Emile Gemmeke De Geerkamp 1014 6545 HB Nijmegen 024-3739514 /
[email protected]
Aan
Politiechef Oost-Nederland dhr. C.J. (Stoffel) Heijsman p/a Politie Arnhem-Noord Postbus 30071 6803 AB Arnhem Nijmegen, 28 november 2013
Onderwerp:
Maatschappelijk Verantwoord Handelen
Geachte heer Heijsman, Ik wend me tot u, niet om direct de hoogste in rang aan te spreken, maar omdat ik dit schriftelijk wil doen en geen beeld heb waar ik beter (lager in rang) het beste terecht kan. Misschien heeft het incident waarvoor ik u benader ook een breder karakter en gebeuren dit soort zaken meer. Dan is het goed er alert op te zijn. Het incident: Afgelopen vrijdag had ik twee van uw personeelsleden (agenten, brigadier) aan de deur. Ik heb een gesprekverslag gemaakt en dat als bijlage toegevoegd. Mij lijkt dat de Politie Oost-Nederland geen speelbal wil zijn in een flauw machtsspelletje dat een advocate met mij al jaren uithaalt. Een spelletje waarbij intimidatie en vreemde suggesties haar “beproefde” methoden zijn. Kort geformuleerd, de Politie Oost-Nederland is bewust misleid en heeft, in de gedachte van handhaving, mij duidelijk gewaarschuwd. Volgens mij hebben uw medewerkers, gegeven de opdracht die hun was gegeven, zich professioneel gedragen. Ze hebben zich onthouden aan het geven van een mening. Dit doet niets af aan het feit, dat ik mij wel geïntimideerd voel! Hoe gaat zoiets een volgende keer? Hoeft deze advocate maar te piepen en ik wordt voor verhoor meegenomen? De misleidende melding van deze geraffineerde advocate aan een wijkagent (ze dient geen klacht in, dus “valse aangifte” is niet te verwijten) was vermeende stalking door mij. Hiervan is totaal geen sprake. Waar wel sprake van is wil ik met een analogie duidelijk maken: Een dievegge rent een bakkerszaak uit met een gestolen brood onder haar arm. Ze wordt door de bakker achtervolgd. Na een paar minuten ziet de dievegge twee agenten en roept “help, die man achtervolgt en bedreigt mij”. De kans dat de agenten puur op de directe beschikbare informatie reageren, lijkt mij vrij groot. De bakker wordt dan gestopt en de dievegge ontsnapt. Wanneer de bakker met een honkbalknuppel rent of met een geladen pistool, dan is stoppen waarschijnlijk terecht, in het andere geval zou helpen de dievegge tot stilstand te brengen het beste zijn.
Emile Gemmeke
Deze “bakker” is niet blij. De advocate gaat in een slachtoffer rol die niet klopt, met beschuldigingen die niet juist zijn en misbruikt uw medewerkers. Dit “voorval” is niet het eerste in deze trant, het is de beproefde techniek van deze dievegge (sorry: advocate) om te “ontsnappen”. Want ja: ik zit achter haar aan. Maar, om in de analogie te blijven, zonder honkbalknuppel en pistool. Louter met het doel haar tot stilstand te brengen en het brood terug te krijgen. Meer feitelijk: ik dien een tuchtrechtklacht in en dat weet ze. Dat is een deel van haar “klacht”, dat ik haar daarover informeer. Bijzonder, want artikel 19 haar gedragsregels geeft hiertoe juist instructie: de tegenpartij informeren en een kans geven te reageren! Maar dat is iets waar deze advocate “lak aan heeft”: navolging van (gedrags)regels en fatsoen. Volgens mij heeft ze twee jaar geleden zelfs strafrechtelijke gehandeld. Echter het O.M. heeft toen om opportuniteitsredenen geseponeerd. Goed te begrijpen, maar … als iets ettert, ettert het vaak door. Daar gaat ook een spreekwoord over: zachte heelmeesters …. Gevolgen van haar actie richting de Nationale Politie zijn: • de Nationale Politie heeft minimaal vier manuur gespendeerd; • in het “politiesysteem” is een opmerking over mijn persoon komen te staan; • ik niet gerust ben op een mogelijke interpretatie van deze “informatie” in de toekomst; • dit op mij ook emotioneel inwerkt. Mijn eerste gevoelens zijn onvermogen, oneerlijk behandeld en onrecht. Uw agenten hebben dat waargenomen, zie bijlagen; • en natuurlijk dit staartje … Thema was “stalking”, de agenten wisten het bijhorende artikel in het wetboek van strafrecht niet exact, ik zocht het later op (Artikel 285b): 1.
2.
