Margreth Hoek
Mijn Triple P allergie Ouderschap en opvoedsprookjes in een Amsterdamse postercampagne
Samenvatting Het opvoedprogramma Triple P richt zijn mediacampagne op ‘alle ouders die geïnteresseerd zijn in de opvoeding en ontwikkeling van hun kinderen’. Opvoeden is een belangrijke taak, en dan is het goed om veel informatie en steun te krijgen – maar komt die boodschap over? Hieronder analyseert Margreth Hoek, moeder van een zoon op de basisschool, de woede die een postercampagne van PPP bij haar oproept. Zij kent heel wat mensen die voorstander zijn van de PPP-methode en twijfelt niet aan hun goede intenties. Al puzzelend over haar eigen reactie op de poster ontdekte zij echter dat er een kloof gaapt tussen de motto’s van Triple P, zoals ‘Blijf positief’ en ‘Positief opvoeden’, en de werkelijkheid van wat ouders ervaren bij het grootbrengen van een kind. Volgens die motto’s is het namelijk erg wanneer je je ergert aan een grote mond, en ben je een boze ouder wanneer je boosheid voelt bij zeuren en dreinen. Het is alsof Triple P alle vaders en moeders wil laten geloven in een opvoedsprookje. Trefwoorden: Opvoedprogramma, Tripple P, onaangename emoties, emotieregulatie, reflectie, normatieve boodschappen, ouderschap, sociale constructies. Margreth Hoek is programmamanager bij het NJi
Inleiding: een poster In Amsterdam hingen een tijdlang posters met daarop levensgroot een huilend, boos en dreinend kind, een roepnaam en de boodschap ‘Blijf positief’. De eerste keer dat ik er langs fietste, was ik in verwarring: die jongensnaam – die hoorde niet bij het afgebeelde meisje. Was er dus nog iemand anders die positief moest blijven? Wie dan? Het was me niet meteen helder – maar ik mocht natuurlijk niet verongelukken en dus fietste ik door. Na nog een paar keer naar de poster te hebben gekeken terwijl ik voorbij fietste, concludeerde ik dat de naam bij een opvoeder of ouder hoorde en dat met die grote letters werd aangespoord om positief te blijven als het kind luidkeels krijst of op volle toeren dreint. Geen makkelijke opdracht… blijf in zo’n situatie maar eens ‘positief’!
50
Afgedrukt voor:
[email protected]; IP86.80.175.228
Mijn Triple P allergie - Margreth Hoek
En toen spoot er stoom uit mijn oren: hoe halen ze het in hun hoofd om ouders op deze manier aan te spreken! Ja beste lezer: ik heb een allergie voor Triple P, want dat Australische opvoedprogramma zat achter de poster. Als ouder èn als deskundige rea geer ik inmiddels steeds heftiger op allerlei uitingen van hun methode om (ernstige) emotionele en gedragsproblemen bij kinderen te voorkomen door het bevorderen van competent ouderschap. ‘Triple P’ staat voor ‘Positief Pedagogisch Programma’ en voor een verre van goedkope opvoedmethode voor ouders met kinderen van 0 tot 16 jaar. Inmiddels wordt hij al in meer dan 130 Nederlandse gemeenten gebruikt. Ook in Amsterdam. Nederland is internationaal koploper implementatie van dit programma en er is nauwelijks openlijk kritiek op – hoewel die wel degelijk mogelijk is, en hard nodig. Opvoedend Nederland is er niet bij gebaat als Triple P een monopoliepositie krijgt. Maar wàt precies in deze poster activeerde mijn heftige reactie op de poster van Triple P, en hoe precies ging dat in zijn werk? Hieronder neem ik mijn reactie onder de loep, want ik ben vast niet de enige die allergisch is voor normatieve boodschappen achter opvoedprogramma’s.
