Mi vocabulario español-holandés Uitleg bij de woordenlijst per les
1. TUS FUENTES DE INFORMACIÓN
In deze lijst staan de nieuwe woorden en uitdrukkingen uit elke les, in de volgorde waarin ze daar voorkomen. Ze zijn vertaald vanuit de context (de teksten of aanwijzingen in de lessen). Als er andere belangrijke betekenissen zijn, worden die erbij gegeven. De woorden die al in Gente joven 1, 2 of 3 voorkomen, worden niet opnieuw vertaald.
Jouw informatiebronnen
Bij de Spaanse en Nederlandse zelfstandige naamwoorden staat steeds het lidwoord. Je kunt het Spaanse woord het beste meteen mét het lidwoord leren. Let op: Woorden die met een beklemtoonde a of ha beginnen, krijgen het mannelijk lidwoord el, ook als het woord vrouwelijk is.
A ■
la fuente de información - de informatiebron la frecuencia con la que las usas - al naargelang hoe vaak je ze gebruikt los informativos de la televisión - de nieuwsberichten op televisie la prensa - de pers
B ■
sobre todo - vooral los/las famosos/as - de beroemdheden el artículo (de prensa) - het (geschreven) artikel los descubrimientos científicos - de wetenschappelijke ontdekkingen el robo - de beroving, de diefstal el desastre - de ramp los sucesos - de gebeurtenissen
Achter vervoegde werkwoordsvormen staat de infinitief (het hele werkwoord). Onregelmatigheden in de tegenwoordige tijd worden aangegeven met (i), (ie), (ue), (y), (zc) achter de infinitief. Bijvoorbeeld: puedes (Inf. poder (ue)) – je kunt De volgende afkortingen worden gebruikt:
1
2. LEER LAS NOTICIAS Het nieuws lezen
Afk. = afkorting Amer. = Latijns-Amerikaans Bijw. = bijwoord Bijv. nw. = bijvoeglijk naamwoord Cond. = Condicional: onvoltooid verleden toekomende tijd (o.v.t.t.) Ger. = Gerundio Imp. = Imperativo: gebiedende wijs Inf. = Infinitivo: infinitief, het hele werkwoord Part. = Participio: voltooid deelwoord
© 2010 Intertaal, Amsterdam/Antwerpen, met toestemming van Difusión S. L., Barcelona
Perf. = (Pretérito) Perfecto: voltooid tegenwoordige tijd (v.t.t.) Pluscuamp. = (Pretérito) Pluscuamperfecto: voltooid verleden tijd (v.v.t.) Subj. = Subjuntivo: aanvoegende wijs Let op: Tussen de mannelijke en vrouwelijke vorm van een woord staat een /. Bijvoorbeeld: el español/la española - de Spanjaard/de Spaanse, bonito/a - mooi. Tussen synoniemen staat een komma. Bijvoorbeeld: muy - erg, heel. Tussen verschillende betekenissen staat een puntkomma. Bijvoorbeeld: la educación - het onderwijs; de opvoeding. Woorden die in eerdere lessen zijn voorgekomen, worden niet opnieuw vertaald. Als je de betekenis van een woord niet meer weet, kun je die vinden in de alfabetische woordenlijst.
1
N o ti c i as fr e s c as Nieuwe berichten las noticias de televisión - het nieuws op televisie el medio audiovisual - het audiovisuele medium, het medium met beeld en geluid
Gente joven 4
Para consultar vocabulario
A ■
leer las noticias - het nieuws lezen el editorial - het hoofdartikel hoy día - vandaag de dag las cartas de los lectores - de lezersbrieven charlar con (alguien) - kletsen met (iemand) el torneo de ajedrez - het schaaktoernooi sus inicios - hoe hij begonnen is el reto - de uitdaging sobrevivir - overleven gracias a (alguien) - dankzij (iemand) la repoblación forestal - de herbebossing las nuevas promesas - de nieuwe beloften el balonmano - het handbal posar - poseren dimes y diretes - roddels las confesiones - de bekentenissen triunfar - succes hebben la generación - de generatie la encuesta - de enquête realizar un reportaje - een reportage maken consistir en - bestaan uit perderse (ie) - verdwaald raken el cuerpo especial - de speciale eenheid el rescate de alta montaña - de redding in het hooggebergte sano/a y salvo/a - heelhuids a pesar de - ondanks el/la agente - de agent/de agente el/la campesino/a - de boer/de boerin natural de - afkomstig uit la región pirenaica - het gebied van de Pyreneeën la eliminación - de verwijdering el plomo - het lood la bioabsorción - het biologisch afbreken el cascarón de huevo - de eierschaal
1
Mi vocabulario español-holandés convocar - uitschrijven; uitroepen la capital - de hoofdstad optar - meedingen recibir la máxima puntuación - de hoogste score behalen la eficacia - de doeltreffendheid el elemento - het element la gota - de druppel
la chuleta de gramática las circunstancias - de omstandigheden
3. TITULARES
© 2010 Intertaal, Amsterdam/Antwerpen, met toestemming van Difusión S. L., Barcelona
Kopjes A ■
oral - mondeling de forma oral - op mondelinge wijze, gesproken
B ■
el error técnico - de technische fout el titular - het kopje, de titel el/la rimador/a - iemand die rijmpjes schrijft las cuatro estaciones - de vier jaargetijden el/la arqueológo/a - de archeoloog/de archeologe la selva - het (oer)woud el caballero andante - de ronddwalende ridder la medalla - de medaille paralímpico/a - paralympisch (voor gehandicapte sporters)
1. sensibilizar - bewust maken, aangrijpen tener (ie) lugar - plaatsvinden la provincia - de provincie el relato - het verhaal, het verslag de origen... - van ... afkomst IES (Instituto de Enseñanza Secundaria) de middelbare school la solidaridad - de solidariteit, de saamhorigheid el instituto - de middelbare school temblor de tierra - de aardbeving, de aardschok la donación - de donatie, de gift el/la afectado/a - de getroffene con la finalidad de - met als doel estrechar los lazos - de banden aanhalen el lazo - de band, de verbintenis 2. el/la protagonista - de hoofdpersoon el caballero - de ridder la obra (literatura) - het werk (literatuur) a su manera - op hun (eigen) manier proponerse - zich ten doel stellen una mirada joven - een jonge blik 3. los juegos paralímpicos - de Paralympische Spelen conquistar medallas - medaillles behalen el oro - het goud la plata - het zilver
Gente joven 4
Para consultar vocabulario
1
el bronce - het brons la natación - het zwemmen el ciclismo - het wielrennen semejante a - lijkend op la petanca - de petanque (soort jeu de boule) el tenis de mesa - het tafeltennis el atletismo - de atletiek colocarse en el puesto número... - de ... plaats veroveren la clasificación - de ranglijst, het klassement 4. el/la componente - het (band)lid las rimas - de rijmende teksten la tarima - het podium, het platform el/la rapero/a - de rapper las etiquetas - de etiketten, de labels la izquierda (política) - links (politiek) la derecha (política) - rechts (politiek) feminista - feministisch machista - macho, seksistisch lograr el respeto - respect afdwingen lograr la admiración - bewondering oogsten cien por cien - honderd procent 5. la especie - de diersoort la hormiga - de mier tratarse de - gaan om bajo tierra - onder de grond medir (i) - lang zijn la longitud - de lengte el/la antepasado/a - de voorouder 6. desmentir (ie) - ontkennen, tegenspreken la relación amorosa - de (liefdes)relatie la prensa especializada - hier: de roddelpers con ocasión de - tijdens, ter gelegenheid van el rodaje - de opname, het draaien negarse (ie) - weigeren hablar el uno del otro - over elkaar praten tener vocación de - roeping hebben voor ir en serio - serieus zijn ser para largo - toekomst hebben 7. con motivo de - ter gelegenheid van la jornada - de dag; de workshop creado/a para la ocasión - voor de gelegenheid in het leven geroepen estimular - stimuleren chispas de pensamiento - gedachtenflitsen 8. salir al mercado - op de markt komen la versión española - de Spaanse versie come que come, juega que juega - wie eet, die speelt interactivo/a - interactief el funcionamiento - de werking el diagnóstico - de diagnose inicial - aan het begin la talla - de lengte (personen)
