Milieueffectrapport voor de uitbreiding van de terminal van Vopak Vopak Europoort Rotterdam

II

TEBODIN Consultants & Engineers

Milieueffectrapport voor de uitbreiding van de terminal van Vopak Vopak Europoort Rotterdam

Vopak locatie Europoort Rotterdam

Aanvraag vergunning Wet verontreiniging Oppervlaktewateren en de Wet waterhuishouding voor de gehele inrichting van Vopak Terminal Europoort

23 december 2008

Aanvraag voor een vergunning volgens de Wet verontreiniging oppervlaktewateren en de Wet op de waterhuishouding Vopak Europoort Wvo-aanvraag Vopak Europoort

Vopak Europoort

4 december 2008 Definitief rapport 9T2938.AO

-

DOD 0.0_

DOD ROYAL HASKONING

HASKONING NEDERLAND B.V. WATER

Barbarossastraat 35 Postbus 151 6500 AD NiJmegen +31 (0)24328 42 84 +31 (0)2432329 18

Telefoon Fax

[email protected] E-mail www.royalhaskoning.comlnternel Arnhem 09122561

Documenttitel

Aanvraag voar een vergunning volgens de Wet verontreiniging oppervlaktewateren en de Wet op de waterhuishouding Vopak Europoort Wvo-aanvraag Vopak Europoort

Verkorte documenttitel Status

Definitief rapport

Datum

4 december 2008

Projectnaam

Wvo-aanvraag Vopak Europoort

Projectnummer

9T2938.AO

Opdrachtgever

Vopak Europoort

Referentie

Auteur(s) Colleglale toets Datum/paraaf Vrijgegeven door Datum/paraaf

9T2938.AO/R0004/Nijm

Ir. drs. D.H.M. Jansen en ing. AM.P.Th. Demmers

KvK

DOD DeD_ DOD .OVAL HASKONING _

NIET TECHNISCHE SAMENVATTING In dit document worden gegevens verstrekt ten behoeve van de aanvraag van een vergunning volgens de Wet verontreiniging oppervlaktewateren en de Wet op de waterhuishouding voor de huidige lozing gedurende een overgangstermijn en voor de lozing nadat diverse uitbreidingen en wijzigingen hebben plaatsgevonden en de lozingssituatie is verbeterd. Het terrein van Vopak is een samenvoeging van de vroegere terreinen van Van Ommeren Tank Terminal Europoort B.V. (Europoort Oost) en Paktank Nederland B.V. (Europoort West). Op naam van deze twee rechtspersonen zijn Wvo-vergunningen afgegeven. De primaire activiteiten van Vopak Terminal Europaort (hierna VTE) bestaan uit op-, en overslag. In de inrichting van VTE worden vloeibare chemicalien en minerale olieproducten op-, en overgeslagen in bovengrondse opslagtanks, tankauto's, Iichters en (zee)schepen. Oak vindt er boord-boord overslag plaats. Via ondergrondse pijpleidingen worden producten verpompt naar steigers en terminals van Vopak Oil Rotterdam en naar opslaglocaties van derden. Er worden geen producten geproduceerd. Wei ondergaan sommige stoffen een behandeling zoals verwarmen, mengen, filteren, wassen en butaniseren. Indien deze vergunning verleend is, kunnen de Wvo-vergunningen die zijn afgegeven aan Van Ommeren Tank Terminal Europoort B.V. (Europoort Oost) en Paktank Nederland B.V. (Europoort West) komen te vervallen.

Wvo-aanvraag Vopak Europoort Definitief rapport

-I-

9T2938.AO/R0004/Nijm 4 december 2008

000

_OeD _

000

ROYAL HAIKONING

INHOUDSOPGAVE Biz. INTRODUCTIE 1 .1 Aanleiding 1.2 Gevolgen afvalwaterlozing tankput 16 1.3 Huidige vergunningsituatie 1.4 Reden vergunningsaanvraag 1.5 Locatie 1.6 Contactgegevens

2 2 2

2

GLOBALE BESCHRIJVING VAN DE INRICHTING 2.1 Bedrijfsactiviteiten 2.2 Procesbeschrijving 2.2.1 Opslag van producten 2.2.2 Laden en lossen tussen schepen en tanks 2.2.3 Laden en lossen tussen tankauto's en tanks 2.2.4 Wassen en butaniseren 2.2.5 Laden en lossen tussen tanks onderling 2.2.6 Boord-boord overslag tussen schepen 2.2.7 Ontgassen en schoonmaken van tanks en leidingen 2.2.8 Filteren, mengen en homogeniseren van producten 2.2.9 Toevoegen van additieven 2.2.10 Verwarmen van producten 2.2.11 Ketelhuizen 2.2.12 Onkruidbestrijding 2.3 Watergebru ik 2.4 Rioolsysteem en lozingen

3 3 3 3 3 3 3 4 4 4 5 5 5 5 5 6 7

3

SAMENSTELLING VAN AFVALWATERSTROMEN 3.1 Huidig stroomschema afvalwater 3.2 Toekomstig stroomschema afvalwater 3.3 Zuiveringstechnische voorzieningen 3.4 (Fasering) nieuwe zuiveringstechnische voorzieningen 3.5 Effluentsamensteliing

8 8 11 13 14 15

4

LOZINGEN DIE IN HET ACTIVITEITENBESLUIT GEREGELD ZIJN 4.1 Rechtstreekse werking 4.2 Lozen van grondwater bij bodemsanering 4.3 Grondwater bij ontwatering 4.4 Afvloeiend hemelwater, niet zijnde van een bodembeschermende voorziening 4.5 Huishoudelijk afvalwater

16 16 16 16 16 17

BEOORDELING VAN DE VERGUNNINGPLICHTIGE LOZINGEN 5.1 Aigemene Beoordelingsmethodiek (ABM) 5.2 Toetsing aan best beschikbare technieken

18 18 20

5


- iii -


DOD

_ oe

o_

000

!lOYAL HASKONING

5.3 5.4

5.5

21

Emissie-immissietoets Nieuwe lozingsnormen (Iozlngsassistent) Risico's onvoorziene lozingen (resultaten MRA)

22 23

6

BEHEERSPLAN UITVOERING METEN, BEMONSTEREN EN ANALYSE

25

7

AANVRAAG WVO EN WWH 7.1 Nieuwe norman overgangssituatie en gesaneerde situatie 7.2 8eschrijving onttrekking water met betrekking tot Wet op de Waterhuishouding

27 27

ONDERTEKENING

30

8

28

Bljlagen: 1. Situatietekening 'Overzicht terrein' en 'Neckarhaven' 2. Overzicht riolerlngssysteem van het Vopak Terrein 3. Lozing loeatie Oost huidige situatie 4. Lozing loo.atle West huidige situatie 5. Lozing loeatie Oost toekomstige situatie 6. Lozing loeatie West toekomstige situaUe 7. Emissie-Immisietoets Senzeen, tolueen, ethylbenzeen en xylenen en MTSE

8.

MRA

9.

Veiligheidsbladen hulpstoffen


- iv -


DOD ROYAL HASKONING

1

INTRODUCTIE

1.1

Aanleiding In 2005 is gestart met het opstellen van een gecombineerde vergunningsaanvraag Wet milieubeheer, Wet verontreinig oppervlaktewateren en Wet op de waterhuishouding van Vopak Terminal Europoort. Gedurende het opstellen van de aanvraag bleek dat er onvoldoende bekend was hoe de waterhuishouding in elkaar stak en bovendien dat de lozingssituatie niet altijd voldeed aan de Wvo-vergunningseisen. Dit was voor Vopak aanleiding om de vergunningsaanvraag bij Rijkswaterstaat voor wat betreft de Wet verontreiniging oppervlaktewateren en Wet op de waterhuishouding in te trekken. Vervolgens heeft Vopak het project 'Waterhuishouding Vopak Europoort' gestart. In dit project is de waterhuishouding van Vopak inzichtelijk gemaakt en zijn/worden oplossingen gezocht voor de knelpunten in de lozingssituatie. Nieuw in deze aanvraag zijn fase 7 en 8 en plaatsing van acht tanks met een inhoud van 50.000 m3 elk (verder genoemd tankput 16). Ook nieuw is dat de lozing van huishoudelijk afvalwater van de locatie West inmiddels is aangesloten op de riolering van het havengebied. Voor fase 7 is in 2005 een Wvo-vergunning aangevraagd; deze vergunningsaanvraag is zoals beschreven in de eerste alinea van deze paragraaf ingetrokken. Op het ogenblik is fase 7 al in bedrijf.

1.2

Gevolgen afvalwaterlozing tankput 16 Bij de bouw van tankput 16 worden de emissies naar water zo veel mogelijk beperkt. Het hemelwater dat in deze tankput valt is vrij van verontreiniging en zal direct op oppervlaktewater worden geloosd. Voor deze lozing is het activiteitenbesluit van toepassing; deze lozing is daardoor niet opgenomen in deze aanvraag. Ditzelfde geldt voor de lozing van grondwater afkomstig van het grondwaterpeilbeheerssysteem. Het hemelwater dat op het pompplateau dat bij tankput 16 wordt aangelegd valt, kan potentieel verontreinigd zijn met product. Dit afvalwater wordt via een zuivering geleid en vervolgens geloosd op oppervlaktewater en valt wei binnen deze vergunningsaanvraag. Het gaat hierbij om een hoeveelheid van 4.000 m3 op jaarbasis. Deze aanvraag zal tegelijkertijd met de Wm-aanvraag voor tankput 16 worden ingediend, zodat beide aanvragen gecoordineerd kunnen worden behandeld.

1.3

Huidige vergunnlngsituatie V~~r

het lozen van afvalwater beschikt VTE over een tweetal vergunningen van Rijkswaterstaat. Voor de lozing vanaf het terrein van VTE dat wordt aangeduid met locatie Oost is door Rijkswaterstaat Directie Zuid-Holland op 7 november 1994 een Wvo-vergunning met registratienummer AWU/142246, verleend aan Van Ommeren Tank Terminal Europoort B.V. Deze vergunning is gewijzigd op 15 september 1998 doordat de lozing van een andere inrichting, Koch He Partnership B.V. op de riolering van Van Ommeren plaatsvond en de lozingsnormen van Koch werden gewijzigd. De wijzigingsvergunning heeft registratienummer AWU/98.13596 I.


-1-

9T293B.AO/R0004/Nijm 4 december 200B

000

--.oeo.-000 ROYAL HAl KONING

V~~r de lozing vanaf het terrein van Vopak dat wordt aangeduid met locatie West is door Rijkswaterstaat Directie Zuid-Holland op 18 augustus 1992 een vergunning met registratienummer AWU/88851I verleend aan Paktank Nederland B.V.

Vopak Terminal Europoort B.V. is de rechtsopvolger van Van Ommeren Tank Terminal Europoort B.V. en van Paktank Nederland B.V.

1.4

Reden vergunningsaanvraag Inmiddels is door het project 'Waterhuishouding Vopak Europoort' duidelijkheid verkregen over hoe de waterhuishouding van Vopak in elkaar steekt. Uitgangspunt van dit project was het afkoppelen van schone stromen en het vergaand en stabiel zuiveren van de vervuilde stromen. De uitkomsten van het project 'Waterhuishouding Vopak Europoort' zijn verwerkt in deze vergunningsaanvraag en vormen een onderbouwing van de stand der techniek voor installaties voor de lozing van afvalwater van het terrein van Vopak Europoort. Aangezien de gesaneerde lozingssituatie niet binnen de proceduretermijn kan worden gerealiseerd, zal tevens vergunning worden aangevraagd voor de overgangsperiode tot aan de gesaneerde lozingssituatie. Er wordt een vergunning aangevraagd voer de bestaande en toekomstige lozingssituatie. Tevens worden wijzigingen in de lozingssituatie ten gevolge van uitbreidingen (fase 8 en tankput 16) meegenomen in deze vergunningsaanvraag.

1.5

Locatie Deze aanvraag heeft betrekking op de lozingen van het bedrijf Vopak Terminal Europoort B.V. gelegen aan de Moezelweg 75 te Europoort-Rotterdam. Vanwege de historie wordt onderscheid gemaakt tussen de locatie West (voormalig terrein van Paktank) en de locatie Oost (voormalig terrein van Van Ommeren). Onder de inrichting valt ook het terrein van de Neckarhaven aan de Neckarweg aan de zuidzijde van de Z15/N15. De Neckarhaven is via een (ondergronds) leidingtrace met het oostelijk deel verbonden. Vopak bevindt zich tussen het Calandkanaal en het Hartelkanaal. De afwatering vindt plaats naar de 7 e Petroleum haven en via het Calandkanaal, dat in open verbinding staat met de Maasmond en de Noordzee. In de bijlage 1 is een situatietekening genaamd 'overzicht terrein' toegevoegd.

1.6

Contactgegevens Naam Adres Postcode Plaats Telefoon

Fax Contactpersoon

Wvo-aanvraag Vopak Europoort Defini!ief rapport

Vopak Terminal Europoort B.V. Moezelweg 75 (Havennummer 5530) 3198 LS Rotterdam-Europoort 0181-240268 0181-240225 De heer M. van Gijzel

-2-


DOD

____ 0 . 0 _

DOD ROYAL HAIKONING

2

GLOBALE BESCHRIJVING VAN DE INRICHTING

2.1

Bedrijfsactlvlteiten De primaire activiteiten van VTE bestaan uit op-, en overslag. In de inrichting van VTE worden vloeibare chemicalien en minerale olieproducten op-, en overgeslagen in bovengrondse opslagtanks, tankauto's, lichters en (zee)schepen. Ook vindt er boordboord overslag plaats. Via ondergrondse pijpleidingen worden producten verpompt naar steigers en terminals van Vopak Oil Rotterdam en naar opslaglocaties van derden. Er worden geen producten geproduceerd. Wei ondergaan sommige producten een behandeling zoals verwarmen, mengen, filteren, wassen en butaniseren. De inrichting is gedurende 24 uur per dag, 7 dagen per week en 365 dagen per jaar geopend en in bedrijf.

2.2

Procesbeschrljving

2.2.1

Opslag van producten Een van de primaire activiteiten op de inrichting is de opslag van vloeibare chemische producten en minerale olieproducten in opslagtanks. De producten die worden opgeslagen zijn weergegeven in de productenlijst. De inhoud en ligging van de tanks zijn aangegeven in het bijgevoegde MRA (zie bijlage 8).

2.2.2

Laden en lossen tussen schepen en tanks De scheepsverlading betreft overslag van en naar zeeschepen (ook coasters) en lichters. Het laden en lossen kan geschieden met behulp van laad-, en losarmen of incidenteel met behulp van laad-, en losslangen. Het laden van schepen vindt plaats met de pompen op het terrein van de inrichting en het lossen met de scheepspompen van de betreffende schepen.

2.2.3

Laden en lossen tussen tankauto's en tanks Het laden en lossen van tankauto's vindt plaats op de laad-, en losplaats bij tankput 6 op Vopak Oost en tevens bij fase 1/2 op Vopak West. Geloste additieven worden opgeslagen in tanks op het terrein van de inrichting. Tevens worden bepaalde vloeibare afvalstoffen per tankauto afgevoerd.

2.2.4

Wassen en butaniseren Tankauto's lossen natronloog dat gebruikt wordt voor het wassen van zwavelhoudend product (aileen nafta) in enkele kleine tanks op het terrein van de inrichting. De tankauto met natronloog wordt aangesloten op een rondpompsysteem van de tank. Via dit systeem wordt het natronloog bovenlangs in de tank gepompt en wordt het verontreinigde natronloog aan de onderkant van de tank via de lage zuigleiding uit de tank gepompt. Bij sommige producten wordt chloorbleekloog toegevoegd om het mercaptaangehalte van het product te verlagen of om de mercaptaan om te zetten.


-3-


DOD ROYAL HASKONING

Tevens worden tankauto's gebruikt voor het direct injecteren van butaan vanuit de tankauto in een rondpompleiding naar een tank v~~r het butaniseren van benzine. Er wordt geen butaan op het terrein van de inrichting opgeslagen. 2.2.5

Laden en lossen tussen tanks onderling Binnen de inrichting kunnen producten van de ene naar de andere tank worden gepompt. Het overpompen vindt plaats aan de hand van een interne opdracht. Nadat het verpompen is gestart wordt langs het leidingtraject een 'natte' controle uitgevoerd (leiding, pomp en tank). Ook worden de mandeksels gecontroleerd op lekkage.

2.2.6

Boord-boord overslag tussen schepen Binnen de inrichting vindt boord-boord overslag plaats. Bij boord-boord overslag worden vloeibare producten tussen schepen overgeslagen. Voor gemorste producten heeft het schip lekbakken onder het manifold en bij de pompopstelling. De afwateringsgaten op het schip worden gesloten tijdens de overslag.

2.2.7

Ontgassen en schoonmaken van tanks en leidingen Bij het wisselen van product in een tank kan het noodzakelijk zijn dat de tank schoongemaakt wordt. Het schoonmaken van tanks wordt door derden uitgevoerd. De tanks worden vanwege het beperken van emissies zo min mogelijk schoongemaakt. Indien schoonmaken noodzakelijk is, worden de tanks zoveel mogelijk productvrij opgeleverd. Hiertoe worden de tanks zo goed mogelijk leeggepompt met pompen of vacuOmwagens. Afhankelijk van het product wordt vervolgens ontgast. Zodra aile restproducten uit de tank verwijderd zijn, worden aanvullende schoonmaakwerkzaamheden uitgevoerd. De tanks worden aangespoten (reinigen met waterstralen) en als laatste handeling schoongemaakt met oppervlaktewater. Dit waswater komt niet in de riolering terecht, maar wordt opgeslagen in daarvoor gereserveerde sloptanks. Vanuit deze tanks wordt de waterfractie gecontroleerd afgelaten naar een van de olie-waterafscheider en geloosd op oppervlaktewater. Bij het reinigen worden geen (chemische) reinigingsmiddelen toegevoegd. De oliefractie wordt op Oost afgevoerd naar een externe verwerker; op West wordt deze teruggeleid naar de crude. De waterfractie wordt afgevoerd naar de olievanger op Oost. Stookoliehoudend waswater wordt geloosd op West. Waswater verontreinigd met aile overige producten wordt geloosd op Oost. Waswater afkomstig van methanoltanks wordt niet geloosd. Waswater van tanks en leidingen afkomstig van de opslag van vloeibare afvalstoffen van derden worden niet verwerkt en niet geloosd, maar geretourneerd naar de klant of afgevoerd naar een erkende verwerker. Ook de (product)leidingen worden vanwege het beperken van emissies zo min mogelijk schoongemaakt. Indien schoonmaken noodzakelijk is, worden de leidingen zo veel mogelijk productvrij opgeleverd. Het schoonmaken van leidingen vindt plaats volgens de volgende methoden : • piggen en/of blazen met stikstof of lucht; • spoelen van de leidingen met koud of warm water; • droog maken van leidingen door middel van een foampig .


-4-


000 ~

oeg _ 000

ROY"L H"'KONING

2.2.8

Filteren, mengen en homogeniseren van producten Het doel van het filtreren is het onttrekken van ongewenste bijproducten (bijvoorbeeld stof) of verontreinigingen (waaronder water) om de producten weer aan de gewenste of vereiste specificaties te laten voldoen. Vervuilde filters worden vervangen door nieuwe filters. Verontreinigende stoffen blijven achter in de filters en worden samen met de filters afgevoerd naar een verwerkingsbedrijf. Bij het filterproces ontstaan geen relevante emissies.

2.2.9

Toevoegen van additieven Ter plaatse van de verschillende pompplateaus zijn voorzieningen aanwezig om diverse additieven toe te voegen. Additieven worden in de betreffende productleidingen geTnjecteerd met behulp van een doseerunit. Indien nodig kan het product hierna nog gehomogeniseerd worden. De additieven zijn opgelost in een oplosmiddel. Dit oplosmiddel is een benzine of olie waardoor de milieubezwaarlijkheid van de additieven bepaald wordt door de milieubezwaarlijkheid van het oplosmiddel. Zie verder de paragraaf 5.1 Aigemene beoordelingsmethodiek (ABM).

2.2.10

Verwarmen van producten Een aantal tanks is uitgerust met verwarmingsspiralen en/of warmtewisselaars waarmee, indien de fysische eigenschappen van het product dit noodzakelijk maken, de inhoud van de tanks kan worden verwarmd. Op de locatie Oost vindt deze verwarming plaats met stoom van het ketelhuis Oost en op de locatie West vindt deze verwarming plaats met warm water afkomstig van ketelhuis West.

2.2.11

Ketelhuizen In het ketelhuis aan de westzijde wordt warm water geproduceerd ten behoeve van het verwarmen van tanks en overige warmwatervoorziening. Het ketelhuis wordt gevoed met drinkwater dat eerst door een ionenwisselaar wordt geleid om de hardheid van het water te verminderen. Het ketelhuis aan de oostzijde bevindt zich in een gecombineerd gebouw met het magazijn en de technische dienst. Vanuit dit ketelhuis wordt stoom geleverd. Ook dit ketelhuis wordt gevoed met drinkwater.

2.2.12

Onkruidbestrijding Door VTE wordt de onkruidbestrijding uitbesteed aan een gespecialiseerd bedrijf. Dit bedrijf gebruikt uitsluitend middelen die in Nederland zijn toegelaten. Er wordt vermeden dat onkruidbestrijdingsmiddelen met het hemelwater worden meegevoerd doordat geanticipeerd wordt op de weersomstandigheden . Er wordt bij regenweer niet gespoten. Oak wordt zeer selectief gespoten (eenmaal per jaar onkruidbestrijding op grasbermen en dijken en tweemaal per jaar onkruidbestrijding in tankputten en leidingtraces). De middelen zijn binnen twee uur opgedroogd en opgenomen door de plant.


-5·


000

_oeq _ 000

ROYAL HA.KONING

2.3

Watergebruik Het atvalwater van VTE bestaat uit de volgende afvalwaterstromen met als herkomst drinkwater: • stoomcondensaat en overig atwater atkomstig van de stoombereiding op locatie Oost en warmwaterbereiding op locatie West; • huishoudelijk atvalwater van kantoren, magazijnen en werkplaats. Met als herkomst oppervlaktewater: • waswater afkomstig van het reinigen van tanks en leidingen; • spoel-, en schrobwater van het reinigen van pompplateaus en steigers; • niet verontreinigd oppervlaktewater dat gebruikt wordt om nieuw gebouwde tanks te testen op lekkage; • bluswater (uitsluitend bij calamiteit en testen bluswaternet). Overige bronnen van afvalwaterstromen zijn: • grondwater afkomstig van bodemsaneringen of grondwaterpeilbeheersputten; • atvalwater atkomstig van slobtanks. De grootste atvalwaterstromen ontstaan ten gevolge van hemelwater: • niet door bedrijfsactiviteiten verontreinigd hemelwater; verontreinigd hemelwater door lekken of morsen van opgeslagen product. •

Wvo-aanvraag Vopak Europoort Delinitiel rapport

- 6-


_

DOD _ OeD

DOD ROYAL HA.KONING

2.4

Rioolsysteem en lozlngen Locatie West Op de locatie West is een uitgebreid gemengd rioolsysteem aanwezig. Aile tankputten en pompplaatsen zijn op dit riool aangesloten. Ter voorkoming van verstopping van het riool is in iedere tankput een zandvanger aangebracht, waarin het eventueel meegevoerde zand van het af te voeren water wordt gescheiden . Het met behulp van het riool ingezamelde al dan niet verontreinigde hemelwater wordt via een tweetal oliewaterafscheiders afgevoerd. De in de olie-waterafscheider afgescheiden olie wordt tijdelijk opgeslagen in vuilwatertanks en vervolgens teruggevoerd in de crude.

Locatie Oost Op de locatie Oost is een vergelijkbaar rioolsysteem aanwezig als op de locatie West met een extra vuilwatersysteem. Dit is een gesloten pompcircuit waarmee vuilwater separaat en gecontroleerd via diverse inlaten en leidingen direct wordt afgevoerd naar de vuilwatertanks. Het verontreinigde water is afkomstig van de steigers en pompplateaus. Ook mogelijk verontreinigd hemelwater wordt via het vuilwatersysteem afgevoerd. Hemelwater, gemorst en/of gelekte producten op de pompplateaus worden opgevangen en naar de slobtanks gepompt. Gemorste en/of gelekte producten op de steigers worden in een lekbak opgevangen en naar de slobtanks gevoerd. Gemorste en/of gelekte producten op de losplaats van tankauto's worden in een bak opgevangen, eventueel geneutraliseerd en ter vernietiging afgevoerd. Gemorste en/of gelekte producten op de steigers aan de Neckarhaven worden via de riolering naar verzameltanks afgevoerd en getransporteerd naar de locatie Moezelweg .

Lozingspunten Oost en West Lozing van afvalwater vindt plaats via de volgende lozingspunten: e e LP1 : lozingspunt op de 7 Petroleumhaven (riooluitlaat fase 4/510catie West); e LP2 : lozingspunt op de 7e Petroleumhaven (riooluitlaat fase 1/2 locatie West); e e LP3: lozingspunt op de 7 Petroleumhaven (riooluitlaat na olie-waterafscheider e Oostzijde) ; e LP6 : lozingspunt op het Calandkanaal (afvoer huishoudelijk afvalwater locatie Oost e via septic tanks). Het huishoudelijk afvalwater van locatie West wordt geloosd via het rioolstelsel van het haven terrein; e LPOA en LPOB: lozingspuntspunten van de vingerpier 1 West en Oost op de 7e Petroleumhaven (riooluitlaten na olie-waterscheider A en B). De lozingspunten LP4 en LP5 zijn afgeblind en kunnen niet meer worden gebruikt voor het lozen van (afval)water. Voor een detailopgave wordt verwezen naar de bijgevoegde rioleringstekening bijlage 2 'overzicht rioleringssysteem en van het Vopak terrein' met nummer E-08142.


·7·


000 _0.0_ 000

ROYAL HASKONING

3

SAMENSTELLING VAN AFVALWATERSTROMEN

3.1

Huidig stroomschema afvalwater Locatie Oost Op locatie Oost vinden aile lozingen van verontreinigd water plaats via lozingspunt 3 (LP3). AI het afvalwater wordt via een olie-waterafscheider geleid en vervolgens geloosd op oppervlaktewater. De volgende stromen worden geloosd: • waswater afkomstig van het reinigen van tanks bij wisseling van product en bij groot onderhoud op de locatie Oost, West en de Neckarhaven; • met product verontreinigd hemelwater afkomstig van de steigers en pompputten van de Neckarhaven; • verontreinigd grondwater afkomstig van de bestaande bodemsaneringen op de locatie Oost (inclusief bodemsanering op EBS terrein van door VTE veroorzaakte verontreiniging); • afvalwater afkomstig van spoelen en piggen ten behoeve van onderhoud aan leidingen en putten; • afvalwater atkomstig van het spoelen en ijken van plateaus, leidingen en tanks op Oost; overig door product verontreinigd (hemel)water afkomstig van de locatie Oost; • • effluent van de waterzuiveringsinstallatie van Koch; • verontreinigd en niet verontreinigd grondwater afkomstig van de grondwaterpeilbeheersputten 7, 8, 9, 11 en 14; • stoomcondensaat; • door product verontreinigd hemelwater afkomstig van tankputten en daken en overig door product verontreinigd hemelwater. Het verontreinigd grondwater afkomstig van de bestaande bodemsaneringen op locatie Oost is afkomstig van een zeventallocaties en van het EBS terrein. De bestaande locaties betreffen: • tankput 7 verontreinigd door voornamelijk minerale olie en vluchtige aromatische koolwaterstoffen; • tank 301 verontreinigd door voornamelijk benzine; • tank 403 verontreinigd door voornamelijk gasolie; tankput 6 verontreinigd door voornamelijk jetpetrol; • • pompplateau 1 verontreinigd door voornamelijk benzine, nafta en kerosine; • tankput 12 verontreinigd door voornamelijk gasolie; • tank 1402 verontreinigd door voornamelijk benzine; • EBS terrein verontreinigd door voornamelijk minerale olie. De concentraties in het opgepompte grondwater zijn wisselend, maar kunnen oplopen tot meer dan 50 mg/I aan minerale olie en BTEX van meer dan 2 mg/I. Aile bestaande grondwatersaneringen van Oost bij elkaar opgeteld wordt er gemiddeld circa 1 m3 grondwater per uur geloosd. De prognose is dat deze saneringen in ieder geval zullen lopen tot en met 2010. Verder ontstaat op de locatie Oost ook huishoudelijk afvalwater. De lozing van dit huishoudelijk afvalwater vindt plaats via lozingspunt 6 (LP6) via een septic tank op oppervlaktewater en valt onder het activiteitenbesluit. Wvo-aanvraag Vopak Europoort Definitief rapport

-8-


_

COD

0.0_

ODD ROYAL HASKONING

In bijlage 3 'Iozingen Oost in huidige situatie' is een kwantitatief overzicht gegeven welke afvalwaterstromen via welke lozingspunten worden geloosd op locatie Oost in de huidige situatie via lozingspunt LP3. Locatie West Op locatie West vinden lozingen van verontreinigd afvalwater plaats via vier lozingspunten: lozingspunt 1 (LP1), lozingspunt 2 (LP2) en de lozingspunten van de vingerpier 1 LPOA en LPOB. Via lozingspunt 1 (LP1) worden de volgende afvalwaterstromen geloosd: waswater afkomstig van het reinigen van tanks bij wisseling van product en groot • onderhoud op locatie West (overwegend zware producten); • met product verontreinigd hemelwater afkomstig van de steigers en pompputten van de vingerpier 4; • afvalwater afkomstig van de slobtanks, waarin scheiding van olie-watermengsefs plaatsvindt op locatie West; • met product verontreinigd hemelwater afkomstig van de steigers en pompputten van de Laurenshaven; • overig door product verontreinigd (hemel)water afkomstig van de locatie West (tankputten fase 4/5, 1033 Vm 1035 en pompput fase 3). Via lozingspunt 2 (LP2) worden de volgende afvalwaterstromen geloosd: • door product verontreinigd hemelwater afkomstig van tankputten (fase 1/2, tankputten 1030 Vm 1032 en fase 6 en 7) en daken en overig door product verontreinigd (hemel)water op de locatie West; • verontreinigd grondwater afkomstig van de bestaande bodemsaneringen op locatie West. Via de lozingspunten LPOA en LPOB worden de volgende stromen geloosd: • door product verontreinigd hemelwater afkomstig van de lekbakken onder de laadarmen aan de westzijde van vingerpier 1 wordt via een separate oliewaterscheider geloosd (LPOA); door product verontreinigd hemelwater afkomstig van de lekbakken onder de • laadarmen aan de oostzijde van vingerpier 1 wordt via een separate oliewaterscheider geloosd (LPOB). Het afvalwater dat afkomstig is van de slobtanks bevat gemiddeld 35 mg/I aan minerale olie. Het verontreinigd grondwater afkomstig van de bestaande bodemsaneringen op locatie West is afkomstig van een viertallocaties. De bestaande locaties betreffen: • tankput 1041 verontreinigd door voornamelijk minerale olie; tankput 1014 verontreinigd door voornamelijk diesel; • • tankput 1006 verontreinigd door voornamelijk minerale olie; tankput1 002 verontreinigd door voornamelijk minerale olie; • • tankput1003 verontreinigd door voornamelijk crude olie en gasolie.


-9-

9T2938 .AO/R0004/Nij m 4 december 2008

_

000 []

.

[J

~

[l00

ROVAl HASKONING

De concentraties in het opgepompte grondwater zijn wisselend, maar kunnen oplopen tot meer dan 10 mg/l aan minerale olie. Aile bestaande grondwatersaneringen van locatie West bij elkaar opgeteld wordt er gemiddeld circa 0,5m3 grondwater per uur geloosd. De prognose i$ dat deze saneringen in ieder geval zullen lopen tot en met 2010. Verder wordt er van de locatie West ook huishoudelijk afvalwater geloosd. Deze lozing vindt plaats op de gemeentelijke riolering. In biJlage 4 'Iozingen West in huidige situatie' is een kwantitatief overzicht gegeven welke atvalwaterstromen via welke lozingspunten worden geloosd op locatie West in de huidige situatie.


- 10-


_0.0_ DOD

DOD ROYAL HASKONING

3.2

Toekomstlg stroomschema afvalwater Locatie Oost In de toekomstige situatie zal er op locatie Oost onderscheid gemaakt worden in stromen die worden geloosd via het vuilwaterriool (1), stromen die worden geloosd via het regenwaterriool (2), afgekoppelde stromen (3) en grondwaterstromen die via een individuele zuivering zullen worden geloosd (4). De in het blokschema vermelde waterhoeveelheden zijn op jaarbasis en indicatief. Het blokschema voor de afvalwaterlozing is als voigt:

Vuilwaterriool (32.200m 3)

2

Regenwaterriool (206.000m 3)

8ioloog

OWS 1 (nieuw)

f--+

OWS2

Stripper

(bestaand)

3 '-_A _fg_e_k_O_p_pe_l_d_ e _s_tr_o _ m_e_n________ (147.000m3)

f+ f+

LP3

LP3

~------------~.1. LP3

4

Nieuwe bodemsaneringen (147.000m 3)

Eigen zuivering

LP3

5

Afgekoppelde stromen van Koch (50.000m3)

Eigen lozingspunt

De onder '1. Vuilwaterriool' en '2. Regenwaterriool' aangegeven afvalwaterstromen vallen binnen de Wvo-aanvraag. In bijlage 5 'Iozingen Oost in toekomstige situatie' is een kwantitatief overzicht gegeven van deze afvalwaterstromen. De onder '3. Afgekoppelde stromen' betreffen lozingen afkomstig van grondwaterpeilbeheersing en schoon regenwater van tankputten 15 en 16. Hierop is het activiteitenbesluit direct van toepassing. Een nadere beschrijving van deze stromen is daardoor niet opgenomen in deze aanvraag. De onder '4. Nieuwe bodemsaneringen' stromen betreffen lozingen van grondwater afkomstig van nieuw te realiseren bodemsaneringen (inschatting van gegevens die nu bekend zijn). Deze lozingen zullen indien nodig via een eigen zuivering worden geleid en vervolgens geloosd op oppervlaktewater. Ook op deze lozingen zal het activiteitenbesluit direct van toepassing zijn. Een nadere beschrijving van deze stromen is daardoor niet opgenomen in deze aanvraag.

Wvo-aanvraag Vopak Europoort Defi nitief rapport

- 11 -


DOD DeD_ DOD .OVAL HA.KONING _

De belangrijkste wijzigingen die zijn gepland op locatie Oost zijn als voigt: het afvalwater dat via het vuilwaterriool geloosd wordt, wordt via een oliewaterafscheider geleid en vervolgens behandeld in een bioloog; e het afvalwater dat via het regenwaterriool geloosd wordt, wordt via een oliewaterafscheider geleid en vervolgens behandeld in een stripper; e het schone grondwater afkomstig van grondwaterpeilbeheersing van de bestaande putten 7, 8, 9, 11 en 14 en ook het grondwater afkomstig van de nieuwe grondwaterpeilbeheersing van putten 15 en 16 zal zonder tussenkomst van een zuivering op oppervlaktewater worden geloosd; e het licht verontreinigde grondwater afkomstig van grondwaterpeilbeheersing van de bestaande putten 7, 8, 9, 11 en 14 zal door een OWS en stripper worden geleid en vervolgens op oppervlaktewater worden geloosd; e het schone regenwater afkomstig van putten 15 en 16 zal zonder tussenkomst van zuivering op oppervlaktewater worden geloosd; e het grondwater van nieuwe bodemsaneringen zal via een individuele grondwaterzuivering direct op oppervlaktewater worden geloosd; e er zal ge~n effluent van de waterzuiveringsinstaliatie van Koch meer geloosd worden op de riolering van VTE; De lozing van het effluent van de waterzuiveringsinstallatie van Koch zal via een separaat lozingspunt worden geloosd (met een eigen vergunning voor de lozing). e Het mogelijk door product verontreinigde hemelwater afkomstig van het pompplateau ten behoeve van put 16 zal via OWS 1 en de bioloog worden geleid. e

Locatie West De belangrijkste wijziging die is gepland op locatie West is als voigt: e de oliewaterscheider West zal worden aangepast zodat deze stabieler zal functioneren en om een doelmatige behandeling van de nieuwe lozingen vanuit fase (7 en) 8 mogelijk te maken. Het blokschema voor fase 112 blijft onveranderd. De in het blokschema vermelde waterhoeveelheden zijn op jaarbasis en indicatief.


- 12 -


000 - - . 0 . 0 ___ 000

ROYAL HASKONING

A

Gemengd riool fase 1/2 (41.800m3)

B

Gemengd riool fase 4/5 (5.800m 3)

c

D

Huishoudelijk afvalwater locatie west

Oliewaterscheider west

LP2

Nieuwe oliewaterscheider west

LP1

:----+

r------.

Gemeentelijke riolering

----LP1

Afgekoppelde stromen (27.0000m3)

Voor de onder 'A. gemengd riool fase 1/2' en onder 'B. Gemengd riool fase 4/5' aangegeven strom en wordt in bijlage 6 'Iozingen West in toekomstige situatie' een kwantitatief overzicht gegeven over welke afvalwaterstromen via welke lozingspunten worden geloosd op locatie West in de toekomstige situatie. De lazing vermeld onder C vindt plaats op de gemeentelijke riolering en vindt daardoor plaats buiten de scoop van deze Wvo-aanvraag. De lazing onder 'D. afgekoppelde stromen' bevat de lozing van afvalwaterstromen die afkomstig zijn van de grondwaterpeilbeheersing op de locatie West en die niet verontreinigd zijn. Ook de schone hemelwaterstromen afkomstig van de nieuwe fase 7 en 8 vallen hieronder. Hierop is het activiteitenbesluit direct van toepassing. Een nadere beschrijving van deze stromen is daardoor niet opgenomen in deze aanvraag.

3.3

Zuiveringstechnlsche voorzieningen Oost Op de locatie Oost is een olie-waterafscheider aanwezig. Deze be staat uit twee fases; de eerste fase is een API en het tweede een TPI (Tilted Plate Interceptor). De werking is gebaseerd op de slechte menging en het verschil in soortelijk gewicht van water en de olieachtige producten. Het afvalwater wordt door middel van een 60m 3/uur pomp vanuit de riolering naar de API gepompt. In de API (eerste fase) vindt enerzijds voor een deel de bezinking van zware bestanddelen plaats en anderzijds opdrijving van de olie-achtige componenten. De olie-achtige companenten worden via een skimmer naar de olieverzamelbak gevoerd. Na de API wordt het afvalwater naar de TPI gepompt en door platenpakketten geleid waar alie en water verder worden gescheiden.

Wvo·aanvraag Vopak Europoort Definitief rapport

- 13 -


DOD ROYAL HASKONING

De TPI is verdeeld in drie compartimenten waarin totaal 12 platenpakketten zijn geplaatst. De platenpakketten hebben een oppervlak van 43,5 m 2 elk. De olieachtige componenten worden via een skimmer naar de olie-verzamelbak gevoerd. De olie uit de olie-verzamelbak wordt naar een vuilwatertank gepompt. De tussenbak van de olie-waterafscheider is geheel afgesloten van de rest van de oliewaterafscheider en doet dienst als losbak voor de vacuOmauto's. In deze bak vindt afscheiding plaats van zwaar vuil zoals roest en schoonmaakwater. Indien de aanvoer meer dan 60m 3/uur bedraagt worden automatisch pompen ingeschakeld met een grotere capaciteit tot maximaal 360 m3/uur. De oliewaterafscheider 1 Oost zal niet zwaarder belast worden dan 360 m3/uur (ontwerpcapaciteit) .

West Op de locatie West zijn twee olie-waterafscheiders aanwezig. De olie-waterafscheider 1 West betreft een Harrisseparator en is gelegen nabij fase 1/2. De olie-waterafscheider 1 West wordt niet zwaarder belast dan 150 m3/uur (ontwerpcapaciteit). De olie-waterafscheider 2 West betreft een API en is gelegen ten noorden van fase 6. De olie-waterafscheider is gesplitst in twee delen, een oostelijk en een westelijk deel. Het westelijk deel van de separator is voorzien van een platenpakket. Vanuit het oostelijke deel wordt het afvalwater via een hooifilter geloosd op het oppervlaktewater. De afgescheiden olie wordt afgeroomd en teruggepompt naar tank 1061 of 1063 (dit zijn de zogenaamde slobtanks). De olie-waterafscheider 2 West wordt niet zwaarder belast dan 625m 3/uur (ontwerpcapaciteit). Aile bovengenoemde olie-waterafscheiders worden minimaal tweemaal per jaar gereinigd door een externe verwerker. De olie wordt afgevoerd naar een erkende verwerker of teruggepompt in de crude ten behoeve van hergebruik. Op Vingerpier 1 (Iocatie West) staan twee olie-waterafscheiders (type API) opgesteld met elk een capaciteit van 1 m3/uur. Het hemelwater van het platform met eventuele verontreinigingen loopt via een drain, door het steigerdek, naar de oliewaterafscheiders. Na fasescheiding vindt lozing plaats op het oppervlaktewater.

3.4

(Fasering) nieuwe zuiveringstechnische voorzieningen Er is een aantal wijzigingen met betrekking tot de in paragraaf 3.3 beschreven zuiveringstechnische voorzieningen voorzien. Op locatie Oost zal de bestaande olie-waterafscheider worden aangepast, zodat deze stabieler zal functioneren. Deze olie-waterafscheider zal worden gecombineerd met een stripper. Realisatie van deze stripper zal naar verwachting binnen 1-2 jaar kunnen plaatsvinden.


- 14 -


DOD

___ 0 . 0 _

DOD .OVAI HASI(ONING

Door het doorvoeren van technische maatregelen en beheersmaatregelen zal de verontreiniging van het hemelwater dat geloosd wordt op het regenwaterriool zo veel mogelijk worden beperkt. Dit hemelwater zal via een olie-afscheider worden geleid en vervolgens nog door een nog te realiseren aerobe biologische zuiveringsinstallatie. De realisatie van deze aerobe biologische zuiveringsinstallatie zal naar verwachting binnen 2-3 jaar plaatsvinden. Op locatie West zal de olie-waterafscheider 2 West vervangen worden door een nieuwe tweetraps olie-waterafscheider (verbeterd API-type). De realisatie van deze olie-waterafscheider zal naar verwachting 1-2 jaar in beslag nemen. In deze periode (binnen 1-2 jaar) zal het effluent van Koch worden afgekoppeld en zullen de schone afvalwaterstromen voor zover mogelijk worden afgekoppeld (zie paragraaf 'Toekomstig schroomschema afvalwater' ) voor meer detail over welke afvalwaterstromen het gaat en over welke hoeveelheden worden afgekoppeld. De dimensioneringsgrondslagen van de nog te realiseren zuiveringstechnische voorzieningen zijn nog niet bekend. Deze installaties zullen worden ontworpen conform de in de BREF aangegeven stand der techniek en zullen over voldoende capaciteit beschikken am de aangeboden afvalwaterstromen doelmatig te verwerken.

3.5

Effluentsamenstelling Tijdens de op-, en overslag van stoffen wordt zoveel mogelijk voorkomen dat de stoffen in het afvalwater terecht komen. Toch kan niet vermeden worden dat het afvalwater verontreinigd raakt. Verontreiniging van het afvalwater kan plaatsvinden door aile stoffen die op het terrein worden op-, of overgeslagen. Regelmatig wordt geanalyseerd op de volgende parameters: elV, Nkj, minerale olie, EOel, BTEX en lood. De analysecijfers zijn bekend bij Rijkswaterstaat. Samenvattend kan worden aangegeven dat het geloosde effluent op locatie Oost, gemiddeld genomen over de laatste drie jaar, de volgende gehaltes aan verontreinigingen bevat: • elV 82 mgtl; • Nkj 4 mg/I; • minerale olie 5 mgtl; • BTEX 0,8 mgt!. Samenvattend kan worden aangegeven dat het geloosde effluent op locatie West, gemiddeld genomen over de laatste drie jaar, de lozing op de locatie West de volgende gehaltes aan verontreinigingen bevat: • elV 50 mgtl; • Nkj 6 mgtl; • minerale olie 5 mgt/. De gehaltes aan EOel en lood liggen vrijwel altijd onder de detectiegrens in de analyses die op het geloosde effluent op Oost en West zijn uitgevoerd. Indicatief zijn een aantal analyses uitgevoerd op MTBE. De concentraties liggen beneden de 0,3 mg/I.

