Ministerie van Arbeid, Technologische Ontwikkeling en Milieu
Het stakingsrecht
Onderdirektoraat Juridische en Internationale Zaken Wagenwegstraat # 20B Paramaribo – Suriname Tel: 475241/ 471940 Fax: 471940 E-mail:
[email protected]
Grondwet Het stakingrecht wordt erkend behoudens de beperkingen die uit het recht voortvloeien (art. 33). De vakverenigingen zijn bevoegd om de rechten en belangen van de werknemers die zij vertegenwoordigen te verdedigen en voor hen op te komen (art. 31 lid 1). Een ieder heeft recht op vrijheid van vreedzame vereniging en vergadering, met inachtneming ... bij wet vast te stellen bepalingen (art. 20). Erkenning van het recht van vreedzame betoging (art. 21). Het belang van de openbare veiligheid, gezondheid en goede zeden wordt altijd in ogenschouw genomen (art. 20, 21). Wet van 26 oktober 1933 Onderwerp: bepalingen omtrent het recht van vergadering. Het houden, leiden, bijwonen van en deelnemen aan een openbare vergadering tot gemeenschappelijke beraadslaging in de open lucht is verboden, tenzij vooraf schriftelijke vergunning verleend door P-G in Par’bo en DC’s in andere districten. Vrije toegang tot vergadering voor publiek betekent vrije toegang van politie, desnoods met geweld. Wet Rechtspositie Militairen Artikel 51 van de Wet Rechtspositie Militairen: de militaire landsdienaar dient zich te onthouden van deelname aan collectieve actie. Memorie van Toelichting: “Voorts wordt de deelname van militairen aan collectieve acties verboden”. Artikelen 52, 53, 54 en 55 Wet Rechtspositie Militairen verbieden verder: a. Deelname aan betogingen zonder toestemming etc..; b. Deelname aan een vergadering die gericht is op ondermijning van het regeringsgezag etc..; c. Schriftelijke of mondelinge meningsuitingen gericht op ondermijning van het regeringsgezag. Een vakvereniging van militairen is in Suriname volgens de Surinaamse wetgeving niet verboden, noch zou het direct of indirect in strijd zijn met enige ter zake geldende wettelijke bepalingen. De ILO Conventie No. 87 en uitspraken van de Committee on Freedom of Association (CFA) staan het echter toe dat het recht om een vakorganisatie van militairen wordt verboden of beperkt. Achtergrond Het stakingsrecht wordt niet als zodanig genoemd/geregeld in een specifieke Conventie of een Aanbeveling; wel bediscussieerd bij ILC’s. 1926: Committee of Experts opgezet in ILO 1948: Conventie i.z. de vrijheid tot het oprichten van vakverenigingen en bescherming van het vakvereningsrecht (No. 87): artikel 3 + 10 (organiseren van activiteiten; verdedigen/bevorderen van belangen). Hieruit wordt stakingsrecht afgeleid. 1951: Committee on Freedom of Association (CFA) opgericht.
1957: Resolutie i.z. afschaffing van antivakvereningswetgeving roept lidlanden op tot “aanname van wetgeving die de effectieve en onbeperkte uitoefening van vakvereinigingsrechten garanderen inclusief het recht om te staken, voor werknemers”. 1970: Resolutie i.z. vakverenigingsrechten en hun relatie tot burgerrechten: uitnodiging aan de Governing Body om de Directeur – Generaal te vragen, maatregelen te treffen “om verdere actie te overwegen teneinde volle en universele respect voor vakverenigings-rechten in de meest ruime zin te garanderen” met bijzondere aandacht voor o.a. voor “het recht om te staken”. 1994: Conference Committee on the Application of Standards: dat er een brede consensus bestaat tussen de lidlanden m.b.t. het beginsel van het recht om te staken, alhoewel de standpunten van de delegatielen van de G, E en W niet overeenkomen. De CFA en de CoE hebben door hun uitspraken beginselen gecreëerd die: verklaren dat het recht om te staken een fundamentele recht is van werknemers en hun organisaties de grenzen aangeven waarbinnen het recht om te staken dient plaats te vinden. Staken (definitie) 1.Het collectief neerleggen van het werk door werknemers teneinde hun werkgever of derden tot een bepaald handelen te bewegen en met de bedoeling de werkzaamheden te hervatten zodra de beoogde doelen bereikt zijn (Bakels); 2.Het niet verrichten van de arbeidsprestatie door werknemers, gebezigd als middel om hun werkgever of andere personen te bewegen een bepaalde daad te doen of na te laten met de bedoeling de arbeid wederom te hervatten, zodra het beoogde doel is bereikt (van der Grinten). Uitzonderingen; toegestane restricties (ILO) Verbod of beperking van stakingen alleen acceptabel in het geval van: 1. ambtenaren die in naam van de staat bekleed zijn met openbaar gezag; 2. werknemers in de essentiële diensten in de strikte zin; 3. in acute nationale noodtoestand. CoE en CFA: in geval van stakingsverbod (bij ambtenaren), genieten ze voldoende garanties om hun belangen te beschermen inclusief degelijke en onpartijdige en snelle bemiddeling en arbitrage. Essentiële diensten in de strikte zin 1983 CoE (CFA): essentiële diensten zijn diensten waarvan interruptie kan leiden tot gevaar voor het leven, de persoonlijke veiligheid en gezondheid van het hele volk of delen van het volk. Het een en ander kan afhangen van de bijzondere omstandigheden van de verschillende landen. Een niet-essientiële dienst kan door de duur en de reikwijdte van de staking een essentiële dienst worden wanneer het leidt tot gevaar voor het leven, persoonlijke veiligheid en gezondheid van het hele of delen van het volk.