2
Mi vocabulario español-holandés los hábitos alimenticios - de eetgewoontes el/la personaje - het personage virtual - virtueel obtener una puntuación - een score behalen C ■
6. TITULARES Krantenkoppen en grupos de tres - in groepjes van drie el examen final - het eindexamen la dirección del colegio - de schooldirectie, het schoolbestuur el recreo - de pauze la angustia - de angst, de beklemming el/la estudiante de secundaria - de middelbare scholier el adelanto - het vervroegen
los medios de comunicación - de media, de communicatiemiddelen la variante culta - de formele variant iniciar - beginnen posteriormente - achteraf, later unidas al hecho de que - samenhangend met het feit dat tuvo lugar recientemente - heeft onlangs plaatsgevonden las prácticas alimenticias - de eetpatronen el citado blog - het geciteerde blog
la chuleta de gramática ser detenido/a - gearresteerd worden ser premiado/a por - een prijs krijgen van ser otorgado/a por - uitgereikt worden door
la chuleta de gramática formal - formeel culto/a - beschaafd, geleerd el sinónimo - het synoniem la narrativa actual - de hedendaagse vertelkunst la subordinación - de onderschikking; de ondergeschikte bijzin la frase relativa - de betrekkelijke bijzin tras - na la coma - de komma la aposición - de bijstelling coloquial - spreek-, omgangsperiodístico/a - journalistiek
CUADROS QUE CUENTAN Schilderijen met een verhaal dominical - zondag-, zondagsla alameda - de (wandel)laan el fusilamiento - het fusilleren, de executie A ■
referirse a (ie) - betrekking hebben op el hecho histórico - het historische feit entre todos - met zijn allen
B ■
aludir a - verwijzen naar hacer hipótesis - een hypothese opstellen
4. ABUELITA BLOGUERA
© 2010 Intertaal, Amsterdam/Antwerpen, met toestemming van Difusión S. L., Barcelona
De bloggende oma A ■
bloguero/a - bloggend
B ■
la bitácora - hier: de blog el/la nonagenario/a - de negentiger prestigioso/a - vermaard, beroemd la categoría - de categorie la votación popular - de algemene stemming la votación de un jurado - de stemming door een jury otorgar - uitreiken en línea - online el/la nieto/a - de kleinzoon/de kleindochter el fallecimiento - het overlijden el fenómeno mediático - het mediafenomeen conceder entrevistas - interviews toezeggen cientos - honderden cotidiano/a - dagelijks el sentido común - het gezond verstand
C ■
casi no - bijna niet
Gente joven 4
Para consultar vocabulario
1
LA REINA DEL SUR De koningin van het zuiden la certeza - de zekerheid quedarse inmóvil - verstijven, niet bewegen la cuchilla - het mes en alto - in de hoogte, geheven el vapor - de stoom el azulejo - het tegeltje contener el aliento - de adem inhouden la inmovilidad - de onbeweeglijkheid cambiar el curso - het verloop wijzigen la bañera - de badkuip depilarse - zich ontharen jobonoso/a - zeepachtig erizarse - overeind gaan staan (haar) el estéreo - de stereo la traición - het verraad el contrabando - de smokkel tal / tales - zo’n, zulke el presagio - het voorteken
3
Mi vocabulario español-holandés la amenaza - de (be)dreiging burlarse de - spotten met; lachen om soltar (ue) - loslaten, laten vallen dejar rastros - sporen achterlaten la colcha - de (bedden)sprei siniestro/a - onheilspellend aterrado/a - verschrikt el zumbido - het gezoem el/la contrabandista - de smokkelaar notas - voetnoten el narcocorrido - het liedje over drugsmokkelaars el/la narcotraficante - de drugsmokkelaar la emisora local - de lokale zender ensalzar - verheerlijken el álbum - het album el/la compositor/a - de componist/de componiste popularizar - populair maken la banda - de groep, de band inspirarse en - zich laten inspireren door afeitar - scheren A ■
redactar - opstellen, schrijven
B ■
el paralelismo - de overeenkomst
el/la presentador/a - de presentator/de presentatrice la audiencia - het publiek ilustrar las noticias - illustreren, aanvullen ensayar - oefenen, repeteren representar - opvoeren versión escrita - de geschreven versie
2
© 2010 Intertaal, Amsterdam/Antwerpen, met toestemming van Difusión S. L., Barcelona
Se buscan candidatos Deelnemers gezocht el/la candidato/a - de kandidaat/de kandidate el proyecto social - het sociale project familiarizarse - vertrouwd raken met, zich eigen maken la demanda - de vraag el personal - het personeel los requisitos - de (functie-)eisen el puesto - de baan, de functie la oración condicional - de voorwaardelijke bijzin la construcción impersonal - de onpersoonlijke constructie para + inf. - om te + infinitief para que + subj. - zodat + subjuntivo
ARTURO PÉREZ-REVERTE los conflictos internacionales - de internationale conflicten figurar - voorkomen el tambor - de trommel de éxito - het succes ser miembro de - lid zijn van la llanta - de (binnen)band repleto/a - propvol la hierba mala (figurado) - het onkruid la emigración (cuerpo de policía) - de migratiedienst la hembra - de vrouw dar la vida por alguien - zijn/haar leven voor iemand geven herido/a - gekwetst; gewond el callejón - de steeg te das por despedido/a - je diensten zijn niet niet langer nodig rehacer la vida - een nieuw leven beginnen el/la dueño/a de mi vida - de man/vrouw van mijn leven
2
1. CÓMO SON? Hoe zijn ze? el carácter - het karakter atrevido/a - dapper, onbevreesd rebelde - dwars, tegendraads seguro/a de sí mismo/a - zelfverzekerd majo/a - aardig
2. CÓMO ES? Hoe is hij/zij? formular preguntas - vragen stellen la personalidad - de persoonlijkheid
3. ¿QUÉ TAL TE COMUNICAS? Hoe goed communiceer jij? comunicarse - communiceren
EL DOSSIER de la CLASE el informativo - het nieuwsprogramma redactar una noticia - een nieuwsbericht opstellen de forma que - zodanig dat llevar un titular - een titel dragen el redactado - de tekst, het bericht la redacción - het opstellen, het schrijven en qué orden - in welke volgorde
Gente joven 4
Para consultar vocabulario
A ■
causar impresión - een indruk achterlaten los puntos fuertes - de sterke punten los puntos débiles - de zwakke punten dejar en paz a alguien - iemand met rust laten cultivar la tierra - de grond bewerken no poder soportar - er niet tegen kunnen quedarse sin palabras - met zijn/haar mond vol tanden staan tratar de - proberen
4
Mi vocabulario español-holandés hacer la pelota a alquien - slijmen, een wit voetje halen bij iemand el aspecto físico - het uiterlijk mirarse al espejo - in de spiegel kijken impecable - onberispelijk hacer lo posible - al het mogelijke doen llamar la atención - de aandacht trekken integrarse en - zich mengen in poco a poco - beetje bij beetje interrumpir - onderbreken, in de rede vallen confiar - vertrouwen adaptarse a los demás - zich aanpassen aan de anderen triunfar - succes hebben tener la impresión - de indruk hebben ser suficiente - voldoende zijn B ■