Hij, die wederrechtelijk stelselmatig opzettelijk inbreuk maakt op eens anders persoonlijke levenssfeer met het oogmerk die ander te dwingen iets te doen, niet te doen of te dulden dan wel vrees aan te jagen wordt, als schuldig aan belaging, gestraft met een gevangenisstraf van ten hoogste drie jaren of een geldboete van de vierde categorie. Vervolging vindt niet plaats dan op klacht van hem tegen wie het misdrijf is begaan.
Samengevat heeft deze misleiding er toe geleid: • ik ben de persoon die lastig gevallen is, echter indirect (door uw agenten); • ik voelde duidelijke intimidatie: ik kreeg het nadrukkelijke advies te stoppen! Maar dat is de officiële status niet, die is: deze bakker mag de dievegge niet achtervolgen! Sorry, dat is niet acceptabel, dat is de “omgekeerde wereld”, dat voelt niet goed. Moet ik nu in het kader van oog-om-oog-tand-om-tand een tegenklacht indienen? Bezigheidstherapie voor de Nationale Politie, nee toch … zo gaan we toch niet met elkaar om. Binnen het bredere kader zijn er twee maatschappelijke actuele thema’s die hier een rol spelen. De ene vind u waarschijnlijk leuk, de andere minder. Advies is altijd: slecht nieuws eerst: dus niet leuk gerelateerde eerst. 2 van 4
Emile Gemmeke
Uw afdeling recherche heeft de melding van de wijkagent beoordeeld. Die afdeling had een aantal opties: (a) negeren, verhaal is te onduidelijke en te eenzijdig; (b) voor meer duidelijkheid zorgen: dus deze advocate naar exacte momenten en voorvallen vragen (emails lezen en beoordelen) en natuurlijk ook: “waarom denkt u dat de heer Gemmeke …”. En vooral (!) ook vragen of deze advocate mij op normale manier verzocht heeft te stoppen! (c) mij weerwoord vragen op een neurale manier. Dus een rechercheur naar mij sturen voor onderzoek ( vragen naar “waarom”, “hoeveel” en dergelijke), wat iets anders is dan: (d) mij de wacht aanzeggen. Natuurlijk kan ik de keuze voor (d) begrijpen. Immers van een beëdigd advocate mag je een eerlijk verhaal verwachten toch … ? Alle andere opties waren beter geweest, waarbij optie (c) volgens mij de beste was. De agent heeft mij zijn opdracht en stellingname schriftelijk bevestigd, dus over de gemaakte keuze van de afdeling recherche kan geen misverstand bestaan. Maar een dergelijke verwachting is feitelijk vooringenomenheid! Daarmee dus discriminatie: haar verhaal werd bij voorbaat als geloofwaardig aangemerkt en mijn rol was daarmee bepaald. Dit ligt in de lijn van de opmerking van de Nationale Ombudsman op 28 oktober 2013 in de Volkskrant (zie bijlage). Beter dan de Nationale Ombudsman begrijp ik (of geef dat open toe) dat vanuit efficiënte redenen, doorlooptijden en dergelijke dit verhaal louter theoretisch klopt. De handhaver zal om efficiënt te kunnen werken meer aandacht geven aan risicogroepen en plaatsen. Deze verborgen kansberekening is als discriminatie op te vatten. Mijn advies, als procesverbeteraar, is een kleine toevoeging aan het proces. Namelijk hiervan te leren en ook te leren schakelen. Fouten toegeven en misleiding straffen. Ik ga u dat met betrekking tot dit incident u dat vragen, maar het lijkt mij ook een goed algemeen principe. Het andere thema, waar we (waarschijnlijk) meer op een lijn zitten. Recent in het nieuws dat agenten soms in hun privésfeer “achtervolgt” worden. Te zot voor woorden! Volledig gebrek aan respect voor elkaar. Ik steun dat daar tegen opgetreden wordt. Hoog opgeleiden moeten het goede voorbeeld geven, van hun mag men meer overzicht en niveau verwachten. Deze misleiding van deze advocate is niet alleen indirect machtsvertoon naar mij, van “kijk wat ik kan”, maar ook toont ze geen respect voor de politie. Zo ken ik haar, misbruik maken van alles wat binnen haar mogelijkheden valt. Wie “A” zegt moet ook “B” zeggen (A) De Nationale Politie heeft twee man sterk mij op vrijdag 22 november duidelijk gemaakt dat ik de advocate niet mag “lastigvallen”. Zonder dat er überhaupt serieus onderzocht is of ik haar “zomaar” lastig val en wat dat “lastigvallen” inhoud. Nu de Nationale Politie deze “bakker” in achtervolging tot stilstand probeerde te brengen, de heren agenten waren behoorlijk serieus in hun waarschuwing, verwacht ik: (B) een gedegen onderzoek en vervolgens (mijn verwachting) volledige “rehabilitatie”. 3 van 4
Emile Gemmeke