Enkele essentiële diensten: a. de hospitalensector; b. electriciteitsdiensten; c. watervoorzieningsdiensten; d. telefoondiensten; e. luchtverkeersdienst (air traffick control); f. politie en gewapende macht; g. brandweerdienst; h. publieke/private gevangenisdiensten; i. voorziening van voedsel aan school-kinderen; j. schoonmaak van scholen. Niet-essentiële diensten: Radio en tv Banken Pretparken Algemeen transport Constructie Landbouwact. Piloten Onderwijssector Postdiensten Treindiensten
Oliesectir Computer belasting Metaalsector Koelbedrijven Autofabricage Voedselvoorz./distr. Productie, transport en distributie brandstof Stedelijk transport Munterij
Haven (laden en lossen) Winkels Mijnbouwsector Hoteldiensten Vliegtuigreparatie Overheidsdrukkerij
Bottling mineraalwater
Voorwaarden rechtmatigheid staking (CFA) Acceptabele voorwaarden voor rechtmatigheid stakingen: 1. de plicht om een staking aan te zeggen; 2. de plicht om zich eerst te onderwerpen aan adequate, snelle en onpartijdige bemiddeling of arbitrage met participatie; 3. de plicht om (bij besluit tot staking) quorum en meerderheid in acht te nemen; 4. de plicht om bij een besluit geheime stemming in acht te nemen; 5. de aanname van maatregelen om te voldoen aan veiligheidsvereisten en ter voorkoming van ongelukken; • 6. de handhaving van een minimale dienst in bepaalde gevallen; • 7. de garantie van de vrijheid om te werken voor niet-stakers (werkwilligen). Rechtspositie vakbond Stakingsleer: collectieve actie is niet onrechtmatig tenzij bijkomende omstandigheden een staking onrechtmatig konden maken zoals zwaarwegende procedurenormen niet in acht zijn genomen (Nederland: 1972 en 1986). Stakingsleer: “het initiatief nemen tot werkonderbrekingen en de werkstaking door de bond, althans oproepen van haar leden daartoe, geoorloofd is, zij het dat bijkomende omstandigheden dat initiatief of die oproep onrechtmatig kunnen doen zijn (Suriname: 1997 en 2004).
Rechtspositie stakenden Stakende: werknemer die deelneemt aan een staking: 1. Geen recht op loon: no-work-no-pay (art. 1614 b, Burgerlijk Wetboek + Resolutie 22 maart 2003 (SB 2003 No. 31); 2. Hoge Raad (NJ 1989, 952): Werknemers die deelnemen aan een collectieve actie op gezag van een erkende vakbond, mogen niet disciplinair gestraft worden voor gedragingen binnen het actieparool; 3. Disciplinaire acties wel mogelijk indien: A. de actie door de rechter is verboden; B. het de deelnemers zonder meer duidelijk moet zijn geweest dat de actie de grenzen van het geoorloofde overschreed (dit wordt bij hoge uitzondering aangenomen). Rechtspositie werkwilligen Werkwillige: een Wn. die bereid is de bedongen arbeid te verrichten, maar hiertoe niet in staat is wegens een in de onderneming uitgebroken staking. Hoge Raad (NJ 1977, 55) verdeelt stakingen in: 1. georganiseerde arbeidsvoorwaardenstakingen: ligt in de risicosfeer van de werknemers: werkwilligen die door de actie niet kunnen werken, hebben geen recht op doorbetaling van loon. 2. wilde protestacties van korte duur waaraan slechts een klein aantal werknemers deelnemen: ligt in de risicosfeer van de werkgever; werkwilligen hebben in beginsel recht op doorbetaling van loon mits zij aantonen: a. Dat ze werkwillig zijn; b. Dat ze ten aanzien van de groep waarvan de actie uitgaat, als buitenstaanders zijn te beschouwen. Deze brochure geeft slechts wat algemene informatie. Uitgebreidere informatie kunt U bekomen door het raadplegen van de arbeidswetgeving. Tevens kunt U voor verdere informatie en advies terecht bij het Ministerie van Arbeid, Technologische Ontwikkeling en Milieu (de Arbeidsinspectie), een advocaat of bureau voor rechtshulp.