Colofon Auteurs: Murat Kotan, Mathias Bienstman, Luc Weyn, Esther Vandenbroucke (Netwerk Vlaanderen), Sara Van Dyck (Bond Beter Leefmilieu), Eloi Glorieux (Greenpeace België), David Heller (Friends of the Earth Vlaanderen & Brussel) en Sam Van den plas (WWF België) Met dank aan: Jan-Willem Van Gelder en Julia Padberg (Profundo) Marjon Meijer (Netwerk Vlaanderen) BankTrack De cijfers in hoofdstuk 2 omtrent de financiële link tussen de in België actieve banken en verschillende genoemde ondernemingen gedurende 2008 en 2009 zijn afkomstig uit onderzoek van onderzoeksbureau Profundo (auteurs Jan-Willem van Gelder & Julia Padberg) in opdracht van Netwerk Vlaanderen. De aanbevelingen in hoofdstuk 3 zijn gebaseerd op de aanbeveling uit de positiepaper van BankTrack A challenging climate 2.0, verschenen in december 2009. BankTrack is een wereldwijd netwerk van maatschappelijke organisaties en individuen die werken rond de private financiële sector en haar effect op mens en milieu. Netwerk Vlaanderen is lid van BankTrack.
Ontwerp: Badly Designed Suitcase | Janneke Janssen Afbeelding cover: Afreux VU: Kristien Vermeersch, Netwerk Vlaanderen vzw, Vooruitgangstraat 333/9, 103o, Brussel
02
Inhoudsopgave Inhoudsopgave Samenvatting van de belangrijkste bevindingen Aanbevelingen Inleiding Gebruikte methodologie
03 05 06 07 10
HOOFDSTUK 1 | KLIMAATVERANDERING
11
1. Klimaatopwarming en de gevolgen voor mens en milieu 2. De rol van banken in het klimaatprobleem
12 15
HOOFDSTUK 2 | KLIMAATSCHADELIJKE SECTOREN EN BEDRIJVEN DIE DOOR BELGISCHE BANKEN WORDEN GEFINANCIERD
16
1. Klimaatoplossing 1: laat steenkool in de grond! 1.1. Bedrijven die onderdeel zijn van het probleem: mijnbouwbedrijven 1.2. Banken die steenkoolontginning financieren 1.2.1. De sector van steenkoolontginning 1.2.2. Arch Coal 2. Klimaatoplossing 2: bouw geen nieuwe steenkoolcentrales! 2.1. Bedrijven die nieuwe steenkoolcentrales bouwen: RWE, E.ON en Vattenfall 2.2. Banken die nieuwe steenkoolcentrales financieren 2.2.1. E.ON 2.2.2. RWE 2.2.3. Vattenfall 3. Klimaatoplossing 3: delf geen teerzanden! 3.1. Bedrijven die onderdeel zijn van het probleem: Shell en Suncor 3.2. Banken die het probleem financieren 3.2.1. Shell 3.2.2. Suncor Energy 4. Klimaatoplossing 4: stop ontbossing voor palmplantages! 4.1. Bedrijf dat deel is van het probleem: Wilmar 4.2. Banken die het probleem financieren
17 18 21 21 21 23 24 27 27 29 30 33 34 35 35 37 39 40 42
HOOFDSTUK 3 | DE FINANCIERINGEN EN INVESTERINGEN IN EEN NOTENDOP 43 1. Betrokkenheid van Belgische banken in klimaatschadelijke bedrijven 1.1. AXA 1.2. BNP Paribas 1.3. Citigroup 1.4. Deutsche Bank 1.5. Dexia 1.6. ING 1.7. KBC 2. Grootste Belgische investeerders in klimaatschadelijke bedrijven en in de ontginning van steenkool
44 44 44 45 45 46 46 47 48
03
3. Conclusie
48
HOOFDSTUK 4 | VAN KLIMAATSCHADELIJK NAAR GROEN BANKIEREN
50
1. Maak een einde aan het ondersteunen van activiteiten die een nefaste invloed hebben op klimaatverandering 2. Verminder de klimaatimpact van alle investeringen 3. Financier de overgang naar een economie met weinig tot geen CO2-uitstoot 4. Investeer niet in en promoot geen valse oplossingen voor het klimaatprobleem 5. Wees transparant en rapporteer
52 54 55 57 60
HOOFDSTUK 5 | WAT GEBEURT ER VANDAAG?
61
1. Publieke verklaringen 2. Bankproducten die klimaatvriendelijk gedrag belonen
62 63
HOOFDSTUK 6 | DE OVERHEID KAN DE TRANSITIE REGISSEREN
68
Terminologie Bibliografie
73 74
APPENDIX 1 Limitatieve lijst van nieuwe steenkoolcentrales in Europa
78 79
04
Samenvatting van de belangrijkste bevindingen •
Energie uit steenkool, olie uit teerzand en kaalkap van regenwoud zijn desastreus voor het klimaat
De milieuorganisaties – Bond Beter Leefmilieu (BBL), WWF, Greenpeace en Friends of the Earth Vlaanderen & Brussel (FOE) – wijzen er in dit rapport samen met Netwerk Vlaanderen op dat een aantal activiteiten desastreus is voor het klimaat. Zo is energieopwekking uit steenkool dubbel zo vervuilend als die uit aardgas. Steenkool staat in voor 25% van de totale opgewekte energie in de wereld, maar veroorzaakt 42% van de mondiale CO2-uitstoot bij energieopwekking. Toch groeit de elektriciteitsproductie uit steenkool spectaculair met 5-10% per jaar. Zulke evoluties bedreigen de cruciale inspanningen om minder broeikasgassen uit te stoten en zo ver mogelijk uit de buurt van de 2°C opwarming te blijven. •
Sommige bedrijven zetten in op klimaatschadelijke praktijken
Een aantal bedrijven kiest er bewust voor om in te zetten op klimaatschadelijke activiteiten zoals energie uit steenkool, olie uit teerzand of kaalkap van regenwoud. In dit rapport komen bijvoorbeeld de Duitse energiegiganten E.ON en RWE aan bod die overal in Europa nieuwe steenkoolcentrales plannen en bouwen. Of wat te denken van Shell dat zich op de olieontginning uit teerzand stort in Canada en Wilmar dat massaal regenwoud kapt voor palmolie plantages? Eén constante in het verhaal: die ondernemingen vinden vlot financiering voor de klimaatschadelijke activiteiten bij onze banken. Ons spaar- en beleggingsgeld wordt dus, zonder ons weten, gebruikt voor investeringen die onze toekomst op het spel zetten. •
Bijna alle onderzochte banken investeren in klimaatschadelijke activiteiten
Het onderzoek van de milieuorganisaties en Netwerk Vlaanderen toont dat elke onderzochte grootbank (ING, BNP Paribas, Dexia, Citibank, Deutsche Bank, KBC en AXA) de voorbije twee jaar investeerde in meerdere van de onderzochte klimaatschadelijke bedrijven. In totaal werd voor een bedrag van bijna 25 miljard kredietverlening, vermogensbeheer of investeringen voor de onderzochte bedrijven gevonden. In tegenstelling tot wat vele van hun groene promopraatjes doen vermoeden, investeert elk van de onderzochte banken,
05
behalve Triodos, in klimaatschadelijke praktijken. Toch zijn er opmerkelijke verschillen. Van de grootbanken investeren KBC en Dexia beduidend minder dan de andere in de onderzochte klimaatbedreigende activiteiten. Maar zolang er bij die instellingen op groepsniveau geen beleid wordt ingevoerd dat het gebruik van spaar- en beleggingsgeld voor klimaatschadelijke activiteiten uitsluit, is er geen enkele garantie dat die betere klimaatprestaties doorgaan. Tabel 1: Belgische investeerders van klimaatschadelijke bedrijven in 2008-09 (in miljoen€)* Investeerder
Aandelen Obligaties Krediet Uitgifte Uitgifte Totale in bezit of in bezit of verlevan van investering beheer beheer ning aandelen obligaties Deutsche Bank 2.445,4 232,7 1.563,0 5.695,9 9.937,0 BNP Paribas Citigroup
693,9
126,3
2.503,0
-
4.102,9
7.426,1
-
-
1.527,0
-
1.349,2
2.876,2
AXA
2.709,2
75,8
-
-
-
2.785,0
ING
235,6
122,3
100,0
-
1.000,0
1.457,9
Dexia
175,3
-
-
-
-
175,3
KBC
85,5
25,8
-
-
-
111,3
6.334,9
582,9
5.693,0
-
12.148,0
24.768,8
Triodos Totaal
Aanbevelingen Netwerk Vlaanderen, WWF, Bond Beter Leefmilieu, Friends of the Earth en Greenpeace roepen banken dan ook op om:
1. Een einde te maken aan het ondersteunen van activiteiten die een nefaste invloed hebben op klimaatverandering 2. De klimaatimpact van alle investeringen te verminderen 3. De overgang te financieren naar een economie met weinig tot geen CO2-uitstoot 4. Niet te investeren in valse oplossingen voor het klimaatprobleem en deze niet te promoten 5. Transparantie in de praktijk te brengen
*
Profundo, Financing of coal mining by Belgian banks, 2010, p.34.
06
Inleiding De klimaatverandering is pijnlijk urgent. Om de opwarming zo ver mogelijk onder de kritische drempelwaarde van 2°C te houden, moeten we nu met zijn allen actie ondernemen. Wereldwijd groeit er een consensus, ook bij heel wat banken, dat de CO2-uitstoot snel naar beneden moet. Deze kennis en intenties leiden echter nog niet tot een drastische ommekeer: er wordt nog steeds ingezet op klimaatschadelijke sectoren en praktijken. Een voorbeeld: ondanks het feit dat de uitstoot van broeikasgassen minstens 80% moet dalen tegen 2050 om zo ver mogelijk onder de 2°C opwarming te blijven, wordt nog steeds massaal ingezet op steenkool, de fossiele brandstof die het meest vervuilt. Alleen al in Europa zijn er 70 nieuwe kolencentrales gepland. Elke nieuwe centrale staat garant voor minstens 30 jaar energie-opwekking en dus minstens 30 jaar torenhoge emissies van CO2 en andere vervuilende gassen. Banken spelen een belangrijke rol in dit verhaal. Door leningen, investeringen en andere financiële dienstverlening bepalen ze welke projecten gefinancierd en dus gerealiseerd worden. Financiële instellingen bevinden zich daarmee in een unieke positie: ze kunnen, via de investeringskeuzes die ze maken, de toepassing van klimaatvriendelijke technologiën versnellen en het verder inzetten op fossiele brandstoffen tegenhouden. Dit is niet alleen vanuit klimaatoogpunt een verstandige keuze, het is ook een slimme bedrijfsstrategie: inzetten op een stabiel klimaat is inzetten op de toekomst. Bedrijven die winst maken op fossiele brandstoffen moeten zich vroeg of laat omvormen tot meer klimaatvriendelijke bedrijven. Banken die vandaag die omschakeling mee financieren en zich daarmee als voorloper op deze markt profileren, kunnen daar in de toekomst mee scoren. Deze banken ruilen een kortetermijnwinst voor een meer duurzame bedrijfsstrategie. De keuze voor klimaatvriendelijke investeringen stelt echter niets voor wanneer dit niet gepaard gaat met het resoluut afwijzen van schadelijke sectoren en bedrijven. Dit rapport onderzoekt of een aantal praktijken die schadelijk zijn voor het klimaat gefinancierd worden door banken actief in België. Meer specifiek worden acht banken in België onderzocht: 7 grote (ING, BNP Paribas, Dexia, Citibank, Deutsche Bank, KBC en AXA) en een
07
ethische bank1 (Triodos Bank). Hoofdstuk 2 gaat na of deze banken financiële steun verlenen aan bedrijven die steenkool ontginnen en verbranden, bedrijven die olie ontginnen uit teerzanden of bij bedrijven die hun activiteit grootschalige ontbossing veroorzaken. De onderzochte praktijken zijn duidelijk klimaatschadelijk: ze leveren een aanzienlijke bijdrage aan de klimaatopwarming. Het onderzoek toont dat elke bank, met uitzondering van Triodos, de voorbije twee jaar investeerde in meerdere van de onderzochte bedrijven. In totaal werd voor bijna 25.000 miljoen euro kredietverlening, vermogensbeheer of investeringen voor de onderzochte bedrijven gevonden. In tegenstelling tot wat vele van hun promopraatjes doen vermoeden, investeert elk van de onderzochte banken, behalve Triodos, in klimaatschadelijke praktijken. Twee banken springen in het oog: KBC en Dexia investeren beduidend minder dan de andere banken in de onderzochte klimaatschadelijke activiteiten. Het kan toeval zijn, of een bewuste keuze, maar doordat KBC en Dexia niet voor alle omstreden praktijken2 ook een bijpassend uitsluitingsbeleid hebben, ontbreekt de garantie dat ze dit soort praktijken bewust uitsluiten en dit ook in de toekomst zullen doen. Door dergelijke investeringen volledig en ook beleidsmatig uit te sluiten zouden Dexia en KBC echt een voortrekkersrol kunnen opnemen, net zoals Triodos dat doet. Wanneer de betrokkenheid van de banken in de onderzochte bedrijven wordt vergeleken, komt BNP Paribas er relatief als de grootste investeerder uit. De bank investeerde in bijna alle onderzochte bedrijven, en investeerde bovendien voor het grootste bedrag in de klimaatschadelijke bedrijven gedurende de laatste twee jaar. Absoluut gezien investeerde Deutsche Bank het meest in de onderzochte bedrijven. Vooral de betrokkenheid van Deutsche Bank in de Duitse energiebedrijven E.ON en RWE speelt hier een grote rol. Triodos is de enige onderzochte bank met een degelijk en afdoend beleid om klimaatschadelijke investeringen tegen te gaan. Een aantal andere banken, ook internationaal, zet stappen richting klimaatvriendelijk bankieren. 1 2
Ethische banken zijn meestal kleine banken, ontstaan om als een kapitaalverstrekker te dienen voor duurzame projecten en bedrijven. Dexia heeft wel een beperkt uitsluitingsbeleid, waarmee onder andere financiering aan teerzandprojecten in kwetsbare gebieden wordt uitgesloten.
08
Ze ontwikkelden een beleid dat het financieren van de meest vernietigende activiteiten uitsluit of dat de CO2-uitstoot van hun portefeuille drastisch moet doen dalen. In hoofdstuk 3 wordt een aantal voorbeelden behandeld van een klimaatvriendelijk bankenbeleid. Hoewel banken op het vlak van algemeen investeringsbeleid nog een lange weg te gaan hebben, zien we bij de banksector een aantal initiatieven ontstaan die haar bezorgdheid over de klimaatopwarming aantonen. Banken bieden op de markt bijvoorbeeld producten aan die groene investeringen en klimaatsparend gedrag bij overheden, ondernemingen en particulieren aansporen. Zo worden meer voordelige autoverzekeringen aangeboden voor wie de auto weinig gebruikt, of goedkope leningen voor groene bedrijfshuisvesting. Hoofdstuk 4 geeft een aantal voorbeelden van groene bankproducten die op de Belgische markt worden aangeboden. Banken hebben een grote rol te spelen, maar ook overheden kunnen en moeten hen daarbij helpen. In de eerste plaats door het goedkeuren van een bindend en ambitieus klimaatakkoord. Een overheid moet de finaliteit van haar klimaatbeleid bewaken en moet dan voldoende krachtige instrumenten inzetten om banken en andere maatschappelijke actoren in de juiste richting te sturen. Dit kan bijvoorbeeld door het creëren van investeringszekerheid voor groene projecten en bedrijven. Hoofdstuk 5 geeft een korte beschouwing met aanbevelingen voor de rol van de overheid.
09
Gebruikte methodologie Dit onderzoek wil de volgende vragen beantwoorden:
• • • • •
Over welke activiteiten bestaat er wetenschappelijke consensus dat ze een disproportioneel negatieve impact hebben op het klimaat? Welke bedrijven kunnen als voorbeeld dienen van diegenen die ervoor kiezen in te zetten op klimaatschadelijke activiteiten? Welke van de onderzochte banken investeert in deze bedrijven? Wat kan een bank doen om klimaatvriendelijk te bankieren? Welke producten die klimaatvriendelijk gedrag stimuleren worden op de Belgische markt aangeboden?
We onderzochten acht banken actief in België: zeven grote (ING, BNP Paribas, Dexia, Citibank, Deutsche Bank, KBC en AXA) en een ethische bank (Triodos). Het onderzoek naar de investeringen van deze banken in klimaatschadelijke bedrijven in de periode 2008 – 2009 werd gedaan door onderzoeksbureau Profundo.
10
Hoofdstuk 1 | Klimaatverandering
Hoofdstuk 1 | Klimaatverandering 1. Klimaatopwarming en de gevolgen voor mens en milieu De klimaatverandering is een feit. Tegenover het pre-industriële niveau is onze planeet nu al 0,7° C warmer. Die temperatuurstijging wordt toegeschreven aan menselijke activiteiten. Door de verbranding van fossiele brandstoffen, ontbossing en bepaalde industriële en landbouwactiviteiten is de concentratie aan broeikasgassen in de atmosfeer sterk gestegen sinds 1750.3 Figuur 1 van de International Panel on Climate Change (IPCC) verduidelijkt in grafiek a) het aandeel van fossiele brandstoffen (57%), landbouw (22%) en ontbossing (17%) in de globale klimaatproblematiek. Het taartdiagram (b) geeft het relatieve belang aan van CO2 en andere broeikasgassen, terwijl diagram (c) het relatieve belang van de verschillende sectoren in de uitstoot van alle broeikasgassen verduidelijkt. Figuur 1: sectoren en broeikasgassen die deel uitmaken vanklimaatproblematiek.4
Op basis van modellen voorspellen klimaatwetenschappers een verdere temperatuurstijging tussen 1990 en 2100 van 1,1 °C tot 6,4 °C. Temperatuurstijgingen van meer dan 2 °C zouden dramatische gevolgen hebben voor mens en milieu. Zo zal de zeespiegel stijgen en de kans op overstromingen verhogen, zullen door veranderende neerslagpatronen bepaalde gebieden met droogte en andere met noodweer kampen, vergroot de kans op hongersnoden en grondstoffenconflicten en riskeren we tenslotte tot 3 4
Intergovernmental Panel on Climate Change (IPCC), Climate change 2007: synthesis report. Intergovernmental Panel on Climate Change (IPCC), Climate change 2007: synthesis report, hoofdstuk 2.1.