Natuurlijk begrijp ik mogelijke eufemistische reacties bij voorbaat goed: • van een klacht is geen sprake, het was slechts een “terloopse” opmerking bij de wijkagent; • een uiteindelijk oordeel is aan de rechter, niet aan de politie of het O.M.. Maar, na vele voorvallen van leugens en getreiter van deze advocate, die bij wet mogelijkheden heeft die ze vrolijk misbruikt, is een eufemistische reactie niet acceptabel. Gegeven de sfeer waarin de advocate bezig is geweest, dacht ik het “gevecht” van mijn zijde behoorlijk netjes te doen. Kort geformuleerd is de aanklacht in de tuchtzaak: Als “raadvrouwe” van mijn ex-partner heeft ze twee jaar terug mijn dochters ingezet (geronseld als cliënten) in haar (persoonlijk geworden) strijd met als gevolg dat deze leuke jong volwassen kinderen getraumatiseerd zijn, niets meer het haar en mij van doen willen hebben en financieel zwaar benadeeld zijn1. U zult begrijpen dat met de drie familiedrama’s dit jaar in het nieuws, ik zoiets vanuit eigen ervaring bekijk. In treinen tref ik een noodrem aan. Waarschijnlijk kan er zich iets voorvallen dat het gebruik ervan noodzakelijk maakt. Uitsluitend in speciale noodsituaties is het gebruik toegestaan. Mij lijkt dat een sneltrein op deze manier laten stoppen op of nabij een station waar ik wil uitstappen onder het begrip “misbruik” valt. Zo valt te lezen onder de handrem: “misbruik wordt gestraft”. (hier mag u een tip lezen)
Op de interessante vraag is: ben ik een bedreiging? Heb ik het hele simpele antwoord: ja: als je iets te verbergen hebt, oneerlijk bent, een verborgen agenda hebt … dan kan ik tot het uiterste gaan om de waarheid aan het licht te brengen, maar altijd met respect voor normen en waarden. met vriendelijke groet,
Emile Gemmeke (ondertekening uitsluitend bij fysiek document)
n.b. & cc: • deze brief wordt toegevoegd aan de tuchtklacht, ze illustreert immers de “handelswijze” van mevr. R. Ester; • deze brief wordt toegevoegd aan mijn brief aan het O.M. (bijlage aan u) • ondanks het risico opnieuw als “spammer” of “stalker” aangemerkt te worden, informeer ik betrokken advocate (lijkt me wel correct), met cc van de korte email waarin ik mijn kinderen op de hoogte breng van hun advocate “als een kat in het nauw” en alle stukken als bijlage toevoeg: “open vizier heet dat”.
Ik heb de overtuiging dat te meer ik blootleg, mijn kinderen sneller gaan inzien dat ze misbruikt zijn, zoals ook de politie ook misbruikt is. Ik vertrouw erop dat ik ze in de toekomst weer kan omarmen. Maar dit soort zaken heeft tijd nodig. 1
4 van 4
Emile Gemmeke De Geerkamp 1014 6545 HB Nijmegen 024-3739514
[email protected]
GESPREKSVERSLAG Aanwezig
:
Locatie Datum & tijd
: :
Frank Zeitzen (wijkagent, brigadier) Edwin Hubert (brigadier) Emile Gemmeke De Geerkamp 1014, woonhuis Emile Gemmeke 22 november 2013 (ong 14:00 – 15:15)
Onderwerp
:
“Stalking” mevrouw mr. R. Ester, artikel 285b 1 WvS
Rond 14:00 uur wordt aangebeld, ik ben in sportkleding met sportbril op en open de voordeur. Er staan twee agenten die mij willen spreken, echter het onderwerp komt er niet vlot uit. Op mijn vraag of ze mij moeten hebben over iets dat ik gedaan hebt komt wel een bevestiging. We gaan aan de eettafel zitten, ondertussen werd mij duidelijk dat mevrouw Reina Ester over mij berichten bij de politie heeft geponeerd. De sfeer van de berichten is “stalking”. Ik richt mij op de volgende onderwerpen: • vastlegging van feiten; • vandaar dat ik direct ook vanuit de Politie dit bezoek schriftelijk bevestig wil zien; • uitleg geven aan deze agenten welke rol zijn in een “vals advocaten spel” gekregen hebben. De feiten vastlegging blijkt moeilijk: • Agent Frank heeft een viertal (?) aaneen geniete A4-tjes bij zich, ik wil er een kopie van hebben (maken), maar die zijn “vertrouwelijk”; • Vandaar dat ik, naast het geven van achtergrond informatie, gerichte vragen stel over het proces dat zich met betrekking tot dit bezoek aan huis heeft afgespeeld; • Ik begrijp dat voor mevrouw Ester agent Marcel Rutten gesprekspartner is geweest, mogelijk wijkagent (wijk blijft onduidelijk); • Waar en wanneer dat gesprek is geweest en hoe het tot stand is gekomen blijft vaag; • Marcel Rutten heeft intern dit aan de afdeling recherche doorgegeven; • De agenten Frank en Edwin lijken primair tot taak te hebben mij te waarschuwen! • Ik vraag Frank deze waarschuwing schriftelijk (per email) naar mij te sturen en geeft mijn emailadres op, hij noteert dat en zegt hij mij toe de waarschuwing mij per email te bevestigen, deze ontvang ik enkele uren later; • Hoewel Frank en Edwin wel in mijn kant van het verhaal geïnteresseerd blijken en op menselijk vlak de sfeer prima is, wordt de waarschuwing enige keren herhaald! • Ook in de email zet Frank dit duidelijk (maar ook vriendelijk) neer; • Ze blijven er dus van uit gaan dat mevrouw Ester mij terecht van “inbreuk in de persoonlijke levenssfeer” beschuldigd. Ik kan dit van hun, gezien hun taak, goed begrijpen;
Emile Gemmeke
•
Na het gesprek besef ik dat ik dit minder van de “intake” en de afdeling recherche begrijp.
