Ministerieel besluit van 8 juli 1966 (B.S. van 9.8.1966) houdende de interne regeling van de controle op de vastlegging van de uitgaven.
COORDINATIE
WIJZIGEND BESLUIT 1. M.B. van 14.4.1967 (B.S. van 6.5.1967)
Al de gewijzigde teksten zijn in deze coördinatie aangeduid door het verwijzingsnummer dat hiervoor aan de wijzigende tekst werd gegeven.
De Vice-Eerste Minister en Minister van Begroting, De Minister van Financiën,
Gelet op de wet van 28 juni 1963 tot wijziging en aanvulling van de wetten op de rijkscomptabiliteit, inzonderheid op de artikelen 12, 18, § 1, en 21 tot 26; Gelet op het koninklijk besluit van 31 mei 1966 houdende regeling van de controle op de vastlegging van de uitgaven in de diensten van algemeen bestuur van de Staat; Gelet op het advies van de Raad van State, Besluiten : Artikel 1. - In dit besluit dient verstaan te worden onder : 1° "voorafgaande vastleggingen" : de rekenplichtige vastleggingen die aan het visum van de controleur van de vastleggingen onderworpen worden bij toepassing van artikel 1, 1°, van het koninklijk besluit van 31 mei 1966 houdende regeling van de controle op de vastlegging van de uitgaven in de diensten van algemeen bestuur van de Staat; 2° "provisionele vastleggingen" : de bij toepassing van artikel 1, 2°, van hetzelfde besluit aan het visum van de controleur van de vastleggingen onderworpen rekenplichtige vastleggingen; 3° "gelijktijdige vastleggingen" : de bij toepassing van artikel 1, 3°, 5° en 6°, van hetzelfde besluit aan het visum van de controleur van de vastleggingen onderworpen rekenplichtige vastleggingen; 4° "ordonnancering" : de door de ministers opgemaakte en krachtens artikel 1, 3° tot 5°, van hetzelfde besluit aan het visum van de controleur van de vastleggingen onderworpen ordonnanties, evenals de krachtens artikel 1, 6°, aan zijn visum onderworpen aanvragen om Schatkistvoorschotten.
Art. 2. - Vooraleer de controleur van de vastleggingen een vastlegging viseert, vergewist hij zich van de regelmatigheid der voorgelegde stukken en van hun overeenstemming met de regelen die voor de openbare comptabiliteit en de administratieve en budgettaire controle gelden. Hij weigert zijn visum : 1° wanneer het krediet ontoereikend is, tenzij tot de vastlegging of de ordonnancering van de uitgave machtiging verleend werd door de Ministerraad volgens de bij artikel 24 van de wet van 28 juni 1963 voorgeschreven procedure; 2° wanneer de aanrekening niet gedaan wordt op het gepaste artikel of de gepaste littera van de begroting. In de andere gevallen signaleert hij onmiddellijk aan de Minister of aan de gedelegeerde ordonnateur de punten die volgens hem in dit opzicht vatbaar zijn voor kritiek. Indien hij zich niet kan aansluiten bij het in het antwoord op zijn opmerking uitgedrukte standpunt, noteert hij zijn vaststellingen tot staving van zijn visum. Art. 3. - § 1. - Het visum voor een voorafgaande of provisionele vastlegging, dat wordt aangebracht op het aan de betrokken dienst terug te zenden dossier, omvat : 1° de datum waarop het gegeven werd; 2° het aan de vastlegging toegekende nummer; 3° het bedrag van de aanrekening; 4° de handtekening van de controleur. De controleur bewaart het vastleggingsbulletin nadat hij er, onder zijn handtekening, de bij 1° en 2° bepaalde aanduidingen op overgenomen heeft. § 2. - Bij de boeking van de vastleggingen betreffende hetzelfde jaar wordt van een onafgebroken reeks visumnummers gebruik gemaakt. In het bij artikel 12 van de wet van 28 juni 1963 tot wijziging en aanvulling van de wetten op de rijkscomptabiliteit bepaalde geval omvat het visum een nummer van de tot het volgende jaar behorende reeks. § 3. - Voor de op een vastleggingskrediet aan te rekenen vastleggingen, vult de controleur het exemplaar van het voor het Rekenhof bestemde vastleggingsbulletin aan, zoals in § 1 aangeduid, en vermeldt er eventueel de krachtens artikel 2 gedane vaststellingen op. Art. 4. - § 1. - Het visum van de verhogingen, ve rminderingen of annuleringen van een voorafgaande of provisionele vastlegging geschiedt volgens de bij artikel 3 vastgestelde procedure, behalve dat het niet de toekenning van een nieuw nummer maar de verwijzing naar het oorspronkelijk nummer omvat. De controleur bewaart het wijzigend bulletin na het gedateerd en ondertekend te hebben en verbetert het oorspronkelijk bulletin. § 2. - Voor de vastleggingen die tijdens een vorig begrotingsjaar ten laste van een vastleggingskrediet geviseerd werden, wordt de eerste gedurende het lopende jaar te viseren verhoging nochtans overeenkomstig artikel 3 behandeld.
