Migranten in Nederland. nl
VERSLAG VOORONDERZOEK WEBSITE MIGRATIEGESCHIEDENIS Amsterdam, 2006
Afbeelding omslag: Uithangbord Schoorsteenvegerssteeg Amsterdam (Amsterdams Historisch Museum)
Uitvoering: Dr. Corrie van Eijl
Advies: Drs. Alice van Diepen (Gemeentearchief Amsterdam) Prof. dr. Leo Lucassen (Centrum voor de Geschiedenis van Migranten)
DIT ONDERZOEK IS MEDE MOGELIJK GEMAAKT DOOR DE
MONDRIAAN STICHTING, HET VSBFONDS, HET
GEMEENTEACHIEF AMSTERDAM EN DE UNIVERSITEIT VAN AMSTERDAM (FACULTEIT GEESTESWETENSCHAPPEN).
2
INHOUDSOPGAVE
1. Migranten in Nederland
4
2. Moving Here – Looking There
7
3. Wat is er tot nu toe op Nederlandse websites te vinden?
11
4. Medewerking erfgoedinstellingen
16
5. Betrokkenheid van migrantenorganisaties
19
6. Migrantenerfgoed in instellingen
21
7. Voor wie is de website bedoeld?
26
8. Welke informatie zal op de website zijn te vinden?
28
9. Organisatorische inbedding
33
10. Technische infrastructuur
35
11. Voorlopige begroting
40
12. Mogelijkheden voor subsidieaanvragen
42
BIJLAGEN: 1. Bronnen over migratie en migranten in Nederland 2. Relevante literatuur 3. Links
3
1. MIGRANTEN IN NEDERLAND
Voorwoord Dit verslag is het resultaat van een onderzoek naar de haalbaarheid van een website over de geschiedenis van migranten in Nederland. Dit onderzoek is een initiatief van het Centrum voor de Geschiedenis van Migranten (CGM) en het Gemeentearchief Amsterdam (GAA). Beide instellingen zijn al langer betrokken bij initiatieven rond cultureel erfgoed van migranten. Het CGM, een samenwerkingsverband waarin onder meer het Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis participeert, stimuleerde onder meer lokale studies naar nieuwkomers en is een van de initiatiefnemers van het Historisch Beeldarchief Migranten (HBM). Het Gemeentearchief Amsterdam pleitte al eerder voor meer aandacht voor erfgoed van migranten in archiefinstellingen en verzamelde onder meer interviews met oprichters en sleutelfiguren van Amsterdamse migrantenorganisaties.
Het vooronderzoek vond plaats in 2005-2006. Tijdens het vooronderzoek is gekeken naar binnen- en buitenlandse voorbeelden en zijn gesprekken gevoerd met erfgoedinstellingen en migrantenorganisaties in Nederland. Dit verslag geeft daarvan de belangrijkste resultaten en gaat daarnaast in op de inhoudelijke, technische en financiële aspecten van een website over migranten in Nederland.
Geschiedenis van migranten Nederland heeft een lange geschiedenis van immigratie. Vanaf de late zestiende eeuw arriveerden groepen migranten in Nederland die hun eigen land ontvluchtten zoals protestanten uit de Zuidelijke Nederlanden, sefardische joden uit Spanje en Portugal en hugenoten uit Frankrijk. Daarnaast trokken veel arme migranten uit vooral Duitsland, Noorwegen, Zweden en Denemarken naar Nederland op zoek naar werk. In de negentiende en eerste helft van de twintigste eeuw was het percentage migranten lager. In die periode kwamen arbeidsmigranten vooral uit buurlanden, zoals de Duitse ambulante handelaren, grondleggers van veel Nederlandse warenhuizen, de vele soldaten voor het Nederlandse koloniale leger, de Belgische arbeiders aan wegen en dijken en de Duitse dienstboden. Anderen kwamen van verder weg, zoals de Italiaanse muzikanten, ijsbereiders en terrazzowerkers en de Poolse en Sloveense mijnarbeiders. Na de Tweede Wereldoorlog steeg het aantal nieuwkomers opnieuw. In verband met schaarste op de arbeidsmarkt, in het bijzonder voor laaggeschoolde arbeid, begon men eind jaren vijftig met het aantrekken van buitenlandse werknemers: aanvankelijk vooral uit Zuid-Europa (Spanje, Italië), later uit Turkije en Marokko. Spanjaarden en Italianen keerden na verloop van tijd veelal terug naar hun vaderland, terwijl bij Turken en Marokkanen steeds vaker sprake was van gezinshereniging en meer permanente migratie.
4
Andere nieuwkomers waren afkomstig uit de (voormalige) Nederlandse koloniën: de Indische Nederlanders en Molukkers, later de migranten uit Suriname en de Antillen. Bovendien kwamen er vluchtelingen naar Nederland. Aanvankelijk was hun aantal beperkt – afkomstig uit Sri Lanka, Vietnam, Turkije – maar vanaf de jaren tachtig arriveerden grotere groepen uit onder meer voormalig Joegoslavië, Iran en Afrika.
Belgische vluchtelingen, 1914 (IISG)
Hoewel er perioden zijn geweest met veel en met minder immigratie, kwamen altijd al mensen naar Nederland om hier te trouwen, werk te zoeken en voor kortere of langere tijd te wonen. In de beelden, verhalen en documenten over de Nederlandse geschiedenis is de betekenis van migratie en migranten nog steeds onderbelicht. Kennis over de Nederlandse migratiegeschiedenis en over de betekenis van migratie voor de ‘Nederlandse’ samenleving en cultuur is geen gemeengoed. In de hedendaagse debatten over nieuwkomers in de Nederlandse samenleving wordt veelal de indruk gewekt dat migratie in deze omvang een volstrekt nieuw verschijnsel is. Slechts een enkeling weet dat Nederland in 1914 bijna een miljoen Belgische vluchtelingen herbergde. Nog minder mensen weten dat rond 1600 bijna eenderde van de Amsterdamse bevolking in Duitsland was geboren. Zonder al die migranten had de bloeitijd van de Nederlandse Republiek er heel anders uitgezien. In de laatste jaren is veel onderzoek verricht naar de geschiedenis van migranten in Nederland, maar de resultaten daarvan zijn meestal alleen in kleine kring bekend. De bronnen die getuigenis geven van de verschillende migratie- en vestigingsprocessen blijven helaas verborgen in de schatkamers van archieven en musea of liggen nog in dozen op zolders bij migranten zelf. Bij erfgoedinstellingen en migrantenorganisaties neemt de aandacht voor de geschiedenis van migranten langzaam toe. Er zijn verschillende initiatieven genomen om cultureel erfgoed van migranten op te sporen en toegankelijk te maken. Hoewel deze initiatieven succesvol zijn, blijven de resultaten daarvan veelal op zichzelf staande publicaties of tijdelijke tentoonstellingen. Kinderen en kleinkinderen van naoorlogse arbeidsmigranten die op zoek zijn naar de geschiedenis van hun ouders en grootouders kunnen daarvoor nauwelijks terecht in Nederlandse archieven en musea. Er is echter wel behoefte aan meer informatie bij bijvoorbeeld de tweede generatie nieuwkomers. Dat blijkt onder meer uit de bevindingen 5
van het project ‘Generaties Later’ van het Stadsarchief Dordrecht. Het ligt voor de hand dat die behoefte, met een sterk groeiend aantal nakomelingen van migranten, alleen maar toe zal nemen. Interesse voor de geschiedenis van migranten beperkt zich overigens niet tot migranten zelf en hun nakomelingen, ook andere groepen in de samenleving (scholieren, studenten, journalisten, beleidsmedewerkers) vragen regelmatig om meer informatie. Een migratiewebsite kan de al bestaande kennis over migranten in Nederland voor een groot publiek zichtbaar maken. Het zal tegelijkertijd een stimulans zijn om het migrantenerfgoed in instellingen te ontsluiten en toegankelijk te maken en kan behulpzaam zijn bij verdere opsporing van migrantenerfgoed. Een website kan bovendien snel inspelen op en aanknopen bij actuele gebeurtenissen.
Conclusie Nederland heeft een lange traditie van immigratie. Met alle aandacht voor de huidige generaties nieuwkomers lijkt migratie een nieuw verschijnsel, maar de geschiedenis laat zien dat er eerder perioden zijn geweest met veel immigranten. Deze geschiedenis is vaak alleen in kleine kring bekend en cultureel erfgoed van en over migranten is moeilijk te vinden. Een migratiewebsite maakt de kennis en de bronnen over de geschiedenis van migranten in Nederland zichtbaar.
De heer Groenberg, medeoprichter in 1975 van jongerencentrum Kwakoe (Gemeentearchief Amsterdam)
6
2. MOVING HERE – LOOKING THERE
Het plan voor een Nederlandse website over de geschiedenis van migranten ontstond naar aanleiding van een virtueel bezoek aan Moving Here, een website over 200 jaar migranten in Engeland. In de verwachting dat een Nederlands initiatief goed zou kunnen profiteren van de jarenlange ervaring van Moving Here (MH), is een bezoek gebracht aan een aantal organisaties die zijn betrokken bij de Engelse website. Wij (Alice van Diepen en Corrie van Eijl) spraken met medewerkers van The National Archives: Alison Webster (hoofd online content), Susannah Bacardax (project manager MH) en Liz Lovell (office manager MH). Daarnaast ontmoetten we enkele medewerkers van de belangrijkste partnerinstellingen: London Metropolitan Archives (Geoff Pick, hoofd publieke diensten) en Museum of London (Cathy Ross, hoofd afdeling ‘Later London History and Collections’). Onze gesprekpartners gaven veel informatie over de opzet en werkwijze van MH, wezen op mogelijke problemen en gaven talloze tips. Hieronder volgen enkele van de belangrijkste bevindingen. Moving Here is oorspronkelijk opgezet als digitaliseringproject, met de bedoeling om zoveel mogelijk cultureel erfgoed van migranten in archieven en musea in digitale vorm op een centrale plaats toegankelijk te maken. In de tweede fase van het project (vanaf 2005) volgen specifieke toepassingen voor het (lager) onderwijs en ‘community’ projecten. De eerste fase van MH is gefinancierd door de Big Lottery Fund, de tweede fase door de Heritage Lottery Fund. Moving Here is een initiatief van The National Archives (TNA) en wordt ook door deze instelling gedragen: veel materiaal afkomstig uit TNA en het TNA-team speelt een centrale rol. Daarnaast zijn 30 partnerinstelling bij het project betrokken. Omdat MH veel geld ineens kreeg stond men onder een grote tijdsdruk. De samenwerking verliep niet altijd even soepel omdat archieven en musea vaak alleen in digitalisering van eigen materiaal waren geïnteresseerd en zich minder betrokken voelden bij het gehele project. De samenwerking beperkte zich, mede door het grote aantal deelnemers, veelal tot het digitaliseren van materiaal. Dat gebeurde meestal te traag en achteraf gezien hadden vooral de kleinere partners meer hulp moeten krijgen. Voor een goede samenwerking met partners zijn een helder tijdschema van het project en formele contracten (output, copyright) erg belangrijk.
7
MH heeft zich in eerste instantie bewust beperkt tot vier grote groepen: Ierse, Joodse, Caribische en Aziatische migranten. Deze keuze was gebaseerd op de omvang van de populatie, het aanwezige materiaal en de samenwerkingsmogelijkheden. Voor deze vier groepen zijn uitgebreide migratiegeschiedenissen gemaakt en is veel materiaal verzameld. Voor overige groepen migranten is het materiaal veel beperkter en is er weinig inhoudelijke informatie. Achteraf denkt men dat het beter was geweest om breder (meer groepen migranten) en minder diepgaand te werken. Voor de technische infrastructuur is gebruik gemaakt van het systeem van TNA, maar er is daarnaast veel geld in nieuwe applicaties gestoken (in totaal £ 400,000). Achteraf denkt men dat het beter was geweest om direct een nieuw systeem op te zetten omdat het gebruik en de toepassingen sterk verschillen van die van TNA. Voor de financiering van het project was het belangrijk dat de website ook na afloop van het project enige tijd in de lucht zou blijven; TNA heeft dat toegezegd voor vijf jaar. De website wordt veel bezocht en de ‘Gallery’ (plaatjes) blijkt de belangrijkste trekker. Mensen komen veel minder dan verwacht binnen via de migratiegeschiedenissen. De mogelijkheid om verhalen toe te voegen wordt als een vernieuwend en belangrijk aspect van de website gezien en krijgt ook veel waardering. MH was in opzet niet sterk gericht op bepaalde groepen (‘all things for all people’)
Moving Here website
en aanvankelijk kwamen vooral mensen die geïnteresseerd waren in familiegeschiedenis (genealogisch onderzoek). Op dit moment richt men zich in toenemende mate op het (lager) onderwijs (‘catch them while they’re young’), mede door de mogelijkheden voor verdere financiering. Er is tevens een verschuiving van de aandacht bij MH: eerst concentreerde men zich vooral op grote steden, nu is er meer aandacht voor plattelandssteden. Voor de opzet van de website is het van belang voor ogen te houden op welk publiek je je richt. Bovendien zijn gebruikersanalyses aan te raden als de website eenmaal beschikbaar is. De website moet ook voortdurend vernieuwen om aandacht te blijven trekken (‘keep it fresh, keep it lively’).
