Met de “Adriana” naar het Duitse Wad Een tocht met hindernissen Vakantie 2007
1
Inleiding Dit is het verhaal over de vakantie in 2007 van Adrie en Jelle Cnossen aan boord van de “Adriana”, een Compromis 999-Class. Het schip werd in het najaar van 2006 gekocht, nadat het daarvoor een jaar op de wal in een loods was gestald. De “Adriana” is gebouwd in 1997. Adrie en Jelle zeilen 6 jaar, de eerste 5 jaar met een Compromis 777. Hun vaargebied heeft zich in de loop van de jaren uitgebreid van de Friese meren, via het IJsselmeer, naar de Waddenzee en de Noordzee langs de Nederlandse kust. Hun ambitie is om op termijn voor een wat langere vakantie naar Scandinavië te varen. Afgelopen winterseizoen behaalden beiden hun vaarbewijs I en II. Jelle heeft een nautische/telecommunicatie achtergrond en Adrie een verpleegkundige. Omdat niet alles op rolletjes liep deze vakantie en dat is zacht uitgedrukt, bevat het verhaal wellicht herkenning- en aandachtspunten voor collega zeilers. Vrijdag 24 augustus: Er is altijd veel in te pakken als je op vakantie gaat. De aanpak is: alles uitstallen en dan controleren of je niets vergeten bent. Vaak vergeet je toch nog wat, maar deze keer lijkt het allemaal te zijn gelukt.
“Niks vergeten?” Vandaag van De Veenhoop, nabij Drachten, naar Harlingen. Wind noordwest kracht 1 a 2, precies uit de richting waarheen wij willen, dus “moteren”. Dit zou ons deze vakantie nog meerdere malen overkomen. Toen we om 09.00 aan boord kwamen zagen we dat “Adriana” er niet gepast uitzag, dwz ze was smerig: spinnenwebben, vogelstront en zwarte strepen. Dus daar moest eerst even wat aan gebeuren. Terwijl Adrie binnen alle bagage opborg; want er gaat wat mee op een 3-weekse reis, boende Jelle met groene zeep het dek. Een uurtje later was alles weer toonbaar.
2
“Adriana zag er niet uit ….” Na het “zeeklaar” maken konden we vertrekken. De brugwachter van de Hooidamslootbrug reageert altijd heel snel en zo konden we zonder wachten doorvaren richting Eernewoude en daarna naar de Fonejachtbrug. Die brug draait normaliter ieder half uur en met een beetje gas extra konden we de opening van half 12 nog halen. Maar helaas dat bleek iets anders te gaan lopen. De brugwachter riep ons van de wal af toe dat de brug defect was en dat het wel 1, 2 of meer uren kon duren voor het mechanisme weer zou functioneren. Maar, zo zei hij, waarom varen jullie niet via Wartena. Die vaarweg is diep genoeg en omdat het aquaduct bij Leeuwarden klaar is, kunnen jullie daar met staande mast door. Dat was nieuws en dus snel beslist, omgekeerd en volle vaart richting Wartena. In dit stadium van de vakantie zitten we nog volop in de werkstress: nog geen rust gevonden. Later zouden we zelfs tijd vinden om rustig een boekje te lezen! In Wartena sluiten de bruggen van 12.00 tot 13.00 i.v.m. lunchpauze. We dachten de deadline nog net te kunnen halen. Onderweg twee Duitse en een Deens zeiljacht geïnformeerd over de defecte brug, wat resulteerde in een kleine colonne richting Wartena. In Wartena zijn twee bruggen. De eerste haalden we nog net voor 12 uur, maar de brugwachter van de tweede brug had blijkbaar trek en liet ons een uur wachten, terwijl we toch klokslag 12.00 arriveerden. Geen probleem, want we hebben 3 weken vakantie voor de boeg. Soms moet je even een handje geholpen worden bij het ontstressen. Ondertussen een uitgebreid praatje gemaakt met de Denen. Ze hadden net een nieuw schip opgehaald uit Bruinisse, de “Queen” en waren daarmee nu onderweg naar huis; naar Horsens in Jutland.
“Een Deense volger uit Horsens. ’t Klikte wel. Misschien komen we daar nog eens”
3
Ze staken 1.45m diep en daarmee konden ze, dachten ze, wel over de Duitse Wadden naar Cuxhaven varen. Ik betwijfelde dat, maar hij liet me zijn hypermoderne navigatie systeem zien, waarop aan de hand van getij curven precies was te zien hoe laat bepaalde wantijen met 1.45 diepgang gepasseerd konden worden. Nou succes dan maar. Om 1 uur vertrokken we weer en konden daarna vrij vlot door alle Leeuwarder bruggen. Bij de Zwette brug lag een platbodem te wachten met een voor mij bekend gezicht aan het roer: een oud-collega van het PEB, die ik in minstens 10 jaar niet had gezien, maar door zijn karakteristieke kop direct herkende.
“Ontmoeting met de “Katjana” en een oud-collega” Hij adviseerde ons zoveel mogelijk te genieten van het leven, want de afgelopen week was hij op de crematie van een andere oud-collega geweest. Hij heeft gelijk: weg met de stress, we nemen het er van deze vakantie en gaan genieten. Al zou ons stressbestendigheidvermogen de komende weken wel getest worden, maar dat wisten we op dit moment nog niet. Na de Zwette brug ging de colonne naar de Princetuin richting Dokkum en wij gingen bakboord uit naar Harlingen. Onderweg hoorden we op de marifoon dat ook de Kiesterzijlbrug defect was, maar die was gelukkig gerepareerd toen wij er arriveerden. In Harlingen moesten we voor de sluis een half uurtje wachten en daarna lagen we al vrij snel afgemeerd in de Noorderhaven. Zaterdag 25 augustus: Hoogwater was om 07.30u. Om van Harlingen naar Vlieland te varen kun je het beste een uurtje na HW vertrekken om stroom mee te hebben. Om kwart voor negen vertrok een hele armada schepen uit de haven, maar wij moesten nog wachten op onze opstapper; mijn zus, die had aangegeven graag een keer mee te willen zeilen naar Vlieland. De Duitsers naast ons, die naar Kornwerderzand wilden, hadden wel wat geduld zeiden ze, dus we hoefden niet te verhalen. Over het algemeen zijn Duitse schippers bijzonder prettige en correcte mensen, zo ook deze. Om 09.15 arriveerde onze opstapster en konden we vertrekken. Het weer was wisselend bewolkt, zon en west/noordwesten wind, kracht 4-5. Optimale omstandigheden. Het eerste stuk langs de Pollendam was de wind tegen, daar moest de motor ons even helpen, maar daarna was het heel mooi zeilen. Onderweg wat praten, eten, drinken en vooral genieten.
4
“Praten, eten, drinken en vooral genieten” Het ging snel vandaag; na 3 uur varen waren we al bij de haveningang van Vlieland, een nieuw PR. In het zeegat tussen Terschelling en Vlieland stond een hoge deining, maar het werd niet vervelend. In Vlieland konden we direct afmeren aan steiger 6. Het was nog redelijk druk in de haven; hier en daar kon je over de boten van de ene naar de andere steiger lopen. De reden voor de drukte, zo laat in het seizoen, is wellicht dat de haven per 3 september dichtgaat voor de ombouw. Deze sfeer, dit passen en meten, het genieten van moeilijke manoeuvres van anderen, de paniek, het gescheld soms en ook het gezellige bijna bij elkaar in de kuip zitten en het met elkaar kunnen praten, komt nooit meer terug. Na een kop soep zijn we naar de Dorpstraat gelopen, naar het terras van Hotel de Bruin. De cappuccino met appeltaart was niet verkeerd! s’Avonds was er een “concert bij kaarslicht” in de Hervormde kerk. Daar excelleerden Bob van der Ent, viool en René Rakier, piano, met een heel mooi en spectaculair concert. Die Bob van der Ent is werkelijk een super violist. In de Sonate voor piano en viool in f klein, Opus 5, van Van Eijken, ging hij als een acrobaat tekeer om de razend moeilijke en snelle passages te vertolken: indrukwekkend. Dit was het programma:
5
“Het sfeervolle kerkje van Oost-Vlieland” Om 11 uur waren we weer aan boord en sliepen daarna al snel. Zondag 26 augustus: Vandaag een dagje Vlieland. Gistermiddag hadden we al fietsen gehuurd en in de jachthaven gezet. We moesten vrij vroeg opstaan omdat de buren om half 9 wilden vertrekken en we daarom moesten verhalen. Na de koffie en wat “ompielen” met computer, zender en andere speeltjes, terwijl Adrie een boek las, zaten we om 12 uur op de fiets richting het Posthuis. De route over het schelpenpad door de duinen is altijd weer mooi, zeker met dit windje (NW3) en de voorbijdrijvende witte Cumulus wolken. Onderweg even een uitstapje naar het verlaten strand om een uurtje te wandelen.
