METO JEUGD PLAN Jeugdplan METO Inhoud 1.Voorwoord 2. Inleiding 2.1 Motivatie en ontwikkeling van het jeugdplan 2.2 Doelstellingen jeugdafdeling 2.3 Pupillen -Leeftijdtypische kenmerken -Wijze van begeleiden en trainen 2.4 Junioren -Leeftijdtypische kenmerken -Wijze van begeleiden en trainen 2.5 Algemene uitgangspunten 3. Voorlichting, instructie en opleiding 3.1 Nieuwe spelers en hun ouders 3.2 Leiders 3.3 Trainers 4. De training en de wedstrijd 5. Selectie en doorstroming 6. Organisatie taken en overleg 6.1 Jeugdbestuur 6.2 Wedstrijdsecretaris 6.3 Jeugdcoördinator 6.4 Budgetbeheerder 6.5 Algemene zaken 6.6 Trainers en leiders 6.7 Overleg met het hoofdbestuur 6.8 Overleg met de hoofdtrainer 6.9 Overleg trainers/leiders en jeugdbestuur 7. Communicatie en P.R. 8. Nevenactiviteiten 9. Bijlagen
Voorwoord Het jeugdbestuur heeft mij gevraagd het voorwoord te schrijven voor het jeugdplan. Uiteraard voldoe ik daar gaarne aan. Na een intensieve voorbereiding door het jeugdbestuur kon in 2002 het eerste jeugdplan worden gepresenteerd. Een plan wat in bijna alle gevallen voldoet aan de te stellen hedendaagse eisen aan onze jeugd en haar begeleiders. De beschrijving van onderwerpen zoals motivatie, instructie, opleiding, training, selectie, overlegstructuren en vele anderen staan uitermate goed in het jeugdplan vermeld. Het laat nauwelijks ruimte voor misverstanden. Het is een absoluut uitstekende leidraad waarlangs het jeugdgebeuren zich moet bewegen. Geen dictaat maar een leidraad waarbij hier en daar enigszins afwijken van de rechte lijn best kan. Dit zal ook nimmer tot conflicten leiden. Dat was en is de bedoeling van het jeugdplan. In de afgelopen periode heb ik alleen maar positieve geluiden gehoord over het eerste plan. En ik heb niemand met het plan onder de arm felle discussies horen voeren over de inhoud ervan. Het beste bewijs dat het jeugdplan goed in elkaar zit en nagenoeg volledig voldoet aan datgene wat het jeugdbestuur voor ogen stond. Namens het hoofdbestuur complimenteer ik het jeugdbestuur met de succesvolle uitvoering van de eerste- en met het verschijnen van de tweede versie en wens haar veel succes met de toepassing ervan. Hoofdbestuur r.k.v.v. METO, Namens deze, Hans van Hoek, Voorzitter.
Inleiding 2.1 Motivatie en ontwikkeling van het jeugdplan Zoals in het voorwoord van de voorzitter reeds is vermeld is betreft het hier de eerste herziening van het jeugdplan hetgeen de richting van het jeugdbeleid van METO aangeeft voor de komende periode. Na het lezen van het voorwoord kan de indruk ontstaan dat er niet zoveel te herzien valt. Voor een groot gedeelte is dat ook zo. De ‘blauwdruk’ en de ‘visie’ zijn ongewijzigd. Inhoudelijk zijn er wel wijzigingen. Deze zijn ingegeven door onder andere de interne evaluaties van het plan. De status van de doelstellingen zijn bij een aantal vergaderingen met het jeugdkader onderwerp van gesprek geweest. Deze discussies, alsmede overige opmerkingen door tal van personen zijn als basis genomen voor deze revisie. Daarnaast zijn er ook een aantal relevante externe ontwikkelingen zoals het masterplan van de KNVB, andere opleidingen en bijvoorbeeld het certificeringssysteem voor jeugdopleidingen in Nederland. De belangrijkste motivatie om destijds een jeugdplan op te stellen was het ontbreken van eenduidige, soms fundamentele afspraken. Er moest duidelijkheid ontstaan aangaande voetbaltechnische zaken zoals selectie en doorstroming. Maar ook op het vlak van communicatiestructuren, overleg met ouders, opvang en introductie en dergelijke. Daarnaast was en is er behoefte om doelstellingen duidelijk te formuleren. Wat zijn de algemene uitgangspunten van de jeugdafdeling van METO? Wat voor voetbal spelen we en wie vervult welke rol? Vragen als hoe belangrijk is resultaat, en hoe verhoudt zich dat tot sfeer hopen wij in dit plan te beantwoorden. Op weg derhalve naar eenheid en duidelijkheid in beleid en uitvoering. Bij het samenstellen en de herziening van het jeugdplan is zoveel mogelijk overleg gepleegd met ( een afvaardiging van ) betrokken partijen. Overigens zien wij dit jeugdplan niet als een statisch document wat meteen de kast in moet verdwijnen. Wij gaan er vanuit dat er daadwerkelijk mee gewerkt wordt en dat op- en aanmerkingen worden aangeleverd, zodat een tweejaarlijkse herziening kan plaatsvinden. Het jeugdplan is niet van het jeugdbestuur maar van de gehele jeugdafdeling! 2.2 Doelstellingen jeugdafdeling Het zal duidelijk zijn dat elke leeftijdscategorie met unieke leeftijdstypische kenmerken een andere benadering behoeft. Dit zal in de volgende paragraaf verder worden uitgewerkt. Daarnaast zijn voor de jeugdafdeling als onderstaande doelstellingen geformuleerd. Bij de regelmatige besprekingen hierover is de voortgang ervan gecheckt. Sommige zaken, zoals bijvoorbeeld het ontwikkelen van nevenactiviteiten en een duidelijke, eerlijke en open communicatie zijn als doelstelling ter verbetering in de herziening weggelaten omdat daarvan ons doel al is bereikt. Voor de overige doelstellingen kan worden gesteld dat het altijd beter kan. We dienen kritisch te blijven, vooral naar onszelf. De doelstellingen: het leveren van een sportieve bijdrage aan de opvoeding van de jeugd; het aanleren van discipline en regels; eenheid in voetbaltechnische en –tactische zin nastreven; aantrekkelijk en aanvallend voetbal; persoonlijke voetbalontwikkeling; het zich ‘thuis’voelen en de sfeer; betrekken van de oudere jeugd bij begeleiding F-jes; het ‘vasthouden’ van de jeugd voor de vereniging voor later; vloeiende aansluiting tussen pupillen, junioren en senioren; onderzoek naar certificeringscriteria KNVB; stimuleren van opleidingen voor het jeugdkader; het vergroten van de gehele jeugdafdeling, met name de hogere elftallen; gediplomeerde trainers op A, B, en C; interne begeleiding van overige trainers en leiders; kortom de beste en grootste jeugdafdeling van de zuidwesthoek. Van bovenstaande doelstellingen kan worden aangegeven dat ze allemaal in ontwikkeling zijn. In de rest van het plan zal een en ander verder worden uitgewerkt.