perderse en un mar de - omkomen in hacer daño - kwaad/pijn doen salir ganando - erop vooruitgaan, beter worden van el afecto - de genegenheid
la alcaldía - het wijkbestuur el/la DJ - de dj el campamento de verano - het zomerkamp dar la oportunidad - de kans geven 2 el/la compatriota - de landgenoot/de landgenote el socorrismo - de eerste hulp, de EHBO estar ingresado/a en el hospital - opgenomen zijn in het ziekenhuis C ■
el/la seleccionado/a - de geselecteerde actuar frente a - optreden voor el jurado - de jury
5. OFERTAS DE EMPLEO Personeelsadvertenties asociación de padres y madres - vereniging van vaders en moeders el/la monitor/a de deportes - de sportinstructeur/ de sportinstructrice precisar - nodig zijn el carné - de kaart, het pasje; hier: de bevoegdheid el/la animador/a - de animator, de entertainer atlético/a - sportief
el/la presidente/a del gobierno - de ministerpresident evocar - oproepen sobreentenderse (ie) - vanzelf spreken pasarlo mal - het moeilijk hebben dar la vuelta al mundo - rond de wereld reizen
6. TABLÓN DE ANUNCIOS
© 2010 Intertaal, Amsterdam/Antwerpen, met toestemming van Difusión S. L., Barcelona
Wat een kans! A ■
el/la explorador/a - de ontdekkingsreiziger/de ontdekkingsreizigster la ONG (Organización No Gubernamental) - de ngo (niet-gouvernementele organisatie) la solicitud - de sollicitatie(brief) las razones - de redenen lejano/a - ver verwijderd amenazado/a - bedreigd habitar - wonen la fase - de fase pasar una entrevista - een sollicitatiegesprek voeren
B ■
cumplir los requisitos - voldoen aan de eisen 1 recién terminé (Amer.) - ik heb net afgerond la secundaria - de middelbare school por medio de - door middel van las riquezas naturales - de natuurlijke rijkdommen entrenar - trainen la Cuadra comunal (Amer.) - het gemeenschappelijke woonblok el barrio - de buurt, de wijk con regularidad - regelmatig
Gente joven 4
Para consultar vocabulario
corresponderse - overeenkomen met, passen bij
la chuleta de gramática
la chuleta de gramática
4. ¡QUÉ OPORTUNIDAD!
2
Mededelingenbord A ■
al revés - omgekeerd se ofrece - wordt aangeboden con derecho a cocina - met gebruik van de keuken el instrumento de música - het muziekinstrument la mesa de sonido - de mengtafel de segunda mano - tweedehands todo tipo - allerlei soorten el peinado - het kapsel las trenzas - de vlechten las rastas - de dreadlocks el postizo - het haarstukje los patines - de (rol)schaatsen la plancha de skate - het skateboard el repaso - de bijles la guitarra acústica - de akoestische gitaar el acordeón diatónico - de trekharmonica dar clases - lesgeven
B ■
encajar - bij elkaar passen oralmente - mondeling ante - voor, ten overstaan van
C ■
ajustarse - aansluiten bij
5
Mi vocabulario español-holandés
2
7. CLAVES PARA HACER LAS COSAS BIEN Tips om het goed te doen
HOLA, ¿ESTÁS SOLA? A ■
D ■
la firma - de handtekening el DNI (Documento Nacional de Identidad ) - het identiteitsbewijs (ID) el/la vigilante - de bewaker/de bewaakster la piscina municipal - het openbare zwembad la casa de colonias - het vakantiedorp el bachillerato - de bovenbouw van de middelbare school (16-18 jaar), ± VWO la selectividad - het toelatingsexamen (voor de universiteit) el graduado escolar - het diploma van de onderbouw van het middelbaar onderwijs la ESO (Educación Secundaria Obligatoria) de onderbouw van de middelbare school (12-16 jaar) la formación extracadémica - overige cursussen en opleidingen el diploma - het diploma la EOI (Escuela Oficial de Idiomas) - de door de Spaanse overheid gefinancierde talenschool el/la monitor/a - de begeleider/de begeleidster las colonias - de kampen el carné de conducir - het rijbewijs el destino (geografía) - de bestemming desplazarse - zich verplaatsen la autoescuela - de rijschool el puesto de trabajo - de baan, de werkplek
Hallo, ben je alleen? trabajar por horas - werken op uurbasis el reparto - de bezorging, de distributie el buzoneo - de huis-aan-huisbezorging ¡vaya (una) mierda! - wat een klotezooi! prosperar - erop vooruitgaan, succes hebben tricotar - breien la puta - de hoer buena presencia - representatief uiterlijk ¡vaya (un) morro! - Wat een lef! debutar - debuteren estrenarse - zijn/haar debuut maken el/la guionista - de scenarioschrijver/de scenarioschrijfster el/la Director/a Novel - prijs voor de beste nieuwe regisseur bij de Premios Goya, de belangrijkste filmprijzen van Spanje la interpretación - het acteren, het toneelspel
“ATRAPADOS EN LA RED” Verstrikt in het web de tanto buscar - na lang gezocht te hebben hallar - aantreffen, vinden el foro (internet) - het (internet)forum el/la forofo/a - de fanaat, de fan las pelis de serie B - de B-films seducir (zc) - verleiden la razón - het verstand el buzón - de inbox hacer un rinconcito - een plaatsje vrijmaken navegar por la red - surfen op het net la visa oro - de visa gold card ser fiel - trouw zijn el amor es ciego - liefde is blind ojos que no ven, (corazón que no siente) - uit het oog, (uit het hart)
el tablón - het aanplakbord
© 2010 Intertaal, Amsterdam/Antwerpen, met toestemming van Difusión S. L., Barcelona
la chuleta de gramática repartir - rondbrengen la educación física - de gymnastiek, de lichamelijke opvoeding el/la dependiente/a - de verkoper/de verkoopster (in een winkel) clases a domicilio - lessen aan huis reciente - recent, nieuwste viceversa - omgekeerd manuscrito/a - handgeschreven mentir (ie) - liegen citar - noemen con antelación - van tevoren, op tijd ser puntual - op tijd zijn la vestimenta - de kleding el/la entrevistador/a - de persoon die het sollicitatiegesprek afneemt
Gente joven 4
Para consultar vocabulario
A ■
el final - het einde el diálogo - de dialoog
B ■
los efectos especiales - de special effects la voz en off - de voice-over el contexto - de context
D ■
arrobar - in vervoering brengen, meeslepen el juego de palabras - de woordspeling
E ■
el refrán - het spreekwoord hacer referencia a - verwijzen naar
6
Mi vocabulario español-holandés EL PARAÍSO ERA UN AUTOBÚS
© 2010 Intertaal, Amsterdam/Antwerpen, met toestemming van Difusión S. L., Barcelona
Het paradijs was een bus el paraíso - het paradijs la ferretería - de ijzerhandel la parada - de halte tomar el autobús - de bus nemen la mercería - de garen- en bandwinkel coger el autobús - de bus nemen subir al autobús - in de bus stappen bajar del autobús - uit de bus stappen el asiento libre - de vrije (zit)plaats de manera que - zodat la parte de atrás - het achterste stuk contemplar - kijken naar coger las vacaciones - vakantie nemen moreno/a - gebruind delicado/a - gevoelig, teer lanzar mensajes - boodschappen geven coger la costumbre - er een gewoonte van maken fingir - net doen alsof el síntoma - het symptoom, het teken faltar a la cita - niet op komen dagen acordado/a - afgesproken perder el interés - de belangstelling verliezen la temporada - de periode descuidar el aseo personal - zijn uiterlijk verwaarlozen afeitarse a diario - zich dagelijks scheren resucitado/a - herboren, herrezen ser operado/a - geopereerd worden/zijn a vida o muerte - op leven en dood la perforación intestinal - de darmperformatie (gaatje of scheurtje in de darmen) quejarse - zich beklagen enfermar - ziek worden la melancolía - de melancholie volver a verse - elkaar weerzien ganar peso - aankomen (gewicht) asearse - zich opknappen, zich mooi maken por aquellas fechas - rond die tijd ascender (ie) - opklimmen tot, promotie krijgen los complementos - de accessoires llamativo/a - opvallend volverse loco/a de deseo - gek worden van verlangen el/la adúltero/a - de man/vrouw die vreemdgaat desorientado/a - verward B ■
