SK 246 “Condacum” Vaartocht naar Doubs deel 1 : Van Leopoldsburg tot ST Jean de Losne Dit jaar plannen we een lange vaartocht naar de Doubs, of het Canal du Rhone au Rhin. We kunnen dezelfde route nemen als twee jaar geleden naar de Bourgogne. Via de Maas , Givet en Canal de l'Est tot in Toul, Canal des Vosges en de Haute Soane door de regio Franche Comté tot St Jean de Losne in het begin van de Bourgogne. We veranderen echter van in Charleville-Mèzieres van gedacht en nemen het Canal des Ardennes , en via Reims en Chalon en Champagne, waar we terug champagne gaan inkopen, en verder naar het kanaal tussen Champagne en Bourgogne om zo ook uit te komen in St Jean de Losne. Vanaf hier gaan we over de Doubs en afwisselend over Canal du Rhone au Rhin, van St Jean de Losne over St Symphonien, Dole, Besancon, Mulhouse en Colmar naar Strasbourg. We varen van de Bourgogne door de Jura naar Alsace.
Vertrek naar VVW toervaart in Leopoldsburg. Met het paasverlof in april verlaten we VVW Westhoek in Nieuwpoort, om eerst deel te nemen aan de toervaart in Leopoldsburg. In een week via VVW Flandria in Brugge, de Ganda jachthaven in Gent varen we naar VVW Emblem , waar we
een paar weken blijven liggen. Onze kleindochter Kyana vaart met ons mee, en in de Ganda jachthaven gaan we met haar zwemmen in het vlak bijgelegen zwembad Van Eyck. Ze vind dit kei tof, en in de zomer zal ze dan ook een paar weken gaan mee varen.Tegen 1 mei meren we af in Leopoldsburg, voor het clubhuis van JKL, de"Drakar" . Onze jaarlijkse VVW toervaartreünie zal hier doorgaan van 12 tot 19 mei. Het succes van de toervaart is terug verzekerd want er zijn niet minder dan 140 boten ingeschreven.
Havenkom Leopoldsburg. Op zaterdag 19 mei worden de vlaggen op de toervaart gestreken, alle deelnemers varen terug huiswaarts of verder voor een vaartocht van het nieuwe seizoen. Wij ruimen alles op de toervaartlocatie op. Zorgen dat alle rekeningen in Leopoldsburg vereffend zijn , om dan aan onze lange vaartocht te beginnen. Vrijdag 25 mei:
Leopoldsburg – Kanne.
De eerste dagen van ons verlof willen we zo ver mogelijk vooruit komen. We varen vandaag dan van Leopoldsburg in 9 uur via Bocholt, en de sluizen Neerharen – Brixten op de Smeermaas naar de jachthaven Yakanne , Kanne op het Albertkanaal. De motor om de mast automatisch op en neer te laten laat het afweten. Ik tracht hem tevergeefs te herstellen, maar dat lukt niet. Morgen passeren we bij de jachtwerf Sintec van Rik Jaeken in Luik. We zullen daar eens informeren we er geholpen kunnen worden.
Zaterdag 26 mei:
Kanne – Huy , Statte
Om 8 uur gooien we de trossen los, en trachten vandaag zo ver mogelijk te komen. In Luik , Coron Meuse houden we even stil bij Sintec, om te zien of men daar een oplossing heeft voor onze defecte motortje. Dat heeft men zo maar niet in stock. We zullen dan maar de mast manueel omhoog en omlaag zetten, en de herstelling uitstellen tot we terug thuis zijn.
Einde Albertkanaal, en begin van Luik. Bij de sluis voorbij Luik, Ivoz Ramez hebben we geluk. We kunnen aanstonds mee met een vrachtschip en 5 andere jachten die hier wel al een paar uur liggen te wachten. Het knelpunt Ivoz Ramez is nog steeds niet verbeterd, maar er is hoop. Men is gestart met de vernieuwing en vergroting van de tweede sluiskolk. Hopelijk zal het hier in de toekomst zowel voor de beroepsvaart en pleziervaart verbeteren. Na 7 uur varen vinden we het voor vandaag in de blakende zon welletjes, en houden om 15 uur halt in de mooie jachthaven van Statte, juist voorbij Huy.
Doorvaart van Huy.
Zondag 27 mei:
Statte - Dinant. ( 9 vaaruren, 8 sluizen)
Zodra we deze morgen op zijn starten we om 7 uur de motor, het ontbijt nemen we al varend. We zijn echter vergeten dat het vandaag zondag is, en zijn zo een uur te vroeg aan de sluis van Seilles, die maar om 9 uur draait. Om 9 uur stipt gaan de sluisdeuren open en kunnen we door varen. Verder gaat het heel vlot op de volgende sluizen. In Marche les Dames passeren we "Le rocher Albert".
Op de middag laten we Namen links liggen, en varen verder door tot Dinant. Hier is het heel kalm, afmeermogelijkheden genoeg, en houden pal halt voor de capitainerie aan linkeroever, recht over de citadel van Dinant. Bij de eerste bakker in de winkelstraat rechts van de citadel halen we een bijzonder lekkere taart met aardbeien van Wepion.
Maandag 28 mei:
Dinant - Fumay ( 7.30 vaaruren, 10 sluizen)
Vandaag vertrekken we iets later, om tegen 9 uur de sluis van Anseremme te kunnen nemen. Een Nederlands en Frans jacht liggen al te wachten in de sluis als wij aankomen. In de volgende sluis van Waulsort liggen nog eens 5 andere jachten op ons te wachten. Wij volgen deze meute van 8 jachten die aan een slakkengangetje van 8km/u vooruit gaan. Voor Waulsort komen we langs het:
Kasteel Freÿr, het voormalig zomerverblijf van de Hertogen van Beaufort-Spontin.
Voor de sluis Les 4 cheminées , de eerste op Franse bodem steken we een tandje bij , en lopen de ganse meute op, om vooraan in de sluis te kunnen afmeren. Iedereen moet daar een vignet gaan aankopen, met 8 jachten zal die administratie wel wat uitlopen. Wij maken ons vooraan goed vast, terwijl Mia het touwwerk doet bij het opschutten klim ik al naar boven om het vignet aan te kopen. Tegen dat iedereen boven is ben ik al in het bezit van het vignet en kunnen aanstonds doorvaren. Om 16 uur meren we af aan de pontons van Fumay. 1 uur later komen de twee volgende jachten van onze groep aan, en de langzaamste , het Franse jacht meert pas af om 17u30.
Givet.
Fumay.
Dinsdag 29 mei:
Fumay - Revin. (3 vaaruren, 3 sluizen)
Een jacht van VVW Leuven vertrekt al om 8u15, om als eerste de volgende sluis te nemen. Wij vertrekken een kwartiertje later. De sluisdeuren gaan echter niet volledig open omdat een stuk hout tussen de deur is blijven steken. Via de intercom vragen we de hulp van VNF, die het euvel snel komt oplossen.