Moving Here is – met de grote hoeveelheid data en informatie en de vele toepassingen de enige website die lijkt op wat we voor ogen hebben met een Nederlandse migratiewebsite. Er zijn echter wel andere buitenlandse initiatieven op dit gebied waar inspiratie kan worden opgedaan. Renée Kistenmaker, projectleider van het CEM-project, maakte eerder een overzicht van internationale initiatieven op het gebied van een
8
migratiemuseum. De stand van zaken lijkt niet sterk veranderd. Sommige van deze websites ontwikkelen zich, terwijl aan andere nauwelijks iets lijkt te gebeuren. Het betreft veelal projecten in oprichting, zoals: Migrationsmuseum Duitsland (Zentrum für Geschichte, Kunst und Kultur); Projekt Migrationsmuseum Schweiz. De Franse website Cité nationale de l’histoire de l’immigration is een voorloper van het ‘echte’ migratiemuseum in Parijs, dat in 2007 zijn deuren zal openen. () Dit museum zal zijn gewijd aan de geschiedenis en cultuur van migratie in Frankrijk en aan de rol van migranten in de nationale geschiedenis, een bijdrage die in de gewone geschiedschrijving lang is genegeerd. Op deze site is een film over de Franse migratiegeschiedenis (vanaf 1820) te zien, chronologische en thematische dossiers. De site geeft geen toegang tot bronnen in archieven of beeldmateriaal. Inspirerend zijn portretten van verschillende migranten (met fotoalbums, interviews en muziek) en ook zijn nieuwe, regionale en lokale initiatieven op het gebied van migratiegeschiedenis en cultureel erfgoed van migranten opgenomen.
Een ander voorbeeld is het Migration Heritage Centre, een virtueel museum over migratie en vestiging in New South Wales vanaf 1788. De website wil een ander perspectief bieden op de Australische geschiedenis, bewerkstellingen dat er een meer representatief erfgoed bewaard blijft voor toekomstige generaties, een beeld geven van de ervaringen van migranten en een tegenwicht bieden aan mythes en vooroordelen.
Op de website zijn verschillende tentoonstellingen te zien, zoals ‘Belongings’ met persoonlijke herinneringen van eerste generatie migranten die in de jaren na de Tweede Wereldoorlog naar Australië kwamen. Een ander voorbeeld is ‘Getting Married’, verhalen van huwelijken in verschillende (ook meer recente) migrantengroepen (Servisch, Libanees, Vietnamees) met verschillende culturele en religieuze tradities. De website geeft daarnaast informatie en verwijzingen naar projecten en tentoonstellingen in erfgoedinstellingen in New South Wales.
9
Om ideeën op te doen voor de Nederlandse website hoeven we ons overigens niet te beperken tot websites over immigranten, er zijn ook andere sites die wat dit betreft interessant zijn, zoals: Malta Virtual Emigration Museum, met vele inhoudelijke en statistische informatie over emigratie en vestiging van emigranten. De site geeft onder meer visuele weergave van bestemmingen in de verschillende perioden. The Association of European Migration Institutions, een site met veel links naar instituten en musea op het gebied van migratie. In Motion: The African-American Migration Experience, een prachtige site met veel afbeeldingen, teksten (documenten, brieven, kranten etc.), kaarten, verschillende toepassingen en een uitgebreide tijdbalk.
Tot slot willen we graag wijzen op de website Women working, 1800-1930 van het Harvard Open Collections Program. Deze website bevat veel verschillende soorten documenten, zoekmogelijkheden en toepassingen en geeft een uitgebreide toelichting over de opzet en aanpak. In de loop van 2006 zal binnen hetzelfde programma een website met bronnen, beeldmateriaal en literatuur over immigratie en emigratie de lucht in gaan.
Conclusie De Engelse website Moving Here is een goed voorbeeld van wat ons voor ogen staat met een Nederlandse migratiewebsite. Een goede analyse van deze site is van groot belang voor de opzet van de Nederlandse website. We kunnen bovendien profiteren van de ervaringen die gedurende het project in Engeland zijn opgedaan. Ook een aantal andere buitenlandse websites geven een goed voorbeeld van de mogelijkheden. Moving Here en goede andere buitenlandse voorbeelden zijn inspirerend, motiverend en leerzaam voor de opzet van een Nederlandse migratiewebsite.
10
3. WAT IS ER TOT NU TOE OP NEDERLANDSE WEBSITES TE VINDEN?
Ook in Nederland heeft men de afgelopen jaren niet stil gezeten. Naast nieuwe algemene historische websites zijn er websites tot stand gekomen die specifiek zijn gericht op migranten of migratie. Veel archiefinstellingen en musea hebben bovendien inmiddels een eigen website, waarop soms een deel van de (beeld)collectie te vinden is. Niettemin is het cultureel erfgoed met betrekking tot de geschiedenis van migranten voor grote groepen gebruikers niet of slecht toegankelijk. Mensen zoeken steeds vaker informatie op internet en zeker migranten zijn weinig bekend met archieven en andere erfgoedinstellingen. We kunnen dat betreuren, maar als we de toegang tot erfgoed voor deze nieuwe groepen Nederlanders (evenals voor anderen) willen vergroten is verdere digitalisering onontbeerlijk. Wat niet op internet is te vinden lijkt niet te bestaan. En wat dat betreft is het met de geschiedenis van migranten slecht gesteld. Gerichte zoekopdrachten (via Google in augustus 2005) naar bijvoorbeeld ‘Chinese migranten’ of ‘Chinezen in Nederland’ leveren weinig relevante hits op; dat geldt ook voor Duitse, Spaanse, Italiaanse, Turkse, Marokkaanse, Surinaamse en Indische migranten. We komen terecht bij veelal academische publicaties of onderzoeken en al lang geleden gehouden lezingen. Daarnaast zien we enkele sites die wat informatie over de geschiedenis van migratie en vestiging van een bepaalde groep bevatten, maar die informatie is in de regel beperkt en wordt niet altijd bijgehouden. Een mooi, maar vrij uitzonderlijk, voorbeeld van een website die meer biedt is Spaanse migranten in Eindhoven, met publicaties, foto’s en egodocumenten over Spanjaarden bij Philips tussen 1963-2003.
Spaanse werknemers vieren 75-jarig jubileum van Philips in 1966
Wat opvalt, is dat ook de resultaten van veel projecten die zijn gefinancierd in het kader van de regeling ‘Cultureel Erfgoed Minderheden’ (2002 t/m 2004) (nog) niet op internet
11
zijn te vinden, of zijn in ieder geval niet via algemene zoekmachines als Google toegankelijk zijn. Mensen die goed thuis zijn in de Nederlandse erfgoedwereld kunnen natuurlijk zoeken in de sites van archiefinstellingen en andere organisaties. De Beeldbank van het Nationaal Archief en enkele stedelijke archieven en beschikken over veel beeldmateriaal van migranten in Nederland, vooral uit de twintigste eeuw. De websites van erfgoedinstellingen zijn afzonderlijk te bekijken, maar er zijn ook mogelijkheden om meerdere collecties tegelijkertijd te doorzoeken. Met de Cultuurwijzer, ontwikkeld in opdracht van de Vereniging Digitaal Erfgoed Nederland (DEN) kan men zoeken in de collecties van verschillende musea, archieven en bibliotheken. Andere mogelijkheden zijn Thematis Erfgoed Portaal, dat een gecombineerde zoekactie uitvoert in een twintigtal Nederlandse erfgoedinstellingen en Maritiem Digitaal, een gezamenlijke database van de belangrijke maritieme musea in Nederland, waarin gegevens kunnen worden opgezocht over voorwerpen en literatuur die zich in deze musea bevinden.
Uithangbord Schoorsteenvegerssteeg Amsterdam (Amsterdams Historisch Museum)
Toch blijft ook hier de opbrengst beperkt en hebben de resultaten van een speurtocht naar de geschiedenis van migranten in Nederland vooral betrekking op beeldmateriaal, naast een aantal literatuurverwijzingen en nummers in archiefinventarissen. Wie wil weten wat zich in de archieven bevindt kan terecht op archieven.nl. Op deze website zijn archievenoverzichten, inventarissen en toegangen van ca. 30 archiefdiensten doorzoekbaar. Dat levert gedetailleerde informatie over stukken in archieven met betrekking tot bijvoorbeeld: vreemdelingen (323), Hugenoten (23), Belgische vluchtelingen (79), zigeuners (43), Italianen (14) Marokkanen (11). Het materiaal zelf is echter niet digitaal toegankelijk en wie de stukken wil inzien moet vervolgens naar de betreffende archiefinstelling. Dat is voor veel mensen een te grote stap. Op een aantal andere websites is meer inhoudelijke informatie te vinden over de geschiedenis van migranten in Nederland, zoals de websites van de stichting Anno, 20 eeuwen Nederland en Maritiem Digitaal. De meeste aanknopingspunten bieden echter de websites die specifiek zijn gericht op migranten in Nederland, of die een speciaal
12
onderdeel hieraan besteden. Dat zijn vooral Het Geheugen van Nederland (KB) en de educatieve website 'Sporen van Migratie in Rotterdam' (Gemeentearchief Rotterdam). Daarnaast zullen de websites van het Historisch Beeldarchief Migranten (IISG) en ImagineIC op den duur meer cultureel erfgoed van migranten ter beschikking stellen.
HET GEHEUGEN VAN NEDERLAND Het Geheugen van Nederland is een programma van de Koninklijke Bibliotheek dat zorgt voor de digitalisering van belangrijke bronnen van cultureel erfgoed. Inmiddels is een grote digitale collectie (350.000 objecten) opgebouwd met beeldmateriaal van verschillende Nederlandse erfgoedinstellingen. De collectie heeft uitsluitend betrekking op de 20e eeuw. Bij het verzamelen van het materiaal is ook gedacht aan nieuwkomers in de Nederlandse samenleving. Een aantal verzamelingen is specifiek gewijd aan migranten, zoals die over de geschiedenis Suriname en van Nederlands Indië. Het gaat daarbij echter niet om migratie en vestiging in Nederland, maar om informatie over het land van herkomst. Voor de migratiewebsite zijn vooral de collecties ‘Molukse geschiedenis en cultuur in beeld’ en ‘joods Nederland rond 1900’ van betekenis. Daarnaast bevatten ook andere (foto)collecties in het Geheugen materiaal over het leven van migranten in Nederland. Door de hele collectie heen kan gezocht worden op bijvoorbeeld: migranten, gastarbeid, etnische minderheden en vluchtelingen. Aanvankelijk richtte men zich vooral op het verzamelen van digitale beelden, maar vooral voor gebruik in het onderwijs kwam er meer aandacht voor inhoudelijke informatie. In het educatieve gedeelte vinden docenten in het voortgezet onderwijs lessen op basis van de digitale collecties. Voor de migratiewebsite is vooral de digitale les ‘Migranten in Nederland na 1945’ van belang. Deze is gemaakt in samenwerking met de stichting Beeld en Geluid en bevat veel historische geluidsfragmenten en bewegend beeld.
De educatieve website Sporen van Migratie in Rotterdam is ontwikkeld door het Gemeentearchief Rotterdam in samenwerking met twee Rotterdamse middelbare scholen. De website is ontstaan als reactie op de vraag naar digitaal lesmateriaal over de geschiedenis van migratie in Rotterdam. De naam verwijst naar de sporen die migranten in erfgoedinstellingen hebben nagelaten. 'Sporen van Migratie' geeft een overzicht van de geschiedenis van migratie in Rotterdam en biedt daarnaast informatie over de belangrijkste migrantengroepen. De website is vooral bedoeld voor leerlingen in de tweede fase van het voortgezet onderwijs en de lessen passen in de eindtermen voor het vak geschiedenis. De site geeft vragen bij de verschillende onderdelen en handleidingen voor leerlingen en docenten. Leerlingen kunnen de resultaten van hun onderzoek op de site plaatsen.
13
Historisch Beeldarchief Migranten In het Historisch Beeldarchief Migranten (HBM) worden digitale beelden verzameld uit particuliere collecties van migranten die in de afgelopen honderd jaar naar Nederland kwamen. Het project is ondergebracht bij het IISG in Amsterdam. In de periode 2003-2006 wordt een basiscollectie aangelegd van circa 5000 foto’s die een representatief beeld moeten geven van de geschiedenis van migranten in Nederland. Daarbij is gekozen voor de grootste migrantengroepen: Indische Nederlanders, Surinamers, Turken en Marokkanen. Daarnaast komt een aantal kleinere groepen aan bod, zoals migranten uit Italië, Spanje, Portugal, Griekenland, Kaapverdië en het voormalige Joegoslavië. Bij het verzamelen van foto’s werkt het HBM samen met verschillende migrantenorganisaties en geeft samen met hen een training 'Culturele Spoorzoekers' voor jongeren die wortels hebben in landen die tot de doelgroep behoren. De database met afbeeldingen en beschrijvingen zal in de komende jaren via de website toegankelijk worden gemaakt. In afwachting daarvan is op de website een selectie van foto’s van de verschillende migrantengroepen te zien.
