FNV Bondgenoten Metaal Colofon De Metaalkrant is een uitgave van de stichting FNV Pers ten behoeve van FNV Bondgenoten, divisie Metaal. De Metaal krant verschijnt twee à drie keer per jaar Oplage: 100.000
Redactie: FNV Bondgenoten i.s.m. De Smaakmakers Communicatie, Driebergen-Rijsenburg
Fotografie: Liesbeth Dinnissen, Marion de Graaff, Chris Pennarts, Herman Zonderland
Teksten: Paul van Bodengraven, Marion de Graaff
Redactie-adres: FNV Bondgenoten, Postbus 9208, 3506 GE Utrecht
Vormgeving: RAAK Grafisch Ontwerp
Redactiesecretariaat: Ria Timmer,
[email protected]
Druk: Senefelder Missett Alle regiokantoren en medewerkers van FNV Bondgenoten zijn via één telefoonnummer te bereiken. FNV Bondgenoten 0900 - 96 90 (lokaal tarief)
MetaalKrant
✁
Direct lid lidworden? worden?Bel Bel0900-9690 0900-9690 (lokaal tarief) Direct (lokaal tarief)
Metalektro en Metaal & Techniek
Ik word lid en betaal de eerste 6 maanden E25,-* Voorletters:
Tussenvoegsels:
Achternaam:
m
v
Adres: Postcode:
Woonplaats:
Geboortedatum: Telefoonnummer: Mobiel: E-mailadres: Adres werkgever: Postcode:
Vestigingsplaats:
Soort bedrijf/sector/branche: Ik betaal mijn contributie per automatische incasso
Ja
Nee
Rekeningnummer: Ja, u mag met mij contact opnemen over de producten en diensten van FNV Bondgenoten Datum: Handtekening:
Dit aanbod is geldig tot 31-03-2011
Naam werkgever:
Wat is er aan de hand met de pensioenen? Cao’s 2011: nieuwe ronde, nieuwe kansen
* Voor informatie over alle lidmaatschapsmogelijkheden en algemene voorwaarden surft u naar www.fnvbondgenoten.nl/contributie of belt u 0900 - 9690 (lokaal tarief). Uw lidmaatschap gaat in op het moment dat de klantenservice van FNV Bondgenoten dit inschrijfformulier ontvangen heeft. Stuur het volledig ingevulde formulier naar FNV Bondgenoten, t.a.v. Klantenservice, Antwoordnummer 101, 3500 ZA Utrecht. Een postzegel is niet nodig.
Ik werf een lid (Op het moment dat het introductielidmaatschap na 6 maanden wordt omgezet in een regulier lidmaatschap, ontvangt u uw wervingspremie.)
Voorl.(s) + naam:
E-mailadres:
Adres:
Lidmaatschapsnummer:
Postcode:
Ik ontvang mijn wervingspremie a € 9,-
Woonplaats:
op rekeningnummer:
Deeltijd WW en werktijdverkorting: structureel maken! O&O Metaal wegens succes verlengd!
Nr. 2, 2010
Cao’s 2011: nieuwe ronde, nieuwe kansen
Volger
Kapitalistische wildernis Z o mag je het regeer- en gedoogakkoord van de nieuwe grijze regentenbende rustig noemen. Onder leiding van roverhoofdman Rutte en zijn maat in het kwaad Verhagen, en gedoogd door Wilders, is er dan toch een akkoord gesloten. Een akkoord met twee doelen; de tweedeling in de maatschappij te vergroten, tussen arm en rijk én tussen ziek en gezond.
De kleur grijs overheerst; de babyboomers zijn sterk oververtegenwoordigd in deze bende die een gevaar vormt voor de arbeidersklasse. Een bende die met de koningin op het bordes heeft gestaan en daarmee de Koninklijke Zegen heeft om haar arme en zieke onderdanen te plunderen. Onderdanen die zo verworden tot een kaste van paupers, die door het kapitalisme veroordeeld zijn tot het eten van genadebrood. De loonslaven zijn afhankelijk van hun patroons, de zieken van hun ziektekostenverzekeraars,
die bepalen welke zorg zij wel of niet vergoeden. Een veramerikanisering van de maatschappij is hiervan het gevolg. De bende Rutte – Verhagen bestaat onder andere uit de mastodonten Donner en Opstelten. Piet Hein Donner is al eerder een splijtzwam in de maatschappij gebleken, tijdens zijn eerdere posten als minister van Justitie en Sociale Zaken. Hij kwam regelmatig in aanvaring kwam met de vakbeweging door hen a-sociale dictaten op te willen leggen, die vooral een afbraak betekenden van de rechten van de arbeiders. Ivo Opstelten, uithangbord van het kapitalisme, is verantwoordelijk voor de veiligheid van de burger. Dat zal zich ongetwijfeld vertalen in het verhogen van boetes, gekoppeld aan het nog vaker uitschrijven hiervan. Ik noem het zakkenrollen van de burgers, onder het mom van veiligheid. En dit allemaal onder het goedkeurende en gedogende oog van Wilders. Rutte durft zichzelf een bruggenbouwer
Het onderhandelseizoen staat weer voor de deur. De oude cao’s lopen af en er moeten dus afspraken worden te noemen. Dat zijn dan vooral bruggen waaronder uitgezogen arbeiders de nacht door kunnen brengen, als zij zich geen dak boven hoofd meer kunnen permitteren. Want dat zal het gevolg zijn van de kaalslag in ons sociaalstelsel, uitgevoerd door lieden die zelf financieel geen zorgen hebben. De vergroting van tweedeling tussen arm en rijk en ziek en gezond wordt realiteit in de kapitalistische wildernis. < Volgers laatste Dit is de laatste column van Volger. Voor ons volgde hij de afgelopen jaren de ontwikkelingen, met alle redactionele vrijheid. Hij gaf zijn mening over zaken die raken aan ons werk, soms wel, soms niet overeenkomstig de ‘officiële’ beleidsstandpunten van FNV Bondgenoten. Vanaf deze plaats een welgemeend BEDANKT voor alle bijdragen van Volgers hand. Vanaf 2011 keert de column terug in een andere vorm.
gemaakt voor nieuwe. Wij hebben de belangrijkste data voor de drie sector-cao’s (Metaal & Techniek, Metalektro, Motorvoertuigen) voor u op een rijtje gezet.