Mijn informatie aan Frank en Edwin is: • Ik heb een vechtscheiding achter de rug waarbij deze advocate olie op het scheidingsvuur heeft gegooid; • De handelswijze van deze advocate ga ik bij het tuchtrecht ter discussie stellen (dien klacht in) • De deken werkt niet mee (in het gesprek ben ik open en noem de term “corruptie”; op schrift prefereer ik “belangenverstrengeling”) • Dat ik er over nadenk wat ik met het voorval ga doen en dit terug meld. Mijn latere conclusies zijn: • De agenten hebben geheel gehandeld volgens hun instructies, ik noem dat professioneel; • Ik informeer de corpsleiding; • Ik informeer het OM; • Dit voorval wordt toegevoegd aan mijn dossier en de tuchtrechtprocedure;
Nijmegen, 28 november 2013 bijlage bij brief aan Nationale Politie
Emile Gemmeke De Geerkamp 1014 6545 HB Nijmegen 024-3739514
[email protected]
Situatieschets Mevrouw R. Ester heeft in 2006 mij ex-partner bijgestaan in de echtscheiding. Hierbij heeft zij vanaf het eerste moment ingezet op macht en intimidatie. Ik noem enkele feiten, zaken die anders hadden gekund en waar alle betrokkenen er beter af waren gekomen: • Ze stelt mij schriftelijk vragen, vraagt naar stukken en stelt (zonder enige opening voor discussie) de wijze van afwikkeling. • Als ik netjes antwoorden geef, stukken stuur, toch de discussie open en op mijn beurt stukken vraag … dan krijg ik geen reactie, niet eens ontvangstbevestiging. • Dit herhaalt zich, inclusief vragen naar stukken of antwoorden die al gegeven zijn (en waarvan ik via mij ex weet, dat ze ontvangen zijn). Deze procesgang leidde tot niets, ze dwingt mij een advocaat te nemen door een eenzijdig verzoek bij de rechtbank neer te leggen. Ik kies een integere advocaat, daar selecteer ik op. Hij krijgt wel antwoorden, maar heeft er niets aan … het schiet dus niet op! Uiteindelijk doorbereken mijn ex en ik samen de veroorzaakte impasse, wij maken een overeenkomst en mijn advocaat mag het uitwerken tot convenant. Mevrouw wordt dus gepasseerd. De sfeer is gezet. Later blijkt mij ex-partner met de gevolgen van de scheiding moeite te hebben (eerlijk delen). Afspraken in het convenant worden door mijn ex-partner niet nagekomen. Belangrijk onderdeel van de strijd is de schuldvraag, vanuit haar (mijn ex) perspectief vrij simpel: ik ben ernstig fout en zij super goed. Het maatschappelijke thema “huiselijk geweld” is in haar voordeel. Als man heb je snel iets uit te leggen. En ja … we hadden soms een handgemeen en ja … ik ben sterker. In de periode 2005-2006 zijn er drietal voorvallen waarbij de hulp van de politie door haar wordt ingeroepen. Telkens blijkt er niets aan de hand. Bij het eerste voorval eisen de agenten dat ik de woning verlaat (we woonde apart), bij de twee opvolgende voorvallen vertrekken de agenten terwijl ik in de woning van mijn ex achterblijf. Van valse aantijgingen, zowel van mijn ex-partner (redelijk te begrijpen) als van haar advocate, mevrouw mr. R Ester heb ik talloze. Onder meer tijdens de zitting op 12 mei 2009. Ik zou stalken. Gelukkig voelde ik dit aankomen en kwam met een nuchtere telling van emails over-en-weer, mijn ex had er meer gestuurd dan ik! Jammer genoeg is er niet naar de inhoud van emails gekeken. Het voorlaatste toppunt van een valse aantijging was op 3 april 2013. Mevrouw Ester in haar verweer op mijn klacht voor het tuchtrecht, daarin schrijft ze: Bij gelegenheid van de laatste zitting bij de Rechtbank heeft de heer Gemmeke mij fysiek aangevallen. De bewaking van de rechtbank kon voorkomen dat ik hierdoor schade heb ondervonden.
