Hoe breng ik mijn kind (en mezelf) structuur bij?
1
Mijn kind is een georganiseerde chaos, en ik eigenlijk ook! In menig gezin maken ouders zich zorgen over hun kinderen. Kinderen die te druk zijn en te chaotisch werken krijgen al snel de stempel van „hyperactief‟ opgeplakt en als ze dan nog van alles vergeten of door elkaar doen: „concentratieproblemen‟. Dat kan allemaal wel zo zijn. Er zijn kinderen bij wie een diagnose zeker gerechtvaardigd is. Toch is er een veel grotere groep kinderen die misschien wel wat problemen hebben als het gaat over chaos en orde, maar die zeker geen stoornis hebben. Heel wat kinderen worstelen met de vraag: „Hoe pak ik dat aan? Hoe gaat dat het beste?‟ en evenveel ouders weten niet hoe ze hun kind hierin kunnen helpen. Structuur brengen in een kinderleven is niet eenvoudig. Opruimen betekent vaak „niet weten waar in die grote berg aan te beginnen‟. Minder leuke taken zoals huiswerk maken of je kamer opruimen worden alsmaar uitgesteld. Niet omdat het kind het niet wil doen, maar wel omdat ze vaak niet weten waar ze eerst moeten beginnen. En dan nog duizend keer vragen: „Wanneer is het vakantie? Wanneer moet ik naar de tandarts? Hoeveel tijd heb ik nodig om dat te doen en kan ik dan nog wel spelen? Wanneer moet ik beginnen, en hoe?‟ De tijd en de taken structureren is voor veel kinderen één grote chaos! Ja, maar vroeger… …leek het leven veel gestructureerder. Maar is dat wel zo? Akkoord, kinderen van vandaag leven in een drukke en chaotische wereld, met ouders die druk bezet zijn en chaos in het verkeer en op de spitsuren thuis! Bewust tijd vrijmaken voor rustige momenten. Je kind de tijd en de ruimte geven om te ravotten en te spelen, dat is erg belangrijk. Hoe meer je zelf opgejaagd bent, hoe hectischer je kind zal reageren. Ze proberen krampachtig het helse tempo van de volwassenen te volgen, maar slagen daar niet in. Spieren lijken ineens veel krampachtiger te zijn, hoofd en handen werken niet meer vlot samen en er gaat vanalles mis. Net als het ‟s morgens erg druk is valt een glas melk om over de tafel, stoot er zich wel iemand of trek je met een ruw gebaar de rits van je broek tot ver boven de knoop met alle gevolgen van dien! En in alle drukte roep je tegen je kind “wat ben jij toch chaotisch!” Op de keukentafel ligt een briefje. “Ruim je kamer op voor je gaat zodat ik straks kan stofvegen en dweilen”. Martijn trekt zijn wenkbrauwen op en schrijft er bij “zalk doen mams!”. Op je 16de is je leven druk, zo ook dat van Martijn en hij trekt naar boven. Hij begint ijverig met de cd‟s op te rapen en legt ze op een stapel op het bureau. Even een muziekje opzetten, of toch maar een ander. De doos van een gezelschapsspel ligt op de grond. Als hij er de deksel op wil doen merkt hij dat het niet goed past. Dat is dan maar voor straks. Het spel belandt onder het bed. Hij gooit het donsdek over zijn bed en meteen vliegen een aantal kledingsstukken door de kamer. Hij raapt ze op, kijkt er naar, en propt de stapel in de kast. De boeken legt hij bij elkaar, maar er is geen plaats op het bureau! Dan maar op de grond. Waar is dat muziekboek nu toch! Hij ziet het en trekt het met een ruk tussen de stapel uit. Zo, en nu naar de muziekles. Als moeder thuis komt en naar zijn kamer gaat ziet ze dat hij van alles verplaatst heeft maar veel verschil heeft het niet gemaakt!
Niet alle kinderen (en volwassenen) zijn hetzelfde Om vlot met de wisselingen van het dagelijkse leven om te kunnen moet je een zekere mate van flexibiliteit hebben. De ene heeft dat en kan op elke situatie vlot en als het nodig is ook op Manuscript Wendy Peerlings Januari 2006
1/8
Hoe breng ik mijn kind (en mezelf) structuur bij?
