Met Henk & Gerard naar Malta Een reis van Rotarians uit Heerlen en omstreken
Oktober 2014
woensdag 1/10 18.00 Inchecken Brussel Zaventem Wij zijn ’s middags rustig met Ed en Marlies vertrokken richting vliegveld. Bij aankomst vinden we onze reisgroep van 24 bijna compleet. Er is enige zorg over Paul, de partner van Rini, die uit Den Haag moet komen met de trein. Hij is op het station van Zaventem stad uitgestapt en moet nu snel naar Zaventem Airport zien te komen. En dat lukt gelukkig. Om zes uur is iedereen ingecheckt, tot grote opluchting van Ghiel & Elise en Henk & Gerard die deze trip organiseren. Wij doen een rondje vliegveld in de hoop het Italiaanse restaurant te vinden waar Dries goede herinneringen aan heeft. Jammer dan, we eindigen in de plastic hoek met Jan en Mieke en een stukje pizza. Het Italiaanse restaurant zien we pas als we naar de gate gaan, het ligt ernaast. De vlucht vertrekt op tijd, de beenruimte bij Air Malta is redelijk en we krijgen zelfs een kleine maaltijd met een warm bakje lasagne. Om half 11 landen we volgens schema. Ook de bus staat keurig voor ons klaar, maar Malta is inmiddels overwegend donker. De heisa begint pas bij aankomst in het Hilton Hotel. Daar merkt Dries dat hij zijn rugzak met tablet, zonnebril, verrekijker en mijn ereader in de bus heeft laten staan (en ik zit midden in een boek!?!). Hij is net op tijd weer buiten om de bus weg te zien rijden. De komende dagen wordt er druk heen en weer gebeld door werkelijk iedereen die met de organisatie van deze trip te maken heeft gehad. Maar de rugzak is en blijft weg. Gelukkig is het hotel prachtig, het is alleen even uitdokteren waar je bent. De receptie ligt op straatniveau, maar dat is de vijfde verdieping, het restaurant ligt op de derde etage. Vanuit onze kamer met balkon (4de etage) hebben we een schitterend uitzicht op zee en op de verschillende zwembaden, ook op het niveau van de derde verdieping, die dit Hilton rijk is. Op de 4de verdieping vinden we een terras met uitzicht op een jachthaven diep onder ons. Daar wordt de komende avonden door velen het laatste glaasje genuttigd terwijl we naar de vele grote, nog grotere en kleine witte plezierbootjes beneden kijken.
Margriet & Rini en Marlies & Ed genieten een ontbijtje in de zon, aan de rand van het zwembad Donderdag 2/10 Een dag Valletta en een avond met Maltezer Rotarians Henk en Gerard hebben zo’n 9 jaar een huis op Malta gehad en hebben daarom hun connecties. Zoals onze gids, Dane Munro, die ridder is in de orde van St. John en veel over Malta heeft gepubliceerd. Dane is in Australië geboren, heeft een Nederlandse moeder en een Schotse vader, woont al 25 jaar op Malta en spreekt vloeiend Nederlands. Er is weinig dat hij niet weet over dit kleine eiland met z’n roerige historie dat tegenwoordig zo’n 440.000 inwoners telt. Terwijl de bus zich stapvoets een weg baant door de files op weg naar het oude centrum van Valletta, krijgen we 1
van hem een uitgebreid college over van alles en nog wat van het hedendaagse Malta. Iedereen rijdt er auto, tweewielers – al dan niet gemotoriseerd - ontbreken nagenoeg. Graffiti ontbreekt ook (gelukkig) overal, behalve op het plein voor de universiteit, dat daarvoor is gereserveerd. Iedereen is er Katholiek, al zijn er veel ‘buffet-katholieken’, je neemt uit het aanbod van de kerk alleen wat je aanstaat. De onroerend goed crisis die ondermeer Nederland heeft geraakt, is aan Malta voorbijgegaan. Hier spaar je voor je huis terwijl je, vaak jarenlang, bij je (schoon-)ouders inwoont, zodat je het huis dat je koopt (grotendeels) zelf kunt financieren. Vandaag bezoeken we Valletta, de historische hoofdstad van Malta door de Maltezen Citta' Umilissima genoemd (‘een stad gebouwd door en voor echte heren'). Het is een door de Ridders van St John gebouwde vesting op een schiereiland omgeven door grote baaien. Alhoewel Malta gedurende de laatste wereldoorlog langdurig zwaar is gebombardeerd, is de oude stad Valletta daar gelukkig grotendeels voor gespaard gebleven.
