Milieuverklaring Jaar 2015
Koninklijk Meteorologisch Instituut 0
1
Inhoud 1
KMI .................................................................................................................................4 Identiteit ..................................................................................................................... 4 Missie .......................................................................................................................... 4 Structuur ..................................................................................................................... 4 Milieubeleid ................................................................................................................ 5
2
Beschrijving van het milieumanagementsysteem .............................................................6 Bereik .......................................................................................................................... 6 Verantwoordelijkheid ................................................................................................. 6 Werking....................................................................................................................... 6
3
Milieuaspecten, -doelstellingen 2015 - 2017 ....................................................................7
4
Diagnose en vooruitzichten .............................................................................................9 Mobiliteit .................................................................................................................... 9 Papier ........................................................................................................................ 11 Energie ...................................................................................................................... 12 Afval .......................................................................................................................... 15 Water ........................................................................................................................ 16 Aankopen .................................................................................................................. 16 Biodiversiteit ............................................................................................................. 17 Communicatie ........................................................................................................... 18 CO2-uitstoten ........................................................................................................... 18 Missies ...................................................................................................................... 19 Invloeden .................................................................................................................. 19
5
Validatieverklaring ........................................................................................................ 20
1.1 1.2 1.3 1.4
2.1 2.2 2.3
4.1 4.2 4.3 4.4 4.5 4.6 4.7 4.8 4.9 4.10 4.11
2
Het KMI engageert zich voor het milieu Het KMI is HET nationaal centrum voor gegevens en kennis betreffende het weer en het klimaat. Onze missie, gericht op de meteorologische en klimatologische informatie, laat alle beslissers toe, of het nu burgers of leiders van een land zijn, om dit klimatologisch bestanddeel te op te nemen in beslissingen. Het is dus logisch dat het KMI deel wil uitmaken van een plan van duurzame ontwikkeling. Wij zijn ons als bestuur ook bewust van onze impact op het milieu. In 2011 beslisten we om het label Ecodynamische onderneming van Leefmilieu Brussel te behalen. In 2014 behaalden we het label “Ecodynamische onderneming 1 ster”. Daar blijven we niet bij. Sindsdien hebben we ons ook geëngageerd bij het in werking brengen van een milieumanagementsysteem, volgens de Europese referentie EMAS (Environmental Management and Audit Scheme). Met dit vrijwillige engagement naar voortdurende verbetering toe, wil het KMI een voorbeeldfunctie innemen bij het rekening houden met milieufactoren. Hierbij streven we naar een dubbele doel : • •
het milieubeheer zichtbaar maken en het gedrag, zowel intern als extern, aanpassen het in eenieders geest en dagdagelijks werking integreren van het begrip van verantwoordelijk en duurzaam milieubeheer, alsook van het principe van voortdurend verbeteren.
Deze verklaring heeft als doel ons engagement aan te tonen bij het verbeteren van de milieuprestaties van het KMI. In dit document kunt u dit engagement op concrete wijze beschouwen. Veel leesplezier!
Dr Daniel Gellens Algemeen Directeur a.i.
3
1 KMI 1.1 Identiteit Drie letters die goed gekend zijn door een groot publiek, maar wat betekenen ze?
numerieke modellen en zich wijden aan het wetenschappelijk onderzoek.
"Een betrouwbare dienst aan het publiek en de autoriteiten, gebaseerd op het onderzoek, de innovatie en de continuïteit".
Het KMI, gelegen op het "Plateau van Ukkel", telt bijna 200 medewerkers, die er elke dag aan werken om de meest nauwkeurige informatie te verschaffen.
Dit is de visie van het Koninklijk Meteorologisch Instituut voor wat zijn kernactiviteiten betreft. Het KMI is HET nationaal centrum voor gegevens en kennis over het weer en het klimaat. Onze taken bestaan uit het opstellen van algemene meteorologische voorspellingen en waarschuwingen verspreiden in geval van risicoweer, het klimaat waarnemen, het verzamelen, controleren en archiveren van meteorologische en geofysische gegevens, het beheer van de infrastructuur die nodig is voor deze activiteiten, het ontwikkelen van
1.2 Missie Het KMI cumuleert de volgende missies: •
Meteorologische voorspellingen;
•
Klimatologische en meteorologische inlichtingen;
•
Observatie van de meteorologische en geofysische variabelen;
•
Klimatologisch en meteorologisch onderzoek;
•
Metingen en onderzoek in geomagnetisme en ionosfeer (op de site te Dourbes).
1.3 Structuur
4
1.4 Milieubeleid
5
2 Beschrijving van het milieumanagementsysteem 2.1 Bereik Het systeem van een dynamisch milieubeheer betekent: • de omkaderingsbezigheden van het KMI die de human-resources-dienst, de boekhouding, de juridische dienst, de preventie en veiligheid, en het onthaal omvatten. •
de activiteiten van de ondersteuningsdirectie die gericht zijn op de informatica- en telecommunicatieinfrastructuur.
•
de operationele activiteiten van het KMI worden gegroepeerd in vier diensten: - Meteorologische en klimatologische inlichtingen; - Waarnemingen; - Meteorologisch en klimatologisch onderzoek; - Weersvoorspellingen.