Emile Gemmeke
Een half jaar later is dit voorval van januari 2012 opeens veel ernstiger, op 11 september 2013 formuleerd ze aan de deken: Dit geldt des te meer omdat de heer Gemmeke mij na afloop van een rechtszitting letterlijk naar de keel is gevlogen. Door adequate tussenkomst van de ingeschakelde bewaking van de rechtbank heb ik daar geen nadere schade van ondervonden. Wat dit verhaal over vijf jaar is … waarschijnlijk verklaard ze dan dat ik haar om het leven heb gebracht en dat ze herrezen is. Omdat ik niet van suggesties en verhalen houd, de tijd van sprookjes is ver achter mij, heb ik overzicht van de contacten (emails) toegevoegd. Dus voor zover ik begrijp waar deze advocate over klaagt. Ik nodig de nationale Politie uit gedetailleerd te komen kijken of ik formuleringen heb waar een advocate zich door onredelijk bedreigd moet gaan voelen. Onredelijk bedreigt: immers van de melding dat ik een tuchtzaak start kan bedreigen zijn, maar zakelijk gezien een onderdeel van haar beroepsuitoefening. Zelfs met een oppervlakkige bestudering zal eenieder duidelijk zijn het zakelijk is, maar ik nodig uit tot verdieping. Inhoudelijk: Ik maak duidelijk wat ik vind en waarom ik welke actie onderneem (tuchtrecht e.d.). Soswieso, heeft ze een substantieel gedeelte ontvangen als “cc”, dus niet de eerste aangesproken. Slechts bij vier emails ruim een jaar terug was zijn enige ontvanger. Een enkele keer zijn er binnen de emails ethische, morele en/of reflectie paragraven waarbij de toonzetting soms licht cynisch of sarcastisch is. Maar ik scheld niet en bedreig al helemaal niet (zie ook bijlage)!
De communicatie Ik heb mijn email geinventariseerd en lijsten gemaakt van emails die mevrouw Ester ontvangen heeft. Onderstaande is een overzicht uit mijn Outlook.
Emile Gemmeke
In heb zo goed mogelijk hiervan een excel-bestand gemaakt en informatie toegevoegd. Hierbij is de focus op de geadresseerden, het onderwerp en de context (veelal puur zakelijk). Een afdruk hiervan toegevoegd:
Emile Gemmeke
Conclusies 1. Mevrouw zou met inhoud en feiten bezig moeten gaan en stoppen met de ander te intimideren, beschuldigen en verhalen verzinnen. 2. Over dat naar de keel vliegen: het is aan haar beroepsgroep, niet aan mij, om mevrouw Ester het zwijgen als advocate op te leggen. Niet fysiek, maar op een andere gepaste wijze, vandaar dat ik de tuchtrechtprocedure volg. Hierbij onze wetten, de gedragsregels voor advocaten en maatschappelijke normen (zoals ik die ervaar) als referentie nemend. Emile Gemmeke 28 november 2013 bijlage bij brief aan de Nationale Politie
- Mail - (no subject)
Page 1 of 2
Emile Gemmeke <
[email protected]>
(no subject) 1 message Zeitzen, F. (Frank)
To: [email protected]
Fri, Nov 22, 2013 at 4:36 PM
Hallo Dhr Gemmeke,
Zoals afgesproken stuur ik u de mail met mijn vraag/mededeling.
Na aanleiding van contact tussen wijkagent Rutten en advocate Reina Ester waarin naar voren kwam dat u haar diverse mails stuurt en deze voor haar bedreigend overkomen.
Het doel van mijn bezoek is dat ik niet zou willen dat u het strafrecht overtreed in de vorm van eventueel stalking en/of bedreiging. Ik wens u graag bewust te maken hiervan, in mijn rol als wijkagent ben ik bekend met dergelijke bezoeken. Ik verzoek u om op een andere wijze uw doel te bereiken.
Ik zag dat u gepassioneerd en geëmotioneerd uw verhaal heeft gedaan. Ik vind dat het u siert dat u op een nette en correcte wijze uw verhaal heeft gedaan. Wij zullen als politie geen positie innemen en objectief blijven. Immers doen wij aan waarheidsvinding. Mijn collega en ik schatten in dat onze kennis buiten het strafrecht gebied onvoldoende is en dit niet het taakveld van de politie is.