St James Cavalier Office Prime Minister (OPM) nieuw parlementsgebouw
St John’s Co-Cathedral Casa Rocca Piccola Upper Barraca Gardens
2
De Soevereine Militaire Hospitaal Orde van Sint Jan van Jeruzalem, van Rhodos en van Malta (ook wel Maltezer Orde of Orde van Malta) is een internationale rooms-katholieke ridderorde met een soevereine status, maar zonder eigen grondgebied. De hospitaalridders vormen één van de oudste nog bestaande ridderlijke ordes en hebben sinds de tijd van de Kruistochten een bijzondere plaats in de Europese geschiedenis. De Orde van Malta heette aanvankelijk de Orde van Sint-Jan of Johannieterorde, een naam die tegenwoordig nog wordt gevoerd door de protestants geworden afdelingen. De Maltezer Orde kent ruim 12.000 katholieke leden, zowel geestelijken, Europese adel als niet-adellijke leden uit vele landen (waaronder onze gids Dane Munro). Zij doen liefdadigheidswerk in eigen land en noodhulpverlening over de hele wereld. Daarnaast worden met plechtige ceremonies de oude tradities van de Orde levend gehouden. De oorsprong is een hospitaal in Jeruzalem dat was gewijd aan Johannes de Doper, ook nu nog de schutspatroon van de orde. De hospitaal broeders stichtten in 1113 de Orde van St Jan van Jeruzalem om pelgrims te verplegen en te beschermen. Kruisvaarders gaven het hospitaal vele (land-)goederen als dank voor de opvang van hun zieken en gewonden. Dat bezit werd allengs groter, ook doordat de goederen van de Orde der Tempeliers in 1312 deels aan de Johannieters kwamen te vervallen. Al die goederen dienden uiteraard beheerd en uitgebaat te worden. Daartoe was Europa verdeeld in acht stukken, ‘tongen’ of ‘langues’ genoemd. Deze tongen bestonden uit één of meerdere groot-prioraten, die op hun beurt weer in commanderijen waren verdeeld. De acht ‘langues’ vind je terug in het Maltezer kruis met zijn acht punten, het symbool van de Orde. Door de oprukkende Turken zag de grootmeester van de orde zich enkele keren genoodzaakt te verhuizen, via ondermeer Cyprus naar Rhodos. Uiteindelijk ging in 1522 ook Rhodos verloren en zwierven de ridders 7 jaar lang door Zuid-Italië. In 1530 beloonde keizer Karel V de ridderorde met het eiland Malta. De Orde verdedigde Malta tegen verschillende Turkse invasies; het doorstane Beleg van Malta (1565) was hiervan het belangrijkste wapenfeit. Maar toen Napoleon op Malta landde, kon men zich daar niet tegen verzetten; een van de grondbeginselen van de orde is dat men niet tegen Christenen zal vechten. Napoleon confisceerde vervolgens alle bezittingen van de Orde. Engeland veroverde Malta in1800 en gaf het niet aan de Orde terug. Sinds 1834 geniet de Orde bescherming van het Vaticaan en zetelt de vorst-grootmeester in Rome in het Palazzo di Malta aldaar. De Orde van Malta beschikt weliswaar niet meer over een eigen grondgebied, maar wordt desondanks nog door veel landen erkend als een soeverein orgaan volgens internationaal recht. De Maltezer Orde onderhoudt diplomatieke betrekkingen met 104 landen. De Orde is wereldwijd actief in meer dan 90 landen op het gebied van ziekenzorg, waarbij de Orde eigen ziekenhuizen en ambulancediensten beheert. Daarnaast is de Orde wereldwijd actief bij noodhulpverlening in samenwerking met het internationale Rode Kruis.
3
Wij beginnen we met een bezoek aan een van de fortificaties bij de ingang van de stad Valletta (St John Cavalier). Dit is nu een museum voor moderne kunst waar verschillende projecten worden georganiseerd. Er zijn diverse exposities, variërend van kinderkunst gemaakt in de opvang gedurende de schoolvakantie, tot beelden van hoogte/dieptepunten uit de geschiedenis van het socialisme. We lopen daarna langs regeringsgebouwen, onder meer het Office van de Prime Minister (OPM), volgens Dane ook wel gelezen als Other Peoples Money (Dane (b)lijkt niet echt opgetogen over de veelal socialistische regeringen van de laatste decennia).
Als we daarna de stad in gaan ontdekt Dries mooie fossielen in de kalkstenen plavuizen waar we overheen lopen. Fossielen van een zee-egel. Even later staat de groep zeer geïnteresseerd naar het plaveisel te kijken naar wat de zee ooit achterliet en dat zo mooi bewaard is gebleven.1 Aan de ingang van de oude stad, waar de ruines lagen van het Operagebouw dat in WOII wel werd geraakt, wordt een gloednieuw gebouw gerealiseerd. Het is de nieuwe huisvesting voor het Parlement. Het wordt in de wandeling ‘de kaasschaaf’ genoemd, naar de grote geribbelde muur. Ontworpen door Renzo Piano, ondermeer architect van het Centre Pompidou in Parijs en het Nemo in Amsterdam. Bij de receptie van St. John's Co Cathedral krijgen we een ontvangertje waarmee we moeiteloos kunnen horen wat Dane vertelt. En gelukkig staan er her en der banken waarop we even kunnen zitten en rustig kunnen luisteren. Deze kathedraal werd gebouwd door de Maltese architect Cassar
1
Het waren fragmenten van de zee-egel Scutella subrotunda die veel voorkomt in de tertiaire afzettingen (Oligoceen, zo’n 25 miljoen jaar oud) waar Malta grotendeels uit is gevormd.