2.3 Pupillen F-pupillen Lichamelijk, motorisch en prestatie: Beschikken over een gunstige lichaamsverhouding en maken in het algemeen een harmonische indruk. Het balgevoel is nog zwak ontwikkeld en de coördinatie verbetert langzaam. De kracht en duurprestaties zijn nog gering. Geestelijk: De bewegingsdrang is groot (speels), de concentratie nog moeilijk. Ze zijn weinig sociaal en er is nog nauwelijks wedijver. Het spel wordt als avontuur gezien. Begeleiding, training: Deze richt zich in eerste instantie op basale dingen als elkaar leren kennen en de regeltjes. Daarnaast is veel spelen met de bal van belang. Balbezit (voor allemaal een bal) en scoren (grote doelen) zijn belangrijk. Laat ze maar dribbelen en passeren. Ze moeten wennen aan de bal, dat gaat met name via dribbeloefeningen en kleine partijtjes. Bij de tweede jaars F-jes, wordt de lengte van het veld benut. Er gaat zich een achterhoede, een voorhoede en iets er tussen in ontwikkelen. Het spel is belangrijk, winnen of verliezen niet. Wel wordt al geleerd de bal netjes te raken met het binnenkantje. De F-jes worden gestimuleerd en beloond, negatieve kritiek is uit den boze. E-pupillen Lichamelijk, motorisch en prestatie: In deze leeftijd is er een groei naar verder harmonie. De coördinatie verbetert verder evenals het balgevoel. De E-pupillen zijn zeer leergierig. Geestelijk: Ze gaan meer samen doen en samen spelen, maar zijn nog wel snel afgeleid. Nemen de zaken bewust op en proberen de oefeningen volgens aanwijzing uit te voeren. Willen graag baltechnische vaardigheden leren. Er is een toenemend besef voor taken. Begeleiding, training: Dit is een ideale leeftijd voor het motorisch leren. Voetbaltechnische vaardigheden zijn dan ook erg belangrijk. Er dient nog gezorgd te worden voor veel balcontacten. Spel- en wedstrijdvormen als 4 tegen 1 en 5 tegen 2 kunnen al goed worden toegepast. Oefeningen met tweetallen eveneens. Bij de tweedejaars E-tjes dient te worden gestreefd naar het benutten van de breedte van het veld. Aspecten uit de wedstrijd kunnen worden besproken tijdens de training en als basis dienen voor de oefenstof. Aan het einde van de E periode kan worden gestart met de kennismaking van zaken als verzorging zoals het douchen en het belang van een warming-up. Tevens worden de E-tjes die overgaan voorbereid op het spel bij de D, het grote veld, de grotere teams en de andere regels. D-pupillen Lichamelijk, motorisch en prestatie: Goed gebouwd, ideale verhoudingen. Goede spier- en orgaanontwikkeling en coördinatie. De kracht neemt toe. Duurbelasting van gemiddelde intensiteit is mogelijk (ca. 20 minuten). Fijngevoelig reactievermogen. De bewegingsdrang is groot. Geestelijk: De leergierigheid is groot. Er is in toenemende mate kritiek op eigen maar vooral andermans prestaties, er is sprake van geldingsdrang. Ze worden meer groepsbewust. Er treedt een navolging op van idolen. Begeleiding, training: Alle technische elementen kunnen na goed voorbeeld worden getraind. Wedstrijdsituaties kunnen bij de training worden gehanteerd. Duel 1 tegen 1 en grotere positie- en partijspelen kunnen worden beoefend, van 5 tegen 2 via 8 tegen 8 naar 11 tegen 11. Aandacht voor algemene tactiek, balbezit en balverlies. Veel nadruk op spelposities en het benutten van de breedte van het veld.
2.4 Junioren C-junioren Lichamelijk, motorisch en prestatie: Deze leeftijdscategorie wordt gekenmerkt door het begin van de puberteit. Er treedt een snelle lengtegroei op waardoor er sprake is van disharmonie. Vandaar dat de belastbaarheid beperkt is. De C-junioren zijn blessuregevoelig. Met name de aanhechtingen van spieren en pezen raken snel aangedaan. Er kan een tijdelijke stilstand of zelfs achteruitgang van het motorisch vermogen plaatsvinden. Ze zijn slungelachtig en stuntelig. Geestelijk: De leergierigheid ontbreekt. Er is sprake van groepsvorming en men zet zich af tegen gezag. Ze zijn veel met zichzelf bezig hetgeen de nodige spanningen oproept. De stemming is erg wisselend. Ze krijgen op deze leeftijd vaak andere interesses waardoor een herwaarding van het voetbalspel plaatsvindt. Begeleiding, training: Dit vereist vooral geduld, waarbij de verwachtingen niet te hoog mogen worden gesteld. De resultaten zijn twijfelachtig en wisselvallig. Er dient oog te zijn voor individuele tekortkomingen en problemen. In deze leeftijdscategorie is krachttraining slechts in geringe mate toegestaan. Vooral trainen op het gebied van voetbaltechnische vaardigheden in wedstrijdsituaties. Er kan worden gestart met het beoefenen van handelingssnelheid en spelhervattingen. Positie- en partijspelen worden gehanteerd om wedstrijdsituaties te analyseren. B-junioren Lichamelijk, motorisch en prestatie: Er is sprake van een harmonische lichamelijke groei. Training van techniek werpt weer vruchten af. Kracht-, interval- en duurtrainingen kunnen in toenemende mate worden toegepast zonder blessures te veroorzaken. Geestelijk: Er is meer verantwoording en opoffering in het belang van het team. De agressie is afgenomen en er is een betere verhouding met gezag. Met name ook door de toenemende zelfkritiek is het mogelijk prestatiegericht te werken. Begeleiding, training: Technische elementen kunnen worden verbeterd door te oefenen in hoog tempo en in wedstrijdsituaties met weerstand. Tactische trainingsvormen als taakverdeling, omschakelen van aanval naar verdediging v.v., kaatsen, mandekking en ruimte maken kunnen goed worden toegepast. Bovendien kan worden getraind op conditie, snelheid en uithoudingsvermogen. A-junioren Lichamelijk, motorisch en prestatie: Goed functioneren van de organen. Er is een hoogtepunt met betrekking tot het aanleren van motorische vaardigheden mits dit doelbewust en methodisch zorgvuldig is gepland. Geestelijk: Er is een toename van prestatie- en geldingsdrang. Er is een sterk uitgesproken zelfkritiek. Het karakter ondervindt een algemene stabilisatie. Er is enerzijds sprake van meer medeverantwoording, anderzijds wordt het groepsgevoel minder en gaat het “ik” gevoel overheersen. Begeleiding, training: Met het hoogste tempo en volledige weerstand kan verdere automatisering met betrekking tot variatie van alle technische elementen worden beoefend. Veel aandacht voor speciale technische vaardigheden als vrije trappen en corners. Er kan individueel worden getraind. Alle aspecten kunnen worden geoptimaliseerd. De training heeft de tekortkomingen van de wedstrijd als uitgangspunt. De trainingsstof is gebaseerd op wedstrijdanalyses. 2.5 Algemene uitgangspunten -Wat betreft de zeventallen (F tot en met E, en in voorkomende gevallen D) geldt een maximum aantal spelers van 10. Nieuwe aanmeldingen komen op een wachtlijst tot er een nieuw 10-tal gevormd kan worden. Eventueel kan al wel worden getraind mits er een leider/trainer beschikbaar is. -Vanaf de D is dit minimaal 14. -De benadering van jongens en meisjes is identiek. -Vanaf de D vindt selectie plaats, zie hiervoor het hoofdstuk “selectie en doorstroming”.