2.2 Verantwoordelijkheid De milieucoördinator is belast met de coördinatie en de opvolging van het milieumanagementsysteem (MMS). Hij rapporteert rechtstreeks aan de Algemeen Directeur. Het beheren van de milieu-impact is echter een zaak voor iedereen! Alle personeelsleden werken mee en wisselen de goede gewoonten op milieugebied uit. Zo heeft het KMI een Ecoteam, dat actief is bij het realiseren van concrete projecten waarbij de samenwerking met de milieucoördinator onmisbaar is.
2.3 Werking Een MMS houdt in dat een organisatie tot stand gebracht wordt waarbij op ieder niveau van het instituut en bij iedere beslissing rekening gehouden wordt met het milieu. De voornaamste doelstelling is het continu verbeteren van de milieuprestaties. De implementatie van een dergelijk systeem is gebaseerd op een gestructureerde aanpak: Milieu-analyse
Milieubeleid
Plannen van de doelstellingen, doelgroepen en programma’s
Implementatie
Toezicht en « meting », Interne/externe audit Management review
Het analyseren van de activiteiten die een rechtstreekse of onrechtstreekse impact hebben op het milieu. Het identificeren van de belangrijke milieu-impacts alsook de te beheersen activiteiten. Het begeleiden en toezicht houden op de continue verbetering. Het definiëren van een strategische visie waarin het beheer van de milieuprestaties opgenomen is.
Het milieubeleid vertalen in meetbare, in cijfers uitgedrukte doelstellingen. Het opstellen van een actieprogramma met het zicht op de realisatie van de doelstellingen.
Het implementeren van verschillende procedures en instructies. Het definiëren van de rollen en verantwoordelijkheden in het proces. Het bepalen van de noden in opleiding en communicatie. Het definiëren van het model en systeem van documentatiebeheer. Het ontwikkelen van toezicht- en meetmiddelen. Interne en externe audits uitvoeren.
Het evalueren van de doeltreffendheid van het systeem, minstens één maal per jaar. Deze evaluatie
6
bevat 3 elementen: - Naleving van de verplichtingen? - Relevantie van de doelstellingen en doelgroepen? - Is het MMS altijd geschikt, voldoende en efficiënt? Het goedkeuren van de milieudoelstellingen voor het volgende jaar en de in te zetten middelen.
Het geheel van het systeem berust op een systematisch en continu opvolgen van deze stappenreeks. Alle documenten en procedures van het MMS zijn beschikbaar op de Wiki-pagina van EMAS of op aanvraag bij de milieucoördinator.
3 Milieuaspecten, -doelstellingen 2015 - 2017 Het KMI heeft een analyse uitgevoerd over het geheel van zijn directe invloeden op het milieu. Voor elke impact werd een evaluatie op basis van zes criteria uitgevoerd. Deze oefening heeft het KMI toegelaten de vinger te leggen op de belangrijke milieuaspecten die gelinkt zijn aan zijn bezigheden. Op die manier kunnen de milieudoelstellingen bepaald worden. Vervolgens heeft het KMI een analyse uitgevoerd over het geheel van zijn indirecte invloeden op het milieu. De belangrijke milieuaspecten gelinkt aan deze missies werden opgenomen onder de doelstellingen missies en invloed. Tot slot heeft het KMI een analyse uitgevoerd van zijn wettelijke verplichtingen en zal het alles in het werk stellen om deze te verzekeren. Een synthese van de doelstellingen 2015-2017 wordt op de volgende pagina schematisch weergegeven.
Informatiefiche van het KMI 2014 Koninklijk Meteorologisch Instituut (code NACE 84.1) Ringlaan, 3 – 1180 Brussel ook Het plateau van Ukkel genoemd
Naam Adres Type van bezetting
Coverhuur
Totale oppervlakte van de gebouwen
11600 m²
Verwarmde oppervlakte van de gebouwen (1)
5530 m²
Aantal werknemers/jaar op deze oppervlakte
161 VTE (voltijdse equivalenten)
Parkeerplaatsen
45
Fietsenstallingen
30
Verantwoordelijke milieuvergunning Milieuerkenning KMI
(1) (2)
Eigenaar (2) Label Ecodynamisch bedrijf 1 ster
Oppervlakte rechtstreeks verwarmd door de centrale stookolieketel. De gebouwen zijn onder de verantwoordelijkheid van de Regie der Gebouwen
7
Milieudoelstellingen van de eerste EMAS-cyclus (2015-2016-2017) MINDER PAPIER: Het papierverbruik verminderen Doel: Acties uitvoeren ten opzichte van het personeel en externe correspondenten met het doel het papierverbruik te verminderen met 3% per jaar per VTE, door middel van een intensiever gebruik van informatieen communicatietechnologie en een beter beheer van de papieren documenten. Acties: Het analyseren van het interne papierverbruik; Het analyseren van het externe papierverbruik in publicaties; De resultaten van de indicatoren communiceren en sensibiliseren voor de vermindering van het verbruik; Het inkoopbeleid van gerecycleerd papier verderzetten; Milieuoverwegingen toevoegen aan externe drukwerken.