‘Blijf positief!’ Op de posters staan het kind en zijn heftige emotie meer dan levensgroot afgebeeld. Een kind dat boos is, dreint, luidkeels huilt of schreeuwt: u kent het van thuis of in de auto, of heeft als observator zoiets meegemaakt in de supermarkt, op een verjaardagsfeestje of in de speeltuin. Juist de herkenbaarheid maakt het tot een sterk beeld. En confronterend: ouders willen zo’n emotionele uitbarsting immers waar mogelijk vermijden. Maar zelfs een argeloze fietser wordt meteen de arena binnengetrokken van die hoogst onaangename opvoedtoestand. De ouder staat niet op de poster, maar wordt wel aangesproken, en de naam op de poster is niet de mijne, maar èlke voorbijganger verplaatst zich zó in de positie van de ouder en begint zich al ongemakkelijk en onthand te voelen… Gelukkig doet mijn kind niet zo, dus ik kan denken: dit product is niet voor mij bedoeld – op naar het volgende kruispunt! Maar ja, ik heb een levendige fantasie en beeld me al in dat ik die ouder ben. Ook in die zin is de poster geslaagd: ik identificeer me met een situatie die ik nauwelijks ken, maar waarvan ik donders goed weet dat hij ook mij kan overkomen. Boosheid, dreinen, krijsen – allemaal reuze irritant! Ik voel me er ook ongemakkelijk bij en mijn eerste impuls is om het in de kiem te smoren: ombuigen of de andere kant opkijken. Maar als het vaak zou voorkomen, en ik het niet kan ombuigen, dan weet ik zeker dat de stap van irritatie naar boosheid snel is gezet. En dan die volgende stap: naar onmacht en schaamte – omdat ik zelf óók boos ben. ‘Blijf positief!’ zegt de poster in grote, vetgedrukte woorden, want dit kind, hoe boos ook, heeft het nodig dat jij als ouder positief blijft. Vanuit het perspectief van het kind beaam je dat. Maar hoe haalbaar is het voor ouders? Laten we onze blik eens richten op het perspectief van de ouder.
51
Afgedrukt voor:
[email protected]; IP86.80.175.228
Ouderschapskennis - jaargang 15 - nr. 1 - maart 20112
Emotieregulatie In situaties zoals op de poster komt liefde voor het kind frontaal in botsing met gevoelens van haat. Het is dan zaak om de diverse emoties in de hand te houden, omdat anders ook ouder en kind frontaal met elkaar in botsing komen. Dan wordt er niet meer opgevoed – dat is wel duidelijk – en zijn de poppen pas ècht aan het dansen. De poster focust echter geheel op de kant van het kind: zijn emoties en wat hij nodig heeft, en besteedt geen aandacht aan de emoties van ouders en wat zij nodig hebben. Het is geen favoriet onderwerp op verjaarsfeestjes en er zijn weinig ouders die er openlijk voor uitkomen dat ze hun kind wel eens haten, maar tussen neus en lippen door geven ouders wel degelijk uitdrukking aan frustratie, woede en misschien haat. Denk aan: ‘Ik kan hem wel achter het behang plakken’ of die: ‘Aaarch!’-uitroep vol wanhoop op het schoolplein, en het rollen met de ogen. Het is dan ook van groot belang dat ouders óók in contact blijven met de niet-aangename gevoelens rond het kind. Ze horen erbij. Ze moeten erbij mogen horen – want weggestopte onaangename emoties gaan ondergronds en vreten van daaruit de relatie met je kind aan. ‘Blijf positief’ gaat voorbij aan de botsende emoties die bij ouderschap horen. Elke ouder wordt nu eenmaal heen en weer geslingerd tussen intense liefde en even intense irritatie, ergernis, zo niet haat voor je kind. ‘Blijf positief’ sluit daar niet op aan, maar roept met grote letters dat niet-positief fout is, en bij dat dictaat ‘Gij zult positief zijn!’ – daar zit mijn woede. Ik word als ouder-op-de-fiets geconfronteerd met een rottige opvoedsituatie. En dan wordt erbij gezegd dat ik positief moet blijven. Maar hoe kan iemand van mij, of wie ook, laat staan van een ouder, verwachten dat die zich bij zo’n situatie positief voelt? De poster walst over alle gevoelens van frustratie, woede en onmacht heen die gewoon zijn in de uitgebeelde situatie. Weet Triple P niet dat onaangename emoties rond een kind als stiekeme stoorzenders gaan functioneren als je ze negeert? Elke ouder kan voor kortere of langere tijd ergernis parkeren en lief en aardig blijven voor het kind – maar als de ergernis nooit wordt benoemd (‘Nu moet je ècht meewerken, anders wordt mama ècht boos’), dan spuit hij er op een onvoorzien moment uit, onverdund, tot schrik van het kind en tot schaamte van de ouder. Dat zijn dan ook de emoties waarop een opvoedprogramma moet focussen.