-Bij de F en de E heeft elke speler recht op evenveel speeltijd. -Bij D tot en met A kan dit afhangen van gedrag, prestatie en trainingsbezoek. Voorlichting, instructie en opleiding 3.1 Nieuwe spelers en hun ouders METO kent een aanmeldingsprocedure waarbij wordt gestreefd steeds per augustus en januari alle spelers in een elftal in te delen. In principe komen alle tussentijdse meldingen op een wachtlijst. Wanneer een trainer beschikbaar is kan mogelijk met trainingen worden aangevangen. Dit geldt eveneens als een trainer of trainersduo geen bezwaar heeft tegen het meetrainen. Bij aanmelding ontvangen de ouders een exemplaar van dit jeugdplan. Het is met name belangrijk om ze te informeren over hoe de club is georganiseerd en over algemene voorschriften en regels. Hierbij wordt eveneens gewezen op morele verplichtingen zoals het vervoer naar uitwedstrijden. Bij aanvang van de eerste training worden de ouders en de kinderen door de vereniging uitgenodigd voor een voorlichtingsavond. Hierbij wordt een en ander nog eens toegelicht en is er uiteraard de mogelijkheid tot het stellen van vragen. De kinderen worden opgevangen, krijgen een rondleiding, zodat ze weten waar ze terecht kunnen, en worden in de vorm van spelletjes en hun eerste ‘training’ verder beziggehouden. Bij voldoende belangstelling kunnen de ouders vervolgens hun voetbalschoenen aantrekken en lijfelijk een jeugdtraining ondergaan. In dit kader wordt gestreefd naar nazorg, er wordt voeling gehouden met de ouders door vrijblijvend te informeren hoe het loopt. Wellicht dat de betrokkenheid met de club en de mogelijkheden om deel uit te gaan maken van het jeugdkader hiermee worden vergroot. 3.2 Leiders Nieuwe leiders ontvangen uitleg over het jeugdplan. Indien gewenst bestaat de mogelijkheid cursussen te volgen welke door de KNVB worden georganiseerd. De jeugdleiders-vergaderingen gaan altijd vergezeld met een instructie of voorlichting. Onderwerpen als leiderschap, verzorging en hygiene, EHBO en spelregels komen hier met regelmaat aan de orde. 3.3 Trainers Nieuwe trainers worden voorgelicht/opgeleid door de gediplomeerde jeugdtrainers. Voor wat betreft de pupillen elftallen wordt hier wel eens over de schouder meegekeken en feed-back gegeven. Eenieder die daarvoor belangstelling heeft en over de vereiste capaciteiten beschikt wordt de mogelijkheid geboden een KNVB-cursus te gaan volgen. Er is een uiteenlopend aanbod aan trainerscursussen. Varierend van een aantal instructieavonden voor pupillentrainer tot een complete cursus ‘trainer-coach 3’ voor de totale jeugd. Dit uiteraard binnen de financiële kaders en eventueel gespreid over verschillende seizoenen. Een gediplomeerde trainer verplicht zich gedurende de komende drie seizoenen trainingen voor METO te verzorgen. De training en de wedstrijd De training METO ziet de trainingen als een belangrijk middel om de jeugd te ontwikkelen. Deze ontwikkeling houdt niet alleen in dat uitsluitend gelet wordt op voetbaltechnische ontwikkeling. Wij stellen dat het in het jeugdvoetballeerproces gaat om de totale ontwikkeling van de individuele jeugdvoetballer. Dit betekent dat de ene jeugdspeler zich ontwikkelt tot een verenigingslid dat later in een recreatie-elftal zal voetballen en daarnaast de jongste pupillen zal begeleiden, scheidsrechter wordt of een bestuursfunctie zal gaan bekleden, terwijl een ander jeugdlid als talent een selectiespeler zal worden en misschien daarna nog een trainersfunctie uit zal voeren. Aan deze totale ontwikkeling zal METO bij haar jeugd aandacht schenken. Dit gebeurt bij elke leeftijdscategorie anders, het hangt immers af van de leeftijdstypische kenmerken zoals eerder in dit plan beschreven. De trainingen van A, B, C en D geschieden onder verantwoordelijkheid van gediplomeerde jeugdtrainers. De trainers van de jongere teams zullen eveneens de nodige bagage en oefenstof aangereikt krijgen. In elk geval geschieden de trainingen met een heldere doelstelling. Wij vragen ons voortdurend af: -Wordt er ook daadwerkelijk plezier beleefd aan het voetballen;
-Wordt het voetbalspel ook daadwerkelijk geleerd door de jeugd. Zo beseffen we dat de F-jes naar de voetbal komen voor balcontact en om te scoren, rondom deze facetten wordt dan ook de training ingericht. Naarmate de kinderen ouder worden, wordt de intentie van de trainingen anders, tot het complete spel bij de A. Het trainen van de voetballers op meerdere posities en bijv. het trainen op ‘tweebenigheid’. De trainers hanteren een didactisch model gebaseerd op de ‘Zeister’ Visie. Dit is een selectie van oefenvormen gebaseerd op aspecten uit het vroegere straatvoetbal: Beleving: ”bezigheden die niet van bovenaf worden opgelegd bereiken doorgaans een hoge graad van populariteit”. Optimale beleving was kenmerkend voor het leerproces dat de jeugd door het straatvoetbal doormaakte. Doen: die belevingswaarde leidde ertoe dat er dagelijks werd gevoetbald. “Wie tijd had ging voetballen, wie géén tijd had ook”. Spel- en wedstrijdvormen: waar mogelijk werd een “echte” wedstrijd gespeeld. De spelregels werden eventueel aangepast. Dat vond plaats op straat, op het schoolplein of op een weilandje. Herhaling: de beleving, het doen en veelal dezelfde wedstrijdvormen betekenden bij elkaar een uitstekende opleiding. Dat steeds weer doen droeg er toe bij dat een hoge graad van perfectie werd bereikt. Maar voor alle leeftijden geldt: het moet vooral leuk zijn. Door plezier ontwikkelen de kinderen zich van zelf. Een en ander speelt zich af binnen de gezamenlijk afgesproken kaders. Het zal duidelijk zijn dat er wordt verwacht dat eenieder zich aan de vastgestelde regels houdt. Ook dit zien wij als een bijdrage tot de totale ontwikkeling. Tijdens de training wordt positief en stimulerend met de spelers omgegaan. Het kan immers altijd beter. We kijken meestal wel even terug maar dan weer heel snel vooruit, naar de volgende wedstrijd. METO zorgt dat de randvoorwaarden aanwezig zijn. Het jeugdkader is voldoende opgeleid. De bereikbaarheid van het jeugdbestuur is laagdrempelig. En er is voldoende oefenmateriaal aanwezig. De A tot en met D trainen tweemaal per week. De trainingen