METHODIEKEN
64
Tijdschrift voor Coaching september nr. 3 2011
anders bekeken Hoe haal je de sekte uit het voormalige sektelid?
Gezocht: nieuwe identiteit
Allemaal hebben we er behoefte aan ergens bij te horen. Veel groepen zijn ontstaan vanuit de behoefte een gemeenschap pelijke interesse of visie met elkaar te kunnen delen en een veilige ‘plek’ te bieden waar we elkaar kunnen ontmoeten en kennis en ervaringen kunnen uitwisselen. Al die sociale netwer ken en ontmoetingsmogelijkheden geven onze samenleving structuur en onderlinge verbinding. Maar wat als een groep psychisch schadelijk blijkt te zijn voor individuen? Wat als zo’n groep, in plaats van verbinding afzondering en vervreemding van de samenleving in de hand werkt?
Tijdschrift voor Coaching september nr. 3 2011
65
METHODIEKEN
Sekten De International Cultic Studies Association (ICSA) definieert een sekte als een groep of beweging, die grote of extreme toewijding tentoonspreidt aan een persoon, idee of ding en daarbij gebruikmaakt van onethische manipulatie of overtuigingskracht en controle uitoefent door middel van dwingende technieken, ontworpen om de doelstellingen van de groepsleiders te bevorderen, eventueel tot nadeel van de leden, hun gezinnen, of de gemeenschap (Lalich & Tobias, 2006). Het psychisch, emotioneel en soms ook seksueel misbruik in sekten, heeft verwoestende effecten op de sekteleden. Er is sprake van veel verborgen gehouden angsten, schuldgevoelens en buitenproportionele plichtsgevoelens, die de leden zichzelf verwijten. De charmante, lieve en zorgende kant van de groepsleiders maakt het moeilijk om de manipulatie en het machtsmisbruik te doorzien. Als een groepslid voor de eerste keer de donkere kant van de groepsleider(s) ziet en benoemt, wordt hij gemanipuleerd te denken dat hij zelf verantwoordelijk is voor het emotionele, psychische en geestelijke misbruik dat volgt. “Als jij je had onderworpen aan onze (goddelijke) regels, dan hadden wij niet zo hoeven te reageren.” Als iemand niet (meer) gevoelig is voor het uitoefenen van emotionele druk, verandert de houding van de groepsleiders. De groepsleiding meent nu in zijn recht te staan eigen strafmaatregelen te nemen om het groepslid weer op ‘het rechte pad’ te brengen. Er zijn veel groepsvormen waaruit een sekte kan ontstaan. Lalich en Tobias (2006)
66
Tijdschrift voor Coaching september nr. 3 2011
onderscheiden onder andere religieuze sekten, politieke, raciale, of terroristische sekten, psychotherapeutische sekten, commerciële sekten, een-op-eensekten, familiesekten en persoonlijkheidsekten. Een-op-een sekten en familiesekten worden zelden ‘sekten’ genoemd. Fysiek of emotioneel misbruik door een dominant familielid wordt vaak onder de noemer van ‘huiselijk geweld’ geschaard. Toch gaat het in feite om een hele kleine sekte. Sekten zijn in hun opbouw en hiërarchie te vergelijken met een grote ‘familie’, bestaande uit vader- en moederfiguren (de leiders) en ‘broeders’ en ‘zusters’. Ofschoon de extremiteiten van onder andere People’s Temple (Jonestown, Guyana) media-aandacht trekken en vaak beeldvormend zijn, bestaan er ook sekten die midden in een vrije samenleving in het verborgene opereren. De meeste leden van die subculturen zijn gepassioneerd overtuigd van de zuiverheid van hun (goddelijke) doelstellingen en idealen en voelen zich oprecht beledigd als iemand hun groep een sekte noemt. Jehovah’s Getuigen Bij religieuze sekten komt, behalve het gevaar voor andere vormen van misbruik, vaak ook geestelijk misbruik voor. Johnson en VanVonderen (1991) omschrijven geestelijk misbruik als het misbruiken van iemand die behoefte heeft aan hulp, ondersteuning of meer spirituele kracht, met als resultaat het verzwakken, ondermijnen of verminderen van de spirituele kracht van die persoon. De religieuze leider