§ 3. - De verminderingen of annuleringen van voorafgaande of provisionele vastleggingen, die op de vastleggingskredieten van vorige begrotingsjaren aangerekend werden, worden geboekt in een afzonderlijke kolom van het dagboek van de visa en van de rekening die respectievelijk door de artikels 5 en 6 voorgeschreven worden. Art. 5. - Per begrotingsjaar en per begroting wordt een dagboek van de visa gehouden waarin geboekt worden : 1° naargelang van hun ontvangst en in de volgorde waarin ze zich voordoen : a) de voorafgaande of provisionele vastleggingen; b) de verhogingen, verminderingen en annuleringen van deze vastleggingen; nochtans mogen de annuleringen van de saldi maandelijks naar het dagboek van de visa overgeboekt worden; 2° maandelijks, de gelijktijdige vastleggingen, globaal per artikel en littera van de begroting. De boeking van de voorafgaande of provisionele vastleggingen omvat de vermelding van : a) het volgnummer van de verrichting; b) de datum van de verrichting; c) de naam van de schuldeiser of van de beneficiant; d) de begroting, het artikel en de literra van de begroting; e) het nummer van het toegekende visum of de verwijzing naar het gewijzigde visum; f) het geviseerde bedrag. Art. 6. - § 1. - Per jaar worden, per artikel en littera van elke begroting, een vastleggingsrekening en een ordonnanceringsrekening geopend. Boven iedere rekening wordt het bedrag van het door de Wetgevende Kamers goedgekeurde krediet aangeduid. Dit bedrag wordt gewijzigd in functie van de bijkredieten, van de kredietverminderingen en van de door de wet toegestane transferten, alsmede van de overschrijdingen waarvoor machtiging verleend werd volgens de procedure die voorgeschreven is bij artikel 24 van de wet van 28 juni 1963 tot wijziging en aanvulling van de wetten op de rijkscomptabiliteit. Voor de gesplitste kredieten, wordt het goedgekeurde krediet verhoogd met het bedrag van het krediet dat van het vorige begrotingsjaar overgedragen werd. Voor de naar het volgende jaar overgedragen niet-gesplitste kredieten, alsmede voor de kredieten die goedgekeurd werden om schuldvorderingen van vorige begrotingsjaren te betalen, worden afzonderlijke rekeningen geopend. Voor de in de afzonderlijke sectie van de begroting ingeschreven artikelen, is het bedrag dat bovenaan iedere rekening wordt aangebracht, het bedrag van de voor deze artikelen voorbestemde ontvangsten.
