Instructies - Onderdelen
Merkur® Pompmontage
313654D
Voor hoogwaardige afwerking en coating op gevaarlijke en ongevaarlijke locaties. Belangrijke veiligheidsinstructies Lees alle waarschuwingen en instructies in deze handleiding. Sewaar deze instructies.
Zie pagina 4 voor informatie over het model, waaronder de maximale werkdruk.
TI12811a
ll 2 G
Inhoudsopgave Matrix van onderdeelnummer van de pomp . . . . . 3 Pompmodellen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4 Waarschuwingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5 Gerelateerde handleidingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6 De onderdelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7 Installatie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8 Algemene informatie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8 Voorbereiden van het personeel . . . . . . . . . . . . . 8 Voorbereiden van de werklocatie . . . . . . . . . . . . 8 Aarding . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8 De pomp monteren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9 Lucht- en materiaalslangen . . . . . . . . . . . . . . . . . 9 Toebehoren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9 Voorbeeldinstallatie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10 Gebruik . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11 Drukontlastingsprocedure . . . . . . . . . . . . . . . . . 11 De apparatuur doorspoelen voor het eerste gebruik . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11 Trekkervergrendeling . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11 Oliereservoir . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11 De pomp vullen en afstellen . . . . . . . . . . . . . . . 12 De pomp stilzetten na het werk . . . . . . . . . . . . . 12
2
Onderhoud . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 13 Preventief onderhoudsschema . . . . . . . . . . . . . 13 Draai de schroefdraadverbindingen aan . . . . . . 13 De pomp spoelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 13 Oliereservoir . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 13 Storingen opsporen en verhelpen . . . . . . . . . . . . 14 Reparaties . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 15 Algemene informatie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 15 Ontkoppel de verdringerspomp . . . . . . . . . . . . . 15 De verdringerspomp weer aansluiten . . . . . . . . 16 Afkoppelen van de luchtmotor . . . . . . . . . . . . . . 17 Weer aankoppelen van de luchtmotor . . . . . . . . 17 Onderdelen van de pomp . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 18 Onderdelen die per model variëren . . . . . . . . . . 19 Reparatiesets . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 20 Prestatieschema’s . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 21 Pompafmetingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 28 Afmetingen van console voor wandmontage . . . 29 Technische gegevens . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 29 Standaardgarantie van Graco . . . . . . . . . . . . . . . . 30 Graco-informatie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 30
313654D
Matrix van onderdeelnummer van de pomp
Matrix van onderdeelnummer van de pomp ID Controleer het identificatieplaatje (ID) van uw pomp op het onderdeelnummer van 6 tekens. Gebruik de volgende matrix om op basis van de zes tekens de constructie van uw pomp te definiëren. Bijvoorbeeld, onderdeelnr. W 1 5 A A S geeft een pomp van een oliereservoir (W) aan, verhouding 15 tot 1 (15), 25 cc lager (A), 3 UHMWPE/2 PTFE-pakkingen met chromex stangcoating, geen gegevensmonitoring, lage geluidsoverlast (A), en roestvrij stalen constructie (S). ti12922a
W
15
Tweede en derde teken Eerste teken (drukverhouding XX:1) (Oliereservoir) W
A
A
S
Vierde teken (Verdringerspomp volume per slag*)
Vijfde teken (Pakkingen - X UHMWPE:X PTFE/ Stangcoating van pistool/ Gegevens Monitoring/Uitlaat)
Zesde teken (lager materiaal)
10
A
25 cc
15
B
50 cc
18
C
75 cc
23 24 28 30 36 45 48
D E F
100 cc 125 cc 150 cc
A 3:2/Chromex/Geen Monitoring/ Lage Geluidsoverlast B 3:2/Chromex/DataTrak™/Lage geluidsoverlast E 3:2/Chromex/DataTrak™ Enkel Cyclustelling/Lage Geluidsoverlast
S Roestvrij staal
* Cyclus verwijst naar de combinatie van een opgaande slag en een neergaande slag.
313654D
3
Pompmodellen
Pompmodellen Model, Reeks
Stroomsnelheid Maximale bij 60 cpm vloeistofwerkdruk gpm (lpm) Vloeistofinlaat Vloeistofuitlaat psi (MPa, bar) Luchtmotor Verdringerspomp
W10CAS, Serie A M04LN0 W10CBS, Serie A M04LT0 W15AAS, Serie A M02LN0 W15BAS, Serie A M04LN0 W15BBS, Serie A M04LT0 W15FAS, Serie A
M12LN0
W15FBS, Serie A M12LT0 W18EAS Serie A
M12LN0
W18EBS, Serie A M12LT0 W23DAS, Serie A M12LN0 W23DBS, Serie A M12LT0 W24FAS, Serie A
M18LN0
W24FBS, Serie A M18LT0 W28EAS, Serie A M18LN0 W28EBS, Serie A M18LT0 W30AAS, Serie A M04LN0 W30ABS, Serie A M04LT0 W30CAS, Serie A M12LN0 W30CBS, Serie A M12LT0 W36DAS, Serie A M18LN0 W36DBS, Serie A M18LT0 W45BAS, Serie A M12LN0 W45BBS, Serie A M12LT0 W48CAS, Serie A M18LN0 W48CBS, Serie A M18LT0
4
Luchtinlaat
LW075A
1,000 (6,9; 69)
1,2 (4,5)
3/4 in. npt
3/8 in. npt
1/4 npt(f)
LW025A
1,500 (10,3; 103)
0,4 (1,5)
1/2 in. npt
3/8 in. npt
1/4 npt(f)
LW050A
1,500 (10,3; 103)
0,8 (3,0)
3/4 in. npt
3/8 in. npt
1/4 npt(f)
LW150A
1,500 (10,3; 103)
2,4 (9,0)
1 in. npt
3/4 in. npt
1/2 npt(f)
LW125A
1,800 (12,4; 124)
2,0 (7,5)
1 in. npt
1/2 in. npt
1/2 npt(f)
LW100A
2,300 (15,8; 158)
1,6 (6,0)
3/4 in. npt
3/8 in. npt
1/2 npt(f)
LW150A
2,400 (16,5; 165)
2,4 (9,0)
1 in. npt
3/4 in. npt
1/2 npt(f)
LW125A
2,800 (19,3; 193)
2,0 (7,5)
1 in. npt
1/2 in. npt
1/2 npt(f)
LW025A
3,000 (20,7; 207)
0,4 (1,5)
1/2 in. npt
3/8 in. npt
1/4 npt(f)
LW075A
3,000 (20,7; 207)
1,2 (4,5)
3/4 in. npt
3/8 in. npt
1/2 npt(f)
LW100A
3,600 (24,8; 248)
1,6 (6,0)
3/4 in. npt
3/8 in. npt
1/2 npt(f)
LW050A
4,500 (31,0; 310)
0,8 (3,0)
3/4 in. npt
3/8 in. npt
1/2 npt(f)
LW075A
4,800 (33,1; 331)
1,2 (4,5)
3/4 in. npt
3/8 in. npt
1/2 npt(f)
313654D
Waarschuwingen
Waarschuwingen Onderstaande waarschuwingen betreffen installatie, gebruik, aarding, onderhoud en reparatie van deze apparatuur. Het symbool met het uitroepteken in the tekst van deze handleiding verwijst naar een waarschuwing en het gevarensymbool verwijst naar procedurespecifieke risico’s. Lees deze waarschuwingen. Daarnaast zijn er procedurespecifieke waarschuwingen te vinden in de tekst, waar van toepassing.