Om 11u30 meren we af in de halte nautique van Revin. We gaan hier onze koelkast aanvullen, en met Jerry-cans vullen we ook onze dieseltank bij. Het is hier heel mooi liggen , en voor de rest van de dag blijven we lui in het zonnetje liggen. Het blijkt dan ook een zeer veilige ligplaats te zijn, want s’nachts sluit de havenmeester de jachthaven af.
Revin. Woensdag 30 mei:
Revin – Charleville – Mèzieres ( 6.15u vaaruren, 6 sluizen)
We vertrekken vandaag als eerste uit Revin. Bij de sluis voorbij Laifour, is er terug een probleem. De sluis staat op alarm, en er zit geen beweging meer in. We kunnen hier niet aan de kant komen, en moeten bijgevolg via gsm terug de hulp van VNF inroepen. Na een half uurtje dobberen kunnen we weer de reis verder zetten. Een sluis verder passeren we Monthermé.
Meander van Monthermé.
Om 15 uur meren we af in onze vertrouwde jachthaven Mont Olympe van Charleville. Goed op tijd om aanstonds enkele lekkere gebakjes Carolos, te halen. Een plaatselijke specialiteit van de locale bakker . In deze havenkom blijven we dan ook een dagje liggen.
Jachthaven Mont Olympe in Charleville.
Vrijdag 1 juni:
Charleville – Mèzieres - Le Chesne ( 7 vaaruren, 10 sluizen)
Vandaag verlaten we de Maas en Canal de la Meuse en draaien in Pont-a-Bar het Canal des Ardennes op richting Reims. Het Canal des Ardennes van Pont-a-Bar tot Berry-au-Bac is 106km lang met 46 sluizen. Na Le Chesne hebben we een trap van 27 sluizen. Op het kanaal hebben we kleine stadjes zoals Attigny, Rethel, Asfelt en Ginoncourt. We zitten nu voor 3 à 4 dagen midden een groene natuur.
Zaterdag 2 juni:
Le Chesne - Attigny ( 61/2 vaaruren, 16 km, 28 sluizen)
Deze morgen beginnen we samen met onze buurman Frank van Batyam van AYC, aan de afdaling van de trap van 27 sluizen over een afstand van 9km. Bij de eerste sluis zetten we met de afstandbediening de sluizentrap voor ons in werking. We varen automatisch de sluis uit , en de volgende aanstonds terug in. Na 61/2 uur sluizenwerk meren we zoals verleden jaar terug af in het toffe plaatsje Attigny. Vlak bij is er een heel goed grootwarenhuis. Beter dan in Revin.
Afmeerplaats in Attigny. Zondag 3 juni:
Attigny - Asfeld. (6 vaaruren, 39 km, 8 sluizen)
We vertrekken terug samen met Batyam, maar vandaag niet meer onder een stralende zon, maar voor de eerste dag in plenzende regen. Op de vierde sluis vergist Frank van den Batyam zich in de sluis van stang , i.p.v. de blauwe stang in te drukken om de sluis in werking te zetten , neemt hij de rode stang, en zet de sluis zo in alarm. Via de intercom moeten we de hulp van de sluiswachter vragen om veder te kunnen. Na 6 uur varen houden we halt aan de pic-nic plaats van Asfeld.
Deze afmeerplaats is bijlange niet zo mooi als de halte van verleden jaar, Variscourt, dat 15 km verder ligt. Maar voor vandaag was het ver genoeg. Na het avond eten doen we een wandeling en ontdekken hier wel een mooi dorpsplein met een speciale kerk met Gothische bouwstijl, ons lijkt het precies een orthodox kerkje.
Batyam op Canal des Ardennes.
Afmeerplaats in Asfeld.
Maandag 4 juni:
Asfeld Reims. ( 6u1/2 varen, 45km , 12 sluizen)
Na drie dagen op Canal des Ardennes en Canal latéral a L’Aisne , komen we in Berry au Bac, waar we het Canal de L’Aisne à la Marne nemen richting Reims. We hebben voor de tweede dag op rij het Belgisch weer te pakken. Zonder enige hinder bereiken we na 61/2 uur varen de jachthaven van Reims. Van Pont à Bar tot Berry au Bac varen we 28,30 uren op deze vaarweg.
Aan de kathedraal aan de ingang , vinden we tussen de tientalle beelden de bekendste engel met de glimlach. Dinsdag 5 juni:
Reims - Sillery. (1u12 varen, 13km, 4 sluizen)
We verlaten vandaag de rumoerige stad Reims om 13 km verder halt te houden in de rustige Halte Nautique de Sillery, aan de “Montagne de Reims”. 10 jaar terug spijkerden we eigenhandig de VVW wimpel aan de muur in de capitainerie, en dat hangt er nog steeds te pronken naast de wimpel van Paris Arsenal.
We moeten wel zoals de vorige keren terug aan de kaaimuur afmeren, de 20 ligplaatsen zijn weer allemaal ingenomen door meestal Engelse jachten die hier in deze voordelige haven voor een langere periode blijven liggen.
Woensdag 6 juni: Sillery - Condé sur Marne. (4 vaaruren, 24km, 11 sluizen) We gaan vandaag verder tot op het einde van Canal de l’Aisne a la Marne en meren af in Condé sur Marne. Daar gaan we champagne kopen bij een kleine wijnboer die Frank van Batyam goed kent. Champagne Potier-Jankin, op 100m van onze afmeerplaats.
Op zijn etiket staat niet RN: Recoltant-Negotiant maar wel RM: Recoltant-Manipulant. Dat wil zeggen dat deze kleine producent alles zelf doet. Van de wijndruif tot het bottelen van de flessen. We worden door Mad. Jankin , 1 bis rue Thiers in Condé hartelijk ontvangen en slaan de nodige voorraad champagne aan 13.50€ per fles in.
Condé sur Marne.
Donderdag 7 juni:
Condé sur Marne - Chalons en Champagne. ( 2u1/2 varen, 16km, 3 sluizen)
We varen vandaag maar een klein stukje verder tot de stad Chalons. We waren hier verleden jaar ook aanwezig bij de opening en inhuldiging van deze nieuwe Relais nautique. Bij aankomst herkende de jonge en sympathieke havenmeester ons direct. We blijven hier ook een dagje liggen om Chalons te bezoeken.
In le Petit Jard de Chalons.
Afmeerplaats in Chalons. Zaterdag 9 juni:
Chalons - Vitry le Francois ( 6u30 varen, 32km, 8 sluizen)
Deze morgen vertrekt er juist voor een passagiersschip uit de haven, op het ogenblik dat wij willen los gooien. We nemen dan ook onze tijd, en vertrekken rustig een half uurtje later. Echter bij de tweede sluis van de dag lopen we dat schip al in. De rest van het traject leggen we dan ook tergend langzaam af achter dat grote schip, die aan elke sluis 10 minuten langer nodig heeft om op te schutten. We meren dan ook meer dan 1u1/2 later dan gepland af in Le Relais Nautique van Vitry Le Francois. Een gedienstige en vriendelijke havenmeesteres bezorgd ons alle nodige documentatie van de streek. Wij overhandigen haar een VVW wimpel, die ze in haar havenkantoor kan ophangen.