12
30% van de soortenrijkdom op onze planeet te verliezen.5 Sinds het 4th Assessment Report (2007) van het IPPC verschenen er nieuwe studies die aantonen dat de gevolgen van de klimaatverandering zich sneller voltrekken dan in 2007 vermoed werd.6 Meer en meer wordt aangenomen dat de opwarming van de aarde dient beperkt te worden tot 1,5°C om onomkeerbare klimaatverandering te voorkomen. Om de temperatuur zo ver mogelijk onder 2°C opwarming te houden, moet de emissie van broeikasgassen drastisch gereduceerd worden. Wereldwijd zou de uitstoot van broeikasgassen moeten dalen vanaf 2015 en minstens met 80% gereduceerd moeten worden tegen 2050. Industrielanden moeten hun uitstoot verminderen met minstens 40% tegen 2020. Hoewel China nu naar uitstoot de grootste vervuiler is, zijn het vooral de rijkere landen in Noord-Amerika en Europa die de historische verantwoordelijkheid dragen voor de uitstoot van broeikasgassen. Bovendien ligt de uitstoot van CO2 equivalent7 per capita in de Westerse landen ver boven het wereldgemiddelde en ook boven het gemiddelde van landen zoals China en India, zoals figuur 2 uit het World Development Report 2010 verduidelijkt. Figuur 2: ongelijke voetafdrukken: uitstoot per capita in landen met lage, midden en hoge inkomens. 8 Ongelijke voetafdrukken: uitstoot per capita in landen met lage, midden en hoge inkomens CO2-uitstoot per capita (in ton)
16 14
Uitstoot door verandering in landgebruik
12
Alle overige uitstoot
10 8
Gemiddelden ontwikkelingslanden:
6
Met verandering in landgebruik
4
Zonder verandering in landgebruik
2 0
landen met hoge inkomens
landen met midden inkomens
landen met lage inkomens
Uit: Wereldbank, World Development Report 2010, p.2.
5 6 7 8
WWF, Climate change : faster, sooner, stronger, 2008, pp. 4-5. WWF, Climate change : faster, sooner, stronger, 2008, pp. 2. Meeteenheid gebruikt om het opwarmend vermogen van broeikasgassen weer te geven. CO2 is het referentiegas, waartegen andere broeikasgassen gemeten worden. Wereldbank, World Development Report 2010, overzicht p.2.
13
In Vlaanderen is meer dan 80% van de broeikasgasuitstoot een direct gevolg van het energiegebruik. De verbranding van fossiele brandstoffen (steenkool, aardolie, aardgas en hun afgeleide producten) levert een belangrijke bijdrage aan de uitstoot van broeikasgassen. CO2 – waarvan de emissies praktisch volledig te wijten zijn aan de verbranding van fossiele brandstoffen – is met een aandeel van 87% in de uitstoot ook veruit het belangrijkste broeikasgas in Vlaanderen.9 Wereldwijd kunnen we de helft van de benodigde broeikasgas-reducties realiseren door in te zetten op energiebesparing.10 Bij ons kan al zeker 30% van de klimaatinspanning om onder de twee graden opwarming te blijven, bereikt worden door in de eerste plaats efficiënter om te gaan met energie en ons energieverbruik te minderen.11 Daarnaast dient het gebruik van fossiele brandstoffen afgebouwd te worden en moeten we meer en meer overschakelen op hernieuwbare energie. Zo kunnen we de klimaatimpact van het transport en ons voedselpatroon drastisch reduceren, onder andere door minder vlees te eten, minder de wagen te nemen en daarnaast efficiëntere en elektrische voertuigen op basis van hernieuwbare energie te gebruiken. Bovendien dient de ontbossing een halt toegeroepen te worden.12 Het milieuprogramma van de VN riep in deze context op om de economie in de rijke landen te laten draaien met 10 maal minder grondstoffen en energie.13 Anders verwoord: de particulieren, bedrijven en overheden die nu al de nodige investeringen doen om dit te bereiken, bewandelen een duurzaam pad. Duurzaamheid gaat over het consequent en doelmatig nastreven van die ‘factor 10 reductie’ in één generatie, niet over ‘iets’ groen doen. De Britse topeconoom Nicholas Stern berekende in 2006 dat een streng klimaatbeleid goedkoper is dan het bestrijden van de gevolgen van klimaatverandering. Volgens Stern zouden mitigatiemaatregelen ons jaarlijks 1 tot 2% van het wereldwijde bruto binnenlands product (BBP) kosten. Als we niets doen, zou de kostprijs om de gevolgen van klimaatverandering te bestrijden kunnen oplopen tot 5 à 20% van het wereldwijde BBP. Het voorkomen van klimaatverandering is dus volgens Sterns rapport ook vanuit economisch oogpunt de beste oplossing.14
9 10 11 12 13 14
MIRA-T, Achtergronddocument klimaatverandering, 2008. IEA, World Energy Outlook, 2009. McKinsey&Company, Naar een energie-efficiëntie van wereldklasse in België, 2009. Wereldbank, World Development Report 2010, overzicht p.15. UNEP, Global Environmental Outlook 2000, 1999. Stern, Nicholas, Stern Review Report on the Economics of Climate Change, Summary of conclusions, p.2.
14
2. De rol van banken in het klimaatprobleem Om ervoor te zorgen dat de mondiale economie de draagkracht van het milieu niet overschrijdt, zijn investeringen nodig. Vanuit die invalshoek bekijken we in dit rapport de investeringskeuzes van banken actief in België. Volgens Netwerk Vlaanderen en milieuorganisaties zal een bank die de klimaatproblematiek serieus neemt het geld van haar klanten niet langer uitlenen aan bedrijfspraktijken die overduidelijk klimaatschadelijk zijn, zoals de winning van olie uit teerzand of de productie van elektriciteit uit steenkolen. De reden daarvoor is simpel. Een nieuwe steenkoolcentrale met een jaarlijkse uitstoot van bijvoorbeeld 6 miljoen ton CO2 dwingt de investeerders en de samenleving voor jaren op een klimaatschadelijk pad. De financiële instelling heeft er alle belang bij dat de verstrekte leningen worden terugbetaald en dat de kolencentrale niet vroegtijdig de operaties staakt. Minstens voor de looptijd van het krediet en hoogstwaarschijnlijk voor de levensduur van de centrale (40 jaar) gaan er miljoenen tonnen CO2 de lucht in die met geen enkele van de bestaande ‘groene investeringen’ weer ongedaan gemaakt worden. Windmolens en zonnepanelen nemen immers geen broeikasgassen op. Aan gedane emissies valt nog weinig te doen. Groene investeringen zijn belangrijk. Het droogleggen van de geldstromen naar klimaatschadelijke bedrijven evenzeer. Beide stappen zijn onontbeerlijk en onvermijdelijk voor landen en financiële instellingen die de klimaatverandering tegen willen gaan.
15
Hoofdstuk 2 | Klimaatschadelijke sectoren en bedrijven die door Belgische banken worden gef inancierd
Hoofdstuk 2 | Klimaatschadelijke sectoren en bedrijven die door Belgische banken worden gef inancierd In dit hoofdstuk gaan we dieper in op de financiering van een aantal voorbeelden van klimaatschadelijke bedrijfsactiviteiten door Belgische banken. We bekijken meer bepaald de betrokkenheid van acht banken actief in België bij: • Steenkoolontginning • Steenkoolcentrales • Olie uit teerzanden • Ontbossing
1. Klimaatoplossing 1: laat steenkool in de grond! Steenkool is allerminst een aflopende zaak. Integendeel, steenkool is zelfs aan een renaissance begonnen. De productie en verbranding van steenkool wereldwijd groeit sinds 2000 tussen de 5 en 10% per jaar, met een spectaculaire groei in China. In 2008 werd wereldwijd 5845 Mt steenkool gedelfd. In 2000 was dat nog minder dan 4000 Mt. Het overgrote deel van die steenkool wordt gebruikt voor energie- en elektriciteitsopwekking. 13% daarvan gaat naar de staalindustrie.15 Volgens de Amerikaanse National Mining Association was 2008 een topjaar voor steenkoolproducenten in Amerika, met een recordhoogte van 1.171 miljoen short tons16 opgegraven steenkool.17 De VS nam dat jaar 17% van de wereldproductie van steenkool voor haar rekening. Daarmee is de VS de tweede grootste producent na China, dat 47% van de steenkool uit de grond haalt.18 Uit statistieken van het International Energy Agency (IEA) blijkt verder dat de groei in het gebruik van fossiele brandstoffen bijna volledig terug te brengen is op de groei in het gebruik van steenkool, in de eerste plaats in China en India. Nochtans is steenkool net de brandstof die vanuit klimaatoogpunt het eerst moet worden afgebouwd. Ze is in vergelijking met andere fossiele 15 16 17 18
Statistieken op World Coal Institute: www.worldcoal.org en IEA, Key World Energy Statistics, 2009, p.16. 1 short ton = 907 kg National Mining Association (U.S.A.), 2008 Coal Producers Survey, 2009, p.3. Statistieken op World Coal Institute: www.worldcoal.org en IEA, Key World Energy Statistics, 2009, p.16.
17
brandstoffen een stuk vervuilender. Hoewel steenkool slechts instaat voor 25% van de totale opgewekte energie in de wereld, veroorzaakt ze 42% van de mondiale CO2-uitstoot bij energieopwekking.19 Vergeleken met aardgas stoot de verbranding van steenkool per eenheid geproduceerde elektriciteit bijna tweemaal zoveel broeikasgassen uit! Daarnaast is steenkoolontginning in meerdere opzichten een vuile business. In China sterven elk jaar verschillende duizenden kompels in de steenkoolmijnen. Sommige mijnbouwbedrijven zoals Arch Coal toppen hele bergen af bij de ontginning van steenkool, wat ernstige gevolgen heeft voor het leefmilieu. Een recente overzichtsstudie in Science concludeert dat die techniek, mountain top removal, ernstige negatieve gevolgen heeft voor het leefmilieu.20 1.1. Bedrijven die onderdeel zijn van het probleem: mijnbouwbedrijven Er zijn nog heel wat ondernemingen die zich toeleggen op het delven van steenkool. Niet alle bedrijven doen dit voor de volle 100%, sommige houden zich ook met andere activiteiten bezig. Tabel 2 toont welke bedrijven werden onderzocht en het aandeel van steenkoolontginning in hun activiteiten.
19 20
IEA, CO2 emissions from fuel combustion, 2009, p.12. Cijfers voor 2007. Palmer M.A. et al., “Mountaintop Mining Consequences”, Science, 8 januari 2010, Vol. 327, p. 148.
18
Tabel 2: onderzochte bedrijven betrokken bij steenkoolontginning en hun aandeel in steenkoolontginning.21 Mijnbouwbedrijven Adaro Energy
% van aandelen in koolontginning 85,8
Alpha Natural Resources
100
Anglo American Coal
12,0
Arch Coal
100
BHP Billiton
12,0
Centennial Coal Drummond Evraz
100 60,0 6,5
Fushan International Energy
100
Glencore
15,0
Grande Cache Coal
100
International Coal Group
100
Massey Energy
100
Peabody Energy
100
Rio Tinto
5,0
Sherritt International
8,1
Siberian Coal Energy (SUEK)
82,1
Teck Resources
57,0
Vale Xstrata
4,9 22,4
Tabel 2 toont dat een aantal mijnbouwbedrijven zich uitsluitend bezighoudt met steenkool. Sommigen maken zich schuldig aan verwoestende mijnbouwtechnieken en veroorzaken daarbij andere problemen zoals de kaalkap van oerbossen of de vervuiling van rivieren. Arch Coal is hier een treffend voorbeeld van.
21
Enkel de bedrijven waarbij investeringen van de onderzochte banken werden gevonden, zijn opgenomen.
19
Arch Coal
Arch Coal, Inc is één van de grootste steenkooldelvers uit de VS, met inkomsten van ongeveer 2,3 miljard euro per jaar.22 Het voorziet met haar twintig actieve mijnen in ongeveer 16% van de totale steenkoolproductie in de Verenigde Staten. Ze bezit er 2,8 miljoen ton bewezen reserves van steenkool. Arch Coal kwam in opspraak met een welbepaalde mijnbouwtechniek: bergtopmijnbouw (mountain top removal). Bergtoppen die veel steenkool bevatten worden volledig opgeblazen, waardoor de steenkool zich ophoopt in de dalen. Deze dalen worden vervolgens afgegraven. Naast de milieuproblemen en de sociale gevolgen die gewone dagbouw met zich meebrengt (oa. drinkwatervervuiling, erosie, stof- en geluidsoverlast), veroorzaakt deze techniek een enorme verwoesting van landschap en biodiversiteit.23 Arch Coal wordt op die manier aansprakelijk gesteld voor het verdwijnen van 122.000 ha woud.24
22 23 24
Businessweek, “Arch Coal INC”, Snapshot, Investing Businessweek, geraadpleegd in januari 2010. Greenpeace, De wereld achter kolenstroom, pp.15-17. Platform, Cashing in on caol, 2008, p.17.
20
1.2. Banken die steenkoolontginning financieren 1.2.1. De sector van steenkoolontginningsbedrijven Tabel 3 geeft een overzicht van de acht onderzochte banken en hun investeringen in de sector van bedrijven die steenkool ontginnen. Tabel 3: Grootste Belgische investeerders in de productie van steenkool in 2008-2009 (in miljoen €)25 26 Institutionele investeerder
Bedrag Aandelen Obligaties Krediet Uitgifte Uitgifte geïnvesteerd in bezit of in bezit of verlevan van beheer beheer ning aandelen obligaties in steenkool Deutsche Bank 267,0 21,1 14,1 332,6 410,2 757,5
BNP Paribas
298,2
7,0
AXA
617,1
61,8
-
ING
161,0
57,9
70,0
Citigroup
48,0
9,3
8,3
Dexia
25,0
-
-
-
5,7
1.416,3
162,9
KBC Triodos Totaal
98,3
18,9
308,7
731,1
-
-
679,0
309,7
44,9
543,8
90,3
243,3
399,1
-
-
25,0
18,3
-
-
24,0
208,9
751,4
1.007,1
3.159,5
1.2.2. Arch Coal Aandeelhouders In december 2009 hadden de volgende banken aandelen in bezit of beheer van Arch Coal:27
25 26 27
AXA ING Deutsche Bank Citigroup
2,0% 0,6% 0,5% 0,5%
€ 51,6 mln € 14,9 mln € 13,6 mln € 12,1 mln
Profundo, Financing of coal mining by Belgian banks, 2010, hoofdstuk 1, pp.2-10. Niet alle bedrijven binnen de steenkoolsector zijn enkel en alleen met steenkool bezig. De investeringen van Belgische banken in deze bedrijven werden dan ook verrekend volgens het aandeel dat het bedrijf heeft in de kolenproductie (zie tabel 2). Investeringen die niet gerelateerd zijn aan hun steenkoolmijnbouwactiviteiten werden niet in rekening gebracht. Thomson One Database, geraadpleegd in januari 2010.
21
Obligatiehouders In januari 2010 werden volgende banken gevonden die obligaties van Arch Coal in bezit of beheer hebben:28
ING AXA BNP Paribas
0,5% 0,3% 0,3%
€ 5,9 mln € 3,7 mln € 3,0 mln
Kredietverlening In augustus 2009 werd de vervaldatum van een doorlopend krediet met een waarde van US$ 860 miljoen (€ 609,4 miljoen) verlengd door Arch Coal. De lening is bedoeld voor het betalen van bankschulden en om het bedrijf van werkingskapitaal te voorzien. Citigroup was één van de vijf banken die deze leningen regelde.29 Uitgifte van aandelen In juli 2009 gaf Arch Coal 19,6 miljoen aandelen uit met een totale waarde van US$ 342,1 miljoen (€ 240,1 miljoen). Vier bookrunners en een bankensyndicaat van 13 banken waren betrokken. Citigroup was één van de bookrunners en was zelf ook verantwoordelijk voor het verkopen van 2,9 miljoen aandelen:30
Citigroup
14,7%
€ 35,3 mln
Uitgifte van obligaties In juli 2009 gaf Arch Coal € 423,4 miljoen obligaties uit die in augustus 2016 zullen vervallen. Citigroup was één van de vier bookrunners en droeg bij voor het volgende bedrag:31
Citigroup
21,3%
€ 90,2 mln
28 29 30 31
Bloomberg Database, geraadpleegd in januari 2010. Arch Coal Inc., “EX-10.1” op 10Kwizard.com, geraadpleegd in augustus 2009. Thomson One Database, geraadpleegd in januari 2010. Arch Coal, “Purchase Agreement”, Arch Coal, 28 juli 2009: Thomson One Database, geraadpleegd in januari 2010.
22
2. Klimaatoplossing 2: bouw geen nieuwe steenkoolcentrales! “Kolencentrales zijn doodsfabrieken. Sluit ze.”32 NASA klimaatwetenschapper James Hansen neemt geen blad voor de mond. Hij noemt steenkoolcentrales de grootste bedreiging voor de mensheid en het leven op onze planeet. Er kunnen nog meer dan honderd jaar kolen opgegraven worden. Ze stoten bij verbranding erg veel klimaatschadelijke gassen uit, namelijk ongeveer 900 gram CO2 per kWh. Aardgas is de helft minder milieuvervuilend.33 Hansen schat dat iedere extra kolencentrale over haar levensduur verantwoordelijk is voor het uitsterven van 400 diersoorten. Hij komt tot deze inschatting door de uitstoot van broeikasgassen te verbinden aan de milieuimpact van het klimaatveranderend effect.34 Deze visie kan extreem lijken, maar wordt steeds meer gedeeld. Energie opwekken uit steenkool is de meest gevaarlijke klimaatschadelijke activiteit. Zo trekt de Wereldbank in haar laatste World Development Report ook van leer tegen nieuwe kolencentrales. Als alle geplande steenkoolcentrales worden gebouwd, dan zullen ze samen over hun levensduur evenveel CO2 in de atmosfeer brengen als wat er sinds de industrialisatie door steenkoolverbranding al is vervuild.35 De Wereldbank wijst er ook op dat de door de steenkoolindustrie veel geroemde technologie van het afvangen en opslaan van CO2 (Carbon Capture and Storage, CCS) hier geen soelaas brengt. Die technologie staat nog in haar kinderschoenen. De meest optimistische schattingen stellen dat de CCS technologie pas tegen 2020 zal kunnen toegepast worden op grote schaal en commercieel rendabel zal zijn. Bovendien is ze nooit kostenefficiënt voor centrales die op meer dan 50 tot 100 mijl van een goede opslagplaats voor CO2 liggen. In landen zoals India en Zuid-Afrika is dat meestal het geval.36 Elektriciteit opgewekt uit steenkool zorgde in 2006 voor 41% van de wereldwijde elektriciteitsvoorziening. Als de trend zich doorzet wordt in 2030 43% opgewekt in steenkoolcentrales. Door het stijgend elektriciteitsgebruik verdubbelt het vermogen en de vervuiling van die steenkoolscentrales in die periode van 7,4 TWh in 2006, naar 9,5 TWh in 2015, tot 13,6 TWh in 2030.
