Milieuverklaring 2013 gegevens 2012
inhoud
6
16
14
22
18 p. 5
Voorwoord
p. 6
Milieubeleid
p. 10 Audi Brussels p. 14 Laat de zon maar schijnen p. 16 Audi g-tron p. 18 CSR (corporate social responsibility) p. 20 Efficiëntie bij alle processen
20 24
p. 22 Recyclage p. 24 Weten is succes P. 26
Data en feiten
2 / Milieuverklaring 2013 /
Audi Brussels / 3
Voorwoord Beste lezers, “Efficiëntie” is sinds geruime tijd dé stelregel geworden in de omgang met grondstoffen, energieproductie en energieverbruik. Het is een duidelijke richtlijn voor de milieupolitiek van AUDI AG. Van ontwikkeling en productie tot gebruik en recyclage van de wagen: elke stap in het traject dat door onze wagens wordt afgelegd, wordt vanuit dit gezichtspunt benaderd. Bij het streven naar duurzame mobiliteit is het belangrijk dat de wagen reeds vanaf de eerste kilometer in balans is met het milieu. Daarom proberen wij de CO2-balans in onze productievestigingen intensief te verbeteren. De doelstelling is duidelijk: CO2-neutraal auto’s produceren bij Audi Brussels. Om dit doel te kunnen realiseren, zijn vele stappen nodig: een beslissende stap in de richting van een uitgebalanceerde CO₂-uitstoot is het gebruik van ecologische stroom. Sinds 1 april 2012 gebruikt men bij Audi Brussels uitsluitend regeneratief opgewekte stroom. Zo kan ons bedrijf jaarlijks tot 14.230 ton aan CO2-uitstoot vermijden, goed voor 37,5 procent van de volledige CO2-uitstoot. In 2013 stelde Audi Brussels ruim 37.000 vierkante meter op de fabrieksdaken ter beschikking om er fotovoltaische modules op te installeren. Audi Brussels is ook fier op zijn geslaagde verlaging van het energieverbruik. Sinds 2010 kon het energieverbruik in de productie van 3.143 KWh per wagen teruggebracht worden tot 1.804 KWh per wagen. Dit betekent een daling met ongeveer 43 procent. De grootste energiebesparing kwam er door de luchthuishouding in de lakafdeling te verbeteren. Hier wordt jaarlijks 8.159 MWh uitgespaard. Bijkomende besparingen zijn te danken aan het efficiënt gebruik van warmte-energie. In de nieuw geïnstalleerde verluchtingsinstallaties wordt de instromende frisse lucht opgewarmd door de warme uitstromende lucht. Vandaag reeds kan de productievestiging in Brussel jaarlijks 9.759 MWh uitsparen dankzij de opgesomde energiebesparingsmaatregelen. Dit is goed voor een uitstootverlaging van 2.027 ton koolstofdioxide. Ook wat onze wagens betreft, verlagen wij voortdurend het verbruik en de uitstoot van schadelijke stoffen: tegen 2016 zal Audi de CO₂-uitstoot van zijn modellen in vergelijking met 2008 met 25 procent doen dalen. Audi hecht bijzonder veel waarde aan elektromobiliteit en focust zich op efficiënte aandrijfsystemen. Tegen 2015 zal Audi meer dan 50 modelvarianten aanbieden die de 120 g CO₂/km niet overschrijden. De Cylinder-on-Demand (COD)-technologie is sinds dit jaar op de A1 Sportback verkrijgbaar. Bij een lagere belasting worden slechts twee van de vier cilinders ingeschakeld waardoor de uitstoot van schadelijke stoffen afneemt. Naast een lager drinkwaterverbruik vormt ook de waterzuivering een belangrijk onderdeel van het milieubeheer. Met het gebruik van aerobe bacteriën is Audi Brussels een pionier op het vlak van ecologische waterzuivering. Deze bacteriekolonie wordt gevoed door het vervuilde water en breekt op deze manier deze bestanddelen af. Deze installatie zuivert zo tot 2.000 liter water per uur. Alles wat deze 4 / Milieuverklaring 2013 /
bacteriën daarvoor nodig hebben,is voldoende zuurstof. Dat Audi Brussels zich geëngageerd inzet voor milieubeheer, blijkt ook uit de groei van het plaatselijke milieuteam, dat in 2012 met twee werknemers is uitgebreid. Deze milieuverklaring van Audi Brussels geeft uitvoerig uitleg over wat de onderneming intussen gerealiseerd heeft op het vlak van milieubeheer. Reeds in 2002 werd het ambitieuze milieumanagementsysteem van de Europese Unie - EMAS (Eco-Management and Audit Scheme) - bij Audi Brussels ingevoerd en sindsdien steeds verder geoptimaliseerd. Een engagement dat vruchten afwerpt, want met de succesvolle hervalidering eind 2011 bevestigde een geaccrediteerde certificeringsinstelling dat het milieumanagementsysteem bij Audi Brussels conform was met de EMAS-verordening van de EG/1221/2009 (EMAS = communautair milieubeheer- en milieuauditsysteem). Audi Brussels bezit de EMAS-registratie intussen al ruim 10 jaar. Ook van de regio Brussel kreeg de fabriek in 2013 opnieuw de erkenning van “ecodynamische onderneming” en haalde ze met drie sterren de grootste onderscheiding van het regionale milieucertificaat. Deze onderscheidingen zijn het bewijs van onze doorgedreven inspanningen voor het milieu. Milieumanagement impliceert ook de uitdaging om het energieverbruik voortdurend en systematisch te reduceren, conform de internationale ISO 50001:2011-norm. In een goed functionerend milieumanagementsysteem worden werknemers uit alle afdelingen betrokken en geïnformeerd. Met het ideeënmanagementsysteem Audimax stimuleert Audi Brussels daarom bewust alle werknemers om voortdurend de milieubalans in de vestiging te verbeteren. Nadat het project “CO2-opslag in eikenbos” reeds met succes werd ingevoerd in de Audi-productievestigingen in Duitsland, Hongarije en Italië, is Audi Brussels fier het project sinds juni 2012 ook in België te hebben opgestart. In samenwerking met Duitse en Belgische universiteiten is in het nabijgelegen Parc de la Hulpe met 1.200 eiken-zaailingen een Belgische opslagplaats voor CO2 gecreëerd. Volgende jaren zet Audi Brussels zijn engagement inzake milieubeleid verder. Wij wensen u veel genoegen bij het lezen van deze interessante lectuur toe.
Gerhard Schneider
Michael Schmid
Norbert Handlos
Algemeen Directeur Techniek en Logistiek Woordvoerder van het Directiecomité
Algemeen directeur Human Resources
Algemeen directeur Financiën
Audi Brussels / 5
Het milieuteam bij AUDI BRUSSELS
Milieubeleid om zo de milieu-impact, het energieverbruik en de grondstofintensiteit te verminderen.
Wij stellen ons verantwoordelijk voor een duurzame ontwikkeling Het milieumanagementsysteem omvat hoge vereisten om een continue en systematische verbetering van de milieuprestaties te garanderen. De milieuvereisten zijn vervat in de internationale EMAS-norm EC 1221/2009 en de energievereisten in die nieuwe ISO 50001:2011-norm. Zoals het een functionerend milieumanagementsysteem betaamt, worden alle medewerkers hierbij betrokken en geïnformeerd, worden nieuwe techvnologieën geïnitieerd en worden ervaringen onder alle Audi-vestigingen uitgewisseld.
Bovendien verbindt Audi Brussels zich ertoe dat alle informatie betreffende zijn milieu- en energiebeleid openbaar beschikbaar is, en dat alle middelen voorhanden zijn om de doel- en taakstellingen die dit beleid met zich meebrengt, te volbrengen.
Milieubeleid Audi Brussels
Strategische doelstellingen
Audi Brussels heeft een missie, visie en waarden voor een continue verbetering van zijn productie en milieubeleid. Missie “Een premium Audi bouwen met een gezond evenwicht tussen ecologie en economie, waarbij een continue verbetering van de milieuprestaties centraal staat”. Visie Audi Brussels moet een duurzaam bedrijf worden. Met een intrinsieke ecologische gedachte beogen we de productieprocessen steeds meer eco-efficiënt te maken 6 / Milieuverklaring 2013 /
Zo probeert Audi Brussels naar het niveau van de Audigroep te streven en zodoende de referentiewaarde binnen de Belgische automobielsector te worden op het vlak van milieuprestaties. Tevens wil Audi Brussels zich engageren om naar de toekomst toe CO2-neutraal te produceren.
Waarden
Preambule
•Innovatievermogen -We voldoen proactief aan de normen en vigerende wetgeving. -Bij het ontwerp van nieuwe installaties wordt er creatief gezocht naar milieu/energie-innovaties en wordt de haalbaarheid ervan uitvoerig onderzocht. •Professioneel -Een transparante milieu- en energieanalyse zorgt er voor dat de doelstellingen per afdeling duidelijk worden uiteengezet. •Mensgericht
AUDI AG ontwikkelt, produceert en verdeelt wereldwijd auto’s met als doel het veiligstellen van de individuele mobiliteit.
-Het behalen van de gestelde doelstellingen wordt mede tot stand gebracht door een open dialoog met alle stakeholders (medewerkers, buurtbewoners, enz.)
Milieubeleid AUDI AG Op concernniveau zijn er ook richtlijnen en doelstellingen voor het continu verbeteren van de producten en de productie. Deze vormen de basis van de milieupolitiek van Audi Brussels die hierop een aanvulling is.
De onderneming is ervoor verantwoordelijk dat de producten en de productieplaatsen steeds minder schadelijk worden voor het milieu en dat er op een milieuvriendelijke manier met de natuurlijke hulpbronnen wordt omgesprongen. Hiervoor worden alle ontwikkelingsstadia van elke technologie op ecologisch vlak bestudeerd. AUDI AG stelt deze vooruitstrevende technologieën wereldwijd beschikbaar en maakt de toepassing ervan via de hele procesketting mogelijk. Op alle vestigingsplaatsen is de onderneming een partner voor de maatschappij en de politiek. Zo draagt ze bij tot een sociale en ecologisch duurzame ontwikkeling.
Continu verbeteren van de productieprocessen met als doel de milieu-en energie-impact per geproduceerde wagen tot een minimum te herleiden. Hierbij worden grondstoffen en energie steeds zo efficiënt mogelijk aangewend. •Alle productieprocessen en technieken voldoen aan de Best Beschikbare Technieken (BBT). Daarenboven staan we open om innoverende technieken te onderzoeken en te implementeren. •Bij het aankopen van producten en diensten ondersteunt Audi Brussels milieu- en energievriendelijke oplossingen. •Audi Brussels garandeert een duurzaam evenwicht tussen de fabriek en de stedelijke omgeving waarin ze gelegen is. Audi Brussels / 7
AUDI BRUSSELS
IED Inrichting (de Lackafdeling)
Schneider G.
Schmid M.
Handlos N.
Algemeen Directeur
Algemeen Directeur Human Resources
Algemeen Directeur Financiën
Techniek en Logistiek Woordvoerder van het Directiecomité Milieu-en Energiebeheerder
Industrie
Logistiek Extern/Intern transport Magazijnen
Fabrieksonderhoud
Milieu en Veiligheid Directeur milieubescherming
Energiebeheerder
Milieubeheerder
Woonzone
Productie Carrosseriebouw Schilderij Montage
Quasi Kwaliteitszorg Klachtenbehandeling ISO 9001
Biodiversiteit Geluid
Energie & energiemanagement
Lucht/Emissies
Water
Afval Afvalwater
Medische & Preventiedienst
Aankoop
Communicatie (intern)
Controlling
Personeelsontwikkeling + ideeënmanagement
Informatica
Personeelsdienst loondienst, aanwerving
Boekhouding
Milieumanagement + ondersteuning energiemanagement VSC Sitebescherming (bodem/asbest)
Luchtfoto AUDI BRUSSELS met aanduiding omvang waarbinnen zorgsystemen gelden
Grondbeginselen 1. AUDI AG biedt kwalitatieve wagens aan, die in gelijke mate beantwoorden aan de vereisten van zijn klanten op het vlak van milieuvriendelijkheid, verbruik, veiligheid, kwaliteit en comfort. 2. Onderzoek en ontwikkeling zijn bestanddelen van de milieupolitiek van Audi. AUDI AG ontwikkelt ecologisch efficiënte processen en concepten en verhoogt zo het internationale concurrentievermogen. 3. AUDI AG heeft als duidelijk doel vooropgesteld om bij alle activiteiten schadelijke invloeden op het milieu te vermijden. Hierbij staat een zuinige en efficiënte inzet van grondstoffen en energie centraal. Daarbij is het in acht nemen van de milieuvoorschriften vanzelfsprekend. 4. Het milieumanagement van AUDI AG garandeert, gezamenlijk met zijn toeleveranciers, serviceverleners en handelspartners, dat de milieuvriendelijkheid van de wagens en de productievestigingen voortdurend wordt verbeterd.
doelmatigheid van de milieupolitiek wordt regelmatig gecontroleerd en indien nodig geactualiseerd. 6. De open en duidelijke dialoog met de klanten, de handelaars en het grote publiek is vanzelfsprekend voor AUDI AG. De samenwerking met de politiek en de autoriteiten verloopt vol vertrouwen. Zij omvat tevens de voor- en nazorg van de noodgevallen voor de afzonderlijke productie-vestigingsplaatsen. 7. Alle medewerkers van AUDI AG worden volgens hun functie op het vlak van milieubescherming geïnformeerd, gekwalificeerd en gemotiveerd zodat hun verantwoordelijkheidsbewustzijn voor het milieu wordt bevorderd. Zij zijn verplicht deze grondbeginselen in acht te nemen. 8. Deze milieupolitiek is voor alle vestigingsplaatsen van AUDI AG bindend. Ze dient voor de verschillende vestigingsplaatsen te worden aangevuld of geconcretiseerd.
Communicatie (extern)
Indirecte milieuaspecten
Organigram Audi Brussels inclusief werking van de milieudienst
Concerndoelstellingen Op concernniveau past men de filosofie van “één programma – alle vestigingen” toe. Alle bestaande en effectieve knowhow wordt gebundeld en geïmplementeerd in het “Green Production”-concept. Dit gaat verder dan enkel energie besparen. Er is sprake van vijf milieugerelateerde KPI’s. Concreet is het de bedoeling dat alle wereldwijde vestigingen die ondergebracht zijn onder het Volkswagen-concern (waaronder dus ook Audi Brussels) tegen 2018 25% besparen (t.o.v 2010) op: energieverbruik, waterverbruik, verwijderd afval, CO2-emissies en solventemissies.
Verder heeft de Audi-concerngroep ook energiedoelstellingen: het energieverbruik van bestaande installaties moet 2% dalen ten opzichte van het voorgaande jaar, bij nieuw ingeplande installaties of gebouwen moet dit met 1% ten opzichte van het voorgaande jaar. De doelstelling wordt berekend op basis van het totale verbruik van alle vervangen installaties of de best beschikbare technieken binnen het concern bij volledig nieuwe installaties.
5. De directie van AUDI AG is verantwoordelijk voor het in acht nemen van de milieupolitiek, evenals voor de goede werking van het milieumanagementsysteem. De
8 / Milieuverklaring 2013 /
Gerhard Schneider
Michael Schmid
Algemeen Directeur Techniek en Logistiek Woordvoerder van het Directiecomité
Algemeen directeur Human Resources
Norbert Handlos Algemeen directeur Financiën
Audi Brussels / 9
AUDI BRUSSELS Algemene voorstelling In het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, in de gemeente Vorst, ligt de fabriek Audi Brussels ingesloten tussen een industrie- en woonzone. Audi Brussels is de Belgische dochteronderneming binnen het Duitse Audi-concern, dat gevestigd is in Ingolstadt. Op zijn beurt maakt de Audigroep deel uit van de Volkswagen-groep die gevestigd is in Wolfsburg. Andere Audi-vestigingen bevinden zich in o.a. Gyor en Neckarsulm. Audi Brussels is sinds zijn oprichting 6 jaar geleden de enige productievestiging met de vier ringen die de Audi A1 en zijn nevenproducten exclusief aan de wereld mag leveren. Dit is de eerste maal in de 60-jarige geschiedenis van de voormalige Volkswagen-vestiging. De succesbalans helt dan ook over naar de positieve zijde. De vestiging werkt volgens een tweeploegenstelsel en is volledig belast. Er werd bijna 410 miljoen euro geïnvesteerd in nieuwe, moderne infrastructuur en 350 nieuwe medewerkers werden aan boord gehaald om de productiedoelen te behalen, wat het totaal op ongeveer 2.500 medewerkers brengt. Daarmee is Audi Brussels meteen één van de grootste industriële werkgevers in de Brusselse regio. Audi Brussels bevindt zich op een oppervlakte van ca. 45 hectaren in het hart van de Europese automobielindustrie en is een vestiging waar er alleen geassembleerd wordt, waarbij productiebeslissingen genomen worden door het moederbedrijf.
Productiewijze- en techniek Productiewijze Met de fabriek in Brussel heeft Audi belangrijke productiecapaciteiten voor de voortzetting van de groei gegarandeerd. Met als doel de fabriek in Brussel tot één van de best presterende locaties in de Audi-groep te ontwikkelen, heeft de onderneming het gehele productieproces geoptimaliseerd volgens het Audi Productiesysteem (APS).
Productievolume Van de A1 driedeurs, die in mei 2010 op de markt werd gebracht, liepen er in totaal al meer dan 250.000 stuks van de band. In november 2011 begon de productie van de A1 vijfdeurs. De A1 quattro, gelanceerd in mei 2012, onderstreept het prestatievermogen van de Brusselse Audivestiging. Van deze speciale versie werden 333 exemplaren gemaakt. De productie van de Audi A1 kwam in 2009 op gang en werd in 2011 opgedreven tot 117.561 wagens. Het doel voor 2012 werd vastgelegd op 120.000 wagens en uiteindelijk werd er afgeklokt op 122.843 voertuigen. De stijgende tendens wordt naar 2013 minimaal afgeremd. Door marktprognoses wordt voor 2013 het productiedoel op ongeveer 120.000 wagens gelegd.
