STIB/MIVB Atrium 5b ____________________________________________________________________________________________________
BE0114-000254-23 BAT TS SANI CSC PR - Atrium 5b - A - NL.docx
MIVB - Atrium Inrichting van lokalen Niveau 5b
Aanbestedingsdossier technieken : SANITAIR Bestek
Bijzondere
BE0114-000254-23 BAT TS SANI CSC PR - Atrium 5b - A NL.docx
Bouwheer Naam : MIVB Adres : Koningsstraat 76 1000 Brussel Contactpersoon : Stéphane Huart
Dossier opgesteld door : Alois Sépul Nicolas Peters ARCADIS Belgium rue des Guillemins 26 B - 4000 LIEGE Tel.: +32 4 349 56 00 Fax : +32 4 349 56 10 www.arcadisbelgium.be
_____________________________________________________________________________________________________
22/03/2016
BIJZONDER BESTEK - BIJZONDERE TECHNIEKEN SANITAIR
Pagina 1/55
STIB/MIVB Atrium 5b ____________________________________________________________________________________________________
BE0114-000254-23 BAT TS SANI CSC PR - Atrium 5b - A - NL.docx
Herziening Versie
Datum
Opmerking
B
25/03/2016
Kwaliteitscontrole en goedkeuring MIVB
Functie
Naam
Projectingenieur
PETERS Nicolas
Uitgegeven door Departement/
Handtekening
Datum
discipline Gebouw
22/03/2016
Gecontroleerd door Departement/
Functie
Naam
Projectingenieur
SEPUL Aloïs
Handtekening
Datum
discipline Gebouw
23/03/2016
Goedgekeurd door de klant Departement/
Functie
Naam
Project Manager
HUART Stéphane
Handtekening
Datum
discipline Gebouw
24/03/2016
_____________________________________________________________________________________________________
22/03/2016
BIJZONDER BESTEK - BIJZONDERE TECHNIEKEN SANITAIR
Pagina 2/55
STIB/MIVB Atrium 5b ____________________________________________________________________________________________________
BE0114-000254-23 BAT TS SANI CSC PR - Atrium 5b - A - NL.docx
INHOUDSOPGAVE BESTEK I.
ADMINISTRATIEVE BEPALINGEN
6
I.1.
ALGEMENE ADMINISTRATIEVE BEPALINGEN
6
I.2.
BIJZONDERE ADMINISTRATIEVE BEPALINGEN I.2.1. ONTWERPDOSSIER I.2.1.1. INHOUD VAN HET ONTWERPDOSSIER I.2.1.2. GRENZEN AAN HET ONTWERPDOSSIER EN VERPLICHTINGEN VAN DE AANNEMERS I.2.2. TE LEVEREN DOCUMENTEN DOOR DE INSCHRIJVERS I.2.3. TE LEVEREN DOCUMENTEN DOOR DE AANNEMER I.2.3.1. UITVOERINGSDOSSIER I.2.3.2. AS-BUILT DOSSIER I.2.4. VOORLOPIGE OPLEVERING I.2.4.1. KEURINGSATTESTENDOOR EEN ERKEND ORGANISME I.2.4.2. INSTALLATIEPROEVEN I.2.4.3. REGELEN EN IN DIENST STELLEN VAN DE INSTALLATIE I.2.4.4. SCHOLING I.2.5. WAARBORG EN ONDERHOUD I.2.5.1. WAARBORG I.2.5.2. ONDERHOUD I.2.6. DEFINITIEVE OPLEVERING
6 6 6
II.
DOEL VAN DE AANNEMING
6 8 8 8 9 11 11 11 12 12 12 12 12 13
14
II.1. HET GEBOUW II.1.1. BESCHRIJVING VAN HET GEBOUW II.1.2. RF COMPARTIMENTERING VAN HET GEBOUW
14 14 14
II.2. DE INSTALLATIE II.2.1. BESCHRIJVING VAN DE INSTALLATIE II.2.2. GRENZEN VAN DE AANNEMING II.2.2.1. TOEVOER VAN SANITAIR KOUD WATER II.2.2.2. TOEVOER VAN SANITAIR WARM WATER II.2.2.3. TOEVOER VAN REGENWATER II.2.2.4. TOEVOER VAN BLUSWATER II.2.2.5. AFVOER AFVALWATER II.2.2.6. AFVOER REGENWATER II.2.2.7. SANITAIRE VENTILATIE II.2.2.8. ELEKTRISCHE UITRUSTING
15 15 16 16 16 16 16 16 16 16 16
III.
17
TECHNISCHE VOORSCHRIFTEN
III.1. ALGEMENE TECHNISCHE VOORSCHRIFTEN III.1.1. REFERENTIEDOCUMENTEN III.1.2. MEETCODE III.1.3. BIJKOMENDE WERKEN III.1.3.1. ALGEMEEN III.1.3.2. DOORBORINGEN, SLEUVEN EN NIET RF-HERSTELLINGEN III.1.3.3. SOKKELS EN VLOERPLATEN VOOR UITRUSTINGEN III.1.3.4. BESCHERMING VAN HET MATERIAAL EN SCHADE III.1.3.5. REINIGING VAN HET MATERIEEL EN DE BOUWPLAATS
17 17 20 20 20 20 21 22 22
_____________________________________________________________________________________________________
22/03/2016
BIJZONDER BESTEK - BIJZONDERE TECHNIEKEN SANITAIR
Pagina 3/55
STIB/MIVB Atrium 5b ____________________________________________________________________________________________________
BE0114-000254-23 BAT TS SANI CSC PR - Atrium 5b - A - NL.docx
III.1.3.6. III.1.3.7. III.1.3.8. III.1.4. III.1.5. III.1.5.1. III.1.5.2. III.1.5.3. III.1.5.4. III.1.5.5. III.1.5.5.1. III.1.5.5.2. III.1.5.5.3. III.1.5.6. III.1.5.7. III.1.5.8. III.1.5.9. III.1.5.10. III.1.6. III.1.7. III.1.7.1. III.1.7.2. III.1.7.2.1. III.1.7.2.2. III.1.7.2.3. III.1.7.2.4. III.1.7.2.5. III.1.7.3. III.1.7.4. III.1.7.5.
OPSLAG EN MATERIAALBEHANDELING AKOESTIEK EN ONTSTORINGSINRICHTINGEN ASBEST EN LOOD BESTRIJDING LEGIONAIRSZIEKTE SANITAIRE LEIDINGEN - ALGEMEEN BELANGRIJKE NOTA VOORAF EENHEIDSPRIJS WAARBORG FABRIKANT KEUZE VAN DE DIAMETERS TRACÉ EN ORGANISATIE VAN DE LEIDINGEN EN HET TOEBEHOREN Algemeen Doorvoer door het verlaagd plafond Te respecteren hellingen voor horizontale leidingen BEVESTIGEN VAN DE ZICHBARE LEIDINGEN PLAATSING VAN INBOUWLEIDINGEN CONTROLE VAN DE LASVERBINDINGEN UITZETTING SCHILDERWERKEN BEVEILIGING DRINKWATER AKOESTISCHE – SANITAIRE VOORSCHRIFTEN ALGEMEEN LUCHTGELUIDEN Normen en referentiedocumenten Terminologie Meetvoorwaarden van de akoestische niveaus Toelaatbare geluidsniveaus in de lokalen Geluidlimieten buiten het gebouw TRILLEN EN OVERBRENGEN VAN GELUID VIA VASTE WEG TE LEVEREN DOCUMENTEN BOUWKUNDIGE MAATREGELEN
III.2. BIJZONDERE TECHNISCHE VOORSCHRIFTEN III.2.1. AFSCHAFFING BESTAANDE SCHACHT III.2.2. WATERTOEVOER EN -DISTRIBUTIE III.2.2.1. AANSLUITINGEN VOOR HOOFDVERDEELLEIDING III.2.2.1.1. Aansluiting sanitair koud water III.2.2.2. SANITAIRE TOEVOERLEIDINGEN III.2.2.2.1. Leidingen in meerlagig polyetheen III.2.2.2.1.1. Koudwatertoevoer III.2.2.3. KRANEN III.2.2.3.1. Doorgangsmeters III.2.2.3.2. Afsluitkranen III.2.2.3.2.1. Kogelafsluiters III.2.2.3.3. Controleerbare terugslagkleppen III.2.2.3.4. Demper voor waterslagen III.2.3. WATERAFVOER III.2.3.1. AANSLUITINGEN VOOR AFVOERNET III.2.3.1.1. Aansluiting op de bestaande riolering III.2.3.1.2. Uitgangen in de vrije lucht van het sanitaire ventilatienet III.2.3.2. AFVOERBUIZEN III.2.3.2.1. Buizen van high density polyetheen lage druk (PEHD) III.2.3.2.2. Aansluiting van de spoelbakken op het afvoernet III.2.4. DOORVOER DOOR RF WANDEN EN AANSLUITING III.2.5. ISOLATIE III.2.5.1. INTERNE ISOLATIE VAN DE TOEVOERLEIDINGEN VOOR KOUD WATER III.2.6. MERKEN EN IDENTIFICEREN III.2.7. SANITAIRE TOESTELLEN III.2.7.1. WC OP DRAAGCONSTRUCTIE
22 23 23 23 25 25 25 25 25 25 25 26 26 26 27 27 27 28 29 30 30 30 30 31 31 31 31 32 32 32 33 33 33 34 34 35 35 37 37 37 38 38 39 39 41 41 41 42 42 42 45 46 46 46 46 47 48
_____________________________________________________________________________________________________
22/03/2016
BIJZONDER BESTEK - BIJZONDERE TECHNIEKEN SANITAIR
Pagina 4/55
STIB/MIVB Atrium 5b ____________________________________________________________________________________________________
BE0114-000254-23 BAT TS SANI CSC PR - Atrium 5b - A - NL.docx
III.2.7.1.1. III.2.7.2. III.2.7.3. III.2.8. III.2.8.1. III.2.8.2. III.2.8.3. III.2.8.4. III.2.8.5. III.2.9. III.2.9.1. III.2.9.2. III.2.10. III.2.11. III.2.11.1. III.2.11.2. III.2.12. III.2.12.1. III.2.12.2. III.2.12.3. III.2.13. III.2.14.
WC op « gewone » draagconstructie HANDWASTAFELS URINOIR SANITAIR TOEBEHOREN AFSCHEIDINGEN VOOR URINOIRS WC-PAPIERHOUDER HANDDOEKDISPENSER WC BORSTEL MET BORSTELHOUDER SPIEGELS ELEKTRISCHE UITRUSTING Elektrische aansluitingen POTENTIAALVEREFFENING TOEPASSING VAN DE VEILIGHEIDSPRINCIPES TE LEVEREN DOCUMENTEN UITVOERINGSDOSSIER AS-BUILT DOSSIER PROEVEN, REGELEN, IN DIENST STELLEN EN SCHOLING REGELEN EN IN DIENST STELLEN PROEVEN INLICHTEN VAN HET PERSONEEL PROEVEN DOOR ERKENDE ORGANISMEN WAARBORG EN ONDERHOUD
50 50 51 52 52 52 52 52 53 53 53 53 54 54 54 54 54 54 54 55 55 55
SAMENVATTENDE MEETSTAAT PLANNEN
_____________________________________________________________________________________________________
22/03/2016
BIJZONDER BESTEK - BIJZONDERE TECHNIEKEN SANITAIR
Pagina 5/55
STIB/MIVB Atrium 5b ____________________________________________________________________________________________________
BE0114-000254-23 BAT TS SANI CSC PR - Atrium 5b - A - NL.docx
ADMINISTRATIEVE BEPALINGEN
I. I.1.
ALGEMENE ADMINISTRATIEVE BEPALINGEN
De algemene administratieve bepalingen in bijlage maken integraal deel uit van dit bijzonder bestek dat ze aanvullen.
I.2.
BIJZONDERE ADMINISTRATIEVE BEPALINGEN
I.2.1.
ONTWERPDOSSIER I.2.1.1.
INHOUD VAN HET ONTWERPDOSSIER
Het volledige technische sanitaire dossier omvat :
De algemene administratieve bepalingen Dit bijzonder bestek dat het volgende omvat : de bijzondere administratieve bepalingen de beschrijving van het gebouw en van de technische installatie de algemene technische voorschriften de bijzondere technische voorschriften
De samenvattende meetstaat Het inschrijvingsformulier Het veiligheidsdossier opgesteld door de veiligheidscoördinator De volgende plannen : -
I.2.1.2.
BE 114 254-23 BAT TS SANI PL PR 300 – Bovenaanzicht
GRENZEN AAN HET ONTWERPDOSSIER EN VERPLICHTINGEN VAN DE AANNEMERS
Een ontwerpdossier is geen uitvoeringsdossier. Het uitvoeringsdossier opgesteld door de aannemer houdt rekening met de precieze specificaties van de goedgekeurde uitrustingen en de werkelijke plaats van het materiaal dat ook werd goedgekeurd door de bouwplaatsdirectie.
_____________________________________________________________________________________________________
22/03/2016
BIJZONDER BESTEK - BIJZONDERE TECHNIEKEN SANITAIR
Pagina 6/55
STIB/MIVB Atrium 5b ____________________________________________________________________________________________________
BE0114-000254-23 BAT TS SANI CSC PR - Atrium 5b - A - NL.docx
Ontwerpplannen en kennis van de site : Ontwerpplannen zijn geen uitvoeringsplannen. Het tracé van de ventilatiekokers, de leidingen, de kabelbanen, enz... en de plaats van de technische uitrustingen zijn ter indicatie op de ontwerpplannen aangeduid. Ze dienen om de inschrijver toe te laten zijn prijs op te maken. De offerte moet worden opgemaakt overeenkomstig de gegevens van het ontwerp. Als de positie van een toestel gewijzigd wordt ten opzichte van de positie op de initiële ontwerpplannen, mag de aannemer geen enkele meerprijs vragen als het toestel niet van lokaal verandert en de verplaatsing minder dan 5m bedraagt. De inschrijver wordt verondersteld kennis genomen te hebben van de plaats waar de deze werken worden uitgevoerd. In het geval van een renovatie- of een uitbreidingsproject, moet de inschrijver de plaatsen bezoeken om zich rekenschap te geven van de omvang van de werken (afbraakwerk, aansluitingen op bestaande installaties, doorgang van de technieken…). De inschrijver wordt ook verondersteld kennis te hebben genomen van de architectuurplannen (meer bepaald de doorsneden) en de technische plannen van stabiliteit, verwarming, sanitair, elektriciteit… De aannemer mag in geen enkel geval een meerprijs vragen tijdens de uitvoering van de werken met als reden dat hij bepaalde architecturale en andere elementen niet kende of dat die niet opgenomen waren in de technische plannen. De aannemer gaat na of de maatvoering van de openingen zoals deuren en/of ramen voldoende groot zijn voor de benodigde materiaal en apparatuur binnen te brengen. Hij draagt alle kosten die nodig zijn om het materiaal binnen te brengen. De aannemer controleert ook de voorziene uitsparingen en doorboringen voorzien in het deel stabiliteit, rekening houdend met het feit dat noodzakelijke aanpassingen en/of nieuwe boringen voor zijn installatiewerken te zijnen laste zijn en er hiervoor geen enkele meerprijs mag gevraagd worden. Vergissingen en tegenstrijdigheden De aannemer moet, zowel voor als tijdens de uitvoering der werken, het ingenieursbureau onmiddellijk op de hoogte brengen van elke vergissing die hij vaststelt op de plannen, in de bestekken en de meetstaten, wanneer deze vergissingen gevolgen zouden hebben voor de uitvoering van de bestelling, de werking en het rendement. Na deze verwittiging geeft de bouwplaatsdirectie de nodige richtlijnen om deze vergissing recht te zetten. In geval van tegenstrijdigheid tussen plannen van de « Bijzondere Technieken » en de « Architectuur »-plannen, hebben die laatste de voorrang. In geval van tegenstrijdigheid in het ontwerpdossier zelf, geldt een prioritaire volgorde om te bepalen welk document voorrang heeft. De volgorde is de volgende : 1. 2. 3.
Plannen Meetstaat Bijzonder bestek
_____________________________________________________________________________________________________
22/03/2016
BIJZONDER BESTEK - BIJZONDERE TECHNIEKEN SANITAIR
Pagina 7/55
STIB/MIVB Atrium 5b ____________________________________________________________________________________________________
BE0114-000254-23 BAT TS SANI CSC PR - Atrium 5b - A - NL.docx
I.2.2.
TE LEVEREN DOCUMENTEN DOOR DE INSCHRIJVERS
De documenten gevraagd in de algemene administratieve bepalingen.
I.2.3.
TE LEVEREN DOCUMENTEN DOOR DE AANNEMER I.2.3.1.