32 33 34 35 36
Hansen, James, “Coal-fired power plants are death factories. Close them”, The observer, 15 februari 2009. IEA, CO2 emissions from fuel combustion, 2009 p.16. Cijfers voor 2007. Hansen, James, ibid. Wereldbank, World Development Report 2010, p.51. ibid.
23
Met andere woorden, alleen al het huidige groeipad van nieuwe elektriciteitsopwekking uit steenkolen riskeert alle andere klimaatinspanningen te niet te doen. Laat staan dat het de uitstoot met tientallen procenten laat dalen zoals nodig geacht wordt om gevaarlijke klimaatverandering te vermijden. In Vlaanderen hebben politici de problematiek begrepen. Minister-president Peeters verklaarde in 2009 dat er geen vergunning zal gegeven worden voor de door E.ON geplande nieuwe steenkoolcentrale in de Antwerpse haven. Nu staan er lang niet zoveel projecten op stapel in Vlaanderen als in bijvoorbeeld Duitsland of Polen.37 Willen we als Vlamingen ons engagement voor het klimaat serieus nemen, dan zou ons spaar- en beleggingsgeld ook niet meer naar nieuwe steenkoolcentrales mogen gaan. 2.1 Bedrijven die nieuwe steenkoolcentrales bouwen: RWE, E.ON en Vattenfall Eén blik op het verbruik van brandstoffen door de drie Europese energiereuzen RWE, E.ON en Vattenfall maakt pijnlijk duidelijk dat steenkool allerminst iets van vroeger is. Figuur 3 38 toont dat maar liefst 60% van de in 2008 door RWE in Europa opgewekte energie is verkregen uit verbranding van bruinkool en steenkool! Vattenfall verkrijgt 46% van haar in Europa opgewekte energie door steenkoolverbranding en voor E.ON is het een aanzienlijke 35%. Deze elektriciteits- en energiebedrijven hebben ondanks hun torenhoge CO2uitstoot, plannen om nieuwe steen- en bruinkoolcentrales te bouwen. Hun strategische keuzes staan dus haaks op de belangen van mens en milieu en negeren de waarschuwingen van wetenschappers en milieuorganisaties. RWE Power heeft zijn hoofdkantoor in Essen (Duitsland) en is
Duitslands grootste energieproducent. RWE draait een omzet van 32 miljard euro. RWE ontgint bruinkool en produceert elektriciteit uit steenkool, bruinkool, nucleaire brandstof, gas en hernieuwbare bronnen in Duitsland, Hongarije, Luxemburg, het Verenigd Koninkrijk, Spanje en andere Europese landen. De RWE Groep is ook actief in olie-en gasproductie.39
37 38 39
Appendix 1 geeft een lijst van 66 nieuwe steenkoolcentrales in Europa met vermelding van de investeerder. Data afkomstig uit SOMO, Sustainability in the Dutch power sector, 2009, pp. 29, 47, 68. SOMO, Sustainability in the Dutch power sector, 2008, p.41, 47.
24
E.ON is het tweede grootste energiebedrijf in Duitsland en behaalt een omzet van 87 miljard euro. Het bedrijf is actief in heel Europa, Rusland en de VS. In Europa heeft E.ON elektriciteitscentrales in Bulgarije, Tsjechië, Finland, Frankrijk, Duitsland, Hongarije, Italië, Nederland, Roemenië, Slowakije, Zweden en het Verenigd Koninkrijk. E.ON dient regelmatig aanvragen in voor de bouw van nieuwe steenkoolcentrales. Eind 2007 diende E.ON nog een aanvraag in voor
de bouw van een nieuwe steenkoolcentrale in de haven van Antwerpen.
Vattenfall is een Zweedse staatsonderneming en is Europa’s vijfde grootste producent van elektriciteit en de grootste warmteproducent, met een omzet van 5 miljard euro. Het bedrijf is actief in Zweden, Denemarken, Finland, Duitsland, Polen en het Verenigd Koninkrijk. Daarnaast is Vattenfall ook actief in het mijnen van bruinkool. Het bedrijf won de Climate Greenwash Awards 2009.40
Figuur 3: brandstof mix van opgewekte energie in Europa bij RWE, E.ON en Vattenfall 38
40
SOMO, Sustainability in the Dutch power sector, 2008, p.41, 47; SOMO, Climate Greenwash website 2009: http://www.climategreenwash.org, laatst bezocht op 24 mei 2010.
25
Tabel 4 41 hieronder toont geplande en uitgevoerde investeringen in steenkoolcentrales van RWE, E.ON en Vattenfall. Samen komen de recente investeringen en plannen voor investeringen in steencentrales op Europese bodem van deze drie ondernemingen neer op meer dan 30 miljard euro. Geld dat naar investeringen in energie-efficiëntie en groene alternatieven zou kunnen gaan, zoals de opwekking van energie met wind en zon.
41
De tabel is samengesteld uit data afkomstig van onderzoeksbureau SOMO (2009) en de Duitse milieuorganisatie Bund (2009). Het toont de investerende onderneming, de centrale waar het om gaat, of het een steenkool of bruinkoolcentrale betreft en de investeringen in miljoenen euro’s. Het toont tevens de status van het project. Zie voor meer informatie rondom projectstatus Bund, Geplante und im bau befindliche Kohlekraftwerke. Stand: November 2009, 2009, en SOMO, Sustainability in the Dutch power sector, 2009.
26
2.2. Banken die nieuwe steenkoolcentrales financieren 2.2.1. E.ON Aandelen Tussen september en december 2009 hadden zes banken de volgende aandelenbelangen in E.ON in bezit of in beheer:42
Deutsche Bank AXA BNP Paribas ING Bank KBC Bank Dexia
1,9 % 1,1 % 0,4 % 0,1 % 0,1 % 0,1 %
€ 1145,8 mln € 689,1 mln € 267,2 mln € 85,7 mln € 61,9 mln € 57,8 mln
Obligaties In januari 2010 werden de volgende banken gevonden met obligaties van E.ON in bezit of beheer:43
Deutsche Bank BNP Paribas ING
0,5% 0,2% 0,1%
€ 150,1 mln € 58,7 mln € 35,9 mln
Leningen In oktober 2008 verstrekte een bankensyndicaat van elf banken een lening van € 12,5 miljard aan E.ON AG. De lening was in twee stukken verdeeld: een lening van € 7,5 miljard over een jaar en een lening van € 5 miljard over drie jaar. De opbrengsten van beide leningen zouden worden gebruikt voor het aflossen van schulden. BNP Paribas, Citibank en Deutsche Bank namen deel aan deze financiering, elk voor een bedrag van € 1136 miljoen.44 In november 2008 verstrekte een bankensyndicaat een doorlopende kredietfaciliteit van € 7,5 miljard dollar aan E.ON AG. Dat krediet moest worden gebruikt als back-up en voor algemene bedrijfsdoeleinden. BNP Paribas, Citibank en Deutsche Bank namen deel aan deze transactie.45 42 43 44 45
Thomson One Database, geraadpleegd in maart 2010. Bloomberg Database, geraadpleegd in januari 2010. “Germany: Ja, we can”, International Financing Review, 22 November 2008, beschikbaar (mits ingeschreven) op www.ifre.com;”The Milkybar Kid is tough and strong”, International Financing Review, 15 November 2008, beschikbaar (mits ingeschreven) op www.ifre.com; Thomson One Database, geraadpleegd in januari 2010. Thomson One Database, geraadpleegd in december 2009.
27
In oktober 2009 verkreeg E.ON AG een rollover krediet van € 4 miljard, dat het vorige krediet van € 7,5 miljard moest vervangen. De voorziening werd gebruikt om schuld in te lossen en had een vervaltijd van een jaar. BNP Paribas, Citibank en Deutsche Bank waren bij de transactie betrokken als bookrunner, elk voor een geschat bedrag van € 133 miljoen.46 Uitgifte van obligaties Tabel 5 vat alle obligaties samen waarbij de onderzochte banken een rol speelden als bookrunner of als deelnemer. De uitgiftes gebeurden in de periode 2008-2009 door E.ON AG en E.ON International Finance.47 Datum Februari 2008 Maart 2008 April 2008 April 2008
Totaal bedrag Vervalobligatiedatum uitgifte (€ mln) 63 Maart 2013 300 Oktober 2017 98 April 2013 April 2018 + 1.891 2038
Mei 2008
1.000
Juli 2008
36
Augustus 2008
50
Augustus 2008
2.000
November 2008
1.000
Juni 2014 Juli 2013 September 2013 September 2011 + 2015 November 2010
Januari 2009
1.750
Januari 2014
Januari 2009
1.500
Januari 2016
Januari 2009
Februari 2009
83 Februari 2014 51 Februari 2011
Maart 2009
750
Mei 2009
750
Mei 2009 Juni 2009 Juli 2009
46 47
Maart 2013
November 2011 90 Februari 2011 December 35 2013 50 Juli 2039
Bookrunners BNP Paribas BNP Paribas BNP Paribas
Geschat bedrag bank (€ mln)
63 300 98
Deutsche Bank
461
Fortis, deel van BNP Paribas (een v/d 4 bookrunners) Citibank
250
(een v/d 7 betrokken banken)
BNP Paribas ING
(een v/d 4 bookrunners)
BNP Paribas
(een v/d 3 bookrunners)
Citibank
(een v/d 4 bookrunners)
ING (een v/d 3 bookrunners) BNP Paribas BNP Paribas Fortis, deel van BNP Paribas (een v/d 4 bookrunners)
36 50 500 333 438 500 83 51 188
Deutsche Bank
250
BNP Paribas
90 35
(een v/d 3 bookrunners)
Deutsche Bank Deutsche Bank
Thomson One Database, geraadpleegd in december 2009. Thomson One Database, geraadpleegd in januari 2010.
50
28
2.2.2. RWE Aandelen Tussen oktober en december 2009 hadden vijf banken de volgende aandelenbelangen van RWE in bezit of in beheer:48
Deutsche Bank AXA BNP Paribas Dexia KBC Bank
1,7 % 0,8 % 0,2 % 0,1 % 0,1 %
€ 675,4 mln € 320,8 mln € 70,4 mln € 38,0 mln € 23,6 mln
Obligaties In januari 2010 werden de volgende twee banken gevonden met obligaties van RWE in bezit of in beheer:49
BNP Paribas Deutsche Bank
0,4 % 0,3 %
€ 48,6 mln € 36,5 mln
Leningen In januari 2009 verstrekte een internationaal bankensyndicaat van tien banken een lening van € 9,0 miljard aan RWE AG. Die lening was bedoeld voor de financiering van de overname van Essent, een Nederlands energiebedrijf dat ook steenkool gebruikt om elektriciteit op te wekken. BNP Paribas nam deel aan deze financiering voor een bedrag van € 900 miljoen.50 In september 2009 verstrekte een internationaal bankensyndicaat aan RWE AG een lening van € 2 miljard voor een jaar. De lening was bedoeld om schuld af te lossen en had als vervaldatum december 2010. BNP Paribas, Citibank, Deutsche Bank en ING namen deel aan deze lening voor een bedrag van € 46 miljoen elk.51 Uitgifte van obligaties RWE Finance gaf voor € 2.000 miljoen aan obligaties uit in november 2008,
48 49 50 51
Thomson One Database, geraadpleegd in maart 2010. Bloomberg Database, geraadpleegd in januari 2010. “Energy in the market”, International Financing Review, 17 januari 2009, beschikbaar (mits ingeschreven) op www.pfie.com. Thomson One Database, geraadpleegd in januari 2010.
29
waarvan de helft zal vervallen in november 2013 en de andere helft in januari 2019. Deutsche Bank regelde deze obligatie-uitgifte voor RWE en droeg bij voor een bedrag van € 500 miljoen.52 In maart 2009 breidden RWE Aktiengesellschaft en RWE Finance BV hun bestaande Debt Issuance Programme van € 20,0 miljard uit naar € 30 miljard. Dit programma stelt hen in staat constant obligaties uit te geven aan de leden van het bankensyndicaat, tot een totaal van € 2,0 miljard per keer. Deutsche Bank regelde dit programma en droeg bij voor een bedrag van € 2.000 miljoen. Deutsche bank zette dit programma mee op, BNP Paribas en Citibank behoren tot de uitgevers. 53 In juni 2009 gaf RWE Finance obligaties uit met een totaalwaarde van € 1.737 miljoen. Een deel vervalt in juli 2022 en een ander deel in juli 2039. BNP Paribas was één van de banken die deze uitgifte regelden en droeg bij voor een bedrag van € 579 miljoen.54 2.2.3. Vattenfall Aandelen Vattenfall AB is 100% bezit van de Zweedse staat, dus geen van de onderzochte banken zijn betrokken55 Obligaties In januari 2010 werd de volgende bank gevonden met een obligatie in Vattenfall in bezit of in beheer:56
KBC
0,1 %
€ 6,8 mln
Leningen In maart 2009 verstrekte een internationaal bankensyndicaat een lening van € 2,3 miljard aan Vattenfall. De lening werd verstrekt voor het financieren van de overname van 49% van de Nederlandse energieproducent NUON en voor
52 53 54 55 56
Thomson One Database, geraadpleegd in januari 2010. “€ 20,000,000,000 Debt Issuance Programme Prospectus”, RWE, 1 april 2008. Thomson One Database, geraadpleegd in januari 2010. Thomson One Database, geraadpleegd in december 2009. Bloomberg Database, geraadpleegd in januari 2010.
30
algemene bedrijfsdoeleinden. BNP Paribas, Citibank en Deutsche Bank namen deel aan deze lening, elk voor een bedrag van € 256 miljoen.57 Uitgifte van obligaties Tabel 6 bevat alle obligaties uitgegeven door Vattenfall in de periode 20082009, die door minstens één van de banken uit dit rapport werden geregeld: Totaal bedrag obligatieuitgifte (€ mln)
Datum
Vervaldatum
November 2008
850 December 2013
November 2008
650
Januari 2009
252 Februari 2013
Maart 2009
2.700
Januari 2019
Maart 2013 + 2016 + 2021
Bookrunners BNP Paribas
213
BNP Paribas
163
(een v/d 4 bookrunners) (een v/d 4 bookrunners)
BNP Paribas
April 2009
1.454
252
BNP Paribas
338
Citibank
338
Deutsche Bank
338
BNP Paribas
162
(een v/d 8 bookrunners) (een v/d 8 bookrunners) (een v/d 8 bookrunners)
December 2019 + April 2039
Geschat bedrag bank (€ mln)
(een v/d 9 bookrunners)
Citibank
(een v/d 9 bookrunners)
Deutsche Bank
(een v/d 9 bookrunners)
April 2009
39
Maart 2029
BNP Paribas
150
Citibank
150
Deutsche Bank
150
(een v/d 9 bookrunners)
Mei 2009
1.350
Mei 2014
39
BNP Paribas
(een v/d 9 bookrunners) (een v/d 9 bookrunners)
In juni 2009 introduceerde Vattenfall een € 15,0 miljard Medium Term Note programma, wat hen in staat stelt constant obligaties uit te geven aan de leden van het bankensyndicaat, tot een totaal van € 15,0 miljard per keer. Deutsche Bank regelde dit programma, BNP Paribas en Citibank maken deel uit van de negen uitgevers van het syndicaat.
57
Thomson One Database, geraadpleegd in januari 2010.
31
Projectfinanciering voor steenkoolcentrales Banken financieren soms ook rechtstreeks nieuwe kolencentrales via projectfinanciering. De volgende projecten werden door banken actief in België mee gefinancierd. •
In december 2005 kondigde PKE, deel van de Tauron Groep, aan dat het project financiering zou ontvangen voor de steenkoolcentrale Lagisza Power Plant in Polen. 30% van de kosten van de centrale zouden gedekt worden door de uitgifte van obligaties voor een bedrag van PLN 650 miljoen (€ 165 miljoen). De centrale heeft een vermogen van 460 MW. Drie banken zaten in het uitgiftesyndicaat, waaronder Handlowy Bank (een dochter van Citibank).