6
“Mooie Cumulus, (nog) geen vuiltje aan de lucht” Daarna naar het Posthuis voor de lunch: tomatensoep en een maaltijdsalade. Toen we het op hadden, constateerden we dat dit eigenlijk het diner van de dag wel was geweest en dat we vanavond niet nog eens hoefden te koken. We zagen dat er vanaf het Posthuis ook nog een weg in westelijke richting naar de Vliehors gaat; dat vroeg om verkenning. Het bleek de weg naar de militaire kazerne te zijn, die door een mooi natuurgebied loopt met veel vogels. Adrie heeft onderweg nog bessen geplukt en gegeten, terwijl ze niet wist of ze giftig waren. Vanavond en vannacht zullen we het wel merken! De bessen waren overigen niet lekker, maar zagen er wel mooi uit; maar dat vond Eva ook van de verboden appel. Die vrouwen leren het ook nooit! Terug op de boot bleek dat we nieuwe buren hadden; een jong stel met een klein kind. Nu hebben we aan beide kanten een gelijksoortige bemanning. Laten we hopen dat er niet teveel gehuild wordt vannacht. We moeten wel een “boerenacht” maken in verband met de lange etappe van Vieland naar het Westgat bij Schier morgen; 55 mijl, de langste tocht tot nu toe. De wind lijkt heel gunstig: NW 4-5, maar er is niets veranderlijker dan het weer. Maandag 27 augustus: Je beleeft altijd iets in een zeilvakantie. Dat is natuurlijk bij andere vakanties ook wel het geval, maar bij zeilen lijkt het indringender en heeft het vaak meer impact. In het verleden hebben we al eens een zware storm meegemaakt, zijn we een keer ongewild drooggevallen en hadden we ook al eens motorpech. Nou, dat laatste pech duiveltje achtervolgde ons vandaag voor de tweede maal. We waren mooi op tijd uit Vlieland vertrokken. De jachthaven was gisteren leeggelopen en het vertrek ging soepel. Bovendien was het weer erg rustig. Het weerbericht voorspelde wind W-NW 3-4 toenemend 4-5, mooi zeilweer. maar er stond wel een erg hoge noordelijke deining (2 m) in het Stortemelk en de Noordzee, waardoor “Adriana” behoorlijk stampte en slingerde. Het eerste stuk in het Zuider Stortemelk was de wind bijna tegen en stond de motor bij. We moesten wat snelheid houden vanwege het lange traject. Na vertrek had ik de verkeersleiding van de Brandaris opgeroepen en verteld dat we naar Lauwersoog gingen. Ik had een nieuwe radarreflector gemonteerd en die gaf een keurige echo vertelde de verkeersleider. Hij wenste ons nog een goede reis.
“Nieuwe radar reflector; simpel maar degelijk” Toen we net het strandhotel waren gepasseerd en stuurboord uit moesten, hoorden we een lichte aarzeling in de motor. Eerst dacht ik dat Adrie tegen de gashendel stootte, maar dat was niet het geval. Na een seconde of 20 pruttelen zweeg Yanmar en wilde ook niet meer starten. Goede raad was duur. We hadden de keus uit: 7
1. Doorvaren op de zeilen naar Lauwersoog. Maar het risico om zonder beschikbare motor door de zandbanken van het Westgat te varen was me te groot. De wind constantheid gedurende zo’n lange dag is lang niet zeker. 2. Omkeren en op de zeilen naar rustiger water, daar ankeren en proberen de motor te repareren, zonodig met hulp van buiten. Met behulp van de theorie uit de Yanmar dieselcursus (Maronier) afgelopen winter was er kans op een succesvolle reparatie, zo was de inschatting. 3. De KNRM waarschuwen en vragen ons te assisteren. Alleen in echte nood zouden we deze keus maken en dat was nu niet het geval. Dat werd dus optie 2. We zeilden terug naar een ankerplek achter de Richel bij Vlieland. Onderweg waarschuwde de Brandaris ons nog dat we niet meer de goede koers voorlagen. Ze zijn wel wakker daar op de toren! Dus het verhaal maar even uitgelegd. Ze wensten ons succes met de reparatie en als we hulp nodig hadden moesten we maar contact opnemen. Normaliter varen we op de motor naar een ankerplek, maar nu moest het helemaal traditioneel op de zeilen. Op het laatste moment met de kop in de wind, wachten tot de snelheid 0 is en toen snel “ let-go” anker.
“ Snelheid 0,0, dus "let go" anker” Daarna het dieselcursus boek doorgenomen en toen eerst begonnen met een visuele inspectie. Nou dat leverde niets op. Toen maar eens ontluchten. “Sh..t”, de waarnemingen klopten niet met wat in de cursus was geleerd. Teleurstellend!
“De theorie van de dieselcursus dekt deze storing niet- teleurstelling”
8
Er kwam bij het brandstof oppompen namelijk geen brandstof uit het geopende brandstoffilter en dat moet toch echt. Nog maar eens starten: leverde niks op. Dan maar met de dealer bellen. Die gaf duidelijke instructies, maar zonder resultaat. Het gesprek eindigde met “Ik zou me maar naar de haven laten slepen als ik jou was”. Nou dat paste (nog) niet in het denk/eigenwaarde patroon. Dus maar even per GSM contact gezocht met de Brandaris verkeersleider voor een klankbord. Nogmaals van het probleem verteld en voorgelegd dat ik van plan was naar Harlingen te zeilen en daar verdere hulp in te roepen. Nou dat leek hem wel een goed idee als ik het aandurfde, zei hij. De wind was er gunstig voor, W 3-4. Vlakbij Harlingen aangekomen zou ik voor het afmeren in de haven wel via de havendienst assistentie kunnen vragen, aldus de Brandaris verkeersleiding. Het werd nog een mooie zeiltocht met een snelheid van zo’n 3 knopen over de grond. In tegenstelling tot de heenreis stond de stroom nu tegen. Om de handelbaarheid zo groot mogelijk te houden hadden we alleen de Genua gezet. Het anker stond natuurlijk standby om in geval van nood snel te kunnen handelen. In de Blauwe Slenk contact gemaakt met de havendienst Harlingen en die bracht ons in contact met de “ Nomad”, een sleep- bergingsboot. Vlak voor de haven ingang kwam die al naar buiten stormen, maakte aan onze zijde vast …
“Ontmoeting met de "Nomad" bij de haven ingang” … en begeleidde ons onder de brug door naar de afmeersteiger in de Noorderhaven. Dat kon echt niet alleen op de zeilen. De schipper vroeg wat er eigenlijk mis was met de motor. Wat ik wist vertelde ik en hij wilde er wel even naar kijken; had er wel verstand van, zei hij. Vrij snel bleek dat er geen brandstof toevoer was. “ Zit er wel brandstof in de tank”, vroeg hij. Nou de meter wees nog ¾ vol aan en dat klopte ook wel met mijn gevoel, want we hadden voor vertrek nog getankt. Dus dat was het niet, maar wat dan wel. Ook hij ging nogmaals ontluchten en ook nu was er weer geen toevoer van brandstof. Dan de tank maar eens controleren, stelde hij voor. Daarvoor moest de hele bakskist leeg en daar zit me toch wat in! “ U hebt wel spullen meegenomen” zei hij met een glimlachje. Vooral de “slaai” en twee “afrasteringspalen” wekten belangstelling. Maar toen ik het doel daarvan vertelde knikte hij begrijpend. “Altijd handig dat spul”, zei hij. Onderin de bakskist kwam de brandstoftank tevoorschijn. Hij trok de brandstof slang aan de tankzijde los en daar kwam een dikke vieze smurrie uit. Het leek wel zachte drop. De slang was compleet verstopt. “ Diesel bacterie” of ergens vuile diesel getankt, was de diagnose. Dat laatste gebeurt schijnbaar nog al eens bij tanken aan het water. Ook zou het jaar op de wal wel eens de oorzaak kunnen zijn van het euvel.
