Methodebeschrijving TijdVoorElkaar Databank Effectieve sociale interventies
Deze methodebeschrijving is gemaakt door: Maartje Willemse Willemse Onderzoek en Advies
[email protected] Maartje Willemse van Willemse Onderzoek en Advies heeft in het kader van het project Effectieve sociale interventies van de afdeling Trends en onderzoek van MOVISIE de opdracht gekregen deze methodebeschrijving te maken. september 2011 Voor meer methodebeschrijvingen en met eventuele vragen en/of reacties kun je terecht bij: www.movisie.nl/effectievesocialeinterventies. Deze methodebeschrijving is mede mogelijk gemaakt door het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.
Het werkblad dat gebruikt is voor het maken van deze methodebeschrijving, is deels gebaseerd op het Werkblad beschrijving interventie van het Nederlands Jeugdinstituut (NJi) en het RIVM.
2 * * * TijdVoorElkaar
Inhoudsopgave Inleiding: leeswijzer
04
Samenvatting
06
1.
Beschrijving methode 1.1 Probleemomschrijving 1.2 Doel van de methode 1.3 Doelgroep van de methode 1.4 Indicaties en contra-indicaties 1.5 Aanpak 1.6 Materiaal 1.7 Uitvoerende organisaties 1.8 Benodigde competenties van de uitvoerder 1.9 Overige randvoorwaarden 1.10 Overeenkomsten en verschillen met andere interventies 1.11 Contactgegevens ontwikkelaar
09 10 10 10 10 10 14 14 14 15 16 17
2.
Onderbouwing 2.1 De ontwikkelgeschiedenis van de methode 2.2 Onderbouwing van de probleemanalyse, doel, doelgroep en aanpak
19 19 19
3.
Onderzoek naar praktijkervaringen 3.1 Praktijkervaringen van de uitvoerder 3.2 Praktijkervaringen van de cliënt/burger 3.3 Praktijkvoorbeeld
22 22 23 25
4.
Effectonderzoek 4.1 Directe aanwijzingen voor de effectiviteit 4.2 Indirecte aanwijzingen voor de effectiviteit
26 26 26
5.
Conclusies 5.1 Samenvatting werkzame elementen 5.2 Samenvatting effectonderzoek
27 27 27
6
Verantwoording 6.1 Zoeken en selecteren van literatuur 6.2 Literatuur
28 28 29
Bijlage 1: Overzicht onderzoeken en de hoofdkenmerken
30
Methode TijdVoorElkaar * * * 3
Inleiding: leeswijzer Professionals en burgers worden in de sociale sector geconfronteerd met een wirwar aan informatie waar ze een weg in moeten vinden. Die informatie is vaak versnipperd en daardoor weinig toegankelijk. In de Databank Effectieve sociale Interventies brengen wij methoden waarmee in de sociale sector gewerkt wordt, bij elkaar. De methodebeschrijvingen geven een zo volledig mogelijk beeld van alle beschikbare informatie over een methode. Als hulpverlener, actief burger of vrijwilliger kunt u hiermee vaststellen of de methode geschikt is voor de situatie waarin u of uw organisatie iets wil doen. Als gemeente kunt u zich op de hoogte stellen van de methoden die er zijn en wat er bekend is over de effectiviteit. Op basis daarvan kunt u met organisaties in uw gemeente in gesprek gaan over de inzet van deze methoden. Indien u besluit om met de methode aan de slag te gaan, verwijzen we u naar de ontwikkelaar voor het handboek en eventuele andere beschikbare materialen. De methodebeschrijving is opgebouwd langs vier lijnen. Onderdeel 1 van dit document beschrijft de methode zelf, zoals de doelen, de doelgroep en de aanpak. Onderdeel 2 laat de onderbouwing van de methode zien: de visies, theorieën en wetenschappelijke onderzoeken die de ontwikkelaar heeft gebruikt bij het ontwikkelen van de methode. Onderdeel 3 geeft zicht op de praktijkervaringen van de uitvoerder en de cliënt/burger met de methode. Onderdeel 4 geeft inzicht in wat er wetenschappelijk bekend is over de effectiviteit van de methode. De methodebeschrijving is in nauwe samenwerking met de ontwikkelaar van de methode tot stand gekomen. Zo levert de ontwikkelaar informatie aan en geeft deze feedback op het concept en toestemming voor publicatie. Soms schrijft de ontwikkelaar zelf de methodebeschrijving, dan biedt MOVISIE begeleiding en geeft zij feedback. De methode wordt uitgebreid in kaart gebracht. Dit kan de ontwikkelaar op zijn beurt een impuls geven voor verdere ontwikkeling van de methode. Een methode staat dus niet stil, de methodebeschrijvingen zullen dan ook regelmatig worden herzien. De methodebeschrijving is gebaseerd op een systematische zoektocht naar informatie. Bij die zoektocht werken de medewerker die de methodebeschrijving maakt en een informatiespecialist van de afdeling kennisstromen van MOVISIE intensief samen. Bij het zoeken van informatie over methoden zijn doorgaans de volgende zoekstrategieën toegepast: het inwinnen van informatie bij de ontwikkelaar, uitvoerende instanties en/of eventuele onderzoekers van de methode, het doorzoeken van Nederlandse en/of internationale databanken, het checken van referenties van reeds gevonden informatiemateriaal en een internet deskresearch. De verantwoording van de toegepaste zoekstrategieën is in beknopte zin terug te vinden in onderdeel 6.1. De zoekgeschiedenis is in uitgebreidere vorm vastgelegd in een hiertoe ontwikkelde flowchart, die is opgenomen in het archief van MOVISIE. Het relevante gevonden materiaal is terug te vinden in het literatuuroverzicht in onderdeel 6.2. Bij het effectonderzoek (onderdeel 4) wordt onderscheid gemaakt tussen directe en indirecte aanwijzingen voor effectiviteit. Een toelichting op dit onderscheid vindt u in bijlage 1. Om de tekst in de methodebeschrijving zelf laagdrempelig te houden, worden de belangrijkste onderzoekskenmerken en resultaten zoveel mogelijk in woorden beschreven. De achterliggende cijfers vindt u in bijlage 3 en verder.
4 * * * TijdVoorElkaar
Wij wensen u veel inspiratie bij het lezen van deze methodebeschrijving. Wij hopen dat u zich hiermee een goed beeld kunt vormen van wat deze methode u te bieden heeft.
Methode TijdVoorElkaar * * * 5
Samenvatting
1. Beschrijving methode Doel Het hoofddoel van de methode TijdVoorElkaar is het opbouwen van sociale netwerken in buurten of wijken, oftewel het opbouwen van duurzame contacten tussen bewoners. Doelgroep De doelgroep van de methode omvat alle bewoners van de wijk waar de methode wordt toegepast. Aanpak De methode TijdVoorElkaar kent twee pijlers: een interactieve website en een sociaal makelaar. Buurtbewoners en lokale organisaties informeren elkaar over vraag en aanbod van diensten (zoals ramen wassen, boodschappen doen of hulp bij computergebruik) via een interactieve website. Alle deelnemers aan TijdVoorElkaar worden verzocht, maar niet verplicht, zowel iets te vragen als iets aan te bieden. De sociaal makelaar is als professional een spin in het web met een zeer belangrijke functie. De twee belangrijkste pijlers van de sociaal makelaar zijn: het matchen van vraag en aanbod en het betrekken van sociaal kwetsbare bewoners. Het is de bedoeling om hen een omgeving te bieden waarin ze durven te vragen en in contact kunnen komen met andere bewoners. Daarnaast is PR en werving een belangrijk onderdeel van de werkwijze van de methode, dit is ook een belangrijke taak van de sociaal makelaar. Hierbij wordt de nadruk gelegd op een persoonlijke, proactieve benadering van de doelgroep door de sociaal makelaar. Ook zoekt de sociaal makelaar aansluiting bij lokale organisaties in de wijk, om hen te vragen bekendheid te geven aan de methode TijdVoorElkaar. Als deze bekendheid eenmaal verworven is, speelt de sociaal makelaar een actieve rol in het betrekken van bewoners bij TijdVoorElkaar en bij het koppelen van vraag en aanbod. Het is de bedoeling dat op den duur kleine netwerken van deelnemers worden gevormd waarin deelnemers dingen voor en met elkaar doen, zonder tussenkomst van de website of de sociaal makelaar. Materiaal Het volgende handboek is beschikbaar: Werkwijze TijdVoorElkaar, versie 2.0, geschreven door Pascal van Wanrooy, uitgegeven in 2010 door Social Minds in Utrecht. Het handboek is te bestellen via www.pumbo.nl. Uitvoerende organisaties De methode wordt veelal toegepast bij welzijnsorganisaties, maar het kunnen ook zorginstellingen of woningcorporaties zijn.