WAARSCHUWING BRAND- EN EXPLOSIEGEVAAR Brandbare dampen in het werkgebied zoals die van oplosmiddelen en verf kunnen ontbranden of exploderen. Voorkom brand en explosies als volgt: • Gebruik de apparatuur alleen in goed geventileerde ruimtes. • Zorg dat er geen ontstekingsbronnen zijn, zoals waakvlammen, sigaretten, draagbare elektrische lampen en kunststof druppelvangers (deze kunnen statische vonkoverslag geven). • Houd de werkruimte vrij van afval, ook verdunning, poetslappen en benzine. • Haal geen stekkers uit stopcontacten, steek geen stekkers in stopcontacten en doe de verlichting niet aan of uit met de schakelaars als er brandbare dampen aanwezig zijn. • Aard alle apparatuur in het werkgebied. Zie de instructies onder Aarding. • Alleen geaarde slangen gebruiken. • Houd het pistool stevig tegen de zijkant van een geaarde bak gedrukt terwijl u in de bak spuit. • Als u merkt dat er sprake is van enige statische elektriciteit of u voelt een schok, stop dan onmiddellijk met werken. Gebruik het systeem pas weer als u de oorzaak van het probleem kent en het probleem is verholpen. • Zorg dat er altijd een werkend brandblusapparaat op de werkplek is. GEVAREN VAN MISBRUIK VAN APPARATUUR Verkeerd gebruik kan leiden tot dodelijk of ernstig letsel. • Het systeem niet bedienen als u moe bent of onder invloed van alcohol of geneesmiddelen. • De maximum werkdruk en maximum bedrijfstemperatuur van het zwakste onderdeel in uw systeem niet overschrijden. Zie de Technische gegevens van alle handleidingen. • Gebruik vloeistoffen en oplosmiddelen die compatibel zijn met de bevochtigde onderdelen van de apparatuur. Raadpleeg de Technische gegevens van alle handleidingen. Lees de waarschuwingen van de fabrikant van het materiaal en het oplosmiddel. Vraag de leverancier of winkelier naar het MSDS (het veiligheidsinformatieblad voor het materiaal) voor de volledige informatie over uw materiaal. • Controleer de apparatuur dagelijks. Repareer of vervang versleten of beschadigde onderdelen onmiddellijk; vervang ze alleen door originele OEM-reserveonderdelen. • Breng geen wijzigingen of modificaties aan het toestel aan. • Gebruik de apparatuur alleen voor het beoogde doel. Neem contact op met uw leverancier voor meer informatie. • Houd slangen en kabels uit de buurt van plaatsen waar gereden wordt, scherpe randen, bewegende onderdelen en hete oppervlakken. • Zorg dat er geen kink in slangen komt en buig ze niet te ver door; trek het apparaat nooit vooruit aan de slang. • Houd kinderen en dieren weg van het werkgebied. • Hou u aan alle geldende veiligheidsvoorschriften. GEVAAR VOOR INJECTIE DOOR DE HUID Vloeistof dat onder hoge druk uit pistool, uit lekkende slangen of uit beschadigde onderdelen komt, dringt door de huid naar binnen in het lichaam. Dit kan eruit zien als een gewone snijwond, maar er is sprake van ernstig letsel, dat kan leiden tot amputatie. Laat het onmiddellijk door een arts behandelen. • Het pistool nooit op iemand of op enig lichaamsdeel richten. • De hand nooit op de spuittip plaatsten. • Nooit proberen lekkages te stoppen met uw handen, het lichaam, handschoenen of een doek. • Niet spuiten als de tipbeveiliging en veiligheidspal van de trekker niet zijn geplaatst. • Vergrendel de veiligheidspal van de trekker altijd wanneer u niet spuit. • Volg altijd de Drukontlastingsprocedure in deze handleiding wanneer u ophoudt met spuiten, vóór reiniging, controle, of onderhoud aan de apparatuur. 313654D
5
Gerelateerde handleidingen
WAARSCHUWING GEVAAR VAN APPARATUUR ONDER DRUK Vloeistof uit het spuitpistool/de kraan, uit lekkages of uit beschadigde onderdelen kan in de ogen of op de huid spatten en ernstig letsel veroorzaken. • Volg altijd de Drukontlastingsprocedure in deze handleiding wanneer u ophoudt met spuiten, vóór reiniging, controle, of onderhoud aan de apparatuur. • Draai steeds eerst alle vloeistofkoppelingen goed vast, voordat u de apparatuur gaat bedienen. • Controleer slangen, buizen en koppelingen dagelijks. Vervang versleten of beschadigde onderdelen onmiddellijk. GEVAREN VAN BEWEGENDE DELEN Bewegende delen kunnen vingers en andere lichaamsdelen afknellen of amputeren. • Blijf uit de buurt van bewegende onderdelen. • De apparatuur niet laten draaien als de beschermwanden of -kappen zijn verwijderd. • Apparatuur die onder druk staat kan zonder waarschuwing starten. Voordat u de apparatuur controleert, verplaatst of er onderhoud aan pleegt, moet u eerst de Drukontlastingsprocedure in deze handleiding raadplegen. Ontkoppel de stroom- of luchttoevoer. GEVAAR VAN GIFTIGE VLOEISTOF EN DAMPEN Giftige vloeistoffen of dampen kunnen ernstig letsel of zelfs de dood veroorzaken, als deze in de ogen of op de huid spatten, worden ingeademd of ingeslikt. • Lees de MSDS-veiligheidsbladen zodat u de specifieke gevaren kent van de gebruikte materialen. • Bewaar gevaarlijke vloeistof in goedgekeurde containers en voer ze af conform alle geldende richtlijnen. • Draag steeds ondoorlatende handschoenen bij het spuiten of reinigen met de apparatuur. PERSOONLIJKE BESCHERMINGSMIDDELEN U moet geschikte beschermingsmiddelen dragen als u de apparatuur bedient, onderhoudt en als u in het werkgebied aanwezig bent – dit om u mede te beschermen tegen ernstig letsel, zoals oogletsel, inademing van giftige dampen, brandwonden en gehoorverlies. Dergelijke uitrusting is o.a.: • Een veiligheidsbril • Kleding en een ademhalingsfilter, zoals aanbevolen door de fabrikant van de gebruikte vloeistoffen en oplosmiddelen • Handschoenen • Gehoorbescherming
Gerelateerde handleidingen
6
Handmatig
Omschrijving
312792
Merkur Verdringerpomp
312796
NXT™-luchtmotor
312797
Merkur Onverwarmde Spuitpakketten
312798
Merkur Elektrostatische Spuitpakketten, Omgeving en Verwarmd
313255
Merkur Verwarmde Spuitpakketten
313654D
De onderdelen
De onderdelen
N
A K L
J
H D B M
G E F
ti11700a
FIG. 1. De onderdelen Verklaring: A B C D E F G H J K L M N
Aardingsdraad TSL-Reservoir Oliereservoir (niet zichtbaar, onder TSL-reservoir) Vloeistofuitlaat Vloeistofinlaat Onderste cilinder Bovenste cilinder Trekstangbeschering Verloopstuk van verdringerspomp Trekstang Koppelmoer Contramoer Luchtmotor
313654D
7
Installatie
Installatie Algemene informatie Nummers en letters tussen haakjes verwijzen naar de overeenkomstige aanduidingen in de afbeeldingen en de onderdelentekening.
Pomp: Zie FIG. 2. Controleer dat de grondschroef (GS) bevestigd en stevig vastgemaakt is aan de luchtmotor. Sluit het andere uiteinde van de aardingsdraad (U) aan op een echt aardpunt.
U
Gebruik altijd originele Graco-onderdelen en accessoires, verkrijgbaar bij uw Graco-dealer. Als u eigen toebehoren inzet, overtuig u er dan van, dat ze de juiste maten hebben, en dat ze de in het systeem voorkomende drukniveaus kunnen weerstaan.
GS
ti12914a
FIG. 2 Verwijder de schroef en de aardingsdraad
Voorbereiden van het personeel Iedereen die met de apparatuur werkt, moet getraind zijn in het gebruik van alle systeemonderdelen, en in de omgang met alle te gebruiken spuitmaterialen. Een gebruiker moet alle handleidingen, plaatjes en labels grondig lezen voor hij de apparatuur gebruikt.
Voorbereiden van de werklocatie Zorg dat u beschikt over een passende toevoer van perslucht aanvoer. Leid een persluchtaanvoerleiding van de persluchtinstallatie naar de plek van de pomp. Let erop dat alle slangen de juiste aansluitmaten hebben, en geschikt zijn voor de gebruikte druk. Gebruik uitsluitend elektrisch geleidende slangen. Houd de werklocatie vrij van obstakels of rommel die de bewegingsvrijheid van de bediener zouden kunnen inperken. Houd bij het doorspoelen van het systeem een geaard, metalen afloopvat klaar.