9
“Drop in de tank!” De tank moest ge-“ cleand” worden. Afspraak gemaakt voor morgen. Hij maakt dan meteen een luikje in de tank, zodat ik voortaan zelf zo nu en dan de tank kan controleren en schoonmaken. Dus morgen wordt een reparatiedag in Harlingen. Om de motor daarna even goed te testen en er weer vertrouwen in te krijgen, gaan we via Leeuwarden en de Dokkumer Ee naar Lauwersoog. Een iets andere route dan gepland maar zeker niet minder mooi. Na Lauwersoog hervatten we dan de oorspronkelijk geplande route naar Helgoland (dachten we toen nog!) Dinsdag 28 augustus: Vroeg opgestaan want er moest wat gebeuren. Om half 9 lag ik al onderin de bakskist om te proberen de tank te ontmantelen.
“Demontage (poging) van de tank” Dat lukte niet omdat de tank bleek te zijn vastgekit aan de bodem. Voor de veiligheid op zee wel goed, maar voor demontage dodelijk. Ook de vulslang kon ik er niet af krijgen omdat die ook was vastgekit (waarschijnlijk om lekken te voorkomen bij slingeren of vullen of misschien hadden ze bij Zaadnoordijk wat kit teveel besteld!). Om 11 uur was de monteur er nog niet, dus maar even gebeld waar ze bleven: hadden eerst nog een ander klusje, maar zouden er met een kwartiertje zijn. Dat werd 3 kwartier, maar toen was hij er: Theo was zijn naam, een zware sterke vent, een oud machinist van de koopvaardij, die na zijn VUT nog wat bijkluste. We konden als oud-collega’s mooi even bijpraten over hoe prachtig varen vroeger was. We 10
hadden zelfs nog bij dezelfde maatschappij gevaren. Hij kon echter, ondanks zijn kracht, ook de tank niet loskrijgen en haalde ter versterking er nog een zekere Herman bij. Ook samen lukte het hen echter niet. Die tank moet wel sterk zijn, want er werd toch aangetrokken. Ten einde raad heb ik toen met Zaadnoordijk gebeld, de bouwer van de Compromis jachten. Eerst was er niemand beschikbaar, omdat het lunch pauze was. Toen ik uiteindelijk iemand aan de lijn had, kreeg ik het advies de tank langzaam met een keg omhoog te tikken en gelijktijdig de lijm onder de bodem los te snijden met een mes: geen gemakkelijke klus. Alternatief was om de tank leeg te zuigen met een pomp, daarna een paar maal te spoelen en weer leeg te zuigen tot er geen troep meer uit zou komen. Uiteindelijk hebben we daartoe maar besloten, want het lossnijden leek ons te lang te gaan duren. Komende winter ga ik de tank lossnijden en het probleem definitief oplossen. Uiteindelijk bleek ook het spoelen een hele klus en het kostte de hele middag. Eerst moesten een pomp en een leeg vat worden gehaald. Toen leegzuigen, vullen, schip laten slingeren en weer leegzuigen en zo een keer of 10 achter elkaar tot er alleen nog schone brandstof uitkwam. Nog even checken met een zaklantaarn en inderdaad leek de tank goed schoon en kon alles weer gemonteerd worden. Daarna zou André, de baas, de motor nog even ontluchten en zou hij weer moeten draaien.
“Theo pompt de tank leeg” Toen André aan het einde van de middag aan boord stapte ging het heel erg vreemd ruiken aan boord. Het was net alsof er een boer met gieren was begonnen. Dat klopte, want André had net een klus in een giertank gehad bij een bevriende boer. Het stonk werkelijk onvoorstelbaar. Of het nu door die gierlucht kwam weet ik niet, maar de motor deed ook na diverse malen ontluchten nog steeds niks. Het was ondertussen 5 uur geworden en het werd tijd voor ruggespraak. André zou de volgende ochtend eerst contact opnemen met de Yanmar dealer om na te vragen wat er aan de hand zou kunnen zijn. Dus BDS op avondverlof met achterlating van de gierlucht, die is zeker nog een etmaal in de bakskist blijven hangen. s’Avond hebben we een heel eind langs de zeedijk gewandeld om uit te waaien en daarna hebben we in de stad nog even een cappuccino gehaald. Ik had me er al bij neergelegd dat ook morgen weer een reparatiedag zou worden, want veel vertrouwen had ik er niet meer in. Maar dat zou gelukkig anders uitpakken. Woensdag 29 augustus: Acht uur ging de wekker en na douchen en ontbijten zaten we klaar voor de vervolg reparatie. Maar al wat er kwam: geen André. Om half 11 maar eens gebeld. André bleek onderweg. Hij was eerst naar Makkum geweest voor overleg met de dealer. De diagnose was dat of de brandstofpomp defect was of dat er nog een trucje uitgehaald kon worden, omdat bij sommige Yanmar motoren de brandstofpomp wel eens blokkeert na dit soort akkefietjes en 11
dan extra ontlucht moet worden. Veel vertrouwen had ik niet in dat trucje, maar soms heb je geluk. Want na wat draaien aan een schroefje, wat olie oppompen en zie daar, de diesel spoot uit de brandstofpomp. Schroefje weer aangedraaid, starten en lopen … als een zonnetje. Het leek net of er niets aan de hand was geweest.
“Het ultieme ontluchtingsschroefje” Om 13.00 uur zijn we vertrokken richting Lauwersoog en na 2 uur oponthoud in Leeuwarden wegens de brugsluiting tussen 16.00 en 18.00 uur, ….
“Tijdverdrijf bij het wachten op de brug opening: takeling maken” …. zijn we nog tot 20.00 uur doorgevaren tot aan de Klaarkampbrug bij Dokkum. We hadden uiteindelijk toch wel een goed gevoel overgehouden aan de reparatie capaciteiten van André en z’n mannen: kundige en prettige mensen. Dit werd nog bevestigd toen we vroegen hoe we het moesten betalen. “Oh, we sturen de rekening wel naar uw huisadres”, was het antwoord, “ga eerst maar lekker op vakantie”! Nog even afwachten hoe hoog het bedrag is natuurlijk. Daarna vellen we een definitief oordeel over BDS Harlingen. De rekening bleek achteraf heel redelijk, de motor doet het nog steeds en dus een pluim voor BDS.
12
“Avond schemering op de Dokkummer Ee” Ondertussen had zich een nieuw probleem geopenbaard. Van een iets andere orde weliswaar, maar toch iets dat onmiddellijke actie vereiste. Toen ik op het Harinxma kanaal de genua uitrolde, bleek daar een scheur van 30 centimeter in de zitten vlak voor het achterlijk. In Leeuwarden een zeilmaker gebeld, maar die bleek te zijn gestopt met “zeilmaken”. Volgens hem kon je zo’n scheur echter ook prima en betrouwbaar met dacron-tape repareren. Laten we nu een rol van die tape aan boord hebben! Gekocht tijdens de zeilreparatie in Medemblik in 2004 bij Zig Zag. Zo goed en zo kwaad als het ging hebben we in Leeuwarden tijdens de wachtpauze de Genua ge”taped” en het leek inderdaad wel degelijk. Maar een goed gevoel i.v.m. onze Helgoland plannen, hadden we toch niet. Liever een echte reparatie. Birdaard konden we nog net halen voor om 20.00 uur de brug bediening stopte, maar bij de Klaarkamp brug arriveerden we na achten en dus moesten we daar overnachten. Donderdag 30 augustus: Om 9 uur vertrokken. De bruggen in Dokkum gingen allemaal vlot lopen. Na Dokkum even getankt. Ik vroeg de tankjuffrouw of ze ook een zeilmaker kende in de buurt. Nee, niet in Dokkum, zei ze, maar wel een stukje verderop in Ee. Vlak voor de brug zou een scheepswerf zijn, waar ook een zeilmaker aanwezig zou moeten zijn. Als dat toch eens waar zou wezen! En het geluk was met ons deze keer. We meerden af voor de brug in Ee en daar huisde inderdaad een zeilmaker. Een geschikte vent, die meteen begreep wat het probleem was. “Ik heb een scheur in de Genua”, zei ik. “Ik heb een machine om dat te repareren”, zei hij. Kijk: dat klikte al. “Maar ik heb vandaag nogal wat klussen, dus het moet niet teveel tijd kosten”, vervolgde hij. Na inspectie van het zeil trok hij de conclusie dat over het hele achterlijk een nieuwe rand genaaid moest worden en dat zou teveel tijd kosten vandaag. “Maar waar gaat u heen”, vroeg hij. “Naar Lauwersoog” was mijn antwoord. “Oh, dan brengt mijn vrouw morgen het zeil wel even naar Lauwersoog”, zei hij. “Wil ze dat wel”, vroeg ik. “Als ik het zeg wel”, antwoordde hij met een glimlach. Zo gezegd, zo gedaan: wij vervolgden onze tocht naar Lauwersoog en arriveerden daar rond 13.00 uur. Ik was net het dek wat aan het boenen toen de telefoon ging: de zeilmaker aan de lijn. Hij had toch ons zeil toch maar als eerste even onder handen genomen, was er al klaar mee en stond er nu zelfs al mee in Lauwersoog. Kijk dat is nog eens service. Afrekenen (zeer schappelijke prijs!) en opeens hadden we de hele boot weer op orde. Dat dachten we althans! 13
Later zou blijken dat het pechduiveltje opnieuw en hard ging toeslaan! s’ Middags ter compensatie van alle ellende maar een lekkere “plate Kibbeling” besteld bij Sterkeman.