4
onder het bewind van Grootmeester Jean De La Cassiere. De bouw startte in 1573 en werd 4 jaar later afgerond. De 8 kapellen behoren ieder aan een zgn Langue (afdeling) van de orde. De buitenkant van de kerk is vrij strak, sober Romaans met kleine ramen. In de loop der eeuwen is er aan de binnenkant van alles op- en aan versierd en geschilderd met als resultaat een overweldigend Barok spektakel, een kerk waarin geen plekje onbenut is gebleven. Met bladgoud bedekte wandversieringen, een massief zilveren hek (dat tijdens de oorlog zwart werd gekwast om de vijand niet op ideeën te brengen). De naamgever van de orde en de kerk is vereeuwigd in een schitterend schilderij: ‘de onthoofding van Johannes de Doper’ dat werd geschilderd door Caravaggio (1571-1610). Een liederlijke dronkenlap, dol op dames en vechtpartijen, maar die altijd wel een plekje vond bij bewonderaars. Voor kardinaal Scipione Borghese (Rome) schilderde hij mooie jongens met luit, fruit of – in schamele bedekking – als Johannes de Doper. In Malta schopte hij het als beschermeling van de regerende Grootmeester tot ridder, maar niet voor lang. Nadat hij ook hier iemand van het leven had beroofd, wist hij van het eiland weg te komen.
In 1661werd begonnen met het beschilderen van de plafonds met scenes uit het leven van Johannes de Doper, een gigantisch werk dat in een zestal jaren werd voltooid.
5
En als je daar een stijve nek van krijgt, vind je op de muren manshoge geschilderde taferelen en op de vloer dansende doodshoofden, engelen en vogels op gekleurde grafstenen. Er liggen zo’n 400 ingelegde marmeren grafstenen die hier tussen de 17e en 19e eeuw zijn geplaatst en de laatste rustplaats aangeven van vooraanstaande ridders. Dane heeft er zijn proefschrift over geschreven. De grafmonumenten voor grootmeesters die hebben bijgedragen aan de bloei van Malta zijn uitbundige kunstwerken. Ze herinneren de bezoeker aan het hiernamaals en de menselijke behoefte om iets voor de eeuwigheid na te laten. En als ‘baas boven baas’ wordt Grootmeester La Cassiere in iedere kapel geëerd met een gebeeldhouwde leeuw. Deze kerk ademt macht en geld, maar weinig devotie. Van Dane begrijpen we dat Malta nog altijd wordt ‘geruled’ door een netwerk van katholieke ridders – met een grootmeester als leider - en eeuwenoude adel die geloof en politiek verbinden. De orde heeft hier welvaart gebracht. De ridders kwamen uit rijke, adellijke families uit heel Europa die hier investeerden en naast geld ook kennis en relaties meebrachten. De gezamenlijke afkeer geldt ‘de Turk’, oftewel de moslim die traditioneel wordt afgebeeld als boeman met een vrijwel kale kop en een ‘hanenkam’. In de afgelopen eeuwen is Malta vaak belaagd door ‘Turken’, die overigens ook uit Tunesië of elders in Noord-Afrika kwamen. De stad Valletta, een heus fort, konden ze niet innemen, maar elders op de eilanden werden meermaals grote delen van de bevolking afgeslacht of als slaven meegenomen. Uiteindelijk hebben de ridders het eiland moeten overdragen aan Napoleon en daarna kwamen de Engelsen. Sinds 50 jaar is Malta onafhankelijk, een trotse ministaat met een eigen taal die in onze oren vooral Arabisch klinkt. Hoe populair de Britten waren demonstreert het taalbeleid. Op het moment dat Malta zelfstandig werd, werd ook Engels als eerste taal op school afgeschaft. Eigen taal eerst; en nu spreekt iedereen wel Engels, maar je hoort veelal dat het geen ‘native speakers’ zijn.
6
De lunch op het plein bij Cordina, tegenover een schitterende lunchroom, regelt iedereen zelf. Voor ons het moment om ook wat rustiger kennis te maken met Rotarians ‘van buiten’ die we nog niet of nauwelijks kennen. Op het plein is keus genoeg en ook een ijswinkel lokt de vakantiegangers.
Daarna wandelen we naar het stadspaleis Casa Rocca Piccola ‘’where a way of life, comes to life”. De Markiezin zelf verzorgt onze rondleiding terwijl de 9de Markies De Piro, wiens familie hier al honderden jaren woont, probeert een kwaaie papegaai te kalmeren die duidelijk geen zin heeft in zoveel bezoekers. De Markiezin is haar stijlvolle zelf als ze ons door de vertrekken leidt waar voorouders herinneringen aan een bevlogen verleden hebben achtergelaten. Hun schilderijen van stralende bruiden en statige heren, de meubels, boeken en archieven, het serviesgoed en het 7
poppenwagentje waarin een oud popje achterover leunt. Ook het bed van haar overgrootmoeder staat er, net als een aantal prachtige japonnen. Tussen de schilderijen hangt het portret van de Markiezin als jonge vrouw, ze zal nu 70 zijn. Maar ze draagt vandaag hetzelfde dubbele snoer parels. “Van mijn vader gekregen”.