UITVOERINGSDOSSIER
Ten laatste 15 dagen voor aanvang van de werken moet de aannemer de bouwplaatsdirectie een volledig uitvoeringsdossier bezorgen ter goedkeuring. Dit dossier bevat minstens : De plannen met uitsparingen voor de diverse doorvoeringen De gedetailleerde uitvoeringsplannen met de exacte plaats en afmetingen van alle door de aanneming voorziene materialen Alle berekeningsnota’s en detailtekeningen met de noodzakelijke goedkeuring van de bouwplaatsdirectie De technische fiches van al het materiaal en toestellen die voorzien in de aanneming De gedetailleerde schema’s van ophangingen, plaatsings- en bevestigingsmiddelen van de diverse toestellen De principeschema’s van hydraulische, aëraulische, elektrische leidingen, regeltoestellen… eigen aan de aanneming De noodzakelijke conformiteitsattesten voor de verschillende toestellen Berekeningsnota's : Het betreft de berekeningsnota’s die dienden voor het bepalen van de afmetingen van zijn installaties en alle te verwerken toestellen. Ze zijn gebaseerd op de kenmerken van de bedoelde installaties en op basis van de berekeningsbases beschreven in dit bestek. Uitvoeringsplannen : De uitvoeringsplannen moeten alle toestellen en leidingen (leidingen, ventilatiekanalen, kabelbanen) omvatten evenals hun werkelijke ligging en afmetingen. De plannen die ter goedkeuring moeten worden voorgelegd aan de bouwplaatsdirectie, moeten vooraf worden gecoördineerd met de tracés van de andere technieken. Indien de bouwheer bepaalde normen of symbolen gebruikt, moeten deze worden geïntegreerd in de uitvoerings- en de as-built plannen. In het geval de bouwplaatsdirectie het nodig acht om bijkomende detailplannen op te stellen om de afwerking van bepaalde delen te kunnen beoordelen, moet de aannemer deze plannen leveren, zonder enige schadevergoeding, rekening houdend met de stand van zaken van de werken. Technische fiches : Voor alle uitrustingen die de aanneming verwerkt, wordt een overeenstemmende « technische fiche » opgesteld. Voor de duidelijkheid wordt een uniform formulier opgesteld met de naam van elk toestel en worden de bladzijden duidelijk genummerd. De « technische fiches » moeten telkens worden aangevuld met technische documentatie en/of certificaten. In het geval de documentatie en/of de certificaten dat al niet vermelden, moeten de fiches de nuttige en specifieke kenmerken van de uitrusting vermelden evenals de informatie over de herkomst. Het geheel van de « technische fiches » moet op een rationele manier worden samengesteld in de vorm van één of meerdere documenten.
_____________________________________________________________________________________________________
22/03/2016
BIJZONDER BESTEK - BIJZONDERE TECHNIEKEN SANITAIR
Pagina 8/55
STIB/MIVB Atrium 5b ____________________________________________________________________________________________________
BE0114-000254-23 BAT TS SANI CSC PR - Atrium 5b - A - NL.docx
Bij twijfel of onnauwkeurigheid en op vraag van de bouwplaatsdirectie moet de aannemer monsters voorleggen van de toestellen, uitrustingen en onderdelen die deel uitmaken van de uit te voeren installatie. Indien men dit nodig acht, worden proeven uitgevoerd. De structuur van de technische fiche wordt door de aannemer opgemaakt, maar dient steeds ter goedkeuring voorgelegd te worden. Volgende « velden » moeten minstens worden voorzien : Identificatie van het project Aanduiding « technische fiche » Aannemer Volgnummer technische fiche Datum van voorstelling Het hoofdstuk van het bestek dat van toepassing is Volgnummer meetstaat Handtekening van de inschrijver Bijgevoegde documenten Fabrikant, vertegenwoordiger : naam, adres, telefoonnummer, faxnummer, emailadres Eventuele afwijkingen van het bestek + redenen hiervoor Plaats voor goedkeuring of afkeuring van de bouwheer, architect, ingenieursbureau. Elke technische fiche krijgt een volgnummer bestaande uit een getal en een letter. De letter is de aanduiding van de betreffende revisie. De eerste indiening krijgt de letter A. Alle ingediende technische fiches (inclusief de revisies) worden in de overzichtslijst vermeld. Opmerkingen :
De aannemer mag in geen geval werken realiseren voor de definitieve goedkeuring van de documenten die er betrekking op hebben. De bouwplaatsdirectie behoudt zich het recht voor om zonder voorbehoud elke levering of installatie te weigeren waarvan de documenten niet vooraf zouden zijn goedgekeurd.
De goedkeuring van plannen, berekeningsnota’s en technische fiches door de bouwplaatsdirectie betekent nog niet de aanvaarding van het werk en ontheft de aannemer niet van zijn verantwoordelijkheid. De aannemer is in ieder geval verplicht een installatie te realiseren die volledig conform de specificaties is in dit bestek en die perfect werkt, met inbegrip van de levering en plaatsing van elementen die niet voorkwamen op de goedgekeurde plannen en die noodzakelijk zijn voor ene goede werking van de installatie.
De aannemer wordt verondersteld de ontwerpgegevens te hebben gecontroleerd en de noodzakelijke aanpassingen te hebben aangebracht in het uitvoeringsdossier en dit in akkoord met de bouwplaatsdirectie. Alle wijzigingen die later werden aangebracht tijdens de uitvoering der werken, moeten onmiddellijk in het uitvoeringsdossier worden bijgevoegd door de aannemer.
I.2.3.2.
AS-BUILT DOSSIER
15 dagen vóór de voorlopige oplevering en na goedkeuring van het ingenieursbureau wordt een « as-built » dossier overhandigd aan de directie der werken als definitief akkoord. Onnauwkeurige of onvolledige schema’s en/of nota’s worden niet aanvaard. Als het dossier wordt geweigerd, moet de aannemer een nieuw dossier voorleggen binnen de 15 kalenderdagen en wordt de datum van de voorlopige oplevering bijgevolg verschoven. De voorlopige oplevering vindt pas plaats na de indiening en goedkeuring van het as-built dossier en als alle opmerkingen zijn opgeheven. _____________________________________________________________________________________________________
22/03/2016
BIJZONDER BESTEK - BIJZONDERE TECHNIEKEN SANITAIR
Pagina 9/55
STIB/MIVB Atrium 5b ____________________________________________________________________________________________________
BE0114-000254-23 BAT TS SANI CSC PR - Atrium 5b - A - NL.docx
De inhoud van het « as-built » dossier is nagenoeg gelijk aan dat van het uitvoeringsdossier. Dit wordt gerechtvaardigd doordat de realisatie van het « as-built » dossier een voortzetting is van en conform is met het uitvoeringsdossier. In tegenstelling tot het uitvoeringsdossier dat elke dag geüpdatet wordt, is het « as-built » dossier een onveranderlijk dossier dat overeenstemt met het totaal van de effectief uitgevoerde werken van de aanneming. Het « as-built » dossier omvat minstens volgende documenten:
De complete « as-built » plannen en schema’s van de installatie zoals die effectief werd gerealiseerd. Alle berekeningsnota’s en alle detailplannen die noodzakelijk worden geacht door de bouwplaatsdirectie. De geüpdatete technische fiches en de eventuele conformiteitscertificaten van al het materiaal en van alle toestellen die uiteindelijk werden geplaatst door de aanneming. Een catalogus van zijn installatie met de onderhouds- en gebruiksaanwijzingen. Het dient voor het normale en courante onderhoud van de installaties en voor de realisatie van wijzigingen en uitbreidingen in de toekomst. De lijst van alle eventuele onderaannemers : adres, telefoonnummer en voorwerp van de aanneming. Een lijst van alle leveranciers van de geïnstalleerde materialen. De geüpdatete detailschema’s van ophangingen, plaatsingsen bevestigingsmiddelen van de verschillende toestellen. De principeschema’s van hydraulische, aëraulische, elektrische leidingen, regeltoestellen… eigen aan de aanneming. De handleiding om te weten hoe de installatie moet worden beheerd en afgesteld. De lijst van alle ingestelde waarden en parameters van uitrustingen en toestellen die deel uitmaken van zijn aanneming. Een document waarin de aannemer garandeert dat hij alle Rf-dichtingen heeft uitgevoerd conform de geldende regelgeving. Een fotografisch dossier van alle brandwerende aansluitingen. Deze aansluitingen moeten ook op de plannen worden aangeduid. De keuringsbewijzen van het geleverde reservemateriaal. De structuur/configuratie van de programma’s van alle programmeerbare toestellen die door de aanneming zijn geplaatst, met inbegrip van de bronprogramma’s. De PV’s van de keuringen van de erkend organismen en alle vereiste keuringsattesten. De PV’s van de proeven van de technische installaties. De uitvoeringsplannen van de eventuele elektrische verdeelborden. Een schema met nummering van alle sluit- en regelorganen op de kringen.
Er moet rekening gehouden worden met het feit dat de definitieve nummering van de gebouwen, de lokalen, de toewijzingen van de diensten en de andere aanduidingen worden bepaald door de directie der werken tijdens de uitvoeringsfase. De aannemer moet er rekening mee houden bij het opstellen van zijn plannen, technische fiches, schema’s en andere, en wel zonder enige vergoeding. Dragers van het as-built dossier : Een volledige papieren versie van het as-built dossier bevat : Alle plannen, principeschema’s en andere op papieren, op een aan het project aangepaste schaal, geplooid en geklasseerd in één of meerdere kaften. Alle andere documenten (technische fiches, berekeningsnota’s, lijsten, PV’s, gebruiksaanwijzingen,…) zoals hierboven beschreven, afgedrukt en geklasseerd in één of meerdere kaften _____________________________________________________________________________________________________
22/03/2016
BIJZONDER BESTEK - BIJZONDERE TECHNIEKEN SANITAIR
Pagina 10/55
STIB/MIVB Atrium 5b ____________________________________________________________________________________________________
BE0114-000254-23 BAT TS SANI CSC PR - Atrium 5b - A - NL.docx
Een volledig digitaal as-built dossier in de vorm van een CD of een DVD bevat : Alle plannen, principeschema’s en andere in elektronisch formaat compatibel met Autocad, op een aan het project aangepaste schaal. Elk plan zal in één en slechts één bestand opgeslagen worden en zal niet verwijzen naar externe gegevens (externe referenties, tabellen gegenereerd door een spreadsheet). De aannemer moet er ook voor zorgen dat deze documenten makkelijk af te printen zijn. Alle andere documenten (technische fiches, berekeningsnota’s, lijsten, PV’s, gebruiksaanwijzingen…) zoals hierboven beschreven, gescand in een PDF-formaat.
I.2.4.
VOORLOPIGE OPLEVERING
De voorlopige oplevering kan enkel worden toegestaan onder bepaalde omstandigheden. De aannemer moet vooraf : Het volledige as-built dossier aan de bouwplaatsdirectie overhandigen. Een proefverslag overhandigen dat aangeeft dat hij alle noodzakelijke proeven en testen heeft uitgevoerd. Dit rapport wordt bij het as-built dossier gevoegd. De volledige installatie hebben afgesteld en in werking gesteld. De keuringsattesten overhandigen die aangeven dat hij zijn installatie heeft laten keuren door de erkende controleorganisatie(s). Deze attesten worden bij het as-built dossier gevoegd. De oplevering gebeurt onder de controle van de bouwplaatsdirectie en wordt pas toegestaan als de aannemer gunstig gevolg geeft aan alle eventuele opmerkingen.
I.2.4.1.
KEURINGSATTESTENDOOR EEN ERKEND ORGANISME
De attesten moeten afgeleverd worden door een erkend controleorganisme. De keuze van het organisme moet worden goedgekeurd door de bouwheer. De aannemer onderneemt de administratieve stappen, levert de meettoestellen en draagt de kosten voor de controles en het verkrijgen van de noodzakelijke attesten in zake conformiteit en veiligheid met het ARAB, het AREI, de Belgische wetgeving en regelgeving en de Europese richtlijnen. In het geval dat het erkend controleorganisme inbreuken, opmerkingen, fouten of nalatigheden zou vaststellen, moet de aannemer daar het nodige gevolg aan geven. Hetzelfde controleorganisme moet een nieuwe keuring uitvoeren en dit op kosten van de aannemer. De keuringen moeten elkaar opvolgen tot een opleveringsverslag wordt afgeleverd dat vrij is van alle opmerkingen. De keuringsrapporten zonder opmerkingen moeten ten laatste voor de voorlopige oplevering worden ingediend.
I.2.4.2.
INSTALLATIEPROEVEN
De proeven gebeuren steeds onder de controle van de bouwplaatsdirectie. De aannemer voert de proeven uit, rekening houdend met de voortgang van de werken in het gebouw (m.a.w. het plaatsen van de vloeren, het plaatsen van verlaagde plafonds, enz.) De bouwplaatsdirectie moet altijd schriftelijk verwittigd worden van de datum waarop de proeven worden uitgevoerd. _____________________________________________________________________________________________________
22/03/2016
BIJZONDER BESTEK - BIJZONDERE TECHNIEKEN SANITAIR
Pagina 11/55
STIB/MIVB Atrium 5b ____________________________________________________________________________________________________
BE0114-000254-23 BAT TS SANI CSC PR - Atrium 5b - A - NL.docx
De aannemer moet in het bezit zijn van alle apparatuur en toebehoren die de correcte uitvoering van de proeven, metingen, controles en het regelen mogelijk maken. De elektriciteit, water, olie, smeermiddelen en alle andere verbruiksproducten noodzakelijk voor het uitvoeren van de proeven, vallen ten laste van de aannemer.
I.2.4.3.
REGELEN EN IN DIENST STELLEN VAN DE INSTALLATIE
Voor de voorlopige oplevering moet de installatie in gebruik kunnen worden genomen zonder enige beperking. De aannemer moet de regeling van alle installaties (zonder uitzonderingen) uitvoeren. Alle specifieke uitrustingen en automatische regelapparaten zijn geregeld door professionele specialisten op kosten van de aannemer.
I.2.4.4.
SCHOLING
De aanneming omvat de scholing ter plaatse van het personeel aangeduid door de bouwheer inzake het gebruik, de bediening, het beheer, het onderhoud en de programmatie van de installaties. De scholingen worden gegeven door technici die kennis hebben van de installaties en dit met behulp van gebruiksaanwijzingen, handleidingen voor bediening en onderhoud, die moeten worden geleverd. De aannemer houdt rekening met het feit dat het personeel niet noodzakelijk technisch geschoold is. De scholingsperiodes worden vastgelegd door de aanbestedende overheid in overleg met de aannemer.
I.2.5.
WAARBORG EN ONDERHOUD I.2.5.1.
WAARBORG
Naast de waarborg van 2 jaar door de fabrikant en/of de leverancier voor het materiaal, bedraagt de waarborgtermijn zoals hieronder gedefinieerd 2 jaar. De waarborg betreft een curatief onderhoud. Gedurende de waarborgperiode, moet de aannemer alle apparaten waar er gebreken worden vastgesteld, vervangen en moet hij alle onregelmatige werkingen van het volledige systeem of van een deel ervan, oplossen. Deze waarborg omvat wisselstukken, het uurloon, het normale onderhoud, de vervoerkosten en de terug in werking stelling van de uitrusting en/of van het systeem. Deze interventie houdt rekening met de opgelegde uren van de opdrachtgever betreffende uitbating.
I.2.5.2.
ONDERHOUD
Onafhankelijk van de werken en de leveringen eigen aan de bepalingen van de waarborg (curatief onderhoud), moet het preventief onderhoud tijdens de waarborgperiode verzekeren dat de de klant installatie terugkrijgt in een goede staat van werking. De lijst met te onderhouden punten eigen aan deze aanneming wordt duidelijk opgenomen in het deel « bijzondere technische bepalingen ». _____________________________________________________________________________________________________
22/03/2016
BIJZONDER BESTEK - BIJZONDERE TECHNIEKEN SANITAIR
Pagina 12/55
STIB/MIVB Atrium 5b ____________________________________________________________________________________________________
BE0114-000254-23 BAT TS SANI CSC PR - Atrium 5b - A - NL.docx
De eventuele verbeteringen die de aannemer tijdens de waarborgperiode aanbrengt aan de installatie en het materiaal zijn van rechtswege verworven door de klant, zonder die de aannemer daarvoor schadeloos moet stellen. De toekenning van de waarborg mag in geen geval worden gekoppeld aan de ondertekening van een optioneel onderhoudscontract. Tijdens deze periode is het onderhoudscontract van rechtswege verworven. Alle andere contractvoorstellen zullen beschouwd worden als optioneel en het niet weerhouden van deze optie ontslaat de aannemer niet van zijn verantwoordelijkheden. Na elk onderhoud, moet de opdrachtnemer een kopie van de onderhoudsattesten overhandigen aan de aanbestedende overheid. Alle anomalieën worden schriftelijk gesignaleerd aan de aanbestedende overheid.