ImagineIC is een instituut voor de verbeelding van identiteiten en culturen. Door gebruik te maken van oral history en ICT verzamelt Imagine verhalen over migratiegeschiedenis en eigentijdse culturele diversiteit. Migranten presenteren daarbij een eigen visie op hun leven in Nederland. Voor jongeren organiseert ImagineIC bijvoorbeeld digitale video- en fotoworkshops waarin zij hun eigen beeldproducties maken. Senioren werken bij Imagine aan digitale programma’s om hun verhaal vast te leggen. Van deze persoonlijke geschiedenissen maken kunstenaars en wetenschappers in opdracht van Imagine tentoonstellingen, audiovisuele programma's en digitale producties voor nieuwkomers en gevestigden. Op de website van Imagine IC is een aantal projecten beschreven. Soms zijn resultaten van projecten en tentoonstellingen te zien, maar veelal zijn die (nog) niet op via internet toegankelijk.
De laatste twee initiatieven – het HBM en ImagineIC – richten zich op cultureel erfgoed van migranten dat (nog) niet in bestaande erfgoedinstellingen is te vinden. Het HBM gaat op zoek naar beeldmateriaal dat zich bevindt in de fotoalbums en persoonlijke archieven
14
van migranten en hun nakomelingen, terwijl ImagineIC met medewerking van migranten ‘nieuw’ erfgoed creëert.
Conclusie De speurtocht op internet laat zien dat er wel initiatieven zijn om cultureel erfgoed van migranten te verzamelen en toegankelijk te maken, maar dat de informatie zelf en de hoeveelheid gedigitaliseerd erfgoed beperkt en versnipperd is. Hoewel een migratiewebsite raakvlakken heeft met een aantal van deze initiatieven zal er zeker geen sprake zijn van verdubbeling, gelet op de specifieke focus van de genoemde instellingen. Een migratiewebsite die bestaande initiatieven aanvult, goede en uitgebreide informatie over de migratiegeschiedenis verstrekt en nieuwe initiatieven stimuleert is daarom absoluut geen overbodige luxe.
Opening Turks volkshuis in Rotterdam, 1982 (IISG)
15
4. MEDEWERKING ERFGOEDINSTELLINGEN In hoeverre kan het initiatief voor een migratiewebsite rekenen op de steun van Nederlandse archieven en musea? Het oorspronkelijke plan om tijdens het vooronderzoek te werken met een schriftelijke enquête onder medewerkers van belangrijke erfgoedinstellingen hebben we snel laten varen. Uit eerdere onderzoeken bleek dat bij archiefinstellingen sprake is van een enquêtemoeheid en dat formulieren vaak niet of slordig worden ingevuld.1 Omdat we graag wilden horen wat men van het initiatief vond en op welke manier archieven en musea een bijdrage wilden leveren, besloten we een aantal grotere instellingen persoonlijk te bezoeken. Daarnaast zijn meer informele gesprekken gevoerd met medewerkers van erfgoedinstellingen, zoals tijdens de presentatie van het project op de studiedagen van de stichting Digitaal Erfgoed Nederland (DEN) in november 2005.
Met de volgende instellingen / projecten is overlegd over het opzetten van een migratiewebsite: Nationaal Archief (NA) Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis (IISG) Internationaal Instituut en Archief voor de Vrouwenbeweging (IIAV) Gemeentearchief Amsterdam (GAA) Gemeentearchief Rotterdam (GAR) Haags Gemeentearchief (HGA) Het Utrechts Archief (HUA)* Gemeentearchief Dordrecht (GAD) Zeeuws Archief (ZA)* Openluchtmuseum Arnhem Amsterdams Historisch Museum (AHM) Historisch Museum Rotterdam (HMR)* Moluks Historisch Museum (MHM)* Joods Historisch Museum (JHM)* Historisch Beeldarchief Migranten (HBM) Imagine Identity and Culture (Imagine IC) Het Geheugen van Nederland Nederlands Instituut voor Beeld en Geluid * Met de instellingen die zijn gemarkeerd met een * is terloops overlegd, bij de andere zijn we op bezoek geweest.
De bezochte instellingen kregen vooraf informatie over het vooronderzoek. Het belangrijkste doel van de gesprekken was te ontdekken in hoeverre men het initiatief 1
Zie bijvoorbeeld: Erhan Tuskan, Zülfikar Özdogan en Marlou Schrover, Collecties en beleid van openbare archiefinstellingen (Amsterdam 2002) 19. 16
ondersteunde en in welke vorm en onder welke voorwaarden men medewerking wilde verlenen. Bovendien wilden we weten welk relevant erfgoed - zowel documenten, foto’s, als audiovisueel materiaal - zich in de collecties bevindt en in hoeverre dit erfgoed is geïnventariseerd en gedigitaliseerd.
Marktvergunning voor de Italiaanse ijsverkoper M.Tofani, 1934 (Gemeentearchief Amsterdam)
De erfgoedinstellingen staan vrijwel zonder uitzondering positief ten opzichte van het initiatief voor een migratiewebsite. De meeste hebben zelf al het en ander gedaan om erfgoed van migranten in de collectie op te sporen en/of nieuwe collecties op dit gebied binnen te halen of te creëren. In veel instellingen maakt erfgoed van migranten echter geen structureel onderdeel uit van het collectie- en presentatiebeleid. Een positieve uitzondering hierop vormt het IIAV waar erfgoed van migranten (vrouwen) al langere tijd een belangrijk aandachtspunt is. Bij instellingen waar erfgoed van migranten niet de hoogste prioriteit heeft, beseft men wel dat nieuwkomers en hun nakomelingen gezien de veranderende samenstelling van de bevolking een belangrijke doelgroep vormen. Het initiatief voor een website die laat zien wat zich allemaal in erfgoedinstellingen bevindt en bovendien nieuwe initiatieven op dit terrein kan stimuleren, juicht men dan ook toe. Sommige instellingen kampen met kleine budgetten of zelfs bezuinigingen waardoor de prioriteit (terecht of onterecht) op dit moment niet ligt bij erfgoed van migranten. De positieve opstelling van instellingen komt vooral tot uiting bij gebruik van al gedigitaliseerd erfgoed van migranten. Vrijwel alle instellingen zeggen toe dat de website gebruik kan maken van dit materiaal. Een aantal stelt daarbij wel voorwaarden. Zo hecht het HGA aan herkenbaarheid en wil graag dat duidelijk is te zien waar het materiaal vandaan komt. Een dergelijke voorwaarde is uiteraard geen probleem omdat bij al het materiaal een bronvermelding zal staan. Instellingen moeten ook baat hebben bij de samenwerking. Het GAA stelt als voorlopige voorwaarde dat alleen thumbnails 17
gedownload kunnen worden en dat geen materiaal gratis ter beschikking wordt gesteld waarvoor bezoekers van de eigen website/ het eigen archief moeten betalen. In een later stadium, als duidelijk is wie onder welke voorwaarden toegang geeft tot het materiaal, is hierover wellicht nog overleg mogelijk. Het Nederlands Instituut voor Beeld en Geluid werkte al eerder samen met Het Geheugen aan ‘Migranten in Nederland na 1945’, een project waarvoor veel materiaal is gedigitaliseerd. Bij deze instelling bevindt zich veel meer waardevol materiaal voor de website, maar dat is vaak moeilijk te gebruiken in verband met rechten. Hierover zou op termijn uitgebreider overlegd moeten worden. Een andere zaak is in hoeverre instellingen bereid zijn om nieuw materiaal voor het project te digitaliseren. De meeste instellingen hebben eerder deelgenomen aan digitaliseringprojecten, in het kader van Metamorfoze dan wel Het Geheugen van Nederland. Instellingen die samenwerkten met het Geheugen hebben vooral positieve ervaringen. Dat heeft deels te maken met de financiering van het digitaliseren: instellingen dragen 30% bij en vast personeel mag in de begroting worden opgenomen. Daarnaast waardeert men dat Het Geheugen gebruik maakt van de inhoudelijke expertise van instellingen (die zelf konden beslissen welk materiaal waardevol was), en de goede ondersteuning, verslaglegging en afspraken over het gebruik. Enkele instellingen hebben wat minder goede ervaringen, vooral omdat het erg lang duurt voor de projecten zijn afgerond en de resultaten op de website staan. Het ging bij Het Geheugen in de regel om zeer grote collecties (het IISG leverde bijvoorbeeld 6000 beelden en 6000 pagina’s tekst). Als er aanvullende financiering aanwezig is zijn de meeste instellingen wel bereid om deel te nemen aan nieuwe initiatieven om het migrantenerfgoed te digitaliseren. Een gedeeltelijke financiële bijdrage kan instellingen over de streep trekken om binnen de grote opdracht tot digitalisering prioriteit te leggen bij erfgoed van migranten. Erfgoed van migranten behoeft extra aandacht omdat het veelal verstopt zit in verschillende collecties en niet als zodanig ontsloten is. We komen hier later in het verslag nog op terug. Conclusie Als onderdeel van dit haalbaarheidsonderzoek zijn gesprekken gevoerd met vertegenwoordigers van een groot aantal erfgoedinstellingen. Zij staan vrijwel zonder uitzondering positief ten opzichte van het initiatief voor een migratiewebsite. Reeds gedigitaliseerd materiaal kan gebruikt worden en met extra financiering is men bereid migrantenerfgoed in de eigen collecties op te sporen en te digitaliseren. Een migratiewebsite kan dat gedigitaliseerde materiaal direct laten zien en stimuleert tot verdergaande digitale beschikbaarheid van collecties.
18
5. BETROKKENHEID VAN MIGRANTENORGANISATIES Naast de samenwerking met erfgoedinstellingen is voor het succes van een migratiewebsite ook de medewerking van migrantenorganisaties van belang. In een eerder stadium bleek al dat instellingen als het Inspraakorgaan Turken (IOT) en de stichting Lize (Zuid-Europeanen) zeer positief stonden ten opzichte van het initiatief. Zij denken dat er bij hun achterban veel belangstelling bestaat en verwachten dat de website een sterke stimulans zal zijn om materieel en immaterieel erfgoed bij migranten te kunnen verzamelen en toegankelijk te maken. Om ook de reacties van andere migrantenorganisaties te horen is een afspraak gemaakt met het Directeurenoverleg van het Landelijk Overleg Minderheden (LOM).
Het LOM is het overleg tussen het kabinet en de samenwerkingsverbanden van minderheidsgroepen. Er zijn acht samenwerkingsverbanden van minderheidsgroepen die tot het LOM zijn toegelaten: Inspraakorgaan Chinezen (IO) Inspraakorgaan Turken (IOT) Landelijk Overlegorgaan Welzijn Molukkers (LOWM) Lize, overlegpartner Rijksoverheid Zuid-Europese gemeenschappen Overlegorgaan Caribische Nederlanders (OCaN) Surinaams Inspraak Orgaan (SIO) Samenwerkingsverband van Marokkanen en Tunesiërs (SMT) Vluchtelingen-Organisaties Nederland (VON)
Vertegenwoordigers van deze samenwerkingsverbanden, aanwezig op het directeurenoverleg, hadden van te voren informatie over het websiteproject toegestuurd gekregen. Tijdens de vergadering is vervolgens toelichting gegeven op de plannen en de vorderingen. Er blijkt brede steun te bestaan voor het opzetten van een website. Men verwacht ook dat zowel de organisaties als de achterban profijt zullen hebben van een website met een goed verhaal over de geschiedenis van alle groepen migranten. De afzonderlijke organisaties krijgen nu herhaaldelijk verzoeken om informatie over de migratiegeschiedenis (scholieren, pers, overheid, maar ook veel andere geïnteresseerden) en er is nog weinig op papier of via internet toegankelijk.
