MKB-Arbeidsvoorwaarden
Zzp’ers en cao
Zzp’ers en cao. Notitie MKB-Arbeidsvoorwaarden, Jenny van Poortvliet (juli 2013)
Inhoud 1.
Inleiding.......................................................................................................................... 2
2.
Zzp’er en cao ................................................................................................................... 3
3.
Tariefafspraken? ............................................................................................................. 3
4.
Vergewis-constructie ....................................................................................................... 5
5.
Eis dienstverband ............................................................................................................ 6
6.
Pensioen ......................................................................................................................... 7
7.
Arbeidsomstandigheden .................................................................................................. 7
8.
Arbeidstijden .................................................................................................................. 8
9.
Opleidingsvoorzieningen ................................................................................................. 8
10. Samenvatting ................................................................................................................. 8 Bijlage.................................................................................................................................... 9
1. Inleiding We lezen dagelijks artikelen in de media over (intern) ondernemerschap en flexibele(r) arbeidsrelaties. Een willekeurige greep uit de afgelopen periode levert ‘aanpak schijnconstructies’ op, ‘een protocol afspraak over intern ondernemerschap bij de cao VVT’, ‘contracting op de werkvloer om cao te omzeilen’ , ‘ wettelijk minimumloon gaat gelden voor bezorgers van kranten en dagbladen die op een overeenkomst van opdracht werken’ en ‘het initiatief wetsvoorstelstel om payrolling aan banden te leggen’. Toegespitst op de positie van zzp’ers betreft het vaak de zorg over de (afwezige) pensioenopbouw van het groeiende aantal zzp’ers en de blijvende onduidelijkheid van hun positie in de fiscale-, arbeidsrechtelijke en sociale zekerheidswetgeving. In de cao-commissie kwam de vraag aan de orde of de cao ruimte laat voor het opnemen van bepalingen die zzp’ers betreffen. Ondernemers met personeel zijn in de huidige markt gevoelig(er) voor als oneerlijk ervaren concurrentie van zzp’ers, als die niet gehouden zijn aan verplichtingen uit de cao over lonen/tarieven, toeslagen, arbeidstijden, arbeidsomstandigheden en collectieve premies voor scholing. Wat kan de cao op dat vlak betekenen? Vakbonden zijn veelal voorstander van dergelijke cao-bepalingen omdat zzp’ers ingezet worden tegen tarieven die (ver) onder het uurtarief van werknemers liggen, waardoor de arbeidsvoorwaarden van zittend personeel onder druk komen te staan. Ook wordt gewezen op het belang de zelfstandige tegen zich zelf te beschermen.
Zzp’ers en cao. Notitie MKB-Arbeidsvoorwaarden, Jenny van Poortvliet (juli 2013)
2. Zzp’er en cao Zaken over al dan niet afdragen voor de loonheffing (loonbelasting/premies volksverzekeringen) en de premies werknemersverzekeringen en is het wel of niet vereist om een ontslagvergunning aan te vragen etc etc, worden buiten beschouwing gelaten. We ontkomen er niet aan eerst te schetsen wat onder zzp’er wordt verstaan. Een zzp’er/freelancer onderscheidt zich van een werknemer doordat het contract dat gesloten wordt met de opdrachtgever geen arbeidsovereenkomst is. De zzp’er werkt veelal op een opdrachtovereenkomst en werkt voor verschillende opdrachtgevers tegelijk of voor wisselende opdrachtgevers na elkaar. De