I.2.6.
DEFINITIEVE OPLEVERING
De definitieve oplevering wordt toegekend na de waarborgperiode die begint op de datum van voorlopige oplevering en op voorwaarde dat de installatie in zijn geheel volledig voldoet.
_____________________________________________________________________________________________________
22/03/2016
BIJZONDER BESTEK - BIJZONDERE TECHNIEKEN SANITAIR
Pagina 13/55
STIB/MIVB Atrium 5b ____________________________________________________________________________________________________
BE0114-000254-23 BAT TS SANI CSC PR - Atrium 5b - A - NL.docx
II.
DOEL VAN DE AANNEMING
II.1.
HET GEBOUW
II.1.1.
BESCHRIJVING VAN HET GEBOUW
Het betreft de inrichting van zone 5b van het gebouw van de MIVB, in de Koningsstraat 76 – 1000 Brussel.
Deze zone omvat hoofdzakelijk: -
II.1.2.
Een open ruimte van 100 m² Drie vergaderzalen van 24 m² Een vergaderzaal van 40 m² Een sanitaire zone van 20 m² Een verkeerszone van 75 m² Het lokaal Data van 6 m² Een copy corner van 3 m²
RF COMPARTIMENTERING VAN HET GEBOUW
Overeenkomstig de architectuurplannen.
_____________________________________________________________________________________________________
22/03/2016
BIJZONDER BESTEK - BIJZONDERE TECHNIEKEN SANITAIR
Pagina 14/55
STIB/MIVB Atrium 5b ____________________________________________________________________________________________________
BE0114-000254-23 BAT TS SANI CSC PR - Atrium 5b - A - NL.docx
II.2.
DE INSTALLATIE
II.2.1.
BESCHRIJVING VAN DE INSTALLATIE
De installatie waarvan sprake in dit bijzonder bestek die deel uitmaakt van deze aanneming, omvat hoofdzakelijk : Toevoer :
De aansluiting op de bestaande voedingsleidingen Een leidingennet voor de distributie van koud water Een meter voor het koud water Alle kranen : afsluitkraan, terugslagkleppen, ... De uitrustingen voor het isoleren van leidingen, kranen en toebehoren
Afvoer :
De aansluiting op het bestaande afvoernet Een leidingennet voor de afvoer van afvalwater
Andere :
Sanitaire toestellen en voornamelijk : WC’s, urinoirs, handwastafels Sanitair toebehoren en voornamelijk : Wc-papierhouders, spiegels, borstelhouders, tissuehouders De demontage, isolatie en afvoer van de niet behouden bestaande installatie
borstels,
_____________________________________________________________________________________________________
22/03/2016
BIJZONDER BESTEK - BIJZONDERE TECHNIEKEN SANITAIR
Pagina 15/55
STIB/MIVB Atrium 5b ____________________________________________________________________________________________________
BE0114-000254-23 BAT TS SANI CSC PR - Atrium 5b - A - NL.docx
II.2.2.
GRENZEN VAN DE AANNEMING
II.2.2.1.
TOEVOER VAN SANITAIR KOUD WATER
Deze aanneming begint met de aansluiting op het bestaand distributienet voor water overeenkomstig de geldende reglementeringen.
II.2.2.2.
TOEVOER VAN SANITAIR WARM WATER
Zonder voorwerp. II.2.2.3.
TOEVOER VAN REGENWATER
Zonder voorwerp. II.2.2.4.
TOEVOER VAN BLUSWATER
Zonder voorwerp.
II.2.2.5.
AFVOER AFVALWATER
Deze aanneming wordt aangesloten op het netwerk voor de afvoer van afvalwater uit de sanitaire zone. II.2.2.6.
AFVOER REGENWATER
Zonder voorwerp. II.2.2.7.
SANITAIRE VENTILATIE
Deze aanneming wordt aangesloten op het bestaand sanitaire ventilatienetwerk.
II.2.2.8.
ELEKTRISCHE UITRUSTING
Deze aanneming omvat de aansluiting van alle elektrische uitrustingen van de aanneming op de stopcontacten of wachtkabels voorzien door het lot elektriciteit. Deze aanneming omvat tevens het aarden en de potentiaalvereffeningen van bepaalde elementen die deel uitmaken van zijn installatie tot aan de uitrustingen die daartoe zijn voorzien door de aanneming van het deel elektriciteit.
_____________________________________________________________________________________________________
22/03/2016
BIJZONDER BESTEK - BIJZONDERE TECHNIEKEN SANITAIR
Pagina 16/55
STIB/MIVB Atrium 5b ____________________________________________________________________________________________________
BE0114-000254-23 BAT TS SANI CSC PR - Atrium 5b - A - NL.docx
III.
TECHNISCHE VOORSCHRIFTEN
III.1.
ALGEMENE TECHNISCHE VOORSCHRIFTEN
III.1.1.
REFERENTIEDOCUMENTEN
Dit bestek is permanent onderworpen aan alle ter zake geldende Belgische normen (NBN, NBN EN en NBN EN ISO) die 3 maand voor de aanbestedingsdatum door het BIN (Belgisch Instituut voor Normalisatie)werden gehomologeerd of geregistreerd. Deze normen zijn van toepassing in hun laatste uitgave en inclusief alle addenda of errata en dit zelfs zonder expliciet vernoemd te zijn. Een niet-beperkende lijst van specifieke normen voor de technische installaties wordt hieronder gegeven. Bovendien gelden de meest recente versies van de specificaties en/of technische voorlichtingen, zoals uitgegeven door het WTCB, steeds als referentie voor de correcte en ernstige uitvoeringswijzen en -details. Onverminderd de technische bepalingen in dit bestek, moet de aannemer voldoen aan alle wettelijke bepalingen inzake brandveiligheid, algemene veiligheidsvoorschriften, thermische en akoestische minimumeisen en de voorschriften betreffende de regelgeving inzake de energieprestatie. De plannen en documenten, bestekken, normen en technische specificaties die van toepassing zijn op de deze aanneming zijn: 1.
Het ontwerpdossier
2.
De voorwaarden vermeld in de bouwvergunning evenals de voorschriften opgelegd door de brandweer.
3.
Het typebestek nr. 100 van 1984 betreffende werken uit te voeren aan overheidsgebouwen (administratieve bepalingen)
4.
Het typebestek nr. 101 van 1997 betreffende de permanente bijlage bij het bijzonder bestek voor mechanische en elektrische installaties en constructies.
5.
De eengemaakte technische specificaties S.T.S.
6.
Het Algemeen Reglement voor de Arbeidsbescherming (ARAB - laatste uitgave).
7.
In het geval dat er elektriciteitsinstallatiewerken zijn voorzien, het typebestek nr. 400 van 1954, de nieuwe delen en de afleveringen.
8.
Voor werken aan de installaties van centrale verwarming, ventilatie en airconditioning, het typebestek nr. 105 van 1990 (technische bepalingen), afleveringen A en B.
9.
Voor de wegwerkzaamheden, het bestek Qualiroutes 2012.
10. In het geval van werken voor de installatie van hefwerktuigen (personenliften, goederenliften, ...) zijn voorzien de norm NBN EN 81-1+A3 : 2010 Personenliften en goederenliften - Veiligheidsvoorschriften voor het vervaardigen en het aanbrengen van personenliften - Deel 1: Elektrische personenliften _____________________________________________________________________________________________________
22/03/2016
BIJZONDER BESTEK - BIJZONDERE TECHNIEKEN SANITAIR
Pagina 17/55
STIB/MIVB Atrium 5b ____________________________________________________________________________________________________
BE0114-000254-23 BAT TS SANI CSC PR - Atrium 5b - A - NL.docx
11. De algemene omzendbrief betreffende de bewegwijzering, editie 1977 en zijn latere aanvullingen. 12. De wet van 4 augustus 1996 betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk. 13. Het Koninkrijk Besluit van 25 januari 2001 en zijn wijzigingen betreffende tijdelijke en mobiele werkplaatsen. 14. Het A.V.G.P. 15. De technische nota T013 van het Belgisch Elektrotechnisch Comité « Gids voor het veilig installeren en veilig gebruik van medische uitrustingen » Delen IA en IB. 16. Het koninklijk besluit van 6 november 1979 tot vaststelling van de normen inzake beveiliging tegen brand en paniek waaraan ziekenhuizen moeten voldoen. 17. Het koninklijk besluit van 12 juli 2012 (BS van 21-09-2012) tot wijziging van het KB van 07/07/1994 en tot vaststelling van de basisnormen voor de preventie van brand en ontploffing waaraan de nieuwe gebouwen moeten voldoen. 18. Het algemeen reglement op de elektrische installaties (AREI) 19. Het Koninklijk Besluit van 14/03/1988 (MB 25/03/1988) betreffende de vereisten inzake rationeel energieverbruik waaraan de verwarmingstoestellen moeten voldoen. 20. Het Koninklijk Besluit van18/03/1997 betreffende de rendementseisen voor nieuwe olie- en gasgestookte centrale-verwarmingsketels. 21. De Europese richtlijn 2006/95/CE inzake de vaststelling van de veiligheidswaarborgen welke bepaalde machines, apparaten en elektriciteitsleidingen moeten bieden. 22. De Europese machinerichtlijn – 2006/42/CE gewijzigd door de richtlijn 2009/127/CE m.b.t. de benadering van de wetgeving van de lidstaten gerelateerd aan machines. 23. De voorschriften van de plaatselijke openbare nutsbedrijven voor het aansluiten van apparaten etc. (elektriciteits-, gas-en watermaatschappij). 24. Het Technisch Reglement van het “Comité voor Technische Studie voor de productie en distributie van elektriciteit in België” KTS - laatste versie 25. Het koninklijk besluit van 12/03/1974 en zijn wijzigingen tot vaststelling van de veiligheidsnormen waaraan de rustoorden voor bejaarden moeten voldoen. 26. NBN EN 1717: Bescherming tegen verontreiniging van drinkwater in waterinstallaties en algemene eisen voor inrichtingen ter voorkoming van verontreiniging door terugstroming. 27. De Belgische norm NBN S 21-100 « Reddings- en brandweermaterieel - Opvatting van algemene installaties voor automatische brandmelding door puntmelder » en haar addenda. 28. De Belgische normen NBN S 21-201, S 21-202, S 21-203, S 21-204, S 21-205, S 21-207, S 21-208-1, S 21-208-2, S 21-208-2 pr A1 « Brandbeveiliging van gebouwen » 29. De Europese normen – CE-Labeling
_____________________________________________________________________________________________________
22/03/2016
BIJZONDER BESTEK - BIJZONDERE TECHNIEKEN SANITAIR
Pagina 18/55
STIB/MIVB Atrium 5b ____________________________________________________________________________________________________
BE0114-000254-23 BAT TS SANI CSC PR - Atrium 5b - A - NL.docx
30. NBN EN 60445: 2011 Basis- en veiligheidsprincipes voor mens-machine-raakvlak, merken en aanduidingen - Aanduidingen van aansluitklemmen en einden voor geleiders van elektrisch materieel voor een alfanumerieke notatie voor klemaanduidingen. 31. NBN C 10-001 : De genormaliseerde waarden voor spanning, stroom en frequenties. 32. NBN C 15-101 /102/103/105: Elektrische laagspanningsinstallatie - externe invloeden voor laagspanningsmateriaal. 33. NBN EN 50102 : 1995 – Beschermingsgraden van omhulsels van elektrisch materieel tegen uitwendige mechanische stoten (IK-code). 34. NBN C 20-002 : Elektrisch laagspanningsmaterieel - Kruip- en luchtwegen – Kruipstroomvastheid. 35. NBN B 20-529 : Beschermingsgraden gegeven door de omhulsels (IP-CODE) 36. NBN B 32-124 : Geïsoleerde draden en leidingen voor installaties - Nationale types Draden en leidingen met aderisolatie van polyvinylchloride voor nominale spanningen Uo/U tot en met 600/1000 V (en erratum). 37. NBN B 60-001 : Installatiematerieel - Algemeenheden - Bepaling van de toegelaten stroomwaarden in railstelsels uit koper of aluminium voor permanent bedrijf. 38. NBN EN 61439-1 : 2012 - Laagspanningsschakel- en verdeelinrichtingen - Deel 1 : Algemene regels. 39. NBN EN 61386-1 : 2010 – Systemen van buizen voor het onderbrengen van elektrische leidingen - Deel 1 - Algemene eisen. 40. NBN EN 60947 – alle delen : voor apparaten op laagspanning. 41. De normen NBN EN 50525, NBN EN 50396, NBN EN 50395, NBN HD 021.4 en NBN HD 022.1 voor elektrische leidingen. 42. NBN EN 12464:-1, Verlichting van werkplaatsen. 43. NBN EN 1838: Noodverlichting.
Anderzijds zijn specifieke normen opgenomen in de verschillende hoofdstukken van het bestek. De installateur kan geen beroep doen op tegenstellingen en/of herhalingen in de teksten van de documenten die hierboven worden geciteerd. De bouwheer behoudt altijd het recht om de voor hem meest gunstige interpretatie toe te passen van alle bepalingen.
_____________________________________________________________________________________________________
22/03/2016
BIJZONDER BESTEK - BIJZONDERE TECHNIEKEN SANITAIR
Pagina 19/55
STIB/MIVB Atrium 5b ____________________________________________________________________________________________________
BE0114-000254-23 BAT TS SANI CSC PR - Atrium 5b - A - NL.docx
III.1.2.
MEETCODE
Bij het ontbreken van voorschriften over metingen in de artikels van dit bestek, moeten deze in rekening worden gebracht met de exacte hoeveelheden bij de verwerking, met andere woorden mits aftrek van alle vides of zonder rekening te houden met verliezen.
III.1.3.
BIJKOMENDE WERKEN
III.1.3.1.
ALGEMEEN
De aanneming waarvan hier sprake is omvat het geheel van werken, leveringen en noodzakelijke uitrustingen nodig voor een volledige en goed uitgevoerde voltooiing van de installaties. Bij gevolg kan de aannemer zich niet beroepen op leemten of weglatingen in de meetstaten of bestekken om zijn verplichtingen te beperken. De werken van deze aanneming vormen een geheel dat volledig en in perfecte werkende staat moet zijn. De aannemer moet dus in zijn offerte alle bijhorende werken voorzien die nodig zijn voor de perfecte voltooiing van de installatie. De bedragen die de inschrijvers noteren in de artikels van de samenvattende meetstaten omvatten dus meer bepaald de noodzakelijke kosten voor de uitvoering van de hierna volgende werken.
III.1.3.2.
DOORBORINGEN, SLEUVEN EN NIET RF-HERSTELLINGEN
Doorboringen De voornaamste uitsparingen in wanden, balken van gewapend beton, muren en vloeren zijn voorzien in de ruwbouw op basis van de plannen opgesteld door het ingenieursbureau Bijzondere Technieken. Deze uitsparingen worden op een duidelijke manier aangeduid op de BT-plannen. Merk op dat het hier gaat over uitsparingen in de structurele elementen, die geïntegreerd zijn in de stabiliteitsplannen (bekistingen en wapeningen). De aannemer moet alle andere doorboringen voor zijn rekening te nemen voor de perfecte plaatsing van zijn installatie. Alle doorboringen en andere sleuven zijn betrokken, zowel horizontale als verticale. Met het oog op het verwezenlijken van nieuwe doorboringen, wordt de aandacht van de aannemer gevestigd op volgende punten : Het is verboden armaturen van gewapend beton door te knippen. Het is verboden te boren zonder toestemming van de ingenieur stabiliteit. Het aantal te maken openingen is beperkt tot het strikt noodzakelijke voor de doorgang van leidingen en/of kokers. Er mag geen enkel bevestigingsgat worden geboord in een betonnen element op minstens 50 mm van de rib ervan. De boorgaten in beton worden gerealiseerd met boren die tegelijk roteren en kloppen en niet met drilboren of met klopboren. Aanpassingen en herstellingen aan uitsparingen die niet correct zijn gerealiseerd of die op eigen initiatief zijn gerealiseerd zijn ook voor rekening van de aannemer. De maatvoering van de doorboring moet toestaan dat de brandwerende inrichting kan worden geplaatst overeenkomstig de voorschriften van de fabrikant volgens de proefcertificaten van het product en/of het gebruikte brandwerend element. _____________________________________________________________________________________________________
22/03/2016
BIJZONDER BESTEK - BIJZONDERE TECHNIEKEN SANITAIR
Pagina 20/55
STIB/MIVB Atrium 5b ____________________________________________________________________________________________________
BE0114-000254-23 BAT TS SANI CSC PR - Atrium 5b - A - NL.docx
Na uitvoering van de doorboringen in de metalen elementen, moeten die worden afgebraamd en onmiddellijk behandeld worden met een roestwerende laag.