19
Men steunt bovendien het plan om niet alleen de geschiedenis van etnische groepen te beschrijven, maar om ook de positie van migranten te laten zien aan de hand van bijvoorbeeld veranderingen in de stedelijke samenleving of in bedrijven. Tijdens het overleg zijn tevens enkele suggesties gedaan: - Omdat migratie geen eenrichtingsverkeer is zou bij voorkeur ook aandacht moeten worden besteed aan mensen die Nederland verlieten en naar bijvoorbeeld het Caribische gebied of Indië vertrokken, evenals aan zogenaamde retourmigranten. - Men vraagt zich af hoe toegankelijk de informatie zal zijn voor verschillende doelgroepen. Zo kan het een lastig dilemma zijn om veel informatie te willen geven, terwijl dat niet goed te combineren is met het zapgedrag op internet. Men raadt aan om de website te testen onder doelgroepen zoals hun achterban. - Hoewel sommigen opmerken dat de plannen erg ambitieus zijn, vinden anderen dat er misschien nog wel meer zou kunnen gebeuren. Men raadt aan in ieder geval te zorgen voor veel publiciteit. Dat zou kunnen door de site stapsgewijs op te bouwen en aan het eind van een etappe een gezichtsbepalend evenement te organiseren (boek, festival et.) om de aandacht op de website te vestigen. Dat betekent wel dat er een flink budget voor publiciteit zou moeten zijn. - De organisaties hechten veel belang aan het ontwikkelen van onderwijstoepassingen in een later stadium. De website kan bovendien een stimulans zijn voor de uitbreiding van het cultureel erfgoed. Migranten, nakomelingen en anderen die enthousiast zijn over de website zullen sneller geneigd zijn (kopieën van) eigen foto’s en documenten af te staan. Bovendien kan door de website blijken dat er belangrijke hiaten zijn en kunnen nieuwe initiatieven worden ontplooid om die met bijvoorbeeld interviews in te vullen. Migrantenorganisaties kunnen daarbij een bemiddelende rol vervullen.
Conclusie Vertegenwoordigers van migrantenorganisaties worden betrokken bij het verdere verloop van het project. Zij kunnen waardevolle adviezen geven over de inhoud en opzet van de website en hun achterban motiveren tot gebruik van de site. Bovendien kunnen migrantenorganisaties wellicht ook een bemiddelende rol spelen waar het gaat om het verwerven van migrantenerfgoed (documenten, foto’s interviews) ten behoeve van de website. Een actieve bijdrage van migrantenorganisaties is voorwaarde voor de realisatie van een migratiewebsite.
20
6. MIGRANTENERFGOED IN INSTELLINGEN
Het vooronderzoek naar de haalbaarheid van een migratiewebsite richtte zich niet alleen op de steun bij erfgoedinstellingen en migrantenorganisaties, maar ook op het cultureel erfgoed van migranten in de collecties van die instellingen. Voor dit onderdeel verwachtten we gebruik te kunnen maken van de onderzoeken die enkele jaren geleden zijn verricht in het kader van het project Cultureel Erfgoed Migranten. Deze onderzoeken hadden tot doel om te inventariseren welke schriftelijke, mondelinge en digitale bronnen van en over migranten zich bevonden in de collecties van archiefinstellingen en bij migrantenorganisaties. Dat resulteerde in zeven onderzoeksverslagen.2 Deze inventarisaties leverden echter veel minder op dan we hoopten. In de eerste plaats richtten die onderzoeken zich in het bijzonder op de periode na de Tweede Wereldoorlog terwijl de website een veel langere periode in de geschiedenis van migranten zal gaan bestrijken. Daarnaast concentreerde een aantal onderzoeken zich sterk op definities, afbakening van het terrein en/ of aanbevelingen voor verder onderzoek. De meeste inventarisaties geven daarom weinig concrete informatie over het aanwezige erfgoed in instellingen. Voor de website, die zich concentreert op de geschiedenis van migratie naar en vestiging in Nederland, lijken vooral de collecties van historische musea zoals het Amsterdams Historisch Museum en het Moluks Historisch Museum van belang.
Hutkoffers van de 1e generatie Molukkers, die in 1951 per schip in Nederland aankwam (Moluks Historisch Museum).
2 Erhan Tuskan, Zülfikar Özdogan en Marlou Schrover, ‘Collecties en beleid van openbare archiefinstellingen’ (Amsterdam 2002); Mieke Boer, ‘Inventarisatieonderzoek bij 29 musea naar het cultureel erfgoed van migranten en vluchtelingen’ (z.j.) Kadir Catan, ‘Inventarisatie Cultureel Erfgoed Minderheden. Zelforganisaties van koloniale migranten, arbeidsmigranten en vluchtelingen’ (2002); Kadir Catan, ‘Inventarisatie islamitisch erfgoed bij zelforganisaties’ (z.j.); Touria Bouhkim, ‘Onderzoek naar islamitisch erfgoed bij 13 Nederlandse musea’ (z.j.); Aspha Bijnaar e.a., ‘Op zoek naar de stilte... Een handreiking voor het opsporen van cultureel erfgoed Nederlands slavernijverleden’ (z.j.); Behrang Mousavi, ‘Onderzoek naar islamitisch erfgoed in de Nederlandse archieven’ (2002).
21
Uit de onderzoeken kwam verder naar voren dat migrantenorganisaties vrijwel niet beschikken over materiële objecten, maar wel over schriftelijk en audiovisueel materiaal. Voor de geschiedenis van deze organisaties en voor de bronnen daarover nemen sleutelpersonen een belangrijke plaats in. De meeste organisaties staan positief ten opzichte van ontsluiting en overdragen van het materiaal aan instellingen die zich richten op cultureel erfgoed van migranten. Hoewel de inventarisaties weinig concrete informatie geven over het aanwezige erfgoed in musea en bij migrantenorganisaties, geldt dat veel minder voor het onderzoek naar erfgoed in openbare archiefinstellingen. Toch blijkt ook uit dit rapport dat de verstrekte informatie heel algemeen is en dat er talrijke lacunes zijn. Op basis van de verkregen reacties kunnen nauwelijks uitspraken worden gedaan over de totale omvang van het aanwezige cultureel erfgoed van migranten. Het meest opvallende resultaat van de inventarisatie van erfgoed in openbare archiefinstellingen is namelijk dat 40 procent van de instellingen beweert geen archiefmateriaal te bezitten over migratie en migranten. De indruk bestaat dat men vooral heeft gekeken naar specifieke organisaties en archieven en niet naar materiaal in overheidsarchieven, bedrijfsarchieven of andere meer algemene collecties. Zo zit er vaak materiaal over vreemdelingen in de politiearchieven en hebben gemeentes veelal bemoeienis gehad met bijvoorbeeld huisvesting, taalcursussen en met organisaties van migranten. Bovendien bevatten archieven van grote bedrijven soms waardevol materiaal over tewerkstelling van migranten.
Affiche manifestatie jongerenorganisties, 1980 (IISG)
Het grootste deel van het verslag van de inventarisatie van openbare archiefinstellingen heeft betrekking op de collectie van het IISG. Het IISG heeft relatief veel archieven van organisaties van en over migranten en ook een aantal grotere collecties (vakbeweging, politieke partijen etc.) waarin zich materiaal over migranten bevindt. Daarnaast zijn er veel jaarverslagen en periodieken, maar ook beeld- en geluidsmateriaal Het inventarisatierapport geeft een korte beschrijving van de relevante archieven en een opsomming van de aanwezige periodieken, jaarverslagen en andere collecties (p.84-174).
22
Veel van het materiaal heeft betrekking op de periode na 1970. Beeld- en geluidsmateriaal is deels toegankelijk via de online publiekscatalogus. In dit vooronderzoek is opnieuw geprobeerd om meer zicht te krijgen op de inhoud van de collecties in de verschillende erfgoedinstellingen, ook voor de periode vóór de Tweede Wereldoorlog. In de eerste plaats gebeurde dat tijdens de gesprekken die in het kader van dit vooronderzoek zijn gevoerd met medewerkers van erfgoedinstellingen. We kwamen daarbij meer te weten over bepaalde (nieuwe) projecten en bronnen rond cultureel erfgoed van migranten die relevant zijn voor de website.
Insulinde (passagiersschip) Rotterdamse Lloyd N.V. (Gemeentearchief Rotterdam)
Het Gemeentearchief in Rotterdam vermeldde bijvoorbeeld dat adresboeken zijn gedigitaliseerd en dat ook de archieven van de havens en van de Rotterdamse Lloyd van belang zijn voor de migratiewebsite. In samenwerking met Avanco, de organisatie van Kaapverdianen, het Rotterdams Historisch Museum en het Wereldmuseum werkt men aan een project over Kaapverdië. Er komt een documentaire over de migratiegeschiedenis en wordt materiaal verzameld, zoals objecten die de migratiecultuur symboliseren en muziek. Alle aanwinsten worden gedigitaliseerd en kunnen ook voor de migratiewebsite worden gebruikt. Het Haags Gemeentearchief werkt aan een extensie van de eigen website die door verschillende migrantenorganisaties gebruikt kan worden om cultureel erfgoed toe te voegen. Sommige migrantenorganisaties werken daar al aan. Bovendien beschikt het archief in Den Haag over de collectie van de migrantenomroep. Uitzendingen, of fragmenten daarvan, zouden wellicht in het kader van de nieuwe migratiewebsite ontsloten kunnen worden. In Amsterdam is de collectie van de migrantenomroep onlangs gedigitaliseerd, maar het zal veel tijd kosten om bepaalde fragmenten te selecteren. De fotocollecties in beide instellingen zouden ook voor de website bruikbaar zijn, maar moeten dan wel van nieuwe (etnische) labels worden voorzien. Bij Het Utrechts Archief loopt een onderzoek naar migranten bij de Demka staalfabrieken, in samenwerking met het Instituut voor Geschiedenis in Leiden. De resultaten van dit project, dat onder meer moet leiden tot een tentoonstelling in het Centraal Museum, zijn eveneens bruikbaar voor de website.
23
Het Gemeentearchief Dordrecht kreeg de nodige bekendheid met het project ‘Generaties Later’, gericht op het verzamelen van bronnen ten behoeve van nakomelingen van de Turkse migranten (uit Kayapinar). Men werkt nu aan het toegankelijk maken van wat is geacquireerd en aan uitbreiding van het verzamelen van cultureel erfgoed naar andere migrantengroepen. Er komen veel foto’s, brieven en ook dagboeken, materiaal dat ook voor de migratiewebsite toegankelijk zal zijn. Bij het IIAV is in januari 2006 startte het Kalenderproject gestart, bedoeld om cultureel en historisch erfgoed (materieel en immaterieel) op het gebied van gender en etniciteit voor een breed publiek zichtbaar te maken. Het project concentreert zich op Marokkaanse, Surinaamse en Indische vrouwen. In samenwerking met organisaties van migrantenvrouwen wordt een kalender uitgegeven - aan de hand van belangrijke gebeurtenissen, gekoppeld aan een datum – en er komt een website. Het gedigitaliseerde materiaal is ook te gebruiken voor de migratiewebsite. Hoewel er dus zeker sprake is van nieuwe initiatieven rond het opsporen en ontsluiten van cultureel erfgoed van migranten, bleek tijdens de gesprekken dat archiefinstellingen, mede door gebrek aan menskracht, vaak niet precies weten welk materiaal over migratie en migranten men zelf in de collectie heeft. In geen enkele instelling is daar systematisch onderzoek naar gedaan.
Casestudy Dordrecht In Dordrecht is enige jaren geleden in archieven gezocht naar bronnen over migranten, mede in verband met een film over nieuwkomers in de stad. Tijdens een gesprek met archivaris Charles Jeurgens ontstond het idee om Dordrecht als casestudy te nemen en systematisch uit te zoeken welke bronnen over nieuwkomers zich in de (overheids) archieven bevinden. Dordrecht zou daarvoor een goed voorbeeld kunnen zijn: er bevinden zich zowel bronnen over (zeer) oude als over nieuwe groepen migranten, de stad is niet te groot en er is al het een en ander gebeurd in het kader van cultureel erfgoed migranten. Bovendien bekleedt archivaris Jeurgens de leerstoel historische archivistiek in Leiden en kan wellicht studenten hiervoor inschakelen. Ook historici aan de Leidse universiteit en de koepelorganisatie DIVA zijn op de hoogte van dit plan en zoeken naar mogelijkheden om het uit te voeren. Hopelijk kunnen de resultaten van dit onderzoek de basis gaan vormen voor een methode die ook in andere stedelijke en provinciale archieven bruikbaar is.
Gebrekkige informatie over de aanwezigheid van cultureel erfgoed van migranten is overigens niet specifiek voor de Nederlandse situatie. Ook bij Moving Here besteedde men in het begin een deel van tijd aan inventarisaties van erfgoed.
24
Omdat we tijdens het vooronderzoek toch graag meer informatie wilden over mogelijke bronnen is het probleem ook nog op een andere manier benaderd. Daarbij ging het niet langer om de vraag wat er in de archieven te vinden is, maar om de vraag welke bronnen ooit zijn gecreëerd in verband met de komst van migranten naar Nederland. Op basis van een aantal bronnenpublicaties en eigen onderzoekservaringen, zijn de volgende categorieën gemaakt: Wet- en regelgeving Registraties van binnenkomst, verblijf, uitleiding Verandering in burgerschap en nationaliteit Huwelijken Armenzorg Justitiële bronnen (vooral voor de vroege periode) Werk Opvang Eigen organisaties van migranten Dagbladen, weekbladen, geïllustreerde tijdschriften Overige media
Vervolgens is een overzicht gemaakt van de bronnen die bij deze aandachtsgebieden horen. Een voorbeeld van bronnen die zijn gecreëerd in het kader van registraties van binnenkomst, verblijf en uitleiding van vreemdelingen zijn de vreemdelingenregisters. Daarnaast zijn van veel uitgeleide vreemdelingen met een korte vermelding in het Algemeen Politieblad opgenomen. Van de verschillende bronnen in het overzicht is tevens geschat of en waar zij beschikbaar zouden kunnen zijn en in hoeverre ze via de website toegankelijk moeten worden gemaakt. Meer gedetailleerde informatie hierover is te vinden in de bijlagen.