Wvo-aanvraag Vopak Europoort Definilief rapport

• 15 -


DOD _D.D~

DOD ROYAL HAIKONING

4

LOZINGEN DIE IN HET ACTIVITEITENBESLUIT GEREGELD ZIJN

4.1

Rechtstreekse werking Onder het activiteitenbesluit vallen slechts lozingen als deze afkomstig zijn van in het activiteitenbesluit genoemde activiteit en als de lozing direct (dus zonder opmenging met afvalwater dat niet onder het activiteitenbesluit valt) op het oppervlaktewater wordt geloosd. In de bestaande lozingssituatie van VTE worden aile stromen opgemengd en via olie-waterscheiders geloosd op oppervlaktewater. Dit betekent dat voor de huidige lozingen het activiteitenbesluit niet van toepassing is. Een uitzondering vormt de lozing van huishoudelijk afvalwater van de locatie Oost, dat geloosd wordt op oppervlaktewater via een septic tank. In de toekomstige situatie zullen lozingen van grondwater afkomstig van bodemsaneringen en grondwaterpeilbeheersingsputten geloosd worden zonder opmenging met andere afvalwaterstromen. Het activiteitenbesluit zal hierop rechtstreeks van toepassing zijn.

4.2

Lozen van grondwater bij bodemsanering Op de locatie West en de locatie Oost loopt een aantal saneringen, waarbij grondwater wordt opgepompt en wordt gezuiverd in de bestaande zuiveringstechnische voorzieningen, vervolgens vindt lozing op oppervlaktewater plaats. Het gaat hierbij om in bijlage 3 genoemde saneringen (EBS bronbemaling met een jaarhoeveelheid van 1.500m 3 en lopende saneringen Oost met een jaarhoeveelheid van 7.000m 3 ) en de in bijlage 4 genoemde saneringen (saneringen met een hoeveelheid van 4.000m3 per jaar). Op de Neckarhaven wordt grondwater afkomstig van een bodemsanering via een eigen zuivering geloosd; deze lozing valt onder het activiteitenbesluit. De lozing van nieuwe saneringen die gaan plaatsvinden op West en Oost zullen in beginsel via een eigen zuivering worden geleid en vervolgens worden geloosd op oppervlaktewater. Deze lozing valt onder het activiteitenbesluit.

4.3

Grondwater biJ ontwatering Door VTE wordt peilbeheersing van het grondwater toegepast om de grondwaterstand te verlag en. Recent heeft onderzoek plaatsgevonden naar de kwaliteit van het grondwater. Uit dit onderzoek voigt dat het grootste deel van het grondwater dat onttrokken wordt schoon is. Ais de afkoppeling van deze lozing gerealiseerd is valt de lozing van dit grondwater op oppervlaktewater rechtstreeks onder het activiteitenbesluit.

4.4

Afvloeiend hemelwater, niet zijnde van een bodembeschermende voorziening Uitgangspunt van deze regeling is volgens de toelichting dat atvloeiend hemelwater lokaal in het milieu wordt gebracht. Het afvloeiend hemelwater dat niet atkomstig is van een bodembeschermende voorziening wordt door VTE ge"infiltreerd in de bodem of aangemerkt als (potentieel) vervuild en in een van de zuiveringen van VTE gezuiverd en vervolgens geloosd op oppervlaktewater.


- 16 -


DOD

__ o e o_ DOD ROYAL HAIKONING

In nieuw te re.aliseren putten wordt onderscheid gemaakt in schoon en (licht) verontreinigd hemelwater. Het schone hemelwater zal direct worden geloosd op oppervlaktewater. De lozing van dit schone hernelwater direct op oppervtaktewater valt rechtstreeks onder het activiteitenbesluil

4.5

Huishoudelljk afvalwater op de locatis Oost vindt een lozing plaats van huishoudelijk afvalwater via een septic tank. Aangezien dtt een voortzetting van de lozing betreft die al v66r 1 juli 1990 regelmatig plaatsvond is het overgangsrecht van artikel 6.19 hierop van toepassing en valt deze lozing rechtstreeks onder het activiteitenbesluit.

Wvo-aanvraag Vopak Europoort Definltief rapport

- 17-

9T2938.AOfR0004/Nijm 4 december 2008

000 _0.0_ 000

.OVAL HA'KONING

5

BEOORDELING VAN DE VERGUNNINGPLICHTIGE LOZINGEN

5.1

Aigemene Beoordelingsmethodiek (ABM) Sinds augustus 2002 is de Aigemene Beoordelingsmethodiek voor Stotten (ABM) ingevoerd voor het beoordelen van stotten en preparaten voor de uitvoering van het emissiebeleid water. Deze methodiek is vastgelegd in een CIW-document. Op basis van de intrinsieke eigenschappen wordt een stot ingedeeld in een categorie. Deze categorie is vervolgens gekoppeld aan de te leveren saneringsinspanning. De volgende saneringsinspanningen zijn mogelijk: A. de lozing van de stot moet in beginsel worden beeindigd. Streven naar een nullozing; B. de lozing van de stot moet zoveel mogelijk worden voorkomen; C. de mate van beperking van de lozing van de stot is athankelijk van de waterkwaliteitsdoelstelling van het ontvangende oppervlaktewater. Hoewel de ABM ontwikkeld is voor aile verontreinigingen dienen voor anorganische verbindingen, zoals metalen en zouten, aannames gemaakt te worden . Concreet betekent dit dat deze stoffen als gemakkelijk afbreekbaar en niet bioaccumulerend (log Kow < 3) beschouwd mogen worden. Op het terrein van VTE zijn producten opgeslagen op basis van een classificatie op grond van de Wet milieugevaarlijke stoffen . Deze classiticatie is gebaseerd op brandgevaarlijkheid. De indeling is als voigt: • K1: licht ontvlambaar; • K2: ontvlambaar; • K3: brandbaar; • K4: brandbaar (en met een vlampunt boven de 100CC) De K1 stoffen worden overwegend op de locatie Oost opgeslagen, de K3 stoffen overwegend op locatie West. Opslag van K2 vindt overwegend plaats op locatie Oost. De opslagtanks op het terrein van VTE kunnen producten bevatten die mengsels in diverse verhoudingen en combinaties van de in onderstaande tabel genoemde stoffen. Door de stotfen in plaats van de mengsels in te delen op grand van de algemene beoordeJingsmethodiek wordt een worst case scenario geschetst. Per classificatie (K1 , K2, K3 en K4) wordt een aantal voorbeeldstoffen genoemd met hun kwalificatie volgens de ABM.


- 18-


000 _0.0_ 000

ROYAL HASKONING

Tabel1

IwJ~O(jUC

Beoordeling opgeslagen stoffen volgens ABM

G:

"aam ;

.

r-

,...

~'~.::., ..." ;;o_dj:_'~l!x

.

"'Kwalifi~tie

"',.

.,~

d

B~sillfaat ABM

':.

~.~:

_~,;)f --".1 . ~ :~t~; :~il'.\\:.

L'

-

". ~Sabe'f,in~s~ " A'TCN

Insp.snornQ

< ._,.

.u..

Voorbeeld K1 stoMen

In(tpllng~

-

Ruwe aardolie/gascondensaat

3

kan kanker veroorzaken

A

A

Benzine

3


A

A

Methanol

11

weinig schadelijk voor in water levende organismen

B

A

Ethyl terti air butyl ether (ETBE)

11


B

A

Methyl terti air butyl ether

11

schadelijk voor In water levende organismen; kan

B

A

B

A

(MTBE)

in het aquatische milieu op lange termijn schadelijke effecten veroorzaken

Tertiair butyl alcohol (TBA)

11


Butaan

11


B

A

Pentaan

3


A

A

Hexaan

6

vergiftig voor In water levende organismen; kan In

A

A

A

A

zwarte lijst-stot

A

A

het aquatische milieu op lange termijn schadelijke effecten veroorzaken Heptaan

4

zeer vergiftig voor in water levende organismen; kan in aquatisch milieu op lange termijn schadellJke effecten veroorzaken

Benzeen

1

Tolueen

1

zwarte lijst-stot

A

A

Xyleen

6

vergiftlg voor In water levende organismen; kan in

A

A


A

A

vergiftig voor In water levende organismen; kan in

A

A

A

A

A

A

het aquatische milieu op lange termijn schadelijke effecten veroorzaken Voorbeeld K2 stoffen Nafta

3

Kerosine

6

het aqualische milieu op lange termijn schadelijke effecten veroorzaken Voorbeeld K3 stoffen Gasolie/diesel

8

schadelijk voor in water levende organismen; kan in het aquatische milieu op lange termijn schadelijke effecten veroorzaken

Fatty acid methyl ester

8

(FAME), biodiesel

schadelijk voor in water levende organismen; kan in het aquatische milieu op lange termijn schadelijke effecten veroorzaken

Voorbeeld K4 stoffen Residuale olien, stookolie

3


A

A

Smeerolie

3


A

A


·19·


000 ~

oeo_ 000

ROYAL HASJ[ONING

Op de locatie van VTE vindt geen reiniging van tankauto's plaats. VTE beschikt in de huidige situatie over saneringsinspanningen die vergelijkbaar zijn met in de 'Verwerkingsmatrix stoffen' genoemde olie/vaste stof afscheider gecombineerd met een chemisch-fysische afscheider. Conform de Quick-scan van de ATCN stoffenbank kunnen de oliecomponenten dan worden ingedeeld in categorie A. Ook worden er hulpstoffen bij VTE toegepast. In de onderstaande tabel zijn de hulpstoffen die bij VTE worden toegepast weergegeven met de daarbij tussen haakjes hun toepassing. Tabel2

Beoordeling hulpstoffen volgens ABM

Ift,rOCll.!ctn$am (en,,~oepassjr;tgl . ,

:L . L'~ _;, • .!o\lIL~~

.'l"'~,

'~

;jtl

Re'slJJtaat AS:M~

.....,

'"'

, Kwalifie-atle

Betz Balanced Polymer 5072E

.~')

W,/

"

"'"

..,.

' Sa~erlpgs- "' 1ns.panning,

11

weinig schadelijk voor in water levende arganismen

B

11

weinig schadelijk voar in water levende arganismen

B

9

schadelijk voor in water levende organismen

B

11


B

5

zeer vergiftig voar in water levende organismen

B

11

weinig schadelijk voor in water levende organism en

B

3


A

(hulpstof warmwaterbereiding) Optiguard MCP5070 (hulpstof warmwaterbereiding) STEAM MATE NA2240 (hulpstof stoombereldinQ) Natronloog (wassen van oroduct) Chloorbleekloog (verlagen mercaptaangehalte product) AJAX Moussol APS 3/3 (schuimblusmiddei) Additieven*

In verband met de dominantie van het oplosmlddel waarin de additieven zljn opgelost, is het oplosmiddel bepalend voor de milieubezwaarlijkheid van deze additieven.

V~~r

deze additieven is de bestaande

zuiveringstechnische voorziening BBT.

5.2

Toetsing aan best beschikbare technleken Er is geen BREF van toepassing op VTE, omdat VTE geen IPPC-bedrijf is. Alhoewel niet van toepassing is wei getoetst aan de BREF Op- en overslag bulkgoederen omdat deze wei de beste beschikbare technieken (BBT) beschrijft met betrekking tot het voorkomen en beperken van de lozing van verontreinigende stoffen op oppervlaktewater. Geconcludeerd kan worden dat de instaliatie voldoet aan de BREF Op-, en overslag bulkgoederen.


- 20 -


DOD

_ 0 . 0 ___

DOD ROYAL HAIKONING

De belangrijkste maatregelen om de emissie naar water te beperken worden hieronder genoemd: • de tanks worden zoveel mogelijk gebruikt voor de opslag van een product (dedicated systems), waardoor tanks zo min mogelijk gereinigd hoeven te worden. Dit geldt ook voor de leidingen. Indien schoonmaken noodzakelijk is, worden de tanks en leidingen zoveel mogelijk productvrij opgeleverd; • leegmaken van laad-, en losarmen en slangen in scheeps-, of landtanks vindt plaats door 'piggen' (incidenteel door stikstof of lucht); • voor gemorste producten heeft het schip lekbakken onder het manifold en bij de pompopstelling; • toepassen van tankputten en leidingstraten om verspreiding van verontreiniging bij ongewenst vrijkomen product (bijvoorbeeld lekkage) tegen te gaan en mogelijkheid om leidingdelen in te blokken en zo de verspreiding bij lekkage te beperken; • (calamiteuze) lozingen uit de tankopslag worden opgevangen in tankputten en vervolgens gecontroleerd afgevoerd; • (calamiteuze) lozingen bij scheepsverlading worden preventief beheerst door werkinstructie en continue bewaking vanuit de controlekamer en de inzet van olieschermen (zie ook MRA). De lozing voldoet aan de BREF Afgas-, en afvalwaterbehandeling. De belangrijkste maatregelen om de emissie naar water te beperken zijn al genoemd. Verder is nog relevant om aan te geven dat: • daar waar mogelijk schone stromen van de verontreinigde stromen worden gescheiden. Hierbij worden de schone stromen direct op oppervlaktewater geloosd; • in de nieuwe uitbreidingen wordt onderzocht of overkappingen aangebracht kunnen worden op plaatsen waar het hemelwater verontreinigd kan worden met lekkages en morsverliezen van product; • in de BREF Afgas-, en afvalwaterbehandeling is aangegeven voor minerale olie dat olie-afscheiding met een restgehalte aan minerale olie van 6 - 90 mg/I als beste beschikbare techniek geldt. Deze effluentconcentraties voor minerale olie worden in de huidige lozingsituatie al bereikt; • in de BREF Afgas-, en afvalwaterbehandeling is aangegeven voor BZV dat aerobe biologische zuivering met een restgehalte aan BZV van 7- 10 mg/I beste beschikbare techniek is; • in de BREF Afgas-, en afvalwaterbehandeling is aangegeven dat v~~r benzeen (als representatieve vertegenwoordiger van BTEX) strippen met een restgehalte aan Benzeen van < 1 mg/I beste beschikbare techniek is. Deze effluentconcentratie zal in de toekomstige situatie met een aerobe biologische zuivering worden bereikt op de locatie Oost. Tevens geven de door Vopak toegepaste (reeds beschreven zuiveringstechnische voorzieningen), monitoring van de kwaliteit van het afvalwater en de diverse procesbeschrijvingen verdere invulling aan de stand der techniek.

5.3

Emissie-immissietoets Voor geen van de opgeslagen stoffen is een formele norm beschikbaar waaraan een mogelijk effect van de lozing getoetst kan worden. Bovendien is het lozingspatroon zodanig dat geen sprake is van een continue lozing. Dit betekent dat de standaardaanpak voor de Emissie-immissietoets niet gevolgd kan worden. Wvo-aanvraag Vopak Europoort Definitief rapport

- 21 -

9T293B.AO/R0004/Nijm 4 december 2008

DOD ROYAL HASKONING

De lozing van enkele ppm olie is vergelijkbaar met vergunde lozingssituaties elders in Nederland. In deze situaties zijn geen nadere voorschriften aan de lozing van oliehoudend afvalwater gesteld. Derhalve mag worden verwacht dat de lozing van oliehoudend afvalwater door VTE niet zal leiden tot overwegende bezwaren voor het aquatisch ecosysteem. De lozing van STEX is getoetst aan de waarden van de MTR v~~r de individuele componenten. De waarden van de MTR v~~r benzeen, tolueen, ethylbenzeen en xyleen bedragen respectievelijk 240, 730, 370 en 380 ~g/I. Ais gemiddeld getijdendebiet van het Calandkanaal is 125m3/s ingevoerd in de Emissieimmissietoets. Deze waarde is afkomstig van Rijkswaterstaat Zuid Holland en geldt bij een afvoerdebiet van 1.031 m3/s bij Lobith. V~~r de diepte van het kanaal is 5 meter ingevuld in verband met stratificatie van zoet en zout water. Uit de berekeningen voigt dat de lozing van benzeen, tolueen, ethylbenzeen en xylenen geen aanleiding geeft tot een significante verslechtering van de ecologische kwaliteit van het water in (stap 2 Emissie-immissietoets). Wat betreft de lozing van de goed wateroplosbare stoffen methanol, ethanol, MTSE en ETSE is, gelet op de verschillen in biologische afbreekbaarheid en aquatische toxiciteit, de lozing van MTSE maatgevend. Er zijn slechts een aantal (indicatieve) analyses van de lozing van VTE op MTSE uitgevoerd. Op basis van deze analyses is in de Emissieimmissietoets een waarde van 0,3 mg/I geanalyseerd in het geloosde water voor MTSE ingevuld. De laagst gevonden betrouwbare waarde voor de acute toxiciteit voor MTSE bedraagt 706 mg/I (stoffenbestand Proteus). Gebruik makend van de methode voor het afleiden van een ad-hoc MTR wordt een norm afgeleid van 672 ~g/I. Het achtergrondgehalte aan MTSE is overgenomen uit de RIWA-rapportage over de kwaliteit van de Rijn in 2005. Het opgenomen gehalte betreft het gemiddelde. Zie bijlage 7 'Emissie-immissietoets Senzeen, tolueen, ethylbenzeen xylenen en MTSE'.

5.4

Nieuwe lozingsnormen (Iozingsassistent) Aangezien voor de huidige lozingssituatie ook vergunning wordt aangevraagd is met behulp van de lozingsassistent een normering voor de parameters minerale olie en CZV atgeleid. Dit ter onderbouwing van een reeel haalbare lozingsnorm voor de huidige lozing. De analyseresultaten van 2006 tot heden zijn ingevoerd. Hierbij zijn de analyseresultaten van uitschieters c.q. calamiteiten verwijderd. V~~r

de parameters STEX zijn te weinig analysegegevens boven de detectiegrens aanwezig om een betrouwbare norm at te leiden met behulp van de lozingseisassistent. Geconcludeerd wordt dat de met de lozingseisassistent afgeleide normen niet noemenswaardig hoger liggen dan de normen uit de vigerende vergunningen. Dit geldt voor de normen voor CZV en minerale olie. Hierdoor zijn de normen voor CZV en minerale olie uit de vigerende vergunningen worden overgenomen in deze aanvraag.

Wvo·aanvraag Vopak Europoort Definitief rapport

- 22 -


DOD ROYAL HAS KONING

Gevraagd wordt om in de overgangssituatie tot aan de gesaneerde lozingssituatie de norm te baseren op gemiddelde van steekmonsters bij de lozing van het effluent van olie-waterafscheider Oost en West (fase 4/5), waardoor VTE de tijd krijgt om een verbeterde en stabiele lozingssituatie te creeren op de locatie Oost en West. De normen voor EOCI en Pb kunnen komen te vervallen, aangezien de opslag (en het gebruik) van deze stoffen door MTBE is vervangen. De norm voor Nkj kan komen te vervallen omdat de lozing van Nkj laag is en niet actief be"invloed kan worden door VTE. De aanvraag is verder gebaseerd op een doelmatige werking van de olie-waterafscheiders en biologische zuivering. Dezelfde norm voor minerale olie is aangevraagd voor de diverse lozingspunten waarbij afvalwater door een van de olie-waterafscheiders wordt geleid. Op de locatie West worden overwegend K3 stoffen opgeslagen. Hierdoor is een olieafscheider beste beschikbare techniek. Hierdoor zal met een norm voor olie de doelmatige werking van de olie-waterafscheider kunnen worden geborgd. Aangezien er geen noemenswaardige hoeveelheden zuren en basen worden opgeslagen, kan de pH norm (uit de vorige Wvo-vergunning) komen te vervallen. De nieuw te realiseren olie-afscheider op locatie West zal voldoen aan het criterium van beste beschikbare technieken. Door de mix aan olieproducten die het afvalwater van VTE kan bevatten, kan niet op voorhand worden aangegeven welke effluentconcentraties aan minerale olie in het effluent van de olie-waterafscheider worden aangetroffen. Hierdoor zal niet op voorhand een scherpere norm voor minerale olie worden aangevraagd. Een nieuwe norm kan in de loop van de tijd bepaald worden uit de analyses van de effluentmonsters van deze nieuwe olie-waterafscheider. De nieuw te realiseren aerobe biologische zuivering op locatie Oost zal naar verwachting een effluentgehalte aan BlV realiseren van 7-10 mg/I. Op voorhand is niet aan te geven welke concentraties aan ClV gehaald worden aangezien niet aile ClV door een aerobe biologische zuivering kan worden afgebroken. Hierdoor zal niet op voorhand een scherpere norm voor ClV worden aangevraagd. Een nieuwe norm kan in de loop van de tijd bepaald worden uit de analyses van de effluentmonsters van deze nieuwe zuivering. Om de aerobe biologische zuivering goed te laten werken zullen stikstof en fosfaat als hulpstof worden toegevoegd. De hoeveelheid toe te voegen hulpstoffen zal tot een minimum worden beperkt, toch zal een dee I van deze hulpstoffen in het afvalwater terecht komen. De aanvraag van lozingsnormen is te vinden in paragraaf 7.1 .

5.5

Risico's onvoorziene lozingen (resultaten MRA) Uit de milieurisicoanalyse (MRA) blijkt dat de risico's met betrekking tot volumecontaminatie, veroorzaakt door het scenario 'breuk overslag schip' met methanol, bij VTE acceptabel zijn voor het betreffende oppervlaktewater, de 7e Petroleumhaven en het Calandkanaal. Het risico voor 'maximale frequentie oevercontaminatie' is verwaarloosbaar.


- 23 -


000

___ O e D

000 ROYAL HAS KONING

Voor een berekend risieo geldt eehter een onaeeeptabel risieo. Het betreft de oevereontaminatie varoorzaakt door topping met K1 van tank 1055 en 1056 in tankput 10f en tank 1071 tim 1076 in tankput fase 7 op loeatie West en tank 903 in tankput 9b op looatle Oost. Indian VTE tijdig an sueeesvol oliasohermen inzet, wordt ook dit risieo teruggebraoht tot een aeeeptabel niveau. Dit is ook zo opgegaven In het bedrtjfsnoodplan. Een nadere onderbouwlng van deze oonelusie is te vinden in bijlage 8.


- 24 -

9T2938.AO/R000.4/Nljm 4 december 2008

_0.0_ DOD DOD

ROYAL HAS KONING

6

BEHEERSPLAN UITVOERING METEN, BEMONSTEREN EN ANALYSE VTE valt niet onder de IPPC-richtlijn, noch onder de E-PRTR verordening omdat enkel stoffen worden opgeslagen en niet gefabriceerd. Gelet op het besluit van het Kabinet om de administratieve lasten van bedrijven te verminderen en de invulling hiervan door Rijkswaterstaat, betekent dit dat VTE de kwaliteit van het te lozen afvalwater niet hoeft te rapporteren. In de afgelopen anderhalf jaar is door Vopak veelvuldig afvalwater bemonsterd en geanalyseerd om hiermee de kwaliteit van de diverse stromen afvalwater inzichtelijk te maken. Ook zal er in de toekomst veelvuldige analyse van afvalwaterstromen plaatsvinden om de waterzuiveringsinstallaties goed te kunnen inregelen en de goede werking te kunnen waarborgen. In de huidige situatie is sprake van de volgende referentiepunten: • effluent olievanger locatie Oost; • effluent olievanger fase 1/2 (Iocatie West); • effluent olievanger fase 4/5 (Iocatie West); • vingerpier 1. In de toekomst zal het referentiepunt effluent olievanger locatie Oost vervangen worden door: • effluent biologische zuivering locatie Oost; • effluent stripper locatie Oost. Gezien de aard van de verontreinigingen (vluchtig en drijflaagvormend) is bemonstering middels steekbemonstering in de huidige situatie de meest representatieve methode. Voor het effluent van de biologische zuivering zal een volumeproportionele bemonstering worden gerealiseerd voor de parameters (CZV, fosfaat, onopgeloste bestanddelen en BZV) omdat deze het meest inzicht geeft in de werking van de biologische zuivering. De plaats van de referentiemeetpunten, de wijze van meten en bemonsteren, de bepalingsmethoden en de analysefrequentie zijn in onderstaande tabellen vermeld. Tabel3

Monitoringsplan huidige lozingssituatie

Referentiepunt Effluent olievanger locatie Oost

Effluent olievanger fase 1/2 (Iocatie West) Effluent olievanger fase 4/5 (Iocatie West) Vingerpier 1


Te analyseren parameter CZV Minerale olie BTEX MTBE CZV Minerale olie MTBE CZV Minerale olie MTBE Minerale olie

- 25 -

Frequentie 2 x per maand

2 x per maand

2 x per maand

1x per maand


000 _ __ OeD 000 ROYAL HASKONING

Tabel4

Monitoringsplan na realisatie van stripper en biologische zuivering

Referentiepunt Effluent stripper locatie Oost

Effluent biologische zuivering locatie Oost

Effluent olievanger fase 1/2 (Iocatie West) Effluent olievanger fase 4/5 (Iocatie West) Vingerpier 1

Te analyseren parameter CZV Minerale olie BTEX MTBE CZV Minerale olie BTEX MTBE Fosfaat Onopgeloste bestanddelen BZV CZV Minerale olie MTBE CZV Minerale olie MTBE Minerale olie

Frequentie 2 x per maand

2 x per maand

2 x per maand

2 x per maand

1x per maand

Analyse van de in de tabellen genoemde parameters zal plaatsvinden volgens de daarvoor geldende NEN-methode. Indien daartoe aanleiding is zal VTE het monitoringsprogramma aanpassen. Vanzelfsprekend zal het effluent gedurende het in bedrijf stellen van de nieuwe zuiveringstechnische voorzieningen (met name stripper en biologische zuivering) met een hogere frequentie dan in de tabel aangegeven worden bemonsterd en geanalyseerd). De resultaten van de analyses worden digitaal in een Excel spreadsheet geregistreerd.


· 26 ·


___

DOD D.D~

DOD ROYAL HASKONING

7

AANVRAAG WVO EN WWH

7.1

Nieuwe normen overgangssituatie en gesaneerde situatie Effluent olievanger Oost 1 (Iocatie Oost)

Parameter Chemisch luurstof Verbruik (ClV) Minerale olie BTEX (sam van benzeen, tolueen, ethylbenzeen en xylenen)

Kolom II 200 mg/l 10 mg/kg 1,0 mg/l

Effluent stripper loeatie Oost (Ingaande 2 jaar na het in werking treden van de Wvoverg unning)

Parameter Chemiseh luurstof Verbruik (ClV) Minerale olie BTEX (sam van benzeen, tolueen, ethylbenzeen en xylenen)

Koloml 400 mg/l 10 mg/kg 0,1 mg/I

Kolom II 200 mg/l 5 mg/kg

0,05 mg/l

Effluent biologisehe zuivering loeatie Oost (Ingaande 3 jaar na het in werking treden van de Wvo-vergu nni ng)

Parameter Chemiseh luurstof Verbruik (ClV) Minerale olie BTEX (sam van benzeen, tolueen, ethylbenzeen en xylenen)

Koloml 400 mg/l

Kolom II 200 mg/l

10 mg/kg 0,1 mg/I

5 mgikg 0,05 mg/l

Indien de normering van de stripper en biologisehe zuivering op de loeatie Oost geldt kan de normering voor het effluent van de olievanger Oost 1 (Ioeatie Oost) komen te veNallen. Effluent olievanger fase 1/2 (Ioeatie West)

Parameter Chemiseh luurstof Verbruik (ClV) Minerale olie

Koloml" 200 mg/l

Kolom II 100 mg/I

20 mg/kg 10 mg/kg * Deze kolom geldt vanaf 2 jaar na het in werking treden van de Wvo-vergunning (het moment dat de gesaneerde lozingssituatie gerealiseerd is).


- 27 -


DOD ROYAL HASKONING

Onderstaande normering wordt aangevraagd vanaf het inwerking treden van het besluit tot twee jaar na het inwerking treden van dit besluit (het moment dat de olievanger 4/5 aangepast is). Effluent olievanger 4/5 (Iocatie West)

Parameter

Koloml

Kolom II

Chemisch luurstof Verbruik (ClV) Minerale olie

400 mg/I

200 mg/I

20 mg/kg

10 mg/kg

Onderstaande normering wordt aangevraagd vanaf twee jaar na het inwerking treden van het besluit (het moment dat de olievanger 4/5 aangepast is). Effluent olievanger 4/5 (Iocatie West}

Parameter

Koloml

Kolom II

Chemisch luurstof Verbruik (ClV) Minerale olie

400 mg/I

200 mg/I

10 mg/kg

5 mg/kg

Koloml 20 m /k Kolom I: analysewaarde gemeten in een willekeurig steekmonster Kolom II: bepaald rekenkundig gemiddelde van de gehaltes van 10 opeenvolgende willekeurig genomen steekmonsters met dien verstande dat de opeenvolgende steekmonsters met tussenpozen van tenminste 24 uur worden genomen.

7.2

8eschrijving onttrekking water met betrekking tot Wet op de Waterhuishouding In het kader van een vergunning ingevolge de Wet op de Waterhuishouding vraagt VTE middels deze aanvraag een vergunning aan inzake de wet op de Waterkering voor het onttrekken van water uit de 7 e Petroleumhaven. Het grootste deel van het onttrokken appervlaktewater zal worden gebruikt voor het testen van het bluswaternet. Het bluswaternet wordt periodiek getest, waarbij het bluswater wordt onttrokken aan het oppervlaktewater. Het bluswaternet staat in verbinding met het bluswaternet van MET. Op het bluswaternet zijn bovengrondse hydranten, vast opgestelde schuim/waterwerpers en het sprinklersysteem van de opslagtanks aangesloten. Daarnaast wordt oppervlaktewater onttrokken uit de 7e Petroleumhaven voar het watertesten van tanks of voor het reinigen van tanks en leidingen. Het benodigde water voor het reinigen van tanks wordt door middel van oppompen, onttrokken aan het oppervlaktewater. Het afvalwater wordt afhankelijk van de vervuilingsgraad of afgevoerd naar een erkende verwerker of na behandeling geloosd op het oppervlaktewater van de 7e Petroleumhaven.


· 28 -


DOD

____ 0 • 0 ____ 000

ROYAL HA.KONING

Er zijn roosters aanwezig om de intrek van vis te voorkomen. In de praktijk blijken deze maatregelen voldoende, aangezien er geen problemen met visintrek geconstateerd worden. Er staan op de locatie Oost en West drie brandwaterpompen met een capaciteit van elk 500m 3/h. verder zijn er nog twee pompen aanwezig: een met een capaciteit van 50m 3/h (om het systeem op druk te houden) en een pomp met een capaciteit van 150m 3 /h. Verder zijn er op de Neckarhaven nog twee brandwaterpompen met een capaciteit van 250m 3/h. De inzuigsnelheid voor de brandweerpompen bedraagt 500 m3 /h en de diameter bedraagt 17,5 duim. Hiermee is de stroomsnelheid bij het innamepunt minder dan 1 mis, waardoor de ervaring leert dat er geen vis wordt ingetrokken. V~~r de bovengenoemde onttrekkingen wordt vergunning aangevraagd ingevolge de Wet op de Waterhuishouding.


- 29 -


000

-'iI..!..S.-000

.OVAL HA.KONING

8

ONDERTEKENJNG Ondergeteke.nde, die bevoegd Is namens de aanvrager/ve~gunninghouder te handelen, verklaart deze aanvraag en de daarbij behorenQe bljlagen, naar waarheld te hebbeh opgesteld, Plaats Datum Naam Functle Handtekenlng

Wvo-aanvraag Vopak Europoort Oeflnltlaf rapport

- 30-

9T2938.AO/R0004/NIJm 4 december 2008

Bijlage 1 Situatietekening 'Overzicht terrein' en 'Neckarhaven'

Wvo-aanvraag Vopak Europoort Definltief rapport

Bijlage 1 • 1•

9T2938.AOfR0004/Nijm 4 december 2008

(

VINGERPIER 4

7. PETROLEUMHAVEN

M.E.T.

Ulnlll.

.." ~I"

t

UVopak fl"t

tl'C-.,<1JlOItAftll tr,,. ltllo4 IMClVt.1AAt1[tCIII"'UWI

Vo~ak T~rminal

OVERZICHT

T:;~;I'~"

Europoort

s"'",,. v

(

..

RIM IElPAD

III

+ BWIENINGSGEBOUW NECKARKADE PUT

+

STEIGER 3

STEIGER 2

J +

NECKARHA VEN

+

LEGENDA ® WA TERLOZINGSPUT ® RIOOLPUT B- LICHT MAST o IjI

PROPAANT ANKS EN INCINERATOR

23-11-05

EHB

DS

B

10-12-2004

IBS

AVDP

A

2B-11-2002

EHB

13-02-2001 ISSUE

DATE

GEWIJZIGD NAAR VOPAK STANDAARD LOCA TIECODE AAN TEK.NR. TOEGEVOEGD

L Broere c'Reinders

EERSTE UITGAVE

DRAWN

DESCRIPTION

CHECKED

~Vopak TITLE,

SCALE,

10

20

30

40

50

"

10

"

90

100111

101000

DATE, 13- 02-2001

CHECK W, XAtf

N

Vopak Terminal Europoort Vopak Shared Services B.V

PLOTPLAN NECKARHA VEN

DRAWN, L.Bro ere Om

BOLDER CAMERA

ACt!ssoriuUst

"

FORMAT .

ARCH NR ,

A2

DRAWINGNR .,

Partlist;

N

E\D\ 00\010

E-12401 A[AD'Iersllln,

Z002

SHEET,

001

OF,

001

ISSUE,

Fi\enll"t:

E-I2~OI-00 1 DWG

000 _0 . 0_ 00 0

ROYAL HASKONING

Bijlage 2 Overzicht rioleringssysteem en van het Vopak Terrein


BIJlage 2

9T2938.AOIR0004I Nljm 4 december 2008

- - - -Ir - - - - - - - - - - - - - - -

S 1ElGE~ j

I

V II~G ERP IER

'-

2

• • T.l".:,lMiJCI ..... ~1OII»

I iiiillN...u.'....Uilrir.i6IIP!lBAllIIEN V I NGE R~ IER

I 1L

r~1

4

<

I·

99

i

~

~

\lti'JU.t

NECI( ARHA VEI~

553 1

7. PETROLEUMHAVEN

OVERZICHT NECKARHAVEN SCHAAL 1:1000

GERP IER 3

SCHEMA OLiEV ANGER OOS TZlJDE 5537 5538

DEB lEI METER EASE 1/2 OliEVANGER EASE 112

~I

ET

~ L01MSOlMIl~UmUlfASllli\ffil!l.'D[ ~ lO l ~ICi~~UNT1.f<:OOlUITLur F"' <;{~ " \I!H!~[ --

Ml9l'~ -C~ul~

II~t . .

W I ~n{ llEllJl(

c

tIO;J

S[ PTIlUh'K

iii!

POHPf'UT

e~l. ,

l.l.HCIVA NCrr:R p,", M~lLl!TEA

1><1

tk

PJoI(llI'IUI<'UI0ED.[HOIAfSUI1fR

I

SIRlVlKOLK

®

PlrNll'1lEAS

iii PI'"

VOPAK TERMINAL EUROPOORT V~I.r.k ':J'dr~J S~r,,'~;

OVERZICHT TANK TERMINAL EUROPOORT SCHAAL 1:2000

ev

_

000

OeD _

000

R,8YAJ.HA'.'ONIN'O

tillageS Lozing (boatie Oosthuidlge eJtuatie,

Wvo-aanvraag Vopak Europoort Definitlel rapport

Bijlage 3'

9T2938.AQ/RQ004/NIJm 4 december 2008

Locati~ OO~~_IOZin~en 1. vullWatemool

huidige si!u"at~e 350.200 m3Jj'aar

h0evee'h~id per j~1!r

~

(m3faarf

J

2. 100 2.000 8.500 600 3 ..000 12.000

J

J.

-.

_

~\T.

.'

~

~

heTreinige~

... ' .,.,- ," .

'_"

~r-_,

n

L

~'

Jl

"

,~,~",

~

~.

'~'i .: ~ , ,,/..- ...,." ,r. ~:>,,~ ~ti~'I' .~.,." ',.: ~" .., .... '.} -f;f.",,- J -:,"'{~'}. ~{l1"!"'--:;:o'''-'''' ':':Ii{ ';':/•• :~' ·r_ . ..... ~S·,,'·· 1,'·~·~~--".~ ....·'~....t_'~~:J'_·C~,... :,~~.. ,_r ~,.. ~·..

'0;

,:'3'c:.

• ' '"

c.

, c ..

'.' .

~_

.. :r .-:. ':f1.~ t-"';' ':':.~'~~ 1l.?'K$1~~~ ~~~:~' " ./-.": ~ .il< -,,~ ';:.~<:- ~"¥., . ,,~<:!.".;M', :f:t-R;o.-:_-.7t:·;,-... ~t(~'~ •• -,-~··.. 6~~?~;, f~J~'_W'fjt:)·~. ~ -.:. . . ·:...

I

ta-;;'kSbij(j;

vanp;:oduct~n

ci~ 10~ O;;t,We~T e'Tcie'NeCk-;-haven"l~

I

effluent zuiveringsinstallatie Koch

I 100.000 43.000 35.000 94..000

J., I '"",,",' _1 _..-:-r- J _ -...-.L.

beschrijviQglvan de afv~lw~t~r:slrCWlen g~100cr0pdP3 ,. \' '':::''''-';''~'::' ~. ",,' :!/...:1 "')"'~~5Z "i., , ~ "J ,,!.~ " ~;: ~ -:. ':.. ~'..::" ~,~ .~~~)iii; ..;;" '1{?:.:~:~'.' '~'-t.'.':7:~.", . - . - . " .> • . " ' . s "'~·;fi~·:;r~·,~, '2:~~~..~ waswaler afkomstlg van v;' "';issel'ing groo't"on derhoul op ... Met product verontreinigd hemelwater afkomstig van steigers en pompputten van de Necharhaven verontreinigd grondwater alkomstig van bodemsaneringen op de locatje Oost (inclusief bodemsanering op EBS terrein van door VTE veroorzaakte verontreiniging) afvalwater alkomstig van het seoelen en 2ig~gen len behoeve van het onderhoud aan leidingen en putten afvalwater alkomstig van hel seoelen en iiken van plateaus leidingen en tanks op Oost overig door product verontreinigd {hemel)water afkomstig van de locatie Oost

I 50.000

~

totaal

I

I

verontreinigd en niet verontreinigd grondwater van de grondwaterpeilbeheersputten 7, 8, 9, 11 en 14 stoomcondensaat I I afvalwater afkomstig van hat spoelen en iiken van plateaus, laidingen en tank.s op Oost licht door product verontreinigd hemelwater afkomstig van tankpulten van locatie Oost an overig licht door product varontreinigd hemelwater

r ~~

DOD _

D e D_

DO D ROYAL HASKONING

Bijlage 4 Lozingen loc-atie West huidige situatie

Wvo-aanvraag Vopak Europoort Definilief rapport

8ljlage 4

9T2938.AO/R0004/Nljm 4 december 2008

4,000 verontreinigd grondwater afkomstig van bestaande bodemsaneringen op de locatie West 34,800 overig door product verontreinigd (hemel)water afkomstig van de locatie West

50 500 4,500 750 47,000

waswater afkomstig van het reinigen van tanks bij de wisseling van product en groot onderhoud op West (overwegend zware producten) met product verontreingd hemelwater afkomstig van de steigers en pompputten van vingerpier 4 afvalwater afkomstig van de slobtanks op locatie West met product verontreingd hemelwater afkomstig van de steigers en pompputten van de Laurenshaven overig door product verontreinigd (hemel)water afkomstig van de locatie West

000 _0.0_ 000

_VAL H)A':K.MI.G~

Si,age;$ LoztrtO"m ,locatieOasl in lDe;ifomstige .,tuttle

WVH'ar\Vra~ VQpak ~arl' ,Gefloltl;~f ra~port

Itr~a8.AoIR(J00:41Nilm

4decemnm ~o.3

Locatie Oost lozingen toekomstige situatie 1. vuUwalE!rTiOOI, . ~j.:200i m~naar< " lolaal

hoeveelheia'Pe('Ja~r (m31ja:ar)

5eschrij'~i;;g vaii~'e,af..,arw'aterStipm"en ,~ICid~ op LP3

2.100 2.000 8.500 ---------,3=-.~g l

EBS terrein van door VTE veroorzaakte verontrelniain

I ~~o-:.n~:~._ ~;:w ... ~:" .o~" :-~:-'Z'-:':"

.. _.. !:':""_.. ,_..._::-..~_o -; 0:::: ... _.~.._:-...._u__:: .. -;._...,,_ .. u.. ,..-..-"

12.000 4.000

2. regenwateniool hoeve'EII~e.i.d per.Jaar ·(m3(jaar~

34.000 43.000

35.000 94.000

ut 16

206~(jQ(rm3gaar toJaal besctlrijying ,v~n'''q~ a~all'@!E!~me,n g.e1Cigsd ,oj:!i LP~

_

DOD

D e D_

DOD ROYAL HASKONING

Bijlage 6 Lozingen locatie West in toekomstige situatie


Bijlage 6

9T2938.AO/ROOQ4/Nljm 4 december 2008

Locatle West lozingen toekomstige situatie 41 .8.0.0, rn3/Jaar tbtaal

A. gem~rig!l fi601

hoeveelheid per jaar (m3/j€la~)

B. g~m.efigg ripol fioeveeJheid per ja'ar (m31j?ar)

52.800. m;34aar

tolaal

000 ___ 0 . 0 000

-

ROYAL HASK.O NING

Bijlage 7 Emissie-Immisietoets BTEX en MTSE

Wvo-aanvraag Vopak Europoort Detinitief rapport

Bljlage 7

-9T2938.AO/R0004/Nijm 4 december 2008

IMMISSIETOETS

IMMISSIETOETS BESTAANDE EN NIEUWE LOZINGEN INVOERGEGEVENS OPPERVLAKTEWATER rivier kanaal sloot of vaart meer

INVOERGEGEVENS LOZING

...

I bestaande lozinq

...

debiet

Qopp.

125,0

m3/s

diepte breedte

h

5 500

m m

b

Benzeen achtergrond L '-------

-

-

Cw

=

0,000000

~g/j

1000

m

stap 1

.--

1... 1

debiet

Q lozing

110

m3/uur

diameter pijp

0

0,5

m

stof concentratie lozing

CJ

IMMISSIETOETS BESTAANDE LOZING

-

1... 1

I nieuwe lozing

I-

"

Benzeen Ce

ER MTR

=

VR

l

Benzeen

~

STOFFENLlJST

...

Arseen Cadmium Chroom Koper Methyl-kwik Kwik Lood

-

-

-...

1000,0

~g/l

0,000000

~g/l

M25 (= Ce/delta C25) =

240,000000

~g/l

delta C 25 =

31,61

~g/l

24,000000

~g/l

C 25 = ML \ = Ce/delta CLl =

30,65

~g/l

32

200

delta CL =

5,00

~g/l

CL=

4,97

~g/l

Ce>= MTR? ,j,

delta C25 > ER? ---+ JA

JA ,l-

stap2

delta C > [10%] _MTR ?

is breedte systeem >100 m?

---+

NEE

---+

STOP

Meogberekenlng

ontvangend watersysteem deblel Q breedteb dlecte h snelheld v

r- k·...aarde Chazy C

125

m3ls

110

m31uui'

500

m

O.S

m

m

0.1963 2 2

rrf

5 0.050

0.1

m/S m m(112)/s - "]

diSC'y (bl

50 0,6 0.010

disp-y (51

0,001

disp-y CuI L-meng y

0.010 486074

m2ls m

0.067 0.0011

m2ls

dlsp-z (ul

0,001

m2ls

L-MTR

1000

m

I alpha..:oefficl~t

( beia-coafflelAnt dlsp-z fbI l -diSP~isl

lozing

kanaal

C '~

uffi;IrQOmsoelheid.v " , 1(0) maximum ceJe,"" QapplQloz et or oluim bl' 10zinoSOL nt

m2ls

m2i(J

2 0.16

m'/$

4()g() 909091

_.