wettelijke definitie van een overeenkomst van opdracht bevat negatieve kenmerken: de overeenkomst is geen arbeidsovereenkomst noch een overeenkomst van aanneming van werk. Naast loon en persoonlijke arbeid is het element gezagsverhouding de derde noodzakelijke vereiste om te kunnen spreken van een arbeidsovereenkomst. Bij de zzp’er ontbreekt veelal een gezagsverhouding, waardoor geen sprake is van een arbeidsovereenkomst. Op grond van artikel 1 van de wet cao kunnen overeenkomsten van opdracht en aannemingen van werk onder de werkingssfeer van de cao worden gebracht. Het staat werkgevers en werknemers dus vrij om cao’s af te sluiten die betrekking hebben op zzp’ ers, maar in beginsel mogen er geen minimumtarieven of vaste tarieven voor zelfstandigen in worden vastgelegd. Dit vloeit voort uit geldende wetgeving en jurisprudentie. Met name is dit terug te voeren tot een verbod op mededingingsbeperkende afspraken. 3. Tariefafspraken? Het verbod op mededinging beperkende afspraken tussen ondernemingen/ ondernemersverenigingen vloeit voort uit de artikel 6 Wet Mededinging en artikel 101 Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie1 (hierna Europees Verdrag) . Dit Europees Verdrag verbiedt overeenkomsten, besluiten en onderling afgestemde feitelijke gedragingen van ondernemingen / ondernemersverenigingen die er toe leiden dat de mededinging op de Nederlandse markt wordt beperkt. Dat roept de vraag op of zzp’ers ondernemingen in deze context zijn en vakbonden ondernemersverenigingen? Juristen van de NMa (nu Autoriteit Consument & Markt) beantwoorden de vraag “is een natuurlijk persoon die op basis van een overeenkomst van opdracht of via aanneming van werk economische activiteiten verricht en de daarmee verbonden financiële risico’s draagt, te beschouwen als een onderneming in de zin van het Europees Verdrag?” , positief2. Of te wel, de NMa kwalificeert de zzp’er ook als onderneming. Voorheen artikel 81 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap Cao-tariefbepalingen voor zelfstandigen en de Mededingingswet. Visiedocument van de Nederlandse Mededingingsautoriteit. December 2007 1
2
Zzp’ers en cao. Notitie MKB-Arbeidsvoorwaarden, Jenny van Poortvliet (juli 2013)
Ook de bezitter van een VAR-wuo, wordt voor die werkzaamheden zonder meer als onderneming in de zin van het mededingingsrecht beschouwd. Een werkgeversvereniging die zowel werkgevers als zzp’ ers als lid heeft en tariefafspraken via een cao-afspraak met een werknemersvereniging zou willen regelen overtreedt de mededingingsregels. Om als ondernemersvereniging te worden aangemerkt conform het Europees Verdrag, is het niet vereist dat alle leden ondernemingen zijn. Hetzelfde geldt voor de werknemersvereniging. Ook een vakbond/ werknemersvertegenwoordiging kan als ondernemersvereniging beschouwd worden in de zin van het Europees Verdrag. Als een cao wordt afgesloten door een vereniging waarvan enkel zelfstandigen lid zijn dan wel door een vereniging waarvan naast werknemers ook zelfstandigen lid zijn, worden beiden in het mededing recht als ondernemersvereniging beschouwd. Het feit dat de bij een vakbond aangesloten werknemers zich mede uitspreken over caobepalingen die voor hen niet van rechtstreeks belang zijn, neemt niet weg dat de instemming van die bepalingen (mede) berust op de collectieve wilsuiting van leden die zelfstandige zijn. De vereniging van enkel werknemers die betrokken is bij het afsluiten van een cao met afspraken voor werknemers, vormt geen ondernemersvereniging in de zin van het Europees Verdrag. Het is niet uitgesloten dat dit anders ligt als deze vereniging in de cao afspraken maakt voor zelfstandigen. Uitzonderingspositie sociaal domein In de genoemde wetgeving geldt een uitzonderingspositie. Het Hof van Justitie heeft in eerdere arresten twee cumulatieve voorwaarden geformuleerd