Afmeerplaats in Vitry le Francois.
Het is zaterdag , dus trouwdag in Frankrijk. Een brandweerman geeft er zijn ja woord. Colegas vormen uiteraard een erehaag !!!.
Zondag 10 juni:
Vitry - St Dizier (7 vaaruren, 30 km, 14 sluizen)
We beginnen vandaag aan “Le canal entre Champagne et Bourgogne” , vroeger noemde men dit het kanaal tussen Marne en Soane. Dat brengt ons van Vitry le Francois over 224km met 114 sluizen tot op de Soane tussen Gray en St Jean de Losne. Op de middag stoppen we een halfuurtje om te lunchen boven sluis 66, in Orconto waar VNF een mooie pic-nic plaats heeft ingericht. In St Dizier meren we af boven sluis 58, aan de kaaimuur in het midden van de stad, en recht over een zeer groot modern zwembad, centre nautique de St Dizier. Het traject van vandaag is een saai en tot nu toe het minst mooie stuk van de reis. Het is een stuk van 28km recht op recht met 14 sluizen zonder enige afwisseling.
Middagstop aan pic-nic plaats van Orconto. Maandag 11 juni: St Dizier - Joinville ( 7u15 varen, 32 km, 13 sluizen) Deze morgen is het fel aan het regenen als we de touwen losgooien. In de eerste sluis van de dag worden we dan ook kletsnat tegen dat we opgeschut zijn. Twee sluizen verder komen er toch wat opklaringen en houd het toch op met continu te regenen. Het wordt vandaag terug een lange vaardag. Op dit kanaal komen de sluizen gemiddeld om de 2 km, en gaan ze ten opzichte van Canal des Ardennes zeer langzaam , men moet rekenen dat we maar 2 sluizen per uur kunnen nemen. In Joinville meren we af aan een mooi verzorgde halte nautique van het stadje Joinville. Afmeren is hier gratis, er is wel stroom voorziening, maar het systeem is ons te ingewikkeld om daar gebruik van te maken. Met de bankkaart kan men aan de laadpaal enkel voor 2€ gedurende 55min stroom krijgen. Wil men meer moet men om het uur gaan bijladen. Als je telkens voor 2 euro moet gaan bijladen wordt een overnachting met stroom wel heel duur.
Voor 10 uur loopt de rekening dan wel heel hoog op, en komt het dan op 20€ stroom. Dat vinden we wel wat overdreven.
Afmeerplaats Joinville. Dinsdag 12 juni:
Joinville - Froncles ( 4u30 varen, 22 km, 9 sluizen)
We varen vandaag door een heel mooi stukje natuur, en afwisselend landschap. Het kanaal meandert hier langs de flank van een beboste heuvels, en de dorpjes wisselen mekaar af. Spijtig genoeg laat de zon zich al een dag of twee weinig of niet meer zien. De afmeerplaats is hier mooi ingericht met water en stroomvoorziening. Het dorpje echter heeft weinig te bieden.
Onderweg naar Froncles passeren we ook aan een sluis bij een kabouterbordeeltje !!!.
Brug over de Marne in Froncles.
Woensdag 13 juni:
Froncles - Chaumont. ( 6u30 varen, 25 km, 11 sluizen)
In Froncles ligt het vol met een 8 tal jachten die allen richting Chaumont willen vertrekken. Met de sluiswachter van VNF spreken we dat we als eerste , heel vroeg om 7u30 willen vertrekken. Het regent terug continu als we de touwen los gooien. We geraken vlot tegen 13 uur tot in de port nautique de Chaumont vlak voor sluis 24. In de namiddag moeten we dringend terug inkopen gaan doen om onze koelkast voor enkele dagen terug aan te vullen. Met de sluiswachter spreken we ook af dat we morgenvroeg tegen 9 uur twee sluizen verder, aan sluis 22 zullen zijn, want van af deze sluis wordt er terug met de hand gedraaid, en krijgen we een sluiswachter mee die ons voor de rest van de dag zal vergezellen.
Draaibrug van Jorquenay
Donderdag 14 juni: Chaumont - Langres. ( 9u30 varen, 39 km, 22 sluizen) Zoals gisteren afgesproken zijn we stipt om 9 uur aan sluis 22. Men schut juist een ander Belgisch jacht op , Weltevreden uit Lommel . Die voor sluis 22 heeft overnacht. De volgende sluizen kunnen we dan ook samen nemen. Het gaat nu heel wat vlotter dan met de automatische sluizen, gezien de sluis telkens klaar staat om in te varen, en dat scheelt tot 10 min per schutting. Het is ook makkelijker voor ons, want onze touwen worden telkens aangepakt, in plaats dat ik de ladder van meer dan 3m naar omhoog moet klauteren. We nodigen de schipper Pieter en zijn vrouw Ria van Weltevreden uit voor het aperitief en een gezellige babbel. Zij zijn ook onderweg naar het zuiden, naar Montpellier en Le canal du Midi. We blijven hier een dag liggen om de oude vestingstad Langres te bezoeken.
Met de fiets , een heel stuk naar omhoog, bezoeken we het omwalde Langres.
Zaterdag 16 juni: Langres - Cusey ( 9u30 varen, 33 km, 24 sluizen) We vertrekken vroeg om 7u30 , terug samen met Weltevreden, om tijdig de tunnel van Belasmes te kunnen nemen. Deze tunnel in 4820m lang, wordt om beurt in enkele richting doorgevaren , en is nauwelijks een obstakel. Hij is breed en hoog genoeg en daarbij zeer goed verlicht. Om 9 uur kunnen we zonder oponthoud door de tunnel varen, en zijn drie kwartier later voor de eerste sluis van de afdaling naar de Soane. Bij het controlepunt op sluis 1 vraagt de sluiswachter ons tot waar we vandaag denken te varen. Onze bedoeling was om tot Domarien , 15 sluizen verder te gaan. We vernemen van hem dat daar bijna geen afmeermogelijkheid meer is, en het beter is om door te gaan tot sluis 22 in Cusey. Het wordt dan wel terug een lange dag met 24 sluizen plus een tunnel, maar er is weinig of geen andere mogelijkheid. In Cusey ligt het al met 4 jachten vol, en moeten we wel op het einde van de kaaimuur in de veldkant dubbel afmeren aan een ondiepe kant. Maar met de platbodem van Weltevreden is dat gelukkig geen probleem.
Het automatisch schutten langs deze kant van het kanaal gaat merkelijk vlugger dan in de opvaart. En de vaarweg loopt dwars door golvende valleien met dorpjes bezaaid midden van mooie landschappen, zoals Dardenay tussen sluis 17 en 18.
Onderweg naar Cusey
Door de tunnel van Belasmes.
Afmeerplaats in Cusey.