escribir en primera persona - schrijven in de eerste persoon, schrijven in de ik-vorm el/la pasajero/a - de passagier
EL DOSSIER de la CLASE A ■
el/la mediador/a - de bemiddelaar constituirse - vormen el/la investigador/a - de onderzoeker, de onderzoekster
Gente joven 4
Para consultar vocabulario
3
acercar - dichter bij elkaar brengen las generaciones - de generaties las personas ancianas - de ouderen las clases extraescolares - de buitenschoolse lessen C optar a una plaza - dingen naar een positie ■ D ■
presentarse a un puesto - solliciteren naar een positie
F ■
deliberar - overleggen, wikken en wegen
3
Somos agua We zijn water sacar conclusiones - conclusies trekken por consiguiente - dus, derhalve es por ello que - om die reden tan… que… - net zo ... als con valor anafórico - om herhaling te voorkomen el prefijo - het voorvoegsel el sufijo - het achtervoegsel no sólo… sino que… - niet alleen ... maar ook
1. MÁS CLARO QUE EL AGUA Overduidelijk
2. YO NO LO SABÍA Ik wist dat niet A ■
caudaloso/a - waterrijk el acueducto - het aquaduct el monte - de berg ser/estar más claro que el agua - overduidelijk zijn
B ■
la fórmula química - de chemische formule el lago - het meer las cataratas - de watervallen
3. EL AGUA ES VIDA Water is leven A ■
PLANETA AZUL el hidrógeno - de waterstof el oxígeno - de zuurstof el compuesto químico - de chemische samenstelling el estado (química) - de toestand, de fase (scheikunde) sólido/a - vast líquido/a - vloeibaar gaseoso/a - gasvormig el vapor de agua - de waterdamp inodoro/a - reukloos insípido/a - smaakloos
7
Mi vocabulario español-holandés incoloro/a - kleurloos la tonalidad - de kleurschakering, de kleur las ondas - de golven (van licht of geluid) las tres cuartas partes - drie vierde la hidrosfera - de hydrosfeer (al het water van de planeet) el glaciar - de gletsjer subterráneo/a - ondergronds los seres vivos - de levende wezens la condensación - de condensatie la precipitación - de neerslag la evaporación - de verdamping UN ELEMENTO VITAL en concreto - om precies te zijn los seres humanos - de mensen ser clave para - nodig zijn, essentieel zijn la abundancia - de overvloed la escasez - de schaarste innumerable - ontelbaar
el cacahuete - de pinda el continente - het werelddeel, het continent afortunadamente - gelukkig saludable - goed voor de gezondheid sabroso/a - smakelijk valioso/a - waardevol el metal precioso - het edelmetaal el taíno - indianentaal uit het Caraïbisch gebied se sabe que… - het is bekend dat ... el caos - de chaos el universo - het heelal
5. NO LO DECIMOS IGUAL Wij zeggen dat niet zo el léxico - de woordenschat ser originario/a de - afkomstig zijn uit la latitud - de breedtegraad en todas las latitudes - overal dietético/a - voedings-, dieetel mijo - de gierst (graangewas met kleine korrel) básico/a - basisel colesterol - de cholesterol el sustituto/a - de vervanger, het alternatief las cualidades dietéticas - de goede voedingseigenschappen
© 2010 Intertaal, Amsterdam/Antwerpen, met toestemming van Difusión S. L., Barcelona
la chuleta de gramática vital - van levensbelang reformular - opnieuw formuleren esto significa que… - dit betekent dat ... … lo que significa que… - wat betekent dat la conclusión - de conclusie hay que tener en cuenta que… - er moet rekening mee worden gehouden dat ... en cuanto a… - wat ... betreft ejemplificar - voorbeelden geven intercalar - invoegen, tussenvoegen contradictorio/a - tegenstrijdig potabilizar - drinkbaar maken carecer (zc) - tekortkomen potable - drinkbaar mientras que - terwijl ser insuficiente - onvoldoende zijn
6. OS VOY A HABLAR DE LA QUINOA Ik ga jullie vertellen over de quinoa la quinoa - de quinoa, de meelganzenvoet (plantensoort) el hierro - het ijzer el calcio - het calcium el fósforo - het fosfor los aminoácidos - de aminozuren (bouwstenen van eiwitten) el valor energético - de voedingswaarde
4. EL ORO DE AMÉRICA Het goud van Latijns-Amerika
la chuleta de gramática
A ■
proceder - afkomstig zijn uit provenir - voortkomen uit
B ■
el término - de term amargo/a - bitter los mayas - de Maya’s la semilla - het zaad(je) el valor - de waarde la papa (Amer.) - de aardappel el quechua - het Quechua (indianentaal uit ZuidAmerika) comestible - eetbaar ser bien sabido - het is algemeen bekend dicho/a - genoemd la papaya - de papaya
tanto… que… - zo(veel) ... dat recomendar (ie) - aanbevelen la arepa - de maiskoek la planta medicinal - de geneeskrachtige plant apreciado/a - gewaardeerd el valor nutricional - de voedingswaarde
Gente joven 4
Para consultar vocabulario
3
7. QUÉ ES UN WIKI Wat is een wiki? A ■
releer - herlezen WIKIPEDIA la enciclopedia libre - de vrije encyclopedie
8
Mi vocabulario español-holandés políglota - meertalig el/la contribuyente - de persoon die bijdraagt acceso a internet - toegang tot internet el navegador (internet) - de browser fundado/a - opgericht el/la usuario/a - de (internet)gebruiker/de (internet)gebruikster el/la defensor/a - de voorstander, de verdediger en la actualidad - tegenwoordig el organismo - de instelling la organización - de organisatie sin ánimo de lucro - zonder winstoogmerk el sitio (internet) - de (web)site la popularidad - de populariteit fiable - betrouwbaar exacto/a - nauwkeurig WIKI - wiki (toepassing en software om gezamenlijk webdocumenten te maken en te bewerken) la abreviación - de afkorting el/la programador/a - de programmeur bautizar - dopen crear contenidos - content maken (internet) de forma colaborativo/a - door met elkaar samen te werken el enlace - de link demás - en meer gigantesco/a - enorm
8. UN BUEN ORADOR
© 2010 Intertaal, Amsterdam/Antwerpen, met toestemming van Difusión S. L., Barcelona
Een goede spreker A ■
el/la orador/a - de spreker ir mal vestido/a - slecht gekleed gaan apoyarse en - leunen tegen mostrar (ue) - laten zien pasarse del tiempo - de tijd overschrijden el tono - de toon la palabra muleta - het stopwoordje la muleta - de houvast, de steun titubear - hakkelen, stotteren carraspear - de keel schrapen toser - kuchen, hoesten
B ■
la parrilla - hier: het schema; het rooster el auditorio - de toehoorders, het publiek captar - boeien, vasthouden la curiosidad - de nieuwsgierigheid la postura corporal - de lichaamshouding vocalizar - articuleren, duidelijk praten el tono de voz - de toon (van de stem) ameno/a - aangenaam la implicación - de betrokkenheid
la chuleta de gramática hay que tener en cuenta que… - je moet er wel rekening mee houden dat ...