waaraan deze exceptie moet voldoen: a) de overeenkomst is een uit de sociale dialoog voortgekomen overeenkomst, gesloten in de vorm van een collectieve overeenkomst en is het resultaat van collectieve onderhandelingen tussen werkgevers- en werknemersorganisaties (aard), en b) de overeenkomst draagt rechtstreeks bij aan de verbetering van arbeidsvoorwaarden van werknemers (doel). Cao’s die enkel bepalingen bevatten over arbeidsovereenkomsten komen in aanmerking als sociale uitzondering in mededingsrechtelijke zin. Een dergelijke cao beoogt rechtstreeks bij te dragen aan het verbeteren van de arbeidsvoorwaarden van betrokken werknemers. Vanwege hun aard en doel vallen tarief bepalingen voor zelfstandigen echter buiten deze sociale exceptie en kunnen niet verbindend worden verklaard. Een cao met (minimum)tariefafspraken voor zzp’ers valt niet onder de uitzonderingspositie, blijkt uit eerdere jurisprudentie.3 Het betrof toen de cao Remplaçanten, waarin sprake was van (minimum)tarieven voor zelfstandige remplaçanten. De rechter achtte niet bewezen dat hiermee aan de doel-voorwaarde (verbetering van arbeidsvoorwaarden van werknemers) werd voldaan. 3
KTR Den Haag, 27-10-10 LJN: BO3551
Zzp’ers en cao. Notitie MKB-Arbeidsvoorwaarden, Jenny van Poortvliet (juli 2013)
Ook moet vast gesteld worden of een cao-afspraak inzake tarieven voor zzp’ers de mededinging beperkt? Gelet op de bindende kracht die de wet aan een cao toekent, geven werkgevers (verenigingen) en vakbonden die in een cao afspraak vaste tarieven of minimumtarieven voor zelfstandigen vastleggen, uitwerking aan een gezamenlijk plan om de markt te beperken. Ook als een dergelijke afspraak is gemaakt tussen werkgevers(verenigingen) met een of meer werknemersverenigingen die niet als ondernemingen /ondernemingsvereniging kunnen worden aangemerkt, wordt de cao-afspraak beschouwd als een overeenkomst tussen de betrokken werkgevers(verenigingen). En daarmee is het een wilsuiting om het gedrag van leden op de markt te coördineren, in die zin dat de bij de werkgeversvereniging aangesloten leden worden verplicht om jegens een zelfstandige de vast gestelde (minimum)tarieven te hanteren. Het in een cao neerleggen van verplichtingen omtrent tarieven, te betalen aan zelfstandigen, komt neer op een horizontale afspraak om de prijzen vast te stellen. Zelfstandigen zijn ten opzichte van betrokken opdrachtgevers niet meer (volledig) vrij in het stellen van hun tarieven. Dit wringt te meer als een cao-tarief bepaling algemeen verbindend zou worden verklaard. In dat geval heeft de zelfstandige in de betreffende bedrijfstak geen vrijheid meer om zelf (lagere) tarieven vast te stellen. Verschillen in productiviteit, ervaring, kwaliteit van de zelfstandige zullen door de tariefafspraken niet worden doorgegeven aan de opdrachtgever. Hoewel het vaststellen van een minimumtarief voor zelfstandigen in een cao, enige ruimte biedt, gaat ook van een dergelijke bepaling een mededingingsrechtelijke werking uit. Voor de merkbaarheid van de concurrentiebeperkende strekking zijn het aantal door de cao gebonden werkgevers/opdrachtgevers en hun individuele en gezamenlijke marktpositie van belang. Door AVV kan de merkbaarheid worden verondersteld. Algemene vrijstelling Ook is er in het Europees verdrag een uitzondering gemaakt voor feitelijke gedragingen die bijdragen tot verbeteringen van de productie, distributie ed. Het is niet goed denkbaar dat cao-bepalingen horizontale prijsafspraken geacht worden hieraan bij te dragen. 4. Vergewis-constructie Cao-partijen hebben de mogelijkheid om in de cao op te nemen dat een aan de cao gebonden werkgever verplicht is zich ervan te verzekeren dat een zzp ‘er/ opdrachtnemer voldoet aan bepaalde cao-bepalingen. De cao-bepalingen worden met een zogenaamde vergewisconstructie op zzp’ers van toepassing verklaard.