Conclusie De informatie over de aanwezigheid van cultureel erfgoed van migranten bij erfgoedinstellingen is gebrekkig te noemen. Het haalbaarheidsonderzoek heeft én door de gesprekken én door eigen bronnenanalyse beter zicht gekregen op de potentie van de collectie migrantenerfgoed. De migratiewebsite vormt een stimulans om migrantenerfgoed dat tot nu toe ‘verstopt’ zit in de archieven op te sporen en zichtbaar te maken.
25
7. VOOR WIE IS DE WEBSITE BEDOELD?
De migratiewebsite is bedoeld voor iedereen die belangstelling heeft voor de geschiedenis van migranten in Nederland, of dat nu een specifieke groep migranten betreft dan wel de Nederlandse migratiegeschiedenis of het cultureel erfgoed van migranten. Uit het gesprek met migrantenorganisaties, aangesloten bij het Landelijk Overleg Minderheden (LOM), blijkt dat er bij hun achterban veel belangstelling bestaat voor een dergelijke website. Maar ook scholieren vragen bijvoorbeeld regelmatig informatie over migratie die ze niet op het internet kunnen vinden. Daarnaast kan een goede, aantrekkelijke website ook nieuw publiek aantrekken. Migratie en integratie zijn belangrijke thema’s in het politieke debat en staan volop in de publieke belangstelling. De Engelse website Moving Here leert dat het onderwerp een breed publiek trekt, waaronder veel mensen die op zoek zijn naar de geschiedenis van hun eigen familie. Ook de Nederlandse website moet zich op die brede doelgroep richten van nieuwkomers, nakomelingen, scholieren, studenten en andere geïnteresseerden. Als de website in de lucht is kan met gebruikersonderzoeken worden vastgesteld welke groepen het meest naar de site komen en of ze daar vinden wat ze zoeken. Op basis van deze informatie kunnen dan aanpassingen plaatsvinden in de collectie, de informatie en de toepassingen.
Winkels in de Vierambachtsstraat, 1992 (Gemeentearchief Rotterdam)
Om voor een brede doelgroep aantrekkelijk te zijn moet de site wel aan een aantal voorwaarden voldoen. Mensen die op zoek zijn naar leuke beelden en verhalen moeten niet worden overstelpt met informatie, terwijl je aan de andere kant mensen die gedetailleerde informatie zoeken niet eindeloos moet laten doorklikken om die te vinden. De informatie moet daarom op verschillende niveaus worden aangeboden. De brede doelgroep moet niet alleen tot uiting komen in variatie in de vorm waarin de informatie wordt aangeboden, maar ook in het afgebeelde materiaal zelf (diversiteit in afkomst, religie, leeftijd, periode van migratie, sekse, vestigingsplaats in Nederland, klasse, beroep) en in de zoekmogelijkheden. Meer informatie hierover is in de volgende paragraaf opgenomen. 26
Als de website eenmaal voldoende inhoud heeft - zowel wat betreft de tekst over de geschiedenis van migranten in Nederland als de hoeveelheid documenten, beeld- en geluidsmateriaal – zal de site zeer geschikt zijn voor toepassing in het onderwijs. Dat vereist echter wel een extra investering (voor teksten, materiaal en ontsluiting). In samenwerking met onderwijsinstanties, en op basis van aanvullende financiering, kunnen in een latere fase toepassingen voor onderwijsdoeleinden worden ontwikkeld. Het verdient aanbeveling te letten op de resultaten (evaluaties) van onderwijstoepassingen in bijvoorbeeld Het Geheugen van Nederland en Sporen van Migratie in Rotterdam. Het Geheugen van Nederland en ook Digitaal Erfgoed Nederland geven overigens uitgebreide en nuttige informatie over de toepassing van digitaal cultureel erfgoed in het onderwijs.
Conclusie: De website richt zich op iedereen die belangstelling heeft voor de geschiedenis van migranten in Nederland: een breed publiek van nieuwkomers, scholieren, studenten, genealogen en andere geïnteresseerden. Dat vereist diversiteit in het aangeboden materiaal, verschillende niveaus van informatie en gevarieerde zoekmogelijkheden. In een later stadium kunnen, op basis van gebruikersonderzoeken, aanpassingen plaatsvinden en toepassingen voor het onderwijs worden gemaakt.
27
8. WELKE INFORMATIE ZAL OP DE WEBSITE ZIJN TE VINDEN?
De website is gewijd aan de geschiedenis van migratie en migranten in Nederland vanaf 1600. Dat betekent dat op de site materiaal is te vinden over recente migrantengroepen, maar ook over migranten in het verleden. Het uitgangspunt daarbij is dat migratie altijd een belangrijk element is geweest in de Nederlandse samenleving en dat kennis over migratie- en integratieprocessen in het verleden een bijdrage kan leveren aan een beter begrip van hedendaagse ontwikkelingen. Onder migranten verstaan we iedereen die naar Nederland kwam om daar (geruime tijd) te verblijven, of die nu uit de koloniën kwamen of uit andere landen. De achtergronden in het land van herkomst en de motieven om naar Nederland te komen zullen worden belicht, evenals de terugkeer van ‘gastarbeiders’, vluchtelingen en andere groepen migranten naar het land van herkomst. Het migratie- en vestigingsproces staat echter centraal op de website. Zo zal de site geen informatie bevatten over de relaties tussen Nederland en Marokko, het leven in Indië (KITLV) of de slavernij in Suriname (NiNsee). Migratie veranderde niet alleen het leven van migranten, maar beïnvloedde ook de Nederlandse samenleving en cultuur. Materiaal hierover en over ervaringen van mensen die in Nederland wonen met de komst van migranten zal dan ook onderdeel zijn van de website.
Italiaanse klas op woensdag- en zaterdagmiddag in de school in de Kritzingerstraat, Den Haag 1950 (coll. HBM)
Op de website zal uitgebreide informatie zijn te vinden over de geschiedenis van migranten in Nederland, terwijl de bronnen die daarvan getuigen direct toegankelijk zijn voor bezoekers. Deze bronnen omvatten bijvoorbeeld afbeeldingen van documenten, foto’s, gedeeltes uit boeken, kranten en tijdschriften, geluidsfragmenten (liedjes, interviews), gedeeltes van films en video’s. De geschiedenissen van migratie en migranten 28
zullen in eerste instantie worden geschreven door specialisten in migratiegeschiedenis en vervolgens worden bewerkt tot goed leesbare teksten. Er zal uitsluitend gebruik worden gemaakt van Nederlandse bronnen. Voor internationale aspecten van migratie (en voor emigratie vanuit Nederland) wordt verwezen naar andere sites en bronnen. Om te beginnen zal alleen informatie in het Nederlands worden opgenomen en zal men uitsluitend kunnen zoeken in het Nederlands. Misschien dat in een later stadium de informatie deels ook in een andere taal beschikbaar zou moeten komen, zoals het Spaans, Turks of Chinees. Bezoekers kunnen op de website niet alleen informatie halen, maar kunnen er ook iets achterlaten. In een interactief gedeelte bestaat de mogelijkheid commentaar te geven op de website en aanvullende informatie te verstrekken over getoonde bronnen zoals foto’s. Bezoekers kunnen bovendien verhalen (en foto’s) over eigen ervaringen met migratie en migranten toevoegen. Daarmee creëert de website een laagdrempelige mogelijkheid om het (geringe) cultureel erfgoed van migranten aan te vullen. Het interactieve karakter van vooral de Engelse site Moving Here blijkt succesvol – het trekt bezoekers en houdt ze betrokken bij de inhoud van de website. Ook anderen raden aan om dergelijke aantrekkelijke en nieuwe elementen in te bouwen. Zo is interactie via de website met klanten een van de criteria in de scorekaart van Digitaal Erfgoed Nederland (DEN) voor ‘toekomstvaste ontwikkeling van websites’.
Scorekaart voor toekomstvaste ontwikkeling van websites (DEN, www.den.nl)
Voor een concrete uitwerking van de inhoud van de website onderscheiden we drie fasen: - Wat moet er op de website staan voor hij de lucht in gaat? (fase 1) - Waar wordt vervolgens tijdens de duur van het project aan gewerkt? (fase 2) - Wat zijn mogelijke aanvullingen in de toekomst? (fase 3) Voordat de website in de lucht gaat moet er uiteraard een database zijn waarin alle bronnen, of de toegang daartoe, zijn opgeslagen. Over deze technische aspecten van de website is in een van de volgende hoofdstukken meer te lezen. Voor bezoekers is vooral van belang welke informatie er op de website is te vinden en in welke vorm die wordt aangeboden.
29
Inhoud van de website 1. Iets over het belang van de website (fase1) Visie op migranten in de Nederlandse geschiedenis en op de betekenis van cultureel erfgoed van migranten 2. Historisch overzicht van komst en vestiging van migranten in Nederland vanaf 1600 (fase 1) Globaal overzicht van de kwantitatieve betekenis van migratie in de verschillende perioden (met tijdbalk, illustraties). Onderscheid naar de verschillende typen migranten: trekarbeiders, arbeidsmigranten, koloniale migranten, vluchtelingen, transmigranten (met meer gedetailleerde informatie bij doorklikken). Per periode volgt een beschrijving van: de belangrijkste groepen migranten, de achtergronden van hun komst, de manier waarop en het tempo waarin zij integreerden en de betekenis van migratie en migranten voor de Nederlandse samenleving (invloed op economie, cultuur, eten, kleding, gewoontes, onderlinge verhoudingen etc.). Daarbij is ook aandacht voor het beleid vanuit de overheid, werkgevers, werknemers, het beeld in de samenleving t.o.v. migranten (en hoe migranten Nederland zagen). 3. Informatie over belangrijke groepen migranten in Nederland (gedeelte fase 1, uitbreiden fase 2) Naast tekst en illustraties, die een algemeen beeld geven van de migratie en integratie van de betreffende groep migranten en hun nakomelingen, wordt ook een aantal portretten opgenomen (recente migranten op basis van interviews). Groepen migranten: - Protestanten uit Zuidelijke Nederlanden (na 1580) - Sefardische joden, later Asjkenazische joden - Duitse en Scandinavische arbeidsmigranten in de 17e en 18e eeuw - Hugenoten na 1685 - Arbeidsmigranten in de 19e en 20e eeuw: Duitsers, Belgen, Chinezen, Italianen, Polen - Belgische vluchtelingen in 1914 - Joodse vluchtelingen 1933-1940 - Koloniale migranten: uit voormalig Nederlands Indië, Molukken, Suriname, Antillen - Vluchtelingen: displaced persons, Hongaren 1956 (ook pleegkinderen), aantal recentere voorbeelden (bv. Vietnamezen en een recentere groep). De andere vluchtelingen (Portugezen, Grieken, Spanjaarden, Chilenen, Tamils, ex-Joegoslaven, Somaliërs etc.) komen dan ter sprake in het algemene overzicht. - Gastarbeiders/ gezinsmigratie: Italianen, Joegoslaven, Spanjaarden, Grieken, Turken, Marokkanen. 4. Schatten uit de collectie (fase 1) Mooie afbeeldingen naar thema (voor mensen die op zoek zijn naar plaatjes) 5. Migratieverhalen (fase 1) Hier kunnen bezoekers verhalen kwijt over de eigen ervaringen als migrant (of nakomeling) in Nederland. 6. Op zoek naar je voorouders (gedeelte in fase 1, uitbreiden in fase 2) Specifieke informatie voor mensen die op zoek zijn naar hun ‘roots’. Naast voorbeelden/ portretten van nakomelingen van migranten die op zoek gaan naar voorouders, ook een aantal voorbeelden van de stamboom van een aantal bekende/ onbekende Nederlanders (om te laten zien hoe snel men bij buitenlandse voorouders terechtkomt). Dit onderdeel kan wellicht in samenwerking met het Centraal Bureau voor Genealogie worden gemaakt.