Gente joven 4
Para consultar vocabulario
3
se dice… - er wordt gezegd ... algunos dicen… - sommige mensen zeggen ... se cree… - er wordt gedacht ... para terminar… - tot slot, ten slotte en resumen - kortom, samengevat el agradecimiento - de dankbaarheid
LA TIERRA DIVIDIDA, EL MUNDO UNIDO De aarde verdeeld, de wereld verenigd el istmo - de landengte la franja - de strook condicionar - vormen, bepalen el lema - het motto el canal - het kanaal el/la conquistador/a - de veroveraar el/la navegante - de zeevaarder la tierra firme - het vasteland el/la emperador/emperatriz - de keizer, de keizerin el paso - de doorgang decretar - bevelen, verordenen el plano - de plattegrond a fin de - opdat, om te los medios técnicos - de technische middelen independizarse - onafhankelijk worden a su vez - op zijn beurt extenderse (ie) - zich uitstrekken inaugurarse - officieel openen, inwijden la esclusa - de sluis el accidente laboral - het bedrijfsongeval la enfermedad tropical - de tropische ziekte el ascensor - de lift elevar - optillen el estrecho (geografía) - de zeestraat acortar - verkorten la ingeniería - de bouwkunde excavado/a - uitgegraven la réplica - de replica, de kopie la muralla - de muur
INGREDIENTES PARA EL CHOCOLATE Ingrediënten voor chocolade la libra - het pond (500 gram) según el gusto - naar eigen smaak tostar (ue) - roosteren la hojalata - het blik (de benaming voor het metaal) el poro - de porie poner cuidado - nauwkeurig opvolgen averiado/a - van slechte kwaliteit el tueste - het roosteren descolorido/a - flets, vaal indigesto/a - moeilijk verteerbaar por el contrario - echter, daarentegen
9
Mi vocabulario español-holandés la aspereza - de bitterheid extraer - eruit halen el aceite de almendras dulces - de olie van zoete amandelen la pomada - de balsem, de pommade el malestar - het ongemak carnoso/a - vol, vlezig con resignación - met lijdzaamheid en lo más mínimo - volstrekt niet la grieta - het scheurtje, het kloofje la rosca de Reyes - rond, zoet brood dat traditioneel met Driekoningen (6 januari) wordt gegeten la vanidad - de ijdelheid la bandeja - het (dien)blad el barro - het aardewerk áspero/a - bitter C ■
la festividad - het feest, de feestdag
GREGUERÍAS SOBRE EL AGUA Korte spreuken over water agudo/a - scherp(zinnig) humorístico/a - humoristisch, grappig pragmático/a - pragmatisch, gericht op de feiten lírico/a - idealistisch derretir (i) - smelten
EL DOSSIER de la CLASE EL WIKI DE LA CLASE De wiki van de klas
© 2010 Intertaal, Amsterdam/Antwerpen, met toestemming van Difusión S. L., Barcelona
por votación - door te stemmen ser asignado - zijn/worden toegewezen la plataforma (internet) - de website en función de - in overeenstemming met
EL PRODUCTO DE LA CLASE
1. el/la expedicionario/a - de deelnemer aan een expeditie tener una discapacidad - een beperking hebben el obstáculo - het obstakel, de hindernis insalvable - onoverkomelijk la visión - het zicht, het gezichtsvermogen la proeza - de prestatie, de heldendaad la travesía - de overtocht en condiciones extremas - in extreme omstandigheden arrastrar - voortslepen, voorttrekken el trineo - de slee la capa - de laag combatir el frío - zich wapenen tegen de kou el miembro (anatomía) - het lichaamsdeel el ánimo - de wil 2. las ruinas - de ruïnes el eslabón perdido - de ontbrekende schakel desenterrado/a - opgegraven la cerámica - de keramiek, het aardewerk la prenda (de vestir) - het kledingstuk el cerro - de heuvel la cordillera - de bergketen; het gebergte 3. las personalidades - de persoonlijkheden donar - schenken el hospicio - het tehuis el/la huérfano/a - de wees 4 ■
las algas - het zeewier, de algen la lluvia de ideas - de brainstormsessie la transparencia - de sheet los apuntes - de aantekeningen seguir la pauta - de richtlijnen volgen
tomar conciencia - zich bewust worden con respecto a - wat betreft la desigualdad - de ongelijkheid el desafío - de uitdaging el acceso - de toegang
5 ■
la flora - de flora, de plantenwereld la orquídea - de orchidee
10 ■
el gran público - het grote publiek caerse (i) - vallen el tribunal - de commissie
4
Yo no lo veo como tú
bla, bla, bla - bla, bla, bla la exposición oral - de spreekbeurt, de presentatie 2 ■
de fin de año - eindejaars-, aan het einde van het jaar el Polo Sur - de Zuidpool con voluntad de hierro - met ijzeren wil el hallazgo - de vondst el/la discapacitado/a - de persoon met een lichamelijke beperking milenario/a - duizenden jaren oud
Het product van de klas
Re p as o de l as un id a de s 1, 2 , y 3
4
Ik zie dat anders dan jij intruso/a - die/dat er niet bij hoort
■
3 el desfile - de optocht; de parade
Gente joven 4
Para consultar vocabulario
polémico/a - omstreden, die/dat discussie oproept secuenciar - in volgorde plaatsen, ordenen
10
Mi vocabulario español-holandés hacer reproches - verwijten maken el reproche - het verwijt el turno de habla - wie wanneer mag spreken
pelearse - ruziemaken tener peleas - ruzie hebben estar enamorado/a - verliefd zijn estar deprimido/a - terneergeslagen zijn faltar a clase - spijbelen romper (una relación) - (ver)breken borrar - wissen estar celoso/a - jaloers zijn distraído/a - dromerig, afwezig ir de guapo/a - de mooie jongen/meid uithangen
1. ¿GUAPOS Y GUAPAS? Mooie mannen en vrouwen? A ■
el ideal de belleza - het schoonheidsideaal LA BELLEZA ESTÁ EN TU CABEZA ser una dictadura - hier: opgelegd worden, opgedrongen worden las medidas - de maten el/la supermodelo - het supermodel la imposición - het opgedrongen beeld anoréxico/a - broodmager los pechos - de borsten las curvas (del cuerpo) - de rondingen (van het lichaam) las caderas - de heupen mirar con cara de pena - met medelijden aankijken ser gótico/a - een gothic zijn ser marginal - er niet bij horen obeso/a - zwaarlijvig tragarse - slikken la subcultura - de subcultuur la ropa de marca - de merkkleding según como se mire - afhankelijk van hoe je het bekijkt
aprobar (ue) - een voldoende halen un montón de - een hoop las faltas de asistencia - de gemiste lessen enganchado/a a - verslaafd aan
4. COMO UN CULEBRÓN Het is net een soapserie A ■
la viñeta - het plaatje (in stripverhaal)
B ■
pasar un mal momento - een moeilijke tijd doormaken, een moeilijke periode doormaken inseguro/a - onzeker ser manipulador/a - bazig zijn, overheersend zijn ser mayorcito/a - oud en wijs genoeg zijn
5. PUNTOS DE VISTA Standpunten
2. ¿Y TÚ QUÉ OPINAS? En wat vind jij ervan?