PLUIM

500,0

0,44

~-.

m

wnoog OI:WICII.fIhDI .-. "91

-ex

I

«XI.•

x3Dpluim-max (m) =

6;OOj--m21$ 1

-MfR -Cw

",",0

93,6

2OD.O

"''',0

mengfaclor M = CeJCx

~ TI----------------------------------' 200

150

100

50

500 atsIand lC [m] 1000

0,031

1500

L·MTR

L-ER

x(m)

Ce/Cx

0 23 47 70 94 119 144 169 194 294 394 494 594 694 794 894 994 1094 1294 1000 25

1 15 31 46 61 69 76 82 Be 108

op

•

3Dplulm-gebled

ugJI

200

«XI

600

800

l~lnWO

70

0,9 0,8 0,7 ·

2Dpiuim-gebled

0.8 0,5

126

o,~

141 154 167 178 189 199 209 228 200 32

0.3 0..2 0,1

0.0

0

Pagjn.1

a 23 47

mengtactor M IilCeIC.x 1,0 ·

500 alsland x tmJ 1000

1500

ugI1

c.

x{m)

94 119 144 169 194 294 394 494 594 694 794 B94 994 1094 1294

500,0000 61,3395 31,6402 21,3183 16,0744 14,3060 13,0184 12,0281 11,,2325 9,1_

7,904>4 7,0645 6,4460

5,9682 5,579B 5,2800 4,9897 4,7572 4,3757

ugII

ow

MTR 240 240 240 240 240 240 240 240 240 240 240 240 240 240 240 240 240 240 240

0

0 0 0 0 0 0 0

IMMISSIETOETS

IMMISSIETOETS BESTAANDE EN NIEUWE LOZINGEN INVOERGEGEVENS OPPERVLAKTEWATER rivier I kanaal sloot of vaart meer debiet

Qapp.

diepte breedte

h b

....

L

Cw

'"


I bestaande lozing

...

125,0 5 500

m3/s

m m

0,430000

~g/l

1000

m

-

-

-,

STOFFENLlJST , '.

"

1.... 1 1... 1

!------

debiet

Q lazing

diameter pijp

0

stat concentratie lazing

D

IMMISSIETOETS BESTAANDE LOZING stap 1

.,

I nieuwe lozing

ethylbenzeen achtergrond

.

..

110 0,5

m3/uur m

ethylbenzeen Ce

1000,0

I1g /1

....

Heptachloor Heptachloorepoxide Chloordaan totaal Fosfaat totaal Stikstof

-

BTEX

...

-

ER

=

0,000000

119 11

M25 (= Cefdelta C25) =

MTR

=

370,000000

I1g /1

delta C 25 =

31, 61

~gll

37,000000

~g/l

C 25 = ML ~ = Ge/delta GLl =

31, 06

11911

VR

ethylben.?:een

32

200

delta CL =

5,00

~g/l

CL =

5,40

I1gJ1

Ce>= MTR? ,j,

delta G25 > ER? -+ JA

JA

-lstap2

delta C > [10%] . MTR?

is breedte systeem >100 m? -+

NEE

-+

-

STOP

Mengberekening

ontvangend watersysteem debietQ breedte b dieDte h snelheid v

125 500 5 0:050

k-waerde Chezv C

0,1 50 0.6

I alpha-coalliclent r-

0,010

l-menqy

486074

beta=SfficU!nt dlsp-z (b) disp-z (5) disp-z (u)

0.067

l-MTR

m31s

110 0.5

m m mls

H

disp-vfb) dlsp-yls) dlsp-y (u)

lozing

kanaal

ab= c= ullstroorilsnelhOld VI,

-iii:J m(112)!.

0,001 0.010

--~ m2ls m21s ) m2ls

m2ls O.~ mils 0.001 m2/s

m;:J/s

rri'

2 ~

!opp/Qloz et of oluim billozinnsnont:

2 0.16 -, .-

'._-

0,44

m

-,-

.. wr100p concenlr1llUe in ugll

4090909091

600,0

PLUIM

500,0

C,

I

"",0

x3Dpluim-max (m) =

I

-MTR

-ow

I

300,0

93.6

200,0

,oo,o ' l

m

mengfactor M = Ce/Cx

250 rl- - - - - - - -------------------- - - - - - - - , 200

150

100

500 afs1and X 1m] 1000

0.031

m

0,0011

1000

0,1963 2

m3luur

m

1500

l-MTR l-ER

x(m) 0 23 47 70 94 119 144 169 194 294 394 494 594 694 794 894 994 1094 1294 1000 25

ugt\

0,0

CelCx

0

200

400

600

.00

1 15 31 46 61 69 76 82 88 108 126 141 154 167 178 189 199 209 228 200 32

'~'tllndln'~

3Dpluim-gebied mengfactor M =Ce/Cx 1.0 0,9 0,8

2Dpluim-gebied

0.7 0,6 0,5 0.4 0 ,3 0,2 0" 0,0

a

Pagina 1

500 alstand x 1m] 1000

1500

x(m) 0 23 47 70 94 119 144 169 194 294 394 494 594 694 794 894 994 1094 1294

C, 500,2'50 61,7432 32,0566 21,7391 16,4975 14,7299 13,4428 12,45,5 ",6576 9,5667 8,3310 7.49'4 6,8733 6,3936 6,0074 5,6878 5,4175 5,1852 4,8038

ugn

ugll

MTR

Cw 370 370 370 370 370 370 370 370 370 370 370 370 370 370 370 370 370 370 370

0,43 0,43 0,43

0.43 0.43 0,43 0,43 0,43 0,43 0.43 0,43 0,43 0,43 0.43 0,43 0,43 0,43 0,43 0,43

IMMISSIETOETS

IMMISSIETOETS BESTAANDE EN NIEUWE LOZINGEN '.

INVOERGEGEVENS OPPERVLAKTEWATER

debiet

Q app.

diepte breedte

h b

rivier kanaal sloot of vaart meer 125,0 5 500

....

I bestaande

...

I-m3/s m m

achterg rand l

=

0,600000

~gn

1000

m

stap 1

Ce >= MTR?

-7

delta C25 > ER?

1... 1

debiet

Q lazing

110

m3/uur

diameter pijp

D

0,5

m

staf cancentratie lazing

D NEE -7

MTBE Ce .

=

ER MTR VR

~

MTBE'

IMMISSJETOETS BESTAANDE LOZING

r,;:_

1.... 1

loziJlQ

1 nieuwe lozing

MTBE Cw


-7

,,'

STOFFENLlJST

....

Heptachloor Heptachloorepoxide Chloordaan totaal Fosfaat totaal Stikstof BTEX StofX

-

-

...

300,0

~g/l

0,000000

~gll

M25 (= Celdelta C25) =

672,000000

~g/l

delta C 25 =

9,48

~g/l

6,720000

~g/l

C 25= Ml t= Geldelta Gll =

9,78

~g/l

32

200

delta CL =

1,50

~g/l

CL=

2,09

~g/l

STOP

JA is breedte systeem >100 m?

Mengberekening

ontvangend watersysteem

kanaal

debietQ breedte b dieDte h s"",lherd v

125 500 5 0.050

m3/s

m

Chazy C

0.1 50

r-1(..waame

1 alph_mciMI

dlsp-v (b)

r-----cJiSp:y (5)

disp-y (u) L-meng y

bela-co!fficiMI disp-z (til dlsp-o: (6) dlsp-z (u) L-MTR

lozing 110 0.5 0. 1963

m

m

liD A

mls

m(112\1s

0,6 0.010 0,001 0,010 486074 (l,re7 0.0011 0.001 0.001 1000

2

a= b= c=

1

2

2

ultstrOOmsneJMJd VI, -

rn2ls m2/5 m2/5 m

opp/Qloz 'el 01 plulm blllczln
0,16 0,44 4090909091 PLUIM

m3/uur

0,031

m' lozjng in het midden a = 1, lazing aan de oever a = 2 lazing bij bodem of aan oppervlak b = 1, lozing op halve dieple b = 2 C= v6rhoodinll snelhfl(joo bil OVerQaM Illi naar plulm ( v.Jel-max I v mls 0,2 mls m verloopconcenlnltleIn ugll

-eo

800,0

1

700,0

-MTR

-Cw

600,0

: -1

500,0

x3Dpluim-max (m) =

rn2ls m2Js

<00,0

93.6

300,0 ,

200,0 ,

m2/s

100,0

m

mengfactor M = Ce/Cx 250 TI----------------------------- - - - - - ,

200

100

500 afstand x [m] 1000

m'/s

m

1500

L-MTR L-ER

x(m) 0 23 47 70 94 119 144 169 194 294 394 494 594 694 794 894 994 1094 1294 1000 25

1 15 31 46 61 69 76 82 88 108 126 141 154 167 178 189 199 209 228 200 32

ug/l

0,0 ,

Ce/Cx

0

200

<00

600

800

1Dllsland In 1~OO

3Dpluim-gebied mengfactor M =Ce/Cx 1,0 0 .9 0,8

2Dpluim-gebied

0 .7 0,6 0 .5 0 .4 0 ,3 0,2 0,1 0 ,0 '

a

Pagina 1

500 afsland x (m] 1000

1500

x(m) 0 23 47 70 94 119 144 169 194 294 394 494 594 694 794 894 994 1094 1294

C, 150.3000 18,9651 10.0731 6,9827 5.4127 4,8832 4,4977 4.2008 3.9630 3,3367

2,9666 2,7151 2,5299 2,3863 2,2706 2,1749 2,0939 2,0243 1,9101

ugR

ugll

MTR

Cw 672 672 672 672 672 672 672 672 672 672 672 672 672 672 672 672 672 672 672

0,6 0,6 0,6 0.6 0,6 0,6 0,6 0,6 0,6 0,6 0,6 0,6 0,6 0,6 0,6 0,6 0,6 0,6 0,6

IMMISSIETOETS

IMM.lSSIETOETS BESTAAfi,JOE EN NIEUWE LOZINGEN INVOERGEGEVENS OPPERVl:AKTEWATER

debiet dfepte breedte-

Q

rivier I kanaal sloot of vaart meer 125,0 opp. h 5 b 500

INVOERGEGEVENS lOZlNG

•

I bestaande IOzing

...

I

m3/s

I

m m

L

Cw

0,430000

IJglI

1000

m

:=

deblet

Q lozlng

diameter piJp

0

D

IMMISSI~OETS ' BESTAANDE LOZING

stap 1

I"' ]


tolueen acNergrond

1.... 1

I nieuwe lozing

!--

STOFFENLIJST

m3/uur m

tolueen '

1000,0

Ce

ER MTR

VR

tol.ueen

110 0,5

"'-.

1

IJgII

•

Heptachloor Heptachloorepoxide Chloordaan totaal Fosfaat totaal Stlkstof BTEX Itolueen

,..-

~

...

0,000000

1J911

M25 (= Celdelta C25) =

730.000000

1J91I

delta C 25:0

31 .61

1J91I

73,000000

!Jg/I

C25 = ML ~= Ge'Clelta GtJ

31 ,06

IJg/I

delta CL =

5,00

1J91I

5,40

!JglI

=

CL

=

32

200

Ce:>= MTR? .j.

delta (:;25

:>

ER '/ -+ JA

JA .j.

stap2

delta

C

:>

[10%J . MTR?

Is breedte systeem >100 m? '

-+

NEE

-+

STOP

", engberell"'l~

ontvangend watersysteem

kanaal

125 500

d.eblet 0 breedteb dieplc h snelheld v k-waarde Chezv C lajPha,coflfficilint dlsp-v (b) dlsp-y (s) dlsp-y (u) L,meflllv I" bela·co!iff!Cll!nt di~lb'j _ dlsp-z (s) dlsp-z (u) L,MTR

m3/s

110

m m

0,5 0.1963

mls

2 2

5

0,050 0, I 50 0,6 0,010 0,001 0,010 486074 0,067 0,0011 0,001 0,001 1000

Iczing

m 1 mrll2l1s m2ls m2J. m2/s m

1(0)

maxlmum Ce/Cm-Qopp/Qloz tel of pluim billoziooSDuIlt

0,031

m',s

-.m

.".

-""""""""~"'"

rm,.

-ex

1
1

,01»,0

-MTR

-ow

.!itQj)

m21s m21s

x30pluim-max (m) -

""",0

93,6

oIIop 200,0

m2Is m

'CD.C

x(m)

a momgfoaor '" ~ C<:1t:>< 2~TI------------------------'

23 47 70 94 119

144

200

169 194 294 394 494 594 694 50

794

~O

2 0,16 0,44 4090909091 PLUIM

m31uur m

11>1_ X (ml 1000

1500

L-MTR L·ER

894 994 1094 1294 1000 25

CeJCx 1 15 31

0,.

3Dplu1rTl1!ebied

200

...

ugJt

"""

100

'o:s......",\p

94

0,9

119 144

D.S

2Dpluim-gebied

169 194

0,7 ' D,B ,

lOB

294 394 494

0,5

126 141 154 167 178 189

0,4 '

594

0,3 '

199

0,2

694 794

0,1 '

894

0,0

209 226 200 32

0

Pagina 1

a 47 70

1,0

BB

c,.

x(m)

23

mengfactor M =CelCx

46 61 69 76 82

•

500 o/sInnd x [m) 1000

1500

994 1094 1294

ugR MlR

ugJt

ON

500,2150 61,7432

730

730

0.43 0 ,43

32;05'66

730

O,..a

21,7391 16,4975 14,7299 13,4428 12,4515 11,6576 9,5667 8,3310 7,4914 6,8733 6,3936 6,0074 5,6878 5,4175 5.1l152 4.8038

730

0,43

730 730

0,'3 0,43 0.43

730 730

0,43

730 730

0.43 0•• 3

7,'lIl

0,4-3

730

7'l1l

0,43 0,43

no

0,'3

731) 130 730 730

0,43 0,43

730

0,'3

0,43

0 ,43

IMMISSIETOETS

IMMISSIETOETS BESTAANDE EN NIEUWE LOZINGEN INVOERGEGEVENS OPPERVLAKTEWATER rivier kanaal sloot of vaart meer 125,0

INVOERGEGEVENS LOZING .

-

....

...

Qopp.

diepte breedte

h b

5 500

Cw

0,430000

~gll

1000

m

"

--

_

.. _

110

m3/uur

diameter pijp

D

0,5

m

r--

. r--

1000,0

~g/I

...

(xvlenen

0,000000

~g/l

M25 (" Celdelta C25) "

MTR

380,000000

~g/l

delta C 25"

31,61

~gll

VR

38,000000

~gll

C 25" Ce/delta CLl "

31,06

~g/l

ER

ML

·1

xylenen

....

Heptachloor Heptachloorepoxide Chloordaan totaal Fosfaat totaal Stikstof

BTEX

xylenen Ce

STOFFENLlJST " .'

-1-

Q lozing

D

-- - - - - --- - --- - -- -

-

debiet


m m

IMMISSIETOETS BESTAANDE LOZING slap 1

1 ... 1

m3/s

xylenen

L

1.... 1

-

debiet

achtergrond

I bestaande lozinQ 1 nieuwe lozing

" ~

t"

32

200

delta CL =

5,00

~g/l

CL=

5,40

~gII

Ce>= MTR? oj.

delta C25 > ER?

~

JA

JA

"stap2

delta C > [10%]. MTR ?

is breedte systeem >100 m? ~

NEE

~

STOP

Mengberekening

ontvangend watersysteem debie! Q breed!e b dieD!eh snelhetd v k-waarde Chezv C

[ alpha~ffiCl~iif

~:~~; i~l

kanaal m31s

125 500 5 0.050 0.1 50

mls m- I m(ll2l1s

0.6

-

110 0.5

m m

m21s m

disp-z (b) disp-z (u)

0,0011 0,001 0,001

m21s m2Js m2Js

L-MTR

1000

m

uilstroomsnefheid

r--~-::!-·=-~,::;.,,:. -:p:,,;;;"~:";;;;..;.,;.I;;:":;""';;---------;:=::::::::c,=::::;]

~-

'--PLUI~09'

x3Dpluim-max (m) =

1-________________________________--1

93,6

300,0 200,0

L _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _..,

mengfactor M = Ce/Cx

(m) 23

Ce/Cx 1 15

47

31

70 94 119 144 169 194 294 494 594 694 794 894

46 61 69 76 82 88 108 1m 141 154 167 178 189

994 1094 1294 1000 25

199 209 228 200 32

a

~

50

1500

L-MTR L-ER

I =::R

:::, <00,0

250 T1----------------------- -- - - - - - - - - - ,

500 alsland x 1m] 1000

rii'/s

2 0.16

V {I

:~t~t~i~i;,,-br.r~in;;;~.;t'--

X

o

0,031

2

c=

~:~~::! 0,010 486074 0,067

m31uur

m

0.1963 2

~

disp-y (uJ L-merm y bela<~ci~l

crosp--z (5)

lozing

100,0 0,0

iL

_______

0

200

~=-

400

60D

BOO

fOOjsland In

1~

3Dpluimijebied mengfactor M =CelCx 1,0.,.-----------------------, 09

' O,B

2Dpluim-gebied

0,7 . 06

' M · 0,4 03 .

' 0,2 0,1 00

"L - - - - - + - - - - - _ - - - - - - 4

' 0

Pagina 1

ugll

..,..---~

500 alstand x 1m] 1000

1500

x(m) 0 23 47 70 94 119 144 169 194 294 394 494 594 694 794 894 994 1094 1294

ug~

C, 500,2150 61,7432 32,0566 21,7391 16,4975 14,7299 13,4428 12,4515 11,6576 9,5667 8,3310 7,4914 6,8733 6,3936 6,0074 5,6878 5,4175 5,1852 4,8038

ug/l

Cw

MTR

3BO 380 380 380 380 380 380 380 380 380 380 380 380 380 380 380 380 380 380

0,43 0,43 0.43 0.43 0.43 0,43 0.43 0.43 0,43 0,43 0,43 0.43 0,43 0.43 0.43 0,43 0,43 0.43 0.43

_

000

o e o __

0 00

ROYAL HASKONING

Bijlage 8

MRA {


Bijlage 8


Milieurisicoanalyse Vopak Terminal Europoort B.V. Studie naar risico's onvoorziene lozingen

Vopak Europoort B.V. 21 oktober 2008 Definiti'ef rapport 985114.BO

000 __ 0 . 0 000

ROYAL HASKONING

HASKONING NEDERLAND B.V. WATER

Barbaro.ssastraat 35 Postb~s 151 6500 AD NijmegEln +31 (0}24 328 42 84 +31 (0)243232918 [email protected];com www.royathaskoning.com Arnhem 09122561

Documenttitel

Verkorte documenttitel

Milieurisicoanalyse Vopak Terniinal Europoort B.V. 8tudie naar risico's onvoorziene lozingen MRA VTE 2008

Status

Definitief rapport

Datum

21 oktober 2008

Projectnaam

MRA Vopak Europoort

Projectnummer

985114.80

Opdrachtgever

Vopak Europoort B.V.

Referentie

Auteur(s) Collegia Ie toets

Datum/paraaf Vrijgegeven door Datum/paraClf

9S5114.BO/R0004/Nijm

lng. A.M.P.T. (Anique) Demmers

Ihg . G.J. (Gli!rt) Stam MSc

.............. ! ..... , I g. G.J. (Gert) Stam ·~

.............. I...... /

~---~--

Tetetoon Fax E·mail tnlernel KvK

DOD

_0 . 0

_

000

ROYAL HASKONING

INHOUDSOPGAVE Biz. INLEIDING

2

BELEIDSMATIG KADER

2

3

STAND DER VEILIGHEIDSTECHNIEK Aigemene procedures en voorzieningen 3.2 Bulk overslag van/naar een schip 3.3 OpsJag in houders 3.4 Verwerking van afvalwater 3.5 Leidingtransport 3.6 Intern transport

4 4

3.1

4

16 16

MILIEURISICO-ANALYSE Risico's voor bodem en lucht Risico's voor het oppervlaktewater Stofeigenschappen Selectie op inrichtings- en Installatieniveau en selectie van activiteiten 4.2.3 Selectie van activiteiten 4.2.4 Uitgangspunten 4.2.5 Resultaten

20 23 23 27

DISCUSSIE EN CONCLUSIE 5.1 Discussie 5.2 Conclusie

30 30 30

4.1 4.2 4.2.1 4.2.2

5

7

10 12 13 14

MRA VTE 2008 Oefinitief rapport

-I -

16

19

9S5114.BO/R0004/Nijm 21 oktober 2008

000

__ OeD _

000 ROVAL HA.KONING

1

INLEIDING Op het terrein van Vopak Terminal Europoort B.V. te Rotterdam, hierna te noemen VTE, worden diverse brandbare vloeistoffen opgeslagen. De aan- en afvoer van deze vloeistoffen vindt voornamelijk plaats door middel van schepen . Er is nauwelijks sprake van aan- of afvoer per as. Vanwege de hoeveelheid gevaarlijke stoffen die binnen de inrichting aanwezig zijn, is het Besluit Risico's Zware Ongevallen 1999 (BRZO'99) van toepassing op VTE. De lozingssituatie bij VTE is gewijzigd ten gevolge van uitbreidingen 'fase 7', 'fase 8' en het 'Midex-project'. Hiervoor stelt VTE een vergunningsaanvraag op, in het kader van de Wet verontreiniging oppervlaktewateren. Tegelijkertijd zal een vergunning worden aangevraagd in het kader van de Wet Milieubeheer. Ais onderdeel van de vergunningsaanvraag is een milieurisicoanalyse (MRA) opgesteld, waarmee de risico's op onvoorziene lozingen in kaart zijn gebracht. In dit document staan de resultaten van de studie naar risico's van onvoorziene lozingen uitgewerkt. Wat betreft de milieurisico's voor lucht en bodem wordt verwezen naar het VA. De MRA is uitgevoerd met behulp van het model PROTEUS" versie 2.2.0 build 0, 7 februari, 2007 [1].

MRAVTE 2008 Definitief rapport


- 1-

21 oktober 2008

000 ~

oeo_ 000

ROYAL HASKONING

2

BELEIDSMATIG KADER In de Derde Nota Waterhuishouding en in het eerder verschenen Indicatief Meerjarenprogramma Water zijn de beleidsmatige uitgangspunten voor het Nederlandse waterkwaliteitsbeleid beschreven. In de CIW-nota "Integrale aanpak van risico's van onvoorziene lozingen" (CIW, 2000 [2]) zijn deze uitgangspunten voor het beleidsterrein van de onvoorziene lozingen verder uitgewerkt en geconcretiseerd naar een praktische aanpak. De gevolgde aanpak is in grote lijnen hetzelfde als voor reguliere lozingen van afvalwater, zie ook figuur 1. Door middel van het implementeren van de 'stand der veiligheidstechniek' moeten onvoorziene lozingen en de gevolgen daarvan zoveel mogelijk voorkomen worden. Deze aanpak is vergelijkbaar met de emissie-aanpak van reguliere lozingen van afvalwater.

Figuur 1

Schematische weergave van de beleidsmatige aanpak van risico's van onvoorziene lozingen

De 'stand der veiligheidstechniek' beschrijft het niveau van de voorzieningen om onvoorziene lozingen, of de gevolgen daarvan, zoveel als redelijkerwijs mogelijk is te voorkomen. Dit uitgangspunt geldt ongeacht de aard van de inrichting en de daar gehanteerde stoffen en processen. V~~r

een aantal specifieke activiteiten, met name wat betreft de opslag en transport van (gevaarlijke) stoffen heeft de overheid richtlijnen opgesteld. Deze richtlijnen dienen als een referentie om risico's voor de mens zoveel mogelijk te voorkomen. Het is evident dat deze richtlijnen tevens een gunstige invloed hebben op de risico's voor de omgeving. Een voorbeeld hiervan is de zogenoemde CPR-15, thans PGS-15, serie inzake de opslag van gevaarlijke stoffen in emballage.

MRA VTE2008 Definitief rapport


·2·

21 oktober 2008

000 _0.0_ 000

lOYAL HASKONING

In het RIZA-rapport "8eschrijvingen van de stand der veiligheidstechniek" (RIZA, 1999a [3]) is de beschikbare informatie bij elkaar gebracht. De beschrijvingen kunnen dienen als referentie bij de evaluatie van voorzieningenniveaus binnen inrichtingen. Implementatie van de 'stand der veiligheidstechniek' betekent doorgaans niet dat het risico tot nul wordt gereduceerd. Om voor de lokale situatie na te gaan of het algemene niveau van voorzieningen voldoende is om onaanvaardbare negatieve invloeden als gevolg van onvoorziene lozingen te voorkomen, is een toets noodzakelijk. In deze toets dienen de locatie specifieke omstandigheden met betrekking tot het risicomanagement, alsook de lozingssituatie betrokken te worden. Hiervoor is het noodzakelijk om inzicht te verkrijgen in de restrisico's van een activiteit, installatie of locatie. Voor het inschatten van de restrisico's dient een geschikt risicoanalysemodel toegepast te worden. Het toepassen van deze modellen heeft als belangrijk voordeel dat de risicoschatting voor aile situaties volgens een eenduidige methode plaatsvindt. 8ij het modelleren van de restrisico's wordt doorgaans een selectie gemaakt van de meest risicovolle activiteiten binnen de te beschouwen inrichting. Dit, omdat het ondoenlijk is om aile activiteiten binnen een inrichting te modelleren. Voor het opstellen van de milieuparagraaf van een veiligheidsrapport is hiertoe een selectiesysteem ontwikkeld. Dit systeem (RIZA, 1999b [4]) selecteert activiteiten uitgaande van de hoeveelheid gevaarlijke stoffen binnen de inrichting en de aquatische toxiciteit van deze stoffen. Deze aanpak blijkt in de praktijk goed te voldoen. Tenslotte dient door het bevoegd gezag een uitspraak gedaan te worden omtrent de toelaatbaarheid van de resterende risico's van onvoorziene lozingen. Deze beoordeling kan plaatsvinden op basis van kwalitatieve en/of kwantitatieve criteria. In de CIW-nota "Integrale aanpak van de risico's van onvoorziene lozingen" [2] is v~~r een kwantitatieve beoordeling een eerste aanzet gegeven.

MRA VTE 2008 Definitief rapport

-3-


000 ___ 0 . 0 _

ODD ROYAL HASKONING

3

STAND DER VEILIGHEIDSTECHNIEK Bij het depot van VTE vindt open overslag plaats en het mengen van vloeistoffen in bulk. Deze vloeistoffen vormen een potentieel risico voor het aquatisch milieu. Zoals in het voorgaande hoofdstuk beschreven, is in het RIZA-rapport "Beschrijvingen van de stand der veiligheidstechniek" (RIZA, 1999a) [3], beschikbare informatie met betrekking tot de stand der veiligheid bijeen gebracht. In het rapport is, naast de algemene procedures en voorzieningen, een onderverdeling gemaakt op basis van verschillende activiteiten. Per activiteit is de stand der veiligheidstechniek beschreven. V~~r VTE zijn de volgende activiteiten van toepassing: • bulkoverslag van/ naar een schip; • opslag in houders; • verwerking van afvalwater. Om de risico's van onvoorziene lozingen zoveel mogelijk te beperken zijn door VTE diverse maatregelen en voorzieningen getroffen, welke hieronder beschreven zijn. Allereerst zijn een aantal maatregelen/voorzieningen van algemene aard beschreven . Daaropvolgend zijn de maatregelen/voorzieningen voor bovenstaande specifieke activiteiten weergegeven.

3.1

Aigemene procedures en voorzieningen Uitgangspunt van de stand der veiligheidstechniek is dat procedures, voorzieningen en maatregelen gericht zijn op het beperken van de frequentie en/of omvang van de negatieve effecten van onvoorziene lozingen, zo dicht mogelijk op de potentiele bron. Deze procedures, voorzieningen en maatregelen behoren tot de normale inspanning die van bedrijven verlangd wordt om lozingen van afvalwater te voorkomen. Hieronder voigt een beknopt overzicht van de stand der veiligheidstechniek met betrekking tot algemene procedures en voorzieningen. In het overzicht is aangegeven of VTE aan de stand der veiligheidstechniek voldoet, met daarbij waar mogelijk een toelichting met specifieke (praktijk)voorbeelden op de terminal van VTE.

Onderdeel stand der veiligheidstechniek

Aanwezig

Toelichtingl (praktijk)voorbeelden VTE

Procedures Calamiteitenplan met daarin de aard en afwikkeling van (gebeurtenissen welke kunnen leiden tot) onvoorziene lozingen. Systeem vroegtijdige herkenning onvoorziene gebeurtenissen (bv. controlerondes, regelmatige proefnemingen ter vaststelling installatie). Wijze waarop personeel, overheid, omwonenden en andere belanghebbenden ingelicht worden is eenduidig vastgelegd.


Ja Ja

De inrichting heeft een Veiligheidsbeheerssysteem, waarin een bedrijfsnoodplan en calamiteitenplan is opgenomen. Er vinden regelmatig controlerondes plaats.

In bedrijfsnoodplan opgenomen. Ja

-4-


DOD __ DeD_ DOD ROYAL HASKONING

Onderdeel stand der veiligheidstechniek Regelmatig oefenen met personeel en brandweer m.b.t. gang van zaken omtrent onvoorziene voorvallen en brand.

Ontwerp van instaliaties of onderdelen daarvan is zodanig dat deze intrinsiek veilig zijn (fail-safe design). Een register van aanwezige stoffen wordt bijgehouden, met daarbij de per stof behorende gegevens m.b.t. milieu en brandbestrijding.

Procedures voor verwerken en opslaan van afvalwater, waaronder spills, dat ontstaat bij processtoringen, brand, lekkage, verstopping van procesleidingen en/of rioolsystemen. Afgestemd met Wm Bevoegd Gezag (BG), waterkwaliteitsbeheerder en evt. andere betrokkenen. Wijziging aan installatie vindt plaats a.d.h.v. eenvoudige procedures, waarin beschreven is hoe veiligheid voor mens en omgeving is gegarandeerd en hoe nieuwe situatie wordt voorgelicht aan medewerkers. Indien calamiteit heeft plaatsgevonden, wordt nagaan hoe calamiteit heeft kunnen plaatsvinden en er worden maatregelen getroffen om herhaling te voorkomen. Rapportage naar waterkwaliteitsbeheerder, Wm BG en evt. andere betrokkenen.


Aanwezig

Ja

Toelichting/ (praktijk)voorbeelden VTE Voorbereiding op noodsituaties wordt gerealiseerd door regelmatig trainen en opleiden van het betreffende personeel d.m.v. oefenen van scenario's uit het bedrijfsnoodplan. Tevens wordt de Gezamenlijke Brandweer inQezet bii oefeningen.

Ja

Ja

Met behulp van een automatiseringssysteem wordt een register bijgehouden van de aanwezige stoffen. Voor aile stoffen zijn de relevante milieugegevens en gegevens omtrent brandbestrijding aanwezig en up-to-date Deze procedures zijn beschikbaar via Quality Online op het Vopak intranet.

Ja

Ja

VTE beschikt over een geTntegreerd kwaliteit- en milieuzorgsysteem conform ISO 14001. Hierin zijn eenduidige werkvoorschriften voor reguliere als ook afwijkende situaties vastgelegd. Opgenomen in bedrijfsnoodplan.

Ja

· 5-


DOD ~D.D_

DOD ROYAL HASKONING


Aanwezig

Toel ichting/ (praktijk)voorbeelden VTE

Voorzieningen Rioolsysteem (vooral hemelwater en koelwater) is zodanig ingericht dat onvoorziene lozingen niet onopgemerkt plaats kunnen vinden (bijvoorbeeld d .m.v. monitoring).

Mogelijkheid tot tijdelijke berging van vrijgekomen stoffen als gevolg van onvoorzienegebeurtenissen. Speciale voorzieningen voor afvoer en behandeling van afvalwater dat ontstaat bij spoeloperaties, het opstarten en het al dan niet gepland uit bedrijf nemen indien kwaliteit significant afwijkt van de reguliere kwaliteit. Op afroep voldoende geschikte blusvoorzien ingen beschikbaar.

Ja

Ja

Afvoer naar erkende verwerker.

Ja

Ja

Wegen zijn duidelijk aangegeven en bewegwijzerd. Maximum snelheid is duidelijk aangegeven.

Wijze brandbestrijding is aangegeven bij onderdefen van installatie/ activiteiten met waterbezwaarlijke stoffen. Terrein is dusdanig omheind, zodat onbevoegden geen toegang hebben.

Terrein is goed toegankelijk voar aile voertuigen die in geval van calamiteit toegang dienen te hebben.

Ja

Er is een brandbeveiligingssysteem aanwezig, waarbij met schuim wordt geblust. T evens zijn we aangesloten bij de brandbestrijdingspool van de region ale brandweer. Op het terrein geldt een streng verkeersreglement. De wegen zijn duidelijk bewegwijzerd en de snelheidsbeperking is duidelijk zichtbaar.

Ja

Ja

Ja

Het terrein is afgesloten en wordt bewaakt door een portier, bezoekers dienen zich te melden en worden geregistreerd. Onbevoegden hebben geen toegang. Er zijn twee toegangspoorten en de hoofdwegen zijn breed aangelegd.



De pieren zijn voorzien van een opvangsysteem, waarbij vloeistof d.m.v. drains wordt opgevangen in tanks. Deze tanks bevinden zich onder de vingerpieren en zijn voorzien van niveaubeveiliging. Zodra het niveau bereikt wordt, schakelt een pomp in werking, waarmee de betreffende vloeistof naar de crudetanks wordt verpompt. Evt. spill kan worden opgevangen in de crudetanks.

-6-

21 oktober 2008

000 _0.0_ 000

ROYAL HASKONING

3.2

Bulk overslag van/naar een schip Typering van de activiteit Onder continu overslag vloeistof van/naar een schip wordt verstaan: het verplaatsen van stoffen van een schip naar een tankauto, spoorketelwagon, opslag- of procesvat dan wei een verplaatsing vanuit een vat naar een schip met behulp van bijvoorbeeld een leiding, jakobsladder of grijper. Onderdeel stand der veiligheidstechniek

Aanwezig

Toelichting/ (praktiik)voorbeelden VTE

Aigemeen Verlading vindt plaats in aanwezigheid personeel met deskundigel training en kwalificatie. In directe nabijheid van toeziend personeel is een noodstopschakelaar. Het toezicht kan evt. op afstand plaats vinden m.b.v. Tv-bewaking onder voorwaarde dat de noodstopschakelaar in directe nabijheid van monitor geplaatst.

Er vindt aileen continu overslag plaats van/naar de uitsluitend daarvoor bestemde opslagvoorziening middels de daartoe aangebrachte aansluitpunten. De overslag geschiedt lekvrij.

Ja

Ja

Ja Indien brandgevaarlijk product verladen wordt, waarbij elektrostatische lading mogelijk is, naar een tank waarin een explosief gasmengsel aanwezig kan zijn, wordt de vloeistofsnelheid beperkt tot 1 m/s. Er zijn voorzieningen die deze beperkingen waar waarborgen.

N.v.t.

MRAVTE2008 Definitief rapport

Het laden en lossen wordt zowel vanaf de walzijde, als vanaf het schip bewaakt. De controlekamer is permanent bemand met een l.,oadingmeester. Hij ziet er op toe dat er continu toezicht aanwezig is op het schip. Daarnaast is de Superintendent nagenoeg fulltime aanwezig in de controlekamer. Tussen personeel op de wal en op het dek, is tijdens het laden of lossen voortdurend contact of er is voortdurend zicht op de verlading via het camerabewakingssysteem. Noodstoppen zijn op elke steiger aanwezig , evenals Voordat met laden en lossen wordt gestart, is het verplicht diverse controles te hebben uitgevoerd, zoals controle van de noodstop, leidingen en de juiste keuze van de tank. Bij normale bedrijfsvoering is dit het geval. Eventuele morsingen worden opgevangen en apart afgevoerd. De opslagtanks hebben een intern drijvend dak. De daken drijven op de vloeistof, daarmee wordt voorkomen dat er een explosief gasmengsel in de tanks aanwezig is.


-7-

21 oktober 2008

DOD _OeD _

000

ROYAL HASKONING


Aanwezig

Toelichtingl (praktijk)voorbeelden VTE

Aigemeen Elk aansluitpunt voor los- en laadarmenl -slangen, is voorzien van duidelijk zicht- en leesbaar opschrift, waaruit blijkt voor welk product het aansluitpunt wordt gebruikt. Bij overslag wordt gebruikt gemaakt van zogenoemde 'break-away' (of gelijkwaardige) koppelingen.

Ja

Ja

Bouwkundige aspecten Laad- Ilossiangen worden knikvrij opgeborgen en tegen beschadiging beschermd. Los- en laadarmen I -slangen worden ondersteund, beschermd en bediend, zodat beschadiging tijdens gebruik wordt voorkomen. Er zijn voorzieningen om evt. gelektl gemorst product zo spoedig mogelijk op te ruimen.

Evt. op de wal/schip gelektlgemorst product mag niet in de (hemel)waterafvoer terecht kunnen komen dan wei direct in het oppervlaktewater kunnen raken.

Ja

Ja

Ja

Ja

Adequate brandblusmiddelen zijn binnen handbereik en direct inzetbaar aanwezig op overslagplaats. Ja

Vrijwel aile verlading plaatsvindt m.b.v. vast opgestelde laadarmen. Hier zijn de benodigde voorzieningen voor getroffen.

Over het gehele terrein zijn enkele depots met spill materiaal aanwezig. Vopak is aangesloten bij de oilboom (absorptieslang) van het havenbedrijf. De pieren zijn voorzien van een opvangsysteem, waarbij vloeistof d.m.v. drains wordt opgevangen in tanks. Deze tanks bevinden zich onder de vingerpieren en zijn voorzien van niveaubeveiliging. Zodra het niveau bereikt wordt, schakelt een pomp in werking, waarmee de betreffende vloeistof naar de crudetanks wordt verpompt. Zoals poederblussers, foammonitors, 2 elektrische brandpompen op Vingerpier2, algemene dienstpomp, druk geregeld door 'jockey-pomp'. Tevens zijn er op de steigers aansluitingen voor havenblusboten op het brandwaternet.



·8·

21 oktober 2008

DOD _

0.0_

DOD ROYAL HASKONING


Aanwezig

Toelichting/ (praktijk)voorbeelden VTE

Aigemeen

Overslagplaats is voorzien van goede verlichting. De steiger is voorzien van opvangbakken indien overslagverbindingen over de steiger lopen.

Ja

Ja

De pieren zijn voorzien van een opvangsysteem, waarbij vloeistof d.m.v. drains wordt opgevangen in tanks. Deze tanks bevinden zich onder de vingerpieren en zijn voorzien van niveaubeveiliging. Zodra het niveau bereikt wordt, schakelt een pomp in werking, waarmee de betreffende vloeistof naar de crudetanks wordt verpompt.

Voorzieningen

Laad- en losinstallaties zijn geaard ter afleiding van statische elektriciteit en ter beveiliging van blikseminslag. Voldoen aan Richtlijn voor bliksemafleiderinstallaties, volgens norm NEN 1014. De uitlaat van de dampruimte van een scheepstank is bij de verlading aangesloten op een doelmatig werkend systeem voor het veilig afvoeren van dampen. In de dampafvoer- of dampretourleiding is tevens zo dicht mogelijk bij de uitlaat, een vloeistofalarm ge'installeerd . Voor het leegmaken van laaden losslangen zijn voorzieningen aangebracht om ze leeg te laten stromen voordat ontkoppeling plaatsvindt. De vrijkomende stoffen worden naar een daarvoor bestemd systeem afgevoerd.

Ja

Nee

Nog niet verplicht bij zeeschepen. Bij de lichterbelading op de Neckarhaven is een dergelijk systeem wei in werking.

Ja

Er zijn slobtanks beschikbaar voor deze handeling.

Overig

Het gas dat gebruikt wordt bij het leegdrukken van een scheepstank is inert t.O.V. het te verladen product. De toevoer wordt na het leegdrukken onmiddellijk afgesloten. De los- en laadarmen/-slangen zijn geschikt voor het te verladen

N.v.t.

Ja


Scheepstanken worden geleegd d.m.v. pompen. Scheepsruimen zijn geinertiseerd indien nodig.


-9-

21 oktober 2008

000 ___ 0 . 0 _ 000

ROYAL HASKONING

Onderdeel stand der veiligheidstechniek product en hebben een barstdruk van tenminste 4x de hoogst voorkomende werkdruk. Bij gebruik van 105- en laadslangen wordt eerst visueel gecontroleerd op een goede staat. Beschadigde slangen worden niet gebruikt en afgevoerd voor reparatie of vernietiging. Productleidingen van installaties die niet in gebruik zijn, zijn afgesloten met een blindflens, zodat lekkage wordt voorkomen, tevens in geval van storing/ bedieningsfout. Voordat belading start, wordt toegezien of de juiste Herkenningstekens zijn aangebracht op de te beladen tankautol spoorketelwagon. Aan- of afkoppelen van een leiding of slang in gebruik voor transport van brandgevaarlijke vloeistoffen, gebeurd met explosieveilig gereedschap. 3.3

Aanwezig


Ja

Ja

N.v.t.

Ja

Opslag in houders Typering van de activiteit Onder opslag in houders wordt verstaan: een ruimte specifiek bestemd voor de bewaring van stoffen in (deels) bovengrondse houders, zoals tanks of silo's.


Aanwezig


Aigemeen Na positieve identificatie van de stot vindt het vullen van de houders pas plaats. Het niveau in de houders wordt bewaakt. Bij afwijkingen vindt alarmering plaats en er wordt ingegrepen middels vaste procedures.


Ja

Ja

- 10-

Acceptatieprocedures. Begroetingspapieren. In bijna aile gevallen zijn de tanks uitgevoerd met een overvulbeveiliging. Aileen tank 506 (gelegen in tankput 5) en tank 611 (tankput 6) zijn niet voorzien van niveaubewaking. Tank 611 is een vuilwatertank in het atvalwatersysteem.


_

000 OeD _ 000

ROYAL HASKONING

Onderdeel stand der veiligheidstechniek Evt. afsluiters van de tankput zijn normal iter gesloten.

Aanwezig

Ja

Er is een eenduidige procedure voor het drainen van de tankput. Op regelmatige basis wordt het opslaggebied ge'inspecteerd op lekkage en de algehele conditie van de tanks en randapparatuur.

Ja

Ja

Toelichting/ (praktijk)voorbeelden VTE West: De afsluiters zijn normaal gesloten, nadat een monster uit de tankput is geanalyseerd en goedgekeurd, wordt de betreffende afsluiter handmatig geopend en hemelwater afgelaten . Oost: In de tankput is een drainput aanwezig met automatische oliedetectie. De pomp slaat aan, indien er geen olie gedetecteerd wordt. Zie beschrijving hiervoor. Controlerondes vinden eenmaal per dag plaats.

Bouwkundige aspecten Er is per installatie, of onderdeel, een vloeistofdichte containment met afloop naar verzamelsysteem. Opgevangen vloeistoffen worden vervolgens adeQuaat behandeld . Buitenopslag ligt op voldoende afstand (tabel) van overige onderdelen van de inrichting , om overslag van brand te voorkomen. (zonder brandwerende muur, CPR 15-2)

Nee

Tankputten zijn vloeistofkerend uitgevoerd en voldoen aan de Bobo richtlijn. Wei is de riolering van de tankput aangesloten op een waterzu iveri ng.

ja

AfslBnd (in m) tot Hoeveelheid stof

ten hoogste 1000 liter of kilo meer dan 1000 liter of kilo

erfscheiding

onder gebouw behorend tot de intiChtlnQ

3 5

5 10

De opslag tot een gevoelige bestemming buiten de inrichting is mimimaal 20 meter.

andere buitenopslag

15

Firma Greif Ja

Voorzieningen Indien er kans is op hitte straling , zijn de opslagtanks voorzien van een sprinklersysteem. Lekkage van pompen wordt gedetecteerd en opgevangen.

Afhankelijk van de hittecontouren. Ja Ja


Pompen staan in pompplateaus

9S5114.BO/R0004/Nijm - 11 -

21 oktober 2008

DOD DeD_ DOD ROYAL HASKONING _

Onderdeel stand der vei lig heidstechniek Verontreiniging van koelwater als gevolg van lekkage van warmtewisselaars wordt op een voldoende niveau gedetecteerd. Monsternamesystemen zijn lekvrij uitgevoerd. Er zijn interlocksystemen aanwezig om gevaarlijke situaties bij oplijnen uit te schakelen. 3.4

Aanwezig

Toelichting/ (praktijk)voorbeelden VTE Koelwater is niet aanwezig.