Metaal & Techniek 19 november Half december Tot half januari 28 januari 16 februari 9 maart 23 maart 30 maart April
Bosdag: vaststellen conceptvoorstellen Verspreiding krant met cao-voorstellen en stemformulier Leden stemmen over voorstellen BGR stelt voorstellenbrief vast Eerste onderhandelingsronde Tweede onderhandelingsronde Derde onderhandelingsronde Vierde (reserve) onderhandelingsronde Akkoord of acties
Metalektro 6 december Eind januari Tot eind februari 4 maart 29 maart 5 april 19 april Eind april Mei
Van de redactie
Verandering
Bosdag: vaststellen conceptvoorstellen Verspreiding krant met cao-voorstellen en stemformulier Leden stemmen over voorstellen BGR stelt voorstellenbrief vast Eerste onderhandelingsronde Tweede onderhandelingsronde Derde onderhandelingsronde Vierde (reserve) onderhandelingsronde Akkoord of acties
Je kunt het actief benaderen, of ondergaan. Verandering is ‘het anders maken of worden’, volgens het woordenboek. ‘Anders maken’, dat doe je zelf. ‘Anders worden’, dan overkomt je iets. Bij FNV Bondgenoten houden we er van om dingen te doen. Cao-onderhandelingen bijvoorbeeld, die voeren we namens u. Natuurlijk gaan we in 2011 weer voor het beste resultaat. In deze krant vindt u het tijdspad voor de drie sector-cao’s (pagina 3). Maar er zijn ook van die dingen die je gebeuren, die zomaar ‘anders worden’. Het ene moment denk je dat je een zorgeloos pensioen hebt, het volgende moment staan de kranten bol met angstaanjagende verhalen en spreekt de minister over korten. Wij gingen op bezoek bij de pensioenfondsen en vroegen om meer duidelijkheid. Zodat we die onrust een beetje kunnen wegnemen, ‘anders maken’ (pagina 4 t/m7). Anders kan het ook ‘gaan’, bijvoorbeeld in Roemenië, waar FNV Bondgenoten het vakbondswerk ondersteunt. Een impressie van het werk daar leest u op pagina 10. En soms
FNV Bondgenoten Bondgenoten •• Metaalkrant 22 •• FNV Metaalkrant
‘wordt’ het anders, maar kun je zelf iets ‘doen’ om het weer ‘anders te maken’. De deeltijd-WW en werktijdverkorting is daar een mooi voorbeeld van. Je krijgt ermee te maken en je buigt het om naar iets positiefs, door je te scholen. Op pagina 12 en 13 leest u een verhaal uit de praktijk. Sommige dingen veranderen nooit. De tijd tikt voor, de lente en zomer van 2010 zijn alweer voorbij. De herfst kruipt richting winter en voor je het weet is het 2011. Daar kun je niets aan veranderen, zo is het leven. Wij wensen u onveranderd veel leesplezier met deze krant! <
Motorvoertuigen 10 januari Eind februari Tot eind maart 13 april 27 april 11 mei 25 mei Eind mei Juni
Bosdag: vaststellen conceptvoorstellen Verspreiding krant met cao-voorstellen en stemformulier Leden stemmen over voorstellen BGR stelt voorstellenbrief vast Eerste onderhandelingsronde Tweede onderhandelingsronde Derde onderhandelingsronde Vierde (reserve) onderhandelingsronde Akkoord of acties
Via de website www.fnvmetaal.nl en de cao-kranten en pamfletten blijft u op de hoogte van de actuele voortgang van de onderhandelingen.
Metaalkrant • FNV Bondgenoten • 3
Wat is er aan de hand met de pensioenen? Nederland heeft het beste pensioenstelsel ter wereld, zo blijkt uit onafhankelijk internationaal onderzoek dat eind oktober werd gepubliceerd. En toch staan de kranten iedere dag bol van berichten over tekorten bij pensioenfondsen. De overheid sprak zelfs over korten. Wat is er aan de hand met ons pensioen? Guus Wouters, directeur pensioenfonds Metaal & Techniek (PMT), en Hans van der Windt, directeur Pensioenfonds van de Metalektro (PME), beantwoorden de vragen.
De pensioenfondsen hebben onvoldoende geld om op de lange termijn aan de verplichtingen te voldoen. Hoe komt dat? GW: ‘Dat wordt op de eerste plaats veroorzaakt doordat we langer leven. Dat is natuurlijk goed nieuws, maar het betekent wel dat we langer pensioenen moeten uitkeren. Vooral de levensverwachting van mannen, en daar zijn er veel van in de metaal, is hard gestegen. Om een indruk te geven: de levensverwachting is in tien jaar tijd met ruim 2,5 jaar toegenomen. En die levensverwachting blijft stijgen.’ HvdW: ‘Het tweede probleem is de manier waarop de verplichtingen voor de toekomst worden berekend. Er wordt berekend hoeveel het vermogen van de pensioenfondsen oplevert door inkomsten uit rente. Daarvoor wordt de dagrente gebruikt. Die is nog niet eerder zo laag geweest als nu, namelijk 2,78%. Eind 2009 was dat nog 3,9%. Als de rente op een normaal niveau zou staan, is er weinig aan de hand. En als die hoog zou staan, zijn we op papier zelfs heel rijk. Terwijl er aan de feitelijke situatie niets verandert.’ Wat voor eisen stelt de overheid? En in hoeverre wijkt de situatie bij onze pensioenfondsen daarvan af? GW: ‘De vereiste dekkingsgraad ligt op 105%. Door de financiële crisis en de lage rente is dat bij de vijf grootste pensioenfondsen, waartoe PME en PMT behoren, gezakt naar 90% tot 95%. De afgelopen maanden vertoont dat percentage sterke schommelingen. HvdW: ‘Alle fondsen met een te lage dekkingsgraad hebben een herstelplan in moeten dienen bij De Nederlandsche Bank, waarin ze aangeven hoe ze weer op die 105% denken uit te komen. We zitten redelijk op schema.’
