekt thematische Rolle : Experiencer 2. Verb Person und Numerus : 3. P. Sg. 2. Verb eindeutig : -

(pro)nom. 'Nom./Akk.' adjazent : Koordinator : und Kohärenzbeziehung : Ereignis 2.101 Observation 101 2.101.1 Contents Met hem mee moeten rijden in de Buick al was het maar aan de andere kant van de grote bolle voorruit? Het is leuk om met een vaartje van honderd te versmelten met een prachtig blauw landschap vol glooiingen, Joseph floot tussen zijn tanden en dacht met een vredig gevoel aan niets. Steden, kampplaatsen en 's avonds feest. Het is de moeite waard om vanachter een vuurtje de blik van een pijplurkende, praatjesmakende Joseph naar je toe te trekken. Ze vertelden elkaar verhalen. <MATCH>Tussen toen en vijftien jaar later hoorde Joseph allerlei anekdotes over zijn verdwenen ouders, zijn verdwenen ooms en tantes en kruiste hij soms vrijwel direct het pad van Parasja. Dat was goed. Dat deugde, absoluut. Toch kon de zon blijven opkomen en in rode strepen weer ondergaan, vroeg of laat werd Joseph opnieuw van de weg gepikt. Werden zijn papieren tussen vier vingers wrevelig bekeken en op zo'n moment was ik beslist geen blauwig landschap meer, maar stak ik tot over mijn oren in een compromitterend vel dat mij totaal niet aanstond - 'Hier kunt u niet blijven. 2.101.2 Origin De Moor, Margriet, Hertog van Egypte. Amsterdam, Querido, 1996. 2.101.3 Labels Typ : 3 [V Si & V Si,j] Sprache : Niederländisch Text : MMd Subjekt : = 1. Subjekt Form : NP +def Eigenname 1. Subjekt Bekanntheit : evoziert 1. Subjekt thematische Rolle : Experiencer 2. Subjekt thematische Rolle : Agens 2. Verb Person und Numerus : 3. P. Sg. 2. Verb eindeutig : (pro)nom. 'Nom./Akk.' adjazent : Koordinator : en Kohärenzbeziehung : Parallele 2.102 Observation 102 2.102.1 Contents Mit ihm mitfahren sollen in dem Buick, und sei es auch nur jenseits der

großen gewölbten Windschutzscheibe? Es macht Spaß, bei Tempo hundert mit einer herrlich blauen, sanft geschwungenen Landschaft zu verschmelzen, Joseph pfiff durch die Zähne und dachte mit einem friedlichen Gefühl an nichts. Städte, Lagerplätze und abends feiern. Es lohnt sich, von seinem Platz hinter einem Feuer den Blick eines an seiner Pfeife nuckelnden, schwatzenden Joseph auf sich zu lenken. Sie erzählten einander Geschichten. <MATCH>In den darauffolgenden fünfzehn Jahren hörte Joseph alle möglichen Anekdoten von seinen verschwundenen Eltern, seinen verschwundenen Onkeln und Tanten, und manchmal kreuzte er beinahe Parasjas Weg. Das war gut. Das war in Ordnung, absolut. Und doch konnte die Sonne weiterhin aufgehen und rotstreifig wieder untergehen - über kurz oder lang wurde Joseph erneut an den Rand gewinkt. Wurden seine Papiere zwischen spitzen Fingern unwirsch geprüft, und in einem solchen Moment war ich gewiss keine bläuliche Landschaft mehr, sondern steckte bis über die Ohren in einer kompromittierenden Haut, die mir absolut nicht gefiel - 'Hier können Sie nicht bleiben. 2.102.2 Origin De Moor, Margriet, Herzog von Ägypten. Amsterdam, Hanser, C /VM, 1996. Aus dem Niederländischen von Helga von Breuningen. 2.102.3 Labels Typ : 4 [V Si & X V Si,j] Sprache : Deutsch Text : MMd Subjekt : = 1. Subjekt Form : NP +def Eigenname 1. Subjekt Bekanntheit : evoziert 1. Subjekt thematische Rolle : Experiencer 2. Subjekt thematische Rolle : Agens 2. Verb Person und Numerus : 3. P. Sg. 2. Verb eindeutig : (pro)nom. 'Nom./Akk.' adjazent : Koordinator : und Kohärenzbeziehung : Parallele 2.103 Observation 103 2.103.1 Contents Toch kon de zon blijven opkomen en in rode strepen weer ondergaan, vroeg of laat werd Joseph opnieuw van de weg gepikt. Werden zijn papieren tussen vier vingers wrevelig bekeken en op zo'n moment was ik beslist geen blauwig landschap meer, maar stak ik tot over mijn oren in een compromitterend vel dat mij totaal niet aanstond - 'Hier kunt u niet blijven. Wat is uw bestemming. Verspreiden alstublieft, mensen. Voorschriften.' - <MATCH>en dan voelde ik me tot in mijn ziel beschaamd en wist ik dat ik mij zelfs de vriendelijke politieman, die alles goed wilde doen, aan moest trekken. Waarom bleef Joseph zo lankmoedig

tegen deze meneer? Wist hij wel dat diens voorouders voermannen van de pestkar waren geweest in de tijd dat zijn voorouders in de oostelijke Balkan met jonge bruine beren speelden? Maar nee, inschikkelijkheid, beleefd kijken, ik begrijp het niet en misschien kán ik het ook niet begrijpen. Want je hoofd mag verdwijnen onder een koperdraadachtige bos haar, en je mag dus zijn nagewezen en door Jan en alleman maar vooral door een engelachtig meisje zijn gepest op de lagere school, dat is beslist niet genoeg om te snappen wat zo'n eeuwenlange politiecontrole met je gevoel voor de werkelijkheid doet. Met je dagelijkse repertoire, je eeuwige nu dat dan weer lekker dichtbij is, met keukengerei en dekbedden, dan weer schrikbarend veraf met een ijskoude wind over omgeploegde akkers en rondcirkelende vogels daarboven. 2.103.2 Origin De Moor, Margriet, Hertog van Egypte. Amsterdam, Querido, 1996. 2.103.3 Labels Typ : 3 [V Si & V Si,j] Sprache : Niederländisch Text : MMd Subjekt : = 1. Subjekt Form : Perspron potenziell red 1. Subjekt Bekanntheit : evoziert 1. Subjekt thematische Rolle : Experiencer 2. Subjekt thematische Rolle : Experiencer 2. Verb Person und Numerus : 1. P. Sg. 2. Verb eindeutig : (pro)nom. 'Nom./Akk.' adjazent : Koordinator : en Kohärenzbeziehung : Parallele 2.104 Observation 104 2.104.1 Contents Und doch konnte die Sonne weiterhin aufgehen und rotstreifig wieder untergehen - über kurz oder lang wurde Joseph erneut an den Rand gewinkt. Wurden seine Papiere zwischen spitzen Fingern unwirsch geprüft, und in einem solchen Moment war ich gewiss keine bläuliche Landschaft mehr, sondern steckte bis über die Ohren in einer kompromittierenden Haut, die mir absolut nicht gefiel - 'Hier können Sie nicht bleiben. Wohin wollen Sie. Auseinandergehen, Leute. Vorschriften' -, <MATCH>und dann fühlte ich mich bis ins Mark beschämt und wusste, dass mich nicht einmal der freundlichste Polizist, der alles richtig machen wollte, kaltlassen durfte. Warum blieb Joseph so langmütig gegenüber diesem Herrn? Wusste er denn, dass dessen Vorfahren zur selben Zeit den Pestkarren gefahren hatten, als seine Vorfahren auf dem östlichen Balkan mit jungen Braunbären spielten? Aber nein, Gefügigkeit, eine höfliche Miene, ich versteh's nicht, und vielleicht kann ich's auch nicht verstehen. Denn mag dein Kopf auch unter einem Wust kupferdrahtfarbener Haare verschwinden

und mag man folglich mit Fingern auf dich gezeigt haben und mögen Hinz und Kunz, aber vor allem ein engelhaftes Mädchen dich in der Volksschule getriezt haben - das alles reicht ganz gewiss nicht aus, um zu verstehen, wie Jahrhunderte von Polizeikontrollen deinen Realitätssinn beeinflusst haben. Mit deinem Tagesablauf, deinem ewigen Jetzt, das mit Küchengeräten und Federbetten mal angenehm nah ist und mal erschreckend weit weg mit einem eiskalten Wind über umgepflügten Ackern und darüber kreisenden Vögeln. 2.104.2 Origin De Moor, Margriet, Herzog von Ägypten. Amsterdam, Hanser, C /VM, 1996. Aus dem Niederländischen von Helga von Breuningen. 2.104.3 Labels Typ : 2 [S(L)i V & SLi V] Sprache : Deutsch Text : MMd Subjekt : = 1. Subjekt Form : Perspron 1. Subjekt Bekanntheit : evoziert 1. Subjekt thematische Rolle : Experiencer 2. Subjekt thematische Rolle : Experiencer 2. Verb Person und Numerus : 3. P. Sg. 2. Verb eindeutig : (pro)nom. 'Nom./Akk.' adjazent : Koordinator : und Kohärenzbeziehung : Parallele 2.105 Observation 105 2.105.1 Contents Ik houd van de buitenlucht, maar nog meer van een stevige tafel tussen een paar bakstenen muren. 'Dat is je gadjo-ziel,' zegt Joseph later tegen Lucie. Gerard is kwaad. Het is meer dan een jaar geleden begonnen, rustig nog, in de tijd dat Joseph en Lucie besloten de eik bij het hek om te halen. 'Waarom?' had hij gevraagd. <MATCH>'Weet ik veel,' zei Lucie en je zag haar nadenken. 'Om de trailer in de bocht meer ruimte te geven.' Hij werd kwaad. 'Jullie zijn gek geworden.' 'Nee hoor, helemaal niet. We wachten tot de regen voorbij is en dan gaan eerst de holle zijarmen.' 2.105.2 Origin De Moor, Margriet, Hertog van Egypte. Amsterdam, Querido, 1996. 2.105.3 Labels

Typ : 5 [V Si & Si,j V] Sprache : Niederländisch Text : MMd Subjekt : =/= 1. Subjekt Form : NP +def Eigenname 1. Subjekt Bekanntheit : evoziert 1. Subjekt thematische Rolle : Agens 2. Subjekt thematische Rolle : Experiencer 1. Verb Semantik : Redeeinführung 2. Verb Person und Numerus : 2. P. Sg. 2. Verb eindeutig : (pro)nom. 'Nom./Akk.' adjazent : + =/= Koordinator : en Kohärenzbeziehung : Parallele 2.106 Observation 106 2.106.1 Contents Ich liebe frische Luft, mehr aber noch einen stabilen Tisch zwischen ein paar Backsteinmauern. 'Das ist deine gadscho-Seele', sagt Joseph später zu Lucie. Gerard ist böse. Es hat vor über einem Jahr angefangen, zunächst nur leise, damals, als Joseph und Lucie beschlossen hatten, die Eiche am Tor zu fällen. 'Warum?' hatte er gefragt. <MATCH>'Was weiß ich', sagte Lucie, und man sah ihr an, wie sie nachdachte. 'Damit der Anhänger besser um die Kurve kommt.' Er wurde böse. 'Ihr seid verrückt geworden.' 'Nein, sind wir nicht. Wir warten, bis der Regen vorbei ist, und dann kommen erst die hohlen Seitenarme runter.' 2.106.2 Origin De Moor, Margriet, Herzog von Ägypten. Amsterdam, Hanser, C /VM, 1996. Aus dem Niederländischen von Helga von Breuningen. 2.106.3 Labels Typ : 5 [V Si & Si,j V] Sprache : Deutsch Text : MMd Subjekt : =/= 1. Subjekt Form : NP +def Eigenname 1. Subjekt Bekanntheit : evoziert 1. Subjekt thematische Rolle : Agens 2. Subjekt thematische Rolle : Experiencer 1. Verb Semantik : Redeeinführung 2. Verb Person und Numerus : 3. P. Sg. 2. Verb eindeutig : -

(pro)nom. 'Nom./Akk.' adjazent : Koordinator : und Kohärenzbeziehung : Parallele 2.107 Observation 107 2.107.1 Contents 'Om de trailer in de bocht meer ruimte te geven.' Hij werd kwaad. 'Jullie zijn gek geworden.' 'Nee hoor, helemaal niet. We wachten tot de regen voorbij is en dan gaan eerst de holle zijarmen.' <MATCH>Drie dagen later regende het nog en zag Gerard vanachter het keukenraam de kaalgemaakte armen omlaagvallen. Ellendige waterstralen plensden uit de gaten tevoorschijn en doordrenkten de man die tegen de stam aan hing, Joseph, heel bleek, vuil van de modder, met een motorzaag in zijn handen die naarmate de ochtend vorderde steeds ondraaglijker ging dreunen. 'Klootzak,' zei Gerard omstreeks het middaguur. Hij draaide zich om naar de buffetkast, deed op de tast een greep, schonk zich in, jenever, schonk opnieuw in en bleef met het glaasje in zijn hand hulpeloos naar buiten kijken. Hulpeloos, zeg ik, ook al zou je eerder aan woede denken en dat hij zijn schoonzoon wel lustte, de buitenlander, de heidense echtgenoot, door de voorzienigheid gestuurd om zijn dochter krankzinnig te maken, de wegloper, maar je kon zo zien dat de oude man enkel naar woorden zocht om iets te doen te hebben terwijl zijn verstand stilstond. 'Komen jullie eten?' 2.107.2 Origin De Moor, Margriet, Hertog van Egypte. Amsterdam, Querido, 1996. 2.107.3 Labels Typ : 3 [V Si & V Si,j] Sprache : Niederländisch Text : MMd Subjekt : =/= 1. Subjekt Form : Perspron red 1. Subjekt Bekanntheit : n.a. 1. Subjekt thematische Rolle : n.a. 2. Subjekt thematische Rolle : Experiencer 2. Verb Person und Numerus : 3. P. Sg. 2. Verb eindeutig : (pro)nom. 'Nom./Akk.' adjazent : Koordinator : en Kohärenzbeziehung : Parallele 2.108 Observation 108 2.108.1 Contents

'Damit der Anhänger besser um die Kurve kommt.' Er wurde böse. 'Ihr seid verrückt geworden.' 'Nein, sind wir nicht. Wir warten, bis der Regen vorbei ist, und dann kommen erst die hohlen Seitenarme runter.' <MATCH>Drei Tage später, es regnete noch immer, sah Gerard vom Küchenfenster aus, wie die entasteten Arme zu Boden fielen. Elende Wasserstrahlen schossen aus den Löchern und durchnässten den Mann, der am Stamm klebte: Joseph, sehr bleich, schmutzig vom Schlamm, mit einer Motorsäge in den Händen, die, je weiter der Vormittag voranschritt, immer unerträglicher dröhnte. 'Scheißkerl', sagte Gerard um die Mittagszeit. Er drehte sich zum Büfett um, griff blindlings zu, goß sich ein, Genever, goß sich noch einmal ein und starrte dann mit dem Glas in der Hand hilflos nach draußen. Hilflos, sage ich, auch wenn man eher an Wut denken würde und dass er seinen Schwiegersohn hätte würgen können, den Ausländer, den heidnischen Ehemann, den die Vorsehung geschickt hatte, um seiner Tochter den Verstand zu rauben, diesen Ausbüxer, aber man sah sofort, dass der alte Mann lediglich nach Worten suchte, um etwas zu tun zu haben, während sein Verstand stillstand. 'Kommt ihr essen?' 2.108.2 Origin De Moor, Margriet, Herzog von Ägypten. Amsterdam, Hanser, C /VM, 1996. Aus dem Niederländischen von Helga von Breuningen. 2.108.3 Labels Typ : keine Koordination Sprache : Deutsch Text : MMd Subjekt : n.a. 1. Subjekt Form : n.a. 1. Subjekt Bekanntheit : n.a. 1. Subjekt thematische Rolle : n.a. 2. Subjekt thematische Rolle : n.a. 2. Verb Person und Numerus : n.a. 2. Verb eindeutig : n.a. (pro)nom. 'Nom./Akk.' adjazent : n.a. Koordinator : n.a. Kohärenzbeziehung : n.a. 2.109 Observation 109 2.109.1 Contents Hij werd kwaad. 'Jullie zijn gek geworden.' 'Nee hoor, helemaal niet. We wachten tot de regen voorbij is en dan gaan eerst de holle zijarmen.' Drie dagen later regende het nog en zag Gerard vanachter het keukenraam de kaalgemaakte armen omlaagvallen. <MATCH>Ellendige waterstralen plensden uit de gaten tevoorschijn en doordrenkten de man die tegen de stam aan hing, Joseph, heel bleek, vuil van de modder, met een motorzaag in zijn handen die naarmate de ochtend vorderde steeds ondraaglijker ging dreunen.

'Klootzak,' zei Gerard omstreeks het middaguur. Hij draaide zich om naar de buffetkast, deed op de tast een greep, schonk zich in, jenever, schonk opnieuw in en bleef met het glaasje in zijn hand hulpeloos naar buiten kijken. Hulpeloos, zeg ik, ook al zou je eerder aan woede denken en dat hij zijn schoonzoon wel lustte, de buitenlander, de heidense echtgenoot, door de voorzienigheid gestuurd om zijn dochter krankzinnig te maken, de wegloper, maar je kon zo zien dat de oude man enkel naar woorden zocht om iets te doen te hebben terwijl zijn verstand stilstond. 'Komen jullie eten?' riep Lucie die avond veel te laat tegen Johan van vijftien, Katharina van dertien en Jojo van bijna elf die al een uur met glanzende ogen van de honger in de keuken rondhingen, en ze zette een totaal mislukt gerecht met peper en knoflook op tafel. 2.109.2 Origin De Moor, Margriet, Hertog van Egypte. Amsterdam, Querido, 1996. 2.109.3 Labels Typ : 2 [S(L)i V & SLi V] Sprache : Niederländisch Text : MMd Subjekt : = 1. Subjekt Form : NP -def 1. Subjekt Bekanntheit : inferierbar 1. Subjekt thematische Rolle : Patiens 2. Subjekt thematische Rolle : Patiens 2. Verb Person und Numerus : 3. P. Pl. 2. Verb eindeutig : (pro)nom. 'Nom./Akk.' adjazent : + = Koordinator : en Kohärenzbeziehung : Folge 2.110 Observation 110 2.110.1 Contents Er wurde böse. 'Ihr seid verrückt geworden.' 'Nein, sind wir nicht. Wir warten, bis der Regen vorbei ist, und dann kommen erst die hohlen Seitenarme runter.' Drei Tage später, es regnete noch immer, sah Gerard vom Küchenfenster aus, wie die entasteten Arme zu Boden fielen. <MATCH>Elende Wasserstrahlen schossen aus den Löchern und durchnässten den Mann, der am Stamm klebte: Joseph, sehr bleich, schmutzig vom Schlamm, mit einer Motorsäge in den Händen, die, je weiter der Vormittag voranschritt, immer unerträglicher dröhnte. 'Scheißkerl', sagte Gerard um die Mittagszeit. Er drehte sich zum Büfett um, griff blindlings zu, goß sich ein, Genever, goß sich noch einmal ein und starrte dann mit dem Glas in der Hand hilflos nach draußen. Hilflos, sage ich, auch wenn man eher an Wut denken würde und dass er seinen Schwiegersohn hätte würgen können, den Ausländer, den heidnischen Ehemann, den die Vorsehung geschickt hatte, um seiner Tochter den Verstand zu rauben, diesen Ausbüxer, aber man sah sofort, dass der alte Mann lediglich nach Worten suchte, um etwas zu

tun zu haben, während sein Verstand stillstand. 'Kommt ihr essen?' rief Lucie an diesem Abend viel zu spät dem fünfzehnjährigen Johan, der dreizehnjährigen Katharina und dem fast elfjährigen Jojo zu, die schon seit einer Stunde mit vor Hunger glänzenden Augen in der Küche herumlungerten, und sie stellte ein völlig misslungenes Gericht mit Pfeffer und Knoblauch auf den Tisch. 2.110.2 Origin De Moor, Margriet, Herzog von Ägypten. Amsterdam, Hanser, C /VM, 1996. Aus dem Niederländischen von Helga von Breuningen. 2.110.3 Labels Typ : 2 [S(L)i V & SLi V] Sprache : Deutsch Text : MMd Subjekt : = 1. Subjekt Form : NP -def 1. Subjekt Bekanntheit : inferierbar 1. Subjekt thematische Rolle : Patiens 2. Subjekt thematische Rolle : Patiens 2. Verb Person und Numerus : 3. P. Pl. 2. Verb eindeutig : (pro)nom. 'Nom./Akk.' adjazent : + =/= Koordinator : und Kohärenzbeziehung : Folge 2.111 Observation 111 2.111.1 Contents 'Nee hoor, helemaal niet. We wachten tot de regen voorbij is en dan gaan eerst de holle zijarmen.' Drie dagen later regende het nog en zag Gerard vanachter het keukenraam de kaalgemaakte armen omlaagvallen. Ellendige waterstralen plensden uit de gaten tevoorschijn en doordrenkten de man die tegen de stam aan hing, Joseph, heel bleek, vuil van de modder, met een motorzaag in zijn handen die naarmate de ochtend vorderde steeds ondraaglijker ging dreunen. 'Klootzak,' zei Gerard omstreeks het middaguur. <MATCH>Hij draaide zich om naar de buffetkast, deed op de tast een greep, schonk zich in, jenever, schonk opnieuw in en bleef met het glaasje in zijn hand hulpeloos naar buiten kijken. Hulpeloos, zeg ik, ook al zou je eerder aan woede denken en dat hij zijn schoonzoon wel lustte, de buitenlander, de heidense echtgenoot, door de voorzienigheid gestuurd om zijn dochter krankzinnig te maken, de wegloper, maar je kon zo zien dat de oude man enkel naar woorden zocht om iets te doen te hebben terwijl zijn verstand stilstond. 'Komen jullie eten?' riep Lucie die avond veel te laat tegen Johan van vijftien, Katharina van dertien en Jojo van bijna elf die al een uur met glanzende ogen van de honger in de keuken rondhingen, en ze zette een totaal mislukt gerecht met peper en knoflook op tafel. 'Kook maar een ei voor me,' zei Gerard geërgerd. Ze hakten niet alleen de

boom om. 2.111.2 Origin De Moor, Margriet, Hertog van Egypte. Amsterdam, Querido, 1996. 2.111.3 Labels Typ : 2 [S(L)i V & SLi V] Sprache : Niederländisch Text : MMd Subjekt : = 1. Subjekt Form : Perspron voll 1. Subjekt Bekanntheit : evoziert 1. Subjekt thematische Rolle : Agens 2. Subjekt thematische Rolle : Agens 2. Verb Person und Numerus : 3. P. Sg. 2. Verb eindeutig : (pro)nom. 'Nom./Akk.' adjazent : Koordinator : Komma Kohärenzbeziehung : Ereignis 2.112 Observation 112 2.112.1 Contents 'Nein, sind wir nicht. Wir warten, bis der Regen vorbei ist, und dann kommen erst die hohlen Seitenarme runter.' Drei Tage später, es regnete noch immer, sah Gerard vom Küchenfenster aus, wie die entasteten Arme zu Boden fielen. Elende Wasserstrahlen schossen aus den Löchern und durchnässten den Mann, der am Stamm klebte: Joseph, sehr bleich, schmutzig vom Schlamm, mit einer Motorsäge in den Händen, die, je weiter der Vormittag voranschritt, immer unerträglicher dröhnte. 'Scheißkerl', sagte Gerard um die Mittagszeit. <MATCH>Er drehte sich zum Büfett um, griff blindlings zu, goß sich ein, Genever, goß sich noch einmal ein und starrte dann mit dem Glas in der Hand hilflos nach draußen. Hilflos, sage ich, auch wenn man eher an Wut denken würde und dass er seinen Schwiegersohn hätte würgen können, den Ausländer, den heidnischen Ehemann, den die Vorsehung geschickt hatte, um seiner Tochter den Verstand zu rauben, diesen Ausbüxer, aber man sah sofort, dass der alte Mann lediglich nach Worten suchte, um etwas zu tun zu haben, während sein Verstand stillstand. 'Kommt ihr essen?' rief Lucie an diesem Abend viel zu spät dem fünfzehnjährigen Johan, der dreizehnjährigen Katharina und dem fast elfjährigen Jojo zu, die schon seit einer Stunde mit vor Hunger glänzenden Augen in der Küche herumlungerten, und sie stellte ein völlig misslungenes Gericht mit Pfeffer und Knoblauch auf den Tisch. 'Koch mir mal ein Ei', sagte Gerard verärgert. Sie fällten nicht nur den Baum. 2.112.2 Origin

De Moor, Margriet, Herzog von Ägypten. Amsterdam, Hanser, C /VM, 1996. Aus dem Niederländischen von Helga von Breuningen. 2.112.3 Labels Typ : 2 [S(L)i V & SLi V] Sprache : Deutsch Text : MMd Subjekt : = 1. Subjekt Form : Perspron 1. Subjekt Bekanntheit : evoziert 1. Subjekt thematische Rolle : Agens 2. Subjekt thematische Rolle : Agens 2. Verb Person und Numerus : 3. P. Sg. 2. Verb eindeutig : (pro)nom. 'Nom./Akk.' adjazent : Koordinator : Komma Kohärenzbeziehung : Ereignis 2.113 Observation 113 2.113.1 Contents 'Nee hoor, helemaal niet. We wachten tot de regen voorbij is en dan gaan eerst de holle zijarmen.' Drie dagen later regende het nog en zag Gerard vanachter het keukenraam de kaalgemaakte armen omlaagvallen. Ellendige waterstralen plensden uit de gaten tevoorschijn en doordrenkten de man die tegen de stam aan hing, Joseph, heel bleek, vuil van de modder, met een motorzaag in zijn handen die naarmate de ochtend vorderde steeds ondraaglijker ging dreunen. 'Klootzak,' zei Gerard omstreeks het middaguur. Hij draaide zich om naar de buffetkast, <MATCH>deed op de tast een greep, schonk zich in, jenever, schonk opnieuw in en bleef met het glaasje in zijn hand hulpeloos naar buiten kijken. Hulpeloos, zeg ik, ook al zou je eerder aan woede denken en dat hij zijn schoonzoon wel lustte, de buitenlander, de heidense echtgenoot, door de voorzienigheid gestuurd om zijn dochter krankzinnig te maken, de wegloper, maar je kon zo zien dat de oude man enkel naar woorden zocht om iets te doen te hebben terwijl zijn verstand stilstond. 'Komen jullie eten?' riep Lucie die avond veel te laat tegen Johan van vijftien, Katharina van dertien en Jojo van bijna elf die al een uur met glanzende ogen van de honger in de keuken rondhingen, en ze zette een totaal mislukt gerecht met peper en knoflook op tafel. 'Kook maar een ei voor me,' zei Gerard geërgerd. Ze hakten niet alleen de boom om. 2.113.2 Origin 2.113.3 Labels