misbruikt zijn positie om de ander te controleren, domineren en aan zijn spirituele norm te laten voldoen. De gevoelens of meningen van die ander doen er weinig of niet toe. Jehovah’s Getuigen zien de religieuze leiders als het communicatiekanaal van God. Simpel gezegd zien ze de organisatie als ‘de Moeder’, de Verzorgster die geestelijk voedsel uitdeelt, en God als de Vader. De gemeenteleden zijn de ‘kinderen’ en worden onderwezen en behandeld als kinderen die voor hun eigen bestwil zich moeten onderwerpen aan hen, vanwege hun ‘uitverkoren positie’ als Gods woordvoerders op aarde. De gedachte ‘Gehoorzaam ons, dan gehoorzaam je God’, is één van de pijlers van de geloofsovertuigingen van Jehovah’s Getuigen, die buitenstaanders niet te horen krijgen. ‘Luister naar ons en het zal goed met je gaan. Dan zul je Gods dag van wraak overleven en in een paradijs mogen leven.’ De tweede generatie Als een sekte langer bestaat zijn de kinderen van de sekteleden die binnen zo’n groep opgroeien, van meet af aan overgeleverd aan de schadelijke manipulatie van de groepsleiders met hun sektarische ideeën. Zij werden niet misleid of erin gelokt zoals hun ouder(s). De groepsleiders hebben hun ouders er al van overtuigd dat de sekte De Waarheid is en de interpretaties van de groepsleiders beïnvloeden de opvoeding van de kinderen tot in de kleinste details. De raadgevingen of dringende verzoeken van de leiders van de Jehovah’s Getuigen om hun interpretaties van de Bijbel en levensvragen op te volgen, blijken vaak niets
anders dan verpakte eisen te zijn. Het in de wind slaan van deze ‘raadgevingen’ wordt vaak opgevat als blijk van arrogantie of zelfs opstand, en heeft consequenties voor de manier waarop je wordt beoordeeld door de groep. De in de sekte opgegroeide volwassenen worden Tweede Generatie Volwassenen genoemd. Als een tweede generatie volwassene de sekte verlaat, blijkt uit onderzoek dat hun sociaal-emotionele ontwikkeling is beschadigd. Het ontbreekt ze vaak aan belangrijke sociale vaardigheden, die juist cruciaal zijn om een nieuw leven op te bouwen buiten de sekte. Ze waren gewend deel uit te maken van een groepsidentiteit. Zonder die groepsidentiteit, zijn ze aangewezen op hun eigen identiteit, die nog onderontwikkeld is en waar tweede generatie volwassenen zélf zich vaak niet bewust van zijn. Een heuse identiteitscrisis is het gevolg: Wie ben ik? Wat wil, denk, voel ik vanuit mijzelf? Wat zijn mijn grenzen, waarden en normen? Daarbij komt nog dat alles wat hen tot dan toe vertrouwd was, is weggevallen. De overtuigingen, idealen, wereld- en toekomstvisies wankelen op hun grondvesten. Wie kunnen ze nog vertrouwen? Iedereen die ze vertrouwden bleken liefde en zorg voorwaardelijk te willen geven. In de ogen van hun vroegere vrienden zijn ze afvalligen en verraders. De sekte heeft ze ervan overtuigd dat er straf voor hun deloyale gedrag uit liefde moet worden gegeven. Ze voelen zich vaak schuldig over het verdriet en de pijn die de achterblijvers in de sekte ervaren door hun vertrek. Ze zijn fysiek wel uit de sekte, maar de effecten van de jarenlange gekoesterde