N.v.t. Ja Ja

Verwerking van afvalwater Typering van de activiteit Onder zuiveringstechnische voorzieningen worden verstaan: installaties waarmee gevaarlijke stoffen uit het afvalwater kunnen worden achtergehouden alvorens te worden geloosd op de gemeentelijke riolering dan wei op oppervlaktewater. Onderdeel stand der veiligheidstechniek

Aanwezig


Aigemeen De zuiveringstechnische voorziening wordt bediend en onderhouden door voldoende opgeleid personeel. De zuiveringstechnische voorziening is voor de zuivering van de aangevoerde stoffen bestemd en wordt op de daarvoor bestemde wijze gebruikt. Zo vaak als nodig wordt de voorziening onderhouden. De kwaliteit van het influent en het effluent wordt bewaakt op de voor de verwerking van afvalwater relevante parameters. Indien ontoelaatbare afwijkingen, wordt ingegrepen volgens vaste procedures. De achtergehouden stoffen worden zo vaak als nodig uit de voorziening verwijderd en daarna op de juiste wijze opgeslagen en verwerkt. De voorziening is zodanig geplaatst dat bij een calamiteit geen afstroming plaatsvindt. Voldoende en adequate brandblusmiddelen zijn aanwezig .

Ja

De zuiveringen zijn afgestemd op de opgeslagen stoffen. Ja

Ja

Ja

Ja

Er vindt monstername plaats en dit wordt gecontroleerd. Ais er afwijkingen zijn worden er passende maatregelen getroften.

De olievangers worden regelmatig geleegd en onderhouden.

De pompen kunnen worden stilgezet bij een calamiteit.

Ja

MRA VTE2008 Definitief rapport

Operators van de dagdienst. Deze zijn hiervoor opgeleid.

9S5114.BO/R0004/Nijm - 12-

21 oktober 2008

000 __ 0 . 0 _

DOD ROYAL HAS KONING

3.5

Leidingtransport

Typering van de activiteit Onder leidingtransport wordt verstaan: het binnen de inrichting transporteren van stoffen door vaste leidingen van een opslagvoorziening naar een proces.


Aanwezig

Toelichting/ (praktijk)voorbeelden

Aigemeen Op regelmatige afstanden zijn afsluiters geplaatst Op regelmatige basis, zo mogelijk eenmaal per shift, worden de leidingen visueel op lekdichtheid geTnspecteerd.

Ja

Aile leidingen en bijbehorende appendages zijn zodanig uitgevoerd dat er geen ontoelaatbare spanningen ten gevolge van montage, verzakkingen of temperatuurverschillen kunnen ontstaan. Aan de leidingen is duidelijk zichtbaar voor welk doel en welke stof ze worden gebruikt.

Ja

Ja

Volgens voorschrift 1.3 in het kader van de Wet milieubeheer, vind eenmaal per dag een controleronde ~aats. Opgenomen in de standaard bouwwijze, zo zijn er bijvoorbeeld expansie lussen en flexibele steunpunten aangebracht.

Ja

Diverse markeringen zijn aangebracht.

Ja

Momenteel vindt er een update van de tekeningen plaats.

Ja

Aileen van toepassing bij gasleidingen. Opgenomen in voorschrift 20.5 Wm vergunning.

Ondergrondse leidingen De ondergrondse leidingen zijn aile weergegeven op een kaart die regelmatig wordt bijgehouden. Ondergrondse leidingen worden bovengronds aangegeven. Leidingen liggen voldoende diep (minimaal 0,8 m) en zijn voorzien van kathodische bescherming. De leidingen kunnen met behulp van een pig gereinigd worden.

Ja

Ja

Bovengrondse leidingen Op maaiveld gelegen (de maximale vrije ruimte tussen leiding en maaiveld bedraagt 0,5 m). De leidingen liggen in leidinggoten en zijn voldoende ondersteund.

Ja

Nee

De leidinggoot is gecompartimenteerd, zo mogelijk iedere 150 meter.

Ja


Relatief kleine stukken leiding liggen niet in een leidinggoot. Het betreft in die gevallen leidingen op een leidingbrug. Opgenomen in vergunningvoorschrift 20.2 Wm.


- 13 -

21 oktober 2008

DOD __ OeD __

000

ROYAL HASKONING

Onderdeel stand der veiligheidstechniek De afvoer van hemelwater vindt plaats conform de opsl(!9 in tanks. Eventuele wegdoorvoeren zijn als 'viaduct' uitgevoerd.

Aanwezig


Ja Ja

Eventueel met een mantel of andere bescherming .

Ja

Op aile reeds bestaande poorten is dat vermeld. Op de meest recente poorten worden z.s.m. voorzien van de vermelding van de doorrijhoogte. Aile bruggen zijn voorzien van aanrijbeveiliging.

Leidingbruggen Bij eventuele wegkruisingen zijn de leidingen beveiligd door middel van een doorrijpoort waarop de doorrijhoogte staat vermeld. Minimale doorrijhoogte is 4.2 meter. De leidingbrug is aantoonbaar aanrijdingsproof. De constructie van de leidingbrug is brandwerend. De hemelwaterafvoer rondom een leidingbrug is afsluitbaar.

3.6

Ja Ja N.v.t.

Intern transport

Typering van de activiteit Onder intern transport wordt verstaan: het binnen een inrichting, in een gebouw en/of in de open lucht, verplaatsen (anders dan via leidingen) van stoffen.


Aanwezig


Aigemeen Het interne transport wordt door voldoende opgeleid personeel gedaan.

Ja

Intern transport met behulp van motorvoertuigen wordt aileen door gediplomeerd personeel gedaan. De stoffen zijn verpakt in emballage die niet door de stoffen wordt aangetast en die bestand is tegen de wijze van transporteren en tegen de omstandigheden waaronder het transport plaatsvindt. De transportmiddelen zijn bestemd voor het betreffende transport en worden op de daarvoor bestemde wijze gebruikt. Het transportmiddel wordt zo veel en zo vaak als nodig onderhouden.

Ja


AI het personeel (inclusief contractors) heeft de benodigde (veiligheids)opleidingen gevolgd en is in het bezit van een geldig rijbewijs.

N.v.t.

Ja

Ja

- 14-


000

_o e o _ 000 ROVAL HA'KONING

Onderdeel stand der veiligheldstechnlek Op het transportmiddel is een brandblusmiddel operationeel en binnen handbereik beschikbaar. Zodra blijkt dat gedurende het interne transport de emballage is g.aan lekken wordt deze onmiddellljk in een vloeistofdichte opvangbak geplaatst.

MRA VTE2008 Deflnltlef rapport

Aanwezig

Toelichting/ (praktiJk)voorbeelden

Ja

N.v.t.

·15·


_

000 OeD _ DOD

ROYAL HASKONING

4

MILIEURISICQ-ANALYSE

4.1

Risico's voor bodem en lucht Deze risico's zijn in kaart gebracht in het kader van de aanvraag voor een vergunning in het kader van de Wet milieubeheer. Volledigheidshalve wordt naar de betreffende vergunningsaanvraag verwezen.

4.2

Risico's voor het oppervlaktewater In dit hoofdstuk worden de milieurisico's van het depot van VTE voor het oppervlaktewater gekwantificeerd met behulp van het hiervoor ontwikkelde programma PROTEUS II. Binnen de inrichting kunnen verschillende brandstoffen als ook samengestelde componenten worden opgeslagen. Globaal kunnen deze stoffen worden onderverdeeld in (bio)benzines, (bio)diesel, gasolien en hulpstoffen. Het betreft stoffen met brandgevaarlijkheidsklasse K1, K2 en K3. In tabel1 is een overzicht gegeven van de tanks en de opgeslagen stoffen bij VTE. Tabel1

Overzicht tanks en inhoud Vopak terminal Europoort

Locatie Oost: Tank

Stat

Diameter

Hoogte

Inhoud

Capaclteit

Vullingsgraad

m

m

m3

m3

%

101

K1 I K2

32

22,S

18.000

17.210

96%

102

K1 I K2

32

22,S

18.000

17.240

96%

103

K1 I K2

32

22,5

18.000

17.228

96%

201

K1 I K2

32

22,S

18.000

17.510

97%

202

K1 I K2

32

22,S

18.000

16.965

94%

203

K1 I K2

32

225

18.000

17.021

95%

301

K1 I K2

32

22.5

18.000

17.586

98%

302

K1/K2

32

22,5

18.000

17.095

95%

303

K1 I K2

32

22,S

18.000

17.559

98%

401

K1 I K2

32

22,S

18.000

17.526

97%

402

K1 I K2

32

22.5

18.000

17.079

95%

403

K1 I K2

32

225

18.000

17.018

95%

501

K3

30

33

22 .500

21.664

96%

502

K3

22

33

12.500

11.800

94%

503

K3

22

33

12.500

11 .590

93%

504

K3

30

33

22.500

21 .595

96%

505

K3

15

23,5

4.200

3.968

94%

506

K3

2

32

100

95

95%

601

K1

24

21

9.500

9.184

97%

602

K1

24

21

9.500

9.243

97%

603

K1

24

21

9.500

9.220

97%

604

K1

15

225

4.000

3.814

95%

605

K1

15

22,5

4.000

3.826

96%

MRAVTE 2008

Definitief rapport

- 16 -


000 ___ 0 . 0 _ 000

ROYAL HASKONING

Locatie Oost: Tank

Stat

Diameter

Hoogte

Inhoud

CllRBciteit

Vullingsgraad

m

m

m3

m3

%

606

Slobs

8

13

650

626

96%

607

Slobs

8

13

650

627

96%

608

Slobs

5.5

9

210

196

93%

609

Slobs

6

9

250

242

97%

610

Slobs

6

9

250

242

97%

611

Slobs

3

22,5

160

150

94%

701

K1

34

30

27.500

26.750

97%

702

K1

34

30

27.500

26.680

97%

703

K1

34

30

27.500

26.676

97%

704

Slobs

9

8

500

485

97%

801

K1

40

32

40.000

37.188

93%

802

K1

40

32

40.000

36.981

92%

803

K1

48

305

55.000

53.521

97%

901

K1

48

30,5

55.000

53.272

97%

902

K1

48

30.5

55.000

53.232

97%

903

K1

60

31

87.500

83.096

95%

K1

47

30

50.000

47.500

95%1

1072

K1

47

30

50.000

47.500

95%

1073

K1

47

30

50.000

47.500

95%

1074

K1

47

30

50.000

47.500

95%

1075

K1

47

30

50.000

47.500

95%

1076

K1

47

30

50.000

47.500

95%

Stat

Diameter

Hoogte

Inhoud

Capaclteit

Vullingsgraad

m

m

m3

m3

% 97%

Midex

1071

Locatie West: Tank

1

1001

K1

51 ,2

20

40.000

38.736

1002

K1

62.78

20

60.000

57.968

97%

1003

K1

51.2

20

40.000

38.385

96%

1004

K1

62.78

20

62.000

58.679

95%

1005

K1

62,78

20

62.000

58.493

94%

1006

K1

51 .2

20

40.000

38.373

96%

1007

K1

62.78

20

60.000

59.243

99%

40.000

38 .762

97%

1008

K1

51.2

20

1009

K1

62.78

21

65.000

61.013

94%

1010

K1

72,5

20

82.500

79.669

97%

1011

K1

51 .2

20

42.000

39.641

94%

1012

K1

36

20

20.000

18.997

95%

1013

K1

36

20

20.000

18.956

95%

In tegenstelling tot de overige vullingspercentages. zijn de percentages van het Midex-project, fase 7

en fase 8 geschat op 95% in plaats van berekend. MRA VTE 2008 Definitief rapport

9S5114.80/R0004/Nijm - 17-

21 oktober 2008

000 __ 0 . 0 ___ 000 ROYAL HASKONING

Locatie West: Tank

Stof

Diameter

Hoogte

Inhoud

Capaciteit

Vullingsgraad

m

m

m3

m3

%

1014

K1

36

20

20.000

19.076

95%

1015

K1

36

20

20.000

19.035

95%

1016

MeOH

6278

20

62.000

58.902

95%

1017

MeOH

6278

20

62.000

58.934

95%

1018

K3

48,2

23

42.000

39.514

94%

1030

K3

62,78

20

62.000

59.335

96%

1031

K3

51,2

20

42.000

39.434

94%

1032

K3

62,78

20

62.000

59.391

96%

1033

K3

51 ,2

20

42.000

39.415

94%

1034

K3

62,78

20

62.000

59.295

96%

1035

K3

62,78

20

62.000

59.294

96%

1041

K1

72,54

22,5

92.000

86.640

94%

1042

K1

72,54

225

92.000

89.359

97%

1043

K1

62,05

23

70.000

67.850

97%

1044

K1

62,05

23

70.000

68.123

97%

1045

K1

80,77

20

100.000

95.255

95%

1051

K3

62,78

20

62.000

59.135

95%

1052

K3

62,78

20

62.000

59.331

96%

1053

K3

62,78

20

62.000

59.237

96%

1054

K3

62,78

20

62.000

59.380

96%

1055

K1

62,OB

26

78.000

74.763

96%

1056

K1

62,08

26

7B.000

74.805

96%

1060

K3

34,14

15,5

14.000

13.594

97%

1061

Slobs

12

12,5

1.400

1.356

97%

1062

K3

34,14

15,5

14.000

13.622

97%

1063

Slobs

14

14

2.100

2.001

95%

1064

K1

14

14

2.100

2.008

96%

1065

K1

14

14

2.100

2.00B

96%

1066

K3

5

6

110

98

89%

1067

K3

5

6

110

99

90%

1068

K3

2,5

3,5

17

15

.BB%

1069

K3

2

2

6,5

6

92%

1071

K3

30,25

60

42.500

41.000

96%

1072

K3

30,25

60

42.500

41.000

96%

1073

K3

30,25

60

42.500

41.000

96%

1074

K3

3025

60

42.500

41.000

96%

1075

K3

30,25

60

42.500

41.000

96%

1076

K3

30,25

60

42.500

41.000

96%

1101

K1

15

12

2.100

2.061

98%

1102

K1

15

13

2.300

2.177

95%

1103

K1

15

12

2.100

2.060

98%

1104

K1

24

12

5.500

5.190

94%

1105

K1

16

31

6.200

5.941

96%


985114.BO/R0004/Nijm - 18-

21 oktober 2008

000 _o.o~

000 ROYAL HASKONING

Locatie West: Tank

1106

Stof

K1

Diameter

Hooate

Inhoud 3

m

m

m

16

31

S.2.00

Capaciteit

Vulllnasaraad

m3

%

5.941

9S%

1107

K1

9

8

500

4SS

93%

1108

K1

19

21

S.OOO

5.725

95%

1109

K1

19

21

S.OOO

5.724

95%

1110

K1

19

21

S.OOO

5.728

95%

1201

K1

34

22

20.000

18.7S3

94%

1202

K1

34

22

20.000

19.177

9S%

1401

K1

47

21

37.000

35.307

95%

1402

K1

47

21

37.000

35.257

95%

1403

K1

47

21

37.000

35.292

95%

1501

K1

30,25

SO

42.500

41.000

9S%

1502

K1

30,25

SO

42.500

41.000

9S%

1503

K1

3025

60

42.500

41.000

9S% 9S%

1504

K1

30.25

SO

42.500

41.000

1505

K1

30,25

SO

42.500

41.000

9S%

1071

K1

29

SO

40.000

38.000

95%

1072

K1

29

SO

40.000

38.000

95%

1073

K1

29

SO

40.000

38.000

95%

1074

K1

29

SO

40.000

38.000

95%

1075

K1

29

SO

40.000

38.000

95%

1076

K1

29

SO

40.000

38.000

95%

Fase 7

Fase 8

4.2.1

1081

K3

29

SO

40.000

38.000

95%

1082

K3

29

SO

40.000

38.000

95%

1083

K3

29

SO

40.000

38.000

95%

1084

K3

29

SO

40.000

38.000

95%

Stofeigenschappen De stoffen die worden open overgeslagen vallen in brandgevaarlijkheidsklasse K1, K2 en K3. In onderhavige milieurisicoanalyse zijn K2 producten gemodelleerd als K1 producten. Hiermee wordt dus een 'worst case' benadering voor het milieu gehanteerd. Gemodelleerd zijn de volgende stoffen: K1 (benzines en overige benzine componenten), K3 ((bio)diesels, gasolie en benzinecomponenten, methanol (MEOH) en slobs, een mengsel van koolwaterstoffen en water. In onderstaande tabel (tabel 2) is een overzicht gegeven van de stofeigenschappen, zoals die in PROTEUS II zijn gehanteerd voor deze stoffen.


MRA VTE200B Definitief rapport

- 19-

21 oktober 2008

DOD DeD_ DOD ROYAL HASKONING _

Tabel2

Stofeigenschappen

Eigenschap

-

VN-nummer LC so Vis

MEOH

K3

10

mall

Slobs

-

1230

10

1,093 ' 104

100

4

EC5() Daphnia

mgll

10

10

1,565 ' 10

100

IC5() Alg

mgll

10

10

8,0 '10 4

100

ICso Bacterie BZV Molecuul massa Dichtheid Oplosbaarheid

mg/l

10

10

-

100

g02/'g

0

0

1,24

0

g/mol

144

144

32,05

144

kg/m 3

715

848

800

848

gil

1 . 10.6

1 . 10.6

1000

1 . 10-6

-

45

4,5

0,77

4.5

Dampdruk

atm

6,9 ' 10.4

9.87 ' 10.4

0,1237

9,87' 10.4

Vlampunt

"C

< 21

54 -100

< 21

54 -100

LogPOW(a)

4.2.2

K1

Eenheid

Selectie op inrichtings- en installatieniveau en selectie van activiteiten

Selectie op inrichtingsniveau De inrichting is aangewezen om een milieurisicoanalyse uit te voeren, aangezien er meer dan 10.000 kg stoffen kunnen worden opgeslagen met de classificatie milieugevaarlijk (R51/R53) [3].

Selectie op installatieniveau Onderdelen van de inrichting die relatief veel watergevaarlijke stoffen bevatten dienen extra aandacht te krijgen. Om deze onderdelen van de inrichting aan te wijzen, is gebruik gemaakt van het bestaande selectiesysteem uit het RIZA rapport "De selectie van activiteiten binnen inrichtingen" [4]. Op basis van de hierboven beschreven stofeigenschappen (tabel 2) en hoeveelheden is bepaald of de stoffen meegnomen moeten worden in de risicobepaling van onvoorziene lozingen. Aan de hand van genoemde Le so waarden in combinatie met de gegevens in onderstaande tabel3, uit het RIZA rapport [4], is de drempelhoeveelheid, ofwel grenswaarde (G) bepaalt. Tabel3

Selectiesysteem oppervlaktewater Drempelhoeveelheid

Effectparameter Toxiciteit

Vorming van drijflagen

Biologisch

(ton)

zuurstotverbruik R50

BZV> 1,5

R51

0.15 < BZV < 1,5

R52

BZV < 0,15

1 10 s.g. < 1000 kg/m3 en

100

oplosb. < 100 ppm 100 < L(E)C50 < 1000

1.000

R53

10.000


MRA VTE 200B Definitief rapport

- 20 -

21 oktober 200B

DOD _ 0 . 0 __

DOD ROYAL HASKONING

Uit de stofgegevens kan worden afgelezen dat de drempelhoeveelheid 10 ton bedraagt. Oit betekent dat aile stoffen in beginsel in de MRA betrokken dienen te worden. Het aantal tanks en tankputten op het terrein van VTE die geseleeteerd zijn volgens bovenstaand seleetiesysteem, is dusdanig groot dat het niet mogetijk is om deze allemaal te modelleren in PROTEUS It. Om toeh aile relevante tankputten mee te nemen in de MRA is eerst een seleetie gemaakt op tankputten welke een bijdrage leveren aan een daadwerkelijk risieo voor het oppervlaktewater.

Figuur 2

modellerlng in Vopak Terminal Europoort Oost in PROTEUS II

Als eerste stap zijn aile tankputten van het oostelijk deel van het terrein gemodelleerd, zie bovenstaand figuur 2. Vervolgens is geanalyseerd welke tanks en tankputten een risieo vormen v~~r het oppervlaktewater. Oit is te zien in de PROTEUS It rapportage 'Oost', zie ook bijlage 1. In figuur 3 zijn de resultaten van de berekeningen weergegeven. Uit de achterliggende detail analyse, zie ook bijlage 1, blijkt dat de punten in de grafiek overeenkomen met de tankputten: 9a, 9b, 5, 12,8, 2, en 1. Genoemde tankputten bepalen derhalve het risico voor het oppervlaktewater. Oeze tankputten zijn weergegeven op het terreinoverzieht in bijlage 2. Uit het terreinoverzicht blijkt dat het hier aileen die tankputten betreft die aan het oppervlaktewater grenzen. Overige tankputten dragen niet bij aan het risicoprofiel. Een terreinoverzieht met de genummerde tanks en tankputten is opgenomen als bijlage 2. MRA VTE 2008 Definitief rapport

- 21 -


000 _ 0 . 0 __ 000

ROYAL HASKONING

--!.. Ilk" !

~1':

..

:

:

f::.::-~:-::::j:!=~=i===;=~~"j:::;:::l~T~: I~--~-~ : i -'-:1; '-, ;~ ..~ .~,

I~~

!

..;.

:

::

'~1

~

1~

:- i

..:..

:

\"

1

I~?

r

: .;.{........

' 018

.;..

I~.

LIIdr......-.g

1II~ ....... (l;l

----- - LC500ew0gtn .... >t. ...... _ C ... )

" ..... ' "

\

- · -v~~("")

1I~_

_.......-.. t.tw«- ... "'"",. _ _ _ _ _ ~.~ •• ,;...... oA4 'P1OOV .... "'_~- ."...~~ Lo:sJ~~~.._ ....... , , _ * ,~~, lMnfI!OIIH~ _ _ .,M:4I:fS1I';.~-- y~~ _ u t _ ....~~

.... _ _ _ _ ..

.... ' " _ .I"J'I' . . t-~ . IIIII- ...

----';Hllo!Ik.,.I.I

.....

... _ _ _ URias

~.c..W'

, \

.

\

J

I

;

\\

\

\ \

\\

\i

\ --------~--------

\. Figuur 3

Resultaten modellering in Vopak Terminal Europoort Oost in PROTEUS II

Gelet Op het voorgaande is de modeliering voor de terminal gebaseerd op tankputten die aan oppervlaktewater grenzen. In deze tankputten worden minerale producten opgeslagen. Op het terrein van VTE komen echter ook opslagen voor andere producten (zoals methanol) voor. Deze activiteiten zijn aan de modellering van de terminal toegevoegd. Tenslotte zijn ook de verladingsactiviteiten van VTE in de modeliering opgenomen. Om duidelijkheid te scheppen, zijn de tankputten genummerd en is er een letter aan toegekend, zie bijlage 2. De volgende tankputten zijn gemodelleerd: 1Oa 1 (tank 1060 tim 1063), 10a2 (tank 1018), 10a3 (tank 1064 en 1065), 1Ob (tank 1004 en 1008), 10d (tank 1016 en 1017), 10e (tank 1011) en 10f (tank 1055 en 1056). Mocht er een tank van de overige tankputten falen, zal de inhoud of we I op het terrein terecht komen ofwei in een andere tankput worden opgevangen, waardoor het risico voor het oppervlaktewater als niet significant wordt geschat. De tankput 'fase 7' is inmiddels gerealiseerd, deze is tevens toegevoegd aan de modeliering.

Toekomstige ontwikkelingen Fase 8 en het Midex-project zijn momenteel nog niet gerealiseerd. Vooruitlopend op de realisatie wordt hiervoor wei een Wvo-vergunning aangevraagd. Derhalve zijn ook deze tankputten aan de modellering toegevoegd.


9S5114.BO/R0004/Nijm - 22 ·

21 oktober 2008

_

aDo

0.0_

000

ROYAL "ASKONING

Op de oostelijke locatie van VTE zal de bestaande olievanger mogelijk vervangen worden en tevens zal een biologische zuivering worden geplaatst. Daarnaast zijn er plannen om de olievanger op de westelijke locatie te vervangen. De technische gegevens van deze zuiveringstechnische voorzieningen zijn echter nog onbekend. Daarom is in de modellering geen rekening gehouden met deze zuiveringen. Om die reden kan de uitgevoerde MRA als worst-case benadering worden beschouwd, daar het realiseren van deze zuiveringen eventuele rioleringsgerelateerde risico's zal verkleinen.

InitiEHe uitstromingscenario's De initiele uitstromingscenario's, kansen en vervolgscenario's zijn opgenomen in PROTEUS II. In dit programma is een aantal risico-units (opslag, overslag zeeschip, e.d.), een aantal opvangunits (riool, opvangput, e.d.) en een aantal watersystemen (sloot, rivier, e.d.) voorgedefinieerd. Aan de risico-units zijn faalscenario's met bijbehorende faalfrequenties en uitstromingscenario's verbonden. Uit deze voorgedefinieerde risico-units, opvangunits en watersystemen zijn er een aantal geselecteerd om de situatie bij Vopak Terminal Europoort te modelleren . 4.2.3

Selectie van activiteiten Om te komen tot onderstaande selecties, is gebruik gemaakt van de CIW-nota "Integrale aanpak van de risico's van onvoorziene lozingen" (CIW, 2000) [2].

4.2.4

Uitgangspunten

Gemodelleerde risico-units, opvangunits en watersysteem • • • • •

bulkgoed opslag; overslag bulkschip; standaard put; skimmer; kanaal.

In de hierna volgende tekst zal ingegaan worden op de keuzes die zijn gemaakt voor de modellering. Aigemeen geldt dat wanneer de voor PROTEUS II benodigde gegevens niet voorhanden waren, is uitgegaan van de defaultwaarden in PROTEUS II.

Bulkgoed opslag De risico-unit bulkgoed opslag is gebruikt om de tanks en de tankputten te modelleren. In PROTEUS II wordt standaard uitgegaan van een tankput met daarin opslagtanks. In tabel 4 zijn de dimensies van de tankputten weergegeven. De oppervlakte is berekend aan de hand van de inhoud en de hoogte van de tankputrand. Het volume dat de tanks zelf innemen in de tankput, is van de brute inhoud van de tankput afgehaald om de netto inhoud over te houden. Vervolgens is de netto inhoud ingevoerd in de modellering. De afvoer van vloeistof uit de tankput op oost vindt plaats via een pompput in de tankput. De drainputten zijn uitgerust met oliedetectie. Op het moment dat er geen olie gemeten wordt, slaat de pomp automatisch aan om het water af te voeren. Op west zijn de tankputten uitgerust met een handmatige afsluiter. Deze afsluiter staat onder normale bedrijfsomstandigheden gesloten . Indien er hemelwater in de tankput aanwezig is, wordt er een monster van genomen, dat geanalyseerd wordt. Indien het water schoon is, wordt de afsluiter geopend om het hemelwater af te voeren.



· 23 ·

21 oktober 2008

COO

_ 0 . 0 ___ 000

ROYAL HASKONING

Tabel4

Dimensies tankputten VTE

Put

Bruto inhoud (in m3)

1

Netto inhoud (in m3 )

Hoogte

Oppervlakte

(in m)

(in m2)

28.800

22.800

25

11 .520

2

28 .900

22.900

2.5

11 .560

5

27.680

21.800

2.5

11.072

6

12.767

7.930

2.5

5.107

8

70 .700

59.900

2.5

28.280

9a

62.150

44.100

5

12.430

9b

71 .009

56.900

5

14.202

12

19.499

15.000

25

7.800

10d

80.700

65.200

2,5

32.280

lOb

71.750

58.900

2.5

28.700

10e

37.866

32.700

2.5

15.146

10al

11.810

65.700

2,5

4.724

10a2

9.500

4.940

2.5

3.800

10a3

1.941

1.170

2,5

776

10f

98.987

83.900

2,5

39.595

Fase 7

88.000

70.800

4

22.000

Fase 8

88.000

76.500

4

22.000

Midex

85.000

59.200

2

40.000

De tanks zijn enkelwandig uitgevoerd en in bijna aile gevallen uitgevoerd met een overvulbeveiliging. Aileen tank 506 (gelegen in tankput 5) en tank 611 (tankput 6) zijn niet voorzien van niveaubewaking. In geval van een tankbrand wordt geblust met schuim. De tankputten zijn uitgevoerd met tussenwanden, zodat elke tank (op een enkele uitzondering na) omgeven is door een wand en zijn eigen buffercapaciteit heeft, naast de buffercapaciteit van de gehele tankput. Dit is in PROTEUS II gemodelleerd door de doorstroming niet door de doorstroomafvoer te laten plaatsvinden, maar aileen de buffer als afstroomroute te hanteren. In geval dat een tank faalt (instantaan falen) zal een vloedgolf ontstaan . Als gevolg van de hydrostatische voordruk zal deze golf over de tankputrand heen kunnen slaan voorzover de golf op de rand is gericht. PROTEUS II gaat er van uit dat standaard aile massa richting oppervlaktewater zal stromen. Verwacht mag worden dat energie van de vloedgolf zodanig groot is dat een belangrijk deel ook over de naastgelegen tankputrand slaat. Bovendien zal een deel niet richting oppervlaktewater, maar richting land stromen. Om dit modelmatig inzichtelijk te maken is dit in PROTEUS II gemodelleerd door middel van de unit routesplitter (zogenaamde Q (massa)- en P (kans)-splitters). De verdeling in kans (P-splitter) is gebaseerd op de indeling van de tankput (hoeveel tanks staan er aan de waterzijde) en de ligging van de tankput op het terrein. De aangrenzende tankput waarin eventueel uitgestroomde massa wordt opgevangen is gemodelleerd als een standaard put (massa). Aangenomen is dat de helft van de uitgestroomde massa hierin terecht komt. De waarde voor het volume is gesteld op 1 . 105 m 3 .


9S5114.Bo/Ro004/Nijm - 24 -

21 oktober 2008

000 __ 0 . 0 _

DOD ROYAL "ASKONING

Overslag bulkschip De risico-unit overslag bulkschip is gebruikt om de overslag van schepen te modelleren. De uitgangspunten voor het laden en lossen zijn overgenomen uit de ORA. Hierbij moet opgemerkt worden dat PROTEUS II de jaarlijkse overslag beperkt tot 1.000.000 ton per stof. In PROTEUS II zijn nog geen scenario's v~~r zeeschepen gedefinieerd . Totdat deze scenario's zijn ge'implementeerd zal gebruik gemaakt moeten worden van de overslag voor binnenvaartschepen. Het scenario aanvaring zal hierbij leiden tot een overschatting. Om dat te voorkomen, wordt aangeraden de scheepvaartintensiteit op 0 te zetten. Dit is uitgevoerd in de modellering voor VTE. Bij VTE vindt verlading plaats met behulp van zeeschepen en tanklichters. Voor het laden en lossen worden in de regellaad- en losarmen gebruikt. Incidenteel worden laaden losslangen gebruikt, maar deze zijn niet meegenomen in de modellering. Bij VTE wordt gebruik gemaakt van overslagverbindingen met een diameter van 6 tot 36". Vingerpier 3 en 4 zijn voorzien van 12" armen (in analogie met de ORA), aangenomen is dat hetzelfde geldt voor vingerpier 1 en 2. De steigers zijn voorzien van 8" armen. In tabel 5 is weergegeven welke activiteiten plaatsvinden op de verschillende vingerpieren en steigers. De Calandsteigers zijn niet meegnomen, hier vindt enkel overslag van gasolie plaats. Er is aangenomen dat de hoeveelheden die in de Neckarhaven worden overgeslagen ten opzichte van het totaal gering zijn. Hierdoor hoeft deze overslag niet meegenomen te worden in de modellering . De steigers T1 tim T3 zijn als een steiger gemodelleerd. Tabel5

Overslagactiviteiten VTE

PierI steiaer Vingerpier 1

Type averslag

Product

Lassen

K3 K1 en MEOH

Zeeschepen

Vingerpier 2

Lassen

K3. K1

Zeeschepen

Vingerpier 3

Overslag

K3

Zeeschepen + lichters

Vingerpier 4

Overslag

K3, K1

Zeeschepen + lichters

Laden

K3 + MEOH

Lichters

Laden

K3 + MEOH

Lichters

Laden

K3+ MEOH

Lichters

SteigerT1 Petroleum haven SteigerT2 Pelraleumhaven SIeigerT3 Petroleum haven

TYee schip

Tanklichters zijn gemodelleerd met een inhoud van 1.000 ton en zeeschepen met een inhoud van 10.000 ton. Dit is een worst-case benadering, omdat schepen met een grotere inhoud de haven van VTE niet kunnen bereiken.

Standaard put De standaard put is gebruikt om het rioolstelsel, het terrein en de opvangcapaciteit van de schepen te modelieren. Het terrein is gemodelleerd als greenfield. De tankput die daarop is aangesloten betreft tankput 10d. Ais deze tank faalt, zal de uitgestroomde massa op het terrein terecht komen en niet in eerste instantie uitstromen naar het oppervlaktewater.


9S5114.BO/R0004/Nijm - 25 ·

21 oktober 2008

DOD __ 0 . 0 _

DOD ROYAL HA.KONING

Bij de scheepsverlading is een standaard put gemodelleerd om de opvangcapaciteit van de verschillende vingerpieren in kaart te brengen. Bij VTE is een gesloten systeem voor de verlading aanwezig. Dit houdt in dat een stof die vanuit een schip verladen wordt, rechtsreeks naar de desbetreffende opslagtanks wordt getransporteerd. De vingerpieren zelf zijn voorzien van opstaande randen om eventuele spill in eerste instantie op te vangen. De pieren zijn verder voorzien van een opvangsysteem, waarbij vloeistof door middel van drains wordt opgevangen in tanks. Deze tanks bevinden zich onder de vingerpieren en zijn voorzien van niveaubeveiliging. Zodra het niveau bereikt wordt, schakelt een pomp in werking, waarmee de betreffende vloeistof naar de crudetanks wordt verpompt. De opvangcapaciteit is gemodelleerd als zijnde 10.000 m3 , wat een worst-case aanname is, omdat de capaciteit van de crudetanks vele malen groter is. Skimmer Met behulp van de unit skimmer zijn de olievangers gemodelleerd. De capaciteit van de 3 olievanger op locatie Oost is gemodelleerd op 150 m • De olievanger is gemodelleerd met een automatische afvangwijze van de drijflaag met een debiet van 0,00028 m3/s. Olievangers fase 1/2 en 4/5 zijn tevens automatische afvangers, een capaciteit van 150 m3 en een minimum debiet van 0,0001 m3/s. Kanaal Het watersysteem kanaal is gebruikt om de ontvangende watersystemen, het Calandkanaal en de Petroleumhaven, te modelleren. In figuur 4 is de modellering van VTE weergegeven.



- 26 -

21 oktober 2008

ODD ~

oeD

~

000

ROYAL HASKONING

Figuur 4

modellering in Proteus II

Questionnaire De questionnaire is voor VTE beantwoord en ingevoerd in PROTEUS II. De questionnaire is onderdeel van de PROTEUS-rapportage, welke is opgenomen in bijlage 3. Hierin staan tevens aile uitgangspunten, waarvan de belangrijkste hierboven zijn beschreven. 4.2.5

Resultaten Risicopresentatie onvoorziene lozingen De invoer van PROTEUS II resulteert in frequentie-effectgrafieken waarbij op de (verticale) y-as de logaritme van de cumulatieve frequentie van een bijbehorende grootte van een effect en op de (horizontale) x-as de logaritmische omvang van het met die frequentie optredende effect wordt weergegeven (bijvoorbeeld aantal m3 gecontamineerd water). Voor de toetsing van de met PROTEUS II berekende milieurisico's is gebruik gemaakt van het referentiekader zoals omschreven in de RIZA publicatie "Naar een referentiekader voor risico's voor onvoorziene lozingen op oppervlaktewater, RIZA rapport 99.034, 1999" [4]. Dit is een voorstel voor een toetsingskader en nog niet wettelijk vastgelegd en derhalve is het geen norm. MRA VTE 2008

Definitief rapport


- 27 -

21 oktober 2008

_

coo DeD_ DOD

ROYAL HASKONING

In dit referentiekader wordt onderscheid gemaakt naar de volgende drie milieurisiconiveaus: • verwaarloosbaar; • acceptabel; • ontoelaatbaar. De grenzen tussen de milieuri~iconiveaus zijn vastgelegd in onderstaande kanseffectgrafiek, zie figuur 5. Referentiekader 0 -1 -2 -3 ' -4 -5 -6 UI <: -7 l.: -6

• 1 maxim ale frequentie volumecontaminatle

.

-9

-10 -11 -12 -13 -14 . -15 0.0001

• 2 maximaal effect volumecontaminatle

0,001

0,01

0,1

10

100

1000

Milleuschade - Index

Figuur 5 Referentiekader voor beoordeling milieurisico's

Op de y-as in deze grafiek staat de cumulatieve frequentie (kans) weergegeven, welke direct vergelijkbaar is met de cumulatieve frequentie op de y-as in de milieurisicografieken van PROTEUS II resultaten. Op de x-as wordt het 'effect' deel uitgedrukt in de vorm van de zogenaamde Milieu Schade Index (= MSI). Deze MSI is gebaseerd op het ongeval in Sandoz. Het 'effect' deel van de PROTEUS II resultaten kan naar een MSI worden omgerekend volgens de formule: m3 gecontamineerd water * weegfactor = MSI 1,5 * 107 De weegfactor in deze formule is afhankelijk van het ontvangende oppervlaktewatersysteem (CIW, 2000). In tabel 6 is het overzicht opgenomen van de weegfactoren voor diverse watersystemen. VTE is gelegen aan de 79 Petroleumhaven en het Calandkanaal die in open verbinding staan met de Nieuwe Waterweg. Het watersysteem betreft een zeehaven Botlek en bedraagt de weegfactor Conform het RIZA rapport "De selectie van activiteiten binnen inrichtingen" [4] het getal1.


9S5114.BO/R0004/Nijm · 28 ·

21 oktober 2008

~OD

_ 0 . 0 ___

DOD ROYAL HASKONING

Tabel6

Weegfactoren voor diverse watersystemen

Watersysteem

Voorbeeld

Weegfactor

Rivier

Groot

Maas, Riin

1

Middel

Vecht

10

Kanaal

Klein

Donge Linge

100

Groot

Noordzeekanaal

1

Middel

Twente-kanaal Zuid-Willemsvaart

10

Klein

AfwaterinQskanaal

10

Estuarium

Schelde, Eems, Dollard Estuarium

10

Zeehaven

Botlek

1

Meer (stagnant)

Randmeren

1.000

De risico's voor VTE zijn aan de orde bij de overslag van een zeeschip. De uitkomsten van de milieurisicoberekeningen met PROTEUS" kunnen via de PROTEUS" grafiek 'cumulatieve frequentie versus gecontamineerd watervolume' worden getoetst aan de frequentie-effectgrafiek van het hierboven beschreven referentiekader voor de milieurisico's. Resultaten PROTEUS II Voor VTE zijn risico's berekend voor het oppervlaktewater, het Calandkanaal en de 7e Petroleumhaven. De berekende belangrijkste risico's hebben betrekking op het optreden van oevercontaminatie veroorzaakt door het scenario topping van tank 1056 en 1055, beiden gesitueerd in tankput 1Of en gevuld met k1 en tank 1071 tim 1076 in tankput fase 7 op west en tank 903 in tankput 9b op oost. Daarnaast wordt een acceptabel risico berekend voor volumecontaminatie door breuk van de overslagverbinding van het schip met methanol. De overige risico's zijn verwaarloosbaar. Tabel 7

Resultaten gedetailleerde effectenanalyse Resultaat Proteus Omschrijving

oevercontaminatie em)

Frequentie (per jaar)

Topping tank 1056 k1

1,15E5

749x10- 6

Topping tank 1055 k1

1,15E5

7,49 x 10-6

1,02E+05

4,95E-06

a,59E+04

7,49E-06

Breuk overslag schip MEOH

-

6,aOE-07

Breuk overslag schip k1

-

9,60E-07

Topping tank 1071 tim 1076 k1 Topping tank 903 k1


9S5114.BO/R0004/Nijm - 29 ·

21 oktober 2008

__

DOD D.D~

DOD ROYAL HA'KONING

5

DISCUSSIE EN CONCLUSIE

5.1

Discussie In PROTEUS II wordt de modellering uitgevoerd met default-kansen en voorgedefinieerde scenario's. Het model biedt weinig mogelijkheden om nuance aan te brengen. Oerhalve is het niet altijd mogelijk om de werkelijke situatie bij een inrichting volledig en goed te modelieren met PROTEUS II. Een voorbeeld hiervan is de mogelijkheid om gebruik te maken van de middelen en diensten van de Schermenpool Rotterdams Havengebied (SRH), waar VTE lid van is. Oe schermenpool bestrijdt (olie)verontreinigingen in de Rotterdamse haven door onder meer het ter beschikking stellen van olieschermen/oliebooms en andere middelen met behulp waarvan verontreinigingen ingedamd of bestreden kunnen worden. Oit kan niet gemodelleerd worden, terwijl met behulp van de middelen en diensten van deze organisatie, de gevolgen voor het oppervlaktewater vergaand beperkt kunnen worden. Het inzetten van de olieschermen vormt een belangrijk onderdeel van de strategie waarmee VTE om de effecten van onvoorziene lozingen van drijflaagvormende stoffen te beperken. Een succesvolle inzet van de olieschermen zal de gecontamineerde oeverlengte beperken tot enkele honderden meters, enkele procenten van de in tabel 7 weergegeven oeverlengtes, Op grond hiervan mag worden verwacht dat het succesvol inzetten van de olieschermen de risico's verder reduceert. Hiernaast zijn de uitgangspunten van de modellering uitgevoerd als zijnde worst-case. Benadrukt wordt dat het referentiekader geen norm is, maar een manier om een inschatting te krijgen van de eventuele risico's op onvoorziene lozingen. Om deze redenen moet de conclusie als indicatief worden beschouwd. In de MRA zijn de eventueel toekomstige nieuwe olievanger(s) en bioloog (zie ook paragraaf 4.2.2) achterwege gelaten, vanwege nog niet beschikbare technische gegevens. Na beschouwing van de resultaten blijkt deze keuze niet van toepassing te zijn op het risico. Het enige risico dat uit deze studie naar voren komt wordt namelijk veroorzaakt door het scenario topping. Oit risico doet zich aileen voor bij tankputten die direct aan oppervlaktewater grenzen. Oit betekent dat de voorgenomen ingrepen in de waterhuishouding geen significante invloed zullen hebben op het berekende risico.

5.2

Conclusie Uit de milieurisicoanalyse blijkt dat de risico's met betrekking tot volumecontaminatie, veroorzaakt door het scenario 'breuk overslag schip' met methanol, bij Vopak Terminal Europoort B.V. acceptabel zijn voor het betreffende oppervlaktewater, de 76 Petroleum haven en het Calandkanaal. Wat betreft het mogelijk optreden van een drijflaag zijn de tanks 1055 en 1056 in tankput 10f en tank 1071 tim 1076 in tankput fase 7 op west bepalend en tank 903 in tankput 9b op oost. Indien VTE tijdig en succesvol olieschermen inzet, wordt ook dit risico vergaand gereduceerd.