Deze stadspaleizen zijn niet groot, alles moet hier immers moeizaam uit de rotsen worden uitgehakt. In de kamers die aan de straat grenzen steken dichte balkons uit met vrij hoge ramen. Op een hoge stoel konden de dames zo het leven op straat bekijken zonder zelf gezien te worden. In de laatste oorlog hebben de diepe kelders (oorspronkelijk cisternen voor drinkwater als Valletta werd belegerd) gediend als ‘bomshelter’. De sirene staat er nog. Uitzonderlijk is ook dat dit mooie huis een binnenplaats heeft met bloeiende planten en een sinaasappelboom. In een fontein zwemmen schildpadden, bijgenaamd ‘gevulde koeken met pootjes’. De papegaai Kiko wordt uit de sinaasappel boom gejaagd terwijl wij een kopje thee drinken.
8
We eindigen deze excursie met de ‘Noon Day’s Boom’, het dagelijks afschieten van een kanon in de Upper Barraca Gardens door een jonge acteur in een oud Brits tropenuniform. Om exact 4 uur ’s middags en oorspronkelijk bedoeld om de schepen hun klok gelijk te laten zetten. Een oude traditie die ter wille van de toeristen weer in ere is hersteld. De bus rijdt ons terug door het drukke verkeer. Hoewel, het is minder druk dan ’s ochtends. We eten ’s avonds een eenvoudige doch voedzame maaltijd in een Italiaans restaurant, Marcus is door Dane uitgenodigd omdat ze een grote theologische belangstelling gemeen hebben.
De rest haast zich naar het Continental hotel waar de lokale Rotaryclub ons hartelijk welkom heet. Vooral Henk en Gerard worden enthousiast binnengehaald, dit was ooit ‘hun’ club. De vlaggen en wimpels worden uitgewisseld waarna het ‘serieuze’ gedeelte kan beginnen. De (vrouwelijke) voorzitter heeft een quiz in elkaar gezet met vragen voor ons over Malta en Ghiel heeft z’n best gedaan op een multiple choice quiz2 voor onze gastvrouwen en -heren. Voor de juiste antwoorden zijn er fraaie prijzen. Ghiel heeft gezorgd voor ‘echte’ Delftsblauwe monstruositeiten in een doosje waar frikandel op staat, de tegenpartij heeft vergelijkbare spiegeltjes en kraaltjes. Het belangrijkste is dat iedereen enthousiast vals speelt. Het is een internationale club met opvallend veel vrouwen, een aantal vrouwen is hier tijdelijk gestationeerd voor een bedrijf en vindt hier steun en gezelligheid. Er wordt ook al snel gepraat over een internationaal Rotary project waarvoor partners worden gezocht. Wie weet wat dat gaat opleveren. 2
Met onder meer deze vragen: What is our major export product? Milk, cheese, flowers, drugs, morality or Delfts blue pottery? What is the Dutch national flower? Daisy, tulip, rose or cannabis?
9
Vrijdag
3/10 Naar het binnenland van Malta
Tijdens de rit richting Mosta licht Dane zijn visie toe op het geloof zoals dat in Malta wordt beleefd. Een katholiek geloof waarin ruimte is voor alle mensen, Dane noemt het ‘katholicisme a la carte’; wie je ook bent, jouw keuzes horen gerespecteerd te worden. Maltezers hebben hun priesters echter wel te onderhouden. Er zijn er 5 a 6 per parochie die graag bij hun parochianen aanschuiven en kunnen rekenen op dames die zorgen dat ze er netjes bijlopen.
In de grote koepelkerk van Mosta viel tijdens de 2e Wereldoorlog een bom door het dak die een gat in de vloer, maar verder op wonderbaarlijke wijze nauwelijks schade aanrichtte. In de kerk ontstaat een hele discussie over het kleurgebruik op schilderijen waar ook Marcus, deskundige op dit gebied, zich enthousiast in mengt. Rood staat natuurlijk voor ‘divine’, en een dolk door je hart voor ‘dolorossa’. Maria als moeder der Smarten heeft zo geen nadere uitleg nodig, de dolk door haar hart zegt alles. Heiligenbeelden zijn hier aangekleed, het zijn ‘mannequins’ met een garderobe die voor de gelegenheid kan worden aangepast. Het is een traditie die wij nauwelijks kennen, alleen het Mariabeeld in de Onze Lieve Vrouwe van Maastricht heeft een blauwfluwelen mantel aan. Een Mariabeeld wordt met rozenkransen behangen, oktober is hier rozenkransmaand. In de sacristie zijn vrijwilligers bezig met het opruimen van gewaden. Wij branden een kaarsje voor de mensen die we missen; en we zijn niet de enigen. Daarna gaat de tocht naar Mdina, een oude vestingstad op het hoogste punt in het midden van Malta. Ook hier op een klein pleintje een grote kerk. In Malta kun je iedere dag van het jaar naar een andere kerk als je dat zou willen. Net als in Mosta heeft de kerk twee uurwerken, waarvan alleen het rechter de juiste tijd aangeeft. Links (in het Latijns sinistra, waar ons sinister vandaan komt) is de foute kant waar de duivel zou kijken, die men zo probeerde te misleiden. Na een korte stadswandeling leidt Dane ons door smalle straatjes richting het Palazzo Falson. Zoals alle grotere huizen op Malta, oorspronkelijk gebouwd door een Ridder van de Orde. Begin vorige eeuw vestigde zich hier kapitein Olof Frederick Gollcher, zoon van een rijke Zweedse reder, die er zijn verzameling van verzamelingen onderbracht. Naast talrijke kunstwerken zijn er collecties wapens, oude gereedschappen, meubels, keukengerei, horloges, en nog veel meer.