“Compensatie maal” Morgen gaan we via Groningen naar Delfzijl. Het waait veel te hard om via zee te gaan (NE 56 met uitschieters naar 7) en dus gaan we via het Reitdiep en het Eemskanaal. Vrijdag 31 augustus: Half tien vertrokken en op de zeilen naar Zoutkamp. De wind was west 4-5 en het ging als een speer. s’Morgensvroeg belde André Bosch van BDS Harlingen nog om te vragen hoe het met de motor ging. Erg attent. Op het Lauwersmeer moet je goed op de betonning letten, want er zijn nogal wat ondieptes. Maar alles ging goed en om 11 uur ongeveer passeerden we Zoutkamp.
“Door de sluis bij Zoutkamp” Het Reitdiep is een riviertje dat door het Groningse landschap kronkelt. Het is een hele mooie route, zeker met de wind in de westhoek. Het hele eind tot Groningen was te bezeilen. Inclusief de stad Groningen moesten we 22 bruggen passeren en in Groningen ook nog eens een sluis. Die Groningers hebben de brugbediening goed georganiseerd. Als Fries valt het niet mee om dat te zeggen, maar het is wel een feit. Het hele Reitdiep wordt bediend door de centrale post in Lauwersoog. Even een oproep op de marifoon wanneer je voor een brug ligt
14
en ogenblikkelijk gaat de brug omhoog en kun je doorvaren. Ook in de stad Groningen is zo’n centrale bediening en ook dat gaat heel vlot. En daar zijn me toch een bruggen ….
“Groninger bruggen” Om 16.00 uur meerden we af in de Oosterhaven. Het was een leuke tocht door Groningen. Vanaf de waterkant ziet alles er anders uit:
“Het statige NS station en het moderne Groninger museum” Het heeft wel iets om midden in de stad te liggen. De haven voorzieningen zijn prima en de prijs is redelijk.
15
“De Oosterhaven” s’Avonds wat gelezen en geyahtzee’t. Zaterdag 1 september: De dag begon mooi, maar eindigde in mineur. Maar dat straks. Om half 11 vertrokken we uit Groningen. Het werd wat later omdat we nog even water moesten tanken en de waterslang een hele tijd in gebruik was bij een buurman uit Eemnes. Hij had een douche aan boord en moest wel 400 liter tanken. De stroomsnelheid van de slang was bovendien erg laag. Mooie gelegenheid om even wat ervaringen uit te wisselen. Ons motorpech verhaal maakt mensen erg belangstellend.
“Praatje met de buren” Toen op naar Delfzijl. Het Eemskanaal is een lang recht stuk met hier en daar een brug, die allemaal op afstand worden bediend vanuit Appingedam. Weer zo efficiënt.
16
“Het Eemskanaal” Bij de Driebondsbrug moesten we een half uurtje wachten, omdat die alleen op het hele en het halve uur wordt bediend. Het was net tijd voor “pikheet” ; dus afgemeerd en aan de koffie. Op een gegeven moment hoorden we handgeklap en daar stond de brugwachter ons te waarschuwen dat de brug openging; het halve uur was al om. Door de koffie met gevulde koek en het mooie weer waren we even wat minder alert geworden. Aan het einde van het Eemskanaal volgden nog de zeesluizen van Delfzijl. We zijn zo langzamerhand redelijk bedreven in het afmeren in sluizen, maar deze keer ging er toch iets mis en kwamen we dwars in de sluis te liggen. Gelukkig waren we het enige bootje in de sluis, keek er niemand en kon het geen kwaad. De oorzaak was waarschijnlijk het nogal snel openzetten van de inlaat door de sluiswachtster, waardoor er veel stroming in de sluiskolk stond. Normaliter neemt Adrie de achtertros mee naar de midscheeps en legt die dan, terwijl ik zo dicht mogelijk langs de sluiswand stuur, met de hand over een bolder. Daarna loopt ze naar voren en terwijl ik de achtertros strak trek, de motor zachtjes in de vooruit heb en roer naar de wal geef, kan Adrie de voortros meestal gemakkelijk vanaf het voorschip over de volgende bolder leggen. Maar nu mislukte dat omdat het voorschip niet naar de wal ging maar naar de andere kant van de sluis t.g.v. de stroming. We scharen dit voorval maar even onder de noemer incidenten en leermomenten. Na de sluis ging het bakboord uit naar de jachthaven Neptunus. Daar was nog plek genoeg. Een behulpzame buurman legde de voortrossen vast en zo lagen we snel afgemeerd. Met de buurman onze plannen voor morgen (Nordeney) nog even doorgesproken. Hij was een ervaren Duitse Wad zeiler en wilde wel even als klankbord dienen voor onze vaarplannen. Nou die plannen waren wel ok. Zo leek alles goed voorbereid met een weer goed lopende motor en een gerepareerde Genua. In de namiddag zijn we de wal opgegaan om wat boodschappen te doen. De haven ligt bijna in het centrum van Delfzijl. We troffen het want er was van alles te doen. Het leek een soort van “western”- markt, waar veel publiek op was afgekomen.
17
“Line-dansgroep in Delfzijl” Het was prachtig weer en het uitzicht over de Eems en Dollard was een foto waard.
“De Eems en de Dollard” Terug aan boord was het tijd voor het traditionele “lekkere uurtje”, zoals we dat nog steeds noemen sinds onze kinderen klein waren en we in Frankrijk tijdens het kamperen in de namiddag altijd fris en een biertje dronken en chips aten. Het diner bestond vanavond uit Bourgondische aardappeltjes, roerbakgroenten en een biefstuk. Daarbij een lekker wijntje, dus wat kon er eigenlijk nog misgaan. Na de afwas zei ik: “Laat ik voor de zekerheid toch het oliepeil nog maar even controleren”. “Dat is toch net gebeurd”, zei Adrie. Dat was wel zo, maar voor de zekerheid….. Ik draaide de vuldop van de saildrive los en daar stroomde de olie over de rand. Er stond een opwaartse druk op. Bovendien was de olie grijs en stonk. Ik herinnerde me van de dieselcursus dat dit “foute boel” was. Er zit dan water in de olie en dat betekent lekkage bij de schroef afdichting. Doorvaren resulteert in een slechte smering en mogelijk een beschadigde saildrive. Met de vorige boot (Compromis 777) heb ik dit ook eens gehad. Het euvel kan alleen met de boot op de wal gerepareerd worden en is een typische saildrive kwaal, zoals een Engelsman in de Neptunus jachthaven bar later opmerkte.
18
“… meest voorkomende storing saildrive is water in de olie …” Helaas is het nu zaterdagavond en morgen is het zondag, dus dat wordt wachten tot maandag. Balen; daar gaan onze mooi uitgewerkte plannen voor de tocht naar Nordeney. Het vertrouwen in de kwaliteit van de uitrusting van onze nieuwe “Adriana” heeft opnieuw een flinke deuk gekregen. Al de mankementen zijn weliswaar te wijten aan normale slijtage en domme pech, maar toch. Morgen wordt dus weer een gedwongen rustdag. Ook deze tegenslag zullen we wel weer weten te overwinnen, al zal het even tijd en weer geld! kosten. We nemen er maar eentje op en misschien gaan we ter compensatie morgen wel uit eten. Zondag 2 september: Op tijd opgestaan en na een douche, in het keurig verzorgde verenigingsgebouw(boot) van Neptunus, een ontbijtje in de kuip met croissants en koffie. Na de zondagse koffie met gevulde koek hebben we de wandelschoenen aangedaan en zijn we naar Appingedam gewandeld, 15 km. Een paar agentes op straat, die we naar de meest aantrekkelijke wandelroute naar Appingedam vroegen, wezen ons een route langs het Damsterdiep. En inderdaad: het was een hele mooie wandelroute. Appingedam is een leuk plaatsje om te bezichtigen. Terug hebben we de bus genomen en zo rond 5 uur waren we weer aan boord. s’-Avonds gegeten in het havenrestaurant “De Boegschroef”. Het eten was niet zo bijzonder, maar wat het leuk maakte was een life-concert door een Shanty koor op het terras vlak voor ons raam.