Tijdschrift voor Coaching september nr. 3 2011
sektarische overtuigingen en denkbeelden zijn nog steeds verankerd in hun gedragingen, denken en emoties. In tegenstelling tot de personen die gelokt of overgehaald werden om tot een sekte te gaan behoren, hebben herstellende tweede generatie volwassenen geen ‘pre-sekte persoonlijkheid’ om op terug te vallen. Zij hebben op overleving gebaseerde persoonlijkheidsprofielen ontwikkeld, die vaak gepaard gaan met het moeilijk om kunnen gaan met de echte wereld, inclusief extreme reacties op autoriteit, enorme manco’s bij het functioneren op sociaal, educatief of praktisch niveau, en symptomen gerelateerd aan gebrekkig zelfvertrouwen, verstoorde intermenselijke relaties, en andere, posttraumatische gevolgen van het onvrijwillig ondergedompeld worden in het sekteleven (Martella & Martella, 1997-2001). Rolverwarring Furnari (1997-2001) zet de ontwikkelingen van kinderen onder invloed van sektarische denkbeelden af tegen het model van Erik Erikson (1993) bestaande uit acht ontwikkelingsfasen: • vertrouwen tegenover fundamenteel wantrouwen; • zelfstandigheid tegenover schaamte en twijfel; • initiatief tegenover schuldgevoel; • vlijt tegenover minderwaardigheid; • identiteit tegenover rolverwarring; • intimiteit tegenover isolement; • openstaan voor verandering tegenover stagnatie; • ego-integriteit tegenover wanhoop. Elke fase wordt gekarakteriseerd door een
67
Eigen ervaring Mijn man en ik zijn opgegroeid in de organisatie van Jehovah’s Getuigen en waren heel actieve en toegewijde leden. We besloten uit de sekte te stappen toen we beiden 45 jaar waren. Onze kinderen waren respectievelijk veertien en elf. Sinds mijn vertrek uit de sekte heb ik voor grote uitdagingen gestaan. Zolang ik handelde en dacht als vereist binnen de groepsidentiteit, voelde ik me sterk en wist ik precies wat mijn plek was binnen de groep. Pas toen ik mij bewust werd van allerlei onderdrukte emoties en gevoelens en die enorme drang naar innerlijk groei en ontwikkeling voelde, kwam ik in een identiteitscrisis terecht. Ik moest afscheid nemen van zoveel mensen, overtuigingen en vertrouwde routines, dat ik het overzicht regelmatig verloor. Het voelde als een rouwproces waar geen einde aan kwam. Ik nam contact op met iemand die ik kende en vertrouwde. Zij liet me praten en accepteerde mij zoals ik was, zonder veroordeling. Zij zag die sterke kant van mezelf nog voordat ik die zelf zag. Dat betekende veel voor mijn herstel. Om mijn gebrek aan sociale vaardigheden aan te pakken solliciteerde ik naar de functie van verkoopmedewerkster bij de Hema, op de afdeling horeca. Waar kon ik beter en sneller mijn angsten overwinnen dan daar? Het was voor mij heel confronterend, maar dat was juist de bedoeling. Ik voelde me aanvankelijk als een puber die zich geen houding wist te geven en niet kon omgaan met mijn fouten. Mijn bedrijfsleidster en collega’s gaven me de tijd en ruimte om emotioneel sterker te worden. Ik heb daar bijna twee en een half jaar met plezier gewerkt en ontzettend veel geleerd op het gebied van sociale vaardigheden, maar ik wilde verder… Na genoeg geld gespaard te hebben schreef ik me in 2009 in voor de opleiding Counsellor en Coach bij de Academie voor Counselling en Coaching. Nu zit ik in mijn tweede jaar van de ACC om coach/counsellor te worden, met als specialisatie Identiteitscoach en ik hoop de komende jaren voldoende ervaring op te kunnen doen om mij verder te ontwikkelen.