0HWYULHQGHOLMNHJURHWHQ )UDQN=HLW]HQ 7HDP1LMPHJHQ=XLG :LMNDJHQW/LQGHQKROW *HGHHOWH.DPSZLMNHQ0DWUL[[ZRRQERXOHYDUG NLQGHUGRUS1HHUERVFK *ULS
------------------------- Disclaimer ---------------------------De informatie verzonden met dit e-mailbericht (en bijlagen) is uitsluitend bestemd voor de geadresseerde(n) en zij die van de geadresseerde(n) toestemming kregen dit bericht te lezen. Kennisneming door anderen is niet toegestaan. De informatie in dit e-mailbericht (en bijlagen) kan vertrouwelijk van aard zijn en binnen het bereik van een geheimhoudingsplicht en/of een verschoningsrecht vallen. Indien dit e-mailbericht niet voor u bestemd is, wordt u verzocht de afzender daarover onmiddellijk te
https://mail.google.com/mail/u/0/?ui=2&ik=2e2c80e998&view=pt&search=all&th=1428074e53... Page 1 of 2
Emile Gemmeke De Geerkamp 1014 6545 HB Nijmegen 024-3739514 / [email protected]
Aan
Hoofdofficier van Justitie Mw. mr. N.G. Zandee Postbus 9032 6800 EP Arnhem Nijmegen, 28 november 2013
Onderwerp:
Maatschappelijk Verantwoord Handelen
Geachte mevrouw Zandee, Mij lijkt dat machts- en positiemisbruik een onderwerp is dat uw aandacht trekt. Persoonlijk heb ik het beeld dat in een samenleving goed voorbeeld goed doet volgen en dat vooral de hoogopgeleiden deze voorbeeldfunctie serieus moeten nemen. Ik hoop dat we het hierover eens zijn. Bijgevoegd mijn brief aan Politiechef Oost-Nederland, dhr. C.J. (Stoffel) Heijsman, waarin ik aangeeft dat een advocate de politie misleid heeft om mij te intimideren. Dezelfde advocate waarvan ik u berichte 27 september 2011: aangifte vermogensmisdrijf. Ik vind dat ik een meldingsplicht heb en heb de overtuiging dat deze advocate structureel verkeerd bezig is (attitude probleem). Structureel, dus niet alleen met betrekking tot “mijn casus”. Dit gebaseerd op informatie die jammer genoeg te vaag is (mondeling) en waarvan de bronnen (andere juristen) niet willen dat ik hun uitspraken openbaar maak. Dat een en ander zich voor u vooralsnog in een grijs gebied lijkt af te spelen begrijp ik. Maar, in het kader van preventief acteren, heeft u misschien ook gevoel voor signalen dat iets behoorlijk kan gaan “etteren”. Het is aan u om te bepalen of u acteert. Persoonlijk denk ik dat haar handelen aantoonbaar op gespannen voet met de wet staat, ik noem maar: • deurwaarder bevel zonder opdracht cliënte, gegeven tijdvakken, als doel mijn te intimideren (vermogensmisdrijf); • misleiding van de Nationale Politie (subtiel geen valse aangifte); • via deze weg intimidatie, dus feitelijk “stalking”. Maar om daar echt achter te komen moet wel de wil aanwezig zijn echt in onderzoek daarin te investeren. Ik ben bereid mijn klacht van 11 september 2011 opnieuw in te dienen of anderen (stalking). met vriendelijke groet,
Emile Gemmeke (ondertekening uitsluitend bij fysiek document)
Bijlage : CC:
de brief aan dhr. C.J. (Stoffel) Heijsman en de bijlagen daarbij; diverse betrokkenen (digitaal)
P&rrrrE Postbus30071 6803AB Amhem Telefoon 026-3763200 Fax 026-3763356
.
BureauJuridische Zaken
BezoekadresSnelliusweg í, Arnhem Korpsonderdeel PolitieEenheidOost DistrictGelderland Midden AfdelingVIK Behandeld door L.F.J.lvloorman Doorkiesnummer 026-3763041 Doorkiesfaxnr026-3763356 Onskenmerk KL13-0427 Uwkenmerk Datum Behandeldatum19december 2013 Onderwerpreactiebrief Bijlagen
Aande heerE. Gemmeke De Geerkamp 10í4 6545HB Numegen
GeachteheerGemmeke, Op 3 december 20í3 hebik uw briefover'Maatschappelijk Verantwoord Handelen' in goede ordeonfuangen en ik hebkennisgenomen vande inhoud.U geeftaandatde zichin de dooru bedoeldekwestiecorrecten Drofessioneel hebben oolitiemedewerkers -€€dr€g€n e44at u bêgdpSêeffroor de handel$&ilze.maardalcr jll uw_beleylng ook sprakeisvanvooringenomenheid en intimidatie. gedragingen Vooralsnogstel ik vastdat er geensprakeis van klachtwaaídige door medewerkers vande politie,'zoals wetbestuursrecht en de bedoeldin de Algemene politie2013. Uitvoeringsregeling klachtbehandeling Derhalve neemik uw briefnietals klachtin behandeling, maarhebik dezeter informatie doorgestuurd naarde teamleiding vanhetdistrictNumegen. lk vertrouw eroDu methetbovenstaande voldoende te hebbenqeïnformeerd.