Typ : 2 [S(L)i V & SLi V] Sprache : Niederländisch Text : MMd Subjekt : = 1. Subjekt Form : Null 1. Subjekt Bekanntheit : evoziert 1. Subjekt thematische Rolle : Agens 2. Subjekt thematische Rolle : Agens 2. Verb Person und Numerus : 3. P. Sg. 2. Verb eindeutig : (pro)nom. 'Nom./Akk.' adjazent : Koordinator : Komma Kohärenzbeziehung : Ereignis 2.114 Observation 114 2.114.1 Contents 'Nein, sind wir nicht. Wir warten, bis der Regen vorbei ist, und dann kommen erst die hohlen Seitenarme runter.' Drei Tage später, es regnete noch immer, sah Gerard vom Küchenfenster aus, wie die entasteten Arme zu Boden fielen. Elende Wasserstrahlen schossen aus den Löchern und durchnässten den Mann, der am Stamm klebte: Joseph, sehr bleich, schmutzig vom Schlamm, mit einer Motorsäge in den Händen, die, je weiter der Vormittag voranschritt, immer unerträglicher dröhnte. 'Scheißkerl', sagte Gerard um die Mittagszeit. Er drehte sich zum Büfett um, <MATCH>griff blindlings zu, goß sich ein, Genever, goß sich noch einmal ein und starrte dann mit dem Glas in der Hand hilflos nach draußen. Hilflos, sage ich, auch wenn man eher an Wut denken würde und dass er seinen Schwiegersohn hätte würgen können, den Ausländer, den heidnischen Ehemann, den die Vorsehung geschickt hatte, um seiner Tochter den Verstand zu rauben, diesen Ausbüxer, aber man sah sofort, dass der alte Mann lediglich nach Worten suchte, um etwas zu tun zu haben, während sein Verstand stillstand. 'Kommt ihr essen?' rief Lucie an diesem Abend viel zu spät dem fünfzehnjährigen Johan, der dreizehnjährigen Katharina und dem fast elfjährigen Jojo zu, die schon seit einer Stunde mit vor Hunger glänzenden Augen in der Küche herumlungerten, und sie stellte ein völlig misslungenes Gericht mit Pfeffer und Knoblauch auf den Tisch. 'Koch mir mal ein Ei', sagte Gerard verärgert. Sie fällten nicht nur den Baum. 2.114.2 Origin 2.114.3 Labels Typ : 2 [S(L)i V & SLi V] Sprache : Deutsch Text : MMd Subjekt : = 1. Subjekt Form : Null

1. Subjekt Bekanntheit : evoziert 1. Subjekt thematische Rolle : Agens 2. Subjekt thematische Rolle : Agens 2. Verb Person und Numerus : 3. P. Sg. 2. Verb eindeutig : (pro)nom. 'Nom./Akk.' adjazent : Koordinator : Komma Kohärenzbeziehung : Ereignis 2.115 Observation 115 2.115.1 Contents 'Nee hoor, helemaal niet. We wachten tot de regen voorbij is en dan gaan eerst de holle zijarmen.' Drie dagen later regende het nog en zag Gerard vanachter het keukenraam de kaalgemaakte armen omlaagvallen. Ellendige waterstralen plensden uit de gaten tevoorschijn en doordrenkten de man die tegen de stam aan hing, Joseph, heel bleek, vuil van de modder, met een motorzaag in zijn handen die naarmate de ochtend vorderde steeds ondraaglijker ging dreunen. 'Klootzak,' zei Gerard omstreeks het middaguur. Hij draaide zich om naar de buffetkast, deed op de tast een greep, <MATCH>schonk zich in, jenever, schonk opnieuw in en bleef met het glaasje in zijn hand hulpeloos naar buiten kijken. Hulpeloos, zeg ik, ook al zou je eerder aan woede denken en dat hij zijn schoonzoon wel lustte, de buitenlander, de heidense echtgenoot, door de voorzienigheid gestuurd om zijn dochter krankzinnig te maken, de wegloper, maar je kon zo zien dat de oude man enkel naar woorden zocht om iets te doen te hebben terwijl zijn verstand stilstond. 'Komen jullie eten?' riep Lucie die avond veel te laat tegen Johan van vijftien, Katharina van dertien en Jojo van bijna elf die al een uur met glanzende ogen van de honger in de keuken rondhingen, en ze zette een totaal mislukt gerecht met peper en knoflook op tafel. 'Kook maar een ei voor me,' zei Gerard geërgerd. Ze hakten niet alleen de boom om. 2.115.2 Origin 2.115.3 Labels Typ : 2 [S(L)i V & SLi V] Sprache : Niederländisch Text : MMd Subjekt : = 1. Subjekt Form : Null 1. Subjekt Bekanntheit : evoziert 1. Subjekt thematische Rolle : Agens 2. Subjekt thematische Rolle : Agens 2. Verb Person und Numerus : 3. P. Sg. 2. Verb eindeutig : (pro)nom. 'Nom./Akk.' adjazent : -

Koordinator : Komma Kohärenzbeziehung : Ereignis 2.116 Observation 116 2.116.1 Contents 'Nein, sind wir nicht. Wir warten, bis der Regen vorbei ist, und dann kommen erst die hohlen Seitenarme runter.' Drei Tage später, es regnete noch immer, sah Gerard vom Küchenfenster aus, wie die entasteten Arme zu Boden fielen. Elende Wasserstrahlen schossen aus den Löchern und durchnässten den Mann, der am Stamm klebte: Joseph, sehr bleich, schmutzig vom Schlamm, mit einer Motorsäge in den Händen, die, je weiter der Vormittag voranschritt, immer unerträglicher dröhnte. 'Scheißkerl', sagte Gerard um die Mittagszeit. Er drehte sich zum Büfett um, griff blindlings zu, <MATCH>goß sich ein, Genever, goß sich noch einmal ein und starrte dann mit dem Glas in der Hand hilflos nach draußen. Hilflos, sage ich, auch wenn man eher an Wut denken würde und dass er seinen Schwiegersohn hätte würgen können, den Ausländer, den heidnischen Ehemann, den die Vorsehung geschickt hatte, um seiner Tochter den Verstand zu rauben, diesen Ausbüxer, aber man sah sofort, dass der alte Mann lediglich nach Worten suchte, um etwas zu tun zu haben, während sein Verstand stillstand. 'Kommt ihr essen?' rief Lucie an diesem Abend viel zu spät dem fünfzehnjährigen Johan, der dreizehnjährigen Katharina und dem fast elfjährigen Jojo zu, die schon seit einer Stunde mit vor Hunger glänzenden Augen in der Küche herumlungerten, und sie stellte ein völlig misslungenes Gericht mit Pfeffer und Knoblauch auf den Tisch. 'Koch mir mal ein Ei', sagte Gerard verärgert. Sie fällten nicht nur den Baum. 2.116.2 Origin 2.116.3 Labels Typ : 2 [S(L)i V & SLi V] Sprache : Deutsch Text : MMd Subjekt : = 1. Subjekt Form : Null 1. Subjekt Bekanntheit : evoziert 1. Subjekt thematische Rolle : Agens 2. Subjekt thematische Rolle : Agens 2. Verb Person und Numerus : 3. P. Sg. 2. Verb eindeutig : (pro)nom. 'Nom./Akk.' adjazent : Koordinator : Komma Kohärenzbeziehung : Ereignis 2.117 Observation 117

2.117.1 Contents 'Nee hoor, helemaal niet. We wachten tot de regen voorbij is en dan gaan eerst de holle zijarmen.' Drie dagen later regende het nog en zag Gerard vanachter het keukenraam de kaalgemaakte armen omlaagvallen. Ellendige waterstralen plensden uit de gaten tevoorschijn en doordrenkten de man die tegen de stam aan hing, Joseph, heel bleek, vuil van de modder, met een motorzaag in zijn handen die naarmate de ochtend vorderde steeds ondraaglijker ging dreunen. 'Klootzak,' zei Gerard omstreeks het middaguur. Hij draaide zich om naar de buffetkast, deed op de tast een greep, schonk zich in, jenever, <MATCH>schonk opnieuw in en bleef met het glaasje in zijn hand hulpeloos naar buiten kijken. Hulpeloos, zeg ik, ook al zou je eerder aan woede denken en dat hij zijn schoonzoon wel lustte, de buitenlander, de heidense echtgenoot, door de voorzienigheid gestuurd om zijn dochter krankzinnig te maken, de wegloper, maar je kon zo zien dat de oude man enkel naar woorden zocht om iets te doen te hebben terwijl zijn verstand stilstond. 'Komen jullie eten?' riep Lucie die avond veel te laat tegen Johan van vijftien, Katharina van dertien en Jojo van bijna elf die al een uur met glanzende ogen van de honger in de keuken rondhingen, en ze zette een totaal mislukt gerecht met peper en knoflook op tafel. 'Kook maar een ei voor me,' zei Gerard geërgerd. Ze hakten niet alleen de boom om. 2.117.2 Origin 2.117.3 Labels Typ : 2 [S(L)i V & SLi V] Sprache : Niederländisch Text : MMd Subjekt : = 1. Subjekt Form : Null 1. Subjekt Bekanntheit : evoziert 1. Subjekt thematische Rolle : Agens 2. Subjekt thematische Rolle : Agens 2. Verb Person und Numerus : 3. P. Sg. 2. Verb eindeutig : (pro)nom. 'Nom./Akk.' adjazent : Koordinator : en Kohärenzbeziehung : Ereignis 2.118 Observation 118 2.118.1 Contents 'Nein, sind wir nicht. Wir warten, bis der Regen vorbei ist, und dann kommen erst die hohlen Seitenarme runter.' Drei Tage später, es regnete noch immer, sah Gerard vom Küchenfenster aus, wie die entasteten Arme zu Boden fielen. Elende Wasserstrahlen schossen aus den Löchern und durchnässten den Mann, der am Stamm klebte: Joseph, sehr bleich,

schmutzig vom Schlamm, mit einer Motorsäge in den Händen, die, je weiter der Vormittag voranschritt, immer unerträglicher dröhnte. 'Scheißkerl', sagte Gerard um die Mittagszeit. Er drehte sich zum Büfett um, griff blindlings zu, goß sich ein, Genever, <MATCH>goß sich noch einmal ein und starrte dann mit dem Glas in der Hand hilflos nach draußen. Hilflos, sage ich, auch wenn man eher an Wut denken würde und dass er seinen Schwiegersohn hätte würgen können, den Ausländer, den heidnischen Ehemann, den die Vorsehung geschickt hatte, um seiner Tochter den Verstand zu rauben, diesen Ausbüxer, aber man sah sofort, dass der alte Mann lediglich nach Worten suchte, um etwas zu tun zu haben, während sein Verstand stillstand. 'Kommt ihr essen?' rief Lucie an diesem Abend viel zu spät dem fünfzehnjährigen Johan, der dreizehnjährigen Katharina und dem fast elfjährigen Jojo zu, die schon seit einer Stunde mit vor Hunger glänzenden Augen in der Küche herumlungerten, und sie stellte ein völlig misslungenes Gericht mit Pfeffer und Knoblauch auf den Tisch. 'Koch mir mal ein Ei', sagte Gerard verärgert. Sie fällten nicht nur den Baum. 2.118.2 Origin 2.118.3 Labels Typ : 2 [S(L)i V & SLi V] Sprache : Deutsch Text : MMd Subjekt : = 1. Subjekt Form : Null 1. Subjekt Bekanntheit : evoziert 1. Subjekt thematische Rolle : Agens 2. Subjekt thematische Rolle : Agens 2. Verb Person und Numerus : 3. P. Sg. 2. Verb eindeutig : (pro)nom. 'Nom./Akk.' adjazent : Koordinator : und Kohärenzbeziehung : Ereignis 2.119 Observation 119 2.119.1 Contents Ellendige waterstralen plensden uit de gaten tevoorschijn en doordrenkten de man die tegen de stam aan hing, Joseph, heel bleek, vuil van de modder, met een motorzaag in zijn handen die naarmate de ochtend vorderde steeds ondraaglijker ging dreunen. 'Klootzak,' zei Gerard omstreeks het middaguur. Hij draaide zich om naar de buffetkast, deed op de tast een greep, schonk zich in, jenever, schonk opnieuw in en bleef met het glaasje in zijn hand hulpeloos naar buiten kijken. Hulpeloos, zeg ik, ook al zou je eerder aan woede denken en dat hij zijn schoonzoon wel lustte, de buitenlander, de heidense echtgenoot, door de voorzienigheid gestuurd om zijn dochter krankzinnig te maken, de wegloper, maar je kon zo zien dat de oude man enkel naar woorden zocht om iets te doen te hebben terwijl zijn verstand stilstond. <MATCH>'Komen

jullie eten?' riep Lucie die avond veel te laat tegen Johan van vijftien, Katharina van dertien en Jojo van bijna elf die al een uur met glanzende ogen van de honger in de keuken rondhingen, en ze zette een totaal mislukt gerecht met peper en knoflook op tafel. 'Kook maar een ei voor me,' zei Gerard geërgerd. Ze hakten niet alleen de boom om. Ze verkochten diezelfde maand nog Linda, Walton Beauty en Viking en verzuimden toen op tijd Experiment, dat wonder van een springhengst, te bespreken om Bellaheleen te dekken. Op een middag liep Gerard langs de oprit naar huis toen hij Lucie bij de drinkbakken een paar ganzen zag slachten. Hij had haar natuurlijk vaak genoeg met kippen en konijnen in de weer gezien, altijd heel handig, nu stond hij toch te kijken. 2.119.2 Origin De Moor, Margriet, Hertog van Egypte. Amsterdam, Querido, 1996. 2.119.3 Labels Typ : 5 [V Si & Si,j V] Sprache : Niederländisch Text : MMd Subjekt : = 1. Subjekt Form : NP +def Eigenname 1. Subjekt Bekanntheit : evoziert 1. Subjekt thematische Rolle : Agens 2. Subjekt thematische Rolle : Agens 1. Verb Semantik : Redeeinführung 2. Verb Person und Numerus : 3. P. Sg. 2. Verb eindeutig : (pro)nom. 'Nom./Akk.' adjazent : + = + Koordinator : en Kohärenzbeziehung : Parallele/Ereignis 2.120 Observation 120 2.120.1 Contents Elende Wasserstrahlen schossen aus den Löchern und durchnässten den Mann, der am Stamm klebte: Joseph, sehr bleich, schmutzig vom Schlamm, mit einer Motorsäge in den Händen, die, je weiter der Vormittag voranschritt, immer unerträglicher dröhnte. 'Scheißkerl', sagte Gerard um die Mittagszeit. Er drehte sich zum Büfett um, griff blindlings zu, goß sich ein, Genever, goß sich noch einmal ein und starrte dann mit dem Glas in der Hand hilflos nach draußen. Hilflos, sage ich, auch wenn man eher an Wut denken würde und dass er seinen Schwiegersohn hätte würgen können, den Ausländer, den heidnischen Ehemann, den die Vorsehung geschickt hatte, um seiner Tochter den Verstand zu rauben, diesen Ausbüxer, aber man sah sofort, dass der alte Mann lediglich nach Worten suchte, um etwas zu tun zu haben, während sein Verstand stillstand. <MATCH>'Kommt ihr essen?' rief Lucie an diesem Abend viel zu spät dem fünfzehnjährigen Johan, der dreizehnjährigen Katharina und dem fast elfjährigen

Jojo zu, die schon seit einer Stunde mit vor Hunger glänzenden Augen in der Küche herumlungerten, und sie stellte ein völlig misslungenes Gericht mit Pfeffer und Knoblauch auf den Tisch. 'Koch mir mal ein Ei', sagte Gerard verärgert. Sie fällten nicht nur den Baum. Sie verkauften im selben Monat noch Linda, Walton Beauty und Viking und versäumten dann, rechtzeitig einen Termin auszumachen, um Bellaheleen von Experiment, diesem Wunder von einem Springhengst, decken zu lassen. Eines Nachmittags ging Gerard die Auffahrt entlang zum Haus, als er Lucie bei den Wassertrögen Gänse schlachten sah. Er hatte natürlich oft genug gesehen, wie sie Hühner und Kaninchen am Wickel packte, immer sehr geschickt, aber jetzt staunte er doch. 2.120.2 Origin De Moor, Margriet, Herzog von Ägypten. Amsterdam, Hanser, C /VM, 1996. Aus dem Niederländischen von Helga von Breuningen. 2.120.3 Labels Typ : 5 [V Si & Si,j V] Sprache : Deutsch Text : MMd Subjekt : = 1. Subjekt Form : NP +def Eigenname 1. Subjekt Bekanntheit : evoziert 1. Subjekt thematische Rolle : Agens 2. Subjekt thematische Rolle : Agens 1. Verb Semantik : Redeeinführung 2. Verb Person und Numerus : 3. P. Sg. 2. Verb eindeutig : (pro)nom. 'Nom./Akk.' adjazent : + = + Koordinator : und Kohärenzbeziehung : Parallele/Ereignis 2.121 Observation 121 2.121.1 Contents 'Kook maar een ei voor me,' zei Gerard geërgerd. Ze hakten niet alleen de boom om. Ze verkochten diezelfde maand nog Linda, Walton Beauty en Viking en verzuimden toen op tijd Experiment, dat wonder van een springhengst, te bespreken om Bellaheleen te dekken. Op een middag liep Gerard langs de oprit naar huis toen hij Lucie bij de drinkbakken een paar ganzen zag slachten. Hij had haar natuurlijk vaak genoeg met kippen en konijnen in de weer gezien, altijd heel handig, nu stond hij toch te kijken. <MATCH>Ze drukte de twee knobbelganzen, van oorsprong uit Azië, een voor een tegen de grond, legde een bezemsteel over de nek en zette aan weerszijden haar voeten op de steel. Het breken van de nek ging inderdaad zeer snel, maar Gerard, die deze methode niet kende, verloor godweetwaarom zijn humeur. Hij bleef mokken, de hele middag, en ging bij het eten een beetje voorover hangen om

het gezicht van Joseph te vermijden die met zijn kinderen gekheid zat te maken zonder het te menen, die zat te lachen met dezelfde doffe zwarte ogen als waarmee hij 's morgens de keuken in kwam, niet eerder dan acht uur tegenwoordig, in de verkreukelde kleren van een man die zich afvraagt waarom het eigenlijk alweer licht is geworden. Het werd november. De sneeuw viel al vroeg. In de derde week zakte het graanschuurtje in en de vrijdag daarop ontdekte Gerard een lekkage in de stal die pas een week later door een grieperige Joseph gerepareerd kon worden. 2.121.2 Origin De Moor, Margriet, Hertog van Egypte. Amsterdam, Querido, 1996. 2.121.3 Labels Typ : 2 [S(L)i V & SLi V] Sprache : Niederländisch Text : MMd Subjekt : = 1. Subjekt Form : Perspron red 1. Subjekt Bekanntheit : evoziert 1. Subjekt thematische Rolle : Agens 2. Subjekt thematische Rolle : Agens 2. Verb Person und Numerus : 3. P. Sg. 2. Verb eindeutig : (pro)nom. 'Nom./Akk.' adjazent : + = + Koordinator : Komma Kohärenzbeziehung : Ereignis 2.122 Observation 122 2.122.1 Contents 'Koch mir mal ein Ei', sagte Gerard verärgert. Sie fällten nicht nur den Baum. Sie verkauften im selben Monat noch Linda, Walton Beauty und Viking und versäumten dann, rechtzeitig einen Termin auszumachen, um Bellaheleen von Experiment, diesem Wunder von einem Springhengst, decken zu lassen. Eines Nachmittags ging Gerard die Auffahrt entlang zum Haus, als er Lucie bei den Wassertrögen Gänse schlachten sah. Er hatte natürlich oft genug gesehen, wie sie Hühner und Kaninchen am Wickel packte, immer sehr geschickt, aber jetzt staunte er doch. <MATCH>Sie drückte die beiden Höckergänse, die ursprünglich aus Asien stammen, nacheinander auf den Boden, legte ihnen einen Besenstiel über den Hals und stellte sich links und rechts davon darauf. Der Hals brach tatsächlich sehr schnell, doch Gerard, der diese Methode nicht kannte, verlor weiß der Himmel warum seine gute Laune. Er grollte den ganzen Nachmittag lang und beugte sich bei Tisch etwas tiefer über sein Essen, um Joseph nicht ins Gesicht sehen zu müssen, der mit seinen Kindern herumalberte, ohne mit dem Herzen dabeizusein, der mit denselben stumpfen Augen lachte, mit denen er morgens in die Küche kam, momentan nicht vor acht, in den zerknitterten Kleidern eines Mannes, der sich fragt,

warum es eigentlich schon wieder hell geworden ist. Es wurde November. Der Schnee fiel schon früh. In der dritten Woche brach die kleine Getreidescheune zusammen, und am Freitag danach entdeckte Gerard eine undichte Stelle im Stall, die erst eine Woche später von einem grippekranken Joseph repariert werden konnte. 2.122.2 Origin De Moor, Margriet, Herzog von Ägypten. Amsterdam, Hanser, C /VM, 1996. Aus dem Niederländischen von Helga von Breuningen. 2.122.3 Labels Typ : 2 [S(L)i V & SLi V] Sprache : Deutsch Text : MMd Subjekt : = 1. Subjekt Form : Perspron 1. Subjekt Bekanntheit : evoziert 1. Subjekt thematische Rolle : Agens 2. Subjekt thematische Rolle : Agens 2. Verb Person und Numerus : 3. P. Sg. 2. Verb eindeutig : (pro)nom. 'Nom./Akk.' adjazent : Koordinator : Komma Kohärenzbeziehung : Ereignis 2.123 Observation 123 2.123.1 Contents 'Kook maar een ei voor me,' zei Gerard geërgerd. Ze hakten niet alleen de boom om. Ze verkochten diezelfde maand nog Linda, Walton Beauty en Viking en verzuimden toen op tijd Experiment, dat wonder van een springhengst, te bespreken om Bellaheleen te dekken. Op een middag liep Gerard langs de oprit naar huis toen hij Lucie bij de drinkbakken een paar ganzen zag slachten. Hij had haar natuurlijk vaak genoeg met kippen en konijnen in de weer gezien, altijd heel handig, nu stond hij toch te kijken. Ze drukte de twee knobbelganzen, van oorsprong uit Azië, een voor een tegen de grond, <MATCH>legde een bezemsteel over de nek en zette aan weerszijden haar voeten op de steel. Het breken van de nek ging inderdaad zeer snel, maar Gerard, die deze methode niet kende, verloor godweetwaarom zijn humeur. Hij bleef mokken, de hele middag, en ging bij het eten een beetje voorover hangen om het gezicht van Joseph te vermijden die met zijn kinderen gekheid zat te maken zonder het te menen, die zat te lachen met dezelfde doffe zwarte ogen als waarmee hij 's morgens de keuken in kwam, niet eerder dan acht uur tegenwoordig, in de verkreukelde kleren van een man die zich afvraagt waarom het eigenlijk alweer licht is geworden. Het werd november. De sneeuw viel al vroeg. In de derde week zakte het graanschuurtje in en de vrijdag daarop ontdekte Gerard een lekkage in de stal die pas een week later door een grieperige Joseph gerepareerd kon

worden. 2.123.2 Origin 2.123.3 Labels Typ : 2 [S(L)i V & SLi V] Sprache : Niederländisch Text : MMd Subjekt : = 1. Subjekt Form : Null 1. Subjekt Bekanntheit : evoziert 1. Subjekt thematische Rolle : Agens 2. Subjekt thematische Rolle : Agens 2. Verb Person und Numerus : 3. P. Sg. 2. Verb eindeutig : (pro)nom. 'Nom./Akk.' adjazent : Koordinator : en Kohärenzbeziehung : Ereignis 2.124 Observation 124 2.124.1 Contents 'Koch mir mal ein Ei', sagte Gerard verärgert. Sie fällten nicht nur den Baum. Sie verkauften im selben Monat noch Linda, Walton Beauty und Viking und versäumten dann, rechtzeitig einen Termin auszumachen, um Bellaheleen von Experiment, diesem Wunder von einem Springhengst, decken zu lassen. Eines Nachmittags ging Gerard die Auffahrt entlang zum Haus, als er Lucie bei den Wassertrögen Gänse schlachten sah. Er hatte natürlich oft genug gesehen, wie sie Hühner und Kaninchen am Wickel packte, immer sehr geschickt, aber jetzt staunte er doch. Sie drückte die beiden Höckergänse, die ursprünglich aus Asien stammen, nacheinander auf den Boden, <MATCH>legte ihnen einen Besenstiel über den Hals und stellte sich links und rechts davon darauf. Der Hals brach tatsächlich sehr schnell, doch Gerard, der diese Methode nicht kannte, verlor weiß der Himmel warum seine gute Laune. Er grollte den ganzen Nachmittag lang und beugte sich bei Tisch etwas tiefer über sein Essen, um Joseph nicht ins Gesicht sehen zu müssen, der mit seinen Kindern herumalberte, ohne mit dem Herzen dabeizusein, der mit denselben stumpfen Augen lachte, mit denen er morgens in die Küche kam, momentan nicht vor acht, in den zerknitterten Kleidern eines Mannes, der sich fragt, warum es eigentlich schon wieder hell geworden ist. Es wurde November. Der Schnee fiel schon früh. In der dritten Woche brach die kleine Getreidescheune zusammen, und am Freitag danach entdeckte Gerard eine undichte Stelle im Stall, die erst eine Woche später von einem grippekranken Joseph repariert werden konnte. 2.124.2 Origin

2.124.3 Labels Typ : 2 [S(L)i V & SLi V] Sprache : Deutsch Text : MMd Subjekt : = 1. Subjekt Form : Null 1. Subjekt Bekanntheit : evoziert 1. Subjekt thematische Rolle : Agens 2. Subjekt thematische Rolle : Agens 2. Verb Person und Numerus : 3. P. Sg. 2. Verb eindeutig : (pro)nom. 'Nom./Akk.' adjazent : + =/= Koordinator : und Kohärenzbeziehung : Ereignis 2.125 Observation 125 2.125.1 Contents Ze verkochten diezelfde maand nog Linda, Walton Beauty en Viking en verzuimden toen op tijd Experiment, dat wonder van een springhengst, te bespreken om Bellaheleen te dekken. Op een middag liep Gerard langs de oprit naar huis toen hij Lucie bij de drinkbakken een paar ganzen zag slachten. Hij had haar natuurlijk vaak genoeg met kippen en konijnen in de weer gezien, altijd heel handig, nu stond hij toch te kijken. Ze drukte de twee knobbelganzen, van oorsprong uit Azië, een voor een tegen de grond, legde een bezemsteel over de nek en zette aan weerszijden haar voeten op de steel. Het breken van de nek ging inderdaad zeer snel, maar Gerard, die deze methode niet kende, verloor godweetwaarom zijn humeur. <MATCH>Hij bleef mokken, de hele middag, en ging bij het eten een beetje voorover hangen om het gezicht van Joseph te vermijden die met zijn kinderen gekheid zat te maken zonder het te menen, die zat te lachen met dezelfde doffe zwarte ogen als waarmee hij 's morgens de keuken in kwam, niet eerder dan acht uur tegenwoordig, in de verkreukelde kleren van een man die zich afvraagt waarom het eigenlijk alweer licht is geworden. Het werd november. De sneeuw viel al vroeg. In de derde week zakte het graanschuurtje in en de vrijdag daarop ontdekte Gerard een lekkage in de stal die pas een week later door een grieperige Joseph gerepareerd kon worden. Gerard, die voelde dat er iets in de lucht hing waarover geen levende ziel hem zou informeren - iets illegaals? iets vijandigs? iets met verraad? -, begon beetje bij beetje razend te worden, meegesleept door iets dat verschrikkelijk deprimerend was en dat bij gebrek aan iets tastbaars zijn eigen gang dan maar ging: Gerard begon zich te storen aan Joseph. Aan zijn oosterse ogen, aan zijn haakneus, aan zijn Balkansnor, aan zijn Slavische zegelringen, aan zijn jasje uit Beieren, aan zijn zwarte sigaretten en aan de barbaarse ijver waarmee hij op een zondag in februari het gammele kippenhok op wielen, ooit bestemd om honderd twintig Barnevelders en een mooie Borking fokhaan van stoppelveld naar stoppelveld achterna te rijden, finaal in elkaar sloeg.