Puur positief werkt niet Zowel ouders als professionals gaan het heikele samengaan van liefde en haat voor het kind liever uit de weg. Hoe vaak sluiten ouders een klaagzang over slapeloze nachten of grote monden niet af met een ‘maar ik vind hem (nog) wel lief hoor’? En ook het korps van opvoeddeskundigen nodigt ouders niet uit om haat en dergelijke onder woorden te brengen. Terwijl onvoorwaardelijk liefde en aandacht worden aangeprezen als voorwaarde voor de gezonde ontwikkeling van je kind, vergeet men dat niet-oordelende aandacht voor de onaangename emoties van ouders een voorwaarde is voor duurzame ouderliefde.
52
Afgedrukt voor:
[email protected]; IP86.80.175.228
Mijn Triple P allergie - Margreth Hoek
Hevig ouderlijk ongenoegen betekent namelijk nog niet dat de liefde voor het kind in gevaar is. De Britse psychotherapeute Roszika Parker – gespecialiseerd in problemen van moeders – stelt zelfs dat het onder ogen durven zien van haatgevoelens voor je kind tot spontaan herstel van liefde leidt. De moeder die zich durft realiseren dat ze haat voelt, zal zich namelijk onmiddellijk daarop realiseren dat ze dat helemaal niet wil en dat ze eigenlijk van het kind houdt. Het daarop volgende gedrag zal spontaan ‘positief’ zijn - maar éérst moest de haat worden gevoeld. Woede, ergernis, haat, teleurstelling, minachting niet onder ogen zien, daarentegen, leiden onherroepelijk tot verwaarlozing of mishandeling – aldus Parker in Mother love, mother hate (1995). Het motto ‘Blijf positief’ is inmiddels vervangen door ‘Positief opvoeden’, maar de bezwaren blijven. Wat doen ouders die hun emoties goed in de hand hebben en het kind leren om datzelfde te doen: ze leggen uit, zeggen nee, stellen eisen, spreken vermanend toe, negeren, dreigen met straf – om maar een paar doorsnee reacties te noemen. Valt dat onder ‘positief opvoeden’? Complimenten, knuffels en samen op de bank zitten horen daar zeker bij – maar ouders moeten nu eenmaal af en toe ook negatief gedrag vertonen. Met complimenten en knuffels kom je er niet wanneer een kind iets wil dat niet kan of gevaarlijk is, of asociaal. Dus of de boodschap nu luidt ‘Blijf positief’ of ‘Positief opvoeden’ – ik krijg hem niet vertaald naar mijn eigen emoties en gedrag in situaties zoals die op de poster.