68
conflict met twee mogelijke uitkomsten. Wanneer aan de emotionele en psychische behoeften van een kind tegemoet wordt gekomen, dan lost het het conflict op een positieve wijze op en gaat door naar de volgende ontwikkelingsfase. In het ongunstige geval stagneert de persoonlijkheidsontwikkeling, waarbij het kind in de fase blijft steken; het conflict wordt niet uitgewerkt (Tartuffel, 2009). De sektarische denkbeelden en overtuigingen van de ouder(s) hebben een diepgaande invloed op de ontwikkeling van hun kind(eren). Bij een tiener in de ontwikkelingsfase ‘Identiteit versus rolverwarring’ beginnen de problemen zichtbaar te worden. In deze fase verlaat ruim 80% van de jongeren de Jehova’s Getuigen (LisaBobeesa, 2001). Door onder andere contacten op school beginnen ze in te zien dat de wereld niet zo slecht is als in de sekte wordt beweerd. In de sekte wordt als gevolg van de opgelegde groepsidentiteit niet voldaan aan de ontwikkelingsbehoeften van adolescenten. Zij hebben juist behoefte aan het uitproberen van identiteiten en binding te voelen met een grote gevarieerde groep leeftijdsgenoten. Ze willen hun overtuigingen in twijfel trekken en zoeken naar redenen om tegemoet te komen aan deze ontwikkelingsbehoeften (Erikson, 1968). Voortijdig afgesloten identiteiten De jongeren die in de sekte blijven staan hun ouders en de groepsleiding toe om hun identiteit voor hen te kiezen. Deze kinderen ontwikkelen, om wat voor reden
Tijdschrift voor Coaching september nr. 3 2011
dan ook, geen eigen identiteit en ervaren vaak problemen met relaties en intimiteit. Zij worden voortijdig afgesloten identiteiten, genoemd. Marcia (1991) omschrijft vier verschillende statussen van identiteit, waarvan de voortijdig afgesloten identiteit er één is: de status waarin de adolescent zich gewillig lijkt toe te vertrouwen aan relevante rollen, waarden of doelen voor de toekomst. Adolescenten in deze fase hebben geen identiteitscrisis ervaren. Zij zijn geneigd zich te conformeren aan de verwachtingen van anderen betreffende hun toekomst en hebben de verschillende opties niet onderzocht. In onze Westerse samenleving ligt de nadruk veelal op het individu en het dragen van je eigen verantwoordelijkheid. In een groepscultuur als van een sekte ligt de nadruk juist op het groepsbelang en ieders verantwoordelijkheid voor de eenheid en rust binnen die groep. Vandaar dat veel sekteleden zich na het verlaten van hun sekte voelen als een vreemdeling in eigen land en een cultuurshock ervaren. Nieuwe toekomst Cliënten die uit een sekte zijn gestapt geven aan behoefte te hebben aan een begeleider die bekend is met de ideologieën en manipulatieve communicatietechnieken binnen een sekte. De ervaring leert dat veel ‘uittreders’ moeite hebben met het vinden van praktische informatie en professionele zorgverleners die op de hoogte zijn van sekten en post-sektetrauma’s. Na het verlaten van de sekte staat de ‘uittreder’ voor het creëren van een nieuwe
toekomst, een nieuwe identiteit. Volgens ervaren hulpverleners (Lalich & Tobias, 2006; Langone, 1995) werkt het beter eerst aandacht te schenken aan het traumatische verleden en aan de invloed hiervan op iemands huidige denken en doen, alvorens te bouwen aan een nieuwe toekomst. De uittreder ondergaat eerst een periode van rouw over zijn ‘oude ik’ en de relaties die hij in de steek heeft gelaten. De oude overtuigingen, die betekenis gaven aan het leven, moeten bijgesteld en omgebogen worden naar een nieuwe realiteit (Herman, 1994). Wanneer de uittreder zich niet meer gevangen voelt door het traumatisch verleden, kan zijn ‘nieuwe ik’ de regie over de toekomst in handen nemen, gebruik makend van die eigenschappen van zichzelf die hij het meest waardeert. Deze eigenschappen zijn gevormd tijdens het verblijf in de sekte, de rouw- en herstelperiode en in geval van toetreding, in de periode voor het verblijf in de sekte (Herman, 1994).