10
Ook dit Palazzo heeft een binnenplaats, een ‘hanan’. Visite die geen familie was, mocht niet verder dan de binnenplaats, dat was ‘haram’, verboden. Kapitein Gollcher was zelf een enthousiast amateurschilder en heeft een schattig schilderijtje van een hondje in de oude keuken nagelaten. En de trompe-l’oeil die in deze ruimte een keukenkast verbeeldt, verraadt groot vakmanschap. Wie dat tafereel heeft geschilderd, staat er echter niet bij.
Vanaf de stadsmuren van Mdina heb je een prachtig uitzicht. We herkennen de koepel van de kerk in Mosta en aan de horizon de torenflat die naast ons hotel staat. We lunchen in restaurant Xara, naast de kerk. Bijna passen we allemaal aan één lange tafel, maar net niet helemaal. Heerlijke hapjes, heerlijke hummus en uitstekende pizza’s. Deze hebben alleen maat ‘wagenwiel’ zoals enkele enthousiaste bestellers merken. Op weg er naar toe heb ik een klein winkeltje gespot met prachtige sjaals. Muis, Marina en ik wikken en wegen er even later over ‘de mooiste’ en lopen daarna samen heel tevreden naar buiten. Met ieder een eigen sjaal waar de andere dames jaloers op zijn.
11
Daarna gaat de tocht naar de wijnboerderij Meridiana in het centrum van Malta. Ook hier een relatief klein huis met binnenplaats. Maar deze keer geen oud paleisje. De kern van het gebouw is de
oude controletoren van het militair vliegveld dat de Britten hier hebben gebouwd. Pas in de jaren negentig is men begonnen met het aanplanten van druivenstokken en het bouwen van de winery. Inmiddels zit men op een jaarproductie van zo’n 150.000 flessen kwaliteitswijn per jaar. We krijgen een toer door de kelders met de houten vaten. Nooit geweten dat de houten vaten waarin de wijn rijpt maar een beperkt aantal jaren bruikbaar zijn, na verloop van tijd kan de wijn niets meer uit het hout opnemen. De proeverij is op het grote overdekte terras waar we ook genieten van het uitzicht. De dame die de proeverij verzorgt, laat blad na blad aandragen. Een klein glaasje, een stukje brood of cracker en dan zijn we klaar voor de volgende ronde. Zij nipt en drinkt tussendoor water, anders zou ze na 3 rondleidingen ‘toeter’ zijn. Tafelwijn verbouwen voor eigen gebruik is hier een eeuwenoude traditie, zoals in alle landen rond de Middellandse zee en door het klimaat op Malta kunnen de druiven al in augustus worden geplukt. Wijn verbouwen voor de commerciële markt is een vrij nieuwe tak van sport. Dit kleine familiebedrijf is 30 jaar oud en is vooral de laatste jaren geprofessionaliseerd in nauwe samenwerking met een grote Italiaanse partner. We drinken glaasjes wit, glaasjes rood en sluiten af met een likeurtje. Het is deze middag precies 40 jaar geleden dat Ghiel Elise ten huwelijk vroeg en daar wordt natuurlijk op getoost. We kopen natuurlijk ook wat flessen.
12
De bus maakt daarna een kleine omweg zodat we ook nog even tijd hebben voor de prachtige botanische tuin naast het presidentieel paleis in Attard, waar nog van alles bloeit. Een paar enorme bomen waaieren hun kronen over de paden en laten de eerste bladeren los. De residentie van de president van Malta ligt ernaast. Wij kunnen ongestoord door de poort loeren, er is geen zichtbare bewaking. Op dit moment vervult een dame deze voornamelijk ceremoniële rol, mevrouw MarieLouise Coleiro Preca. Ze woont in het Saint Anton Palace, in 1623 gebouwd door de 54e grootmeester, Antoine de Paule. Hij heeft ook deze schitterende St Anton ’s tuinen aangelegd die sinds 1882 open zijn voor publiek en een variëteit aan bloemen en planten bevatten die wereldwijd zijn verzameld. Het is traditie dat staatslieden tijdens hun bezoek een boom planten ter herinnering. Een president van Malta krijgt een zeer bescheiden salaris maar hoeft gedurende zijn of haar termijn ook zelf niets te betalen. Toch schijnt het een functie te zijn die mensen graag na een aantal jaren weer achter zich laten, omdat het een enorme aanslag op hun privacy is.