6 * * * TijdVoorElkaar
Ontwikkelaar Social Minds Pascal van Wanrooy 06 16 02 85 64 www.tijdvoorelkaar.org
2. Onderbouwing De methode TijdVoorElkaar is vanuit de praktijk ontwikkeld. Daarbij is gebruik gemaakt van de bestaande buitenlandse methoden TimeBanks en LETS. Wederkerigheid is het centrale uitgangspunt van al deze methoden. De ontwikkelaar baseert zich daarbij op het wederkerigheidsbeginsel van Pessers (1999). De boodschap is: iedereen kan iets doen dat voor een ander interessant is en iedereen kan wel eens de hulp van een ander gebruiken. Geven vergroot de eigenwaarde en levert waardering op, krijgen geeft steun en begrip. Hierbij wordt gesproken van een ‘gifteconomie’ waarbinnen diensten worden uitgewisseld zonder dat daar een objectieve maatstaf als geld bij komt kijken. TijdVoorElkaar gaat verder uit van de eigen kracht van de deelnemers. In navolging van Davelaar en Veldboer (2007) wordt ook wel gesproken van een capaciteitsgerichte wijkontwikkeling. Daarbij staan de potenties, vaardigheden en kwaliteiten van mensen en hun netwerk centraal. De professional krijgt steeds meer de rol van inspirerende coach en ondersteuner, waarbij hij altijd uitgaat van de eigen potentie van de mensen met wie hij werkt.
3. Onderzoek naar praktijkervaringen In een evaluatie naar het project TijdVoorElkaar in Utrecht Zuid (Huygen & De Meere, 2007) zijn zowel de bewoners als de professionals van mening dat TijdVoorElkaar bijdraagt aan een vermindering van anonimiteit en sociaal isolement. Wel geeft men aan dat een wijk vaak een (te) groot gebied bestrijkt, waardoor het juist weer anoniem kan worden. De suggestie wordt gedaan om nog lokaler te werk te gaan. De meeste geïnterviewde bewoners zijn enthousiast over TijdVoorElkaar. Het idee dat mensen worden aangesproken op hun kwaliteiten, spreekt velen aan. Mensen waarderen vooral de laagdrempeligheid en de informele manier om met elkaar in contact te komen. Ook durven ze eerder iets aan een ander te vragen. Het contact met de sociaal makelaar wordt door bewoners zeer op prijs gesteld en de professionals zelf benadrukken het belang van de sociaal makelaar. Hij is als spin in het web onmisbaar voor het slagen van het project.
4. Effectonderzoek De ontwikkelaar voert geen onderzoek uit aan naar de effectiviteit van de methode. Dergelijk onderzoek is evenmin gevonden bij de door MOVISIE uitgevoerde literatuursearch (zie 6.1).
Methode TijdVoorElkaar * * * 7
5. Samenvatting werkzame elementen Wederkerigheid als uitgangspunt: iedereen kan iets doen voor een ander en iedereen kan wel eens hulp van een ander gebruiken. Het opbouwen van sociale netwerken en duurzame contacten in de wijk. Uitgaan van eigen kracht en empowerment: de mogelijkheden van de bewoners staan centraal en iemand iets geven vergroot de eigenwaarde en levert waardering op. De sociaal makelaar stimuleert mensen tot deelname via een persoonlijke benadering. De website maakt de methode voor iedereen toegankelijk en verlaagt de drempel om te participeren Nazorg: na twee à drie weken is er een checkmoment: zijn vraag en aanbod goed samengebracht?
8 * * * TijdVoorElkaar
1. Beschrijving methode
De beschrijving van de methode is gebaseerd op het volgende handboek: Werkwijze TijdVoorElkaar, versie 2.0, geschreven door Pascal van Wanrooy, uitgegeven in 2010 door Social Minds in Utrecht.
1.1 Probleemomschrijving De economische crisis van de jaren tachtig van de vorige eeuw luidde de afbouw van onze verzorgingsstaat in. Terwijl de overheid zich steeds verder terugtrok uit het maatschappelijk leven, werd de burger als individu verantwoordelijk voor zijn redzaamheid in de samenleving. Dit heeft zijn weerslag gehad op de sociaal zwakkere burgers, die vaak niet goed in staat waren hun hulp of zorgvraag te benoemen en de juiste weg hiervoor te bewandelen. Door de toenemende individualisering en de terugtrekking van de overheid werden deze burgers steeds meer vatbaar voor sociaal isolement en gevoelens van eenzaamheid. Hoewel het merendeel van de bevolking nog altijd beschikt over een sociaal netwerk, wordt daar wel minder een beroep op gedaan als het gaat om het oplossen van problemen. Zelfstandigheid staat voorop en er wordt een groot beroep gedaan op eigen verantwoordelijkheid en initiatief. Daarbij komt dat de woonomgeving van mensen is veranderd; mensen leven niet meer van generatie op generatie in dezelfde wijk. Hierdoor zijn ook de vorm en inhoud van onderlinge relaties in de wijk veranderd. Contacten zijn vluchtiger, minder duurzaam en het behoud en de ontwikkeling van buurttradities staan onder druk. Dat mensen elkaar niet kennen kan leiden tot irritatie, onbegrip, respectloosheid, gevoelens van onveiligheid, onverschilligheid en - voor sociaal zwakkere bewoners - het gevoel niet betrokken te zijn en er alleen voor te staan. De wijk is daarom een belangrijke plaats voor mensen om het gevoel te hebben ‘erbij te horen’ en andere mensen in de directe leefomgeving te kennen. De Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) speelt op deze veranderde relaties tussen mensen in, door het creëren van een nieuwe verhouding tussen burgers, instellingen en overheid. Een verhouding waarin mensen allereerst een beroep doen op hun naaste omgeving wanneer zij behoefte hebben aan ondersteuning of zorg. Deze nieuwe verhouding tussen burgers en instellingen zorgt ook voor een andere kijk op welzijnswerk. Steeds meer wordt de nadruk gelegd op de eigen regie, de eigen kracht en het zelforganiserend vermogen van burgers. De professional heeft daarbij vooral een procesmatige en coachende rol.
Methode TijdVoorElkaar * * * 9
1.2 Doel van de methode Hoofddoel Het hoofddoel van de methode TijdVoorElkaar is het opbouwen van sociale netwerken in buurten of wijken, oftewel het opbouwen van duurzame contacten tussen bewoners. Subdoelen Daarnaast zijn er nog de volgende subdoelen te onderscheiden: versterken eigen kracht/zelfredzaamheid stimuleren van vrijwillige inzet stimuleren van ontmoeting en dialoog versterken van samenwerking tussen lokale organisaties en hun medewerkers verbeteren van toeleiding van bewoners naar informatie en dienstverlening.
1.3 Doelgroep van de methode De doelgroep van de methode omvat alle bewoners van de wijk waar de methode wordt toegepast. Er is dan ook een grote diversiteit aan deelnemers. De methode kan vooral nuttig zijn voor de sociaal zwakkere bewoners in een wijk. Er kan gewerkt worden met groepen (of individuele) bewoners, bijvoorbeeld: ouderen allochtonen bewoners met een verstandelijke en/of psychische beperking bewoners zonder werk.
1.4 Indicaties en contra-indicaties Indicaties De methode TijdVoorElkaar kan worden toegepast in iedere wijk, waar bewoners behoefte hebben aan meer sociaal contact en waarin zij meer willen betekenen voor de medebewoners.