( \4rc1c1 l(Zc]c] lT'|ê11diettstll.tat n
Openbaar Ministe e
Arrondissementsparket Oost-Nederland Hoofdoffi cier van iustitie
Postadrcs: Postbls9032,6800 EP Arnhem
E. Gemmeke
Bezoekadres Eusebiusbinnensingel 28 681I BX Amhem Tel.(08816991900 Fax(026)8884ssg
De Geerkampl0l4 6545 HB Nijmegen
Afdeing Contactpercoon Doorkiesnummef Datum
Bedrijfsvoering Jan de Iong 088 - 699 1900 24 december2013
Uw kenmefk Onsk,"nmerk OndeÍwerp Bijlage(n)
cMA 323-t4242 Maatschappelijk Verantwoord Handelen
Bijbeantlvoording de datumen ons kenmefkvemelden. Wiltusechtséén zaakin uw bnef bêhandelen.
Geachteheer Gemmeke, Naar aanleiding van uw briefvan 28 november 2013 bericht ik u het volgende. Omdat u, inzake hetzelfde onderwerp, ook een brief had verzonden aan de politiechef Oost Nederland heb ik contact op laten nemen met de politie. Van hen heb ik tíegrepen dat aan u op 19 december 2013 een bÍief is gezonden dat er geen sprake is van klachtwaardige gedragingen door medewerkers van de politie en dat derhalve uw brief niet als klacht in behandeling kan worden genomen, Uw brief is nu, ter infoÍmatie, naaÍ de teamleiding van het district Nijmegen gezonden. Gezien het vorenstaande zal door mij geen verdere aktie worden ondernomen. Ik hoop u hiermee voldoende te hebben geinformeerd.
Hoogachtend,
Zandee, er van justitie.
Emile Gemmeke De Geerkamp 1014 6545 HB Nijmegen 024-3739514 / [email protected]
Aan
dhr. C.J. Heijsman Politiechef Oost-Nederland p/a Politie Arnhem-Noord Postbus 30071 6803 AB Arnhem Nijmegen, 30 december 2013
Onderwerp: Maatschappelijk Onverantwoord Handelen Uw kenmerk: (zie hieronder)
Geachte heer Heijsman, Op 28 november heb ik aan u een brief gericht waarop ik 28 december een reactie heb ontvangen gedateerd 19 december. Uw reactie, ik schrijf “uw” omdat u door mij bent aangeschreven, sluit niet aan bij mij brief: Ik voel mij niet serieus genomen terwijl ik meende op een uiterst vriendelijke en genuanceerde manier een probleem onder uw aandacht brengen. Misschien dat de politie Oost-Nederland de beschikking heeft over psychologen die een antwoord kunnen formuleren op de vraag: “wat veroorzaakt u op persoonlijk niveau met een dergelijke afhandeling en hoe beïnvloed dat uw maatschappelijke taak?” Misschien dat uw psychologen ook mijn gevoel, dat uw reactie bij mij opwekt, kunnen uitleggen: “de politie vindt het prima om foute elementen in onze samenleving te helpen door hun slachtoffers in een hoek te drukken”. Genuanceerde discussie lijkt niet mogelijk. Direct lijkt in een zwart-wit denken de dimensie positie en aanzien (van de politie) te domineren waarbij begrippen als reflectie en kwetsbaar durven opstellen uit den boze zijn. Positie lijkt synoniem met afgedwongen “respect”. Dat zoiets geen duurzaam verantwoord maatschappelijk handen is, dat wist in de 18e eeuw de Amerikaanse president Thomas Jefferson al: When the people fear the government, there is tyranny. When the government fears the people, there is liberty. En waar tirannie of dictatuur toe leidt … dat lezen we dagelijks in het nieuws, waarbij mijn vertaling is dat u de goede burger in de samenleving stimuleert tot eigenrichting. Dat lijkt mij in ons democratisch stelsel niet de bedoeling en niet iets om 2013 mee af te sluiten. Daarom negeer ik uw antwoord, uw stimulatie tot eigenrichting en geeft u een tweede kans. Maar, dan lijkt het mij verstandig voor de beantwoording niet dezelfde interne route te gebruiken. Mijn ervaring is immers dat zoiets veelal tot verstarring van eerder ingenomen standpunt gaat leidden. Of te wel: uw klachtbehandelaar L.F.J. Moorman gaat zijn/haar gelijk halen en verheft dat doel boven de werkelijke problematiek.