MISSIES: Het ontwikkelen en doen groeien van onze activiteiten die aansluiten bij de logica van de DO (Duurzame Ontwikkeling) Doel: De invloed van het KMI in het kader van zijn missies gebruiken om het onderzoek en de toepassingen die een positief potentieel hebben op de duurzame ontwikkeling uit te werken en te doen groeien. Acties: Het bepalen en implementeren van een evaluatiemethode voor onze missies die een belangrijke impact op het milieu hebben; De mogelijkheid onderzoeken om een DO-criterium toe te voegen in de evaluatie van de projecten; De ontwikkeling van de basismissies die een positief potentieel hebben op het milieu en/of de DO in de milieuverklaring.
AFVAL: De afvalproductie verminderen en controleren Doel: Acties uitvoeren ten opzichte van het personeel en de externe correspondenten met het zicht op een meer rationeel gebruik van de verbruiksgoederen (de afvalhoeveelheid van allerlei oorsprong verminderen met 1% per VTE per jaar), een vermeerdering van de recyclagehoeveelheid (het vermeerderen van het aantal producten die naast papier en PMD in het recyclagenetwerk terecht komen) en een totale wettelijke conformiteit. Acties: Het opstellen van afvalruimtes met de vermelding van de types en bestemmingen; Een set van indicatoren formaliseren; De identificatie van het gevaarlijk afval en hier een lijst van maken; Het personeel informeren en sensibiliseren betreffende de afvaltypes en het sorteren ervan.
ENERGIE: Het energieverbruik verminderen door een rationeler verbruik
INVLOED: De sensibilisering van onze partners met betrekking tot de duurzame ontwikkeling verhogen
Doel: Het evalueren van ons energieverbruik en het creëren van een energetische boekhouding voor de bestaande gebouwen. Acties: Het energieverbruik (van zowel elektriciteit als stookolie) trimestrieel opvolgen aan de hand van een Excel-sheet; de verdeling van het verbruik per onderdeel analyseren: de verlichting, de informatica, de techniek en andere; berekening van de EPG (Energetische Performantie van het Gebouw); het onderhoud van de ketels jaarlijks opvolgen om de productie van de verwarming te optimaliseren; het personeel sensibiliseren, door informatieverspreiding betreffende het verbruik van verwarming en elektriciteit; het nieuwe personeel informeren inzake het rationeel gebruik van specifieke elektrische toestellen; een inventaris van de huishoudelijke toestellen in de kantoren opstellen; een studie van de contracten voor de multifunctionele fotokopieertoestellen om zo het rationeel verbruik van energie (optie standby, ...) te verbeteren; de computers regelen voor een rationeel gebruik van energie (screen saver + bericht).
Doel: De invloed van het KMI benutten om de sensibilisering i.v.m. de duurzame ontwikkeling van zijn contactpersonen te ontwikkelen en verhogen. Acties: Een EMAS-punt integreren in alle staff-vergaderingen; een lijst van evenementen opstellen en de mogelijkheden tot sensibilisering voor de Duurzame Ontwikkeling bestuderen voor elk evenementtype; éénmaal per jaar een artikel schrijven over het milieubeheerssysteem van het KMI, bijvoorbeeld in de e-Science Connection; studie van de mogelijkheden van indirecte sensibilisering zoals bij het opsturen van aanvragen, uitnodigingen…; de federale tool "Duurzame evenementen" van het Federaal Instituut voor Duurzame Ontwikkeling gebruiken wanneer deze afgewerkt is.
8
4 Diagnose en vooruitzichten 4.1 Mobiliteit • Woon-werk
Wagen, alleen of met iemand van het gezin
1,80% 3,60% 7,21%
19,82%
9,01%
Wagen met andere meedewerkers 3,60% NMBS MIVB Fiets
54,95% Moto of cyclomotor Te voet
Figuur 1. Verdeling van de voornaamste transporttypes gebruikt door het personeel van het KMI in Ukkel voor de woonwerkverplaatsingen (in %)
Voor wat betreft het woon-werkverkeer, werd in 2014 een enquête afgenomen bij het personeel van het KMI, om de gebruikte vervoersmiddelen te bepalen. Figuur 1 toont de verplaatsingen aan per vervoersmiddel dat gewoonlijk gebruikt wordt door het personeel voor hun hoofdtraject (namelijk voor de grootste afstand tussen de woonst en de werkplaats, het grootste deel van het jaar). De resultaten van deze enquête tonen aan dat meer dan 75% van het personeel de duurzame mobiliteit verkiest voor het woon-werkverkeer. De belangrijkste redenen zijn de terugbetaling voor 100 % van het openbaar vervoer en de vergoeding toegekend aan de fietsers (0,20 €/km). • Promotie van de fiets
Een volledig beveiligde en overdekte fietsparking van 30 plaatsen is sinds 2014 beschikbaar. In 2014, onder de impuls van het Federaal Instituut voor Duurzame Ontwikkeling, heeft het KMI zich ingeschreven in het project Bike to Work. Acht personen geven zo elke dag het aantal gefietste kilometers op het internetplatform. Dit initiatief belet de andere personeelsleden niet om eveneens de fiets te gebruiken voor hun woon-werkverkeer 9
• Mobiliteit gelinkt aan de zendingen Het KMI heeft een systeem ingevoerd voor de zendingsaanvragen, georganiseerd in workflows: "Internal Mission Request", "Intergovernemental Mission Request" en "Scientific Mission Request". In 2014 werden zo 1.407 interne zendingsaanvragen en 276 aanvragen voor wetenschappelijke zending geteld. Een diepteanalyse van de zendingsaanvragen zal in 2015 plaatsvinden.