2
een ander manier inspelen. De andere heeft er grote moeite mee en houdt sterk vast aan een vast stramien om de dingen aan te pakken. Flexibel zijn betekent ook dat je andere oplossingen kan bedenken of dat je de andere oplossingen, werkwijzen, of volgordes van andere mensen wilt en kan uitproberen. Op die manier kan je je eigen manier van handelen leren aanpassen aan de noden die er zijn. Als je zelf veel probeert en wilt leren doen, moet je ook fouten mogen maken. Vanuit je fouten kan je leren. Het is in dat leerproces naar zelfstandigheid belangrijk dat je je kind stimuleert, het kansen geeft. Maar het allerbelangrijkste is dat je het kind vertelt en met schouderklopjes of lovende woorden beloont voor wat het al goed gedaan heeft, ook al is dat maar één klein stukje. Zorg dat je de kleine goede dingen vooral in de verf zet en dat je daar oog voor hebt. Een kind hoort graag wat het al goed gedaan heeft of goed kan. Als je dat vooral benoemt, zal het zich fier voelen en gemotiveerd zijn om verder te oefenen. Uit proberen en falen leer je, maar je moet dus fouten durven maken, berekende risico‟s durven nemen. Ga met je kind samen op zoek naar hoe het voor hem of haar wel zou kunnen. Als je vraagt: “Wat moet er volgens jou veranderen of wat moet ik volgens jou doen zodat je het wel eens wilt proberen?” dan geef je het kind ruimte om samen met jou nieuwe horizonten te verkennen. Ook zijn er kinderen die moeite hebben met het aanpakken van nieuwe taken. Ze willen wel, maar als ze iets nieuws moeten doen, dan krijgen ze het niet voor elkaar. Ze blijven op dezelfde (vertrouwde) manier de handelingen uitvoeren ook al weten ze ergens dat het geen goed resultaat zal opleveren.. Het aanleren van een nieuwe motorische taak of van een vlotte coördinatie kan dan erg vertraagd verlopen. Soms is advies van een psychomotorisch therapeut hier zinvol.
En als de appel dan valt… valt ze zelden ver van de boom! Of je kind één brok chaos is die door de dagen heen vliegt of dat je kind een goed gestructureerd persoontje is dat alles rustig en geordend kan verwezenlijken, hangt af van twee grote factoren: 1. de eigenheid van je kind 2. van jou als voorbeeldouder of –begeleider Kinderen zijn imitatiekunstenaars en leren hun leven zelf in handen nemen en ordenen door vooral jouw voorbeeld als volwassene te volgen. Al van jongs af aan kijken kinderen naar jou. Ze zien vol bewondering hoe jij alle dagdaaglijkse taken tot een goed einde probeert te brengen. Hoe geordender dat jij dat doet, hoe meer je kind er van zal leren zelf een gestructureerde levensstijl op te bouwen. De wijze van aanpakken die jij spontaan bezit en overbrengt op je gezin of de klas, nemen kinderen snel over.
Tussen orde en chaos staat structuur Maar wat is structuur en waar vind je het? Structuur is in feite de onderliggende organisatie die ervoor zorgt dat wat je doet, beter en sneller lukt, met minder moeite.
Manuscript Wendy Peerlings Januari 2006
2/8
Hoe breng ik mijn kind (en mezelf) structuur bij?