Niet RF-herstellingen De huidige aanneming omvat tevens alle niet-RF aansluitingen noodzakelijk voor de plaatsing van zijn installaties. Voor de realisatie van deze herstellingen wordt de aandacht van de aannemer gevestigd op de volgende punten : De herstelling wordt uitgevoerd met behulp van een geschikt materiaal en verwerkt om te komen tot: de akoestische isolatie de thermische isolatie dezelfde kenmerken als de doorgevoerde wand. De materialen gebruikt voor deze herstellingen moeten van dezelfde aard en kwaliteit zijn als die van de intact bewaarde delen. De financiële waardering van deze doorboringen en niet RF-aansluitingen zijn inbegrepen in de totale prijs van de betreffende uitrustingen.
Doorvoerkokers Als het gebruik van een koker vereist is, moeten meerdere vereisten worden nageleefd :
De aard van de koker is afhankelijk van die van de leidingen en de materialen rondom.
In het geval van een bekleding met magnesia, moeten de kokers van koper, asbestcement of kunststof zijn.
De binnendiameter van een koker is aangepast aan de buitendiameter van de leiding die hij beschermt. Hij is afgebraamd en de lengte is dusdanig dat een minimale uitsteek van 0,5 mm van het muurvlak of de plafonddoorgang mogelijk is en van 2 cm boven het afgewerkt niveau van de vloerbedekking : parket, betegeling, vloerplaat.
III.1.3.3.
SOKKELS EN VLOERPLATEN VOOR UITRUSTINGEN
De realisatie van sokkels in afwerkbeton noodzakelijk voor de warmtewisselaars, de opslagreservoirs, dagkanten, pompen, luchtbehandelingsstations en andere gelijkaardige uitrustingen maken deel uit van deze aanneming. Behalve anders aangegeven, bedraagt minimale hoogte vanaf de afgewerkte vloer 10 cm. De sokkel moet perfect horizontaal zijn. Hij moet verstevigd zijn aan alle kanten met stalen hoekprofielen van 50 x 50 x 5 mm en indien noodzakelijk, aan andere profielen worden gelast als versterking van het uitwendig frame. De profielen zijn behandeld tegen corrosie. De afwerking van de sokkels is gerealiseerd met een grijze epoxy-verf. Tenzij anders bepaald in het overeenstemmende artikel van het bijzonder bestek, moet elk toestel op een aparte sokkel worden geplaatst. De aannemer moet rekening houden met de maximale toegestane belasting op de vloer. De secundaire isolatie die zich onder de machine bevindt (trillingvrije mat, veren, enz. + de sokkel in afwerkbeton) moet worden voorzien in deze aanneming en moet worden goedgekeurd door de bouwplaatsdirectie. _____________________________________________________________________________________________________
22/03/2016
BIJZONDER BESTEK - BIJZONDERE TECHNIEKEN SANITAIR
Pagina 21/55
STIB/MIVB Atrium 5b ____________________________________________________________________________________________________
BE0114-000254-23 BAT TS SANI CSC PR - Atrium 5b - A - NL.docx
III.1.3.4.
BESCHERMING VAN HET MATERIAAL EN SCHADE
Enerzijds, moet de aannemer te allen tijden alle nuttige maatregelen nemen om op efficiënte wijze zijn installaties te beschermen tegen de kans op beschadiging veroorzaakt door werken van andere vaklui (pleisterwerken, schilderen…), weersinvloeden, tegen vochtigheid en alle andere oorzaken die de installatie mogelijk kunnen beschadigen. Anderzijds is de aannemer verantwoordelijk voor alle schade die door zijn installatie of zijn personeel aan naburige eigendommen of gebouwen kan worden toegebracht. Hij moet eventuele schade onmiddellijk herstellen op zijn kosten. Als de aannemer niet voldoet aan deze verplichting, dan is de bouwheer gemachtigd deze werken voor zijn rekening te laten uitvoeren en de uitvoeringskosten hiervan af te trekken van de aan de aannemer verschuldigde bedragen. De aannemer wordt volledig verantwoordelijk geacht voor staat van bewaring van de werken tot en met de voorlopige oplevering van de werken. Hij zorgt op zijn kosten en zonder discussie voor de herstellingen in oorspronkelijke staat, de vervanging, de herstelling van alle toestellen, lampen enz. die behoren tot zijn aanneming in geval van vuil, vernielen, verstoppingen, beschadiging door nalatigheid en zelfs kwaadwillende derden. De aannemer houdt ook rekening met de plaatsing van noodzakelijke beschermende materialen op wanden, ramen, afgewerkte delen, voor het begin van de plaatsings- en assemblagewerken van onder andere buizen of voor de aanvang van de schilderwerken van de buizen, enz.
III.1.3.5.
REINIGING VAN HET MATERIEEL EN DE BOUWPLAATS
De aannemer neemt na het beëindigen van zijn werken, alle beveiligingsinrichtingen weg zorgt voor een grondige reiniging van de apparaten die hij zodanig geplaatst heeft dat ze er als nieuw uitzien. Alle apparaten die beschadigd werden, ondanks de voorziene beschermingsmaterialen, worden vervangen door nieuw materieel op onherroepelijk advies van de bouwplaatsdirectie. De aanneming omvat ook het regelmatig verwijderen van puin en materialen zonder waarde en die niet opnieuw kunnen worden gebruikt, afkomstig van de werken, evenals het transport ervan op kosten van door de aannemer, alsook het herstellen in perfecte staat van netheid van de diverse lokalen waar werken werden uitgevoerd.
III.1.3.6.
OPSLAG EN MATERIAALBEHANDELING
De aannemer moet er bijzonder over waken dat het materiaal dat op de bouwplaats wordt geleverd, voor de montage wordt opgeslagen in lokalen waar ze beschermd zijn tegen vocht, contact met mortel, weersomstandigheden, enz... De aannemer is volledig verantwoordelijk voor alle beschadiging aan een onderdeel van het te monteren materiaal en dit ongeacht de omstandigheden van opslag. De aannemer behandelt het materiaal met de grootste zorg, met het oog op het niet beschadigen van zijn materiaal en van het materiaal van andere vaklui. _____________________________________________________________________________________________________
22/03/2016
BIJZONDER BESTEK - BIJZONDERE TECHNIEKEN SANITAIR
Pagina 22/55
STIB/MIVB Atrium 5b ____________________________________________________________________________________________________
BE0114-000254-23 BAT TS SANI CSC PR - Atrium 5b - A - NL.docx
III.1.3.7.
AKOESTIEK EN ONTSTORINGSINRICHTINGEN
De grootste voorzichtigheid moet in acht worden genomen wat betreft geluidsisolatie. Alle werken en leveringen, noodzakelijk voor het naleven van de toegestane geluidsniveaus in de lokalen moeten inbegrepen zijn in deze aanneming. Een meer specifieke en precieze beschrijving van de te nemen maatregelen wordt verder vermeld in het deel « akoestische voorschriften ».
III.1.3.8.
ASBEST EN LOOD
In het gebouw mag geen materiaal voorkomen op basis van asbest net zomin als verf op basis van loodzout.
III.1.4.
BESTRIJDING LEGIONAIRSZIEKTE
De aannemer waakt erover dat alles overeenstemt met wat volgt. De preventie voor de legionairsziekte berust voornamelijk op een reeks maatregelen op drie verschillende interventieniveaus :
Structurele maatregelen betreffende het distributienet Preventieve en organisatorische maatregelen betreffende de temperaturen, debieten en controles Curatieve maatregelen
Structurele maatregelen De structurele maatregelen bestaan erin alle kritieke elementen van de installatie te identificeren en te elimineren die aanleiding kunnen geven aan de ontwikkeling van de legionairsziekte, zoals ongebruikte leidingen, aftappunten, ... Het ontwerp en de uitvoering van de installaties moeten gebeuren conform het Algemeen Reglement voor binneninstallaties van Belgaqua en overeenkomstig een reeks codex van de goede praktijk (zoals de technische fiches van het WTCB) die voorschrijven :
De keuze van aangepast materiaal met een geschikt gedrag ten opzichte van de vorming van een biofilm, corrosie en de mogelijkheid om eventueel een chemische en/of thermische behandeling toe te passen. Een eenvoudige architectuur van het distributienet De beperking van de lengte van antennes (doodlopende vertakkingen) tot 7 m De plaatsing van filters aan de ingang van een binneninstallatie om te vermijden dat partikeltjes die corrosie kunnen bevorderen, worden vervoerd Voldoende ontluchtingskranen Leidingen zonder uitgang zoveel mogelijk vermijden Het warm water, het circulatiewater en het koud water apart isoleren Een warmwatertoestel makkelijk toegankelijk voor onderhoud Temperatuurweerstand van sanitaire toestellen hoger dan 70°C Isolatie van de koudwaterleidingen ten opzichte van de warmwaterleidingen.
Preventieve en organisatorische maatregelen _____________________________________________________________________________________________________
22/03/2016
BIJZONDER BESTEK - BIJZONDERE TECHNIEKEN SANITAIR
Pagina 23/55
STIB/MIVB Atrium 5b ____________________________________________________________________________________________________
BE0114-000254-23 BAT TS SANI CSC PR - Atrium 5b - A - NL.docx
De preventieve en organisatorische maatregelen bestaan erin de temperaturen en de na te leven debieten vast te leggen evenals controles van de installatie om besmetting van het net zoveel mogelijk te vermijden. Wat betreft de temperaturen moet het volgende worden nageleefd : Vertrek sanitair warm water en aanvoerleidingen: Minimum 60°C Retourleiding sanitair warm water en recirculatieleidingen: Minimum 55°C Leidingen voor sanitair koud water : Maximum 20°C Als deze temperaturen niet permanent kunnen worden verkregen, kan men een wekelijkse ontsmetting uitvoeren door de temperatuur tot boven de 70°C op te voeren. Wat betreft de debieten moet het volgende worden nageleefd : Een adequate maatvoering van de recirculatieleidingen zodat het debiet groter is dan 0,2 m/s zodat het risico op het vormen van een film wordt verminderd en kleiner dan 1,2 m/s. Een debiet van minstens 0,15 m³/h in een tweede kring in DN15 om een minimale snelheid te verzekeren van 0,2 m/s en de goede werking van de regelkranen mogelijk te maken. Wat betreft de controles moet : De aanwezigheid van eventuele kritische punten van de installatie worden geëvalueerd Regelmatig de waterkwaliteit worden gecontroleerd Permanent de temperatuur in het netwerk worden gecontroleerd Een regelmatig onderhoud van de installaties voor waterbehandeling en de productie van sanitair warm water worden uitgevoerd
Curatieve maatregelen De curatieve maatregelen bestaan uit het vastleggen van de te volgen stappen bij besmetting. In het geval een infectie met de legionairsziekte wordt vermoed, moet : Een microbiologische diagnose van de legionairsziekte gebeuren met, bijvoorbeeld, een screening van antigenen in de urine, de isolatie van de legionella in een cultuur van respiratoire monsters, in longweefsel of in het bloed, directe immunofluorescentie op respiratoire secretie of longweefsels. De etiologie van de legionairsziekte bepalen (legionella waarschijnlijk of bevestigd). Het nosocomiale karakter van de legionairsziekte bepalen. Een epidemiologisch onderzoek en een screening aan de bron door het onderzoeken van de factoren in verband met de omgeving en de patiënt. In het geval een infectie met de legionairsziekte wordt vastgesteld, moet : Een chemische ontsmetting (vrije chloor > 10 mg/l) met ontluchting op het niveau van de tappunten Een verhitting van het systeem tot meer dan 70°C met ontluchting op het niveau van de tappunten gedurende minstens 5 minuten (thermische schok) Reiniging met stoom en de leidingen met H2O2 2% gestabiliseerd met zilver Latere opvolging : Aandachtig blijven voor nieuwe gevallen, actief opsporen van klinische gevallen en controleren of de specifieke tests correct werden gevraagd en of de resultaten beschikbaar zijn.
_____________________________________________________________________________________________________
22/03/2016
BIJZONDER BESTEK - BIJZONDERE TECHNIEKEN SANITAIR
Pagina 24/55
STIB/MIVB Atrium 5b ____________________________________________________________________________________________________
BE0114-000254-23 BAT TS SANI CSC PR - Atrium 5b - A - NL.docx
III.1.5.
SANITAIRE LEIDINGEN - ALGEMEEN
III.1.5.1.
BELANGRIJKE NOTA VOORAF
In functie van het leidingtype dat effectief zal worden gebruikt, moet prioritair de voorschriften van de fabrikant worden gevolgd voor alles wat betreft de verwerking van leidingen (zwanenhalzen, bevestigingen, afstanden tussen bevestigingen, ...).
III.1.5.2.
EENHEIDSPRIJS
Tenzij anders bepaald hierna of in het bestek, omvat de eenheidsprijs die overeenstemt met de lengte-eenheid van de geplaatste leiding : de levering het boren van de gaten voor muur- en plafonddoorgangen niet RF-herstellingen de afwerking van de niet RF-herstellingen de plaatsing en bevestiging van leidingen, eventueel leidingbanen, steunen en verstevigingen de schilderwerken (bescherming + eventuele afwerking) alle toebehoren (bochten, aansluitingen, flenzen, aftapkranen, ontluchtingskranen, voorzieningen ter vermijding van drukstoten of waterslagen, T-stukken, ...) alle noodzakelijke uitrustingen om de uitzetting van de leidingen op te vangen alle uitrustingen om het geluid te dempen
III.1.5.3.
WAARBORG FABRIKANT
Als de leidingen geen fabrieksmerk dragen, waarborgt de aannemer de herkomst.
III.1.5.4.
KEUZE VAN DE DIAMETERS
De diameters aangegeven op de ontwerpplannen moeten door de inschrijver worden beschouwd als minimumdiameters. De inschrijvers mogen geen kleinere diameters gebruiken. Ze mogen daarentegen grotere diameters kiezen als ze denken dat dat beter is voor de goede werking van de installatie (afzonderlijk te specificeren in de prijsofferte). Als het voorgestelde materieel verschilt van dat beschreven in het ontwerp, en op voorwaarde dat dit materieel wordt aanvaard, moet de aannemer de binnendiameter van de leidingen controleren en eventueel verbeteren.
III.1.5.5.
TRACÉ EN ORGANISATIE TOEBEHOREN
III.1.5.5.1.
Algemeen
VAN
DE
LEIDINGEN
EN
HET
Bij het bepalen van het tracé moet men rekening houden met het feit dat de sanitaire leidingen voorrang hebben op de andere leidingen wat betreft toegankelijkheid. Ze moeten in de mate van het mogelijke in een rechte lijn worden geplaatst. Merk ook op dat geen enkele sanitaire leiding door een elektriciteitscabine, een telefoonlokaal, een machinekamer van een lift of een liftkoker mag lopen, zonder dat de gepaste voorzorgsmaatregelen werden genomen (kast of andere). _____________________________________________________________________________________________________
22/03/2016
BIJZONDER BESTEK - BIJZONDERE TECHNIEKEN SANITAIR
Pagina 25/55
STIB/MIVB Atrium 5b ____________________________________________________________________________________________________
BE0114-000254-23 BAT TS SANI CSC PR - Atrium 5b - A - NL.docx
De installaties zijn volledig conform de reglementen VIVAQUA en BELGAQUA. Kruisingen van leidingen moeten in de mate van het mogelijke worden vermeden. Er wordt geen enkele buisverbinding of lasknoop geplaatst in doorvoeren door muren, wanden en vloeren. Op elk laag punt van de installatie wordt een aftapkraan geplaatst en aan het einde van elke lang stuk buis wordt een T-stuk met stop geplaatst. Alle toestellen moeten kunnen worden gedemonteerd zonder de leidingen door te snijden. De afvoerleidingen voor afvalwater moeten worden uitgerust met een hermetische sluiting en met kijkgaten voorzien van een schroefdeksel.
III.1.5.5.2.
Doorvoer door het verlaagd plafond
De aannemer bepaalt de plaats van het kraanwerk en de kijkgaten boven de afwerkpanelen van de verlaagde plafonds in overleg met de bouwplaatsdirectie. In de mate van het mogelijke wordt het kraanwerk in de schachten en technische lokalen geplaatst. Alle kranen en de kijkgaten blijven makkelijk toegankelijk. De aannemer moet aanduiden welke panelen steeds moeten kunnen worden opgeheven om toegang te krijgen tot onder andere de afsluitkranen, de regelkranen, de kijkgaten, enz... De aannemer houdt rekening met de modules en de richting van de panelen, en met de plaats en het type verlichtingsarmaturen, enz...
III.1.5.5.3.