“… met life muziek”
19
Terug aan boord wat lezen en redelijk vroeg onder de wol in afwachting van de dag van morgen, waarop we de reparatie van de saildrive zouden moeten regelen. Ik had ondertussen al een mailtje met de waarnemingen naar de Yanmar dealer gestuurd, met een vraag om advies: alleen de olie vervangen of toch op de wal en het hele staartstuk van de saildrive laten controleren?
“de Neptunus jachthaven in Delfzijl” Maandag 3 september: Na de douche om kwart over 8 een Yanmar dealer, Maronier uit Lemmer, gebeld. “Een duidelijk verhaal” was het antwoord. Advies: staartstuk laten controleren, doorvaren is te link. Dus de firma Hunfeld gebeld, een lokaal scheepsreparatiebedrijf, dat door mensen in de bar van het Neptunus gebouw was aanbevolen als zijnde een goede en betrouwbare firma. Een Yanmar dealer is er vreemd genoeg niet in Groningen. Nou, de monteur stond al binnen een kwartier op de “stoep” en zijn diagnose was bevestigend: water in de saildrive olie en voor verdere controle moest het schip uit het water. Het was een aardig eindje varen naar de werf en we arriveerden daar tegen 12-en. Twee monteurs stonden ons al op te wachten en hielpen met afmeren. Dat was wel handig want het waaide nogal hard. En daarna was het eerst lunchpauze, zodat pas om een uur of twee de “Adriana” op de bokken stond.
“Op de bok bij Hunfeld”
“Op de bok…” 20
“…. De olie stonk…” De monteur demonteerde daarna vlot de schroef en de rest van het staartstuk. De olie die er uitliep was inderdaad vies grijs van kleur en stonk. De theorie van de dieselcursus klopte dus met de praktijk en zo had het volgen van de cursus afgelopen winter toch zin gehad. Na verdere inspectie van de as in de werkplaats bleek dat niet alleen de keerringen vervangen moesten worden, maar dat ook de as zelf ingesleten was en vervangen moest worden. De onderdelen moesten besteld worden bij Yanmar en konden pas woensdagmorgen geleverd worden. Mijn voorstel om zelf de onderdelen uit Almere te halen werd bij navraag verworpen, omdat de procedures bij Yanmar nogal streng zijn: geen contact met eindklanten in verband met inklaring en bij bestelling voor 2 uur s’middag levering de volgende dag: punt! en geen discussie. En het was ondertussen na tweeën en dus komen de onderdelen woensdag en moeten wij morgen nog een dagje op de wal doorbrengen. Maar we maken van de nood een deugd en huren morgen een fiets, (race) fietsen is tenslotte ook onze hobby. Dat kan hier in Delfzijl bij de VVV. Vanmiddag hebben we de fietsen alvast gehaald: Adrie een Batavus met derailleur en ik een Union. We kregen van de VVV nog een routebeschrijving mee van de Fivelgo route, een tocht van zo’n 50 km rondom Delfzijl. s’Avonds aan boord gegeten: lasagna uit de oven, kant en klaar gekocht bij AH. Omdat we op de wal staan kunnen we de keuken afvoer en de WC niet gebruiken, dus keukenafval water in de ene emmer en als WC dient de andere emmer! Ook dit is wel weer een bijzondere ervaring: “back to the basics”, t’is net kamperen. Dinsdag 4 september: Vanmorgen rustig aan gedaan. Het weer was niet best: steeds korte felle buien en een harde noordelijke wind. Vannacht schommelde de boot als gevolg van de harde wind en de luchtbanden onder de bok-wagen alsof ze in het water lag. Het was maar 12 graden in de kajuit en dus hebben we vanmorgen de kachel aangedaan. Voor mijn werk moest ik nog een notitie afmaken en naar de US sturen en vanmorgen was daar mooi even de gelegenheid voor. 21
Om 12 uur zaten we op de fiets, althans dat was de bedoeling; ik bleek een lekke band te hebben. Die pechduivel draai ik nog eens z’n nek om! Gelukkig lag het aan het ventiel: er zat geen ventielslang meer op. Adrie is toen snel even naar een fietsenmaker gefietst en heeft een nieuw ventiel gehaald. Na oppompen van de band was alles weer in orde.
“alsof de duvel er mee speelt – weer pech” De Fivelgo route leidde ons eerst door Appingedam langs dezelfde route die we gisteren hadden gewandeld. Daarna richting Godlinze, de woonplaats van Bruno de Santanera; de “Marmerkoning”.
“Godlinze” Via Krewert, met een kerk uit de 13e eeuw met daarin een orgel uit 1531 en Hoogwierde kwamen we op de Eemsdijk. Voor de (noorden)wind waren we daarna snel weer terug in Delfzijl. Bij het Eemshotel hebben we ons tegoed gedaan aan koffie met appelgebak.
22
“Koffie met appelgebak in het Eemshotel” Vanavond weer aan boord gegeten: pizza van AH. Toch handig zo’n oven aan boord. Vanavond heeft Adrie allerlei knopen geoefend en ik heb wat gelezen en het dagboek bijgewerkt. Morgen hopelijk weer in het water. Woensdag 5 september: “Hoop doet leven, maar ijdele hoop maakt depressief” (vrij naar Prediker) Onze hoop op tewaterlating vandaag bleek ijdel. Vanmorgen vertelden de monteurs hier op de werf al dat de monteur, die de reparatie moest uitvoeren, Jan is zijn naam, voor een klus naar Harlingen was gestuurd; een beroepsvaartschip en die gaan voor plezierjachten volgens hen. Ja, dat kunnen we begrijpen, maar leuk is het niet, zeker niet als er maar 1 monteur is! Dus Jan maar even gebeld. Verhaal klopte. Hij was vandaag bezig in Harlingen en zou waarschijnlijk niet meer op de zaak komen vandaag. Maar morgen: dan waren we de eersten. Toen maar even op bezoek geweest bij de baas: René Hunfeld. “Ja, morgenvroeg waren we de eersten”, beaamde hij. “Sorry, maar het is niet anders. De onderdelen komen pas in de loop van de dag en beroepsvaart gaat voor”. Ik heb aangedrongen op zo vroeg mogelijk morgen, omdat we dan nog naar Nordeney zouden kunnen varen. Dat werd toegezegd. Het weer leek gunstig voor morgen en het zou de laatste dag zijn met redelijk goed vallend tij. We willen wel voor donker aankomen in Nordeney. Dus nog maar een nachtje op de wal. We hebben er wel schoon genoeg van zo langzamerhand. Na de koffie zijn we naar de bibliotheek geweest en daar zag Adrie dat er vanavond een uitvoering was gepland van “Op hoop van zegen” van Heijermans, in een openlucht theater hier in Delfzijl. Wat een toepasselijke titel voor vandaag. Per telefoon hebben we kaartjes besteld en die waren gelukkig nog voorradig. Dus op naar een tweede cultureel evenement. Onze vakantie krijgt zo wel een hoog cultuur gehalte! Vanmiddag aan boord het vakantie verslag bijgewerkt en wat gelezen. Na het eten, rijst/wortelen/gehakt schotel, goed dik aangekleed naar de haven. Het was een beetje miezerig, koud en mistig; helemaal passend in de sfeer van het trieste verhaal. In de haven lagen schepen klaar om het publiek naar het openlucht theater te varen. Hiermee werd een zo mogelijk nog toepasselijker decor gecreëerd. De voorstelling zelf was zeker het aanzien waard. Het was “Op hoop van zegen” in een afwisselend modern-historische setting met een hele goede muzikale begeleiding.