van A tot en met C duren anderhalf uur. De D traint in principe één uur. De E en F trainen eenmaal per week. Deze trainingen duren één uur. Voor de keepers van de A tot en met D zal ook een afzonderlijke keeperstraining worden gegeven. In de winterperiode trainen de eerste jaars F-jes in de zaal. Als het veld onbespeelbaar is of er is sprake van extreem slechte weersomstandigheden gaat de training niet door. Dit zal tijdig door de leiders worden bekendgemaakt. De wedstrijd Ook de wedstrijd moet het plezier dat de jeugd aan voetbal beleeft aanwakkeren, zodat de spelers meer en dus ook beter gaan voetballen. De optimale beleving van het spelletje moet kenmerkend zijn voor het leerproces. Bij METO wordt de wedstrijd niet gezien als doel op zich. Ook dit wordt gezien als een bijdrage aan de individuele (voetbal) ontwikkeling. De METO-jeugd moet plezier beleven aan de wedstrijd, een goed begin van het weekend. Voetbal is in eerste instantie een spel, hetgeen staat voor vermaak en ontspanning. Voorts is voetbal een sport, waarbij inspanningen geleverd moeten worden en waarbij vaardigheden en prestaties worden verbeterd. Voetbal is ook een wedstrijdsport, waarbij gewonnen en verloren kan worden. Winnen is leuk, maar verliezen moet ook leuk zijn, het mag niet betekenen dat we met een ‘rotgevoel’ het weekend ingaan. Verliezen kan toch betekenen dat we een belangrijke bijdrage hebben geleverd aan ons doel: het ontwikkelen…etc. Voetbal is het leukste wat er is. Het is moeilijk en makkelijk tegelijk, het is voor topatleten en absoluut ongetalenteerden. Onze trainers en leiders kijken daarom verder dan de wedstrijd van vandaag. Ze houden hun emoties in bedwang en analyseren de wedstrijd in het kader van de doelstellingen van METO. Zij kijken anders naar de wedstrijd dan het publiek. Het objectieve beoordelen gaat niet samen met de bewustzijnsvernauwing van de emotie. Het jeugdkader is wel kritisch, dus ook kritisch op zichzelf. We leren de jeugd als collectief dingen te doen. Niet alleen het spelen van de wedstrijd, maar ook zaken als opruimen, materiaal meenemen e.d. Sportiviteit en respect voor de tegenstander, de scheidsrechter en anderen staat bij METO hoog in het vaandel. We spelen ons eigen spel en laten ons niet opjutten door publiek of tegenstanders. Spelers krijgen de vrijheid die ze nodig hebben om zich te ontwikkelen. Individuele acties worden niet op voorhand afgekapt, ze krijgen de mogelijkheid om op meerdere posities te voetballen. Kortom wij streven naar complete voetballers. De begeleiding is positief en stimulerend doch eerlijk en binnen de gestelde regels van de KNVB en van METO.
Het voetbal van METO is creatief en aanvallend. Risico’s mogen worden genomen. Individuele acties worden gewaardeerd, ook als dit leidt tot balverlies. METO stimuleert snelheid van handelen op zo vroeg mogelijke leeftijd. Een wedstrijd van METO is altijd aantrekkelijk om te zien. Bovenstaande is uiteraard afgeleid van de verschillende leeftijdscategorieën. Met zijn allen op een kluitje, en achter de bal aan bij de F-jes heeft net zoveel charme als een technisch en tactisch perfecte pot door de A1. Het jeugdkader draagt zorg voor optimale randvoorwaarden om een en ander zo soepel mogelijk te laten verlopen. -Communicatie over de wedstrijden. -Voldoende en adequaat materiaal. -Controle van veiligheidsaspecten, bijv: staan de doelen vast? -E en F krijgen een wedstrijdbal in eigen beheer. -Leiders krijgen een waterzak en het benodigde EHBO-materiaal. En de rest………..de rest is voor de boys. 5. Selectie en doorstroming Deze paragraaf beschrijft de wijze waarop METO om wil gaan met het indelen van de teams. Er wordt gestreefd hierover een eenduidig en objectief beleid te voeren. METO respecteert jeugdleden die ondanks hun kwaliteiten zelf aangeven “lager” te willen voetballen. Verder wordt rekening gehouden met het team waar men in speelt, ook die motivatie moet immers behouden blijven. De overstap naar een ander team gebeurt steeds overwogen en in overleg. Bij de F en E-pupillen vindt geen selectie plaats en worden de teams zo veel als mogelijk bij elkaar gehouden. Er wordt waar mogelijk rekening gehouden met wensen van ouders en kinderen. Op deze leeftijd gaan we geen vriendjes ‘scheiden’. Wel wordt geprobeerd eerste en tweede-jaars bij elkaar te zetten. In het belang van de spelertjes en in nauw overleg met de ouders kan het wel eens beter zijn een spelertje vervroegd door te schuiven of juist in een ‘lager’ team te laten spelen. Dit gaat altijd in overleg met de jeugdcoördinator. Vanaf de D-pupillen gaan we spreken over selectieteams. Dit zou moeten betekenen dat dit de beste teams zijn. Dat wil niet zeggen dat hier de elf technisch beste voetballers in moeten staan. De jeugdafdeling van METO is nog dusdanig te overzien dat ieders voetbal- en andere kwaliteiten bij de jeugdbestuur bekend zijn. Hierover is uiteraard ook geregeld en nauwgezet overleg met de leiders en de trainers. Er wordt naar gestreefd om de indeling voor het komende seizoen tijdig bekend te hebben. De jeugdcoördinator is hiervoor eindverantwoordelijk is. Zoals de introductie van de nieuwe spelers zorgvuldig zal gaan gebeuren, wordt ook de nodige aandacht besteed aan de overgang tussen E en D. Het grote veld, de grotere teams, de spelregels en het selecteren kunnen zorgen voor de nodige koudwatervrees. De jeugdtrainers verzorgen deze overgang in samenspraak met de jeugdcoördinator. Tweede- jaars E’s spelen structureel en geregeld mee met een D-team. De leiders zorgen dat de ‘nieuwe’regels bekend zijn. Ook de doorstroming naar de senioren verdient de nodige aandacht. Derhalve heeft de trainer van A regelmatig contact met de hoofdtrainer. Een aantal junioren traint periodiek mee met de senioren. De A trainer observeert dan. In goed overleg kunnen getalenteerde jeugdspelers worden ingezet bij de seniorenselectie. Betreffende spelers worden niet rechtstreeks door de hoofdtrainer benaderd, maar via de desbetreffende jeugdleiding. Hierbij wordt ook altijd toestemming gevraagd aan de ouders. Voorwaarde is dat de betreffende jeugdspeler een aantal keer met de ‘selectie’ heeft meegetraind.