2.125.2 Origin De Moor, Margriet, Hertog van Egypte. Amsterdam, Querido, 1996. 2.125.3 Labels Typ : 2 [S(L)i V & SLi V] Sprache : Niederländisch Text : MMd Subjekt : = 1. Subjekt Form : Perspron voll 1. Subjekt Bekanntheit : evoziert 1. Subjekt thematische Rolle : Agens 2. Subjekt thematische Rolle : Agens 2. Verb Person und Numerus : 3. P. Sg. 2. Verb eindeutig : (pro)nom. 'Nom./Akk.' adjazent : Koordinator : en Kohärenzbeziehung : Ereignis 2.126 Observation 126 2.126.1 Contents Sie verkauften im selben Monat noch Linda, Walton Beauty und Viking und versäumten dann, rechtzeitig einen Termin auszumachen, um Bellaheleen von Experiment, diesem Wunder von einem Springhengst, decken zu lassen. Eines Nachmittags ging Gerard die Auffahrt entlang zum Haus, als er Lucie bei den Wassertrögen Gänse schlachten sah. Er hatte natürlich oft genug gesehen, wie sie Hühner und Kaninchen am Wickel packte, immer sehr geschickt, aber jetzt staunte er doch. Sie drückte die beiden Höckergänse, die ursprünglich aus Asien stammen, nacheinander auf den Boden, legte ihnen einen Besenstiel über den Hals und stellte sich links und rechts davon darauf. Der Hals brach tatsächlich sehr schnell, doch Gerard, der diese Methode nicht kannte, verlor weiß der Himmel warum seine gute Laune. <MATCH>Er grollte den ganzen Nachmittag lang und beugte sich bei Tisch etwas tiefer über sein Essen, um Joseph nicht ins Gesicht sehen zu müssen, der mit seinen Kindern herumalberte, ohne mit dem Herzen dabeizusein, der mit denselben stumpfen Augen lachte, mit denen er morgens in die Küche kam, momentan nicht vor acht, in den zerknitterten Kleidern eines Mannes, der sich fragt, warum es eigentlich schon wieder hell geworden ist. Es wurde November. Der Schnee fiel schon früh. In der dritten Woche brach die kleine Getreidescheune zusammen, und am Freitag danach entdeckte Gerard eine undichte Stelle im Stall, die erst eine Woche später von einem grippekranken Joseph repariert werden konnte. Gerard, der spürte, dass etwas in der Luft lag, über das keine lebende Seele ihn informieren würde - etwas, was mit Illegalität zu tun hatte? mit dem Feind? mit Verrat? -, bekam nach und nach eine Mordswut, mitgerissen von etwas, das schrecklich deprimierend war und sich in Ermangelung von etwas Greifbarem dann eben auf eigene Faust weiterentwickelte: Gerard begann sich an Joseph zu stören. An seinen orientalischen Augen, an seiner Hakennase, an seinem Balkanschnäuzer, an seinen slawischen Siegelringen, an

seinem bayrischen Janker, an seinen schwarzen Zigaretten und an dem barbarischen Eifer, mit dem er eines Sonntags im Februar den baufälligen Hühnerstall auf Rädern, der einst dazu bestimmt gewesen war, hundertzwanzig Barneveldern und einem schönen Borking-Zuchthahn von Stoppelfeld zu Stoppelfeld hinterherzufahren, endgültig zusammenschlug. 2.126.2 Origin De Moor, Margriet, Herzog von Ägypten. Amsterdam, Hanser, C /VM, 1996. Aus dem Niederländischen von Helga von Breuningen. 2.126.3 Labels Typ : 2 [S(L)i V & SLi V] Sprache : Deutsch Text : MMd Subjekt : = 1. Subjekt Form : Perspron 1. Subjekt Bekanntheit : evoziert 1. Subjekt thematische Rolle : Agens 2. Subjekt thematische Rolle : Agens 2. Verb Person und Numerus : 3. P. Sg. 2. Verb eindeutig : (pro)nom. 'Nom./Akk.' adjazent : + =/= Koordinator : und Kohärenzbeziehung : Ereignis 2.127 Observation 127 2.127.1 Contents Ze drukte de twee knobbelganzen, van oorsprong uit Azië, een voor een tegen de grond, legde een bezemsteel over de nek en zette aan weerszijden haar voeten op de steel. Het breken van de nek ging inderdaad zeer snel, maar Gerard, die deze methode niet kende, verloor godweetwaarom zijn humeur. Hij bleef mokken, de hele middag, en ging bij het eten een beetje voorover hangen om het gezicht van Joseph te vermijden die met zijn kinderen gekheid zat te maken zonder het te menen, die zat te lachen met dezelfde doffe zwarte ogen als waarmee hij 's morgens de keuken in kwam, niet eerder dan acht uur tegenwoordig, in de verkreukelde kleren van een man die zich afvraagt waarom het eigenlijk alweer licht is geworden. Het werd november. De sneeuw viel al vroeg. <MATCH>In de derde week zakte het graanschuurtje in en de vrijdag daarop ontdekte Gerard een lekkage in de stal die pas een week later door een grieperige Joseph gerepareerd kon worden. Gerard, die voelde dat er iets in de lucht hing waarover geen levende ziel hem zou informeren - iets illegaals? iets vijandigs? iets met verraad? -, begon beetje bij beetje razend te worden, meegesleept door iets dat verschrikkelijk deprimerend was en dat bij gebrek aan iets tastbaars zijn eigen gang dan maar ging: Gerard begon zich te storen aan Joseph. Aan zijn oosterse ogen, aan zijn haakneus, aan zijn Balkansnor, aan

zijn Slavische zegelringen, aan zijn jasje uit Beieren, aan zijn zwarte sigaretten en aan de barbaarse ijver waarmee hij op een zondag in februari het gammele kippenhok op wielen, ooit bestemd om honderd twintig Barnevelders en een mooie Borking fokhaan van stoppelveld naar stoppelveld achterna te rijden, finaal in elkaar sloeg. Tenslotte begon Gerard iets te krijgen tegen de manier waarop Joseph nog altijd 's ochtends tegen elven de witlofkas binnen slenterde om een praatje met zijn schoonvader te maken. 'Hallo, hoe gaat het,' zegt hij als hij het rubbergordijn achter de deur opzij duwt. De ander groet met een knik. 2.127.2 Origin De Moor, Margriet, Hertog van Egypte. Amsterdam, Querido, 1996. 2.127.3 Labels Typ : 4 [V Si & X V Si,j] Sprache : Niederländisch Text : MMd Subjekt : =/= 1. Subjekt Form : DP +def Art 1. Subjekt Bekanntheit : inferierbar 1. Subjekt thematische Rolle : Patiens 2. Subjekt thematische Rolle : Experiencer 2. Verb Person und Numerus : 3. P. Sg. 2. Verb eindeutig : (pro)nom. 'Nom./Akk.' adjazent : + = + Koordinator : en Kohärenzbeziehung : Parallele 2.128 Observation 128 2.128.1 Contents Sie drückte die beiden Höckergänse, die ursprünglich aus Asien stammen, nacheinander auf den Boden, legte ihnen einen Besenstiel über den Hals und stellte sich links und rechts davon darauf. Der Hals brach tatsächlich sehr schnell, doch Gerard, der diese Methode nicht kannte, verlor weiß der Himmel warum seine gute Laune. Er grollte den ganzen Nachmittag lang und beugte sich bei Tisch etwas tiefer über sein Essen, um Joseph nicht ins Gesicht sehen zu müssen, der mit seinen Kindern herumalberte, ohne mit dem Herzen dabeizusein, der mit denselben stumpfen Augen lachte, mit denen er morgens in die Küche kam, momentan nicht vor acht, in den zerknitterten Kleidern eines Mannes, der sich fragt, warum es eigentlich schon wieder hell geworden ist. Es wurde November. Der Schnee fiel schon früh. <MATCH>In der dritten Woche brach die kleine Getreidescheune zusammen, und am Freitag danach entdeckte Gerard eine undichte Stelle im Stall, die erst eine Woche später von einem grippekranken Joseph repariert werden konnte. Gerard, der spürte, dass etwas in der Luft lag, über das keine lebende Seele ihn informieren würde - etwas, was mit Illegalität zu tun hatte? mit dem Feind? mit Verrat? -, bekam nach und nach eine Mordswut, mitgerissen von etwas, das

schrecklich deprimierend war und sich in Ermangelung von etwas Greifbarem dann eben auf eigene Faust weiterentwickelte: Gerard begann sich an Joseph zu stören. An seinen orientalischen Augen, an seiner Hakennase, an seinem Balkanschnäuzer, an seinen slawischen Siegelringen, an seinem bayrischen Janker, an seinen schwarzen Zigaretten und an dem barbarischen Eifer, mit dem er eines Sonntags im Februar den baufälligen Hühnerstall auf Rädern, der einst dazu bestimmt gewesen war, hundertzwanzig Barneveldern und einem schönen Borking-Zuchthahn von Stoppelfeld zu Stoppelfeld hinterherzufahren, endgültig zusammenschlug. Zum Schluss konnte Gerard auch die Art und Weise nicht mehr ertragen, wie Joseph noch immer vormittags gegen elf in das Chicoreetreibhaus geschlendert kam, um einen kleinen Plausch mit seinem Schwiegervater zu halten. 'Hallo, wie geht's', sagt er, als er den Gummivorhang hinter der Tür beiseite schiebt. Der andere grüßt mit einem Nicken. 2.128.2 Origin De Moor, Margriet, Herzog von Ägypten. Amsterdam, Hanser, C /VM, 1996. Aus dem Niederländischen von Helga von Breuningen. 2.128.3 Labels Typ : 4 [V Si & X V Si,j] Sprache : Deutsch Text : MMd Subjekt : =/= 1. Subjekt Form : DP +def Art 1. Subjekt Bekanntheit : inferierbar 1. Subjekt thematische Rolle : Patiens 2. Subjekt thematische Rolle : Experiencer 2. Verb Person und Numerus : 3. P. Sg. 2. Verb eindeutig : (pro)nom. 'Nom./Akk.' adjazent : + = + Koordinator : und Kohärenzbeziehung : Parallele 2.129 Observation 129 2.129.1 Contents Joseph heeft het krat al uit zijn handen gegrepen en op de werkbank gezet. 'Wat een spul,' zegt hij. 'Waar heb je deze vandaan?' Het licht is grauw, gedempt door het gordijn. Witlof groeit oorspronkelijk in de aarde en daarom is het in zo'n kas altijd duister en warm. <MATCH>'Uit de Noordoostpolder,' zegt Gerard en er draait iets rond in zijn hoofd dat hem doet denken: wat mij betreft, waarom gá je niet? Waarom stap je niet in die slee van je en rij je niet langs de kastanjes weg, dat doet jullie soort toch zo graag, vertrekken? Heel even kijkt hij opzij. Hij hoeft dat gezicht allang niet meer te onderzoeken. Hij weet dat die trekken, nu leeg en vermoeid, soms ineens de vorm krijgen van een fabuleuze vriendschap van meer dan veertig jaar geleden. ... nog vóór de oorlog.

2.129.2 Origin De Moor, Margriet, Hertog van Egypte. Amsterdam, Querido, 1996. 2.129.3 Labels Typ : 5 [V Si & Si,j V] Sprache : Niederländisch Text : MMd Subjekt : =/= 1. Subjekt Form : NP +def Eigenname 1. Subjekt Bekanntheit : evoziert 1. Subjekt thematische Rolle : Agens 2. Subjekt thematische Rolle : Patiens 1. Verb Semantik : Redeeinführung 2. Verb Person und Numerus : 3. P. Sg. 2. Verb eindeutig : (pro)nom. 'Nom./Akk.' adjazent : Koordinator : en Kohärenzbeziehung : Ereignis/Parallele 2.130 Observation 130 2.130.1 Contents Joseph hat ihm die Kiste bereits aus den Händen genommen und auf die Werkbank gestellt. 'Was für ein Zeug', sagt er. 'Wo hast du das her?' Das Licht ist fahl, durch den Vorhang gedämpft. Chicoree wächst ursprünglich in der Erde, und darum ist es in so einem Gewächshaus immer dunkel und warm. <MATCH>'Aus dem Nordostpolder', sagt Gerard, und in seinem Kopf dreht sich etwas, das ihn denken lässt: Wenn du mich fragst, warum gehst du nicht? Warum steigst du nicht in deinen Schlitten und fährst die Kastanienallee hinunter, das tut ihr doch so gern, wegfahren? Er wirft einen kurzen Blick zur Seite. Er braucht dieses Gesicht schon lange nicht mehr prüfend anzusehen. Er weiß, dass diese jetzt leeren und müden Züge manchmal ganz plötzlich den Ausdruck einer großartigen Freundschaft annehmen, über vierzig Jahre ist es jetzt her. ... noch vor dem Krieg. 2.130.2 Origin De Moor, Margriet, Herzog von Ägypten. Amsterdam, Hanser, C /VM, 1996. Aus dem Niederländischen von Helga von Breuningen. 2.130.3 Labels Typ : 4 [V Si & X V Si,j]

Sprache : Deutsch Text : MMd Subjekt : =/= 1. Subjekt Form : NP +def Eigenname 1. Subjekt Bekanntheit : evoziert 1. Subjekt thematische Rolle : Agens 2. Subjekt thematische Rolle : Patiens 1. Verb Semantik : Redeeinführung 2. Verb Person und Numerus : 3. P. Sg. 2. Verb eindeutig : (pro)nom. 'Nom./Akk.' adjazent : + =/= Koordinator : und Kohärenzbeziehung : Ereignis/Parallele 2.131 Observation 131 2.131.1 Contents 'Wat een spul,' zegt hij. 'Waar heb je deze vandaan?' Het licht is grauw, gedempt door het gordijn. Witlof groeit oorspronkelijk in de aarde en daarom is het in zo'n kas altijd duister en warm. 'Uit de Noordoostpolder,' zegt Gerard en er draait iets rond in zijn hoofd dat hem doet denken: wat mij betreft, waarom gá je niet? <MATCH>Waarom stap je niet in die slee van je en rij je niet langs de kastanjes weg, dat doet jullie soort toch zo graag, vertrekken? Heel even kijkt hij opzij. Hij hoeft dat gezicht allang niet meer te onderzoeken. Hij weet dat die trekken, nu leeg en vermoeid, soms ineens de vorm krijgen van een fabuleuze vriendschap van meer dan veertig jaar geleden. ... nog vóór de oorlog. Gerard was jong, pasgetrouwd, en Jannosch Franz, alias Jan Andrias, was nog een paar jaar jonger maar al vader van een stel kinderen. 2.131.2 Origin De Moor, Margriet, Hertog van Egypte. Amsterdam, Querido, 1996. 2.131.3 Labels Typ : 3 [V Si & V Si,j] Sprache : Niederländisch Text : MMd Subjekt : = 1. Subjekt Form : Perspron red 1. Subjekt Bekanntheit : evoziert 1. Subjekt thematische Rolle : Agens 2. Subjekt thematische Rolle : Agens 2. Verb Person und Numerus : 2. P. Sg. 2. Verb eindeutig : (pro)nom. 'Nom./Akk.' adjazent : -

Koordinator : en Kohärenzbeziehung : Parallele 2.132 Observation 132 2.132.1 Contents 'Was für ein Zeug', sagt er. 'Wo hast du das her?' Das Licht ist fahl, durch den Vorhang gedämpft. Chicoree wächst ursprünglich in der Erde, und darum ist es in so einem Gewächshaus immer dunkel und warm. 'Aus dem Nordostpolder', sagt Gerard, und in seinem Kopf dreht sich etwas, das ihn denken lässt: Wenn du mich fragst, warum gehst du nicht? <MATCH>Warum steigst du nicht in deinen Schlitten und fährst die Kastanienallee hinunter, das tut ihr doch so gern, wegfahren? Er wirft einen kurzen Blick zur Seite. Er braucht dieses Gesicht schon lange nicht mehr prüfend anzusehen. Er weiß, dass diese jetzt leeren und müden Züge manchmal ganz plötzlich den Ausdruck einer großartigen Freundschaft annehmen, über vierzig Jahre ist es jetzt her. ... noch vor dem Krieg. Gerard war jung, frisch verheiratet, und Jannosch Franz, alias Jan Andrias, war noch um einige Jahre jünger, aber bereits Vater von ein paar Kindern. 2.132.2 Origin De Moor, Margriet, Herzog von Ägypten. Amsterdam, Hanser, C /VM, 1996. Aus dem Niederländischen von Helga von Breuningen. 2.132.3 Labels Typ : 1 [V Si & SLi? V SLi?] Sprache : Deutsch Text : MMd Subjekt : = 1. Subjekt Form : Perspron 1. Subjekt Bekanntheit : evoziert 1. Subjekt thematische Rolle : Agens 2. Subjekt thematische Rolle : Agens 2. Verb Person und Numerus : 2. P. Sg. 2. Verb eindeutig : + (pro)nom. 'Nom./Akk.' adjazent : + = Koordinator : und Kohärenzbeziehung : Ereignis 2.133 Observation 133 2.133.1 Contents Hij hoeft dat gezicht allang niet meer te onderzoeken. Hij weet dat die trekken, nu leeg en vermoeid, soms ineens de vorm krijgen van een fabuleuze vriendschap van

meer dan veertig jaar geleden. ... nog vóór de oorlog. Gerard was jong, pasgetrouwd, en Jannosch Franz, alias Jan Andrias, was nog een paar jaar jonger maar al vader van een stel kinderen. Dat de paardenkopers in het bos waren neergestreken zag je altijd het eerst aan de tweewielige wagentjes waarmee ze door de streek begonnen te toeren. <MATCH>De zigeuners gingen de boer op en kochten op grond van onbegrijpelijke criteria de paarden waar zij wel wat in zagen. Toen Jannosch Franz aan het eind van een augustusmorgen in een glanzend gelakt sjeesje het erf van Gerard op reed, kwam hij daar persoonlijk voor het eerst. Maar hij kende de boerderij en de route ernaartoe door zijn familie, van wie het spoor via Nederland, Scandinavië en Rusland terugging naar Duitsland, waar zij aan het eind van de vorige eeuw Duitse passen hadden gekocht op naam van Franz, Schmidt, Otten en nog zo wat. Jannosch sprong van de bok. Hij schoof zijn hoed naar achteren en begroette Gerard met vormelijke beleefdheid. Een kwartier later schudden de twee mannen handen. 2.133.2 Origin De Moor, Margriet, Hertog van Egypte. Amsterdam, Querido, 1996. 2.133.3 Labels Typ : 2 [S(L)i V & SLi V] Sprache : Niederländisch Text : MMd Subjekt : = 1. Subjekt Form : DP +def Art 1. Subjekt Bekanntheit : inferierbar 1. Subjekt thematische Rolle : Agens 2. Subjekt thematische Rolle : Agens 2. Verb Person und Numerus : 3. P. Pl. 2. Verb eindeutig : (pro)nom. 'Nom./Akk.' adjazent : Koordinator : en Kohärenzbeziehung : Ereignis 2.134 Observation 134 2.134.1 Contents Er braucht dieses Gesicht schon lange nicht mehr prüfend anzusehen. Er weiß, dass diese jetzt leeren und müden Züge manchmal ganz plötzlich den Ausdruck einer großartigen Freundschaft annehmen, über vierzig Jahre ist es jetzt her. ... noch vor dem Krieg. Gerard war jung, frisch verheiratet, und Jannosch Franz, alias Jan Andrias, war noch um einige Jahre jünger, aber bereits Vater von ein paar Kindern. Dass die Pferdehändler wieder mal Quartier im Wald bezogen hatten, sah man immer als erstes an den kleinen zweirädrigen Wagen, mit denen sie die Gegend abzuklappern begannen. <MATCH>Die Zigeuner zogen von Hof zu Hof und kauften aufgrund unverständlicher Kriterien Pferde, von denen sie sich irgend etwas versprachen. Als Jannosch Franz eines späten Augustvormittags in einem dieser

glänzend lackierten Einspänner auf Gerards Hof fuhr, war das für ihn persönlich das erste Mal. Aber er kannte das Anwesen und den Weg dorthin von seiner Familie, deren Spuren über die Niederlande, Skandinavien und Rußland nach Deutschland zurückführten, wo sie sich Ende des letzten Jahrhunderts deutsche Pässe, ausgestellt auf die Namen Franz, Schmidt, Otten und ähnliches, gekauft hatten. Jannosch sprang vom Bock. Er schob seinen Hut zurück und grüßte Gerard mit förmlicher Höflichkeit. Eine Viertelstunde später gaben sich die beiden Männer die Hand. 2.134.2 Origin De Moor, Margriet, Herzog von Ägypten. Amsterdam, Hanser, C /VM, 1996. Aus dem Niederländischen von Helga von Breuningen. 2.134.3 Labels Typ : 2 [S(L)i V & SLi V] Sprache : Deutsch Text : MMd Subjekt : = 1. Subjekt Form : DP +def Art 1. Subjekt Bekanntheit : inferierbar 1. Subjekt thematische Rolle : Agens 2. Subjekt thematische Rolle : Agens 2. Verb Person und Numerus : 3. P. Pl. 2. Verb eindeutig : (pro)nom. 'Nom./Akk.' adjazent : Koordinator : und Kohärenzbeziehung : Ereignis 2.135 Observation 135 2.135.1 Contents Dat de paardenkopers in het bos waren neergestreken zag je altijd het eerst aan de tweewielige wagentjes waarmee ze door de streek begonnen te toeren. De zigeuners gingen de boer op en kochten op grond van onbegrijpelijke criteria de paarden waar zij wel wat in zagen. Toen Jannosch Franz aan het eind van een augustusmorgen in een glanzend gelakt sjeesje het erf van Gerard op reed, kwam hij daar persoonlijk voor het eerst. Maar hij kende de boerderij en de route ernaartoe door zijn familie, van wie het spoor via Nederland, Scandinavië en Rusland terugging naar Duitsland, waar zij aan het eind van de vorige eeuw Duitse passen hadden gekocht op naam van Franz, Schmidt, Otten en nog zo wat. Jannosch sprong van de bok. <MATCH>Hij schoof zijn hoed naar achteren en begroette Gerard met vormelijke beleefdheid. Een kwartier later schudden de twee mannen handen. Jannosch Franz had voor de lieve som van honderd twintig gulden een kleine vosruin van Gerard gekocht, die kreupel aan het voorbeen was. Ze gingen in de schaduw van een linde zitten en dronken een paar jenevertjes op de koop. Intussen had Gerard al laten doorschemeren het stomvervelend te vinden dat de augustusmarkt in