Carrosseriebouw Onderbouw 1/2 Bodem achteraan
Bodem vooraan
Onderbouw 3/4 Stuurhuis vooraan rechts
Linkerzijde binnen
Zijpanelen
Rechterzijde buiten
Rechterzijde binnen
Linkerzijde buiten
Fabrieksgegevens Medewerkers
2559, waarvan 2061 arbeiders en 508 bedienden
Product
Audi A1
Productie
122.843 wagens
Oppervlakte
44 ha
Bebouwingsgraad
53%
NACE-code
Aanbouwdelen
Tweede validatie
11/07/2005
Derde validatie
20/10/2008
Vierde validatie
24/10/2011
De dagcapaciteit van de fabriek in Brussel voor de exclusieve productie van de Audi A1 bedraagt gemiddeld 520 eenheden – een optimale voorwaarde voor een dynamische groei van het merk. Tevens zorgt het geïmplementeerde «shopfloormanagement» voor een sturing van het continue verbeteringsproces door een consistente ontwikkeling van processen en procedures op de werkvloer. De aanwezigheid van het management op deze werkvloer zorgt er voor dat oplossingen meteen gezocht worden en beslissingen meteen genomen worden.
In de carrosseriebouw worden ongeveer 600 delen samengevoegd om een ruwe carrosserie te verkrijgen. Het merendeel van deze onderdelen wordt hoofdzakelijk in ons moederbedrijf in Ingolstadt in de goede vorm geperst en meestal per trein naar Brussel vervoerd.Het samenvoegen van de verschillende delen gebeurt via puntlassen, soldeer- en beschermingsgaslassen, verlijmen, … De energie-intensieve laserlas wordt enkel nog aangewend voor het monteren van het dak. De bodemgroep, bestaande uit de voorbouw, de achterbouw en de bodemplaat, wordt met het zijdelingse geraamte en het dak aan het carrosseriegeraamte gevoegd. Deuren, motorkap en achterklep vervolledigen de carrosserie. Deze handelingen worden grotendeels door robots overgenomen. Enkel het monteren van de deuren gebeurt nog manueel. Momenteel is er een robotiseringsgraad van 96%. Na een reiniging in de bodywash en een laatste kwaliteitscontrole
Eerste stap: VBH: Vorbehandelung. Dit is het ontvetten van de carrosserie in ontvettingsbaden en het aanbrengen van een fosfatatielaag om een betere hechting van de verf te garanderen. Tweede stap: KTL: Kathodische verfbaden. De carrosserie wordt onder stroom gezet waardoor de verf (eerste basislaag) door het spanningsverschil door het koetswerk aangetrokken wordt. Derde stap: Füller. Op de KTL-laag wordt de grondlaag (solventbasis) volautomatisch aangebracht (wit, rood en donkergrijs). Vierde stap: Base Coat. De kleurverflaag op waterbasis wordt volautomatisch aangebracht. Vijfde stap: Clear Coat. De hoogglanzende vernislaag wordt volautomatisch aangebracht. Iedere stap wordt gevolgd door een kwaliteitscontrole met een eventuele correctie. De verschillende lagen, met een totale dikte van ongeveer 130 µm, vormen een bescherming tegen UV-licht, vochtigheid, zout en mechanische druk. Nadat de wagen zijn definitieve kleur gekregen heeft, wordt hij in de montage volledig volgens de wensen van de klant geassembleerd. Het koetswerk wordt eerst “aangekleed”. De cockpit wordt ingebouwd, ruiten gekleefd, het remsysteem wordt aangebracht. Hoogtepunt is dan de volautomatische “mariage”: motor, transmissie en assen worden volautomatisch in de wagen gebracht en verschroefd. Na de mariage wordt de wagen verder geassembleerd: inbouw van het front, plaatsen van de binnenbekledingen, zetels, wielen, stuur enz. Deze productietechnieken behoren tot het gestaandaardiseerde Audi Productiesysteem. Audi werkt er voortdurend aan om haar productietechnieken milieuvriendelijker te maken. Haar grootste zorg in dit verband is de milieubelasting van bepaalde fabricage procédé in te perken zoals het extra lakken van de dakcontrastbogen.
Deuren
Motorkap
SYMBOOL Lijmen en monteren
EMAS-gegevens 31/07/2002
De introductie van het Audi Productiesysteem, met het groepswerk en het voortdurende optimaliseringsproces als kernelementen, spelen een centrale rol bij de efficiëntie van de productie en werd in Brussel met succes geïmplementeerd, net zoals in Ingolstadt, Neckarsulm en Győr.
Het lakken van het gegalvaniseerde koetswerk in verschillende lagen gebeurt in 5 stappen, telkens gevolgd door een droogprocedé in een uithardingsoven. Solventdampen die ontstaan in de ovens worden afgebroken in naverbranders alvorens uitgestoten te worden naar de buitenlucht.
Kofferdeksel
29.100
Eerste validatie
Tot de veelomvattende verbetering van de procesketens behoort ook de nauwe betrokkenheid van de externe toeleveranciers en de dienstverleners bij de productie. Korte doorlooptijden in de fabricage, geringe bestanden bij het voorraadbeheer en een hoge toegevoegde waarde zijn daarmee de doelstellingen waarop het herstructureringsproces wordt afgestemd.
Productietechnieken
Stuurhuis vooraan links
wordt de carrosserie naar de lakafdeling getransporteerd.
Monteren
MILIEUASPECT
→
AARD VAN HET MILIEUEFFECT
Lassen: • Puntlassen • MIG/MAG-lassen • Laserlassen
• Koperafval • Elektriciteitsverbruik • Verbruik van inerte gassen (CO2 & argon) • Afval van laserlampen • Stofemissies • Schroot door destructieve testen
Lijmen en monteren
Afvalvorming door mastiekafval
Gelieroven: binnen- en buitenkant van koffer en motorkap worden gelijmd en uitgehard in een oven
• Beperkte solventemissies • Aardgasverbruik
Lassen
Processchema Carrosseriebouw
→
Milieuaspecten binnen het proces van de carrosseriebouw
10 / Milieuverklaring 2013 /
Audi Brussels / 11
Processchema Lakafdeling
SYMBOOL
MILIEUASPECT Luchtafzuiging ovens/ Baden VBH KTL/ Spuitcabines
• Vrijkomen van VOS’en > Troposferische ozonvorming • Energieverbruik ventilatiegroepen
Verbranden van aardgas voor de droogovens
• Uitputting van niet-hernieuwbare energie-bronnen • Aardgasverbruik
Waterzuivering
• Afvalvorming (gevaarlijk slibafval) • Energieverbruik pompen • Chemicaliënverbruik
Afkleven van de wagens om contrastboog te schilderen
• Vorming van gevaarlijk afval (vernisafval)
Fosfatatiebad / Passivatie / Spoelbaden
• Energieverbruik • Waterverbruik • Vrijkomen van zware metalen in afvalwater • Ontvettings- en fosfatatieslib
Spuitcabine
• Afvalvorming (verfslib) door opvang van overspray in watergordijn
Opwekken spanning voor KTL door gelijkrichter
• Elektriciteitsverbruik
n F4: Gebouw F – Lijn 4 n F5: Gebouw F – Lijn 5 n T1: Gebouw F1 – Voormontage deuren (deze werden op
lijn 1 verwijderd, in gebouw F1 in elkaar gezet en op lijn 5 terug aan de wagen gemonteerd)
n P: Gebouw G – Nacontrole + zorg
Processchema Montage
SYMBOOL
Activiteit
AARD VAN HET MILIEUEFFECT
Waterdichtheidstest van de wagen (met biologische zuivering)
• Minieme waterverontreiniging in de vorm van olie- en zeepresten (dankzij biologische zuivering) • Waterverbruik
Tanken van de wagen
• Uitputting van niet-hernieuwbare energie-bronnen • Vrijkomen van koolwaterstofdampen
Vullen van airco met “klima-vloeistof”
• Verdampen van koelgas draagt bij tot broeikaseffect
Kleven van ruiten
• Mastiekafval
Afkleven van wagens voor verzending
• Afvalvorming
• Afvalvorming (plastic, tape,…)
Vernissen van de wagen
Milieuaspecten binnen het proces van de Lakafdeling
12 / Milieuverklaring 2013 /
AARD VAN HET MILIEUEFFECT
n R1: Gebouw R1 – Voorbereiding Montage n C: Gebouw F – Voormontage cockpit n F1: Gebouw F – Lijn 1 n F2: Gebouw F – Lijn 2 n Hochzeit: Samenvoegen boven- en onderbouw n M1: Gebouw F – Mechaniek n F3: Gebouw F – Lijn 3
Milieuaspecten binnen het proces van de montage
Audi Brussels / 13
Laat de zon maar schijnen! Een zuivere aangelegenheid: Op de daken van Audi Brussels genereert een fotovoltaïsche installatie sinds eind mei 2013 op 37.000 vierkante meter stroom uit zonlicht. De officieel in gebruik genomen installatie is meteen de grootste in het Brussels hoofdstedelijk gewest. Audi Brussels stelt de oppervlakte ter beschikking van de Belgische installateurs Eoluz en Eneco.
Het projectteam van Audi Brussels die succesvol de zonnepanelen integreerde.
Het doel is duidelijk: Wij streven bij Audi Brussels naar een CO₂-neutrale productie. Sinds 1 april 2012 gebruiken wij daarom uitsluitend regeneratief geproduceerde stroom uit waterkracht. Deze photovoltaïsche installatie is opnieuw een stap vooruit in de globale milieustrategie. Alleen al met het gebruik van regeneratief geproduceerde stroom kan de CO₂-uitstoot jaarlijks met 14.230 ton verminderen. Audi Brussels produceert op deze manier meer dan 3.000 MWh aan elektrische energie per jaar, wat overeenkomt met het verbruik van zowat 660 huisgezinnen bestaande uit vier personen. Ook in de sites in Ingolstadt en Neckarsulm produceert Audi op basis van photovoltaïsche stroom: begin 2009 zijn in Ingolstadt en Neckarsulm respectievelijk 11.600 en 27.000 vierkante meter grote installaties in werking getreden.
gewest zei bij de officiële overdracht van de installatie: „De groenestroomcertificaten van de regio Brussel bewijzen opnieuw hun nut. Steeds meer ondernemingen maken gebruik van de steunmaatregelen van de staat. Dankzij onze energiepolitiek zal Brussel tegen 2025 tien keer meer ecologische stroom produceren.” Audi Brussels, kan als industrieel bedrijf haar bijdrage tot de “energiewende” in die zin leveren dat wij de energieproductie decentraliseren, ons meer dan voorheen op hernieuwbare energieën focussen en de energie-efficiëntie van onze fabrieken massaal verbeteren – door efficiëntere machines, innovatieve gebouwentechnieken en vooral door een slim totaalconcept.
Günther Oettinger, EU-commissaris voor Energie, verklaarde bij de ingebruikname van de zonnepanelen: „Hiermee levert Audi een belangrijke bijdrage tot de uitbouw van hernieuwbare energie in Brussel en toont aan op welke succesvolle manier industriële ontwikkeling, innovatieve gebouwentechniek met de uitbouw van hernieuwbare energieën gecombineerd kunnen worden.” De minister van leefmilieu van het Brussels hoofdstedelijke 14 / Milieuverklaring 2013 /
Audi Brussels / 15
Audi g-tron Audi neemt een grote stap richting de toekomstige duurzame mobiliteit met de A3 sportback g-tron. De compacte premium 5-deurs, welke begin volgend jaar op de markt verschijnt, rijdt zowel op fossiele brandstof (benzine) als het klimaatneutrale Audi e-gas, welke Audi zelf produceert met een recentelijk geïnstalleerde installatie die stroom omzet in gas. Op deze manier worden ecologie, economie en technologie in deze auto tezamen gebracht.
Van windenergie tot duurzame brandstof: het productieproces van het Audi e-gas.
De Audi A3 g-tron: aangedreven door het inovatieve Audi e-gas
De Audi A3 sportback g-tron, de eerste aardgasauto van het merk die in productie gaat, stelt de technologische expertise van Audi tentoon – van het gebruik van ultra lichte materialen, over het infortainment tot het bestuurdersassistentiesysteem. Het demonstreert de “state-of-the-art” CNG-technologie (CNG= compressed natural gas), vervolledigd met de brandstoftopslag-technologie. De twee onder druk gebrachte tanks, gemonteerd onder het bagagecompartiment, kunnen elk ongeveer 7 kilogram aardgas opslaan. Deze tanks, die het gas onder een druk van 200bar opslaan, wegen 70% minder dan conventioneel staal, waardoor er plusminus 55 kilo gewicht bespaard wordt. De samenstelling ervan toont innovativiteit: de binnenste laag bestaat uit een gasdicht polyamidemembraan, en de buitenste laag uit een met carbon verstevigde polymeer ter bescherming tegen externe schade. Een volgend pronkstuk bij de Audi A3 g-tron is de elektronische gasdrukregelaar. Dit compact en licht component zorgt dat het gas van initieel hoge druk met verlaagde druk in de cilinders terechtkomt. Dit proces gebeurt in 2 stap16 / Milieuverklaring 2013 /
pen en verzekert dat het gas altijd met de juiste druk uit de injectoren komt: lage druk voor een efficiënte rijstijl bij lage snelheden, en een hogere druk wanneer de bestuurder meer kracht en koppel wil. Wanneer de druk in de tanks onder 10 bar valt, schakelt het motorbesturingssysteem automatisch over op benzine. Zodoende is de A3 g-tron gemodeleerd als een “bi-fuel concept”. De draagwijdte op aardgas bedraagt iets meer dan 400 km, en een verdere 900 km met benzine, wat de totale draagwijdte vergelijkbaar maakt met dat van een TDI. Op vlak van efficiëntie en zuinigheid is de A3 g-tron een criterium binnen zijn segment. De CO2-emissie blijft onder 95g/km en de brandstofkost voor de eindgebruiker bedraagt ongeveer 4€ per 100 km. Het verbruik bedraagt ongeveer 3,5kg gas per 100 km. Dit gas is ofwel aardgas, ofwel Audi e-gas. Dit laatste gas wordt gemaakt in een door Audi ontworpen systeem dat CO2 en water door middel van hernieuwbare energie in methaan omzet. Deze brandstof is een grote stap voorwaarts naar de mobiliteit van de toekomst voor het merk met de vier ringen – Audi is dusver de eerste autofabrikant die productiefaciliteiten opgericht heeft voor de algehele keten van duurzame energiebronnen.
Audi A3 g-tron Motorinhoud Vermogen Koppel
1395 cm³ 110 pk (81 kW) 200 Nm van 1500 tot 3700 rpm
Verbruik CO2-emissies 0 – 100 km/u Topsnelheid
Minder dan 3,5kg e-gas/100km Minder dan 95 gram/km < 11 sec > 190 km/u
De e-gas installatie die Audi in Werlte heeft opgericht werkt volgens twee principes: elektrolyse en methanisering. In de eerste stap gebruikt de installatie hernieuwbare stroom uit windenergie om water te breken in zuurstof en waterstof. Het waterstofgas kan apart opgeslagen worden, als brandstof voor toekomstige waterstofvoertuigen. Voorlopig, zonder waterstofinfrastructuur, zal het waterstof in een volgende stap reageren met CO2, ter vorming van synthetisch methaan, of het Audi e-gas. Qua structuur is dit gas gelijkwaardig aan fossiele aardgas en kan zodoende via het aardgasnet gedistribueerd worden, of in een wagen getankt worden. De gebruikte CO2 ter vorming van het e-gas zal later bij de verbranding ervan terug vrijkomen, waardoor dit een CO2 neutrale operatie is. De energie-industrie in zijn geheel kan zijn voordeel halen uit het Audi e-gas concept. De vraag bestaat immers nog steeds hoe men hernieuwbare energie kan opslaan, waarvan er immers op geregelde tijdstippen een overcapaciteit beschikbaar is. Het e-gas concept is ’s werelds eerste oplossing op het energienet met het gasnet te verbinden, welke het grootste en efficiëntste net is om energie op te slaan. Deze invalshoek kan een grote boost geven aan de expansie van hernieuwbare energiebronnen.
Audi Brussels / 17
CSR Corporate social responsibility Een gevoel voor maatschappelijke verantwoording hoort bij de bedrijfsleiding van Audi. Audi probeert een zo aangenaam mogelijke omgeving te creëren voor zijn medewerkers en is begaan met projecten die verder gaan dan de wettelijke grenzen of de deuren van zijn fabriek. Attractieve arbeidsvoorwaarden aanbieden Gemotiveerde en geëngageerde medewerkers dragen bij tot het succes van ons bedrijf. Een reden temeer om er alles aan te doen om een toppositie te bemachtigen tussen de populairste werkgevers in België. Bij Audi Brussels benadrukken wij de waarden innovatie, professionaliteit en mensgerichtheid. Wij weten immers dat enthousiaste medewerkers de beste basis zijn om klanten over de hele wereld enthousiast te maken. Om deze eis te vervullen, hebben wij persoonlijke ontwikkeling centraal gesteld: onze medewerkers worden van in het begin begeleid, gestimuleerd en opgevolgd om hun sterke punten, hun ideeën en hun kennis volledig te kunnen ontplooien. Daarvoor hanteren wij een systematisch, doelgericht en diepgaand opvolgsysteem voor de persoonlijke ontwikkeling van alle medewerkers. Leiding geven, motiveren en groeien zijn bij ons onlosmakelijk verbonden: de verantwoordelijkheden worden door een doelgerichte persoonlijke ontwikkeling in het leerproces ondersteund. De medewerkers van Audi Brussels krijgen vakgerichte scholingen, bijv. op het gebied van voertuig- en installatietechnieken. Zij kunnen echter ook aan interdisciplinaire bijscholingen deelnemen, bijv. met betrekking tot soft skills (presentatietechnieken, doelgerichte gesprekken voeren, enz.) en taalcursussen volgen. Naast deze meer cognitieve stimulansen wordt er ook aan de fysische werkomgeving van de medewerkers gedacht. Een project rond modernisering van de bureelomgevingen zorgt ervoor dat elke bureelmedewerker in een moderne en aangename omgeving kan werken, die aanpasbaar is aan zijn noden. Tevens biedt Audi Brussels zijn medewerkers de mogelijkheid om via een kortingsboekje in allerlei winkels van kortingen te genieten, en heeft elke medewerker de kans om in te tekenen op de MAFG (Mittarbeider Fahrzeug Geschäft), een systeem om tegen attractieve voorwaarden een Audi wagen op een jaarlijkse basis te huren.