Guus Wouters en Hans van der Windt
4 • FNV Bondgenoten • Metaalkrant
Toch wordt door de minister gezegd dat er gekort moet worden op de pensioenen, ook bij PME. Om wat voor bedragen gaat het dan? HvdW: ‘We zitten een fractie onder het
herstelpad dat in het plan is uitgestippeld; om precies te zijn: 0,4%. Dat komt door de lage rente. Als die volgende maand een procentpunt omhoog schiet, zitten we er weer boven. We hebben De Nederlandsche Bank, die verantwoordelijk is voor het toezicht op de fondsen namens de minister, dan ook verteld dat korten, gemeten naar de stand op 30 juni 2010, wat ons betreft niet nodig is. Als we worden gedwongen om dat toch te doen, dan gaat het om 0,4% korting. Op
een pensioenuitkering van € 500,- is dat ongeveer € 2,- per maand.’ Is premieverhoging niet een beter idee om de tekorten aan te vullen? GW: ‘Het vermogen dat de pensioenfondsen beheren is zo verschrikkelijk groot dat het verhogen van de premie niet veel oplevert. Terwijl het de mensen wel raakt in hun koopkracht. Als je 1 miljoen beheert, leveren 1.000 mensen die ieder 100 euro extra betalen samen
Metaalkrant • FNV Bondgenoten • 5
10% extra van het vermogen op. Maar als je 100 miljoen hebt, dan levert die honderd euro extra nog maar 0,1% extra op. Terwijl honderd euro aardig in je portemonnee scheelt. Gezamenlijk beheren de fondsen ruim 650 miljard. Dat is meer dan het bruto nationaal product (BNP) van Nederland per jaar.’ We zijn dus volledig afhankelijk van de opbrengst van het gespaarde en belegde geld? Kunnen we dan niet beter alles op een spaarrekening zetten? HvdW: ‘Het klopt dat de fondsen voor een groot deel afhankelijk zijn van de opbrengsten van het belegde en gespaarde geld. We spreiden daarbij zoveel mogelijk de risico’s. Een deel van het geld wordt belegd, wereldwijd, een deel wordt gespaard, in obligaties gestoken, in vastgoed enzovoorts. Als we geen enkel risico willen nemen, dan moeten we het op een spaarrekening zetten. Keerzijde is dat het geld dan te weinig opbrengt om pensioenen op dit niveau uit te keren.
Het beste pensioenstelsel De universiteit van Melbourne (Australië) deed samen met pensioen-adviseur Mercer onderzoek naar pensioenen wereldwijd. Daarbij werd onder andere gekeken naar de hoogte van de uitkeringen, het aantal deelnemers en de houdbaarheid van het stelsel. Op al die punten scoorde het Nederlandse stelsel als beste en eindigde op de wereldranglijst als eerste, gevolgd door Zwitserland en Zweden. Het feit dat er nu wordt nagedacht over maatregelen in Nederland is volgens de onderzoekers ook positief: er wordt tenminste vooruit gedacht. Van andere landen, zoals Frankrijk en Italië, is algemeen bekend dat het pensioenstelsel op langere termijn onhoudbaar is. Desondanks wordt er in die landen (nog) niet gediscussieerd over eventuele ingrepen.
6 • FNV Bondgenoten • Metaalkrant
PME: korten nu niet noodzakelijk Het Pensioenfonds van de Metalektro (PME) heeft na overleg met de Deelnemersraad en het Verantwoordingsorgaan besloten dat verlaging van de pensioenen en pensioenaanspraken per 1 januari 2011 niet noodzakelijk is. Die mening is gebaseerd op de situatie op 30 juni 2010. Eerder nog was PME door de minister van SZW aangewezen als een van de veertien fondsen waar korten nodig zou kunnen zijn. Het bestuur van PME heeft De Nederlandsche Bank (DNB) geïnformeerd over het voorgenomen besluit. Op 11 november neemt het bestuur een definitief besluit. Bij PMT is er geen sprake van de noodzaak tot korting.