23
“Op hoop van zegen….” Donderdag 6 september: Om 7 uur opgestaan om klaar te staan voor de reparatie. Om 8 uur nog geen monteur. Logisch zo vroeg, maar om “prioriteitswisseling” te voorkomen, ben ik toch maar even naar de werkplaats gelopen. Halverwege kwam ik de monteur echter al tegen, die in de auto op weg was naar onze boot. Dat was dus volgens afspraak. Snel had hij de nieuwe as gemonteerd en al voor 10 uur lag “Adriana” weer in het water. Toen nog even afrekenen; nou ja, even… Ik moest 2x naar de pin automaat omdat op één pasje niet genoeg opgenomen kon worden! Maar we kunnen met deze as hopelijk weer 10 jaar of langer vooruit, dat is het goede nieuws. Een gekke gewaarwording is het dat, zodra je weer vaart, je zo bezig bent met de vervolg plannen, dat de problemen uit het verleden als sneeuw voor de zon verdwijnen. Eerst maar even naar de jachthaven gevaren om te kunnen douchen. Dat was wel nodig na 3 dagen. Verder was het schip ontzettend vuil geworden. Op de werf lagen we naast een schip dat door een hobbyist op dat moment werd gerestaureerd. Dat ging gepaard met veel zagen en schuren waardoor ons dek onder het zaagsel lag. Dus een paar emmers water over dek en toen leek het al weer heel wat. Om half één, volgens het boekje ( één uur voor laag water vertrekken uit Delfzijl als je naar Nordeney wilt ), vertrokken we. De wind was vrij hard, NNW en dus precies uit de richting die wij op wilden. Dat kwam ons bekend voor. Blijkbaar willen we deze vakantie steeds de verkeerde kant op. Dat betekende stampend “moteren” op de Eems. Mooie test voor de motor. Iedere keer als we even een “hikje” dachten te horen, sloeg de schrik ons om het hart. Tot het wantij bij Emshornrinne, de doorgang naar de Osterems, bleef de wind recht van voren, maar vanaf dat punt konden we goed zeilen. Was op de Eems de stroom nog tegen en liep de snelheid terug naar 3,5 kn, hier hadden we stroom mee en kwam de snelheid ruim boven de 7 knopen. Dat is tweemaal zo snel en dat was te merken. Op het ondiepste stuk, waar we 3 uur na laagwater Delfzijl arriveerden, maten we 1,7 meter diepte en hadden we dus slechts 20 cm water onder de kiel. Veel eerder hadden we hier dus ook niet hoeven arriveren. De Osterems was weer tegen de wind, maar omdat de koers hier wat meer varieert, konden we regelmatig hele stukken zeilen. In het Memmertfahrwasser was het bijna hoogwater geworden (19.00) en daar stond minimaal 2,7 meter water. De wind was ondertussen toegenomen tot kracht 6 en op de Genua stoven we met een noodgang langs de “prikken”.
24
“ Afgemeerd in Nordeney” “Nordeney” In het zeegat van Nordeney stond een behoorlijke deining. Om half 9, in het halfduister, meerden we af in Nordeney; het einde van een prachtige zeildag. Een behulpzame Nederlandse buurman hielp met afmeren. De havenmeester kwam nog even langs en zei dat we morgen wel konden inschrijven. Na een laat diner: macaroni, lagen we rond 10 uur rozig en voldaan in de kooi en sliepen al snel als marmotten. Prachtig gezeild. We komen weer in een vakantie stemming. Vrijdag 7 september: Om 8 uur opgestaan. We moesten ons eerst registreren want voor de douches was een pasje nodig en dat kreeg je pas na registratie. De sanitaire voorzieningen van de jachthaven staan op hoog peil volgens de literatuur, maar wij vonden het er eerst maar smerig. Dat kwam waarschijnlijk door een grote groep schoolkinderen, die hier kampeert, maar toch. De dag daarop zou blijken dat het ook wel schoon kon zijn. Na douchen en ontbijten hebben we een fiets gehuurd. Die mochten we vanavond wel terugbrengen, zei de verhuurder en de sleutels bij hem in de brievenbus gooien. Goede degelijke Duitse fietsen met dikke banden. Maar ze fietsten prima. Vanmorgen boodschappen gedaan, foto’s geupload naar Picasaweb en het dorp verkend. Vanmiddag een fietstocht over het eiland gemaakt. Langs de boulevard aan de westkust, toen langs de noordkust waar we in een bijna echte Bayerische biertent belandden en …
25
“Immer Fest” ...tot slot langs het Wad terug. Heen hadden we de wind lekker in de rug, maar terug was het zwaar; een goede training voor het komende schaatsseizoen! Halverwege hebben we op het terras van een hotel bij de golfbaan een Weissbier(tje – 0,5 l) gedronken. We zaten daar als een vorst, maar de prijs was overeenkomstig: € 7,80 voor twee bier. Terug besloten we om morgen bij windkracht max. 4 buitenom naar Borkum te varen en bij hardere wind hier nog een dag te blijven. Binnendoor over het Wad is wegens het vroege tijdstip van HW en de noodzakelijke nog 2 uur vroegere vertrektijd nu even te Spartaans voor ons. Ondertussen heeft het weerbericht gemeld dat morgen NW 5-6 met kracht 7 in buien wordt voorspeld. We blijven dus nog een dag. Hieruit blijkt maar weer eens onze flexibiliteit. De gedachte “we waaien met alle winden mee” is ook wel toepasselijk. Primair negatief bedoeld, maar je kunt het ook positief uitleggen en dat past beter bij ons. Morgen kunnen we uitslapen. Vanavond hebben we gegeten in een restaurant aan zee met uitzicht op de ondergaande zon. Een perfect plekje, a la “groene strand” in West-Terschelling. Toen we uitgegeten waren was het ondertussen ook donker geworden.
26
“Adri(ana) bij nacht” Gelukkig deed het licht van de huurfietsen het en waren we snel weer terug in de haven. De fietsen terug gezet en eenmaal aan boord al vrij snel naar de kooi. Zaterdag 8 september: Niet zulk geweldig weer vandaag: bewolkt en zo nu en dan motregen met een erg harde wind. Het blijft maar noordwesten wind deze vakantie door de stabiele hoge druk boven Ierland en de constante depressietrein noord-zuidoost over zuid Scandinavie. Het ene front is nog niet voorbij of het volgende komt er al weer aan met buien, opklaringen en vooral harde wind. Vanmorgen eerst maar eens uitgeslapen. Na het douchen, ontbijt en de koffie was het 12 uur. Ondertussen heel veel weerkaarten ontvangen en geanalyseerd. Volgens mij moet het vanaf woensdag opknappen. Adrie gelooft het niet meer. Maar we plannen de route toch maar zo dat we, als het wel gebeurt, er optimaal van kunnen profiteren. Vanmiddag een mooie wandeling gemaakt. Eerst door de duinen naar een punt op een kilometer of 7 ten oosten van dorp/stad en toen over het strand terug.
“ Het keerpunt had de naam “Weisse Dune”.
27
Daar was een strandrestaurant met een mooi terras. Op het terras stonden van die typisch Duitse strandstoelen. Gelukkig was er één vrij en die was dus voor ons.
“In de stoel” Zo nu en dan regende het even, maar de stoel gaf daartegen goede bescherming. We bestelden tomatensoep en die werd op een bijzondere manier opgediend; nl in een soort wekpotje. Nooit eerder meegemaakt, maar wel origineel en leuk. Het smaakte ook nog uitstekend.
“Wekpotje soep, hoe verzin je het” Daarna terug over het strand, nog even boodschappen gehaald in het dorp en terug naar boord. In totaal zijn we 4 uur onderweg geweest, hebben we een kilometer of 15 gelopen en voelen we ons alweer lekker rozig. Dit soort vakanties moet wel gezond zijn. Nu nog nassi eten, dan douchen, vroeg naar bed en morgenochtend half 6 eruit, want om uiterlijk kwart voor zeven moeten we vertrekken om op tijd over de wantijen te kunnen komen.