3
Structuur in jezelf, je houding als opvoeder Zoveel mensen, zoveel stijlen. Iedereen mag zijn eigen stijl hebben, maar je moet je er wel bewust van zijn, want je kind zal jouw stijl ongemerkt overnemen. Ben jij van nature uit erg gestructureerd, zal je kind dat overnemen, maar ook als jij een chaoot eerste klas bent, zal je kind dat zien en nadoen. Zolang je je bewust bent van je eigen stijl, kan je er op letten en weet je waar je extra aandacht aan zal moeten besteden en waar de knelpunten zullen komen. Probeer je eigen onmacht te controleren.Verwijt je kind nooit wat je zelf ook niet doet. Alleen kalmte kan je redden…Wil jij rust, zorg dan dat je rustig wordt voor je je kind dwingt in een structuur die je zelf niet kan bieden of volhouden Je filterfunctie is heel belangrijk. Kinderen willen veel, alles en liefst alles tegelijk. Neem nu bijvoorbeeld speelgoed. Een kind mag best veel speelgoed hebben, maar dan niet alles tegelijk! Kinderen mogen best veel hobby‟s hebben, maar ze moeten leren dat ze die niet allemaal tegelijk kunnen beoefenen. Nu dit, straks dat, vandaag dit en later dat… Zeg als ouder niet te vaak “ik kan dat niet” … omdat je even geen zin of tijd hebt! Kinderen hebben jou als voorbeeld nodig om hun eigen zelfwaardegevoel mee op te bouwen. Als je altijd zegt dat jij dat niet kan, dan fnuik je het zelfvertrouwen van je kind. Je leert er je kind mee om moeilijke dingen maar niet te doen, om sneller te zeggen „Ik kan dat niet‟ om er maar vanaf te zijn! En dat wil je juist niet. En als je kind zegt “ik kan dat niet” Probeer je kind dan uit te nodigen om het samen te doen. Moedig je kind aan om het te proberen, maar biedt hulp waar nodig Vertel direct daarna aan je kind dat hij of zij het heel goed gedaan heeft.Blijf positief in je opmerkingen en benoem vooral wat er al goed gaat. Op die manier houd je de mogelijkheid van een leerfase open. Verlang niet dat alles in één keer 100% juist lukt, maar wees tevreden met wat er al is. Is de opdracht te moeilijk, maak ze dan eenvoudiger, maak er meerdere kleine opdrachtjes van of vertel ze op een eenvoudigere manier. Maar bovenal, laat je kind voelen dat je in hem of haar gelooft!
Structuur in het leven van je kind Structuur brengen in de tijd is één van de moeilijkste aspecten voor kinderen. Vooral omdat het inschatten van de tijd iets heel moeilijks is. 0 Zichtbaar maken van de tijd: het tijdsschema Kinderen hebben geen besef van hoe lang iets duurt, of hoeveel tijd ze nog nodig hebben. Laat staan dat ze kunnen inschatten wanneer ze een zee van tijd hebben en wanneer ze zich moeten haasten. Daarvoor hebben ze jou nodig. En tijdschema kan al veel helpen. Hiermee heeft je kind een overzicht van de taken die het nog allemaal moet doen.
De school is uit
Fruit eten, Buiten spelen drinken en tot de wekker vertellen gaat Manuscript Wendy Peerlings Januari 2006 15u30-15u45 15u45-16u00 16u00-17u00
Huiswerk maken met mama 17u00-17u30
Klaar voor het eten 17u30
3/8
Hoe breng ik mijn kind (en mezelf) structuur bij?
4
Aankondigen van de tijd: het wekkertje Het is niet altijd eenvoudig om kinderen die druk aan het spelen zijn, aan het werk te krijgen of gewoon te doen stoppen. Kinderen hebben de tijd nodig om iets af te ronden, net als volwassenen die ergens druk mee bezig zijn. Je moet het stop-moment dan ook duidelijk en eventjes op voorhand aankondigen. Een heel handig hulpmiddeltje hierbij is werken met een kookwekkertje. Maak zo‟n 10 tot 15 minuten voor het einde, de afspraak met het kind, dat het nog even verder mag spelen, tot het wekkertje afoopt. Kinderen moeten enerzijds leren om vol te houden en door te werken. Maar we moeten ze toch ook een stukje in bescherming nemen. Meermaals hoor je in de praktijk dat kinderen in de lagere jaren van de lagere school, meer dan anderhalf uur per dag met hun huiswerk bezig zijn. Het gevolg is dat evenveel ouders er elke dag even lang langs zitten! Wees hier realistisch in. Als je kind goed doorwerkt, maar het heeft gewoon meer tijd nodig om bijvoorbeeld iets op te schrijven of de berg huiswerk is groot en groeit steeds weer aan, grijp dan in. Praat erover met de leerkracht. Kinderen hebben ook recht op wat vrije tijd na een lange schooldag. Misschien kan je in overleg met de leerkracht afspreken wat een realistische werktijd is. Nog zoveel te doen Maandag naar pianoles, dinsdag naar de bijles, woensdagmiddag naar de voetbal, donderdag pas laat thuis en …. Zo‟n drukke werkdagen komen tegenwoordig meer voor. Kinderen hebben nauwelijks nog vrije tijd. De ene verplichting volgt de andere op. Ook hier moet je als ouder leren filteren. Je kind mag veel verschillende hobbies, sporten of begeleidingen volgen, maar niet allemaal tegelijk en in één week. Door regelmaat krijgt tijd betekenis Hoe zit het met je eigen dagroutine? Regelmaat is erg belangrijk voor kinderen. Het is het tovermiddel om hen rustiger te laten worden… en voor jezelf ook! Maak de tijd voorspelbaar door er regelmaat in te bouwen en door duidelijk de verschillende momenten (nu is het etenstijd, nu moet je stoppen, nu mag je spelen,…) aan te geven en zo te houden. Tijd voor jezelf als ouder: mamatijd en papatijd Het is een mythe dat je altijd en overal beschikbaar moet zijn voor je kind. Er zijn nu eenmaal momenten dat je even niet je kind kan animeren. Bouw voor je kind zo‟n „zelf-doen-moment‟ in. Kinderen moeten ook leren zichzelf bezig te houden en niet steeds afhankelijk te zijn van jouw actieve deelname. Kinderen leren maar alleen te spelen als ze er de kans toe krijgen. Ze leren het niet als je hen steeds blijft animeren, toespreken en bezighouden.