Aarding
De apparatuur moet worden geaard. Aarding verlaagt de kans op statische en elektrische schokken omdat het een ontsnappingsdraad biedt voor de elektrische stroom die ontstaat als gevolg van statische elektriciteit en bij eventuele kortsluiting. 8
Lucht- en vloeistofslangen: Statische elektriciteit kan opgebouwd worden wanneer vloeistoffen door pompen, slangen en sproeiers stromen. Ten minste een slang moet elektrisch geleidend zijn, met een maximale gecombineerde slanglengte van 150 meter, om de continuïteit van de aarding te waarborgen. Controleer de elektrische weerstand van de slangen. Als de totale weerstand op de massa hoger is dan 25 mega-Ohm, vervang de slang dan onmiddellijk. Luchtcompressor: lees de aanwijzingen van de fabrikant van het materiaal. Spuitpistool / Verdeelkraan: Aard het spuitpistool door verbinding met een geaarde materiaaltoevoerslang die goedgekeurd is door Graco. De vloeistofhouder: volg de ter plekke geldende voorschriften. Het te spuiten object: volg de plaatselijk geldende voorschriften. Bakken met oplosmiddel die worden gebruikt bij het spoelen: volg de plaatselijk geldende voorschriften. Alleen geleidende metalen emmers op een geaarde ondergrond gebruiken. De emmer niet op een niet-geleidende ondergrond plaatsen, zoals papier of karton, aangezien dan de continuïteit van de aarding wordt onderbroken. Doorlopende aarding handhaven bij het schoonmaken of het ontlasten van de druk: houdt een metalen gedeelte van het spuitpistool/de doseerkraan stevig tegen de zijkant van een geaard metalen vat en haal de trekker van het pistool/kraan over.
313654D
Installatie
De pomp monteren Plaats de pomp enkel op een wandconsole van Graco 15T795, of op een rijdend onderstel van Graco dat verkrijgbaar is bij uw verdeler. De afmetingen van de pomp zijn te zien op blz. 28. Voor pompen voor wandmontage volgt u deze richtlijnen: 1. Overtuig u ervan, dat de wand stevig genoeg is om het gewicht van pomp, console, slangen en accessoires te dragen en ook de mechanische belasting die door het draaien van de pomp ontstaat. 2. Plaats de wandconsole circa 1,2–1,5 m boven de vloer. Ten behoeve van het gebruiksgemak en het onderhoud moet u ervoor zorgen dat de luchtinlaat, de materiaalinlaat en de materiaaluitlaatpoorten gemakkelijk toegankelijk zijn. 3. Boor, met behulp van de wandconsole als een sjabloon, montagegaten van 10 mm in de muur. De afmetingen voor de wandmotnage zijn getoond op pagina 29. 4. Schroef de pompsteun vast aan de muur. Gebruik bouten van 9 mm die lang genoeg zijn zodat de pomp niet bij gebruik gaat trillen. OPMERKING: Zorg dat de pomp waterpas staat.
Zorg ervoor dat het ventiel gemakkelijk te bereiken is vanaf de pomp en dat hij zich achter het luchtreduceerventiel bevindt. •
Luchtregelaar van de pomp (H): om de pompsnelheid en uitlaatdruk te regelen. Plaats hem dicht bij de pomp.
•
Luchtleidingsfilter (B): het filter verwijdert ook schadelijk vuil en vocht uit de aangevoerde perslucht.
•
Afsluiter van het luchtventiel (A): isoleert de toebehoren voor de luchtleiding voor onderhoud. Plaats het vóór alle andere hulpstukken in de luchtleiding.
•
Pistoolluchtregelaar (D): om de luchtdruk te regelen in het air-assisted spuitpistool.
Materiaalleiding •
Vloeistoffilter (P): is voorzien van een maas 60 (250 micron) roestvrijstalen element om deeltjes uit het materiaal te filteren als het uit de pomp komt.
•
Materiaalaftapkraan (W): verreist in uw systeem, om de vloeistofdruk in de slang en het pistool te ontlasten.
•
Pistool of ventiel (L): geeft de vloeistof vrij. Het afgebeelde pistool FIG. 3 is een air-assisted spuitpistool voor lichte tot halfzware viskeuze materialen.
•
Wartel van de vloeistofleiding (K): voor gemakkelijkere beweging met het pistool.
•
Aanzuigset (V): zorgt ervoor dat de pomp vloeistof uit een opvangbak kan putten.
Lucht- en materiaalslangen Zorg ervoor dat alle luchtslangen (N) en materiaalslangen (M) de goede afmetingen en het goede drukvermogen hebben voor uw systeem. Zie FIG. 3. Alleen geaarde materiaalslangen gebruiken.
Toebehoren Installeer de volgende toebehoren in de volgorde zoals aangegeven op Afb. FIG. 3, en gebruik waar nodig verloopnippels.
Luchtleiding •
Ontluchtingsventiel (E): vereist in uw systeem om de lucht tussen het systeem en de luchtmotor en het pistool af te voeren als het ventiel is gesloten.
Opgesloten lucht kan de pomp onverwachts aan het lopen brengen, waardoor ernstig letsel kan worden veroorzaakt door opspattende of bewegende delen.
313654D
9
Installatie
Voorbeeldinstallatie A B C D E F G H J K
Luchtkraan Luchtfilter (optioneel toebehoren) Luchtdrukmeter pistool Luchtdrukregeling pistool Zelfontlastende luchtkraan DataTrak Luchtdrukmeter pomp Luchtreduceerventiel pomp Releaseknop van ventiel (niet afgebeeld) Pistoolwartel
L M N P R S T U V W
Air-assisted spuitpistool Vloeistoftoevoerslang voor pistool Aanvoerslang voor lucht naar pistool Vloeistoffilter Vloeistofuitlaat van de pomp Aardingsdraad Oliereservoir (niet zichtbaar, zie FIG. 4, bladzijde 11) Vloeistofinlaat van de pomp Aanzuigslang Materiaalaftapkraan
A B
F C D
G H
E
J
S
G15 Spuitpistool afgebeeld L
P T R
N
U
W
K
M
V ti12800a
FIG. 3. Voorbeeldinstallatie. (Graco-installatie voor montage op rijdend onderstel afgebeeld.)
10
313654D
Gebruik
Gebruik Drukontlastingsprocedure
Opgesloten lucht kan de pomp onverwachts aan het lopen brengen, waardoor ernstig letsel kan worden veroorzaakt door opspattende of bewegende delen.
Trekkervergrendeling Zet de trekker altijd op de vergrendeling als u ophoudt met spuiten om te voorkomen dat het pistool gaat spuiten omdat de trekker onverwacht met de hand wordt ingedrukt, het valt of er tegen wordt gestoten.
Oliereservoir
1. Zet de trekker op de veiligheidspal. 2. Sluit het ontluchtingsventiel. 3. Ontgrendel de veiligheidspal. 4. Houd een metalen gedeelte van het pistool stevig tegen een geaarde metalen opvangbak. Druk de trekker van het pistool in om de druk te ontlasten.
Vul het oliereservoir (T) voor 1/3 vol met Graco Throat Seal Liquid (TSL) of een vergelijkbaar oplosmiddel alvorens te starten.
5. Zet de trekker op de veiligheidspal. 6. Draai alle vloeistofontlastventielen in het systeem open en houd een afvalbak bij de hand om het uitkomende materiaal op te vangen. Laat de ontlastkraan/ontlastkranen open staan tot u weer zover bent om te gaan spuiten. 7. Als u het vermoedt dat de spuittip of de slang volledig verstopt zit, of dat de druk niet volledig ontlast is nadat u de bovenstaande stappen heeft gevolgd; draai dan de ring van de tipbeschermer of de eindkoppeling van de slang HEEL LANGZAAM los en ontlast zo de druk geleidelijk; draai vervolgens de ring of de koppeling helemaal los. Verwijder de verstopping uit de slang of de tip.