5%
Eigen wagen
20% Dienst wagen 75% Openbaar vervoer
Figuur 2. Voornaamst transportmiddel van de werknemer (in %) gebruikt voor professionele verplaatsingen.
Figuur 2 is afgeleid uit de mobiliteitsenquête en toont het gebruik van de verschillende vervoersmiddelen aan in het kader van de professionele verplaatsingen. We constateren dat 75% van de verplaatsingen met een dienstwagen gebeurden. Dit cijfer moet in de perspectief geplaatst worden dat bijna 90% van de verplaatsingen buiten Brussel gebeuren. De hoofdreden van deze verplaatsingen is het onderhoud, door de technische dienst van het KMI, van het geheel aan weerstations die verspreid zijn over het Belgisch territorium. Voor de andere zendingen in België en in het buitenland heeft het KMI de toepasbare regels gepubliceerd op het Intranet.
•
Mobiliteit gelinkt aan dienstwagens
42% 58%
Wagen Bestelwagen
Figuur 3. Verdeling van de afgelegde kilometers (in %) per type voertuig.
Het KMI beschikt over vijf dienstwagens en over twee bestelwagens gebruikt door de technische dienst en door de verschillende medewerkers in het kader van hun zendingen. Al deze voertuigen rijden op diesel. De afstand afgelegd door al deze voertuigen bedraagt ongeveer 75.000 km per jaar. Figuur 3 toont de verdeling van het aantal afgelegde kilometers tussen de vijf wagens en de twee bestelwagens. Anderzijds is het KMI ook gevestigd in Dourbes en regelmatige verplaatsingen gebeuren tussen de twee vestigingen. Het gemiddeld aantal kilometers van de wagens in 2014 bedraagt 9.000 km per jaar en 16.000 km per jaar voor de bestelwagens. 10
• Mobiliteit van de bezoekers Door haar missie genereert het KMI elk jaar een zekere flux van bezoekers. Een toegangsfiche via het MIVB-netwerk is op de website gepubliceerd. Daar wordt de beste manier vermeld om het Instituut via het openbaar vervoer te bereiken. Op dit ogenblik is nog geen statistiek betreffende dit onderwerp beschikbaar. Er moet echter genoteerd worden dat elke school die het KMI komt bezoeken via het openbaar vervoer komt.
Perspectieven cyclus 2015 - 2017 Gezien het gebrek aan informatie betreffende het aantal bezoekers en hun vervoerswijze, en de mobiliteit gelinkt aan de zendingen in België en in het buitenland, werd het niet relevant geacht voor deze cyclus om een doelstelling vast te leggen in verband met mobiliteit. We komen echter onze verplichtingen ten opzichte van Brussel-Leefmilieu en van de FOD Mobiliteit na door ons bedrijfsvervoerplan in te voeren. Gedurende het jaar 2015 zullen we werken aan het verwerven van betrouwbare gegevens om de impact van de mobiliteit op een duidelijke manier te evalueren.
4.2 Papier
14,17% Zwart - wit druk 43,96%
Kleur druk Zwart - wit fax
27,73%
Zwart - wit kopie Kleur kopie 13,33%
0,81% Figuur 4. Verdeling van het gemiddelde dagelijkse verbruik (aantal geprinte, gekopieerde en gefaxte pagina’s, in kleur en zwart/ wit)
In 2014, beschikte het KMI over 16 multifunctionele toestellen die allemaal de functie recto/verso en kleur bevatten. Het papierverbruik is bestemd voor het printen, het kopiëren of, bij sommige machines, voor het ontvangen van faxen. Het totaal aantal bedrukte zijden per VTE in 2014 bedraagt 4.627 afdrukken, wat overeenstemt met +/- 20 kg papier. Er kunnen nog meer inspanningen gedaan worden. Het Ecoteam boog zich over het thema en organiseerde acties met oog op het verminderen van het aantal afdrukken: het afdrukken van de voorpagina afschaffen, het standaard recto/verso en in het zwart wit printen. De meeste diensten van het Instituut voerden vrijwillig acties met de intentie van de papierconsumptie te verminderen: verminderen (of afschaffen) van de afgedrukte documenten bij congressen, de rapporten van deskundigen en de voorbereidende documenten bij evaluaties, enkel op elektronische wijze beschikbaar stellen, … . In 2014 kocht het KMI 100% gerecycleerd A4-papier (80 g/m²), gecertifieerd FSC1, zonder chloor en met de Europese label. 1
FSC en PEFC zijn labels die aanduiden dat het betrokken product (hout of papier) uit een duurzaam beheerd bos komt. 11
Perspectieven cyclus 2015 - 2017 Tijdens het jaar 2015, zullen we trachten de redenen voor de papierconsumptie op het Instituut te begrijpen, de diensten te identificeren die het meeste papier verbruiken en alternatieven te overwegen. De dienst belast met de aankopen zal verder 100% gerecycleerd papier aankopen. Anderzijds zal er aandacht geschonken worden aan de publicaties om het volume ervan te kennen. Er zal bijzondere aandacht besteed worden aan de papier- en inkttypes die bij de publicaties gebruikt worden. Praktisch zullen we de informatie over de maandelijkse papierconsumptie van elke printer ter beschikking stellen. We zullen ook de hoeveelheid aangekochte papier vergelijken met de hoeveelheid geprint of gekopieerd papier.