Kindertijd: quality-time met je kind Maak elke dag, per ouder 20 minuten tijd vrij om er volledig voor je kind te zijn (qualitytime) en te spelen met je kind, zonder dat je met „grote-mensen-dingen‟ zoals koken, opruimen, je laptop of je werk bezig bent. Tijd vrijmaken voor je kind is erg belangrijk om een goede band op te bouwen. Kinderen zijn je er erg dankbaar voor. En als je kind even geen zin heeft om drukke dingen met je te doen, het blijft zijn recht behouden op dat exclusieve
Manuscript Wendy Peerlings Januari 2006
4/8
Hoe breng ik mijn kind (en mezelf) structuur bij?
5
momentje van jou! Loop niet weg, maar doe samen iets, al is het lummelen op de bank of praten over het weer!
Structuur in de ruimte Opbergruimte is vaak het grootste probleem als het gaat over het structureren van de ruimte. Het beste is nog altijd om voldoende opbergruimte te voorzien en als het even kan voorzien van dozen of boxen waar alles in kan. Bij de meeste zet-het-zelf-in-elkaar meubelzaken hebben ze handige opbergsystemen met rekken en bakken, vaak in leuke Zweedse kleurtjes die kinderen aanspreken. Je kan er een prentje op hangen van wat erin moet (Lego®, poppen, kleurtjes,…) zodat alles zijn eigen plek krijgt. In een speelruimte mag er rommel zijn, maar niet voor altijd! Waar gespeeld wordt ontstaat chaos. In een speelruimte heb je drie dingen nodig: een vloer waar je op kan zitten en die je makkelijk schoon kan maken, open rekken met bakken op kinderhoogte waardoor kinderen zelf kunnen kiezen en nemen waarmee we willen spelen en het zelf ook weer in de juiste bak kunnen doen en terugzetten en een dichte kast, waar je alles opbergt dat je even aan de kant wil zetten tot later. Die kast die kan natuurlijk ook ergens anders in het huis staan. Het maakt niet uit, als je maar een dichte opbergkast hebt! Een aparte speelruimte moet niet altijd een aparte kamer zijn. Jonge kinderen kunnen goed alleen leren spelen als ze merken dat hun ouders in de buurt (en zichtbaar) zijn. Het kan ook gewoon een afgebakend deel van de woonkamer zijn. Maak duidelijk waar de speelruimte is en waar niet meer. Je kan dit doen door er een ander soort tapijt te leggen of door de opbergkasten en rekken in een hoek te zetten zodat het duidelijk is waar hun speelruimte zicht bevindt. Als de ruimte groot genoeg is om in te bewegen zullen kinderen ook in die ruimte blijven. Als je dan de opbergruimte bij de hand hebt, merken ze zelf wel dat je af en toe moet opruimen om plaats te houden om te spelen. Informatieruimte Niet alleen zichtbare ruimte moet je structureren, ook informatie in je hoofd of op papier vraagt om structuur. Maar niet alleen het onthouden is moeilijk zonder structuur, ook het studeren in een structuurloze cursus. Vooral in schoolboeken met veel foto‟s en een drukke lay-out zijn één grote chaos. Toegegeven, handboeken waar alles in mooi in kolommen na elkaar staat zijn saai. Maar in de meeste moderne handboeken zijn zoveel kleurtjes en foto‟s gebruikt en is de lay-out zo druk dat veel jongeren die te weinig structuur hebben of die zich te hard aan één structuur vasthouden het er heel moeilijk mee hebben die leerstof te studeren. En met de zelfgemaakte cursussen van leerkrachten is het vaak niet beter gesteld. Zelden gebeurt het dat meerdere leerkrachten in één school dezelfde structuratie van hun cursussen gebruiken. Vaak moeten de jongeren zelf de structuur zoeken of voor elk vak een andere structureringswijze eigen maken. Niet simpel als het niet iets is wat in je genen zit. Zelfs de meest drukke kinderen kunnen genieten van een eigen plekje. Vaak bouwen ze met de kussens van de bank of met een deken en stoelen een eigen tent. Of ze kruipen ergens onder. Zorg dat je kind ergens even tot rust kan komen, waar je het niet gaat storen. Neem het hen niet af, maar maak er duidelijke afspraken over. Zichtbaar maken van een volgorde “Wat moet ik eerst doen?”, “En wat dan?” zijn veelgestelde vragen. Kinderen weten meestal wel hoe het eindresultaat van een opdracht eruit zou moeten zien, maar zelf de stappen bedenken om er toe te komen is erg moeilijk.