Hans van der Windt
Dan zou iedereen veel minder opbouwen. Het eindbedrag wordt dan veel lager.’ Is het geld de afgelopen jaren wel goed belegd? GW: ‘Laten we niet vergeten dat we te maken hebben met de grootste financiële crisis sinds de Tweede Wereldoorlog. Niemand heeft kunnen voorzien dat die zoveel gevolgen zou hebben, op allerlei terreinen, ook in de ‘gewone’ economie. Inmiddels is herstel zichtbaar en is het grootste deel van de verliezen alweer terug gewonnen. De resultaten zijn, bij beide fondsen, juist erg goed.’ HvdW: ‘Het is ook een te simpele voorstelling van zaken om te denken dat het geld ‘beter’ belegd had kunnen worden. De beurzen zijn wereldwijd onderuitgegaan, van Japan tot Europa. Daarnaast wil ik benadrukken dat het probleem van de pensioenfondsen op dit moment niet wordt veroorzaakt door die beleggingen. Het zijn vooral de regels voor de berekening van de toekomstige inkomsten die de problemen veroorzaken.’ Als het de regels zijn die de problemen veroorzaken, moet daar dan niet iets aan gedaan worden? HvdW: ‘Daar gaan wij niet over. Wij zijn
verplicht de pensioenregelingen uit te voeren binnen de regels die de overheid stelt. In 2008 zijn die flink aangescherpt en is deze rekenmethode er gekomen. Toen heeft niemand bedacht dat deze situatie zou kunnen ontstaan. Niemand verwachtte dat de rente zo laag zou kunnen worden. Maar dat is dus toch gebeurd. De vraag is natuurlijk of dat zo blijft, of dat de rente weer stijgt naar meer ‘normale’ waarden. Dan zijn er een stuk minder problemen.’ GW: ‘Het maakt wel dat we ons met z’n allen nog eens af moeten vragen of dit wel een goede rekenmethodiek is. Misschien is het werken met een gemiddelde rente van bijvoorbeeld de afgelopen tien jaar wel een betere manier. Dan kun je in ieder geval van die grote schommelingen voorkomen. Maar het is zoals Hans zegt: dat kunnen wij niet bepalen. Het zijn de minister en de Tweede Kamer die daarover beslissen.’ Hoe komt het dat er zoveel onrust is ontstaan over de pensioenen, terwijl de problemen blijkbaar niet acuut zijn? GW: ‘Dat heeft alles te maken met de beeldvorming rond pensioenen. Mensen verdiepen zich er niet vaak in, zeker niet als ze jong zijn. We denken allemaal dat
we een potje sparen, met een gegarandeerd eindresultaat. Dat is al vijftig jaar goed gegaan, en dus hebben we er een rotsvast vertrouwen in dat we krijgen wat ons is beloofd.’ HvdW: ‘Het is misschien ook niet op een heldere manier uitgelegd aan de mensen. We beleggen het geld, maar stellen een vast eindresultaat in het vooruitzicht. Tenzij de omstandigheden zodanig zijn dat we dat niet kunnen betalen. Als je als particulier geld belegt, krijg je nooit een gegarandeerd resultaat. Doordat de pensioenfondsen al vijftig jaar prachtige resultaten hebben geboekt, is het beeld van de onwankelbare spaarbank ontstaan. En nu er een uitzonderlijke situatie is ontstaan, schrikt iedereen zich rot.’ Maar als ik jullie goed beluister is er dus niet sprake van een acuut probleem? GW: ‘Nee, er is voorlopig meer dan genoeg geld in kas om aan alle verplichtingen te voldoen. De verzekerde waarde per werknemer is zelfs gestegen van 62.000 per persoon naar 70.000 euro. We willen even aanzien wat de rente gaat doen. Als die weer terugkeert op normaal niveau, zijn de problemen voorbij.’
Guus Wouters
HvdW: ‘Er wordt een hoop onrust veroorzaakt door de berichtgeving en politiek. Ik begrijp dat de mensen zich afvragen wat er allemaal gebeurt en of hun pensioen wel veilig is. Wij hebben van deze crisis geleerd dat we veel beter, sneller en eenvoudiger moeten uitleggen wat er gebeurt en wat we er aan doen om dat te veranderen.’ En in 2020 kijken we in verbazing terug naar 2010, ‘het jaar dat de rente zo laag was’? GW: ‘Dit is een historisch dieptepunt qua rente. Tegelijk heeft de financiële en economische crisis duidelijk gemaakt dat de pensioenfondsen door hun grote omvang zeer vatbaar zijn voor economische schommelingen. Ik vermoed dat we daar de komende decennia vaker de effecten
van zullen zien. Als het slecht gaat, zullen de fondsen daar onder leiden. Als het goed is, groeien ze ook weer hard mee.’ HvdW: ‘De pensioenfondsen zijn een belangrijke factor in de economie, wereldwijd. En daar zullen we de komende jaren rekening mee moeten houden. Tegelijk toont dat mijns inziens ook de meerwaarde aan van een collectieve pensioenvoorziening. De risico’s die wij nu ervaren hebben niet direct gevolgen voor de portemonnee van onze deelnemers. In de VS bijvoorbeeld liggen die risico’s volledig bij de deelnemers. Daar hebben gepensioneerden direct in hun inkomen gemerkt dat het economisch slecht ging. Als collectieve voorziening heb je meer vet op de botten om de crisis ‘uit te zitten’.’ (PvB) <
Vragen aan uw pensioenfonds Zowel PMT als PME doet er alles aan om de vragen van deelnemers te beantwoorden. Op de websites van de beide fondsen vindt u veel informatie en een lijst van veel gestelde vragen. Ook kunt u contact opnemen met Servicesdeks van PME en PMT. De contactgegevens vindt u ook op de websites. Kijk eens op: PMT (klein-metaal): www.bpmt.nl PME (groot-metaal): www.metalektropensioen.nl
Metaalkrant • FNV Bondgenoten • 7
Invoering bedrijfsloonsysteem bij Biddle
Crisis-Bestrijdings-Dagen of geld?
Na de Tweede Wereldoorlog was je als arbeider geoefend, geschoold of ongeschoold. Heel overzichtelijk
In de cao Metaal & Techniek voor 2010 zijn afspraken gemaakt over de inzet van Crisis-Bestrijdings-Dagen (CBD).
dus. Die indeling gaf echter weinig houvast. In de loop van de tijd is deze eenvoudige indeling uitgebreid tot
Bedrijven die het moeilijk hadden, mochten hun medewerkers 3,5 vrije dag geven in plaats van eenmalig 1,5%
volwaardige functieclassificatie. En daar komt heel wat bij kijken. FNV Bondgenoten ondersteunt en bewaakt
loonsverhoging in 2010. Nu het einde van 2010 nadert, is het zaak dat u oplet of u wel heeft gekregen waar u recht
de belangen van werknemers bij de totstandkoming van een bedrijfsloonsysteem. Een verhaal uit de praktijk.
op hebt. Heeft u geen CBD gekregen, dan heeft u dit jaar dus nog recht op een eenmalige uitkering van 1,5%.