Zzp’ers en cao. Notitie MKB-Arbeidsvoorwaarden, Jenny van Poortvliet (juli 2013)
De gebonden werkgever moet zich er dan van verzekeren dat ook voor zzp’ers bepaalde arbeidsvoorwaarden gelden. Gezien bovenstaande is een cao-tariefafspraak voor zelfstandigen strijdig door de mededingsrechtelijke aard, en dus nietig, maar caobepalingen inzake bijvoorbeeld Arbo omstandigheden zijn mogelijk en zelfs in beginsel verbindend te verklaren. In het kader van eventuele bedenkingen is het relevant in de vergewisconstructie het volgende op te nemen: “ om een evenwichtige arbeidsverhouding te bevorderen en om concurrentie op arbeidsvoorwaarden tegen te gaan dient de inlenende werkgever zich er van te verzekeren dat de bepalingen van de cao (aangaande … bijvoorbeeld arbeidsomstandigheden) van toepassing zijn op de zzp’ er.” 5. Eis dienstverband Cao-partijen spreken in sommige gevallen af dat het de werkgevers in de sector verboden is om zzp’er in te zetten op werkzaamheden (tenzij in dienstverband). Een voorbeeld van een cao waarin zelfstandige ondernemers expliciet onder de cao worden gebracht, is de cao Besloten Busvervoer die ook algemeen verbindend is verklaard. In deze cao is vastgelegd dat de werkgever geen zzp’ers als chauffeurs werkzaamheden mag laten verrichten (andere functies blijkbaar wel). In deze cao staan in de artikelen 9 en 53 aspecten die betrekking hebben op zelfstandige ondernemers. Zo is –naast het chauffeursverbod- een vergewisconstructie opgenomen die de werkgever de verplichting oplegt zich ervan te verzekeren dat hij de in de cao genoemde cao-bepalingen moet toepassen op zelfstandige ondernemers, die hij inzet. PZO (Platform Zelfstandige Ondernemers) heeft bedenkingen ingediend tegen het AVVverzoek van deze cao op grond van ten eerste de Mededingingswet. Volgens PZO betreffen de artikelen 9 en 53 van de cao een collectieve afspraak tussen ondernemers (vervoerders) om een andere groep ondernemers (zzp’ers) uit te sluiten door hen niet in te huren op basis van een overeenkomst van opdracht. En dit zou onwettige kartelvorming opleveren. Ten tweede zou het in strijd zijn met de eis uit het Toetsingskader AVV dat bepalingen die kort gezegd een te grote benadeling opleveren voor de rechtmatige belangen van derden, slechts dan voor algemeen verbindendverklaring in aanmerking komen wanneer ten minste voorzien is in een met waarborgen omklede dispensatiemogelijkheid, terwijl die er niet zou zijn. De minister heeft als volgt op deze bedenkingen gereageerd. “ Cao-partijen geven in hun reactie op de bedenkingen aan dat het verbod ertoe strekt belangen van werknemers te beschermen en dat het mededingingsrecht voor die situatie een uitzondering maakt op het kartelverbod. Tegen die achtergrond kan niet geconcludeerd worden dat het gewraakte verbod kennelijk in strijd is met de Mededingingswet.”