Manuscript Wendy Peerlings Januari 2006
5/8
Hoe breng ik mijn kind (en mezelf) structuur bij?
6
Ik leg mijn bed open Ik doe de gordijnen open
Ik ga ontbijten Ik kleed me aan: pyjama uit, hemd, T-shirt, trui aan broek en sokken aan schoenen aan Ik poets mijn tanden Ik was mijn gezicht en handen Ik kam mijn haren
In het begin zal heel je huis vol hangen met van dit soort schema‟s. Eentje in de badkamer, eentje daar waar huiswerk gemaakt wordt en soms zelfs eentje op het toilet of (geplastificeerd) in de douche om aan te geven in welke volgorde je jezelf moet wassen. Voor jonge kinderen hang je ze best heel zichtbaar en op ooghoogte op. Voor pubers liever iets discreter. Zorg dat de schema‟s zichtbaar ophangen, d.w.z. op ooghoogte van je kind Maak jezelf tot bondgenoot van je kind doorheen de opdracht “Ruim je kamer op!” nodigt toch veel minder uit om het te doen dan een vriendelijke “Zullen we samen je kamer opruimen?”. Of “Ik heb al speciaal voor jou dat schema opgehangen!” komt veel minder uitnodigend over dan “Kijk eens, hier hangt een schema, om ons te helpen de volgorde goed te onthouden”. Mijn kind leren kritisch te kijken naar het eigen werk Wat je vaak hoort is dat ouders klagen over de huiswerkmomenten. “Mijn kind kijkt, maar vindt alles goed, nauwkeurig en netjes, terwijl ik vind dat het slordig is en vol fouten staat. En als ik er dan wat van zeg, is het ruzie!”. Duidt niet elke fout afzonderlijk aan, maar duidt de reeks of vraag met een stip aan waar de knelpunten zitten. Maak hier een „aandachtspuntje‟ van dat je zo aanduidt: Als je dit gebruikt om bij een oefening te zetten, dan weet het kind dat dit een aandachtspuntje is. Bovendien kan het dat beter onthouden en het stimuleert om er regelmatig naar terug te kijken. Vertrouw op de capaciteiten van je kind. Als jij altijd alles blijft corrigeren en voorzeggen, zijn de punten op school misschien goed, maar leert je kind het nooit om het zelfstandig ook te doen. Manuscript Wendy Peerlings Januari 2006
6/8
Hoe breng ik mijn kind (en mezelf) structuur bij?