Zondag 17 juni:
Cusey - Oisilly ( 8u30 varen , 29 km, 16 sluizen)
We wachten deze morgen op de bakker die om 9 uur langs komt aan onze afmeerplaats om ons dagelijks brood te komen, alvorens we afvaren. Bij de eerste sluis 23 moeten we terug onze afstandsbediening gebruiken om ons op de sluis te melden. Zowel Weltevreden als op de Condacum drukken wij uit de danige gewoonte van de laatste 5 dagen op de verkeerde knop, “Montant” (opvaart) , terwijl we nu in de afvaart zitten en “avalant” moeten indrukken. De sluis staat daarmee aan de verkeerde kant open, en zitten we vast. Ik los de zaak op door mijn hand voor de detectie ogen aan de benedenkant te houden om de sluis te doen geloven dat er een schip is ingevaren. We drukken op de blauwe stang, en doen een lege schutting. Nog even de hand voor het detectie oog houden aan de bovenkant, en de sluis denkt dat de boot is uitgevaren , en voor ons is het : kees is klaar . In sluis 24 verlaten we “La Houte Marne” en “La region Champagne – Ardenne” , en komen we in “La region de la Côte d’Or” Aan sluis 26 staan de terrasstoelen buiten met gedekte tafels , en een Engels jacht die voor ons is vertrokken stopt hier voor de Lunch. Wij gaan aan de wal om ijsjes te kopen.
Op de vaarkaart staat er een silo-kaai aangeduid na sluis 35, waar we willen stoppen. Dat moeten we schrappen op kaart , want door de wilde plantengroei en netels kan men er niet meer aan de kant komen. Noodgedwongen moeten we nog doorvaren tot onder sluis 38 in Oisilly , waar we dubbel kunnen afmeren aan een klein pic-nic plaatsje. Van Cusey tot hier zijn er praktisch geen mogelijke afmeerplaatsen. Het schutten ging ook minder vlot dan gisteren, want tot drie maal toe moesten we de hulp inroepen van VNF, die telkens wel vlug ter plaatse waren.
Weltevreden uit Lommel.
Weltevreden vaart voor mij uit onder de spoorwegbrug.
Maandag 18 juni: Oisilly - Pontalier sur Soane (3 vaaruren, 17 km, 6 sluizen)We nemen na 4 dagen samen varen, afscheid van Pieter en Ria van Weltevreden. Hopelijk komen we deze sympathieke toervaarders nog wel eens tegen.In de laatste sluis 43 van het kanaal druken we op de interfoon om Heuilly Cotton op te roepen. We leveren ons zendertje af in de brievenbus, en Heuilly Cotton opent voor ons van op afstand de laatste sluisdeuren van dit kanaal.
Wij bedanken hem, en hij wenst ons nog een goede vaart. Om 10u30 verlaten we na 8 dagen en 224 km het smalle kanaal , en zijn tevreden om terug op het breed water van de mooie Soane te kunnen varen. Bij het eerste stadje, Pontalier sur Soane meren we om 11u aan een ponton in het havenkommetje af, naast het verhuurbedrijf “Les Canalous”.Na de middag demonteer ik mijn boegschroef, die het 5 dagen geleden liet afweten. Na een paar uur sleutelen, en alles terug netjes is opgeruimd, is de klus geklaard.We verkennen daarna het stadje, maar buiten een goede bakker en een mini market is er weinig of niets anders te vinden.
Dinsdag 19 juni:
Pontalier sur Soane - ST Jean de Losne ( 3u30 varen, 37 km, 2 sluizen)
Op de brede Soane en gemiddeld om het uur een sluis gaat het heel goed vooruit. Na 3u30 varen zitten we op ons laagste punt van onze reis. ST Jean de Losne. Aan de ponton op de Soane tanken we eerst onze dieseltank vol, en zoeken dan een plaatsje in de jachthaven bij H2O. We blijven hier twee dagen liggen, om de was te kunnen doen, en om met de trein een dagje naar Dijon te gaan.
La Marche sur Soane , tussen Pontalier en Auxerre.
ST Jean de Losne.
Jachthaven H2O in ST Jean de Losne.
Na 4 weken onderweg zitten we op het laagste punt van onze vaartocht, ST Jean de Losne. In 2010 waren we hier ook op onze vaartocht naar Bourgogne. Op de Franse binnenwateren is dit zowat het middelpunt of kruispunt van Frankrijk. Vrijdag 22 juni:
ST Jean de Losne – Dole (4u15 varen, 22 km, 9 sluizen).
Van ST Jean de Losne varen we terug stroomopwaarts tot Saint Syphorien om daar het Canal du Rhone au Rhin te nemen.
Dit kanaal , van Saint Syphorien op de Soane tot Kembs op de Rijn is 240 km en telt 112 sluizen. Tot Montbelliard in de opvaart zijn alle sluizen met automatische bediening, in de afvaart na Montbelliard zijn er nog een aantal met de hand bediend. De vaarkaart geeft 55u1/2 vaaruren aan om door dit kanaal te komen. Deze vaarweg is voor ons totaal nieuw, en we gaan dit op een rustiger tempo doen, om alle mooie plekjes te kunnen bezoeken.
Op het eerste stuk van het kanaal varen we dwars door een gevaarlijke industriezone van Solvay. Op de eerste sluis krijgen we van de sluiswachter onze afstandsbediening mee, en een uitgebreide veiligheidsinstructie om door de Solvay zone te varen. Eens daar voorbij komen we in Dole, de eerste mooie stad van de Doubs.
We meren hier af bij de verhuur maatschappij Nicols, die een 12 tal plaatsen voor bezoekers heeft voorzien, en blijven hier een dagje liggen, want dit week-end is het “Fete de la musique” in Frankrijk. En dat willen we in Dole mee maken.
Ingang van Canal du Rhone au Rhin met een huurboot die door de stroming moeite heeft om er in te varen.
Afgemeerd onder de Basilique.
Zondag 24 juni:
Dole – Saint Vith ( 5u30 varen, 27km, 9 sluizen)
Vandaag willen we tot Ranchot varen, 22 km met 6 sluizen. Het inhammetje in Ranchot ligt al vol met 3 jachten, zodat we noodgedwongen nog een stukje moeten door varen tot Saint Vith. Boven de sluis van Saint Vith in de zwaaikom kunnen we aan de kant vast maken om hier te overnachten. Onze afstandsbediening laat het soms afweten. De bijgeleverde lader is defect. Op de sluis bellen we VNF op om ons een nieuwe lader te bezorgen. Een half uurtje later komt de sluiswachter af met het wisselstuk. De sluiswachter laat ons ook weten dat er een groot vrachtschip van 90m op kost is, die morgenvroeg de volledige ruimte van de zwaaikom nodig heeft.
We gaan dan maar beter terug met de sluis naar onder, om af te meren aan de pontons van de lokale roeiclub club. De kano en roeiclub van Saint Vith hebben juist hun watersportfeesten. En zo hebben we weer wat animatie vlak aan onze afmeerplaats.
Aan wachtponton voor sluis.
Watersportfeest met optreden van portugese dansgroep !.
De Lakonia voor de sluis !.