1.5 Aanpak De methode TijdVoorElkaar kent twee pijlers: een interactieve website en een sociaal makelaar.
10 * * * TijdVoorElkaar
Een interactieve website Buurtbewoners en lokale organisaties informeren elkaar over vraag en aanbod via een interactieve website. Het initiatief voor toepassing van de methode wordt meestal genomen door een welzijnsinstelling in de wijk. De ontwikkelaar van de methode maakt de website op maat en geeft een training aan de betrokken medewerkers. Online communities als Facebook staan model voor de TvE websites. Bij deze social media staat vooral de ontmoeting centraal. Het gaat er allereerst om elkaar te ontmoeten en daarna bekijkt men pas wat men voor elkaar kan doen. Binnen de TvE-website hebben gebruikers een eigen pagina waarop persoonlijke gegevens staan. Deze geeft de adverteerder een gezicht. Voor bewoners die niet erg vertrouwd zijn met het gebruik van internet, kan de sociaal makelaar een internetcursus aanbieden. Algemene ondersteuning bij het gebruik van de website wordt ook geboden door de sociaal makelaar. De website wordt ontwikkeld en op maat gemaakt door de ontwikkelaar van de methode TijdVoorElkaar. De sociaal makelaar De sociaal makelaar, meestal een medewerker van de initiatiefnemende instelling, stimuleert bewoners om deel te nemen aan TijdVoorElkaar en helpt eventuele drempels, die bewoners ervaren om iets voor een ander te doen of door een ander te laten doen, te slechten. Daarbij heeft de sociaal makelaar de volgende kerntaken. 1. De sociaal makelaar maakt bewoners en lokale organisaties in de wijk bekend met TijdVoorElkaar en probeert hen te enthousiasmeren en te motiveren om deelnemer te worden. 2. De sociaal makelaar brengt vraag en aanbod bij elkaar en maakt vraag en aanbod (die hij zelf ophaalt) bekend bij bewoners en instellingen in de wijk. 3. De sociaal makelaar geeft extra (persoonlijke) aandacht aan (potentiële) deelnemers en stimuleert hen mee te werken aan het mobiliseren van hun eigen kracht. 4. De sociaal makelaar bemiddelt bij klachten, wijst op ongewenst gedrag en speelt een controlerende rol in het beheer van de website. De sociaal makelaar is als professional een spin in het web met een zeer belangrijke functie. Bij voorkeur komt hij niet uit de wijk zelf. Hier is voor gekozen, omdat de sociale afstand tussen professional en bewoners anders te klein kan worden. De sociaal makelaar vervult op een aantal niveaus een belangrijke rol. De twee belangrijkste pijlers van de sociaal makelaar zijn: het matchen van vraag en aanbod en het betrekken van sociaal kwetsbare bewoners. Het is de bedoeling om hen een omgeving te bieden waarin ze durven te vragen en in contact kunnen komen met andere bewoners. De sociaal makelaar is veel met empowerment en zelfredzaamheid van bewoners bezig, omdat het doel is dat bewoners zich uiteindelijk zelfstandig gaan bewegen in het maatschappelijk veld. De sociaal makelaar gaat daarnaast de wijk in om bewoners en lokale organisaties bekend te maken met de methode en hen te enthousiasmeren voor deelname. Hij is er om vragen te beantwoorden, bewoners te ondersteunen bij internetgebruik en bekendheid te geven aan de methode. PR en werving zijn dus ook belangrijke taken van een sociaal makelaar (zie kopje ‘PR en werving’). Hij geeft de methode hiermee een gezicht. De frequentie en intensiteit van de contacten tussen de sociaal makelaar en de bewoners zijn afhankelijk van de deelnemers zelf. Sociaal makelen is maatwerk. Aangezien de sociaal makelaar als belangrijke taak heeft juist kwetsbare bewoners te betrekken, is hij vaak veel tijd
Methode TijdVoorElkaar * * * 11
kwijt aan enkele bewoners. De aanpak PR en werving Een belangrijk startpunt van de werkwijze en een belangrijke taak van de sociaal makelaar is PR en werving. De nadruk ligt op een persoonlijke, proactieve benadering van de doelgroep door de sociaal makelaar. PR-materiaal als folders, flyers en posters ondersteunen deze persoonlijke werkwijze. De sociaal makelaar kan de methode op verschillende manieren onder de aandacht brengen. Deze worden in de handleiding uitgebreid besproken. Zo vertelt de sociaal makelaar tijdens huisbezoeken over het bestaan van de methode. Hij kan zich ook laten uitnodigen bij een bestaande groep in de wijk om iets te vertellen over de methode (bijvoorbeeld ouderenactiviteiten, kaartclubs of bewonersgroepen). Hij kan een informatiebijeenkomst organiseren waarin bewoners elkaar kunnen leren kennen. Tot slot kan de sociaal makelaar tevreden deelnemers inzetten voor de werving van nieuwe deelnemers. Deze zogenaamde ambassadeurs brengen in hun eigen netwerk de methode onder de aandacht. Naast het persoonlijke contact wordt er ook aan PR gedaan in de wijk op meer algemeen niveau. Via de bijvoorbeeld folders en posters, free publicity, succesverhalen van geslaagde koppelingen en een nieuwsbrief kan er bekendheid worden gegeven aan de methode TijdVoorElkaar. Plaatsen van advertenties en het vinden van een match Wanneer de PR en werving tot concrete aanmeldingen heeft geleid, komt er een advertentie op de website te staan. De sociaal makelaar kan helpen om de advertentie zo concreet mogelijk te formuleren, maar bewoners kunnen dit ook zelf doen. Een match is gemaakt op het moment dat vraag en aanbod samenkomen en mensen aan elkaar gekoppeld worden. Het is de bedoeling dat bewoners zoveel mogelijk zelfstandig gebruik maken van de site, zonder tussenkomst van de sociaal makelaar. Samenwerking met lokale professionals Binnen de methode TijdVoorElkaar worden contacten gelegd met lokale organisaties. Gekeken wordt op welke wijze er samengewerkt kan worden. Lokale organisaties kunnen advertenties plaatsen op de site (bijvoorbeeld om vrijwilligers te werven) in ruil voor het onder de aandacht brengen van de methode bij hun klanten. De gedachte hierachter is om uiteindelijk een sociale infrastructuur tot stand te brengen waarin bewoners zich makkelijker kunnen bewegen. Sociale professionals kunnen zo meehelpen deze infrastructuur vorm te geven. Daarnaast wordt de samenwerking met lokale professionals gebruikt om eilandjescultuur te doorbreken en verbindingen te maken. De nadruk ligt op integraal werken. TijdVoorElkaar kan oplossingen bieden voor bijvoorbeeld huisartsen die eenzame klanten in hun praktijk hebben. Door deze mensen naar een sociaal makelaar te verwijzen en kennis te laten maken met TijdVoorElkaar, kan hun eenzaamheid doorbroken worden. Nazorg en zichtbaar maken resultaten De taak van de sociaal makelaar stopt niet als hij vrager en aanbieder bij elkaar heeft gebracht. Nadat men als gekoppeld duo aan de slag is gegaan, is er standaard een checkmoment na twee á drie weken. De sociaal makelaar vraagt dan kort hoe het gaat, of men tevreden is en of er knelpunten zijn. Verloopt alles naar wens, dan rondt de sociaal makelaar het contact af. Als
12 * * * TijdVoorElkaar