30
7. Migranten aan het werk (fase 2) Beginnen met aantal voorbeelden (2-3) van bedrijven waar al langere tijd veel migranten werken, liefst bedrijven waar al onderzoek is of wordt gedaan zoals: Philips, Hoogovens, Demka, Limburgse mijnen, Twentse textiel, blikfabriek Deventer. Dit onderdeel geeft zicht op: de inschakeling van opeenvolgende groepen migranten, verschillen in wervingsprocedures, taken, positie in het bedrijf, contacten op het werk. 8. Veranderende steden onder invloed van migratie (fase 2) Voor een aantal grote steden (voor zover mogelijk): - aantallen (percentage) migranten op verschillende momenten in de geschiedenis - geografische spreiding in verschillende periodes, eventuele concentraties (kaartjes) - hoe is de komst van migranten zichtbaar in de gebouwde omgeving (straatnamen, kerken, grafzerken, bedrijven, uithangborden, restaurants etc.)? - organisaties van migranten in de stad - houding ten opzichte van migranten in de stad; ervaringen van migranten met de stad 9. Database met literatuur (fase 2) 10. Links (fase 1)
In een later stadium (fase 3) zijn verschillende aanvullingen mogelijk: - meer groepen migranten - meer lokale geschiedenissen en meer bedrijven - meer informatie over migrantenorganisaties Daarnaast is het de bedoeling om als de website goed ‘gevuld’ is te werken aan toepassingen voor het onderwijs.
Hoe is de website te gebruiken? Om de verschillende gebruikersgroepen tegemoet te komen zal de website meerdere ‘routes’ moeten aanbieden waarmee bezoekers zowel zeer specifieke informatie kunnen vinden als naar bijvoorbeeld een ‘tentoonstelling’ kunnen kijken of luisteren. Dit laatste biedt tevens de mogelijkheid op de actualiteit in te spelen, iets dat nodig is om de site levendig en actueel te houden. De tentoonstellingen bevatten beelden (met ingesproken tekst, liedjes, filmfragmenten etc.) en starten met een druk op de knop. Daarbij valt te denken aan: - korte geschiedenis van migranten in Nederland vanaf 1600. - de migratiegeschiedenis van bepaalde groepen migranten - tijdelijke tentoonstellingen n.a.v. bepaalde gebeurtenissen of herdenkingen.
31
Ook de zoekmogelijkheden moeten worden afgestemd op verschillende groepen gebruikers. Men kan daarom kiezen tussen een eenvoudig zoekscherm en een uitgebreider programma (wie-wat-waar-wanneer). Voor het zoeken van specifieke informatie kan door al het materiaal heen gezocht worden, maar men kan ook in bijvoorbeeld alleen beeldmateriaal, of alleen verhalen zoeken. Daarnaast kan de mogelijkheid worden geboden om een thema aan te klikken in een lijst met onderwerpen op alfabetische volgorde. Voor mensen die minder thuis zijn op het net moeten voldoende duidelijke aanwijzingen worden opgenomen, terwijl vooral voor ouderen de mogelijkheid geboden kan worden om beeld en teksten groter te maken.
Conclusies: De website biedt informatie over de geschiedenis van (groepen) migranten in Nederland vanaf 1600. Bovendien geeft de site direct toegang tot een scala van bronnen (beeld en geluid) die getuigen van die geschiedenissen. De website geeft meerdere zoekmogelijkheden, afgestemd op de verschillende gebruikersgroepen, en heeft een interactief karakter: bezoekers kunnen reageren op de website zelf, informatie geven over getoonde bronnen en zelf verhalen toevoegen over ervaringen met migratie. De website zal in verschillende fasen worden opgebouwd.
Vakantie 1975: Bayram Arslan (rechts) en zijn kinderen staan klaar om naar Turkije te vertrekken (coll. HBM)
32
9. ORGANISATORISCHE INBEDDING
De opzet en het onderhoud van een migratiewebsite is een omvangrijk project en zou bij voorkeur ondergebracht moeten worden bij een van de grote erfgoedinstellingen. Voor het project is het van belang dat er niet alleen een plek komt waar de site kan worden gehost, maar dat de instelling waar dat gebeurt zich ook wil inspannen voor de totstandkoming en uitvoering van het initiatief en bijvoorbeeld een werkplek kan bieden voor medewerkers aan het project. Tijdens de gesprekken met medewerkers van archieven en musea is de vraag naar de meest geschikte locatie aan de orde gesteld. Zij bleken enthousiast over de websiteplannen, maar zagen in de regel voor hun eigen instelling geen mogelijkheden om het voortouw te nemen of het project onder te brengen. Op basis van deze gesprekken en enkele adviezen concludeerden wij dat voor de organisatorische inbedding van het project het Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis (IISG) de voorkeur geniet. Het instituut is groot, heeft een landelijke functie, is gewend om met projecten te werken en is vanaf het begin betrokken bij digitale ontwikkelingen. Een belangrijke overweging is ook dat het IISG zelf beschikt over een grote collectie cultureel erfgoed van migranten en dat het een van de eerste instellingen was die zich op dit terrein manifesteerde. Bovendien is het IISG een van de partners in het Centrum voor de Geschiedenis van Migranten en is het Historisch Beeldarchief Migranten eveneens bij het IISG ondergebracht. Het IISG werkt daarnaast steeds nauwer samen met het Internationaal Archief van de Vrouwenbeweging (IIAV), waar cultureel erfgoed van migranten(vrouwen) hoog op de agenda staat.
Ontslagen Turkse arbeiders moeten terug naar Ankara en worden door de politie op de bus gezet, 1965 (IISG)
33
Tussen de initiatiefnemers van de migratiewebsite (Corrie van Eijl en Leo Lucassen, CGM) en het IISG (Jaap Kloosterman, directeur, en Marien van der Heijden, hoofd digitale projecten) zijn enkele gesprekken gevoerd. Tijdens deze gesprekken bleek al snel dat het IISG het project in principe wil onderbrengen. Het IISG is net bezig met de bouw van een 'Trusted Digital Repository' met zeer een grote capaciteit voor de lange-termijn opslag van digitale collecties en stelt geen beperking aan de hoeveelheid documenten, geluid en bewegend beeld die op de website kunnen geworden geplaatst. Daar moet dan natuurlijk wel voldoende financiering voor aanwezig zijn. Belangrijk is dat het IISG de garantie wil geven dat de migratiewebsite, ook als het project en de financiering is gestaakt, op de server zal blijven staan. Het IISG verbindt daar geen tijdslimiet aan. De website kan dan uiteraard niet meer vernieuwd worden, maar de inhoudelijke informatie en de database die tijdens het project worden opgebouwd zullen in ieder geval ook op langere termijn via internet toegankelijk blijven. De website kan bij het IISG een eigen webadres (URL) krijgen, wat belangrijk is voor de naamsbekendheid en zelfstandige promotie van de site. Het IISG is bovendien bereid mee te denken over de afronding van het vooronderzoek (technisch advies en begroting) en over het verdere vervolg van het project. Voor de uitvoering van het project is het niet nodig een aparte organisatie op te zetten. De Stichting CGM, waar het IISG deel van uit maakt, kan als initiatiefnemer de subsidieaanvragen indienen. De uitvoering van het project kan dan vervolgens bij het IISG worden ondergebracht. Wel verdient het aanbeveling om voor de inhoudelijke begeleiding van het project een raad van advies samen te stellen. Daarin zouden mensen moeten zitten met specifieke kennis op het terrein van cultureel erfgoed van migranten en/of de opzet en toegankelijkheid van culturele websites.
Conclusie Het verdient aanbeveling het project onder te brengen bij het IISG. Dit instituut heeft veel ervaring met digitale projecten, met cultureel erfgoed van migranten en met onderzoek naar migratie en vestiging. Bovendien kan en wil het instituut het websiteproject de nodige faciliteiten bieden. Voor de inhoudelijke begeleiding van het project wordt een adviescommissie ingesteld.
34
10. TECHNISCHE INFRASTRUCTUUR
De website die wij voor ogen hebben bevat beeld- en geluidsmateriaal uit verschillende erfgoedinstellingen. Dat materiaal moet in hetzelfde systeem worden opgeslagen en in zijn geheel met één zoekopdracht doorzoekbaar zijn. Dat betekent dat er hoge eisen worden gesteld aan de technische infrastructuur. Bij vergelijkbare projecten, zoals de Engelse website Moving Here, is veel tijd en geld gestoken in de ontwikkeling van databases en zoekmachines en soms betreurde men bepaalde keuzes achteraf. Tijdens het vooronderzoek zijn daarom enkele mensen benaderd voor advies over de technische aspecten van de website, onder wie Paul Doorenbosch (KB, werkte voorheen bij Het Geheugen) en Marien van der Heijden (hoofd digitale projecten IISG). Die technische aspecten betroffen vooral de infrastructuur van de website, de zoeksystemen en het gebruik van een thesaurus of trefwoordenlijst
Italiaanse arbeiders in de Nederlandsche Kabelfabriek, Delft 1966 (coll. HBM)
De afbeeldingen op de migratiewebsite zullen deels door het project zelf voor dit doeleinde worden gedigitaliseerd, maar de website zal ook gebruik maken van materiaal dat door andere instellingen is (of wordt) gedigitaliseerd. Voor de opslag en zoekmogelijkheden lijken er grofweg drie mogelijkheden:
1. Een systeem waarbij het gedigitaliseerde materiaal wordt aangeleverd door erfgoedinstellingen en vervolgens centraal wordt opgeslagen en doorzocht. Min of meer vergelijkbare projecten, zoals Het Geheugen en ook Moving Here, werken met een dergelijke centrale database. Bij Het Geheugen leveren deelnemende instellingen alle 35
gedigitaliseerde afbeeldingen in Tiff formaat (volgens vaste richtlijnen). Afgeleiden daarvan worden (in verschillende JPEG formaten) op de website geplaatst. Deelnemende instellingen én Het Geheugen beschikken vervolgens beide over de collecties digitaal materiaal. De instellingen leveren tevens de metadata bij de beelden uit hun eigen database en Het Geheugen zet deze vervolgens om naar het eigen datamodel. Voor de opslag van de metadata (in XML) maakt Het Geheugen gebruik van een Oracle database. Het Geheugen werkt daarbij steeds meer volgens internationale standaarden (DEN). Een voordeel van dit systeem is dat men snel kan zoeken, dat de resultaten direct op het scherm komen en dat men bij doorklikken snel bij één specifieke afbeelding komt. Een nadeel is dat het materiaal bij meerdere organisaties wordt opgeslagen en onderhouden, waardoor hogere kosten en onderlinge verschillen kunnen ontstaan.
2. Een andere variant is een portal, een systeem dat als een soort schil om de verschillende collecties zit. Daarbij blijft het materiaal bij de deelnemende partners terwijl de collecties met één zoeksysteem op de website zijn te doorzoeken. Een voorbeeld is Thematis Erfgoed Portaal. Een voordeel is dat er geen systeem nodig is om het materiaal bij de deelnemende partners op te halen en er hoeft weinig centraal opgeslagen te worden. Het zoeken duurt met deze structuur echter langer omdat de collecties stuk voor stuk doorzocht moeten worden en bezoekers moeten vaker doorklikken voordat ze de zoekresultaten op het scherm krijgen. Bovendien stelt een dergelijke opzet eisen aan de data en de systemen van de deelnemende organisaties.
Wervingsfolder Vredestein fabriek voor Italiaans personeel (coll. IBM)
36
3. Een derde mogelijkheid is een tussenvorm: een systeem waarbij metadata in een centrale index komen en het materiaal zelf zowel centraal als decentraal (bij de afzonderlijke instellingen) kan worden opgeslagen. Een voorbeeld van deze structuur is de Cultuurwijzer van DEN. Je kunt via de Cultuurwijzer zoeken op materiaal dat zich in een van de 29 verschillende collecties bevindt. De bezoeker krijgt snel resultaat, in de vorm van een lijst met beschrijvingen van voorwerpen, boeken of afbeeldingen en de bewaarplaats. Bij het doorklikken beland je bij de betreffende instelling. Het IISG heeft twee zoekmachines in ontwikkeling (http://search.iisg.nl/ en http://search.labourhistory.net/) waarbij metadata centraal worden opgeslagen en doorzocht, en leiden naar uiteenlopende soorten documenten (databases, afbeeldingen, teksten, webpagina's, enz.) binnen en buiten het systeem. Een structuur met een portal ligt voor het website project niet voor de hand omdat een snel zoekresultaat belangrijk is voor het brede publiek waar de website zich op richt. Bovendien stelt deze structuur zware voorwaarden aan de systemen van de deelnemende organisaties en als een organisatie het systeem verandert moet alles weer worden aangepast. Aan de andere kant is het ook niet nodig om, zoals het Geheugen, alles in de eigen database op te slaan. Waarschijnlijk is daarom de derde optie voor dit project de beste oplossing. Er wordt een centrale index gemaakt, maar de objecten zelf blijven in de eigen omgeving. Regelmatig worden de collecties van deelnemende partners doorzocht en worden indexen van nieuwe objecten toegevoegd (harvesting) die allemaal op dezelfde manier (in XML) worden opgeslagen. Het zoeken gaat dan veel gemakkelijker, via de indexen op de site zelf. Als bezoekers het materiaal zelf willen bekijken (en doorklikken) komen ze bij de deelnemende instellingen. In feite werkt Google ook zo. Als de website wordt ondergebracht bij het IISG betekent dat ook dat kan worden aangesloten bij daar gebruikte systemen en expertise. Veel werkzaamheden aan de database kunnen binnenshuis gebeuren. Dat is niet alleen veel goedkoper, maar ook flexibeler omdat het systeem veel makkelijker aangepast kan worden. En die aanpassingen blijken bij dergelijke ingewikkelde websites vaak nodig. Moving Here heeft daar mee te maken gehad en bij Het Geheugen moest aan het (dure) Oracle systeem behoorlijk worden gesleuteld voordat het voor hun toepassing geschikt was. Ook Het Geheugen heeft er nu voor gekozen om zelf het systeem bij te houden. Niet alles zal door het IISG zelf gemaakt kunnen worden. Bepaalde werkzaamheden zullen worden uitbesteed, zoals de grafische vormgeving, het maken van educatieve toepassingen en mogelijk delen van het programmeerwerk. Daarvoor moet geld op de begroting worden gereserveerd. In de website zullen bestaande bronnen doorzoekbaar worden gemaakt, die al van metadata zijn voorzien, en nieuwe bronnen, waarvan nog metadata moeten worden
37
gemaakt. Dat betekent dat er een manier moet worden gezocht om met al die verschillende metadata om te gaan. Wellicht moet de informatie nog met andere trefwoorden worden verrijkt of zou op basis van een thesaurus moeten worden gecatalogiseerd.