6. Organisatie, taken en overleg 6.1 Het jeugdbestuur: Het jeugdbestuur is verantwoordelijk voor de dagelijkse leiding en voor het voorbereiden van het jeugdbeleid op langere termijn. Zij doet dit in nauw overleg en binnen de kaders van het hoofdbestuur. De voorzitter van het jeugdbestuur is tevens lid van het hoofdbestuur. Het jeugdbestuur bestaat uit een voorzitter, jeugdcoördinator, wedstrijdsecretaris, budgetbeheerder, leden algemene zaken en een secretaris. In principe wordt gedurende een voetbalseizoen maandelijks een vergadering belegd. De jeugdbestuursleden zijn te allen tijde aanspreekbaar voor ouders, spelers, leiders en trainers. Van hen mag worden verwacht dat er gepaste actie wordt ondernomen bij melding en/of waarneming van misstanden. 6.2 De wedstrijdsecretaris: Deze is verantwoordelijk voor de continuïteit van alle jeugdwedstrijden. Hij is wat betreft de wedstrijdzaken intermediair tussen de club en de KNVB. Hij ontvangt de officiële mededelingen (O.M.) van de KNVB en stelt aan de hand hiervan competitie- en wedstrijdschema’s op. Hij deelt dit tijdig mee aan de elftalleiders. Bij thuiswedstrijden is hij verantwoordelijk voor de veld- en kleedkamerindeling en het eventueel regelen van de scheidsrechter. Hij maakt de wedstrijdformulieren gereed, controleert ze en draagt zorg voor verzending naar de KNVB. Ook vriendschappelijke wedstrijden worden door of via hem geregeld. Afgelastingen en wijzigingen in het programma worden door de wedstrijdsecretaris tijdig doorgecommuniceerd. Bij slechte weers- en/of terreinomstandigheden beslist hij, in nauw overleg met de consul, over het al of niet afgelasten. Tenslotte woont hij relevante regiovergaderingen bij, die betrekking hebben op wedstrijdzaken. 6.3 De jeugdcoördinator Deze is verantwoordelijk voor alle technische zaken. Hij is de spil op voetbaltechnisch gebied tussen leiders en trainers en het jeugdbestuur. Hij volgt de voetbaltechnische ontwikkeling van de jeugdspelers en voert hierover overleg met trainers en leiders. Hij ziet toe op de juiste uitvoering van het technisch beleid per leeftijdscategorie zoals dat in dit jeugdplan is weergegeven. Hij bepaalt in overleg met alle betrokkenen de indeling van spelers, leiders en trainers. Hij bekijkt de mogelijkheid tot nieuw te vormen teams wanneer zich (tussentijds) nieuwe leden aanmelden. Een en ander wordt tijdig bekend gemaakt. Tot slot woont hij relevante regiovergaderingen bij die betrekking hebben op voetbaltechnische zaken. 6.4 De budgetbeheerder De budgetbeheerder is verantwoordelijk voor alle geldelijke uitgaven en inkomsten van de jeugdafdeling. In tegenstelling tot de penningmeester van het hoofdbestuur, beheert hij hiervoor geen eigen kas, maar houdt via een kasboek, in nauw overleg met de penningmeester, de uitgaven en inkomsten bij. Het budget waarover de jeugdafdeling per seizoen kan beschikken wordt vooraf vermeld in een gespecificeerde begroting, die door de budgetbeheerder wordt opgesteld en ter goedkeuring aan het hoofdbestuur wordt aangeboden. Het beschikbare bedrag staat op de rekening van de vereniging. De budgetbeheerder kan beschikken over een, nader te bepalen, “handgeld” dat kan worden aangewend voor de aanschaf van kleine middelen. Aan het einde van ieder seizoen legt de budgetbeheerder verantwoording af aan het jeugdbestuur met betrekking tot uitgaven en inkomsten van het afgelopen seizoen. Dit gebeurt door middel van een jaarrekening, die wordt afgezet tegen de begroting. Tevens wordt het beheer gevoerd over de gelden van “de club van 50” (dit is een club van sponsors die jaarlijks een bedrag van vijftig euro schenken speciaal bestemd voor de jeugd van METO). Ook dit wordt aangehouden op de rekening van de vereniging. De inkomsten en uitgaven hieromtrent worden afzonderlijk geregistreerd.