Delden midden in de rogge- en haveroogst viel. De volgende dag verschenen er donkere mannen en een haveloze troep vrouwen en kinderen op zijn land. 2.135.2 Origin De Moor, Margriet, Hertog van Egypte. Amsterdam, Querido, 1996. 2.135.3 Labels Typ : 2 [S(L)i V & SLi V] Sprache : Niederländisch Text : MMd Subjekt : = 1. Subjekt Form : Perspron voll 1. Subjekt Bekanntheit : evoziert 1. Subjekt thematische Rolle : Agens 2. Subjekt thematische Rolle : Agens 2. Verb Person und Numerus : 3. P. Sg. 2. Verb eindeutig : (pro)nom. 'Nom./Akk.' adjazent : + = + Koordinator : en Kohärenzbeziehung : Ereignis 2.136 Observation 136 2.136.1 Contents Dass die Pferdehändler wieder mal Quartier im Wald bezogen hatten, sah man immer als erstes an den kleinen zweirädrigen Wagen, mit denen sie die Gegend abzuklappern begannen. Die Zigeuner zogen von Hof zu Hof und kauften aufgrund unverständlicher Kriterien Pferde, von denen sie sich irgend etwas versprachen. Als Jannosch Franz eines späten Augustvormittags in einem dieser glänzend lackierten Einspänner auf Gerards Hof fuhr, war das für ihn persönlich das erste Mal. Aber er kannte das Anwesen und den Weg dorthin von seiner Familie, deren Spuren über die Niederlande, Skandinavien und Rußland nach Deutschland zurückführten, wo sie sich Ende des letzten Jahrhunderts deutsche Pässe, ausgestellt auf die Namen Franz, Schmidt, Otten und ähnliches, gekauft hatten. Jannosch sprang vom Bock. <MATCH>Er schob seinen Hut zurück und grüßte Gerard mit förmlicher Höflichkeit. Eine Viertelstunde später gaben sich die beiden Männer die Hand. Jannosch Franz hatte Gerard für den hübschen Betrag von einhundertzwanzig Gulden einen kleinen Fuchswallach abgekauft, der vorn lahmte. Sie setzten sich in den Schatten einer Linde und tranken ein paar Genever auf den Kauf. Mittlerweile hatte Gerard bereits durchblicken lassen, wie ärgerlich er es fand, dass der Augustmarkt in Delden mitten in die Roggen- und Haferernte fiel. Am nächsten Tag erschienen dunkle Männer und ein abgerissener Trupp Frauen und Kinder auf seinem Grund. 2.136.2 Origin

De Moor, Margriet, Herzog von Ägypten. Amsterdam, Hanser, C /VM, 1996. Aus dem Niederländischen von Helga von Breuningen. 2.136.3 Labels Typ : 2 [S(L)i V & SLi V] Sprache : Deutsch Text : MMd Subjekt : = 1. Subjekt Form : Perspron 1. Subjekt Bekanntheit : evoziert 1. Subjekt thematische Rolle : Agens 2. Subjekt thematische Rolle : Agens 2. Verb Person und Numerus : 3. P. Sg. 2. Verb eindeutig : (pro)nom. 'Nom./Akk.' adjazent : + = + Koordinator : und Kohärenzbeziehung : Ereignis 2.137 Observation 137 2.137.1 Contents Maar hij kende de boerderij en de route ernaartoe door zijn familie, van wie het spoor via Nederland, Scandinavië en Rusland terugging naar Duitsland, waar zij aan het eind van de vorige eeuw Duitse passen hadden gekocht op naam van Franz, Schmidt, Otten en nog zo wat. Jannosch sprong van de bok. Hij schoof zijn hoed naar achteren en begroette Gerard met vormelijke beleefdheid. Een kwartier later schudden de twee mannen handen. Jannosch Franz had voor de lieve som van honderd twintig gulden een kleine vosruin van Gerard gekocht, die kreupel aan het voorbeen was. <MATCH>Ze gingen in de schaduw van een linde zitten en dronken een paar jenevertjes op de koop. Intussen had Gerard al laten doorschemeren het stomvervelend te vinden dat de augustusmarkt in Delden midden in de roggeen haveroogst viel. De volgende dag verschenen er donkere mannen en een haveloze troep vrouwen en kinderen op zijn land. Ze spanden de paarden met drie tegelijk voor de maaier, ze raapten de schoven van de grond, zetten ze op tollen en kwamen de ochtend daarop terug om over eerlijke betaling te praten en, na overeenstemming, de schoven een voor een op te steken en in dolle vaart vlak voor een beginnende onweersbui de schuur in te rijden. Op vrijdag zat Gerard in het café erbij toen de paardenmarkt was afgelopen. Onder uitbundig lawaai werd de handel gevierd door de ooms en tantes, broers, zusters, neven en nichten van Jannosch Franz, alias Jan Andrias en alias nog zo het een en ander, die - in de vensterbank, met een kind op schoot - nu weer door iedereen Tjawo werd genoemd. 2.137.2 Origin De Moor, Margriet, Hertog van Egypte.

Amsterdam, Querido, 1996. 2.137.3 Labels Typ : 2 [S(L)i V & SLi V] Sprache : Niederländisch Text : MMd Subjekt : = 1. Subjekt Form : Perspron red 1. Subjekt Bekanntheit : evoziert 1. Subjekt thematische Rolle : Agens 2. Subjekt thematische Rolle : Agens 2. Verb Person und Numerus : 3. P. Pl. 2. Verb eindeutig : (pro)nom. 'Nom./Akk.' adjazent : + = + Koordinator : en Kohärenzbeziehung : Ereignis 2.138 Observation 138 2.138.1 Contents Aber er kannte das Anwesen und den Weg dorthin von seiner Familie, deren Spuren über die Niederlande, Skandinavien und Rußland nach Deutschland zurückführten, wo sie sich Ende des letzten Jahrhunderts deutsche Pässe, ausgestellt auf die Namen Franz, Schmidt, Otten und ähnliches, gekauft hatten. Jannosch sprang vom Bock. Er schob seinen Hut zurück und grüßte Gerard mit förmlicher Höflichkeit. Eine Viertelstunde später gaben sich die beiden Männer die Hand. Jannosch Franz hatte Gerard für den hübschen Betrag von einhundertzwanzig Gulden einen kleinen Fuchswallach abgekauft, der vorn lahmte. <MATCH>Sie setzten sich in den Schatten einer Linde und tranken ein paar Genever auf den Kauf. Mittlerweile hatte Gerard bereits durchblicken lassen, wie ärgerlich er es fand, dass der Augustmarkt in Delden mitten in die Roggen- und Haferernte fiel. Am nächsten Tag erschienen dunkle Männer und ein abgerissener Trupp Frauen und Kinder auf seinem Grund. Sie spannten drei Pferde gleichzeitig vor die Mähmaschine, sammelten die Garben ein, stellten sie zum Trocknen auf und kamen am darauffolgenden Morgen wieder, um über eine anständige Bezahlung zu reden und, nachdem man sich einig geworden war, die Garben eine nach der anderen aufzuladen und in einem Wahnsinnstempo kurz vor einem niederprasselnden Gewitterschauer einzufahren. Am Freitag, als der Pferdemarkt zu Ende war, saß Gerard mit ihnen in der Kneipe. Mit Mordslärm wurde der Handel von den Onkeln und Tanten, Brüdern, Schwestern, Vettern und Kusinen von Jannosch Franz, alias Jan Andrias und alias noch dieses und jenes, gefeiert, der - in der Fensterbank, mit einem Kind auf dem Schoß - nun wieder von allen Tjawo genannt wurde. 2.138.2 Origin De Moor, Margriet, Herzog von Ägypten. Amsterdam, Hanser, C /VM, 1996.

Aus dem Niederländischen von Helga von Breuningen. 2.138.3 Labels Typ : 2 [S(L)i V & SLi V] Sprache : Deutsch Text : MMd Subjekt : = 1. Subjekt Form : Perspron 1. Subjekt Bekanntheit : evoziert 1. Subjekt thematische Rolle : Agens 2. Subjekt thematische Rolle : Agens 2. Verb Person und Numerus : 3. P. Pl. 2. Verb eindeutig : (pro)nom. 'Nom./Akk.' adjazent : + = + Koordinator : und Kohärenzbeziehung : Ereignis 2.139 Observation 139 2.139.1 Contents Een kwartier later schudden de twee mannen handen. Jannosch Franz had voor de lieve som van honderd twintig gulden een kleine vosruin van Gerard gekocht, die kreupel aan het voorbeen was. Ze gingen in de schaduw van een linde zitten en dronken een paar jenevertjes op de koop. Intussen had Gerard al laten doorschemeren het stomvervelend te vinden dat de augustusmarkt in Delden midden in de rogge- en haveroogst viel. De volgende dag verschenen er donkere mannen en een haveloze troep vrouwen en kinderen op zijn land. <MATCH>Ze spanden de paarden met drie tegelijk voor de maaier, ze raapten de schoven van de grond, zetten ze op tollen en kwamen de ochtend daarop terug om over eerlijke betaling te praten en, na overeenstemming, de schoven een voor een op te steken en in dolle vaart vlak voor een beginnende onweersbui de schuur in te rijden. Op vrijdag zat Gerard in het café erbij toen de paardenmarkt was afgelopen. Onder uitbundig lawaai werd de handel gevierd door de ooms en tantes, broers, zusters, neven en nichten van Jannosch Franz, alias Jan Andrias en alias nog zo het een en ander, die - in de vensterbank, met een kind op schoot - nu weer door iedereen Tjawo werd genoemd. Ze zagen elkaar terug, het voorjaar daarop, en hoe! Vaststaat dat Gerard het raar vond, maar dat Jannosch er naderhand zijn schouders over optrok: de intocht van de zigeuners in het dorp werd deze keer door de koninklijke marechaussee begeleid. Vier wagens ratelden om drie uur 's middags de Brinkstraat af. 2.139.2 Origin De Moor, Margriet, Hertog van Egypte. Amsterdam, Querido, 1996. 2.139.3 Labels

Typ : 7 [S(L)i V & Si V] Sprache : Niederländisch Text : MMd Subjekt : = 1. Subjekt Form : Perspron red 1. Subjekt Bekanntheit : evoziert 1. Subjekt thematische Rolle : Agens 2. Subjekt thematische Rolle : Agens 2. Verb Person und Numerus : 3. P. Pl. 2. Verb eindeutig : (pro)nom. 'Nom./Akk.' adjazent : + = + Koordinator : Komma Kohärenzbeziehung : Ereignis 2.140 Observation 140 2.140.1 Contents Eine Viertelstunde später gaben sich die beiden Männer die Hand. Jannosch Franz hatte Gerard für den hübschen Betrag von einhundertzwanzig Gulden einen kleinen Fuchswallach abgekauft, der vorn lahmte. Sie setzten sich in den Schatten einer Linde und tranken ein paar Genever auf den Kauf. Mittlerweile hatte Gerard bereits durchblicken lassen, wie ärgerlich er es fand, dass der Augustmarkt in Delden mitten in die Roggen- und Haferernte fiel. Am nächsten Tag erschienen dunkle Männer und ein abgerissener Trupp Frauen und Kinder auf seinem Grund. <MATCH>Sie spannten drei Pferde gleichzeitig vor die Mähmaschine, sammelten die Garben ein, stellten sie zum Trocknen auf und kamen am darauffolgenden Morgen wieder, um über eine anständige Bezahlung zu reden und, nachdem man sich einig geworden war, die Garben eine nach der anderen aufzuladen und in einem Wahnsinnstempo kurz vor einem niederprasselnden Gewitterschauer einzufahren. Am Freitag, als der Pferdemarkt zu Ende war, saß Gerard mit ihnen in der Kneipe. Mit Mordslärm wurde der Handel von den Onkeln und Tanten, Brüdern, Schwestern, Vettern und Kusinen von Jannosch Franz, alias Jan Andrias und alias noch dieses und jenes, gefeiert, der - in der Fensterbank, mit einem Kind auf dem Schoß - nun wieder von allen Tjawo genannt wurde. Im Frühjahr darauf sahen sie sich wieder, und wie! Fest steht, dass Gerard es merkwürdig fand, Jannosch indes hinterher nur mit den Achseln zuckte: Der Einzug der Zigeuner ins Dorf wurde diesesmal von der Königlichen Militärpolizei begleitet. Vier Wagen ratterten um drei Uhr nachmittags die Brinkstraat entlang. 2.140.2 Origin De Moor, Margriet, Herzog von Ägypten. Amsterdam, Hanser, C /VM, 1996. Aus dem Niederländischen von Helga von Breuningen. 2.140.3 Labels Typ : 2 [S(L)i V & SLi V]

Sprache : Deutsch Text : MMd Subjekt : = 1. Subjekt Form : Perspron 1. Subjekt Bekanntheit : evoziert 1. Subjekt thematische Rolle : Agens 2. Subjekt thematische Rolle : Agens 2. Verb Person und Numerus : 3. P. Pl. 2. Verb eindeutig : (pro)nom. 'Nom./Akk.' adjazent : + = + Koordinator : Komma Kohärenzbeziehung : Ereignis 2.141 Observation 141 2.141.1 Contents Een kwartier later schudden de twee mannen handen. Jannosch Franz had voor de lieve som van honderd twintig gulden een kleine vosruin van Gerard gekocht, die kreupel aan het voorbeen was. Ze gingen in de schaduw van een linde zitten en dronken een paar jenevertjes op de koop. Intussen had Gerard al laten doorschemeren het stomvervelend te vinden dat de augustusmarkt in Delden midden in de rogge- en haveroogst viel. De volgende dag verschenen er donkere mannen en een haveloze troep vrouwen en kinderen op zijn land. Ze spanden de paarden met drie tegelijk voor de maaier, <MATCH>ze raapten de schoven van de grond, zetten ze op tollen en kwamen de ochtend daarop terug om over eerlijke betaling te praten en, na overeenstemming, de schoven een voor een op te steken en in dolle vaart vlak voor een beginnende onweersbui de schuur in te rijden. Op vrijdag zat Gerard in het café erbij toen de paardenmarkt was afgelopen. Onder uitbundig lawaai werd de handel gevierd door de ooms en tantes, broers, zusters, neven en nichten van Jannosch Franz, alias Jan Andrias en alias nog zo het een en ander, die - in de vensterbank, met een kind op schoot - nu weer door iedereen Tjawo werd genoemd. Ze zagen elkaar terug, het voorjaar daarop, en hoe! Vaststaat dat Gerard het raar vond, maar dat Jannosch er naderhand zijn schouders over optrok: de intocht van de zigeuners in het dorp werd deze keer door de koninklijke marechaussee begeleid. Vier wagens ratelden om drie uur 's middags de Brinkstraat af. 2.141.2 Origin 2.141.3 Labels Typ : 2 [S(L)i V & SLi V] Sprache : Niederländisch Text : MMd Subjekt : = 1. Subjekt Form : Perspron red 1. Subjekt Bekanntheit : evoziert

1. Subjekt thematische Rolle : Agens 2. Subjekt thematische Rolle : Agens 2. Verb Person und Numerus : 3. P. Pl. 2. Verb eindeutig : (pro)nom. 'Nom./Akk.' adjazent : + = + Koordinator : Komma Kohärenzbeziehung : Ereignis 2.142 Observation 142 2.142.1 Contents Eine Viertelstunde später gaben sich die beiden Männer die Hand. Jannosch Franz hatte Gerard für den hübschen Betrag von einhundertzwanzig Gulden einen kleinen Fuchswallach abgekauft, der vorn lahmte. Sie setzten sich in den Schatten einer Linde und tranken ein paar Genever auf den Kauf. Mittlerweile hatte Gerard bereits durchblicken lassen, wie ärgerlich er es fand, dass der Augustmarkt in Delden mitten in die Roggen- und Haferernte fiel. Am nächsten Tag erschienen dunkle Männer und ein abgerissener Trupp Frauen und Kinder auf seinem Grund. Sie spannten drei Pferde gleichzeitig vor die Mähmaschine, <MATCH>sammelten die Garben ein, stellten sie zum Trocknen auf und kamen am darauffolgenden Morgen wieder, um über eine anständige Bezahlung zu reden und, nachdem man sich einig geworden war, die Garben eine nach der anderen aufzuladen und in einem Wahnsinnstempo kurz vor einem niederprasselnden Gewitterschauer einzufahren. Am Freitag, als der Pferdemarkt zu Ende war, saß Gerard mit ihnen in der Kneipe. Mit Mordslärm wurde der Handel von den Onkeln und Tanten, Brüdern, Schwestern, Vettern und Kusinen von Jannosch Franz, alias Jan Andrias und alias noch dieses und jenes, gefeiert, der - in der Fensterbank, mit einem Kind auf dem Schoß - nun wieder von allen Tjawo genannt wurde. Im Frühjahr darauf sahen sie sich wieder, und wie! Fest steht, dass Gerard es merkwürdig fand, Jannosch indes hinterher nur mit den Achseln zuckte: Der Einzug der Zigeuner ins Dorf wurde diesesmal von der Königlichen Militärpolizei begleitet. Vier Wagen ratterten um drei Uhr nachmittags die Brinkstraat entlang. 2.142.2 Origin 2.142.3 Labels Typ : 2 [S(L)i V & SLi V] Sprache : Deutsch Text : MMd Subjekt : = 1. Subjekt Form : Null 1. Subjekt Bekanntheit : evoziert 1. Subjekt thematische Rolle : Agens 2. Subjekt thematische Rolle : Agens 2. Verb Person und Numerus : 3. P. Pl.

2. Verb eindeutig : (pro)nom. 'Nom./Akk.' adjazent : + = + Koordinator : Komma Kohärenzbeziehung : Ereignis 2.143 Observation 143 2.143.1 Contents Een kwartier later schudden de twee mannen handen. Jannosch Franz had voor de lieve som van honderd twintig gulden een kleine vosruin van Gerard gekocht, die kreupel aan het voorbeen was. Ze gingen in de schaduw van een linde zitten en dronken een paar jenevertjes op de koop. Intussen had Gerard al laten doorschemeren het stomvervelend te vinden dat de augustusmarkt in Delden midden in de rogge- en haveroogst viel. De volgende dag verschenen er donkere mannen en een haveloze troep vrouwen en kinderen op zijn land. Ze spanden de paarden met drie tegelijk voor de maaier, ze raapten de schoven van de grond, <MATCH>zetten ze op tollen en kwamen de ochtend daarop terug om over eerlijke betaling te praten en, na overeenstemming, de schoven een voor een op te steken en in dolle vaart vlak voor een beginnende onweersbui de schuur in te rijden. Op vrijdag zat Gerard in het café erbij toen de paardenmarkt was afgelopen. Onder uitbundig lawaai werd de handel gevierd door de ooms en tantes, broers, zusters, neven en nichten van Jannosch Franz, alias Jan Andrias en alias nog zo het een en ander, die - in de vensterbank, met een kind op schoot - nu weer door iedereen Tjawo werd genoemd. Ze zagen elkaar terug, het voorjaar daarop, en hoe! Vaststaat dat Gerard het raar vond, maar dat Jannosch er naderhand zijn schouders over optrok: de intocht van de zigeuners in het dorp werd deze keer door de koninklijke marechaussee begeleid. Vier wagens ratelden om drie uur 's middags de Brinkstraat af. 2.143.2 Origin 2.143.3 Labels Typ : 2 [S(L)i V & SLi V] Sprache : Niederländisch Text : MMd Subjekt : = 1. Subjekt Form : Null 1. Subjekt Bekanntheit : evoziert 1. Subjekt thematische Rolle : Agens 2. Subjekt thematische Rolle : Agens 2. Verb Person und Numerus : 3. P. Pl. 2. Verb eindeutig : (pro)nom. 'Nom./Akk.' adjazent : Koordinator : en Kohärenzbeziehung : Ereignis

2.144 Observation 144 2.144.1 Contents Eine Viertelstunde später gaben sich die beiden Männer die Hand. Jannosch Franz hatte Gerard für den hübschen Betrag von einhundertzwanzig Gulden einen kleinen Fuchswallach abgekauft, der vorn lahmte. Sie setzten sich in den Schatten einer Linde und tranken ein paar Genever auf den Kauf. Mittlerweile hatte Gerard bereits durchblicken lassen, wie ärgerlich er es fand, dass der Augustmarkt in Delden mitten in die Roggen- und Haferernte fiel. Am nächsten Tag erschienen dunkle Männer und ein abgerissener Trupp Frauen und Kinder auf seinem Grund. Sie spannten drei Pferde gleichzeitig vor die Mähmaschine, sammelten die Garben ein, <MATCH>stellten sie zum Trocknen auf und kamen am darauffolgenden Morgen wieder, um über eine anständige Bezahlung zu reden und, nachdem man sich einig geworden war, die Garben eine nach der anderen aufzuladen und in einem Wahnsinnstempo kurz vor einem niederprasselnden Gewitterschauer einzufahren. Am Freitag, als der Pferdemarkt zu Ende war, saß Gerard mit ihnen in der Kneipe. Mit Mordslärm wurde der Handel von den Onkeln und Tanten, Brüdern, Schwestern, Vettern und Kusinen von Jannosch Franz, alias Jan Andrias und alias noch dieses und jenes, gefeiert, der - in der Fensterbank, mit einem Kind auf dem Schoß - nun wieder von allen Tjawo genannt wurde. Im Frühjahr darauf sahen sie sich wieder, und wie! Fest steht, dass Gerard es merkwürdig fand, Jannosch indes hinterher nur mit den Achseln zuckte: Der Einzug der Zigeuner ins Dorf wurde diesesmal von der Königlichen Militärpolizei begleitet. Vier Wagen ratterten um drei Uhr nachmittags die Brinkstraat entlang. 2.144.2 Origin 2.144.3 Labels Typ : 2 [S(L)i V & SLi V] Sprache : Deutsch Text : MMd Subjekt : = 1. Subjekt Form : Null 1. Subjekt Bekanntheit : evoziert 1. Subjekt thematische Rolle : Agens 2. Subjekt thematische Rolle : Agens 2. Verb Person und Numerus : 3. P. Pl. 2. Verb eindeutig : (pro)nom. 'Nom./Akk.' adjazent : Koordinator : und Kohärenzbeziehung : Ereignis 2.145 Observation 145 2.145.1 Contents

Op vrijdag zat Gerard in het café erbij toen de paardenmarkt was afgelopen. Onder uitbundig lawaai werd de handel gevierd door de ooms en tantes, broers, zusters, neven en nichten van Jannosch Franz, alias Jan Andrias en alias nog zo het een en ander, die - in de vensterbank, met een kind op schoot - nu weer door iedereen Tjawo werd genoemd. Ze zagen elkaar terug, het voorjaar daarop, en hoe! Vaststaat dat Gerard het raar vond, maar dat Jannosch er naderhand zijn schouders over optrok: de intocht van de zigeuners in het dorp werd deze keer door de koninklijke marechaussee begeleid. Vier wagens ratelden om drie uur 's middags de Brinkstraat af. <MATCH>De zigeunerinnen die er misplaatst lachend naast liepen, de schare kinderen en de mannen die hun paarden aan de halster meevoerden, zagen zich door het gezag omsingeld en konden geen stap doen behalve rechtsteeks het dorp weer uit. Idioot vond Gerard het en ook wel een beetje pijnlijk, want zo bewaakt tussen geladen dienstpistolen zagen zijn vrienden er inderdaad wel zonder meer misdadig uit. Het moet in '37, '38 zijn geweest, toen veel joden in Midden-Europa hun illusies opgaven en het drama van hun ras gingen voorvoelen. De Administrateur van het Grenswezen kreeg dus wel wat anders om terug te sturen dan een handjevol zigeuners. Toch was er meer dan tien jaar allerlei werk verzet. Brieven, ideeën, plannen, door een boer als Gerard misschien niet opgemerkt, maar bij genoeg vaderlanders wel degelijk in het oog gesprongen als een zaak van orde en staatsgezag. Dat de burgemeesters nu eens op moesten houden met het afgeven van vergunningen, dat de consuls nu eens geen visa meer moesten verstrekken, dat de districtscommandanten dit ras van nomaden waar mogelijk op de voet moesten volgen. 2.145.2 Origin De Moor, Margriet, Hertog van Egypte. Amsterdam, Querido, 1996. 2.145.3 Labels Typ : 2 [S(L)i V & SLi V] Sprache : Niederländisch Text : MMd Subjekt : = 1. Subjekt Form : DP +def Art 1. Subjekt Bekanntheit : inferierbar 1. Subjekt thematische Rolle : Experiencer 2. Subjekt thematische Rolle : Patiens 2. Verb Person und Numerus : 3. P. Pl. 2. Verb eindeutig : (pro)nom. 'Nom./Akk.' adjazent : + = Koordinator : en Kohärenzbeziehung : Folge/Parallele 2.146 Observation 146 2.146.1 Contents

Am Freitag, als der Pferdemarkt zu Ende war, saß Gerard mit ihnen in der Kneipe. Mit Mordslärm wurde der Handel von den Onkeln und Tanten, Brüdern, Schwestern, Vettern und Kusinen von Jannosch Franz, alias Jan Andrias und alias noch dieses und jenes, gefeiert, der - in der Fensterbank, mit einem Kind auf dem Schoß - nun wieder von allen Tjawo genannt wurde. Im Frühjahr darauf sahen sie sich wieder, und wie! Fest steht, dass Gerard es merkwürdig fand, Jannosch indes hinterher nur mit den Achseln zuckte: Der Einzug der Zigeuner ins Dorf wurde diesesmal von der Königlichen Militärpolizei begleitet. Vier Wagen ratterten um drei Uhr nachmittags die Brinkstraat entlang. <MATCH>Die Zigeunerinnen, die unangebracht lachend nebenherliefen, die Kinderschar und die Männer, die ihre Pferde am Halfter führten, sahen sich von der Obrigkeit umzingelt und konnten keinen Schritt tun, außer das Dorf auf kürzestem Wege wieder zu verlassen. Blödsinnig fand Gerard das und auch ein wenig peinlich, denn, solchermaßen bewacht von geladenen Dienstpistolen, sahen seine Freunde tatsächlich wie Kriminelle aus. Das muss siebenunddreißig, achtunddreißig gewesen sein, als der Administrator des Grenzwesens jetzt also etwas ganz anderes hatte, das er zurückschicken konnte, als nur eine Handvoll Zigeuner. Dennoch war schon seit über zehn Jahren eine Menge getan worden. Briefe, Ideen, Pläne, die ein Bauer wie Gerard vielleicht nicht bemerkt hatte, die aber genügend Patrioten klar ins Auge gesprungen waren als eine Angelegenheit von Ordnung und Staatsgewalt. Dass die Bürgermeister aufhören sollten, Genehmigungen zu erteilen, dass die Konsuln keine Visa mehr ausstellen sollten, dass die Bezirkskommandanten dieser Rasse von Nomaden, wo immer möglich, auf dem Fuße folgen sollten. 2.146.2 Origin De Moor, Margriet, Herzog von Ägypten. Amsterdam, Hanser, C /VM, 1996. Aus dem Niederländischen von Helga von Breuningen. 2.146.3 Labels Typ : 2 [S(L)i V & SLi V] Sprache : Deutsch Text : MMd Subjekt : = 1. Subjekt Form : DP +def Art 1. Subjekt Bekanntheit : inferierbar 1. Subjekt thematische Rolle : Experiencer 2. Subjekt thematische Rolle : Patiens 2. Verb Person und Numerus : 3. P. Pl. 2. Verb eindeutig : (pro)nom. 'Nom./Akk.' adjazent : + =/= Koordinator : und Kohärenzbeziehung : Folge/Parallele 2.147 Observation 147 2.147.1 Contents