4.3 Energie De energetische consumpties van de gebouwen worden via twee kanalen geproduceerd: -
stookolie, om de ketel warmte te laten produceren;
-
elektriciteit, voor de verlichting en de kantoortoestellen (PC, printers, fotokopieertoestellen).
Het KMI is gelegen op het Plateau van Ukkel met 2 andere zusterinstituten: de Koninklijke Sterrenwacht van België en het Koninklijk Instituut voor Ruimte-Aeronomie. De productie van verwarming wordt volledig beheerd door de Sterrenwacht die zich bezighoudt met het onderhoud van de installatie door een loodgieter-verwarmingsexpert. De gegevens van verwarmingsconsumptie van 2014, gepresenteerd in figuur 6, worden afgeleid van de totaalgegevens van het "Plateau van Ukkel", in verhouding tot de oppervlakte bezet door het KMI (30% van de verwarmde oppervlaktes). De globale consumptie van 2014 bedraagt 160 000 liter stookolie voor het ganse plateau en we kunnen een gemiddelde consumptie per VTE (Voltijds equivalent) extrapoleren van 3.847 kWh norm. Sommige acties werden opgestart door het Ecoteam in het kader van de label Ecodynamische Onderneming. De meest spectaculaire actie was het nemen van thermische foto’s die toeliet om de meest problematische plaatsen te bepalen in termen van isolatie. 800.000 700.000 600.000 500.000 kWh
400.000
kWhNorm
300.000 200.000 100.000 0 2006
2007
2008
2009
2010
2011
2012
2013
2014
Figuur 5. Geschatte en genormaliseerde stookolieconsumptie (in verhouding met de verwarmde bezette oppervlakte) (kWh). Nota: Een genormaliseerde consumptie is een consumptie waarvan de seizoeneffecten werden afgetrokken. 12
We hebben de variaties in het vastgestelde stookolieverbruik van de laatste jaren niet kunnen verklaren. Het KMI heeft dus beslist om zichzelf een Energiedoelstelling (zie p.7) op te leggen om, in de mate van het mogelijke, de variaties in verwarmingsconsumptie betere trachten te begrijpen. We herinneren er echter aan dat het KMI geen rechtstreekse vat heeft op de warmteproductie of op het distributiecircuit.
Op het gebied van elektriciteit was er, tot eind 2014, maar één enkele hoogspanningscabine voor de Sterrenwacht en het KMI. Het verbruik van 2014 is dus gebaseerd op het verschil tussen de algemene gemeenschappelijke hoogspanningsmeter van de Sterrenwacht en van het KMI waarvan we het door de specifieke teller gemeten verbruik van de Sterrenwacht aftrekken. De algemene gegevens die op de facturen vermeld worden, maken een onderscheid tussen het dag- en het nachtverbruik. Na enkele onderzoeken en controles, is gebleken dat ongeveer 75% van het verbruik toe te schrijven is aan het KMI en 25% aan de Sterrenwacht. Enkel het algemene verbruik kan onderverdeeld worden aan deze ratio. Dit laat ons toe om een zicht te hebben op het algemene verbruik van het KMI. De algemene teller is een bi-uurtarief maar, aangezien de Sterrenwacht ons enkel hun algemene verbruiksgegevens levert, is er op dit ogenblik nog niet nagegaan of de verdeelsleutel ook toepasbaar is voor elke tijdslot.
13
140.000
120.000
100.000
80.000
Piek uur Daal uur
60.000
KMI
40.000
20.000
0 Jan
Feb
Maart
April
Mei
Juni
julie
Aug.
Sept
Okt
Nov
Dec
Figuur 6. Elektriciteitsverbruik in kWh. Het totale verbruik, enkel van het KMI, wordt aangeduid in het groen. Het globaal verbruik van het KMI en de Sterrenwacht staat in het blauw voor de daluren en in het rood voor de piekuren.