dat niet het geval is, vindt er nog een tweede check plaats en wordt de begeleiding daarna afgerond. Het is de bedoeling dat op den duur kleine netwerken van deelnemers worden gevormd waarin deelnemers dingen voor en met elkaar doen, zonder tussenkomst van de website of de sociaal makelaar. De sociaal makelaar heeft er met het oog op toekomstige koppelingen en zichtbaar maken van het resultaat wel belang bij op de hoogte te zijn van het verloop. Wederkerigheid Wederkerigheid is een belangrijk uitgangspunt van TijdVoorElkaar. De boodschap is dat iedereen iets kan doen dat voor een ander interessant is en dat iedereen wel eens de hulp van een ander kan gebruiken. Iemand iets geven vergroot de eigenwaarde en levert waardering op, terwijl iets ontvangen steun en begrip geeft. Alle deelnemers aan TijdVoorElkaar worden verzocht, maar niet verplicht, zowel iets te vragen als iets aan te bieden. Het uitdragen van de wederkerigheid draagt ertoe bij dat deelnemers gelijkwaardig aan elkaar zijn. De ontwikkelaar van de methode TijdVoorElkaar benadrukt het principe van ‘zachte wederkerigheid’ (Van Wanrooy, persoonlijke communicatie, 3 augustus 2011). In deze vorm van wederkerigheid hoeft niet per se iedere dienst met een wederdienst te worden beantwoord. Belangrijker is, dat er een klimaat ontstaat waarin mensen weten dat ze op elkaar kunnen rekenen en er voor elkaar kunnen zijn. Wijkgericht werken De website en het inzetten van een sociaal makelaar zijn altijd gericht op een bepaalde wijk. Iedere wijkbewoner kan participeren. Om de deelname laagdrempelig te houden, vindt er geen formele intake van deelnemers plaats. Men kan zichzelf aanmelden op de website. Wanneer de methode TijdVoorElkaar in een achterstandswijk wordt geïntroduceerd, is het raadzaam om daar een naastliggende sociaal sterkere wijk bij te betrekken. Het opstarten van de methode TijdVoorElkaar in wijken met veel acute problemen en grote tegenstellingen tussen bevolkingsgroepen kan lastig zijn. Er zijn namelijk wederzijds vertrouwen en een bepaalde mate van gevoel van sociale veiligheid vereist om bewoners te doen besluiten iets voor iemand anders te doen. Om TijdVoorElkaar succesvol te laten zijn, is een gebiedsgrootte van 2.000 tot maximaal 10.000 bewoners wenselijk. In een te groot gebied zijn bewoners te weinig bij elkaar betrokken en kan het opbouwen van vertrouwen lastig zijn. Een te klein gebied houdt het risico in dat er te weinig diversiteit is in vraag en aanbod en dan is de inzet van een professional niet rendabel. Duur van de interventie Voor het uitvoeren van de methode staat geen afgebakende periode. In sommige wijken loopt de methode al jaren, terwijl in andere wijken na een aantal maanden gestopt wordt, meestal vanwege randvoorwaardelijke zaken als bezuinigingen of politieke belangen. Over het algemeen genomen kost het minimaal een jaar inspanning om het netwerk zodanig bekend te maken dat mensen zelf naar de sociaal makelaar toe gaan. Het eerste jaar moet de sociaal makelaar namelijk veel investeren in het bekend maken van de methode, vooral door de mensen zelf op te zoeken. Uiteindelijk is het de bedoeling, dat er gebouwd wordt aan een blijvende sociale infrastructuur. De rol van de sociaal makelaar wordt idealiter dan wel steeds
Methode TijdVoorElkaar * * * 13
kleiner, maar zal altijd in zekere zin blijven bestaan.
1.6 Materiaal Het volgende materiaal is beschikbaar over de methode TijdVoorElkaar: Werkwijze TijdVoorElkaar, versie 2.0, geschreven door Pascal van Wanrooy, uitgegeven in 2010 door Social Minds in Utrecht. Deze handleiding bevat de uitwerking voor het in praktijk brengen en verankeren van de methode. De handleiding is opgedeeld in een onderdeel dat de methode en haar onderbouwing beschrijft en een onderdeel dat geheel gewijd is aan de rol van de sociaal makelaar. Tot slot wordt ingegaan op de achtergronden van de methode en de oorsprong van TijdVoorElkaar. Handleidingen zijn beschikbaar via de ontwikkelaar. Tevens kan informatie worden gevonden op de website www.tijdvoorelkaar.org.
1.7 Uitvoerende organisaties De methode TijdVoorElkaar wordt veelal toegepast in welzijnsorganisaties. Binnen deze organisaties valt de methode vooral onder het sociaal cultureel werk. Het kunnen echter ook zorginstellingen of woningcorporaties zijn, die de methode toepassen. Spreiding Ten tijde van deze beschrijving wordt de methode uitgevoerd in de volgende gemeenten: Utrecht: Zuid, www.tijdvoorelkaar-utrechtzuid.nl Utrecht: Transwijk, www.tijdvoorelkaar-transwijk.nl Utrecht: Overvecht (in oprichting) Zeist: Zeist-West, www.tijdvoorelkaar-zeistwest.nl Nieuwegein: Galecop en Doorslag, www.tijdvoorelkaar-galecop.nl Eindhoven: Geestenberg, www.tijdvoorellkaar-geestenberg.nl.
1.8 Benodigde competenties van de uitvoerder Als sociaal makelaar wordt bij voorkeur iemand geselecteerd met een afgeronde hbo-opleiding, bij voorkeur in de agogische richting. Daarnaast zijn de volgende competenties van belang. De kandidaat: 1. heeft sociale, communicatieve en wervende vaardigheden
14 * * * TijdVoorElkaar
2. weet de vraag achter de vraag te achterhalen 3. heeft affiniteit met uiteenlopende doelgroepen 4. heeft affiniteit met outreachend werken 5. heeft netwerkvaardigheden 6. weet grenzen te vinden tussen op de handen zitten en overnemen 7. heeft kennis van en vaardigheden in het gebruik van sociale media 8. heeft affiniteit met sociale activering en individuele begeleiding van deelnemers 9. heeft voeling met het begrip wederkerigheid 10.is een enthousiaste en creatieve doorzetter. Deskundigheidsbevordering Binnen de methode wordt veel aandacht besteed aan het versterken van deze competenties. Dit gebeurt via de volgende activiteiten. Training Door middel van de verplichte training ‘Werken vanuit eigen kracht’ worden uitvoerende medewerkers van organisaties die met de methode gaan werken bekend gemaakt met de vereiste competenties en gaan zij hiermee aan de slag. De training is op maat gemaakt en afhankelijk van de lokale situatie (welke groep professionals, welke kennis en ervaring is al aanwezig, waar ligt de leerbehoefte, hoe willen ze TijdVoorElkaar opzetten, et cetera). Om dit in kaart te brengen worden trainingen altijd vooraf gegaan door individuele intakegesprekken. Het doel van de training is het begrip van TijdVoorElkaar (wederkerigheid, visie) over te brengen en praktische handvatten aan te reiken om ermee aan de slag te gaan. Netwerkbijeenkomsten Gemiddeld zijn er twee keer per jaar netwerkbijeenkomsten waar de sociaal makelaar en andere actieve betrokkenen elkaar ontmoeten en ervaringen met elkaar delen. Daarnaast kunnen op het virtuele netwerk via internet ervaringen met elkaar worden gedeeld. Dit netwerk is alleen toegankelijk voor mensen die met de methode werken.
1.9 Overige randvoorwaarden Kwaliteitsbewaking Er wordt aandacht besteed aan kennisontwikkeling en deskundigheidbevordering van de betrokken medewerkers. De training, de netwerkbijeenkomsten, collegiale visitaties en intervisie zijn manieren om de kwaliteit van de methode te bewaken (zie 1.8). Ook de aandacht voor nazorg (standaard checkmomenten of alles naar wens verloopt) en het bewaken en zichtbaar maken van resultaten (zodat hierop toezicht kan plaatsvinden) maken deel uit van de kwaliteitsbewaking. Daarnaast is er een automatisch format ontwikkeld voor een kwartaalrapportage van de sociaal makelaar, waarin hij statistieken over resultaten alsmede evaluatieve informatie kwijt kan. TijdVoorElkaar is door Social Minds geregistreerd als een collectief merk bij het Benelux-
Methode TijdVoorElkaar * * * 15
Bureau voor de Intellectuele Eigendom (BBIE) onder depotnummer 1153223. De houder van een collectief merk gebruikt het merk zelf niet maar houdt toezicht op het gebruik van het merk door anderen die aan bepaalde criteria moeten voldoen om het te mogen voeren. Deze criteria moeten zijn vastgelegd in een 'reglement op het gebruik en het toezicht van het merk'. De belangrijkste voorwaarden beschreven in het reglement zijn de borging van de wederkerigheid, het gebruik van de TijdVoorElkaar website, de inzet van een betaalde sociaal makelaar voor minimaal twaalf uur per week en een verplichte training voor de sociaal makelaar. Kosten van de interventie De kosten die verbonden zijn aan de uitvoering van de methode TijdVoorElkaar, bestaan uit een aantal componenten. De voornaamste kosten betreffen de inzet van de sociaal makelaar, doorgaans voor acht tot twaalf uur per week. De doorlooptijd van de werkzaamheden van een sociaal makelaar verschilt per project: sommige sociaal makelaars zijn al jaren actief in een wijk, andere zijn enkele maanden ingezet. Daarnaast zijn er de kosten voor de verplichte training, deze bedragen € 7.500. De website laten ontwikkelen kost € 2.500. Tot slot dient er ongeveer € 1.000 gereserveerd te worden voor het ontwikkelen van PR- materiaal (prijspeil 2011).