Maandag 25 juni: Saint Vith - Thoraise ( 4 vaaruren, 15 km, 5 sluizen)
Het is deze morgen aan het regenen, en we moeten terug onze regenkledij bovenhalen. Om 7u30 sta ik op de uitkijk om het schutten van dat lang beroepschip van 90m te volgen, en de sluizen zijn iets minder dan 60m. Het is een speciaal schip dat ze middendoor hebben gezaagd, zodat het schip in twee schuttingen , eerst het voorste en dan het achterste stuk wordt opgeschut. Dat gaat tamelijk vlot, want na een halfuurtje is hij door de sluis.
Eerste schutting
Tweede schutting
Lakonia terug verenigd
Wij vertrekken twee uur later, om zeker te zijn dat we hem niet meer zullen oplopen.Onze afstandsbediening werkt nog niet naar behoren. Na de derde sluis gaan we aan de kant, en vragen VNF ook nog de afstandsbediening te vervangen. We zijn in deze sector niet alleen met problemen aan de sluizen, want we moeten meer dan een uur wachten op een ander bakje. Tussen de sluis en de kleine tunnel van Thoraise maken we vast aan de graskant, want aan het klein pontonnetje is er voor ons geen plaats meer vrij. De zon komt er in de loop van de namiddag terug door!. Onze buurman is aan het vissen, en komt vragen of we geen portie vis lusten. Deze afmeerplaats is zo wel de goedkoopste van onze reis. We liggen hier gratis aan de kant, en krijgen er nog op te koop toe een gratis vismaaltijd aangeboden. Mia gooit de vis in de pan, en we lieten het ons lekker smaken. Morgen moeten we door de kleine tunnel van 185m. De regio Franche-Comté en met overheidsgeld heeft men van deze tunnel een verrassend kunstwerk
gemaakt. Aan beide ingangen is er een watergordijn opgetrokken, en in de tunnel heeft men sierverlichting aangebracht. Met de afstandsbediening kan men het watergordijn openen om door te varen.
Afmeerplaats in Thoraise.
Tunnel van Thoraise.
Bereiding van ons gratis avondmaal !.
Dinsdag 26 juni: Thoraise - Besancon ( 3u30 varen, 16 km, 5 sluizen)
Vanaf 8u30 worden op de Doubs de sluizen in werking gesteld voor de pleziervaart. Zodra het rood licht aan de tunnel gaat branden, gooien we de touwen los om de speciale tunnel met zijn watergordijnen te nemen. Met onze afstandsbediening stoppen we het watergordijn , krijgen groen licht en kunnen doorvaren. In Besancon kunnen we niet via de bocht rond de stad naar de jachthaven varen, er staat nochtans genoeg water, maar er is deze zomer een stremming halfweg, omdat ze aan een brug aan het werken zijn.
We nemen dan maar de korte weg via de tunnel die onder de citadel doorloopt en de bocht van Besancon afsnijd. In de port fluvial, in het centrum van de stad kunnen we aan een super de luxe steiger van wel 500m afmeren. We blijven hier twee dagen liggen om de stad en de citadel te bezoeken.
Port fluvial Besancon.
Doubs gezien van op de citadel.
Citadel van Besancon.
Vrijdag 29 juni:
Besancon - Deluz. ( 3 vaaruren, 17 km, 3 sluizen)
Van Besancon, de grote winkelstad, varen we met de zon, nu naar Deluz, een klein dorpje midden de groene natuur, langs groene heuvelachtige landschappen. Buiten een bakker kruidenier ,en een gesloten café is er niets anders te vinden. Maar een fietstochtje langs de Doubs is er des te mooier.
Afgemeerd naast oud papierfabriek in Deluz.
Zaterdag 30 juni: Deluz - Baumes les Dames. ( 3 uur 30 varen, 17 km, 6 sluizen).
Zoals gisteren, is het vandaag ook terug snik heet. We varen hier door een bijzonder mooi stuk natuur van Deluz naar Baumes les Dames. De rots formaties van Montagne Notre Dame d’Aigremont vormen een prachtig decor. We meren af bij een camping en stopplaats voor campingcars, en deze is nog beter als gisteren in Deluz. Het snik heet weer brengt met zich mee dat we op de avond een flink onweer met hagelbollen over ons heen krijgen .
Onderweg naar Baumes les Dames.
Baumes les Dames.
Zondag 1 juli: Het heeft de ganse nacht fel geregend, en deze morgen is dat nog steeds aan de gang. In zulk een plenzende regen hebben we geen zin om verder te varen, en blijven we dan maar een dagje liggen in deze veilige haven. Baumes les Dames is in België wel bekend door Michel Martin, de vrouw van Marc Dutroux , zij probeerde in België vroegtijdig vrij te komen, om in het klooster hier in Baumes terecht te komen. Men heeft daar een stokje voor gestoken, en dat is gelukkig niet door gegaan.
Maandag 2 juli: Na de felle regen van gisteren, is de Doubs wel meer dan een halve meter gestegen. De “portes de garde”, wachtdeuren op dit afleidingskanaal worden voor de veiligheid dichtgedraaid. De scheepvaart ligt tijdelijk stil tot het waterpeil op de rivier is gezakt. We zijn dan ook noodgedwongen om hier nog wat te blijven liggen. Het blijft vandaag ook nog de ganse dag regenen, en we maken dan maar van de tijd gebruik om in het wassalon in de stad de kookwas te gaan doen.
Dinsdag 3 juli:
Baumes les Dames - Isle sur le Doubs ( 6 vaaruren, 31 km, 14 sluizen)
Het is terug goed weer, en het water op de rivier is ook gezakt, er is nogwel een uitgesproken sterke stroming na de renval van de twee laatste dagen, maar we kunnen toch vertrekken vanuit Baumes les Dames. We varen vandaag van sluis 39 tot sluis 34 op een heel moeilijk stuk rivier. Deze sluizen liggen niet op een afleidingskanaal, maar rechtstreeks op de Doubs met weinig of geen aanloopstrook. In de felle deining en stroming voor de sluis komt er dan wel een aardig stukje stuurmanskunst bij kijken. In de opvaart valt dat nog wel enig sinds mee, maar in de afvaart moet men wel flink uitkijken om geen brokken te maken. Deze sluizen staan daarom steeds gereed in de afvaart.
We willen vandaag halt houden in Clerval. Er is hier een goede ponton waar twee jachten met de kop op stroom kunnen afmeren. In het dorpje is er echter niets te beleven.
Nog wat sterke stroming aan de sluizen.
Clerval.
De zon schijnt, en we besluiten dan maar om direct verder te varen tot Isle sur le Doubs. Hier blijven we een dagje liggen. Mia kan naar de kapper, en ik kan onze boot eens grondig kuisen.
Isle sur le Doubs.
Donderdag 5 juli: Isle sur le Doubs - Montbéliard. ( 4 uur 30 varen, 23.5 km, 11 sluizen)
Vanaf hier varen we ook nog alleen maar op het Canal du Rhone au Rhin. Voor Montbéliard, kruisen we nog een maal de Doubs, maar dan neemt die rivier een bocht naar de bergen in Zwitserland, we laten de Doubs achter ons liggen, en volgen nu het dal van een andere rivier, “de Allen”. Op de middag passeren we Dampierre sur le Doubs. Een mooi plaatsje voor we Montbéliard bereiken. Hier houden we even halt om rustig te kunnen lunchen.