© 2010 Intertaal, Amsterdam/Antwerpen, met toestemming van Difusión S. L., Barcelona
A ■
la operación - de operatie, de ingreep la cirugía plástica - de plastische chirurgie acudir a clase - naar de les gaan
B ■
depende - dat hangt ervan af
C ■
por razones de salud - vanwege gezondheidsredenen llevar uniforme - een uniform dragen renunciar - opgeven
la chuleta de gramática eso es cierto - dat is waar, dat klopt ¡Claro que…! - Natuurlijk ...!, Uiteraard ...! ¡Qué va! - Welnee! matizar - nuanceren quizás - misschien
4
B ■
defender la postura (de alguien) - het standpunt verdedigen (van iemand)
la chuleta de gramática tal como lo veo yo - zoals ik het zie reprochar - verwijten, berispen
6. LA FAMILIA NOVOA TECNO Het gezin Novoa Tecno pasarse - de tijd overschrijden, hier: te gaar laten koken estropeado/a - stuk, kapot ¡ya voy! - ik kom eraan estar listo/a - klaar zijn colgar un video (internet) - een video plaatsen op internet, uploaden repasar - oefenen simular - naspelen; opvoeren
3. ¡DÉJALO YA! Dump hem toch! D ■
seguir adelante - verdergaan (met zijn/haar leven) agobiar - benauwen
Gente joven 4
Para consultar vocabulario
11
Mi vocabulario español-holandés 7. YO QUERÍA DECIR UNA COSA
TOLERANCIA CERO Lik op stuk poner en marcha - in gang zetten la violencia de género - het geweld tegen vrouwen pretender - zich voornemen, als doel hebben implicar - erbij betrekken el/la maltratador/a - de man/vrouw die mishandelt no poner la mano encima - met geen vinger aanraken
Ik zou graag iets willen zeggen A ■
la mesa redonda - de ronde tafel constantemente - voortdurend masivamente - massaal beneficioso/a - gunstig, positief perjudicial - schadelijk el fenómeno sociológico - het maatschappelijke verschijnsel favorecer (zc) - bevorderen los miembros de la familia - de familieleden, de gezinsleden el manejo - het gebruik, de besturing el rol tradicional - het traditionele rolpatroon preocupante - zorgwekkend comunicarse entre sí - met elkaar communiceren las redes sociales - de vriendennetwerken la identidad falsa - de valse identiteit
EL DOSSIER de la CLASE UN CASO POLÉMICO Een omstreden kwestie conflictivo/a – tot conflicten leidend
A ESCENA CON UN PROBLEMA Op de planken met een probleem
la chuleta de gramática pedir la opinión - naar de mening vragen deshacer - uit de weg ruimen el malentendido - het misverstand
5
intervenir - deelnemen, optreden
5
Cuéntame Vertel eens la antología - de bloemlezing el conector - het verbindingswoord alternar - afwisselen
EL HOMBRE QUE ME AME
© 2010 Intertaal, Amsterdam/Antwerpen, met toestemming van Difusión S. L., Barcelona
De man die van mij houdt descorrer las cortinas - de gordijnen opendoen anidar - nestelen, huizen la golondrina - de zwaluw poseer - bezitten el trofeo de caza - de jachttrofee el ceibo - de koraalstruik el vientre - de buik brota musica - er stroomt muziek uit las reglas del juego - de spelregels oponerse - zich verzetten
VICEVERSA
1. ÉRASE UNA VEZ… Er was eens ... érase una vez… - er was eens la moraleja - de moraal, de wijze les el cuento popular - het volksverhaal el cuento de hadas - het sprookje la fábula - de fabel ser una lección - een (wijze) les zijn el cuento literario - het literaire verhaal
2. HABÍA UNA VEZ UN REY…
Vice versa
Er was eens een koning ...
la desazón - de onrust, het onbehagen la certidumbre - de zekerheid estar jodido/a - zich beroerd voelen (vulgair) radiante - stralend el género (literario) - het (literaire) genre el relato breve - het korte verhaal el exilio - de ballingschap
el/la estafador/a - de oplichter/de oplichtster ir a palacio - naar het paleis gaan el/la tejedor/a - de wever/de weefster el/la monarca - de vorst/de vorstin la labor - het werk la seda - de zijde tejer - weven el telar - het weefgetouw el/la consejero/a - de raadgever el criado - de bediende el individuo - het individu, de figuur el servidor - de dienaar
Gente joven 4
Para consultar vocabulario
12
Mi vocabulario español-holandés las virtudes de la tela - de kwaliteiten van de stof tenerse (tuvo) por muerto - de schrik van zijn/haar leven krijgen el paño - de stof el reino - het koninkrijk alabar - prijzen el/la cortesano/a - de hoveling(e) el primor - de verfijning la sospecha - de verdenking, de achterdocht el/la gobernador/a - de gouverneur perder la honra - zijn/haar goede naam kwijtraken perder los cargos - zijn/haar functies verliezen no caber (cupo) duda de - geen twijfel bestaan suceder en el trono - de troon opvolgen el trono - de troon el/la vasallo/a - de vazal, de leenman desenvolver (ue) - uitpakken la vestidura - de kleding; het gewaad tomar medidas - de maten opnemen desnudo/a - naakt el escudero - de schildknaap el/la soberano/a - de vorst, de heerser me da lo mismo - het maakt me niet uit tender un engaño - bedriegen, misleiden acontecer (zc) - gebeuren
el chicle - een kauwgumpje enredar - verwarren la comida preparada - de kant-en-klaarmaaltijd gemelo/a - tweeling-
5. LEYENDAS DE SIEMPRE Legendes van vroeger EL ORIGEN DEL SOL Y DE LA LUNA remar - roeien volcarse (ue) - omslaan chocar - tegen elkaar slaan un pedazo de - een stuk prender fuego - vuur maken saciar el apetito - de honger stillen la mazorca - de (maïs)kolf asombrado/a - verbaasd las llamas - de vlammen ardiente - brandend en lo más alto - hoog aan de hemel el rayo de sol - de zonnestraal la cuerda - het touw la hamaca - de hangmat C ■
B ■
la versión - de versie
C ■
ser válido/a - actueel zijn, waardevol zijn
5
el original - origineel, oorspronkelijk
6. LEYENDAS DE AHORA Legendes van nu
la chuleta de gramática
© 2010 Intertaal, Amsterdam/Antwerpen, met toestemming van Difusión S. L., Barcelona
había una vez… - er was eens el nudo (literatura) - de kern, het plot … y colorín colorado, este cuento se ha acabado - en toen kwam er een olifant met een lange snuit, en die blies het verhaaltje uit
3. CONTINUARÁ Wordt vervolgd B ■
el chalet adosado - het rijtjeshuis la sudadera - het sweatshirt la capucha - de capuchon en pleno (barrio del) Raval - midden in (de wijk) Raval fascinado/a - geboeid, betoverd Caperucita Roja - Roodkapje
4. OTRAS CAPERUCITAS Andere Roodkapjes A ■
la piel de patata - de aardappelschil la jirafa - de giraf el lobo - de wolf el tranvía - de tram torcer a la derecha - rechts afslaan el peldaño - de trede
Gente joven 4
Para consultar vocabulario
C ■