1.10 Overeenkomsten en verschillen met andere interventies De methode TijdVoorElkaar vertoont overeenkomsten met een aantal andere interventies. Local Exchange Trading Systems (LETS) Een LETSysteem is een uit Canada afkomstige lokale ruilkring, een groep mensen die diensten en goederen met elkaar ruilen. LETS is een initiatief van, voor en door mensen uit bepaalde wijken, buurten, steden of dorpen. Deelnemers aan een LETSysteem betalen elkaar in ruilpunten of LETS-eenheden. Een LETS is ontworpen om de lokale economie te versterken en tegelijkertijd de leden in een gemeenschap (meestal bewoners van een dorp, wijk of stad) nieuwe kansen te bieden (Seyfang, 2002). Het brengt uiteindelijk materiële voordelen, omdat ruilen mensen de gelegenheid biedt om hun economische zelfstandigheid te vergroten. Het biedt economische vernieuwing, omdat er handel mogelijk is zonder dat hier geld bij komt kijken. Het draagt bij aan sociale vernieuwing, omdat het nieuwe banden creëert tussen mensen en het biedt mensen empowerment omdat ze het heft in eigen handen kunnen nemen (Eek, Hilgersom, Kroon en Van Dijk, 2000). TijdVoorElkaar en LETS hebben met elkaar gemeen dat ze proberen om, door middel van ruilen, mensen met elkaar in contact te brengen, de eigenwaarde en eigen verantwoordelijkheid van mensen aan te spreken en zelfredzaamheid en sociale cohesie te vergroten. Ze werken allen met zogenaamde ‘meerhoeksruil’: a doet iets voor b, b doet iets voor c en c doet iets voor d (Van Wanrooy, persoonlijke communicatie, 3 augustus, 2011). Ze hebben ook gemeen dat ze werken vanuit het principe van wederkerigheid. Er zijn twee belangrijke verschillen qua aanpak tussen LETS en TijdVoorElkaar. Eén verschil is
16 * * * TijdVoorElkaar
het soort wederkerigheid. Bij LETS wordt de wederkerigheid praktisch uitgewerkt in een verrekeningssysteem. Dit wil zeggen dat deelnemers elkaar ‘betalen’ voor verleende diensten. De bedoeling is dat deelnemers uiteindelijk evenveel bijdragen als terugkrijgen van anderen, in de volksmond ‘voor wat, hoort wat’. TijdVoorElkaar werkt niet via een verrekeningssysteem. Tegenover een dienst hoeft bij TijdVoorElkaar niet per se een wederdienst te staan. De wederkerigheid krijgt meer vorm via het gevoel op elkaar te kunnen rekenen (zie 2.2). Een ander verschil is dat bij LETS uitsluitend met vrijwilligers wordt gewerkt, terwijl bij TijdVoorElkaar altijd een professional betrokken is. TijdVoorElkaar en LETS komen onvoldoende overeen wat betreft de aanpak om eventuele onderzoeken naar deze methoden mee te kunnen nemen als indirect bewijs voor effectiviteit van de TijdVoorElkaar (zie paragraaf 4.2 en bijlage 1). TimeBanks De methode TimeBanks heeft zijn oorsprong in de Verenigde Staten. Bij TimeBanks bestaat de krediet die iemand heeft uit tijd. Mensen kunnen elkaar helpen door diensten uit te wisselen en mensen kunnen via de TimeBank krediet opbouwen door iets voor een ander te doen. Dit krediet heeft de vorm van uren, die ze vervolgens zelf kunnen inzetten om anderen iets voor hen te laten doen. Het doel van TimeBanks is ook een sociaal netwerk te helpen ontwikkelen. TimeBanks werkt met een sociaal makelaar, een Time Broker, die inzicht heeft in de registratie van deelnemers en hun saldo’s. Deelnemers kennen alleen hun eigen saldo en hebben geen zicht op de saldo’s van andere deelnemers. De taak van de Time Broker is dan ook een regulerende rol te spelen en deelnemers die ‘rood’ staan te activeren om uren aan te bieden. Voor TimeBanks gelden dezelfde uitgangspunten als voor TijdVoorElkaar; wederkerigheid, meerhoeksruil, mensen met elkaar in contact brengen, eigenwaarde en eigen verantwoordelijkheid van mensen aanspreken en zelfredzaamheid en sociale cohesie vergroten. Er is een verschil in aanpak tussen TimeBanks en TijdVoorElkaar. Voor TimeBanks geldt namelijk dat er gewerkt wordt met een verrekeningssysteem in de vorm van uren, dit gebeurt bij TijdVoorElkaar niet. TijdVoorElkaar en TimeBanks komen voldoende overeen wat betreft de aanpak om eventuele onderzoeken naar deze methoden mee te nemen als indirect bewijs voor effectiviteit van de TijdVoorElkaar (zie paragraaf 4.2 en bijlage 1).
1.11 Contactgegevens ontwikkelaar Social Minds Zilvergeldstraat 47 3513 VP Utrecht
[email protected] 06 16 02 85 64 www.tijdvoorelkaar.org
Methode TijdVoorElkaar * * * 17
Contactpersoon: Pascal van Wanrooy 06 16 02 85 64 www.tijdvoorelkaar.org
18 * * * TijdVoorElkaar
2. Onderbouwing
2.1 De ontwikkelgeschiedenis van de methode De methode TijdVoorElkaar is vanuit de praktijk ontwikkeld. De basisprincipes van de methode TijdVoorElkaar zijn ontleend aan de bestaande methoden TimeBanks en LETS (zie 1.10). Er heeft een pilot plaatsgevonden. Deze is in Utrecht Zuid uitgevoerd en heeft twee jaar gedraaid. Op basis van de pilot is een aantal verbeteringen doorgevoerd, met name op het gebied van de wederkerigheid. Aanvankelijk werd er bij TijdVoorElkaar gewerkt met ‘Roosjes’, als betaalmiddel om de wederkerigheid praktisch uit te drukken. Deze zijn uiteindelijk, op grond van de meningen van bewoners en eigen inzichten, uit de methode gehaald (zie 2.2). Doorontwikkeling Momenteel is er aandacht voor doorontwikkeling van de methode op basis van beschikbare wetenschappelijke theorieën. De ontwikkelaar richt zich hierbij op het onderwerp ‘vraagverlegenheid’. Hiermee wil hij een bijdrage leveren aan het verstevigen van de theoretische onderbouwing van de methode TijdVoorElkaar. Tevens zal de ontwikkelaar in het najaar van 2011 een vragenlijst uitzetten onder deelnemende bewoners en professionals.
2.2 Onderbouwing van de probleemanalyse, doel, doelgroep en aanpak Wederkerigheid en vertrouwen Wederkerigheid is een uitgangspunt van TijdVoorElkaar. De ontwikkelaar baseert zich hierbij op het wederkerigheidsbeginsel (Pessers, 1999). De boodschap van het wederkerigheidsbeginsel is: iedereen kan iets doen dat voor een ander interessant is en iedereen kan wel eens de hulp van een ander gebruiken. Daarbij wordt gesproken van een ‘gifteconomie’, waarbinnen diensten worden uitgewisseld zonder dat daar een objectieve maatstaf als geld bij komt kijken. De maatstaf is subjectief en afhankelijk van de emotionele binding van het individu met andere individuen binnen een groep. De gedachte van wederkerigheid is, dat geven de eigenwaarde vergroot en waardering oplevert, en dat krijgen steun en begrip geeft. Daarbij staan twee soorten vertrouwen centraal, het sociaal vertrouwen en het systeemvertrouwen. Het sociaal vertrouwen wordt gevormd door het elkaar kennen en het hebben van een gemeenschappelijk belang. Doordat mensen elkaar kennen, bouwen ze het vertrouwen op dat ze dingen voor elkaar willen doen. De ervaring dat dit ook gebeurt, verstrekt het vertrouwen en verhoogt de reputatie van betrokkenen. In een situatie waarin mensen elkaar (nog) niet kennen is er vertrouwen in het systeem dat waakt over het gemeenschappelijke belang nodig (systeemvertrouwen). Hierbij is de rol van de sociaal makelaar, die de spelregels bewaakt, erg belangrijk.