T ti11927a
FIG. 4. Oliereservoir vullen
De apparatuur doorspoelen voor het eerste gebruik De apparatuur is getest met lichte olie, die in de apparatuur is gebleven om de onderdelen te beschermen. Om te voorkomen dat uw vloeistof met olie wordt vervuild, moet de apparatuur voor het eerste gebruik worden gespoeld met een geschikt oplosmiddel. Zie Onderhoud op blz. 13.
313654D
11
Gebruik
De pomp vullen en afstellen 1. Vergrendel de trekker van het pistool. Verwijder de tipbeveiliging en de spuittip van het pistool. Zie de handleiding van het pistool. 2. Sluit de luchtregelaar van het pistool en de luchtregelaar van de pomp (H) door de knop linksom te draaien en zo de druk tot nul terug te brengen. Sluit de zelfontlastende luchtkraan (E). Controleer ook dat alle aftapkranen gesloten zijn. 3. Controleer of alle fittingen overal in het systeem goed aangedraaid zijn. 4. Plaats de bak dicht bij de pomp. Trek de slang niet helemaal strak, maar laat haar hangen waardoor de vloeistof beter doorstroomt naar de pomp.
D
10. Laat de trekker van het pistool los, en zet de trekker op de veiligheidsvergrendeling. De pomp moet afslaan door de tegendruk. 11. Als de pomp en de slangen zijn gevuld en als er voldoende luchtdruk en volume is, dan start de pomp en stopt hij als u het pistool of de afgiftekraan opent of sluit. 12. Regel de pompsnelheid en de materiaaldruk met behulp van het luchtreduceerventiel. Gebruik altijd de laagst mogelijke druk die nodig is om de gewenste resultaten te verkrijgen. Een hogere druk veroorzaakt versnelde slijtage van de tip/spuitmond en van de pomp. LET OP Laat de pomp nooit drooglopen door onvoldoende vloeistofaanvoer. Een droge pomp gaat snel harder lopen, en zichzelf mogelijk beschadigen. Gaat uw pomp opeens sneller lopen of loopt hij al te snel, stop hem dan meteen en controleer de vloeistofaanvoer. Als het materiaalvat leeg is en er lucht in de leidingen gepompt is, vul dan het vat en vul ook de pomp en de leidingen weer, of spoel deze door, en laat pomp en leidingen gevuld met een geschikt oplosmiddel. Zorg dat er geen lucht achterblijft in het vloeistofsysteem.
De pomp stilzetten na het werk E
H
ti11882a
FIG. 5 5. Houd een metalen deel van het pistool (L) stevig tegen de zijkant van een geaarde metalen bak, ontgrendel de trekker en houd de trekker ingedrukt. 6. Pompen met runaway-beveiliging: Activeert de vul/spoelfunctie door op de vul/spoelknop te drukken op de DataTrak.
Om het systeem kortstondig uit te zetten, de druk ontlasten, bladzijde 11. Zet de pomp stil in de onderste stand om te voorkomen dat er vloeistof opdroogt op de blootstaande zuigerstang en zo de halspakkingen beschadigt. Als de pomp langer stilstsaat, de pomp altijd spoelen voordat de vloeistof droogt aan de verdringersstang. Ontlast de druk. Zie blz. 11.
7. Zet de zelfontlastende luchtkraan (E) open. Open langzaam het luchtreduceerventiel (H) van de pomp, totdat de pomp start. 8. Laat de pomp langzaam werken totdat alle lucht uit de pomp en de materiaalleidingen verdreven is. 9. Pompen met runaway-beveiliging: Desactiveer de vul/spoelfunctie door op de vul/spoelknop te drukken op de DataTrak.
12
313654D
Onderhoud
Onderhoud Preventief onderhoudsschema Hoe vaak onderhoud nodig is hangt ervan af onder welke omstandigheden uw systeem gebruikt wordt. Zet een schema op voor preventief onderhoud door op te schrijven wanneer en welk soort onderhoud nodig is en bepaal vervolgens een vast schema voor de controle van uw systeem.
1. Volg Drukontlastingsprocedure op blz. 11. 2. Verwijder de tipbeveiliging en de spuittip van het pistool. Zie de afzonderlijke pistoolhandleiding. 3. Plaats een zuigbuis in een geaarde metalen opvangbak met reinigingsvloeistof. 4. Stel de pomp in op de laagst mogelijke vloeistofdruk, en start de pomp. 5. Houd een metalen gedeelte van het pistool stevig tegen een geaarde metalen opvangbak.
Draai de schroefdraadverbindingen aan
6. Enkel voor eenheden met runaway-beveiliging: activeer de vul/spoelfunctie door op de vul/ spoelknop te drukken op de DataTrak.
Controleer voor ieder gebruik alle slangen op slijtage of beschadiging. Vervang hem, indien nodig. Controleer of schroefverbindingen goed vastzitten en niet lekken.
7. Druk de trekker van het pistool in. Spoel het systeem door, totdat er helder oplosmiddel uit het pistool stroomt.
De pomp spoelen
8. Enkel voor eenheden met runaway-beveiliging: desactiveer de vul/spoelfunctie door op de vul/spoelknop te drukken op de DataTrak. 9. Volg Drukontlastingsprocedure op blz. 11.
Lees alle Waarschuwingen. Volg alle aardings instructies. Zie blz. 8.
10. Reinig tipbeschermer, spuittip en materiaalfilterelement ieder afzonderlijk, en monteer ze daarna weer.
Spoel de pomp: •
Vóórdat u hem voor het eerst gebruikt
•
Bij het wisselen van kleur of spuitmateriaal
•
Voor de herstelling van de apparatuur
•
Voordat materiaal opdroogt of zich afzet in de stilstaande pomp (let bij gekatalyseerde vloeistoffen op hoe lang het maximaal verwerkbaar blijft)
•
Aan het einde van de dag
•
Voordat de pomp wordt opgeborgen
11. Reinig de binnenkant en de buitenkant van de aanzuigslang.
Oliereservoir Vul het oliereservoir voor de helft met Graco Throat Seal Liquid (TSL). Houd het niveau dagelijks bij.
Spoel op de laagst mogelijke druk. Spoel met een middel dat geschikt is voor gebruik met de gepompte vloeistof en met de natte delen in het systeem. Raadpleeg de fabrikant of leverancier naar de aanbevolen spoelvloeistoffen en de spoelfrequentie.
313654D
13
Storingen opsporen en verhelpen
Storingen opsporen en verhelpen LET OP Ontlast de druk voor het controleren of onderhouden van het toestel.
Probleem Lage uitvoer van de pomp bij beide slagen.
Controleer eerst alle mogelijke oorzaken en problemen, voordat u de pomp demonteert.
Oorzaak
Oplossing
Beperkte luchtaanvoerleidingen.
Maak versperringen vrij, zorg ervoor dat alle afsluiters open staan, laat de druk toenemen, maar overschrijdt de maximale werkdruk niet.
Het materiaal is op.
Vul de pomp opnieuw om hem aan de gang te brengen.
Verstopte vloeistofuitlaat, afsluiters, enz. Reinigen.
Lage uitvoer van de pomp bij slechts één slag.
Versleten zuigerpakkingen.
Vervangen. Zie de verdringerspomphandleiding 312792.
Open gehouden of versleten kogelventielen.
Controleer en repareer.
Versleten zuigerpakkingen.
Vervangen.
Geen uitvoer.
Verkeerd geïnstalleerde kogelventielen. Controleer en repareer.
De pomp werkt onregelmatig.
Het materiaal is op.
Vul de pomp opnieuw om hem aan de gang te brengen.
Open gehouden of versleten kogelventielen.
Controleer en repareer.
Versleten zuigerpakkingen.
Vervangen.
Beperkte luchtaanvoerleidingen.
Maak versperringen vrij, zorg ervoor dat alle afsluiters open staan, laat de druk toenemen, maar overschrijdt de maximale werkdruk niet.
Het materiaal is op.
Vul de pomp opnieuw om hem aan de gang te brengen.
De pomp werkt niet.