9S5114.80/R0004/Nijm

- 30 -

21 oktober 2008

IlOO

__ o e o_ 000 ROYAL HASKONING

LlTERATUUR [1] PROTEUS II versie 2.2.0 build 0, 7 februari, 2007 [2] CIW-nota "Integrale aanpak van risico's van onvoorziene lozingen" (CIW, 2000) [3] RIZA, 1999a. "Beschrijving van de stand der veiHgheidstechniak"; Rijksinstltuut voor Integraal Zoetwaterbeheer en Afvalwaterzuivering, rapportnummer 99.033; ISBN 90 369 5257 3; G.J. Starn (editor). [4] RIZA, 1999b. "De selectie van activiteiten binnen inrichtingen ten behoeve van het uitvoeren van een studie naar de risico's van onvoorziene lozingen"; Rijksinstituut voor Integraal Zoetwaterbeheer en Afvalwaterzuivering [5] RIZA-rapport 99.034. Naar een nieuw referentiekader voor risico's van onvoorziene lozingan op oppervlaktewater,

9S5114.80/R0004fNijm

MRAVTE2008

Deflnltlef rapport

- 31 -

21 oktober 2008

DOD

__ 0 . 0

_

000

ROYAL HASKONING

Bijlage 1 Rapportage PROTEUS II Oost en detail analyse


9S5114.BO/R0004/Nljm 21 oktober 2008

Rapportage Vopak Terminal Oost

Versie: 2.2.2 Build: 1 Releaseclatum: 20-4-2007 Datum: 25-9-2008, tijd: 20:55:31

Proteus-II 2

Project: Vopak Terminal Oost

1 Projectgegevens

1.1 Versies Onderdeel

Versie

Release datum

Proteus II.exe parammr2.dat Huidioe rapportaqe

2.2.2 Build: 1 2.0.0.0

20-4-2007 26-3-2007 2S-9-2008

1.2 Bedrijfsgegevens Bedrijfsnaam

Vopak Terminal Oost

Omschrijving Contactpersoon

OOST de heer M. Witte

Te1efoon E-mail

Moezelweg 7S 0181 240868

Postadres

Postbus 1093 3180AB

Postcode Plaats Uitgevoerd door

Rotterdam G.J. Starn Royal Haskoning

van bedrijf Oppervlak bedrijfsterrein

m2

9,lES

m

Centroide x-col:irdinaat

SOO

y-col:irdinaat

SOO

2 Questionnaire

2.1 Totaal overzicht van de questionnaire Waardering totale questionnaire A tot B

2.2 Vragenlijst 1: Veiligheidszorgsysteem Waardering vragenlijst

B

2.2.1 Beantwoording van de vragen Vraag

Antwoord

1 In hoeverre is er sprake van een adequate zonering tussen de verschillende installaties/activiteiten binnen de inrichtinq. 2 In hoeverre is in een goede routering/verkeersregeling op de inrichting voorzien ter voorkoming van botsingen bij het vervoer van hier beschouwde stoffen op het terrein. 3 Kent de inrichting, of de onderscheiden eenheden (fabrieken e.d.), een direct verantwoordelijke functionaris voor de uitvoering van het milieuen veiligheidsbeleid en is deze functie binnen de orqanisatie beschreven. 4 Wordt door de organisatie jaarlijks gerapporteerd inzake de handhaving en de uitvoering (zoals in de vorm

B

B

B

B

Proteus-II Project: Vopak Terminal Oost

3

van audits) van het milieuen veiligheidsbeleid 5 Kent de inrichting een incidentregistratie- en evaluatiesysteem en wordt hierover jaarlijks qerapporteerd. 6 Worden vaste procedures voor de beoordeling van milieuen veiligheidsaspecten bij het ontwerp van installaties toegepast 7 Kent de inrichting een algemeen onderhouds- en inspectie schema. 8 Is er een regelmatige inspectie van de locatie en de installaties 9 In hoeverre vindt het onderhoud van de installatie plaats 10 Wordt de installatie na onderhoud getest volgens vaste procedures voor inqebruikname

B

B

B B B B

2.3 Vragenlijst 2: Vak- en Handelingsbekwaamheid Waardering vragenlijst

A tot B


Antwoord

-----------------

11 Zijn er specifieke opleidingseisen, opleidingen en/of trainingen voor het plant personeel 12 Zijn de verantwoordelijkheden bij de uitvoering van de activiteit (ook ten aanzien van milieuen veiligheid) vastqeleqd en bekend bii betrokkenen 13 Zijn de opleidingseisen aan het uitvoerend personeel voor deze activiteit vastgelegd en is voorzien in traininq. 14 Vindt het onderhoud plaats door daartoe gekwalificeerd personeel ook indien dit van externe contractors betrokken wordt

B Niet beantwoord

B

B

2.4 Vragenlijst 3: Werkprocedures Waardering vragenlijst

B


AntwQord

17 Kent de inrichting vaste procedures inzake uitvoering van onderhoudswerkzaamheden, die risico's voor het milieu opleveren. 18 Kent de inrichting vaste procedures voor de inzet van externe contractors en de controle op hun werkzaamheden. 19 Wordt een registratie toegepast van de bij de activiteit behandelde stoffen. 20 Wordt het onderhoud volgens vaste procedures uitqevoerd en qecontroleerd 21 Wordt de installatie na onderhoud getest volgens vaste procedures voor inqebruikname 22 Vindt er een adequate analyse van grondstoffen plaats bij aflevering en/of voor gebruik/ Is er een adequate controle op de hoeveelheden qrondstoffen .

B

B B B B B

Proteus-II Proje c t: Vopak Terminal Oost

4

2 . 5 Vragenlijst 4 : Repressie Wa a rde ring vragenl i j s t

B


Antwoord

28 Is bekend welke stoffen onmiddellijk aandacht moeten krijgen bij een incident ten gevo1ge van aquatox i citeit, ook d oor de operators. Zijn de gegevens met betrekking tot aquatoxiciteit centraa1/snel toeqanke1iik. 29 Beschikt de inrichting over een toereikende voorzieningen inzake brandpreventie/repressie en of bedriifshu1pverleninq. 30 Kent de inrichting een noodplan en/of rampbestrijdingsp1an, waarin ongeva1sme1ding, a1armering en inzet bestriidinqsorqanisatie beschreven ziin. 31 Worden noodp1annen e.d. regelmatig geoefend met betrokken dienst(en). 32 Is er in de praktijk gedurende de activiteit vo1doende bewaking door personeel,ter plaatse of vanuit een controlekamer. 33 Zijn er duidelijke vastgelegde instructies voor het oersoneel hoe te handelen bii moqe1iike incide nten.

B

B

B

B

B

B

2 . 6 Vragenlijst 5: Installatie Waardering v ragen1 i jst

B


Antwoord

35 Vo1doen de installatie aan de bestaande rege1s,zoals CPR-richt1iinen. leidraden etc. 41 Wat is de huidige staat van onderhoud van de installatie

B

3 Resultaten

3.1 Milieurisico's

B


5

.• __ ... L__ .__ I _.L _. __

_._~ _ _ Ii

I

'---.-:----.-J-- _L

-'

10.0

10e1

10e2

10.3

10.4

1005

1006

10e7

I

-, I

1006

10.10

10e9

Omvang van de schade

- - Oevercontaminatie (m) Oevercont~ie

: M.x. lrequentie: 1 ,15E-004 per J••r, bi eon conlaminatle von 1 ,75E+002 m; Max. effect: 1.15E+OO5 m, bi een Irequenlle ven 4,69E·Ooe per Jeer

3.2 Uitstromingen

::1- --1 10e.1 J !

'2100-21... _.

j

J

i_ _ ! -"_

- ...;.

.1G10e·3---l-i

-_ 1 -

! ,_ - j

1

I' _

. .I . . l - .i _ ,1 _ _ _- ' -

_ _,.

-.1_ - !---+! _ 1____ L .. ! ,

-- ~

_ _ _ ......i!

J

-----1

----

.. 1. _____ ___ .1 _______ ..1. i

.l

.I

" • ~100-4:~~~$;=====~===*:;::=-+--~-_J-_-~~ -1 1 !1Qe.S-

- _ ., -

__

10eO

.

J_. ____ _ 10.1

-L

,

10e.7.1

10e-8--t- ---- -

--I -I

,

10e.61

1

____ L __ _

1002

10e3

1004

1005 Uitstroming

1006

1007

100e

10e9

10010

""'s,.

IJdgesl(oomde (kg) ---LCSO Gewogen uJ:ges1room~e me... (m') _n_-Vrlgekomen bluswl!ter (m') utgestroomde masse : Max. frequentle: 1 ,15E-004 per J8M, bij een cmaminlltie van 3,77E+004 kg; Max. effect: 2,47E+OO7 kg, bIj een trequeriie van 4,89E-008 pe: leSO Ge'oNogen uitgestroomde massa: Max, 1requef1tie: 1 ,66E-004 per Jaar. bij een contarnl"latie van 5,06E+OOO ml; Max. effect: 2,61E+OO9 ml, bl een frequerife van 4,89E-OOS per Vrigekomen bluswater : Max. fr~entfe: S,21E-OOS per jaer. bi een conl:errinetie ven 1 ,37E+O04 m~ Max. eUecI: 6,25E+OO4 ml, bij een frequentie van 1,oBE-005 P

4 Model


6

Figuur 1

5 Units

5.1 Bulkopslag: Tankput 1 Eigenschap

Waarde

Naam Omschrijving Bergend volume Bufferend volume Oppervlak Afsluiter (doorstromen)

Tankput 1 2,29E4 2,28E4 1,2E4 Geen afvoer

Eenheid

m' m' m2

Proteus-II Project : Vopak Terminal Oost

Afsluiter (bufferen ) Blusstof

7

Automatisch Water

5.1.1 OpSlagtank: 103

.Eigensehap

Waarde

Identificatie Omschrijving Type opslagtank Volume Hoogte van de tank Hoogte grondvlak Stoffen

103 Niet ingevuld Enkelwandig 1 . BE4 22 . 5

Stof

K1

Eenheid

m' m m

o GemiddeJ.de vullingsgraad

"Fractie van de tijd aanwezig

0/0

0/0

75

100 0 . 075

Diameter van de grootste aansluiting Brandbeveiligingssysteem Toezicht Overvulbeveiliging

m

Schuim Toezicht & backup Enkelvoudig

5 . 1 . 2 Opslagtank: 102

Eigenschap

Waarde


102 Niet ingevuld EnkellYandig 1.8E4 22 . 5

Stof

Kl Diameter van de grootste aansluiting Brandbeveiligingssysteem Toezicht Overvulbeveiliqing

Eenheid

m' m m

o Gemiddelde vulli ngsgraad

:F.r actie van de tijd aanwezig

0/0

0/0

75

100 0 . 075

m

Schuim Toezicht & backup Enke~ voudig

5.1.3 Op.s lagtank: 101

Eigensehap

Waarde

Eenheid

Proteus-II 8


Identificatie

101

Omschrijving

Niet ingevuld

Type opslagtank

Enkelwandig

Volume

1.BE4

Hoogte van de tank

22.5

m

Hoogte grondvlak

o

m

Stoffen

Stof

K1

Gemiddelde vullingsgraad

Fractie van da tijd aanwezig

0/0

0/0

75

100

Diameter van de grootste aansluiting

0.075

Brandbeveiligingssysteem

Schuim

Toezicht

Toezicht & backup

Overvulbeveiliging

Enkelvoudig

m


Waarde

Naam

Tankput 2

Eenheid

Omschrijving

Niet ingevuld

Bergend volume

2.B9E4

Bufferend volume

2.B9E4

m' m'

Opperv1ak

1.2E4

rna

Afsluiter (doorstromen)

Geen afvoer

Afsluiter (bufferen)

Automatisch

Blusstof

Water

5.2.1 Opslagtank: 203 Eigenschap

Eenheid

Waarde

Identificatie

203

Omschrijving

Niet ingevuld

Type opslagtank

Enkelwandig

Volume

1.8E4

Hoogte van de tank

22.5

m

Hoogte grondvlak

o

m

m'

Stoffen

Stof

K1


Fractie van de tijd aanwezig

0/0

0/0

75

100


0.075


Schuim

m


Toezicht Overvulbeveiliging

9

Toezicht & backup Enkelvoudig


Waarde


202 Niet ingevuld Enkelwandig

Stof

Kl

Eenheid

l.BE4

m3 m m

22.5

o Gemiddelde vullingsgraad


0/0

0/0

75

100


0.075

Brandbeveiligingssysteem Toezicht Overvulbeveiliging


m


Waarde

Identificatie Omschrijving Type opslagtank Volume Hoogte van de tank Hoogte grondvlak Stoffen Stof


Kl Diameter van de grootste aans1uiting Brandbeveiligingssysteem Toezicht OVervu1beveiliging

Eenheid

1.BE4

m' m m

22.5



0/0

0/0

75

100 0.075

m



Waarde

Eenheid

Proteus-II 10


Tankput 3 Niet ingevuld 2.3E4 2.3E4 1.2E4 Geen afvoer Automatisch Water

m' m2

Eigenschap

Waarde

Eenheid


303 Niet ingevuld Enkelwandig l.8E4 22.5

Naam Omschrijving Bergend volume Bufferend volume Oppervlak Afsluiter (doorstromen) Afsluiter (bufferen) Blusstof

m3

5.3.1 Opslagtank: 303

Stof

Kl

m' m m



0/0

0/0

75

100


m

0.075 Schuim Toezicht & backup Enkelvoudig


Waarde


302 Niet ingevuld Enkelwandig 1.8E4 22.5

Kl Diameter van de grootste aansluiting Brandbeveiligingssysteem

Eenheid

m' m

o

m



0/0

0/0

75

100 0.075 Schuim

m


11




Waarde

Identificatie Omschrijving

301 Niet ingevuld

Type opslagtank Volume

Enkelwandig 1.8E4 22.5

Hoogte van de tank Hoogte grondvlak Stoffen Stof

Kl

Eenheid

m' m m

o Gemidde1de vullingsgraad


0/0

0/0

75

100


0.075

Brandbeveiligingssysteem Toezicht

Schuim Toezicht & backup

Overvulbeveiliging

Enkelvoudig

m

5.4 Bu1kopslag: Tankput 4 Eigenschap

Waarde

Naarn Qrnschrijving

Niet ingevuld

Bergend volume

2.35E4

Bufferend volume Oppervlak

2.35E4 1.2E4 Geen afvoer

Eenheid

Tankput 4

Afsluiter (doorstromen) Afsluiter (bufferen) Blusstof

m' m3 m'

Automatisch Water

5.4.1 Ops1agtank: 403 Eigenschap

Waarde


403 Niet ingevuld

Type opslagtank

Enkelwandig 1.8E4

m3

22.5

m

o

m

Volume Hoogte van de tank Hoogte grondvlak

Eenheid

Stoffen Stof

Kl

Gemidde1de vu11ingsgraad


0/0

0/0

75

100



12

0.075

m



Waarde



Stof

Kl

Eenheid

m' m m



0/0

0/0

75

100


m



Waarde



Stof

Kl

Eenheid

m' m m



0/0

0/0

75

100


0.075



m


Waarde

Eenheid



13

Tankput 5 Niet ingevuld 2 . 18E4 2.18E4 1 . 1£4 Geen afvoer Automatisch Water

5.5.1 Ops1agtank: 506 Eigenachap

Waarde

Ident ificatie Omschri jving Type opslagtank Volume Hoogte van de tank Hoogte grondvlak stoffen

506 Niet ingevuld Enkelwandig 1E2 32

stof

K3

Eenheid

m' m m

o Gemidde1de vu11ingsgraad


0/0

0/0

75

100

Diameter van de grootste aanslu iting Brandbeveiligingssysteem Toezicht Overvulbeveiliging

m

0.075 Geen Toezicht Geen

&

backup

5 . 5 . 2 Opslagtank: 503 Eigenschap

Waarde

Eenhe:id

Identificatie Omschrijving Type opslagt ank Volume Hoogte va.n de tank Hoogte grondvlak Stoffen

503 Miet ingevuld Enkel wandig 1 . 3E4 33

m

o

m

Stof

K3 Diameter van de grootste aansluiting Brandbeveiligingssysteem

m'



0/0

0/0

75

100 0 . 075 Geen

m

Proteus-II 14


Toezicht & backup


Enkelvoudig


Waarde

Identificatie Omschrijving Type opslagtank

504 Niet ingevuld Enkelwandig 2.3E4


Eenheid

m' m m

33

o

Stoffen stof

K3



0/0

0/0

75

100


0.075


Geen Toezicht & backup

Overvulbeveiliging

Enkelvoudig

m


Waarde


505 Niet ingevuld

Type opslagtank

Enkelwandig


23.5

Eenheid

4.2E3

m' m m

o

Stoffen Stof

K3 Diameter van de grootste aansluiting Brandbeveiligingssysteem Toezicht Overvulbeveiliging



0/0

0/0

75

100 0.075

m

Geen Toezicht & backup Enkelvoudig


Waarde

Eenheid



K3

15

502 Niet ingevuld Enkelwandig 1.3E4 33

m' m

o

m



0/0

0/0

75

100


0.075

m



Waarde

Eenheid



m' m

o

m




0/0

0/0

75

100 0.075

m



Waarde


Tankput 6 Niet ingevuld 7.93E3 7.93E3 5.lE3 Geen afvoer

Eenheid

m' m' m2

Proteus-II 16



Automatisch

Blusstof

Water


Waarde

Eenheid

Identificatie

611

Omschrijving

Niet ingevuld

Type opslagtank

Enkelwandig

Volume

1.6E2 22.5

m3

Hoogte van de tank Hoogte grondvlak

o

m

m

Stoffen

Stof

Slobs



0/0

0/0

75

100


m

0.075


SchuimSprinkler

Toezicht

Toezicht & backup

Overvulbeveiliging

Geen


Waarde

Identificatie

610

Omschrijving

Niet ingevuld

Type opslagtank

Enkelwandig

Volume

2.5E2

Hoogte van de tank

9

Hoogte grondvlak

o

Eenheid

m3 m m

Stoffen

Stof

Slobs Diameter van de grootste aansluiting



0/0

0/0

75

100 0.075


SchuimSprinkler

Toezicht

Toezicht & backup

Overvulbeveiliging

Enkelvoudig

m


Waarde

Eenheid

Proteus-II 17


Identificatie Omschrijving Type opslagtank Volume Hoogte van de tank Hoogte grondvlak Stoffen stof

Slobs


m' m m

9



0/0

0/0

75

100


0.075

m

SchuimSprinkler Toezicht & backup Enkelvoudig


Waarde

Eenheid



m'

9

m

o

m

Stof

Slobs Diameter van de grootste aansluiting Brandbeveiligingssysteem Toezicht Overvulbeveiliging



0/0

0/0

75

100 0.075

m

SchuirnSprinkler Toezicht & backup Enkelvoudig


Waarde

Eenheid

Identificatie Omschrijving Type opslagtank Volume Hoogte van de tank Hoogte grondvlak


m

o

m

m'

Proteus-II 18


Stoffen

Stof

Slobs



0/0

0/0

75

100


m

0.075


SchuimSprinkler

Toezicht

Toezicht & backup

Overvulbeveiliging

Enkelvoudig


Eenheid

Waarde

Identificatie

606

Omschrijving

Niet ingevuld

Type opslagtank

Enkelwandig

Volume

6.5E2

m3

Hoogte van de tank

13

m

Hoogte grondvlak

o

m

Stoffen

stof

Slobs



0/0

0/0

75

100


m

0.075


SchuimSprinkler

Toezicht

Toezicht & backup

Overvulbeveiliging

Enkelvoudig


Waarde


605 Niet ingevuld

Type opslagtank

Enkelwandig

Eenheid

Volume

4E3

m3

Hoogte van de tank

22.5

m

Hoogte grondvlak

o

m

Stoffen

Stof

Kl



0/0

0/0

75

100

Proteus-II 19



0.075

m



Waarde


604 Niet ingevuld Enkelwandig 4E3 22.5

K1

Eenheid

m3 m m



0/0

0/0

75

100


m

0.075 SchuimSprinkler Toezicht & backup Enkelvoudig


Waarde



Stof

K1

Eenheid

m3 m m



0/0

0/0

75

100


0.075


SchuimSprinkler Toezicht & backup

Overvulbeveiliging

Enkelvoudig

m


Waarde

Eenheid

Proteus-II 20



Kl


9.5E3

m3 m m

21



0/0

0/0

75

100


0.075

m



Waarde



Stof


Eenheid

9.5E3 21

m3 m

o

m



0/0

0/0

75

100 0.075

m



Waarde


Tankput 7 Niet ingevuld

3.84E4 3.84E4 1.8E4 Geen afvoer

Eenheid

m3 m3 m2


Afsluiter (bufferen) Blusstof

21

Automatisch Water


Waarde



Slobs

Eenheid

5E2

m~

8

m m

o ~iddelde

vullingsgraad

Fraotie van de tijd aanwezig

0/0

0/0

75

100

Diameter van de grootste aansluiting Brandbeveiligingssysteero Toezicht Overvulbeveiliging

0.075

m

SchuirnSprinkler Toezicht & backup Enkelvoudig

5.7.2 Opslagtank : 703 Eigensohap

Waa·r de



Kl Diameter van de grootste aansluiting Brandbeveiligingssysteem Toezicht Overvulbeveiliging

Eanheid

m' m m

o Ge.midde.lde vullingsgraad

Fractie van de tijd a,anwez1g

0/0

0/0

75

100

0.075

m


5.7.3 Opslagtank: 702 E1genschap

Waarde

Eenheid


Identificatie

22

702 Niet ingevuld

Omschrijving Type opslagtank Volume

Enkelwandig


2.BE4 30

m3 m

o

m

Stoffen stof

Kl



0/0

0/0

75

100

m


0.075




Waarde

Eenheid

701


Niet ingevuld Enkelwandig

Volume Hoogte van de tank

2.BE4 30

m

Hoogte grondvlak

o

m

m3

Stoffen Stof

Kl



0/0

0/0

75

100

m


0.075


SchuimSprinkler




Naam Omschrijving

Waarde

Tankput

Eenheid

B

Niet ingevuld 5.99E4

m'

Bufferend volume Oppervlak

5.99E4

m3

2.BE4

m2


Geen afvoer

Bergend volume

Proteus-II 23



Automatisch Water


Waarde



Stof

Kl

Eenheid

m' m m



0/0

0/0

75

100


0.075


SchuimSprinkler Toezicht & backup Geen

m


Waarde



Stof


Eenheid

m' m m



0/0

0/0

75

100 0.075

m



Waarde

Eenheid


24


801 Niet ingevuld


Enkelwandig


32

m3 m

a

m

4E4

Stoffen Stof

Kl



0/0

0/0

75

100


0.075


SchuimSprinkler Toezicht & backup

m

Geen

5.9 Bulkopslag : Tankput 9a Eigenschap

Waarde

Naam Omschrijving

Tankput 9a

Bergend volume Bufferend volume Oppervlak

4.4lE4 4.4lE4 1.2E4


Geen afvoer


Water

Eenheid

Niet ingevuld

m3 m3 m2

Automatisch


Waarde


Eenheid


Type opslagtank

5.5E4 30.5


m3 m m

a

Stoffen Stof

Kl



0/0

0/0

75

100


0.075


SchuimSprinkler

m

Proteus-II 25




5.9.2 Opslagtank: 901 Waarde

Eigenschap


K1

---------------------------901 Niet ingevuld Enkelwandig 5.5E4 30.5

Eenheid

m' m m



0/0

0/0

75

100

Diameter van de grootste aansluiting Brandbeveiligingssysteem Toezicht Overvulbevei1iging

0.075

m


5.10 Bulkopslag: Tankput 9b Eigenschap

Waarde


Tankput 9b Niet ingevuld 5.69E4 5.69E4 1.4E4 Geen afvoer Automatisch Water

Eenheid

m' m'

m2

5.10.1 Opslagtank: 903 Waarde

Eigenschap


K1

Eenheid

903 Niet ingevuld Enkelwandig 8.8E4 . 31

m' m

o

m



0/0

0/0

75

100



26

m


5.11 Bulkopslag: tankput 11 Eigenschap

Waarde


tankput 11 Niet ingevuld

Eenheid

m' m' m'

1. 24E4 1.24E4

7.3E3 Geen afvoer Automatisch Water


Waarde



Stof

Kl Diameter van de grootste aans1uiting Brandbeveiligingssysteem Toezicht Overvulbeveiliging

Eenheid

m3 m m



0/0

0/0

75

100 0.075

m

SchuimSprinkler Toezicht & backup Enke1voudig


Waarde

Eenheid



m3 m

o

m

Proteus-II 27


Stoffen Stof

Kl



0/0

0/0

75

100


0.075

m



llOB


Kl

Eenheid

Waarde

Niet ingevuld Enkelwandig 6E3 21

m

o

m

m3



0/0

0/0

75

100


m




Kl

Eenheid

Waarde

ll07

Niet ingevuld Enkelwandig 5E2

m3 m m

B



0/0

0/0

75

100


28

m

Diameter van de grootste aansluiting Brandbeveiligingssysteem

0.075 SchuimSprinkler



5.11.5 Opslagtank: 1106 Eigenschap .

Waarde

Eenheid




31

Hoogte grondvlak

o

6.2E3

m' m m

Stoffen Stof

Kl



0/0

0/0

75

100 m


0.075 SchuimSprinkler

Toezicht

Toezicht

Overvulbeveiliging

Enkelvoudig

&

backup


Eenheid

Waarde 1105



Type opslagtank Volume Hoogte van de tank Hoogte grondvlak

6.2E3 31

m' m

o

m

Stoffen Stof

Kl



0/0

0/0

75

100


0.075


SchuimSprinkler


Toezicht & backup

m

Enkelvoudig


Waarde

Eenheid



Kl

29


m' m m



0/0

0/0

75

100


0.075

m

SchuimSprink1er Toezicht & backup Enkelvoudig


Waarde

Eenheid



m3 m

o

m

Stof

Kl Diameter van de grootste aansluiting Brandbeveiligingssysteem Toezicht Ov~rvulbeveiliging



0/0

0/0

75

100 0.075

m



Waarde

Eenheid


1102 Niet ingevuld Enke1wandig 2.3E3

m3

13

m

o

m


30

Stoffen Stof

Kl



0/0

0/0

75

100


m



Waarde

Eenheid



m' m

a

m

Stof




0/0

0/0

75

100

0.075

m



Waarde


Tankput 12 Niet ingevuld 1.5E4 1. 5E4 7.8E3 Geen afvoer Automatisch Water

Eenheid

m3

m3 m2


Waarde

Eenheid


Identificatie Omschrijving Type opslagta nk Volume Hoogt;e van de tank Hoogte grondvlak Stoffen stof

Kl

31

1202

Niet ingevuld E:nkelwandig 2E:4

m3 m m

22



0/0

0/0

75

100


0 . 075

m

Geen Toezicht & backup E:nkelvoudig


Eigenschap Identificatie Omschrijving Type opslagtank Volume Hoogte van de tank Hoogte grondvlak Stoffen Stof

Eenheid

Waarde

1201

Niet ingevuld E:nkelwandig 2"£4

m3

22

m

6

m



Kl


0/0

0/0

75

100 0 . 075

m

Geen Toezicht & backup E:nkelvoudig


Waarde

Naam Omschrijving Bergend vol ume Bufferend volume Oppervlak Afsluiter (doorstromenj

Tankput 14 Niet 1ngevuld

Eenheid

5 . 71E4 5 . 71E4

m'

2 . 8£4 Geen afvoer

m'

m'



32

Automatisch Water


Waarde


1403 Niet ingevu1d Enkelwandig 3.7E4 21

Stof

K1

Eenheid

m3 m m



0/0

0/0

75

100


0.075



rn


Waarde

Eenheid

Identificatie Ornschrijving Type ops1agtank Volume Hoogte van de tank Hoogte grondvlak Stoffen


m' m

o

m

Stof

K1 Diameter van de grootste aans1uiting Brandbeveiligingssysteern Toezicht Overvulbeveiliging



0/0

0/0

75

100 0.075

m



Waarde

Eenheid



Kl

33


m' m m



0/0

0/0

75

100


0.075

m



Waard.e


Tankput 15 Niet ingevu1d 2E5 2E5 4E4 Geen afvoer Automatisch Water

Eenheid


Waarde




Eenheid

m3 m m



0/0

0/0

75

100 0.075 Schuim

m



34



Waarde



Stof

K1

Eenheid

m3 m m



0/0

0/0

75

100


0.075



m


Waarde



Eenheid

m3 m m

o

Stoffen Stof




0/0

0/0

75

100 0.075

m



Waarde

Eenheid

Proteus-II 35



Kl


m' m

o

m



0/0

0/0

75

100


m



Waarde



Stof

K1

Eenheid

60

m

o

m



0/0

0/0

75

100


0.075

m

Schuim Toezicht & backup EnkelvDudig

6 Opvangunits

6.1 Psplitter: PSplitter Eigenschap

Waarde

Naam Omschrijving Kans top

PSplitter Niet ingevuld 0.17

Eenheid


Waarde

Eenheid



36

PSplitter Niet ingevuld 0 . 25

6.3 Psplitter: PSpli tter E.i.ganschap Naam Omschrijving Kans top

Waarde

---------------------------PSpU tter

Eenhei d

Niet ingevuld 0 .5

6.4 Qsplitter: Weg

Eigenschap

Waarde

Naam Omschrijving Volumefractie top

Weg Niet i ngevuld

Eenheid

0.9

6 . 5 Skimmer: Skimmer

Eigenschap

Waarde

Naam Omschrijving Capaciteit Afvoerwijze drijf1aag Afvoerdebiet drijflaag

Skimmer Niet ingevuld

Eenheid

150

m'

Automatisch 0.00028

m'/s

Eigenschap

Waarde

Eenheid

Naam Omschrijving Bergend volume Bufferend volume Afsluiter (doorstromen) Afsluiter (bufferen)

Riool Niet ingevuld 20

6 . 6 Riool: Riool

5

Geen afvoer Automatisch

6.7 Put: Massa

Eigenschap

Waarde

Eenheid

Naam Omschrijving 8ergend volume Bufferend volume Afsluiter (doorstromen) Afsluiter (bufferen)

Massa N.iet ingevuld lE5 1E5 Geen afvoer Geen afvoer

m' m'

Proteus-II 37

Project : Vopak Terminal Oost

7 Watersystemen

7.1 Kanaal: Calandkanaal

Eenhei d

Eigenschap

Waarde

Naam omschrijving Breedte Diepte Dispersie (xl Dispersie (yl Stroomsnelheid Haven aanwezig Lengte vd haven Breedte vd haven Dispersie in haven Afstand tot hoofdstroom

Calandkanaa~

Niet 1ngevuld 150

m m

15 0.5 0.1

m/s

0.05

Ja

m m

500

500 10 2.SE3

m

8 Stofgegevens

8.1 Kl

Ei genschap

Waarde

Naam vn-nummer LCSO vis B100tstellingsduur ECSO daphnia Blootstellingsduur lC50 alg Blootste11ingsduur leSO bact erie B1ootste11ingsduur BZV (g/g) Molecuulmassa ( per Dichtheid Oplosbaarheid Log POW (a) Oampdruk Vlampunt

Niet ingevuld 10 Niet inqevuld 10 Niet ingevuld 10 Niet ingevuld 10 Niet ingevuld 0 144 715 1E-6 4.5 0.00069 <21

Eenheid

Kl

LCSO vis ECSO daphnia ICSO a1g lC50 bact.

mo l)

mg/l uur mg/l uur mg/1 uur mg/l uur 9

kg/m' g/l atTn

8.2 K3

Eigenscbap

Waarde

Naam vn-numme r

K3 Niet ingevu1d

Eenheid

Proteus-II Project : Vopak Terminal Cost

LeSO vis

Blootstellingsduur

LC50 vis

EC50 daphnia

Blootsteillngsduur

£<50 daphnia

leSO alg

Blootstellingsduur

leSO a19 leSO bacterie Blootstellingsduur leSO bact . BZV (g/g) Molecuulmassa ( per mol) Oichtheid Oplosbaarheid Logt'OW(aj Dampdruk Vlampunt

3B

10 Niet 10 Niet 10 Niet 10 Niet 0 144

mq/l

ingevuld

uu, mg/l

ingevuld

uu, mg/l

ingevuld

uu, mgll

ingevuld

9" lE-6 , .5 0.000987

uu, 9 kg!m3 9/1 atm

54-100

8.3 Slobs Eigenschap

Waarda

Naam

Slobs Niet ingevuld 100 Niet ingevuld 100 tHet ingevuld 100 Niet ingevuld 100 Niet ingevuld 0 144

vn-nummer

LCSO vis Blootsteillngsduur ECSO daphnia

LCSO vis

Blootstellingsduur

BeSO daphnia

leso a19 Blootstellingsduur leSO bacterie Blootstellingsduur

leSO a 19 leSO bact.

BZV (g/g)

Molecuulmassa ( per mol) Oichtheld Oplosbaarheid LogPOW(a)

9"

Oampdruk

0.000987 54-100

Vlampunt

lE-6

Eenhe id

mg/l

uu, mg/l

uu, mgl1

u", mg/l

u", 9 kg/m' ./1

, .5

.em

Proteus-II Analyse: Vopak Terminal Oost

1

1 Questionnaire

1.1 Totaal overzicht van de questionnaire

Waardering tot ale questionnaire A tot B

1.2 Overzicht per vragenlijst Vragenlijst

Veiligheidszorgsysteem Vak- en Handelingsbekwaarnheid Werkprocedures Repressie Installatie

B

A tot B B B B

2 Analyse resultaten

2.1 Unit: Tankput 9b Groep

Uitgestroomde massa (Effectgrootte)

Tankput 9b (13) * Topping * * Kl (3) Details stof

Kl Kl Kl

* Grote brand

* *

K1

Totaal kg 7,07E7 7,07E7 7,07E7

(3)

Max kg 2,43E7 2,43E7 2,43E7

Verwacht . waarde

Gem kg 5,44E6 2,36E7 2,36E7

kg!j 226 226

226

frequentie

massa

tijd

l/j

kg

s

4,8876E-8 4,8387E-6 4,8876E-6

2,4338E7 2,4328E7 2,2004E7

59,991 59,965 60

(10)

(10)

0,272 0,272

0,0483 0,0483

0,0272 0,0272

4,65E-7 4,65E-7

Details stof

Kl Kl Kl Kl K1

Kl Kl Kl Kl Kl

frequentie

massa

tijd

l/j

kg

s

9,7751E-ll 9,6774E-9 4,8387E-9 4,7903E-7 4,8387E-7 9,7751E-I0 9,6774E-8 4,8387E-8 4,7903E-6 4,8387E-6

0,0064123 0,0061511 0,0064123 0,0061511 0,0082012 0,048264 0,048014 0,048264 0,048014 0,045769

177,58 170,34 177,58 170,34 179,99 1046,8 1041,4 1046,8 1041,4 1048,7


2

2.2 Unit: Tankput 8 Groep

Tankput 8 (3) * Topping * * Kl (3) Details

Verwacht. waarde


Totaal kg 4,17E7 4,17E7 4,17E7

(3)

stof

Kl Kl Kl

Max kg 1,69E7 1,69E7 1,69E7

Gem kg 1,39E7 1,39E7 1,39E7

kg/j 69,3 69,3 69,3

frequentie

massa

tijd

l/j

kg

s

1,6618E-6 1,6618E-6 1,6618E-6

1,2395E7 1,2395E7 1,6886E7

60 60 60

2.3 Unit: Tankput 9a Groep

Tankput 9a (26) * Topping * * Kl (6) Details stof

Kl Kl Kl Kl Kl K1

* Grote brand

(6)


Verwacht. waarde

Totaal kg 8,79E7 8,79E7 8,79E7

kg/j 289 289 289

Max kg 1,51E7 1,51E7 1,51E7

Gem kg 3,38E6 1,47E7 1,47E7

frequentie

massa

tijd

l!j

kg

s

7,3313E-8 7,258E-6 2,4438E-6 7,3313E-8 7,258E-6 2,4438E-6

1,5133E7 1,5122E7 1, 3719E7 1, 5133E7 1, 5122E7 1, 3719E7

59,986 59,943 60 59,986 59,943 60

(20)

* * Kl (20)

2,21 2,21

0,128 0,128

0,111 0,111

2,63E-6 2,63E-6

Details stof

Kl Kl Kl Kl Kl Kl Kl Kl Kl Kl Kl

frequentie

massa

tijd

l!j

kg

s

9,7751E-11 9,6774E-9 7,258E-9 7,1854E-7 2,4193E-7 9,7751E-I0 9,6774E-8 7,258E-8 7,1854E-6 2,4193E-6 9,7751E-11

0,097314 0,097008 0,097314 0,097008 0,090437 0,12772 0,12742 0,12772 0,12742 0,11771 0,097314

1626,7 1621,6 1626,7 1621, 6 1628,4 2191,7 2186,6 2191,7 2186,6 2193,3 1626,7


K1 K1 K1 K1 K1 K1 K1 K1 K1

3

9,6774E-9 7,258E-9 7,1854E-7 2,4193E-7 9,7751E-10 9,6774E-8 7,258E-8 7,1854E-6 2,4193E-6

0,097008 0,097314 0,097008 0,090437 0,12772 0,12742 0,12772 0,12742 0,11771

1621,6 1626,7 1621, 6 1628,4 2191,7 2186,6 2191,7 2186,6 2193,3



Tankput 5 (16)

*

Topping

(16)

* *

K3 (16) Details stof

K3 K3 K3 K3 K3 K3 K3 K3 K3 K3 K3 K3 K3 K3 K3 K3

Totaa1 kg

Max kg

Gem kg

8,66E7 8,66E7 8,66E7

9,lE6

5,41E6

9,lE6 9,lE6

5,41E6 5,41E6

Verwacht . waarde

kg/j 284 284 284

frequentie

massa

tijd

l/j

kg

s

7,3313E-8 7,258E-6 2,4438E-6 7,3313E-8 7,258E-6 2,4438E-6 7,3313E-8 7,258E-6 2,4438E-6 7,3313E-8 7,258E-6 2,4438E-6 7,3313E-8 7,258E-6 2,4438E-6 2 , 4438E-6

9,1034E6 9,0907E6 8,3114E6 4,999E6 4,9863E6 4,6174E6 1, 468E6 1,4553E6 1,4395E6 9,1034E6 9,0907E6 8,3114E6 4,999E6 4,9863E6 4,6174E6 36729

59,972 59,888 60 59,949 59,797 60 59,827 59,309 60 59,972 59,888 60 59,949 59,797 60 60



Totaa1 Tankput 12 (16)

*

Topping

( 6)

Verwacht . waarde

kg

Max kg

Gem kg

kg/j

3,61E7

6,2E6

2,26E6

118

3,61E7

6,2E6

6,02E6

118

Proteus-II 4

Analyse: Vopak Terminal Oost

* * K1 (6) Details

3,61E7

stof

K1 K1 K1 K1 K1 K1

* Grote brand * * K1 (10)

6,2E6

ll8

6,02E6

frequentie

Massa

tijd

1/j

kg

s

7,3313E-8 7,258E-6 2,4438E-6 7,3313E-8 7,258E-6 2,4438E-6

6,1955E6 6,1848E6 5,6757E6 6,1955E6 6,1848E6 5,6757E6

59,965 59,862 60 59,965 59,862 60

(10)

0,613 0,613

0,0637 0,0637

0,0613

1,19E-6

0,0613

1,19E-6

Details stof

K1 K1 K1 K1 K1 K1 K1 K1 K1 K1

frequentie

Massa

tijd

l/j

kg

s

9,7751E-10 9,6774E-8 7,258E-8 7,1854E-6 2,4193E-6 9,7751E-10 9,6774E-8 7,258E-8 7,1854E-6 2,4193E-6

0,06ll82 0,060253 0,06ll82 0,060253 0,0637l6 0,06ll82 0,060253 0,06ll82 0,060253 0,0637l6

631, 46 621,87 631,46 621,87 634,65 631, 46 621,87 631, 46 621, 87 634,65

2.6 Unit: Tankput 1 Uitgestroomde Massa (Effectgrootte)

Groep

Tankput 1 (3)

* Topping

(3)

K1 (3) Details

K1 K1 K1

Max kg

1,54E7

5,14E6 5,14E6

1,54E7 1,54E7

* *

stof

Totaal kg

5,14E6

Verwacht. waarde

Gem kg 5,14E6

kg/j 25,6

5,14E6

25,6

5,14E6

25,6

frequentie

Massa

tijd

l/j

kg

s

1, 6618E-6 1,6618E-6 1,6618E-6

5,1385E6 5,1385E6 5,1385E6

60 60 60


Uitgestroomde Massa (Effectgrootte)

Verwacht . waarde


5

Totaal kg Tankput 2 (3) * Topping * * K1 (3)

1,43E7 1,43E7

(3)

1,43E7

Max kg 4,78E6 4,78E6 4,78E6

Gem kg

kg!j 23,8

4,78E6 4,78E6

23,8 23,8

4,78E6

Details stof

K1 K1 K1

frequentie

massa

tijd

l/j

kg

s

1, 6618E-6 1,6618E-6 1,6618E-6

4,7806E6 4,7806E6 4,7806E6

60 60 60



Tankput 6 (12)

*

Grote brand

( 6)

* *

Max

5 2,81

0,47 0,47 0,47

2,81

K1 (6) Details stof

K1 K1 K1 K1 K1 K1

* Kleine brand * * K1 (6)

Totaal kg

Verwacht. waarde

Gem kg

kg

kg!j 1,48E-7 1,37E-7

0,417 0,469 0,469

1,37E-7

frequentie

massa

tijd

1/j

kg

s

9,7751E-10 9,6774E-8 9,7751E-10 9,6774E-8 9,7751E-10 9,6774E-8

0,46965 0,46866 0,46965 0,46866 0,46965 0 , 46866

3815,6 3807,6 3815,6 3807,6 3815,6 3807 , 6

2,19

(6)

2,19

0,365 0,365

0,365

1,07E-8

0,365

1,07E-8

Details stof

K1 K1 K1 K1 K1 K1

frequentie

massa

tijd

l/j

kg

s

9,7751E-ll 9,6774E-9 9,7751E-ll 9,6774E-9 9,7751E-ll 9,6774E-9

0,36534 0,36417 0,36534 0,36417 0,36534 0,36417

2507,6 2499,6 2507,6 2499,6 2507,6 2499,6

000 _ 0 . 0 __ 000

ROYAL HASKONING

Bijlage 2 Terreinoverzicht

MRA VTE 2008

Deflnltlef rapport


-------------- .- -----

1. PETROLEUMHAVEN NECKARHAVEN

DETAIL 2 0YERZICHT NfCKARHAYEN SCHAAL 1,1001

O!ER 1

lB

SCHEMA OUEVANGER QQS1ZilDE

-----

--- ......... t...- "."I'..(~

-- s,..

~~

MllilCfOJlll:

-.., CI

.:I ........

1a4

u.¥AIaI

m.u_ ......".

.. I

N\lM&ROi . . . ~..:TIII

.-

@ .., c _ ..

DVERZICHTTANk TERMINAL EUROPOORT • s(HAAI. I~IIO

ceo __ o e o_ oeo ROYAL HASKONING

. . . .. .JJiJlage 3

Repporta§e:,PROTEUS II 'VTE totaal

MRA VTE2008

Deflnitief rapport

~""t.a:oAlQeQmjro

211 QJ(tobertdtlB'

Rapportage Vopak Terminal Europoort bv

Versie: 2.2.2 Build: 1 Releasedatum: 20-4-2007 Datum: 25-9-2008, tijd: 20:54: 13

Proteus-II Project: Vopak Terminal Europoort bv

2

1 Projectgegevens

1.1 Versies Onderdeel

Versie

Release datum

Proteus II.exe pararmnr2.dat Huidiqe rapportaqe

2 . 2 . 2 Build : 1 2. 0.0.0

20-4-2007 26-3-2007 25-9-2008

1.2 Bedrijfsgegevens Bedrijfsnaam Omschrijving

Vopak Terminal Europoort bv Niet ingevuld de heer M. Witte Moezelweg 75

Contactpersoon Telefoon E-mail

0181 240868

Postadres Postcode

Postbus 1093 3180AB Rotterdam

Plaats Uitgevoerd door

G.J. Starn Royal Haskoning

van bedrijf Oppervlak bedrijfsterrein

m2

9,lES

Centrol.de

m

x-co()rdinaat

50 0

y-co()rdinaat

5 00

2 Questionnaire

2.1 Totaal overzicht van de questionnaire Waardering tot a l e questionnai re

B t ot C

2.2 Vragenlijst 1: Veiligheidszorgsysteem Waarderi n g vragenli j s t

B


Antwoord

1 In hoeverre is er sprake van een adequate zonering tussen de verschillende installaties/activiteiten binnen de inrichtinq. 2 In hoeverre is in een goede routering/verkeersregeling op de inrichting voorzien ter voorkoming van botsingen bij het vervoer van hier beschouwde stoffen op het terrein. 3 Kent de inrichting, of de onderscheiden eenheden (fabrieken e.d.), een direct verantwoordelijke functionaris voor de uitvoering van het milieuen veiligheidsbeleid en is deze functie binnen de orqanisatie beschreven. 4 Wordt door de organisatie jaarlijks gerapporteerd inzake de handhaving en de uitvoering (zoals in de vorm

B

B

B

B

Proteus-II 3

Project: Vopak Terminal Europoort bv

van audits) van het milieuen veiligheidsbeleid 5 Kent de inrichting een incidentregistratie- en evaluatiesysteem en wordt hierover jaarlijks qerapporteerd . 6 Worden vaste procedures voor de beoordeling van milieuen veiligheidsaspecten bij het ontwerp van installaties toegepast 7 Kent de inrichting een algemeen onderhouds- en inspectie schema. 8 Is er een regelmatige inspectie van de locatie en de installaties 9 In hoeverre vindt het onderhoud van de installatie plaat s 10 Wordt de installatie na onderhoud getest volgens vaste procedures voer inqebruikname

B

B

B B B B

2.3 Vragenlijst 2: Vak- en Handelingsbekwaamheid Waardering vragenlijst

B t ot C

2.3.1 BeantwQording van de vragen Vraag

Antwoord

11 Zijn er specifieke opleidingseisen, opleidingen en/of trainingen voor het plant personeel 12 Zijn de verantwoordelijkheden bij de uitvoering van de activiteit (ook ten aanzien van milieuen veiligheid) vastqeleqd en bekend bii betrokkenen 13 Zijn de opleidingseisen aan het uitvoerend personeel voor deze activiteit vastgelegd en is voorzien in traininq. 14 Vindt het onderhoud plaats door daartoe gekwalificeerd personeel ook indien dit van ext erne contractors betrokken wordt 15 Zijn de operators bekend met het proces en is ervaring met het proces opqedaan 16 Zijn de verantwoordelijkheden van 'het schip' en van 'de wal' duideli i k vastqeleod en bekend bii betrokkenen .