Achter de wagens in het bos slapen ze doodgemoedereerd onder een dekbed op de grond. Tussen de struiken de marechaussee. In lange jassen, sabel opzij, maken ze nachtelijke overuren. Gerard heeft in de Benckelose Courant de volgende kop gelezen. Zigeunerbende gesignaleerd Winkeliers opgepast. Hij spreekt erover met zijn vrouw. <MATCH>Nog datzelfde uur fietst hij naar het bivak in het bos en nodigt de hele groep op zijn met mei- en esdoorns omzoomde weiland. Ik geloof dat hij kwaad was, en domweg zin kreeg om iets te doen, maar ik geloof niet dat hij al begreep wat het is om tot het opgejaagde wild te behoren. Toen hij dat wel deed, zo'n vijf jaar later, zaten hij en Jannosch Franz in hetzelfde schuitje en werden ze allebei in dezelfde nacht opgepakt. Hij maakt een mistroostig geluid. Met zijn handen op de werkbank kijkt hij naar de bleke wortels van de witlof die vandaag nog het water in moeten. 'Als we willen hebben we het zootje er toch zeker over een uur in?' klinkt het. 2.147.2 Origin De Moor, Margriet, Hertog van Egypte. Amsterdam, Querido, 1996. 2.147.3 Labels Typ : 1 [V Si & SLi? V SLi?] Sprache : Niederländisch Text : MMd Subjekt : = 1. Subjekt Form : Perspron potenziell red 1. Subjekt Bekanntheit : evoziert 1. Subjekt thematische Rolle : Agens 2. Subjekt thematische Rolle : Agens 2. Verb Person und Numerus : 3. P. Sg. 2. Verb eindeutig : (pro)nom. 'Nom./Akk.' adjazent : + = + Koordinator : en Kohärenzbeziehung : Ereignis 2.148 Observation 148 2.148.1 Contents Hinter den Wagen im Wald schlafen sie seelenruhig unter einem Federbett auf der Erde. Im Gebüsch die Militärpolizei. In langen Mänteln, den Säbel an der Seite, schieben sie nächtens Überstunden. Gerard hat im Benckelose Courant die folgende Schlagzeile gelesen: Zigeunerbande gesichtet. Ladenbesitzer aufgepasst. Er spricht mit seiner Frau darüber. <MATCH>Noch in derselben Stunde radelt er zu dem Lager im Wald und lädt die ganze Gruppe auf seine mit Weißdorn und Ahorn gesäumte Weide ein. Ich glaube, dass er böse war und einfach Lust bekam, etwas zu tun, aber ich glaube nicht, dass er bereits verstand, was es heißt, zum gejagten Wild zu gehören. Als er es verstand, etwa fünf Jahre später, da saßen er und Jannosch Franz im selben Boot und wurden beide in derselben Nacht geschnappt. Er knurrt

missmutig. Die Hände auf der Werkbank, schaut er auf die Chicoreewurzeln, die heute noch ins Wasser müssen. Wenn wir wollen, dann haben wir diese Ladung doch in einer Stunde drin, meinst du nicht?' hört er. 2.148.2 Origin De Moor, Margriet, Herzog von Ägypten. Amsterdam, Hanser, C /VM, 1996. Aus dem Niederländischen von Helga von Breuningen. 2.148.3 Labels Typ : 1 [V Si & SLi? V SLi?] Sprache : Deutsch Text : MMd Subjekt : = 1. Subjekt Form : Perspron 1. Subjekt Bekanntheit : evoziert 1. Subjekt thematische Rolle : Agens 2. Subjekt thematische Rolle : Agens 2. Verb Person und Numerus : 3. P. Sg. 2. Verb eindeutig : + (pro)nom. 'Nom./Akk.' adjazent : + = + Koordinator : und Kohärenzbeziehung : Ereignis 2.149 Observation 149 2.149.1 Contents In lange jassen, sabel opzij, maken ze nachtelijke overuren. Gerard heeft in de Benckelose Courant de volgende kop gelezen. Zigeunerbende gesignaleerd Winkeliers opgepast. Hij spreekt erover met zijn vrouw. Nog datzelfde uur fietst hij naar het bivak in het bos en nodigt de hele groep op zijn met mei- en esdoorns omzoomde weiland. Ik geloof dat hij kwaad was, en domweg zin kreeg om iets te doen, maar ik geloof niet dat hij al begreep wat het is om tot het opgejaagde wild te behoren. <MATCH>Toen hij dat wel deed, zo'n vijf jaar later, zaten hij en Jannosch Franz in hetzelfde schuitje en werden ze allebei in dezelfde nacht opgepakt. Hij maakt een mistroostig geluid. Met zijn handen op de werkbank kijkt hij naar de bleke wortels van de witlof die vandaag nog het water in moeten. 'Als we willen hebben we het zootje er toch zeker over een uur in?' klinkt het. Hij kent die bezielde toon. 'Jaja, weet ik wel.' 2.149.2 Origin De Moor, Margriet, Hertog van Egypte. Amsterdam, Querido, 1996.

2.149.3 Labels Typ : 3 [V Si & V Si,j] Sprache : Niederländisch Text : MMd Subjekt : = 1. Subjekt Form : Perspron voll & NP +def Eigenname 1. Subjekt Bekanntheit : inferierbar 1. Subjekt thematische Rolle : Agens 2. Subjekt thematische Rolle : Patiens 2. Verb Person und Numerus : 3. P. Pl. 2. Verb eindeutig : (pro)nom. 'Nom./Akk.' adjazent : Koordinator : en Kohärenzbeziehung : Parallele 2.150 Observation 150 2.150.1 Contents In langen Mänteln, den Säbel an der Seite, schieben sie nächtens Überstunden. Gerard hat im Benckelose Courant die folgende Schlagzeile gelesen: Zigeunerbande gesichtet. Ladenbesitzer aufgepasst. Er spricht mit seiner Frau darüber. Noch in derselben Stunde radelt er zu dem Lager im Wald und lädt die ganze Gruppe auf seine mit Weißdorn und Ahorn gesäumte Weide ein. Ich glaube, dass er böse war und einfach Lust bekam, etwas zu tun, aber ich glaube nicht, dass er bereits verstand, was es heißt, zum gejagten Wild zu gehören. <MATCH>Als er es verstand, etwa fünf Jahre später, da saßen er und Jannosch Franz im selben Boot und wurden beide in derselben Nacht geschnappt. Er knurrt missmutig. Die Hände auf der Werkbank, schaut er auf die Chicoreewurzeln, die heute noch ins Wasser müssen. Wenn wir wollen, dann haben wir diese Ladung doch in einer Stunde drin, meinst du nicht?' hört er. Er kennt diesen schwungvollen Ton. 'Ja, ja, weiß ich selber.' 2.150.2 Origin De Moor, Margriet, Herzog von Ägypten. Amsterdam, Hanser, C /VM, 1996. Aus dem Niederländischen von Helga von Breuningen. 2.150.3 Labels Typ : 1-3 [V Si & SLi? V Si?] Sprache : Deutsch Text : MMd Subjekt : = 1. Subjekt Form : Perspron & NP +def Eigenname 1. Subjekt Bekanntheit : inferierbar

1. Subjekt thematische Rolle : Agens 2. Subjekt thematische Rolle : Patiens 2. Verb Person und Numerus : 3. P. Pl. 2. Verb eindeutig : (pro)nom. 'Nom./Akk.' adjazent : Koordinator : und Kohärenzbeziehung : Parallele 2.151 Observation 151 2.151.1 Contents En dan ergerde Gerard zich niet. Absoluut niet, ik bedoel, hij werd er eerder een beetje zacht door gestemd, door die hese, gedempte woorden, alsof hij begreep dat een mens voor het grootste deel nog vreemder is dan een van overzee geïmporteerde olifant en datje medelijden moet hebben met de poten en met dat oog dat zo verdwaald op je neerblikt. Dus vraag ik me af wat er met hem is tegenwoordig. Het kan gewoon oudemannenseniliteit zijn. Oude mannen hebben vaak, in een hoekje van hun geheugen, een kwestie die als een hond aan de ketting heeft liggen wachten om blindelings op te springen. <MATCH>Dan ineens is er dat signaal, en begint die lichte kramp in het hoofd. Er is iets niet in orde, ze weten niet wat en worden kwaad. Hun bewegingen zijn niet meer zo vast. Nu hebben ze twee hoofden. Het ene snapt niet wat het andere denkt. Gevoeligheden raken op die manier door elkaar. 2.151.2 Origin De Moor, Margriet, Hertog van Egypte. Amsterdam, Querido, 1996. 2.151.3 Labels Typ : 3 [V Si & V Si,j] Sprache : Niederländisch Text : MMd Subjekt : =/= 1. Subjekt Form : synt er...DP +def Dempron dist 1. Subjekt Bekanntheit : inferierbar 1. Subjekt thematische Rolle : Patiens 2. Subjekt thematische Rolle : Patiens 2. Verb Person und Numerus : 3. P. Sg. 2. Verb eindeutig : (pro)nom. 'Nom./Akk.' adjazent : Koordinator : en Kohärenzbeziehung : Parallele 2.152 Observation 152

2.152.1 Contents Und dann ärgerte sich Gerard nicht. Absolut nicht, ich meine, es stimmte ihn eher milde, wenn er diese heiseren, gedämpften Worte hörte, als sei ihm klar, dass ein Mensch zum größten Teil noch merkwürdiger ist als ein aus Übersee importierter Elefant und dass man Mitleid mit den Beinen und diesem Auge haben muss, das so verloren auf einen herabblickt. Ich frage mich also, was er zur Zeit bloß hat. Es kann natürlich ganz einfach Senilität sein. Alte Männer haben oft in einem Winkel ihrer Erinnerung etwas, das wie ein Hund an der Kette gewartet hat, um irgendwann blindlings aufzuspringen. <MATCH>Auf einmal kommt das Signal, und dann beginnt dieser leichte Krampf im Kopf. Etwas ist nicht in Ordnung, sie wissen nicht, was, und werden böse. Ihre Bewegungen sind nicht mehr so sicher. Jetzt haben sie zwei Köpfe. Der eine begreift nicht, was der andere denkt. Empfindlichkeiten geraten auf diese Weise durcheinander. 2.152.2 Origin De Moor, Margriet, Herzog von Ägypten. Amsterdam, Hanser, C /VM, 1996. Aus dem Niederländischen von Helga von Breuningen. 2.152.3 Labels Typ : 4 [V Si & X V Si,j] Sprache : Deutsch Text : MMd Subjekt : =/= 1. Subjekt Form : DP +def Art 1. Subjekt Bekanntheit : inferierbar 1. Subjekt thematische Rolle : Patiens 2. Subjekt thematische Rolle : Patiens 2. Verb Person und Numerus : 3. P. Sg. 2. Verb eindeutig : (pro)nom. 'Nom./Akk.' adjazent : Koordinator : und Kohärenzbeziehung : Parallele/Ereignis 2.153 Observation 153 2.153.1 Contents Absoluut niet, ik bedoel, hij werd er eerder een beetje zacht door gestemd, door die hese, gedempte woorden, alsof hij begreep dat een mens voor het grootste deel nog vreemder is dan een van overzee geïmporteerde olifant en datje medelijden moet hebben met de poten en met dat oog dat zo verdwaald op je neerblikt. Dus vraag ik me af wat er met hem is tegenwoordig. Het kan gewoon oudemannenseniliteit zijn. Oude mannen hebben vaak, in een hoekje van hun geheugen, een kwestie die als een hond aan de ketting heeft liggen wachten om blindelings op te springen. Dan ineens is er dat signaal, en begint die lichte kramp in het hoofd.

Er is iets niet in orde, <MATCH>ze weten niet wat en worden kwaad. Hun bewegingen zijn niet meer zo vast. Nu hebben ze twee hoofden. Het ene snapt niet wat het andere denkt. Gevoeligheden raken op die manier door elkaar. Geldt nu soms de wet van de ommekeer? 2.153.2 Origin De Moor, Margriet, Hertog van Egypte. Amsterdam, Querido, 1996. 2.153.3 Labels Typ : 2 [S(L)i V & SLi V] Sprache : Niederländisch Text : MMd Subjekt : = 1. Subjekt Form : Perspron red 1. Subjekt Bekanntheit : evoziert 1. Subjekt thematische Rolle : Experiencer 2. Subjekt thematische Rolle : Patiens 2. Verb Person und Numerus : 3. P. Pl. 2. Verb eindeutig : (pro)nom. 'Nom./Akk.' adjazent : Koordinator : en Kohärenzbeziehung : Ereignis/Folge 2.154 Observation 154 2.154.1 Contents Absolut nicht, ich meine, es stimmte ihn eher milde, wenn er diese heiseren, gedämpften Worte hörte, als sei ihm klar, dass ein Mensch zum größten Teil noch merkwürdiger ist als ein aus Übersee importierter Elefant und dass man Mitleid mit den Beinen und diesem Auge haben muss, das so verloren auf einen herabblickt. Ich frage mich also, was er zur Zeit bloß hat. Es kann natürlich ganz einfach Senilität sein. Alte Männer haben oft in einem Winkel ihrer Erinnerung etwas, das wie ein Hund an der Kette gewartet hat, um irgendwann blindlings aufzuspringen. Auf einmal kommt das Signal, und dann beginnt dieser leichte Krampf im Kopf. Etwas ist nicht in Ordnung, <MATCH>sie wissen nicht, was, und werden böse. Ihre Bewegungen sind nicht mehr so sicher. Jetzt haben sie zwei Köpfe. Der eine begreift nicht, was der andere denkt. Empfindlichkeiten geraten auf diese Weise durcheinander. Gilt jetzt etwa das Gesetz der Umkehr? 2.154.2 Origin De Moor, Margriet, Herzog von Ägypten. Amsterdam, Hanser, C /VM, 1996. Aus dem Niederländischen von Helga von Breuningen.

2.154.3 Labels Typ : 2 [S(L)i V & SLi V] Sprache : Deutsch Text : MMd Subjekt : = 1. Subjekt Form : Perspron 1. Subjekt Bekanntheit : evoziert 1. Subjekt thematische Rolle : Experiencer 2. Subjekt thematische Rolle : Patiens 2. Verb Person und Numerus : 3. P. Pl. 2. Verb eindeutig : (pro)nom. 'Nom./Akk.' adjazent : Koordinator : und Kohärenzbeziehung : Ereignis/Folge 2.155 Observation 155 2.155.1 Contents Geldt nu soms de wet van de ommekeer? Mooi wordt lelijk, leuk wordt onuitstaanbaar. Hoe kan wat je altijd waardeerde er ineens zo snood uit zijn gaan zien? Een schuldgevoel, nog ouder dan jijzelf, verandert in blinde woede. 'Niet dat ik wil zeuren,' zegt Joseph. <MATCH>Hij trekt met zijn vingertoppen een plastic lus naar voren en kijkt Gerard aan. 'Maar hier gaat een heel leidinkje naar de filistijnen. Ligt die tang daar nog?' Gerard verlaat de schuur zonder antwoord te geven. Hij loopt langs de aarden wal en neemt het paadje naar de goudreinettenbomen, nu kaal, zijn horloge wijst half twaalf. Wat zal hij eens doen? 2.155.2 Origin De Moor, Margriet, Hertog van Egypte. Amsterdam, Querido, 1996. 2.155.3 Labels Typ : 2 [S(L)i V & SLi V] Sprache : Niederländisch Text : MMd Subjekt : = 1. Subjekt Form : Perspron voll 1. Subjekt Bekanntheit : evoziert 1. Subjekt thematische Rolle : Agens 2. Subjekt thematische Rolle : Agens 2. Verb Person und Numerus : 3. P. Sg. 2. Verb eindeutig : -

(pro)nom. 'Nom./Akk.' adjazent : + = + Koordinator : en Kohärenzbeziehung : Ereignis/Parallele 2.156 Observation 156 2.156.1 Contents Gilt jetzt etwa das Gesetz der Umkehr? Aus schön wird hässlich, aus nett unausstehlich. Wie kann etwas, das man immer schätzte, auf einmal so schnöde aussehen? Ein Schuldgefühl, noch älter als man selbst, verwandelt sich in blinde Wut. 'Ich will ja nichts sagen', sagt Joseph. <MATCH>Er zieht mit den Fingerspitzen eine Kunststoffschlinge hervor und sieht Gerard an. 'Aber hier geht eine ganze Leitung zum Teufel. Liegt die Zange da noch?' Gerard verlässt die Scheune, ohne zu antworten. Er geht am Knick entlang und schlägt den Weg zu den jetzt kahlen Goldrenettebäumen ein, die Uhr zeigt halb zwölf. Was soll er jetzt machen? 2.156.2 Origin De Moor, Margriet, Herzog von Ägypten. Amsterdam, Hanser, C /VM, 1996. Aus dem Niederländischen von Helga von Breuningen. 2.156.3 Labels Typ : 2 [S(L)i V & SLi V] Sprache : Deutsch Text : MMd Subjekt : = 1. Subjekt Form : Perspron 1. Subjekt Bekanntheit : evoziert 1. Subjekt thematische Rolle : Agens 2. Subjekt thematische Rolle : Agens 2. Verb Person und Numerus : 3. P. Sg. 2. Verb eindeutig : + (pro)nom. 'Nom./Akk.' adjazent : + = + Koordinator : und Kohärenzbeziehung : Ereignis/Parallele 2.157 Observation 157 2.157.1 Contents 'Niet dat ik wil zeuren,' zegt Joseph. Hij trekt met zijn vingertoppen een plastic lus naar voren en kijkt Gerard aan. 'Maar hier gaat een heel leidinkje naar de filistijnen. Ligt die tang daar nog?' Gerard verlaat de schuur zonder antwoord te geven. <MATCH>Hij loopt langs de aarden wal en neemt het paadje naar de goudreinettenbomen, nu kaal, zijn

horloge wijst half twaalf. Wat zal hij eens doen? Hij denkt aan de koffiekan in de keuken, maar uiteindelijk heeft hij meer zin om even aan het hek te gaan staan. Op de dode stronk van de eik groeien paddestoelen met lichtgevende randjes. Gedachteloos kijkt hij naar de overkant van de weg waar de bouw van een loods al sinds de herfst stilligt. Gedachteloos ja, want het plastic, het roest, de cementplekken en het aangevreten hout hebben zelfs niet de kleinste omweg nodig om zijn rotstemming te verdiepen. 2.157.2 Origin De Moor, Margriet, Hertog van Egypte. Amsterdam, Querido, 1996. 2.157.3 Labels Typ : 2 [S(L)i V & SLi V] Sprache : Niederländisch Text : MMd Subjekt : = 1. Subjekt Form : Perspron voll 1. Subjekt Bekanntheit : evoziert 1. Subjekt thematische Rolle : Agens 2. Subjekt thematische Rolle : Agens 2. Verb Person und Numerus : 3. P. Sg. 2. Verb eindeutig : (pro)nom. 'Nom./Akk.' adjazent : + = + Koordinator : en Kohärenzbeziehung : Ereignis 2.158 Observation 158 2.158.1 Contents 'Ich will ja nichts sagen', sagt Joseph. Er zieht mit den Fingerspitzen eine Kunststoffschlinge hervor und sieht Gerard an. 'Aber hier geht eine ganze Leitung zum Teufel. Liegt die Zange da noch?' Gerard verlässt die Scheune, ohne zu antworten. <MATCH>Er geht am Knick entlang und schlägt den Weg zu den jetzt kahlen Goldrenettebäumen ein, die Uhr zeigt halb zwölf. Was soll er jetzt machen? Er denkt an die Kaffeekanne in der Küche, aber letztlich ist ihm doch mehr danach, sich mal kurz ans Tor zu stellen. Auf dem Stumpf der Eiche wachsen Pilze mit leuchtenden Rändern. Gedankenlos blickt er zur anderen Straßenseite hinüber, wo der Bau einer Halle schon seit dem Herbst stillsteht. Gedankenlos, ja, denn das Plastik, der Rost, die Zementkleckse und das angefressene Holz benötigen nicht einmal den kleinsten Umweg, um seine Stinklaune zu verschlimmern. 2.158.2 Origin De Moor, Margriet, Herzog von Ägypten. Amsterdam, Hanser, C /VM, 1996.

Aus dem Niederländischen von Helga von Breuningen. 2.158.3 Labels Typ : 2 [S(L)i V & SLi V] Sprache : Deutsch Text : MMd Subjekt : = 1. Subjekt Form : Perspron 1. Subjekt Bekanntheit : evoziert 1. Subjekt thematische Rolle : Agens 2. Subjekt thematische Rolle : Agens 2. Verb Person und Numerus : 3. P. Sg. 2. Verb eindeutig : + (pro)nom. 'Nom./Akk.' adjazent : + =/= Koordinator : und Kohärenzbeziehung : Ereignis 2.159 Observation 159 2.159.1 Contents Die onrust van hem heb ik altijd begrepen. Huizen en straten zijn bakens die wij zelf in ons hoofd hebben aangebracht, net als kalenders en klokken en opgeschreven verhalen. Maar in Josephs memorie zitten een paar andere dingen, wielen en paarden en blaffende honden die allemaal aandringen op vertrek. Zou de ruimte trekken? Bossen, torenspitsen, landerijen, zeg maar vrijheid? <MATCH>Josephs ruimte trekt helemaal niet, maar schuurt voortdurend tussen zijn huid en zijn kleren tegen hem aan. Waarom zou het zo fijn zijn om direct na je geboorte de grens over gezet te worden, zoals hem in '36 overkwam? Het was december, er woedde een sneeuwstorm, maar zelfs bij dit weer werden kinderen als Joseph buiten geboren. Feit is, dat de ochtend daarop een ploegje van zo'n tien marechaussees op de fiets naar het bos glibberde, honden waren erbij, waar een kumpania van drie wagens stond. Vrijheid, of verstoring? Als het leven alleen zou voortspinnen op wat het instinct altijd al heeft geweten, dan zou Joseph nooit winters lang binnen de muren van een huis zijn gebleven. 2.159.2 Origin De Moor, Margriet, Hertog van Egypte. Amsterdam, Querido, 1996. 2.159.3 Labels Typ : 2 [S(L)i V & SLi V] Sprache : Niederländisch Text : MMd Subjekt : =

1. Subjekt Form : DP +def VG 1. Subjekt Bekanntheit : inferierbar 1. Subjekt thematische Rolle : Patiens 2. Subjekt thematische Rolle : Patiens 2. Verb Person und Numerus : 3. P. Sg. 2. Verb eindeutig : (pro)nom. 'Nom./Akk.' adjazent : Koordinator : maar Kohärenzbeziehung : Kontrast 2.160 Observation 160 2.160.1 Contents Diese Unruhe bei ihm habe ich immer verstanden. Häuser und Straßen sind Wegmarken, die wir selbst in unseren Köpfen gesetzt haben, genauso wie Kalender und Uhren und geschriebene Geschichten. Aber in Josephs Gedächtnis gibt es andere Dinge, Wagenräder und Pferde und bellende Hunde, die alle zum Aufbruch drängen. Ob die Weite lockt? Wälder, Turmspitzen, Felder, sag ruhig: Freiheit? <MATCH>Josephs Weite lockt nicht, sondern scheuert unentwegt zwischen Haut und Kleidern. Was sollte auch so schön daran sein, gleich nach der Geburt über die Grenze abgeschoben zu werden, wie es ihm sechsunddreißig passierte? Es war Dezember, ein Schneesturm tobte, aber sogar bei solchem Wetter wurden Kinder wie Joseph draußen geboren. Tatsache ist, dass am Morgen danach ein Trupp von ungefähr zehn Mann Militärpolizei auf Fahrrädern mitsamt Hunden in den Wald schlitterten, in dem eine aus drei Wagen bestellende kumpania stand. Freiheit oder Störung? Wenn das Leben nur das weiterspinnen wurde, was der Instinkt schon immer gewusst hat, dann wäre Joseph niemals ganze Winter lang innerhalb der Wände eines Hauses geblieben. 2.160.2 Origin De Moor, Margriet, Herzog von Ägypten. Amsterdam, Hanser, C /VM, 1996. Aus dem Niederländischen von Helga von Breuningen. 2.160.3 Labels Typ : 2 [S(L)i V & SLi V] Sprache : Deutsch Text : MMd Subjekt : = 1. Subjekt Form : DP +def VG 1. Subjekt Bekanntheit : inferierbar 1. Subjekt thematische Rolle : Patiens 2. Subjekt thematische Rolle : Patiens 2. Verb Person und Numerus : 3. P. Sg. 2. Verb eindeutig : (pro)nom. 'Nom./Akk.' adjazent : -