Zzp’ers en cao. Notitie MKB-Arbeidsvoorwaarden, Jenny van Poortvliet (juli 2013)
En over de strijdigheid met het Toetsingskader zegt de minister: “Uit paragraaf 6.2 van het Toetsingskader AVV vloeit voort dat cao-partijen bij hun verzoek tot avv rekening moeten houden met gerechtvaardigde belangen van derden om een te grote benadeling te voorkomen. … Mede gelet op het feit dat zzp’ers zelf niet aan de cao gebonden zijn en het vervoerders wel is toegestaan zzp’ers op basis van een m.u.p-contract chauffeurswerk te laten verrichten, kan niet geconcludeerd worden dat sprake is van een te grote benadeling of een onevenredige beperking. “ Naar aanleiding hiervan heeft D66 Kamervragen gesteld aan Minister Asscher. Hoe dit gaat aflopen is nog onduidelijk. De werkgeversorganisatie KNV Bus heeft inmiddels een voorstel ingebracht tijdens de lopende cao-onderhandelingen om de betwiste artikelen aan te passen zodat de inzet van zzp’ers wel mogelijk wordt zonder dat zij een dienstverband aan moeten gaan. Zodra de zzp’er onder de cao wordt geschreven, zoals bij de cao Busvervoer, heeft dat uiteraard als consequentie dat deze categorie ook meegeteld moet worden in de berekening van de meerderheidsvereiste. 6. Pensioen Zzp’ers vallen in een aantal gevallen wel onder een pensioenregeling. Dat is bijvoorbeeld het geval bij o.a. de stucadoors/afbouw en de schilders. Zo zijn er bedrijfstakpensioenregelingen die de mogelijkheid bieden om als zzp’ er vrijwillig deel te nemen en zijn er regelingen met een verplichtend karakter. Organisaties van zzp’ ers als PZO en ZZP-Nederland geven aan niet op verplicht gestelde pensioenregelingen te zitten wachten, omdat het principieel niet past bij het ondernemerschap en de fluctuerende inkomsten niet rijmen met vaste pensioenuitgaven. 7. Arbeidsomstandigheden Uit rechtspraak blijkt dat zzp’ers ook vallen onder artikel 658 van boek 7 BW, waarin de aansprakelijkheid is geregeld voor de arbeidsomstandigheden. De gedachte achter de norm van artikel 658 is dat voor iemands bescherming tegen arbeidsongevallen de juridische status (werknemer, zzp, uitzendkracht) geen verschil mag maken. De mate van bescherming mag niet afhangen van de keuze die werkgever maakt om werkkrachten een bepaalde status wel of niet toe te kennen. Uit de parlementaire geschiedenis blijkt dat er een begrenzing geldt voor de aansprakelijkheid bij een ongeluk, namelijk dat het wel moet gaan om werk dat gewoonlijk in het bedrijf wordt verricht. De reikwijdte van die beperking is in de rechtspraak opgerekt. Verwezen kan worden naar zzp’ers die taken verrichten die niet tot de kernactiviteiten van het bedrijf horen en toch onder artikel 658 vallen.
Zzp’ers en cao. Notitie MKB-Arbeidsvoorwaarden, Jenny van Poortvliet (juli 2013)
8. Arbeidstijden In specifieke regelgeving komt soms naar voren dat de zzp’er een eigen verantwoordelijkheid heeft ten aanzien van de naleving van bijvoorbeeld arbeidstijden. Denk aan het arbeidstijdenbesluit wegvervoer, dat strekt tot implementatie van Richtlijn 2002/15/EG van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2002. Het gaat daar om de organisatie van de arbeidstijd van personen die mobiele werkzaamheden in het wegvervoer uitoefenen. De bepalingen inzake arbeidstijd, pauzes en nachtdienst, die daarvoor golden voor werkgevers, gelden nu ook voor zelfstandige bestuurders. 9. Opleidingsvoorzieningen In sommige sectoren staan collectieve opleidingsfaciliteiten onder druk door de toename van het aantal zzp’ers. De SER heeft eerder al eens aanbevolen te bezien of bepaalde onderdelen van de cao open gesteld zouden kunnen worden voor zzp’ers. In een aantal sectoren zijn inmiddels initiatieven genomen om zzp’ers te laten deelnemen aan bijvoorbeeld opleidingsstructuren. In de Bouw is het zzp’ers mogelijk gemaakt (tegen betaling) gebruik te maken van (onderdelen) van het opleidingsstelsel. Dit kan een antwoord zijn op de bedreiging voor dergelijke voorzieningen door het kleiner wordende aantal werknemers. 10. Samenvatting De mededingingswetgeving die de mededinging tussen ondernemingen regelt, ziet ook op zelfstandige deelnemers aan het economisch verkeer. Vaste tarieven of minimumtarieven voor zelfstandigen in cao’s beperken de concurrentie tussen zelfstandigen als zijnde ondernemingen. Voor de merkbaarheid van de concurrentiebeperkende strekking zijn het aantal door de cao gebonden werkgevers/opdrachtgevers en hun individuele en gezamenlijke marktpositie van belang. Door AVV kan de merkbaarheid worden verondersteld. Cao-bepalingen inzake tarieven voldoen over het algemeen niet aan de uitzonderingsvoorwaarden van het Europees Verdrag. Slechts niet-tariefafspraken zijn via een zogenaamde vergewis constructie wel in de cao op te nemen en algemeen verbindend te verklaren.