Opvoedsprookjes versus alledaags opvoeden De poster laat me niet los. Ik blijf ermee bezig: waarom zetten ze de boodschap ‘Blijf positief!’ op deze manier en met dit beeld op de poster? Welke gedachtegang steekt daarachter? Moet de poster een ideaalsituatie schetsen, zoals zoveel reclames waarmee zoveel producten worden verkocht? Dan plaats je het product tegen de achtergrond van een ideale wereld. Zo valt die poster wel te begrijpen – want welke ouder wil niet ‘positief’ blijven in situaties waarin elk normaal mens zich allesbehalve positief voelt: wanneer je opvoedgedrag moet vertonen waar bijna elke ouder moeite mee heeft, zoals grenzen stellen en eisen uitspreken. Zo bekeken doet de poster een appel op het ideaalbeeld van de ouder die ook onder de zwaarste opvoedomstandigheden positief blijft. Maar dat is een sprookje, en het mist elke aansluiting bij de onprettige emoties die ook horen bij ouderschap en bij het onder de knie krijgen van het soort opvoedgedrag dat verzet oproept bij het kind. Met andere woorden: het beeld van de ouder die overal en altijd positief blijft, is niet realistisch, maar intussen werkt dit opvoedsprookje al als een ideaalbeeld waarmee we onszelf en elkaar de maat nemen. We doen het al. Let maar op: tijdens de ouderavond zei een ouder: ‘Van Triple P mag je geen briefjes in je huis ophangen, met wat je kind wel en niet moet doen.’ En een ander reageerde: ‘Ja, maar zeg dat dan ook even tegen mijn man’. Men komt bij elkaar over de vloer en met cursuskennis oordelen we over wat we zien. Meestal gebeurt dit stilzwijgend, maar allemaal weten we donders goed dat andere ouders ons beoordelen. Wij doen het immers zelf: enerzijds om de opvoedkunst van
53
Afgedrukt voor:
[email protected]; IP86.80.175.228
Ouderschapskennis - jaargang 15 - nr. 1 - maart 20112
elkaar af te kijken, anderzijds om aan de hand van andermans opvoedblunders ons gevoel van eigenwaarde op te krikken: ‘ik doe het zo slecht nog niet!’ Is het dan een verbetering als ook de Triple P-boodschappen ons beoordelingssysteem binnensluipen? De poster activeert de boodschap: jij doet het niet goed als ouder wanneer je in deze situatie niet positief blijft. En het motto van ‘Positief Opvoeden’ spiegelt ouders een ideaal voor dat in de dagelijkse praktijk al evenmin haalbaar is: een kind wordt niet groot van alleen maar positief opvoeden. Met het naar voren schuiven van een wensbeeld waaraan elke ouder wel zou willen voldoen, maar dat in de dagelijkse ouderschapspraktijk eenvoudigweg niet haalbaar is, stoort dit opvoedprogramma het ouderlijk reflectieproces. Ouders wikken en wegen nu eenmaal continu over het eigen handelen, en over de vraag hoe te reageren, wanneer en hoe sterk, op welk gedrag van het kind – ongeacht de emoties die dat oproept en die weer in de hand gehouden moeten worden. De Amsterdamse poster sluit op geen enkele manier daarbij aan. Er wordt slechts een ideaalbeeld van de altijd-positieve ouder naar voren geschoven – alsof dit de ouder is die elk kind zich droomt.
Het onontkoombare Triple P-ideaal Ik kan gewoon doorfietsen en Triple P aan me voorbij laten gaan. Maar aan Triple Puitingen valt niet te ontkomen. Dit programma biedt namelijk ondersteuning op diverse niveaus: van weinig tot zeer intensief. Het laagste niveau begint met een brede campagne in de media, en loopt via voorlichtingsgesprekken en gericht advies bij specifieke zorgen op, naar steun of een gezinsinterventie bij ernstige gedragsproblemen. Er is geen ontsnappen aan, want Triple P richt zijn campagnes op alle ouders die geïnteresseerd zijn in de opvoeding en ontwikkeling van hun kinderen. Opvoeden is een belangrijke taak, en dan is het goed om informatie en steun te krijgen – maar zo is de boodschap bij mij niet overgekomen. Ja, de poster ving mijn aandacht, maar ik was te boos om er goed naar te kijken. De tip voor ouders die op de poster schijnt te staan heb ik nooit gezien, hoewel ik meerdere malen naar de poster heb gekeken. Ook het webadres heb ik niet gezien. De poster heeft zijn doel dus niet bereikt. Wat heeft hij wèl bereikt? Dat Triple P in hetzelfde vakje is terechtgekomen als alle opvoedtijdschriften, opvoedboeken en tv-opvoedtainment waar ik vanuit professionele interesse soms een blik op sla – om als ouder snel weer af te haken. Het wil niet zeggen dat ik geen opvoedpuzzels heb, maar ik voel me niet uitgenodigd om hulp of advies te zoeken in de hoek van Triple P. En ik weet zeker dat ik niet de enige ouder ben in Nederland die echt niets moet hebben van de opvoedsprookjes van het kindgerichte Triple P.
Literatuur Parker, R. (1995) Mother love, mother hate. The power of maternal ambivalence. New York: Basic Books.
54
Afgedrukt voor:
[email protected]; IP86.80.175.228