6.5 Algemene zaken Is verantwoordelijk voor algemene bestuursaangelegenheden. Er worden bestuurstaken uitgevoerd op het vlak van: -vice-voorzitter -secretariaat -toernooien -contacten met ouders -sponsoring en P.R. -nevenactiviteiten 6.6 Trainers en leiders Trainers en leiders maken deel uit van het zogenaamde jeugdkader. Zij zijn verantwoordelijk voor de groep spelers die hen aan het begin van het seizoen is toevertrouwd. De jeugdafdeling streeft naar gediplomeerde jeugdtrainers op A, B en C. Zij verzorgen de trainingen en, in samenspraak met de jeugdcoördinator, de technische begeleiding van de overige trainers/leiders. Uiteraard werken de jeugdtrainers nauw samen, zorgen dat ze op de hoogte zijn van elkaars vorderingen en voeren hierover regelmatig overleg. Er wordt gestreefd naar 2 leiders per team. De trainers en leiders begeleiden de teams zoals omschreven in het jeugdplan. Conform de richtlijnen van de KNVB zijn zij verantwoordelijk voor alle zaken die zich tijdens of rondom wedstrijden of trainingen afspelen. Zij zorgen onder andere voor de correcte invulling van de wedstrijdformulieren, zodat boetes voor de vereniging worden voorkomen. Tevens wordt, indien nodig, door de leiders gefloten of gevlagd. Zij zijn tevens het aanspreekpunt voor spelers en ouders en zien er op toe dat de geldende gedragsnormen worden gevolgd. Uiteraard zijn trainers en leiders bij trainingen en wedstrijden tijdig aanwezig (ruim vóór de spelers). Nadrukkelijk wordt van de leiders die geen training geven gevraagd toch regelmatig de trainingen te bezoeken. Zij leggen contact met andere leiders wanneer er onverhoopt te weinig spelers voor een bepaalde wedstrijd beschikbaar zijn. Zij zijn verantwoordelijk voor het toezicht in de kleedkamers na trainingen en wedstrijden. Problemen of misstanden worden gemeld bij het jeugdbestuur. Met betrekking tot voetbaltechnische zaken geldt de jeugdcoördinator als aanspreekpunt. Uiteraard wordt het jeugdkader verwacht deel te nemen aan de voor hen geplande vergaderingen. 6.7 Overleg met het hoofdbestuur De voorzitter van het jeugdbestuur is tevens hoofdbestuurslid “jeugdzaken”. Tijdens de maandelijkse vergadering van het hoofdbestuur worden door hem alle relevante zaken met betrekking tot de jeugdafdeling ingebracht. Wat relevant is wordt tevoren bepaald in de vergadering van het jeugdbestuur. Besproken zaken worden uiteraard daar ook teruggekoppeld.De budgetbeheerder houdt regelmatig overleg met de penningmeester. 6.8 Overleg met de hoofdtrainer Eén van de gediplomeerde jeugdtrainers heeft regelmatig overleg met de hoofdtrainer. Hij overlegt tevens over alle zaken die betrekking hebben op het overgaan naar en het “uitlenen” van jeugdspelers aan de seniorenselectie. 6.9 Overleg trainers/leiders en jeugdbestuur Eén van genoemde jeugdtrainers woont de maandelijkse vergadering van het jeugdbestuur gedeeltelijk bij. In zijn aanwezigheid wordt overlegd over het technisch beleid, zaken als selectie en doorstroming en dergelijke. Door hem worden problemen ter tafel gebracht en verzoeken (bijvoorbeeld aangaande het trainingsmateriaal) ingediend. De afgevaardigde jeugdtrainer spreekt namens de drie gediplomeerde jeugdtrainers. Hij maakt geen deel uit van het jeugdbestuur en heeft geen stemrecht. Jaarlijks wordt een aantal vergaderingen belegd met alle trainers/leiders. Dit gebeurt minimaal twee keer voor de A tot en met de D en minimaal twee keer voor de E en F afzonderlijk.
7. Communicatie en P.R. METO heeft de overtuiging dat een open en duidelijke communicatie bijdraagt aan het motivatiegehalte van eenieder die bij de jeugdafdeling betrokken is. Bovendien wordt verwacht dat men afspraken nakomt ; vandaar dat de club een heldere communicatie niet aan het toeval overlaat. a. Interne communicatie In hoofdstuk 6 staat hoe de interne communicatie dient te verlopen. Eenieder conformeert zich aan deze structuur, zodat duidelijkheid gegarandeerd is. b. Communicatie jeugdleden De club wil een aantal duidelijke doelstellingen bereiken zoals : -aanleren van discipline en regels -persoonlijke voetbalontwikkeling -“thuis”voelen en sfeer -duidelijke en open communicatie Daarom gaat extra aandacht gegeven worden aan de communicatie met jeugdleden door trainers/leiders. De selectie van spelers voor elftallen gaat nauwkeurig plaatsvinden. Er wordt bewust gebruik gemaakt van een breed scala aan kwaliteiten om tot een beoordeling van spelers te komen. Door middel van dit jeugdplan conformeren trainers en leiders zich hier aan. Trainers en leiders houden in hun coaching dan ook rekening met het niveau van de individuele speler. Hun communicatie is daarom gericht op het uitvoeren van taken en niet gericht op de persoon. Ook wordt grof taalgebruik vermeden. De communicatie is opbouwend, negatieve kritiek uit den boze, duidelijk, maar zonder soft karakter. Ook stimuleren zij bovenstaande bij jeugdleden onderling. Trainers/leiders maken duidelijke afspraken over “spelregels” die zij in hun team hanteren. Hetzelfde doen zij over de consequentie bij het niet naleven hiervan. c. Communicatie naar ouders Gezien de maatschappelijke ontwikkeling is METO genoodzaakt om actiever te worden in het vergroten van de betrokkenheid van ouders bij het elftal. Deze is nodig omdat te vaak een beroep gedaan moet worden op een te beperkt aantal vrijwilligers. Bovendien is het goed voor de sfeer en het imago van de club. Bij ouders van nieuwe jeugdleden zal direkt een nieuwe weg worden ingeslagen. Door middel van een introductiebrief (zie bijlage) wordt men persoonlijk uitgenodigd voor de eerste trainingsavond. Voor de ouders wordt een voorlichtingsavond gegeven. (zie hoofdstuk 3) Vervolgens blijft de club de betrokkenheid prikkelen door persoonlijke communicatie, op dezelfde wijze als bij ouders van huidige leden. Ouders van de huidige leden gaan bewust gemaakt worden. Ook naar hen toe wordt de communicatie persoonlijker. Door persoonlijke communicatie hoopt de club de nieuwsgierigheid en motivatie om deel te nemen te prikkelen. Er komen persoonlijk gerichte berichten over : Evenementen en toernooien (gericht op belangstelling, hulp, ideëen etc.) Uitnodigingen voor bijzondere wedstrijden ( bijv. team kan kampioen worden) kan een vast punt op vergadering jeugdbestuur zijn. Meerijden bij uitwedstrijden. Ook wordt de Metoaan gebruikt : ouderbijlage, waarin nieuws van het jeugdbestuur wordt gebracht. Verslagen van wedstrijden. Voor de F t/m C elftallen geldt dat alle kinderen in het verslag een keer aan bod komen. Tijdens trainingen en wedstrijden onderhouden trainers/leiders persoonlijk contact met de ouders, zodat een band ontstaat. d. Communicatie sponsors Sponsors scheppen voor METO veel mogelijkheden. Contacten met sponsors geschieden altijd onder verantwoordelijkheid van de voorzitter van het hoofdbestuur. Zij hebben recht op de nodige aandacht. Deze wordt gegeven door : Berichtgeving via de Metoaan Hierin leest men over bijzondere prestaties van elftallen, nieuwtjes, relevante veranderingen binnen de club en besteding van sponsorgelden. Zij krijgen uitnodigingen voor wedstrijden, toernooien en evenementen,