Koordinator : sondern Kohärenzbeziehung : Kontrast 2.161 Observation 161 2.161.1 Contents De Maagd van Mostar, rekent ze uit, had hij negen jaar geleden bij, thuiskomst bij zich. Bellaheleen had toen haar eerste veulen. ...Het was aan het eind van een uitputtende middag geweest. Of het nou kwam doordat ze het hengstje de dag tevoren hadden verkocht of door wat dan ook, de merrie wilde zich niet laten bekappen. Ze waren al uren met haar bezig toen de auto van Joseph het erf op reed. <MATCH>Na een afwezigheid van vier maanden stapte hij uit, mager, met nog ravenzwarte wenkbrauwen en snor, en toen hij het groepje bij de stallen naderde, kwam er geen woord over zijn lippen maar maakte hij met een hoofdgebaar duidelijk dat ze het paard aan hem moesten overlaten. Hij pakte de merrie vast. Terwijl hij het voorbeen een beetje uitkrabde, begon hij haar dan weer te vleien dan weer, zonder overgang, te verwensen in de pathetische klanken die zijn tong de afgelopen maanden hadden beheerst. In trance stond het dier te luisteren, ze bewoog geen millimeter en liet hem schaapmak begaan. Toen hij tenslotte zijn ogen opsloeg, stonden die heel naief. 'Ik spreek af...' 2.161.2 Origin De Moor, Margriet, Hertog van Egypte. Amsterdam, Querido, 1996. 2.161.3 Labels Typ : 4 [V Si & X V Si,j] Sprache : Niederländisch Text : MMd Subjekt : =/= 1. Subjekt Form : Perspron potenziell red 1. Subjekt Bekanntheit : evoziert 1. Subjekt thematische Rolle : Agens 2. Subjekt thematische Rolle : Patiens 2. Verb Person und Numerus : 3. P. Sg. 2. Verb eindeutig : (pro)nom. 'Nom./Akk.' adjazent : Koordinator : en Kohärenzbeziehung : Ereignis 2.162 Observation 162 2.162.1 Contents Die Madonna von Mostar, rechnet sie aus, hatte er vor neun Jahren dabei, als

er nach Hause kam. Bellaheleen hatte damals ihr erstes Fohlen. ... Es war am Ende eines anstrengenden Nachmittags gewesen. Ob es nun daher kam, dass sie das Hengstfohlen am Tag zuvor verkauft hatten, oder von sonst irgendwas, die Stute wollte sich nicht die Hufe beschneiden lassen. Sie waren schon Stunden mit ihr zugange, als Josephs Auto auf den Hof fuhr. <MATCH>Nach viermonatiger Abwesenheit stieg er aus, mager, mit noch pechschwarzen Augenbrauen und Schnäuzer, und als er sich der kleinen Gruppe bei den Ställen näherte, kam kein Wort über seine Lippen, aber er machte mit einer Kopfbewegung deutlich, dass sie das Pferd ihm überlassen sollten. Er fasste die Stute am Halfter. Während er den Vorderhuf auskratzte, begann er mal schmeichelnd, mal - ohne Übergang - mit Verwünschungen auf sie einzureden, in den pathetischen Klingen, die seine Zunge in den vergangenen Monaten beherrscht hatten. In Trance harte das Tier zu, bewegte sich keinen Millimeter und ließ alles lammfromm über sich ergehen. Als er die Augen schließlich aufschlug, blickten sie völlig naiv. 'Ich möchte...' 2.162.2 Origin De Moor, Margriet, Herzog von Ägypten. Amsterdam, Hanser, C /VM, 1996. Aus dem Niederländischen von Helga von Breuningen. 2.162.3 Labels Typ : 4 [V Si & X V Si,j] Sprache : Deutsch Text : MMd Subjekt : =/= 1. Subjekt Bekanntheit : evoziert 1. Subjekt thematische Rolle : Agens 2. Subjekt thematische Rolle : Patiens 2. Verb Person und Numerus : 3. P. Sg. 2. Verb eindeutig : (pro)nom. 'Nom./Akk.' adjazent : Koordinator : und Kohärenzbeziehung : Ereignis 2.163 Observation 163 2.163.1 Contents De Maagd van Mostar, rekent ze uit, had hij negen jaar geleden bij, thuiskomst bij zich. Bellaheleen had toen haar eerste veulen. ...Het was aan het eind van een uitputtende middag geweest. Of het nou kwam doordat ze het hengstje de dag tevoren hadden verkocht of door wat dan ook, de merrie wilde zich niet laten bekappen. Ze waren al uren met haar bezig toen de auto van Joseph het erf op reed. Na een afwezigheid van vier maanden stapte hij uit, mager, met nog ravenzwarte wenkbrauwen en snor, <MATCH>en toen hij het groepje bij de stallen naderde, kwam er geen woord over zijn lippen maar maakte hij met een hoofdgebaar duidelijk dat ze het paard aan hem moesten overlaten. Hij pakte de merrie vast.

Terwijl hij het voorbeen een beetje uitkrabde, begon hij haar dan weer te vleien dan weer, zonder overgang, te verwensen in de pathetische klanken die zijn tong de afgelopen maanden hadden beheerst. In trance stond het dier te luisteren, ze bewoog geen millimeter en liet hem schaapmak begaan. Toen hij tenslotte zijn ogen opsloeg, stonden die heel naief. 'Ik spreek af...' 2.163.2 Origin 2.163.3 Labels Typ : 3 [V Si & V Si,j] Sprache : Niederländisch Text : MMd Subjekt : =/= 1. Subjekt Form : synt er...DP -def Art 1. Subjekt Bekanntheit : brandneu 1. Subjekt thematische Rolle : Patiens 2. Subjekt thematische Rolle : Agens 2. Verb Person und Numerus : 3. P. Sg. 2. Verb eindeutig : (pro)nom. 'Nom./Akk.' adjazent : Koordinator : maar Kohärenzbeziehung : Kontrast 2.164 Observation 164 2.164.1 Contents Die Madonna von Mostar, rechnet sie aus, hatte er vor neun Jahren dabei, als er nach Hause kam. Bellaheleen hatte damals ihr erstes Fohlen. ... Es war am Ende eines anstrengenden Nachmittags gewesen. Ob es nun daher kam, dass sie das Hengstfohlen am Tag zuvor verkauft hatten, oder von sonst irgendwas, die Stute wollte sich nicht die Hufe beschneiden lassen. Sie waren schon Stunden mit ihr zugange, als Josephs Auto auf den Hof fuhr. Nach viermonatiger Abwesenheit stieg er aus, mager, mit noch pechschwarzen Augenbrauen und Schnäuzer, <MATCH>und als er sich der kleinen Gruppe bei den Ställen näherte, kam kein Wort über seine Lippen, aber er machte mit einer Kopfbewegung deutlich, dass sie das Pferd ihm überlassen sollten. Er fasste die Stute am Halfter. Während er den Vorderhuf auskratzte, begann er mal schmeichelnd, mal - ohne Übergang - mit Verwünschungen auf sie einzureden, in den pathetischen Klingen, die seine Zunge in den vergangenen Monaten beherrscht hatten. In Trance harte das Tier zu, bewegte sich keinen Millimeter und ließ alles lammfromm über sich ergehen. Als er die Augen schließlich aufschlug, blickten sie völlig naiv. 'Ich möchte...' 2.164.2 Origin

2.164.3 Labels Typ : 5 [V Si & Si,j V] Sprache : Deutsch Text : MMd Subjekt : =/= 1. Subjekt Form : DP -def Art 1. Subjekt Bekanntheit : brandneu 1. Subjekt thematische Rolle : Patiens 2. Subjekt thematische Rolle : Agens 2. Verb Person und Numerus : 3. P. Sg. 2. Verb eindeutig : (pro)nom. 'Nom./Akk.' adjazent : Koordinator : aber Kohärenzbeziehung : Kontrast 2.165 Observation 165 2.165.1 Contents Ze buigt zich opzij om een paar strootjes uit de staart te trekken. Dan, als ze weer overeind komt, wordt ze overvallen door een herinnering: Joseph die haar vertelt van de keer dat ze met acht caravans het golvende landschap van Silezie zijn doorgetrokken. Beduusd blijft ze staan. Ze spert haar ogen open en herinnert zich die speciale manier van vertellen van hem, theatraal, op effect berekend, die haar weliswaar in het geheugen gegrift staat, maar die haar nu, na maanden van stilte, verschrikt. 'Dat is het Plateau van Tornowitz,' hoort ze hem zeggen. '<MATCH>Na zo'n gloeiend hete dag kun je 's nachts de regen verwachten, een regen als een zwijn, hij verandert het hele kamp in een moeras, maar dood ga je er niet van. Ik lag op een nacht als een steen zo zwaar te slapen, toen ik wakker schrok met het gevoel dat er in het donker iemand in mijn oor blies.' Lucie, de strootjes nog in haar hand, kijkt gealarmeerd naar haar man, want ze weet hoe het verhaal verdergaat. 'Verdomme, Joseph!' schreeuwt ze. Hij laat zijn arm zakken. 'Wat heb je?' 2.165.2 Origin De Moor, Margriet, Hertog van Egypte. Amsterdam, Querido, 1996. 2.165.3 Labels Typ : 5 [V Si & Si,j V] Sprache : Niederländisch Text : MMd Subjekt : =/= 1. Subjekt Form : Perspron red

1. Subjekt Bekanntheit : inferierbar 1. Subjekt thematische Rolle : Patiens 2. Subjekt thematische Rolle : Agens 2. Verb Person und Numerus : 3. P. Sg. 2. Verb eindeutig : (pro)nom. 'Nom./Akk.' adjazent : + = + Koordinator : Komma Kohärenzbeziehung : Parallele 2.166 Observation 166 2.166.1 Contents Sie beugt sich zur Seite, um ein paar Strohhalme aus dem Schweif zu ziehen. Dann, als sie sich wieder aufrichtet, kommt ihr schlagartig eine Erinnerung: Joseph, der ihr erzählt, wie sie mit acht Caravans durch die wogende Landschaft Schlesiens gezogen sind. Verdattert bleibt sie stehen. Sie sperrt die Augen auf und erinnert sich an seine spezielle Art zu erzählen - theatralisch, auf Wirkung bedacht -, die sich zwar in ihr Gedächtnis gegraben hat, sie jetzt aber, nach monatelanger Stille, erschreckt. 'Das ist die Tornowitzer Hochebene', hört sie ihn sagen. '<MATCH>Nach so einem glühendheißen Tag kann man nachts Regen erwarten, Regen wie ein Schwein, er verwandelt das ganze Lager in einen Sumpf, aber das bringt einen nicht um. Eines Nachts, ich schlief wie ein Stein, da schreckte ich plötzlich mit dem Gefühl hoch, dass mir im Dunkeln jemand ins Ohr pustet.' Lucie, die Strohhalme noch in der Hand, blickt alarmiert zu ihrem Mann, denn sie weiß, wie die Geschichte weitergeht. 'Verdammt noch mal, Joseph!' schreit sie. Er lässt den Arm sinken. 'Was hast du?' 2.166.2 Origin De Moor, Margriet, Herzog von Ägypten. Amsterdam, Hanser, C /VM, 1996. Aus dem Niederländischen von Helga von Breuningen. 2.166.3 Labels Typ : 5 [V Si & Si,j V] Sprache : Deutsch Text : MMd Subjekt : =/= 1. Subjekt Form : Perspron 1. Subjekt Bekanntheit : inferierbar 1. Subjekt thematische Rolle : Patiens 2. Subjekt thematische Rolle : Agens 2. Verb Person und Numerus : 3. P. Sg. 2. Verb eindeutig : (pro)nom. 'Nom./Akk.' adjazent : + = + Koordinator : Komma Kohärenzbeziehung : Parallele

2.167 Observation 167 2.167.1 Contents 'Ze brengen het vanmiddag, let op mijn woorden, ze brengen het weer eens een weekje te laat. Weet je nog van dat stapelhout?' Als je de zeventig bent gepasseerd, staan de meeste dingen vast, vast in het verleden. Gerard is weduwnaar. Hij bewoont het rechtergedeelte van de boerderij van zijn voorouders, maar hun land heeft hij stukje bij beetje verkocht. <MATCH>Toen zijn vrouw tijdens de oorlog beviel, hoopte hij op een zoon, maar kreeg hij de roodharige dochter die zijn enige kind zou blijven. Deze dierbaarste bloedverwant heeft hem inmiddels een schoonzoon en drie verdere nakomelingen geschonken. Gerard loopt voor haar uit het achterhuis in. Twee blonde labradors springen hem daar tegemoet. In de keuken, die blauw ziet van de rook, treft hij zijn schoonzoon verwikkeld in een van zijn luidkeelse telefoongesprekken. Zich verbijtend gaat hij zitten. 2.167.2 Origin De Moor, Margriet, Hertog van Egypte. Amsterdam, Querido, 1996. 2.167.3 Labels Typ : 3 [V Si & V Si,j] Sprache : Niederländisch Text : MMd Subjekt : = 1. Subjekt Form : Perspron potenziell red 1. Subjekt Bekanntheit : evoziert 1. Subjekt thematische Rolle : Experiencer 2. Subjekt thematische Rolle : Rezipient 2. Verb Person und Numerus : 3. P. Sg. 2. Verb eindeutig : (pro)nom. 'Nom./Akk.' adjazent : + = + Koordinator : maar Kohärenzbeziehung : Kontrast 2.168 Observation 168 2.168.1 Contents 'Der kommt heute nachmittag, garantiert, sie bringen ihn wieder mal eine Woche zu spät. Weißt du noch, mit dem Klafterholz?' Wenn man jenseits der Siebzig ist, stehen die meisten Dinge fest, fest in der Vergangenheit. Gerard ist Witwer. Er bewohnt den rechten Teil des Hofs seiner Vorfahren, ihr Land hat er allerdings Stück für Stück verkauft. <MATCH>Als seine Frau während des Krieges niederkam, hatte er auf einen Sohn gehofft, aber er bekam die rothaarige Tochter, die sein einziges Kind bleiben sollte. Diese liebste

Blutsverwandte hat ihm mittlerweile einen Schwiegersohn und drei Nachkommen geschenkt. Gerard geht vor ihr ins Hinterhaus. Zwei blonde Labradore springen ihm da entgegen. In der Küche, die blau vom Rauch ist, findet er seinen Schwiegersohn vor, der wieder mal eines seiner lautstarken Telefongespräche führt. Er nimmt sich zusammen und setzt sich. 2.168.2 Origin De Moor, Margriet, Herzog von Ägypten. Amsterdam, Hanser, C /VM, 1996. Aus dem Niederländischen von Helga von Breuningen. 2.168.3 Labels Typ : 5 [V Si & Si,j V] Sprache : Deutsch Text : MMd Subjekt : = 1. Subjekt Form : Perspron 1. Subjekt Bekanntheit : evoziert 1. Subjekt thematische Rolle : Experiencer 2. Subjekt thematische Rolle : Rezipient 2. Verb Person und Numerus : 3. P. Sg. 2. Verb eindeutig : (pro)nom. 'Nom./Akk.' adjazent : + = + Koordinator : aber Kohärenzbeziehung : Kontrast 2.169 Observation 169 2.169.1 Contents Frankrijk stuurt ze naar de galeien, Pruisen hangt ze op, in de Republiek heeft men na tachtig jaar eindelijk de handen vrij. De verstandige grensprovincies Gelderland en Overijssel gaan maar eens met de buren over een grondige oplossing praten, Cleve en Munster zien wel wat in samenwerking. Het uitverkoren volk is niet als enige uitverkoren, het heeft een jongere broeder. Een handige pichem. Een gevaarlijke zelfkanter. <MATCH>De wandelende jood is niet alleen onderweg, maar wordt vergezeld door een landloper op blote voeten, begaafd, uitzonderlijk muzikaal, maar helaas totaal ongeletterd. Naast Spinoza loopt een anonieme fantast geweldig te oreren over het ongeschapen heelal waarin op een dag de God verscheen, met naast hem zijn makker de Duivel, en dat die twee enkel woorden zijn: een eeuwigdurend verhaal over goed en kwaad. Berlioz luistert naar een rakóczi op de viool, Freud wordt vergezeld door een dromenuitleggende oude vrouw die puri dal wordt genoemd; onder de massa's die de poort met het opschrift over werk dat bevrijdt moeten passeren, loopt een aantal vrijbuiters dat er dan nauwelijks meer van opkijkt aan de andere kant te worden verwelkomd door een orkest dat een mooie tango van Malando speelt. Nikolaus Andrias, zijn ouders en zijn hele gezin werden op 16 mei 1944 door de Nederlandse politie opgepakt. Ze woonden in de Bilderdijkstraat in Den Haag. Joseph pakte zijn sigaretten, hij presenteerde en stak

op. 2.169.2 Origin De Moor, Margriet, Hertog van Egypte. Amsterdam, Querido, 1996. 2.169.3 Labels Typ : 2 [S(L)i V & SLi V] Sprache : Niederländisch Text : MMd Subjekt : = 1. Subjekt Form : DP +def Art 1. Subjekt Bekanntheit : ungebraucht 1. Subjekt thematische Rolle : Patiens 2. Subjekt thematische Rolle : Patiens 2. Verb Person und Numerus : 3. P. Sg. 2. Verb eindeutig : (pro)nom. 'Nom./Akk.' adjazent : Koordinator : maar Kohärenzbeziehung : Kontrast 2.170 Observation 170 2.170.1 Contents Frankreich schickt sie auf die Galeeren, Preußen hängt sie auf, und in der Republik der Vereinigten Niederlande hat man nach dem Achtzigjährigen Krieg endlich die Hände frei. Die vernünftigen Grenzprovinzen Gelderland und Overijssel setzen sich mit ihren Nachbarn im Osten über eine umfassende Lösung ins Benehmen, Kleve und Münster sind durchaus für eine Zusammenarbeit. Das auserwählte Volk ist nicht als einziges auserwählt, es hat einen jüngeren Bruder. Einen pfiffigen Burschen. Einen gefährlichen Außenseiter. <MATCH>Der Ewige Jude ist nicht allein unterwegs, sondern wird von einem Landstreicher auf bloßen Füßen begleitet, begabt, außerordentlich musikalisch, aber leider völlig ungebildet. Neben Spinoza geht ein anonymer Phantast und schwadroniert von dem noch nicht erschaffenen All, in dem eines Tages der Gott erschienen sei und neben ihm sein Kumpel, der Teufel, und dass diese beiden nichts als Worte seien: eine ewigdauernde Geschichte von Gut und Böse. Berlioz lauscht einem Rákóczi auf der Violine, Freud wird von einer Träume deutenden alten Frau begleitet, die puri dai genannt wird; unter den Massen, die durch das Tor mit der Aufschrift, dass Arbeit frei macht, gehen müssen, gibt es eine Reihe von Abenteurern, die denn auch kaum überrascht sind, auf der anderen Seite von einer Kapelle begrüßt zu werden, die eine schöne Polka spielt. Nikolaus Andrias, seine Eltern und seine ganze Familie werden am 16. Mai 1944 von der niederländischen Polizei festgenommen. Sie hatten in der Bilderdijkstraat in Den Haag gewohnt. Joseph griff nach seinen Zigaretten, bot an und steckte sich selbst eine an.

2.170.2 Origin De Moor, Margriet, Herzog von Ägypten. Amsterdam, Hanser, C /VM, 1996. Aus dem Niederländischen von Helga von Breuningen. 2.170.3 Labels Typ : 2 [S(L)i V & SLi V] Sprache : Deutsch Text : MMd Subjekt : = 1. Subjekt Form : DP +def Art 1. Subjekt Bekanntheit : ungebraucht 1. Subjekt thematische Rolle : Patiens 2. Subjekt thematische Rolle : Patiens 2. Verb Person und Numerus : 3. P. Sg. 2. Verb eindeutig : + (pro)nom. 'Nom./Akk.' adjazent : Koordinator : sondern Kohärenzbeziehung : Kontrast 2.171 Observation 171 2.171.1 Contents Het begon net licht te worden. Zes uur in de ochtend. Het weggetje liep langs een weiland waar de koeien met de koppen boven de grondnevel uitstaken. Ik hoef maar bij de boerderij van Gerard te gaan staan en ik zie in de verte het punt waar ze toen de weg op zijn gedraaid. Joseph reed voorzichtig. <MATCH>In de spiegel keek hij zo nu en dan bezorgd naar het gezicht van de oude man die een beroerde nacht had gehad, maar eigenlijk was hij in de stemming van iemand die bij een boom alleen aan een boom denkt en bij een kuil in de weg alleen aan een kuil in de weg. Toen hij dus bij de eik op het erf van Gerard toevallig omhoogkeek zodat zijn blik op het zigeunerteken viel, dacht hij aan niets anders dan aan wat hij zag: twee golvende lijnen, gekruist door een derde. Ik hoorde hem overschakelen toen hij voorbijreed - ontzettend knap en ernstig - en ik maak me sterk dat hij niet eens wist dat die lijnen, in een mythischer tijd, een welkom hadden betekend, een seintje van de ene vreemdeling aan de ander dat hier geschikte lui woonden, lui met wie je kon eten en praten, ik betwijfel of hij dat wist want over die magische tekens hoor je de zotste dingen en achter de waarheid kom je niet. Van iets anders ben ik evenmin helemaal zeker: of Joseph, overschakelend in z'n drie, niet al een klein beetje aanvoelde dat in de loop van datzelfde jaar zijn pak, 's nachts, op dit adres over een stoel zou komen te liggen en zijn lage zwarte schoenen onder het bed zouden komen te staan van de roodharige dochter des huizes. Je weet het niet met die dingen. Er was tenslotte al iets voorbereid. 2.171.2 Origin

De Moor, Margriet, Hertog van Egypte. Amsterdam, Querido, 1996. 2.171.3 Labels Typ : 4 [V Si & X V Si,j] Sprache : Niederländisch Text : MMd Subjekt : = 1. Subjekt Form : Perspron potenziell red 1. Subjekt Bekanntheit : evoziert 1. Subjekt thematische Rolle : Agens 2. Subjekt thematische Rolle : Patiens 2. Verb Person und Numerus : 3. P. Sg. 2. Verb eindeutig : (pro)nom. 'Nom./Akk.' adjazent : Koordinator : maar Kohärenzbeziehung : Erwartungsverletzung 2.172 Observation 172 2.172.1 Contents Es begann gerade hell zu werden. Sechs Uhr morgens. Der Weg führte an einer Weide vorbei, auf der Kühe mit den Köpfen aus dem Bodennebel ragten. Ich brauche mich nur vor Gerards Gehöft zu stellen und sehe in der Ferne den Punkt, wo sie damals auf die Straße gebogen sind. Joseph fuhr vorsichtig. <MATCH>Im Spiegel blickte er von Zeit zu Zeit besorgt auf das Gesicht des alten Mannes, der eine schlimme Nacht hinter sich hatte, aber eigentlich war er in der Stimmung eines Menschen, der bei einem Baum nur an einen Baum denkt und bei einem Schlagloch nur an ein Schlagloch. Als er also bei der Eiche auf Gerards Hof zufällig nach oben schaute, so dass sein Blick auf das Zigeunerzeichen fiel, dachte er an nichts anderes als an das, was er sah: zwei Wellenlinien, die von einer dritten gekreuzt wurden. Ich hörte ihn schalten, als er vorbeifuhr - unheimlich gutaussehend, ernst -, und ich bin überzeugt, er wusste nicht, dass diese Linien in einer mythischeren Zeit einen Willkommensgruß bedeutet hatten, das Zeichen eines Fremden an einen anderen, dass hier umgängliche Leute wohnen, Leute, mit denen man essen und reden kann; ich bezweifele, dass er das wusste, denn über diese magischen Zeichen hört man die verrücktesten Dinge, und die Wahrheit erfährt man nicht. Etwas anderes kann ich mit ebensowenig Sicherheit sagen: ob Joseph, als er in den dritten Gang schaltete, nicht schon eine ganz leise Ahnung hatte, dass noch im Laufe ebendieses Jahres sein Anzug nachts, an dieser Adresse, über einem Stuhl hängen und seine Schuhe unter dem Bett der rothaarigen Tochter des Hauses stehen würden. Man weiß ja nie. Schließlich war bereits etwas vorbereitet. 2.172.2 Origin De Moor, Margriet, Herzog von Ägypten. Amsterdam, Hanser, C /VM, 1996.