•
In november 2006 ontving de Duitse ‘Duisburg-Walsum 10’ steenkoolcentrale van EVN (Oostenrijk) en Evonik (Duitsland) projectfinanciering ter waarde van € 615 miljoen. Daarmee was dit de grootste projectfinanciering ooit in Duitsland. In het syndicaat zaten 16 banken. Fortis (deel van BNP Paribas) nam deel voor € 50 miljoen en Dexia voor € 30 miljoen. De centrale heeft een capaciteit van 750 MW en zou in 2010 opgestart worden.58
•
In juli 2008 kondigde KMW, een Duits energiebedrijf, aan op zoek te zijn naar projectfinanciering: het bedrijf zocht € 1,2 miljard voor zijn kolencentrale van 823 MW aan de Ingelheimer Aue site in Mainz, Duitsland. Volgens de milieuorganisatie BUND zal het project jaarlijks 4,2 miljoen ton aan CO2-emissies uitstoten. In augustus 2008 werd aangekondigd dat Deutsche Bank de enige bookrunner zou zijn en dus het volledige bedrag zou regelen. In september 2009 kondigde KMW echter aan dat de constructie van zijn nieuwe kolencentrale tijdelijk werd uitgesteld door de crisis in de financiële markten.59
•
In december 2008 leende GDF Suez US$ 393 miljoen. Deze 16,5 jarige lening werd afgesloten voor haar CTA (Central Termoelectrica Andino) project: een kolencentrale van 150 MW in Chili. Twee van de vijf banken in het bankensyndicaat waren Fortis Bank (deel van BNP Paribas) en ING Bank.60
•
In mei 2009 kondigde het Duitse bedrijf Grosskraftwerk Mannheim (GKM) aan dat het projectfinanciering zocht voor de ontwikkeling van een 911 MW kolencentrale voor zijn Mannheim site. De centrale zou operationeel worden in 2013, en zal twee bestaande blokken met een gecombineerde output van 440 MW vervangen. In maart 2010 werd een vijfjarige lening afgesloten, die bestaat uit een termijnkrediet van € 750 miljoen en een weerkerend krediet van € 50 miljoen. Twaalf banken voorzien dit krediet, waaronder Deutsche Bank.61
58 59 60 61
Poland Business News, “Polish power firm PKE’s shareholders approve PLN 650 mln bond issue for Lagisza investment”, Poland Business News, 18 July 2006. Thomson One Database, geraadpleegd in mei 2010. Tearsheet 2459240158, Thomson One Database, geraadpleegd in mei 2010. “GKM closes thermal power debt”, Project Finance Magazine, 3 March 2010; Tearsheet 2460285158, Thomson One Database, geraadpleegd in mei 2010.
32
Klimaatoplossing 3: delf geen teerzanden! Teerzanden zijn afzettingen van zand, klei, water en ‘bitumen’: een visceuze vloeistof die tot olieproducten verwerkt kan worden. De totale gekende wereldreserves bedragen het equivalent van 6000 miljard vaten aardolie. Dat is meer dan de conventionele aardoliereserves. In Alberta, Canada, wordt steeds meer teerzand opgegraven. Met de bewezen reserves teerzand in Canada kunnen 170 miljard vaten olie economisch rendabel geproduceerd worden: enkel Saoedi-Arabië heeft grotere oliereserves. Momenteel worden er per dag 1,3 miljoen vaten olie uit teerzand geproduceerd in Alberta. Door massale investeringen ten belope van 136 miljard dollar zou die productie tegen 2020 oplopen tot 4,5 miljoen vaten per dag.62 Bij de productie stoot olie uit teerzand twee tot driemaal zoveel broeikasgassen uit als conventionele olie. Als de verbranding van de olie wordt meegerekend, is olie uit teerzand over haar ‘levensduur’ 15 tot 40% vervuilender dan conventionele olie. Ook bij teerzandprojecten biedt het afvangen en opslaan van CO2 geen soelaas om de enorme nadelen tegen te gaan, schrijven WWF en de Co-operative Bank in een recente studie.63 De problematiek van het gebruik van teerzand voor energie-opwekking is dus gelijkaardig aan die van steenkool: het verergert het klimaatprobleem in plaats van bij te dragen aan een oplossing. De ontginning en omzetting van teerzanden tot olie levert met 40 miljoen ton CO2-uitstoot per jaar de grootste bijdrage aan klimaatverandering in Canada. In het proces worden tevens duizenden hectaren oerbossen, die op de teerzanden staan, kaal gekapt. Deze bossen vertegenwoordigen meer dan 25% van de overgebleven oerbossen op onze planeet. Voor het klimaat is de vernietiging van deze wouden funest. Ze houden meer dan 47 miljard ton CO2 vast.64
62 63 64
Government of Alberta, Alberta’s oil sands: the resource, beschikbaar op http://www. oilsands.alberta.ca/documents/The_resource.pdf, laatst bezocht op 18 mei 2010. The Co-operative financial services en WWF UK, Carbon capture and storage in the Alberta tar sands – a dangerous myth, 2009. Greenpeace Canada: http://www.greenpeace.org/canada/en/campaigns/tarsands, laatst bezocht op 18 mei 2010.
33
Onder meer Greenpeace Canada voert campagne om alle teerzandprojecten een halt toe te roepen. Ook de First Nations, inheemse groepen in Canada, protesteren tegen de ontginning van olie uit teerzand. Op de jaarlijkse vergadering van Royal Bank of Canada, een Canadese bank die de teerzandindustrie financiert, noemde een vertegenwoordiger van de First Nationas de milieu-impact van teerzanden een ‘environmental holocaust’. Naast de impact op het klimaat, zorgen teerzanden bij de productie immers ook voor water- en luchtvervuiling.65 George Poitras, een voormalige leider van de Mikisew Cree First Nation stelt het als volgt: “We zien een schrikwekkend hoog aantal gevallen van kanker in Fort Chipewyan waar ik leef. We zijn ervan overtuigd dat deze kanker gelinkt kan worden aan de ontwikkeling van teerzanden aan de drempels van onze huizen. Het verkort onze levens. Daarom noemen we het niet langer ‘vuile olie’ maar ‘bloederige olie’. Het bloed van de bewoners van Fort Chipewyan kleeft aan de handen van deze bedrijven.”66 3. 1. Bedrijven die onderdeel zijn van het probleem: Shell en Suncor Een aantal ondernemingen is betrokken bij de winning van olie uit teerzand in Canada. De belangrijkste zijn Suncor en Syncrude en een resem meer bekende oliemaatschappijen zoals Shell. Het Canadese Suncor was de eerste onderneming die teerzand ontgon in Canada. Nu is het het grootste oliebedrijf in Canada in de teerzandsector. Suncor produceert meer dan 200.000 vaten olie per dag,waarbij ieder uur het equivalent van 637 ton CO2 in de atmosfeer terecht komt. Suncor wil de productie van olie uit teerzand stelselmatig opdrijven tot 550.000 vaten in 2012.67 Het Nederlandse oliebedrijf Shell heeft zich ook op de winning van teerzand gestort, onder andere als hoofdaandeelhouder van Albain Sands dat meer dan 155.000 vaten olie uit teerzand per dag produceert. Shell plant de productie uit te breiden tot 500.000 vaten per dag.68
65 66 67 68
Van Hasselt, Caroline, The Wall Street Journal, 3 maart 2010. Platform, Cashing in on Tar Sands, 2010, p.44, beschikbaar op http://platformlondon.org/ files/cashinginontarsandsweb.pdf, laatst bezocht op 18 mei 2010. Suncor: www.suncor.com, laatst bezocht op 18 mei 2010. Shell: http://www.shell.ca/home/content/can-en/aboutshell/our_business/oil_sands/, laatst bezocht op 18 mei 2010.
34
Suncor Energy is een geïntegreerd energiebedrijf dat zich
strategisch toelegt op het ontwikkelen van de grootste
petroleumvoorraden wereldwijd – de teerzanden van
Athabasca in Canada. Door operaties in Canada en de
Verenigde Staten is Suncor een belangrijk Noord-Amerikaanse
energieproductent geworden met een dagelijkse productie
van 264.700 barrels olie equivalent en een jaarinkomen van
€ 30,1 miljard in 2008.69
Royal Dutch Shell is het moederbedrijf van een grote groep
van energiebedrijven en bedrijven in de petrochemie.
Het houdt zich bezig met de exploratie, productie en handel
van diverse energiebronnen wereldwijd. Het bedrijf voert
operaties uit langs vijf segmenten: exploratie en productie,
gas en energie, teerzanden, olieproducten en chemicaliën.
Royal Dutch Shell is gevestigd in Den Haag, Nederland.
In 2008 bedroeg haar jaarinkomen€ 328,1 miljard.70
3.2. Banken die het probleem financieren 3.2.1.Shell Aandelen Tussen september 2009 en februari 2010 hadden de volgende banken aandelen van Shell in bezit of beheer:71
AXA Deutsche Bank BNP Paribas ING Bank Dexia Bank
1,1% 0,5% 0,3% 0,1% 0,1%
€ 1331,5 mln € 598,1 mln € 356,3 mln € 149,9 mln € 79,5 mln
69 70 71
Profundo, Financing of coal mining by Belgian banks, 2010, p.40. Profundo, Financing of coal mining by Belgian banks, 2010, p.38. Thomson One Banker Database, geraadpleegd in maart 2010.
35
Obligaties In februari 2010 hadden de volgende banken minstens 0,1% van de uitstaande obligaties van Shell in bezit of beheer:72
ING Deutsche Bank BNP Paribas AXA KBC
0,3% 0,2% 0,1% 0,1% 0,1%
€ 58 mln € 39 mln € 19 mln € 19 mln € 19 mln
Uitgifte van obligaties Enkele onderzochte banken waren betrokken bij twee uitgiftes van obligaties door Shell sinds begin 2008: •
In september 2009 gaf Shell International Finance obligaties uit voor een totaal bedrag van US$ 5,0 miljard (€ 3,4 miljard). De uitgifte gebeurde in vier schijven en was bedoeld voor algemene bedrijfsdoeleinden. Morgan Stanley (VS), Bank of America (VS) en Deutsche Bank waren samen de bookrunners. Deutsche Bank onderschreef 33,3% van de uitgifte voor een bedrag van US$ 1,67 miljard (€ 1,1 miljard).73
•
In februari 2009 gaf Shell International Finance obligaties uit voor een totaal bedrag van € 3,0 miljard. De uitgifte was bedoeld voor algemene bedrijfsdoeleinden. BNP Paribas, Deutsche Bank en JPMorgan (VS) waren de drie bookrunners voor de deal. BNP Paribas en Deutsche Bank verkochten elk obligaties voor een geschat bedrag van € 399 miljoen.74
72 73 74
Bloomberg Database, geraadpleegd in februari 2010. Tearsheet deal nummers 2108445001, 2108443001, 2108442001, 2108440001, Thomson ONE Banker, 15 september 2009. Thomson One Banker Database, geraadpleegd in februari 2010.
36
3.2.2. Suncor Energy Aandelen In december 2009 hadden de volgende banken aandelen van Suncor Energy in bezit of beheer:75
AXA
0,9%
€ 352,4 mln
Obligaties In februari 2010 hadden de volgende banken obligaties van Suncor Energy in bezit of beheer:76
AXA ING Deutsche Bank
0,8% 0,4% 0,1%
€ 56,8 mln € 28,4 mln € 7,1 mln
Leningen In maart 2008 verving Suncor Energy een bestaande doorlopende kredietfaciliteit van C$ 2 miljard (€ 1,29 miljard) door een nieuwe vijf jaar lopende kredietfaciliteit van een internationaal bankensyndicaat voor een bedrag van C$ 3,5 miljard (€ 2,26 miljard).77 Het syndicaat werd door Royal Bank of Canada (Canada), CIBC (Canada), TD Bank (Canada) en BNP Paribas opgezet. 15 Banken namen deel aan het syndicaat, waaronder BNP Paribas, Citigroup en Deutsche Bank. Van de bijkomende C$ 1,5 miljard (€ 970 miljoen) werd het aandeel van de verschillende banken als volgt ingeschat:78
BNP Paribas Citigroup Deutsche Bank
11,3% 3,5% 7,2%
€ 111 mln € 35 mln € 71 mln
In maart 2008 verkreeg Petro-Canada, dat nu deel is van Suncor Energy, een doorlopende kredietfaciliteit van een internationaal bankensyndicaat voor een bedrag van C$ 3.570 miljoen ( € 2.337 miljoen) ter uitbreiding van een bestaande faciliteit van C$ 2,2 miljard ( € 1,4 miljard).79
75 76 77 78 79
Thomson One Banker Database, geraadpleegd in maart 2010. Bloomberg Database, geraadpleegd in februari 2010. Suncor Energy, Annual Report 2008, maart 2009. Tearsheet facility nummer 2358296115, Thomson ONE Banker, 23 maart 2008. Petro-Canada, Annual Report 2008, maart 2009.
37
De fondsen dienden voor het herfinancieren van bestaande schuld. Vier Canadese banken functioneerden gezamenlijk als bookrunners voor de deal. Onder de tien andere banken die deelnamen aan het syndicaat waren BNP Paribas, Citigroup en Deutsche Bank. Van de bijkomende C$ 1.370 miljoen (€ 885 miljoen) werd het aandeel van de verschillende banken als volgt ingeschat:80 BNP Paribas 6,0% € 54 mln Citigroup 6,0% € 54 mln Deutsche Bank 6,0% € 54 mln Uitgifte van obligaties In mei 2008 gaf Petro-Canada, nu deel van Suncor Energy, obligaties uit voor een totaal bedrag van US$ 1,5 miljard (€ 963 miljoen). De uitgifte gebeurde in twee schijven en was bedoeld voor algemene bedrijfsdoeleinden en voor het terugbetalen van bestaande schuld. Citigroup, Deutsche Bank en HSBC (Verenigd Koninkrijk) waren gezamenlijk de bookrunners voor de deal. Citigroup en Deutsche Bank verkochten elk een deel van de obligaties geschat op 13,3%, voor een bedrag van US$ 320 miljoen (€ 205,9 miljoen). BNP Paribas was een van de andere tien banken in het syndicaat en onderschreef de uitgifte voor een bedrag van US$ 150 miljoen (€ 96 miljoen).81 In juni 2008 gaf Suncor Energy obligaties uit voor een totaal bedrag van US$ 2 miljard (€ 1,3 miljard). De uitgifte gebeurde in twee delen en was bedoeld voor algemene bedrijfsdoeleinden. Het syndicaat dat de obligaties uitgaf werd geleid door Bank of America (Verenigde Staten), BNP Paribas, Morgan Stanley (Verenigde Staten) en Royal Bank of Canada (Canada). 15 Banken onderschreven deze uitgifte, waaronder:82
BNP Paribas Citigroup Deutsche Bank
16,0% 1,5% 3,5%
€ 205,9 mln € 19,3 mln € 45,0 mln
80 81 82
Tearsheet facility nummer 2355870115, Thomson ONE Banker, 28 maart 2008. Tearsheet deal nummers 1976890001, 1976891001, Thomson ONE Banker, 12 mei 2008. Suncor Energy, Prospectus Supplement, Calgary, 3 juni 2008; Suncor Energy, “Suncor Energy Prices US$ 2 Billion Debt Issue”, persbericht, Calgary, 3 juni 2008.
38
Klimaatoplossing 4: stop ontbossing voor palmplantages! De Wereld Voedsel en Landbouw Organisatie (FAO) schat dat elk jaar een gebied zo groot als Griekenland van ‘s werelds bossen wordt omgekapt. De grootste oorzaak van ontbossing is de productie houtproductie en veeteelt voor export en consumptie in het Noorden. Door het kappen van bossen komt heel wat CO2 vrij. Ontbossing is dan ook verantwoordelijk voor 17% van de wereldwijde GHG-emissies,83 meer dan bijvoorbeeld de transportsector.84 Door ontbossing komen niet alleen broeikasgassen vrij, maar verdwijnt ook absorptiecapaciteit voor die klimaatveranderende stoffen. De oorzaken van ontbossing verschillen per regio. In Brazilië zijn veeteelt en sojaproductie bijvoorbeeld prominente oorzaken. In Indonesië is de productie van pulp en palm één van de drijvende krachten achter ontbossing.85 De ontbossing in Brazilië en Indonesië alleen al doet wereldwijde doelstellingen voor emissievermindering, zoals bepaald in het Kytoprotocol vrijwel te niet86 en plaatst Brazilië en Indonesië op resp. de 3e en 4e plaats van ’s werelds grootste vervuilers.87 Een van de activiteiten die bijdraagt aan ontbossing is de teelt van palmolie. De hoge prijs voor palmolie zorgt voor een snelle groei in gebieden waar het geteeld wordt. Volgens een rapport van de FAO, de UNEP en de UN Forum on Forests draagt het vervangen van bossen door palmolieplantages significant bij tot ontbossing in sommige landen.88 Desondanks zijn de plannen voor uitbreiding van de palmproductie enorm in Indonesië en staat Brazilië op het lijstje van landen klaar om grootschalige productie van palmolie te promoten.89
83 84 85 86 87 88 89
UNEP, FAO, UNFF. Vital forest graphics, 2009, p.10,43. BankTrack, A Challenging Climate 2.0, 2009, p.13. Andere producten naast palmolie en vlees die een groot aandeel in ontbossing hebben zijn: houtkap, soja en biobrandstoffen. Zie o.a. Global Canopy Foundation, Global Forest Footprints, 2009. UNEP, FAO, UNFF. Vital forest graphics, 2009, p.57. Banktrack, A Challenging Climate 2.0, 2009, p.13. UNEP, FAO, UNFF. Vital forest graphics, 2009, p.22. Global Canopy Foundation, Global Forest Footprints, 2009, p.24.
39
4.1. Bedrijf dat deel is van het probleem: Wilmar Het in Singapore gevestigde bedrijf Wilmar is een van de grootste spelers in de Zuidoost-Aziatische palmoliesector, met een omzet van meer dan 5,3 miljard US dollar in 2007.90 Naar eigen zeggen is Wilmar International (onderdeel van de grotere Wilmar groep): • • •
Eén van de grootste plantagehouders in Indonesië en Maleisië De grootste verwerker en verhandelaar van palmolie in de wereld De grootste producent van biodiesel91 uit palm in de wereld.92
In Indonesië zijn ontbossing en de degradatie van veengronden verantwoordelijk voor 80% van de uitstoot van broeikasgassen.93 Het land verliest jaarlijks 2 miljoen hectare aan tropisch regenwoud, onder andere voor de productie van palmolie.94 Indonesië (43%) en Maleisië (42%) produceren samen 85% van de wereldwijde palmolie, wat maakt dat ondernemingen zoals Wilmar LDT significant bijdragen aan het klimaatprobleem. Bovendien werd Wilmar in 2007 in een rapport van Friends of the Earth onder meer gelinkt aan het systematisch illegaal afbranden van woud om plek te maken voor plantages, een praktijk verboden door de Indonesische overheid.95 Het controversiële karakter van Wilmar zorgde er in september 2009 voor dat de Wereldbank besliste om het financieren van de palmoliesector op te schorten. Een interne audit had immers uitgewezen dat het financieren van Wilmar de interne procedures schond en het mogelijk maakte dat sociale en milieuregulaties geschonden werden.96 Palmolie wordt, naast toepassingen voor cosmetica en de voedselindustrie, ook gebruikt voor de transportsector, door de stijgende productie van 90 91 92 93 94 95 96
Profundo, Buyers and financiers of the Wilmar Group, 2007. Banktrack, A Challenging Climate 2.0, 2009, p.13. Wilmar International, http://www.wilmar-international.com/about_index.htm, laatst bezocht op 18 mei 2010. Banktrack, A Challenging Climate 2.0, 2009, p.13. Danielsen et al, “Biofuel Plantations on Forested Lands: Double Jeopardy for Biodiversity and Climate”, Conservation Biology, april 2009, p.2, beschikbaar op http://www.worldwildlife.org/ who/media/press/2008/WWFBinaryitem10887.pdf; laatst bezocht op 18 mei 2010. Milieudefensie, Lembaga Gemawan & KONTAK, Policy, practice, pride and prejudice, 2007. Mongabay.com: http://news.mongabay.com/2009/0909-palm_oil_ifc.html, laatst bezocht op 18 mei 2010.