Methode TijdVoorElkaar * * * 19
De methode TijdVoorElkaar is een combinatie van sociaal vertrouwen en systeemvertrouwen. Het streven van TijdVoorElkaar is het bevorderen van het sociaal vertrouwen waardoor het systeemvertrouwen steeds minder een rol gaat spelen. Mutualiteit en Reciprociteit Pessers (1999) onderscheidt twee vormen van wederkerigheid, namelijk mutualiteit en reciprociteit. Mutualiteit omvat het economisch handelen, heeft als kenmerk dat beide tijdstippen (van geven en teruggeven) samenvallen en is gebaseerd op wantrouwen. Bij LETS en TimeBanks wordt gesproken van mutualiteit (Van Wanrooy, persoonlijke communicatie, 3 augustus 2011). Het betekent, dat het verplicht is iets terug te doen op het moment dat iemand iets voor jou doet. Bij LETS en TimeBanks wordt gewerkt met een verrekeningssysteem, waarbij iemand punten of uren krijgt bij het verlenen van een dienst en punten of uren ‘betaalt’ bij het ontvangen van een dienst. Het nadeel van de benadering van LETS en TimeBanks is, volgens de ontwikkelaar, dat het werken met een dergelijk beloningssysteem een ongewenst effect met zich meebrengt, het draagt namelijk een element van uitsluiting in zich. Deelnemers kunnen in een positie zitten dat zij minder kunnen geven dan ze zouden willen en dat hun balans al snel negatief doorslaat. En omdat deelnemers vaak niet accepteren dat anderen ‘rood’ staan, lopen zij het risico dat zij uitgesloten worden van deelname. Deze vorm van wederkerigheid is veel meer tot een economisch systeem verworden; het is het creëren van geld door ruilhandel. Hoewel TimeBanks hierin minder strikt werkt dan LETS, is er ook bij TimeBanks nog sprake van het registreren van uren. De reciprociteit omvat het ‘giftgeven‘ heeft als kenmerk dat de tijdstippen van uitwisseling van diensten absoluut niet samenvallen en is gebaseerd op vertrouwen. De methode TijdVoorElkaar heeft deze benadering gekozen als het gaat om het principe van wederkerigheid. De methode TijdVoorElkaar dient geen economisch doel, maar een sociaal doel; het wil mensen in beweging brengen en motiveren, het wil dat mensen elkaar helpen en elkaar leren kennen. In die context past een puntensysteem niet. Veel belangrijker is het om juist de gelijkwaardigheid van mensen te benadrukken. Persoonlijk contact en vertrouwen zijn hierbij belangrijke factoren. Vaak wordt niet direct iets teruggegeven voor een verleende dienst maar is er het vertrouwen dat er iets wordt teruggedaan mocht het nodig zijn. Capaciteitsgerichte wijkontwikkeling De methode TijdVoorElkaar gaat uit van de eigen kracht van de deelnemers. Daarbij staan de potenties, vaardigheden en kwaliteiten van mensen centraal. In dit verband wordt ook wel gesproken van capaciteitsgerichte wijkontwikkeling (Davelaar & Veldboer, 2007). Daarin krijgt de professional steeds meer de rol van inspirerende coach en ondersteuner, waarbij hij altijd uitgaat van de eigen potentie van de mensen in de wijk waarmee hij werkt. Hierbij gaat het vooral ook om de kracht van het netwerk. De professional ondersteunt en faciliteert waar nodig op dusdanige wijze, dat bewoners hun eigen kracht en sociale netwerk kunnen inzetten om hun doel te bereiken. Een benadering binnen de capaciteitsgerichte ontwikkeling is de Asset Based Community Development (ABCD) methode (Huygen & de Meere, 2007). De volgende drie uitgangspunten staan in deze benadering centraal.
20 * * * TijdVoorElkaar
1. Asset based: zoek de (hulp)bronnen, ga op zoek naar welke potenties aanwezig zijn. 2. Internally focused: kijk van binnenuit. 3. Relationship driven: leg verbindingen en bouw aan permanente relaties tussen mensen, groepen, netwerken en instituties in een buurt. Ook de methode TijdVoorElkaar kan gezien worden in het licht van de ABCD methode, omdat niet de problemen, maar de mogelijkheden van de bewoners centraal staan. Vraagverlegenheid De methode TijdVoorElkaar probeert mensen met elkaar in contact te brengen. Daarmee probeert de methode tevens te werken aan de bestrijding van vraagverlegenheid: mensen schromen om een ander om hulp te vragen (Van de Maat & Wilbrink, 2011). Het direct vragen om hulp is voor veel mensen moeilijk. Daarvoor moet men eerst een zekere mate van vertrouwen in anderen hebben. Mensen in een kwetsbare positie zijn vaak extra voorzichtig met het vragen van hulp aan vreemden. Zij vragen zich al snel af wie er dan wel niet bij hen over de vloer komt. Vragen om hulp is in feite een vorm van sociaal contact leggen. Zo kan het gebeuren dat mensen die geen hulpvraag stellen, geïsoleerd raken. Eenzaamheid en vraagverlegenheid liggen dan ook erg dicht bij elkaar. De methode TijdVoorElkaar probeert vraagverlegenheid te doorbreken door zowel op de vraag als op het aanbod van diensten in te spelen.
Methode TijdVoorElkaar * * * 21
3. Onderzoek naar praktijkervaringen
De beschrijving van de praktijkervaringen van de professional en van bewoners van TijdVoorElkaar is gebaseerd op de volgende publicatie: En, heb je ook een vraag? Ontwikkeling marktplaats voor burenhulp TijdVoorElkaar in Utrecht Zuid, geschreven door A. Huygen en F. de Meere, in september 2007 uitgegeven door het Verwey-Jonker Instituut in Utrecht. In deze evaluatie staan drie vragen centraal. De eerste is op welke wijze het project TijdVoorElkaar in Utrecht Zuid vorm heeft gekregen (zie 2.1). De tweede is welke aanwijzingen er zijn dat de uitvoering van het project aan haar doelstellingen voldoet. Tot slot wordt de vraag beantwoord hoe de methode verder ontwikkeld kan worden. De bevindingen zijn gebruikt om de methode verder aan te scherpen en te verbeteren. Tussen maart 2006 en juli 2007 zijn hiervoor de volgende activiteiten verricht. 1. Documentenanalyse en bestudering van de beschikbare kwantitatieve gegevens over de wijk, van vrijwilligersorganisaties en van de projectorganisatie. 2. Het afnemen van 20 interviews, met professionals en een klein aantal vrijwilligers van het project. 3. In samenwerking met de projectcoördinator het opstellen en verspreiden van een vragenlijst onder deelnemers. In totaal zijn er 169 vragenlijsten verstuurd, waarvan er 58 zijn geretourneerd. Onder een deelnemer wordt in de evaluatie iedereen verstaan die via de site een advertentie heeft geplaatst of heeft laten plaatsen door de sociaal makelaar. Ook worden de mensen die hebben gereageerd op een advertentie (of waarin bemiddeld is door de sociaal makelaar) of die een kennismakingsgesprek met de sociaal makelaar hebben gehad beschouwd als deelnemer. Er zijn geen exacte gegevens bekend over de samenstelling en karakteristieken van de deelnemers aan het project. Wel is bekend dat over het algemeen meer vrouwen dan mannen deelnemen en dat de meeste deelnemers tussen de 20 en 50 jaar oud zijn. Iets minder dan een derde van de deelnemers is van buitenlandse herkomst. In deze methodebeschrijving beperken we ons tot de resultaten van dit onderzoek die ingaan op de ervaringen van zowel de professional als de deelnemers.