Dampierre sur le Doubs.
In Montbéliard blijven we twee dagen liggen, om het museum van Peugeot - Citroën, “l’avanture de Peugeot” te bezichtigen.
We zien daar een volledige collectie wagens van de eerste Peugeot tot hun laatste hedendaags model. Op zaterdag nemen we de trein naar het stadje Belfort , 23 km van Montbéliard. Dit stadje met zijn citadel willen we ook eens bezoeken. De ronde van Frankrijk slaagt hier vandaag ook zijn tenten op, want morgen zondag vertrekt de etape van de ronde hier van uit Belfort.
Museum "l'Avanture de Peugeot".
De Leeuw op citadel van Belfort.
Zondag 8 juli:
Montbéliard - Montreux-Chateau ( 5 vaaruren, 22 km, 11 sluizen)
Het onweer van vannacht is nog niet volledig voorbij getrokken, en bij het vertrek is het nog licht aan het regenen, maar de opklaringen komen er snel aan. We moeten nog de laatste 6 automatische sluizen nemen op dit kanaal. Dan kunnen we onze afstandsbediening inleveren, en worden de volgende sluizen tot aan de Rijn nog met de hand bediend. We hebben met VNF afgesproken om 13u aan sluis 7, waar twee jobstudenten met de bromfiets klaar staan om ons verder te begeleiden tot Montreux-Chateau. Hier nemen we de laatste sluis stroomopwaarts. Van af morgen gaat het dan in dalende lijn tot Strasbourg.
Maandag 9 juli:
Montreux – Chateau - Dannemarie. ( 3 vaaruren, 10 km, 15 sluizen)
We verlaten vandaag de Regio Franche-Comté en varen de Alsace binnen.
Dannemarie heeft een leuk haventje: “Le relais nautique de la porte d’Alsace”. We worden hier zeer hartelijk onthaald door de havenmeesteres, die ons al op de sluis voor de haven staat op te wachten. Hier moeten we zeker nog eens terug komen.
Dinsdag 10 juli:
Dannemarie - Mulhouse. (6 vaaruren, 23 km, 23 sluizen).
We hebben vandaag een lange vaardag met 23 sluizen, want tussen Dannemarie en Mulhouse is er eigenlijk geen enkele interessante aanlegplaats. Dit stuk vaarweg doen we dan maar in een trek. Na 6 vaaruren meren we af in een volle jachthaven vlak voor het station van Mulhouse. Hier staan Willy en Viviane ons al op te wachten. Zij zijn op de terugweg van een verlof in Italië, en maken van de gelegenheid gebruik om ons een goede dag te komen zeggen. In een goed restaurantje kan er dan ook goed bijgepraat worden. Morgen woensdag blijven we ook een dagje in Mulhouse liggen.
Mulhouse.
Donderdag 12 juli: Mulhouse - Breisach (D) . (7 u 30 varen, 59 km, 5 sluizen).
We hadden gepland om van Mulhouse in een dag naar Colmar te varen. Maar die planning moesten we herzien, want dat zou een heel lange vaardag worden. We besluiten dan maar om vandaag te stoppen op de Rijn in Breisach . Dat is een oude vestingstad op de Rijn, aan de Duitse kant. Het stadje ligt op de Münsterberg, van waaruit men een heel mooi uitzicht heeft op de Rijn, en de Vogezen, en aan de andere zijde op het Zwarte woud.
Zicht op de Vogezen
We varen al een aantal dagen samen met een Franse buurman, “de Alorjak” , en we hebben juist twee vrije ligplaatsen in het kleine jachthaventje onder aan het vestingstadje. Morgen varen we nog samen naar Colmar.
Onze buurman "Alorjak"
We zitten in Duitsland,en in de “Gaststette” kort bij de haven drinken we dan ook onze eerste “Hefe-Weizen bier”.
Vrijdag13 juli:
Breisach - Colmar. ( 3u 30 varen, 23 km, 3 sluizen)
We nemen vandaag op de Rijn recht over de jachthaven van Breisach de sluis naar het Kanaal naar Colmar. Van Breisach naar Colmar is het maar 23 km met 3 sluizen. Van Colmar zullen we dit stuk terug naar de Rijn moeten varen, want her is een stukje kanaal van Colmar naar Strasbourg gedeclasseerd.
Na een tocht van 7 weken meren we af in de goed uitgeruste jachthaven van Colmar
Jachthaven van Colmar.
Hier laten we de boot 2 weken liggen, om met de trein eens terug naar huis te keren. We gaan onze kleindochter Kyana ophalen , die in augustus met ons twee weken zal mee varen . We nemen hier ook afscheid van “Alorjak” die verder trekt richting België. Ik speelde hem dan ook de vaarroute door van onze Vlaamse vaarwegen. Zondag 29 juli:
Met de wagen terug naar Colmar.
Na twee weken in Kontich gaan we vandaag samen met Kyana terug naar de boot. Na een vlotte rit van 530 km en 6 uur , kunnen we ons vlug terug op de boot installeren. Kyana neemt aanstonds bezit van haar kajuit, voor haar is dat de volgende twee weken haar huisje.
De maandag en dinsdag in Colmar zijn als een wip voorbij. We hebben ons kei leuk geamuseerd in de jachhaven en “Base nautique de Colmar”. Dat is een waterplas met strand en bijbehoren, op 5 km van de haven.
Woensdag 1 augustus: Colmar – Breisach. ( 3u30 varen, 23km, 3 sluizen)
We varen vandaag terug het Canal de Colmar af, terug naar de Rijn. Na 3u30 varen meren we deze keer niet in Breisach , de Duitse kant van de Rijn af,
maar in de jachthaven “Ile du Rhin”, recht over Breisach, aan de Franse kant. Heeft als nadeel dat men ver van het centrum Breisach ligt, maar voor Kyana is dat super leuk, want we liggen naast de camping op 500m van een groot zwembad met ligweide. Het is vandaag snik heet, en een namiddag zwemmen brengt dan wel wat afkoeling.
Jachthaven "Ile du Rhin"
Op ligweide van zwembad "La Sirenia".
Donderdag 2 augustus: Breisach – Boofzheim. ( 4u30 varen, 39 km, 4 sluizen)
We nemen vandaag 2 sluizen op de Rijn. Na de grote sluis van Rhinau, gaan we aan backboord via het klein sluisje Rhinau terug het kanaaltje van Colmar naar Strasbourg op. Dit is het Canal du Rhone au Rhin (branche Nord) dat parallel met de Rijn loopt tot in Strasbourg.
Het is terug heel wat rustiger varen dan tussen het groot geweld van de beroepsschepen van meer dan 100m op de Rijn. Na twee sluisjes, meren we af in in Boofzheim aan de kade van een kleine verhuurbasis “Le Boat”. We halen onze fietsen boven, en Kyana gaat met de step mee een tochtje maken naar de dorpskern van Boofzheim, één km verderop.
Aandachtige schippers op de Rijn.
Met de step achter een ijsje !!.