40
biobrandstoffen. De groeiende vraag naar biobrandstoffen zorgt ervoor dat meer en meer land voor landbouw gebruikt wordt. Volgens de International Energy Agency vereist het vervangen van 10% van de brandstof voor transport door biobrandstoffen tegen 2020 een oppervlakte grond dat gelijk staat aan het equivalent van 43% van de huidige landbouwoppervlakte in de VS en 38% daarvan in de EU. Om aan deze vraag te kunnen voldoen zonder aan het globale voedselaanbod te raken zouden natuurlijke ecosystemen zoals bossen gebruikt moeten worden. De bezorgdheid over klimaatverandering heeft tot een grotere focus op hernieuwbare energiebronnen zoals biobrandstoffen geleid. Toch is de CO2-uitstoot die gepaard gaat met ontbossing groter dan de uitstoot die geweerd wordt door het gebruik van biobrandstoffen van landbouwgewassen.97
Wilmar International
De Wilmar Groep werd in 1991 in Singapore opgericht en is nu een van de grootste palmolieproducenten in Azië. De Wilmar Groep bezit ook heel wat palmolieplantages. In 2008 was Wilmar eigenaar van 223.000 hectare palmolieplantages, waarvan 160.805 hectare in Indonesië. De maatschappij achter de groep is Wilmar International in Singapore. Sinds juli 2006 groeide Wilmar door verschillende fusies en overnames. Het effect daarvan is een vervijfvoudiging van de omzet van 5 miljard dollar in 2005 naar 29 miljard dollar in 2008 en een vertienvoudiging van de netto winst van 105 miljoen dollar in 2005 naar 1,5 miljard dollar in 2008.98
97 98
UNEP, FAO, UNFF, Vital forest graphics, 2009, p.30. Profundo, Financing of coal mining by Belgian banks, 2010, p.44.
41
4.2. Banken die het probleem financieren Aandelen In november 2009 hadden twee banken de volgende aandelenbelangen in Wilmar in bezit of in beheer:99
Deutsche Bank AXA
0,1 % 0,1 %
€ 26,1 mln € 15,4 mln
Leningen In april 2008 verstrekte een bankensyndicaat van vier banken een lening van € 400 miljoen aan Wilmar International. ING nam deel aan deze lening voor € 100 miljoen .100
99 100
Thomson ONE Database, geraadpleegd in maart 2010. Wilmar International, “US$400,000,000 Unsecured 3-Year Revolving Loan Facility”, Singapore, 15 april 2008; Thomson ONE database, geraadpleegd in februari 2009.
42
Hoofdstuk 3 | De financieringen en investeringen in een notendop
Hoofdstuk 3 | De financieringen en investeringen in een notendop 1. Betrokkenheid van Belgische banken in klimaatschadelijke bedrijven101 1.1. AXA AXA is niet betrokken bij kredietverlening noch als investment banker bij uitgiftes van aandelen of obligaties door de onderzochte bedrijven. De reden hiervoor is dat AXA zich niet bezighoudt met dit soort activiteiten maar focust op verzekeringen en vermogensbeheer. AXA heeft in vijf onderzochte bedrijven aandelenbelangen of obligaties in bezit of beheer, voor een totaal bedrag van € 2785 miljoen. Tabel 7 Investeringen door AXA in 2008-09 (in miljoen €) Bedrijf
Aandelen Obligaties in bezit of in bezit of beheer beheer 689,1
E.ON
Krediet Uitgifte Uitgifte verlevan van ning aandelen obligaties
Totale investering
689,1
RWE
320,8
Shell
1.331,5
19,0
1.350,5
352,4
56,8
409,2
Suncor Energy
320,8
Vattenfall Wilmar International Totaal
0,0 15,4 2.709,2
15,4 75,8
0
0
0
2.785,0
1.2. BNP Paribas BNP Paribas heeft in drie van de onderzochte bedrijven aandelen en obligaties in bezit of beheer voor een totaal bedrag van € 820,2 miljoen. De bank verleende ook diensten via investment banking aan zes van de onderzochte bedrijven voor € 4102,9 miljoen en gaf leningen aan vier bedrijven voor € 2503 miljoen. De bank speelt daarmee een grote rol in het financieren van de klimaatschadelijke bedrijven opgenomen in dit onderzoek. 101
Profundo, Financing of coal mining by Belgian banks, 2010, pp.32-34.
44
Tabel 8 Investeringen door BNP Paribas in 2008-09 (in miljoen €) Bedrijf E.ON
Aandelen Obligaties Krediet Uitgifte Uitgifte in bezit of in bezit of verlevan van beheer beheer ning aandelen obligaties 267,2 58,7 1.136,0 1.506,0
RWE
70,4
48,6
Shell
356,3
19,0
946,0
579,0
Totale investering
2.967,9 1.644,0
399,0
774,3
Suncor Energy
165,0
301,9
466,9
Vattenfall
256,0
1.317,0
1.573,0
Wilmar International Totaal
693,9
126,3
2.503,0
0
4.102,9
7.426,1
1.3. Citigroup Citigroup speelt een rol via kredietverlening en investement banking: de bank gaf leningen voor een bedrag van € 1527 miljoen aan vier bedrijven en was betrokken bij de uitgifte van obligaties door drie bedrijven voor een bedrag van€ 1349,2 miljoen. Tabel 9 Investeringen door Citigroup in 2008-09 (in miljoen€) Bedrijf E.ON
Aandelen Obligaties Krediet Uitgifte Uitgifte in bezit of in bezit of verlevan van beheer beheer ning aandelen obligaties 1.136,0 474,0
RWE
46,0
Totale investering
1.610,0 46,0
Shell
-
Suncor Energy Vattenfall Wilmar International Totaal
89,0
225,2
314,2
256,0
650,0
906,0 -
-
-
1.527,0
-
1.349,2
2.876,2
1.4. Deutsche Bank Deutsche Bank is betrokken bij het vermogensbeheer van vier onderzochte bedrijven voor een totaal bedrag van € 2678,1 miljoen. Daarnaast verleende ze krediet voor € 1563 miljoen aan vier bedrijven en was ze betrokken bij
45
de uitgifte van obligaties van vijf bedrijven voor een bedrag van € 5695,9 miljoen. Tabel 10 Investeringen door Deutsche Bank in 2008-09 (in miljoen €) Bedrijf E.ON
Aandelen Obligaties Krediet Uitgifte Uitgifte in bezit of in bezit of verlevan van beheer beheer ning aandelen obligaties 1.145,8 150,1 1.136,0 796,0
RWE
675,4
36,5
Shell
598,1
39,0
Suncor Energy
7,1
Vattenfall Wilmar International Totaal
46,0
Totale investering
3.227,9
2.500,0
3.257,9
1.499,0
2.136,1
125,0
250,9
383,0
256,0
650,0
906,0
26,1 2.445,4
26,1 232,7
1.563,0
-
5.695,9
9.937,0
1.5. Dexia Dexia speelt een eerder kleine rol: het is enkel betrokken door middel van het bezit of beheer van aandelen in E.ON, RWE en Shell, voor een totaal bedrag van € 175,3 miljoen. Tabel 11 Investeringen door Dexia in 2008-09 (in miljoen €) Bedrijf E.ON
Aandelen Obligaties Krediet Uitgifte Uitgifte in bezit of in bezit of verlevan van beheer beheer ning aandelen obligaties 57,8
Totale investering
57,8
RWE
38,0
38,0
Shell
79,5
79,5
Suncor Energy
-
Vattenfall
-
Wilmar International Totaal
175,3
-
-
-
-
175,3
1.6. ING ING gaf de voorbije jaren kredieten aan Wilmar voor € 100 miljoen, had
46
aandelen en obligaties in bezit of beheer van E.ON, Shell en Suncor Energy voor een totaal bedrag van € 357,9 miljoen en het was betrokken bij de uitgifte van obligaties van E.ON voor een bedrag van € 1000 miljoen. Tabel 12 Investeringen door ING in 2008-09 (in miljoen €) Bedrijf E.ON
Aandelen Obligaties Krediet Uitgifte Uitgifte in bezit of in bezit of verlevan van beheer beheer ning aandelen obligaties 85,7 35,9 1.000,0
Totale investering
1.121,6
RWE Shell
149,9
Suncor Energy
58,0
207,9
28,4
28,4
Vattenfall Wilmar International Totaal
100,0 235,6
122,3
100,0
100,0 -
1.000,0
1.457,9
1.7. KBC Ook KBC speelt een eerder kleine rol en is enkel betrokken bij het vermogensbeheer van E.ON, RWE, Shell en Vattenfall, voor een totaal bedrag van € 111,3 miljoen. Tabel 13 Investeringen door KBC in 2008-09 (in miljoen €) Bedrijf E.ON RWE
Aandelen Obligaties Krediet Uitgifte Uitgifte in bezit of in bezit of verlevan van beheer beheer ning aandelen obligaties 61,9 23,6
Shell
61,9 23,6
19,0
19,0
6,8
6,8
Suncor Energy
-
Vattenfall Wilmar International Totaal
Totale investering
85,5
25,8
-
-
-
111,3
47
2. Grootste Belgische investeerders in klimaatschadelijke bedrijven en in de ontginning van steenkool102 In tabel 13 worden de onderzochte Belgische banken gerangschikt volgens hun globale financiële betrokkenheid in de zes klimaatschadelijke bedrijven. De totale investering van de onderzochte banken in de zes bedrijven in 2008 en 2009 bedraagt een totaal van € 24,8 miljard. Tabel 14 Belgische investeerders van klimaatschadelijke bedrijven in 2008-09 (in miljoen€) Investeerder
Aandelen Obligaties Krediet Uitgifte Uitgifte in bezit of in bezit of verlevan van beheer beheer ning aandelen obligaties Deutsche Bank 2.445,4 232,7 1.563,0 5.695,9 BNP Paribas Citigroup
Totale investering
9.937,0
693,9
126,3
2.503,0
-
4.102,9
7.426,1
-
-
1.527,0
-
1.349,2
2.876,2
AXA
2.709,2
75,8
-
-
-
2.785,0
ING
235,6
122,3
100,0
-
1.000,0
1.457,9
Dexia
175,3
-
-
-
-
175,3
KBC
85,5
25,8
-
-
-
111,3
6.334,9
582,9
5.693,0
-
12.148,0
24.768,8
Triodos Totaal
Tabel 14 geeft een overzicht van de totale investering van de Belgische banken in 2008 en 2009 in de sector van steenkoolontginning. Het totaal bedraagt bijna € 3,2 miljard. De meeste investeringen gebeurden via het bezit of beheer van aandelen en door het helpen van bedrijven om obligaties uit te geven.
102
Profundo, Financing of coal mining by Belgian banks, 2010, p.7.
48
Tabel 15 Grootste investeerders in de ontginning van steenkool in 2008-2009 (in miljoen €) Investeerder
Aandelen Obligaties Krediet Uitgifte Uitgifte in bezit of in bezit of verlevan van beheer beheer ning aandelen obligaties Deutsche Bank 267,0 21,1 14,1 332,6 410,2 BNP Paribas
Totale investering
757,5
298,2
7,0
98,3
18,9
308,7
731,1
AXA
617,1
61,8
-
-
-
679,0
ING
161,0
57,9
70,0
309,7
44,9
543,8
Citigroup
48,0
9,3
8,3
90,3
243,3
399,1
Dexia
25,0
-
-
-
-
25,0
-
5,7
18,3
-
-
24,0
1.416,3
162,9
208,9
751,4
1.007,1
3.159,5
KBC Triodos Totaal
3. Conclusie Deutsche Bank komt uit dit onderzoek naar voor als de absoluut grootste investeerder in de onderzochte bedrijven in 2008 en 2009. Dit is voornamelijk te wijten aan de grote financiële betrokkenheid van Deutsche Bank bij de Duitse energiebedrijven E.ON en RWE. Aangezien steenkoolcentrales een groot deel van het portfolio van deze energiereuzen vormen, kan gesteld worden dat Deutsche Bank significant bijdraagt aan de opwarming van het klimaat door deze investeringen. Wanneer het relatieve financiële belang in de sector van steenkoolontginning en in de zes onderzochte klimaatschadelijke bedrijven wordt gewogen, komt BNP Paribas als belangrijkste uit het onderzoek: de bank was financieel betrokken bij bijna alle bestudeerde bedrijven en investeerde globaal gezien het grootste bedrag in de bedrijven met een hoge koolstofvoetafdruk de voorbije twee jaar. We kunnen concluderen dat alle onderzochte banken, behalve Triodos, de voorbije twee jaar financieel betrokken waren bij verschillende bedrijven en zo mee de opwarming van het klimaat financierden.
49
Hoofdstuk 4 | Van klimaatschadelijk naar groen bankieren
Hoofdstuk 4 | Van klimaatschadelijk naar groen bankieren Banken menen het met de strijd tegen de opwarming van het klimaat: in hoofdstuk 5 komen een aantal verklaringen en initiatieven van de bankwereld aan bod. Maar ondanks de groene intenties en dito investeringen van heel wat banken, worden praktijken en projecten waarvan bewezen is dat ze een disproportionele negatieve impact hebben op het klimaat, nog steeds met ons spaar- en beleggingsgeld gefinancierd. Netwerk Vlaanderen, Bond Beter Leefmilieu, Greenpeace, Friends of the Earth en WWF betreuren dat. De financiering is immers een cruciale fase in het al dan niet doorgaan van een project of activiteit. Banken hebben met hun investeringskeuzes een grote impact op de richting waarin een economie evolueert. Deze macht brengt ook een grote verantwoordelijkheid met zich mee. Financiële instellingen zouden daarom bepaalde investeringen moeten weigeren en zich terugtrekken uit sectoren en bedrijven die een substantieel negatieve impact op het klimaat hebben. Ook kunnen banken het klimaateffect van al hun overige leningen en investeringen drastisch verminderen. Tenslotte houdt een positieve bijdrage van banken aan het klimaatprobleem in dat zij proactief een snelle transitie naar een economie met weinig tot geen CO2-uitstoot ondersteunen. Samengevat dient een bank die het meent met haar strijd tegen de klimaatverandering:103 1. 2. 3. 4. 5.
Een einde te maken aan het ondersteunen van activiteiten die een nefaste invloed hebben op klimaatverandering De klimaatimpact van alle investeringen te verminderen De overgang naar een economie met weinig tot geen CO2-uitstoot te financieren Niet te investeren in valse oplossingen voor het klimaatprobleem en deze niet te promoten Transparantie in de praktijk te brengen
De campagne-eisen van Netwerk Vlaanderen, Bond Beter Leefmilieu, Greenpeace, Friends of the Earth en WWF worden hieronder toegelicht en geïllustreerd met positieve voorbeelden uit binnen- en buitenland.
103
De aanbevelingen zijn gebaseerd op de gezamenlijke positie van de leden van het BankTrack-netwerk, zoals geformuleerd in december 2009.
51
1. Maak een einde aan het ondersteunen van activiteiten die een nefaste invloed hebben op klimaatverandering Allereerst zouden banken maatregelen moeten treffen om alle activiteiten en projecten die substantieel bijdragen aan klimaatverandering niet langer te financieren. Investeringen in nieuwe steenkoolcentrales die de economie de komende vier decennia op een milieuvernietigend pad zetten, vervuilende oliewinning uit teerzanden en het financieren van grootschalige ontbossing zijn niet compatibel met wetenschappelijk en politiek noodzakelijk bevonden CO2-emissiereducties. We roepen daarom banken op om in de eerste plaats: •
de investeringen en andere financiële dienstverlening aan nieuwe met steenkool gestookte elektriciteitscentrales te stoppen;
•
de investeringen en andere financiële dienstverlening aan nieuwe steenkoolextractie, de ontginning van teerzanden en praktijken die grootschalige ontbossing veroorzaken te stoppen;
•
de investeringen en andere financiële dienstverlening aan de meest schadelijke en minst efficiënte praktijken in andere broeikasgasintensieve sectoren (zoals grootschalige landbouw voor productie van veevoeders en productie van voertuigen met hoge uitstoot) te stoppen.
52
Wat: Beleid dat klimaatschadelijke investeringen weert Wie: Coop Bank, ASN en Dexia De Britse Co-operative Bank (Coop Bank) verklaart dat ze “geen bedrijven zal financieren waarvan de voornaamste activiteit bijdraagt tot de klimaatverandering door de extractie of de productie van fossiele brandstoffen (olie, kolen en gas), en evenmin de ondernemingen die erg schadelijke brandstoffen zoals olie uit teerzand en bepaalde biobrandstoffen verdelen.”104 Algemene Spaarbank Nederland (ASN bank) mijdt de financiering van activiteiten die direct of indirect veel broeikasgassen uitstoten, namelijk: - Elektriciteitsproductie door middel van bruinkolen, kolen, olie of gas - Activiteiten die veel fossiele energie verbruiken zoals: mijnbouw, exploratie en productie van bruinkool, kolen, olie en gas, basischemie, basismetaal of productie cement - Ontbossing - Landbouwactiviteiten die sterk bijdragen aan de uitstoot van broeikasgassen bijvoorbeeld het kappen van bossen of de verdroging van graslanden - Producten die in de gebruiksfase veel fossiele energie verbruiken: vervoer over de weg en door de lucht op basis van verbrandingsmotoren 105 In België publiceerde Dexia energy sector guidelines die grenzen stellen aan financieringen in de olie- en gassector of voor biobrandstoffen en nucleaire en thermische energie-opwekking. Hoewel minder verregaand dan de Coop Bank en ASN, sluiten deze richtlijnen toch financieringen en advies aan teerzandprojecten in kwetsbare gebieden, offshore projecten zonder een plan voor olielekken en oliewinning met het voortdurend affakkelen van gas, uit.