----------------B B

B

B

B B

2.4 Vragenlijst 3: Werkprocedures Waardering vragenlijst

B

2.4.1 Beantwoording van de vragen Vraag 17 Kent de inrichting vaste procedures inzake uitvoering van onderhoudswerkzaarnheden, die risico's voor het milieu opleveren. 18 Kent de inrichting vaste procedures voor de inzet van externe contractors en de controle OP hun werkzaarnheden. 19 Wordt een registratie toegepast van de bij de activiteit behandelde stoffen. 20 Wordt het onderhoud volgens vaste procedures uitoevoerd en qecontroleerd 21 Wordt de installatie na onderhoud getest volgens vaste procedures voor inqebruikname 22 Vindt er een adequate analyse van grondstoffen plaats

Antwoord

----------------B B B B B B


bij aflevering en/of voor gebruik/ Is er een adequate controle op de hoeveelheden grondstoffen. 24 Vindt voorafgaande aan de overslag een (druk)test van de verbindinqen (slanqen, koppelinqen) plaats 26 Zijn er duidelijke afmeer- en aansluitprocedures. 27 Is er een goede cornmunicatie ten aanzien van de overslaqactiviteit tussen het schip en de wal

4

B B B

2.5 Vragenlijst 4: Repressie

Waardering vragenlijst

B


Antwoord

28 Is bekend welke stoffen onrniddellijk aandacht moeten krijgen bij een incident ten gevolge van aquatoxiciteit, ook door de operators. Zijn de gegevens met betrekking tot aquatoxiciteit centraal/snel toeqankeliik. 29 Beschikt de inrichting over een toereikende voorzieningen inzake brandpreventie/repressie en of bedriifshulpverleninq. 30 Kent de inrichting een noodplan en/of rampbestrijdingsplan, waarin ongevalsmelding, alarmering en inzet bestriidinqsorqanisatie beschreven ziin. 31 Worden noodplannen e.d. regelmatig geoefend met betrokken dienst(en). 32 Is er in de praktijk gedurende de activiteit voldoende bewaking door personeel,ter plaatse of vanuit een controlekarner. 33 Zijn er duidelijke vastgelegde instructies voor het personeel hoe te handelen bij mogelijke incidenten. 34 Worden de aanwezige noodstopvoorzieningen regelmatig qetest

B

B

B

B B

B B

2.6 Vragenlijst 5: Installatie

Waardering vragenlijst

B


Antwoord

35 Voldoen de installatie aan de bestaande regels,zoals CPR-richtliinen, leidraden etc. 41 Wat is de huidige staat van onderhoud van de installatie

B

3 Resultaten

3.1 Milieurisico's

B


,- - - -

'Oel -

I

~_J ~ ! -==--L--~--~

_ _ _ ;I

'Oea

:

lOe_l l _ _ -

ic

l00-

2

1 0e-3-i-

I

•

-

I

tOM" -,oe;sL -

1

1___ L _ _-1-___ ___ ; _ _ ~

___

J-

L--

+- ___ :~ ---;-- ~__

_;

_

-1-_

L - -'- I

__ __: _ -1. _---1._ _ L I

10el

10e2

i

_l _.L

i.

i _. L

10e4

1003

i - - I-

i_

_l

lOe.el 10eO

.

1

1

-

i

'. -

_ _ !--

___ I___ j

I

--.l _ J

lOe-sJ l(1e.1.j

5

1

10e5

1007

1006

lOeB

1009

10.10

Omvang van de schade

--VoIumecontsriW1ert:ie (mS) VokJmecontemlnatie OevercontsrrVna(ie

--Oevercontsmintrlie (m)

: Max. trequerlle: 6,61 E-007 per Jeer, biJ een contaooat!e yan 3,98E+OO6 m'; Max. eUect: 3,98E+OO6 m', bU een trequentle van 6,81 E-007 per jeer : Max. fre(:fJentie: 4,42E-004 per jaer. bij een conIaminetie ven 3,05E+000 m; Max. effect 1.27E+005 m, bi een 1requentie van 1,50E-005 per laar

3.2 Uitstromingen

,

10., -

10e-1

_ __ .1i

,. _. l

10eO j

J

'='108-2~'~- II . ~10e-3-L

.'

-[ . __ L

.I

1,0000 ;-'T t

I ., lOO-s.J-

t

106-6...l.

10e-7

_l

J

J.

t

_l

__ L

-_ .. ~

~I-_ I

,

r

-

i

1_

J

I _ .J

-- J

_._-'

t---:-:-: , _I

•...l _

j I

I

'-!

I

____ --1. _

I

-_._.....!...

- -I

-- :

I

;

j 10e-8 1000

l

!

J

j-

10el

10.2

1003

10.4

1005

1006

loe7

lOeB

loeS

I

10el0

Uhlromlng

Uitgestroomde masse (kg)

·-le50 Gewogen wtgestroomde masse (mS) " -~---Vr~gekomen bluswater (m·) utgestroomde m6SS& : MBX. freC(IJentie: 4,50E-004 per jMr. bIj een contM'lin!Jtie van 1,OJE+OO1 kg; Max. effect: 2,731:+007 kg, btj een 'requertJe van 1 ,5OE-005 pe LCSU Gewogen uitgestroomde massa: Max . frequeOCie: S.o1E-004 per j6EW, bIJ een cortamlnatie van 5,06E+OOO m'; Max. effect: 2,61E+009 m'l, b(I een frequentie van 2,ooE-OOS per J Vrigekomen bluswater : Max. 1recpJentie: 7,Q(£-005 per .faar, blj een ccnenninsle Van 1,09E+003 mll; Max. eUect: 6,2SE+004 m'J, bij een 1requenl:ie van 1,10E-005

4 Model


6

Figuur 1

5 Units


Waarde


Tankput 1 2,28E4 2,28E4 1,2E4 Geen afvoer

Eenheid

m' m' m2


7

Automatisch

Afsluiter {bufferen) Blusstof

Water

5.1.1 Opslagtank : 103

Waarde

Eigenschap Identificatie

103

Omschrijvinq

Niet ingevuld Enke!wandig

Type opslagtank

Volume Hoogt e van de tank Hoogte grondvlak

Eenheid

m' m m

1 . 8£4

22 . 5

o

Stoffen

Sto'