3.1 Praktijkervaringen van de uitvoerder Minder anonimiteit Uitvoerders van de methode geven aan dat het project TijdVoorElkaar in Utrecht Zuid een grote meerwaarde heeft (Huygen & De Meere, 2007). Zo geeft men aan dat ieder mens kwaliteiten heeft en dat deze ontwikkeld kunnen worden. Daarnaast zorgt het ervoor dat er minder anonimiteit in de wijk is. Een bij het project betrokken vrijwilliger geeft hierover aan: “Het leven in een stad kan erg anoniem zijn. Het project draagt er aan bij dat mensen elkaar helpen, een
22 * * * TijdVoorElkaar
bijdrage leveren in elkaars leven. De onderlinge verbinding binnen de wijk verbetert waardoor veiligheid in de wijk wordt bevorderd. Verschillende bevolkingsgroepen leren elkaar kennen, de anonimiteit en angst neemt af. (…) Het zorgt voor een dorps karakter in een stadswijk.” Persoonlijke benadering Volgens de sociaal makelaar die betrokken was bij het project, is zijn rol en persoonlijke benadering erg belangrijk voor het aanzetten tot deelname van bewoners. Dit ligt voor een deel aan het feit dat niet iedere bewoner (maar vooral oudere bewoners en de financieel minder draagkrachtige bewoners) de toegang tot de website zelfstandig kan vinden. Ook zijn er bewoners die een drempel ervaren bij het plaatsen van een advertentie. Uiteindelijk wordt 20 tot 30% van de advertenties door de sociaal makelaar geplaatst. Schaalgrootte en bereik van kwetsbare burgers In de interviews zijn twijfels geuit of de sociale samenhang op de schaal van een wijk als Utrecht Zuid door middel van TijdVoorElkaar kan worden vergroot; wellicht moet het gebied daarvoor kleiner zijn. Vooral voor kwetsbare burgers speelt de wereld zich meer af in eigen straat of buurt. TijdVoorElkaar is juist voor deze kwetsbare burger van toegevoegde waarde. Het draagt bij aan het versterken van empowerment van deze groep mensen. Tegelijkertijd wordt duidelijk dat de écht kwetsbare mensen moeilijk toegankelijk zijn. Het vraagt om een bijzondere inspanning en samenwerking met andere organisaties om deze mensen te kunnen bemiddelen. De sociaal makelaar zegt hierover: “De echte onderkant kunnen wij niet bedienen.” Vrijwillige inzet Tot slot is de bijdrage van vrijwilligers in het project erg belangrijk geweest. Zij maakten verhalen van geslaagde koppelingen, ondersteunden professionals bij het uitdragen van het project en het geven van bekendheid hieraan. Er is geen sprake van dat de vrijwilligers en professionals in elkaars vaarwater verkeerden; vrijwilligers hebben nooit een deel van de taken van de sociaal makelaar overgenomen.
3.2 Praktijkervaringen van de cliënt/burger Informeel contact De meeste respondenten zijn enthousiast over TijdVoorElkaar. Het idee dat mensen worden aangesproken op hun kwaliteiten, spreekt velen aan. Van de respondenten vindt 55% dat het project meerwaarde heeft voor de wijk. Mensen waarderen vooral de laagdrempeligheid en de informele manier om met elkaar in contact te komen. Het doorbreekt de anonimiteit en vermindert sociaal isolement. Het contact met de sociaal makelaar en de hulp van deze persoon wordt genoemd als pluspunt. Ook noemen deelnemers het praktisch nut van dingen voor elkaar doen (Huygen & De Meere, 2007).
Methode TijdVoorElkaar * * * 23
Valkuilen Als minpunten noemen de deelnemers onder andere dat het project nog niet bekend genoeg is, waardoor het aanbod en de deelnemers vrij beperkt blijven. Ook vinden sommige respondenten de website niet overzichtelijk. Een andere respondent geeft aan, dat mensen soms niet goed durven uitkomen voor het feit dat ze hulp nodig hebben. Mensen vinden het lastig of beschamend, of zijn bang het stigma ‘eenzaam’ opgelegd te krijgen. Om deelname laagdrempeliger te maken, suggereert een deelnemer: “Misschien werkt het beter als activiteiten worden georganiseerd waar mensen op een andere manier met elkaar in contact kunnen komen.“ Tevredenheid over koppelingen Wanneer er een koppeling is gemaakt in het project, zijn vrijwel alle respondenten daar tevreden (73%) tot zeer tevreden (22%) over. Men spreekt van positieve ervaringen, men vindt het leuk om anderen te leren kennen, iets voor een ander te doen en verschillende onbekenden te ontmoeten. De meeste respondenten (59%) zeggen nieuwe buurtbewoners te hebben leren kennen door TijdVoorElkaar. Voor 21% heeft het geen nieuwe contacten opgeleverd. Voor 12% van de respondenten zijn er blijvende contacten ontstaan. Ruim de helft van de respondenten heeft geen blijvende contacten aan het project overgehouden. Voor de overige 36% is het (ten tijde van de rapportage) nog onduidelijk of de gelegde contacten blijvend zijn. Meer dan de helft vertelt aan andere bewoners over het bestaan van TijdVoorElkaar. Ruim een vijfde deel van de respondenten is actiever geworden in de wijk. Het grootste deel zegt echter niet op andere wijze dan voorheen actief te zijn in de wijk. TijdVoorElkaar geeft mensen het vermogen om contacten te leggen en dingen voor elkaar te doen. Uit de afgenomen enquête blijkt dat 22% van de respondenten nu ook eerder iets durft te vragen aan een ander. Van de deelnemers die de vragenlijst hebben ingevuld, geeft een vijfde aan zowel iets voor een ander te hebben gedaan als zelf hulp te hebben ontvangen. Het vragen en geven verenigd in één persoon is dus niet vanzelfsprekend. De Roosjes De methode TijdVoorElkaar in Utrecht Zuid heeft de eerste twee jaar gewerkt met zogenoemde Roosjes als verrekeningssysteem, waarbij 1 Roosje stond voor 1 uur dienstverlening. Uit de evaluatie blijkt, dat niet iedereen hierover enthousiast is geweest. Van de mensen die zowel de Roosjes hebben ontvangen als uitgegeven, vindt bijna de helft dat de Roosjes geen meerwaarde hebben. Men gaf vooral aan dat het teveel een betaalmiddel leek: “Zonder elkaar te betalen was het ook leuk en waardevol.” Op basis van deze bevindingen is de methode TijdVoorElkaar aangepast en wordt er niet meer gewerkt met een verrekeningssysteem zoals de Roosjes.
24 * * * TijdVoorElkaar
3.3 Praktijkvoorbeeld Onderstaand praktijkvoorbeeld is geschreven door een sociaal makelaar (Van Lith, persoonlijke communicatie, oktober 2011). De namen zijn gefingeerd. Iemand om mee uit te gaan Gilla en Anna wonen allebei op de uiterste hoeken van dezelfde straat. Ze zijn beide weduwen, Gilla langer dan Anna. Gilla heeft haar leven helemaal opgepakt en maakt er voor haarzelf het beste van. Ze is vrijwilligerswerk gaan doen, houdt van theater en bezoekt gemiddeld een keer per week de schouwburg. Alleen. Ze zou het leuk vinden om iemand te vinden die met haar mee gaat. Anna is na de dood van haar man in een isolement geraakt. Ze voelt zich heel onzeker, komt eigenlijk nauwelijks nog buiten. Ze zou er graag eens uit willen, met iemand samen, want alleen doet ze niks. Schouwburgbezoek We hebben Gilla en Anna bij elkaar gebracht, bij Gilla thuis. Ik heb Anna opgehaald en dat was maar goed ook; anders was ze niet gekomen. Deze stap was voor haar alleen te groot geweest, zoals ze zelf aangaf. We hebben onder het genot van een kopje koffie een heel leuk gesprek gehad en Gilla en Anna hebben nog diezelfde week een eerste bezoek aan de schouwburg gebracht. Daarna hebben ze voor het hele seizoen geboekt en samen genoten van voorstellingen. Voor Gilla was dit vooral leuk en gezellig, maar voor Anna heeft het veel meer betekend. Anna voelt zich anders en ziet het leven iets positiever in dan voorheen: “De keer, dat we naar Youp gingen en ze bij mij in de auto stapte, zei Gilla als eerste: "Dit zou mijn Hans eens moeten weten." En dat na 10 jaar. Bij ons was dit ook ons jaarlijkse uitstapje. En dan is er als lotgenoten verder geen woord meer nodig. Alleen even een weemoedige zucht van alle twee. Klaar. Het gevoel van ‘ons kent ons’ was er meteen. Uitleg naar elkaar is dan niet nodig, gewoon genieten en dat deden we.” Een jaar later hebben Anna en Gilla nog steeds contact en gaan ze nog steeds naar de schouwburg. Er zijn af en toe wel wat kleine kinkjes in de kabel geweest, waar ik actie op ondernomen heb. Gilla zag niet goed hoe Anna’s situatie is en vond het moeilijk dat vanuit haar eigenlijk geen initiatief kwam. Ik heb geprobeerd haar meer inzicht te geven in Anna’s situatie, zonder afbreuk te doen aan Anna zelf. De nieuwe vriend van Gilla heeft deze ‘taak’ inmiddels van mij overgenomen en zodoende kabbelt het schouwburgcontact rustig voort. Hulp in de tuin Een paar maanden hierna heb ik Anna nog een keer gekoppeld aan een vrouw uit de wijk die haar helpt met de tuin. Ze konden samen ook goed praten en deze vrouw, Wilma, houdt ook erg van fietsen…. Hopelijk krijgt ze Anna zo ver dat ze mee gaat op de fiets. Hulp bij gehandicapt kind Anna heeft me een paar maanden geleden gemaild dat ze er wel klaar voor is om voor anderen in de wijk iets te betekenen, en dan met name voor mensen die het zwaar hebben door de handicap van hun kind (net als zijzelf). Want daar weet ze veel van!