Levenskwaliteit verhogen Audi Brussels draagt actief bij om de aantrekkelijkheid en de levenskwaliteit van de vestiging te verhogen. Hierbij gaat het om fundamentele dingen, zoals de medewerkers laten deelnemen in de winst. Ook om de gezondheidstoestand van de medewerkers te verbeteren, wil Audi Brussels zich engageren. Zo vinden ergonomische principes al sinds geregelde tijd een weg naar de werkvloer. Het basisprincipe van ergonomie is dat de werkplek aan de mens moet worden aangepast waardoor hij minder belast wordt. Omwille van de centraal geplaatste levenskwaliteit van zijn medewerkers biedt Audi Brussels als eerste werkgever in België een check-up aan. Deze Audi check-up biedt elke medewerker de kans om elke drie tot vijf jaar een balans 18 / Milieuverklaring 2013 /
van zijn gezondheidstoestand te laten opmaken. Dit op volledig vrijwillige basis en volledig gratis. De check-up vindt bovendien plaats tijdens de arbeidsuren. Tevens staat AUDI AG bekend voor zijn voorbeeldige integratie van mensen met fysieke onbekwaamheden. Dit is bij Audi Brussels niet anders. Het interne “Handycraftteam” bestaat uit zo’n twintigtal mensen die na een (arbeids) ongeval toch aan de slag kunnen blijven bij de onderneming.
Eikenbosproject Bij Audi houdt de bescherming van het milieu niet op bij de deuren van de fabriek. Audi legt zich toe op duurzame projecten en wil niet alleen kleine punctuele evenementen ondersteunen, maar tevens ook wetenschappelijke projecten. Daarom heeft Audi Brussels in samenwerking met de Technische Universiteit München en de Waalse regio het wetenschappelijke project “CO2-opname eikenbos” gelanceerd.
De inhuldiging van het Audi Eikenbosproject
Op een terrein van het Solvay-park in La Hulpe, ter grootte van drie hectaren werden 1.000 eikenbomen aangepland volgens een precieze circulaire structuur. De bomen staan 14 cm tot 30 m uit elkaar. Deze verschillende afstanden van de aanplanting moeten toelaten de CO2-opname, de groei en de interactie in het ecosysteem na te gaan naargelang de positionering. Natuurlijk is dit een project van lange adem aangezien de groei gedurende meer dan 100 jaar bestudeerd zal worden. Het zijn bijgevolg niet de initiatiefnemers van het project die de resultaten zullen opmeten.
Audi Stiftung für Umwelt GmbH (Audi Stichting voor het Milieu) Eind 2009 heeft AUDI AG zijn verbintenis voor milieubescherming versterkt. Als onderdeel van deze verbintenis heeft het een stichting opgericht met een nominaal kapitaal van 5 miljoen euro.
Ergonomie bij AUDI BRUSSELS: de arbeidsplaats aanpassen aan de werknemer
Dit bedrag wordt exclusief gebruikt voor goede doelen in het domein van de 3 P’s (people, planet & profit), waarbij er gewerkt wordt over de grenzen van de wettelijke verplichtingen heen.
Infosessie buurtbewoners Een voorbeeld van een project uit 2012 is het engageren van een hele regio rond Bayern om de kauw (een vogel waarvan aantallen sterk zijn afgenomen) meer kansen op overleven te geven, o.a. door het inrichten van broedplaatsen. Audi Brussels voelt zich betrokken bij het welzijn van de omwonenden rond de productiesite. Dit waarom er eind 2013 een infosessie voor de buurtbewoners georganiseerd werd waar de belangrijkste milieuthema’s werden voorgesteld en zij tevens een antwoord konden krijgen op al hun vragen.
Audi check-up
Audi Brussels / 19
Efficiëntie Bij alle processen Efficiëntie is het basisprincipe achter alle processen bij Audi, van de productie tot de auto’s zelf. Dit omvat het vermijden van milieubelastende stoffen, het optimaal inzetten van grondstoffen en het gebruiken van de laatste technologie voor water en energie. Audi verbruikt energie, water en ruwe materialen bij het fabriceren van zijn auto’s. Afval, afvalwater en emissies komen bij deze processen vrij. Bij Audi Brussels probeert men deze input en output constant te verkleinen. Het recycleren van materialen heeft zonder twijfel een positief effect: grondstoffen worden herbruikt of verschillende malen teruggewonnen. Dit is een beginsel om milieuverontreiniging te kunnen voorkomen.
Lakafdeling Het lakken van de carrosserieën is het deel uit de gehele productieketen van een A1 met de grootste milieurelevantie. Solventemissies zijn drastisch gedaald sinds de overschakeling naar verven op waterbasis. Alle verven zijn loodvrij. Door de automatisatiegraad op een continue basis te verhogen, worden spuitverliezen geminimaliseerd. Dit houdt ook de elektrostatische verfapplicatie in. De lakafdeling werkt nu ook met “flatstream spuitkoppen” voor het aanbrengen van de mastiekafdichtingen op de carrosserie. In plaats van met een druk van 120 bar te werken, vereisen deze nieuwe spuitkoppen nog maar 30 tot 40 bar. Dit resulteert in een lager verbruik, minder verlies en bovendien kan de PVC-verbinding in een dunnere laag aangebracht worden waardoor er meer dan 2 kilo materiaal per voertuig bespaard kan worden. Naast deze nieuwe spuitkoppen zorgen verdere hergebruikmaatregelen voor een verhoogde efficiëntie. Al het residueel materiaal wordt gefilterd, terug in de silo gepompt en hergebruikt. Dit proces bespaart iets meer dan 20.000 kilogram aan mastiek per maand. Spoelsystemen in de verfcabines reduceren het vrijkomen van verfdeeltjes. De onttrokken lucht uit de drogers wordt afgeleid naar een naverbrander die deze zuivert. Naar de toekomst toe zal de restwarmte van deze naverbrander gerecupereerd worden om zo een nog hogere efficiëntie te bekomen.
Bacteriekolonies houden het water van de waterdichtheidstest installatie zuiver
Gevaarlijke producten Audi Brussels wil investeren in een efficiënte opvolging en stockage van alle gevaarlijke producten die er binnen de onderneming gebruikt worden (o.a. verf en mastiek). Dit om verspillingen tegen te gaan, om veiliger te kunnen handelen met deze producten en om emissies naar het milieu te voorkomen. Het GROS-systeem (Gevaarlijke Stoffen Registratie en OpsporingsSysteem), dat al gebruikt wordt sinds 2005, kreeg eind 2012 een update. Het systeem, dat gebruikt wordt voor de aanvraag en het beheer van de gevaarlijke stoffen, werd hierdoor gebruiksvriendelijker en tevens moet een link met het intranet van Audi Brussels mogelijk worden, waardoor documenten voor iedere werkpost digitaal beschikbaar worden.
Efficiëntere opvolging van metaalschroot Experts minimaliseren de afvalhoeveelheid aan metaalschroot tijdens de planningsfase. Audi Ingolstadt gebruikt bijvoorbeeld viervoudige mallen bij het persen van het metaal, waardoor er 5 metalen platen tegelijkertijd geperst kunnen worden. Dit garandeert de optimale benutting van iedere metaalplaat. Tijdens dit gehele productieproces wordt afgesneden afval apart bijgehouden en tot compacte kubussen van 300 kg geperst. Dit beperkt het transportvolume. Deze kubussen worden hersmolten voor hergebruik. In de afdeling plaatslagerij van Audi Brussels worden metalen onderdelen vervolgens optimaal opgevolgd. Ieder stuk wordt apart bijgehouden, en wanneer stukken beschadigd worden of zijn waardoor deze schroot worden, worden ofwel correctieve maatregelen aan de leverancier gevraagd of worden interne maatregelen genomen om schrootafval naar de toekomst toe te vermijden. Naast deze opvolging werkt men in de afdeling sinds kort met een ultrasone testmethode van carrosserieën. Voorheen werden carrosserieën steekproefgewijs op een destructieve manier getest waardoor er schrootafval ontstond. Dankzij het ultrasoon testen kunnen deze carrosserieën in de productieketen blijven.
Energie-efficiëntie Het energievraagstuk is ongetwijfeld één van dé grote onderwerpen van vandaag. We worden geconfronteerd met een stijgende vraag naar energie op wereldschaal, een beperkte voorraad aan fossiele brandstoffen en de noodzaak om een daadwerkelijke ommekeer te realiseren in de uitstoot van broeikasgassen die verantwoordelijk zijn voor de opwarming van de aarde.
Een verschuiving realiseren naar een hogere energieefficiënte is dan ook noodzakelijk. Naast de verschillende technologieën ontwikkeld om de Audi-wagens energievriendelijker te maken (Start/Stop – TDI/TFSI – Audi Space Frame – aerodynamica – energierecuperatie bij het remmen…) wil Audi Brussels ook investeren in energieefficiëntie van de productieprocessen. De stap naar ISO 50001 bij Audi Brussels is dan ook logisch, waarover later meer. Dankzij de invoering van een nieuw aankoopbeleid dat een onderdeel van deze stap is, zijn leveranciers verplicht rekening te houden met een energielastenboek waarin voorwaarden opgenomen zijn voor energie-efficiëntie van installaties en toestellen. Bij basisaankopen zijn er bijvoorbeeld voorwaarden voor energieklassen van motoren, frequentieregeling van aandrijfsystemen, een verbod op warmteopwekking door elektrische energie enz… Bij duurdere aankopen is het maken van een kwaliteitsvolle inschatting van het energieverbruik over de volledige levensduur van de installatie verplicht. Dat energie-efficiëntie een must is voor Audi blijkt uit de opname van energiebesparingen in het grote “green efficiency”- programma. Van elektriciteit voor installaties en machines, van aardgas voor productieprocessen tot ruimteverwarming en technische warmte: voor alle types van consumptie moet er voordeel gehaald worden uit potentiële besparingen en het toepassen van efficiënte technologieën – of deze energie nu zelf opgewekt is of van buitenaf komt. Het doel is een besparing van 25% in 2018 ten opzichte van 2010. Een mooi voorbeeld van het reduceren van energieconsumptie is het intelligent beheren van ventilatiesystemen door het gebruik van sensoren.
Hiernaast kregen de gevaarlijke producten in 2013 een gloednieuwe opslagplaats. Deze opslagplaats laat toe deze gevaarlijke producten op te slaan omringd door de meest moderne veligheidstechnieken: automatische rolpoorten die sluiten bij brand, vloeistofdichte opvangbakken ter preventie van insijpeling bij lekken, een modern schuimblussysteem, compartimentatie om bepaalde producten niet bij elkaar op te slaan. Deze nieuwe opslagplaats gaat ook gepaard met een verandering in de logistiek, die nu veiliger en efficiënter gebeuren kan. Aansluitend hierop kreeg de ondergrondse opslagruimte voor benzineciternes ook een geheel nieuwe ondergrond. Deze ondergrond, bestaande uit een vloeistofdichte epoxylaag, moet waterinsijpeling tegengaan en fungeren als opvangbak bij eventuele lekken.
Biologische waterzuivering in de WDPA In de waterdichtheidstestinstallatie (WDPA), waar de auto zo’n 12 minuten onder een waterstraal staat, past men bij Audi Brussels als eerste binnen het Audi-concern een biologische waterfiltratie toe. Gewone filters zorgen voor de eerste fase van zuivering in dit continue proces.
Gebouw C1/C3: een nieuwe state-of-the-art opslagplaats voor gevaarlijke producten
De roosters houden de grootste afvaldeeltjes tegen. Aerobe bacteriën – micro-organismen die zuurstof nodig hebben om te leven - vestigen zich op schuimstofblokjes en breken de resterende afvalstoffen af. De nodige lucht wordt toegevoegd met behulp van pompen. Het water is constant in beweging. Omdat het water voortdurend beweegt, krijgt het geen rotte eierengeur zoals dat bij stilstaand water kan gebeuren als er sulfide ontstaat.
20 / Milieuverklaring 2013 /
Dit proces vergt geen chemische producten. Het waterverbruik is door de toepassing van deze technologie verminderd met 6.000 liter per geproduceerde wagen, omdat het water dat circuleert niet vervangen hoeft te worden. Enkel het verlies als gevolg van verdamping (+/- 30 l per wagen) moet gecompenseerd worden.
De lakafdeling is de afdeling met de hoogste milieurelevantie
Audi Brussels / 21
Recyclage – Recycling is ecologisch en economisch zinvol
Iedere wagen die het logo met de vier ringen draagt, is ontworpen met het oog op een extreem lang leven. Dat is de belofte die Audi aan elk van zijn klanten doet en de grote verantwoordelijkheid die het merk opneemt voor de bescherming van het milieu. Om die reden speelt recycleren bij Audi een centrale rol, van de ontwikkeling tot de productie.
Karton 1.028 T (+0.8%)
Tl-lampen 1.47 T (-37%)
Metaalschroot 1.110 T (-24%)
PMD 819 T (-37%) Enkele gegevens over recyclage bij Audi Brussels in 2012 t.o.v. 2011
Het recyclingconcept Recycling en hergebruik kennen een lange traditie bij Audi. Een groot deel van het productieafval wordt bijvoorbeeld omgevormd tot herbruikbaar materiaal. Verschillende afvalstromen worden apart opgehaald om deze te laten recycleren. Het gaat hier om houtafval, papier, schrootmetaal en zuivere metaalsoorten zoals koper. Paletten en metalen containers worden terug in het systeem gebracht. Ook tl-lampen en batterijen worden apart gehouden om deze via “Recupel” een tweede leven te schenken. Evenzeer PMD wordt op bedrijfsniveau apart ingezameld. Sinds het verder uitrollen van het PMD-inzamelproject dat oorspronkelijk alleen in de Karobau-afdeling gebeurde, zijn ook veel andere zones, voornamelijk burelen, voorzien van afvalsorteereilanden. Eind 2013 moet 70% van de onderneming beschikken over zulke vuilbakeilanden. Voor bureelzones waar veel batterijen, lampen en toners verbruikt worden is er alsook een testproject opgericht in de kwaliteitsafdeling waar deze stromen kunnen ingezameld worden via bakjes in een sorteertoren. De bedoeling is om na deze test zulke sorteertorens voor lampen, batterijen en toners op 6 strategische locaties doorheen het bedrijf te voorzien. In 2011 werd er tevens gestart met het apart inzamelen van plastieken verpakkingsfolie, die in een recyclagecyclus terecht komt. Dit initiatief werd verder uitgebreid door ook de beschermende schuimfolie die uitgepakt wordt in de montageafdeling apart in te zamelen voor recyclage. In 2012 werd zo ongeveer 61 ton apart ingezameld. Naast deze inzameling van materiaal dat gerecycleerd wordt, zijn er nog andere initiatieven die hun steentje bijdragen aan de recyclagefilosofie. In de montage heeft het magazijn verantwoordelijk voor het aanleveren en het onderhoud van gereedschappen een eigen idee uitgewerkt ter optimalisering van de batterijen van de elektronische schroevendraaiers. 22 / Milieuverklaring 2013 /
Er werd opgemerkt dat veel van deze batterijen na enkele maanden weggegooid werden door de intensiteit van het assemblageproces. De opslagcapaciteit van deze batterijen ging zienderogen achteruit. Na grondig onderzoek in samenwerking met een hogeschool werd een opslagkast voor batterijen voorzien waar de batterij door een ingenieus op- en ontlaadproces terug op peil kan gebracht worden, waardoor de levensduur enkele jaren verlengd wordt.
Sorteertoren voor batterijen, lampen en toners
Van de batterijen die toch afgedankt moeten worden, worden alle herbruikbare stukken bijgehouden. In de mechaniek-afdeling worden schrootmotoren sinds kort apart bijgehouden. In plaats van zich te ontdoen van deze motoren worden stukken gerecycleerd en gecombineerd om deze in wezen afgedankte motoren nieuw leven in te blazen. Ook niet-verkoopbare wagens krijgen een tweede leven geschonken. Productiewagens die omwille van een zware beschadiging normaal gezien verschroot zouden worden, worden geschonken aan scholen en opleidingscentra waar ze gebruikt worden in opleidingen automecanicien. Ook tijdens de volledige levensduur van een Audi staat het recyclingconcept centraal. Het hergebruik van een onderdeel of een eenheid van componenten is het beste voorbeeld van recycling. Dat gebeurt in het kader van het ‘standaardruilprogramma’ van Audi, waarbij onderdelen hergebruikt worden en tegelijk volledige garantie genieten. Het programma telt momenteel ca. 10.000 originele wisselstukken voor hergebruik.
«Knapzakken» in de montage: het apart sorteren van verpakkingsfolies
Audi Brussels / 23
Fabrieksbezoeken
Weten is succes
In 2011 is Audi Brussels gestart met fabriekbezoeken. Op deze manier krijgt het publiek toegang tot de montageafdeling en de plaatslagerij en kunnen de bezoekers met eigen ogen zien welke inspanningen Audi levert in het kader van milieubescherming. De gidsen die deze rondleidingen begeleiden, werden geïnformeerd door de milieudienst en geven het publiek wat achtergrondinformatie betreffende de milieurelevante processen, bijvoorbeeld de biologische waterzuivering. Verder krijgen deze mensen tijdens hun bezoek een film te zien getiteld “Sustainability in production”. Deze film toont hen de duurzame en milieuvriendelijke toepassingen die Audi toepast bij de productie van de A1.
Begrijpbare communicatieprocessen verzekeren een succesvol milieumanagement. Audi biedt zijn medewerkers verscheidene opleidings- en communicatiekanalen, zorgt voor de opleiding van externe partners en voert een dialoog met verschillende universiteiten en middelbare scholen.
Samenwerking met scholen en universiteiten Audi heeft in de loop der jaren een samenwerking opgestart met verschillende scholen en universiteiten voor het uitvoeren van verscheidene projecten. Zo startte Audi Brussels met een proefproject in twee scholen, één in Halle en één in Sint-Pieters-Woluwe.
Bewustmaking Een bewustzijn creëren bij de werknemers is van cruciaal belang voor het succes van een milieumanagementsysteem. Audi Brussels engageert zich hiertoe op allerlei verschillende manieren. Via affichecampagnes werd het belang van spaarzaamheid met grondstoffen onder de aandacht gebracht, via popupvensters bij het opstarten van de computers werden mensen bewust gemaakt van het uitschakelen van hun elektronische toestellen.