Feaetia

V~

de tijd

aanwe~i'iJ

----Kl

0/0

0/ 0

75

100

Diameter van de gcootste ""ansluiting Brandbeveiligingssysteem

m

0 . 075 Schuim Toezicht & backup Enke!voudiq

Toe~i cht

Oveevulbeveiliglng 5.1.2 Opalsgtank : 102 Eiganschap

Waarde

Identificatie

102 Niet ingevuld Enkelwandig 1. 8£ 4

~~~----------

Omschrijving Type opslagtank Volume

Hoogte van de tank Haagte grondvlak

Eenhei.d

m' m m

22 . 5

o

Stoffen

Fractia

Sto'

V~

de tijd

aanwe%ig

----Kl

Diameter van de groctste aansluiting Brandbeveiligingssysteem Toezicht Overvulbeveiliging

0/0

0/0

75

100

0.075

m

Schuim Toezicht & backup enkelvoudiq

5.1.3 Opslagtank : 101

:ECi"OC .C "C . chC.CPC-____________________ ,wC.C'CrC da =-________________________ Eenheid



K1

8

101

Niet ingevuld Enkelwandig m3 m m

1.8E4 22.5



0/0

0/0

75

100


0.075

m


5 . 2 Bu1kops1ag: Tankput 2 Eigenschap

Waarde



Eenheid

2.29E4 2.29E4

m3

1.2E4

m2

m3

Geen afvoer Automatisch Water




Eenheid

Waarde 203

Niet ingevuld Enkelwandig m3 m m

1.8E4

22.5



0/0

0/0

75

100 0.075 Schuim

m


9




Waarde

Identificatie· Omschrijving Type opslagtank Volume Hoogte van de tank Hoogte grondvlak Stoffen


Stof

K1

Eenheid

m3 m m



0/0

0/0

75

100


0.075



m


Waarde

Eenheid



m3 m

o

m

Volume Hoogte van de tank Hoogte grondv1ak Stoffen Stof

K1 Diameter van de grootste aansluiting Brandbeveiligingssysteem Toezicht Overvulbevei1iging



0/0

0/0

75

100 0.075

m



Waarde

Eenheid


Na-am OmschJ::ijving Bergend volume Bufferend volume Oppervlak Afsluiter (doorstromen) Afsluiter (bufferen) Blusstof

10

Tankput 5 Niet ingevuld 2 . lSE4 2 . lSE4 l.lE4 Geen afvoer Automatisch

m' m~

m'

~~ater


Eiqenschap

Waarda

Identificatie OmschJ::ijving Type opslagtank Volume Hoogte van de tank Hoogte grondvlak Stoffen Stof


K3

Eenhe.i d

m' m m

o Gemi ddelde vullingsgraad


0/0

0/0

75

100

Diameter van de grootste aansluiting Brandbeveiligingssysteem Toezicbt Overvulbeve iliging

m

0.075 Geen Toezicht & backup Geen

5 . 3 .2 Opslagtank: 5 .0 3

Eigens.c hap

Waarde

Identificatie Omschrijving Type opslagtank Volurne Hoogte van de tank Roogte grondvlak Stoffen Stof

503 Niet ingevuld Enkelwandig 1 . 3E4 33


Eenheid

m'

m

o

m

Gemi.ddalde vullingsgraad

Fractie van de ti j d aanwezig

0/0

0/0

75

100

0.075 Geen

m



11



Waarde



Stof

K3

Eenheid

m3 m m



0/0

0/0

75

100


0.075

m



Waarde



m

o

m

Stof

K3 Diameter van de grootste aansluiting Brandbeveiligingssysteem Toezicht Overvu1beveiliging

Eenheid

m3

Gemiddelde vul1ingsgraad


0/0

0/0

75

100 0.075

m

Geen Toezicht & backup Enke1voudig


Waarde

Eenheid

Proteus-II Project : Vopak Terminal Europoort bv

Identificatie Omschrijving Type opslagtank Vol ume Hoogte van de tank Hoogte grondvlak Stoffen Stof

12


m

a

m

Gemiddelde vullingsgr aad

m~


K3

0/0

0/0

75

100

Diameter van de grootste aansluiting Brandbeveili gingssysteem Toezi cht Overvulbeveiliging

0.075

m


5.3 . 6 Opslagtank: 501

Eigenschap

Waarde

Eenheid



m

o

m

Stof

~iQdelde

vullingsgraad


K3

Di ameter van de grootste aansluiting Brandbeveiligingssysteern Toezicht Overvulbeveiliging

0/0

0/9

75

100

0.075

m

Geen Toezicht & backup Enkelvoudiq

5.4 Bulkopslag: Tankput B

Eigenschap

Waarde

Naam Olllschrijving Bergend volume Bufferend volume Oppervlak Afsluiter (doorstromen)

Tankput 8 Niet ingevuld 5 . 99E4 5 . 99E4 2 . 8E4 Geen afvoer

Eenheid

Proteus-II 13

Project : Vopak Terminal Europoort bv

Automatisch Water

Afsluiter (bufferen) Blusstof 5.4.1 Opslagtank: 803

Waarde

Eigenschap Identificatie Qmschrijving Type opslagtank Volume Aoogte van de tank Hoogte grondvlak Stoffen Stof

Kl

Eenheid

803

Niet ingevuld E:nkelwandig 5 . 5E4 30 . 5

m' m m


Fractie van de tijd aanwezi g

0/0

0/0

75

100

Diameter van de grootste aansluiting Brandbeveiligingssysteem TGezicht OVervulbeveiliging

m

0 . 075



Waarde

Identificatie Omschrijvinq Type opslagtank Volume Hoogte van de tank Hoogte grondvlak Stoffen Stof

802

Kl


Eenhei d

Niet ingevuld E:nkelwandig 4E4 32

m m


Fractie van de tijd aanwezi g

0/0

0/0

75

100 0 . 075

m

SchuimSprin.kler Toezicht & backup Geen

5.4 . 3 Opslagtank : 801 Eigenschap

Waarde

Eenheid

Proteus-II 14


Identificatie

801

Omschrijving

Niet ingevuld

Type opslagtank

Enkelwandig

Volume

4E4

m'

Hoogte van de tank

32

m

Hoogte grondvlak

o

m

Stoffen

Stof

K1



0/0

0/0

75

100


0.075


SchuimSprinkler

Toezicht

Toezicht & backup

Overvulbeveiliging

Geen

m

5.5 Bulkopslag: Tankput 9a Eigenschap

Waarde

Naam

Tankput 9a

Omschrijving

Niet ingevuld

Bergend volume

4.41E4

Bufferend volume

4.41E4

Oppervlak

1.2E4


Geen afvoer


Automatisch

Blusstof

Water

Eenheid


Eenheid

Waarde

Identificatie

902

Omschrijving

Niet ingevuld

Type opslagtank

Enkelwandig

Volume

5.5E4

Hoogte van de tank

30.5

m' m

Hoogte grondvlak

o

m

Stoffen

Stof

K1



0/0

0/0

75

100


0.075


SchuimSprinkler

In

Proteus-II 15





Waarde



Stof

Kl

Eenheid

m3 m m



0/0

0/0

75

100


0.075

m


5.6 Bulkopslag: Tankput 9b Eigenschap

Waarde

Naam Omschrijving Bergend volume Bufferend volume Oppervlak Afsluiter (doorstromen) Afsluiter (bufferen) B1usstof

Tankput 9b Niet ingevuld 5.69E4 5.69E4 1.4E4 Geen afvoer Automatisch Water

Eenheid

m3 m3

m2


Waarde



Stof

Kl

Eenheid

m3 m

o

m



0/0

0/0

75

100



16

m

0.075


SchuimSprinkler




Waarde

Naam Omschrijving


Bergend volume Bufferend volume Oppervlak

1.5E4 1.5E4 7.8E3

Afsluiter (doorstromen) Afsluiter (bufferen)


Blusstof

water

Eenheid

m3 m3 m2


Eenheid

Waarde

Identificatie

1202

Omschrijving

Niet ingevuld


Enkelwandig 2E4


22

m3 m m

o

Stoffen Stof




0/0

0/0

75

100 0.075

m



Waarde

Identificatie

1201 Niet ingevuld

Omschrijving Type opslagtank

Eenheid

Enkelwandig

Volume

2E4

m'


22

m

o

m

Proteus-II 17


Stoffen Stof

Kl



0/0

0/0

75

100


m

0.075 Geen Toezicht & backup Enkelvoudig

5.8 Bu1kops1ag: Tankput 10d West Eigenschap

Waarde


Tankput 10d West Tankput 10d Methanol 6.52E4 6.52E4 3.2E4 Geen afvoer Handbediend (gesloten) Schuim

Eenheid

m' m' m2


Waarde


1017 Methanol Enkelwandig 6.2E4 20

Volume Hoogte van de tank Hoogte grondvlak Stoffen Stof

methanol Diameter van de grootste aansluiting Brandbeveiligingssysteem Toezicht Overvulbeveiliging

Eenheid

m' m m



0/0

0/0

75

100 0.075

m



Waarde

Eenheid

Proteus-II 18



methanol

1016 Methanol Enkelwandig 6.2E4 20

m

o

m

m'



0/0

0/0

75

100

Diameter van de grootste aans1uiting Brandbeveiligingssysteem Toezicht Overvulbeveiliging

m


5.9 Bulkopslag: Tankput lOb west Eenheid

Eigenschap

Waarde


Tankput lOb West 1004 en 1008 5.89E4 5.89E4 2.9E4 Geen afvoer Handbediend (gesloten) Schuim

m'

m' m'

5.9.1 Opslagtank: 1008 Eenheid

Eigenschap

Waarde



m

o

m

Stof




0/0

0/0

75

100 0.075 SchuimSprinkler

m


Toezicht

Toezicht & backup

Overvulbeveiliging

Enkelvoudig

19


Waarde

Eenheid

Identificatie

1004

Omschrijving

Niet ingevuld

Type opslagtank

Enkelwandig

Volume

6.2E4

m3

Hoogte van de tank

20

m

Hoogte grondvlak

o

m

Stoffen

Stof

K1



0/0

0/0

75

100


0.075


SchuimSprinkler

Toezicht

Toezicht & backup

Overvulbeveiliging

Enkelvoudig

m

5.10 Bulkopslag: Tankput 10e west Eigenschap

Waarde

Eenheid

Naam

Tankput 10e West

Omschrijving

Tankput 10e West

Bergend volume

3.27E4

m3

Bufferend volume

3.27E4

m3

Oppervlak

1.5E4

m2


Geen afvoer


Handbediend (gesloten)

Blusstof

Schuim


Eenheid

Waarde

Identificatie

1011

Omschrijving

Niet ingevuld

Type opslagtank

Enkelwandig

Volume

4.2E4

Hoogte van de tank

20

m

Hoogte grondvlak

o

m

m3

Stoffen

Stof

K3

Gemiddelde vu11ingsgraad


0/0

0/0

75

100

Proteus-II 20



SchuimSprinkler



m

0.075

5.11 Bulkopslag: Tankput 10a1 West Eigenschap

Waarde

Naam Omschrijving Bergend volume Bufferend volume

Tankput 10a1 West Tankput 10 a1 West 6.57E3

Eenheid

m' m'

6.57E3 4.7E3

Oppervlak Afsluiter (doorstromen)

m2

Geen afvoer Handbediend (gesloten)


Schuim


Waarde


Niet ingevuld

Eenheid

1063

Type opslagtank

Enkelwandig 2.1E3


m3 m m

14

o

Stoffen Stof

Slobs Diameter van de grootste aansluiting Brandbeveiligingssysteem Toezicht Overvulbeveiliging



0/0

0/0

75

100 0.075

m



Waarde

Identificatie

1061

omschrijving


Type opslagtank

1.4E3

Eenheid

m3


12.5

m

Hoogte grondvlak

o

m

Proteus-II 21


Stoffen Stof

Slobs



0/0

0/0

75

100


m

0.075



Overvulbeveiliging

5 . 11.3 Opslagtank : 1062 Eigenschap

Waarde



Eenheid

1062


m3

1.4E4 15.5

m

o

m

Stoffen Stof

K3



0/0

0/0

75

100


0.075


SchuimSprinkler

Toezicht


Overvulbeveiliging

m


Waarde

Identificatie

1060 Niet ingevuld


Eenheid

Enkelwandig 1.4E4


15.5

m3 m

o

m

Stoffen Stof

K3



0/0

0/0

75

100


Diameter van de grootste a ansl uiUnq Brandbeveiliqingssysteem Toezicht Overvulbeveiliging

22

0 . 075

m

Schuimsprinkler Toezicht , backup En kelvoudig

5.12 Bulkopalag : Tankput 1032 Wast Eigenl!lchap Waarde Eanheid ~--~----------~~------------

Tankput 10a2 West Tankput 10a2 West 4.94£3 4 . 94E3

Naam Qmschr ijvinq Bergend volume Bufferend volume Oppervlak Afsluiter (doorstromen)

Geen afvoer

Afsluiter (bufferen) 8lusseo!

Schuim

m' m' m'

3.8E3 Handbedieod (gesloten)

5.12.1 Opslaqtank: 1018 :E:i~ q: e:n: .c:h:ecp,--

___________":.:a:':d:e____________ Eenhaid

Identificatie

1018

Omschrijvlng

Niet ingevuld

Type opdagtank

Enkelwandig

volume Hoogte van de tank

23

Hoogte grondvlak

o

m'

4.2£4

•

m

Stof fen

Sto<

- -- K3

Fractie V~ de tijd aanweziq 0/0

0/0

75

100

Diameter van de grootste aansluHinq Brandbeveiligingssysteem Toezicht Overvulbeveilig i ng

0.075

m


5.13 Bulkops1a9: Tanput 10a3 :E=i9~e=n=, =c =h=.Cp=-___________________

"c:a:' :rde ::_________________________ Eanhaid

Naam Omschrijvinq Bergend volume Bufferend volume Opperviak Afsluiter (doorstromen)

Tanput 10a3 Niet ingevuld lol7E) l . l7E) 7.8E2 Geen afvoer

m' m' m'

Proteus-II 23


Handbediend (gesloten) Water



Waarde

Identificatie Omschrijving Type opslagtank Volume Hoogte van de tank Hoogte grondvlak Stoffen stof

1065 Niet ingevuld Enkelwandig 2.lE3 14

K1

Eenheid

m' m m



0/0

0/0

75

100


m



Waarde



Stof


Eenheid

m' m m



0/0

0/0

75

100 0.075

m


5.14 Bulkopslag: Tankput 10f Eigenschap

Waarde

Eenheid

Proteus-II 24


Tankput 10f Niet ingevuld B.39E4 B.39E4 4E4 Geen afvoer Handbediend (gesloten) Schuim


m3

m3 m2


Waarde


1056 Niet ingevuld Enkelwandig 7.BE4 26

Kl

Eenheid

m3 m m



0/0

0/0

75

100


m



Waarde

Eenheid


1055 Niet ingevuld Enkelwandig 7.BE4 26

m3 m

o

m




0/0

0/0

75

100 0.075 SchuimSprinkler

m

Proteus-II 25




5.15 Bulkopslag: Tankpuit fase 7 Eigenschap

Waarde

Naam Ornschrijving

Tankpuit fase 7 Niet ingevuld

Bergend volume

7.0BE4 7.0BE4 2.5E4

Bufferend volume Oppervlak Afsluiter (doorstrornen)

Eenheid

rn 3 rn 3 rn 2

Geen afvoer Handbediend (gesloten)


Schuirn


Eenheid

Waarde 1076


Niet ingevuld Enkelwandig 4E4

m'

60

m

o

m

Stoffen Stof

Kl



0/0

0/0

95

100

Diameter van de grootste aansluiting Brandbeveiligingssysteern

m

0.075 Geen

Toezicht


Overvulbeveiliging


Waarde

Identificatie

1075 Niet ingevuld


Eenheid

Enkelwandig

Volume

4E4


60

rn

o

m

Stoffen Stof

K1



0/0

0/0

95

lOO



26

0.075

m

Geen




Waarde



Eenheid

1074


4E4 60

m' m

o

m

Stoffen Stof

K1



0/0

0/0

95

100


0.075


Geen

Toezicht Overvu1beveiliging


m


Waarde



Volume

4E4


60

Eenheid

1073

m' m m

o

Stoffen Stof

K1



0/0

0/0

95

100


0.075


Geen

Toezicht

Toezicht & backup

Overvulbeveiliging

Enkelvoudig

m


Waarde

Eenheid

Proteus-II 27

Project : Vopak Terminal Europoort bv

Identi fi catie Omschrijving Type opslagtank Volume Hoogte van de tank Hoogte grondvlak Stoffen Stof

Kl

Ops~agtank:

m

o

m

m3



0/0

0/0

95

100

Diameter van de grootste aansluiting Brandbeveiligingssysteem Toezicht Overvulbeveiliging 5.15.6


0.075

m


1071

Eigenschap


K1 Diameter van de grootste aansluiting Brandbeveiligingssysteem Toezicht Overvulbeve i liging

Waarde

Eenheid

1071

Niet ingevu1d Enkelwandig 4E4 60

m

o

m

~iddelde

vullingsgraad

m'


0/0

'0/0

95

100 0.075

m

Geen Toezi cht & backup EnkelvQudig

5 . 16 Bulkopslag : Midex

Eigenschap

Waarde

Naam omschrijving Ber gend volume 6ufferend volume Oppervlak Afsluiter (doorstromen)

Midex tHet ingevuld 5 . 92£4 5 . 92E4 4E4 Geen afvoer

Eenheid

Proteus-II 28




Blusstof

Schuim

5.16.1 Opslagtank: Midex 6 Eigenschap

Waarde


Midex 6

Eenheid


Type opslagtank Volume Hoogte van de tank Hoogte grondvlak

5E4

m3

30

m m

o

Stoffen Staf

K1



0/0

0/0

95

100


0.075




m


Waarde

Eenheid

Identificatie

Midex 5




5E4

m3

30

m

o

m

Stoffen Stof

Kl



0/0

0/0

95

100


0.075 Geen

Toezicht OVervulbeveiliging


m


Waarde

Eenheid

Proteus-II 29



K1

Midex 2 Niet ingevuld Enkelwandig

5E4

m3 m m

30



0/0

0/0

95

100


0.075

m



Waarde



Stof


Eenheid

5E4

m3

30

m

o

m

Gemiddelde vu11ingsgraad


0/0

0/0

95

100 0.075

m



Waarde



5E4

Eenheid

m3

30

m

o

m

Proteus-II 30


Stoffen

stof

Kl



0/0

0/0

95

100


0.075


Geen

Toezicht

Toezicht & backup

Overvulbeveiliging

Enkelvoudig

m

5.16.6 Opslagtank: Midex1 Eigenschap

Waarde

Identificatie

Midexl

Omschrijving

Niet ingevuld

Type opslagtank

Enkelwandig

Volume

5E4

m3

Hoogte van de tank

30

m

Hoogte grondvlak

o

m

Eenheid

Stoffen

stof

Kl



0/0

0/0

95

100


0.075


Geen

Toezicht

Toezicht & backup

Overvulbeveiliging

Enkelvoudig

m

5.17 Bulkopslag: Tankpuit fase 8 Eigenschap

Waarde

Naam

Tankpuit fase 8

Eenheid

Omschrijving

Niet ingevuld

Bergend volume

7.65E4

m3

Bufferend volume

7.65E4

m3

Oppervlak

2.2E4

m2


Geen afvoer



Blusstof

Schuim


Eigenschap

Waarde

Eenheid


Iden t 1 fi catie Omschr1jving Type opslagtank Volume Hoogte van de tank Hoogte grondvlak Stoffen Stof

K3

31


m' m m

o Gemiddelde vu11ingsgraad

Fractie van de tijd aanwezi.g

0/0

0/0

95

100

Diameter van de grootste aansluiting Brandbeveiligingssysteem Toezicht Overvulbeveiliging'

0 . 075

m



Waarde



stof

K3 Diameter van de grootste aanslu.i ting Brandbeveiligingssysteem Toezicht Overvulbeveiliging

Eenheid

4E4

m'

60

m

o

m



0/0

0/0

95

100

0 . 075

m



Wa.a rde



o

Eenhei d

m m

Proteus-II 32


Stoffen Stof

K3



0/0

0/0

95

100

Diameter van de grootste aansluiting Brandbevei1igingssysteem Toezicht Overvulbeveiliging

0.075

m


5.17.4 Ops1agtank; 10B1 Eigenschap

Waarde

Identificatie Omschrijving Type opslagtank Volume Hoogte van de tank Hoogte grondv1ak Stoffen

lOBI Niet ingevuld Enke1wandig 4E4 60

m

o

m

Stof

K3

Eenheid

m3



0/0

0/0

95

100


m

0.075 Geen Toezicht & backup Enkelvoudig

5.1B Overs1agschip; Vingerpier 1 (West) Eigenschap

Waarde

Naam Omschrijving Type overs1agverbinding Diameter overslagverbinding Scheepvaartintensiteit Stofregister

Vingerpier 1 (West) Lossen K1 en 3 Laadarm 36

Stof

K3 K1 methanol

inch l/jaar

o

Laden of 10ssen

Lossen Lossen Laden

Eenheid

Doorzet per jaar

Ver1ading per schip

Tijd aanwezig

ton

ton

uur

1E6 1E6 7.94E5

10000 10000 10000

10 10 10


33

5.19 Overslagschip: Vingerpier 4 Eigenschap

Waarde

Naam Omschrijving

Vingerpier 4 Laden en lossen K3 en kl

Type overslagverbinding

Laadarm 36

Diameter overslagverbinding Scheepvaartintensiteit Stofregister Stof

K1 K1 K3 K3

Eenheid

inch l/jaar

o

Laden of lossen

Laden Lossen Laden Lossen

Doorzet per jaar

Verlading per schip

Tijd aanwezig

ton

ton

uur

1E6 1E6 1E6 1E6

10000 10000 10000 10000

10 10 10 10

5.20 Overslagschip: Vingerpier 2 (Oost) Eigenschap

Waarde

Naam

Vingerpier 2 (Oost) Niet ingevuld

Omschrijving Type overslagverbinding

Eenheid

Diameter overslagverbinding

Laadarm 36

inch

Scheepvaartintensiteit

o

l/jaar

Stofregister Stof

K1 K3

Laden of lossen

Lossen LosSen

Doorzet per jaar

Verlading per schip

Tijd aanwezig

ton

ton

uur

1E6 1E6

10000 10000

10 10

5.21 Overslagschip: Vingerpier 3 Eigenschap

Waarde

Naam Omschrijving

Vingerpier 3

Type overslagverbinding Diameter overslagverbinding

Eenheid

Stookolie K3 Laadarm 36

inch l/jaar

o

Scheepvaartintensiteit Stofregister Stof

K3 K3

Laden of lossen

Laden Lossen

Doorzet per jaar

Verlading per schip

Tijd aanwezig

ton

ton

uur

1E6 1E6

10000 10000

10 10

Proteus-II 34


5.22 Overslagsohip: Steiger Tlt/m 3 Eigensohap

Steiger T1t/m 3

Naam Omschrijving Type overs1agverbinding Diameter overslagverbinding Scheepvaartintensiteit Stofregister Stof

K3 methanol

Eenheid

Waarde

K3 Laadarm inch

5 0

Laden of lossen

Laden Laden

1/jaar Doorzet per jaar

Verlading per schip

Tijd aanwezig

ton

ton

uur

1000 1000

1000 1000

10 10

6 Opvangunits


Waarde


PSplitter Niet ingevuld 0.17

Eenheid

6.2 Psplitter: PSplitter Eigensohap

Waarde

Naam

PSplitter Niet ingevuld

Omschrijving Kans top

Eenheid

0.25

6.3 Psplitter: PSplitter Eigensohap

Waarde


Niet ingevuld 0.5

Eenheid

PSplitter

6.4 Psp1itter: PSplitter west Eigenschap

Waarde

Naam

PSplitter west

Omschrijving Kans top

Niet ingevuld

Eenheid

0.25

6.5 Qsplitter: Weg Eigensohap

Waarde

Eenheid


Naam omschrijving Volumefractie top

35

Weg Niet ingevuld 0.9

6.6 Skimmer: Skimmer Eigensohap

Waarde

Naam Omschrijving capaciteit Afvoerwijze drijflaag Afvoerdebiet drijflaag

Skimmer Niet ingevuld 150

Eenheid

m'

Automatisch 0 . 00028

m'/s

Eigenschap

Waarde

Eenheid

Naam Omschrijving Capaciteit Afvoerwijze dLijflaag Afvoerdebiet drijflaag

Olievanger fase 1/2 Niet ingevuld

6.7 Skimmer: Olievanger fase 1/2

150

Automatisch 0.0001

m3 /s

Eigensohap

Waarde

Eenheid

Naam Omschrljving Capaciteit Afvoerwijze drijflaag Afvoerdebiet drijflaag

Fase 4/5 Niet ingevuld

6. 8 Skimmer: Fase 4/5

150

m3

Automatisch 0 . 0001

m'/s

Eigenschap

Waarde

Eeoheid

Naam Omschrijving Bergend volume Bufferend volume Afsluiter (doorstromen) Afsluiter (bufferen)

Riool Oost Niet ingevuld

6.9 Riool: Riool Cost

20 5


6.10 Riool: Riool West Eigensohap

Waarde

Naam omschrijving Bergend volume Bufferend volume

Riool West Niet ingevuld 20 5

Eenheid

m3 m3

Proteus-II Project : vopak Terminal Europoort bv

Afsluiter (doorstromen) Afsluiter (bufferen)

36

Handbediend (open) Geen afvoer

6.11 Pu·t : Massa

Eigens chap

Waarde

Naam

Massa Niet ingevuld 1E5 lE5 Geen afvoer Geen afvoer

Omschrijving Bergend volume Bufferend volume Afsluiter (doorstromen) Afsluiter (bufferen),

Eenheid

6.12 Put: Greenfield

Eigensohap

Waarde

Naam

Greenfield Greenfield 1E5 lE5 Geen afvoer Afvoer zonder afsluiter

Omschrijving Bergend volume Bufferend volume Afsluiter (doorstromen) Afsluiter (bufferen)

Eenheid

m

6.13 Put: Opvang cap pieren

Eigenschap

Waarde

Naarn

Opvang cap pieren opvangtanks met niveabeve i 1iging 1E4 164 Geen afvoer Geen afvoer

Omschrijving Bergend volume BU£feren_d volume Afsluiter (doorstromen) Afsluiter (bufferen.)

Eenheid

7 Watarsystemen

7 . 1 Kanaa1: Calandkanaal

Eigenschap Naam Omschrijving Breedte Diepte Dispersie (x) Dispersie (y) Stroomsnelheid Have-n aanwezig

Eenh.e id

m

m

m/s

Proteus-II Project: Vopak Terminal

~uropoort

Lengte vd haven Breedte vd haven Dispersie in haven Afstand tot hoofdstroom

bv

37

• • •

SOO 500 10

2.5E3

8 Stofgegevens

8 . 1 K1

Eigenschap ____________________________ ==~:==coo

cw=a=a=r=d= . _____________ :E=·cnC h.='=·d= -___________

Na=

Kl

vn-nummer LeSO vis

Niet 10 Niet 10 Niet 10 Niet 10

Blootstellingsduur

LCSO vi,

EC50 daphniol

Bloatstellingsduur IC50 alg Blootstellingsduur leSO bacterie Blootstellingsduur BZV

EC50 daphnia

leSO al. leSQ bact .

(g/g)

Molecuulmassa ( per mol) Dichtheid Oplosbaarheid LogPOW(a) Oampdruk Vlampunt

ingevuld

ingevuld

mg/l uor mg/!

ingevuld

uur mq/l

ingevuld

Niet ingevuld 0 144 715 lE-6 4.5

uur mgtl

uu, g kg/m>

g/l

0 . 00069 <21

at.

Ei genschap

Waarde

Eenheid

Naam vn-nummer

K3 Niet ingevuld 10 Niet ingevuld 10

mg/I

8. 2 K3

~---~-------------------------------------LCSO vis

Blootsteillngsduur EC50 daphnia Blootstellingsduur

LC50 vis

ECSO daphnia

IeSO alg Blootstellingsduur leSO bacterie

leSO alg

slootstellingsctuut

leSO bact.

BZV (gIg)

Molecuulmassa ( pe' mol) Dichtheid Oplosbaarheid LogPQW(a)

Oampdruk

Vlampunt

Niet ingevuld

10 Niet ingevuld 10 Niet ingevuld 0 144 B48 lE-6 4.5 0.000987 54-100

uur mg/!

uur mgtl uur mg/l

uu, g

kg/m'

g/l atm

8. 3 methano l

Eige nscha p ______________________ Waarde

~~2-

Eenheid


Naam

vn-nummer LCSO vis Blootstellingsduur

LC50 vis

ECSO daphnia

Blootstellingsduur E050 daphnia leSO o3lg Blootstellingsduur leSO leSO bacterie Blootstellingsduur leso bact . 8ZV (g/g) Molecuulmassa I pee mol)

".

38

methanol 1230 1.093£4

mg/l

96 1. 565E4.

mgtl

""e

"

""e

Niet inge vuld 96

mg/l

8E<

n

mg/l

""e ""e

1. 24

32 . 05

Dichtheid Oplosbaarheid

800 1000

LogPOW(a)

-0 . 17

Oampdruk Vlampunt

0.1231

9 kg/rn3 9/1 otm

<21

8. 4 Slobs

Eigenschap

Waar de

Naam vn-numrner LeSO vis 8100tstellingsduur

Slobs Niet i ngevuld

LCSO vis

EC50 daphnia

Blootstellingsduur

ECSO daphnia

leSO alg Blootstellingsduur le50 bacterie Blootste llingsduur 8ZV (gig) Molecuulmassa I Dicht.heid Oplosbaarheid LogPOW(a) Oampdruk Vlampunt

pee

Eenheid

leSO o3lg

leso

bact .

100

mg/1

Niet ingevuld 100

mg/l

Niet ingevuld

100 Niet i ngevuld 100 Niet ingevuld

a moll

144 8.8 1£-6

•. S 0.000997 54-100

""e ""e

mg/l

""e

mgtl

""e 9

kg/m' 911 otm

000 _0 . 0_ !JOO

ROVAL MASkONING

Bltlags 4

Q,eta[(ana.I'yse vol orne..:len :oe:vereontamlnalfe'

MRA VTE 2008 Oeflnltief rapport

:9$5:t 14J~ajA'aoG41Nllm ~1 9~~r"i2~pa

Proteus-II Analyse : Vopak Terminal EUIopoort bv

1

1 QU8stipnnaire


{llaardering totale questionnaire B tot C 1.2 OVerzicht per vragenlijst

Vragenli.jst

-----------------------------------------------Veiligheidszorgsysteem Vak- en Handelingsbekwaamheid Werkprocedures Repressie Installatie

Waarder:ing 13

B tot C B B B


2.1 Installatie: 1056

Groep

1056 (1) Topping .. K1 (1) Details stof

..

Oevercontaminatie (Effectgrootte) Totaal m 1,2E5 l,2ES 1,2Es

(1)

K1

Max m l,2E5 l,2ES l,2ES

Verwacht. waarde Gem m

m/j

l , 2E5 l ,2E5 1, 2ES

0 , 898 0 , 898 0,898

frequentie

massa

tijd

l/j

kg

s

7,492SE-6

2 , 5708E7

60


Groep

1055 (1) Topping * 1<1 (1) Details stof

Kl

Qevercontaminatie (E;ffectgrootte) Totaal m 1 , 2ES l,2ES 1 , 285

(1)

Verwacht. waarde

Max

Gem

m

m

1, 2E5 1,2ES l , 2ES

1,2ES l,2ES l , 2E5

m/j 0,898 0, 898 0,898

frequentie

massa

tijd

l/j

kg

s

7,492SE-6

2.5708E7

60

Proteus-II Analyse: Vopak Terminal Europoort bv

2

2.3 Installatie: 903 Groep

Totaal m 903 (13) * Topping * * K1 (3) Details

3,29E5 3,29E5

(3)

3,29E5

stof

K1 K1 K1


Verwacht . waarde

Oevercontaminatie (Effectgrootte)

Max m 1,13E5 1,13E5 1,13E5

Gem

m/j

m 2,53E4 1,lE5 1,lE5

1,08 1,08 1,08

frequentie

massa

tijd

l/j

kg

s

4,995E-8 4,9451E-6 4,995E-6

2,4338E7 2,4328E7 2,2004E7

59,991 59,965 60

(10)

1,41 1,41

0,207 0,207

0,141 0,141

2,12E-6 2,12E-6

Details stof

K1 K1 K1 K1 K1 K1 K1 K1 K1 K1

frequentie

massa

tijd

1/j

kg

s

9, 99E-11 9,8901E-9 4,9451E-9 4,8956E-7 4,9451E-7 9,99E-10 9,8901E-8 4,945E-8 4,8956E-6 4,945E-6

0,0064123 0,0061511 0,0064123 0,0061511 0,0082012 0,048264 0,048014 0,048264 0,048014 0,045769

177,58 170,34 177,58 170,34 179,99 1046,8 1041,4 1046,8 1041, 4 1048,7

2.4 Installatie: 1071 Oevercontaminatie (Effectgrootte)

Groep

1071 (1)

* Topping * * K1 (1)

(1)

Verwacht. waarde

Totaal

Max

Gem

m 8,81E4

m 8,81E4

8,81E4 8,81E4

8,81E4 B,B1E4

m 8,81E4 8,81E4

m/j 0,66 0,66 0,66

8,B1E4

Details stof

K1

frequentie

massa

tijd

l/j

kg

s

7,4925E-6

1, BB97E7

60


3



Totaal m 1076 (1)

* Topping * * Kl (1)

8,81E4 8,81E4 8,81E4

(1)

Verwacht. waard.e

Max

Gem

m 8,81E4

m/j

8,81E4

m 8,81E4 8,81E4

8,81E4

8,81E4

0,66

0,66 0,66

Details stof

K1

frequentie

massa

tijd

l/j

kg

s

7 , 4925E-6

1,8897E7

60

2.6 Installatie : 1075 Groep


1075 (1)


(1)

Verwacht . waard.e

Totaal

Max

Gem

m 8,81E4

m

m

m/j

8,81E4

8,81E4 8,81E4

8,81E4

8,81E4 8,81E4

0,66 0,66

8,81E4

8,81E4

0,66

Details stof

K1

frequentie

massa

tijd

l/j

kg

s

7,4925E-6

1,8897E7

60

2 . 7 Installatie : 1074 Groep


1074 (1)


(1)

Verwacht . waarde

Totaal

Max

Gem

m

m

m

m/j

8,81E4

8,81E4 8,81E4

8,81E4

0,66 0,66

8,81E4 8,81E4

8,81E4

8,81E4 8,81E4

0,66

Details stof

K1

frequentie

massa

tijd

l/j

kg

s

7,4925E-6

1. 8897E7

60


4



Totaal m 1073 (1)


B,B1E4 B,B1E4 B,B1E4

(1)

Max m B,B1E4 B,B1E4 B,B1E4

Verwacht . waarde

Gem m

m/j

B,B1E4 B,B1E4

0,66 0,66

B,B1E4

0,66

Details stof

K1

frequentie

massa

tijd

l/j

kg

5

7,4925E-6

l,BB97E7

60



Totaal m B,B1E4

1072 (1)


(1)

B,B1E4 8,81E4

Max m B,B1E4

Verwacht . waarde

Gem m

8,81E4

B,B1E4 8,81E4

8,B1E4

B,81E4

m/j 0,66 0,66 0,66

Details stof

K1

frequentie

massa

tijd

l/j

kg

s

7,4925E-6

l,B897E7

60



Totaal m 7,87E4

803 (1)


(1)

Verwacht . waarde

Max m

Gem m 7,B7E4

7,B7E4

7,87E4 7,B7E4

7,87E4

7,87E4

m/j 0,134 0,134

7,B7E4 7,87E4

0,134

Details stof

K1

frequentie

massa

tijd

l/j

kg

s

1, 6983E-6

1,6886E7

60


5



Totaal m 2,05E5 2,05E5

902 (13)


(3)

2,05E5

Max m 7,05E4 7,05E4 7,05E4

Verwacht . waarde

Gem m 1,58E4 6,83E4

m/j 0,688 0,688

6,83E4

0,688

Details

stof

K1 K1 K1


frequentie

massa

tijd

l/j

kg

s

7,4925E-8 7,4176E-6 2,4975E-6

1,5133E7 1,5122E7 l,3719E7

59,986 59,943 60

(10)

3,13 3,13

0,337 0,337

0,313

3,62E-6

0,313

3,62E-6

Details

stof

Kl K1 K1 K1 K1 K1 K1 K1 K1 K1

frequentie

massa

tijd

l/j

kg

s

9, 99E-11 9,8901E-9 7,4176E-9 7,3434E-7 2,4725E-7 9,99E-10 9,8901E-8 7,4176E-8 7,3434E-6 2 , 4725E-6

0,097314 0,097008 0,097314 0,097008 0,090437 0,12772 0,12742 0,12772 0,12742 0 , 11771

1626,7 1621,6 1626,7 1621,6 1628,4 2191, 7 2186,6 2191, 7 2186,6 2193,3

2.12 Installatie: 901 Oevercontaminatie (Effectgrootte)

Groep

Totaal m 2,05E5 2,05E5

901 (13)


(3)

2,05E5

Max m 7,05E4

Verwacht . waarde

Gem m

7,05E4

1,58E4 6,83E4

7,05E4

6,83E4

m/j 0,688 0,688 0,688

Details

stof

K1 Kl K1

frequentie

massa

tijd

l/j

kg

s

7,4925E-8 7,4176E-6 2,4975E-6

1, 5133E7 1,5122E7 1, 3719E7

59,986 59,943 60



(10)

6

3,13

0,337

0,313

3,13

0,337

0,313

3,62E-6 3,62E-6

Details stof

K1 K1 K1 K1 K1 K1 K1 K1 K1 K1

frequentie

massa

tijd

1/j

kg

s

9. 99E-11 9.8901E-9 7,4176E-9 7,3434E-7 2,4725E-7 9,99E-10 9,8901E-8 7.4176E-8 7.3434E-6 2,4725E-6

0,097314 0,097008 0,097314 0,097008 0,090437 0,12772 0,12742 0,12772 0,12742 0,11771

1626,7 1621, 6 1626,7 1621,6 1628,4 2191,7 2186.6 2191, 7 2186,6 2193,3



Totaal m 1,28E5

1018 (4 )


(1)

6,25E4 6,25E4

Verwacht. waarde

Gem

Max m 6,25E4 6,25E4 ' 6,25E4

m 3,19E4

m/j

6,25E4

1,3 0,469

6,25E4

0,469

Details stof

K3

* Instantaan * * K3 (2)

falen

frequentie

massa

tijd

l/j

kg

s

7,4925E-6

1.591E7

60

(2)

5,2E4

2,6E4

2,6E4

0,201

5,2E4

2,6E4

2,6E4

0,201

Details stof

K3 K3

* Spigot * * K3 (1)

frequentie

massa

tijd

l/j

kg

s

9,99E-7 6.7433E-6

6,613E6 6,613E6

36,732 36.732

1,32E4

(1)

1,32E4

1,32E4 1,32E4

1,32E4

0,631

1,32E4

0,631

Details stof

K3

frequentie

massa

tijd

l/j

kg

s

4,7858E-5

1,1151E7

3,4996E5



Verwacht . waarde


802 (1) * Topping * * K1 (1)

Totaal m S,78E4 5,78E4 S,78E4

(1)

7

Max

Gem

m S,78E4 5,78E4

m 5,78E4

m/j

S,78E4 5,78E4

0,0981 0,0981

S,78E4

0,0981

Details stof

K1

frequentie

massa

tijd

l/j

kg

s

L 6983E-6

1, 239SE7

60

2.15 Insta11atie: 801 Oavercontaminatie (Effectgrootte)

Groep

801 (1)


Totaal

Max

m 5,78E4

m 5,78E4 5,78E4

5,78E4 5,78E4

(1)

5,78E4

Verwacht. waarde

Gem m 5,78E4

m/j 0,0981

5,78E4 5,78E4

0,0981 0,0981

Details stof

K1

frequentie

massa

tijd

l/j

kg

s

L 6983E-6

1, 2395E7

60


Totaa1 504

(3)


Verwacht . waarde

Oavercontaminatie (Effectgrootte)

(3)

Gem

m l,04E5

Max m 3,58E4

m 3,47E4

m/j

l,04ES

3,58E4

3,47E4

0,349

l,04ES

3,58E4

3,47E4

0,349

0,349

Details stof

K3 K3 K3

frequentie

massa

tijd

1/j

kg

s

7.4925E-8 7,4176E-6 2.4975E-6

9.1034E6 9.0907E6 8,3114E6

59,972 59,888 60


Oavercontaminatie (Effectgrootte)

Verwacht. waarde


501

(3)


(3)

8

Totaal

Max

Gem

m 1,04E5 1,04E5

m 3,58E4 3,58E4

m 3,47E4 3,47E4

0,349 0,349

1,04E5

3,58E4

3,47E4

0,349

m/j

Details

stof

K3 K3 K3

frequentie

massa

tijd

l/j

kg

s

7,4925E-8 7,4176E-6 2 , 4975E-6

9.1034E6 9.0907E6 8,3114E6

59.972 59,888 60



Totaal m 8,42E4

1202 (8 )


(3)

8,42E4 8,42E4

Max m 2,89E4 2,89E4 2,89E4

Verwacht . waarde

Gem m/j

m 1,05E4

0,282 0,282 0,282

2,81E4 2,81E4

Details

stof

K1 K1 K1


frequentie

massa

tijd

1/j

kg

s

7.4925E-8 7,4176E-6 2,4975E-6

6.1955E6 6,1848E6 5,6757E6

59,965 59,862 60

(5)

1,17 1,17

0,238 0,238

0,234 0,234

2,33E-6 2,33E-6

Details stof

K1 K1 K1 K1 K1

frequentie

massa

tijd

1/j

kg

s

9.99E-10 9.8901E-8 7,4176E-8 7,3434E-6 2 , 4725E-6

0.061182 0.060253 0 , 061182 0 , 060253 0 , 063716

631,46 621. 87 631,46 621,87 634,65

2.19 Insta11atie: 1201 Groep


Totaal

Max

Verwacht. waarde

Gem

Proteus-II Analyse:

Vopak Terminal Europoort bv

m 1201 (8)


8,42E4 8,42E4

(3)

8,42E4

9

m 2,89E4 2,89E4 2,89E4

m/j

m 1,05E4 2,81E4

0,282 0,282 0,282

2,81E4

Details

stof

Kl Kl Kl

* Grote brand * * Kl (5)

frequentie

massa

tijd

l/j

kg

s

7,4925E-8 7,4176E-6 2,4975E-6

6,1955E6 6,1848E6 5 , 6757E6

59,965 59,862 60

1,17 1,17

(5)

0,238 0,238

0,234

2,33E-6 2,33E-6

0,234

Details

stof

Kl Kl Kl Kl Kl

frequentie

massa

tijd

l/j

kg

5

9,99E-I0 9,8901E-8 7,4176E-8 7,3434E-6 2,4725E-6

0,061182 0,060253 0,061182 0,060253 0,063716

631, 46 621, 87 631,46 621, 87 634, 65



Totaal m 2,4E4

203 (1)


(1)

2,4E4 2,4E4

Verwacht . waarde

Gem

Max m 2,4E4 2,4E4 2,4E4

m 2,4E4

m/j 0,0407

2,4E4 2,4E4

0,0407 0,0407

Details

stof

Kl

frequentie

massa

tijd

l/j

kg

s

1,6983E-6

5,1447E6

60



Totaal m 202 (1)

*

Topping

(1)

2,4E4 2,4E4

Max m 2,4E4 2,4E4

Verwacht. waarde

Gem m

m/j

2,4E4 2,4E4

0,0407 0,0407


* * K1

(1)

2,4E4

10

2,4E4

2,4E4

0,0407

Details

stof

K1

frequentie

Massa

tijd

1/j

kg

s

L 6983E-6

5 , 1447E6

60

2 . 22 Insta11atie: 201 Groep

201


(1)


(1)

Verwacht . waarde

Totaal

Max

Gem

m

m

m

m/j

2,4E4 2,4E4 2,4E4

2,4E4

2,4E4 2,4E4

0,0407

2,4E4 2,4E4

0,0407 0,0407

2,4E4

Details

stof

K1

frequentie

Massa

tijd

1/j

kg

s

1,6983E-6

5,1447E6

60



103 (1)


(1)

Verwacht. waarde

Totaal

Max

Gem

m 2,4E4 2,4E4

m 2,4E4 2,4E4

m 2,4E4 2,4E4

2,4E4

2,4E4

2,4E4

m/j 0,0407 0,0407 0,0407

Details

stof

Kl

frequentie

Massa

tijd

1/j

kg

s

L 6983E-6

5,1447E6

60


102

(1)


Verwacht . waarde

Totaa1

Max

Gem

m 2,4E4

m 2,4E4

m

m/j

2,4E4

0,0407



(1)

2,4E4 2,4E4

11

2,4E4

2,4E4

2,4E4

2,4E4

0,0407 0,0407

Details staf

K1

frequentie

massa

tijd

l/j

kg

s

L 6983E-6

5.1447E6

60

2.25 Installatie: 101 Graep

Oevercantaminatie (Effectgraotte)

101 (1)


(1)

Verwacht . waarde

Totaal

Max

Gem

m 2,4E4 2,4E4

m 2,4E4

m 2,4E4

2,4E4 2,4E4

2,4E4 2,4E4

2,4E4

m/j

0,0407 0,0407 0,0407

Details staf

Kl

frequentie

massa

tijd

l/j

kg

s

L 6983E-6

5.1447E6

60

2.26 Insta11atie: 503 Graep

503

Oevercantaminatie (Effectgraatte)

(3)


Totaal

Max

Gem

m

m

m

m/j

5,74E4

1,97E4 1,97E4

1,91E4 1,91E4

0,192 0,192

1,97E4

1,91E4

0,192

5,74E4 5,74E4

(3)

Verwacht . waarde

Details staf

K3 K3 K3

frequentie

massa

tijd

l/j

kg

s

7.4925E-8 7.4176E-6 2.4975E-6

4.999E6 4.9863E6 4.6174E6

59.949 59,797 60


Oevercantaminatie (Effectgrootte)

Totaal

Max

Verwacht . waarde

Gem


502 (3)


(3)

12

m 5,74E4

m 1,97E4

m 1,91E4

5,74E4

l,97E4 1,97E4

1,91E4

0,192 0,192

1,91E4

0,192

5,74E4

m/j

Details stof

K3 K3 K3

frequentie

massa

tijd

1/j

kg

s

7,4925E-8 7,4176E-6 2,4975E-6

4,999E6 4,9863E6 4,6174E6

59,949 59,797 60


Totaal m l,83E4 l,83E4

1062 (1)


Verwacht . waarde


(1)

1,83E4

Max m l,83E4 l,83E4 1,83E4

Gem m

m/j

1,83E4 l,83E4

0,137 0,137 0,137

1,83E4

Details stof

K3

frequentie

massa

tijd

l/j

kg

s

7,4925E-6

4 , 6603E6

60



Totaal 1060 (1)


(1)

m 1,83E4

Max m l,83E4

l,83E4 l,83E4

l,83E4 l,83E4

Verwacht. waarde

Gem m/j

m l,83E4 l,83E4

0,137 0,137 0,137

l,83E4

Details stof

K3

frequentie

massa

tijd

l/j

kg

s

7,4925E-6

4,6603E6

60



Verwacht . waarde


505 (3)


(3)

13

Totaal

Max

m 1,71E4 1,71E4

m 5,77E3 5,77E3

1,71E4

5,77E3

Gem m

m/j

5,72E3 5,72E3

0,057 0,057

5,72E3

0,057

Details stof

K3 K3 K3

frequentie

massa

tijd

1!j

kg

s

7,4925E-8 7,4l76E-6 2,4975E-6

1,468E6 1, 4553E6 1,4395E6

59,827 59,309 60


1065 (6) * Topping * * Kl (1)


(1)

Verwacht. waarde

Totaal m 3,96E3

Max

Gem

m 2,63E3

2,63E3 2,63E3

2,63E3 2,63E3

m 660 2,63E3

m/j 0,0263 0,0197 0,0197

2,63E3

Details stof

Kl

*

Kleine brand

frequentie

massa

tijd

1/j

kg

s

7,4925E-6

5. 6515E5

60

1,09E3 1,09E3

(4)

* * Kl (4 )

296

273 273

296

0,00217 0,00217

Details stof

Kl Kl Kl Kl

* Spigot * * Kl (1)

frequentie

massa

tijd

1/j

kg

s

9.99E-8 6.7433E-7 9,99E-7 6,7432E-6

98450 98450 70445 70445

909.68 909.68 763,79 763,79

230 230

(1)

230

230 230

230

0,00442 0,00442

Details stof

Kl

frequentie

massa

tijd

1/j

kg

s

1, 9178E-5

59671

3007.8



Verwacht . waarde


Totaal m 1064

(6)


3,96E3 2,63E3

(1)

2,63E3

14

Max

Gem

m

m

m/j

2,63E3 2,63E3 2,63E3

660 2,63E3 2,63E3

0,0263 0,0197 0,0197

Details stof

Kl

* Kleine brand * * Kl (4 )

frequentie

massa

tijd

l/j

kg

s

7,4925E-6

5,6515E5

60

(4)

1,09E3

296

1,09E3

296

273 273

0,00217 0,00217

Details stof

Kl Kl Kl Kl

* Spigot * * Kl (1)

frequentie

massa

tijd

l/j

kg

s

9,99E-8 6,7433E-7 9,99E-7 6,7432E-6

98450 98450 70445 70445

909,68 909,68 763,79 763,79

(1)

230 230

230 230

230

0,00442

230

0,00442

Details stof

Kl

frequentie

massa

tijd

1/j

kg

s

1,9178E-5

59671

3007,8



Totaal m 1063 (1)

* Topping * * Slobs

2,63E3 2,63E3

(1) (1)

2,63E3

Verwacht. waarde

Gem

Max m 2, 63E3 2,63E3 2,63E3

m

m/j

2, 63E3 2,63E3

0,0197 0,0197

2,63E3

0,0197

Details stof

Slobs

frequentie

massa

tijd

l/j

kg

s

7,4925E-6

6,6824E5

60



Verwacht . waarde

Proteus-II 15

Analyse: Vopak Terminal Europoort bv

1061 (1)

* Topping * * Slobs

(1)

Totaal

Max

Gem

m

m

m

m/j

1,65E3 1,65E3

1,65E3

1,65E3

1,65E3 1,65E3

1,65E3 1,65E3

0,0124 0,0124

1,65E3

(1)

0,0124

Details

stof

Slobs

frequentie

massa

tijd

l/j

kg

s

7,4925E-6

4,2076E5

60

2.35 Installatie: Niet van toepassing Groep

Totaa1 m 2,23E3

Niet van toepassing (22)

* Breuk overslag schip (11)

* *

K1 (4) Details

stof

K1 K1 K1 K1

K3 K3 K3 K3 K3 K3 K3

* Lekkage overs lag * * K1 (4 )

2,03E3 801

Gem

Max m 200

m 102

200 200

185 200

m/j 0,00358 0,00174 0,000769

frequentie

massa

tijd

l/j

kg

s

9,5957E-7 9,5957E-7 9,5957E-7 9,5957E-7

45075 45075 45075 45075

20 20 20 20

* * K3 (7) Details stof

Verwacht . waarde


1,23E3

200

0,000974

176

frequentie

massa

tijd

l/j

kg

s

8,0907E-7 8,0907E-7 8,0907E-7 8,0907E-7 8,0907E-7 8,0907E-7 4,1942E-8

53460 53460 53460 53460 53460 53460 1031,3

20 20 20 20 20 20 20

schip (11)

203

20

18,5

0,00183

80,1

20

20

0,000809

Details

stof

K1 K1 K1 K1

frequentie

massa

tijd

l/j

kg

s

1,0092E-5 1,0092E-5 1,0092E-5 l,0092E-5

450,75 450,75 450,75 450,75

20 20 20 20

Proteus-II Analyse: Vopak Terminal Europoort bv ~ * K3 (7) Details stof

123

K3 K3

K3 K3 K3 K3 K3

16

20

17 ,6

0 , 00102

frequentie

massa

tijd

l/j

kg

s

8 . 5089£-6 8 . 5089E-6 8,5089E-6 8.5089£-6 8,5089E-6 8,5089E-6

534.6 534.6 534 , 6 534,6

20 20 20 20 20 20 20

534,6

534 , 6 10 . 313

4 . 411£-7

2.36 Installatie: 506 Oeve·r contaminatie (Effectgrootte)

Groep

506 (I) * Topping * * K3 (1) Details stof

K3

(1 )

Verwacht. waarde

Totaal

Max

Gem

m

m

m

m/ j

166 166 166

166 166 166

166 166 166

0,0004.15 0,000415 0,000415

frequentie

massa

tijd

l/j

kg

s

2,4975£-6

36729

60

Proteus-II 1


1 Questionnaire


Waardering totale questionnaire B tot C

1.2 OVerzicht per vragenlijst Vragenlijst

--~--------------------------------------

Waardering

Veiligheidszorgsysteem

B

Vak- en Handelingsbekwaambeid

B tot C

Werkprocedures

B

Repressie

B

Installatie

B


2.1 Installatie : Niet van toepassing

Niet van toepassing (23) * Breuk overs lag schip (12) * * methanol (1) Details stof

methanol

K1 Kl K1 K1

K3 K3 K3 K3 K3 K3

Max m' 3,71E6 3,71E6 3,71E6

Gem m' 1,61E5 3,09E5 3,71E6

m 3 /j

2,53 2,53 2,53

massa

tijd

l/j

kg

s

6,8095E-7

50434

20 7,65E-I0

0,000797 0,000199 0,000199 frequentie

massa

tijd

1/j

kg

s

9,5957E-7 9,5957E-7 9,5957E-7

45075 45075 45075 4 507 5

20 20 20 20

9 , 59518-7


Totaal m' 3,71E6 3,71E6 3,71E6

frequentie

* * Kl (4 ) Details stof

Verwacht . waarde

VolumeContaminatie (Effectgrootte)

Groep

0,0012

9,68E-10

0,000199 0,000171

frequentie

massa

tijd

l/j

kg

s

8,0907E-7 8,0907E-7 8,0907E-7 8,0907E-7 8,0907E-7 8,0907E-7

53460 53460 53460 53460 53460 53460

20 20 20 20 20 20


K3

* Lekkage overs lag * * K1 (4)

2

4 , 1942E-8 schip (11)

1031,3

20

2E-5

1,99E-6

1,82E-6

1,82E-10

7,97E-6

1,99E-6

1,99E-6

8,05E-11

Details

stof

K1 K1 K1 K1

frequentie

massa

tijd

1/j

kg

s

1,0092E-5 1,0092E-5 1,0092E-5 1,0092E-5

450,75 450,75 450,75 450,75

20 20 20 20

* *

K3 (7) Details

1,2E-5

stof

K3 K3 K3 K3 K3 K3 K3

1,99E-6

1,71E-6

1,02E-10

frequentie

massa

tijd

1/j

kg

s

8,5089E-6 8,5089E-6 8,5089E-6 8,5089E-6 8,5089E-6 8,5089E-6 4,411E-7

534,6 534,6 534,6 534,6 534,6 534,6 10,313

20 20 20 20 20 20 20



Verwacht . waarde

Totaa1

Max

Gem

m3

m3

m3

m' /j

1056 (1)

0,114

0,114

0,114

8,52E-7

*

0,114

0,114

0,114

8,52E-7

0,114

0,114

0,114

8,52E-7

Topping

(1)

* *

K1 (1) Details

stof

frequentie

massa

tijd

l/j

kg

s

7 . 4925E-6

2 . 5708E7

60

-------K1


1055 (1)


Verwacht. waarde

Totaa1

Max

Gem

m3

m'

m3

m' /j

0,114

0,114

0,114

8,52E-7


*

Topping

(1)

* *

K1 (1) Details stof

K1

3

0,114

0,114

0,114

8,52E-7

0,114

0,114

0,114

8,52E-7

frequentie

massa

tijd

l/j

kg

s

7.4925E-6

2.5708E7

60



903 (13)


(3)

Verwacht . waarde

Totaa1

Max

Gem

m' 0,313 0,313

m' 0,108 0,108

m' 0,024 0,104

0,313

0,108

0,104

m'/j 1,02E-6 1,02E-6 1,02E-6

Details stof

K1 K1 K1


frequentie

massa

tijd

l/j

kg

s

4.995E-8 4.9451E-6 4.995E-6

2.4338E7 2.4328E7 2.2004E7

59.991 59.965 60

(10)

1,2E-9 1,2E-9

2, 13E-IO 1,2E-10 2,13E-10 1,2E-10

2,lE-15 2,lE-15

Details stof

K1 K1 K1 K1 K1 K1 K1 K1 K1 K1

frequentie

massa

tijd

l/j

kg

s

9.99E-11 9.8901E-9 4.9451E-9 4.8956E-7 4,9451E-7 9, 99E-10 9,8901E-8 4,945E-8 4.8956E-6 4.945E-6

0.0064123 0.0061511 0.0064123 0.0061511 0,0082012 0,048264 0,048014 0.048264 0.048014 0.045769

177.58 170.34 177.58 170.34 179,99 1046,8 1041,4 1046,8 1041.4 1048,7



Verwacht . waarde

Totaal

Max

Gem

m'

m'

m'

m'/j


1071 (1)


0,0836 0,0836 0,0836

(1)

4

0,0836 0,0836 0,0836

0,0836 0,0836 0,0836

6,26E-7 6,26E-7 6,26E-7

Details stof

Kl

frequentie

massa

tijd

1/j

kg

s

7,4925E-6

L 8897E7

60


1076 (1) * Topping * * Kl (1) Details

(1)

stof


Verwacht . waarde

Totaal m3 0,0836 0,0836 0,0836

m3 /j 6,26E-7 6,26E-7 6,26E-7

frequentie

massa

tijd

1/j

kg

s

7,4925E-6

L 8897E7

60

- - - -----

K1

Gem m3 0,0836 0,0836 0,0836

Max m3 0,0836 0,0836 0,0836


1075 (1) * Topping

* *


Totaal m3 0,0836 0,0836 0,0836

(1)

Kl (1)

Max m3 0,0836 0,0836 0,0836

Verwacht. waarde

Gem m3 0,0836 0,0836 0,0836

m 3 /j

6,26E-7 6,26E-7 6,26E-7

Details stof

frequentie

massa

tijd

l/j

kg

s

Kl

-----------------7,4925E-6 L8897E7

60



Totaal

Max

Verwacht. waarde

Gem


1074 (1) * Topping * * K1 (1) Details

m' 0,0836 0,0836 0,0836

(1)

stof

K1

5

m' 0,0836 0,0836 0,0836

m' 0,0836 0,0836 0,0836

m'/j 6,26E-7 6,26E-7 6,26E-7

frequentie

massa

tijd

l/j

kg

s

7,4925E-6

1,8897E7

60




Totaa1 m' 0,0836 0,0836 0,0836

(1 )

stof

Max rn' 0,0836 0,0836 0,0836

Gem

m' 0,0836 0,0836 0,0836

m' /j 6,26E-7 6,26E-7 6,26E-7

frequentie

massa

tijd

l/j

kg

s

7,4925E-6

1, 8897E7

60

-------K1

Verwacht. waarde



Verwacht . waarde


Totaa1 m' 0,0836 0,0836 0,0836

(1)

Max m' 0,0836 0,0836 0,0836

Gem m' 0,0836 0,0836 0,0836

m' /j 6,26E-7 6,26E-7 6,26E-7

stof

frequentie

massa

tijd

l/j

kg

s

K1

-----------------7,4925E-6 1, 8897E7

60



Verwacht. waarde


803 (1)


(1)

6

Totaal

Max

m3 0,0747 0,0747

m3 0,0747 0,0747

0,0747

0,0747

Gem m3 0,0747

m3 ! j 1,27E-7 1,27E-7

0,0747 0,0747

1,27E-7

Details

stof

K1

frequentie

massa

tijd

1/j

kg

s

1. 6983E-6

1. 6886E7

60


902

Totaal m3 0,194 0,194 0,194

(13)


Verwacht. waarde


Groep

(3)

Max

Gem

m3 0,0669 0,0669

m3 0,015 0,0648

m3 ! j 6,53E-7

0,0669

0,0648

6,53E-7

6,53E-7

Details

stof

K1 K1 K1


frequentie

massa

tijd

l/j

kg

s

7,4925E-8 7,4176E-6 2,4975E-6

1,5133E7 1. 5122E7 1. 3719E7

59,986 59,943 60

(10)

4,9E-9 4,9E-9

5,95E-15

5,65E-10 4,9E-10 5,65E-10 4,9E-IO

5,95E-15

Details

stof

K1 K1 Kl K1 K1 K1 K1 K1 K1 K1

frequentie

massa

tijd

1/j

kg

s

9,99E-11 9,8901E-9 7,4176E-9 7,3434E-7 2,4725E-7 9, 99E-IO 9,8901E-8 7,4176E-8 7,3434E-6 2,4725E-6

0,097314 0,097008 0,097314 0,097008 0,090437 0,12772 0,12742 0,12772 0,12742 0,11771

1626,7 1621. 6 1626,7 1621. 6 1628,4 2191,7 2186,6 2191,7 2186,6 2193,3



Verwacht. waarde


901 (13)


(3)

7

Totaal

Max

Gem

m' 0,194

m' 0,0669 0,0669

m' 0,015

0,194 0,194

0,0669

m' /j 6,53E-7 6,53E-7

0,0648 0,0648

6,53E-7

Details

stof

K1 K1 K1


frequentie

massa

tijd

l/j

kg

s

7,4925E-8 7,4176E-6 2,4975E-6

1,5133E7 1, 5122E7

59,986 59,943 60

(10)

4,9E-9 4,9E-9

1,3719E7 5, 65E-10 4,9E-10 5, 65E-10 4,9E-10

5,95E-15 5,95E-15

Details

stof

K1 K1 K1 K1 K1 K1 K1 K1 K1 K1

frequentie

massa

tijd

l/j

kg

s

9,99E-11 9,8901E-9 7,4176E-9 7,3434E-7 2,4725E-7 9,99E-10 9,8901E-8 7,4176E-8 7,3434E-6 2,4725E-6

0,097314 0,097008 0,097314 0,097008 0,090437 0,12772 0,12742 0,12772 0,12742 0 , 11771

1626,7 1621,6 1626,7 1621,6 1628,4 2191,7 2186,6 2191, 7 2186,6 2193,3



1018 (4)


(1 )

Verwacht. waarde

Totaal

Max

Gem

m' 0,121 0,0593

m' 0,0593

m' 0,0303

0,0593 0,0593

0,0593 0,0593

0,0593

m, /j 1,23E-6 4,45E-7 4,45E-7

Details

stof

K3

* Instantaan * * K3 (2 )

falen

frequentie

massa

tijd

l/j

kg

s

7,4925E- 6

1, 591E7

60

(2)

0,0493 0,0493

0,0247 0,0247

0,0247

1,91E-7

0,0247

1,91E-7

Details

stof

K3 K3

frequentie

massa

tijd

l/j

kg

s

9,99E-7 6,7433E-6

6, 613E6 6,613E6

36,732 36,732


* Spigot * * K3 (1)

(1)

8

0,0125

0,0125

0,0125

0,0125

0,0125

0,0125

5,99E-7 5,99E-7

Details stof

K3

frequentie

massa

tijd

l/j

kg

s

4.7858E-5

L 1151E7

3.4996E5


802 (1)


Verwacht . waarde

Vo1umeContaminatie (Effectgrootte)

Totaal

Max

Gem

ro'

m' 0,0548

m' 0,0548

0,0548 0,0548

0,0548 0,0548

0,0548 0,0548

(1)

0,0548

m'!j 9,31E-B 9,31E-B 9,31E-B

Details stof

K1

frequentie

massa

tijd

l/j

kg

s

1. 6983E-6

1. 2395E7

60

2 . 16 Installatie: 801 Groep


Totaal m' 0,0548

801 (1)


0,0548 0,0548

(1)

Verwacht . waarde

Gem

Max m' 0,0548

m'!j

m' 0,0548

0,0548

9,31E-8 9,31E-B

0,0548 0,054B

0,0548

9,31E-B

Details stof

K1

frequentie

massa

tijd

l/j

kg

s

1. 69B3E-6

1. 2395E7

60



Verwacht . waarde

Totaal

Max

Gem

ro'

m'

ro'

m'!j

Proteus-II 9


504

(3)


(3)

Details stof

K3 K3 K3

0,0988

0,0339

0,0988 0,0988

0,0339 0,0339

3,31E-7

0,0329 0,0329

3,31E-7 3,31E-7

0,0329

frequentie

Massa

tijd

l/j

kg

s

7,4925E-8 7,4176E-6 2,4975E-6

9,1034E6 9,0907E6 8,3114E6

59,972 59,888 60

2.18 Instal1atie: 501

Totaal m' 0,0988 0,0988 0,0988

501 (3)


Verwacht . waarde


Groep

(3)

Details stof

K3 K3 K3

Gem m3 0,0329 0,0329 0,0329

Max m' 0,0339 0,0339 0,0339

m3 /j 3,31E-7 3,31E-7 3,31E-7

frequentie

Massa

tijd

1/j

kg

s

7,4925E-8 7,4176E-6 2,4975E-6

9,1034E6 9,0907E6 8,3114E6

59,972 59,888 60


1202 (8)


(3)

Details stof

K1 K1 K1


(5)


Verwacht. waarde

Totaal m' 0,0799 0,0799 0,0799

m3 /j 2,68E-7 2,68E-7 2,68E-7

Max m3 0,0274 0,0274 0,0274

Gem m' 0,00998 0,0266 0,0266

frequentie

Massa

tijd

l/j

kg

s

7,4925E-8 7,4176E-6 2,4975E-6

6,1955E6 6,1848E6 5,6757E6

59,965 59,862 60

1,36E-9 1,36E-9

2,82E-10 2,71E-10 2,82E-10 2,71E-10

2,7E-15 2,7E-15

Proteus-II 10


Details stof

K1 K1 K1 K1 K1

frequentie

massa

tijd

1/j

kg

s

9,99E-10 9,8901E-8 7,4176E-8 7,3434E-6 2,4725E-6

0,061182 0,060253 0,061182 0,060253 0,063716

631. 46 621.87 631. 46 621,87 634 , 65



Totaa1 1201 (8) * Topping

(3)

* *

K1 (3) Details stof

K1 K1 K1


Verwacht. waarde

Gem

m3

Max m3.

m3

m 3 /j

0,0799 0,0799

0,0274 0,0274

0,00998 0,0266

2,68E-7 2,68E-7

0,0799

0,0274

0,0266

2,68E-7

frequentie