Emile Gemmeke
Waarom is mijn brief op dat bureau terechtgekomen? Ik vermoed omdat de kwestie te onbeduidend lijkt om veel aandacht aan te geven en wordt klaarblijkelijk intern “gerouteerd”, maar afhandelingsniveau: klachten. Niet wordt waargenomen dat dit “incident” indicatief is voor een manier van werken. De focus is op details van het incident en dan is, (ik citeer) “vooralsnog”, laakbaar gedrag niet vastgesteld? Ik lees in “vooralsnog” een uitdaging u beter te souffleren,. Maar ook daar ga ik niet (nu) op in. Op dat operationele denkniveau acteer ik pas als betere opties afgesloten zijn. De goede lezer, had begrepen dat ik de kans op een kluitje-in-het-riet antwoord hoog achtte, in die passage op pagina 4 schrijf ik ook: is een eufemistische reactie niet acceptabel. Waarmee uw brief mij eigenlijk verbaast. Beantwoording had moeten plaatsvinden door een persoon die begreep dat het nu gegeven antwoord een opmaat is, tot iets wat “we”, denk ik, niet willen. Juist hierom, meld ik uw kenmerk van uw brief pas hier: KL 13-0427. Waarmee ik de kans geeft tot een andere (betere) routering en afhandeling Wat mij voorstaat, is met wederzijds respect en begrip aan waarheidsvinding doen, maar voor wederzijds ben ik afhankelijk u. Wens u op een goed 2014, een jaar met nieuwe kansen en mogelijkheden.
met vriendelijke groet,
Emile Gemmeke (ondertekening uitsluitend bij fysiek document)
cc: • deze brief wordt toegevoegd aan mijn brief aan het O.M. (bijlage aan u) • ondanks het risico “spammer” of “stalker” aangemerkt te worden, informeer ik betrokken advocate (lijkt me weer correct) en de deken, met een korte email.
2 van 2
Emile Gemmeke De Geerkamp 1014 6545 HB Nijmegen 024-3739514 / [email protected]
Aan
Mw. mr. N.G. Zandee Hoofdofficier van Justitie Postbus 9032 6800 EP Arnhem Nijmegen, 30 december 2013
Onderwerp: Maatschappelijk Onverantwoord Handelen Uw kenmerk: CMA 323-14242
Geachte mevrouw Zandee, Met verbazing heb ik uw antwoord gelezen op mijn brief van 20 november 2013. Goed vind ik samenwerking en contact tussen politie en O.M., laat ik dat voorop stellen. Maar een dergelijke samenwerking zal altijd vanuit de verschillende verantwoordelijkheden en taken vorm moeten krijgen. Zoals ik uw antwoord leest, en u mag mij corrigeren, lees ik: • onderwerp (Maatschappelijk Verantwoord Handelen) is hetzelfde; • de politie geeft antwoord op mijn brief (aan hen, met dat onderwerp); • en dat antwoord geldt dan ook voor u. Tja, … als het “onderwerp” voldoende informatie lijkt te geven om tot zo’n reactie te komen, kunt u dan begrijpen dat zoiets, bij mij, als oppervlakkig overkomt? Verder lijkt mij binnen de rolverdeling tussen het O.M. en de politie, de uwe niet direct “gedachteloos volgend”. De opmerkingen aan de politie waren inhoudelijk geheel anders, zelfs een globaal lezer had dat moeten opvallen. Ik maak dit concreet. De politie bied ik de volgende vraagstukken aan: • hoe om te gaan met een persoon die hun misleid heeft, zowel met betrekking tot het genoemde incident als de toekomst; • verantwoorde dossier vorming, waarmee ik bedoel dat onterechte huisbezoekingen duidelijk als zodanig vermeld zijn; • excuses aanbieden voor de (door de recherche) jumping-to-conclusions denkwijze. Aan u bied ik, naar ik meen terecht, een meer complex vraagstuk aan: • hoe om te gaan met juristen die, afhankelijk van gezichtshoek, op of over (mijn indruk) de grenzen van het toelaatbare acteren; • van bepaalde incidenten het indicatieve karakter, voor onderliggende problematiek, inzien; • beseffen dat systematische verslonzing en negeren op de lange termijn de basis onder onze rechtsstaat wegslaat.
Emile Gemmeke
Samengevat: ik word niet enthousiast van uw antwoord, dat ongemotiveerd en ondeugdelijk overkomt. Analoog aan korpschef Stoffel Heijsman geeft ik u een eerlijke kans om 2014 op een betere manier te starten (zie bijlage, brief aan hem). Wens u een goed 2014 en zie in dat jaar met belangstelling naar uw reactie uit. met vriendelijke groet,
Emile Gemmeke (ondertekening uitsluitend bij fysiek document)
Bijlage : CC:
de brief aan dhr. C.J. Heijsman; diverse betrokkenen (digitaal)
2 van 2