7
Blijf ten alle tijden positief en breek je kind niet af, ook al gaat het voor de 100ste keer mis! Samen komen jullie er wel uit. Een leuke manier om kinderen aan het nakijken te zetten en om hun eigen werk kritisch te leren nakijken is het principe van „meester of juf‟ te hanteren. Het voorbeeldje van Thomas, onze drukke jongen die nu in het eerste leerjaar zit en leert schrijven. Thomas moet lettertjes schrijven, als het kan mooi op de lijntjes. Als Thomas een rijtje af heeft spelen we „Meester Thomas‟ met hem. “Thomas, jij mag even naar de deur gaan en dan kom je terug binnen als meester Thomas”. (Thomas loopt naar de deur en komt terug zitten). “Dag meester Thomas. Ik heb hier een werkje van een kind uit jouw klas. Hier is een groene pen. Kijk jij het werkje eens na en zet jij eens een groene streep onder drie letters die je erg mooi gemaakt vindt. (Thomas zet een aantal streepjes nadat hij heel aandachtig gekeken heeft.) En nu mag jij, meester Thomas, een rode stip zetten onder één letter die je niet zo goed gelukt vindt. (Thomas zet een dikke bol onder de minst mooie letter.) Dankjewel meester Thomas, nu mag je kleine Thomas weer gaan halen. (Thomas loopt naar de deur en komt terug). Dag Thomas, kijk eens wat meester Thomas heeft aangeduid op jouw blad? Kan jij vertellen wat hij bedoeld met deze groene strepen? En waarom? En wat betekent deze rode bol? Waarom? Waar zou je op moeten proberen letten?”. Thomas kijkt op deze manier zijn werkje zelf kritisch na en staat stil bij de aandachtspunten. Maar ik heb nog geen zin… Kinderen moeten leren dat, ook al hebben ze ergens geen zin in, dat het soms toch moet gebeuren. Ga niet eindeloos onderhandelen met het kind, maar zet er een duidelijke maar haalbare limiet op. Teveel onderhandelen (nog even, straks, als jij dit doet, dan krijg je dat, …) heeft geen zin. Er zijn nu eenmaal dingen die moeten, ook al doe je ze niet graag. Soms is een goedgeplaatste „omdat ik het zeg‟ beter dan tien argumenten!
over de ramp die zich kan voltrekken… … Als je kinderen gestructreerder te werk gaan dan jij! Ach, weet dan dat je nooit te oud bent om te leren. Mama, je moet je … nog opruimen! Och ja, dat is waar, goed dat jij me daaraan doet denken! Als we jou niet hadden gehad! „Pa, zal ik je even komen helpen? Want de mijne is al klaar!‟ vraagt Martijn voorzichtig aan vader. Pa kijkt verbaasd. Ze hadden een kwartier daarvoor slaande ruzie gehad. Het was allemaal begonnen met twee „Zweedse‟ bouwpakketten voor kastjes voor op de studeerkamer van Martijn. Vader is er nog steeds mee bezig en intussen is moeder opgetrommeld om de boel vast te houden. Samen hadden ze één doos open gemaakt, maar al snel bleek dat de werkstijl van vader niet overeenkwam met die van Martijn. Vader had alles uit de doos gehaald, alle planken op een hoop, had een hamer genomen en was begonnen met de planken aan elkaar vast te maken. Martijn mocht alleen vasthouden want vader leek handen te kort te hebben. Toen hij zich met de volgorde begon te bemoeien („pa, moet je niet eerst die doen!‟), was de ruzie begonnen. Na tien minuten van vragen en goedbedoelde en even vaak herhaalde tips van Martijn en het hardnekkig volharden in zijn eigen werkwijze van vader, had pa hem weggestuurd met de andere doos („Als je het denkt beter te weten, doe het dan maar zelf‟).
Manuscript Wendy Peerlings Januari 2006
7/8
Hoe breng ik mijn kind (en mezelf) structuur bij?
8
Maar Martijn kon het beter, misschien niet zo handig met het gereedschap, maar wel heel duidelijk en gestructureerd; eerst het plan eens bekijken, alles klaarleggen en dan stap voor stap de werkwijze van de brochure volgen en merken dat het zo ook lukte, zelfs met twee linker handen.
Besluit Leersituaties kan je overal vinden en overal inbouwen. Ook structuur eigen maken in je manier van werken kan je leren. Benut ze bewust, rustig en met de glimlach, die leermomenten voor kinderen én ouders! Samengevat Structuur is geen toverwoord maar een werkwoord. Je moet er mee aan de slag. Structuur kan je van buitenuit opleggen om van chaos orde te maken. Zorg dat zelf gestructureerd omgaat met je kind. Help je kind om de tijd te structureren en de ruimte waarin het leeft en werkt. Samen opdrachten op een gestructureerde manier leren uitvoeren helpt je kind om zelfbewuster en zelfstandiger taken aan te pakken. Blijf geloven in de positieve mogelijkheden van je kind en sta positief tegenover elke poging die het kind doet.
Wendy Peerlings Mijn kind is onhandig Lannoo 2006
Manuscript Wendy Peerlings Januari 2006
8/8