D
e huidige functierangorde in de Metalektro heet IFS (integraal systeem functieclassificatie). Daarnaast is er het systeem arbeidsomstandigheden (SAO). Met SAO worden de werkzaamheden in vier klassen ingedeeld, waarbij de klassen 1 tot en met 3 toeslagen opleveren die in de cao staan. Voor vakbondsbestuurder Anne van Dijk is dit dagelijkse kost. Onlangs hielp hij bij Biddle in Kootstertille (Friesland), producent en leverancier van innovatieve luchtgordijnen, luchtverwarmers, cassette units en ventilatorconvectoren, een dergelijk systeem invoeren. Van
Dijk: ‘Het gaat bij invoeren van ISF en SAO ook om het invoeren of vernieuwen van de loontabel, invoeringsbepalingen, loongaranties (geen achteruitgang), toepassing van de loontabel, toeslag voor waarneming hogere functie, het belonen van uitzendkrachten en een beroepsprocedure. De loontabel die bij Biddle is afgesproken, ligt zo’n 16 tot 20% boven de minimumtabel uit de cao. De tabel komt overeen met wat er gemiddeld betaald wordt in de Metalektro in deze regio.’ Veel overleg ‘Het was een lang traject,’ vertelt Van
Dijk. ‘In 2006 zijn we begonnen met het beleggen van een brede achterbanbijeenkomst van beide bonden voor leden en niet-leden, over de uitgangspunten voor ISF/SAO. In een personeelsvergadering in januari 2010 is het beginselakkoord over invoering van ISF/SAO uiteen gezet. De leden (en niet-leden) stemden voor het akkoord. Daarop hebben we het af kunnen ronden. Het is een kwestie van veel overleg en voorlichting geven. Vooral het maken van functieomschrijvingen nam veel tijd. Ik heb intensief samengewerkt met de OR. Uiteindelijk zijn we tot goede afspraken gekomen en konden we tot invoering overgaan.’ Cursus ‘Toen duidelijk was dat dit systeem er moest komen, werd besloten dat de afdelingshoofden zelf de functieomschrijvingen zouden gaan maken,’ vertelt Mark Jousma, or-lid, FNV-kaderlid en systeembeheerder bij Biddle. ‘De omschrijvingen lieten we toetsen door FME, maar voor de snelheid was het misschien beter geweest ook de functieomschrijvingen door FME te laten maken. Het was prettig samenwerken met Anne van Dijk want hij weet van de hoed en de rand. Het systeem dat nu is ingevoerd is goed. Een or-collega volgde een cursus zodat ze zelf functieomschrijvingen kan maken en beoordelen. Er moeten nog wel wat puntjes op de i worden gezet. Zo komt de daadwerkelijke invulling van bepaalde functies nog niet helemaal overeen met de omschrijving. Maar de basis is er en daar zijn we blij mee. Nu wordt het een kwestie van bijhouden.’ (MdG) <
8 • FNV Bondgenoten • Metaalkrant
‘E
r is behoorlijk gebruik gemaakt van de CBD-regeling’, vertelt Jan Berghuis, landelijk bestuurder metaal bij FNV Bondgenoten. ‘Werknemers moeten nu in de gaten houden of ze wel krijgen waar ze recht op hebben. Bedrijven die geen of maar een deel van de CBD hebben ingezet horen hun medewerkers nog dit jaar een eenmalige uitkering te geven.’ Naar rato Ook als u een deel van de CBD heeft gekregen (bijvoorbeeld één vrije dag), dan heeft u dus recht op een deel van die eenmalige uitkering. Dat gaat naar rato. Iedere vrije dag is 0,428% waard. Heeft u bijvoorbeeld anderhalve vrije dag gekregen in het kader van de CBD-
regeling, dan heeft u nog recht op een eenmalige uitkering 2 (niet genoten CBD) x 0,428% = 0,856% in 2010. 2011 Werkgevers- en werknemerspartijen hebben inmiddels de CBD-regeling geëvalueerd. De inzet ervan heeft aardig wat reorganisaties kunnen voorkomen, zo is de conclusie. Ook in bekeken of in 2011 opnieuw de CBD-regeling zou gelden, of een loonsverhoging van 1,5% per februari 2011 zou worden
doorgevoerd. Voor dat laatste is gekozen. ‘De economie begint weer op te krabbelen’, aldus Berghuis. ‘Het is hoog tijd dat werknemers weer een structurele verbetering in de portemonnee merken. Dus hebben we gekozen voor de loonsverhoging.’ (PvB) <
‘Het is hoog tijd dat werknemers weer een structurele verbetering in de portemonnee merken.'
Fit in de metaal: denkt u mee? Werknemers in de metaal blijken lang niet altijd op de hoogte van diverse initiatieven die er zijn op het terrein van gezond en veilig werken. Ook zijn ze zich nog maar ten delen bewust van wat ze zelf kunnen doen om duurzaam aan het werk te blijven. FNV Bondgenoten is onder de noemer ‘Fit in de metaal’ gestart met een pilot. Daarin gaan we op zoek naar manieren om mensen duurzaam inzetbaar te maken en te houden, zodat ze zelf meer regie over hun eigen loopbaan krijgen. Kaderleden kunnen bij het ontwikkelen van de pilot een belangrijke rol bij spelen. We zijn op zoek naar mensen die mee willen denken over de vraag hoe we dat vorm kunnen geven op bedrijfsniveau. In ruil daarvoor helpen wij u straks om daarmee aan de slag te gaan binnen uw bedrijf, voor u zelf en voor uw collega’s. Wilt u meedenken over ‘Fit in de metaal’? Meld u dan aan bij Henry Kasper, via
[email protected].
Metaalkrant • FNV Bondgenoten • 9
Roemenië: goed voorbeeld doet volgen
FNV Bondgenoten heeft meer dan 100.000 leden die in de metaal werkzaam zijn. Ze werken bij de meest uiteenlopende bedrijven, variërend van installatietechniek tot garagebedrijven, van zilversmeden tot grote industriële bedrijven. In iedere Metaalkrant vertelt steeds iemand anders over zijn of haar baan.
Gek misschien, om aandacht te besteden aan een project dat al in 2008 werd afgerond. ‘Toch doen’, zegt FNV onderhandelaar Jan Berghuis. ‘Het laat namelijk prachtig zien wat we zoal als vakbond buiten Nederland doen. Dat weet niet iedereen. En over dit succesverhaal is nooit eerder iets geschreven.' Bij deze dus.