Affichecampagne omtrent energiebesparingen
Verder werd er via de interne krant Audi Mobil geregeld gebruik gemaakt van een rubriek waar mensen handige tips kunnen terugvinden om hun steentje te kunnen bijdragen aan een beter milieu, zowel voor thuis als op het werk. In het bedrijfsrestaurant werden mensen via plooifolders herinnerd aan de sorteerregels voor PMD, papier en restafval. Via de groepgesprekken - gesprekken die gehouden worden voor alle medewerkers - hebben we de mogelijkheid gecreëerd om milieucommunicatie naar de werknemers te organiseren. Dit systeem zorgt ervoor dat de milieucommunicatie van bottom naar top kan georganiseerd worden. Via deze vergaderingen kunnen medewerkers steeds hun opmerkingen inzake het beheersen van milieuaspecten formuleren. Deze opmerkingen worden verzameld en gebruikt om op te nemen in het milieuactieplan van het volgende jaar en de volgende managementreview.
Opleiding Alle nieuwe personeelsleden (ook studenten) krijgen een basisopleiding milieu. Het doel is om alle medewerkers te bereiken door middel van vorming en/of communicatie om hen uit te leggen hoe zij moeten handelen om het milieu te beschermen.
Affichecampagne omtrent energiebesparingen
Verder is AudiMax in het leven geroepen, een digitaal systeem waar werknemers ideeën kunnen posten die efficiëntieverbeteringen kunnen opleveren, waaronder ook milieugerelateerde en veiligheidsgerelateerde oplossingen. Voor oplossingen die voordelen opleveren worden de verantwoordelijke werknemers beloond, wat mede ook hun bewustzijn en betrokkenheid vergroot.
Ook werd in de loop van 2012 een nieuw paspoort ontwikkeld waarin basisregels zijn opgenomen waaraan elke medewerker en contractor zich dient te houden. Een nieuwe toevoeging aan het milieuhoofdstuk in dit paspoort is een onderdeel “energie”. Hierbij wordt uitleg gegeven over het energiezorgsysteem, hoe het energieteam werkt en worden er enkele basistips op het gebied van energiezorg meegedeeld.
Verder engageert Audi Brussels zich in het samenwerken met universiteiten en hogescholen door het aanreiken van plaatsen voor studenten en stagiairs. Sinds 2008 komen er stagiairs terecht in alle divisies van de onderneming. Deze zorgen voor een goede ondersteuning bij projecten waar ze mede verantwoordelijk voor zijn, worden op deze manier klaargestoomd voor het beroepsleven en zorgen voor een frisse wind en nieuwe ideeën. Ze zien de dingen immers met andere ogen, en dat is goed voor de onderneming. Ook komt het voor dat de milieudienst uitgenodigd wordt om op studiedagen voor studenten een woordje uitleg te komen geven, in 2013 was dit bijvoorbeeld tijdens de infodag “PlanetTerre” georganiseerd door het Lycée StMartin te Louvain-la-Neuve. Bij de milieudienst waren er sinds 2008 enkele studenten aan de slag voor de ondersteuning van bepaalde projecten. In 2011 waren dit bijvoorbeeld twee studenten van UGent die hielpen bij een bodemsaneringsdossier, in 2013 een Duitse studente die een project rond “groene logistiek” uitwerkte.
Eind 2011/begin 2012 werd ook de basis gelegd voor een nieuwe opleiding voor contractoren. Deze opleiding gebeurt via het moderne concept “serious gaming”. Wanneer contractoren aangenomen worden om bij Audi Brussels werken te komen uitvoeren, moeten zij een voorafgaand videogame spelen.
Een mooi voorbeeld van AudiMax omtrent besparingen kan men terugvinden in de lakafdeling: twee van elkaar onafhankelijke ideeën hebben er samen toe geleid dat bij een A1 in twee kleuren op de basislaag bespaard kan worden, omdat ze erna toch met een andere verflaag gedeeltelijk wordt afgedekt. Bovendien zorgde een inventieve programmawijziging er tevens voor dat de methode op alle modellen kan worden toegepast, dus ook op de driedeurs en de auto’s met een panoramadak. De besparing, die dit idee op jaarbasis oplevert, bedraagt rond de 11.780 liter verf.
Dit game is taalonafhankelijk waarbij alles visueel wordt voorgesteld. Het game speelt zich volledig af binnen een gedigitaliseerde Audi Brussels-omgeving waarbij de speler verschillende theoretische en praktische niveaus doorloopt. De opleiding concentreert zich op de geldende milieu-, preventie-, bewakings- en brandweerregels. Na het doorlopen van de niveaus weet een speler via een toegekende score of hij al dan niet geslaagd is.
via Audimax kunnen medewerkers efficiênt verbeterende ideeên indienen
24 / Milieuverklaring 2013 /
Deze basisopleiding milieu werd in de loop van 2012 vernieuwd, hiermee werd ze aangepast aan de binnen Audi Brussels nieuwe thema’s zoals een vernieuwd afvalbeleid, mobiliteit, bewustmaking rond ecodesign e.d.
Omdat het Belgisch onderwijssysteem zeer theoretisch is en niet toegespitst op industriële activiteiten zullen twintig leerlingen van 16 à 17 jaar een specifieke Audi-opleiding volgen deels op school en deels in de fabriek. Als het project succesvol is, wil Audi Brussels in de toekomst evenveel mensen in opleiding als er personeel te kort is.
Bij het slagen kan deze contractor een badge verkrijgen waarmee hij de Audi Brussels-site kan betreden. Op het moment van deze publicatie werden al meer dan 500 contractoren op deze manier opgeleid, waarbij het game zowel on- als off-site gespeeld werd. Continue aanpassingen moeten toelaten dat het game in 2014 verder gefinetuned wordt en zodoende volledig ingeburgerd geraakt.
Het Audi ‘Serious- videogame’
Audi Brussels / 25
Het milieu- en energiemanagementsysteem – continue verbetering
data en feiten Audits
Beoordeling van het managementsysteem
De onderneming werd geauditeerd volgens de EMAS III- verordening en de ISO 50001-norm tijdens de herfst van 2012. Audi doorstond de proef met glans. De hoge effectiviteit en kwaliteit van het milieu-en energiemanagementsysteem werd bevestigd. In 2013 vond voor beide managementsystemen een opvolgingsaudit plaats.
De vertegenwoordiger en verantwoordelijke van het energie- en milieumanagementsysteem worden op regelmatige basis geïnformeerd over de essentiële resultaten van deze interne controles, over de trends, de data en de feiten aangaande de milieubescherming.
Tijdens deze audit werd deze milieuverklaring bestudeerd en gevalideerd door de milieuverificateurs van een geaccrediteerde certificatie-instelling. Naast de appreciatie van de externe auditeurs werden er interne milieuaudits uitgevoerd in de loop van 2013. Aan de hand van foto’s en rapporten werd er gepeild en opgevolgd of de voorschriften uit de milieuvergunning op de werkvloer nageleefd werden. De wettelijke milieu- en energieaspecten kwamen aan bod tijdens de externe compliance audits medio 2013.
Energiecentrale noord: opwekken van warmte voor het centrale warmwaternet
p. 27 Het milieu- en energiemanagement-systeem p. 28 Significante veranderingen ten opzichte van 2011 p. 31 Afvalwater p. 32 Afval p. 33 Energie p. 34 Emissies p. 35 Geluid p. 36 Water p. 36 Siteverontreiniging p. 38 Biodiversiteit p. 39 Indirecte milieueffecten p. 41 Relatie met significante milieuwetgeving p. 42 Milieuactieplan p. 46 Validatieverklaring p. 47 Overzicht verbruiks- en emissiewaarden
26 / Milieuverklaring 2013 /
Er werd nagegaan of de voorgeschreven methodieken overeenkomen met de realiteit. Daarnaast werden nietconformiteiten opgespoord en in een actieplan opgenomen. Gedurende de interne milieurondgangen werd er tevens gelet op de “huishoudelijke” manieren om energie te besparen. Ook werd er bij elke audit een energieverantwoordelijke betrokken. Ondanks de hoge kwaliteit van het milieumanagementsysteem brachten deze interne controles verbeteringspotentieel aan het licht bij vele bedrijfsprocessen en procedures. De verzekerde compliance met wetgevingen en Audi-standaarden is echter van overtreffend belang in deze context.
Risicoanalyse Audi Brussels beschikt over een milieu- en energieaspectenregister dat tot stand komt via een milieu- en energieanalyse. Hierdoor kunnen er in de eerste plaats milieuproblemen voorkomen worden, kan er als er iets gebeurt gemakkelijker ingegrepen worden en kan er beoordeeld worden waar er binnen de organisatie noden zijn die verbeterd kunnen worden op het vlak van milieu en energie. In deze analyse worden alle activiteiten geïnventariseerd die tot een milieueffect kunnen leiden. Aan de hand van een risicoanalyse van deze opgelijste activiteiten (=milieu - en energieaspecten) worden de significante milieu- en energieaspecten gesignaleerd. De risicoanalyse houdt rekening met milieutechnische parameters en de van toepassing zijnde milieuwetgeving. Elk significant milieuen energieaspect dient beheerst te worden. De beheersmethodes (nieuwe of aangepaste) worden opgenomen in het milieuactieplan teneinde de effecten op het milieu continu te verlagen. Elke belangrijke wijziging aan een installatie geeft aanleiding tot een nieuwe milieuanalyse van de betrokken activiteit.
Deze milieu- en energiebeheerder benoemt de milieucoördinator als uitvoerder van het milieubeleid en de energiemanager als uitvoerder van het energiebeleid. Eenmaal per jaar, tijdens de managementreview, vindt er een beoordeling plaats van het systeem door de directie. De resultaten uit deze beoordeling en de resultaten uit de milieu- en energieaspectenbeoordeling vormen dé basis voor het afleiden van de energie- en milieudoelstellingen van de volgende cyclus.
EMAS III
Op 22 december 2009 werd de geüpdatete EMAS verordening (EMAS III) gepubliceerd in het officiële blad van de Europese Unie. De verordening werd van kracht op 11 januari 2011 en verving de oude EMAS II-verordening. De belangrijkste wijzigingen die voor Audi Brussels relevantie hebben, zijn gerelateerd aan de Key Performance Indicators en andere reeds bestaande indicatoren voor milieuperformantie die gepubliceerd moeten worden in de milieuverklaring. Hiervoor werd een outputtabel toegevoegd en de verbruikstabel aangepast.
Ecodynamische onderneming Omdat Audi Brussels wil innoveren en zaken in beweging wil brengen, besliste het bedrijf in 2000 al om zijn milieuprestaties te verbeteren samen met de hulp van Leefmilieu Brussel. Dit werd gedaan door het bepalen van het label “ecodynamische onderneming”. Het Label “Ecodynamische onderneming” is een officiële erkenning in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest van de goede praktijken voor milieubeheer in de ondernemingen. Het beloont hun milieudynamisme en hun vooruitgang op het vlak van, bijvoorbeeld, afvalbeheer, rationeel energiegebruik, het beheer van de mobiliteit van de werknemers. In 2000 behaalde Audi Brussels een tweesterren-label, waardoor zijn inspanningen voor het milieu beloond werden. Door de continue verbeteringen op vlak van milieu werden deze 2 sterren later een driesterrenlabel. In 2013 hernieuwde Audi Brussels dit driesterrenlabel voor de derde keer. Een teken dat Audi Brussels nog steeds wil innoveren en de zaken in beweging wil brengen op vlak van milieu.
Audi Brussels / 27
Energiemanagement volgens de ISO 50001:2011-norm De ISO 50001-norm voor energiemanagement werd voor het eerst gepubliceerd in juni 2011. De ISO 50001-norm is sinds medio 2012 in het Nederlands beschikbaar, en anders dan EN 16001 (enkel geldig in Europa) is deze norm wereldwijd geldig. Deze norm helpt organisaties met het reduceren van energiekosten en broeikasgassen door het aanreiken van de vereisten voor een managementsysteem om zo systematisch energieverbruik te reduceren. Deze norm beschrijft de behoeften voor een energiemanagementsysteem dat een bedrijf moet toelaten haar energiegebruik op een systematische manier te evalueren om zodoende een continue verbetering van de energie-efficiëntie te bekomen, samenhangend met lagere kosten. De grootste milieueffecten bij Audi zijn verbonden met het kernonderwerp energie. Continue verbetering op het vlak van energie en het behouden van grondstoffen vormt een integrale component van het milieumanagementsysteem, reden temeer om binnen het kader van Audi Brussels ISO 50001 te integreren binnen EMAS. Om het energiethema nog meer gewicht te geven, werd het Audi Brussels milieubeleid uitgebreid met de volgende toevoegingen: “productieprocessen steeds meer eco-efficiënt maken om zo de milieu-impact, het energieverbruik en de grondstofintensiteit te verminderen” en “bij het aankopen van producten en diensten ondersteunt Audi Brussels milieu- en energievriendelijke oplossingen”. Op het terrein krijgt het energiemanagement gestalte door de oprichting van een energieteam. In dit energieteam zetelen medewerkers van verscheidene energieintense afdelingen. Meermaals gedurende het jaar komt het energieteam samen om het energiebeleid van de verschillende afdelingen te bespreken en de doelstellingen vast te leggen. De vereisten van ISO 50001 zijn inbegrepen in de controles van het Audi Brussels-milieumanagementsysteem. Hieruit volgend voldoet het milieumanagementsysteem van Audi Brussels zowel aan de vereisten van EMAS III en van de ISO 14001- en ISO 500001-normen.
output
Opvallend is dat het verfverbruik gestegen is. Door de introductie van de A1-vijfdeurs, met zijn bijbehorende contrasterende dakhemel, werden ongeveer 50% van de wagens zodanig besteld, wat extra lak vergde. Ook het verbruik aan technische gassen, met name vooral argon, steeg ten opzichte van het voorgaande jaar. Dit was te wijten aan een lekkage aan de opslagtank en verdeelleidingen. Een gespecialiseerde firma kwam ter plaatse, de lekken werden gedetecteerd en gedicht. De grootste boosdoener was een defect overdrukventiel dat geopend bleef. Dankzij deze interventie keerde het verbruik nadien terug naar zijn normale waarden. Veranderingen kunnen we terugvinden bij het opgepompt grondwater, waar door te veel onzuiverheden veel energie gestoken moest worden in het ontharden en ontijzeren alvorens dit te kunnen gebruiken in de koeltorens. Deze procédés gingen gepaard met het gebruik van chemicaliën. Uit ecologische redenen werd hiermee gestopt en werd overgeschakeld op leidingwater. Op energetisch vlak volgt het elektriciteitsverbruik de productiestijging, en door de strengere winter in 2012 steeg 28 / Milieuverklaring 2013 /
2011
2012
eenheid
VW POLO
39749
Audi A3 Sportback
23562
17002
0
0
stuks
140
51937
117561
122843
stuks
Audi A1
Delta %
0
0
0
stuks
geproduc. output VW POLO in ton
41498
0
0
geproduc. output A3 in ton
32044
22953
0
geproduc. output A1 in ton
168
61286
138722
144780
ton
73710
84238
138722
144780
ton
4%
eenheid
Delta %
geproduc. output totaal in ton Verbruiken
2009
ton ton
2010
2011
2012
grondstoffen Carrosserie
9468
23283
38126
39796
ton
4%
497
435
702
772
ton
10% 14%
Proces- en hulpstoffen grondverf, lak en vernis afdichtingsmiddelen (mastiek,...)
608
705
1162
1321
ton
spoelmiddelen
170
192
294,232
290
ton
-2%
olie
44,1
47,9
82
79
ton
-4%
bindemittel / pigmentpaste
355
380
610
606
ton
-1%
verbruik technische gassen
116
150
180
288
ton
60%
koelmiddel brandstof (diesel / benzine)
35
40
61,356
70
ton
14%
403
573
973,256
869
ton
-11%
halfafgewerkte onderdelen motoren
63476
68964
117633
122854
stuks
4%
versnellingsbakken
63503
68991
117626
122855
stuks
4% 6%
batterijen
64965
69840
119215
125922
stuks
239930
246021
270000
270194
m3
0%
grondwater
755
2033
2392
0
m3
-100%
drinkwater
239175
243988
267608
270194
m3
1%
108812
130182
121492,33
127390,02
Mwh
5%
74858
80244
86834
90742
Mwh
5%
93
46
42
41
Mwh
-3%
energie aardgas elekticiteit diesel totaal hernieuwb. energieverbruik totale directe energieverbruik
0
0
0
0
Mwh
0%
183763
210471,5
208368,52
218173,14
Mwh
5%
emissies
Het input/outputblad geeft informatie weer over de inkomende en uitgaande materiaal- en energiestromen van de Audi Brusselsvestiging in 2012, alsook de verandering van deze stromen ten opzichte van het vorige jaar, 2011. Bij de verschillende inputstromen zien we bij de grondstoffen, de halfafgewerkte onderdelen, de energie en de emissies dat deze stromen allemaal min of meer evenredig zijn toegenomen volgens de productiestijging die 4% bedraagt.
2010
product
water (totaal)
Significante veranderingen ten opzichte van 2011 – Data en feiten over de bescherming van het milieu
2009
2009
2010
2011
2012 eenheid
Delta %
het gasverbruik iets meer dan evenredig. Toch bleef het energieverbruik per wagen gelijk aan het niveau van 2011. Op vlak van hernieuwbare energiebronnen bleef in 2012 dit aandeel op 0% staan, ondanks de aankoop van groene stroom sinds april 2012. Audi Brussels besliste immers dat hernieuwbare energie significant is wanneer deze zelf opgewekt wordt.
afval totaal
6068
4560
4963
4458
ton
-10%
niet gevaarlijk afval (totaal)
5534
3980
4226
3674
ton
-13%
te verwerken productieafval
1374
1159
1730
1630
ton
-6%
838
839
1030
933
ton
-9%
3322
1982
1466
1110
ton
-24%
Besparingen kunnen teruggevonden worden bij de spoelmiddelen. Door verdere optimalisatie van het clearcoatproces werd minder spoelmiddel noodzakelijk. Dit is ook te merken aan de solventemissies, waar de stijging van 3% minder evenredig is dan de productiestijging van 4%. In 2013 is verder spoelmiddel-optimalisatie gepland voor de fuller-installatie. De in 2011 nieuw toegevoegde KPI betreffende de biodiversiteit houdt naast bebouwde, geasfalteerde en groene oppervlakken ook rekening met waterdoorlaatbare verharde oppervlakken. De grote toename van verharde oppervlakken heeft immers tot gevolg dat het hemelwater niet meer op een natuurlijke wijze in de ondergrond kan dringen.
gevaarlijkafval (totaal)
534
580
737
784
ton
6%
te verwerken afval
491
580
737
784
ton
6%
43
0
0
0
ton
0%
86425
113784
128248
158323
19811
23685
22103,79
23176
ton
5%
solventemissies
217
186
366
377
ton
3%
emissies van koelmiddel (HFC’s,...)