welke zijn geselecteerd in de maandelijkse vergadering van het jeugdbestuur. Een lid van het hoofdbestuur zal tijdens het bezoek voor opvang zorgen. e. Club van 50 Via de Metoaan worden deze leden geïnformeerd over de stand van zaken. Het streven is om de leden jaarlijks bij minimaal één evenement of activiteit uit te nodigen. Betrokkenen worden ook altijd uitgenodigd voor de nieuwjaarsreceptie f. Communicatie via media Plaatselijke kranten zullen effectiever worden benut om PR voor de club te voeren. Gedacht wordt aan aankondigingen van evenementen, bijzondere toernooien etc. middels een artikel. Mits betaalbaar, kan dit ook via een advertorial waarin sponsors worden genoemd. Tevens wordt getracht een redactioneel stuk achteraf te laten plaatsen. De voorzitter van het jeugdbestuur zal hiervoor het contact met de plaatselijke pers onderhouden. Tot slot: Alle papieren communicatie zal via de secretaris van het jeugdbestuur verlopen. Indien noodzakelijk, zal ondersteuning geboden worden door “Algemene Zaken” Door het bijhouden van een database en het gebruik van standaardteksten kan de verwerking vlot verlopen. Er wordt bovendien gewaakt voor een “papiermolen”. Elk stuk papier dient rendement op te leveren. Voor distributie van persoonlijke berichten/uitnodigingen zullen leden van het jeugdbestuur zorgdragen. Nevenactiviteiten Naast het wedstrijdgebeuren ( competitie- en vriendschappelijke wedstrijden) is het belangrijk om de onderlinge sociale contacten tussen spelers, ouders, jeugdkader en –bestuur te stimuleren met als doel een goede sfeer te creëren waarin men zich ‘thuis’ voelt binnen de vereniging. Het jeugdbestuur streeft er daarom naar om, op de momenten dat er niet of nauwelijks wordt gespeeld, zoals tijdens de winterstop of bij afgelastingen, nevenactiviteiten te organiseren. Jaarlijks terugkerende activiteiten voor de jeugd zijn: Het METO-jeugdtoernooi (einde seizoen) Deelname aan toernooien bij andere verenigingen (begin of einde seizoen) in overleg met het jeugdkader Het zaalvoetbaltoernooi in de kerstvakantie Het 3-daagse voetbalkamp voor D en E-pupillen in het pinksterweekeinde Sinterklaasmiddag voor F-pupillen Deelname aan wandeldriedaagse Bijwonen van wedstrijd betaald voetbal Deelname aan snertloop in januari Jeugdleidersavond (einde seizoen) Pupil van de week Bovendien wordt gestreefd om, bij voldoende financiële middelen, jaarlijks nog een extra activiteit voor de jeugd te organiseren. Het organiseren van nevenactiviteiten is niet uitsluitend een taak voor het jeugdbestuur, maar staat open voor eenieder die iets wil organiseren. Een afsluitende activiteit aan het einde van het seizoen per elftal wordt door METO gestimuleerd. Voor de kleintjes is het aardig om aan het einde van het seizoen tegen de moeders en/of vaders te voetballen. Ouders, trainers en leiders worden van harte uitgenodigd om, in overleg met het jeugdbestuur, ondersteunende taken en/of een deel van de organisatie van nevenactiviteiten op zich te nemen. Bijlagen
Introduktiebrief Voeding Gedragsregels Informatie voor de ouders Kledingvoorschriften Hoogerheide,
Geachte, (naam) Het verheugt ons zeer om (naam) op (datum) te mogen verwelkomen als nieuw jeugdlid van METO. METO onderscheidt zich door een club te zijn van spelers èn ouders. Daarom nodigen wij u uit voor de introductieavond op (dag, datum). Deze avond valt samen met de eerste training van (naam) en is van (tijd) tot (tijd). Op deze avond wordt (naam) wegwijs gemaakt bij onze club. Hij/Zij krijgt een rondleiding en maakt kennis met de trainer/leider. Door middel van spelletjes zullen de kinderen in de gelegenheid worden gesteld, om kennis te maken met hun teamgenoten. Voor u, als ouders, is tegelijkertijd een voorlichtingsbijeenkomst in de kantine. Onder het genot van een drankje zullen wij ons uiterste best doen om ook u wegwijs te maken binnen de club. Ook als u al bekend bent met METO is het toch zinvol om naar deze bijeenkomst te komen. In het nieuwe seizoen zullen namelijk enkele veranderingen plaatsvinden. Uiteraard is er gelegenheid tot vragen stellen. Ouders mogen hun voetbalschoenen meebrengen. Bij voldoende belangstelling mogen zij de eerste keer meetrainen met hun zoon/dochter. Hiermee hopen we u te laten ervaren hoe wij training geven aan pupillen. En wie weet, is er nog tijd voor een eerste wedstrijdje! Tot de (datum) Met vriendelijke groeten, METO bestuur. Informatie m.b.t. voeding en sport. Voeding: Bij de training bemerken wij dat sommige jongens ( vaak al aan het begin ) last hebben van steken in de zij en/of maagklachten. Meestal blijkt dan, dat zij kort tevoren een warme maaltijd hebben gebruikt. Behalve dat met een volle maag trainen niet gezond is, is het ook niet prettig sporten. Daarom bij deze enkele tips om bovenstaande klachten te beperken. 1) Het beste is om 2 uur voor de training de laatste maaltijd te gebruiken. Wij begrijpen best, dat dit niet in ieder gezin mogelijk is, daar er ook met andere gezinsleden rekening moet worden gehouden. Maar eet in ieder geval niet vlak voor de training. Hoe verder ervoor hoe beter. 2) Een lichte maaltijd is natuurlijk beter dan een moeilijk verteerbare maaltijd. Een lichte maaltijd kan bestaan uit: - beschuit, geroosterd brood, crackers, ontbijtkoek en thee. - rijst met groente en een klein stukje vlees. 3) Bij voorkeur geen melkproducten voor de training/wedstrijd. Yoghurt/vla is wel goed na de training. 4) Geschikt broodbeleg voor training/wedstrijd is: appelstroop honing jam gestampte muisjes 5) Slecht verteerbaar is: pindakaas hagelslag chocolade-pasta. Drinken: Verlies je teveel vocht door het zweten, dan daalt het prestatie-vermogen en de kans op spierkramp neemt toe. Daarom is het goed om voor de training/wedstrijd een glas water te drinken.