Verstopte vloeistofuitlaat, afsluiters, enz. Reinigen.
14
Beschadigde luchtmotor.
Zie handleiding 312796 luchtmotor.
Er is vloeistof opgedroogd op de zuigerstang.
Haal de pomp uit elkaar en reinig hem. Zie bladzijde 15 en handleiding 312792. Stop voortaan de pomp onderaan de slag.
Runaway-ventiel is uitgeklapt.
Ventiel intrekken. Zie handleiding 312796 luchtmotor.
313654D
Reparaties
Reparaties 6. Verlaag de wartelmoer (9) voldoende om de koppelingskragen (10) te verwijderen, en verwijder dan de wartelmoer (9).
Algemene informatie
9
10
LET OP •
•
Nummers en letters tussen haakjes verwijzen naar de overeenkomstige aanduidingen in de afbeeldingen en de onderdelentekening. Gebruik altijd originele Graco-onderdelen en accessoires, verkrijgbaar bij uw Graco-dealer. Als u zelf zorgt voor uw toebehoren, zorg er dan voor dat ze de juiste afmetingen hebben en de goede drukeigenschappen voor uw systeem.
Ontkoppel de verdringerspomp 1. Zet de pomp in het midden van de slag stil. 2. Spoel indien mogelijk de pomp door. (Zie blz. 13). Ontlast de druk. (Zie blz. 11).
ti12812a
7. Trek het TSL-reservoir (7) omhoog om het te verwijderen. 8. Gebruik een hamer en koperen stand om de borgmoer (4) los te maken. Schroef de bormoer zo ver mogelijk los. 9. Schroef de verdringerspomp manueel los en plaats het op een werkbank.
3. Ontkoppel de lucht- en materiaalslang en de aardingsdraad (13). 4. Verwijder de verankeringsstangen (11). 5. Houd de platte zijden van de luchtpompzuigerstang tegen met een sleutel. Gebruik een andere sleutel om de spanmoer (9) los te draaien.
ti12813a
ti12816a
De draden zijn heel scherp. Gebruik een vod om uw handen te beschermen wanneer u de pomp manueel draait of draagt.
ti12815a
313654D
15
Reparaties
De verdringerspomp weer aansluiten
6. Vloeistofuitlaat aligneren zoals getoond en de borgmoer vastdraaien.
1. Kantel de luchtmotor op zijn kant, draai de verdringerspomp dan manueel in de adapterplaat. Zet de pomp opnieuw recht. 2. Houd de pistoolstang van de luchtmotor met een hand omhoog. Plaats met uw andere hand de wartelmoer (9) op de verdringersstang. 3. Zet de koppelkragen (10) in de wartelmoer (9) zodat grote flenzen rechtstaan.
10
7. Het TSL-reservoir (7) aligneren en het naar beneden op zijn plaats duwen. 8. Houd de afplattingen van de tuimelaarmoer vast met een sleutel. Draai de spanmoer (9) aan met een bahcosleutel. Torsie overeenkomstig de onderstaande tabel. Verdringerspomp
Torsie
LW025A
23-26 ft-lb (31-35 N•m)
LW050A–LW150A
75-80 ft-lb (102-108 N•m)
9
4. Laat de pistoolstang van de luchtmotor langzaam in de verdringersstang vallen. Draai de wartelmoer (9) manueel vast.
ti12817a
5. Schroef de verdringerspomp in de adapterplaat (3) tot de top van de cilinder gelijk is met de bovenkant van de adapterplaat.
Cilinder, niet oliereservoir, moet gelijk zijn met plaat. ti12814a
FIG. 6. Cilinder en adapterplaat aligneren.
16
313654D
Reparaties
Afkoppelen van de luchtmotor 1. Spoel indien mogelijk de pomp door. (Zie blz. 13.) Ontlast de druk. (Zie blz. 11.)
Het onderhoud en de onderdelen van de luchtmotor zijn beschreven in handleiding 312796.
2. Koppel de lucht- en vloeistofslangen, de aardingsdraad (13) en de trekstang (11) los.
Weer aankoppelen van de luchtmotor
3. Houd de platte zijden van de luchtpompzuigerstang tegen met een sleutel. Gebruik een andere sleutel om de spanmoer (9) los te draaien.
1. De lekbescherming (12) op de trekstangen (5) schuiven.
4. Gebruik een mof om de moeren van de trekstsang (6) te verwijderen: 13 mm voor M02xxx, 23 mm voor alle andere.
2. Schroef de verbindingsstangen (5) in de onderzijde van de luchtmotor. Torsie overeenkomstig de onderstaande tabel:
5. Gebruik een mof van 13 mm om de bovenste twee montageschroeven (MS) te verwijderen. 6. Trek de luchtmotor omhoog om deze te verwijderen. De trekstangen (5) en lekbescherming (12) zullen vastgemaakt blijven. Voor montage op rijdend onderstel: Verwijder de twee schroeven op de armen en kantel het luchtregelpaneel naar achter of verwijder het om de luchtmotor gemakkelijker te kunnen verwijderen.
Motor M02xxx
Torsie 5-10 ft-lb (7-13,5 N•m)
Alle andere groottes
50-55 ft-lb (68-75 N•m)
3. Zoals noodzakelijk voor de grotere luchtmotoren, gebruik twee mensen om opnieuw vast te maken. Aligneer de trekstangen (5) met de gaten in de pompadapter (3). Laat de luchtmotor langzaam zakken tot deze op zijn plaats zit. 4. Bevestig de moeren van de trekstang (6) en draai aan volgens de onderstaande tabel: Motor
MS
5
6
M02xxx
Torsie 15-20 ft-lb (20-27 N•m)
Alle andere groottes
50-60 ft-lb (68-81 N•m)
5. Draai de montageschroeven voor de motor vast. 6. Draai de wartelmoer manueel vast, draai dan aan volgens de onderstaande tabel: Motor
11
M02xxx
Torsie 23-26 ft-lb (31-35 N•m)
Alle andere groottes
75-80 ft-lb (102-108 N•m)
7. Sluit de lucht- en vloeistofslangen, de aardingsdraad en de trekstang aan.
ti12819a
7. Schuif de lekbescherming (12) van de trekstangen (5). 8. Gebruik een mof op de afplattingen van de trekstangen (5) om ze te verwijderen vande onderzijde van de luchtmotor.
ti12916a
313654D
12
17
Onderdelen van de pomp
Onderdelen van de pomp 1
1 2
12* 3
10* 3
9*
4
De torsie varieert in functie van de grootte van de luchtmotor. M02xxx: 5-10 ft-lb (7-13,5 N•m) Alle andere: 50-55 ft-lb (68-75 N•m) De torsie varieert in functie van de grootte van de luchtmotor. M02xxx: 15-20 ft-lb (20-27 N•m) Alle andere: 50-60 ft-lb (68-81 N•m) De torsie varieert in functie van de grootte van de verdringerspomp. 25 cc: 23-26 ft-lb (31-35 N•m) Alle andere: 75-80 ft-lb (102-108 N•m) Torsie tot 70-75 ft-lb (95-102 N•m)
8* 7*
11* 5*
1
3*
6*
2 4
4
2
ti12810a
18
313654D
Onderdelen van de pomp
Ref. 1 2 3* 4 5*
Onderdeelnr. Omschrijving Zie tabel Zie tabel Zie tabel Zie tabel
MOTOR VERDRINGERSPOMP VERLOOPSTUK, pomp CONTRAMOER STANG, bevestiging M02xxx-motor Alle andere groottes van de motor MOER, bevestigingsstang M02xxx-motor Alle andere groottes van de motor RESERVOIR, TSL VERLOOPSTUK, 1/2-20 BD X M22 x 1,5 BD MOER, spanLW025x-verdringerpompen Alle andere groottes van de pomp
15M661 15M662 6* 104541 15U606 7* 8*
Aantal.
Zie tabel Zie tabel
9* 15M758 15T311
1 1 1 1 3 3
Ref.
Onderdeelnr. Omschrijving
10*
-----
11*
Zie tabel
12* 13*
Zie tabel 238909
Aantal.