104 105
The Co-operative Bank, Our new bank Ethical Policy for 2009, beschikbaar op http://www. goodwithmoney.co.uk/ethical-banking/, bezocht op 8 februari 2010. ASN Bank, issue paper klimaat, beschikbaar op www.asnbank.nl/blob.asp?id=13329, geraadpleegd op 8 februari 2010.
53
2. Verminder de klimaatimpact van alle investeringen Naast het beëindigen van steun voor de meest klimaatschadelijke activiteiten, moet een bank ervoor zorgen dat haar bijdrage aan klimaatverandering via haar resterende activiteiten en portefeuilles drastisch verminderd wordt. De uitstoot van broeikasgassen moet in alle delen van de economie teruggebracht worden. Banken kunnen de CO2-uitstoot van hun investeringen verder terugdringen door de minst klimaatvriendelijke en minst energieefficiënte ondernemingen uit te sluiten en klanten incentives te bieden tot inspanningen voor het terugdringen van broeikasgassen. Banken kunnen daarvoor expliciete en toetsbare doelstellingen formuleren voor de reductie van het CO2-gehalte voor de gehele bankportefeuille. We roepen daarom banken op het volgende te doen: •
evalueer en rapporteer de uitstoot van broeikasgassen verbonden aan alle leningen, investeringen, en andere financiële diensten;
•
stel voldoende ambitieuze doelstellingen op voor vermindering van de uitstoot van broeikasgassen in lijn met de wetenschappelijke inzichten.
Wat: Reductiedoelstellingen Wie: Dexia Sommige financiële instellingen hebben al reductiedoelstellingen aangenomen voor hun beleggingsportefeuille of hun financieringen aan bepaalde sectoren. Zo neemt in ons land Dexia zich voor om de koolstofintensiteit van haar portefeuille met projecten voor elektriciteit- of warmteproductie 30% lager te houden dan wat het Internationale Energie Agentschap (IEA) vooropstelt én met 3,5% per jaar te laten dalen. Doel: de komende jaren evolueren van 0,35 ton naar 0,31 ton CO2 per MWh aan elektriciteitsproductie.106
106
Dexia, Duurzaamheidsverslag, 2009.
54
3. Financier de overgang naar een economie met weinig tot geen CO2-uitstoot Wereldwijd moet er massaal geïnvesteerd worden in de omvorming van de economie om gevaarlijke klimaatverandering te voorkomen. De totale jaarlijkse investeringen die nodig zijn om onder de 2 graden opwarming te blijven, worden tussen de 500 miljard en 1 biljoen dollar geschat tot 2030.107 Dit komt overeen met ongeveer 0,1% van de totale waarde van alle financiële activa en ongeveer 0,23% van de totale waarde van alle obligaties en aandelen. Dit is een haalbaar niveau, hoewel het een stuk boven het huidige niveau van investeringen ligt.108 Alleen al naar de uitbreiding van de infrastructuur voor hernieuwbare energie moet jaarlijks 100 miljard dollar gaan.109 Niets doen zal echter nog veel meer kosten: Stern berekende in 2006 dat de kostprijs om de gevolgen van de klimaatverandering te bestrijden kan oplopen tot 5 à 20% van het wereldwijde BBP. 110 Financiële instellingen moeten dus niet alleen de investeringen in klimaatschadelijke activiteiten stoppen, ze hebben ook een belangrijke rol te spelen in de financiering van de transitie naar een klimaatvriendelijke samenleving. Dat kan door voordelige rentetarieven te bieden voor de werkelijk groene sectoren en de steun voor de ontwikkeling en het gebruik van klimaatvriendelijke technologieën en productieprocessen te verhogen. Een goed bankbeleid rond klimaat zorgt verder voor financiële producten die groene keuzes stimuleren. Een voordelig krediet voor een zuinige auto, een verzekering die verminderd gebruik bevoordeelt of een fonds dat daadwerkelijk klimaatoplossingen financiert; al die producten kunnen de klant helpen klimaatvriendelijke keuzes te maken. Door de reductie van de energiefactuur van de klant is het risico op niet terugbetaling van het krediet voor de bank bovendien kleiner.
107 108 109 110
IEA, World Energy Outlook, persbericht, 2009. UNEPFI, “World’s largest investors urge prompt action on climate change policies”, persbericht 14 januari, 2010. Ballesteros A.R., J. Coequyt, et al, Futu[r]e Investment: A Sustainable Investment Plan for the Power Sector to Save the Climate, at 10 (European Renewable Energy Council and Greenpeace International), 2007. Stern, Nicholas, Stern Review Report on the Economics of Climate Change, executive summary (full), p.10, beschikbaar op http://www.hm-treasury.gov.uk/stern_review_ report.htm, laatst bekeken op 17 mei 2010.
55
We vragen van banken daarom het volgende: •
Verhoog steun aan broeikasreducerende technologie, hernieuwbare energie en energie-efficiëntie. Onder andere investeringen in de volgende technologieën bevorderen duurzaamheid en moeten sterk toenemen:111 energie-efficiëntie, windenergie, zonne- energie, geothermie, Warmte Kracht Koppeling, Golfslag en STEG-centrales.
•
Ontwikkel producten en diensten om klanten te helpen hun steentje bij te dragen in de aanpak van de klimaatverandering.
Wat: Ambitieuzere bankstrategie Wie: Triodos in België en ASN in Nederland Triodos Bank en Algemene Spaarbank Nederland maken in hun investeringsbeleid duidelijk dat alternatieven voor de klimaatopwarming financieren prioriteit is. Niet alleen kiezen ze ervoor om in eerste instantie te investeren in bedrijven die kiezen voor alternatieven op de lange termijn, ze sluiten ook de grootste vervuilers uit voor financiering. Op die manier werken ze aan een belangrijke beperking van het CO2-gehalte van hun investeringsportefeuille. Wat: Financiering Grootschalige Groene Energieprojecten Wie: Dexia In ons eigen land bewijzen banken zoals Dexia dat waar een wil is ook een weg is. Dexia gaat voor de financiering van de windenergie voor de Belgische kust met financieringen aan de windparken van C-Power, Belwind en Eldepasco. In het C-Power park staan nu al zes windmolens. Daarmee is een investering gemoeid van 150 miljoen euro. In totaal zou er 800 miljoen euro geïnvesteerd worden om tot een park met 60 windmolens te komen. C-Power zou zo voorzien in 1% van de Belgische elektriciteitsproductie. Belwind wil in 2 fases telkens 55 windmolens bouwen, goed voor een investering van 615 miljoen euro.
111
Netwerk Vlaanderen, Beleggers op hete kolen, mei 2008, pp. 7-8.
56
4. Investeer niet in en promoot geen valse oplossingen voor het klimaatprobleem Banken moeten keuzes maken in hun investeringen. Als ze willen meewerken aan het binnen de perken houden van klimaatverandering, moeten banken niet enkel de meest schadelijke activiteiten weren uit hun investeringsportefeuille. Ze moeten ook kritisch staan ten aanzien van het investeren in zogenaamde ‘oplossingen’ voor het klimaatprobleem. Wat als oplossing wordt voorgesteld is namelijk niet altijd echt een oplossing. Een aantal technologieën is discutabel: investeren hierin kan enkel als voldaan is aan een reeks van ecologische en sociale criteria. Andere technologieën hebben duidelijk geen duurzaam effect, deze niet duurzame technologieën moeten worden geweerd uit investeringen. We roepen banken dan ook op niet te investeren in valse oplossingen voor het klimaat. Banken moeten daarin ook heel duidelijk zijn naar de klant toe. Als antwoord op het toegenomen bewustzijn ten aanzien van het klimaatprobleem lanceerden verschillende financiële instellingen beleggingsproducten en andere fondsen die hierop inspelen. Klanten die willen beleggen met aandacht voor het milieu hebben recht op eerlijke producten. Banken die fondsen op de markt brengen onder de term ‘duurzaam’, ‘groen’ of ‘klimaatvriendelijk’, kunnen dit alleen doen als dat product ook daadwerkelijk investeert in bedrijven die een voortrekkersrol spelen op vlak van milieu en geen klimaatschadelijke activiteiten ontwikkelen. Het rapport Beleggers op hete kolen uit 2008 van Netwerk Vlaanderen samen met Friends of the Earth, Greenpeace, WWF en BBL toonde aan dat er een aantal fondsen op de markt is die niet voldoen aan voorwaarden om onder de noemer ‘klimaatfonds’ of ‘groen’ fonds te bestaan. We vragen banken daarom niet aan consumenten misleiding te doen door ‘vervuilende’ groene fondsen op te zetten. We roepen banken op: •
Investeer niet in valse oplossingen zoals kernenergie, grootschalige productie van biobrandstoffen met een negatief koolstofsaldo en andere negatieve milieu-effecten en grootschalige waterkrachtcentrales.
•
Doe niet aan greenwashing en consumentenmisleiding door in ‘groene’ fondsen ondernemingen met een negatieve milieu-impact, die het zogezegd beter doen dan sectorgenoten, op te nemen.
57
Discutabele technologieën: in deze technologieën kan niet worden geïnvesteerd, tenzij aan strikte voorwaarden wordt voldaan112 Aardgas Als energiebron heeft aardgas een CO2-balans die maar de helft van steenkool bedraagt. Aardgas kan deel uitmaken van een middenlange termijn oplossing. Een aantal moderne conventionele steenkoolcentrales kan gemakkelijk aangepast worden om over te schakelen naar andere energiebronnen, waaronder aardgas. Deze overschakeling van steenkool naar aardgas levert een onmiddellijke vermindering van CO2, waardoor er tijd vrijkomt om te investeren in duurzame oplossingen die de CO2-uitstoot totaal uitschakelen. Aardgas mag dus niet gezien worden als een lange termijn oplossing, noch mag het de zoektocht naar duurzame oplossingen uitstellen. Biobrandstoffen Aangezien het effect op het klimaat en de sociale en milieu-impact van biobrandstoffen en individuele grondstoffen sterk verschilt, zouden banken gelijk welke financiering van biobrandstofproductie moeten laten afhangen van een onafhankelijk beoordeelde volledige levenscyclus koolstofbalans, die ook de indirecte impact op landgebruik in rekening brengt. Projecten zouden ook moeten aantonen dat ze niet concurreren met een meer gunstig of noodzakelijk gebruik van het land door lokale gemeenschappen en dat er geen negatieve impact is op de voedselzekerheid.
112
Netwerk Vlaanderen, Beleggers op hete kolen, mei 2008, pp. 9-10.
58
Niet duurzame technologieën: in deze technologieën kan niet worden geïnvesteerd Kernenergie113 De nadelen en negatieve gevolgen van kernenergie zijn niet te overzien. Er is geen oplossing voor het kernafval. Kernenergie is vervuilend door het lozen van grote hoeveelheden radioactieve stoffen. Het is gevaarlijk: zowel de centrales zelf als de mogelijkheid tot het ontwikkelen van atoomwapens houden een risico in. Aangezien het verzekeren van het volledige risico kernenergie tot 1 euro / kWh duurder zou maken, zijn de Belgische kerncentrales zelfs te weinig verzekerd. Kernenergie is bovendien duur: in België heeft de consument meer dan 28 miljard euro betaald voor de kerncentrales. Het rekken van de levensduur van de oude kerncentrales met enkele jaren staat ook de ontwikkeling van hernieuwbare energie in de weg. Er zijn tenslotte ook problemen met uraniummijnen: inheemse volkeren worden bedreigd door de ontginning van uranium. Grootschalige waterkrachtcentrales114 Waterkracht wordt vaak gezien als een energiebron die bijna geen broeikasgassen uitstoot. Er is echter groeiend bewijs dat het rotten van organisch materiaal in grote tropische reservoirs een belangrijke uitstoter is van CO2 en methaan. Bovendien gaan grote waterkrachtcentrales vaak gepaard met ernstige milieu-, sociale en economische problemen. Tussen de 40 en 80 miljoen mensen wereldwijd werden gedwongen te verhuizen voor de bouw van dit soort centrales.
113 114
Netwerk Vlaanderen, Beleggers op hete kolen, mei 2008, p. 14. Banktrack, A Challenging Climate 2.0, position paper, 2009 , p. 25.
59
5. Wees transparant en rapporteer Een laatste belangrijk element in een adequaat klimaatbeleid voor financiële instellingen is transparantie en rapportering. Banken kunnen open en gedetailleerd communiceren over: • • •
de sectoren, projecten en ondernemingen die ze uitsluiten voor investering en financiële dienstverlening. Van die sectoren en ondernemingen wordt best een duidelijke omschrijving gegeven, met een publiek te consulteren zwarte lijst met namen van overheden, projecten en ondernemingen; de sectoren, projecten en ondernemingen waarin ze voordelig en proactief investeren. Een exemplarische benadering met enkele mediagenieke projectfinancieringen volstaat niet. De financiële instelling maakt best de hele portefeuille van klimaatvriendelijke investeringen publiek. Zo kunnen de samenleving en de klant nagaan vanwaar het geld voor de transitie naar een groene economie komt en of zijn of haar financiële instelling ertoe bijdraagt. Tegelijk kunnen financiële instellingen dan met elkaar vergeleken worden om hun engagement op het vlak van klimaatvriendelijke investeringen te beoordelen; de jaarlijkse reductiedoelstellingen voor gefinancierde broeikasgasemissies. Deze moeten openlijk worden bekend gemaakt en geëvalueerd. Welke reductie een financiële instelling effectief behaalt in haar gefinancierde emissies moet jaarlijks gemeten worden om er verslag van uit te brengen. De resultaten worden best geverifieerd en goedgekeurd door een onafhankelijke auditeur.
Op basis van deze rapportering kan een maatschappelijke discussie gevoerd worden over welke financiële instellingen de beste benadering voor staan. Enkel zo kan de bankklant een geïnformeerde keuze maken en weet hij waarvoor het spaargeld dat hij aan de bank toevertrouwt, gebruikt wordt.
60
Hoofdstuk 5 | Wat gebeurt er vandaag?
Hoofdstuk 5 | Wat gebeurt er vandaag? 1. Publieke verklaringen Financiële instellingen treden steeds vaker naar buiten om het belang van de strijd tegen de klimaatverandering te onderstrepen. Het voorbije jaar lieten verschillende coalities van investeerders van zich horen met vooruitstrevende positiebepalingen. Zo is er de 2009 Investor Statement on the Urgent Need for a Global Agreement on Climate Change die, zoals de naam zegt, overheden opriep om werk te maken van een ambitieus en bindend klimaatakkoord in Kopenhagen. In de daarop volgende verklaring 2010 Investor Statement on Catalyzing Investment in a Low-Carbon Economy, opgesteld na de top van Kopenhagen, uitte hetzelfde platform nogmaals haar bezorgdheid. De investeerders vinden dat er een legaal bindend klimaatakkoord moet komen dat de lange termijn reductiedoelstellingen voor broeikasgassen vastlegt. Dit akkoord moet ook de doelstellingen rond bosbescherming, het opvangen van de effecten van klimaatverandering en de overdracht van technologie bepalen. De investeerders gaan akkoord met de wetenschappelijke reductiedoelstellingen die voorgesteld worden door het IPCC. Voor de rijke landen betekent dat reducties in de uitstoot van broeikasgassen van 25-40% tegen 2020 en 80-95% tegen 2050. De verklaring werd onderschreven door vier netwerken uit de financiële sector die samen 13 biljoen dollar beheren, met name de Institutional Investors Group on Climate Change (IIGCC) waarvan BNP Paribas Asset Management deel uitmaakt, het Investor Network on Climate Risk, de Investor Group on Climate Change (IGCC) en tenslotte UNEP Initiative dat als leden onder andere AXA, Citigroup, Deutsche Bank, Dexia en ING telt.
62
2. Bankproducten die klimaatvriendelijk gedrag belonen115 Nu banken overtuigd zijn van de klimaatproblematiek, kunnen ze met advies en gepaste producten klanten zoals overheden, ondernemingen en particulieren aansporen tot groene investeringen en klimaatsparend gedrag. Hier geven we een overzicht van enkele voorbeelden van zulke groene bankproducten die nu al op de Belgische markt worden aangeboden. Wat: Klimaatvriendelijke spaarproducten Wie: Triodos en het Krekelsparen bij BNP Paribas Onze spaargelden slapen niet bij de bank. Ze bieden onze banken extra kredietverleningsmogelijkheden. Enkele bankgroepen gebruiken de ontvangen spaargelden om iets te doen aan de klimaatopwarming. Triodos Bank bijvoorbeeld, stelt dat 66% van haar Belgische kredietportefeuille geplaatst is in de sector ‘natuur en milieu’.116 Triodos hanteert ook criteria die uitsluiten dat spaargeld (en ander door Triodos geplaatst geld) geïnvesteerd wordt in bedrijven en activiteiten die schadelijk zijn voor het milieu en/of het klimaat. Zo worden bedrijven en activiteiten die ernstige milieuschade veroorzaken, uitgesloten van financiering. Ook bedrijven betrokken bij kernenergie, grootschaligelandbouw, etc. komen niet voor financiering in aanmerking.117 Ook het spaarproduct ‘Krekelsparen’ van BNP Paribas kiest ervoor om bij voorkeur in een aantal sociale en/of ecologische projecten en bedrijven te investeren. Tevens hanteert dat product uitsluitingscriteria die milieuschadelijke investeringen moeten vermijden. De spaargelden op Krekelspaarrekeningen mogen bijvoorbeeld niet gebruikt worden ter financiering van bedrijven betrokken bij kernenergie, Ook grootschalige projecten met een belangrijke negatieve impact op het milieu, zoals mijnbouw- en waterkrachtcentrales worden uitgesloten van financiering.118
115 116 117 118
Dit hoofdstuk is voor een groot deel gebaseerd op de antwoorden van de in dit rapport betrokken financiële instellingen op een bevraging door Netwerk Vlaanderen in december 2009 en januari/ februari 2010. Het betreft: BNP Paribas (antwoord aan Netwerk Vlaanderen van 21 december 2009 en 3 februari 2010), KBC Bank (antwoord aan Netwerk Vlaanderen van 30 december 2009 en 2 februari 2010), AXA (antwoord aan Netwerk Vlaanderen van 28 december 2009 en 5 februari 2010), Dexia Bank (antwoord aan Netwerk Vlaanderen van 12 januari en 5 februari 2010), ING (antwoord aan Netwerk Vlaanderen op 14 januari en 8 februari 2010) . Deutsche Bank en Citibank hebben aan die bevraging niet meegewerkt. Daarom zijn van deze instellingen geen voorbeelden opgenomen. Triodos Bank: antwoord aan Netwerk Vlaanderen, 27 januari 2010. Triodos Bank: http://www.triodos.be/be/static/pdf/benl_investmentcriteria.pdf, laatst bezocht op 18 mei 2010. BNP Paribas: avenant bij Krekelspaarovereenkomst met o.a. Netwerk Vlaanderen.