Mijn baan Ronald van Kuijk
H
et Roemenië-project – een initiatief van FNV Bondgenoten – was bedoeld om de sociale dialoog tussen werkgevers en werknemers op gang te brengen, als voorbereiding op de toetreding van Roemenië tot de Europese Unie, in 2007. Het Ministerie van Buitenlandse Zaken ondersteunde het project. Opleiden Martin Spanjers, toen voorzitter van FNV Zelfstandigen, is naar Roemenië gegaan om samen met de Roemeense vakbond het project op te starten. Dat was in 2004. ‘De eerste gesprekken gaan in zulke situaties vaak over vrij ‘neutrale’ onderwerpen’, legt Erik Anschutz, (ex-) directeur A+O Metalektro, uit. ‘Beroepsopleidingen is zo’n onderwerp, en vandaar mijn betrokkenheid. Echt een thema
10 • FNV Bondgenoten • Metaalkrant
met een gemeenschappelijk belang: zowel voor werknemers als voor werkgevers belangrijk. Men wilde graag weten hoe beroepsopleidingen in Nederland zijn
"Met gekwalificeerd personeel kun je de economie een flinke impuls geven." georganiseerd. Zo kwam men bij de opleidingsfondsen terecht. Ik heb toen aan een delegatie Roemenen uitgelegd wat een opleidingsfonds precies doet en hoe het functioneert. Daarna besloot men al snel om zo’n opleidingsfonds in Roemenië ook op te richten. Ik heb toen van juni 2005 tot september 2008 in Roemenië als adviseur gewerkt en de vakbond begeleid. Het ging om de bedrijfstakken vliegtuigindustrie en scheepsbouw.’
Leren van Nederland Martin Spanjers vult aan: ‘We hebben ons op twee bedrijfstakken gericht, anders werd het te groot. We hebben een vakopleiding helpen opzetten, met vakken als lassen en machinebankwerken. Zo’n opleiding was hard nodig, want met gekwalificeerd personeel kun je de economie een flinke impuls geven. We hebben het voor elkaar gekregen dat het plan om een vakopleiding te starten in de cao terecht kwam. Verder hebben we de Roemenen in contact gebracht met Kenteq, en ze meegenomen naar Nederlandse scheepswerven en vliegtuigbouwers. Die kennis konden ze in Roemenië in de praktijk brengen. En, heel belangrijk, bij het opzetten van de vakopleidingen hoort het certificeren. Zeer wezenlijk, want in beide sectoren krijg je bepaalde opdrachten alleen als je een gecertificeerd bedrijf bent.’ Verder bouwen Het project werd in 2008 afgerond en heeft de Roemenen veel opgeleverd. Op dit moment is de situatie zo dat er per opleidingsfonds een vast bestuur is, bestaande uit werkgevers en werknemers. Het doel van elk van de opleidingsfondsen is om binnen de bedrijfstakken de opleidingen te promoten en op den duur te laten financieren vanuit de collectieve arbeidsovereenkomst. Dat is voor de betrokken partijen een goede basis om verdere stappen te zetten om tot een volwaardige onderlinge verhouding te komen. En om zo emancipatie van werknemers een stap verder te brengen. (MdG) <
Ronald van Kuijk is teamleider bij DAF Trucks op de afdeling truckassemblage. Hij is opgeleid als automonteur en werkt sinds 1996 bij DAF. 'Mezelf ontwikkelen en plezier hebben in werk en opleiding, dat vind ik belangrijk.'
‘I
k ben begonnen op de afdeling reparatie, maar die werd in 2002 na een reorganisatie opgeheven. Ik ben toen binnen DAF herplaatst en kwam terecht in
de productie. Aan de lopende band dus, waar nu zo’n elf chassis per uur langs komen. Dat is aanpoten, want je hebt vijf minuten om de bedrading en leidingen
voor het remsysteem aan te leggen. Ik heb dat een paar jaar gedaan, tot zich in 2006 de kans voordeed om teamleider te worden. Die reorganisatie in 2002 heeft bij mij heel wat in gang gezet. Ik realiseerde me dat ik afhankelijk was van wat het bedrijf besloot. Ik ben toen kaderlid van
"Ik realiseerde me dat ik afhankelijk was van wat het bedrijf besloot." FNV Bondgenoten geworden, en heb zitting genomen in de or. Ook ben ik met een opleiding MTS Werktuigbouwkunde begonnen. De crisis in 2008 hebben we goed gevoeld hier. We zijn van twee ploegendiensten teruggegaan naar één dagdienst, waarbij ook niet alle dagen per week werd geproduceerd. Maar gelukkig gaat het nu weer beter met DAF. De productie is verhoogd en inmiddels werken we weer in twee ploegen. Tijdens de crisis maakten we gebruik van de deeltijd-WW, en in dat kader ben ik weer met een opleiding begonnen. Na het afronden van Werktuigbouwkunde ben ik gestart met de HBO-opleiding Technische Bedrijfskunde. Ik vind het belangrijk om mezelf te blijven ontwikkelen. Maar ik heb er ook lol in, hoor!’(MdG) <
Metaalkrant • FNV Bondgenoten • 11
belang. Deeltijd WW mag door bedrijven niet enkel en alleen ingezet worden om kosten te drukken of om slecht management te compenseren. Dat is de regeling misbruiken. Het is bedoeld voor gezonde bedrijven die voor korte tijd minder werk hebben. Het belang van de regeling is heel duidelijk, en ik pleit er dan ook voor om de deeltijd-WW een structureel karakter te geven.’
Deeltijd-WW en werktijdverkorting: structureel maken! Veel bedrijven in de metaal hebben in de afgelopen tijd te maken gehad met werktijdverkorting (WTV) en/of deeltijd-WW, regelingen om in moeilijke tijden het personeel toch bij het bedrijf te houden. Bestuurder Ron van Baden hielp onder andere ASML met de invoer, CFS-werknemer Gert-Jan van Heugten maakte met heel wat collega’s gebruik van de regeling.