28
Zondag 9 september: Het gierde door de verstaging afgelopen nacht. Het leek wel windkracht 8 of hoger. Nu lijkt het binnen altijd wat erger dan buiten, maar het was toch wel zo erg dat ik regelmatig wakker werd en op een gegeven moment niet meer kon slapen. Wat me bezig hield was dat de wind dwars op de box stond. Hoe zou ik toch de boot met deze harde wind uit de box kunnen varen zonder direct door de wind te worden gegrepen en tegen de ondieptes in de haven te worden geblazen. Achteruit varend doet het roer niet zoveel en heb je weinig controle, bedacht ik en het leek steeds risicovoller te worden om weg te varen. Na veel opties virtueel te hebben weggestreept, leek het uitbrengen van een extra tros vanaf het achterschip naar een andere dwarssteiger, waarmee het wegwaaien van het achterschip kon worden voorkomen, de beste methode. Die oplossing doordacht hebbend, gaf rust en daarna viel ik weer in slaap. De wekker ging om half 6. Het weer leek vanuit de kooi zo verschrikkelijk slecht; harde wind en regen, dat we tegen elkaar zeiden dat half 6 toch wel heel erg vroeg was. Dus de wekker verzet naar 6 uur. Dat half uur was natuurlijk zo om en toen moesten we er echt uit. Terwijl Adrie het ontbijt bereidde, maakte ik de boot zeeklaar en probeerde de truc met de extra tros. Helaas de tros was te kort. Nou dan maar zonder truc. Het was ondertussen licht geworden en dat “verlichtte” ook de geest in meerdere opzichten. Gelukkig was, toen we losmaakten, de wind net wat gaan liggen en het vertrek ging onverwacht zonder problemen. Achteruit de box uit tot we voorbij de steiger waren, toen bakboord roer, draaien en vertrekken. Bij de ingang van de jachthaven is de steiger voor de veerboten en die gaven genoeg lij om gecontroleerd het grootzeil dubbel gereefd te kunnen zetten. Toen de haven uit en meteen pakte wind ons en zorgde voor pittig scheefhangen. Nog een stukje genua erbij en daar gingen we. Het was nog ruim voor hoogwater en de stroom was eerst tegen, maar door de geweldig sterke wind kregen we al gauw een mooie snelheid. Zeker toen we bakboord uitgingen naar het Memmertfahrwasser en de wind iets achterlijker dan dwars inkwam en we stroom meekregen.
“Water aan dek”
29
De 9 knopen over de grond werden ruimschoots gehaald; we schoten vooruit. Het zeegat tussen Nordeney en Juist staat bekend om z’n brekende golven bij harde noordenwind vanwege de geringe diepte. We hadden zo nu en dan het gevoeld dat we zweefden als we op de top van een brekende golf balanceerden. Maar de “Adriana” is een goed zeilend schip en de stabiliteit bij zulk zwaar weer is prima. Langs de prikken van het Memmert fahrwasser stond 3 uur na LW minimaal 2.7 meter water bij 5 dm verhoging en in een half uur waren we er voorbij. Toen onder Memmert door en de Osterems op naar het volgende wantij. Op de Osterems hadden we de wind in de rug en stroom mee. Het weer knapte gelukkig wat op en hier en daar zagen we andere zeilbootjes verschijnen. Vooral toen we de Ley, het vaarwater naar Greetsiel, passeerden. Tussen de Osterems en de Eems werd het weer wat spannend omdat de wind bijna recht van voren kwam en dus de motor het werk moest doen. Als de motor het zou laten afweten, zou er weinig ruimte zou zijn voor nood manoeuvres.
“’t was koud en guur” We zijn er nog steeds niet helemaal gerust op. Maar gelukkig draaide de motor als een zonnetje en al snel waren we op de Eems. Toen op de Genua naar Delfzijl. De tocht naar Borkum zag Adrie niet zitten, omdat we dan weer een aantal uren tegen de hoge deining zouden moeten opboksen, recht tegen de wind in. “A la minuut” hebben we toen de plannen gewijzigd in bestemming Delfzijl, “moteren” naar Groningen en Lauwersoog en daarna maar zien hoe het weer zich ontwikkelt. Bij Delfzijl konden we snel schutten, in twee etappes deze keer en na een voorspoedige tocht over het Eemskanaal met halve wind op de motor plus Genua lagen we om half 6 afgemeerd in de Oosterhaven. Qua afstand was het vandaag een nieuw PR: 61,6 mijl in 11,5 uur, max. snelheid door het water 8,4 knopen en over de grond 9,9 knopen. Deze “Adriana” is toch wel behoorlijk sneller dan de vorige (777). We zullen de zeiltocht van vandaag niet snel vergeten vanwege de harde wind, de grote afstand, de snelheid en vooral door de slapeloze nacht ervoor. Dit maakt zeilen spannend en bij bereiken van het doel krijg je er een kick van.
30
“61,1 mijl, een PR” s’Avonds kwamen onze dochter en vriend, die in Groningen wonen, even een biertje drinken en hebben we gezellig in de kuip onder de tent, met een paar kaarsjes voor de sfeer, wat bijgekletst.
“biertje, kaarsjes …” Maandag 10 september: Rustig aangedaan vanmorgen. Ontbijt, koffie en douchen en toen was het al weer half 11. Na boodschappen doen en diesel tanken (tankje) en het weer laten vullen bij een benzinepomp bij Ikea, was het snel 13.00 uur, het moment dat de bruggen in Groningen na de middagpauze weer gaan openen. We gingen in konvooi met 4 zeilboten door de stad. In anderhalf uur waren we bij de Dokwerdersluis. Bij de spoorbrug moesten we even wachten. 31
We legden aan naast een Scheldeschouw uit Wieringen, de “Wadwijs 2”. Ik vroeg de schipper of ze al lang onderweg waren. Nou dat waren ze: 4,5 maand. Ze waren helemaal naar Trondheim geweest. Dit soort lange vakanties naar Scandinavië maakten ze elk jaar. Vorig jaar hadden ze in verband met een verhuizing een korte vakantie gehad: maar 10 weken! Er is toch wel verschil in de wereld! Na een koude, natte en stormachtige tocht meerden we om half zeven af in Zoutkamp, langszij een grote stalen kotter. Er was wel plek aan de kade, maar die leek te hoog voor ons en doorvaren naar de volgende jachthaven buiten de sluizen was teveel moeite. We waren koud en hadden zin in een borrel en de warme kachel. Zo gezegd zo gedaan: berenburg en portfles geopend. Al lange tijd had ik zin in dikke gehaktballen met mosterd en daarbij een lekker biertje. Vreemde behoefte? Nou vandaag werd die behoefte bevredigd: niet 2 maar 3 dikke gehaktballen had de kokkin per man klaargemaakt. Daarbij lekker ovenvers bruin brood en sla, een Duits (0,5l) biertje erbij: een simpele, maar zeer smakelijke maaltijd. Doen we nog een keer heeft de kokkin beloofd. Dinsdag 11 september: We wilden om 9 uur vertrekken vanmorgen, maar de brug bleek pas om 10 uur open te kunnen in verband met werkzaamheden. En niet zomaar werkzaamheden, nee het was werk dat gepaard ging met een oorverdovend lawaai. De lawaainormen werden zeker overschreden, vond ook een passerende Zoutkamper. Hij ergerde zich daar nogal aan en zeker omdat het de overheid betrof, die overigens toch al op alle slakken zout legde, vond hij.
“zelf leggen ze op alle slakken zout” We moesten dus noodgedwongen een uur wachten en dat gaf mooi de gelegenheid om even koffie te drinken met iets lekkers van de Zoutkamper bakker. Het weer was (even) redelijk en dus kon dat in de kuip.
32
“met iets van de Zoutkamper bakker” Het werd colonne varen vandaag. Al in Zoutkamp waren we met z’n vieren en er sloten steeds meer schepen aan tot we in Leeuwarden met wel 10 schepen achter elkaar door de bruggen voeren. Voor de brug in Ee moesten we van 12 tot één wachten ivm lunchpauze van de brugwachter. Dat gaf mooi de gelegenheid om even met elkaar te praten.
“praetsje oer de hage” De contacten maakten de dag van vandaag, die verder niet zo spectaculair was, leuk. Zo sprak ik in Leeuwarden, waar we ook weer een uur moesten wachten, met een Zweedse zeilster. Ze was met haar man onderweg van Zweden naar de Middellandse zee. Hun route voerde helemaal binnendoor over de kanalen door Nederland, België en Frankrijk. Enkele honderden sluizen moesten ze passeren. Ze hadden er een jaar voor uit getrokken. We hebben het over van alles en nog wat gehad: waar ze woonden, de gezinssituatie 33
(“kleinkinderen is het mooiste wat er is”, zei ze!), het mooie van deze levensfase waarin je kinderen zichzelf kunnen redden en je eigenlijk pas echt vrij bent, hun schip en het onze (“a lovely ship you have”), de motorpech die ons beiden was overkomen, het mooie van zeilen aan de Zweedse westkust boven Gotenburg, waar zij wonen en waar wij heen willen, het kunnen accepteren van elkaars geïrriteerdheid bij moeilijke manoeuvres in sluizen en de route langs Denemarken, die ze hadden afgelegd. Jammer dat zulke ontmoetingen bijna altijd abrupt eindigen omdat je weer moet vertrekken. De doorvaart door Leeuwarden ging daarna lekker snel en om 20 voor zeven waren we al op het van Harinxma kanaal. Tijdens de wachtpauze voor de bruggen hadden we vast warm gegeten (Red Curry – mmm). Op het kanaal hebben we de kuiptent opgezet, want het werd erg koud. De kachel in de kajuit aan en toen waren we net een motorboot met binnenbesturing en wat minder barbaarse omstandigheden. Worden we wat ouder?