4,5
149
152
SO2
0,008
0,004
0,004
0,004
ton
0%
NOx
18
21
19,68
20,64
ton
5%
Grote hoeveelheden hemelwater moeten bijgevolg via rioleringen en waterlopen worden afgevoerd. Bij overvloedige regenval kunnen deze afvoersystemen de toevloed niet meer aan. Riooloverstorten treden in werking en beken, rivieren en straten stromen over. Het hemelwater laten infiltreren via waterdoorlatende oppervlakken biedt een oplossing voor deze waterproblematiek. Deze oppervlakken laten het hemelwater immers ter plaatse infiltreren. Hierdoor worden enerzijds rioleringen ontlast. Anderzijds wordt tegelijk de steeds verder dalende grondwaterstand op peil gehouden.
niet productie gebonden afval schroot
te storten gevaarlijk afval afvalwater
m
23%
3
luchtemissies CO2 (directe emissie aan co2 door verbrandingsinstallaties)
ton co2 equivalent
-100%
CO
20
23
21,87
22,93
ton
5%
PM
2,16
2,05
2,52
2,59
ton
3%
bebouwde oppervlakte
234610
240399
233837
233837
m2
0%
asfalteerde oppervlakte
185353
188938
213212
213213
m2
0%
18376
22558
26832
26832
m
0%
/
/
4808
4808
m2
/
biodiversiteit
groene oppervlakte waterdoorlaatbare oppervlakte
2
Audi Brussels / 29
KPI’s verbruiken
2009
2010
2011
2012
Afvalwater
Delta %
grondstoffen carrosserie
1284
2764
2748
2749
0%
process- en hulpstoffen grondverf, lak en vernis
67
52
51
53
5%
afdichtmiddelen (mastiek,...)
82
72
84
91
9%
Regelmatige afvalwateranalyses
spoelmiddelen
23
23
21
20
-6%
6
6
7
5
-18%
Afvalwater wordt op een regelmatige maandelijkse basis geanalyseerd om zodanig de naleving ten opzichte van de voorgeschreven normen te kunnen toetsen.
44
42
-5%
13
20
53%
5
5
4
5
9%
55
64
70
60
-14%
8612
8187
8480
8486
0%
koelmiddel brandstof (diesel/ benzine)
Dankzij het huidig fysico-chemisch zuiveringsproces worden deze normen ruimschoots gehaald, wat bevestigd wordt in de analysedata. Door interne problemen bij een externe partner die verantwoordelijk is voor het aanleveren van deze data was dit vorig jaar echter niet op hetzelfde gedetailleerd niveau als voorgaande jaren.
halfagewerkte onderdelen motoren versnellingsbakken
8615
8190
8479
8486
0%
batterijen
8814
8291
8594
8697
1%
32550
29205
19463
18662
-4%
grondwater
water (totaal)
102
241
168
0
-100%
drinkwater
32448
28964
19291
18662
-3%
aardgas
14762
15454
8758
8799
0,47%
elektriciteit
10156
9526
6260
6268
0,13%
energie
diesel totaal hernieuwb. energiegebruik totale directe energieverbruik
13
5
3
3
-7%
0
0
0
0
0%
24930
24985
15021
15069
0%
KPI’s emissies
2009
2010
2011
2012
Delta %
afval totaal
823
541
358
308
-14%
niet gevaarlijk afval (totaal)
751
472
305
254
-17%
te verwerken productieafval
186
138
125
113
-10%
niet productie gebonden afval
114
100
74
64
-13%
schroot
451
235
106
77
-27%
gevaarlijkafval (totaal)
72
69
53
54
2%
te verwerken afval
67
69
53
54
2%
6
0
0
0
/
11725
13507
9245
10935
18%
te storten gevaarlijk afval afvalwater luchtemissies CO2 (directe emissie aan co2 door verbrandingsinstallaties) solventemissies emissies van koelmiddel (HFC’s,...)
2688
2812
1593
1601
0,46%
29
22
26
26
0%
0,61
18
11
0
-100%
SO2
1
0
0
0
/
NOx
2
2
1
1
0%
CO
3
3
2
2
0%
PM
29
24
18,2
17,9
-1,52%
bebouwde oppervlakte
31829
28538
16857
16151
-4%
asfalteerde oppervlakte
25146
22429
15370
14727
-4%
2493
2678
1934
1853
-4%
/
/
346
332
-4%
De bevoegde instanties werden hiervan op de hoogte gesteld en maatregelen werden genomen. Vanaf juli 2012 werd beslist om met een nieuwe externe partner in zee te gaan die verantwoordelijk is voor het aanleveren van de laboanalyses van het afvalwater. Sinds april 2012 werd de carrosseriebehandelingsinstallatie uitgerust met hydrocyclonen en een magneetfilter. Met een hydrocycloon worden deeltjes met een hoger soortelijk gewicht uit het water verwijderd, zoals samengekoekte vetdeeltjes met stofpartikels. De magneetfilter houdt zwevende metaaldeeltjes tegen. Door deze installatie zal de hoeveelheid zwevende deeltjes in het effluent dalen. Een bijkomende doekfilter, die even erna zijn intrede maakte, heeft hetzelde doel. Afvalwater dat mogelijk olieresidu bevat, gaat steeds langs wat intern gekend is als een koolwaterstofafscheider. Deze afscheiders houden vet, olie en petroleum gescheiden van
De oude zuiveringsinstallatie, daterende uit de jaren ’80, creëerde de noodzaak om meer met water te spoelen in de passivatiebaden, waardoor deze hogere waterlozing werd bekomen. Omdat enkel het industrieel afvalwater door de waterzuiveringsinstallatie loopt en een groot deel van het gebruikte water verdampt, is er een aanzienlijk verschil tussen het jaarlijkse waterverbuik en het jaarlijks volume waterzuiveringseffluent. Enkele posten kunnen in rekening gebracht worden zoals de verdamping van het water in koeltorens, watertest, voorbehandelingsbaden, bevochtiging lucht verfspuitcabines en de droogovens. De concentratiewaarden van de zware metalen in het effluent liggen net zoals in 2011 ver onder de milieuvergunningsvoorwaarden. Echter, de voor 2015 geplande nieuwe voorbehandelingsinstallatie met bijbehorende waterzuiveringsinstallatie, waarvoor de milieuvergunningsaanvraag goedgekeurd is, brengt nieuwe milieuvergunningsnormen met zich mee. De nieuwe afvalwaterzuiveringsinstallatie zal hierop afgestemd worden onder de vorm van een effectievere fysico-chemische zuivering. Afvalwater
Afvalwater / Wagen
1,80
180.000
1,60
160.000
160.000
150.000
150.000
140.000
140.000
130.000
130.000
120.000
120.000
110.000
110.000
100.000
100.000
90.000
90.000
80.000
80.000
70.000
70.000
60.000
60.000
50.000
50.000
40.000
40.000
30.000
30.000
20.000
20.000
10.000
10.000
160.000
1,40
140.000
1,20
120.000
1,00
100.000
0,80
80.000
0,60
60.000
0,40
40.000
0,20
20.000
0
0,00
2009
2010
2011
2012
0,00
Productie (stuks)
45 18
Afvalwater (m³)
48 16
Productie (stuks)
bindmittel/ pigmentpaste verbruik technische gassen
Afvalwater / wagen (m3/wagen)
olie
de waterige fase, zodanig dat ze apart verwijderd kunnen worden. Het geloosde afvalwatervolume per geproduceerde wagen steeg in 2012 tot 1,28 m³ per wagen. Hierdoor wordt de neerwaartse trend die vorig jaar plaatsvond niet verdergezet.
0
2009 Jaar
2010
2011
2012
Jaar
biodiversiteit
groene oppervlakte waterdoorlaatbare oppervlakte
30 / Milieuverklaring 2013 /
Afvalwater: concentraties zware metalen (mg/l) Metaal 2009 Cd 0,00 Hg 0,00 Cu 0,02 Zn 0,10 Ni 1,93 Cr 0,01 As 0,00 Pb 0,01 Ag 0,00 Totaal 2,1
2010 0,00 0,00 0,00 0,36 1,78 0,07 0,00 0,00 0,00 2,1
2011 0,00 0,00 0,00 0,27 1,92 0,01 0,00 0,00 0,00 2,2
2012 0,00 0,00 0,01 0,54 1,64 0,02 0,00 0,00 0,00 2,2 Audi Brussels / 31
Afval
Energie 2012 ton
Eural code
251
191
08.01.11*
filterkoek
164.5
152.6
198
248
11.01.09*
verfslib
115.9
102.04
190
156
08.01.13*
antivries en ruitenwis olieslib remvloeistof alkalische ontvetter verpakking met resfractie
3 19.7 2.3 13.5 4.1
1.5 21.216 3.276 11.484 3.93085
1.964 45.91 0.954
23 1.04 45 0
16.01.14* 13.05.02* 16.01.13* 11.01.13* 15.01.10*
accu’s smeerolie TL lampen zwavelzuur/zoutzuur mengeling zuur+ water rencast 5073/ Gardoclean vochtabsorptiekorrels diesel
0 1.8 1.6 1 2.8
33.82 4.284 2.19 0.82 0 0.282 0.81 0.898
tankreiniging
0
1
11.072
3.696 23.16 2.834 2.34 2.786 0.242 1.321
1.478
2.87
spectrus NX1164/ISO-PMDI benzine
1.216 1.786
0.518
0.08 0.23 0
16.06.01* 13.02.05* 20.01.21* 06.01.02* 06.01.06* 07.02.99* 15.02.02* 13.02.08*
1.126 0.144
8.995
ijzerchloride
tonerafval smeervet asbesthoudend bouwmateriaal waterverf
43.1 3.54 1.47
07.01.04* 06.03.99* 0.091 2.046
16.09.04* 12.01.04*
0 0.064
08.03.17* 12.01.12* 17.06.05*
13.38
08.01.11*
vernis
44.48
08.01.11*
olie-watermengsel 95% olie-5%water verontreinigende vodden pasteus afval compaktuna robacta TC Cool spuitbussen PU
1.054
13.05.06*
2.054 1.034 0.926 0.348 0.184
15.02.02* 08.01.13* 08.01.11* 07.01.04* 16.05.04*
42.8
0.294
polyquest 5068 verf op solventbasis
zeep
deoxidine 670
polymate 5854
0.06 3.056
07.01.04* 08.01.11*
1.07
08.01.11*
0.094
06.01.06*
0.092
06.02.05*
9.000
180.000
8.000
160.000
7.000
140.000
6.000
120.000
5.000
100.000
4.000
80.000
3.000
60.000
2.000
40.000
1.000
20.000
Productie (stuks)
Afval (ton)
Evolutie afval
2009
2010
2011
2012
Jaar
180.000
800
160.000
700
140.000
600
120.000
500
100.000
400
80.000
300
60.000
200
40.000
100
20.000
0
0
2009
2010
2011 Jaar
32 / Milieuverklaring 2013 /
2012
Productie (stuks)
Gevaarlijk afval (ton)
Evolutie gevaarlijk afval 900
fysico-chemische voorbehandeling cementovens valorisering als secundaire grondstof cementindustrie fysico-chemische voorbehandeling cementovens recyclage fysico-chemische behandeling recyclage (proviron Hemiksem) fysico-chemische behandeling metaal recyclage/restant verbranding met energiecup recyclage recyclage recyclage fysico-chemische behandeling waterzuivering verbranding met energiecup verbranding met energiecup valorisering als secundaire grondstof cementindustrie valorisering als secundaire grondstof cementindustrie fysico-chemische voorbehandeling cementovens verbranding met energiecup valorisering als secundaire grondstof cementindustrie recyclage verbranding met energiecup deponie fysico-chemische voorbehandeling / vaste substantie brandstof met energievalorisering voor cementovens fysico-chemische voorbehandeling / vaste substantie brandstof met energievalorisering voor cementovens scheiden olie/water fase met recyclage vd olie en F/C behandeling vd waterfase (WOS) verbranding met energierecuperatie verbranding met energierecuperatie valorisatie in cementindustrie verbranding met energierecuperatie na shredding in cryogene shredder recuperatie van metaal verbranding met energierecuperatie fysico-chemische voorbehandeling / vaste substitutiebrandstof voor energetische valorisering in cementovens fysico-chemische voorbehandeling / vaste substitutiebrandstof voor energetische valorisering in cementovens fysico-chemische voorbehandeling / vaste substantie brandstof met energievalorisering voor cementovens fysico-chemische voorbehandeling / vaste substantie brandstof met energievalorisering voor cementovens
Energieverbruik en productie-evolutie 130.000
130.000
120.000
120.000
110.000
110.000
100.000
100.000
90.000
90.000
80.000
80.000
70.000
70.000
60.000
60.000
50.000
50.000
40.000
40.000
30.000
30.000
20.000
20.000
10.000
10.000
0,00
2009
2010
Aardgas- en stookolieverbruik
2011
0
2012
Jaar Stroomverbruik
Energiebehoefte per voertuig
Nieuw afvalconcept: sorteereilanden voor PMD, papier- en restafval
De totale afvalaccumulatie bij Audi Brussels daalde in 2012 naar 4.458 ton en is daarmee ten opzichte van 2011 met 10% gedaald. De hoeveelheden gevaarlijk afval stegen naar 784 ton, wat een stijging betekende van 6%. De daling van het afvaltotaal in 2012, ondanks de stijging in productievolume, is te verklaren door minder afbraakwerken aan gebouwen. Tevens is er een vermindering te merken van restafval, dit door een betere sortering en het daar bijhorend bewustzijn. Wanneer we de stijging van het aandeel “gevaarlijk afval” willen verklaren dan tonen de cijfers een toename volgens de productiestijging, dit verschil is dus te linken aan het produceren van 5282 extra wagens tozv 2011. Het PMD-inzamelingsproject, dat loopt in de plaatslagerij, liep verder in 2012. Tijdens deze periode werd er 819 ton apart ingezameld. Tot augustus 2012 werd het afvoeren georganiseerd door het ophalen van de gevulde PMD-vuilniszakken, vanaf augustus 2012 werd overgeschakeld op de inzameling d.m.v. containers.
0
0
verwerkingswijze
Productie (stuks)
2011 ton
225
Eind 2013/begin 2014 zal het apart inzamelen van PMD van kracht worden voor de gehele onderneming. Ondertussen werden er hiervoor al recyclage-eilanden geplaatst in ongeveer 70% van de diensten, waaronder vele bureelzones. In 2011 werd er tevens gestart met het apart inzamelen van plastieken verpakkingsfolie, die in een recyclagecyclus terecht komt. In 2012 werd dit initiatief verder uitgebreid door ook de beschermende schuimfolie die uitgepakt wordt in de montageafdeling apart in te zamelen voor recyclage. Deze inzameling gebeurt via een systeem van knapzakvuilbakken. In 2012 ging het hier over 61 ton.
3.500
130.000
3.000
120.000
2.500
100.000
2.000
80.000
1.500
60.000
1.000
40.000
500
20.000
0
2009
2010
Aardgasverbruik per wagen
2011 Jaar
2012
Productie (stuks)
2010 ton
160
Energiebehoefte (mWh)
2009 ton
afvalsolvent
Energiebehoefte (kWh) per voertuig
overzicht gevaarlijk afval
0
Stroomverbruik per wagen
Het energieverbruik bij Audi Brussels is hoofdzakelijk afkomstig van het aanwenden van aardgas. Circa 73% van dit aardgasverbruik is benodigd voor de productieprocessen. Een kleiner deel van de energiebehoefte wordt ingevuld door het aanwenden van elektrische energie. In 2012 werd honderd procent van de elektrische energie ingekocht. Waarbij vanaf april 2012 overgeschakeld werd op aangekochte groene stroom. Deze regeneratieve stroom is 100% traceerbeer, en komt uit waterkrachtcentrales uit het centraal massiefin Frankrijk. Het overgrote aandeel wordt toegepast in productieprocessen, verlichting en gebouwenuitrusting. Zoals eerder vermeld installeerde Audi Brussels in 2013 zonnepanelen die de onderneming toelaten een deel van haar groene energie zelf te produceren (zie artikel “Laat de zon maar schijnen”). In 2012 steeg het absolute energieverbruik t.o.v. 2011 van 2,08 TWh naar 2,18 TWh. Wanneer deze cijfers uitgezet worden in functie van het aantal geproduceerde voertuigen dan is te merken dat het energieverbruik per geproduceerd voertuig gelijk bleef op 1,77 kWh, dit ondanks de strengere winterperiode in 2012.
De warmtewisselaar recupereert verlieswarmte en zet deze nuttig in door verse lucht voor te verwarmen
Hieruit kan worden besloten dat energiebesparende maatregelen een effect hebben gehad. Een duidelijke ondernomen actie uit 2012 is het installeren van een nieuwe ventilatie in de Karobau-afdeling. Om de grote hallen van de Karobau te verwarmen werd overgeschakeld naar warmwaterbatterijen, samen met warmtewisselaars voor energierecuperatie. Een warmwaterbatterij is het onderdeel van het ventilatiesysteem dat instaat voor ruimtelijke verwarming. Deze warmwaterbatterij bevat water dat verwarmd wordt door een warmteopwekkingstoestel. Vervolgens zal de warmwaterbatterij de toevoerlucht in een ruimte verwarmen tot op de gewenste temperatuur. Verder is er nog een planning voor de installatie van een warmtekrachtkoppeling. Een WKK is de gecombineerde opwekking in één proces, op basis van een brandstof, van warmte en elektriciteit (of mechanische energie), waarbij de warmte nuttig wordt gebruikt. De installatie van deze WKK is gepland voor eind 2014, waarvoor reeds de milieuvergunningsaanvraag ingediend is.