Het is opvallend dat het verbruik tijdens de daluren hoger is. Bij een eerste raming, schatten we dat het rekencentrum van het KMI 55 % van de elektrische energie verbruikt. Dit zou een verklaring kunnen zijn voor dit fenomeen van nachtelijk verbruik. We weten anderzijds ook dat de daluren 55% uitmaken van de verbruikstijd. Gemiddeld wordt er 9.043 kWh per VTE verbruikt. Sinds eind 2014, na de installatie van de nieuwe hoogspanningscabine, kunnen we beschikken over ons eigen verbruik, dat we maandelijks opnemen. Dit zal ons toelaten om onze analyse op basis van reële gegevens te verfijnen. Een diepte-analyse van de verlichting werd echter al uitgevoerd en, waar mogelijk, werden TL5-buizen met elektronische ballast geplaatst ter vervanging van de oude TL8- of TL12-buizen. Naast de technische interventies, zorgt het Ecoteam ook voor het regelmatig sensibiliseren om goede gewoonten voor het besparen van energie aan te meten, zoals bijvoorbeeld: het doven van de lichten of van de toestellen bij afwezigheid (via kleine affiches, Wiki). Ten slotte is het elektriciteitsleveringscontract van de Regie der Gebouwen, waarvan we afhangen, een contract voor het leveren van 100% groene stroom.
Perspectieven cyclus 2015 - 2017 Sinds eind 2014, beschikt het KMI over haar eigen hoogspanningscabine waarvan we bij elke begin van de maand de indexen opnemen. Op basis van deze energetische boekhouding zal er een analyse van de grootverbruikers van zowel elektriciteit als stookolie gedaan worden. Deze verschillende acties maken deel uit van de doelstelling Energie (zie p.7) en dragen bij tot het begrijpen van de verbruiksoorsprong. 14
4.4 Afval Er zij zes afval-hoofdtypes: papier en karton, glas, PMD, restafval, plastieken bekers, klein gevaarlijk afval zoals gebruikte batterijen, frituurolie, Het Instituut zorgt voor de hoeveelheidsvermindering van elk type en voor het verwijzen naar een betere afvoermethode. In 2014 heeft de logistieke dienst een erg grondig systeem van afvalsortering geïnstalleerd, ook voor de plastic bekers die afkomstig zijn van de koffieautomaat. De opvolging van de productie in hoeveelheid of in volume is een ontbrekend gegeven voor het merendeel van het afval behalve voor papier en karton, PMD en frituurolie. Voor deze drie afvaltypes wordt het aantal zakken/bidons effectief geteld.
200 150 100 50 0 2010
2011
2012
2013
2014
Figuur 7. Aantal per jaar afgehaalde containers van 240l voor papier en karton.
Dit betekent ongeveer 3/4 container van 240l (77%) per VTE per jaar in 2014, dus een schatting van +/- 74 Kg per VTE (*) Types afval en afvalverwerkingstraject Types afval Restafval
Afvalverwerkingstraject Afhaling door Brussel-Netheid - Van Gansewinkel
Gesorteerd papier en karton
CVB Recycling
PMD
Afhaling door Brussel-Netheid Aard van het afvaltype eigen traject.
Specifiek afval (elektrische, elektronische, klein gevaarlijk afval, frituurolie …)
Perspectieven cyclus 2015 - 2017 Gezien het gebrek aan gegevens en het belang van een geoptimaliseerd afvalbeheer en de aanverwante kosten, hebben we beslist om het afvalbeheer in te schrijven als MMS-doelstelling (zie p.7). De eerste stap is het objectiveren van de situatie. Anderzijds zullen informatie- en sensibiliseringsacties voor al het personeel uitgevoerd worden, met name een afvalplan op de Wiki plaatsen. (*) De gebruikte omzettingsgraad bedraagt 400kg/m³ bron OVAM Samen maken we morgen beter ; Bijlage 4 : Omrekeningstabel van m³ naar ton.
15
4.5 Water 2.000
Het waterverbruik is beperkt tot het verbruik van sanitair water, behalve in de keuken. Een maandelijkse opname
1.500
wordt uitgevoerd door de loodgieter/verwarmingsexpert van de Sterrenwacht. Het jaarlijks waterverbruik per VTE in 2014 bedraagt dus 12 m³.
1.000
Aan de zijde van het Instituut werd bijzondere aandacht besteed aan het beperken van lekken, aan het gebruik van onderhoudsproducten die geen of weinig water nodig hebben, aan het plaatsen van kleine affiches in de sanitaire ruimtes en aan het gebruik van een waterbesparende vaatwasser.
500 0 2010
2011
2012
2013
2014
Figuur 8. Waterverbruik op het KMI in m³
Perspectieven cyclus 2015 - 2017 Zoals voor mobiliteit zullen we het waterverbruik van het gebouw opvolgen en analyseren. We wensen in het bijzonder na te gaan of er een groeiende trend ontstaat en de oorsprong van het verbruik beter na gaan.