“Compromis als motorboot” Om 8 uur meerden we af in Franeker. De havenmeester, die net z’n ronde maakte, vertelde dat er een nieuwe douche was ingericht in een woning vlakbij de haven. Nou dat leek ons wel lekker en dus eerst douchen: een prachtige douche. De prijs per nacht in Franeker is lager dan ooit eerder meegemaakt: € 5,50. Daarna het dagboek bijwerken, de koers uitzetten naar Den Helder en een biertje drinken. Woensdag 12 september: “Wish it, dream it, do it” zagen we onderweg ergens staan vandaag. Dit gezegde benoemen we tot spreuk van de dag. Vandaag brachten we het gelijk in praktijk na de wens gisteren om vandaag mooi te zeilen, er vannacht van te dromen en vanmorgen gewoon heel vroeg op te staan om het waar te maken. Bovendien veranderden we onderweg de route drastisch om een mooie wind te houden. Dit zorgde ervoor dat we in Enkhuizen in plaats van Den Helder terecht zijn gekomen. Het eerste stuk door de “Boontjes” van Harlingen naar Kornwerderzand zeilde prachtig, maar al redelijk aan de wind. Bij Kornwerderzand moesten we stuurboord uit en dat betekende recht tegen de wind in over een afstand van zo’n 10 mijl, dus 2 uur “moteren”. Daar hadden we geen zin in en dus werd de route verlegd door de Lorentz sluizen naar het IJsselmeer. Daar aangekomen hebben we eerst een mooi zeilende koers uitgezocht, dat bleek 1800 te zijn. Uit de kaart bleek dat we daarmee in Enkhuizen zouden belanden. Daarna de zeilen optimaal getrimd met behulp van de “telltails” in de genua, de stuurautomaat aangezet en zonder verder nauwelijks nog iets te doen kwamen we zo’n 3 uur later uit bij de havenmonding van Enkhuizen. Onderweg haalden we diverse schepen in, waaronder enkele grotere Bavaria’s. Kijk en dat is nou leuk voor deze schippers. Vanavond lekker gegeten in een bruin cafeetje in de binnenstad: sateh met patat en sla, kosten € 34
10,95. De totale rekening werd wat hoger door wijn en koffie, maar het totaal was zeer acceptabel en bleef ruim binnen het dag-budget!
“€ 10,95, dat kon slechter” Omdat het uitverkoop was ook nog een nieuwe trui gekocht. Na het dagboek bijwerken en wat lezen, lagen we er weer vroeg in. Een dagje op het water maakt rozig en met een glaasje wijn erbij ben je s’avonds vroeg vertrokken. Dit is blijkbaar een algemeen verschijnsel onder zeilers, want jachthavens zijn s’avonds meestal voor 10 uur rustig en donker. Donderdag 13 september: Vanmorgen rustig aan gedaan. Dit afwisselen van pittige (zeil)tochten en rust op de dag(en) erna bevalt ons uitstekend. Het weerbericht voorspelde mooi weer, maar weinig wind. We besloten te vertrekken richting Stavoren omdat we vrijdag in Heeg willen zijn. De boot laten
“Vakantie op het IJsselmeer” we daar dan achter bij Gaastra Sails voor een nieuwe buiskap/kuiptent. Het werd een mooie tocht met prachtig weer. Het water was wel wat groen van de algen, zeker in het begin. Het 35
gekke was dat, toen ik het met de put-emmer opschepte om er de boot mee schoon te maken, alle groen verdwenen leek.
“De Groene smaragd” Voor het eerst sinds lange tijd kon de korte broek weer aan. De motor moest een beetje helpen om vooruit te komen, maar met een laag toerental, wat wind van achteren in combinatie met de stuurautomaat werd de overtocht een vakantiereisje. Ondertussen een beetje met water spelen aan dek wat een mooi schoon schip overleverde; een typisch “winwin” geval.
“win-win” Verder wat lezen en mijmeren over de afgelopen weken. De tijd vloog om. Om half 4 gingen we door de sluis in Stavoren en rond 5 uur lagen we mooi rustig afgemeerd aan een eilandje in de Fluessen. De diepgang liet het net toe: 1.60 meter. We zitten nu in de kuip onder de tent met de lamp aan. Dat betekent dat we heel veel vliegjes aantrekken. Adrie maakt ze allemaal dood met de elektrische vliegenmepper. Hopelijk hebben ze onze slaapkajuit nog niet gevonden! Vrijdag 14 september: Vandaag de laatste dag. De “Adriana” bij Gaastra afgemeerd, met de bus naar Drachten, de auto gehaald en de bagage van boord gehaald. Thuis wachtte de tuin op ons. Maar oh verrassing: die zag er prima verzorgd uit. We hebben echte vrienden als buren. 36
Epiloog: Het weer was niet zo goed deze vakantie. Dat was even wennen voor ons. We staan bekend als geluksvogels wat dat betreft, omdat het altijd mooi weer is als wij op vakantie gaan, zegt men. De eerste en de laatste dagen was het lekker nazomerweer, maar daar tussenin was het slecht. Er hing constant een zeer stabiel hogedrukgebied boven Ierland, waardoor de depressietrein vanaf IJsland een zuidoost koers volgde richting zuid Zweden. Hierdoor kregen wij het ene na het andere front over ons heen met als gevolg noordwestelijke winden variërend van kracht 5 tot 7, gepaarde gaande met buien. Ondanks dat hebben we toch het gevoel nog redelijk vaak de zon te hebben gezien. Helgoland, onze oorspronkelijke bestemming was nog een stapje te ver. Maar Nordeney was ook al verder oostelijk dan we ooit eerder geweest waren. De omstandigheden in aanmerking nemend: slecht weer, harde noordwestelijke wind en veel pech, was Nordeney het maximaal haalbare. We hebben bovendien de slechtweer route over het Duitse Wad verkend en dat zal zeker nog eens van pas kunnen komen op toekomstige reizen. We hebben zo’n 400 mijl afgelegd. Het grootste deel op de motor of motorzeilend, waardoor we gevoelsmatig veel te weinig zeiluren hebben gemaakt. Mensen die we onderweg ontmoetten vertelden dat het normaal is dat je het grootste deel van een geplande tocht op de motor aflegt, zeker als je aan tijd gebonden bent… en wij maar denken dat we uniek zijn! We hebben 13 jachthavens bezocht. De duurste waren Enkhuizen en Harlingen; € 19/nacht (inclusief douchen), de goedkoopste was Franeker; € 6,50 inclusief douchen. De mooiste was Nordeney, waarom? Het was een buitenlandse haven en dat heeft iets bijzonders. Onze 999-Class is goed bevallen, afgezien van de technische mankementen. De ruimte aan boord is riant, de kooi ligt lekker en de zit is bijna perfect, zeker die aan de kaartentafel. Deze plek wordt zeer veel gebruikt. De kombuis is uitgerust met een oven en die is regelmatig opgestookt. Het schip zeilt verder als een tierelier en ligt en stuurt stabiel. Het was een erg leerzame tocht, waarbij de theorie van de diesel cursus, het vaarbewijs I/II en Marcom B examens afgelopen winter in de praktijk konden worden gebracht. Ondanks de problemen hadden we toch steeds het idee dat we zelf aan het roer stonden en niet de omstandigheden, al was het soms wel spannend. Dat geeft een voldaan en prettig gevoel. Deze winter ga ik de tank uit de boot halen, goed schoonmaken en misschien voorzien van een inspectie luikje. Een collega, die ook zeilt, heeft om bacterie problemen te voorkomen een polyester tank gemonteerd. Ik ga naar die optie nog verder onderzoek doen.
37