kansen te creëren. Het is van groot belang de cliënt te begeleiden in het overwinnen van de angsten en het durven definiëren van nieuwe wensen (Herman, 1994). Vanuit haar achtergrond - geboren en getogen Jehovah’s Getuige - is Frances Peters in staat lotgenoten te helpen. Om haar ervaringsdeskundigheid een professionele dimensie te geven volgt zij de opleiding ‘Counselling en Coaching’ aan de Academie voor Counselling en Coaching in Utrecht. www.free-choice.nl
Naschrift Het doel van dit artikel is niet sekten of hun leden te demoniseren. Het gaat om de dwingende en schadelijke emotionele manipulatie- en chantagetechnieken, die in elke sekte worden gebruikt, bespreekbaar en herkenbaar te maken. Dit onderwerp openlijk blijven bespreken helpt om bewust te blijven wat de effecten op korte en lange termijn zijn op zowel de volwassenen als de kinderen die in sekten geboren worden. Meer informatie: www.icsahome.com
Literatuur De ‘herschepping’ van de ideale identiteit vraagt verbeelding en fantasie; capaciteiten die in de nieuwe toekomst vrij gebruikt mogen worden. In het sektarische verleden werd de fantasie gedomineerd door herhalingen van het trauma en beperkt door gevoelens van hulpeloosheid en zinloosheid. Nu bestaat de mogelijkheid om (oude) hoop en dromen (nieuw) leven in te blazen. Hiertegen kan een zekere weerstand bestaan, uit angst voor een nieuwe teleurstelling. Het vergt moed van de uittreder om uit de slachtofferrol te treden en nieuwe
Erikson, E. (1993 (reissued)). Childhood and Society: The landmark work on the social significance of childhood. New York/London: W. W. Norton & Company . Erikson, E. (1968). Identity: Youth and Crisis. New York/London: W. W. Norton & Company. Furnari, L. (1997-2001). After the Cult: Who Am I? Opgeroepen op 26 juli 2011, van ICSA: http://icsahome.com/infoserv_respond/by_author.asp? Subject=After+the+Cult%3A+Who+am+I%3F Johnson, D., & VanVonderen, J. (1991). The Subtle Power of Spiritual Abuse: Recognizing and Escaping Spiritual Manipulation and False Spiritual
Tijdschrift voor Coaching september nr. 3 2011
Authority Within the Church. Bloomington, Minnesota: Bethany House Publishers. Lalich, J., & Tobias, M. (2006). Take back your life: Recovering from cults and abusive relationships. Berkeley, CA: Bay Tree Publishing. Langone, M. (1995, new edition). Recovery from Cults: Help for Victims of Psychological and Spiritual Abuse. New York/London: W. W. Norton & Company. LisaBobeesa. (2001, augustus 22). Raising kids to be cultmembers! Opgeroepen op 26 juli 2011, van Jehovah’s Witnesses: http://www.jehovahswitness.net/jw/friends/10438/1/Raising-Kids-tobe-Cult-Members Marcia, J. (1991). Identity and Self-Development. In R. Lerner, A. Peterson, & J. Brooks-Gunn (eds.), Encyclopedia of Adolescence (Vol. 1). New York: Garland. Martella, M., & Martella, J. (1997-2001). SGA Breakout. Opgeroepen op 26 juli 2011, van ICSA: http://icsahome.com/infoserv_respond/by_author.asp?Subject=SGA+Breakout Tartuffel. (2009, maart 29). Acht levensfasen/ ontwikkelingsfasen van de mens: Erikson. Opgeroepen op 26 juli 2011, van Mens en samenleving: http://mens-en-samenleving.infonu.nl/ psychologie/34088-acht-levensfasen-ontwikkelingsfasen-van-de-mens-erikson.html
69