V
akbondsbestuurder Ron van Baden was nauw betrokken bij de invoering van de werktijdverkorting bij ASML, een van de eerste bedrijven die aan de regeling deelnam. ‘Het heeft het bedrijf goed gedaan’, zegt Van Baden. ‘De deeltijdWW heeft veel mensen behouden voor bedrijven die het tijdens de crisis moeilijk hadden, zoals ASML.’
Ron van Baden
12 • FNV Bondgenoten • Metaalkrant
Schommelingen ‘Er zijn geen ingrepen gedaan in de vorm van ontslagen, zoals dat in het verleden vaak gebeurde. Het is niet goed om in bedrijven met een goed toekomstperspectief alleen naar de korte termijn te kijken. De economie gaat nu eenmaal op
en neer, dat is algemeen bekend. Door in een slechte tijd personeel op straat te zetten, snijd je jezelf in de vingers op het moment dat de economie weer aantrekt. Je bent niet flexibel, en bovendien verdwijnt er met de mensen vakmanschap. Hoewel er bij de bedrijven die van de deeltijd-WW gebruik hebben gemaakt nauwelijks sprake van gedwongen ontslagen is geweest, hebben die bedrijven wel allemaal afscheid genomen van hun flexkrachten. We hebben bij de minister gepleit om flexkrachten ook mee te nemen in de regeling voor deeltijd-WW, maar daar was hij faliekant op tegen. Wij zullen ons hier in de toekomst ook sterk voor blijven maken. Dat is in ieders
Kansen ‘De kunst is om in een tijdelijk mindere periode een kans te zien’, meent Van Baden. ‘Dat is ook waarom wij als bond bedrijven die dat willen, ondersteunen en een plan opstellen. In zo’n plan speelt scholing een heel belangrijke rol. We hebben ervoor gezorgd dat de mensen in deeltijd-WW niet thuis zitten, maar dat er op het bedrijf andere activiteiten worden aangeboden, waaronder scholing. Scholing draagt bij aan werkzekerheid en inkomenszekerheid, maar soms is het moeilijk om mensen te overtuigen van dat belang. Opvallend was dat de meeste bedrijven door de crisis voor het eerst met scholing aan de slag gingen. In veel bedrijven kennen ze geen scholings- of opleidingsbeleid. Omdat wij als bond bij het invoeren van deeltijd-WW in bedrijven betrokken werden, konden we scholing als onderdeel meenemen en onder de aandacht brengen. Scholing leidt op termijn tot een betere positie op de arbeidsmarkt, en is dus belangrijk. Een prettige bijkomstigheid van de deeltijd-WW is dat we als FNV Bondgenoten veel mensen op de werkvloer hebben gesproken. Het was goed om gezamenlijk op te trekken en voor de goede zaak te strijden.’ Deeltijd-WW bij CFS Bakel Gert-Jan van Heugten is servicemanager bij CFS Bakel. Bij CFS worden roestvast-stalen machines en compleet geautomatiseerde productielijnen voor de voedingsmiddelenindustrie gemaakt. De deeltijd-WW duurde bij CFS Bakel 24 weken. ‘Iedereen was in die periode op het werk’, vertelt Van Heugten. ‘In
Gert-Jan van Heugten
die weken werden er allerlei activiteiten georganiseerd, zoals scholing en uitwisseling tussen de verschillende afdelingen onderling. Wij moesten per week opgeven aan welke activiteiten we hadden deelgenomen, en ik moet zeggen dat het wel eens moeilijk was om alle toegekende WTV-tijd in te vullen. Het was per afdeling verschillend. Op sommige afde-
ook zichtbaar’, legt Van Heugten uit. ‘Die afdelingen draaiden een tijdje op minimale kracht. De regeling was voor ons bedrijf echt een uitkomst. Kijk, je kunt wel wat met orders schuiven en opdrachten naar voren halen, maar het gaat om kapitaalgoederen. Daar gaan de kosten voor de baten uit, en dan praat je over grote bedragen.’
‘Op de afdelingen assemblage en productie was de crisis het meest voelbaar en ook zichtbaar'
Van Heugten is lid van de ondernemingsraad van CFS Bakel, en kaderlid van FNV Bondgenoten. ‘De samenwerking met de bond ging goed. De banden tussen de vakbonden en CFS waren door een reorganisatie voorafgaand aan de crisisperiode aangehaald. Zowel de bonden als CFS willen dit contact warm houden. Ik heb het idee dat de WTV of deeltijdWW iedereen een beetje koud op het dak gevallen is, net als de crisis trouwens. Opeens was het zover. Niemand had gedacht dat het zover kon komen en dat zo’n maatregel nodig zou zijn. Het lijkt mij een goed idee om WTV of deeltijd-WW voor de toekomst als een vaste maatregel af te spreken en er een draaiboek voor te maken.’ (MdG) <
lingen was een vrij strak plan, en waren de dagen helemaal ingevuld. Voor mijn functie kon dat niet, ik had per week ook nog wel een aantal uren “gewoon” werk te doen. Mijn deeltijduren waren dus niet aaneengesloten.’ Uitkomst Bij CFS Bakel gold de deeltijd-WW voor zo’n 170 werknemers, dat is ongeveer de helft van het totale personeelsbestand. ‘Op de afdelingen assemblage en productie was de crisis het meest voelbaar en
Metaalkrant • FNV Bondgenoten • 13
O&O Metaal wegens succes verlengd! De Opleidings- en Ontwikkelingsfondsen A+O (metaalindustrie), OOM (metaalbewerking) en OTIB (installatiebedrijven) liepen precies drie jaar, tot 1 september 2010. Omdat de projecten stuk voor stuk succesvol waren, is besloten om ze te verlengen. ‘Het begint allemaal met scholing.’
V
akbondsbestuurder Henk Wijninga was projectleider van de drie projecten. ‘De doelstelling en opzet van de projecten was steeds hetzelfde’, vertelt hij. ‘We wilden werknemers weerbaarder en sterker maken.’ De precieze ambitie is bij de aftrap als volgt geformuleerd: “Per regio, in de bedrijven, geïnitieerd door de bonden en herkenbaar als vakbondswerk, zijn scholings- en begeleidingsactiviteiten opgezet, gericht op individuele loopbaanontwikkeling van werknemers.”