Onderdeel van het paleis is een kleine, bescheiden kapel waar we even neerstrijken en waar Marcus bidt voor ons en alle mensen die we liefhebben. Eenvoudig en uit het hart, even een oprechte uiting die ook raakt als je weinig of niets met ‘geloof’ hebt. ’s Avonds is er voor ons gereserveerd in een restaurant dat Dane heeft uitgezocht in het uitgaanscentrum van St Julians, op loopafstand van ons hotel. Overal zijn kleine en grotere barretjes en eetcafés, het is er gezellig druk. Voor onze groep is het restaurant een tikje te klein en in de bloedhete, bomvolle zaak is de airco kapot. De eigenaar is wel een hele mooie zwarte man, maar dat zorgt niet voor verkoeling. Op de lange tafel verschijnt nu het ene voorgerecht na het andere, terwijl ook de ene na de andere wijnfles wordt opengetrokken. Niet dat dit allemaal de bedoeling was, maar volgens de eigenaar zou het zo zijn gereserveerd (niet volgens Dane, maar die is er niet bij). Het is allemaal even lekker, maar tegen de tijd dat het hoofdgerecht komt zijn de meesten van ons al ruim voldaan. Ook die hoofdgerechten zijn heerlijk. Muis en Steph die allebei een forse biefstuk hebben besteld (voordat alle voorgerechten arriveerden) moeten halverwege opgeven. Het nagerecht laten we dan ook voor wat het is, we willen naar buiten een stukje lopen. De rekening is uiteindelijk ook fors, maar dat mag de pret niet drukken. In het hotel zakken we voor de koffie op het terras dat uitkijkt op een binnenhaventje. Later op de avond barst een onweer los dat zorgt voor gigantische lichtflitsen. Het is schitterend vuurwerk dat een schitterende dag afsluit. Marcus heeft dit diner gemist. Dane heeft geregeld dat hij mee mag doen (co-celebreren) in een bijzondere hoogmis in St John’s Co-Cathedral en daarna kan meelopen in een processie door Valletta, aan de vooravond van de Notte Bianca, een jaarlijks groot feest in Valletta.
13
Zaterdag 4/10 langs de kusten van Malta ’s Morgens brengt de bus ons naar ‘the three cities’: Birgu of Vittoriosa, Senglea en Bormla aan de Grand Harbour tegenover Valletta. Hier vestigden de ridders van de Orde van Malta zich aanvankelijk in 1530. Toen de door hen hier gebouwde fortificaties maar ternauwernood ‘the great siege’ van 1565 hadden overleefd, werd door grootmeester La Vallette besloten om op het tegenover liggende schiereiland de nieuwe vestigstad La Valletta te bouwen. In Bormla zijn veel straatjes zo steil dat ze als trappen zijn uitgevoerd. Wij maken onder leiding van Dane een wandeling door de oude hoofdstad Birgu, met indrukwekkende fortificaties om de stad tegen aanvallen vanuit land te verdedigen. Het valt ons op hoe schoon de straatjes zijn, geen rommel, geen graffiti, verreweg de meeste panden goed onderhouden. We lopen een pand binnen waar enthousiaste jongelui vertellen dat ze deelnemers zijn aan een wereldwijd project van jeugduitwisseling tussen eilandstaten. Kleine eilandstaten, Groot Brittannië is geen lid van deze vereniging. Zij zoeken vooral sponsoring voor uitwisselingsprogramma’s met eilandjes in hetzij de Caraïben of in de Pacific. Tja, als je niet groot bent, kun je nog wel groots dromen. Schuin voor een grote kerk is een trapje met een schamele deur waar groot ‘heaven’ op staat. Marcus klopt netjes aan maar wordt – gelukkig - nog niet binnengelaten. De kerk gaat wel open, waar we de grote Mariabeelden mogen bewonderen. Ook deze beelden zijn ‘aangekleed’ met echte gewaden. De koster, die eigenlijk net een kop koffie wilde gaan drinken, doet speciaal voor ons de lichten in haar vitrine nog even aan. Die kop koffie is een goed plan; wij vinden onze cappuccino’s op een terrasje aan de baai met uitzicht op de grotendeels fraai gerestaureerde oude pakhuizen van Senglea. In deze baai liggen alleen plezierjachten en bootjes. De grote schepen meren vooral af aan de andere kant van Senglea, waar ook de dokken van Malta liggen. Vervolgens gaan we met de bus naar Marsaxlokk aan de oostkust, een lieflijk vissersplaatsje met een toeristenmarkt langs de haven. De groep verspreidt zich voor de lunch en neemt ook de tijd om wat souvenirs te kopen. Met Marcus en Dane vinden we een tafeltje en zoeken we iets simpels op de kaart. Ik laat de heren even alleen en slenter de markt op. Een stoere pet voor Sam die morgen 5 wordt kost 5 hele euro’s. Van de vijgenjam neemt ik ook zelf een potje mee, het blijkt een heerlijke verse jam met een klein pittig ondertoontje. En dames die de sjaals van Mdina hebben gemist, krijgen hier een herkansing.