4.6 Aankopen De aankopen vragen bijzondere aandacht want ze veroorzaken een reeks van processen, van de grondstofconsumptie tot de afvalproductie. Deze aankopen vergen dus acties. De aankopen kunnen een sensibiliseringsrol hebben op het gebied van communicatie. Door het ontwikkelen van een aankoopbeleid dat coherent is met zijn waarden, geeft het Instituut zowel intern als extern een duidelijk signaal betreffende de betrokkenheid van de instelling zelf. Het belangrijkste voorbeeld is de aankoop van 100% gerecycleerd papier. Anderzijds is het onze plicht om de omzendbrief in verband met de duurzame overheidsopdrachten van 16 mei 2014 te respecteren. Om dit te doen hebben we een aankoopprocedure uitgewerkt die aan deze verplichting beantwoordt. Elke aankoop gaat via een workflow waarin duidelijk gevraagd wordt of men bij de aankoop rekening gehouden heeft met een Ecolabel, het belang dat men hechtte aan dit Ecolabel en over welke Ecolabel het gaat. Momenteel is de verantwoordelijkheid van de aankopen gedecentraliseerd; de bestelling zelf is echter gecentraliseerd. Er vindt al een zekere sensibilisering plaats van de belangrijkste spelers bij aankopen, zoals de verschillende secretariaten van de wetenschappelijke diensten en de logistieke dienst.
Perspectieven cyclus 2015 - 2017 Er wordt door de logistieke dienst prioriteit gegeven aan de consumptie van ecologische producten. Daarom is er in deze materie geen specifieke doelstelling. Er zal echter bijzondere aandacht gegeven worden aan het respecteren van de omzendbrief over de duurzame overheidsopdrachten. 16
4.7 Biodiversiteit Het KMI bevindt zich op een opmerkelijke site in het Brussels Hoofdstedelijk gewest, het Plateau van Ukkel genaamd. Het is een groene oppervlakte van 12 ha met relatief veel fauna en flora. Er bevinden zich achtendertig verschillende boomsoorten op de site. Men vindt er ook een aantal kleine zoogdieren (knaagdieren en andere) alsook een grote verscheidenheid aan trek- en standvogels. Er werden bijvoorbeeld al trapganzen geobserveerd. Het onderhoud van deze oppervlakte wordt door een tuinman uitgevoerd die rechtstreeks afhangt van de Sterrenwacht.
Naar aanleiding van verschillende acties van het Ecoteam en in parallel met de evolutie van de wetgeving wordt het onderhoud van de paden niet meer met onkruidverdelgers gedaan, maar door middel van technieken die minder impact hebben, zoals het met de hand verwijderen of het verbranden In 2015 heeft het Ecoteam de ambitie om een vlinderpark en een bijenhotel te creëren. De gesprekken met de tuinman zijn al goed gevorderd.
Perspectieven cyclus 2015 - 2017 De prioriteit wordt gegeven aan het behoud van de biodiversiteit. Naast de twee projecten van het Ecoteam wenst het Instituut geen specifieke doelstelling vast te leggen voor deze cyclus.
17
4.8 Communicatie De milieu-communicatie is een essentieel punt bij een vrijwillige aanpak. De interne communicatie gebeurt door het Ecoteam en de milieucoördinator via de Wiki, de verspreiding van thematische e-mails naar iedereen en de organisatie van acties. In 2014 had de interne milieucommunicatie betrekking tot de mobiliteit en het papier. Een groep van 14 vrijwilligers (Ecoteam) uit de verschillende diensten werd samengebracht en vergaderde twee maal. De hoeksteen van de externe communicatie is de milieuverklaring die op de website gepubliceerd zal worden. Elk jaar informeert deze iedereen die meer te weten wenst te komen over de evolutie van het MMS. Een sanitair probleem ? Een lek ? Un problème aux sanitaires ? Une fuite ? Tel: 508
Perspectieven cyclus 2015 - 2017 Het Ecoteam zal meerdere keer per jaar vergaderen om te praten over gekozen thema’s (papier, mobiliteit, voeding, afval). De bedoeling van deze vergaderingen is het dynamiseren van de interne milieucommunicatie en de informatie over de EMAS-doelstellingen. Dit wordt niet beschouwd als een doelstelling op zich, maar maakt deel uit van de dynamiek van het MMS.
4.9 CO2-uitstoten De CO2-uitstoten gelinkt met het energetisch verbruik van verwarming, elektriciteit en brandstof voor de dienstwagens bedraagt 203 ton2 equivalent CO2 voor het jaar 2014. De CO2-uitstoten gelinkt met de zendingen in België en in het buitenland zijn niet meegeteld bij gebrek aan gegevens (zie 4.1 Mobiliteit). In 2015, zullen we het nodige doen om deze gegevens mee te rekenen.
Perspectieven cyclus 2015 - 2017 In 2015 zullen we het nodige doen om de gegevens te verkrijgen die gelinkt zijn aan het aantal afgelegde km in het kader van de zendingen. Met behulp van deze gegevens zullen we een globaal cijfer kunnen berekenen voor het CO2-impact.