la peregrinación - de pelgrimstocht, de bedevaart LA PEREGRINACIÓN DE LOS MUERTOS la ermita - de afgelegen kapel el acantilado - de klif el santuario - het heiligdom las tradiciones del lugar - de plaatselijke tradities la miga de pan - de broodkruimel peregrinar - een pelgrimstocht maken la reencarnación - de reïncarnatie el/la difunto/a - de overledene el peregrinaje - de pelgrimstocht LA AUTOESTOPISTA FANTASMA la carretera nacional - de rijksweg la autovía - de autoweg el cruce - het kruispunt hacer autoestop - liften frenar de golpe - plotseling remmen el descapotable - de cabrio inquietante - verontrustend quedar de paso - op de route liggen las contraventanas - de luiken darse la vuelta - zich omdraaien
13
Mi vocabulario español-holandés
6
la chuleta de gramática LAS LENGUAS DEL MUNDO
referir (algo) (i) - vertellen, beschrijven parecerle (algo a alguien) (zc) - (iemand iets) lijken
De talen van de wereld alzar - oprichten la arrogancia - de arrogantie, de hoogmoed la ira - de woede, de toorn demorar (Amer.) - op zich laten wachten a medio hacer - half voltooid los hebreos - de Hebreeërs, de joden el castigo divino - de goddelijke straf partirse en dos mitades - zich in tweeën splitsen la cueva - de grot las entrañas - het binnenste; de kern amasar - kneden el decir - het spreken
EL ECLIPSE
© 2010 Intertaal, Amsterdam/Antwerpen, met toestemming van Difusión S. L., Barcelona
De verduistering fray - broeder apresar - insluiten la ignorancia - de onwetendheid topográfico/a - topografisch aislado/a - afgezonderd distante - ver(afgelegen) el convento - het klooster condescender (ie) - zich verwaardigen, zo goed zijn om te bajar de su eminencia - afdalen van zijn koninklijke hoogte el celo - de ijver, de inzet la labor redentora - het verlossende werk, het reddende werk el rostro - het gezicht impasible - strak, gevoelloos sacrificar - offeren el altar - het altaar el lecho - het bed conferir (ie) - geven florecer (zc) - ontstaan, opkomen digno/a - waardig el talento - het talent arduo/a - complex, ingewikkeld disponer (g) - zich gereedmaken valerse (g) de - gebruikmaken van el/la opresor/a - de onderdrukker mirar fijamente - strak aankijken la incredulidad - het ongeloof producirse un consejo - een beraadslaging plaatsvinden el desdén - de minachting
EDUARDO GALEANO la ficción - de fictie (literatuur met verzonnen elementen) el documental - de documentaire el ensayo - het essay, het opstel su majestad - Uwe Majesteit la vena - de ader andante - lopend, dwalend autodefinirse (i) - zichzelf beschrijven el/la recopilador/a - de samensteller, de verzamelaar
EL DOSSIER de la CLASE CUENTACUENTOS Verhalenvertellers el/la cuentacuentos - de verhalenverteller
NUESTROS CUENTOS
Onze verhalen el dado - de dobbelsteen tirar los dados - met de dobbelstenen gooien el desenlace - de ontknoping, het slot dar un título - een titel geven
6
Las reglas del juego
AUGUSTO MONTERROSO
De spelregels
guatemalteco/a - uit Guatemala hondureño/a - uit Honduras de adopción - geadopteerd por vocación - uit roeping comprometido/a - maatschappelijk betrokken perpetuo/a - eeuwig(durend) ser representativo de - representatief zijn, typerend zijn el microrrelato - het korte verhaal
el juego de mesa - het bordspel los gustos - de smaken las preferencias - de voorkeuren recíproco/a - wederkerig
1. ¿A QUÉ JUGAMOS? Wat zullen we spelen? A ■
Gente joven 4
Para consultar vocabulario
ser pequeño/a - klein zijn jugar a las muñecas - met (de) poppen spelen
14
Mi vocabulario español-holandés los juegos de construcción - de bouwspelen jugar a los coches - met auto’s spelen hacer manualidades - knutselen jugar al escondite - verstoppertje spelen hacer puzles - puzzelen B ■
B ■
el turno - de beurt tocarle (a alguien el turno) - iemands beurt zijn hacer trampas - valsspelen la trampa - het vals spel la puntuación - de score ¿A cómo vamos? - Hoeveel staat het? empatado/a - gelijk estar empatado/a - gelijkstaan ir empatado/a - gelijk opgaan ir ganando - aan de winnende hand zijn
jugar a las cartas - kaarten
Tijdloze spelletjes la partida - het partijtje, het potje hacer una partida - een partijtje spelen fundamental - heel belangrijk LOS CHINOS el/la jugador/a - de speler/de speelster los chinos - de Chinezen la barra del bar - aan de bar una ronda de consumiciones - een rondje (in het café) el puño - de vuist quedar el/la último/a - als laatste overblijven no vale repetir - je mag niet herhalen
4. JUEGOS DE ORDENADOR Computerspelletjes B ■
© 2010 Intertaal, Amsterdam/Antwerpen, met toestemming van Difusión S. L., Barcelona
PIEDRA, PAPEL O TIJERAS bastar con - voldoende zijn extentido/a - uitgestrekt; hier: plat, vlak el dedo índice - de wijsvinger el dedo mayor/corazón - de middelvinger sacar lo mismo - hier: hetzelfde gebaar maken jugar a tantos puntos como se quiera - met zo veel punten spelen als je wilt LOS BARCOS los ratos libres - de vrije momenten el tablero - het speelbord; hier: het speelvlak marcar - aangeven las coordenadas - de coördinaten tocado - geraakt tocado y hundido - geraakt en gezonken fallar - missen el/la contrincante - de tegenstander decir mentiras - liegen
3. JUEGOS PARA PRACTICAR EL ESPAÑOL Spelletjes om het Spaans te oefenen A ■
estupendo/a - geweldig el juego del ahorcado - galgje el/la ahorcado/a - de (op)gehangene estar como una cabra - stapelgek zijn el pintapalabras - het tekenspel, soort pictionary el crucigrama - de kruiswoordpuzzel
Gente joven 4
Para consultar vocabulario
la definición - de definitie, de betekenis redistribuir (y) - opnieuw uitdelen
la chuleta de gramática
2. JUEGOS DE TODA LA VIDA A ■
6
la era digital - het digitale tijdperk expresar temor - grote bezorgheid uiten el botón (tecnología) - de knop; de button el cable - de kabel el mando a distancia - de afstandsbediening atontado/a - stom, versuft la adicción - de verslaving molar (argot) - leuk zijn el varón - de man el chateo - het chatten los juegos de aventura - de adventure games los juegos de rol - de role playing games el truco - het trucje, de cheat bajar (algo) de internet - (iets) downloaden van internet las páginas favoritas - de favoriete pagina’s el sí - het ja (als antwoord op de vraag) unánime - eensgezind, unaniem no tener gracia - niet leuk zijn pasarse información - informatie uitwiselen el juego en línea - het online spel tener dificultades - moeilijkheden tegenkomen gente de fuera - mensen uit het buitenland la dedicación semanal - de wekelijkse tijdsbesteding confesar (ie) - bekennen, toegeven es repetitivo/a - het herhaalt zichzelf steeds la media (estadística) - het gemiddelde pasarse juegos - games aan elkaar doorgeven el videoclub - de videotheek ser influenciable - te beïnvloeden zijn