Zo kort voor de wedstrijd/training zal dit niet leiden tot urine-productie, maar dit vocht wordt gebruikt om te transpireren. Na de training is het goed om te drinken, met name koolhydraatrijke dranken, bv. vruchtensap. Gedragsregels. Beste sporter, De jeugd-afdeling van Meto bestaat uit veel mensen, jong en oud, er wordt getraind, gespeeld, gedoucht, materiaal van de club gebruikt, enz., enz,. Om alles in goede harmonie te laten verlopen, is het verstandig om wat regels op te stellen, waaraan een ieder, groot of klein, zich dient te houden. Voetbal is een echte teamsport en clubsport. Om iedereen evenveel aan zijn trekken te laten komen en bijv. het opruimen niet altijd aan dezelfde over te laten, is het goed deze gedragsregels voor aanvang van het nieuwe seizoen middels de Metoaan bekend te maken. Wie zich niet aan de regels houdt, wordt daar op aangesproken door . . . bijv. een teamgenoot of een leider, het maakt niet uit wie. De club is van ons allemaal. Wie herhaaldelijk de regels overtreedt, wordt door het jeugdbestuur aangesproken en kan eventueel gestraft worden. Hieronder volgen enkele van die regels, die heel begrijpelijk zijn en eigenlijk helemaal niet nieuw. Als je voor de wedstrijd van zaterdag verhinderd bent, bel je op vrijdagavond tussen 18.00 en 20.00 uur af bij jouw leider. Mocht je al eerder weten, dat je niet kunt spelen, dan laat je het zo snel mogelijk weten. Bij een thuis-wedstrijd ben je 45 minuten voor aanvang wedstrijd aanwezig (Dit geldt vanaf de D1). Je gaat naar de kleedkamer, kleed je om en als het hele team zover is, dan wordt er o.l.v. de aanvoerder gezamenlijk de warming-up uitgevoerd. Na een goede warming-up van minstens 10 minuten worden de ballen erbij gehaald en rustig over en weer getikt. Tegen de bal kleunen en poeieren doen we niet, dat is slecht voor de nog niet geheel warme spieren. 10 minuten voor de wedstrijd ( tenzij de leider anders bepaalt ) terug in de kleedkamer voor de opstelling en het luisteren naar de laatste aanwijzingen. Tijdens de wedstrijd wil Meto haar sportieve naam hoog houden. Jeugdspelers, leiders, ouders, enz. schelden niet op elkaar, niet op de tegenstander en zeker niet op de scheidsrechter. Hard voetbal is prima, maar wel altijd sportief en volgens de regels. Na de wedstrijd ( dit is nieuw ) wordt er door het hele team circa 5 minuten uitgelopen. De A t/m D jeugd is verplicht om na de wedstrijd te douchen. Niet alleen vanwege teamgeest, maar een warme douche na het sporten is een goede verzorging van de spieren. Ook voor de training geldt, dat je je afmeldt bij de trainer als je bent verhinderd, zodra je weet, dat je niet kunt trainen. De spelers zorgen ervoor, dat zij 5 minuten voor aanvang training op het trainingsveld zijn, zodat de trainer op tijd kan beginnen. Voor de training wordt er net als voor de wedstrijd niet tegen de bal gepoeierd, maar rustig over geschoten of balletje hoog houden. Het is namelijk slecht voor de koude spieren om direct hard tegen een bal te trappen en het staat nog onnozel ook. Trainingsmaterialen worden na afloop van de training gezamenlijk opgeruimd en meegenomen naar het materiaalhok. Ook na de training is het voor de A t/m D jeugd verplicht te douchen. De kleedkamers worden intensief gebruikt, daarom moeten alle teams ervoor zorgen, dat na gebruik de kleedkamer wordt schoongemaakt. Als bij toerbeurt steeds 3 spelers samen met de leider/trainer de kleedkamer even schoontrekken, dan ben je maar af en toe aan de beurt en hoeven niet steeds dezelfde mensen schoon te maken. 14.Wees trots en zuinig op je club en houdt de boel heel en schoon. 15.Als een speler geblesseerd raakt op de training of wedstrijd en het herstel duurt langer dan 4 weken, dan wordt door de aanvoerder wat geld ingezameld en een attentie voor hem gekocht. 16.Als een elftal kampioen wordt, dan wordt het team door het jeugdbestuur in de kantine getrakteerd en wordt er een elftalfoto gemaakt. Van alle kampioens-jeugd-elftallen wordt er door de loop der jaren een mooie collage gemaakt. 17.NIEUW!! Als de wedstrijd wordt afgelast wordt er door de A t/m D jeugd getraind. Elke speler wordt dan om 10.00 uur bij de kantine verwacht. Bij verhindering afmelden bij jouw leider. Ouders langs de lijn, fijn dat ze er zijn, maar… Tips voor de ouders:
Geef blijk van uw belangstelling, ga dus zoveel mogelijk mee naar de voetbalclub van uw zoon of dochter. Wees enthousiast, stimuleer uw zoon of dochters en de medespelers. Gebruik geen tactische kreten, want ze hebben het soms al moeilijk genoeg met de bal, met zichzelf en de tegenstander. Laat het coachen over aan de trainer. Blijf altijd positief, juist bij verlies. Wordt niet boos, de volgende keer beter. De scheidsrechter doet ook zijn best, bemoei u niet met zijn beslissingen. Gun uw kind het kindzijn, want het moet nog zoveel leren. De wedstrijd is al moeilijk genoeg. Winnen, maar ook verliezen hoort nu eenmaal bij voetbal. Als uw kind talent heeft wordt dat heus wel opgemerkt. Wilt u echt met voetbal bezig zijn, volg dan een cursus jeugdvoetballeider of jeugdvoetbaltrainer. Kledingvoorschriften METO speelt in het bekende rood-wit-blauw. De broek is wit en de kousen egaal blauw. Een zogenaamde sliding-broek is toegestaan mits deze wit van kleur is. Tijdens de wedstrijd wordt het shirt in de broek gedragen. Scheenbeschermers zijn te allen tijde verplicht. Van F tot en met C worden schoenen met 6 (afschroefbare) noppen afgeraden ter blessurepreventie. Vóór en na de wedstrijd dient een trainingsjack te worden gedragen. Dit geldt eveneens bij wissels. Zorg vooral bij de kleintjes dat ze voldoende zijn ingepakt bij slechtere weersomstandigheden. Elk team krijgt zijn eigen hesjes, de leiders dragen hier zorg voor. Sponsorkleding is eigendom van de vereniging, hier dient zorgvuldig mee omgegaan te worden. Deze kleding wordt uitsluitend op de wedstrijddag en dus niet op de training gedragen. Aan het einde van het seizoen, of bij tussentijds stoppen, dient dit bij de leider te worden ingeleverd. In overleg met de sponsor wordt bepaald naar welk team de kleding gaat. Leiders krijgen van de vereniging een coach-jas. Deze dient op de wedstrijddag te worden gedragen. Het is niet de bedoeling dat hiermee wordt getraind. Dit geldt ook voor de trainingspakken van A, B en C.