14
De bus brengt ons daarna naar Hagar Qim, waar we de Mnajdra tempels bezoeken. Een complex van steentijd tempels dat zo’n 5000 jaar voor onze jaartelling werd gebouwd door landbouwers die zich in deze streek hadden gevestigd. Het zijn ongelooflijke bouwwerken. Gigantische stenen die waarschijnlijk heel gericht van dijkjes werden afgerold om zo in de juiste positie terecht te komen. Het complex is sinds een aantal jaren overdekt om het kwetsbare bouwsel te beschermen tegen wind, regen en zon. De zuidelijke tempel is zo gebouwd dat gedurende de equinox in de lente en de herfst (20 maart en 22 september) het zonlicht precies door een kleine vensteropening valt . Gedurende de start van zomer en winter (21 juni en 21 december) glijden de eerste zonnestralen precies langs twee gedecoreerde panelen in de eerste ruimte waar ooit rituelen plaatsvonden waar wij alleen naar kunnen gissen. Wat de symbolen betekenen, is onbekend. Maar de mensen die dit complex bouwden hadden dus niet alleen geavanceerde bouwkundige kennis, maar ook kennis over de seizoenen en de stand van zon en maan. Ze zullen waarschijnlijk ritueel geofferd hebben om zegen over hun oogsten af te smeken aan ‘hogere machten’. Dane licht toe dat Steentijdmensen een beperkte levensduur kenden, met 35 jaar was je oud en als het goed was kon dan de volgende generatie het overnemen. Verder was het leven dermate hard dat mensen niet konden ‘investeren’ in grootschalige conflicten. Mensenlevens 15
waren domweg te kostbaar om te verspillen aan oorlogen. Deze bouwwerken zijn waarschijnlijk gebouwd met hulp van omwonenden. Als er voldoende voedsel was, konden mensen worden uitgenodigd om mee te komen helpen. In hele slechte seizoenen moest het werk maar even wachten. Malta – en ook Gozo – kennen diverse tempelcomplexen. Ze zijn allemaal indrukwekkend en brengen deze Europese voorouders even heel dichtbij.
Na een rit langs de Dingli Cliffs aan de zuidkant van Malta komen we bij de noordwestpunt, bij Mellieha Bay. Vanwege zijn zandstrand ook wel Golden Beach genoemd. Zandstranden zijn zeldzaam op Malta, langs de kust ligt veelal grindgrond. Er is even tijd voor het strekken van de benen en een kopje koffie. Als we daarna richting huis in Sliema rijden, zien we een afwisseling van oude lichtbakens uit de riddertijd en moderne ietwat sloppy hotels van St Paul’s Bay. De bebouwing is niet zo’n succes, her en der ligt ‘rotzooi’ bouw die van narigheid bijna van de hellingen glijdt. Er zijn hotels die leeg staan en langzaam verkrotten, er zijn woonwijken die geen schoonheidsprijs verdienen en er zijn wegen die te nauw en te oud zijn om de groeiende verkeersstroom op te vangen. Wat dat betreft is Malta geen uitzondering. Maar er wordt hard gewerkt om de kustweg te verbreden en te verbeteren. ’s Avonds hebben we onze laatste gezamenlijke maaltijd in een prima restaurant op loopafstand waar we de bovenverdieping innemen. Alle ramen en deuren naar het grote balkon staan open en we zitten nu aan ruime tafels. Een heerlijk contrast met het benauwde restaurant van gisteren. De visschotels die zijn besteld voor ons zijn top, de wijn die Jan Maessen uitzoekt ook. De bedank speeches gaan de tafels over. Ghiel doet zijn speech grotendeels in iets dat op Maltees moet lijken. Met name de vrienden die Ghiel nog niet zo lang kennen, proberen tevergeefs dat koeterwaals te verstaan. Het is ook een bedankje waard. Al het werk dat Henk en Gerard, Ghiel en Elise hebben verzet om deze fantastische trip te organiseren. Chapeau!
16
Voor de koffie schuiven we weer van alles bij elkaar op het terras van ons hotel. Nu duurt het niet lang, het onweer jaagt ons naar binnen. We hopen dat het weer morgen droog blijft. Laten we zeggen dat die hoop ijdel blijkt. Zondag
5/10 Vrij programma
De Rotarians van de RC Heerlen staan rond half 11 met Marcus op de bus te wachten. Voor de som van anderhalve euro mogen we op- en neer naar Valletta. Het is stralend weer, nog wel. Het is vanaf de stadspoort waar de bus stopt maar een paar minuten lopen naar St John’s Cathedral waar Marcus met de kanunnik de zondagsmis mag co-celebreren. Op het grote plein hebben we nog tijd voor een kopje koffie voor de mis begint. Op de markt om de hoek vind ik ook hele leuke armbandjes die straks mee mogen in de koffer. De mis is in het Maltees, maar omdat de meesten van ons de liturgie kunnen dromen is dat geen probleem. De kanunnik heet ons – in het Engels – hartelijk welkom als ‘pelgrims from Holland’. Marcus krijgt na de preek even de gelegenheid om in het Nederlands een woordje te spreken. De communie delen ze samen uit. Voor Marcus staat op een gegeven moment een jong meisje met een heel klein meisje. Als hij aarzelt maakt de oudste hem duidelijk dat het kleintje nog niet voor de communie komt, maar voor een kruisje op het voorhoofd. Buiten