Aus dem Niederländischen von Helga von Breuningen. 2.172.3 Labels Typ : 4 [V Si & X V Si,j] Sprache : Deutsch Text : MMd Subjekt : = 1. Subjekt Form : Perspron 1. Subjekt Bekanntheit : evoziert 1. Subjekt thematische Rolle : Agens 2. Subjekt thematische Rolle : Patiens 2. Verb Person und Numerus : 3. P. Sg. 2. Verb eindeutig : (pro)nom. 'Nom./Akk.' adjazent : Koordinator : aber Kohärenzbeziehung : Erwartungsverletzung 2.173 Observation 173 2.173.1 Contents Taal en dromen. Op die vlakte vindt het ware verhaal plaats en wie er wat van opschrijft, neemt dat in bezit. Maar dié lui schrijven niets op! Drie dagen na de begrafenis begon Joseph in te pakken. Branco en de drie dochters van Katya eveneens. <MATCH>Wat niet wordt opgeschreven, wordt geen tekst, maar blijft beeld. Katya zat aan tafel in haar keuken. In haar hand een kristallen glas met gouden rand. Er wordt niets gerangschikt in de tijd. Ze pakte een limonadefles die voor haar stond en keek verbijsterd naar het etiket. Oorzaak en gevolg hebben geen vaste plaats. 2.173.2 Origin De Moor, Margriet, Hertog van Egypte. Amsterdam, Querido, 1996. 2.173.3 Labels Typ : 2 [S(L)i V & SLi V] Sprache : Niederländisch Text : MMd Subjekt : = 1. Subjekt Form : Nebensatz 1. Subjekt Bekanntheit : inferierbar 1. Subjekt thematische Rolle : Patiens 2. Subjekt thematische Rolle : Patiens 2. Verb Person und Numerus : 3. P. Sg. 2. Verb eindeutig : -

(pro)nom. 'Nom./Akk.' adjazent : + = + Koordinator : maar Kohärenzbeziehung : Kontrast 2.174 Observation 174 2.174.1 Contents Sprache und Träume. Auf dieser Ebene findet die wahre Geschichte statt, und wer etwas davon aufschreibt, nimmt es in Besitz. Aber diese Leute schreiben ja nichts auf! Drei Tage nach der Beerdigung begann Joseph einzupacken. Branco und die drei Töchter von Katya ebenso. <MATCH>Was nicht aufgeschrieben wird, wird kein Text, sondern bleibt Bild. Katya saß in ihrer Küche am Tisch. In der Hand ein Kristallglas mit goldenem Rand. Es wird nichts eingeordnet in die Zeit. Sie nahm eine Limonadeflasche, die vor ihr stand, und schaute verdutzt auf das Etikett. Ursache und Wirkung haben keinen festen Platz. 2.174.2 Origin De Moor, Margriet, Herzog von Ägypten. Amsterdam, Hanser, C /VM, 1996. Aus dem Niederländischen von Helga von Breuningen. 2.174.3 Labels Typ : 2 [S(L)i V & SLi V] Sprache : Deutsch Text : MMd Subjekt : = 1. Subjekt Form : Nebensatz 1. Subjekt Bekanntheit : inferierbar 1. Subjekt thematische Rolle : Patiens 2. Subjekt thematische Rolle : Patiens 2. Verb Person und Numerus : 3. P. Sg. 2. Verb eindeutig : (pro)nom. 'Nom./Akk.' adjazent : + = + Koordinator : sondern Kohärenzbeziehung : Kontrast 2.175 Observation 175 2.175.1 Contents Ze vertelden elkaar verhalen. Tussen toen en vijftien jaar later hoorde Joseph allerlei anekdotes over zijn verdwenen ouders, zijn verdwenen ooms en tantes en kruiste hij soms vrijwel direct het pad van Parasja. Dat was goed. Dat deugde, absoluut. Toch kon de zon blijven opkomen en in rode strepen weer ondergaan, vroeg of laat werd Joseph opnieuw van de weg

gepikt. Werden zijn papieren tussen vier vingers wrevelig bekeken <MATCH>en op zo'n moment was ik beslist geen blauwig landschap meer, maar stak ik tot over mijn oren in een compromitterend vel dat mij totaal niet aanstond - 'Hier kunt u niet blijven. Wat is uw bestemming. Verspreiden alstublieft, mensen. Voorschriften.' - en dan voelde ik me tot in mijn ziel beschaamd en wist ik dat ik mij zelfs de vriendelijke politieman, die alles goed wilde doen, aan moest trekken. Waarom bleef Joseph zo lankmoedig tegen deze meneer? 2.175.2 Origin De Moor, Margriet, Hertog van Egypte. Amsterdam, Querido, 1996. 2.175.3 Labels Typ : 3 [V Si & V Si,j] Sprache : Niederländisch Text : MMd Subjekt : = 1. Subjekt Form : Perspron potenziell red 1. Subjekt Bekanntheit : evoziert 1. Subjekt thematische Rolle : Patiens 2. Subjekt thematische Rolle : Patiens 2. Verb Person und Numerus : 1. P. Sg. 2. Verb eindeutig : (pro)nom. 'Nom./Akk.' adjazent : Koordinator : maar Kohärenzbeziehung : Kontrast 2.176 Observation 176 2.176.1 Contents Sie erzählten einander Geschichten. In den darauffolgenden fünfzehn Jahren hörte Joseph alle möglichen Anekdoten von seinen verschwundenen Eltern, seinen verschwundenen Onkeln und Tanten, und manchmal kreuzte er beinahe Parasjas Weg. Das war gut. Das war in Ordnung, absolut. Und doch konnte die Sonne weiterhin aufgehen und rotstreifig wieder untergehen - über kurz oder lang wurde Joseph erneut an den Rand gewinkt. Wurden seine Papiere zwischen spitzen Fingern unwirsch geprüft, <MATCH>und in einem solchen Moment war ich gewiss keine bläuliche Landschaft mehr, sondern steckte bis über die Ohren in einer kompromittierenden Haut, die mir absolut nicht gefiel - 'Hier können Sie nicht bleiben. Wohin wollen Sie. Auseinandergehen, Leute. Vorschriften' -, und dann fühlte ich mich bis ins Mark beschämt und wusste, dass mich nicht einmal der freundlichste Polizist, der alles richtig machen wollte, kaltlassen durfte. Warum blieb Joseph so langmütig gegenüber diesem Herrn? 2.176.2 Origin

De Moor, Margriet, Herzog von Ägypten. Amsterdam, Hanser, C /VM, 1996. Aus dem Niederländischen von Helga von Breuningen. 2.176.3 Labels Typ : 1 [V Si & SLi? V SLi?] Sprache : Deutsch Text : MMd Subjekt : = 1. Subjekt Form : Perspron 1. Subjekt Bekanntheit : evoziert 1. Subjekt thematische Rolle : Patiens 2. Subjekt thematische Rolle : Patiens 2. Verb Person und Numerus : 3. P. Sg. 2. Verb eindeutig : (pro)nom. 'Nom./Akk.' adjazent : Koordinator : sondern Kohärenzbeziehung : Kontrast 2.177 Observation 177 2.177.1 Contents Tussen de struiken de marechaussee. In lange jassen, sabel opzij, maken ze nachtelijke overuren. Gerard heeft in de Benckelose Courant de volgende kop gelezen. Zigeunerbende gesignaleerd Winkeliers opgepast. Hij spreekt erover met zijn vrouw. Nog datzelfde uur fietst hij naar het bivak in het bos en nodigt de hele groep op zijn met mei- en esdoorns omzoomde weiland. <MATCH>Ik geloof dat hij kwaad was, en domweg zin kreeg om iets te doen, maar ik geloof niet dat hij al begreep wat het is om tot het opgejaagde wild te behoren. Toen hij dat wel deed, zo'n vijf jaar later, zaten hij en Jannosch Franz in hetzelfde schuitje en werden ze allebei in dezelfde nacht opgepakt. Hij maakt een mistroostig geluid. Met zijn handen op de werkbank kijkt hij naar de bleke wortels van de witlof die vandaag nog het water in moeten. 'Als we willen hebben we het zootje er toch zeker over een uur in?' klinkt het. Hij kent die bezielde toon. 2.177.2 Origin De Moor, Margriet, Hertog van Egypte. Amsterdam, Querido, 1996. 2.177.3 Labels Typ : 7 [S(L)i V & Si V] Sprache : Niederländisch Text : MMd

Subjekt : = 1. Subjekt Form : Perspron potenziell red 1. Subjekt Bekanntheit : evoziert 1. Subjekt thematische Rolle : Experiencer 2. Subjekt thematische Rolle : Experiencer 2. Verb Person und Numerus : 1. P. Sg. 2. Verb eindeutig : (pro)nom. 'Nom./Akk.' adjazent : Koordinator : maar Kohärenzbeziehung : Kontrast 2.178 Observation 178 2.178.1 Contents Im Gebüsch die Militärpolizei. In langen Mänteln, den Säbel an der Seite, schieben sie nächtens Überstunden. Gerard hat im Benckelose Courant die folgende Schlagzeile gelesen: Zigeunerbande gesichtet. Ladenbesitzer aufgepasst. Er spricht mit seiner Frau darüber. Noch in derselben Stunde radelt er zu dem Lager im Wald und lädt die ganze Gruppe auf seine mit Weißdorn und Ahorn gesäumte Weide ein. <MATCH>Ich glaube, dass er böse war und einfach Lust bekam, etwas zu tun, aber ich glaube nicht, dass er bereits verstand, was es heißt, zum gejagten Wild zu gehören. Als er es verstand, etwa fünf Jahre später, da saßen er und Jannosch Franz im selben Boot und wurden beide in derselben Nacht geschnappt. Er knurrt missmutig. Die Hände auf der Werkbank, schaut er auf die Chicoreewurzeln, die heute noch ins Wasser müssen. Wenn wir wollen, dann haben wir diese Ladung doch in einer Stunde drin, meinst du nicht?' hört er. Er kennt diesen schwungvollen Ton. 2.178.2 Origin De Moor, Margriet, Herzog von Ägypten. Amsterdam, Hanser, C /VM, 1996. Aus dem Niederländischen von Helga von Breuningen. 2.178.3 Labels Typ : 7 [S(L)i V & Si V] Sprache : Deutsch Text : MMd Subjekt : = 1. Subjekt Form : Perspron 1. Subjekt Bekanntheit : evoziert 1. Subjekt thematische Rolle : Experiencer 2. Subjekt thematische Rolle : Experiencer 2. Verb Person und Numerus : 1. P. Sg. 2. Verb eindeutig : +/(pro)nom. 'Nom./Akk.' adjazent : Koordinator : aber

Kohärenzbeziehung : Kontrast 2.179 Observation 179 2.179.1 Contents Feit is, dat de ochtend daarop een ploegje van zo'n tien marechaussees op de fiets naar het bos glibberde, honden waren erbij, waar een kumpania van drie wagens stond. Vrijheid, of verstoring? Als het leven alleen zou voortspinnen op wat het instinct altijd al heeft geweten, dan zou Joseph nooit winters lang binnen de muren van een huis zijn gebleven. Maar het leven bestaat ook uit voortekenen en toen Lucie dankbaar van hem opstak, die middag in de kroeg, zat het er dik in dat hij de daaropvolgende zestien, zeventien jaar met haar in zijn slee door het dorp zou rijden, eerst met haar alleen, en later met twee, drie kleintjes achterin en vaak genoeg ook nog een aangehaakte trailer waarin een paar ongeruste paarden naar Delden of naar Zwolle moesten getransporteerd. Dan reed hij kalmpjes aan, voor zijn doen, want paarden hebben een absoluut gevoel voor snelheid en harder dan tachtig vinden ze rot. Best mogelijk dat Lucie dan over Jan Salie ging zingen en Joseph zijn grijns wel onder zijn snor verborg, maar de strekking van het liedje intussen een stuk beter inschatte dan de toen tweejarige Johan of Katharina van vijf maanden: <MATCH>Jan Salie met zijn bleke wang, is voor de kou geweldig bang, hij warmt zijn voetjes bij de haard, bij 't vuur waar moeders pappot staat. Zo is dat, en geef hem eens ongelijk. Tegenwoordig is er iets met ze dat me onrustig maakt. Ze zijn stil geworden. En aan de linkerkant van de boerderij wordt door een paar mensen tot acht uur doorgeslapen. De vader van Lucie, die onder hetzelfde dak woont, is dan al lang bezig. 2.179.2 Origin De Moor, Margriet, Hertog van Egypte. Amsterdam, Querido, 1996. 2.179.3 Labels Typ : 7 [S(L)i V & Si V] Sprache : Niederländisch Text : MMd Subjekt : = 1. Subjekt Form : NP +def Eigenname 1. Subjekt Bekanntheit : evoziert 1. Subjekt thematische Rolle : Patiens 2. Subjekt thematische Rolle : Agens 2. Verb Person und Numerus : 3. P. Sg. 2. Verb eindeutig : (pro)nom. 'Nom./Akk.' adjazent : + = Koordinator : Komma Kohärenzbeziehung : Parallele/Folge 2.180 Observation 180

2.180.1 Contents Tatsache ist, dass am Morgen danach ein Trupp von ungefähr zehn Mann Militärpolizei auf Fahrrädern mitsamt Hunden in den Wald schlitterten, in dem eine aus drei Wagen bestellende kumpania stand. Freiheit oder Störung? Wenn das Leben nur das weiterspinnen wurde, was der Instinkt schon immer gewusst hat, dann wäre Joseph niemals ganze Winter lang innerhalb der Wände eines Hauses geblieben. Aber das Leben besteht auch aus Vorzeichen, und als Lucie damals, mittags im Wirtshaus, dankbar eine Zigarette von ihm annahm, da deutete einiges darauf hin, dass er die nächsten sechzehn, siebzehn Jahre mit ihr in seinem Schlitten durchs Dorf fahren würde, erst mit ihr allein und später mit zwei, drei Kleinen auf der Rückbank, und oft genug auch noch mit einem Anhänger hintendran, in dem ein paar unruhige Pferde nach Delden oder nach Zwolle gebracht werden mussten. Dann fuhr er langsam, jedenfalls für seine Verhältnisse, denn Pferde haben ein absolutes Gespür für Geschwindigkeit, und schneller als achtzig finden sie grässlich. Gut möglich, dass Lucie dann von Jan Salie sang und Joseph sich zwar eins grinste, den Tenor des Lieds aber ein ganzes Stück besser einzuschätzen verstand als der damals zweijährige Johan oder die fünf Monate alte Katharina: <MATCH>Jan Salie mit der bleichen Wang', ist vor der Kälte schrecklich bang, wärmt sich am Herd die kalten Füße, wo auch der Breitopf steht, der süße. So ist das, und wer wollte es ihm verübeln. Jetzt ist irgendwas mit ihnen, was mich unruhig macht. Sie sind still geworden. Und auf der linken Seite des Bauernhofs schlafen ein paar Leute bis acht Uhr morgens. Lucies Vater, der unter demselben Dach wohnt, ist dann schon längst auf den Beinen. 2.180.2 Origin De Moor, Margriet, Herzog von Ägypten. Amsterdam, Hanser, C /VM, 1996. Aus dem Niederländischen von Helga von Breuningen. 2.180.3 Labels Typ : 2 [S(L)i V & SLi V] Sprache : Deutsch Text : MMd Subjekt : = 1. Subjekt Form : NP +def Eigenname 1. Subjekt Bekanntheit : evoziert 1. Subjekt thematische Rolle : Patiens 2. Subjekt thematische Rolle : Agens 2. Verb Person und Numerus : 3. P. Sg. 2. Verb eindeutig : (pro)nom. 'Nom./Akk.' adjazent : Koordinator : Komma Kohärenzbeziehung : Folge/Parallele 2.181 Observation 181

2.181.1 Contents Tegenwoordig is er iets met ze dat me onrustig maakt. Ze zijn stil geworden. En aan de linkerkant van de boerderij wordt door een paar mensen tot acht uur doorgeslapen. De vader van Lucie, die onder hetzelfde dak woont, is dan al lang bezig. Hij heeft investeringen gedaan in de witlof en controleert elke ochtend de schuur waar door middel van water en kunstvoeding een idioot snelle oogst in de maak is. <MATCH>Vandaag is Lucie net op tijd geweest om achter haar schoolgaande kinderen de deur dicht te doen, heeft ze koffiegezet en een sigaret opgestoken, als Joseph tegen haar zegt: 'Ik ga de merrie wegdoen.' Hij kijkt haar niet aan als hij het zegt, hij kijkt naar de honden bij hun lege bakken. Hij draagt een donkerbruin pak, een trui, zijn voeten zijn nog bloot. Ook Lucie kijkt voor zich uit en al zou ze dat niet doen, dan zou ze nog niet zien dat Joseph bezig is een ander mens te worden, zijn gezicht beniger, zijn handen witter. 'Welke merrie?' vraagt ze dom. Hij pakt zijn koffie van haar aan en loopt naar de ramen. 2.181.2 Origin De Moor, Margriet, Hertog van Egypte. Amsterdam, Querido, 1996. 2.181.3 Labels Typ : 3 [V Si & V Si,j] Sprache : Niederländisch Text : MMd Subjekt : = 1. Subjekt Form : NP +def Eigenname 1. Subjekt Bekanntheit : evoziert 1. Subjekt thematische Rolle : Patiens 2. Subjekt thematische Rolle : Agens 2. Verb Person und Numerus : 3. P. Sg. 2. Verb eindeutig : + (pro)nom. 'Nom./Akk.' adjazent : Koordinator : Komma Kohärenzbeziehung : Parallele 2.182 Observation 182 2.182.1 Contents Jetzt ist irgendwas mit ihnen, was mich unruhig macht. Sie sind still geworden. Und auf der linken Seite des Bauernhofs schlafen ein paar Leute bis acht Uhr morgens. Lucies Vater, der unter demselben Dach wohnt, ist dann schon längst auf den Beinen. Er hat in Chicorée investiert und kontrolliert jeden Morgen den Schuppen, in dem mit Hilfe von Wasser und einer Nährlösung auf eine irrsinnig schnelle Ernte hingearbeitet wird. <MATCH>Heute ist Lucie gerade noch rechtzeitig aufgestanden, um die Tür hinter ihren

Schulkindern zu schließen, sie hat Kaffee gekocht und sich eine Zigarette angezündet, als Joseph zu ihr sagt: 'Ich geb die Stute weg.' Er sieht sie nicht an, als er das sagt, er schaut zu den Hunden an den leeren Fressnäpfen. Er trägt einen dunkelbraunen Anzug, einen Pullover, die Füße sind noch nackt. Auch Lucie schaut vor sich, und selbst wenn sie das nicht täte, sähe sie trotzdem nicht, dass Joseph im Begriff ist, ein anderer zu werden, mit knochigerem Gesicht und weißeren Händen. 'Welche Stute?' fragt sie dumm. Er nimmt den Kaffee, den sie ihm reicht, und geht zum Fenster. 2.182.2 Origin De Moor, Margriet, Herzog von Ägypten. Amsterdam, Hanser, C /VM, 1996. Aus dem Niederländischen von Helga von Breuningen. 2.182.3 Labels Typ : 5 [V Si & Si,j V] Sprache : Deutsch Text : MMd Subjekt : = 1. Subjekt Form : NP +def Eigenname 1. Subjekt Bekanntheit : evoziert 1. Subjekt thematische Rolle : Patiens 2. Subjekt thematische Rolle : Agens 2. Verb Person und Numerus : 3. P. Sg. 2. Verb eindeutig : + (pro)nom. 'Nom./Akk.' adjazent : + = + Koordinator : Komma Kohärenzbeziehung : Parallele 2.183 Observation 183 2.183.1 Contents Ze zijn stil geworden. En aan de linkerkant van de boerderij wordt door een paar mensen tot acht uur doorgeslapen. De vader van Lucie, die onder hetzelfde dak woont, is dan al lang bezig. Hij heeft investeringen gedaan in de witlof en controleert elke ochtend de schuur waar door middel van water en kunstvoeding een idioot snelle oogst in de maak is. Vandaag is Lucie net op tijd geweest om achter haar schoolgaande kinderen de deur dicht te doen, heeft ze koffiegezet en een sigaret opgestoken, als Joseph tegen haar zegt: 'Ik ga de merrie wegdoen.' <MATCH>Hij kijkt haar niet aan als hij het zegt, hij kijkt naar de honden bij hun lege bakken. Hij draagt een donkerbruin pak, een trui, zijn voeten zijn nog bloot. Ook Lucie kijkt voor zich uit en al zou ze dat niet doen, dan zou ze nog niet zien dat Joseph bezig is een ander mens te worden, zijn gezicht beniger, zijn handen witter. 'Welke merrie?' vraagt ze dom. Hij pakt zijn koffie van haar aan en loopt naar de ramen. De keuken is ruim.

2.183.2 Origin De Moor, Margriet, Hertog van Egypte. Amsterdam, Querido, 1996. 2.183.3 Labels Typ : 7 [S(L)i V & Si V] Sprache : Niederländisch Text : MMd Subjekt : = 1. Subjekt Form : Perspron voll 1. Subjekt Bekanntheit : evoziert 1. Subjekt thematische Rolle : Agens 2. Subjekt thematische Rolle : Agens 2. Verb Person und Numerus : 3. P. Sg. 2. Verb eindeutig : (pro)nom. 'Nom./Akk.' adjazent : Koordinator : Komma Kohärenzbeziehung : Parallele 2.184 Observation 184 2.184.1 Contents Sie sind still geworden. Und auf der linken Seite des Bauernhofs schlafen ein paar Leute bis acht Uhr morgens. Lucies Vater, der unter demselben Dach wohnt, ist dann schon längst auf den Beinen. Er hat in Chicorée investiert und kontrolliert jeden Morgen den Schuppen, in dem mit Hilfe von Wasser und einer Nährlösung auf eine irrsinnig schnelle Ernte hingearbeitet wird. Heute ist Lucie gerade noch rechtzeitig aufgestanden, um die Tür hinter ihren Schulkindern zu schließen, sie hat Kaffee gekocht und sich eine Zigarette angezündet, als Joseph zu ihr sagt: 'Ich geb die Stute weg.' <MATCH>Er sieht sie nicht an, als er das sagt, er schaut zu den Hunden an den leeren Fressnäpfen. Er trägt einen dunkelbraunen Anzug, einen Pullover, die Füße sind noch nackt. Auch Lucie schaut vor sich, und selbst wenn sie das nicht täte, sähe sie trotzdem nicht, dass Joseph im Begriff ist, ein anderer zu werden, mit knochigerem Gesicht und weißeren Händen. 'Welche Stute?' fragt sie dumm. Er nimmt den Kaffee, den sie ihm reicht, und geht zum Fenster. Die Küche ist geräumig. 2.184.2 Origin De Moor, Margriet, Herzog von Ägypten. Amsterdam, Hanser, C /VM, 1996. Aus dem Niederländischen von Helga von Breuningen. 2.184.3 Labels Typ : 7 [S(L)i V & Si V]

Sprache : Deutsch Text : MMd Subjekt : = 1. Subjekt Form : Perspron 1. Subjekt Bekanntheit : evoziert 1. Subjekt thematische Rolle : Experiencer 2. Subjekt thematische Rolle : Agens 2. Verb Person und Numerus : 3. P. Sg. 2. Verb eindeutig : (pro)nom. 'Nom./Akk.' adjazent : Koordinator : Komma Kohärenzbeziehung : Parallele 2.185 Observation 185 2.185.1 Contents De oude man doet geërgerd een stap achteruit. Een moment kijken ze elkaar aan. 'Je zou turfmolm besteld hebben.' 'Heb ik gedaan, ja hoor, zeker weten,' zegt ze. 'Waar blijft het dan?' '<MATCH>Ze brengen het vanmiddag, let op mijn woorden, ze brengen het weer eens een weekje te laat. Weet je nog van dat stapelhout?' Als je de zeventig bent gepasseerd, staan de meeste dingen vast, vast in het verleden. Gerard is weduwnaar. Hij bewoont het rechtergedeelte van de boerderij van zijn voorouders, maar hun land heeft hij stukje bij beetje verkocht. Toen zijn vrouw tijdens de oorlog beviel, hoopte hij op een zoon, maar kreeg hij de roodharige dochter die zijn enige kind zou blijven. 2.185.2 Origin De Moor, Margriet, Hertog van Egypte. Amsterdam, Querido, 1996. 2.185.3 Labels Typ : 7 [S(L)i V & Si V] Sprache : Niederländisch Text : MMd Subjekt : = 1. Subjekt Form : Perspron red 1. Subjekt Bekanntheit : evoziert 1. Subjekt thematische Rolle : Agens 2. Subjekt thematische Rolle : Agens 2. Verb Person und Numerus : 3. P. Pl. 2. Verb eindeutig : (pro)nom. 'Nom./Akk.' adjazent : + = Koordinator : Komma Kohärenzbeziehung : Parallele

2.186 Observation 186 2.186.1 Contents Der alte Mann tritt verärgert einen Schritt zurück. Einen Moment lang sehen sie sich an. 'Du wolltest Torfmull bestellen.' 'Hab ich auch getan, aber klar doch', sagt sie. 'Wo ist er denn?' '<MATCH>Der kommt heute nachmittag, garantiert, sie bringen ihn wieder mal eine Woche zu spät. Weißt du noch, mit dem Klafterholz?' Wenn man jenseits der Siebzig ist, stehen die meisten Dinge fest, fest in der Vergangenheit. Gerard ist Witwer. Er bewohnt den rechten Teil des Hofs seiner Vorfahren, ihr Land hat er allerdings Stück für Stück verkauft. Als seine Frau während des Krieges niederkam, hatte er auf einen Sohn gehofft, aber er bekam die rothaarige Tochter, die sein einziges Kind bleiben sollte. 2.186.2 Origin De Moor, Margriet, Herzog von Ägypten. Amsterdam, Hanser, C /VM, 1996. Aus dem Niederländischen von Helga von Breuningen. 2.186.3 Labels Typ : n.a. [S(L)i V & Sj] Sprache : Deutsch Text : MMd Subjekt : n.a. 1. Subjekt Form : n.a. 1. Subjekt Bekanntheit : n.a. 1. Subjekt thematische Rolle : n.a. 2. Subjekt thematische Rolle : n.a. 2. Verb Person und Numerus : n.a. 2. Verb eindeutig : n.a. (pro)nom. 'Nom./Akk.' adjazent : n.a. Koordinator : n.a. Kohärenzbeziehung : n.a. 2.187 Observation 187 2.187.1 Contents Wie hem in het begin van de jaren zestig oud noemde, overdreef niet. Mannen en vrouwen van zijn leeftijd waren toen, op het vasteland van Europa, oude zeldzaamheden als ze een olijfbruine huid hadden, gouden tanden, blauwachtig haar en de ogen van een uitgebluste saltospringer. Als hun uiterlijk zo'n uiterlijk was dat beschavingen op het idee van de brandstapel bracht. Die dingen gaan altijd sluipend. Er is een beetje overlast, een beetje antipathie, maar ineens gaan ze overal aanplakken dat alle bedriegers die bekend staan als Bohemers en Egyptiërs het land uit moeten: we zijn dan in de zestiende eeuw. <MATCH>Humanistisch Europa bouwt, legt droog, ontgint. Het kijkt geïrriteerd

naar een bepaald soort mensen dat daar helemaal niet ondersteboven van is en roept om meer politie. Vanaf nu worden de onbegrijpelijke zwervers over de grens gezet, en aan de andere kant natuurlijk weer terug. Vanaf nu wordt er gebrandmerkt, gegeseld, het rechteroor afgesneden en tevens het linker van wie zich opnieuw vertoont. Vanaf nu, en in de eeuwen die volgen, hebben ze het over een zigeunervraagstuk. Frankrijk stuurt ze naar de galeien, Pruisen hangt ze op, in de Republiek heeft men na tachtig jaar eindelijk de handen vrij. 2.187.2 Origin De Moor, Margriet, Hertog van Egypte. Amsterdam, Querido, 1996. 2.187.3 Labels Typ : 2 [S(L)i V & SLi V] Sprache : Niederländisch Text : MMd Subjekt : = 1. Subjekt Form : NP -def 1. Subjekt Bekanntheit : inferierbar 1. Subjekt thematische Rolle : Agens 2. Subjekt thematische Rolle : Agens 2. Verb Person und Numerus : 3. P. Sg. 2. Verb eindeutig : (pro)nom. 'Nom./Akk.' adjazent : Koordinator : Komma Kohärenzbeziehung : Ereignis 2.188 Observation 188 2.188.1 Contents Wer ihn Anfang der sechziger Jahre als alt bezeichnete, übertrieb nicht. Männer und Frauen seines Alters waren damals auf dem europäischen Festland eine große Seltenheit, wenn sie eine olivbraune Haut hatten, Goldzähne, stahlblaue Haare und die Augen eines ausgebrannten Saltospringers. Wenn ihr Äußeres dergestalt war, dass es Zivilisationen auf die Idee des Scheiterhaufens brachte. Diese Dinge entwickeln sich immer schleichend. Ein wenig Belästigung, ein wenig Antipathie, aber dann kleben plötzlich überall Anschläge, dass alle Betrüger, die unter dem Namen Bohemer und Ägypter bekannt sind, das Land zu verlassen haben: Wir befinden uns im sechzehnten Jahrhundert. <MATCH>Das humanistische Europa baut, legt trocken, macht urbar. Es schaut irritiert auf einen bestimmten Menschenschlag, den das nicht im geringsten erschüttert, und schreit nach mehr Polizei. Von jetzt an wird das unbegreifliche Gesindel des Landes verwiesen und vom Nachbarland natürlich wieder zurückgeschickt. Von jetzt an wird gebrandmarkt, gestäupt, das rechte Ohr abgeschnitten und auch noch das linke bei dem, der sich ein zweites Mal blicken lässt. Von jetzt an und in den darauffolgenden Jahrhunderten spricht man von einem Zigeunerproblem. Frankreich schickt sie auf die Galeeren, Preußen hängt sie auf, und in der Republik der Vereinigten Niederlande hat

man nach dem Achtzigjährigen Krieg endlich die Hände frei. 2.188.2 Origin De Moor, Margriet, Herzog von Ägypten. Amsterdam, Hanser, C /VM, 1996. Aus dem Niederländischen von Helga von Breuningen. 2.188.3 Labels Typ : 2 [S(L)i V & SLi V] Sprache : Deutsch Text : MMd Subjekt : = 1. Subjekt Form : DP +def Art 1. Subjekt Bekanntheit : inferierbar 1. Subjekt thematische Rolle : Agens 2. Subjekt thematische Rolle : Agens 2. Verb Person und Numerus : 3. P. Sg. 2. Verb eindeutig : (pro)nom. 'Nom./Akk.' adjazent : Koordinator : Komma Kohärenzbeziehung : Ereignis 2.189 Observation 189 2.189.1 Contents Wie hem in het begin van de jaren zestig oud noemde, overdreef niet. Mannen en vrouwen van zijn leeftijd waren toen, op het vasteland van Europa, oude zeldzaamheden als ze een olijfbruine huid hadden, gouden tanden, blauwachtig haar en de ogen van een uitgebluste saltospringer. Als hun uiterlijk zo'n uiterlijk was dat beschavingen op het idee van de brandstapel bracht. Die dingen gaan altijd sluipend. Er is een beetje overlast, een beetje antipathie, maar ineens gaan ze overal aanplakken dat alle bedriegers die bekend staan als Bohemers en Egyptiërs het land uit moeten: we zijn dan in de zestiende eeuw. Humanistisch Europa bouwt, <MATCH>legt droog, ontgint. Het kijkt geïrriteerd naar een bepaald soort mensen dat daar helemaal niet ondersteboven van is en roept om meer politie. Vanaf nu worden de onbegrijpelijke zwervers over de grens gezet, en aan de andere kant natuurlijk weer terug. Vanaf nu wordt er gebrandmerkt, gegeseld, het rechteroor afgesneden en tevens het linker van wie zich opnieuw vertoont. Vanaf nu, en in de eeuwen die volgen, hebben ze het over een zigeunervraagstuk. Frankrijk stuurt ze naar de galeien, Pruisen hangt ze op, in de Republiek heeft men na tachtig jaar eindelijk de handen vrij. 2.189.2 Origin -