§ 2. - De voorafgaande of provisionele vastleggingen worden van dag tot dag in de rekening geboekt. Bedoelde boeking omvat de in het laatste lid van artikel 5 bepaalde inlichtingen. De boeking van de gelijktijdige vastleggingen geschiedt globaal op het einde van elke maand. § 3. - De ordonnanceringen worden van dag tot dag in de rekening geboekt. Bedoelde boeking omvat : a) wat de ordonnanceringen ten laste van voorafgaande of provisionele vastleggingen betreft : 1° het nummer van de ordonnanties; 2° het nummer van het overeenstemmend vastleggingsvisum; 3° het bedrag van de uitgave. Dit bedrag wordt bovendien op het vastleggingsbulletin geschreven. b) wat de ordonnanceringen betreft die het voorwerp uitmaken van een gelijktijdige vastlegging, de in 1° en 3° aangegeven inlichtingen; deze ordonnanceringen worden in een speciale kolom van de ordonnanceringsrekening geboekt om de bij artikel 5, 2°, en bij § 2, tweede lid, van dit artikel bepaalde globale maandelijkse vastleggingsboeking toe te laten. De voorlopige ordonnanceringen worden in een speciale kolom van de ordonnanceringsrekening geboekt, in afwachting dat de ordonnanties uitgegeven worden, die met het oog op de definitieve aanrekening ervan opgemaakt worden. Art. 7. - Het visum tot ordonnancering bestaat uit de handtekening van de controleur van de vastleggingen die op het samenvattend borderel van de naar het Rekenhof te sturen ordonnanties geplaatst wordt, en het aanbrengen van zijn stempel op de ordonnantie. In voorkomend geval signaleert de controleur te dezer gelegenheid de door hem vastgestelde inbreuken op de bepalingen waarbij de controle op de vastlegging van de uitgaven geregeld wordt. Hij weigert zijn visum in de bij artikel 2 bepaalde gevallen. Art. 8. - § 1. - Op het einde van elke maand worden voor elke begroting volgende toestanden opgemaakt : 1° een lijst omvattend, per artikel en littera alsmede per onderverdeling van de begroting, wat de gesplitste kredieten betreft, eensdeels : a) de in de begroting van het lopende jaar uitgetrokken vastleggingskredieten; b) de van het vorige jaar overgedragen vastleggingskredieten; c) het totaal van de voor het lopende jaar beschikbare vastleggingskredieten; en anderdeels : a) de in de loop van de beschouwde maand geviseerde vastleggingen; b) het totaal van de sinds het begin van het begrotingsjaar geviseerde vastleggingen; c) de annuleringen van tijdens vorige begrotingsjaren geviseerde vastleggingen;
2° (#1) een toestand omvattend, per artikel en littera alsmede per onderverdeling van de begroting : a) wat de ordonnanceringskredieten betreft, eensdeels, de kredieten, en, anderdeels, het totaal van de ordonnanceringen sinds het begin van het jaar; b) wat de niet-gesplitste kredieten betreft, eensdeels, de kredieten, en, anderdeels, het totaal van de vastleggingen en van de ordonnanceringen sinds het begin van het jaar; 3° een toestand die, per artikel en littera alsmede per onderverdeling van de begroting, de ontvangsten en de uitgaven van de afzonderlijke sectie der beschouwde begroting aanduidt; 4° een samenvattende toestand die voor het totaal en voor elke onderverdeling van de begroting, de kredieten of de voorbestemde ontvangsten, de vastleggingen en de ordonnanceringen aangeeft, zoals zij uit de gedetailleerde toestanden blijken. De toestanden vermelden in speciale rubrieken de aanrekeningen ten laste van de overgedragen niet-gesplitste kredieten. § 2. - Elke lijst of toestand wordt door de controleur van de vastleggingen ondertekend nadat hij er volgende vermelding op aangebracht heeft : "echt en volledig verklaard". § 3. - Uiterlijk de 10e van elke maand worden deze toestanden in duplo aan de Minister van Financiën en in één exemplaar aan de belanghebbende Minister en de betrokken inspecteur van Financiën toegezonden. De controleur van de vastleggingen zendt rechtstreeks aan het Rekenhof, in triplo, de in § 1, 1° van dit artikel vermelde lijst toe, die gestaafd wordt met de duplicaten van de vastleggingsbulletins en van de wijzigende bulletins, alsmede met een voor eensluidend verklaard afschrift van de contracten, overeenkomsten, besluit tot toekenning van toelagen en alle andere verantwoordingsstukken. Art. 9. - Op 31 december van elk begrotingsjaar wordt een toestand opgemaakt die, per artikel en littera van de begroting, de nog te vereffenen vastleggingen ten laste van de gesplitste kredieten aangeeft. Art. 10. - De controleur van de vastleggingen doet onmiddellijk aan de Minister van Financiën de abnormale vastleggings- en ordonnanceringsritmen kennen die een overschrijding van de begrotingskredieten kunnen teweegbrengen. Art. 11. - Onderhavig besluit treedt in werking op 1 januari 1967. Brussel, 8 juli 1966.
De Vice-Eerste Minister en Minister van Begroting, W. DE CLERCQ
De Minister van Financiën, R. HENRION