KRAAG, koppeling; zie bladzijde 20 om een verpakking van 10 te bestellen BESCHERMING, stangbevestiging BESCHERMING, lek DRAAD, aarding assemblage, niet afgebeeld
3 3
----- Dit onderdeel wordt niet los verkocht.
1
* Zit in verbindingsstangset. Zie bladzijde 20 om de correcte kits voor uw pomp te bestellen.
2
1 1 1
OPMERKING: Vervangende labels, stickers, plaatjes en kaarten die waarschuwen voor gevaar zijn gratis verkrijgbaar. 1 1
Onderdelen die per model variëren Motor (1)
Model W10CAS W10CBS W15AAS W15AES W15BAS W15BBS W15FAS W15FBS W18EAS W18EBS W23DAS W23DBS W24FAS W24FBS W28EAS W28EBS W30AAS W30ABS W30CAS W30CBS W36DAS W36DBS W45BAS W45BBS W48CAS W48CBS
TSL-Reservoir Motorzuiger Verdringerspomp Pompadapter Contramoer (7, inclusief Diam. (in.) (2) (3) (4) o-ring)
M04LN0 M04LT0
3,5
LW075A
15R978
24A636
24A623
M02LN0
2,5
LW025A
15R862
24A634
24A620
3,5
LW050A
15R977
24A635
24A622
6,0
LW150A
15T395
24A639
6,0
LW125A
15T394
6,0
LW100A
7,5
M04LN0 M04LT0 M12LN0 M12LT0 M12LN0 M12LT0 M12LN0 M12LT0 M18LN0 M18LT0 M18LN0 M18LT0 M04LN0 M04LT0 M12LN0 M12LT0 M18LN0 M18LT0 M12LN0 M12LT0 M18LN0 M18LT0
313654D
Verloopstuk (8) 15M675
Trekstangbeschering Lekbescherming (11, inclusief schroef) (12) 24A958
15T462
24A957
15T461
24A958
15T462
24A628
24A959
15V028
24A638
24A627
24A959
15V028
15T393
24A637
24A626
24A959
15V028
LW150A
15T395
24A639
24A628
24A959
15V028
7,5
LW125A
15T394
24A638
24A627
24A959
15V028
3,5
LW025A
15R863
24A634
24A621
24A958
15T462
6,0
LW075A
15T392
24A636
24A625
24A959
15V028
7,5
LW100A
15T393
24A637
24A626
24A959
15V028
6,0
LW050A
15T391
24A635
24A624
24A959
15V028
7,5
LW075A
15T392
24A636
24A625
24A959
15V028
15M675
19
Reparatiesets
Reparatiesets LW025A
Setomschrijving
Motor van 2,5 in.
Motor van 3,5 in.
LW050A Motor van 3,5 in.
Motor van 6-7,5 in.
LW075A Motor van 3,5 in.
Motor van 6-7,5 in. LW100A LW125A LW150A
O-ring van oliereservoir Verpakking van 10
24A630
24A631
24A631
24A632
24A633
24A633
Koppelkragen (10) Verpakking van 10
24A618
24A619
24A619
24A619
24A619
24A619
24A287
24A288
24A289
Verbindingsset Inclusief pompadapter (3), drie trekstangen (5), drie trekstangmoeren (6), TSL-reservoir en o-ring (7), adapter (8), wartelmoer (9), twee koppelkragen (10), trekstangbescherming en -schroef (11) en lekbescherming (12).
24A281
24A282
24A283
24A285
24A284
24A286
OPMERKING: Voor herstellingssets voor de verdringerspomp, zie handleiding 312792. Voor herstellingsset voor de luchtmotor, zie handleiding 312796.
20
313654D
Prestatieschema’s
Prestatieschema’s Model W10xxx Verhouding 10:1, 75 cc/slag 1,000 (7, 70)
Slagen per minuut
20
40
30
50
60 16 (0,45) 14 (0,4)
A
800 (5,5; 55)
12 (0,34)
A
600 (4, 40)
10 (0,28)
B
8 (0,23)
B 400 (3, 30)
6 (0,17)
C
C
4 (0,1)
200 (1,4; 14) 0
Luchtstroomscfm (m3/min)
Materiaaluitlaatdruk psi (MPa, bar)
10
2 (0,06) 0,2 (0,75)
0
0,6 (2,3)
0,4 (1,5)
0,8 (3,0)
1,0 (3,8)
1,2 (4,5)
Debiet liter/min; testmateriaal: olie van gewichtsklasse 10 VERKLARING A =100 psi (0,7 MPa, 7 bar) B = 70 psi (0,5 MPa, 5 bar) C = 40 psi (0,3 MPa, 3 bar) = Vloeistofstroom = Luchtverbruik
Model W15Axx 8
1,400 (10, 100)
15
Slagen per minuut 23
30
38
45
53
A
1,200 (8, 80)
A
1,000 (7, 70)
B
800 (5,5; 55)
B
600 (4, 40)
C
C
200 (1,4; 14) 0
5 (0,14) 4 (0,1) 3 (0,08) 2 (0,06) 1 (0,03)
400 (3, 30)
0
9 (0,25) 8 (0,23) 7 (0,2) 6 (0,17)
0,05 (0,2)
0,1 (0,4)
0,15 (0,6)
0,2 (0,75)
0,25 (0,9)
0,3 (1,1)
Luchtstroomscfm (m3/min)
Materiaaluitlaatdruk psi (MPa, bar)
Verhouding 15:1, 25 cc/slag
0,35 (1,3)
Debiet liter/min; testmateriaal: olie van gewichtsklasse 10 313654D
21
Prestatieschema’s
Model W15Bxx Verhouding 15:1, 50 cc/slag 15
23
30
38
45
53
61 18 (0,5) 16 (0,45) 14 (0,4) 12 (0,34) 10 (0,28)
1,600 (11, 110) 1,400 (10, 100)
A
1,200 (8, 80) 1,000 (7, 70)
B
800 (5,5; 55) 600 (4, 40)
A
B
8 (0,23)
C
400 (3, 30)
6 (0,17) 4 (0,1) 2 (0,06)
C
200 (1,4; 14) 0
0,1 (0,4)
0
0,2 (0,8)
0,3 (1,1)
0,4 (1,5)
0,5 (1,9)
0,7 (2,6)
0,6 (2,3)
Luchtstroomscfm (m3/min)
Materiaaluitlaatdruk psi (MPa, bar)
8
Slagen per minuut
0,8 (3,0)
Debiet liter/min; testmateriaal: olie van gewichtsklasse 10 VERKLARING A =100 psi (0,7 MPa, 7 bar) B = 70 psi (0,5 MPa, 5 bar) C = 40 psi (0,3 MPa, 3 bar) = Vloeistofstroom Model W15Fxx Verhouding 15:1, 150 cc/slag = Luchtstroom Slagen per minuut 25
38
51
63
1,400 (10, 100)
40 (1,1)
A
1,200 (8, 80) 1,000 (7, 70)
A 30 (0,9)
B
800 (5,5; 55) 600 (4, 40)
20 (0,6)
C
B C
400 (3, 30)
10 (0,3)
Luchtstroomscfm (m3/min)
Materiaaluitlaatdruk psi (MPa, bar)
13 1,600 (11, 110)
200 (1,4; 14) 0
0
0,5 (1,9)
1,0 (3,8)
1,5 (5,7)
2,0 (7,6)
2,5 (9,5)
Debiet liter/min; testmateriaal: olie van gewichtsklasse 10
22
313654D
Prestatieschema’s
Model W18xxx Verhouding 18:1, 125 cc/slag
Slagen per minuut
Materiaaluitlaatdruk psi (MPa, bar)
45
61
A
A
1,600 (11, 110)
40 (1,1)
30 (0,9)
B
1,200 (8, 80)
B C
800 (5,5; 55)
20 (0,6)
C 400 (3, 30)
0
10 (0,3)
0,5 (1,9)
0
1,0 (3,8)
Luchtstroomscfm (m3/min)
30
15 2,000 (14, 140)
2,0 (7,6)
1,5 (5,7)
Debiet liter/min; testmateriaal: olie van gewichtsklasse 10 VERKLARING A =100 psi (0,7 MPa, 7 bar) B = 70 psi (0,5 MPa, 5 bar) C = 40 psi (0,3 MPa, 3 bar) = vloeistofstroom = luchtstroom
Model W23xxx
Verhouding 23:1, 100 cc/slag 15
23
30
38
45
53
61
3,000 (21, 210) 40 (1,1)
2,500 (17, 170)
A
A 30 (0,9)
2,000 (14, 140)
B
B
1,500 (10, 100)
20 (0,6)
C
1,000 (7, 70)
C 10 (0,3)
500 (3, 30) 0
0
0,2 (0,75)
0,4 (1,5)
0,6 (2,3)
0,8 (3,0)
1,0 (3,8)
1,2 (4,5)
1,4 (5,3)
Luchtstroomscfm (m3/min)
Materiaaluitlaatdruk psi (MPa, bar)
8
Slagen per minuut
1,6 (6,1)
Debiet liter/min; testmateriaal: olie van gewichtsklasse 10 313654D
23