is zo te horen inmiddels een donderbui losgebarsten. Na de mis neemt de kanunnik de tijd om ons de hoogtepunten van de kerk te laten zien, waaronder de Caravaggio. Er staan inmiddels ook andere mensen binnen omdat het zo giet. Door de stromende regen vinden we een lunchroom op het plein waar deze ochtend nog de stoeltjes gezellig buiten stonden. Het is een beetje dringen maar uiteindelijk hebben we allemaal een plaatsje en bestellen we een hapje. Het plein biedt een triest aanzien; donkere druipende bomen en kletsnatte parasols. We vinden de bus terug nadat we een heel voetbalpak hebben aangeschaft voor de oudste kleinzoon. Wij wringen ons als laatsten naar binnen. Als de bus vertrekt, zien we de rest van de groep aansluiten in het propvolle bushokje. ‘Five minutes’ roept onze chauffeur, terwijl hij z’n mond leeg eet. Hij heeft een halve pizza en een beker koffie bij zich. Heel voorzichtig stuurt hij de bus door straten waar inmiddels het water in rond klotst. Maar eten en sturen gaan prima samen. Op dagen als deze rijden de bussen duidelijk continue, er is geen dienstregeling meer. Bussen rijden zo snel mogelijk hun rondes om zoveel mogelijk mensen van de kletsnatte straten te halen. Als wij na een opgepropte rit vlak bij het hotel uitstappen, komt de rest van de groep ook aanlopen. Hun bus heeft net zo snel gereden. Een aantal mensen die niet naar Valletta wilden, zijn een boottochtje gaan maken. Een tocht die begon in de zon maar eindigde in de stromende regen en vliegende storm. De kapitein durfde niet
17
aan te leggen, maar draaide de boot weer de zee op om daar te wachten tot het weer wat kalmeerde. Uiteindelijk is iedereen wat later op de middag weer heelhuids terug in het Hilton. ’s Middags zoekt iedereen z’n eigen vertier. Vier enthousiaste bridgers hebben elkaar gevonden, ik heb een lekker boek. Er is een boekenkast naast het zwembad waar je boeken kunt halen en brengen. Ook ’s avonds maken mensen hun eigen keuze. Er is een groepje dat een restaurantje aan de haven vindt, wij blijven in het hotel en schuiven aan voor het buffet dat nu staat opgesteld in de ruimte waar ook het ontbijt wordt geserveerd. Het is een prachtige ruimte en ook dit buffet ziet er fantastisch uit. Er is zoveel keus dat het mij niet lukt om alles te proeven. En het is verstandig om een beetje ruimte over te laten voor het dessert nietwaar? Er loopt een vriendelijke Nederlands meisje rond dat hier stage loopt en tussen de bedrijven door vertelt hoe het haar hier bevalt. Het is een leuk eiland en een mooi hotel maar in de zomer kan het bloedheet zijn. En als het 35 graden is, moet je ook hard lopen in je nette pakje – met panty’s. Tegen elven is het welletjes en wandelen we naar onze kamers. Daar kan het merendeel al in de koffers. Maandag 6/10 weer naar huis Voor de tijd die rest is er geen programma, sommige willen nog wat door St Julians wandelen, wij kiezen voor het zwembad onder palmbomen met uitzicht over de zee. Er zijn meerdere zwembaden en er is een wellness ruimte. Als je wilt, kun je je in dit hotel probleemloos dagen amuseren. De lucht is geklaard, na de donderbui van gisteren. De temperatuur is perfect, zo’n 27 graden. Buiten liggen in de zon en lui af en toe een baantje trekken, wat een luxe. Na de lunch staat de bus naar het vliegveld voor de deur, we moeten om half 3 inchecken. Zo’n vertrek is altijd wat landerig, je zit wat, je hangt wat, je drinkt nog wat. Het was zo leuk en nu zit het er weer op. Maar Air Malta vliegt keurig op tijd, om 7 uur staan we weer op Brussel. Het terug vinden van ons plaatsje in de parking kost wat moeite omdat Dries vooruit beent om ongestoord een sigaret te roken. Marlies, Ed en ik komen als we zijn aanwijzingen volgen met het karretje met al onze koffers toch op een etage waar we duidelijk niet moeten zijn. Dries is hier zo vaak geland dat hij blindelings de weg kan vinden, maar voor gewone stervelingen blijft het een doolhof. We spelen nog even met het scenario ‘what if’. Als Dries had gereden en zijn hele sleutelbos in die rugzak had gestopt? Dan hadden we mooi op Brussel gestaan zonder autosleutels. Enfin, dat is gelukkig niet gebeurd en ruim een uur later zijn we weer veilig in Landgraaf waar onze lieve buurtjes ons binnenlaten.
18
Deze reis werd gemaakt door: Jan & Ingrid Maessen
RC Heerlen
Jan & Mieke Stoot
RC Heerlen
Ed & Marlies Schroeders
RC Heerlen
Ghiel & Elies Pijpers
RC Heerlen
Gerard Haack & Henk Goei The
RC Heerlen Land van Rode / RC Heerlen
Steph & Muis Vaessen
RC Heerlen
Jan & Marianne van den Goorbergh
RC Heerlen
Marcus Vankan
RC Heerlen
Dries & Hansje Ausems
RC Heerlen
Margriet Peeters
RC Heerlen Land van Rode
Paul Elsinger & Riny van den Boom
RC ’s Gravenhage / RC Heerlen Land van Rode
Jan & Marina van Dooren
RC Heerlen Land van Rode
Ruud & Jos Hagenouw
RC Kerkrade
19