63
Wat: Klimaatvriendelijke beleggingsproducten Wie: Triodos Bank en de meeste grootbanken Een voorbeeld van betere ‘groene’ beleggingsproducten zijn de beleggingsfondsen aangeboden door de Triodos Bank. Deze fondsen verlenen voorrang aan bedrijven met meer dan 50% van hun activiteiten in o.m. milieutechnologie, hernieuwbare energie, biologische landbouw en verantwoorde gezondheidszorg. Bovendien worden bedrijven in de beleggingsproducten van Triodos Bank ook geselecteerd op basis van negatieve sociale en ecologische criteria. Zo gelden dezelfde uitsluitingscriteria als hierboven beschreven bij de spaarproducten.119 Daarnaast bieden ook de meeste grootbanken zoals AXA, BNP Paribas, Dexia, ING en KBC groene, duurzame of klimaatvriendelijke beleggingsproducten aan. Meestal betreft het beleggingsfondsen of gestructureerde producten. Ze beleggen in effecten van bedrijven en/of overheden die geselecteerd zijn op basis van ecologische criteria. Wat milieuvriendelijk is en wat niet, wordt door de productontwikkelaar zelf bepaald. Sommigen sluiten bedrijven betrokken bij teerzand, kolen, olie en gas of kernenergie per definitie uit, anderen niet of enkel onder bepaalde omstandigheden. Voor sommige producten komen enkel bedrijven die voor meer dan 50% met hernieuwbare energie bezig zijn in aanmerking, bij anderen volstaat een veel kleiner aandeel. Eigen aan gestructureerde producten is dat ze het merendeel van het geld beleggen in vastrentende effecten. Hierdoor wordt slechts een zeer beperkt deel van de belegde middelen in op ecologische prestaties gescreende bedrijven belegd. Sommige producten beleggen er zelf helemaal niet in, maar koppelen louter de opbrengst van het product aan de opbrengst van de gescreende bedrijven. Green komt hier wel heel dicht bij greenwash.120
119 120
Triodos Bank: http://www.triodos.be/be/static/pdf/benl_investmentcriteria.pdf, laatst bezocht op 18 mei 2010. Wie meer voorbeelden wil van degelijke beleggingsproducten kan terecht op de website van Netwerk Vlaanderen waar een wegwijzer met spaar- en beleggingsproducten wordt aangeboden: http://www.netwerkvlaanderen.be/nl/index.php?option=com_content&task= blogcategory&id=34&Itemid=321.
64
Wat: Kredietverlening en audits voor energiezuinig wonen en rijden Wie: Bijna alle onderzochte bankgroepen Goedkope groene leningen voor woningen In België geeft de overheid een rentekorting van 1,5% en een belastingvermindering voor groene leningen121 in privé-woningen. AXA, BNP Paribas, Dexia, ING en KBC bieden kredieten aan die voor deze overheidssteun in aanmerking komen. Het betreft woningkredieten en leningen op afbetaling. AXA, BNP Paribas en Dexia geven aan dat ze bovenop de rentekorting vanwege de overheid, zelf nog een rentekorting geven. BNP Paribas en AXA bieden ook kredieten aan een verlaagd tarief aan voor groene investeringen die niet aan de criteria van de overheid beantwoorden. Het kan bijvoorbeeld gaan om investeringen voor grotere bedragen, van doe-het-zelvers en/of voor investeringen die niet voor 100% ‘groen’ zijn. Triodos Bank specialiseert zich in het aanbieden van een hypothecair krediet voor passiefwoningen. Dat zijn woningen die nog nauwelijks verwarminginstallaties nodig hebben. Goedkope leningen voor groene bedrijfshuisvesting en energie-audits Dexia biedt een bijzondere energy-line aan voor openbare besturen en de non-profit sector. Deze energy-line financiert, in de vorm van leasing, de installatie van zonnepanelen of warmtekrachteenheden met een minimum capaciteit van 10 kWp. Dexia koppelt deze leasing aan een dienstverlening die voorziet in begeleiding op maat op het vlak van voorstudies, rendement, installatie, controle, onderhoud, etc. De terugbetaling wordt gebaseerd op de reële financiële winst die uit de besparingen voortvloeien en kan van een verlaagd tarief genieten indien de investering beantwoordt aan voorwaarden gesteld door de Europese Investeringsbank. BNP Paribas stelt ook over een ‘A tot Z’-begeleiding te beschikken voor ondernemingen die projecten hebben van 500kWp of ongeveer 15.000 m2 dakoppervlakte.
121
De lening moet uitsluitend dienen voor het financieren van de volgende energiebesparende uitgaven: vervanging van oude stookketels, onderhoud van de stookketel, plaatsing van een systeem van waterverwarming door zonne-energie, plaatsing van zonnecelpanelen voor het omzetten van zonne-energie in elektrische energie, plaatsing van alle andere uitrustingen voor de productie van geothermische energieopwekking, plaatsing van dubbele beglazing, plaatsing van dak-, vloer- en muurisolatie, plaatsing van thermostatische kranen of een kamerthermostaat met tijdinschakeling, uitvoering van een energieaudit. Bron: Federale Overheidsdienst Financiën: http://minfin.fgov.be/portail2/nl/themes/dwelling energysaving/green.htm, laatst bezocht op 18 mei 2010.
65
Groene autoleningen aan verlaagd tarief In België is 19% van de broeikasgasuitstoot afkomstig van het wegvervoer.122 BNP Paribas, Dexia, ING, KBC bieden groene autoleningen aan. Groene autoleningen zijn leningen voor de aanschaf van wagens die behoren tot de ‘groene categorieën’ op het vlak van CO2-uitstoot: A, B of C.123 BNP Paribas, Dexia, KBC en ING stellen expliciet dat hun groene autoleningen genieten van gunstigere rentevoeten dan klassieke autofinancieringen. Dexia laat daarbij expliciet weten dat ook voertuigen met een thermo-elektrische motor en voertuigen met een lpg-installatie in aanmerking komen. BNP Paribas en Dexia geven tenslotte aan dat ze aan hun klanten een leasing aanbieden voor de vergroening van hun wagenpark. Bij Dexia houdt vergroening in: het verminderen van het aantal erg vervuilende wagens (uitstoot meer dan 150g/ km) en het uitbreiden (vervangen) met wagens met een lage CO2-uitstoot (minder dan 125g/km). Wie wenst kan door Dexia voorafgaand een analyse van de CO2-emissie van het wagenpark laten maken. Werknemers kunnen ook een praktische training krijgen in energiezuinig rijden. Wat: Klimaatvriendelijke verzekeringsproducten Wie: AXA en Dexia Minder vervuilen = minder betalen Sommige autoverzekeringen voorzien dat wie minder rijdt, ook een lagere premie moet betalen. Logisch, wie minder rijdt loopt minder risico op een ongeval. Maar er zit ook een belangrijke ecologische kant aan: wie minder rijdt vervuilt immers ook minder. AXA (formule miniKM) en Dexia (via CoronaDirect) bieden een km-variabele verzekering aan. DVV verzekeringen geeft een korting van 10% op de wagenverzekering van verzekeringsnemers die lessen in energiezuinig rijden volgden en een korting tot 20% voor de ongevallenverzekering van wagens met een lage CO2-uitstoot.
122 123
Federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu, https://portal.health.fgov.be/portal/page?_pageid=56,3118390&_dad=portal&_ schema=PORTAL, laatst bezocht op 18 mei 2010. Voor benzinewagens moet de CO2-uitstoot minder dan 160 g CO2/km zijn, voor dieselvoertuigen minder dan 145 g CO2/km. Bron Ecoscore.be: http://www.ecoscore.be/ecoscore /EcoScoreCO2.asp?Language=NL&vcat=M1&ExtendedSearch=M, laatst bezocht op 18 mei 2010.
66
Mens- en milieuvriendelijker belegde verzekeringsreserves Verzekeringsreserves van verzekeringsproducten die aangesloten zijn bij Portfolio21, zoals de kilometerverzekering van Corona Direct, worden niet belegd in bedrijven die ernstige milieuschade toebrengen en daarbij normen overtreden, alsook niet in bedrijven die de mensenrechten in de arbeidsomgeving niet respecteren zoals deze geformuleerd zijn in de basisconventies van de Internationale Arbeids Organisatie.124 Verzekering zonnepanelen gratis inbegrepen Dexia geeft aan dat opbrengstverlies en plotse materiële schade van zonnepanelen voor professioneel cliënteel gratis inbegrepen is in hun eigendoms- en ongevallenverzekering. BNP Paribas geeft aan dat zonnepanelen gratis mee verzekerd worden in sommige van hun brandverzekeringen.
124
Portfolio21: http://www.portfolio21.be/index.asp?LID=1, bezocht op 8 februari 2010.
67
Hoofdstuk 6 | De overheid kan de transitie regisseren
Hoofdstuk 6 | De overheid kan de transitie regisseren De klimaatonderhandelingen in Kopenhagen waren niet uit de media weg te slaan. Maar dat heeft niet tot een positief resultaat geleid. De conferentie eindigde zonder een internationaal bindend akkoord. In de eerste plaats dient er een globaal akkoord bereikt te worden over de te behalen globale emissiereductiedoelstellingen voor broeikasgassen, zodat we de klimaatopwarming zo ver mogelijk onder de 2 graden houden. De geïndustrialiseerde landen moeten hierbij bindende reductiedoelstellingen op korte en lange termijn opgelegd te krijgen. Daarnaast dienen ook ontwikkelingslanden gestimuleerd te worden om op een CO2-arme manier te groeien. Het is van belang dat men een voldoende hoge prijs voor vervuiling vastlegt, die de kost voor mens en milieu van alle broeikasgassen weerspiegelt. Een correcte en voorspelbare prijs voor milieuvervuiling zal investeerders een heel eind op weg helpen om beslissingen te nemen die de lange termijn en het milieu mee in rekening brengen. Naast wettelijk bindende reductiedoelstellingen en een prijs voor vervuiling, beschikken overheden over een breed gamma aan instrumenten om groene investeringen te faciliteren. Volgens Netwerk Vlaanderen, BBL, Greenpeace, Friends of the Earth en WWF moet een overheid in de eerste plaats de finaliteit van haar klimaatbeleid bewaken en dan voldoende krachtige instrumenten inzetten om andere maatschappelijke actoren in de juiste richting te sturen. Meer concreet: het volstaat niet om ‘iets’ groen te doen, bijvoorbeeld door hier en daar subsidies rond te strooien voor groene projecten. Nee, de overheid dient op basis van een duidelijke langetermijnvisie een doeltreffend, kostenefficiënt en sociaal rechtvaardig klimaatbeleid uit te stippelen met de inzet van verschillende beleidsinstrumenten. Zo dienen verscheidene financiële instrumenten zoals een vergroening van de fiscaliteit, met hogere lasten voor vervuiling en financiële en fiscale stimuli voor hernieuwbare energie, energiebesparing en groene technologieën ingezet te worden. Daarnaast dient ook een reglementair kader de transitie naar een klimaatvriendelijke samenleving te sturen. Al die maatregelen en de evenwichtige combinatie ervan, vallen buiten de reikwijdte van dit rapport. Het volstaat hier om aan te stippen dat de overheid: •
een ambitieus en bindend klimaatakkoord moet ontwikkelen op nationaal en regionaal niveau, dat een kader biedt voor een eerlijke
69
en sterke jaarlijkse emissiereductie in alle sectoren;125
•
investeringszekerheid voor groene projecten en bedrijven moet creëren door een goed wettelijk kader, een groene fiscaliteit en financiële en fiscale stimuli voor groene projecten en bedrijven in te voeren;
•
in haar wetgeving en normering de lat steeds hoger legt om tot een sterke definitie te komen van wat groene producten en activiteiten zijn in de verschillende levensdomeinen en sectoren. Bijvoorbeeld door in de nieuwbouw enkel nog passiefhuizen toe te laten of huishoudtoestellen te onderwerpen aan productnormen op basis van het energieverbruik. De overheid kan ook de trend zetten door in haar aanbestedingen sociale en duurzaamheidscriteria te integreren;
•
het goede voorbeeld geeft door haar eigen middelen, bijvoorbeeld van pensioenfondsen, te beleggen in projecten en producten die bijdragen tot de overgang naar een economie met weinig tot geen CO2-uitstoot. Daarnaast kan de overheid middelen ophalen op de markt en die onder voordelige voorwaarden groen lenen aan particulieren en ondernemingen of kan ze zich borg stellen voor dezelfde leningen vanuit financiële instellingen;
•
zorgt voor transparantie van de bankinvesteringen.
125
The Big Ask: http://www.thebigask.eu/news/clientearth-report-the-uk-climate-change-act- 2008-2013-lessons-for-national-climate-laws, laatst bezocht op 18 mei 2010.
70
Wat: Regeling om projecten te stimuleren die een positief milieueffect hebben Wie: Groene project in Nederland Deze regeling is in het leven geroepen om projecten te stimuleren die een positief effect op het milieu hebben. De overheid stimuleert deze projecten onder meer door de financiering van ‘groenprojecten’ aantrekkelijk te maken. Doordat de overheid een belastingvoordeel geeft aan ‘groene’ spaarders en beleggers, kan de bank een lening met een lager rentetarief verstrekken voor een duurzaam gebouwde woning, een windturbinepark of een biologisch landbouwbedrijf. Eind 2008 hadden al 234.000 Nederlanders ruim 6,8 miljard euro groen belegd, waarmee in de loop der jaren ruim vijfduizend groene projecten zijn gefinancierd. 126 Om te vermijden dat alles wat in de juiste richting gaat voor groen doorgaat, werken de Nederlanders met goed omschreven en strenge criteria over de projecten die in aanmerking komen.127
126 127
Senternovem, duurzaamheidsagentschap van het Nederland ministerie van Economie: www.senternovem.nl Een beknopte vergelijking met de situatie in België: de regeling goedgekeurd door minister Reynders om een rentekorting van 1,5% te geven voor energierenovaties aan woningen, de ‘groene hypotheek’, is interessant omwille van het rentevoordeel, maar is qua reikwijdte en uitwerking een stuk minder verregaand dan de groenregeling in Nederland. De situatie waarbij sommige banken de kredieten niet toekennen, omdat er wat administratief werk bij komt kijken, is niet aanvaardbaar. Het Fonds ter Reductie van de Globale Energiekost, dat via lokale entiteiten gelijkaardige leningen met rentekorting geeft, is evenzeer een positieve maar te partiële aanzet tot voordelige groene financieringen. In veel gemeenten kan je nog geen leningen krijgen vanuit het fonds, en het maximumbedrag en de looptijd zijn weinig flexibel.
71
Wat: Productomschrijving Wie: Federale overheid De overheid kan het groen investeren stimuleren door duidelijk te definiëren wat ‘groen’ is. Uit een aantal in dit dossier aangehaalde voorbeelden blijkt duidelijk dat een klare overheidsafbakening van ‘groene’ investeringsgoederen tot specifieke investeringsformules geleid hebben. Zo heeft de categorisering van de CO2-vervuilingsgraad van wagens het makkelijker gemaakt om te bepalen wat dan wel een ‘groene wagen’ is, wat een ‘groen wagenpark’ is, wat op zijn beurt aanleiding gegeven heeft voor groene wagenleningen en/ of groene wagenverzekeringen. Belangrijk hierbij is wel dat de gebruikte definitie voldoende sterk is128 en dat de producenten correcte info verstrekken over bijvoorbeeld de CO2-uitstoot. Zo ook heeft de afbakening van wat energievriendelijke investeringen zijn voor particulieren het mogelijk gemaakt dat groene woningleningen gegeven worden. Vanzelfsprekend heeft het ook geholpen dat er aan de ‘groene investeringsproducten’ ook fiscale voordelen verbonden waren. Geheel in dezelfde lijn zou het helpen mocht er een minimale norm vastgelegd worden voor wat ‘groene’ of ‘klimaatvriendelijke’ spaar- en beleggingsproducten genoemd worden. Deze norm zou ook gebruikt kunnen worden om het ethisch of duurzaam pensioensparen te definiëren en om op termijn het bestaande pensioensparen (inclusief fiscaal voordeel) te vervangen door een meer duurzame vorm.
128
Ook met andere vervuiling dan CO2 zoals fijn stof en verzurende stoffen moet rekening gehouden worden. Daarvoor kan de overheid gebruik maken van de Ecoscore voor wagens: www.ecoscore.be. Deze score brengt niet louter de CO2-uitstoot in kaart.