Zzp’ers en cao. Notitie MKB-Arbeidsvoorwaarden, Jenny van Poortvliet (juli 2013)
Bijlage Artikel 1 wet Cao 1.Onder collectieve arbeidsovereenkomst wordt verstaan de overeenkomst, aangegaan door één of meer werkgevers of één of meer verenigingen met volledige rechtsbevoegdheid van werkgevers en één of meer verenigingen met volledige rechtsbevoegdheid van werknemers, waarbij voornamelijk of uitsluitend worden geregeld arbeidsvoorwaarden, bij arbeidsovereenkomsten in acht te nemen. 2.Zij kan ook betreffen aannemingen van werk en overeenkomsten van opdracht. Hetgeen in deze wet omtrent arbeidsovereenkomsten, werkgevers en werknemers is bepaald, vindt dan overeenkomstige toepassing. Artikel 6 Wet Mededinging 1.Verboden zijn overeenkomsten tussen ondernemingen, besluiten van ondernemersverenigingen en onderling afgestemde feitelijke gedragingen van ondernemingen, die ertoe strekken of ten gevolge hebben dat de mededinging op de Nederlandse markt of een deel daarvan wordt verhinderd, beperkt of vervalst. 2. De krachtens het eerste lid verboden overeenkomsten en besluiten zijn van rechtswege nietig. 3. Het eerste lid geldt niet voor overeenkomsten, besluiten en onderling afgestemde feitelijke gedragingen die bijdragen tot verbetering van de productie of van de distributie of tot bevordering van de technische of economische vooruitgang, mits een billijk aandeel in de daaruit voortvloeiende voordelen de gebruikers ten goede komt, en zonder nochtans aan de betrokken ondernemingen a. beperkingen op te leggen die voor het bereiken van deze doelstellingen niet onmisbaar zijn, of b. de mogelijkheid te geven, voor een wezenlijk deel van de betrokken goederen en diensten de mededinging uit te schakelen. 4. Een onderneming of ondernemersvereniging die zich op het derde lid beroept, bewijst dat aan dat lid is voldaan. Cao Busvervoer Artikel 9 M.U.P.-kracht/ ZZP-er/freelancer 1. De bepalingen van deze CAO zijn naar rato van het aantal gewerkte uren op M.U.P.krachten van toepassing, met uitzondering van de artikelen 29, 30, 56,57 en 58 en met inachtneming van de volgende leden van dit artikel.
Zzp’ers en cao. Notitie MKB-Arbeidsvoorwaarden, Jenny van Poortvliet (juli 2013)
Om een evenwichtige arbeidsverhouding te bevorderen dient de inlenende werkgever zich ervan te verzekeren dat de bepalingen van de CAO van toepassing zijn op de ZZP-er en freelancer met uitzondering van de artikelen 29, 30, 56, 57 en 58. Dat de inlenende werkgever zich dient te verzekeren dat de bepalingen van de CAO van toepassing zijn op de ZZP-er en freelancer geldt ook voor alle onderstaande leden van dit artikel, met dien verstande dat waar M.U.P. kracht staat ook ZZP-er/freelancer gelezen moet worden. Zie daarvoor in het bijzonder artikel 53 lid 1. 2. De loonberekening geschiedt naar rato van het aantal gewerkte uren volgens artikel 21. 3. Het uurloon is gebaseerd op ten minste 5 ervaringsjaren van de bij de functie behorende loonschaal van de M.U.P.-kracht. Het uurloon is verhoogd met 8% vakantietoeslag en vervolgens met 10% wegens aanspraak op vakantiedagen en werkgelegenheidsdagen. 