Audi Brussels / 33
Geluid
Emissies CO en NOx
Vluchtige organische componenten
De waarden van CO en NOx werden berekend aan de hand van het gas- en brandstofverbruik aangezien deze emissies hiervan afhankelijk zijn. Ten opzichte van 2011 steeg de uitstoot van CO en NOx met 5%. De stijgende trend kan gelinkt worden aan het gestegen energieverbruik, dat te verklaren valt door de gestegen productie en de strengere winterperiode in 2012.
Vluchtige organische solventemissies ontstaan voornamelijk bij het verven en het coaten van oppervlakken, met andere woorden bij het lakken en vernissen van carrosserieën.
In overeenkomst met de Europese richtlijn 2003/87/ EG ter regeling van de handel in broeikasgasemissies is Audi Brussels verplicht om deel te nemen aan het Europese handelssysteem van CO2 -emissies. Voor de 2e handelsperiode (2008-2012) werden er 137,1 kton CO2 -emissierechten toegekend aan Audi Brussels. Tijdens deze tweede handelsperiode werden 100,3 kton rechten gebruikt. In 2012 werd 8% van de toegekende hoeveelheid gekocht aan CER-rechten, waardoor in totaal 36,7 kton emissierechten overgedragen werden naar de derde handelsperiode (20132020) waar de rechten ditmaal op Europees en niet meer op nationaal/regionaal niveau zullen toegekend worden. Hiernaast kreeg Audi Brussels een prognose over de allocatie aan CO2 -rechten voor deze handelsperiode. Rekening houdend met de verwachte jaarlijkse CO2 -uitstoot, zullen de overgedragen rechten gebruikt kunnen worden tot en met 2016.
Deze maatregelen vertalen zich in een lichte daling van solventemissies. Deze gingen ten opzichte van 2011 van 3,11 kg/voertuig naar 3,06kg/voertuig in 2012. Deze evolutie is rechtevenredig met de productiecijfers en tonen zoals gezegd de ondernomen actie van het spoelmiddel van de clearcoating. Evolutie uitstoot van VOS
100.000
20
80.000
15
60.000
10
40.000
5
20.000
160.000
35
140.000
30
120.000
25
100.000
20
80.000
15
60.000
10
40.000
5
20.000
2010
2011 Jaar
Emissie CO2 (kton)
2012
180.000
40
160.000
35
140.000
30
120.000
25
100.000
20
80.000
15
60.000
10
40.000
5
20.000
40
160.000
35
140.000 120.000
25
100.000
20
80.000
15
60.000
10
40.000
5
20.000
2011
2012
0
CO (ton)
180.000
2010
2009
2010
2011
2012
Ook werd vastgesteld dat indien er in de toekomst gekozen zou worden voor een drieploegensysteem, extra maatregelen nodig zullen zijn. Na de voltooiing van de hiervoor opgesomde projecten zal een update van de geluidskaart zal zich opdringen. Prognose is dat deze in 2014 zal plaatsvinden.
0
Evolutie uitstoot van CO
productie (stuks)
NOx (ton)
45
2009
0
Dit onderzoek bracht naar voor dat de WKK niet meer als 90 Db(A) mag emitteren, waardoor een juiste keuze van geluidsdemping zich opdringt. Voor de nieuwe VBH/KTL worden geen problemen verwacht daar het gebouw lager is dan gebouw L3/4, wat een barrière vormt naar de bewoners van Vorst toe.
Jaar
Evolutie uitstoot van NOx
0
2011
45
0
Ontvangen rechten (kton)
30
2010
Voor bepaalde nieuwe projecten werd er in 2013 een prognose gemaakt van de mogelijke geluidsimissiebronnen in functie van de geluidskaart. Deze projecten zijn: De installatie van de nieuwe VBH/ KTL in gebouw L8, een nieuwe ketel en schoorsteen die in gebouw N geïnstalleerd zullen worden en de installatie van een warmtekrachtkoppeling (WKK) in gebouw G1.
45
180.000
40
160.000
35
140.000
30
120.000
25
100.000
20
80.000
15
60.000
10
40.000
5
20.000
0
2009
2010
2011
2012
productie (stuks)
2009
2009
Evolutie uitstoot van CO2
0 0
2008
Jaar
Emissie CO2 (kton)
25
Productie (stuks)
120.000
180.000
40
0
Emissie CO2 –rechten t.o.v. ontvangen rechten 30
45
productie (stuks)
CO2 -emissies: emissiehandel
Deze spuitkoppen hebben een lager verbruik door een lager verlies, wat resulteert in minder emissies. In 2012 werd er een efficiëntieverbetering bekomen door een herafstelling bij het spoelen van de spuitkoppen van de clearcoat-laklijn.
Productie (stuks)
De emissies van het broeikasgas CO2 zijn van primordiaal belang voor de Audi-vestiging in Brussel. In 2012 was er een stijging in CO2 -uitstoot. In concrete cijfers bedroeg deze emissie tot 23.176 ton, wat een stijging van 5% betekende. Deze CO2 -emissies kunnen bovenal gewijd worden aan meteorologische invloeden die een stijging van het aardgasverbruik veroorzaakten.
VOS (g/m²)
CO2-uitstoot
Audi gebruikt moderne milieubeschermingtechnieken in zijn lakprocessen. De recent geïnstalleerde nieuwe verfspuitkoppen op de tweede basislak-lijn zijn hier een voorbeeld van. Deze werden in 2011 in dienst genomen en optimaliseren zo het proces.
De laatste gemeten update van de geluidskaart van Audi Brussels dateert van 2010, dit na de ombouwwerkzaamheden voor het nieuwe model. Bij de toenmalige bedrijfsvoering in een tweeploegenstelsel werden geen overschrijdingen vastgesteld. De meest significante geluidsemissies bevinden zich langs de spoorweg. Aangezien er sinds 2010 geen significante wijzigingen in het productiesysteem plaatsvonden, geldt deze situatie vandaag nog steeds en werden er het voorbije jaar dan ook geen geluidsklachten geregistreerd.
0
Jaar
Jaar
34 / Milieuverklaring 2013 /
Geluidskaart AUDI BRUSSELS
Audi Brussels / 35
Water
Siteverontreiniging
Het absoluut waterverbruik in 2012 bleef ten opzichte van 2011 (270.000 m³) stabiel met 270.194 m³, wat geen significante verandering betekent.
Bodemverontreiniging en sanering In opvolging van de afgestemde planning na het conform verklaarde verkennend bodemonderzoek van de site in augustus 2011 en de geplande vernieuwing van het VBH-KTLproces (gebouw en installatie) aan de westkant van gebouw L3/4 werd een doorgedreven beschrijvend bodemonderzoek doorgevoerd en conform verklaard door Leefmilieu Brussel. Hierbij werd gebruik gemaakt van een heel aantal vooruitstrevende onderzoekstechnieken.
Om het waterverbruik transparanter te maken, werd in 2012 een ultrasone waterdebietmeter aangekocht. Deze meter, waarbij de tijd die een door de waterstroom gezonden geluidspuls nodig heeft wordt gerelateerd aan het debiet (looptijdmeter), moet toelaten de verbruiken accuraat te meten en zodoende het verbruik verder te doen dalen en de efficëntie te doen stijgen.
Eerst en vooral werden de sonderingstechnieken MIP (Membrane Interface Probe) en ROST (Rapid Optical Screening Tool) toegepast. Dit zijn twee snelle, kwantitatieve driedimensionale methodes waarmee een algemeen beeld kan bekomen worden van de vervuilingsordes voor o.a. BTEX, minerale oliën en vluchtige organische chloorhoudende koolstoffen.
Samen met de actualisatie van het leidingsnet, waarbij alles terug in kaart werd gebracht kan de waterbalans aangepast worden. Hierbij werd vastgesteld dat 80% van het waterverbruik afkomstig is uit gebouw L1/2, met name de VBH/KTL-installatie. In het kader van de -25%-doelstellingen is het duidelijk dat de komst van de nieuwe VBH/KTL-installatie een groot potentieel kan betekenen op vlak van waterbesparingen. De bekomen milieuvergunning voor deze installatie legt immers efficiëntieverbeteringen en nieuwe lozingsvoorwaarden op. De ultrasone waterdebietmeter: het waterverbruik transparanter maken
6,0
120.000
5,5
110.000
5,0
100.000
4,5
90.000
4,0
80.000
3,5
70.000
3,0
60.000
2,5
50.000
2,0
40.000
1,5
30.000
1,0
20.000
0,5
10.000
0,0
Productie (stuks)
Waterverbruik (m³/voertuig)
Waterverbruik per voertuig
Tijdens deze sonderingen werd eveneens gelijktijdig gebruik gemaakt van een CPT-sonde (Cone Penetration Testing) om de verschillende geologische bodemsamenstellingen te onderzoeken en van een driedimensionale Magcone-sonde die dient om de mogelijk aanwezige bomblindgangers in de werfzone tijdig te kunnen detecteren. Deze onderzoeken werden nadien onderbouwd met de nodige kwalitatieve onderzoeken d.m.v. laboanalyses op bodem- en grondwaterstalen op verschillende dieptes. De combinatie van deze technieken heeft ertoe geleid een duidelijk driedimensionaal beeld te bekomen van de historische vervuilingstoestand van deze zone (zie figuur). In het kader van het gedetailleerde bodemonderzoek, werden alle geïdentificeerde vervuilingen bestempeld als weesvervuiling, dus onafhankelijk van de activiteiten van Audi Brussels. De uitgevoerde risicostudie heeft toegelaten om te besluiten dat deze vervuiling geen enkel humaan risico, noch een risico voor omringende ecosystemen vormt. In tegenstellling hierop bestaat er wel een verspreidingsrisico, waardoor een risicobeheersingproject noodzakelijk is.
Verschillende mogelijke beheerstechnieken werden met elkaar vergeleken om de verontreiniging te beheren. De weerhouden methode om de verspreiding af te perken is de installatie van een hydraulische barrière. De globale stroomrichting van het grondwater is van Zuid naar Noord. De verontreinigingskern bevindt zich dus ter hoogte van gebouwen L7/L8 en L3/4 en sterkt zich uit richting gebouwen N en vooral gebouw C2. In de kelder van gebouw C2, gelegen in het meest noordelijke deel van de site, is een oppompinstallatie van het grondwater geïnstalleerd. Dit opgepompt grondwater wordt in een zuiveringsstation behandeld, specifiek afgesteld op de verontreiniging die aanwezig is in het grondwater. Dit zuiveringsstation maakt momenteel deel uit van een testproject, om de beste zuiveringstechniek te kunnen determineren, en met deze informatie een vaste zuiveringsinstallatie te kunnen installeren. Ook werd gedacht aan een back-uptechniek voor de verspreiding van de vervuiling tegen te gaan. Deze bestaat uit het oppompen van het grondwater uit de vervuilingskern. Dit zou enkel noodzakelijk worden wanneer er in de buurt van deze kern een bemaling zou plaatsvinden. Dit oppompen uit de kern moet de vervuilingspluim indijken. Om dit mogelijk te maken is het noodzakelijk om pompputten te voorzien onder het gebouw L8, die geïntegreerd worden in de funderingen en worden verbonden met een pompinstallatie en zuiveringsunit in het geval er gepompt wordt. Om af te ronden is het voorzien om de evolutie van de verontreiniging op te volgen via een monitoringsprogramma uitgevoerd door een bodemexpert. Een opvolging van de vervuilingconcentraties in de piëzometers, verdeeld volgens een specifiek patroon, moeten toelaten om te bepalen of de genomen maatregelen om de verspreiding tegen te gaan hun effectiviteit bewijzen. Indien dit noodzakelijk zou moeten zijn worden extra maatregelen getroffen.
0
2009
2010
2011 Jaar
2012
O
Z
N
W
450.000
180.000
400.000
160.000
350.000
140.000
300.000
120.000
250.000
100.000
200.000
80.000
150.000
60.000
100.000
40.000
50.000
20.000 0
0
2009
2010 2011 Jaar
Productie (stuks)
Waterverbruik (m³)
Waterverbruik
L3/4
ING
M TRO ERS
AT NDW GRO
C2
L8
L7
2012
Hydraulische barrière
N Vervuilingskern
36 / Milieuverklaring 2013 /
Audi Brussels / 37
Biodiversiteit
Indirecte milieueffecten
Mobiliteit: woon-werkverkeer In het kader van de door het Brussels Gewest opgelegde wetgeving rond bedrijfsvervoersplannen werd in 2011 een diagnostiek opgesteld door een personeelsenquête te houden. In 2012 werden, rekening houdend met de resultaten uit de enqûete, de eerste voorziene maatregelen getroffen. Zo werd gekozen voor het versterken van een carpoolbeleid bij Audi Brussels. Dit is een actie die goed past bij het bedrijf. Aangezien werknemers elk dezelfde uren hebben en het openbaar vervoer voor hen vaak nog niet rijdt, is carpooling de ideale actie om het aantal voertuigen die dagelijks naar de site komen te doen dalen. In dit licht werd er een officieel carpoolbeleid uitgeschreven waardoor werknemers in aanmerking kwamen voor een fiscaal voordeel. Tegen medio 2012 schreven een 100-tal groepen zich in, goed voor een totaal van 9% carpoolende werknemers. Ook werd beslist dat carpoolers tegen 2014 moeten beschikken over geprivilegieerde parkeerplaatsen, tevens wordt er gebouwd aan een op VW-niveau overkoepelend carpoolplatform dat moet toelaten dat werknemers binnen de onderneming als tussen ondernemingen elkaar kunnen vinden om samen te kunnen carpoolen.
Het Audi eikenbos in La Hulpe: een biodivers project!
Eikenbos CO2-onderzoeksproject De langdurige wetenschappelijke begeleiding van het Eikenbos CO2-onderzoeksproject behoort tot één van de eerste projecten van de Audi Stiftung für Umwelt (Audi Stichting voor het Milieu). Dit internationale project dat niet alleen bij Audi Brussels, maar ook in Duitsland, Hongarije en Italië werd opgezet, onderzoekt onder andere de wisselwerkingen tussen de aanplantingsdichtheid van eikenbomen langs de ene kant en het CO2-bindingspotentieel en biodiversiteit langs de andere kant. Het doel is te achterhalen hoe bomen optimaal aangeplant moeten worden, om een zo groot mogelijke opname van CO2te bereiken en wat de voorwaarden zijn om een zo sterk mogelijke ontwikkeling van de biodiversiteit te krijgen. Een eik dient van zijn wortels tot zijn kroon immers als habitat voor duizenden levensvormen, planten en organismen. Deze grote verscheidenheid aan levensvormen, genaamd biodiversiteit, wijst op een evolutionaire hoge leeftijd van deze boomsoort. Alleen al 400 vlinderrupsensoorten zijn direct of indirect op de eik aangewezen, daarbij ook nog 28 vogelsoorten, talrijke knaagdieren, zoals de boommarter, en honderden gevleugelde en niet gevleugelde insecten. Daarnaast is de eik een boomsoort die in zijn volwassen stadium veel koolstofdioxide kan verwerken. De basis van het project bestaat uit het beplanten van verschillende terreinen naast Audi-vestigingen volgens een speciaal patroon. Hierdoor kunnen er vergelijkingen gemaakt worden tussen verschillende klimaatsomstandigheden. Op 38 / Milieuverklaring 2013 /
een terrein van het Solvay-park in La Hulpe, ter grootte van drie hectaren, werden door Audi Brussels 1.000 eikenbomen aangeplant volgens een precieze concentrische structuur. De bomen staan 14 cm tot 30 m uit elkaar. Deze verschillende afstanden van de aanplanting moeten toelaten de CO2opname, de groei en de interactie in het ecosysteem na te gaan naargelang de positionering.
Ook werd er in 2012 een (vakbonds)werkgroep “mobiliteit” opgericht. Dit om de door te voeren maatregelen met alle actoren efficienter te kunnen bespreken. De werkgroep komt samen naar gelang de dringendheid van de thema’s die er moeten uitgewerkt worden, met een minimum van 1 keer per maand. Op het moment van schrijven werden er al 8 mobiliteitswerkgroepen georganiseerd. Onder het luik communicatie ging in het derde kwartaal van 2012 de mobiliteitswebsite van Audi Brussels online, een platform waar zowel interne medewerkers als externe bezoekers/leveranciers op terecht kunnen omtrent informatie op mobiliteitsvlak.
Om de wetenschappelijke opvolging, die door de Technische Universiteit München gebeurt, te vergemakkelijken werden de bomen d.m.v. GPS-coördinaten vastgelegd. Ook al moeten de wetenschappers het nodige geduld opbrengen bij dit project (het loopt immers over vele tientallen jaren), toch zal het een onmiddellijk vervolg kennen: het planten van 7.000 andere bomen langs de rand van het testterrein, die als bufferzone zullen dienen, bestaande uit verscheidene inheemse boomsoorten zoals de esdoorn, de berk, de es, de wilg, de linde en de perelaar. Deze bomen zullen gepland worden tijdens de winterperiode 2013 - 2014. Sinds de start van dit project zijn de tussentijdse resultaten positief. Ongeveer 1000 planten slaan goed aan, wat te merken is aan de goede groei en bladerenontwikkeling. Slecht 6% van de planten doet het minder goed. Ook de biodiversiteit komt goed op gang, zo werd de aanwezigheid van bepaalde rechtvleugelingen vastgesteld, met name sprinkhanen en krekels. Tevens is er ook aanwezigheid van verscheidene kruidachtige soorten, waaronder het “echt duizendguldenkruid” (Centaurium erythraea), een in Wallonië beschermde soort.
Dankzij het bedrijfsvervoerplan probeert AUDI BRUSSELS zijn steentje bij te dragen om het fileleed te verzachten.