Methode TijdVoorElkaar * * * 25
4. Effectonderzoek
4.1 Directe aanwijzingen voor de effectiviteit De ontwikkelaar voert geen onderzoek aan naar de effectiviteit van de methode. Dergelijk onderzoek is evenmin gevonden bij de door MOVISIE uitgevoerde literatuursearch (zie 6.1).
4.2 Indirecte aanwijzingen voor de effectiviteit De ontwikkelaar voert geen onderzoek aan naar soortgelijke methoden, noch in Nederland, noch in het buitenland. Dergelijke onderzoeken zijn evenmin gevonden bij de door MOVISIE uitgevoerde literatuursearches (zie 6.1).
26 * * * TijdVoorElkaar
5. Conclusies
5.1 Samenvatting werkzame elementen Wederkerigheid als uitgangspunt: iedereen kan iets doen voor een ander en iedereen kan wel eens hulp van een ander gebruiken (1, 2, 3). Het opbouwen van sociale netwerken en duurzame contacten in de wijk (1, 2, 3). Uitgaan van eigen kracht en empowerment: de mogelijkheden van de bewoners staan centraal en iemand iets geven vergroot de eigenwaarde en levert waardering op (1, 2). De sociaal makelaar stimuleert tot deelname via een persoonlijke benadering (1, 3). De website maakt de methode voor iedereen toegankelijk en verlaagt de drempel om te participeren (1). Nazorg: na twee à drie weken is er een checkmoment: zijn vraag en aanbod goed samengebracht? (1). Verklaring classificatie veronderstelde werkzame elementen: 1 = Veronderstelling ontwikkelaar 2 = Wetenschappelijke of theoretische onderbouwing 3 = Praktijkervaringen 4 = Wetenschappelijk effectonderzoek.
5.2 Samenvatting effectonderzoek Er zijn geen wetenschappelijke onderzoeken bekend die directe of indirecte aanwijzingen leveren voor de effectiviteit van de methode.
Methode TijdVoorElkaar * * * 27
6. Verantwoording
6.1 Zoeken en selecteren van literatuur Zoekvraag en zoektermen Wat is bekend over de praktijkervaringen met en de effectiviteit van TijdVoorElkaar voor wijkbewoners ten behoeve van het opbouwen van sociale netwerken in wijken of buurten? Op basis van de volgende zoektermen is gezocht naar literatuur over de methode: Tijd voor Elkaar Time Banks LETS Zoekstrategieën Het beschikbare materiaal is opgevraagd bij de ontwikkelaar en aanbieder. Er is gezocht in meerdere Nederlandse en internationale databanken:
Catalogus MOVISIE NARCIS (voorheen Darenet) Google en Google Books HBO Kennisbank Cochrane Database of Systematic Reviews Cochrane Controlled Trials Register Campbell Library of Systematic Reviews Sociological Abstracts with ProQuest Full-Text SocINDEX Social Work Abstracts ERIC (education) Francis (multidisciplinair) IBSS (sociaalwetenschappelijk) PiCarta De referenties van het reeds gevonden materiaal zijn gecheckt. Internetresearch.
Selecteren van literatuur Op basis van de titels en de abstracts is een eerste selectie gemaakt. Vervolgens zijn de mogelijk interessante artikelen aangevraagd, in Refworks gezet en doorgenomen en verder geselecteerd op basis van relevantie. Hierbij is gekeken naar de toegevoegde waarde van artikelen met betrekking tot effectiviteit en praktijkervaringen. Internationaal is er veel literatuur beschikbaar over vergelijkbare buitenlandse methoden (zoalsTimeBanks en LETS) maar omdat deze literatuur geen effectonderzoeken bevat, is deze verder niet gebruikt.
28 * * * TijdVoorElkaar
6.2 Literatuur
Cahn, E.S. (2001). On Lets and Time Dollars. International Journal of Community Currency Research, 5..
Davelaar, M. & Veldboer, L. (2007). Goud in de buurt; over de rol van professionals in capaciteitsgerichte buurtontwikkeling. Utrecht: Verwey-Jonker Instituut.
Eek, R., Hilgersom, L., Kroon, J. & Dijk, J. van (2000). Het Letshandboek, handleiding voor het organiseren en opzetten van een Letssysteem. Utrecht: Strohalm.
Huygen, A. & Meere, F. de (2007). En, heb je ook een vraag? Ontwikkeling marktplaats voor burenhulp TijdVoorElkaar in Utrecht Zuid. Utrecht: Verwey-Jonker Instituut.
Maat, J.W. van de & Wilbrink, I. (2011). Nieuwe oogst buurthulpmethoden. Utrecht: MOVISIE.
Pessers, D.J.M. (1999). Liefde, solidariteit en recht. Een interdisciplinair onderzoek naar het wederkerigheidsbeginsel. Amsterdam: Universiteit van Amsterdam.
Seyfang, G. (2002). Tackling social exclusion with community currencies: learning from LETS to TimeBanks. International Journal of Community Currency Research, 6 (3), 1-11.
Wanrooy, P. van (2010). Werkwijze TijdVoorElkaar versie 2.0. Utrecht: Social Minds.
Wanrooy, P. van, Oss, E., Janse, N., Dijk, J. van, Burgh, D. & Burg, W. (2007). Tijd voor elkaar. de marktplaats voor burenhulp en vrijwilligerswerk in Utrecht Zuid. Utrecht: Portes; Stichting Ander Geld.
Methode TijdVoorElkaar * * * 29
Bijlage 1 – Overzicht onderzoeken en de hoofdkenmerken Onderzoeken naar praktijkervaringen (deel 3) Methode Titel rapport
Onderzoek 1
Onderzoek 2
Onderzoek 3
Onderzoek 4
Onderzoek 5
Onderzoek 2
Onderzoek 3
Onderzoek 4
Onderzoek 5
En, heb je ook een vraag?
Auteur
VerweyJonker Instituut
Jaar
2007
Onderzoeks-
Wat heeft het
vraag
project TijdVoorElkaar in Utrecht Zuid opgeleverd?
In het onderzoek
Deelnemers
betrokken
en
doelgroep
professionals
Aantal
58
geïncludeerde
deelnemers,
subjecten (n)
20 professionals (waaronder een aantal vrijwilligers)
Effectonderzoeken (deel 4) Methode
Onderzoek 1
Titel rapport Auteur Jaar Onderzochte doelen
30 * * * TijdVoorElkaar
In het onderzoek betrokken doelgroep Aantal geïncludeerde subjecten (n) Typering onderzoeksopzet ( zie bijlage 3)
Methode TijdVoorElkaar * * * 31