Prestatieschema’s
Model W24xxx Verhouding 24:1, 150 cc/slag
38
63
51
70 (2,0)
3,000 (21, 210)
A
2,500 (17, 170)
A
2,000 (14, 140)
60 (1,7)
B
50 (1,4)
B
40 (1,1)
1,500 (10, 100)
C
1,000 (7, 70)
20 (0,6)
C
500 (3, 30) 0
30 (0,9)
Luchtstroomscfm (m3/min)
Materiaaluitlaatdruk psi (MPa, bar)
Slagen per minuut 25
13
10 (0,3) 2,5 (9,5)
2,0 (7,6)
1,5 (5,7)
1,0 (3,8)
0,5 (1,9)
0
15
3,000 (21, 210)
30
61
45
60 (1,7)
A
A
2,500 (17, 170)
50 (1,4)
B 2,000 (14, 140)
40 (1,1)
B
1,500 (10, 100)
C
30 (0,9)
C
1,000 (7, 70)
20 (0,6)
500 (3, 30) 0
Luchtstroomscfm (m3/min)
Materiaaluitlaatdruk psi (MPa, bar)
Debiet liter/min; testmateriaal: olie van gewichtsklasse 10 VERKLARING A =100 psi (0,7 MPa, 7 bar) B = 70 psi (0,5 MPa, 5 bar) C = 40 psi (0,3 MPa, 3 bar) = Vloeistofstroom Model W28xxx = Luchtstroom Verhouding 28:1, 125 cc/slag Slagen per minuut
10 (0,3) 0
0,5 (1,9)
1,0 (3,8)
1,5 (5,7)
2,0 (7,6)
2,5 (9,5)
Debiet liter/min; testmateriaal: olie van gewichtsklasse 10
24
313654D
Prestatieschema’s
Model W30Axx Verhouding 30:1, 25 cc/slag
Materiaaluitlaatdruk psi (MPa, bar)
23
30
38
45
53
61
3,000 (21, 210)
A
2,500 (17, 170)
A
2,000 (14, 140)
B
B
1,500 (10, 100)
8 (0,23) 6 (0,17)
C
1,000 (7, 70)
C
4 (0,1) 2 (0,06)
500 (3, 30) 0
18 (0,5) 16 (0,45) 14 (0,4) 12 (0,34) 10 (0,28)
0
0,05 (0,2)
0,1 (0,4)
0,15 (0,6)
0,2 (0,75)
0,25 (0,9)
0,3 (1,1)
0,35 (1,3)
Luchtstroomscfm (m3/min)
Slagen per minuut 15
8
0,4 (1,5)
Debiet liter/min; testmateriaal: olie van gewichtsklasse 10 VERKLARING A =100 psi (0,7 MPa, 7 bar) B = 70 psi (0,5 MPa, 5 bar) C = 40 psi (0,3 MPa, 3 bar) = vloeistofstroom = luchtstroom
Model W30Cxx
Materiaaluitlaatdruk psi (MPa, bar)
10
20
Slagen per minuut 30
40
50
60
3,500 (24, 240) 3,000 (21, 210)
A
40 (1,1)
A
2,500 (17, 170)
30 (0,9)
B
2,000 (14, 140) 1,500 (10, 100)
B C
C
1,000 (7, 70)
10 (0,3)
500 (3, 30) 0
20 (0,6)
0
0,2 (0,75)
0,4 (1,5)
0,6 (2,3)
0,8 (3,0)
1,0 (3,8)
Luchtstroomscfm (m3/min)
Verhouding 30:1, 75 cc/slag
1,2 (4,5)
Debiet liter/min; testmateriaal: olie van gewichtsklasse 10
313654D
25
Prestatieschema’s
Model W36xxx Verhouding 36:1, 100 cc/slag 15
Slagen per minuut 23
30
38
45
53
61 60 (1,7)
4,000 (28, 280) 3,500 (24, 240)
A
3,000 (21, 210) 2,500 (17, 170)
50 (1,4)
A
40 (1,1)
B
2,000 (14, 140) 1,500 (10, 100)
B
30 (0,9)
C
C
20 (0,6)
1,000 (7, 70)
10 (0,3)
500 (3, 30) 0
Luchtstroomscfm (m3/min)
Materiaaluitlaatdruk psi (MPa, bar)
8
0
0,2 (0,75)
0,4 (1,5)
0,6 (2,3)
0,8 (3,0)
1,0 (3,8)
1,2 (4,5)
1,4 (5,3)
1,6 (6,1)
8
5,000 (35, 350)
15
23
30
38
45
53
61
50 (1,4)
A A
4,000 (28, 280) 3,000 (21, 210)
40 (1,1)
B
2,000 (14, 140)
C
B
30 (0,9)
C
20 (0,6)
1,000 (7, 70)
0
10 (0,3)
0
0,1 (0,4)
0,2 (0,75)
0,3 (1,1)
0.4 (1,5)
0,5 (1,9)
0,6 (2,3)
0,7 (2,6)
Luchtstroomscfm (m3/min)
Materiaaluitlaatdruk psi (MPa, bar)
Debiet liter/min; testmateriaal: olie van gewichtsklasse 10 VERKLARING A =100 psi (0,7 MPa, 7 bar) B = 70 psi (0,5 MPa, 5 bar) C = 40 psi (0,3 MPa, 3 bar) = vloeistofstroom Model W45xxx = luchtstroom Verhoudiing 45:1, 50 cc/slag Slagen per minuut
0,8 (3,0)
Debiet liter/min; testmateriaal: olie van gewichtsklasse 10
26
313654D
Prestatieschema’s
Model W48xxx 10
6,000 (42, 420) 5,000 (35, 350)
20
Slagen per minuut 30
40
50
60
60 (1,7)
A
A
50 (1,4)
4,000 (28, 280)
B
40 (1,1)
B
3,000 (21, 210)
C
2,000 (14, 140)
30 (0,9)
C
20 (0,6)
1,000 (7, 70) 0
Luchtstroomscfm (m3/min)
Materiaaluitlaatdruk psi (MPa, bar)
Verhouding 48:1, 75 cc/slag
10 (0,3) 0
0,2 (0,75)
0,4 (1,5)
0,6 (2,3)
0,8 (3,0)
1,0 (3,8)
1,2 (4,5)
Debiet liter/min; testmateriaal: olie van gewichtsklasse 10 VERKLARING A =100 psi (0,7 MPa, 7 bar) B = 70 psi (0,5 MPa, 5 bar) C = 40 psi (0,3 MPa, 3 bar) = Vloeistofstroom = Luchtstroom
313654D
27
Pompafmetingen
Pompafmetingen D
B
A
C
ti12862a
A
B
C
D
Gewicht
in. (mm)
in. (mm)
in. (mm)
in. (mm)
lbs (kg)
W10xxx
24,6 (625)
5,6 (142)
5,8 (147)
7,8 (198)
30 (14)
W15Axx
24,1 (612)
4,2 (107)
5,1 (130)
6,2 (157)
15 (7)
W15Bxx
24,0 (610)
5,6 (142)
5,8 (147)
7,8 (198)
28 (13)
W15Fxx
25,2 (640)
8,6 (218)
11,7 (297)
11,4 (290)
61 (28)
W18xxx
25,2 (640)
8,6 (218)
11,7 (297)
11,4 (290)
61 (28)
W23xxx
25,1 (638)
8,6 (218)
11,7 (297)
11,4 (290)
59 (27)
W24xxx
25,2 (640)
10,1 (257)
14,8 (375)
12,9 (328)
64 (29)
W28xxx
25,2 (640)
10,1 (257)
14,8 (375)
12,9 (328)
64 (29)
W30Axx
24,1 (612)
5,6 (142)
5,8 (147)
7,8 (198)
22 (10)
W30Cxx
25,0 (635)
8,6 (218)
11,7 (297)
11,4 (290)
56 (26)
W36xxx
25,1 (638)
10,1 (257)
14,8 (375)
12,9 (328)
62 (28)
W45xxx
24,5 (622)
8,6 (218)
11,7 (297)
11,4 (290)
54 (25)
W48xxx
25 (635)
10,1 (257)
14,8 (375)
12,9 (328)
59 (27)
Pompmodel
28
313654D
Afmetingen van console voor wandmontage
Afmetingen van console voor wandmontage 11 in. (279 mm)
4 in. (102 mm)
Vier 0,40 in. (10 mm) montagegaten
ti12833a
Technische gegevens Maximale vloeistofwerkdruk . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Maximum luchtinlaatdruk . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Maximum luchtinlaatdruk . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Luchtverbruik . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Materiaaldoorstroming bij 60 volledige slagen per minuut . . . Maximale vloeistoftemperatuur . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Slaglengte . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Geluidsgegevens . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
313654D
Zie Modellen op bladzijde 4 Zie Modellen op bladzijde 4 10 psi (0,07 MPa, 0,7 bar) Zie Prestatieschema's Zie Modellen op bladzijde 4 160°F (71°C) 2,5 in. (63,5 mm) Zie de technische gegevens in de handleiding van de luchtmotor 312796.