A|B|C|D|E|F|G|H|I|J|K| |M N|O|P|Q|R|S|T|U|V|W|X|Y|Z
Lascars' - South Asian sailors
Lascar crewboys making tea for the British troops. Moving Here catalogue reference (MOL) DK2797NG
The word 'lascar' formerly used to describe seamen from South Asia is thought to derive originally from an ancient Persian word meaning a soldier or sailor. Thousands of South Asian seamen served in the British merchant fleet from the eighteenth century onwards when they were first employed by the British East India Company. 'Lascars' - South Asian sailors
Gedeelte van trefwoordenlijst in Moving Here
Een trefwoordenlijst is een alfabetische rangschikking van gebruikte trefwoorden; een thesaurus is een geordende verzameling woorden of woordgroepen, waarvan de vorm en de onderlinge hiërarchische of andere semantische relaties zijn vastgelegd. Een thesaurus veronderstelt dat over alle termen en de onderlinge relaties goed is nagedacht. Dat creëert duidelijkheid, maar in de praktijk blijkt het maken van een goede thesaurus geen sinecure. Het vereist een specifieke deskundigheid en neemt in de regel veel tijd in beslag terwijl bezoekers er doorgaans weinig gebruik van blijken te maken. Volgens Van der Heijden (IISG) kunnen we het geld en de energie dan ook beter besteden aan het bouwen van een snelle, zo intelligent mogelijke zoekmachine. Hij wijst erop dat Google ook niet met een thesaurus of trefwoorden werkt. Doorklik-mogelijkheden in zoekresultaten en suggesties op basis van gebruikersgedrag kunnen zeer effectief zijn. Bij een inhoudelijk gespecialiseerde site zoals de migratiewebsite kan echter worden overwogen toch een inspanning te verrichten om informatie te verrijken en ervoor te zorgen dat deze bij zoekopdrachten naar boven komt. Doorenbosch (KB) adviseert om dan met een simpele trefwoordenlijst te beginnen en gebruik te maken van stukjes uit andere lijsten en thesauri.
38
De zoekmachine voor de migratiewebsite zou bij voorkeur een combinatie van verschillende technieken moeten zijn. De werking kan vervolgens worden verfijnd en aangepast op basis van bezoekersgedrag.
Conclusie Voor de meest geschikte technische infrastructuur van de website zijn enkele deskundigen geraadpleegd. Zij adviseren een systeem waarbij de metadata in een centrale index komen, terwijl het materiaal zelf zowel centraal als decentraal (bij de afzonderlijke instellingen) kan worden opgeslagen. Het materiaal hoeft dan niet onnodig dubbel opgeslagen te worden en het systeem biedt snelle resultaten bij zoeken. Als de website wordt ondergebracht bij het IISG kan worden aangesloten bij aldaar gebruikte systemen en aanwezige expertise. Veel werkzaamheden aan de database kunnen dan binnenshuis gebeuren. Om de zoekresultaten te optimaliseren zal met een trefwoordenlijst worden gewerkt.
Spaanse werkneemster bij Hoogovens, 1970 (coll. IISG)
39
11. VOORLOPIGE BEGROTING
In overleg met het IISG is een conceptbegroting gemaakt, gebaseerd op een looptijd van drie jaar. Deze kan worden aangepast op het moment dat de concrete invulling van de website en duur van het project wordt bepaald. Voor de voorlopige begroting wordt uitgegaan van een projectteam met: - een coördinator, die onder meer verantwoordelijk is voor de algehele projectleiding, de aansturing van medewerkers, geldwerving, institutionele contacten en inhoudelijke eindredactie; - een of meer projectmedewerkers, die vooral tot taak hebben om bronnen (data) te verzamelen, teksten te schrijven en metadata te maken; - een coördinator webtechniek, die onder meer verantwoordelijk is voor het maken van een functioneel model, opstellen van technische specificaties en de aansturing van een programmeur; - een programmeur, die verantwoordelijk is voor o.a. de bouw van de technische infrastructuur, de zoekfunctionaliteiten en de dataconversie. Daarnaast zal een vormgever nauw bij het projectteam betrokken zijn. Deze is met name verantwoordelijk voor het uiterlijk van de website, de schermindeling en de ergonomie. De begroting moet voorzien in ruimte voor onder meer: - hardware (server, opslagcapaciteit); - programmatuur; - systeemonderhoud; - auteursvergoedingen; - copyrights voor het gebruik van afbeeldingen; - vertalingen; - promotionele activiteiten - ontwikkelen van educatieve applicaties. De looptijd van de eerste twee fasen van het project is twee tot drie jaar. Afhankelijk van de gerealiseerde projectbegroting kunnen meer specifieke doelstellingen worden vastgesteld (hoeveelheid contextuele artikelen, bestaande data, nieuwe data, specifieke educatieve onderdelen gericht op het onderwijs).
40
Conceptbegroting migratiewebsite
eenmalig
2007
2008
2009
toelichting
projectcoördinator
57.000
58.000
59.000
2 inhoudelijke medewerkers
81.000
83.000
85.000
coördinator website-bouw en – ontwerp programmeur
16.000
16.500
17.000
27.000
28.000
29.000
vormgeving
10.000
10.000
10.000
3 d p w (incl huisvesting, kantoorkosten etc) 2 x 3 d p w (incl huisvesting, kantoorkosten etc) 1 d p w (incl huisvesting, kantoorkosten etc) 2 d p w (incl huisvesting, kantoorkosten etc) (uitbesteden)
2.000 750 150
2.000 750 150
2.000 750 150
20.000
20.000
20.000
1.000
1.000
1.000
20.000
20.000
20.000
4.000 4.000 2.000 2.000 500 1500
4.000 4.000 2.000 4.000 500 1500
4.000 4.000 2.000 4.000 500 1500
hardware programmatuur hosting, systeemonderhoud backups UPS digitalisering - stilstaand beeld
4.000 1.000 incl. domeinnaam
- publicaties - archivalia - geluid - film, video opslag
educatieve applicaties auteursrechten beeld auteursvergoedingen tekst vertaalkosten promotie raad van advies reiskosten totalen
teksten, vormgeving, interactieve applicaties, etc
5.000 238.832 242.251 245.737
41
12. MOGELIJKHEDEN VOOR SUBSIDIEAANVRAGEN
Na afloop van dit haalbaarheidvooronderzoek zullen bij verschillende instanties aanvragen voor subsidies worden ingediend. Wij zien daarvoor voorlopig de volgende mogelijkheden:
€ Regeling Cultureel erfgoed Minderheden bij de Mondriaanstichting en het VSBfonds Deze fondsen hebben het vooronderzoek grotendeels gefinancierd en subsidiëren ook andere projecten op het gebied van cultureel erfgoed van migranten. De website biedt een uitstekende mogelijkheid om de resultaten van al die projecten zichtbaar te maken. Voor een snelle start zal zo spoedig mogelijk een nieuwe aanvraag worden ingediend.
€ Subsidieregeling ‘Digitaliseren met beleid’ Met deze nieuwe subsidieregeling wil het ministerie van OCW het digitaliseringproces duurzaam inbedden in culturele erfgoedinstellingen. Het doel is om erfgoed beter toegankelijk, vindbaar en bruikbaar te maken voor iedereen. De regeling wordt in opdracht van OCenW uitgevoerd door SenterNovem. Nederlandse erfgoedinstellingen kunnen in het kader van deze regeling financiële ondersteuning aanvragen bij de uitvoering van ICT-projecten. Aanvragen voor de eerste ronde moeten worden ingediend tussen 1 juni en 1 september 2006. De subsidie voor een ontwikkelingsproject bedraagt 65% van de kosten van het project met een maximum bedrag van €150.000. Informatie over de regeling is beschikbaar op de website van DEN.
€ Stichting Doen De Stichting DOEN (Postcodeloterij) richt zich op ondernemende cultuurprojecten die in vorm en inhoud aansluiting weten te vinden bij een brede groep, oog hebben voor samenwerking met het bedrijfsleven en voor publiek en publieksomvang. De uitgangspunten ‘ondernemen’, 'verbinden', 'confronteren' en 'innoveren' zijn daarbij van toepassing.
Deze stichting heeft eerder subsidie verstrekt aan het Haags Gemeentemuseum (verWonderkamers), ImagineIC en het Amsterdams Historisch Museum (Verhalen van Oost).
€
Prins Bernhard Cultuurfonds
Dit fonds verstrekt bijdragen aan educatieve of documentaire audiovisuele producties over cultuur en natuurbehoud in Nederland. Websites en andere internettoepassingen kunnen worden ondersteund als zij toegang geven tot nieuwe informatiebronnen en gegevens ontsluiten die niet eerder beschikbaar waren.
42
€ Provincies en gemeenten Voor onderdelen van de website die zijn gericht op een specifieke stad of streek kan, in samenwerking met de betreffende erfgoedinstellingen in die regio, worden gezocht naar mogelijkheden om bij gemeenten en provincies aanvullende financiering te krijgen. Die mogelijkheden verschillen per stad en regio.
€ Bedrijven Voor het onderdeel van de website waarbij de aanwezigheid van migranten in specifieke bedrijven centraal staat zal een beroep worden gedaan op betreffende bedrijven om een financiële ondersteuning voor ontsluiting en digitalisering van het in het archief aanwezige materiaal.
Het poortje van de Bank van Lening, of Lommerd, in Amsterdam 1792 (GAA) De Lommerd is in Nederland geïntroduceerd door de Lombarden uit Noord-Italië.