5. A FAVOR Y EN CONTRA Voor en tegen C ■
el/la crítico/a - de criticus encontrarle defectos a algo - de tekortkoming en particular - in het bijzonder
15
Mi vocabulario español-holandés
4 5 6
la chuleta de gramática aconsejarse - elkaar aanraden pasarle (algo a alguien) - (iemand iets) geven
6. EL JUEGO DE LA BOLA
PAREJAS ENEMIGAS: LOS DERBIS MÁS FAMOSOS Aartsrivalen, beroemde derby’s
Het balspel el palo (deporte) - de stick fallar en el saque - een overtreding begaan bij de service el saque - de opslag, de service la falta - de overtreding la carrera - de koers el dopaje - de doping la raqueta - de racket la red - het net meter la pelota - de bal scoren fuera de juego - buitenspel los guantes - de handschoenen el/la rival - de tegenstander caer por los suelos - op de grond (laten) vallen el batín - het pak (judo, karate, etc) el tiro - het schieten la esgrima - de schermsport a campo abierto - in het open veld LAS REGLAS estar expulsado/a - van het bord gestuurd worden perder el turno - de beurt overslaan penalti - de strafschop volver a tirar - opnieuw gooien
7. GOL, GOL, GOL… © 2010 Intertaal, Amsterdam/Antwerpen, met toestemming van Difusión S. L., Barcelona
Goal, goal, goal ... A ■
la retransmisión deportiva - de rechtstreekse sportuitzending
B ■
asociado/a a - gerelateerd aan
la chuleta de gramática el máximo de - zo veel mogelijk el hoyo - de hole el mínimo de - zo weinig mogelijk los puntos - de punten las faltas - de overtredingen el tobogán - de schans, de piste la salida - het honk
el derbi - de derby el/la seguidor/a - de supporter, de aanhanger despertar interés - veel belangstelling opwekken defender los colores - met trots de kleuren dragen la copa - de beker de leyenda - legendarisch el estadio - het stadion en diagonal - diagonaal el cuello - de hals la raya - de streep la liga - de competitie, de (ere)divisie la recopa - de Europacup voor bekerwinnaars la supercopa - de Supercup vertical - verticaal granate (color) - granaat(kleur), donkerrood el ribete - de boord ¿SABES QUE…? el merengue - het schuimpje el/la culé - bijnaam van de supporters van FC Barcelona la sede - de thuisbasis
PIRENA la niebla - de mist la tormenta - de storm vientos huracanados - de stormwind, de windvlagen bajo cero - onder nul el tiro de perros - een span honden atado/a - vastgebonden se premia - wordt beloond el compañerismo - de kameraadschap la deportividad - de sportiviteit la fibra sintética - de syntetische vezel caber (quepa) - passen, ruimte hebben holgado/a - ruim, royaal la disciplina - de discipline conjugar - verenigen en fila - in een rij hacer prácticas - stage lopen la prueba - de beproeving
REGATAS Regatta
la regata - de regatta (zeil- of roeiwedstrijd) la niñez - de kinderjaren, de kindertijd el abordaje - het enteren diminuto/a - heel klein
Gente joven 4
Para consultar vocabulario
16
Mi vocabulario español-holandés el mirador - het uitkijkpunt perseguir (i) - achtervolgen, achternazitten el muro - de muur la estela - het kielzog paralelo/a - evenwijdig el/la sagitario/a - de boogschutter el arco - de boog tenso/a - gespannen la vela - het zeil(doek)
Re p as o de l as un id a de s 4, 5 , y 6 1 ■
2 ■
la filmación - de opname, het draaien el dibujo - de tekening
3 ■
orgulloso/a - trots enemigo/a - vijandig el/la antagonista - de tegenstander, de tegenspeler el fin - het einde modesto/a - bescheiden honesto/a - eerlijk premiar - belonen el/la tramposo/a - bedrieg(st)er, valsspeler bondadoso/a - (goed)aardig malvado/a - slecht, verdorven
4 ■
© 2010 Intertaal, Amsterdam/Antwerpen, met toestemming van Difusión S. L., Barcelona
expresar el acuerdo - aangeven het eens te zijn el matiz - de nuance controvertido/a - controversieel, omstreden basar - baseren
enterrar (ie) - begraven grave - ernstig la ceremonia - de ceremonie, de plechtigheid reprobatorio/a - afkeurend el féretro - de doodskist el/la finado/a - de overledene el último adiós - het laatste afscheid palidecer (zc) - verbleken ser una zorra - een bitch zijn devolver a su lugar - op zijn plaats terugleggen el artefacto - het apparaat ser enterrado/a - begraven worden la excentricidad - de buitenissigheid, de buitensporigheid afín - hier: in overeenstemming met grato/a - aangenaam sin duda - ongetwijfeld la referencia - het referentiepunt; de belangrijke factor ser costumbre - de gewoonte zijn los más intimos - de naasten el/la viudo/a - de weduwe el consuelo - de troost dar consuelo - troosten saborear - proeven; genieten van
Gente joven 4
Para consultar vocabulario
4 5 6
intrascendente - oppervlakkig, nietszeggend enmudecer (zc) - verstommen, stil worden descolgar el teléfono - de verbinding verbreken el pésame - de condoleantie, het betuigen van medeleven el pitido - de toon colgar el teléfono - de verbinding verbreken el infierno - de hel A. los presentes - de aanwezigen alcanzar un acuerdo - tot overeenstemming komen tácito/a - stilzwijgend la ultratumba - het hiernamaals colarse (ue) - binnensluipen B. el/la insomne - de lijder aan slapeloosheid descabezar un sueño - een uiltje knappen C. la inconsciencia - de onbewustheid inclinarse - zich buigen over dolorosamente - bedroefd 5 ■
estar a favor - voor zijn estar en contra - tegen zijn no tener opinión - geen mening hebben
6 ■
llevar a cabo - uitvoeren el marco - het kader comprometer - een beroep doen op el/la ganador/a - de winnaar/de winnares recientemente -onlangs quemar - verbranden, opsteken reforzar (ue) - versterken el carácter voluntario - het vrijwillige karakter la confianza en uno mismo - het zelfvertrouwen la recompensa - de beloning el estímulo - de stimulans la prevención - de preventie, het voorkomen
7 ■
la comba - het springtouw; het touwtjespringen saltar a la comba - touwtjespringen
8 ■
salir con alguien - met iemand (uit)gaan estar hecho/a un lío - in de knoei zitten
10 ■
el fotograma - het fotoverhaal
11 ■
empatar - gelijkspelen por encima de - over(heen) dar recuerdos a alguien - iemand de groeten doen el parchís - het mens-erger-je-niet
17