Te respecteren hellingen voor horizontale leidingen
Tenzij anders aangegeven : De waterleidingen onder druk worden geplaatst met een minimumhelling van 2 mm/m zonder afbreuk te doen aan de helling noodzakelijk om de afvoer te verzekeren. De afvoerbuizen voor afvalwater worden met een helling van 1,5 cm/m geplaatst. Voor de primaire en secondaire ventilatie bedraagt deze helling 1 cm/m, en ze moet zo zijn dat de accumulatie van vervuilde lucht in de leidingen wordt vermeden, zonder afbreuk te doen aan de helling noodzakelijk om de afvoer te verzekeren.
III.1.5.6.
BEVESTIGEN VAN DE ZICHBARE LEIDINGEN
Tussen de bevestigingen en de leidingen plaatst de aannemer een dichting die uitzettingen mogelijk maakt en de verspreiding van geluid verhindert. De leidingen worden bevestigd met beugels die in het metselwerk worden verzegeld of aan profielen worden bevestigd die bestemd zijn voor het bevestigen van een rij leidingen. In dit geval mag het bevestigingsprofiel in breedte niet groter zijn dan de waarde van de rij leidingen. Er moeten minstens twee bevestigingspunten voorzien zijn per niveau. In het geval van horizontale plaatsing en voor toevoerleidingen, moeten de volgende afstanden tussen beugels worden nageleefd : in het geval van een diameter van 1/2” : gelijke afstand van 1 m in het geval van een diameter van 1/2” tot 6/4” : gelijke afstand van 1,5 m in het geval van een diameter groter dan 6/4” : gelijke afstand van 2,5 m _____________________________________________________________________________________________________
22/03/2016
BIJZONDER BESTEK - BIJZONDERE TECHNIEKEN SANITAIR
Pagina 26/55
STIB/MIVB Atrium 5b ____________________________________________________________________________________________________
BE0114-000254-23 BAT TS SANI CSC PR - Atrium 5b - A - NL.docx
De bevestiging onder vloerplaten gebeurt met draadstangen met een gepaste sectie. Deze bevestigingswijze moet ene vrije uitzetting mogelijk maken van de leidingen en moet de normale belastingen verdragen van volle leidingen, geïsoleerd en met een plaatselijke belasting van ± 100 kg. In geval van plaatsing in wanden of spouwmuren (bijvoorbeeld van gipskartonplaten of gipsblokken) en in geval van plaatsing in technische wanden, gebeurt d bevestiging met dragende profielen en verstevigingen die de aannemer moet leveren en plaatsen. De afwerking (kwaliteit, kleur en tint) van de metaalprofielen en hun bevestiging moet identiek zijn aan die van de structuur van de ruwbouw. Extra kosten zijn niet toegestaan. Alle bevestigingen zijn zo dat de leidingen niet mogen wiebelen, noch zich verplaatsen in een richting die tegengesteld is aan de uitzetting.
III.1.5.7.
PLAATSING VAN INBOUWLEIDINGEN
Als waterleidingen onder druk of afvoerbuizen worden ingebouwd, worden ze efficiënt beschermd tegen de externe corrosie van de leidingen. De leidingen worden geplaatst, rekening houdend met de uitzetting eigen aan de aard van de leiding en die van het product dat zij transporteert. De plaatsing begrind of ingebouwd is verboden in : vides in composietwanden en holle vloerelementen binnenmuren met een dikte kleiner dan 9 cm binnen een horizontaal traject op minder dan 50 cm onder de steun van ene balk of de vloerbalken. De plaatsing van leidingen in lichte wanden (dragende structuur van metaal met afwerking in gipskartonplaten) is toegestaan. De distributieleidingen die moeten worden gereinigd in vloeren, worden zonder hoge en lage punten geïnstalleerd op blokken cellenbeton of een ander licht onveranderlijk materiaal, op een onderlinge afstand van 1,5 m. Na het schilderen worden alle metalen leidingen en alle inbouwleidingen omgeven door een onveranderlijke organische bekleding bestemd om direct contact met het materiaal van de ondervloer of de wanden te verhinderen, en toch de mogelijkheid te geven uit te zetten.
III.1.5.8.
CONTROLE VAN DE LASVERBINDINGEN
De bouwplaatsdirectie behoudt zich het recht voor om de lasverbindingen te laten controleren door een officieel erkend organisme en zich te vergewissen van de deskundigheid van de lassers. Elke lasser waarvan de deskundigheid als onvoldoende wordt beschouwd, kan worden geweigerd door de bouwplaatsdirectie. Als wordt vastgesteld dat de lasverbindingen van onvoldoende kwaliteit zijn, moet de aannemer ze herstellen op eigen kosten. III.1.5.9. UITZETTING De aannemer moet alle noodzakelijke preventieve maatregelen nemen om elke wrijving van leidingen tegen hun bevestiging tijdens het uitzetten of het krimpen te vermijden. Geen enkele leiding mag in contact komen met de elementen van het gebouw die niet stijf zijn _____________________________________________________________________________________________________
22/03/2016
BIJZONDER BESTEK - BIJZONDERE TECHNIEKEN SANITAIR
Pagina 27/55
STIB/MIVB Atrium 5b ____________________________________________________________________________________________________
BE0114-000254-23 BAT TS SANI CSC PR - Atrium 5b - A - NL.docx
(zoals de onderliggende plafonds, de verhoogde vloer, zwevende vloeren in technische lokalen, lichte wanden, wanden van gipsblokken, enz...). Op de plaats waar de leidingen uitzettingsvoegen of zetvoegen kruisen moeten ze worden uitgerust met compensators in de vorm van een harmonica van roestvrij staal of met expansiebochten die de spanningen kunnen opvangen die worden uitgeoefend op de leidingen door de bewegingen van het gebouw, ten minste als het tracé zo is ontworpen dat de leiding voldoende soepel is op die plaats. De axiale compensators zijn uitgerust met een interne geleiding. Afgezien van de expansiebochten, neemt de aannemer alle maten bestemd om de effecten van de uitzetting eigen aan het leidingennet op te vangen. De beoogde maatregelen moeten aan de directie der werken worden voorgelegd voor hun uitvoering.
III.1.5.10.
SCHILDERWERKEN
De schilderwerken worden gerealiseerd overeenkomstig artikel C 40 van het typebestek nr. 105 van 1990. De schilderwerken mogen niet beginnen voor de dichtingsproeven. De schilderwerken moeten worden gerealiseerd door gespecialiseerde arbeiders. De aannemer moet de directie der werken verwittigen voor aanvang van de schilderwerken. Voor te beginnen aan de schilderwerken heeft de aannemer alle noodzakelijke voorzorgsmaatregelen genomen om de wanden, vloeren, plafonds en andere uitvoeringen te beschermen. Alle sporen van roest, cement of andere materialen moeten volledig worden verwijderd alvorens de beschermende verf aan te brengen. De volgende laag mag pas worden aangebracht als de vorige volledig droog is. De verf moet van dezelfde herkomst zijn, met kwaliteitscertificaat afgegeven door de fabrikant. De verf wordt geleverd in gesloten potten met vermelding van het fabricagenummer. Mengsels worden niet aanvaard. De verschillende verflagen hebben verschillende tinten om de controle te vergemakkelijken. De verf wordt met de borstel, de rol of de verfspuit aangebracht. Er wordt een perfecte afwerking geëist. Alle verf die afbladdert of merkstroken die loskomen tijdens de waarborgperiode worden geretoucheerd of hersteld op kosten van de aannemer. Een monster van de beschermende verf, dekverf of buitenverf wordt aangebracht op een rol van 80 mm en van 1,50 m lang en wordt ter goedkeuring voorgelegd aan de directie der werken. De aannemer wordt in herinnering gebracht dat de kleuren van de definitieve verf vooraf het akkoord moeten krijgen van de directie der werken, voor de bestelling ervan en voor de uitvoering der werken. De werken die deel uitmaken van de aanneming omvatten :
Beschermende verflaag : De beschermende roestwerende verf in twee lagen met een verschillende kleur, worden aangebracht op alle onbehandelde metalen delen van de installatie, zoals : De leidingen, met inbegrip van de geïsoleerde leidingen (dubbele laag voor plaatsing van de isolatie
_____________________________________________________________________________________________________
22/03/2016
BIJZONDER BESTEK - BIJZONDERE TECHNIEKEN SANITAIR
Pagina 28/55
STIB/MIVB Atrium 5b ____________________________________________________________________________________________________
BE0114-000254-23 BAT TS SANI CSC PR - Atrium 5b - A - NL.docx
de draagconstructies, consoles, de kranen en het toebehoren
Definitieve verf : De definitieve verf in twee lagen met glans, RAL-kleur te bepalen door de directie der werken, wordt aangebracht op alle zichtbare metalen delen, zoals : De zichtbare buizen en toebehoren De draagconstructies, consoles ... De metalen kasten De pompen, circulatiepompen. Voor uitrustingen zoals metalen elektriciteitskasten, pompen, ... die op de bouwplaats kunnen worden geleverd met hun definitieve verf, neemt de aannemer alle noodzakelijke voorzorgsmaatregelen om een smetteloze presentatie te behouden tot aan de oplevering van zijn werken. Eventuele retouches zijn uitsluitend te zijnen laste.
Aanvullende voorschriften : De niet geïsoleerde verzinkt stalen leidingen voor bluswater moeten over de volledige lengte en op heel hun oppervlak worden geschilderd in veiligheidsrood (RAL 30-03). De doorboringen in wanden, profielen en kabelbanen van staal moeten zorgvuldig afgebraamd en meteen worden behandeld met twee lagen zinkrijke verf. Conform de oorspronkelijke behandeling wat betreft kleur en tint, maken ook de deklagen deel uit van de aanneming. Voor de plaatsing van de toestellen op hun sokkels moeten die laatste worden geschilderd met een grondlaag en een laag voor industriële vloeren. Aan het einde van de werken wordt een tweede deklaag voor industriële vloeren aangebracht.
III.1.6.
BEVEILIGING DRINKWATER
Alle sanitaire uitrustingen waarvan sprake in dit bijzonder bestek moeten worden verwerkt overeenkomstig de voorschriften van de fabrikant en die van de plaatselijke watermaatschappij. De installatie moet conform de reglementen van Belgaqua en Vivaqua zijn. Daartoe voorziet de aannemer in zijn offerte alle beveiligingsinrichtingen voor drinkwater opgelegd door de volgende documenten :
De NBN EN 1717 « Bescherming tegen verontreiniging van drinkwater in waterinstallaties en algemene eisen voor inrichtingen ter voorkoming van verontreiniging door terugstroming » BELGAQUA : « Technische voorschriften met betrekking tot binneninstallaties » De voorschriften van de plaatselijke waterdistributiemaatschappij;
De aannemer moet zich baseren op de lijst van de beschermingen goedgekeurd door de Belgische
22/03/2016
BIJZONDER BESTEK - BIJZONDERE TECHNIEKEN SANITAIR
Pagina 29/55
STIB/MIVB Atrium 5b ____________________________________________________________________________________________________
BE0114-000254-23 BAT TS SANI CSC PR - Atrium 5b - A - NL.docx
De beveiligingen moeten worden geplaatst, zonder afbreuk te doen aan de voormelde reglementeringen, aan de meters en stroomopwaarts van de volgende toestellen (niet beperkende lijst) :
Vullen van de centrale verwarming Voeding van de opslagtoestellen (boilers) Uitlaatkranen Vorstbescherming gevelrijen Luchtbevochtigers zonder watervoorraad Douchesproeiers Mengkranen Wasbekkens Spoelbakken Wc’s en urinoirs Kranen die een flexibele leiding voeden De wachtleidingen voor toevoer voor automatische spoelkranen en drankautomaten, enz...
en volgens de classificering van de beveiligingen van de NBN 1717.
AKOESTISCHE – SANITAIRE VOORSCHRIFTEN
III.1.7.
III.1.7.1.
ALGEMEEN
Alle uitrustingen betrokken bij deze aanneming worden voorzien om te beantwoorden aan de akoestische vereisten en voldoen aan de voorgeschreven trillingvrije eisen die hieronder zijn uitgewerkt. De inschrijver moet in de forfaitaire prijs van zijn offerte alle werken omvatten, alle noodzakelijke stukken en materialen zoals bekledingen, isolatiematerialen, trillingvrije materialen, enz... om te voldoen aan de akoestische en trillingvrij verplichtingen. De aandacht van de aannemer wordt gevestigd op het feit dat de bouwplaatsdirectie aandachtig waakt over de akoestische criteria. De aannemer verbindt zich er dus toe ze zonder uitzondering te respecteren. Als deze geluiddempende uitrustingen niet zijn verwerkt van bij de aanvang, en nadien blijkt dat ze noodzakelijk zijn, zijn alle kosten voor aanpassingen en wijzigingen aan de installaties en het gebouw ten laste van de aannemer.
III.1.7.2.
LUCHTGELUIDEN
III.1.7.2.1.
Normen en referentiedocumenten
De volgende normen, reglementeringen en voorschriften zijn van toepassing voor alles wat de akoestiek betreft :
NBN S01-008 : Akoestiek - Meten "in situ" van de geluidstransmissie van contactgeluid. NBN S 01 401 : Akoestiek - Grenswaarden voor de geluidsniveaus om het gebrek aan comfort in gebouwen te vermijden. NBN S01-576-11 en NBN S01-002 NBN S01 - 403 : Akoestiek - Geluid veroorzaakt door hydraulische uitrustingen. ARAB : akoestische vereisten NBN S 01 - 400 : bruto akoestische isolatie, genormeerd voor luchtgeluid
_____________________________________________________________________________________________________
22/03/2016
BIJZONDER BESTEK - BIJZONDERE TECHNIEKEN SANITAIR
Pagina 30/55
STIB/MIVB Atrium 5b ____________________________________________________________________________________________________
BE0114-000254-23 BAT TS SANI CSC PR - Atrium 5b - A - NL.docx
III.1.7.2.2.
Terminologie
Het geluidsdrukniveau is bepaald volgens de norm NBN S01-002. De verschillende NRcurven zijn opgenomen in de norm NBN S01-576-11. De NR-waarde is de laagste waarde van de geluidscurve die op geen enkel punt wordt overschreden door het geluidsdrukniveau gemeten in octaafbanden.
III.1.7.2.3.
Meetvoorwaarden van de akoestische niveaus
De meetapparaten zijn conform met de Belgische norm C97-121. De metingen zijn uitgevoerd met de dynamische karakteristieken van “SLOW”. De meetpunten voor de verschillende akoestische niveaus bevinden zich op : minstens 1 meter van de vloer minstens 1 meter van de buitenste rand van een technische uitrusting minstens 1 meter van de muren Deze voorwaarde is geldig zowel in de lokalen als buiten het gebouw.
III.1.7.2.4.
Toelaatbare geluidsniveaus in de lokalen
Het geluid voortgebracht door alle technische uitrustingen in het regime van vullen/tappen is begrensd in de lokalen tot de geluidsniveaus volgens de norm NBN S01-401. Deze geluidsniveaus moeten begrepen zijn als eigen aan de installaties begrepen in deze aanneming. Om de niveaus van akoestische druk te bepalen, mag men geen rekening houden met de absorptie in de lokalen.
III.1.7.2.5.
Geluidlimieten buiten het gebouw
De aannemer neemt alle noodzakelijke maatregelen om alle ongemakken in de buurt te vermijden.
_____________________________________________________________________________________________________
22/03/2016
BIJZONDER BESTEK - BIJZONDERE TECHNIEKEN SANITAIR
Pagina 31/55
STIB/MIVB Atrium 5b ____________________________________________________________________________________________________
BE0114-000254-23 BAT TS SANI CSC PR - Atrium 5b - A - NL.docx
III.1.7.3.
TRILLEN EN OVERBRENGEN VAN GELUID VIA VASTE WEG
Er mag geen enkele trilling afkomstig van deze installaties rechtstreeks of onrechtstreeks worden overgedragen op geen enkel deel van het gebouw. In het bijzonder moet de transmissie van geluid tussen lokalen veroorzaakt door de sanitaire installatie tot een minimum worden beperkt. De sanitaire technische installaties mogen geen radiofonische storingen veroorzaken. De demping van de versterking van trillingen bedraagt minstens 80% bij de normale bedrijfsfrequentie van elke uitrusting.
III.1.7.4.
TE LEVEREN DOCUMENTEN
De aannemer levert : het geluidsspectrum van de technische uitrustingen de mechanische eigenschappen van de uitrustingen : gewicht, afmetingen, plaats van het zwaartepunt, toerental de berekeningsnota en een beschrijving van de voorgestelde trillingvrije systemen
III.1.7.5.