43
BIJLAGE 1:
BRONNEN OVER MIGRATIE EN MIGRANTEN IN NEDERLAND
Wet- en regelgeving ten aanzien van de komst, het verblijf en het uitleiden van vreemdelingen Belangrijkste wetten in zijn geheel opnemen uit het Staatsblad, ook enkele circulaires (scan + OCR). Dat geldt ook voor enkele wetten ten aanzien van het verkrijgen en het verlies van het Nederlanderschap. Registraties van binnenkomst, verblijf, uitleiding Veiligheidskaarten (1811-1849) (bijvoorbeeld in Gouda) Reis- en verblijfspas (in aantal steden) Vreemdelingenregisters. Er zijn grote verschillen. Goed zijn Rotterdam 1850, Leiden vanaf 1918, Amsterdam (1849-1923, 105 delen, daarna kaarten) Vreemdelingendossiers (na 1918, i.i.g. in Leiden 4000, soms uitgebreid) Daarna is er natuurlijk het archief van de IND, maar deze gegevens kunnen waarschijnlijk niet worden gebruikt i.v.m. privacy. Voor al deze bronnen geldt: een selectie scannen uit verschillende perioden en plaatsen. Uitgeleide vreemdelingen: deze zijn met naam en toenaam opgenomen in het Algemeen Politieblad vanaf 1850 (met aanvankelijk veel, later steeds minder karakteristieken van betreffende vreemdelingen). Het APB wordt ingescand door het CBG, deels klaar, maar is helaas niet doorzoekbaar. Selectie scannen (verschillende periodes en groepen) en verder verwijzen naar de site van het CBG. Volkstellingen: beschikbare gegevens over vreemdelingen opnemen (in overleg met CBS, zijn nu ingescand op cd-rom) Daarnaast is er informatie in niet-seriële bronnen: Gemeenteverslagen (in Den Haag bijv. aantallen aangekomen/vertrokken/uitgeleide vreemdelingen en hoeveel Nederlanders met vreemdelingen trouwden) Verslagen van de gemeentepolitie De inhoud en bruikbaarheid variëren per gemeente. Bronnen over burgerschap en nationaliteit Poorterboeken (stedelijk burgerrecht), gaat om kleine elite. Er wordt op de UvA gewerkt aan een database op basis van deze bron. Die kan op de website worden opgenomen. Daarnaast scans van een selectie van documenten uit verschillende perioden en plaatsen. Naturalisatie: aanvragen moesten door gemeenten worden bijgehouden tot 1892, maar
44
het is niet duidelijk of en waar deze bewaard zijn gebleven. Toekenningen van naturalisatie staan altijd in het Staatsblad - alfabetische lijsten van genaturaliseerden 1815-1950 (ca. 18.000, waarvan 14.000 in eerste helft 20e eeuw) zijn o.m. in te zien op het NA (info op: http://www.nationaalarchief.nl/images/3_6043.pdf; zie ook Naturalisatiegids - NA) Daarnaast: verzoekschriften, ‘ambtberichten’ met inlichtingen over aanvragers. Een selectie uit deze bronnen opnemen. Gelijkstellingregisters (volgens art. 8 BW, 1849-1892) – voor gevestigde vreemdelingen die vervolgens dezelfde rechten krijgen als Nederlanders. Het gaat niet om grote aantallen: kleine 2000 in Amsterdam het meest (kleine 2000), een beetje in Den Haag, elders nauwelijks aanwezig. Selectie van documenten scannen uit verschillende perioden en plaatsen. Oudpaspoortarchief (1950-1959): met aanvragen om een paspoort van mensen uit voormalig Nederlands-Indië (150.0000 kaarten met veel gegevens). Voor een deel betreft het mensen die oorspronkelijk de ‘inlandse’ nationaliteit hadden of een andere nationaliteit. In archief ook: Aanvragen om gelijkstelling (enkele duizenden, m.n. 1893-1945) – door mensen met ‘inlandse’ nationaliteit die met Nederlanders gelijkgesteld wilden worden. (oorspr. in Indisch Staatsblad, getypte lijsten op MvBuZa en CBG) Selectie van documenten inscannen en misschien ook namenlijsten inscannen (+OCR). Gegevens over huwelijken Ondertrouwregisters (veelal vanaf eind 16e eeuw beschikbaar) Selectie van documenten scannen uit verschillende perioden, plaatsen Aanvragen voor armenzorg Akten van cautie (akte van borgtocht, waarin instantie of persoon zich borg stelde voor het onderhoud van een immigrant), vanaf eind 17e eeuw. Daarnaast admissieboeken in enkele steden (Delft en Haarlem) – met vermelding van nieuwkomers i.v.m. recht op armenzorg (9000 in 18e eeuw). Voor de latere perioden zijn er de archieven van armenzorginstellingen, maar ook hier moet men rekening houden met problemen i.v.m. privacy. Selectie van documenten scannen uit verschillende perioden, bronnen en plaatsen. Criminaliteit Voor vroege periode zijn er confessieboeken, voor de latere vonnissen (voor 20e eeuw privacybeperkingen) Selectie van documenten scannen uit verschillende perioden, plaatsen Werk Gildenarchieven (registratie naar herkomst) – misschien aantal voorbeelden ter illustratie opnemen Dienstboderegisters (in een aantal plaatsen voor bepaalde periode tussen 1860-1940) selectie scannen, voor zover sprake is van immigranten 45
Overzicht opnemen van het aantal aanvragen en lopende vergunningen voor vreemdelingen in loondienst per beroepsgroep (volgens wet mei 1934) – uit Jaarverslagen Rijksdienst voor de werkloosheidsvoorziening en de Arbeidsbemiddeling
1934-1939
Aanvragen voor vergunningen voor buitenlandse zelfstandig werkende terrazzowerkers en kleermakers (1938-1940) zijn aanwezig in archief MvEZ. Selectie scannen Na WOII: overheidsbeleid werving buitenlandse arbeiders (SoZa, Jus, Buza). Belangrijke regelgeving en documenten inscannen + OCR Adresboeken vanaf halverwege 19e eeuw (en later telefoonboeken) bevatten aanwijzingen voor zelfstandig ondernemerschap van migranten (Italiaanse schoorsteenvegers, terrazzowerkers, diverse restaurants etc.) Selectie scannen. Opvang vreemdelingen en vluchtelingen Belgische vluchtelingen (1914-1918) Over deze grote groep is heel veel materiaal: landelijk comité; veel provinciale en plaatselijke archieven; vluchtoorden in Veenhuizen, Oldebroek, Nunspeet, Hontenisse, Bergen op Zoom, Ede, Uden en Gouda; gezinskampen in Gaasterland, Harderwijk, Soesterberg en Oldebroek. Joodse vluchtelingen (1933-1940) BiZa richtte tehuizen en kampen in (Israëlitische weeshuizen in Amsterdam, Den Haag en Utrecht en het Lloyd-hotel in Amsterdam, Vluchtelingenkamp Westerbork in 1939). Er zijn persoonsdossiers, registratiekaarten of –formulieren, dozen vol persoonskaarten van vluchtelingenkinderen, staten met persoonsgegevens van vluchtelingen die eind jaren dertig in het vluchtelingenkamp Reuver waren opgenomen. Soms zijn foto’s van vluchtelingen aan registratiekaarten zijn toegevoegd. De politie van Rotterdam en Zeist vond het in 1939 noodzakelijk om vluchtelingen te fotograferen. Allerlei bijzondere signalementen werden vastgelegd, zoals lengte, de kleur van ogen en haar, en verder afdrukken van alle tien de vingers. Hongaarse vluchtelingen: stukken over huisvesting en comités in div. gemeentes Voor Indische en Molukse ‘repatrianten’ hoeft waarschijnlijk geen aanvullend materiaal te worden verzameld. Er is een aantal onderzoeken gedaan, het NA heeft database Molukkers. Bovendien zijn in het kader van Het Gebaar veel subsidies verleend voor aanvullend onderzoek/ digitalisering (zie bijlage). Wat wel moet gebeuren (als dat inmiddels nog is gebeurd) is het digitaliseren van scheepslijsten van Indische repatrianten (zijn wel verzameld voor Het Gebaar). Eigen organisaties van migranten Kerken (Waalse kerken, Lutherse of Evangelische kerken) Lidmatenregisters (Waalse en Lutherse), en huwelijksregisters Engelse en Schotse kerken (Dordrecht) Voor joden (Portugese en Hoogduitse synagogen) geen registers, aangewezen op ondertrouwaktes. Selectie opnemen CD Rom- Gebedshuizen in Amsterdam. Van kerk, tempel tot moskee, 1650 tot nu (Imagine IC, Amsterdam 2002), opnemen. 46
Migrantenorganisaties: nog weinig geïnventariseerd en gedigitaliseerd, voor zover er archieven zijn bevinden de meeste zich op het IISG (vrouwenorganisaties op IIAV). Bij het Gemeentearchief Amsterdam is het archief van het Amsterdams Centrum Buitenlanders. Deze archieven zouden in later stadium meegenomen kunnen worden. We kunnen wel de resultaten opnemen van eerdere onderzoeken naar migrantenorganisaties, zoals in Amsterdam: interviews met / foto’s van negen pioniers van migrantenorganisaties (het project is klaar) Dagbladen, weekbladen, geïllustreerde tijdschriften Gemeentearchief Amsterdam heeft trefwoordenregister op knipsels m.b.t. Amsterdam (18401984) (nog even kijken wat dat oplevert!) Een aantal kranten is gedigitaliseerd en doorzoekbaar, zoals Het Vaderland (1920-1945) (Haags Gemeentearchief, toegankelijk via Thematis). En Haags Gemeentearchief heeft met Geheugen een project rond collectie kranten die met OCR doorzoekbaar is (1952-1977?) De Groene (1877-1940) is gedigitaliseerd en doorzoekbaar, gratis en openbaar (http://213.222.9.137/dga/). Het RHC Eindhoven heeft aantal kranten (Eindhovens Dagblad, Meierijsche Courant) doorzoekbaar gemaakt, maar niet gedigitaliseerd (http://www.rhc-eindhoven.nl/) Het IIAV heeft een aantal bladen over een lange periode geïnventariseerd. Zijn op onderwerp doorzoekbaar, maar niet gedigitaliseerd (veel vrouwenbladen, ook Margriet en Libelle, deel opiniebladen). Overige media Migrantenomroepen: lokale archieven (uitzendingen) zijn o.m. aanwezig op het Gemeentearchief Amsterdam. Er is een uitgebreide index en binnenkort wordt een deel van de programma’s gedigitaliseerd. Bij Beeld en Geluid zijn veel tv en radioprogramma’s over thema’s rond migratie/ migranten. Een deel is toegankelijk via Het Geheugen, maar het is nog onduidelijk in hoeverre we toegang tot het materiaal krijgen i.v.m. rechten op producties.
(Coll. IISG)
47
BIJLAGE 2:
RELEVANTE LITERATUUR
Cottaar, Annemarie, Jan Lucassen en Leo Lucassen, Van over de grens. Gids voor lokaal historisch onderzoek nar immigratie in Nederland (Utrecht 1998), beschikbaar op de website van het Nederlands Centrum voor Volkscultuur (http://www.volkscultuur.nl/index.php?page=82). Jeurgens, Charles, ‘Turkse Dordtenaren. Cultuur-historisch erfgoed van nieuwkomers’, Archievenblad, oktober 2001, 12-13. Kistemaker, Renée, ‘Initiatieven voor immigratiemusea in enkele Europese landen’
(Amsterdam 14 januari 2004). Kompagnie, Jan H., POP-gids. Personen op papier. Overzicht van archief- en bibliotheekbestanden met gegevens over persoons- en beroepsgroepen in het Algemeen Rijksarchief (Den Haag 1997). Lucassen, Jan en Rinus Penninx, Nieuwkomers, nakomelingen, Nederlanders. Immigranten in Nederland 1550-1993 (Amsterdam1994). Riesthuis, Gerard e.a. (red.), Thesaurusbouw: handleiding voor opleiding en praktijk (Den Haag 1992). Schrover, Marlou (red.), Bronnen betreffende de registratie van vreemdelingen in Nederland in de negentiende en twintigste eeuw. Broncommentaren 5(Den Haag 2002). Tuskan, Erhan, Zülfikar Özdogan en Marlou Schrover, ‘Collecties en beleid van openbare archiefinstellingen’ (Amsterdam 2002).
Bibliotheek IIAV
48
BIJLAGE 3:
LINKS
20 eeuwen Nederland: http://www.20eeuwennederland.nl/ Anno: http://www.anno.nl Archieven.nl: http://www.archieven.nl/ Association of European Migration Institutions: http://www.aemi.dk/home.php Beeldbank Nationaal Archief: http://beeldbank.nationaalarchief.nl/ Cité nationale de l’histoire de l’immigration: http://www.histoire-immigration.fr/ Cultuurwijzer: http://www.cultuurwijzer.nl/asp/page.asp?alias=cultuurwijzer.nl Digitaal Erfgoed Nederland: (http://www.den.nl) Digitale bronbewerkingen: http://geneaknowhow.net/digi/bronnen.html Geheugen van Nederland: http://www.geheugenvannederland.nl/gvnNL/handler.cfm/event/onpage/pageid/772A8B3E-61A511D6-8F22-0002A508D0B7/flash/1 Historisch Beeldarchief Migranten: http://www.iisg.nl/hbm/ ImagineIC: http://www.imagineic.nl/ In Motion: http://www.inmotionaame.org/home.cfm Inspraakorgaan Chinezen (IO): http://www.chineesinspraakorgaan.nl/ Inspraakorgaan Turken (IOT): http://www.iot.nl/ Krantencollectie KB: http://kranten.kb.nl/kb/html/frameset.htm Landelijk Overlegorgaan Welzijn Molukkers (LOWM): http://www.lowm-maluku.nl/ Lize, overlegpartner Rijksoverheid Zuideuropese gemeenschappen: http://www.lize.nl/index.php Malta Virtual Emigration Museum: http://www.maltamigration.com/ Maritiem Digitaal: http://www.maritiemdigitaal.nl/ Migration Heritage Centre: http://www.migrationheritage.nsw.gov.au/index.shtml Migrationsmuseum Duitsland: http://www.migrationsmuseum.de/ Moving Here: http://www.movinghere.org.uk/default.htm Overlegorgaan Caribische Nederlanders (OCaN): http://www.ocan.nl/ Surinaams Inspraak Orgaan (SIO): http://www.sioweb.nl/ Projekt Migrationsmuseum Schweiz: http://www.migrationsmuseum.ch/ Samenwerkingsverband van Marokkanen en Tunesiërs (SMT): http://www.smtnet.nl/ Vluchtelingen-Organisaties Nederland (VON): http://www.vluchtelingenorganisaties.nl/ Spanjaarden bij Philips: http://emigracioneindhoven.dse.nl/ Sporen van Migratie in Rotterdam: http://www.gemeentearchief.rotterdam.nl/sporenvanmigratie/verantwoording.html Thematis Erfgoed Portaal: http://81.18.161.80/fm_tnet_publiek/zoeken.aspx Toegang op Personen: http://top.archiefplein.nl/websitepubliek/ Women working, 1800-1930: http://ocp.hul.harvard.edu/ww/
49