72
Terminologie Een doorlopende kredietfaciliteit is een kredietlijn waarbij de klant een bedrag betaalt om de fondsen te kunnen gebruiken wanneer de klant ze nodig heeft. De bank garandeert aan de klant een maximumbedrag dat kan uitgeleend worden. Tijdens de looptijd kan de klant de leensom telkens weer geheel of gedeeltelijk opnemen. Voor het openstaande saldo van het krediet wordt rente in rekening gebracht.129 De bookrunner leidt het effectensyndicaat en regelt de inschrijving, toewijzing en de na-markt voor alle syndicaatsleden.130 Een syndicaat is een groep van bankiers, verzekeraars, et cetera, die samenwerken aan een groot project. Een syndicaat werkt enkel tijdelijk samen. Ze worden vaak gebruikt voor grote kredieten of onderschrijvingen van emissies om het risico dat individuele bedrijven moeten nemen te verkleinen.131 Roll-over krediet is een zeer flexibele vorm van kredietverlening. Het wordt door één of meerdere kredietinstellingen verstrekt voor een bepaalde duur, tegen een rentevoet die geregeld herzien wordt volgens de contractueel overeengekomen periodiciteit en modaliteiten. Het roll-over krediet wordt voor een vaste, halflange termijn (1 à 10 jaar) toegekend en kan worden opgenomen in opeenvolgende voorschotten op korte termijn (3 à 6 maanden), die vernieuwbaar zijn tot de overeengekomen einddatum.132
129 130 131 132
Investopedia: http://www.investopedia.com/terms/r/revolvingcredit.asp, laatst bezocht op 18 mei 2010. Daily Finance: http://www.dailyfinance.nl/bookrunner-3416.html, laatst bezocht op 18 mei 2010. Investopedia: http://www.investopedia.com/terms/s/syndicate.asp, laatst bezocht op 18 mei 2010. Financieel lexicon 2000.
73
Bibliografie Arch Coal Inc., “EX-10.1” op 10Kwizard.com, geraadpleegd in augustus 2009. Arch Coal, “Purchase Agreement”, Arch Coal, 28 juli 2009. ASN Bank, issue paper klimaat, beschikbaar op www.asnbank.nl/blob.asp?id=13329, geraadpleegd op 8 februari 2010. Ballesteros A.R., J. Coequyt, et al, Futu[r]e Investment: A Sustainable Investment Plan for the Power Sector to Save the Climate, at 10 (European Renewable Energy Council and Greenpeace International), 2007. Banktrack. 2009. A Challenging Climate 2.0 What banks must do to combat climate change. Updated position paper Copenhagen edition December 2009, 2009, beschikbaar op: http://www. banktrack.org/download/a_challenging_climate_2_0_what_banks_must_do_to_combat_climate_ change/091210_banktrack_climate_paper.pdf, laatst bezocht op 18 mei 2010. Bloomberg Database: www.bloomberg.com Bund, Geplante und im bau befindliche Kohlekraftwerke. Stand: November 2009, 2009, beschikbaar op http://www.bund.net/fileadmin/bundnet/pdfs/klima_und_energie/20091118_klima_liste_ kokw_verfahrensstand.pdf, laatst bezocht op 18 mei 2010. Businessweek, “Arch Coal INC”, Snapshot, Investing Businessweek, geraadpleegd in januari 2010. Daily Finance: www.dailyfinance.nl Danielsen, Finn et al. Biofuel Plantations on Forested Lands: Double Jeopardy for Biodiversity and Climate, Conservation Biology, Volume 23, Number 2, April 2009, pp. 348-358(11). beschikbaar op http://www.worldwildlife.org/who/media/press/2008/WWFBinaryitem10887.pdf; laatst bezocht op 18 mei 2010. Dexia, Duurzaamheidsverslag, 2009. Ecoscore: http://www.ecoscore.be/ecoscore/EcoScoreCO2.asp?Language=NL&vcat=M1&ExtendedS earch=M, laatst bezocht op 18 mei 2010. Europese Commissie: http://ec.europa.eu/environment/climat/climate_action.htm, laatst bezocht op 22 mei 2010. Federale Overheidsdienst Financiën: http://minfin.fgov.be/portail2/nl/themes/dwelling/ energysaving/green.htm, laatst bezocht op 18 mei 2010. Federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu: https:// portal.health.fgov.be/portal/page?_pageid=56,3118390&_dad=portal&_schema=PORTAL, laatst bezocht op 18 mei 2010. Financieel lexicon 2000. Food and Agriculture Organization for the United Nations: http://www.fao.org climatechange/53244/en/, laatst bezocht op 22 mei 2010. Friends of the Earth, A dangerous obsession – the evidence against carbon trading and for solutions to avoid a climate crunch, 2009, beschikbaar op http://www.foe.co.uk/resource/reports/dangerous_ obsession.pdf, laatst bezocht op 22 mei 2010.
74
Global Canopy Foundation, Global Forest Footprints. How businesses around the world contribute to deforestation – the risks of inaction and the opportunity for change, 2009, beschikbaar op http:// www.forestdisclosure.com/docs/FFD-Global-Forest-Footprints-Report.pdf, laatst bezocht op 18 mei 2010. Government of Alberta, Alberta’s oil sands: the resource, beschikbaar op http://www.oilsands. alberta.ca/documents/The_resource.pdf, laatst bezocht op 18 mei 2010. Greenpeace, De wereld achter kolenstroom, pp.15-17, beschikbaar op http://www.greenpeace.org/ raw/content/nederland-old/reports/de-wereld-achter-kolenstroom.pdf, laatst bezocht op 17 mei 2010. Greenpeace Canada: http://www.greenpeace.org/canada/en/campaigns/tarsands, laatst bezocht op 18 mei 2010. Hansen, James, “Coal-fired power plants are death factories. Close them”, The Observer, 15 februari 2009. IEA, CO2 emissions from fuel combustion, 2009. IEA, Key World Energy Statistics, 2009. IEA, World Energy Outlook, 2009. IEA, World Energy Outlook, persbericht, 2009. Industrial Info Resources, “Banks Pull Funding for German Coal-Fired Power Plant”, Industrial Info Resources, 25 August 2009, beschikbaar op www.industrialinfo.eu/?newsitemID=149523, laatst bezocht op 18 mei 2010. Institutional Investors Group on Climate Change (IIGCC), the Investor Network on Climate Risk (INCR), the Investor Group on Climate Change/Australia and New Zealand (IGCC) Australia/New Zealand) and the UNEP Finance Initiative (UNEP FI). 2009, Investor Statement on the Urgent Need for a Global Agreement on Climate Change, 2009, beschikbaar op www.ceres.org/Document. Doc?id=495, laatst bezocht op 25 mei 2010. Intergovernmental Panel on Climate Change (IPCC), Climate change 2007: synthesis report., beschikbaar op http://www.ipcc.ch/publications_and_data/ar4/syr/en/contents.html, laatst bezocht op 25 mei 2010. International Financing Review, “Energy in the market”, 17 januari 2009. International Financing Review, “Germany: Ja, we can”, International Financing Review, 22 November 2008, beschikbaar (mits ingeschreven) op www.ifre.com International Financing Review, ”The Milkybar Kid is tough and strong”, International Financing Review, 15 November 2008, beschikbaar (mits ingeschreven) op www.ifre.com Investopedia: www.investopedia.com. Le Page, Michael, Climate change: A guide for the perplexed, 2007, beschikbaar op www. newscientist.com/article/dn11462, laatst bezocht op 25 mei 2010. McKinsey&Company, Naar een energie-efficiëntie van wereldklasse in België, 2009.
75
Milieudefensie, Lembaga Gemawan & KONTAK, Policy, practice, pride and prejudice, 2007, beschikbaar op http://www.foeeurope.org/publications/2007/Wilmar_Palm_Oil_Environmental_ Social_Impact.pdf, laatst bezocht op 18 mei 2010. MIRA-T, Achtergronddocument klimaatverandering, 2008. Mongabay.com: http://news.mongabay.com National Mining Association (U.S.A.), 2008 Coal Producers Survey, 2009. Netwerk Vlaanderen, Beleggers op hete kolen, mei 2008, beschikbaar op http://www. netwerkvlaanderen.be/nl/files/documenten/publicaties/dossiers/klimaatdossier.pdf. Netwerk Vlaanderen, Duurzame Wegwijzer, beschikbaar op http://www.netwerkvlaanderen.be/nl/ index.php?option=com_content&task=blogcategory&id=34&Itemid=321. Palmer, M.A. et al., “Mountaintop Mining Consequences”, Science, 8 januari 2010, Vol. 327. Petro-Canada, Annual Report 2008, maart 2009. Platform, Cashing in on Coal - RBS, UK Banks and the Global Coal Industry, 2008, beschikbaar op http://www.oyalbankofscotland.com/cioc/pdf/cashinginoncoal.pdf, laatst bezocht op 17 mei 2010. Platform, Cashing in on Tar Sands, 2010, beschikbaar op http://platformlondon.org/files/ cashinginontarsandsweb.pdf, laatst bezocht op 18 mei 2010. Portfolio21: http://www.portfolio21.be/index.asp?LID=1. Profundo, Buyers and financiers of the Wilmar Group. A research paper prepared for Milieudefensie (Friends of the Earth Netherlands), 2007 Profundo, Financing of coal mining by Belgian banks, 2010. Project Finance International, “Coal power news”, Project Finance International, 23 juli 2008, beschikbaar (mits ingeschreven) op www.pfe.com Project Finance Magazine, “GKM closes thermal power debt”, Project Finance Magazine, 3 March 2010. Rainforest Action Network (RAN), Financing global warming: Canadian banks and fossil fuels, 2008 RWE, “€ 20,000,000,000 Debt Issuance Programme Prospectus”, RWE, 2008. Senternovem, duurzaamheidsagentschap van het Nederland ministerie van Economie: www. senternovem.nl Shell: http://www.shell.ca/home/content/can-en/aboutshell/our_business/oil_sands/, laatst bezocht op 18 mei 2010. SOMO, Climate Greenwash website 2009: http://www.climategreenwash.org. SOMO. 2009. Sustainability in the Dutch Power Sector – 2009 Update, beschikbaar op http://somo. nl/publications-nl/Publication_3247-nl/, laatst bezocht op 18 mei 2010. SOMO. 2008. Sustainability in the Dutch Power Sector, beschikbaar op http://somo.nl/publicationsnl/Publication_2673-nl/?searchterm=, laatst bezocht op 18 mei 2010.
76
Stern, Nicholas, Stern Review Report on the Economics of Climate Change, beschikbaar op http:// www.hm-treasury.gov.uk/stern_review_report.htm, laatst bezocht op 17 mei 2010. Suncor: www.suncor.com. Suncor Energy, Annual Report 2008, maart 2009. Suncor Energy, “Suncor Energy Prices US$ 2 Billion Debt Issue”, persbericht, Calgary, 3 juni 2008. Suncor Energy, Prospectus Supplement, Calgary, 3 juni 2008. The Big Ask: http://www.thebigask.eu/news/clientearth-report-the-uk-climate-change-act-20082013-lessons-for-national-climate-laws, laatst bezocht op 18 mei 2010. The Co-operative Bank, Our new bank Ethical Policy for 2009, beschikbaar op http://www. goodwithmoney.co.uk/ethical-banking/, bezocht op 8 februari 2010. The Co-operative financial services en WWF UK, Carbon capture and storage in the Alberta tar sands – a dangerous myth, 2009. Thomson ONE Database: www.thomsonone.com Thomson One Banker Database: http://banker.thomsonib.com Triodos Bank: http://www.triodos.be/be/static/pdf/benl_investmentcriteria.pdf, laatst bezocht op 18 mei 2010. UNEP, Global Environmental Outlook 2000, 1999, beschikbaar op http://www.unep.org/geo/ geo2000/, laatst bezocht op 25 mei 2010. UNEP, FAO, UNFF. Vital forest graphics, 2009, beschikbaar op http://www.grida.no/_res/site/file/ publications/vital_forest_graphics.pdf, laatst bezocht op 18 mei 2010. UNEPFI, “World’s largest investors urge prompt action on climate change policies”, persbericht 14 januari, 2010. U.S. Energy Information Administration (EIA). 2009, May. International Energy Outlook 2009, hoofdstuk 5 – “Electricity”, beschikbaar op http://www.eia.doe.gov/oiaf/ieo/electricity.html, laatst bezocht op 22 mei 2010. Van Hasselt, Caroline, The Wall Street Journal, 3 maart 2010. Wereldbank, World Development Report 2010. overzicht pp.2,15,51. Wilmar International: http://www.wilmar-international.com/about_index.htm, laatst bezocht op 18 mei 2010. Wilmar International, “US$400,000,000 Unsecured 3-Year Revolving Loan Facility”, Singapore, 15 april 2008. World Coal Institute: www.worldcoal.org WWF, Climate change: faster, sooner, stronger, 2008, beschikbaar op http://assets.panda.org/ downloads/wwf_science_paper_october_2008.pdf, laatst bezocht op 17 mei 2010.
77
Appendix 1
Appendix 1133 | Limitatieve lijst van nieuwe steenkoolcentrales in Europa
land
voorgestelde locatie
investeerder
brandstof capaciteit status
1
BE
Antwerpse Haven
E.ON
kool
1100
aangevraagd
2
BG
Maritza Iztok-1
AES (VS)
ligniet
670
constructie
3
BG
Maritza Iztok-3 (nieuw) ENEL-NEK JV
ligniet
640
voorgesteld
4
BG
Maritza Iztok-4
ligniet
700
voorgesteld
RWE-MIM JV
5
BG
Lom
Enemona
ligniet
500
voorgesteld
6
CZ
Komorany EKI III
United Energy
kool
160
constructie
7
CZ
Ledvice
CEZ
kool
660
constructie
8
CZ
Prunerov
CEZ
kool
750
voorgesteld
9
CZ
Kladno
KEB
kool
135
voorgesteld
10
CZ
Most
E.ON / CZ Coal
kool
1200
voorgesteld
11
CZ
Porcerady
CEZ
kool
660
voorgesteld
12
DE
Boxberg
Vattenfall
ligniet
675
constructie
13
DE
Datteln
E.ON
kool
1065
constructie
14
DE
Duisberg-Walsum
JV Evonik STEAG
kool
750
constructie
15
DE
Grevenbroig-Neurath
RWE
ligniet
2200
constructie
(BoA 2 en 3)
16
DE
Hamburg (Moorburg)
Vattenfall
kool
1640
constructie
17
DE
Hamm-Uentrop
JV - RWE + 23
kool
1600
constructie
(blok D en E)
18
DE
Karlsruhe (blok RDK 8) EnBW
kool
912
constructie
19
DE
Lünen, Stummhafen
kool
810
constructie
Trianel
20
DE
Mannheim (Neckarau) JV - GKM
kool
911
constructie
21
DE
Wilhelmshaven
kool
830
constructie
JV - GDF SUEZ &
22
DE
Arneburg (bij Stendal) RWE
kool
1600
voorgesteld
23
DE
Niederaussem
ligniet
2200
voorgesteld
RWE
(Bergheim)
24
DE
Brunsbüttel
SüdWestStrom
kool
1820
voorgesteld
25
DE
Brunsbüttel
GDF SUEZ
kool
830
voorgesteld
GD Energie AG.
26
DE
Brunsbüttel
kool
800
voorgesteld
27
DE
Düsseldorf (Lausward) Stadtwerke Düsseldorf kool
400
voorgesteld
blok C
28
DE
Krefeld-Uerdingen
Trianel
kool
810
voorgesteld
29
DE
Lünen, Molktestrasse
Evonik STEAG
kool
900
voorgesteld
30
DE
Marl, Chempark
Infracor
kool
900
voorgesteld
31
DE
Profen
Mibrag
ligniet
660
voorgesteld
32
DE
Stade
E.ON
kool
1098
voorgesteld
33
DE
Stade
Dow Chemical (VS)
kool
900
voorgesteld
34
DE
Staudinger
JV - E.ON (75%) &
kool
1098
voorgesteld
(Grosskrotzenburg)
79
land
voorgestelde locatie
investeerder
brandstof capaciteit status
35
DE
Wilhelmshaven
E.ON
kool
550
voorgesteld
36
EE
Eesti
Eesti Energia
olieschalie 800
voorgesteld
37
GR
Melitis-2, Florina
PPC
ligniet
450
voorgesteld
38
GR
Ptolemaida V
PPC
ligniet
450
voorgesteld
39
HU
Mátrai Erömü, Visonta RWE
ligniet
440
voorgesteld
40
IT
Torrevaldaliga Nord,
Enel
kool
1980
constructie
E.ON Italia
kool
410
voorgesteld
Civitsvecchia
41
Fiume Santo, Sassari,
IT
Sardinia
42
IT
Porto Tolle
Enel
kool
1980
voorgesteld
43
IT
Vado Ligure
Tirreno Power
kool
460
voorgesteld
44
IT
Saline Joniche
Enel
kool
1320
voorgesteld
45
IT
Rossano Calabro,
Enel
kool
1200
voorgesteld
Cosenza
46
LV
Leipaja
47
NL
Maasvlakte, Rotterdam E.ON
Openbare sector
kool
400
voorgesteld
kool
1100
constructie
48
NL
Maasvlakte, Rotterdam Electrabel
kool
800
constructie
49
NL
Eemshaven
RWE - Essent
kool
1600
constructie
50
NL
Eemshaven
Vattenfall -NUON
gas &
980
kool IGCC
gedeelte kool uitgesteld
51
PL
Belchatów-3
PGE
ligniet
800
constructie
52
PL
Kozienice-2
Enea
kool
1000
gepland
53
PL
Gubin
Enea & PAK
ligniet
2400
gepland
54
PL
Lublin
GDF SUEZ
kool
716
gepland
55
PL
Police
GDF SUEZ
kool
1432
gepland
56
PL
Opalenie
Vattenfall
kool
1660
gepland
57
PL
Pulawy
Vattenfall & ZAP
kool
1660
gepland
58
PL
Gryfino
PGE
kool
1600
gepland
59
PL
Lublin
PGE
kool
1600
gepland
60
PL
Opole
PGE
kool
2200
gepland
61
RO
Galati-4 / Braila-4
Enel
kool
800
voorgesteld
62
RO
Isalnita-3
CEN Craiova
kool
500
voorgesteld
63
RO
Doicesti
Termoelectrica
ligniet
400
voorgesteld
64
SI
Sostanj-6
www.HSE.si
kool
600
voorgesteld
65
UK
Kingsnorth, Kent
E.ON
kool
1600
voorgesteld
66
UK
Hunterston, Ayrshire
Peel Holdings
kool
1600
voorgesteld
133
toegeleverd via European Climate Foundation
80