BOUWKUNDIGE MAATREGELEN
De onderstaande maatregelen moeten altijd worden beschouwd als een minimum en de aannemer moet eventuele bijkomende maatregelen nemen die noodzakelijk worden geacht door de bouwplaatsdirectie. Om te voldoen aan de akoestische en trillingvrije vereisten moet de aannemer minstens :
De vide tussen de koker en de leidingen vullen met geluiddempend materiaal bij wanddoorvoeren. Bij de doorvoeren van akoestisch geïsoleerde zwevende vloeren geluiddempende doorvoermoffen plaatsen. De buizen aansluiten met beugelsteunen bekleed met samendrukbare isolatie. Als de buizen worden bevestigd aan stukken beton en metaal moet een isolatie worden voorzien die ook tussen de verzegeling en de trillingvrije voorziening kan worden aangebracht. De toestellen, kranen, het toebehoren en andere bevestigen door gebruik te maken van speciale geluiddempende koppelbussen. Een soepele zelfklevende geluiddempende mat van kunstrubber plaatsen tussen het toestel en de sokkel waarop het toestel rust of de wand waartegen het toestel is bevestigd of het oppervlak waarin het toestel werd ingebouwd. Soepele moffen plaatsen om trillingen te absorberen aan de aansluitingen van de leidingen aan de toestellen die roterende of afwisselende bewegingen veroorzaken. Geluiddempende axiale compensators plaatsen tussen de pompen en den leidingen. Alle noodzakelijke voorzorgsmaatregelen nemen aan de steunen, ophangingen, inbouw, enz... In bepaalde zones matten en akoestische isolatiebanden voorzien die rechtstreeks op de leidingen worden geplaatst ook al om de transmissie van geluid te verminderen.
_____________________________________________________________________________________________________
22/03/2016
BIJZONDER BESTEK - BIJZONDERE TECHNIEKEN SANITAIR
Pagina 32/55
STIB/MIVB Atrium 5b ____________________________________________________________________________________________________
BE0114-000254-23 BAT TS SANI CSC PR - Atrium 5b - A - NL.docx
III.2.
BIJZONDERE TECHNISCHE VOORSCHRIFTEN
OPMETING : TER HERINNERING. In de eenheidsprijs van de hierna opgesomde uitrustingen en toestellen zijn de levering en opstelling van de technische fiche begrepen, evenals de levering, plaatsing, bevestigingsmaterialen, aansluiting, schilderwerken en alle bijkomende werkzaamheden met betrekking tot het toestel in kwestie.
III.2.1.
AFSCHAFFING BESTAANDE SCHACHT
In het sanitaire blok is er een oude technische koker met sanitaire leidingen. Deze post omvat de afschaffing van alle leidingen die niet behouden blijven in de geplande situatie. Omdat er geurproblemen zijn in de zone, zorgt de aannemer ervoor om de niet behouden afvoerbuizen goed af te dichten.
Opmeting : vast bedrag
III.2.2.
WATERTOEVOER EN -DISTRIBUTIE
_____________________________________________________________________________________________________
22/03/2016
BIJZONDER BESTEK - BIJZONDERE TECHNIEKEN SANITAIR
Pagina 33/55
STIB/MIVB Atrium 5b ____________________________________________________________________________________________________
BE0114-000254-23 BAT TS SANI CSC PR - Atrium 5b - A - NL.docx
Principe van distributie en bouw van het toevoernet voor sanitair water : Op het niveau van de sanitaire zone bevindt zich een verticale leiding met diameter DN32. Het is op die leiding dat moet worden aangesloten. Na de aftakking plaatst men de hoofdmeter voor het stadswater.
De bestaande leidingen tegen het plafond voeden de uitrustingen op de hoger gelegen verdieping. Deze leidingen moeten behouden blijven (zie aanwijzingen op het plan). III.2.2.1.
AANSLUITINGEN VOOR HOOFDVERDEELLEIDING
Alle aansluitingen waarvan sprake in deze post worden uitgevoerd conform wat is beschreven in het hoofdstuk gewijd aan de grenzen van de aanneming. Deze aanneming omvat alle vormstukken, flenzen, tegenflenzen, kleppen en alle noodzakelijke bijkomende werken voor de goede realisatie van de aansluiting.
III.2.2.1.1.
Aansluiting sanitair koud water
Overeenkomstig de geldende reglementering en wat is beschreven in dit bijzonder bestek.
Opmeting : vast bedrag
_____________________________________________________________________________________________________
22/03/2016
BIJZONDER BESTEK - BIJZONDERE TECHNIEKEN SANITAIR
Pagina 34/55
STIB/MIVB Atrium 5b ____________________________________________________________________________________________________
BE0114-000254-23 BAT TS SANI CSC PR - Atrium 5b - A - NL.docx
III.2.2.2.
SANITAIRE TOEVOERLEIDINGEN
III.2.2.2.1.
Leidingen in meerlagig polyetheen
Type GEBERIT – Mepla of elke andere evenwaardige leiding Betreft : Het volledige toevoernet van koud water. Materiaal : De leidingen bestaan uit 3 lagen, namelijk :
Een buitenlaag in PEHD ; Een leiding in aluminium, homogeen en gelast over de volledige lengte zonder afdekking en zonder toevoeging van stoffen ; Een binnenbuis in verknoopt polyetheen, PE-xb
Diameters : 16 x 2,25 mm 20 x 2,50 mm 26 x 3,00 mm 32 x 3,00 mm 40 x 3,50 mm 50 x 4,00 mm 63 x 4,50 mm 75 x 4,70 mm
DN 12 DN 15 DN 20 DN 25 DN 32 DN 40 DN 50 DN 65
Erkenning : Alle materiaal (leiding, toebehoren en plaatsingswijze) is goedgekeurd door de BUtgb.
Merktekens : De buizen moeten voorzien zijn van een merkteken zodat de buis kan worden geïdentificeerd. Dat merkteken omvat : benaming lengte gebruikstoestand diameter
Fysieke kenmerken : Bedrijfstemperatuur : Tijdelijke maximumtemperatuur : Maximale gebruiksdruk : Levensduur in deze omstandigheden : Coëfficiënt van thermische uitzetting: Coëfficiënt van thermische geleidbaarheid :
0 à 70 °C 95 °C / maximum gedurende 150 uur/jaar 10 bar 50 jaar 0,026 mm/m.°C 0,43 W/m.°C
_____________________________________________________________________________________________________
22/03/2016
BIJZONDER BESTEK - BIJZONDERE TECHNIEKEN SANITAIR
Pagina 35/55
STIB/MIVB Atrium 5b ____________________________________________________________________________________________________
BE0114-000254-23 BAT TS SANI CSC PR - Atrium 5b - A - NL.docx
Dichting tegen zuurstofdiffusie Geen geleider voor elektriciteit
Te dichten aansluitingen : Nota : Er mogen in geen geval aansluitingen zijn in de vloer, in de muren, ... Materialen en samenstelling van een koppeling :
Draadloze koppelingen worden gerealiseerd in PVDF (polyvinylideenfluoride) Koppelingen met draad worden gerealiseerd in ontzinkte messing of in brons en beschikken over een isolatiering waarmee elk elektrisch contact tussen de koppeling en het uiteinde van de leiding wordt vermeden. De koppelingen beschikken allemaal over een "O-ring" van EPDM die de dichting tussen de leiding en de koppeling verzekert.
De te dichten koppeling heeft de volgende eigenschappen :
Schone en betrouwbare verbinding Vergt geen hitte Vergt geen schroefdraad Buis van stabiel aluminium : geen buitenring te felsen. Op deze manier is het op elk moment mogelijk om visueel te controleren hoe diep het toebehoren in de leiding is ingedrongen.
Alle metalen koppelingen en de uiteinden van de leidingen moeten beschermd worden tegen corrosie met een waterdichte bus of band van dezelfde fabrikant als die van de geplaatste installaties :
In een vochtige omgeving In een omgeving met bijtende emissie Ingebouwd (betonplaat, vloer, wand, muur)
Installatie van de leidingen : De fabrikant stelt een volledige documentatie ter beschikking van de installateur om de installatie te berekenen en te realiseren volgens de regels van goed vakmanschap. De installatie van de buizen gebeurt met voldoende bevestigingspunten. De plaatsing met buigbeen en expansiebocht is toegestaan en begrepen in de eenheidsprijzen per strekkende meter. De stijve plaatsing met vaste punten is toegestaan. Elke plaatsingstechniek wordt berekend en de keuze van de techniek gebeurt in akkoord met het ingenieursbureau of de verantwoordelijke architect. De leidingen die worden ingebouwd in vloerplaten, wanden, muren en ondervloeren moeten voorzien zijn van een beschermende koker van dezelfde fabrikant of een isolerende koker die de uitzetting kan opvangen.
Bijkomende algemene maatregelen : Voorzorgsmaatregelen tegen vorst : leegloop _____________________________________________________________________________________________________
22/03/2016
BIJZONDER BESTEK - BIJZONDERE TECHNIEKEN SANITAIR
Pagina 36/55
STIB/MIVB Atrium 5b ____________________________________________________________________________________________________
BE0114-000254-23 BAT TS SANI CSC PR - Atrium 5b - A - NL.docx
In principe beschadigt het bevriezen van de leidingen de leidingen niet. Het is toch beter de leidingen te laten leeglopen bij mogelijke vorst en dat het traceren van de leidingen blootgestelde waterzakken vormt. Het volledig laten leeglopen kan gebeuren met perslucht of aangepaste waterstofzuigers. III.2.2.2.1.1.
Koudwatertoevoer
Opmeting : per strekkende meter leiding en volgens de nomenclatuur opgenomen in de meetstaat, met inbegrip van de vormen, kokers, plaatsings- en bevestigingsmaterialen (beugels, expansiestukken, vaste punten, ...), enz... en tevens alle bijkomende werken : akoestische inrichtingen, schilderwerken, doorboringen, herstellingen en afwerkingen en alle noodzakelijke bijkomende werken – FH M III.2.2.3.
KRANEN
Algemeen : De aannemer waakt erover dat de keuze van het materiaal waaruit de diverse elementen zijn vervaardigd rekening houdt met de aard van het leidingennet (materialen, vloeistof, druk, temperatuur, hardheid, gebruiksomstandigheden, enz...) om een elektrolyse in de installaties te vermijden. Anderzijds moeten de kunststofleidingen worden aangesloten aan de toestellen via koppelingen voorzien door de fabrikant van de genoemde leiding. De verbindingen van leidingen en kleppen, meters, filters zijn altijd met schroefdraad of met flenzen. Nominale druk : PN 10 en meer. De kranen, afsluiters, terugslagkleppen en elk toestel dat deel uitmaakt van de installatie zijn volledig waterdicht en zo geplaatst dat ze makkelijk kunnen worden verwijderd, gecontroleerd of hersteld. De aannemer houdt rekening met de vereisten betreffende de isolatie (toegankelijkheid, onderhoud, enz...) voor alle uitrustingen. De kleppen en gelijkaardige inrichtingen die aan vorst worden blootgesteld, worden zorgvuldig beschermd zodat hun werking niet wordt belemmerd of vertraagd. Alle materiaal dat hieronder wordt beschreven moet worden goedgekeurd door de plaatselijke watermaatschappij en door Belgaqua. III.2.2.3.1.
Doorgangsmeters
Plaatsing : Hun plaats wordt weergegeven op het sanitaire principeschema, maar moet op de bouwplaats worden bevestigd. De meters moeten het waterverbruik meten op de volgende punten :
Globaal verbruik van zone « Atrium 5b ».
Kenmerken :
Van het type volumetrisch met roterende zuiger
_____________________________________________________________________________________________________
22/03/2016
BIJZONDER BESTEK - BIJZONDERE TECHNIEKEN SANITAIR
Pagina 37/55
STIB/MIVB Atrium 5b ____________________________________________________________________________________________________
BE0114-000254-23 BAT TS SANI CSC PR - Atrium 5b - A - NL.docx
Met ingebouwde filter Goedgekeurd in klasse C Maximaal toelaatbare druk : 16 bar Uitgerust met een extra droge teller Voorzien van een niet magnetische naald, ongevoelig voor fraude met een magneet en de mogelijkheid biedend om een communicatiemodule aan te passen zonder de meter af te koppelen of de verzegeling te verbreken. Met ingebouwde filter 360° draaibaar om de directe lezing te vergemakkelijken Met 8 cijferrijtjes, breed en met contrast om het aflezen te vergemakkelijken Uitgerust met een communicatiemodule waarmee de meting op afstand kan gebeuren en de aansluiting op een gecentraliseerd technisch beheer type GBS.
Opmeting : per stuk, volgens de nomenclatuur van de opmetingsstaat, met inbegrip van de communicatiemodule – FH S
III.2.2.3.2.
Afsluitkranen
Plaatsing : De plaats wordt weergegeven op de sanitaire plannen, maar moet op de bouwplaats worden bevestigd. De kraan heeft dezelfde diameter als de leidingen die worden gecontroleerd. Het type kraan en de materiële bouw zijn bepaald volgens de aard van het leidingennet en de toepassing. In geval van gebruik en aansluiting van kunststofmaterialen, moet de schroefdraadverbinding overeenstemmen met die van de leiding. In geval van een flenskoppeling (steeds voor leidingen met een diameter ≥ 50), moet de leiding voorzien zijn van tegenflenzen.
III.2.2.3.2.1.
Kogelafsluiters
Betreft : Afsluitkranen tot en met DN 40. Materiaal : Behuizing, moffen en bedieningsas van austenitisch roestvrij staal. Vol kraanhuis en bedieningsstang van austenitisch roestvrij staal (AISI 316). Kenmerken :
De kogelafsluiters in twee stukken beantwoorden aan de normen NBN E29-317 tot 320. Kwaliteit PN 16 Bedrijfstemperatuur : -20° C tot + 160° C De druk op de pakking wordt verzekerd door twee schijfveren. Bolvormig kraanhuis met integrale doorgang en bediening met kwartslag. Interne dichting van het kraanhuis met twee glasvezelversterkte PTFE-dichtingen. Externe afdichting aan de as met een waterdichte PTFE-pakking, aan te draaien bij gebruik.
_____________________________________________________________________________________________________
22/03/2016
BIJZONDER BESTEK - BIJZONDERE TECHNIEKEN SANITAIR
Pagina 38/55
STIB/MIVB Atrium 5b ____________________________________________________________________________________________________
BE0114-000254-23 BAT TS SANI CSC PR - Atrium 5b - A - NL.docx
Bedieningshendel van roestvrij staal met bedieningsknop van PVC. Schroefverbinding
Meting : per stuk, volgens de nomenclatuur opgenomen in de meetstaat – FH S
III.2.2.3.3.
Controleerbare terugslagkleppen
Plaatsing : De plaats wordt weergegeven op de sanitaire plannen, maar moet op de bouwplaats worden bevestigd. Materiaal : Brons, messing, gietijzer of plastic naargelang de aard van het leidingennet voor diameters van 2” (DN 50) en kleiner. Gietijzer voor diameters groter dan 2” (DN 50). Kenmerken :
Type EA volgens de nomenclatuur van Belgaqua (controleerbare keerklep) Stoppen voor controles Maximale druk : 10 bar Maximale temperatuur : 90°C Type koppeling : Interne schroefdraad voor diameters van 2” (DN 50) en kleiner. Flenzen en tegenflenzen voor diameters groter dan 2” (DN 50).
Meting : per stuk, volgens de nomenclatuur in de meetstaat voor algemene beveiligingen en begrepen in de eenheidsprijzen van het toestel voor beveiligingen stroomopwaarts van de toestellen in kwestie – FH S
III.2.2.3.4.
Demper voor waterslagen
Plaatsing : Hun plaats is niet opgenomen in de sanitaire plannen. Op plaatsen waar hinder is vastgesteld. Algemeen : De voorzieningen ter vermijding van drukstoten of waterslagen die de legionairsziekte uitlokken. Hun aantal moet dus zoveel mogelijk worden beperkt. Pas à posteriori en als er werkelijk hinder wordt vastgesteld, wordt een voorziening ter vermijding van waterslagen geïnstalleerd. De aannemer moet daartoe koppelstukken voorzien in wacht en een toeslag in zijn offerte voor de plaatsing van eventuele voorzieningen ter vermijding van waterslagen. Technische kenmerken :
_____________________________________________________________________________________________________
22/03/2016
BIJZONDER BESTEK - BIJZONDERE TECHNIEKEN SANITAIR
Pagina 39/55
STIB/MIVB Atrium 5b ____________________________________________________________________________________________________
BE0114-000254-23 BAT TS SANI CSC PR - Atrium 5b - A - NL.docx
Inrichting speciaal ontworpen om te worden gemonteerd in de installaties voor de distributie van sanitair water. Behuizing bestand tegen corrosie en vergt geen onderhoud. Bestaande uit twee afzonderlijke kamers gescheiden door een membraan, één gevuld met gas onder druk en de andere in contact met de installatie. Totale capaciteit : 160 cm³ Maximale werkdruk : 10 bar Maximale contactdruk : 15 bar Maximale werkingstemperatuur : 90°C Vuldruk : 2 bar Schroefverbinding van ½ ‘’
Meting : pro memorie – PM – de koppelstukken in wacht en de eventuele voorzieningen voor het dempen van waterslagen zijn begrepen in de globale prijs van de aanneming
_____________________________________________________________________________________________________
22/03/2016
BIJZONDER BESTEK - BIJZONDERE TECHNIEKEN SANITAIR
Pagina 40/55
STIB/MIVB Atrium 5b ____________________________________________________________________________________________________
BE0114-000254-23 BAT TS SANI CSC PR - Atrium 5b - A - NL.docx
III.2.3.