Audi Brussels / 39
Mobiliteit: Logistiek Zoals in het verleden ook ondernomen werden in 2012 een aantal acties verder gezet om het vrachtverkeer naar en van de Audi Brussels-site duurzamer te maken. Alle leveranciersaanleveringen die zowel per spoor, per schip als via de weg mogelijk waren, werden waar mogelijk en wanneer mogelijk gepland in functie van de meest milieuvriendelijke transportwijzen. Binnenschepen verbruiken immers vier tot zeven keer minder brandstof per tonkilometer dan vrachtwagens. Met 5 liter brandstof kan een binnenschip één ton goederen 500 km ver vervoeren. Een trein raakt daarmee slechts 333 km ver, een vrachtwagen slechts 100 km. Verder werd de vulgraad van de vrachtwagens en het aantal “jumbo”-transporten zoveel mogelijk gemaximaliseerd zodat hiermee wegtransporten kunnen uitgespaard worden, en zodoende het brandstofverbruik en de bijbehorende milieu-impact verkleind worden. In 2013 wordt een nieuw ecologisch beoordelingssysteem van de leveranciers opgestart. Bedoeling is om bestaande leveranciers via een “balanced scorecard”een score toe te kennen die hun milieuvriendelijkheid beoordeelt. Voorbeelden van factoren die deze score kunnen beïnvloeden zijn bijvoorbeeld het type verpakkingsmateriaal dat een leverancier gebruikt, het transportmiddel of de geografische afstand tot Audi Brussels. De bedoeling is dat dit systeem eerst gebruikt gaat worden bij de bestaande leveranciers, en dat naar de toekomst toe het ook zijn intrede kan vinden bij de aanwerving van nieuwe leveranciers.
Relatie met significante milieuwetgeving Richtlijn betreffende milieuaansprakelijkheid met betrekking tot het voorkomen en herstellen van milieuschade (2004/35/EG) Milieuaansprakelijkheid omvat de mogelijke aansprakelijkheden voor schade aan het leefmilieu, maar ook aansprakelijkheid voor het voorkomen en het herstellen van milieuschade. De productieprocessen van Audi Brussels brengen immers mogelijk risico’s tot milieuschade mee.
Richtlijn 2010/75/EU van het Europees Parlement en de raad van 24 november 2010 inzake industriële emissies (IED-richtlijn) Installaties die milieubelastend zijn, dienen zeer nauwgezet opgevolgd te worden. De resultaten van meetcampagnes dienen jaarlijks aan de overheid gerapporteerd te worden. Daarenboven moeten de milieueffecten veroorzaakt door de installatie beheerst worden via de best beschikbare technieken. De afdeling Schilderij valt onder deze richtlijn omwille van volgende activiteiten: • oppervlaktebehandeling van de carrosserieën via een elektrolytisch procedé (voorbehandeling voor het aanbrengen van de lak). + Effect op het milieu: gebruik van zware metalen en energie. + Beheersing: fysico-chemische waterzuivering (zie “afvalwater”) en een doorgedreven energiemanagementsysteem,... • het aanbrengen van de lak in de spuitcabines. + Effect op het milieu: solventemissies. + Beheersing: naverbranders op de ovens en zuiveringsinstallatie voor het proceswater,... De IED is op 6 januari 2011 in werking getreden. Lidstaten hebben twee jaar de tijd om de nieuwe richtlijn in de nationale wetgeving te implementeren. In België gebeurt dit regionaal. In Brussel kwam hieromtrent nog geen nieuwe wetgeving uit.
Solventrichtlijn (1999/13/EG) Als gevolg van het lakken van voertuigen, dient er jaarlijks een oplosmiddelenboekhouding bijgehouden te worden. Hierin wordt de relatie tussen de hoeveelheid aangewende verf en de gerelateerde solventemissie berekend. +Effect op het milieu: zie “Emissies”. +Beheersing: zie hoofdstuk “Emissies”.
Ordonnantie betreffende de vervoersplannen van 14 mei 2009 en Besluit van de Brusselse Regering betreffende de bedrijfsvervoerplannen van 7 april 2011
18
180.000
16
160.000
14
140.000
12
120.000
10
100.000
8
80.000
6
60.000
4
40.000
2
20.000
0
2009
2010
2011
2012
0
Jaar
Verpakkingsafval Verpakkingen in de vorm van kartonnen dozen zijn te vermijden verpakkingsmaterialen. Vanuit de Volkswagengroep is er een systeem van leeggoedrotatie waardoor het mogelijk is om herbruikbare verpakkingen (metalen bakken met vaste afmetingen op maat van de stukken) naar de leverancier te zenden. Via deze weg worden kartonnen dozen vermeden. In 2012 is een lichte daling van het kartonafval per wagen op te merken. Dit bedraagt 8,37kg/ wagen tov 8,44 kg/wagen. In 2012 ging de afdeling logistiek verder met de opvolging van karton als verpakkingsmateriaal.
40 / Milieuverklaring 2013 /
Productie (stuks)
Kartonafval (kg/wagen)
Kartonafval per wagen
Elke dag worden de leveringsgegevens opgevraagd en bestudeerd. Leveranciers die afgeweken hebben van een levering met bakken en stukken in kartonnen verpakkingen geleverd hebben, worden hierop aangesproken om dit weg te werken tegen volgende leveringen. Verder beperkt de afdeling logistiek het aantal stockagedagen, dit om een vlotte terugstroom van bakken naar de leveranciers te garanderen. Deze leveranciers zijn ook verplicht om elke afwijkende levering te melden, op basis van de stock op dat moment kan besloten worden een levering uit te stellen, zodoende om de leverancier de kans te geven om te leveren in de voorziene herbruikbare bakken. Er werden ook doelen gesteld: in 2012 werd maximaal 2% van de leveringen met karton toegelaten. Deze doelstelling werd gehaald, en zal naar 2013 toe verscherpt worden naar 1,5%.
Audi Brussels heeft een invloed op de mobiliteitsproblematiek binnen het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, namelijk het woon-werkverkeer van 2.400 medewerkers. Het opstellen van een bedrijfsvervoerplan is hierdoor wettelijk verplicht. De bedoeling van het vervoerplan is tweeledig: het verminderen van de impact op het milieu door het verkeer dat het bedrijf genereert en het verminderen van de verkeersdrukte op de verkeerswegen in het Brussels Gewest. Concreet moet Audi Brussels maatregelen treffen om de werknemers en de bezoekers van het bedrijf aan te moedigen zich duurzaam te verplaatsen. + Beheersing: het opstellen van een bedrijfsvervoerplan. Het bestaat uit verschillende onderdelen : een diagnose van de huidige mobiliteitssituatie en een concreet actieplan om de situatie te verbeteren.
IVCIE (interregionale verpakkingscommissie) Audi Brussels is verpakkingsverantwoordelijke type C. Dit betekent dat er vooral in de afdeling Logistiek en Montage goederen worden uitgepakt. Jaarlijks dienen we deze hoeveelheden bij de overheid aan te geven. + Effect op het milieu: zie “afval” en “verpakkingsafval”. + Beheersing: sorteren van afval, van de leveranciers herbruikbare verpakkingen eisen, ...
Handel in CO2-emissierechten
Zie hoofdstuk “Emissies”. Energiebesparende maatregelen (technieken en sensibiliseringsacties) worden door het energieteam ontwikkeld met als doel de energie-efficiëntie continu te verbeteren. De beheersingsmogelijkheden van de genoemde milieuaspecten worden in functie van de best beschikbare technieken gekozen. In het hierna vermelde milieuactieplan kunt u verschillende ingezette en geplande beheersingstechnieken raadplegen.
Ordonnantie betreffende het beheer en de sanering van verontreinigde bodems (05/03/2009) Twee verschillende procedures voor het onderzoek en het beheer van verontreinigde bodems zijn van kracht in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Hun doelstelling? Een overzicht geven van de verschillende stappen waarmee u een eventuele verontreiniging op het spoor komt en behandelt. Audi Brussels moet wegens zijn activiteiten de algemene procedure volgen. Via een verkennend bodemonderzoek, een gedetailleerd onderzoek, een risico-onderzoek wordt er naar een saneringsvoorstel toegewerkt. Bij goedkeuring hiervan kan verontreinigde bodem op een efficiënte manier gezuiverd worden, dit ter preventie van verdere verspreiding van vervuiling en bescherming van het leefmilieu.
Milieuvergunning De basismilieuvergunning 70323-(01/0260), uitgereikt door het BIM als bevoegde instantie, drukt de voorwaarden uit om de inrichting“Audi Brussels” te plaatsen, onderhouden en gebruiken.
Audi Brussels / 41
Milieuactieplan Doelstelling
Ref.
Milieutaakstellingen
Termijn
Verantwoordelijke
Vervulling
Doelstelling
1.Verbetering van de milieutechnieken
42 / Milieuverklaring 2013 /
Ref.
Milieutaakstellingen
Termijn
Verantwoordelijke
Vervulling
2012/1.113
Afvalluchtstromen samenvoeren in adsorptierad en centraal verwerken in TNV (Studie)
I/2014
B/GF-2
0%
Significantie energieverbruikers via een monitoringssysteem continu uitlezen (Energiedashboard)
III/2013
B/GF-3
50%
2006/1.19
"Verwijderen van R12 en R22 koelgroepen en te vervangen door koelvloeistof R 407 C (R12 afgewerkt - drogers perslucht = R22)"
II/2012
B/GZ-2
100%
2012/1.114
2006/1.21
Test neerslaan zware metalen in effluent WZI (L8 project) --> nieuwe waterzuivering met BBT
IV/2016
I/PG-C42
50%
2012/1.115
Optimalisatie studie naar gebouwverwarming montagehal
II/2013
B/GZ-2
25%
2012/1.116
Energetische evaluatie van het warmwaternet voor gebouwverwarming
I/2013
B/GZ-2
0%
2006/1.22
Zoeken naar alternatieven voor betere Zn afscheiding in WZI --> nieuwe waterzuivering met BBT
IV/2016
I/PG-C42
25%
2008/1.43
"Afbouw tot een minimum van laserbronnen en omschakeling naar andere technieken, wegens slecht rendement en hoge energienood"
I/2011
B/GF-1
100%
2012/1.121
Persluchtcontroles
continu
B/GZ-2
50%
2008/1.46
Nieuwe energiecentrale en integratie wkk
IV/2014
B/GZ-2
80%
2012/1.122
Extra geluidsdemping spotrepaircabines voorzien
IV/2013
B/GF-2
0%
2012/1.123
UBS oven: uitschakelen tijdens nacht + 1 ipv 2 ovens gebruiken door aanpassing omloopsnelheid
III/2013
B/GF-2
100%
2012/1.117
Energetische evaluatie van de koeltorens geb. N
III/2013
B/GZ-2
0%
2012/1.118
Energetische evaluatie van batterijstation geb. R
III/2013
B/GL
0%
2012/1.119
Verlichtingsstudie geb. AP
I/2013
B/GZ-2
100%
2012/1.120
Updaten asbestinventaris + Budgettering
IV/2012
B/GW
100%
2008/1.47
Plaatsen van bewegingsschakelaars voor sanitair
IV/2011
B/GZ-2
100%
2009/1.59
Nullast verder verlagen en identificeren
continu
B/GZ-2
80%
2009/1.64
Lichtmanagement Karobau - Schilderij - montage
IV/2011
B/GZ-2
80%
2012/1.124
Naar buiten plaatsen werkkuipen in HCl kuip
III/2012
B/GF-2
100%
2009/1.65
Onderzoek naar photovoltaïsche energie (bv dak AP)
II/2013
B/GZ-2
100%
2012/1.125
Decklack 2: Uitschakelen van één ventilatiegroep
II/2012
B/GF-2
100%
2009/1.66
Dakisolatie fabriek
IV/2016
B/GZ-2
80%
2012/1.126
Systeemtanks Fuller: Plaatsen van automatische teller tegen overvulling
IV/2013
B/GF-2
100%
2009/1.67
Renovatie C1-C3
I/2011
B/GZ-2
100%
2012/1.127
Overspray dak verhelpen
I/2013
B/GF-2
25%
2013/1.128
CO2 neutrale fabriek: warmtepomp L8 warmterecuperatie KTL-bad voor VBH-baden
I/2016
B/GF-2
50%
2009/1.68
Aankoop 2 nieuwe mobiele stooktanks met niveaudetectie en overvulbeveiliging
I/2011
B/GZ-2
100%
2009/1.69
Kleine watertest gebouw C1-vervangen biocide door ultrasone reiniging (studie)
IV/2012
B/GQ - B/GW
100%
2009/1.71
Omzetting afvaleilanden met PMD-recyclage doortrekken op fabrieksniveau
I/2014
B/GW
70%
2009/1.72
Introductie (studie) ultrasone reiniging KTL koeltoren
II/2011
B/GW - B/GF-2
10%
2009/1.73
Nieuwe HCl tank + indienstname
III/2010
B/GF-2
95%
2009/1.74
Herstellen inkuiping HCL tank
I/2011
B/GF-2
100%
2009/1.76
Vervangen warmtewisselaar KTL zone 0 (lekkage lucht met solventen) + controlemeting
I/2011
B/GF-2
100%
2010/1.78
Nieuwe Spuitkoppen robotten DL2 (elektrostatisch)
IV/2011
B/GF-2
100%
2010/1.79
Naverbranders DL2 vernieuwen
II/2012
B/GF-2
10%
2010/1.80
Afvalbakken gevaarlijk afval voor gebouw L1-2 voorzien
IV/2011
B/GW
100%
2013/1.129
Proef met ledverlichting in Endabnahme ter preventie van warmteafgifte
IV/2013
B/GF-2
75%
2013/1.130
Haalbaarheidsstudie inzetten hoge rendement elektromotoren
IV/2013
B/GF-2
50%
2013/1.131
Analyse bypassen warmtewisselaars in DL bij buitentemperatuur +20°C --> elektr.besparing ventilatoren
IV/2014
B/GF-2
0%
2013/1.132
Studie mogelijkheid uitschakelen afzuigventilatoren bodemverluchting geb. G in weekend / nacht
II/2014
B/GZ-2
0%
2013/1.133
HCl-tank actief koolfilter in schouw
III/2013
B/GF-2
100%
2013/1.134
Uitschakelen pompen ESKA (weekend/nacht)
II/2014
B/GF-2
10%
2013/1.135
Vernieuwen pulsiegroep Decklack 2
III/2014
B/GF-2
0%
2010/1.81
Extra geluidsdemping laslabo C2 voorzien
II/2012
B/GZ-2 + B/GF-1
0%
2010/1.82
Keuze ander type mastiek montage om de ontvetter "beta prime" te elimeneren
II/2011
B/GF-3
100%
Doelstelling
2010/1.83
Nieuwe opslagplaats gasflessen op afvalpark C2
III/2011
B/GW
100%
2.Beheersing, sanering van bodem- en grondwater
2010/1.84
Plaatsen van nieuwe meetpunten voor solventen vóór de naverbranders
III/2011
B/GF-2
100%
2010/1.85
Onderhoudsplan reinigen citernes gebouw G
II/2012
B/GF-3
100%
2010/1.86
Onderzoek naar verhoogde geluidsemissie straatkant gebouw F1
II/2012
B/GW
0%
2011/1.87
Onderzoek naar de vloeistofdichtheid van de zones waar gevaarlijke producten opgeslaan worden
IV/2012
B/GZ-2 + B/GW
100%
2011/1.88
Inkuiping conform maken van noodgroep gebouw A volgens indienststellingsverslag
III/2011
B/GZ-2
100%
2011/1.89
"Haalbaarheidsstudie naar rechtstreekse koppeling afvalwater naar WZI Brussel-Zuid en mogelijkheid bekijken om gezuiverd water terug te nemen"
I/2012
B/GW
50%
2011/1.90
Vernieuwen ventilatiegroepen M1-4 en M1-6 ==> efficëntere stoffilters + warmterecuperatie)
IV/2013
B/GZ-2
75%
2011/1.91
Onderzoek haalbaarheid BREF bodywash
I/2012
B/GF-1
100%
2011/1.92
Ketel 6MW gebouw N vervangen door een efficiëntere van 12MW
IV/2013
B/GZ-2
50%
2012/1.93
Verhuizing dieseltanks naar C2 (vloeistofdichtdal + KWS-afscheider + indienstname
IV/2012
B/GZ-2 + B/GW
100%
2012/1.94
Herstelling inkuiping kelder gebouw G
IV/2013
B/GZ-2 + B/GW
100%
2012/1.95
Nieuw afvalpark (concept + uitwerking)
IV/2016
B/GW
50%
2012/1.96
CO2-neutrale fabriek: 1. aankoop groene stroom
I/2012
B/GZ-2
100%
2012/1.97
CO2-neutrale fabriek: 2. installatie van zonnepanelen
IV/2012
B/GZ-2
100%
2012/1.98
CO2-neutrale fabriek: 3. zie punt 2008/1.46
I/2014
B/GZ-2
80%
2012/1.99
CO2-neutrale fabriek: 4. Warmterecuperatie Schouw Schilderij
I/2016
B/GZ-2 B/GF-2
25%
2012/1.100
CO2-neutrale fabriek: 5. Warmterecuperatie persluchtcompressoren
I/2014
B/GZ-2
25%
2012/1.101
CO2-neutrale fabriek: 6. Warm water productie mbhv biobrandstoffen
I/2016
B/GZ-2
0%
2012/1.102
CO2-neutrale fabriek: 7.Aankoop van biogas
IV/2016
B/GZ-2
0%
2012/1.103
Verhuis opslag gevaarlijke producten geb. P naar C1/C3
II/2013
B/GZ-2
95%
2012/1.104
Optimeren spoelmiddelenverbruik in de schilderij (CC: 100%; Fuller: test ingepland)
IV/2012
B/GF-2
50%
Ref.