massa

tijd

l/j

kg

s

7,4925E-8 7,4176E-6 2,4975E-6

6,1955E6 6,1848E6 5,6757E6

59,965 59,862 60

(5)

1,36E-9 1,36E-9

2,82E-10 2,71E-10

2,7E-15

2,82E-10 2,71E-10

2,7E-15

Details stof

K1 K1 K1 K1 Kl

frequentie

massa

tijd

l/j

kg

s

9, 99E-10 9,8901E-8 7,4176E-8 7,3434E-6 2,4725E-6

0,061182 0,060253 0,061182 0,060253 0 , 063716

631,46 621,87 631,46 621,87 634,65



203 (1)


(1)

Verwacht. waarde

Totaal

Max

Gem

m3

m3 0,0228

m3

0,0228 0,0228 0,0228

0,0228

0,0228 0,0228

0,0228

0,0228

m 3 /j 3,86E-8 3,86E-8 3,86E-8


11

Details stof

K1

frequentie

massa

tijd

l!j

kg

s

1. 6983E-6

S . 1447E6

60



Totaal m3 0,0228

202 (1)


(1)

0,0228 0,0228

Max m3

Verwacht. waarde

0,0228

Gem m3 0,0228

m 3 /j 3,86E-8

0,0228 0,0228

0,0228 0,0228

3,86E-8 3,86E-8

Details stof

K1

frequentie

massa

tijd

l!j

kg

s

1. 6983E-6

S,1447E6

60



Totaa1


Max m3

Gem m3

0,0228

0,0228 0,0228

0,0228 0,0228

0,0228

0,0228

0,0228

m3 0,0228

201 (1) (1)

Verwacht. waarde

m3 /j 3,86E-8 3,86E-8 3,86E-8

Details stof

K1

frequentie

massa

tijd

1/j

kg

s

1 . 6983E-6

S , 1447E6

60



Totaa1 m3 0,0228

103 (1)

*

Topping

(1)

0,0228

Verwacht. waarde

Max m3

Gem m3

0,0228 0,0228

0,0228 0,0228

m 3 /j 3,86E-8 3,86E-8

Proteus-II 12


* * K1

0,0228

(1)

0,0228

0,0228

3,86E-8

Details stof

frequentie

massa

tijd

l/j

kg

s

L 6983E-6

5 . 1447E6

60

-----------------K1

2.25 Installatie: 102 VolumeContaminatie (Effectgrootte)

Groep

102 (1)

* Topping

* *

K1

(1)

(1)

Verwacht. waarde

Totaal m'

Max m'

Gem m'

m'/j

0,0228 0,0228 0,0228

0,0228 0,0228

0,0228

3,86E-8

0,0228 0,0228

3,86E-8 3,86E-8

0,0228

Details stof

frequentie

massa

tijd

1/j

kg

s

L 6983E-6

5.1447E6

60

----------------K1



101 (1)

*

Topping **Kl(l)

(1)

Verwacht . waarde

Totaal

Max

Gem

m'

m'

m'

m'/j

0,0228 0,0228

0,0228 0,0228

0,0228 0,0228

3,86E-8

0,0228

0,0228

0,0228

3,86E-8

3,86E-8

Details stof

frequentie

massa

tijd

l/j

kg

s

K1

----------------5 ,1447E6 1. 6983E-6

60


503 (3)


Verwacht . waarde

Totaal

Max

Gem

m'

m'

m'

m'/j

0,0545

0,0186

0,0182

1,82E-7



(3)

13

0,0545

0,0186

0,0545

0,0186

1,82E-7

0,0182 0,0182

1,82E-7

Details stof

K3 K3 K3

frequentie

massa

tijd

l/j

kg

s

7,4925E-8 7,4176E-6 2,4975E-6

4,999E6 4,9863E6 4.6174E6

59,949 59,797 60

2.28 Instal1atie: 502 Groep

502

(3)


Verwacht . waarde


(3)

Totaa1

Max

Gem

m3 0,0545 0,0545

m3 0,0186 0,0186

m3 0,0182 0,0182

0,0545

0,0186

0,0182

m 3 /j 1,82E-7 1,82E-7 1,82E-7

Details stof

K3 K3 K3

frequentie

massa

tijd

l/j

kg

s

7,4925E-8 7,4176E-6 2,4975E-6

4,999E6 4,9863E6 4,6174 E 6

59,949 59,797 60

2.29 Instal1atie: 1062 VolumeContaminatie (Effectgrootte)

Groep

1062 (1)


(1)

Verwacht. waarde

Totaa1

Max

Gem

m3 0,0174

m3 0,0174

0,0174 0,0174

0,0174 0,0174

m3 0,0174 0,0174

m3 /j 1,3E-7 1,3E-7 1,3E-7

0,0174

Details stof

K3

frequentie

massa

tijd

l/j

kg

s

7,4925E-6

4,6603E6

60



Verwacht . waarde


Totaal 1060 (1) * Topping

m3 0,0174 0,0174 0,0174

(1)

* * K3 (1)

14

Max m3

m3

Gem

0,0174 0,0174

0,0174 0,0174

m' /j 1,3E-7 1,3E-7

0,0174

0,0174

1,3E-7

Details stof

K3

frequentie

Massa

tijd

l/j

kg

s

7,4925E-6

4.6603E6

60


505 (3) * Topping **K3(3)


(3)

Verwacht. waarde

Totaal m3

Max m3

Gem m3

0,0163 0,0163 0,0163

0,00547 0,00547

0,00542 0,00542

m' /j 5,41E-B 5,41E-B

0,00547

0,00542

5,41E-B

Details stof

K3 K3 K3

frequentie

Massa

tijd

1/j

kg

s

7,4925E-B 7,4176E-6 2.4975E-6

L 46BE6 1,4553E6 L 4395E6

59,B27 59,309 60


1065 (6) * Topping


(1)


K1 * Kleine brand

Max

Gem

m' 0,0025

m' 0,00071

m' /j

0,0025 0,0025

0,0025 0,0025

0,0025 0,0025

1,B7E-B 1,B7E-B

2,65E-B

Massa

tijd

l/j

kg

s

7,4925E-6

5,6515E5

60

0,00149

(4 )

0,00149

K1 (4) Details

K1 K1 K1 K1

Totaal m' 0,00426

frequentie

* *

stof

Verwacht . waarde

0,000435 0,000373 0,000435 0,000373

2,75E-9 2,75E-9

frequentie

Massa

tijd

1/j

kg

s

9,99E-B 6,7433E-7 9,99E-7 6 ,7432E- 6

9B450 9B450 70445 7044 5

909,6B 909,68 763,79 763.7 9


* Spigot * * K1 (1)

(1)

15

0,000264 0,000264 0,000264 0,000264 0,000264 0,000264

5,06E-9 5,06E-9

Details stof

K1

frequentie

massa

tijd

l!j

kg

s

1 ,9178E-5

59671

3007,8



1064 ( 6)


(1)

Verwacht . waarde

Totaal

Max

m3

m3

Gem m3

0,00426 0,0025

0,0025 0,0025

0,00071 0,0025

0,0025

0,0025

0,0025

m3 /j 2,65E-8 1,87E-8 1,87E-B

Details stof

K1

* Kleine brand * * K1 (4 )

frequentie

massa

tijd

l!j

kg

s

7,4925E-6

5,6515E5

60

(4)

0,00149 0,00149

0,000435 0,000373

2,75E-9

0,000435 0,000373

2,75E-9

Details stof

K1 K1 K1 K1

* Spigot

frequentie

massa

tijd

l!j

kg

s

9,99E-8 6,7433E-7 9,99E-7 6,7432E-6

98450 98450 70445 70445

909,68 909,68 763,79 763,79

(1)

0,000264 0,000264 0,000264

* *

K1 (1) Details stof

K1

5,06E-9 5,06E-9

0,000264 0,000264 0,000264 frequentie

massa

tijd

l!j

kg

s

1,9178E-5

59671

3007,8



Totaa1

Max

Verwacht . waarde

Gem

Proteus-II Analyse : Vopak Terminal Europoort bv

m'

• •

.3

m'

m'

m' !j

0 , 000137 0,000137 0 , 000137 0 , 000137 0 , 000137 0, 000137 0 , 000137 0,000131 O. 000137

506 (1)

., Topping

16

(1)

(1)

3, 42E-lO

3 , 42E-IO

3, 42E-10

Details

stof

.3

frequenti.e

Dlassa

tijd

l!j

kg

•

2.4975E-6

36"129

60

000

__ OeD _

000

ROYAL HASKONING

8ij-lage 9 Veiligheidsbladen Hulpstoffen

Wvo-aanvraag Vopak Europoort Delinltiel rapport

BiJlage 9.

9T2938.AO/R0004INiJm 4 december 2008

VEILIGHEIDSINFORMATIEBLAD Op basis van richtlijn 2001/58/EG van de Commissie der Europese Gemeenlllchappen

FURFURAL 1.

Identificatie van de stof/preparaat en van de vennootschap/onderneming

1.1

Identifieatie van de stof of het preparaat : Synoniemen: CAS-nr . EG-index-nr. EINECS-nr. RTECS-nr.

2-furaldehyde 98-01-1 605-010-00-4 202-627-7 LT7000000

3-2-0 96.09 C5H402

NFPA-eode Moleeuulmassa Brutoformule

1 .2

Gebruik van de stof of het preparaat: Geurstof Additief voor brandstof Farmaceutische producten: grondstof Grondstof voor de chemie Impregneermiddel Oplosmiddel

1 .3

Identifieatie van de vennootsehap/onderneming: International Furan Chemicals B.V. Rotterdam Airportplein 7 3045 AP Rotterdam (Nederland) Tel.: +31 10 238 05 55 Fax: +31 10 238 05 50

1. 4

Telefoonnummer voor noodgevallen: +32 14 58 45 45 Brandweerinformatiecentrum voor gevaarlijke stoffen (B.I.G.) Technische Schoolstraat 43A, B-2440 Geel

2.

Samenste"ing en informatie over de bestanddelen Gevaarlijke bestanddelen

CAS-nr. EINECS-nr . 98-01-1

furfural

Cone . in %

Gevaarssymbool

>98

T

Risieo's (R-zinnen) 21-23/25-36/37-40

( 11

202-627-7 (1) Voorvolledlgetekst van R-zJnnen. Zle rubnek 16

3.

Identificatie van de gevaren -

Schadelijk bij aanraking met de huid Giftig blj inademing en opname door de mond Irriterend v~~r de ogen en de ademhalingswegen Carcinogene effecten zijn niet uitgesloten (RICHTLIJN 2001/59/EG VAN DE COMMISSIE) 1/8

Referentienummer Reden van revisie

IMSDS02NL zie rubriek 2, 11.2

Revisiedatum Revisienummer

13-10-2003 006

FURFURAL 4.

Eerstehulpmaatregelen

4.1

Contact met de ogen: - Onmiddellijk met veel water spoelen - Geen neutralisatiemiddel gebruiken - Bij blijvende irritatie: medische dienst/arts raadplegen

4.2

Contact met de huid: - Onmiddellijk met veel water spoe l en - Gebruik van zeep toegestaan Kleding verwijderen v66r spoelen - Bij blljvende irritatie: medische dienst/arts raadplegen

4.3

Na inademen: - Breng het slachtoffer in de frisse lucht - Indien bewusteloos: zorg voor vrije luchtwegen - Onmiddellijk arts/medische dienst raadplegen

4.4

Na inslikken: - Nooit water aan bewusteloos slachtoffer geven - Goed bewust slachtoffer zo snel mogelijk laten braken - Niet (veel) laten drinken - Indien men zich onwel voelt: medische dienst/arts raadplegen

5.

Brandbestrijdingsmaatregelen

5 .1

Geschikte blusmiddelen: - Verneveld water - Alcoholbestendig schuim - BC-poeder - Koolzuur

5.2

Te mijden blusmiddelen: - Volle straal kan overschuimen veroorzaken

5.3

Speciaal blootstellingsgevaar: - Brandgevaarlijk - Bij verbranding: vorming van koolstofmonoxide/koolstofdioxide

5 .4

Instructies: - Tanks/vaten koelen en/of in veiligheid brengen - Rekening houden met toxisch b luswater - Bluswater beperken, zo moge li jk opvangen of indammen

5.5

Speciale beschermende uitrusting voor brandweerlieden: - Bij verhitting/verbranding: perslucht-/zuurstoftoestel - Bij verhitting/verbranding: gaspak

6.

Maatregelen bij accidenteel vrijkomen van de stof of het preparaat

6.1

Persoonlijke beschermingsmiddelen/voorzorgsmaatregelen: Zie rubriek 8.1/8.3/10.3

6.2

Milieuvoorzorgsmaatregelen: - Bodem- en waterverontreiniging voorkomen - Niet in riool lozen - Vrijkomend product in geschikte vaten opvangen/overpompen - Lek dichten, toevoer afsluiten - Morsvloeistof indammen

6.3

Opruiming/reinigingsmethoden: - Morsvloeistof absorberen in zand, aarde, vermiculiet, kiezelgoer, gema len kalksteen of natriumbicarbonaat - Geabsorbeerd product opscheppen in afsluitbare vaten - Tanks na beschadiging/afkoeling leegmaken - Mo rsstof/restant zorgvu1dig verzamelen - Verzameld product overdragen aan producent/bevoegde dienst

2/8

FURFURAL 7.

Hantering en opslag

7 •1

Han tering : - Blootstelling en/of contact vermijden/beperken - Apparatuur aarden - Afval niet in de gootsteen lozen - Verontreinigde kleding onmiddellijk uittrekken - Verontreinigde kleding reinigen

7.2

Opslag: - Verpakking goed gesloten houden - Op een donkere plaats bewaren - Ventilatie langs de vloer - Opvangkuip voorzien - Verwijderd van: warmtebronnen, brandbare stoffen, oxidantia,

zuren, basen

Opslagtemperatuur 20 °c kg Maximum hoeveelheid N.B. dagen Maximum stockeertijd N.B. Materiaalkeuze verpakking - geschi kt : s t aal , roestvrij staal, aluminium, ijzer -

te mijden

: kunststof

7.3

Specifieke toepassingen: - Zie de aanwijzingen van de fabrikant

8.

Maatregelen ter beheersing van blootstelling/persoonlijke bescherming

8.1

Grenswaarden voor blootstelling: mg/m 3 mg/m 3 mg/m3

2

ppm ppm ppm

20

mg/m 3 mg/m 3

2 5

ppm ppm

TRK

20

mg/m 3 mg/m3

5

ppm ppm

MAC-TGG 8 u MAC-TGG 15 min . MAC-Ceiling

8

2

ppm ppm

TLV-TWA TLV-STEL TLV-Ceiling MEL-LTEL MEL-STEL

8

MAK

VME-8 u VLE-15 min. GWBB-8 u GWK-15 min. Momentane waarde EG EG-STEL

8

8.0

mg/m3 mg/m3 mg/m3 mg/m3 mg/m 3 mg/m3 mg/m 3 mg/m 3

2

mg/m 3 mg/m3

Meetnormen: - Furfural - Furfural - Furfural (See Aldehydes, Screening) 8.2

ppm ppm ppm ppm ppm

NIOSH 2529 OSHA 72 NIOSH 25 3 9

Maatregelen ter beheersing van blootstelling:

8.2.1

Beheersing van beroepsmatige blootstelling: - Regelma ti g conc e ntratie in de lu c h t met e n - Werken onder p l aa tselij ke a f zu i ging /ventilatie

8.2.2

Beheersing van milieublootstelling: z i e rubriek 13

3/8

FURFURAL 8.3

Persoonlijke beschermingsmiddelen:

8 . 3.1

adernbescherming: - Gasmasker met filtertype A - Bij hoge damp-/gasconcentratie: perslucht-/zuurstoftoestel

8.3.2

handbescherming: - Handschoenen Materiaalkeuze:

-

Doorbraaktijd:

8.3.3

oogbescherming: - Gelaatsscherm

8.3.4

huidbescherming: - Beschermkleding Materiaalkeuze:

Butylrubber PVA Tetrafluorethyleen Viton N.B.

Butylrubber PVA Tetrafluorethyleen Viton

9.

Fysische en chemische eigenschappen

9.1

Algemene informatie:

Voorkomen (bij 20°C) Geur Kleur 9.2

Belangrijke informatie met betrekking tot de gezondheid, de veiligheid en het milieu:

pH-waarde Kookpunt/kooktraject Vlampunt Explosiegrenzen Dampdruk (bij 20°C) Dampdruk (bij 50°C) Relatieve dichtheid (bij 20°C) Wateroplosbaarheid Oplosbaar in Relatieve dampdichtheid Viscositeit Verdelingscoefficient n-octanol/water Verdampingssnelheid t.o .v. butylacetaat t.o.v. ether 9 .3

3.5/4.5 162 °c °c 60 vol% °C) 2/19 hPa 1.3 hPa 13 1.16 g/100 ml 8.3 Ethanol, ether, aceton, chloroform 3.3 0.0149 Pa.s 0.67 N.B. 75

Andere gegevens:

Smeltpunt/smelttraject Zelfontbrandingstemperatuur Verzadigingsconcentratie

10.

Vloeistof Amandelen Zuiver product: kleurloos tot licht-geel

-39 315 5.9

Stabiliteit en reactiviteit

10.1 Te vermijden omstandigheden/chemische reacties: - Niet stabiel o.i.v. licht - Niet stabiel aan de lucht 10.2 Te vermijden stoffen: - Verwijderd van: warmtebronnen, brandbare stoffen, oxidantia, - Verwijderd van: kunststof

zuren, basen

10.3 Gevaarlijke ontledingsproducten : 4/8

FURFURAL -

11.

Oxideert langzaam aan de lucht Ontbindt langzaam o.i.v. licht Reageert heftig tot explosief met vele verbindingen o.a.: met (sterke) oxidantia Met (sommige) zuren/basen: warmteontwikkeling met verhoogde kans op brand/explosie Polymeriseert o. i. v. (sterke) zuren/basen Deze reactie wordt versneld o.i.v. temperatuurverhoging Bij verbranding: vorming van koolstofmonoxide/koolstofdioxide

Toxicologische informatie

11.1 Acute toxiciteit: LDSO LDSO LDSO LCSO LCSO

oraa1 rat dermaa1 rat dermaa1 konijn inha1atie rat inha1atie rat

65 N.B. 500/1000 0.9 N.B.

mg/kg mg/kg mg/kg mg/1/4 u ppm/4 u

11.2 Chronische toxiciteit:

3 niet opgenomen niet opgenomen

EG-carc. cat. EG-muta. cat. EG-repr. cat. Carcinogeniteit Carcinogeniteit Carcinogeniteit Carcinogeniteit

(TLV) (MAC) (VME)

(GWBB)

A3 niet opgenomen C3 niet opgenomen

Carcinogeniteit (MAl<) Mutageniteit (MAl<) Teratogeniteit (MAl<)

3B niet opgenomen

IARC-c1assificatie

3

11.3 Wijze van b1ootstelling:

inslikken, inademen, ogen en huid Opgepast! Wordt opgenomen door de huid

11.4 Acute effecten/symptomen: NA INADEMING - Irritatie luchtwegen Neusslijmvliesirritatie Hoofdpijn Depressie centraal zenuwstelsel Duizeligheid Bewustzijnsstoornissen Hartritmestoornissen Ademhalingsmoeilijkheden Kans op longoedeem Droge keel/keelpijn NA OPNAME DOOR DE MOND - Braken - Misselijkheid - Buikpijn - Diarree NA INNAME VAN GROTE HOEVEELHEDEN: - Coordinatiestoornissen - Krampen/ongecontroleerde spiersamentrekkingen NA CONTACT MET DE HUID - Veroorzaakt vlekken op de huid NA CONTACT MET DE OGEN - Irritatie van het oogweefsel - Ontsteking oogbindvlies - Tranenvloed

11.5 Chronische effecten : 5/B

FURFURAL -

Kankerverwekkende eigenschappen voor de mens onduidelijk

NA LANGDURIGE/HERHAALDE BLOOTSTELLING/CONTACT: - Vergroting/aantasting lever Nierweefselaantasting Zwaktegevoel Huiduitslag/ontsteking Beven Neusbloedingen

12.

Milieu-informatie

12.1 Ecotoxiciteit:

-

LCSO (96 ul ECSO (48 ul

32 mg/l (PIMEPHALES PROMELAS) 29 mg/l (DAPHNIA MAGNA)

12.2 Mobi1iteit: -

V1uchtige organische stoffen (VOS):

-

Matig oplosbaar in water

100%

Voor andere fysico-chemische eigenschappen zie rubriek 9 12.3 Persistentie en afbraak: - biodegradatie BODs

46

- water

Gemakkelijk biologisch afbreekbaar test: 93.S% 14d., mitiI OECD 301C T~:

- bodem

N.B.

% ThOD

dagen

12.4 Moge1ijke bioaccumulatie:

0.67 N.B. - Weinig of niet bioaccumuleerbaar - log - BCF

P~

12.5 Andere schadelijke effecten:

(classificatie volgens Verwaltungsvorschrift wassergefahrdender Stoffe (VwVwS) van 17 mei 1999) Niet gevaarlijk voor de ozonlaag Effect op de ozonlaag (Verordening (EG) nr. 3093/94) Broeikaseffect geen gegevens beschikbaar Effect op de afvalwaterzuivering geen gegevens beschikbaar

-

WGK

-

13.

: 2

Instructies voor verwijdering

13.1 Afvalvoorschriften:

-

Afvalstofcode (91/689/EEG, Beschikking 2001/118/EG van de Commissie, P.B. L47 van 16/2/2001): 07 01 04 (overige organische oplosmiddelen, wasvloeistoffen en moederlogen) Afvalstofcode (Vlaanderen): 001, 01S, 034, S07 KGA (Nederland): categorie 03 Gevaarlijk afval (91/689/EEG)

13.2 Verwijderingsmethoden:

-

Herwinnen door destillatie Afvoeren naar vergunde verbrandingsoven voor oplosmiddelen Niet lozen in oppervlaktewater

13.3 Verpakking:

-

Afvalstofcode verpakking (91/689/EEG, Beschikking 2001/118/EG van de Commissie, P.B. L47 van 16/2/2001): IS 01 10 (verpakking die resten van gevaarlijke stoffen bevat of daarmee is verontreinigd)

6/8

FURFURAL

14.

Informatie met betrekking tot het vervoer

~ ~ 14.1 Inde1ing van de stof overeenkomstig de UNO-aanbevelingen UN-nummer 1199 KLASSE 6.1 SUB RISKS 3 VERPAKKINGSGROEP II PROPER SHIPPING NAME UN 1199, Furaldehydes 14.2 ADR (vervoer over de weg) KLASSE VERPAKKINGSGROEP ETIKET TANKS ETIKET COLLI

II

14.3 RID (vervoer per spoor) KLASSE VERPAKKINGSGROEP ETIKET TANKS ETIKET COLLI

II

14.4 ADNR (vervoer over de binnenwateren) KLASSE VERPAKKINGSGROEP ETIKET TANKS ETIKET COLLI

II

14.5 IMDG (vervoer over zee) KLASSE SUB RISKS VERPAKKINGSGROEP MFAG EMS MARINE POLLUTANT 14.6 ICAO (vervoer over de lucht) KLASSE SUB RISKS VERPAKKINGSGROEP VERPAKKINGSINSTRUCTIES PASSENGER AIRCRAFT VERPAKKINGSINSTRUCTIES CARGO AIRCRAFT 14.7 Speciale voorzorgsmaatregelen met be trekking tot het vervoer

6.1 6.1+3 6.1+3

6.1 6.1+3 6.1+3 6.1 6.1+3 6.1+3

6.1 3 II

6 . 1-01

6.1 3 II

609/Y609 611 geen

14.8 Limited quantities (LQ)

Indien de stoffen en hun verpakkingen beantwoorden aan hoofdstuk 3.4 van het ADR/RID/ADNR moeten alleen de volgende verplichtingen nageleefd worden: op elke verpakking moet een ruit worden aangebracht met daarin de vermelding: - 'UN 1199' of, indien meerdere stoffen met verschillende identificatienummers in een en hetzelfde colla verpakt zijn: - de letters 'LQ'

7/8

FURFURAL

15.

Wettelijk verplichte informatie Opgenomen in EG-Bijlage I stoffenlijst van richtlijn 67/548/EEG en volgende

Giftig

R21 R23/25 R36/37 R40

3chadelijk bij aanraking met de huid Giftig bij inademing en opname door de mond Irriterend voor de ogen en de ademhalingswegen Carcinogene effecten zijn niet uitgesloten (RICHTLIJN 2001/59/EG VAN DE COMMI33IE)

3(01/02) 326

(Achter slot en buiten bereik van kinderen bewaren) Bij aanraking met de ogen onmiddellijk met overvloedig water afspoelen en deskundig medisch advies inwinnen Draag geschikte beschermende kleding, handschoenen en een beschermingsmiddel voor de ogen/voor het gezicht In geval van ongeval of indien men zich onwel voelt, onmiddellijk een arts raadplegen (indien mogelijk hem dit etiket tonen)

336/37/39 345

16.

Overige informatie

De informatie in dit veilighe idsblad werd opgesteld naar best vermogen, en geeft de stand van kennis weer op het ogenbl i k van pu.blicat i e . De gegevens zijn weergegeven als richtlijn v~~r het vei1iq han tere n, qebruik , ve.rbruik, opslag, vervoer, verwijdering van de stof, en kunnen niet worden beschouwd als waarborg of kwaliteitsspecificat ie. De vermelde gegevens hebben betrekking op de stof als dusdaniq, en zijn mogelljk niet meer qeldig wanneer de stof wordt gebruikt samen met andere stoffen, of in processen , tenzij aangegeven ~ de tekst. N.V.T. N.B.

*

NIET VAN TOEPASSING NIET BEPAALD INTERNE CLASSIFICATIE

volledige tekst van alle R-zinnen vermeld onder rubriek 2: Schadelijk bij aanraking met de huid R21 Giftig bij inademing en opname door de mond R23/25 Irriterend voor de ogen en de ademhalingswegen R36/37 Carcinogene effecten zijn niet uitgesloten (RICHTLIJN 2001/59/EG VAN DE MO COMMISSIE) Blootstellingsnormen: TLV Threshold Limit Value - ACGIH US 2002 OES Occupational Exposure Standards - Verenigd Koninkrijk 1999 MEL Maximum Exposure Limits - Verenigd Koninkrijk 1999 MAK Maximale Arbeitsplatzkonzentrationen - Duitsland 2001 TRK Technische Richtkonzentrationen - Duitsland 2001 MAC Maximale aanvaarde concentratie - Nederland 2002 VME Valeurs limites de Moyenne d'Exposition - Frankrijk 1999 VLE Valeurs limites d'Exposition a court terme - Frankrijk 1999 GWBB Grenswaarde beroepsmatige blootstelling - Belgie 2002 GWK Grenswaarde kortstondige blootstelling - Be1gie 2002 EG Indicatieve grenswaarden voor beroepsmatige blootstelling - richtlijn 2000/39/EG Chronische toxiciteit: K Lijst van kankerverwekkende stoffen en processen - Nederland 2002

8/8

•

ajax 13. INSTRUCTIES VOOR VERWIJDERING - Binnen de EU zijn geen eenduidige bepalingen voor het lozen van blusschuim. Over het algemeen betreft het hier speciaalafval. Verwijdering is door overeenstemmende met/conform voorschriften van respectievelijk de EU-lidstaten en de in Nederland geldende voorschriften.

1.

IDENTIFICATIE VAN DE STOF OF HET PREPARAAT EN VAN HET BEDRIJF - Product: - Artikelnummers Ajax:

- Ongereinigde verpakking: Afvoeren volgens overheidsvoorschriften.

14. INFORMATIE MET BETREKKING TOT HET VERVOER Er zijn geen speciale transporteisen.

- Bedrijfsgegevens:

15. WETTELlJK VERPLICHTE INFORMATIE Kenmerken volgens EG-richtlii'nen: Xn - Symbool: - Markering: Schadelijk voor de gezondheid. - R-zinnen: 20/21/22 Schadelijk bij inademing, aanraking met de huid en opname door de mond. 36/37/38 Irriterend voor de ogen, de ademhalingswegen en de huid. - S-zinnen: 24/25 Aanraking met de ogen en de huid vermijden.

2.

SAMENSTElLING EN INFORMATIE OVER DE BE5TANDDElEN - Producteigenschappen: Schuimvormend brandblusmiddel op basis van fluoric\en en oppervlakteactieve stoffen. - Bestanddelen: Chemische benaming CAS-Nr. gehalte R-zinnen < 10 % 2.0/2.1/22-36/38 2-Butoxyethanol 111-76-2 1,2 Ethandiol 107-21-1 < 20 % 2.2. Fluoraliphatische Tenside niet bekend < 15 % 36/38 Synthetische Tenside niet bekend < 15 % 36/38

16. OVERIGE INFORMATIE Het in het veiligheidsblad beschreven product dient aileen voor het voorgeschreven doe I gebruikt te worden. De informatie is gebaseerd op de huidige stand van onze kennis en dient ervoor het product, met het oog op veiligheidsmaatregelen, te beschrijven. Aan deze informatie kunnen verder geen rechten worden ontleend.

3.

GEVARENIDENTIFICATIE Risico's: - Irriteert de ogen. - Schadelijk voor de gezondheid bij inslikken. - Houd rekening met het feit dat personen niet kunnen ademen wanneer deze zijn bedekt met schuim.

4.

EERSTE HULP MAATREGElEN - Bij oogcontact: - Bij huidcontact: - Bij inslikken: - Bij inademing:

5.

~

f!. A Kidde Company

ajaX

Ajax Brandbeveiliging B.V.

Postbus 94404,1090 GK Amsterdam. Tel. 020·5909 500, Fax. 020-5909 599, e-mail: [email protected], http://www.ajaxfire.nl

4

VIB

Moussol APS 3/3 03-04

Ogen grondig uitspoelen met stromend water. Bij aanhoudende klachten arts raadplegen. Goed afspoelen met water. Arts raadplegen, geen braken veroorzaken. (eventueel verstikkingsgevaar door schuimvorming) Het werkgebied verlaten en medische hulp inroepen.

BRANDBESTRIJDINGSMAATREGElEN - Brandbaarheid:

•

AJAX Moussol APS 3/3 233092 (25 liter) 233093 (200 liter) 233094 (1000 liter) Ajax Brandbeveiliging B.V. Cruquiusweg 118 1019 AK Amsterdam Tel: 020 - 5909500 Fax: 020 - 5909 599

Het product is niet brandbaar, het wordt als blusmiddel ingezet.

•

I

tlJax

ajax 6.

MAATREGELEN BU HET ONGEWILD VRUKOMEN VAN HET PRODUCT - Persoonlijke voorzorgsmaatregelen: Huid en oogcontact voorkomen. Zorg in gesloten ruimten voor goede ventilatie. - Milieuvoorzorgsmaatregelen: Probeer, bij van oefenen testsituaties, vrijkomen van het product in riolering, oppervlaktewater en grondwater te voorkomen. - Reinigingsmethode: Gebruik van vloeistofbindende stoffen. (b.v. zand, zaagsel of chemicalienbinder)

7.

HANTERING EN OPSLAG - Tijdens opslag verpakking gesloten laten. - Eisen aan de opslagruimte:

8.

De eisen die door de wet aan deze ruimten worden gesteld dienen te worden opgevolgd.

MAATREGELEN TER BEHEERSING VAN BLOOTSTELLING I PERSOONLlJKE BESCHERMING - Technische maatregelen: - Grenswaarde blootstelling (MAC):

Persoonlijke bescherming - Adembescherming: - Bescherming handen: - Bescherming ogen: - Bescherming huid en lichaam:

Geen CAS-Nr. 111-76-2 107-21-1

Bestanddeel 2-Butoxyethanol 1,2 Ethandiol

MAC-waarde 20 ppm 10 ppm

9.

FYSISCHE EN CHEMISCHE EIGENSCHAPPEN - Stolpunt: - Kookpunt: - Kritische temperatuur: - Relatieve dichtheid bij 20°(: - Viscositeit bij 20°(: - Oplosbaarheid in water: - Uiterlijk: - Kleur: - Geur: - Zelfontbrandingstemperatuur: - pH-waarde onverdund bij 20°C

-10°C ca. 100°C >

100°C

1.05 g/cm'

(DIN 12793)

structuurviskeus onbeperkt vloeibaar divers specifiek niet van toepassing 6,5-8,5

10. STABILITEIT EN REACTIVITEIT - Stabiliteit: - Te vermijden omstandigheden: - Te vermijden materialen: - Gevaarlijke ontledingsproducten:

Stabiel onder normale omstandigheden. Geen te vermijden omstandigheden bij normaal gebruik. Geen materialen bekend. Geen ontledingsproducten bekend.

Bij correct gebruik niet verplicht. Veiligheidshandschoenen van PVC of rubber. Beschermingsbrill gelaatsmasker aal1 te bevelen.

11. TOXICOLOGISCHE INFORMATIE

Kleding welke in aanraking is gekomen met de vloeistof omwisselen. Weghouden bij levensmiddelen, drank en voedingsmiddelen. Voor de pauze en na werktijd, handen wassen.

12. MILlEU-INFORMATIE

2

(DIN 51758)

- Irriteert de huid en de slijmvliezen. - Aanraking met de ogen heeft een irriterende werking.

- Informatie m.b.t. eliminatie: Dit product is biologisch afbreekbaar. - Verhoudingen in waterzuiveringsinstallaties: Bij normaal gebruik met concentraties <1.700 mg/l (TTC-test) zijn geen verstoringen in de biologische afbraak van het slib te verwachten. ca. 600 mg/ltr. (DIN 38412) - LCso: - CZV: ca. 15.000 mg02/ltr. (3%-oplossing) - BZVs : ca. 8.900 mg02/ltr. (3%-oplossing)

GE Infrastructure Water & Process Technologies Versie: 2 .4 Datum: 20/02/2007

VEILIGHEIDSINFORMATIEBLAD

Vorige datum: 28/02/2006

STEAMATE NA2240 1

IDENTIFICATIE VAN HET PREPARAAT EN DE VENNOOTSCHAP 1.1 Identificatie van de stof of het preparaat Product: STEAM ATE NA2240

1.2 Gebruik van de stof of het preparaat Condensaat corrosie-inhibitor

1.3 Identificatie van de vennootschap/onderneming GE Water & Process Technologies BVBA Toekomstlaan 54 Industriepark Wolfstee 2200 HERENTALs tel: +3214/259111 fax: +32 14/25 9112

1.4 Telefoonnummer voor noodgevallen +3 2 14/259111 Offici eel adviesorgaan : ANTIGIFCENTRUM Bruynstraat 1 B-1120 BRUssEL + 3270245245

2

SAMENSTELLING EN INFORMATIE OVER DE BESTANDDELEN Chemische omschrijving Waterige oplassing van amines

Gevaarlijke bestanddelen 2-Diethylaminoethanol

EINECs/ELINCs #

CAS #

Conc.

202-845-2

100-37-8

10 - 25 %

203-629-0

108-91-8

10 - 25 %

C, RlO-20/21/22-34

Cyclohexylamine C, Rl0-21/22-34

Opmerkingen De classificatie van de bovenbedoelde stof(fen) is opgegeven met de symboolletters en R-zinnen die daaraan toegewezen zijn op basis van hun fysisch-chemische, gezondheids- en milieugevaren. Zie eveneens sectie 16 IRelevante R-zinnen, vermeld in de rubrieken 2 en 3 von dit veiligheidsinformatiebladl. waar de volledige tekst van elke relevante R-zin is vermeld.

Product: STEAMATE NA2240

Pagina: 1/ 6

GE Infrastructure Water & Process Technologies Versie: 2. 4


Datum: 20/02/2007 Vorige datum: 28/02/2006

STEAMATE NA2240 3

IDENTIFICATIE VAN DE GEVAREN Belangrijkste risico's - Gevaren voor de gezondheid - Symptomen bij blootstelling - Gevaren voor het milieu

4

5

Schadelijk bij aanraking met de huid en bij opnome door de mond. Veroorzaakt brondwonden. Inademing kan leiden tot ijlen, onduidelijk spreken, misselijkheid en broken (Iongoedeem kan optreden). Het product wordt niet ingedeeld als gevaarlijk voor het milieu.

EERSTEHULPMAATREGELEN Contact met de huid

Verontreinigde kleding uittrekken. Onmiddellijk wassen met veer water. Vroag medisch odvies.

Contact met de ogen

Spoel onmiddellijk met vee I water. Langdurig spoelen met water, tenminste 10 minuten. Houdt oogleden open. Vroag medisch advies.

Inademing

Breng slachtoffer naor frisse lucht en laten rusten. Vroag medisch advies.

Inslikken

De mond spoelen met water. Onmiddellijk 1 of 2 glazen water laten drinken, aileen als patient volledig bij bewustzijn is. GEEN braken opwekken! Vroag medisch odvies.

BRANDBESTRIJDINGSMAATREGELEN Blusmiddelen - Geschikte

Koolzuur. poeder. schuim. watersproeistraal (nevel). Schuim of water veroorzaken een gladde ondergrand. Strooi zand of grind.

Speciale beschermende uitrusting Persluchtmasker. (CEN : EN 137) Beschermende kleding (CEN : EN 469) voor brandweerlieden Beschermende handschoenen (CEN : EN 659) Helm (CEN : EN 443)

6

Speciale chemische blootstellingsrisico's

Vorm ing van CO - COx - NOx in geval van brand.

Vlampunt (CCPMI

65 ·C

MAATREGELEN BIJ ACCIDENTEEL VRIJKOMEN VAN HET PREPARAAT Persoonlijke voorzorgsmaatregelen

Droag beschermende kleding, handschoenen en veiligheidsbril. 2ie ook sectie nr. 8 'Blootstellingscontrole' voor verdere informatie.

Milieuvoorzorgsmaatregelen

Voorkom dat het product onverdund in riaol/oppervlaktewater terechtkomt. Accidentele lozing van grate hoeveelheden in het aquatisch milieu kan schadelijk zijn voor het in water levende organism en.

Product : STEAMATE NA2240

Pagina: 2/ 6

GE Infrastructure Water & Process Technologies Versie: 2.4


Datum: 20/02/2007 Vorige datum: 2S/02/2006

STEAMATE NA2240 Reinigingsmethoden - grond

7

8

Verwijder ontstekingsbronnen. Opnemen in inert obsorberend moteriool en verwijderen via erkende ofvo lverwerkingsmootschoppij. Kleine lekkoges met veel woter wegspuiten.

HANTERING EN OPSLAG 7.1 Hantering

Brondboor. Niet gebruiken in de nobijheid van vonken of vlommen. Contoiner aarden bij vullen of lossen bij temperaturen hoger dan het vlompunt.

7.20pslag

Bewoar in een koele goed geventileerde ruimte. Gescheiden houden von sterke zuren en oxidotiemiddelen. Opsloan in gesloten verpokking indien niet in gebruik

Maximale gegarandeerde houdbaarheid (dagenl

720

MAATREGELEN TER BEHEERSING VAN BLOOTSTELLING/PERSOONLlJKE BESCHERMING Grenswaarden voor blootstelling -MAC

2-Diethylaminoethonol: MAC-TGG 2 ppm, 9.6 mg/m3 (Sui, H Cyclohexylamine: MAC-TGG 1.25 ppm , S mg/m3 (Sui Huid

Maatregelen ter beheersing van blootstelling - Aonbevolen technische maatregelen

Voorzie de geschikte ventilatie om de luchtverontreiniging beneden de maximaal toegelaten waarde te houden. Draag zorg voor een oogwas mogelijkheid. - Bescherming van de Gebruik bij onvoldoende ventilatie een ademhalingsmasker met filter type: A2-P2 . odemholingswegen CEN: EN 140; EN 141 - Bescherming van de handen Lange neopreen handschoenen (Bescherming tegen kortstondig contactl CEN: EN 374-1/2/3; EN 420 Volledige oogbescherming (spatvrij, chemicalienbestendigl. - Bescherming van de ogen Gelaatsscherm. CEN : EN 166 - Bescherming van de huid Chem icalienbestendige schort. CEN : EN 340; EN 36S; EN 369; EN 467 - Beheersing van milieublootstelling Vermijd lozing in publieke riolering of onmiddellijke omgeving.

9

FVSISCHE EN CHEMISCHE EIGENSCHAPPEN 9.1 Aigemene informatie Uiterlijk

Vloeistof

Kleur

Kleurloos tot geel.

Geur

Amine.

9.2 Belangrijke informatie met betrekking tot de gezondheid. de velligheid en het milieu pH lin waterl Vlampunt (Pensky/Martensl Product: STEAMATE NA2240

11,5 (5%1 (·CI 65 Pagina: 3/ 6

GE Infrastructure

Water & Process Technologies Versie: 2.4



STEAMATE NA2240 9.2 Belangrijke informatie met betrekking tot de gezondheid, de veiligheid en het milieu

Dichtheid bij 20°C Ikg/m31

972

Oplosboorheid in water 1% gewichtl Volledig oplosbaar. Viscositeit bij 20°C ImPasl

18

Relatieve dampdichtheid Oucht=11

<1

Verdampingsratio lether = 11

<1

9.3 Andere gegevens Smeltpunt, lOCI

-7

10 STABILITEIT EN REACTIVITEIT 10.1 Te vermijden omstondigheden

Voorkom ontstekingsbronnen. Verwijderd houden van warmte.

10.2 Te vermijden stoffen

Voorkom contact met sterke zuren en/of oxidatiemiddelen.

10.3 Gevaarlijke ontledingsproducten

Vorming van CO - COx - NOx in geval van brand.

11 TOXICOLOGISCHE INFORMATIE Testen op zoogdieren

- Oraallratl LD50 Img/kgl

875 Igeschatte waardel

- Dermaallkonijnl LD50 Img/kgl

1375 Igeschatte waardel

Blootsteliingsgevaor

-Inademing

- Contact met de ogen

Irriterend voor de ademholingswegen. Langdurige blootstelling kan duizeligheid en hoofdpijn veroorzaken. Veroorzaakt brandwonden. Wordt geabsorbeerd door de huid. Veroorzaakt brandwonden.

- Inslikken

Kan brandwonden veroorzoken in mond, keel en/of maag.

- Contact met de huid

12 MILlEU-INFORMATIE Ecotoxiciteit

- Zonnebaars Img/II

- Daphnia Magna Img/i)

LC100:500 LCO: 100 48 h statische screen test. LClOO: 500 LCO : 10 48 h statische screen test.

Persistentie en afbraak

- CZV Img02/gl

953 IBerekende datal

- BZV 5 Img02/gl

2 IBerekende datal

- BZV 281mg02/gl

124 (Berekende datal

- TOC Img C/gi

237 (Berekende datal


Pagina: 4/ 6

GE Infrastruc t ure Water & Process Technologies Versie: 2 . 4



STEAMATE NA2240 Conclusie

Het product wordt niet ingedeeld als gevoarlijk voor het milieu. De evaluatie van de milieugevaren is gebaseerd op de concentratielimieten zoals vostgelegd in de Richtlijn 1999/45/EC.

13 INSTRUCTIES VOOR VERWIJDERING Verwijdering van product

In overeenstemming met speciale voorschriften voor ofva I. EAC I Europese Afvolstoffen Code I aanbeveling : 1603 05 16 Niet elders in de lijst genoemd afval. 1603 Afgekeurde charges en ongebruikte producten. 160305 Organisch afvol dat gevoorlijke stoffen bevat. Afhankelijk van de afkomst en de toestand van het afval . kunnen ook andere EAC codes van toepassing zijn.

Verwijdering van verpakking

In overeenstemming met speciale afva l reglementering. EAC I Europese Afvalstoffen Code I oanbeveling : 150110 15 Verpakkingsafval: absorbentio. poetsdoeken. filtermateriaal en beschermende kleding Iniet elders genoemdl. 1501 Verpakking linclusief gescheiden ingezameld stedelijk verpakkingsafvall. 150110 Verpakking die resten van gevaarlijke stoffen be vat of daormee is verontreinigd. Afhankelijk van de afkomst en de toestand van het afval . kunnen ook andere EAC codes van toepassing zijn.

14 INFORMATIE MET BETREKKING TOT HET VERVOER UN nr.

2735

De stofnaam

Aminen. vloeibaar. bijtend. n.e.g.

- Bevat

Cyclohexylamine mengsel 2-Diethylaminoethanol mengsel

Landvervoer - Transport gevaarsetiket

- RID/ADR Gevarenklasse - Samenladingsgroep

8 Corrosief 8

"

Zeevervoer

- Transport gevaarsetiket -IMO-IMDG code

8 Corrosief. 8

- Samenladingsgroep

II

- EmS nr.

F-A. S-8

- MFAG nr.

lie 'Noodplan actie' Richtlijn. De behandeling voorgesteld in deze Richtlijn wordt beschreven in de toepasselijke tabellen en toegelicht in de toepasselij ke secties van de 8ijlagen.

Luchtvervoer

- Transport gevaarsetiket -ICAO/IATA


8 Corrosief. 8

Pagina: 5/ 6




STEAMATE NA2240 Overige informatie

TRANSPORTKAART 80GC7-11

15 WETIELlJK VERPLICHTE INFORMATIE Etiketteringsinformatie EEG

- Symbolo)l[en)

BUtend:C

- Bevat

2-Diethylaminoethanol Cyclohexylamine

- R-Zinnen

R 21/22 :SchadelUk bU aanraking met de huid en bU opname door de mond. R 34 :Veroorzaakt brandwonden.

- S-Zinnen

S 26 :Bij aanraking met de ogen onmiddeilUk met overvloedig water afspoelen en deskundig medisch advies inwinnen. S 28 :Na aanraking met de huid onmiddellijk wassen met veel water. S 36/37/39 :Draag geschikte beschermende kleding, handschoenen en een beschermingsmiddel voor de ogen/ het gezicht. S 45 :Bij een ongeval of indien men zich onwel voelt. onmiddellUk een arts raadplegen lindien mogelijk hem dit etiket tonenl.

- EINECS nummer

Aile grondstoffen zijn opgenomen in de EINECS, tenzU specifiek vrUgesteld volgens EEG RichtlUn 67/548/EEC.

16 Overige informatie Aard van de revisie

Correctie in rubriek: 1,9

Gebaseerd op de EEG richtlijnen

1999/45/EG 2001/58/EG 2001/118/EG

Relevante R-zinnen , vermeld in secties 2 en 3 van het veiligheidsinformatieblad

R 10: Ontvlambaar. R 34 : Veroorzaakt brandwonden. R 20/21/22: Schadelijk bij inademing, opname door de mond en aanraking met de huid. R 21/22 : Schadelijk bij aanraking met de huid en bij opname door de mond.


Pagina: 6/ 6

GE Infrastructure Water & Process Technologies Versie: 4.0 Datum: 08/02/2007


Vorige datum: 29/09/2005

OPTIGUARD MCPS070 1

IDENTIFICATIE VAN HET PREPARAAT EN DE VENNOOTSCHAP 1.1ldentificatie van de stof of het preparaat Product: OPTIGUARD MCP5070 1.2 Gebruik van de stof of het preparaat Interne ketelbehandeling 1.3 Identificotie van de vennootschap/onderneming GE Water & Process Technologies BVBA Toekomstloan 54 Industriepark Wolfstee 2200 HERENTALS tel: +32 14/259111 fax: +32 14/25 9112 1.4 Telefoonnummer voor noodgevallen +32 14/25 9111 Officieel adviesorgaan : ANTIGIFCENTRUM Bruynstraat 1 B-1120 BRUSSEL + 32 70 245 245

2 SAMENSTELLING EN INFORMATIE OVER DE BESTANDDELEN Chemische omschrijving Waterige alkalische oplossing van sulfiet. fosfaat en polymeer Gevaarlijke bestanddelen Natrium sulfiet

EINECs/ELINCs #

CAS #

Cone.

231-821-4

7757-83-7

10 - 20 %

215-185-5

1310-73-2

2-5%

Xi, R31-36/37/38 Natriumhydroxide C,R35

Opmerkingen De c1assificatie van de bovenbedoelde stof(fen) is opgegeven met de symboolletters en R-zinnen die daaraan toegewezen zUn op basis van hun fysis~h-chemische, gezondheids- en milieugevaren. Zie eveneens sectie 16 (Relevonte R-zinnen, vermeld in de rubrieken 2 en 3 van dit veiligheidsinformatiebladl. woar de volledige tekst van elke relevante R-zin is vermeld.

Product: OPTIGUARD MCPS070

Pagina: 1/ 6

GE Infrastructure Water & Process Technologies Versie: 4 . 0



OPTIGUARD MCPS070 3

IDENTIFICATIE VAN DE GEVAREN Belangrijkste risico's

- Gevaren voor de gezondheid

4

5

- Symptomen bij blootstelling

Veroorzaakt brondwonden. Vormt vergiftige gassen in contact met zuren. Inademen kan lei den tot irritatie von de luchtwegen.

- Gevaren voor het milieu

Het product wordt niet ingedeeld 015 gevaarlijk voor het milieu.

EERSTEHULPMAATREGELEN Contact met de huid

Verontreinigde kleding uittrekken. Onmiddellijk wassen met veer water. Vroag medisch advies.

Contact met de ogen

Spoel onmiddellijk met veer water. Langdurig spoelen met water, tenminste 10 minuten. Houdt oogleden open. Vroag medisch advies.

Inademing

Breng patient naar frisse lucht, rust geven en warm houden. Vroag medisch advies.

Inslikken

De mond spoelen met water. Onmiddellijk 1 of 2 glazen water laten drinken, aileen 015 patient volledig bij bewustzijn is. GEEN broken opwekkenl Vraog medisch advies.

BRANDBESTRIJDINGSMAATREGELEN Blusmiddelen

- Geschikte

Koolzuur, poeder, schuim, watersproeistroal (nevel).

Speciale beschermende uitrusting Persluchtmasker. (CEN : EN 137) Beschermende kleding (CEN : EN 469) voor brandweerlieden Beschermende handschoenen (CEN : EN 659) Helm (CEN : EN 443) Speciale chemische blootstellingsrisico's

6

Bij brand ontwikkeling von koolstof- , fosfor- en zwaveloxiden.

MAATREGELEN BIJ ACCIDENTEEL VRIJKOMEN VAN HET PREPARAAT Persoonlijke voorzorgsmaatregelen

Draag beschermende kleding, handschoenen en veiligheidsbril. Zie aok sectie nr. 8 'Blootstellingscontrole' voor verdere informatie.

Milieuvoorzorgsmaatregelen

Voorkom dot het product onverdund in riool/oppervlaktewoter terechtkomt. Accidentele lazing von grote hoeveelheden in het aquatisch milieu kan schadelijk zijn voor het in water levende organism en.

Reinigingsmethoden

- grond


Opnemen in inert obsorberend moterioal en verwijderen via erkende afvalverwerkingsmaatschappij. Kleine lekkages met veer water wegspuiten.

Pagina: 2 1 6



Datum: OS/02/2007 Varige datum: 29/09/2005

OPTIGUARD MCPS070 7

8

HANTERING EN OPSLAG 7.1 Hantering

Alkalisch. Niet mengen met zu ren.

7.20pslag

Opslaan in gesloten verpokking indien niet in gebrui k.

Maximale gegarandeerde houdbaarheid (dagen)

lS0

MAATREGELEN TER BEHEERSING VAN BLOOTSTELLING/PERSOONLlJKE BESCHERMING Grenswaarden voor blootstelling - MAC

Notriumhydroxide: MAC-TGG 2 mg/mJ (Sui C

Maatregelen ter beheersing van blootstelling - Aanbevolen technische maotregelen

Voorzie de geschikte ventilatie om de luchtverontreiniging beneden de maximaal toegelaten woarde te houden. Droag zorg voor een oogwas mogelijkheid. Gebruik bij onvoldoende ventilatie een ademhalingsmasker met filter type: P2 . CEN : EN 140; EN 143; EN 149

- Bescherming von de ademhalingswegen - Bescherming von de honden

Lange neopreen handschoenen (Bescherming tegen kortstondig contact) CEN : EN 374-1/2/3; EN 420

- Bescherming van de ogen

Volledige oogbescherming (spatvrij, chemicalienbestendig). Gelaatsscherm. CEN: EN 166

- Bescherming van de huid

Chemicalienbestendige schort. CEN : EN 340; EN 36S; EN 369; EN 467

- Beheersing van milieublootstelling Vermijd lozing in publieke riolering of onmiddellijke omgeving.

9

FVSISCHE EN CHEMISCHE EIGENSCHAPPEN 9.1 Aigemene informatie Uit erlijk

Vloeistof

Kleur

Kleurloos tot gee!.

Geur

Licht.

9.2 Belangrijke informatie met betrekking tot de gezondheid, de veillgheid en het milieu pH (geconcentreerdl Vlampunt (Pensky/Martensl

13,3 (OCI

Dichtheid bij 20°C (kg/m31

> 100

1251

Oplosbaarheid in water (% gewichtl Volledig oplosbaar. Viscositeit bij 20°C (mPosl

11

Relatieve dampdichtheid (lucht=11

<1

Verdampingsratio (ether = 11

<1

9.3 Andere gegevens Smelt punt, (OCI

Product : OPTIGUARD MCPS070

-14

Pagina: 3 1 6




OPTIGUARD MCPS070 9.3 Andere gegevens Vloeipunt, (DC)

-11

10 STABILITEIT EN REACTIVITEIT 10.1 Te vermijden omstandigheden

Verwijderd houden van warmte.

10.2 Te vermijden stoffen

Voorkom contact met sterke zuren en/of oxidatiemiddelen.

10.3 Gevaarlijke ontledingsproducten

Bij brand ontwikkeling van koolstof-, fosfor- en zwaveloxiden.

11 TOXICOLOGISCHE INFORMATIE Testen op zoogdieren - Oraal (rat) LDSO (mg/kg)

3000 (geschatte waarde)

- Dermaal (konijn) LDSO (mg/kg)

>5000 (geschatte waarde)

Blootstellingsgevaar

- Contact met de huid

Irriterend voor de ademhalingswegen. Langdurige blootstelling kan duizeligheid en hoofdpijn veroorzaken. Veroorzaakt brandwonden.

- Contact met de ogen

Veroorzaakt brandwonden.

-Inslikken

Veroorzaakt brandwonden in mond, keel en/of maag. Kan misselijkheid, duizeligheid en/of broken veroorzaken.

-Inademing

12 MILlEU-INFORMATIE Ecotoxiciteit

- Fathead minnow (mg/I)

- Daphnia Magna (mg/I)

LCSO: 2710 NOEL: 790 (Berekende data) 96 h Acute Toxiciteit. LC50: 870 NOEL: 560 (Berekende data) 48 h Acute Toxiciteit.

Persistentie en afbraak - CZV (mg02/g)

95 (Berekende data)

- TOC (mg Clg)

25 (Berekende data)

Conclusie

Het product wordt niet ingedeeld als gevaarlijk voor het milieu. De evaluatie van de milieugevaren is gebaseerd op de concentratielimieten zoals vastgelegd in de Richtlijn 1999/4S/EC.


Pagina: 4/ 6




OPTIGUARD MCPS070 13 INSTRUCTIES VOOR VERWIJDERING Verwijdering van product

In overeenstemming met speciale voorschriften voor afval. EAC I Europese Afvalstoffen Code) aanbeveling : 16 03 05 16 Niet elders in de lijst genoemd afval. 16 03 Afgekeurde charges en ongebruikte producten. 1603 05 Organisch afval dot gevaarlijke stoffen bevat. Afhankelijk van de afkomst en de toestand van het afval . kunnen ook andere EAC codes von toepassing zijn.

Verwijdering van verpakking

In overeenstemming met speciale afval reglementering. EAC I Europese Afvalstoffen Code) aanbeveling : 150110 15 Verpakkingsafval; absorbentia. poetsdoeken, filtermateriaal en beschermende kleding Iniet elders genoemd). 1501 Verpakking linclusief gescheiden ingezameld stedelijk verpakkingsafvall. 150110 Verpakking die resten van gevaarlijke stoffen bevat of daarmee is verontreinigd. Afhankelijk van de afkomst en de toestand von het afval , kunnen ook andere EAC codes van toe passing zijn.

14 INFORMATIE MET BETREKKING TOT HET VERVOER UN nr.

3266

De stofnaam

8ijtende basische anarganische vloeistof, n.e.g.

- Bevat

Natriumhydroxide, mengsel.

La ndvervoer

- Transport gevaarsetiket - RID/ADR Gevarenklasse

8 Corrosief 8

- Samenladingsgroep

III

Zeevervoer - Transport gevaarsetiket

-IMO-IMDG code

8 Corrosief. 8

- Samenladingsgroep

III

- EmS nr.

F-A. S-8

- MFAG nr.

Zie 'Noodplan actie' Richtlijn. De behandeling voorgesteld in deze Richtlijn wordt beschreven in de toepasselijke tabellen en toegelicht in de toepasselijke secties van de 8ijlagen.

Luchtvervoer

- Transport gevaarsetiket -ICAO/IATA

8 Corrosief. 8

Overige informatie

TRANSPORTKAART 80GC5-111


Pagina: 5/ 6




OPTIGUARD MCPS070 15 WETTELlJK VERPLICHTE INFORMATIE Etiketteringsinformatie EEG - Symbo(o)l(en)

Bijtend:C

- Bevat

Natriumhydroxide

- R-Zinnen

R 34 :Veroorzaakt brandwonden. R31 :Vormt vergiftige gassen in contact met zuren.

- S-Zinnen

S 26 :Bij aanraking met de ogen onmiddellijk met overvloedig water afspoelen en deskundig medisch advies inwinnen. S 28 :Na aanraking met de huid onmiddellijk wassen met vee I water. S 36/37/39 :Draag geschikte beschermende kleding, handschoenen en een beschermingsmiddel voor de ogen/ het gezicht. S 45 :Bij een ongeval of indien men zich onwel voelt. onmiddellijk een arts raadplegen (indien mogelijk hem dit etiket tonen).

- EINECS nummer

Aile grondstoffen zijn opgenomen in de EINECS, tenzij specifiek vrijgesteld volgens EEG Richtlijn 67/548/EEC.

16 Overige informatie Aard van de revisie

Correctie in rubriek: 1,9,15

Gebaseerd op de EEG richtlijnen

1999/45/EG 2001/58/EG 2001/118/EG

Relevante R-zinnen I vermeld in secties 2 en 3 van het veiligheidsinformatieblad

R 31: Vormt vergiftige gassen in contact met zuren. R 35 : Veroorzaakt ernstige brandwonden. R 36/37/38: Irriterend voor de ogen, de ademhalingswegen en de huid. R 34 : Veroorzaakt brandwonden.


Pagina: 6/ 6

Milieueffectrapport voor de uitbreiding van de terminal van Vopak Vopak Europoort Rotterdam

Recommend Documents