WATERAFVOER
Algemeen : Het afvoersysteem is van het gescheiden type, met andere woorden, het afvalwater en het regenwater worden in afzonderlijke leidingen afgevoerd. Ter herinnering, de afvoer van regenwater maakt geen deel uit van deze aanneming. Het afvalwater afkomstig van wastafels, douches, spoelbakken, enz... en fecaal water van wc’s, urinoirs, enz... worden via hetzelfde afvoernet geëvacueerd. De afvoerleidingen voor afvalwater moeten worden uitgerust met hermetische sluiting en met voldoende en steeds bereikbare kijkgaten voorzien van een schroefdeksel. De plaatsing van leidingen moet rekening houden met uitzettingsfenomenen.
III.2.3.1.
AANSLUITINGEN VOOR AFVOERNET
III.2.3.1.1.
Aansluiting op de bestaande riolering
De aannemer van de sanitaire werken sluit zijn afvoerleidingen oor afvalwater aan op de bestaande riolering.
Aansluiting WC
Aansluiting urinoirs
Meting : Voor alle aansluitingen : Vast bedrag – VB
_____________________________________________________________________________________________________
22/03/2016
BIJZONDER BESTEK - BIJZONDERE TECHNIEKEN SANITAIR
Pagina 41/55
STIB/MIVB Atrium 5b ____________________________________________________________________________________________________
BE0114-000254-23 BAT TS SANI CSC PR - Atrium 5b - A - NL.docx
III.2.3.1.2. Uitgangen in de vrije lucht van het sanitaire ventilatienet Overeenkomstig met wat is aangegeven in de grenzen van de aanneming, sluit deze aanneming aan op het bestaand sanitair ventilatienet. Meting : Voor alle aansluitingen : Vast bedrag – VB
III.2.3.2.
AFVOERBUIZEN
III.2.3.2.1.
Buizen van high density polyetheen lage druk (PEHD)
Betreft : alle afvoerbuizen voor afvalwater en alle buizen voor de sanitaire ventilatie.
Het materiaal moet voldoen aan de vereisten van de BUtgb (Belgische Unie voor de Technische goedkeuring in de Bouwnijverheid) De kenmerken voor de leidingen en koppelingen moeten conform de norm NBN EN 1519 zijn. De nominale proefdruk bedraagt PN 4 (bar) voor de Ø 40 tot 160 en PN3.2 voor de Ø 200250-315.
Leidingen : Kenmerken van de leidingen : Soortelijke massa : > 0,954 g/cm³ bij 23°C. Kleur : zwart. Treksterkte : > 17 N/mm². Breukrek : > 350%. Thermische weerstand : van - 30°C tot + 80°C permanent en tot 100°C tijdelijk. Drukvastheid : elasticiteitsmodulus bij 5% vervorming > 800 N/mm². Lineaire thermische uitzettingscoëfficiënt : tussen 20°C en 90°C : 0,2 mm/m°C De volgende opschriften moeten op de leidingen staan : merk, diameter en ATG-nr. De buizen zijn gedurende een uur gehard tegen 80°C. De buizen worden geleverd in lengten van 5 meter. De eerste axiale krimp mag niet meer bedragen dan 1%, de radiale krimp mag niet meer bedragen dan 0,6%. Minimale dikte : DIAMETER
DIKTE (mm)
40 50 56 63 75 90 110 125 160
3.0 3.0 3.0 3.0 3.0 3.5 4.3 4.9 6.2
_____________________________________________________________________________________________________
22/03/2016
BIJZONDER BESTEK - BIJZONDERE TECHNIEKEN SANITAIR
Pagina 42/55
STIB/MIVB Atrium 5b ____________________________________________________________________________________________________
BE0114-000254-23 BAT TS SANI CSC PR - Atrium 5b - A - NL.docx
200 250 315
6.2 7.8 9.8
De dikte mag op geen enkel punt van de installatie kleiner zijn dan die aangegeven in de norm. Er mag dus geen enkele inkeping worden gemaakt.
Koppelingen : Kenmerken van de koppelingen : Soortelijke massa : > 0,954 g/cm³ bij 23°C. Kleur : zwart. Treksterkte : > 20 N/mm². De T-stukken, bochten, koppelstukken, enz... moeten van dezelfde fabrikant komen en dezelfde wanddikte hebben als de buizen. De koppelingen worden gefabriceerd volgens het injectieprocédé tot Ø 160 mm inbegrepen. Het toebehoren van Ø 200, Ø 250 en Ø 315 : procedé met injectie of verbinding door lassen, uitgevoerd door de fabrikant. Toebehoren dat niet door de fabrikant werd gerealiseerd en T-stukken die ter plaatse werden gefabriceerd, zijn niet toegestaan.
Verbindingen en koppelingen : Verbinding :
Voor diameters van 40 tot 315 mm gebeurt de hoofdverbinding van de stukken en de buis met stuiklassen zonder toevoeging van materie (“spiegellassen”). De dikte van de kraag na het lassen moet +/- 1/2 van de dikte van de buis zijn.
De koppelingen in positie op de bouwplaats :
De koppeling ter plaatse van de vooraf geassembleerde gehelen door stuiklassen kan gebeuren door :
a.
Elektrische moffen (van Ø 40 tot Ø 315)
b.
Ze moeten voorzien zijn van een roestvrije elektrische weerstand. Ze moeten op het ogenblik van afkoeling een restrictie op het buisoppervlak verzekeren. Ze moeten voorzien zijn van een verwijderbare interne ring. Ze moeten gelast worden met behulp van het toestel dat is aanbevolen door de fabrikant. Alle elektrische moffen van Ø 40 tot Ø 315 moeten beschikken over een proeflas. De elektrische moffen van Ø 200-250-315 zijn uitgerust met 2 smeltzekeringen die de stroom uitschakelen zodra de lastemperatuur is bereikt.
Schuifmoffen (van Ø 40 tot Ø 160)
_____________________________________________________________________________________________________
22/03/2016
BIJZONDER BESTEK - BIJZONDERE TECHNIEKEN SANITAIR
Pagina 43/55
STIB/MIVB Atrium 5b ____________________________________________________________________________________________________
BE0114-000254-23 BAT TS SANI CSC PR - Atrium 5b - A - NL.docx
c.
Ze moeten beschikken over een halfronde dichtingsring van neopreen bestand tegen veroudering. Er mag van dit type mof geen gebruik worden gemaakt voor buislengten van meer dan 2 m. Ze mogen dus niet worden gebruikt als dilatatiemoffen.
Schroefverbindingen (van Ø 40 tot Ø 110) Ze bestaan uit : een stuk met schroefdraad (rond) een moer in PEhd een trapeziumvormige klemringkoppeling een afdichting in neopreen, bestand tegen veroudering voor rechte buislengten van meer dan 2 strekkende meter moet gebruik worden gemaakt van een kraag.
d.
Flenzen (van Ø 50 tot Ø 315) Ze bestaan uit : 2 gesinterde overschuifflenzen 2 stuks met kraag in PEhd 1 afdichting in neopreen 1 set gecadmeerde bouten.
e.
Lange moffen (van Ø 40 tot Ø 315) Ze absorberen de lengteschommelingen van de leidingen en kunnen horizontaal of verticaal worden geplaatst. De lange moffen moet beschikken over : een lang verbindingsstuk een lipdichting van dik neopreen voor een perfecte afdichting een mof moet aan de buitenkant twee aanduidingen hebben die de diepte van de verbinding weergeeft in functie van de plaatsingstemperatuur elke 6 m rechte buis moet een lange mof worden voorzien elke lange mof moet voorzien zijn van een beugel met “vast punt”.
Geluidsabsorberende materialen : Om de overdracht van contactgeluid en luchtgeluid efficiënt te verminderen, moeten geluidsabsorberende materialen worden voorzien van dezelfde fabrikant. Voor contactgeluid moeten kokers van PE-schuim worden voorzien met een beschermlaag en/of isolatiebanden van kunststof. Voor luchtgeluid moeten matten en akoestische isolatiebanden bestaande uit drie op elkaar aangebrachte lagen worden voorzien. Kenmerken van de matten en de akoestische isolatiebanden voor luchtgeluid :
De akoestische isolatiemat heeft een dubbele functie : hij vermindert de transmissie van geluid sterk hij vormt tevens een bescherming tegen condensatie
Samenstelling van het materiaal : De isolatieband en -mat bestaan uit :
_____________________________________________________________________________________________________
22/03/2016
BIJZONDER BESTEK - BIJZONDERE TECHNIEKEN SANITAIR
Pagina 44/55
STIB/MIVB Atrium 5b ____________________________________________________________________________________________________
BE0114-000254-23 BAT TS SANI CSC PR - Atrium 5b - A - NL.docx
-
Een buitenblad van soepele en waterdichte kunststof dat de vorming van condensatie vermindert. Een laag lood om de luchtgeluiden te verzachten Een laag kunstschuim om de contactgeluiden te absorberen Het isolatiemateriaal is vrij van lood en PVC.
Technische gegevens : Dichtheid : 200 kg/m². Bedrijfstemperatuur : - 20°C tot + 80°C Thermische weerstand : 0,036 W/m².K) Totale dikte : 17 mm. Klasse brandverloop conform de norm EN 13501-1 : E-d2
Afmetingen : Isolatieband : 140 cm x 15 cm x 1.7 cm Isolatiemat : 140 cm x 150 cm x 1.7 cm
Verwerking : De technieken moeten die zijn voorgeschreven door de fabrikant.
Goedkeuring : BENOR : de leidingen en koppelingen van PEHD moeten conform de norm NBN EN 1519 zijn. Opmeting : per strekkende meter leiding en volgens de nomenclatuur opgenomen in de meetstaat, met inbegrip van de inbouwleidingen (in de muur en de vloer) en opbouwleidingen, vormen, kokers, voldoende inspectieluiken voor een makkelijke controle van heel het net, plaatsings- en bevestigingsmaterialen (beugels, expansiestukken, vaste punten, ...), enz... en tevens alle bijkomende werken : akoestische inrichtingen, beluchtingskleppen, doorboringen, sleuven, herstellingen en afwerkingen en alle noodzakelijke bijkomende werken – FH M III.2.3.2.2.
Aansluiting van de spoelbakken op het afvoernet
Deze post omvat alle noodzakelijke handelingen om de afvoer van de handwasbekkens aan te sluiten op het bestaande net.
Opmeting : vast bedrag
_____________________________________________________________________________________________________
22/03/2016
BIJZONDER BESTEK - BIJZONDERE TECHNIEKEN SANITAIR
Pagina 45/55
STIB/MIVB Atrium 5b ____________________________________________________________________________________________________
BE0114-000254-23 BAT TS SANI CSC PR - Atrium 5b - A - NL.docx
III.2.4.
DOORVOER DOOR RF WANDEN EN AANSLUITING
Deze post omvat alle doorvoeren door wanden uit te voeren door het lot sanitair en de herstellingen. Meting : Voor alle RF wanddoorvoeren en aansluitingen, met inbegrip van brandwerende moffen en de te leveren documenten : VAST BEDRAG – VB
III.2.5.
ISOLATIE
III.2.5.1.
INTERNE ISOLATIE VAN DE TOEVOERLEIDINGEN VOOR KOUD WATER
Betreft : Alle leidingen voor koud stadswater, behalve die in de vloer of ingebouwd. Kenmerken :
Isolatiemateriaal met gesloten cellen Flexibel Hoge weerstand tegen waterdampdiffusie Zwakke thermische geleidbaarheid, kleiner vof gelijk aan 0,04 W/mK
Dikte : Omdat het doel is om de temperatuurstijging te beperken in perioden dat niet wordt afgetapt, en om de vorming van condensatie te vermijden, krijgen alle koudwaterleidingen een isolatie van 11 mm dik. Elke leiding heeft een eigen isolatie die op de volledige lengte ervan wordt gelijmd. Meting : per strekkende meter volgens de nomenclatuur opgenomen in de opmetingsstaat, met inbegrip van toebehoren, afwerking en alle noodzakelijke bijkomende werken – VH M
III.2.6.
MERKEN EN IDENTIFICEREN
Deze post omvat het gehaal van de merktekens op de leidingen. Meting : Voor het geheel, met inbegrip van de getuigenringen en identificatieplaatjes : VAST BEDRAG – VB
_____________________________________________________________________________________________________
22/03/2016
BIJZONDER BESTEK - BIJZONDERE TECHNIEKEN SANITAIR
Pagina 46/55
STIB/MIVB Atrium 5b ____________________________________________________________________________________________________
BE0114-000254-23 BAT TS SANI CSC PR - Atrium 5b - A - NL.docx
III.2.7.
SANITAIRE TOESTELLEN
Algemeen : Materiaal conform de STS 61 – Sanitaire toestellen, deel II Verwerking conform de STS 61 – Sanitaire toestellen, deel III De vignetten moeten op de uitrustingen blijven tot op het ogenblik van de voorlopige oplevering. Vervolgens maakt de aannemer de vignetten op deze uitrustingen voorzichtig los, zodat er geen lijm op blijft. De verstevigingen in hout en ander toebehoren om de uitrustingen te bevestigen, moeten behoorlijk in de muren en/of vloeren verankerd zijn en mogen nooit loskomen, ongeacht de temperatuur en de vochtigheidsgraad. Alle sanitaire uitrustingen (closetpotten, wastafels, ...) moeten stevig verankerd zijn zonder dat er iets van beweging wordt vastgesteld bij het gebruik. De afwerking van alle sanitaire toestellen moet gebeuren met waterdichte silicone. De kleur van de silicone moet worden gevraagd aan de architect of de bouwheer. In afwachting van de aansluiting van de sanitaire uitrustingen, moeten stoppen worden geïnstalleerd op de toe- en afvoerleidingen. De bevestiging van de sanitaire uitrustingen in lichte wanden (bijvoorbeeld Gyproc) moet gebeuren met een versteviging voor bevestiging (van hout of andere) overeenkomstig de voorschriften van de fabrikant. Alle maten die hierna worden opgegeven zijn benaderende waarden en bijgevolg afhankelijk van de beschikbare ruimte na doorgang van de verschillende technieken. De sanitaire toestellen moeten ter goedkeuring aan de ontwerper worden voorgelegd. Alle toestellen worden aangesloten met verchroomd koper. Kranen – algemeen De volgende normen en voorschriften zijn van toepassing : STS 63 : Waterkranen, deel II en deel III BELGAQUA : Technische voorschriften met betrekking tot binneninstallaties. Alle sanitaire kranen hebben een modern ontwerp en van hedendaagse makelij. Ze mogen geen waterslagen in de installatie veroorzaken. Drukklasse : minstens PN 10 De pakkingen zijn bestand voor temperaturen van 0 tot 100° C. Elk zichbaar deel van koper of een koperlegering moet verchroomd zijn, overeenkomstig de voorschriften van het typebestek nr. 104 - artikel 06.81. Het interne mechanisme is makkelijk in het onderhoud en moet kunnen worden weggenomen zonder dat het bevestigingsstuk van het kraanlichaam moet worden weggenomen. Haakseafsluiter Deze stopkranen zijn vervaardigd uit een koperlegering met verchroomde afwerking. Als de ingang wordt aangesloten op een inbouwleiding, worden ze voorzien van een rozet van verchroomde messing om de koppeling te verbergen. _____________________________________________________________________________________________________
22/03/2016
BIJZONDER BESTEK - BIJZONDERE TECHNIEKEN SANITAIR
Pagina 47/55
STIB/MIVB Atrium 5b ____________________________________________________________________________________________________
BE0114-000254-23 BAT TS SANI CSC PR - Atrium 5b - A - NL.docx
Er wordt een stopkraan voorzien voor elke watertoevoer (koud, warm water of beide) onder elke « open » sanitaire uitrusting. Daar waar de sanitaire toestellen niet zijn voorzien in deze aanneming en als het bijzonder bestek dat bepaalt, moet de aannemer de noodzakelijke stopkranen plaatsen met het oog op latere aansluitingen van sanitaire uitrustingen.