Milieutaakstellingen
Termijn
Verantwoordelijke
Vervulling
2003/2.4
Monitoring sanering terrein M1-6
IV/2013
B/GW
75%
2004/2.6
Terrein ACEC: afronding beschrijvend bodemonderzoek + vrijstelling saneringsplicht deel VOCL + terrein klaar voor versnelde overdracht
IV/2012
B/GW
95%
2006/2.15
Beschrijvend en oriënterend bodemonderzoek L3-4 (VBH-KTL)
II/2012
B/GW
100%
2006/2.16
Monitoring gebouw G
IV/2013
B/GW
75%
2006/2.17
Monitoring terrein Automotive Parc
IV/2020
B/GW
60%
2008/2.19
Bodem- en grondsanering zone nieuwe WDPA
IV/2012
B/GW
75%
2008/2.20
Ondergronds stormbekken gemeente Vorst van 18000m³
IV/2012
Gewest
100%
2008/2.23
reiniging en camera-analyse rioleringsnetwerk
IV/2012
B/GZ-2
100%
2008/2.24
"Nieuwe expeditieparkeerplaatsen: groene zone voorzien (waterdoorlatende asfalt technisch niet mogelijk)"
I/2011
B/GZ-2
100%
2008/2.25
Verkennend en beschrijvend bodemonderzoek + Bodemsaneringsproject gebouw A/A1 + monitoring
IV/2020
B/GW
50%
2009/2.26
"Overgaan tot sanering C3: uithalen ondergrondse tank – drijflaag minerale olie verwijderen via ODS-techniek"
IV/2013
B/GW – B/GZ-2
100%
2009/2.28
Doorvoering risicostudie zone müllpark (perceel 68 H2)
IV/2012
B/GW
95%
2009/2.31
Doorvoering bodemsanering nieuwe testbaan
I/2013
B/GW
70%
2009/2.34
Doorvoeren OBO ganse site
IV/2011
B/GW
100%
2009/2.36
Parking zuidkant C3 - BBO / grondverzet
II/2011
B/GW
100%
2010/2.38
Hydraulische berekening en herstelplanning/uitvoering ter voorkoming overstroming
III/2013
B/GZ-2
75%
2010/2.39
Grondverzet + beperkte sanering rioleringswerken L7 westkant
II/2011
B/GW
100%
2010/2.40
Grondverzet + beperkte sanering = heraanleg middenstraat + HKI
II/2011
B/GW
100%
2011/2.42
Aanleg nieuwe parking 1 met bomenaanplanting + heraanleg parking 8 met waterinfiltratiemogelijkheid
III/2011
B/GZ-2
100%
2012/1.105
Uitschakelen van KTL-oven tijdens nacht
I/2012
B/GF-2
100%
2011/2.43
OBO + Grondverzet 19W2 & 19T
II/2012
B/GW
100%
2012/1.106
Installatie van hydrocyclonen, doekfilter en magneetfilter bad 1 en 2 VBH
III/2012
B/GF-2
100%
2012/2.44
Gedetailleerd onderzoek + risicoonderzoek voor alle percelen
IV/2016
B/GW
10%
2012/1.107
Luchthuishouding cabines optimaliseren (verlagen RH en Frequentiesturing)
I/2011
B/GF-2
100%
2012/1.108
Optimalisatie gebruik UBS oven
I/2012
B/GF-2
100%
2012/1.109
Installatie van koudemachines voor koeling cabines schilderij
I/2013
B/GF-2 + B/GZ-2
75%
2012/1.110
Redundantie van Energiecentrale noord en zuid
I/2016
B/GZ-2
25%
2012/1.111
Uitschakelen gelieroven buiten productie
I/2013
B/GF-1
0%
2012/1.112
Optimalisatie studie Body Wash
III/2013
B/GF-1
0%
2012/2.45
Plaatsing grondwatersanering + BBO perceel 36P2
III/2013
B/GW
80%
2012/2.46
BBO perceel 76 Y
III/2014
B/GW
0%
2012/2.47
BBO perceel 17 H
III/2014
B/GW
0%
Audi Brussels / 43
Doelstelling
Ref.
Milieutaakstellingen
Termijn
Verantwoordelijke
Vervulling
Doelstelling
Ref.
Milieutaakstellingen
Termijn
Verantwoordelijke
Vervulling
2003/3.6
Registratie klachten burencomité + personeel AUDI
III/2011
B/GW
100%
2009/5.10
Overschakelen naar FSC/PEFC gelabeld papier
IV/2011
B/FB
75%
2008/3.11
Update van geluidskadaster
II/2011
B/GW
100%
2009/5.13
Het documentbeheerssyteem opnemen in het software pakket “PS-display”
IV/2012
B/GW – B/GQ – B/FP
100%
2008/3.12
Start opmaak van waterbalans
III/2013
B/GW - B/GZ-2
75%
2008/3.13
Modern gebouwopvolgingssysteem voor o.a. Energieverbruik (ZENON module)
IV/2013
B/GZ-2
100%
2009/5.14
Studie organisatie sorteren van PMD
IV/2012
B/GW
90%
2009/3.18
Plaatsen van caloriemeters om de warmtevraag in de fabriek beter in kaart te brengen
IV/2011
B/GZ-2
100%
2009/5.15
Energie en milieumanagement toepassen van in de planungsfase Audi Brussels opleiden van de planers - vastleggen criteria voor milieu- en energieaspecten
II/2013
B/GW – B/GZ-2
50%
25%
2010/5.16
Onderzoek nieuwe formule oplosmiddelenboekhouding
III/2011
B/GW
100%
2010/5.17
Behalen van de norm ISO50001
III/2012
B/GW – B/GZ-2
100%
2009/3.19
Transparantie verhogen waterverbruik door bijplaatsen tellers
IV/2011
B/GZ-2
2009/3.21
Aankoop software om bodemgegevens te registreren en te georeferentiëren / input data
IV/2011
B/GW / 25% bodemdeskundige
2012/5.20
Indienstnemen 2 nieuwe Milieucoördinatoren
III/2012
B/GW
100%
2010/3.24
Meetcampagne organiseren solventen vóór en na de naverbranders om het rendement te bepalen
III/2011
B/GW-B/GF-1
100%
2012/5.21
Buurtbewoners informeren
IV/2013
B/GW - B/G
100%
2010/3.25
Plaatsen tellers perslucht om verbruik per BU te registreren
II/2012
B/GZ-2
100%
2012/5.22
Koppelen sectionaalpoorten met buildingmgt-systeem
II/2014
B/GZ-2
5%
2012/5.23
Filtermanagement ter optimalisatie van drukverlies --> elektriciteitsverbruik ventilatoren
IV/2013
B/GF-2
100%
2012/5.24
Invoering opvolgingssysteem koudeinstallaties (LEC)
IV/2013
B/GW – B/GZ-2 B/GF-2
50%
2010/3.26
Opstellen algemene procedure milieuregistratie - milieukalender
III/2011
B/GW
100%
2011/3.27
Nieuwe milieuanalyse uitvoeren en opnemen in milieuaspectenregister + introductie van energieaspecten ikv ISO 50001
II/2012
B/GW - B/GZ-2
100%
2011/3.28
Registreren van alle gevaarlijke producten in het opvolgingssysteem in het kader van reach
I/2012
B/GW
80%
2011/3.29
Uitval aan mastiek en schroot beter opvolgen
II/2012
B/GW + B/GF-1
100%
2012/3.30
Integratie van het milieuactieplan in Massnahmen@web
II/2013
B/GW + B/GZ-2
0%
2012/3.31
Controle luchtemissiemetingen op decklack 1
II/2012
B/GW-B/GF-2
100%
2012/3.32
Installatie en implementatie van energiedatamanagementsoftware (EDM)
III/2014
B/GZ-2
50%
2012/3.33
Aanschaf mobiele ultrasoondebietsmeter
II/2013
B/GW + B/GZ-2
100%
2012/3.34
Plaatsen hoofdteller Rue du Pattinage --> Site Audi Brussels
Ref.
Milieutaakstellingen
Termijn
Verantwoordelijke
Vervulling
4.Verbetering van milieu-opleiding/ betrokkenheid
44 / Milieuverklaring 2013 /
Doelstelling
5.Verbetering van de milieuorganisatie
3.Verbetering van milieurelevante registraties
Doelstelling
2012/5.25
Opstellen KPI-dashboard i.k.v. - 25% doelstelling
IV/2013
B/GW – B/GZ-2
80%
2012/5.26
Opstellen beoordelingssysteem voor logistieke leveranciers
IV/2013
B/GW - B/GL
40%
Ref.
Milieutaakstellingen
Termijn
Verantwoordelijke
Vervulling
6. Vergunning en rapport 2009/6.18
Aanvraag milieuvergunning diverse projecten
I/2011
B/GW
100%
2009/6.21
Opmaak faze II van het bedrijfsvervoersplan i.k.v. AUDI
III/2011
B/GW
100%
2011/6.23
Verificatie emissierechten derde handelsperiode (CO2)
II/2011
B/GW – B/GZ-2
100%
2012/6.24
Updating milieuvergunning (WKK, Gefahrstoflager C1/3,…)
II/2012
B/GW
85%
2012/6.25
Indiening bedrijfsvervoersplan
I/2012
B/GW
100%
2012/6.26
Aanvraag Milieuvergunning gebouw L8
IV/2012
B/GW
100%
2009/4.11
Externe communicatie verbeteren via onze mascotte “AUDIL KROCK”
I/2011
B/GW
25%
2012/6.27
Actieplan Mobiliteit: Omzetting
IV/2012
B/GW
75%
2009/4.13
EMAS-coördinatoren nauwer betrekken bij milieuwetgeving via compliance audits
I/2012
B/GW
100%
2012/6.28
Aanvraag en behalen label Ecodynamische onderneming
I/2013
B/GW
100%
2009/4.17
Continue vorming milieucoördinatoren
continu
B/GW
continu
2012/6.29
Hernieuwing (basis)milieuvergunning IA
II/2017
B/GW
0%
2009/4.18
Introductie EMAS in MEB gesprekken
continu
B/GW
100%
2010/4.20
Toelatingsproef voor contractoren inlassen via EHS Game
I/2013
B/GW + B/SW
80%
2011/4.21
Waldproject
III/2012
B/GW
90%
2011/4.23
Gidsen voor bedrijfsbezoeken een opleiding in milieu geven
IV/2011
B/GW
50%
2011/4.24
Opleiding omgaan met EN-16001 voor alle Energiecoördinatoren + milieucoördinatoren
I/2011
B/GW - B/GZ-2
100%
2012/4.25
Opleiding omgaan met ISO50001 voor alle Energiecoördinatoren + milieucoördinatoren
I/2012
B/GW - B/GZ-2
100%
2012/4.26
Update van de milieupolitiek (missie, visie en waarden)
III/2011
B/GW - B/GZ-2
100%
2012/4.27
Opleiding Nullasten via Teamgesprekken
III/2012
B/GW - B/GZ-2
100%
2012/4.28
Opleiding Energiebeauftragter voor Energiercoördinatoren
IV/2013
B/GW - B/GZ-2
30%
2012/4.29
Behalen Diploma Milieucoördinator niveau A door medewerker Milieudienst
III/2012
B/GW
100%
2012/4.30
Opleiding EHS Game voor bewaking en planers
IV/2012
B/GW
95%
Audi Brussels / 45
Overzicht verbruiks- en emissiewaarden
Validatieverklaring
Verklaring van de milieuverificateur over de verificatie- en valideringswerkzaamheden AIB-Vinçotte International N.V., EMAS-milieuverificateur met registratienummer BE-V-0016 geaccrediteerd met als reikwijdte 10, 11, 13, 16, 18, 19, 20 (excl. 20.51), 21, 22, 23, 24, 25, 26, 27, 28, 29, 30.2, 30.9, 31, 32, 33, 35, 36, 37, 38, 39, 41, 42, 43, 45, 46, 47, 49, 52, 53, 58, 59, 60, 70, 71, 74, 79, 80, 81, 82, 84, 85, 86, 87, 88, 90, 94, 95, 96, 99 (NACE-code) verklaart dat hij heeft geverifieerd of de vestiging, zoals vermeld in de bijgewerkte milieuverklaring van de organisatie AUDI BRUSSELS NV met registratienummer BE-BXL-000002 voldoet aan alle eisen van Verordening (EG) nr. 1221/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 25 november 2009 inzake de vrijwillige deelneming van organisaties aan een communautair milieubeheer- en milieuauditsysteem (EMAS). Met de ondertekening van deze verklaring verklaar ik dat: - de verificatie en validering volledig overeenkomstig de voorschriften van Verordening (EG) nr. 1221/2009 zijn uitgevoerd; - uit het resultaat van de verificatie en validering blijkt dat er geen aanwijzingen zijn dat er niet aan de toepasselijke wettelijke milieuvoorschriften is voldaan; - de gegevens en informatie van de bijgewerkte milieuverklaring van de vestiging een betrouwbaar, geloofwaardig en juist beeld geven van alle activiteiten van de vestiging binnen de in de milieuverklaring vermelde reikwijdte. Dit document is niet gelijk aan een EMAS-registratie. EMAS-registratie kan alleen worden gedaan door een bevoegde instantie in de zin van Verordening (EG) 1221/2009. Dit document wordt niet gebruikt als een zelfstandig stuk openbare communicatie. Gedaan te Brussel, op 30.12.2013
Bart Janssens Voorzitter Certificatie Commissie
Model
Gemiddeld verbruik
A1 A1 Sportback A3 A3 Sportback A3 Cabriolet S3 A4 Limousine A4 Avant A4 allroad quattro S4 Limousine S4 Avant RS4 Avant A5 Sportback A5 Coupé A5 Cabriolet S5 Sportback S5 Coupé RS5 Cabriolet S5 Cabriolet RS 5 Coupé A6 Limousine A6 hybrid A6 Avant A6 allroad quattro S6 Limousine S6 Avant A7 Sportback S7 Sportback A8 A8 hybrid A8 L A8 L hybrid A8 L W12 S8 Q3 Q5 Q5 hybrid quattro SQ5 TDI Q7 TT Coupé TT Roadster TTS Coupé TTS Roadster TT RS Coupé TT RS Roadster R8 Coupé R8 Spyder
5,9 – 3,8 l / 100 km 5,9 – 3,8 l / 100 km 6,6 – 3,8 l / 100 km 5,6 – 3,8 l / 100 km 7,4 – 4,3 l / 100 km 7,0 – 6,9 l / 100 km 8,1 – 4,3 l / 100 km 8,4 – 4,4 l / 100 km 7,3 – 5,8 l / 100 km 8,1 l / 100 km (Verbruik binnen bebouwde kom 10,7 / Verbruik buiten bebouwde kom 6,6) 8,4 l / 100 km (Verbruik binnen bebouwde kom 11,1 / Verbruik buiten bebouwde kom 6,8 10,7 l / 100 km (Verbruik binnen bebouwde kom 14,6 / verbruik buiten bebouwde kom 8,5) 8,1 – 4,5 l / 100 km 8,1 – 4,6 l / 100 km 8,5 – 4,7 l / 100 km 8,1 l / 100 km (Verbruik binnen bebouwde kom 10,7 / Verbruik buiten bebouwde kom 6,6) 8,1 l / 100 km (Verbruik binnen bebouwde kom 10,7 / Verbruik buiten bebouwde kom 6,6) 8,5 l / 100 km (Verbruik binnen bebouwde kom 11,2 / Verbruik buiten bebouwde kom 6,9) 8,5 l / 100 km (Verbruik binnen bebouwde kom 11,2 / Verbruik buiten bebouwde kom 6,9) 10,5 l / 100 km (Verbruik binnen bebouwde kom 14,4 / Verbruik buiten bebouwde kom 8,3) 8,2 – 4,9 l / 100 km 6,2 l / 100 km (Verbruik binnen bebouwde kom 6,2 / verbruik buiten bebouwde kom 6,2) 8,2 – 5,0 l / 100 km 8,9 – 6,1 l / 100 km 9,6 l / 100 km (Verbruik binnen bebouwde kom 13,4 / Verbruik buiten bebouwde kom 7,5) 9,7 l / 100 km (Verbruik binnen bebouwde kom 13,4 / Verbruik buiten bebouwde kom 7,5) 8,2 – 5,1 l / 100 km 9,6 l / 100 km (Verbruik binnen bebouwde kom 13,4 / Verbruik buiten bebouwde kom 7,5) 9,4 – 6,0 l / 100 km 6,3 l / 100 km (Verbruik binnen bebouwde kom 6,4 / verbruik buiten bebouwde kom 6,2) 9,5 – 6,5 l / 100 km 6,4 l / 100 km (Verbuik binnen bebouwde kom 6,9 / verbruik buiten bebouwde kom 6,2) 11,9 l / 100 km (Verbruik binnen bebouwde kom 16,6 / Verbruik buiten bebouwde kom 9,1) 10,1 l / 100km (Verbruik binnen bebouwde kom 14,4 / Verbruik buiten bebouwde kom 7,6) 7,7 – 5,2 l / 100 km 8,5 – 5,3 l / 100 km 6,9 l / 100 km (Verbruik binnen bebouwde kom 6,6 / Verbruik buiten bebouwde kom 7,1) 6,8 l / 100 km (Verbruik binnen bebouwde kom 7,6 / Verbruik buiten bebouwde kom 6,4) 10,7 – 7,2 l / 100 km 7,2 - 5,3 l / 100 km 7,4 – 5,5 l / 100 km 7,9 – 7,7 l / 100 km 8,1 – 7,9 l / 100 km 9,0 – 8,5 l / 100 km 9,1 – 8,6 l / 100 km 14,9 – 12,4 l / 100 km 14,9 – 12,6 l / 100 km
Aanspreekpartner
Wenst u verdere informatie? De milieuafdeling verheugt zich op uw vraag via e-mail, telefoon, brief of fax:
Gemiddelde CO2-emissies 139 – 99 g/km 139 – 99 g/km 152 – 99 g/km 130 – 99 g/km 171 – 114 g/km 162 – 159 g/km 190 – 112 g/km 197 – 116 g/km 170 – 152 g/km 190 g/km 197 g/km 249 g/km 190 – 119 g/km 190 – 120 g/km 199 – 124 g/km 190 g/km 190 g/km 199 g/km 249 g/km 246 g/km 190 – 129 g/km 145 g/km 190 – 132 g/km 206 – 159 g/km 225 g/km 226 g/km 190 – 135 g/km 225 g/km 219 – 147 g/km 147 g/km 221 – 171 g/km 149 g/km 277 g/km 235 g/km 179 – 137 g/km 199 – 139 g/km 159 g/km 179 g/km 249 – 189 g/km 169 - 139 g/km 172 – 144 g/km 184 – 179 g/km 189 – 184 g/km 209 – 197 g/km 212 – 199 g/km 346 - 289 g/km 349 - 294 g/km
Termijn voor de volgende milieuverklaring Audi Brussels wil in september 2014 de volgende milieuverklaring uitbrengen.
Audi Brussels Pascal Verhaegen Coördinator Milieudienst Brits Tweedelegerlaan 201 1190 Vorst Tel: +32 (0)2 348 2201, Fax: +32 (0)2 348 2791
[email protected]
Deze publicatie is CO2-neutraal op 100% gerecycleerd papier gedrukt, en dit volgens de FSC-richtlijnen. Gerecycleerd papier beschermt onze grondstoffen, reduceert de met de papierproductie verbonden emissies van broeikasgassen, vermindert het waterverbruik en de belasting in de vorm van watervervuiling.
46 / Milieuverklaring 2013 /
Audi Brussels / 47
Audi BRUSSELS S.A./N.V. 1190 Vorst www.audibrussels.com Stand : december 2013