Vrijdag 2 augustus:
Boofzheim – Strasbourg ( 4u30 varen, 27 km, 8 sluizen)
Voor we om 9 uur afvaren, kunnen we ons liggeld met de gebruikte stroom afrekenen op het kantoor van Le Boat dat deze morgen open is.
We hebben 8 sluizen op een recht en zeer rustig en mooi kanaal tot Strasbourg. Na de achtste sluis draaien we stuurboord uit, en kunnen we afmeren in de kom voor sluis 86, bij een privé jachtclub , de Plaisance Club De Strasbourg. Het liggeld is hier vrij, maar men mag geven wat men wil. We betalen 20€ aan een vriendelijke dame voor twee nachten. Het is hier gezellig liggen in het groen, en hartje Strasbourg, op 500 van de kathedraal en La Petitte France. Achter de haven is het echter één en al grote bouwwerf van woonblokken. In de toekomst zal dit kleine haventje dan ook plaats moeten maken voor de bouwpromotoren, en zullen ze en andere plaats toe gewezen krijgen een heel eind verder af van het centrum van Strasbourg.
Onderweg naar Strasbourg met een fier matroosje.
en dan maar gaan choppen in Strasbourg!!.
Afmeerplaats in Strasbourg.
De kathedraal en La Petitte France in Strasbourg
Zondag 5 augustus:
Strasbourg - Hochfelden. (4 vaaruren, 31 km, 11 sluizen)
Van Strasbourg passeren na 1u30 varen een mooie ligplaats in Souffelweyersheim, en op de middag Waltenheim sur Zorn. We varen echter nog een stukje verder zodat we morgen rond de middag in Saverne kunnen zijn. Buiten de brouwerij Meteor is er niets te beleven in dit dorpje.
De gebouwen van het Europees Parlement, bij buitenvaren van Strasbourg
Maandag 6 augustus:
Hochfelden - Saverne. (2u30 varen, 17 km, 10 sluizen)
In het toffe stadje Saverne meren we af in de jachthaven bij verhuurmaatschappij Nicols. Zoals de vorige keren is het hier weer druk. Er zijn maar een viertal plaatsen meer vrij in de haven, en tegen de avond ligt de jachthaven dan ook volledig vol. In het grootwarenhuis “Super U” doen we onze boodschappen voor deze week.
Jachthaven van Saverne.
Dinsdag 7 augustus:
Saverne - Arzviller (5 vaaruren, 17 km, 14 sluizen)
We varen vandaag van Saverne naar Lutzelburg, en de scheepslift van Arzviller. Dit is het mooiste stukje vaarweg van Strasbourg op deweg naar huis. Na sluis 26, in Stambach halfweg tussen Saverne en Lutzelburg verlaten we “La Region Alsace” en komen in “La Region Lorraine”. Op dit traject wordt er heel veel gevaren, want bij elke sluis komen er telkens een of twee tegenliggers uit de sluis.In Lutzelburg houden we op de middag halt om te lunchen. Het stadje heeft de afmeer mogelijkheden verbeterd. Tussen de twee sluizen van Lutzelburg heeft men langs de volledige kade water en stroomkasten geplaatst. Na de middag varen we verder door tot beneden de lift van Arzviller. We meren onderaan af, en gaan via het wandelpad de site van de lift bezoeken. De lift staat gedurende de dag nooit stil. Binnen het half uur gaat zij op of neer. Tot 70 boten per dag kunnen er in de lift passeren. In 2011 verscheepten ze er 10.000 pleziervaartuigen. Om 17u30 gaan we met een passagiersschip als laatste jacht van de dag mee naar boven, en houden halt om te overnachten op een zeer mooie plaats voor de tunnel van Arzviller. Van af hier kan men ook een wandeling maken langs de oude sluizen van “La vallé des eclusiers”. Een mooie wandelweg langs het afgedankte kanaal. Op de oude sluis 2 ga ik met Kyana na het avondeten een ijsje kopen.
Voor sluis van Saverne
Onder de lift van Arzviller.
Overnachtingsplaats voor de tunnel.
Een Baba au Rhum dessertje eten met een pottenkijker.
Woensdag 9 augustus: Arzviller - Port du Houillon (3u30 varen, 26 km, 0 sluizen)
We zitten vandaag op het hoogste punt van Canal de la Marne au Rhin. Van de tunnel van Arzviller tot Gondrexange, een afstand van 24 km hebben we geen enkele sluis. In Gondrexange gaan we even stuurboord uit, 2km verder het Canal des Houillières de la Sarre “ op , tot Port du Houillon. Mooie rustige ligplaats aan het meer van Gondrexange”.
Donderdag 10 augustus:
Port du Houillon - Parroy (7 vaaruren, 30km, 10 sluizen)
De erste sluis van deze morgen, sluis Richecourt-le-chateau, is de hoogdte sluis van het Freycinet (klein gabarit) netwerk van VNF. We gaan hier 15m40 naar omlaag in 30 min. Deze sluis vervangt 6 oude sluizen waarvoor men vroeger 6 uur nodig had om dat verval te overbruggen. We schieten vandaag echter niet op. Aan de eerste sluis zijn er juist 3 jachten voor ons naar beneden aan het gaan, en moeten we meer dan een uur wachten. Vier sluizen verder hebben we weer pech, en hebben terug bijna een uur oponthoud, omdat twee tegenliggende huurboten zodanig sukkelen om door te sluis te komen, dat ze deze voor ons bij het uitvaren blokkeren, de lichten blijven op rood staan, en we moeten de hulp inroepen van VNF. Na een lange dag van 7 vaaruren geraken we dan toch op onze eindbestemming, port de Parroy. Een rustige plaats naast de locale camping.
In de hoge sluis van 15m40.
Jachthaven Parroy.
In Colmar moest ik nog roeien. Kyana maakte vorderingen. In Parroy kon zij de riemen al bedienen.
Vrijdag 11 augustus:
Parroy - Nancy (6 vaaruren, 35 km, 11 sluizen)
In Parroy wachten tot de bakker om 9 uur langs komt alvorens we vertrekken.
Het laatste stuk van Parroy tot Nancy is een monotone vaardag langs een industriegebied alvorens we de grote stad Nancy bereiken. Na 6 uur varen meren we af in een volle jachthaven in centrum van Nancy. Hier blijven we twee weken liggen. Ik ga met de trein mijn wagen ophalen in Colmar, en op zondag rijden we met Kyana terug naar huis. Haar twee weken verlof op de boot waren heel leuk, en veel te vlug voorbij.
Op wandel in Nancy!!.
Place Stanislas
Vrijdag 24 augustus:
Met de trein terug naar Nancy
Om 9u42 nemen we de trein in Brussel noord , via Luxemburg en Metz naar Nancy. Om 15u30 zijn we na twee weken terug op onze boot, en gaan in het grootwarenhuis op 1km van de jachthaven boodschappen doen om onze koelkast terug aan te vullen. In juli en augustus geeft de stad Nancy dagelijks een klank en lichtspel aan het stadhuis op de place Stanislas .
Met Kyana was het niet mogelijk om dat bij te wonen, gezien het late uur. Maar voor we hier afvaren gaan we deze avond naar dat knappe schouwspel kijken.