2
Stookolie : 0,291 kg CO2/kWh. Gas: 0,217 kg CO2/kWh. Standaard elektriciteit: 0,403 kg CO2/kWh. Groene elektriciteit : 0,026 kg CO2/kWh. Diesel: 2,688 kg CO2/l. Benzine: 2,3 kg CO2/l. Bron: FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de voedselketen en Milieu. 18
4.10 Missies Binnen haar activiteiten bestaat er een onbetwistbare mogelijkheid voor het KMI om een positieve invloed te hebben op het milieu. Het beheren van de impact veroorzaakt door zijn activiteiten is echter vaak onbekend voor het Instituut. De meteorologische omstandigheden zijn vaak een belangrijk gegeven in het nemen van beslissingen. Zo kan de informatie over weersvoorspellingen beslissers brengen tot het nemen van één of meerdere beslissingen over acties die een impact kunnen hebben op het milieu. Voorbeelden: De beslissing van het publiek om een dag door te brengen aan de Belgische kust van zodra de meteorologische omstandigheden positief zijn. Op andere gebieden, de landbouwer die pesticiden verspreid moet dat doen op het meest geschikte moment voor zijn akker en ook bij bepaalde klimatologische omstandigheden zoals de afwezigheid van veel regen die het effect van het product zou vernietigen. We kunnen ook de overheden toevoegen, die zout op de wegen strooien. Het beste middel voor het KMI om de keuze van de beslissers te optimaliseren is het verhogen van de nauwkeurigheid en de betrouwbaarheid van de geleverde voorspellingen. Om dit te kunnen, werd een opvolging van de voorspellingen opgericht met een kwaliteitsdoelstelling die samengaat met de milieudoelstelling. Het gaat om een managementdoelstelling. Anderzijds zijn de activiteiten van de dienst onderzoek gericht op het verbeteren van de weermodellen die door de weervoorspellers van het KMI gebruikt worden. Ten slotte doet de dienst Waarnemingen er alles aan om over de meest betrouwbare basisgegevens te beschikken, die gebruikt worden voor de voorspellingen op heel korte termijn en als inputgegevens voor de modellen.
Perspectieven cyclus 2015 - 2017 Het nauwkeuriger objectiveren van de significante milieu-impacts en de middelen om deze te verminderen is de hoofddoelstelling van deze cyclus. Anderzijds zullen de basismissies die een positieve invloed hebben op het milieu en de duurzame ontwikkeling meer tot hun recht doen komen in de milieuverklaring.
4.11 Invloeden De missies van het KMI brengen met zich mee dat de medewerkers met heel wat buitenstaanders interageren. Bij deze interacties kunnen ze een invloed hebben op de partners via hun uitspraken en/of hun attitudes. In dit opzicht kan het KMI een essentiële rol spelen bij het stimuleren van de bewustwording van het belang om de milieudimensie te laten meespelen in ieders keuzes en gedragingen.
Perspectieven cyclus 2015 - 2017 In deze beschouwing van beïnvloeding heeft het Instituut als doelstelling geformuleerd om een analyse van de evenementen waaraan hij deelneemt uit te voeren en de beste communicatiewijze te overwegen om ons enthousiasme in verband met ons respect voor het milieu te communiceren aan onze partners. 19
1 Validatieverklaring AIB-Vinçotte International N.V., EMAS-milieuverificateur met registratienummer BE-V-0016, geaccrediteerd voor de volgende activiteiten 10, 11, 13, 16, 18, 19, 20 (excl. 20.51), 21, 22, 23, 24, 25, 26, 27, 28, 29, 30.2, 30.9, 31, 32, 33, 35, 36, 37, 38, 39, 41, 42, 43, 45, 46, 47, 49, 52, 53, 58, 59, 60, 70, 71, 74, 79, 80, 81, 82, 84, 85, 86, 87, 88, 90, 94, 95, 96, 99 (NACE-code), verklaart dat hij heeft geverifieerd of de hele organisatie zoals vermeld in de milieuverklaring 2015 van het KMI, voldoet aan alle eisen van verordening (EG) nr. 1221/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 25 november 2009 inzake de vrijwillige deelname van organisaties aan een communautair milieubeheer- en milieuauditsysteem (EMAS). Met de ondertekening van deze verklaring, verklaar ik dat: de verificatie en validering volledig overeenkomstig de voorschriften van de verordening (EG) nr. 1221/2009 zijn uitgevoerd, uit het resultaat van de verificatie en validering blijkt dat er geen aanwijzingen zijn dat niet aan de toepasselijke wettelijke milieuvoorschriften is voldaan, de gegevens en de informatie van de milieuverklaring 2015 van het KMI geven een betrouwbaar, geloofwaardig en juist beeld van alle activiteiten van de organisatie binnen de in de milieuverklaring vermelde reikwijdte. Dit document is geen EMAS-registratie. De EMAS-registratie kan alleen worden gedaan door een bevoegde instantie in de zin van verordening (EG) nr. 1221/2009. Dit document wordt niet gebruikt als een zelfstandig stuk openbare communicatie. Gedaan te Brussel op 12/10/2014
Bart JANSSENS Voorzitter Certificatiecommissie
Datum van de volgende Milieuverklaring: september 2016
20
Koninklijk Meteorologisch Instituut van België Ringlaan 3 - 1180 Brussel T 32 2 373 05 08 - F 32 2 375 12 59 www.meteo.be Milieucoördinatie:
[email protected] Publicatie beschikbaar op www.meteo.be Datum van publicatie: oktober 2015