4. De M.U.P. kracht verdient vanaf 1 januari 2012 tenminste per uur: het uurloon behorende bij schaal 5 zijnde (€ 13,02 x 108 % x 110 %) = € 15,47. Zie verder bijlage 2 lonen voor de rijdende werknemers. Het loon van de Mup kracht wordt per 1 juli 2012 met 0,5 % en per 1 januari 2013 met 0,7 % verhoogd. De werkgever is verplicht de Mup-kracht conform de Wet betreffende verplichte deelneming in het bedrijfstakpensioenfonds aan te melden als deelnemer bij het Prepensioenfonds Personenvervoer en het Pensioenfonds Vervoer. Even zo bevestigt hij e.e.a. aan het FSO-fonds. en bevestigt deze meldingen schriftelijk aan de werknemer. 5. In aanvulling op het bepaalde in lid 3 wordt voor een M.U.P.-kracht met een dienstverband van 50 % of meer ten behoeve van de vaststelling van de loontrede ieder volledig jaar dat de dienstbetrekking voortduurt in aanmerking genomen als volledig ervaringsjaar. 6. Bij aanbod van werk is de werkgever verplicht het werk eerst aan te bieden aan werknemers met een fulltime of parttime dienstverband voor onbepaalde tijd, alvorens het kan worden aangeboden aan parttimers met een dienstverband voor bepaalde tijd. Pas in laatste instantie mag het werk worden aangeboden aan M.U.P.-krachten en uitzendkrachten en personen welke inkomsten uit vroegere arbeid hebben conform de wet op de inkomstenbelasting. Artikel 53 Eis van dienstbetrekking en informatieplicht 1. Het is de vervoerder verboden besloten busvervoer te verrichten met chauffeurs die niet bij hem in dienstbetrekking zijn. 2. Het in lid 1 genoemde verbod geldt niet in geval van: a. Collegiale inleen van werknemers van andere houders van vergunningen voor het verrichten van collectief personenvervoer.
Zzp’ers en cao. Notitie MKB-Arbeidsvoorwaarden, Jenny van Poortvliet (juli 2013)
b. Internationaal vervoer van niet-ingezetenen met buitenlandse chauffeurs in opdracht van een buitenlandse onderneming, waarbij vooral te denken is aan zulk vervoer dat in overwegende mate in het buitenland wordt verricht en waarvoor de Minister van Verkeer & Waterstaat onder de werking van de Wet Personenvervoer 1988 ontheffing heeft verleend. c. Uitzendkrachten. Enkele cao’s die bepalingen kennen over zzp’ers Naam: Owens
Waar Protocol art. 6
Inhoud Zzp-ers, payrollers en onderaannemers worden in principe niet ingezet in een reguliere functie. Indien dit om moverende redenen wel nodig is, zal dit met OR besproken worden
VVT
Protocol onderdeel III,
Vormgeving ondernemend werknemerschap in de cao. Experiment om zzp’ers te behouden voor de sector
cao Vleeswaren
Bijlage V NEN_regeling
Bevat verplichtingen voor opdrachtnemers, waaronder zzp’ers over NEN
cao dakbedekking
Bijlage III
Partijen buigen zich over de positie van zzp’ers qua arbeidsomstandigheden, pensioen en arbeidsongeschiktheid. Zzp’ers worden geacht deel te nemen aan de cursus ‘gezond en veilig werken’.
Bos en Natuur
?
Omzetten van vaste contracten in zzpconstructies bijtijds melden aan vakbonden
Gebroeders van Kessel
Artikel 10 lid 9
Het inzetten van uitzendkrachten en/of zzpers ter vervanging van werknemers die gebruik maken van de overbruggingsregeling is niet toegestaan.
Besloten Busvervoer
Art. 9 en art. 53
CAO voor het grote deel van toepassing op zzp’ers, inclusief bepalingen over tarieven.
cao Schoonmaak
Artikel 32
Verplichte overname van de werknemers die op het object werken zodra zzp’er het object verkrijgt.
Zzp’ers en cao. Notitie MKB-Arbeidsvoorwaarden, Jenny van Poortvliet (juli 2013)
MKB-Arbeidsvoorwaarden
Zzp’ers en cao. Notitie MKB-Arbeidsvoorwaarden, Jenny van Poortvliet (juli 2013)