Zaterdag 25 augustus: Nancy - Toul. (34km, 6 vaaruren, 8 sluizen)
Het is hier nu wisselvallig weer , en we hebben geen goesting om nog een dag door de winkelstraten van Nancy te slenteren.
We zeggen dan maar vaarwel bij de havenmeester en varen om 10u30 af richting Toul. Om 13 uur zijn we bij het mooie plaatsje Liverdun, we stoppen hier echter niet zoals de vorige jaren maar varen aanstonds door tot Toul. De stad Toul heeft de ganse omgeving van de jachthaven vernieuwd, en uitgebreid met een havenkantoor en een nieuwe steiger met heel wat ligplaatsen. Er is hier nu plaats genoeg in dit landelijk en tof stadje. In de wijnkelder aan de haven gaan we ook onze voorraad wijn, “Gris du Cote de Toul” inslaan.
Vernieuwde jachthaven van Toul
Zondag 26 augustus:
Toul - Sampigny (7u30 varen, 39 km, 19 sluizen)
We beginnen vandaag om 9 uur samen met een NL jacht “La Vie” aan de sluizentrap van 12 sluizen omhoog naar de tunnel van Foug. Om 12u30 zijn we in Pagny sur Meuse. Normaal ligt de steiger hier altijd vol, maar nu is er plaats genoeg om af te meren. Het weer is vandaag niet al te best, met af en toe wat regen, en we hebben dan ook geen zin om op dit vroege uur van de dag al halt te houden.
We varen dan maar 16 km door tot Commercy. Hier ligt de “Louise” van Diksmuide, maar we hebben pech, de steiger is volledig bezet.
Dan nog maar een stukje verder tot Sampigny, waar we een ruime pick-nick plaats hebben in de groene natuur. Het is dan toch wel een lange vaardag geworden van 7u30 varen met 19 sluizen.
Maandag 27 augustus: Sampigny - Dieue sur Meuse ( 4 vaaruren, 35 km, 7 sluizen)
We hebben vannacht op deze pick-nick plaats heel rustig geslapen . De zon breekt er vanmorgen door , en het wordt een stralende dag. Na twee uur varen passeren we St Mihiel. Het vaarseizoen loopt op zijn einde, aan deze steiger ligt het normaal altijd vol , men moet er dikwijls dubbel afmeren, nu is er ruimte zat. We varen echter door tot Dieue sur Meuse. Er is hier een kleine inham boven de sluis van Dieue, waar een 5 tal jachten gratis kunnen afmeren met water en stroom. Er is hier juist een vrij plaatsje voor onze Condacum. We liggen hier niet alleen want er staan ook een 10 tal camping-cars aan de wal.
Dinsdag 28 augustus:
Dieue sur Meuse - Verdun. (2 vaaruren, 14 km, 5 sluizen)
Na een korte vaart van 2 uur zijn we voor de middag in Verdun om wat boodschappen te kunnen doen. We komen stilaan dichter bij huis, want we komen nu regelmatig Belgische jachten tegen. Aan de steiger in Verdun ligt een VVWer, “La Belle Rosselle” van Marc De Jonghe Er is nog wat plaats , maar de steiger in deze aangename stad is s’avonds toch weer volledig bezet. Er meert nog een derde Belgisch jacht af. Dat hebben we voordien op deze reis nooit gezien. Drie jachten onder Belgische vlag op dezelfde afmeerplaats.
Verdun.
Woensdag 29 augustus:
Verdun - Dun sur Meuse ( 6u15 varen, 42 km, 9 sluizen)
De sluizen draaien van af 9 uur, maar we vertrekken vandaag een uurtje vroeger omdat de eerste sluis 8 km voorbij Verdun ligt. Rond de middag zijn we Consenvoy voorbij , en om 14 uur liggen we in de sluis van Dun sur Meuse. Beneden deze sluis is er een zeer goede steiger met alle faciliteiten. We beslissen om hier maar te stoppen , en de rest van de namiddag in onze kuip te genieten van de stralende zon.
Aan de overzijde van de afmeerplaats is het een visparadijs met vier of vijf grote visvijvers in een prachtige natuur.
Donderdag 30 augustus:
Dun sur Meuse - Stenay (2 vaaruren, 13km, 3 sluizen)
Vandaag is het maar 2 uurtjes varen tot Stenay. Hier is er een bijzonder goed uitgeruste “port de plaisance” waar het aangenaam vertoeven is. We zijn op de vorige vaartocht naar de Bourgogne Stenay voorbij gevaren, maar nu willen we hier absoluut terug eens stoppen in deze gezellige plaats in een zijarm van de Maas. Stenay heeft het grootste biermuseum van Europa, en dat gaan we dan ook in de namiddag bezoeken. We krijgen hier een overzicht van bier brouwen over de tijden heen. Het bezoek is de moeite waard. Aansluitend op het museum is er een taverne met een keuze van 50 verschillende Europese bieren. Onze Belgische abdijbieren staan hier aan de top van de collectie.
Biermuseum.
Vrijdag 31 augustus:
Stenay - Bazeilles (4u30 varen, 37 km, 5 sluizen)
Frank Deboosere, onze weerman van VRT geeft voor vandaag in België slecht weer, met veel regen. Dat we korter bij Belgikske komen, we zijn nu op 23 km van Orval, ondervinden we ook, want we hebben het Belgische weer vast met regen en wind. We nemen vandaag 5 sluizen, tot aan Auberge du Port in Bazailles. Dat leuk restaurant heeft een eigen ponton voor zijn gasten beneden sluis 36. We varen van het afleidingskanaal achter de sluis, 1km de Maas terug op,
tot aan die privé ponton. Dat stuk is nog goed bevaarbaar, diepgang is meer dan 3m. En we genieten hier van een gastronomische stop in Bazeilles.
Zaterdag 1 september:
Bazeilles - Charleville-Mezieres (4uur varen, 34 km, 6 sluizen)
Vandaag is onze cirkel rond. Op 1 juni vertrokken we hier uit Charleville via Pont a Bar en Canal des Ardennes naar de Doubs. Juist dag op dag 3 maand later, op 1 september meren we terug af in de jachthaven van Charleville. We hebben hier zowat het gevoel van terug thuis te komen. Daar zijn we echter nog niet, want van hier uit hebben we nog wel een weekje terug te varen over Revin, Fumay, Givet, Dinant tot Namur. Van Namur gaan we nog verder tot Landelies, waar we twee weken zullen wachten om deel te nemen aan de einde sezoens vaart van VVWtoervaren op de Boven Samber, en de Pardon in Marchienne au pont de laatste week-end van september. Het was een heel knappe tocht met zeer goed weer over de Doubs. En tocht dat we zeker nog eens zullen overdoen. De twee weken met onze kleindochter Kyana aan boord waren bijzonder prettig. We hopen ze volgend jaar nog langer te kunnen mee nemen op onze volgende grote vaartocht. Aan de bezoekers van mijn web-site hoop ik dat jullie ook hebben genoten van dit reisverhaal.
Groeten Schipper van Condacum.