2.189.3 Labels Typ : 2 [S(L)i V & SLi V] Sprache : Niederländisch Text : MMd Subjekt : = 1. Subjekt Form : Null 1. Subjekt Bekanntheit : evoziert 1. Subjekt thematische Rolle : Agens 2. Subjekt thematische Rolle : Agens 2. Verb Person und Numerus : 3. P. Sg. 2. Verb eindeutig : (pro)nom. 'Nom./Akk.' adjazent : Koordinator : Komma Kohärenzbeziehung : Ereignis 2.190 Observation 190 2.190.1 Contents Wer ihn Anfang der sechziger Jahre als alt bezeichnete, übertrieb nicht. Männer und Frauen seines Alters waren damals auf dem europäischen Festland eine große Seltenheit, wenn sie eine olivbraune Haut hatten, Goldzähne, stahlblaue Haare und die Augen eines ausgebrannten Saltospringers. Wenn ihr Äußeres dergestalt war, dass es Zivilisationen auf die Idee des Scheiterhaufens brachte. Diese Dinge entwickeln sich immer schleichend. Ein wenig Belästigung, ein wenig Antipathie, aber dann kleben plötzlich überall Anschläge, dass alle Betrüger, die unter dem Namen Bohemer und Ägypter bekannt sind, das Land zu verlassen haben: Wir befinden uns im sechzehnten Jahrhundert. Das humanistische Europa baut, <MATCH>legt trocken, macht urbar. Es schaut irritiert auf einen bestimmten Menschenschlag, den das nicht im geringsten erschüttert, und schreit nach mehr Polizei. Von jetzt an wird das unbegreifliche Gesindel des Landes verwiesen und vom Nachbarland natürlich wieder zurückgeschickt. Von jetzt an wird gebrandmarkt, gestäupt, das rechte Ohr abgeschnitten und auch noch das linke bei dem, der sich ein zweites Mal blicken lässt. Von jetzt an und in den darauffolgenden Jahrhunderten spricht man von einem Zigeunerproblem. Frankreich schickt sie auf die Galeeren, Preußen hängt sie auf, und in der Republik der Vereinigten Niederlande hat man nach dem Achtzigjährigen Krieg endlich die Hände frei. 2.190.2 Origin 2.190.3 Labels Typ : 2 [S(L)i V & SLi V] Sprache : Deutsch Text : MMd Subjekt : =

1. Subjekt Form : Null 1. Subjekt Bekanntheit : evoziert 1. Subjekt thematische Rolle : Agens 2. Subjekt thematische Rolle : Agens 2. Verb Person und Numerus : 3. P. Sg. 2. Verb eindeutig : (pro)nom. 'Nom./Akk.' adjazent : Koordinator : Komma Kohärenzbeziehung : Ereignis 2.191 Observation 191 2.191.1 Contents Vanaf nu worden de onbegrijpelijke zwervers over de grens gezet, en aan de andere kant natuurlijk weer terug. Vanaf nu wordt er gebrandmerkt, gegeseld, het rechteroor afgesneden en tevens het linker van wie zich opnieuw vertoont. Vanaf nu, en in de eeuwen die volgen, hebben ze het over een zigeunervraagstuk. Frankrijk stuurt ze naar de galeien, Pruisen hangt ze op, in de Republiek heeft men na tachtig jaar eindelijk de handen vrij. De verstandige grensprovincies Gelderland en Overijssel gaan maar eens met de buren over een grondige oplossing praten, Cleve en Munster zien wel wat in samenwerking. <MATCH>Het uitverkoren volk is niet als enige uitverkoren, het heeft een jongere broeder. Een handige pichem. Een gevaarlijke zelfkanter. De wandelende jood is niet alleen onderweg, maar wordt vergezeld door een landloper op blote voeten, begaafd, uitzonderlijk muzikaal, maar helaas totaal ongeletterd. Naast Spinoza loopt een anonieme fantast geweldig te oreren over het ongeschapen heelal waarin op een dag de God verscheen, met naast hem zijn makker de Duivel, en dat die twee enkel woorden zijn: een eeuwigdurend verhaal over goed en kwaad. Berlioz luistert naar een rakóczi op de viool, Freud wordt vergezeld door een dromenuitleggende oude vrouw die puri dal wordt genoemd; onder de massa's die de poort met het opschrift over werk dat bevrijdt moeten passeren, loopt een aantal vrijbuiters dat er dan nauwelijks meer van opkijkt aan de andere kant te worden verwelkomd door een orkest dat een mooie tango van Malando speelt. 2.191.2 Origin De Moor, Margriet, Hertog van Egypte. Amsterdam, Querido, 1996. 2.191.3 Labels Typ : 7 [S(L)i V & Si V] Sprache : Niederländisch Text : MMd Subjekt : = 1. Subjekt Form : DP +def Art 1. Subjekt Bekanntheit : inferierbar 1. Subjekt thematische Rolle : Patiens

2. Subjekt thematische Rolle : Possessor 2. Verb Person und Numerus : 3. P. Sg. 2. Verb eindeutig : + (pro)nom. 'Nom./Akk.' adjazent : + = + Koordinator : Komma Kohärenzbeziehung : Kontrast/Ausführung 2.192 Observation 192 2.192.1 Contents Von jetzt an wird das unbegreifliche Gesindel des Landes verwiesen und vom Nachbarland natürlich wieder zurückgeschickt. Von jetzt an wird gebrandmarkt, gestäupt, das rechte Ohr abgeschnitten und auch noch das linke bei dem, der sich ein zweites Mal blicken lässt. Von jetzt an und in den darauffolgenden Jahrhunderten spricht man von einem Zigeunerproblem. Frankreich schickt sie auf die Galeeren, Preußen hängt sie auf, und in der Republik der Vereinigten Niederlande hat man nach dem Achtzigjährigen Krieg endlich die Hände frei. Die vernünftigen Grenzprovinzen Gelderland und Overijssel setzen sich mit ihren Nachbarn im Osten über eine umfassende Lösung ins Benehmen, Kleve und Münster sind durchaus für eine Zusammenarbeit. <MATCH>Das auserwählte Volk ist nicht als einziges auserwählt, es hat einen jüngeren Bruder. Einen pfiffigen Burschen. Einen gefährlichen Außenseiter. Der Ewige Jude ist nicht allein unterwegs, sondern wird von einem Landstreicher auf bloßen Füßen begleitet, begabt, außerordentlich musikalisch, aber leider völlig ungebildet. Neben Spinoza geht ein anonymer Phantast und schwadroniert von dem noch nicht erschaffenen All, in dem eines Tages der Gott erschienen sei und neben ihm sein Kumpel, der Teufel, und dass diese beiden nichts als Worte seien: eine ewigdauernde Geschichte von Gut und Böse. Berlioz lauscht einem Rákóczi auf der Violine, Freud wird von einer Träume deutenden alten Frau begleitet, die puri dai genannt wird; unter den Massen, die durch das Tor mit der Aufschrift, dass Arbeit frei macht, gehen müssen, gibt es eine Reihe von Abenteurern, die denn auch kaum überrascht sind, auf der anderen Seite von einer Kapelle begrüßt zu werden, die eine schöne Polka spielt. 2.192.2 Origin De Moor, Margriet, Herzog von Ägypten. Amsterdam, Hanser, C /VM, 1996. Aus dem Niederländischen von Helga von Breuningen. 2.192.3 Labels Typ : 7 [S(L)i V & Si V] Sprache : Deutsch Text : MMd Subjekt : = 1. Subjekt Form : DP +def Art 1. Subjekt Bekanntheit : inferierbar 1. Subjekt thematische Rolle : Patiens

2. Subjekt thematische Rolle : Possessor 2. Verb Person und Numerus : 3. P. Sg. 2. Verb eindeutig : + (pro)nom. 'Nom./Akk.' adjazent : + =/= Koordinator : Komma Kohärenzbeziehung : Kontrast/Ausführung 2.193 Observation 193 2.193.1 Contents Na het begrafenismaal, dat ondanks twee plensbuien de volle rest van de dag duurde, werd bij een laatste opvlammende zon het houtvuur weer aangewakkerd. De schroeilucht van Nikolaus' pak, zijn schoenen, zijn sokken en zijn hoed loste tegen de ochtend op toen een nieuw noodweer boven het kamp losbrak. 'De Andriasfamilie? Wat? Alweer vertrokken?' zeiden ze twee dagen later op het gemeentehuis van Almelo. Ze begrepen niet waarom de zigeuners waren weggegaan <MATCH>want nu stónden ze legaal, nu wérd er gepraat over werk in de veevoederfabriek. Hoe had Sociale Zaken moeten snappen dat er sinds een recent sterfgeval iets gloeiends, iets onverdraaglijk wanordelijks tussen de natgeregende populieren rondhing? Het víél niet te bevatten dat de nacht een geluid begon te maken dat tot dan toe door niemand was opgemerkt. De familie deed trouwens zelf ook geen moeite. Ze braken op, na die dood, en achter het waarom zat geen redenatie, maar eerder zoiets als een wilde reflex van het geheugen. Taal en dromen. 2.193.2 Origin De Moor, Margriet, Hertog van Egypte. Amsterdam, Querido, 1996. 2.193.3 Labels Typ : 4 [V Si & X V Si,j] Sprache : Niederländisch Text : MMd Subjekt : =/= 1. Subjekt Form : Perspron red 1. Subjekt Bekanntheit : evoziert 1. Subjekt thematische Rolle : Agens 2. Subjekt thematische Rolle : Patiens 2. Verb Person und Numerus : 3. P. Sg. 2. Verb eindeutig : (pro)nom. 'Nom./Akk.' adjazent : Koordinator : Komma Kohärenzbeziehung : Parallele 2.194 Observation 194

2.194.1 Contents Nach dem Leichenschmaus, der trotz zweier Regengüsse den ganzen restlichen Tag dauerte, wurde im letzten aufflammenden Sonnenlicht das Holzfeuer wieder geschürt. Der Brandgeruch von Nikolaus' Anzug, seinen Schuhen, seinen Socken und dem Hut löste sich gegen Morgen auf, als ein erneutes Unwetter über das Lager hereinbrach. 'Die Familie Andrias? Was? Schon wieder weg?' hieß es zwei Tage später im Rathaus von Almelo. Man verstand nicht, warum die Zigeuner weggefahren waren, denn <MATCH>jetzt standen sie legal, jetzt wurde über Arbeit in der Viehfutterfabrik gesprochen. Wie hätte das Sozialamt auch verstehen sollen, dass seit dem vor kurzem eingetretenen Todesfall etwas Glühendes, etwas unerträglich Ungeordnetes zwischen den verregneten Pappeln hing? Es war aber auch nicht zu verstehen, dass die Nacht ein Geräusch zu machen begann, das bis dahin keiner bemerkt hatte. Die Familie gab sich im übrigen auch keine Mühe. Nach diesem Tod brachen sie auf, und hinter dem Warum steckte keine Überlegung, sondern eher so etwas wie ein wilder Gedächtnisreflex. Sprache und Träume. 2.194.2 Origin De Moor, Margriet, Herzog von Ägypten. Amsterdam, Hanser, C /VM, 1996. Aus dem Niederländischen von Helga von Breuningen. 2.194.3 Labels Typ : 4 [V Si & X V Si,j] Sprache : Deutsch Text : MMd Subjekt : =/= 1. Subjekt Form : Perspron 1. Subjekt Bekanntheit : evoziert 1. Subjekt thematische Rolle : Agens 2. Subjekt thematische Rolle : Patiens 2. Verb Person und Numerus : 3. P. Sg. 2. Verb eindeutig : (pro)nom. 'Nom./Akk.' adjazent : Koordinator : Komma Kohärenzbeziehung : Parallele 2.195 Observation 195 2.195.1 Contents <MATCH> 2.195.2 Origin -

2.196 Observation 196 2.196.1 Contents Toen zijn vrouw tijdens de oorlog beviel, hoopte hij op een zoon, maar kreeg hij de roodharige dochter die zijn enige kind zou blijven. Deze dierbaarste bloedverwant heeft hem inmiddels een schoonzoon en drie verdere nakomelingen geschonken. Gerard loopt voor haar uit het achterhuis in. Twee blonde labradors springen hem daar tegemoet. In de keuken, die blauw ziet van de rook, treft hij zijn schoonzoon verwikkeld in een van zijn luidkeelse telefoongesprekken. <MATCH>Zich verbijtend gaat hij zitten. 'Dit noem ik geen praten meer,' zegt hij tegen zijn dochter. 'Dit is tieren.' Ze pakt de plank en het broodmes. Ik weet niet hoor, gaat het vaag door haar heen, maar hij is een beetje anders tegenwoordig. In de wetenschap dat haar vaders pesthumeur iets van de laatste tijd is, begint ze brood te snijden. 2.196.2 Origin De Moor, Margriet, Hertog van Egypte. Amsterdam, Querido, 1996. 2.196.3 Labels Typ : keine Koordination Sprache : Niederländisch Text : MMd Subjekt : n.a. 1. Subjekt Form : n.a. 1. Subjekt Bekanntheit : n.a. 1. Subjekt thematische Rolle : n.a. 2. Subjekt thematische Rolle : n.a. 2. Verb Person und Numerus : n.a. 2. Verb eindeutig : n.a. (pro)nom. 'Nom./Akk.' adjazent : n.a. Koordinator : n.a. Kohärenzbeziehung : n.a. 2.197 Observation 197 2.197.1 Contents Als seine Frau während des Krieges niederkam, hatte er auf einen Sohn gehofft, aber er bekam die rothaarige Tochter, die sein einziges Kind bleiben sollte. Diese liebste Blutsverwandte hat ihm mittlerweile einen Schwiegersohn und drei Nachkommen geschenkt. Gerard geht vor ihr ins Hinterhaus. Zwei blonde Labradore springen ihm da entgegen. In der Küche, die blau vom Rauch ist, findet er seinen Schwiegersohn vor, der wieder mal eines seiner lautstarken Telefongespräche führt. <MATCH>Er nimmt sich zusammen und setzt

sich. 'Das ist ja schon kein Sprechen mehr', sagt er zu seiner Tochter. 'Das ist Brüllen.' Sie nimmt das Brett und das Brotmesser. Ich weiß nicht, geht es ihr kurz durch den Kopf, aber irgendwie ist er jetzt anders. In dem Bewusstsein, dass die miserable Laune ihres Vaters neueren Datums ist, beginnt sie Brot zu schneiden. 2.197.2 Origin De Moor, Margriet, Herzog von Ägypten. Amsterdam, Hanser, C /VM, 1996. Aus dem Niederländischen von Helga von Breuningen. 2.197.3 Labels Typ : 2 [S(L)i V & SLi V] Sprache : Deutsch Text : MMd Subjekt : = 1. Subjekt Form : Perspron 1. Subjekt Bekanntheit : evoziert 1. Subjekt thematische Rolle : Agens 2. Subjekt thematische Rolle : Agens 2. Verb Person und Numerus : 3. P. Sg. 2. Verb eindeutig : (pro)nom. 'Nom./Akk.' adjazent : + =/= Koordinator : und Kohärenzbeziehung : Ereignis 2.198 Observation 198 2.198.1 Contents De verstandige grensprovincies Gelderland en Overijssel gaan maar eens met de buren over een grondige oplossing praten, Cleve en Munster zien wel wat in samenwerking. Het uitverkoren volk is niet als enige uitverkoren, het heeft een jongere broeder. Een handige pichem. Een gevaarlijke zelfkanter. De wandelende jood is niet alleen onderweg, maar wordt vergezeld door een landloper op blote voeten, begaafd, uitzonderlijk muzikaal, maar helaas totaal ongeletterd. <MATCH>Naast Spinoza loopt een anonieme fantast geweldig te oreren over het ongeschapen heelal waarin op een dag de God verscheen, met naast hem zijn makker de Duivel, en dat die twee enkel woorden zijn: een eeuwigdurend verhaal over goed en kwaad. Berlioz luistert naar een rakóczi op de viool, Freud wordt vergezeld door een dromenuitleggende oude vrouw die puri dal wordt genoemd; onder de massa's die de poort met het opschrift over werk dat bevrijdt moeten passeren, loopt een aantal vrijbuiters dat er dan nauwelijks meer van opkijkt aan de andere kant te worden verwelkomd door een orkest dat een mooie tango van Malando speelt. Nikolaus Andrias, zijn ouders en zijn hele gezin werden op 16 mei 1944 door de Nederlandse politie opgepakt. Ze woonden in de Bilderdijkstraat in Den Haag. Joseph pakte zijn sigaretten, hij presenteerde en stak op. Achter hem in de deuropening van de wagen stonden twee kleine kinderen.

2.198.2 Origin De Moor, Margriet, Hertog van Egypte. Amsterdam, Querido, 1996. 2.198.3 Labels Typ : te+Infinitiv Sprache : Niederländisch Text : MMd Subjekt : n.a. 1. Subjekt Form : n.a. 1. Subjekt Bekanntheit : n.a. 1. Subjekt thematische Rolle : n.a. 2. Subjekt thematische Rolle : n.a. 2. Verb Person und Numerus : n.a. 2. Verb eindeutig : n.a. (pro)nom. 'Nom./Akk.' adjazent : n.a. Koordinator : n.a. Kohärenzbeziehung : n.a. 2.199 Observation 199 2.199.1 Contents Die vernünftigen Grenzprovinzen Gelderland und Overijssel setzen sich mit ihren Nachbarn im Osten über eine umfassende Lösung ins Benehmen, Kleve und Münster sind durchaus für eine Zusammenarbeit. Das auserwählte Volk ist nicht als einziges auserwählt, es hat einen jüngeren Bruder. Einen pfiffigen Burschen. Einen gefährlichen Außenseiter. Der Ewige Jude ist nicht allein unterwegs, sondern wird von einem Landstreicher auf bloßen Füßen begleitet, begabt, außerordentlich musikalisch, aber leider völlig ungebildet. <MATCH>Neben Spinoza geht ein anonymer Phantast und schwadroniert von dem noch nicht erschaffenen All, in dem eines Tages der Gott erschienen sei und neben ihm sein Kumpel, der Teufel, und dass diese beiden nichts als Worte seien: eine ewigdauernde Geschichte von Gut und Böse. Berlioz lauscht einem Rákóczi auf der Violine, Freud wird von einer Träume deutenden alten Frau begleitet, die puri dai genannt wird; unter den Massen, die durch das Tor mit der Aufschrift, dass Arbeit frei macht, gehen müssen, gibt es eine Reihe von Abenteurern, die denn auch kaum überrascht sind, auf der anderen Seite von einer Kapelle begrüßt zu werden, die eine schöne Polka spielt. Nikolaus Andrias, seine Eltern und seine ganze Familie werden am 16. Mai 1944 von der niederländischen Polizei festgenommen. Sie hatten in der Bilderdijkstraat in Den Haag gewohnt. Joseph griff nach seinen Zigaretten, bot an und steckte sich selbst eine an. Hinter ihm in der offenen Tür des Wagens standen zwei kleine Kinder. 2.199.2 Origin De Moor, Margriet, Herzog von Ägypten.

Amsterdam, Hanser, C /VM, 1996. Aus dem Niederländischen von Helga von Breuningen. 2.199.3 Labels Typ : 1 [V Si & SLi? V SLi?] Sprache : Deutsch Text : MMd Subjekt : = 1. Subjekt Form : DP -def Art 1. Subjekt Bekanntheit : brandneu 1. Subjekt thematische Rolle : Agens 2. Subjekt thematische Rolle : Agens 2. Verb Person und Numerus : 3. P. Sg. 2. Verb eindeutig : (pro)nom. 'Nom./Akk.' adjazent : Koordinator : und Kohärenzbeziehung : Parallele 2.200 Observation 200 2.200.1 Contents Kunt u zich legitimeren?' Joseph overhandigde zijn papieren. Hij voelde een nerveuze druk op zijn borst. Waar zijn we in zes jaar niet allemaal geweest? Moet ik de buitenwijken van Gdansk, Berlijn of Boedapest soms voor me blijven zien, of de korenvelden, de wijngaarden waar jullie vrouwen werkten? <MATCH>Tijdens het onweer boven Reims tartte je alle wetten door bij donder en bliksem blootshoofds rond te blijven lopen. Wat moet ik met onze Hollandse veldjes, de bermen en stroken waar we ingeklemd tussen ruimte en benauwdheid voor vierentwintig uur onze zigeunerherrie mochten maken? Het was toch maar in orde. De groep bezat een verzameling van de mooiste passen en visa. Dan kwam nu de vraag. 'Waar mag de rit wel heen gaan?' 2.200.2 Origin De Moor, Margriet, Hertog van Egypte. Amsterdam, Querido, 1996. 2.200.3 Labels Typ : 2. TS <> door te Sprache : Niederländisch Text : MMd Subjekt : n.a. 1. Subjekt Form : n.a. 1. Subjekt Bekanntheit : n.a. 1. Subjekt thematische Rolle : n.a.

2. Subjekt thematische Rolle : n.a. 2. Verb Person und Numerus : n.a. 2. Verb eindeutig : n.a. (pro)nom. 'Nom./Akk.' adjazent : n.a. Koordinator : n.a. Kohärenzbeziehung : n.a. 2.201 Observation 201 2.201.1 Contents Können Sie sich ausweisen?' Joseph reichte dem Mann seine Papiere. Er spürte einen nervösen Druck auf der Brust. Wo waren wir in sechs Jahren nicht überall? Soll ich vielleicht auch weiterhin die Außenbezirke von Danzig, Berlin oder Budapest vor mir sehen oder die Kornfelder, die Weinberge, wo ihr Frauen gearbeitet habt? <MATCH>Während des Gewitters über Reims hast du aller Gesetze gespottet und bist bei Donner und Blitz mit bloßem Kopf herumgelaufen. Was soll ich mit unseren kleinen holländischen Plätzen, den Straßenrändern und Geländestücken, auf denen wir, eingeklemmt zwischen Weite und Enge, für vierundzwanzig Stunden unseren Zigeunerkrawall veranstalten durften? Es war doch alles in Ordnung. Die Gruppe besaß eine Sammlung der schönsten Pässe und Visa. Und nun die Frage. 'Und wo soll's hingehen?' 2.201.2 Origin De Moor, Margriet, Herzog von Ägypten. Amsterdam, Hanser, C /VM, 1996. Aus dem Niederländischen von Helga von Breuningen. 2.201.3 Labels Typ : 1 [V Si & SLi? V SLi?] Sprache : Deutsch Text : MMd Subjekt : = 1. Subjekt Form : Perspron 1. Subjekt Bekanntheit : evoziert 1. Subjekt thematische Rolle : Agens 2. Subjekt thematische Rolle : Agens 2. Verb Person und Numerus : 2. P. Sg. 2. Verb eindeutig : + (pro)nom. 'Nom./Akk.' adjazent : Koordinator : und Kohärenzbeziehung : Parallele