29
Standaardgarantie van Graco Graco garandeert dat alle door Graco vervaardigde apparatuur waarop de naam Graco vermeld staat, op de datum van verkoop voor gebruik door de oorspronkelijke koper vrij is van materiaal- en fabricagefouten. Met uitzondering van speciale, uitgebreide, of beperkte garantie zoals gepubliceerd door Graco, zal Graco, gedurende een periode van twaalf maanden na verkoopdatum, elk onderdeel van de apparatuur dat naar het oordeel van Graco gebreken vertoont herstellen of vervangen. Deze garantie geldt alleen indien de apparatuur geïnstalleerd, gebruikt en onderhouden is in overeenstemming met de door Graco schriftelijk verstrekte aanbevelingen. Normale slijtage en veroudering, of slecht functioneren, beschadiging of slijtage veroorzaakt door onjuiste installatie, verkeerde toepassing, slijpend materiaal, corrosie, onvoldoende of onjuist uitgevoerd onderhoud, nalatigheid, ongeval, eigenmachtige wijzigingen aan de apparatuur, of het vervangen van Graco-onderdelen door onderdelen van andere herkomst, vallen niet onder de garantie en Graco is daarvoor niet aansprakelijk. Graco is ook niet aansprakelijk voor slecht functioneren, beschadiging of slijtage veroorzaakt door de onverenigbaarheid van Graco-apparatuur met constructies, toebehoren, apparatuur of materialen die niet door Graco geleverd zijn, en ook niet voor fouten in het ontwerp, bij de fabricage of het onderhoud van constructies, toebehoren, apparatuur of materialen die niet door Graco geleverd zijn. Deze garantie wordt verleend onder de voorwaarde dat de apparatuur waarvan de koper stelt dat die een defect vertoont gefrankeerd wordt verzonden naar een erkende Graco dealer opdat de aanwezigheid van het beweerde defect kan worden geverifieerd. Indien het beweerde defect inderdaad wordt vastgesteld zal Graco de defecte onderdelen kosteloos herstellen of vervangen. De apparatuur zal gefrankeerd worden teruggezonden naar de oorspronkelijke koper. Indien bij de inspectie geen materiaal- of fabricagefouten worden geconstateerd, dan zullen de herstellingen worden uitgevoerd tegen een redelijke vergoeding, in welke vergoeding de kostenvan onderdelen, arbeid en vervoer begrepen kunnen zijn. DEZE GARANTIE IS EXCLUSIEF, EN TREEDT IN DE PLAATS VAN ENIGE ANDERE GARANTIE, UITDRUKKELIJK OF IMPLICIET, DAARONDER MEDEBEGREPEN MAAR NIET BEPERKT TOT GARANTIES BETREFFENDE VERKOOPBAARHEID OF GESCHIKTHEID VOOR EEN BEPAALDE TOEPASSING. Graco’s enige verplichting en de enige verhaalsmogelijkheid van de koper in geval van een inbreuk op de garantie is hetgeen hierboven is beschreven. De koper gaat ermee akkoord dat geen andere verhaalsmogelijkheid (daarin medebegrepen, maar niet beperkt tot vergoeding van incidentele schade of van vervolgschade door winstderving, gemiste verkoopopbrengsten, letsel aan personen of materiële schade, of welke andere incidentele verliezen of vervolgverliezen dan ook) aanwezig is. Elke klacht wegens inbreuk op de garantie moet binnen twee (2) jaar na aankoopdatum kenbaar worden gemaakt. GRACO GEEFT GEEN GARANTIE EN WIJST ELKE IMPLICIETE GARANTIE AF BETREFFENDE VERKOOPBAARHEID OF GESCHIKTHEID VOOR EEN BEPAALDE TOEPASSING, MET BETREKKING TOT TOEBEHOREN, APPARATUUR, MATERIALEN OF COMPONENTEN DIE GRACO GELEVERD, MAAR NIET VERVAARDIGD HEEFT. Deze onderdelen die door Graco geleverd, maar niet vervaardigd zijn (zoals elektromotoren, schakelaars, slangen, etc.), zijn onderworpen aan de garantie, indien verleend, van de fabrikant ervan. Graco zal aan de koper redelijke ondersteuning verlenen bij het aanspraak maken op die garantie. Graco is in geen geval aansprakelijk voor indirecte, incidentele of speciale schade of gevolgschade die het gevolg is van het feit dat Graco zulke apparatuur heeft geleverd, of van de uitrusting, de werking, of het gebruik van producten of andere goederen op deze wijze verkocht, ongeacht of die ontstaat door inbreuk op een contract, inbreuk op garantie, nalatigheid van Graco, of anderszins. FOR GRACO CANADA CUSTOMERS The parties acknowledge that they have required that the present document, as well as all documents, notices and legal proceedings entered into, given or instituted pursuant hereto or relating directly or indirectly hereto, be drawn up in English. Les parties reconnaissent avoir convenu que la rédaction du présente document sera en Anglais, ainsi que tous documents, avis et procédures judiciaires exécutés, donnés ou intentés, à la suite de ou en rapport, directement ou indirectement, avec les procédures concernées.
Graco-informatie Voor de recentste informatie over de producten van Graco, surf naar www.graco.com. OM EEN BESTELLING TE PLAATSEN, neem contact op met uw Graco-verdeler of telefoneer naar de dichtstbijzijnde verdeler. Telefoon: 612-623-6921 of Gratis: 1-800-328-0211 Fax: 612-378-3505
Alle geschreven en afgebeelde gegevens in dit document geven de meest recente productinformatie weer zoals bekend op het tijdstip van publicatie. Graco behoudt zich het recht voor om zonder mededeling te allen tijde wijzigingen aan te brengen. This manual contains Dutch. MM 312794
Hoofdkantoor Graco: Minneapolis Kantoren in buitenland: Belgium, China, Japan, Korea GRACO INC. P.O. BOX 1441 MINNEAPOLIS, MN 55440-1441 Copyright 2008, Graco Inc. is registered to ISO 9001 www.graco.com Herzien 2/2009