Henk Wijninga
Metalektro A+O In de sector Metalektro (grootmetaal) zijn ruim 185.000 mensen werkzaam in meer dan 1.200 metalektrobedrijven. A+O leidt werknemers planmatig op en investeert in effectief beroepsonderwijs. Dat draagt bij aan een betere arbeidsmarkt, een aantrekkelijk imago van de branche en voortdurende ontwikkeling. A+O richt zich als bedrijfstakfonds daarnaast op een betere aansluiting tussen school en bedrijf en op zij-instroom, zodat er voldoende goed opgeleide mensen in de sector blijven. www.ao-metalektro.nl
14 • FNV Bondgenoten • Metaalkrant
Voorlichting ‘Toen we begonnen in 2007 was het nog volop hoogconjunctuur en we verwacht-
Installatie OTIB De technische installatiebranche is met ruim 10.000 werkgevers en ruim 137.000 werknemers één van de grootste branches van Nederland. De bedrijven in deze branche ontwerpen, installeren en onderhouden technische installaties voor ICT, verwarming, sanitair en elektro. Hun werkterrein ligt binnen de woningbouw, utiliteit, industrie en |infrastructuur. De werknemers in technische installatiebedrijven hebben een reputatie van goed vakmanschap en zijn daar trots op. Het Opleidings- en ontwikkelingsfonds voor het Technisch InstallatieBedrijf (OTIB) stimuleert dit vakmanschap. Het is immers een garantie voor de hoogwaardige dienstverlening van de branche. www.otib.nl
ten op korte termijn zo’n 80.000 vacatures in onze sectoren’, vervolgt Wijninga. ‘Dat zou betekenen dat de bedrijven qua productie niet meer aan de vraag zouden kunnen voldoen. Vandaar dat een van onze speerpunten was om de instroom in de techniek te bevorderen. We zijn dus veel op ROC’s geweest om te vertellen over technische beroepen. Ook wilden we het vakmanschap van het zittende personeel op een hoger plan tillen. Dat hebben we gedaan met POP-gesprekken. Verder hebben we veel aandacht besteed aan het voorlichten van werkgevers, en ze gewezen op het bestaan van de O+Ofondsen. Ook aan werknemers gaven we voorlichting, bijvoorbeeld over loopbaan-
Metaalbewerking OOM OOM is het Opleidings- en Ontwikkelingsfonds voor de Metaalbewerking. In Nederland zijn een kleine 15.000 bedrijven en circa 145.000 werknemers bij OOM aangesloten. De missie is het stimuleren van opleiding en het professionaliseren van de metaalbranche. Dit doen zij door: loopbaanontwikkeling, instroombevordering, verbeteren van de kwaliteit en de toegankelijkheid van scholing, en werken aan de kwaliteit van mensen. www.oom.nl
planning. Vroeger was het zo dat je een diploma haalde en tot je pensioen bij dezelfde baas hetzelfde werk deed. Dat is tegenwoordig heel anders. We hebben de slogan “Een leven lang leren” geïntroduceerd, en mensen inzicht gegeven in het belang van scholing. Last but not least hebben we bij de kaderleden in de bedrijven het onderwerp scholing hoger op de prioriteitenlijst gekregen. De volgorde was meestal: loon, pensioen, arbo en daarna kwam dan nog
‘Het begint allemaal met scholing.’ eens scholing. Nee, scholing is cruciaal voor werkzekerheid en inkomenszekerheid! Geen scholing, geen werk, en dus geen loon, pensioen en arbo. Het begint juist allemaal met scholing. Dat besef zit er nu goed in, en dat moet absoluut zo blijven.” In beweging ‘Ik denk dat we veel mensen in beweging hebben gekregen. We hebben in de af-
gelopen drie jaar met deze projecten zo’n 80.000 mensen bereikt’, rekent Wijninga uit. ‘Dat is enorm, en vandaar dat we hebben besloten om dit belangrijke werk in te bedden in het reguliere vakbondswerk. Het nut van de fondsen is bewezen, ook bij de invoering van de deeltijd-WW en
reorganisaties als gevolg van de crisis. Daarbij is scholing van medewerkers nadrukkelijk aan de orde gekomen. We hebben tussen 2007 en 2010 een heleboel nuttige instrumenten ontwikkeld; in de komende drie jaren gaan we inzetten op de implementatie.’ (MdG) <
Even kennismaken met
Marije Ottervanger
M
arije Ottervanger is sinds september vorig jaar werkzaam bij FNV Bondgenoten. Na het doorlopen van de bestuurdersklas begon ze in januari 2010 als bestuurder metaal. ‘Ik had zelf mijn oog ook op deze branche laten vallen, want tijdens mijn stage liep ik mee met een metaalbestuurder van kantoor Weert. Voor ik bij Bondgenoten kwam werken, deed ik iets heel anders. Ik was docent Arbeids- en Organisatiepsychologie aan een Universiteit. Daar was ik wel mee klaar: je draait elk jaar dezelfde lesstof af. Ook miste ik het contact met de praktijk. Je kunt wel vertellen hoe het zou moeten, maar vervolgens gebeurt er niks con-
creets met die adviezen. Als vakbondsbestuurder ben ik in de praktijk bezig. Het is een veelzijdige baan en ik kom in allerlei verschillende bedrijven. Dit werk doet ertoe; ik houd me bezig met de belangen van werknemers. Het leukste van deze baan vind ik het directe contact met leden en het gevoel om samen voor een klus te staan. Als ik niet werk, probeer ik te sporten. Ik squash en ik zwem. Ik probeer ook genoeg tijd met vrienden en familie door te brengen. En o ja, muziek! Nieuwe bands ontdekken, dat vind ik leuk.’ (MdG) <
Metaalkrant • FNV Bondgenoten • 15