Meting In de eenheidsprijs van een sanitaire toestel is begrepen :
De levering De aflevering De plaatsing De eventuele verstevigingen in hout of andere De aansluitingen (voeding en afvoer) De stopkranen op de toevoerleidingen De eventuele terugslagkleppen op de toevoerleidingen (overeenkomstig het hoofdstuk gewijd aan de bescherming van het drinkwater) De afwerking met betrekking tot een silicone De eventuele stoppen op de toe- en afvoerleidingen als het toestel later wordt aangesloten Alle eventuele toebehoren
III.2.7.1.
WC OP DRAAGCONSTRUCTIE
Het geheel is samengesteld uit : een hang-wc een zitting een draagconstructie met geïntegreerde spoeling een bedieningsplaat A)
De closetpot : De wandclosetpot is van wit sanitair porselein. De closetpot heeft een afzuiging en een afzonderlijke toevoer. De toevoer gebeurt via een verborgen kunststofkoppeling. De bevestiging van de draagconstructie gebeurt met 2 trekschroeven of montageelementen. Indicatieve afmetingen : 525 x 350 mm De hoogte van de plaatsing van de hang-wc hangt af van de gebruiker, naargelang het een gehandicapte, een kind of een volwassene betreft.
B)
De zitting : De klep heeft een themoplastische anatomische zitting met bijpassend deksel, alles wit gekleurd in de massa. De instelbare scharnieren zijn van roestvrij staal. De afstelling gebeurt binnen een bereik van 40 mm. De oppervlakken zijn glad en onder de bril zijn 4 buffers voorzien.
C)
De bedieningsplaat :
_____________________________________________________________________________________________________
22/03/2016
BIJZONDER BESTEK - BIJZONDERE TECHNIEKEN SANITAIR
Pagina 48/55
STIB/MIVB Atrium 5b ____________________________________________________________________________________________________
BE0114-000254-23 BAT TS SANI CSC PR - Atrium 5b - A - NL.docx
Frontale bedieningsplaat met 2 toetsen (grote spoeling en kleine spoeling). De plaat is van kunststof – kleur naar keuze van de architect. Ze is niet makkelijk demonteerbaar door de gebruiker, het demonteren kan slechts met het geschikte gereedschap.
D)
De draagconstructie met geïntegreerde spoeling Installatie-element voor hang-wc vervaardigd met een C-profiel van 4 x 4 cm, van gelakt staal, te plaatsen tegen een muur en te bekleden met een afwerking. Het installatie-element omvat :
1 set voor de bevestiging tegen de muur met toebehoren als steun voor de bekleding van het element aan de zijkanten. Individueel in de hoogte instelbare poten van 0 tot 20 cm. Materiaal voor de bevestiging van vloerelementen. 1 vast punt om de montagehoogte ten opzichte van de afgewerkte vloer makkelijk te bepalen. 2 draadstangen en bevestigingsmoeren (tussenafstand van 18 cm of 23 cm) voor de bevestiging van de hang-wc. De moffen voor toe- en afvoer. De richtbare afvoerbocht met 90 mm en een beugel met isolerende voering op de bevestigingszone om de transmissie van trillingen te verminderen op het ogenblik van het spoelen. Voorgemonteerde spoelbak voor inbouw met spoeltechniek met 2 knoppen.
Onderdelen en kenmerken van de spoelbak : 1.
Spoelbak :
2.
Vlotterkraan :
3.
De spoelbak is van polyetheen, in één stuk geblazen. Bestand tegen corrosie, veroudering en vorst. Het watervolume van het reservoir is 7,5 liter. De hoeveelheid spoelwater is 6 of 7,5 liter voor de grote knop en 3 of 4 liter voor de kleine knop. Voorzien van een isolatielaag van PE, bestaande uit één stuk rond de omtrek om risico op condensatie te vermijden. Op de spoelbak wordt de stopkraan met veiligheid die roteren vermijdt, gemonteerd met behulp van een borgmoer. De aansluiting ½’’ kan langs achter of langs boven van de spoelbak gebeuren.
Van kunststof. Uitgerust met een vlotterkraantje, een systeem dat de waterslagen in de leiding compenseert en een regeling van het waterniveau. De vlotter beschikt over 2 in elkaar schuivende delen. Het binnenste deel heeft een aftapkraan. Dit systeem verzekert een snelle, geluidarme vulling en een perfecte sluiting.
Klok :
_____________________________________________________________________________________________________
22/03/2016
BIJZONDER BESTEK - BIJZONDERE TECHNIEKEN SANITAIR
Pagina 49/55
STIB/MIVB Atrium 5b ____________________________________________________________________________________________________
BE0114-000254-23 BAT TS SANI CSC PR - Atrium 5b - A - NL.docx
4.
Verwerking :
5.
Bestaat volledig uit kunststof, uit 2 delen en voorzien van een overloopbuis. Uitgerust met een systeem dat de stankafsluiter van de closetpot volledig vult na het ledigen van de spoelbak. De overloopbuis van de spoelbak is voorzien van een dubbele kraag die de mogelijkheid biedt voor het plaatsen van een afstandsbediening. De klokdichting is van rubber met siliconen, bestand tegen chloor en ozon.
Volgens de richtlijnen van de fabrikant.
Goedkeuringen :
III.2.7.1.1.
De spoelbak moet worden goedgekeurd door BELGAQUA.
WC op « gewone » draagconstructie
Betreft : alle WC’s Closetpot hangend op 39 cm boven het niveau van de afgewerkte vloer (hoogte te bevestigen op de bouwplaats). Meting : per stuk, met inbegrip van de aansluitingen, plaatsing, bevestiging, doorboringen, herstellingen, afwerking en alle noodzakelijke bijkomende werken : VH S
III.2.7.2.
HANDWASTAFELS
Enkel toevoer van koud water Betreft : het sanitair Het geheel is samengesteld uit :
Handwastafel in sanitair porselein, wit Model voor opbouw Ovaal met bereik voor kranen Met overloopbuis Indicatieve afmetingen : b 480 mm x d 450 mm x h 210 mm 1 centraal gat voor de kraan
1 zelfsluitende kraan met looptijdinstelling Behuizing van verchroomde messing Bediening met drukknop Debiet instelbaar zonder het water te onderbreken Vaste tijdsinstelling van ongeveer 15 seconden Mechanisme met verwisselbare cartouche Vaste uitloop met straalbreker De as van de straalbreker steekt 108 mm uit de as van de kraan
1 afvoerplug met rooster en stop 1 stankafsluiter, type verchroomde fles
_____________________________________________________________________________________________________
22/03/2016
BIJZONDER BESTEK - BIJZONDERE TECHNIEKEN SANITAIR
Pagina 50/55
STIB/MIVB Atrium 5b ____________________________________________________________________________________________________
BE0114-000254-23 BAT TS SANI CSC PR - Atrium 5b - A - NL.docx
1 verchroomde stopkraan
Meting : per stuk, met inbegrip van de aansluitingen, plaatsing, bevestiging, doorboringen, herstellingen, afwerking en alle noodzakelijke bijkomende werken : VH S
III.2.7.3.
URINOIR
Het geheel is samengesteld uit :
Urinoir in sanitair porselein, wit Eivormig voor wandmontage met uitspringend bassin Ovaal bassin met afgeschuinde rand naar binnen toe en voorzien van een geïntegreerde spoeling Afvoeropening met inox rooster Toevoer langs boven Verticale afvoer 50 mm Bevestiging met 2 trekschroeven met kapje van wit plastic Indicatieve afmetingen : b 345 x d 350 x h 560 mm
Ingebouwde voeding door actieve infrarooddetectie aangesloten op het net. De spoeling start als de gebruiker de urinoir verlaat. Instelbare detectiezone, aanwezigheidstijd, spoeltijd Elektrische module geschroefd op een metalen bevestigingsframe, dekplaat in een roestvrije legering met verticaal inspringend venster, elektromagnetische kraan met bajonetkoppeling, voeding 230 – 50 Hz, geïntegreerde transformator 9V
Inbouwkast 14 x 14 x 6.8 cm met stuk voor watertoevoer, demonteerbare filter en stiftkraan, aansluiting watertoevoer in ½", behuizing voor montage van de magnetische kraan, gedicht met een ruwbouwstop om de leidingen voor watertoevoer te kunnen reinigen, beschermde plaatsing voor aansluiting op de elektriciteitskring, bescherming ruwbouw met deksel om de inbouwdoos te beschermen tijdens de montageDrukkraan met automatische sluiting van verchroomde messing
Meting : per stuk, met inbegrip van de aansluitingen, plaatsing, bevestiging, doorboringen, herstellingen, afwerking en alle noodzakelijke bijkomende werken : VH S
_____________________________________________________________________________________________________
22/03/2016
BIJZONDER BESTEK - BIJZONDERE TECHNIEKEN SANITAIR
Pagina 51/55
STIB/MIVB Atrium 5b ____________________________________________________________________________________________________
BE0114-000254-23 BAT TS SANI CSC PR - Atrium 5b - A - NL.docx
III.2.8.
SANITAIR TOEBEHOREN
III.2.8.1.
AFSCHEIDINGEN VOOR URINOIRS
Afscheidingen voor urinoirs van hard polyurethaan, wit. Rechthoekig model met afgeronde randen vooraan, bovenaan en onderaan. Draagconstructie verzinkt. Bevestiging van de draagconstructie met 2 bouten M 12. Bevestiging van de scheiding aan de draagconstructie met een zeskant inbusschroef, onzichtbaar aangebracht onder de scheiding. Bestand tegen urine. Indicatieve afmetingen : b 96 x d 440 x h 740 mm Meting : per stuk – VH S
III.2.8.2.
WC-PAPIERHOUDER
Betreft : de sanitaire zones Hoeveelheid : 1 houder per WC Van witte plastic Voorraadhouder met sleutel voor een bijkomende rol wc-papier Getand voor een betere afscheuring Meting : per stuk – VH S III.2.8.3.
HANDDOEKDISPENSER
Betreft : de sanitaire zones Hoeveelheid : 1 dispenser in elk sanitair blok Van witte plastic Beschermd tegen teveel vullen Zeer kleine dispenser : aantrekkelijk en plaatswinning Opening aan de zijkant : makkelijk te vullen – tot 2,5 navullingen Een handdoek om een beperkt verbruik te verzekeren Meting : per stuk – VH S III.2.8.4.
WC BORSTEL MET BORSTELHOUDER
Betreft : de sanitaire zones Hoeveelheid : 1 borstel per WC Borstelhouder + nylon borstel Wandmodel te verwijderen voor onderhoud Met regelbaar onti-diefstalsysteem Meting : per stuk – VH S
_____________________________________________________________________________________________________
22/03/2016
BIJZONDER BESTEK - BIJZONDERE TECHNIEKEN SANITAIR
Pagina 52/55
STIB/MIVB Atrium 5b ____________________________________________________________________________________________________
BE0114-000254-23 BAT TS SANI CSC PR - Atrium 5b - A - NL.docx
III.2.8.5.
SPIEGELS
Betreft : de sanitaire zones Hoeveelheid : 1 per wastafel / handwastafel Vierkante spiegel Bevestiging langs achter met 2 schroeven Indicatieve afmetingen : 600 x 600 mm Laten goedkeuren door de bouwplaatsdirectie. Meting : per stuk – VH S
III.2.9.
ELEKTRISCHE UITRUSTING
III.2.9.1.
Elektrische aansluitingen
Deze post omvat de aansluitingen van de sanitaire technische uitrustingen aan de daartoe voorziene kabels en stopcontacten door het lot elektriciteit. Meting : VAST BEDRAG : VB
III.2.9.2.
POTENTIAALVEREFFENING
Deze post omvat de aansluitingen van de metalen delen van de sanitaire installatie aan de daartoe voorziene kabels en wachtleidingen door het lot elektriciteit.
Meting : VAST BEDRAG : VB
_____________________________________________________________________________________________________
22/03/2016
BIJZONDER BESTEK - BIJZONDERE TECHNIEKEN SANITAIR
Pagina 53/55
STIB/MIVB Atrium 5b ____________________________________________________________________________________________________
BE0114-000254-23 BAT TS SANI CSC PR - Atrium 5b - A - NL.docx
III.2.10.
TOEPASSING VAN DE VEILIGHEIDSPRINCIPES
Voorschrift : zie algemeen Veiligheids- en Gezondheidsplan van de coördinator. Meting : gedetailleerde prijs in te dienen en de te nemen maatregelen verantwoorden VAST BEDRAG – VB
III.2.11.
TE LEVEREN DOCUMENTEN
Overeenkomstig wat is beschreven in de bijzondere administratieve bepalingen. III.2.11.1.
UITVOERINGSDOSSIER
Het uitvoeringsdossier moet bij de bouwplaatsdirectie worden ingediend in 4 exemplaren op papier en 1 elektronisch exemplaar. Meting : VAST BEDRAG – VB
III.2.11.2.
AS-BUILT DOSSIER
Het as-built dossier moet bij de bouwplaatsdirectie worden ingediend in 4 exemplaren op papier en 4 elektronische exemplaren. Meting : VAST BEDRAG – VB
III.2.12.
PROEVEN, REGELEN, IN DIENST STELLEN EN SCHOLING
Overeenkomstig wat is beschreven in de bijzondere administratieve bepalingen. III.2.12.1.
REGELEN EN IN DIENST STELLEN
Deze post omvat :
De volledige in dienst stelling van de installatie zonder voorbehoud. De reiniging, het spoelen en vullen van het toevoernet
Meting : Voor het geheel van de regelingen, met inbegrip van het in dienst stellen : VAST BEDRAG – VB
III.2.12.2.
PROEVEN
Deze post omvat de realisatie van alle proeven van de installaties en dit conform wat is beschreven in de bijzondere administratieve bepalingen. De proeven hebben betrekking op :
Controle van het toevoernet : De proef van de installaties voor het transport van water onder lage hydraulische druk gebeurt voor de afsluiting en aansluiting, bij een druk gelijk aan 1,5 keer die van de normale PN, met ene minimum van 6 bar. Op het ogenblik dat die druk bereikt is moet die gedurende 2 uren volgehouden worden. Er mag geen enkel lek zijn.
_____________________________________________________________________________________________________
22/03/2016
BIJZONDER BESTEK - BIJZONDERE TECHNIEKEN SANITAIR
Pagina 54/55
STIB/MIVB Atrium 5b ____________________________________________________________________________________________________
BE0114-000254-23 BAT TS SANI CSC PR - Atrium 5b - A - NL.docx
De proefdruk en de duur tijdens dewelke deze wordt behouden, mogen verschillen, de hier opgegeven waarden zijn minimale waarden. Men moet voldoen aan de voorschriften van de fabrikant.
Controle van het afvoernet :
Men maakt gebruik van het water dat tijdens het aftappen van de installatie wordt opgevangen in wastafels, baden, spoelbakken, enz... om de goede werking van de overlopen te controleren en om over te gaan tot de gelijktijdige afvoer van de grootst mogelijke hoeveelheid water via de afvoerbuizen. Meting : met inbegrip van de verslagen van deze proeven : VAST BEDRAG – VB
III.2.12.3.
INLICHTEN VAN HET PERSONEEL
Deze post betreft het inlichten van het personeel van de inhoud van de technische installatie, de werking en het onderhoud ervan. Meting : met inbegrip van de gebruiksaanwijzing : VAST BEDRAG – VB
III.2.13.
PROEVEN DOOR ERKENDE ORGANISMEN
Overeenkomstig wat is beschreven in de bijzondere administratieve bepalingen. Deze post omvat de proeven door erkende organismen. Voor het deel Sanitair moeten de volgende punten worden beproefd :
De elektrische installatie potentiaalvereffeningen, ...)
in
het
algemeen
(aansluitingen,
aardleidingen,
Meting : Per proef, met inbegrip van de verslagen van deze proeven : VAST BEDRAG – VB
III.2.14.
WAARBORG EN ONDERHOUD
Overeenkomstig wat is beschreven in de bijzondere administratieve bepalingen. De algemene modaliteiten betreffende de waarborg en het onderhoud van de installatie zijn opgenomen in de « Bijzondere administratieve bepalingen ». Alle verbruiksmaterialen (met uitzondering van het zoutverbruik van de waterverzachters) tijdens de waarborgperiode is inbegrepen in deze post. De periode tussen twee opeenvolgende onderhoudsbeurten varieert volgens het te onderhouden toestel en volgt de voorschriften van de fabrikant met ene minimum van 1 onderhoud per jaar. Meting : VAST BEDRAG – VB
_____________________________________________________________________________________________________
22/03/2016
BIJZONDER BESTEK - BIJZONDERE TECHNIEKEN SANITAIR
Pagina 55/55