Menselijke
Maat
74
januari nr. 1 2016 | TPP
PRAKTIJK
Van klacht naar kracht Het instrument Menselijke Maat is bedoeld om organisaties te ondersteunen die werken aan de kanteling ‘van klacht naar kracht’. Het is gebaseerd op de Zelf Determinatie Theorie, één van de leidende theorieën in de positieve psychologie. Wat zijn de uitgangspunten en werking van Menselijke Maat en hoe speelt betrokkenheid daarin een rol? ■ Aad Francissen
S
inds 1 januari 2015 zijn gemeenten verantwoordelijk voor de uitvoering van de nieuwe Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo), de Jeugdwet en de Participatiewet. Dat vraagt om een transformatie in het sociale domein. Meer dan voorheen zetten gemeenten in op het activeren van burgers. Het is de bedoeling dat zorg en ondersteuning leiden tot zelfredzaamheid en participatie van inwoners. Maar hoe weet een organisatie in hoeverre ze aan dit doel heeft bijgedragen? Stichting Arcon wijdt zich inmiddels vier jaar aan een antwoord op deze vraag. Arcon heeft daartoe het instrument Menselijke Maat ontwikkeld. Dit instrument is bedoeld om organisaties te ondersteunen die actief zijn in het sociale domein en die werken aan de kanteling ‘van klacht naar kracht’, door middel van meten en verbeteren. Menselijke Maat is gebaseerd op de Zelf Determinatie Theorie, één van de leidende theorieën in de positieve psychologie. In dit artikel wordt ingegaan op de relatie tussen de transformatie en de Zelf Determinatie Theorie, de uitgangspunten en werking van Menselijke Maat en hoe betrokkenheid daarin een rol speelt.
Kanteling van klacht naar kracht Sinds 1 januari 2015 ziet het sociaal domein van zorg, welzijn en participatie er essentieel anders
uit. Gemeenten zijn vanaf die datum in hoge mate verantwoordelijk geworden voor de zorg en begeleiding van groepen burgers die het zonder die zorg en begeleiding niet zelfstandig in de samenleving redden. Aanbieders die werken onder de Wmo 2015, de Jeugdwet en de Participatiewet hebben de gemeente als nieuwe opdrachtgever gekregen. Denk aan aanbieders van jeugdzorg (inclusief de jeugdpsychiatrie), ouderenzorg en zorg voor mensen met psychische beperkingen en een verstandelijke beperking, maar ook organisaties die zich richten op participatie op weg naar de arbeidsmarkt. In de Wmo 2015 en de Jeugdwet staat expliciet dat alle ondersteuning ertoe moet leiden dat de zelfredzaamheid en participatie van cliënten moet worden gestimuleerd en bevorderd. De transformatie gaat er immers om dat mensen met een hulpvraag meer zelf en meer samen met andere mensen gaan doen. Deze invalshoek is niet nieuw, maar wel structureel anders dan wat er van professionals en vrijwilligers werd verwacht onder de AWBZ, de Wet op de Jeugdzorg en de Wet Werk en Bijstand. In de memorie van toelichting van de Wmo 2015 is deze kanteling van klacht naar kracht duidelijk terug te lezen: “Het is van belang de ondersteuning te richten op de persoon en diens omge-
januari nr. 1 2016 | TPP
75
ving in plaats van uitsluitend op diens aandoening, beperking of indicatie. Het welbevinden van mensen dient centraal te staan” (Tweede Kamer, 33 841, p.2). Gemeenten worden geacht om mede op basis van het welbevinden van mensen de kwaliteit van zorg te monitoren en verbeteringen gericht op de transformatie van de zorg op gang te brengen.
Betrokkenheid en welbevinden Nu de transformatie zo uitdrukkelijk vraagt om een inzet op welbevinden, houden gemeenten zich veel meer bezig met de vraag naar de rol van zorgaanbieders hierbij. Dat betekent meten (monitoren) en verbeteren (transformeren). Uitvoerenden in het sociale domein willen graag de ondersteuning voor hun cliënten verbeteren. Zeker als die verbeteringen leiden tot meer welbevinden bij de cliënten. Een belangrijk onderdeel van welbevinden is betrokkenheid. Het gaat dan om betrokkenheid van de cliënt bij zijn omgeving, van de hulpverlener bij de cliënt, van de organisatie bij de hulpverlener, en om de onderlinge betrokkenheid van hulpverlener en mantelzorger. En zelfs de onderlinge betrokkenheid tussen gemeente en aanbieders. Want samen zullen deze partijen de transformatie moeten vorm geven, controleren en hierbij inzetten op verbetering. Betrokkenheid van de deelnemende partijen (management, professionals, vrijwilligers) bij Menselijke Maat komt de motivatie voor de metingen en de gerichtheid op verbetering enorm ten goede. Stichting Arcon besteedt veel aandacht aan de
Een belangrijk onderdeel van welbevinden is betrokkenheid 76
januari nr. 1 2016 | TPP
betrokkenheid van professionals en vrijwilligers die met het instrument gaan werken. Via voorlichting komt de bewustwording op gang: ‘Mijn werk draagt bij aan het welbevinden van mijn cliënten’. Maar bewustwording alleen is niet genoeg. Want wat heb je als professional of vrijwilliger aan wéér een onderzoek? Via Menselijke Maat worden medewerkers daarom juist ook bij het verbeterproces betrokken. Zij zijn immers aan zet om de transformatie in gang te zetten en echt anders met cliënten om te gaan. Aan hen de vraag: ‘Wat ga je morgen anders doen bij je cliënten, nu je weet hoe het ervoor staat met het welbevinden en de mate waarin cliënten ervaren hoe jij (en je collega’s) daar aandacht voor hebben?’ Betrokkenheid bij gemeenten betekent dat zij de verbeterslag van uitvoerenden willen volgen en een lerende omgeving willen inrichten. Stichting Arcon verwacht van gemeenten dat zij met belangstelling de uitkomsten én de verbeterplannen volgen. Dat zij daarover de dialoog aangaan met hun uitvoerende organisaties.
Warm uitnodigen Menselijke Maat is ontwikkeld om een beeld te krijgen van de mate waarin het organisaties lukt om de betrokkenheid te versterken en het welbevinden van cliënten te bevorderen. Met dit instrument wordt het effect van de ondersteuning objectief gemeten. Daarbij gaat het ook om een gemeenschappelijke taal op basis waarvan belanghebbenden zich kunnen verantwoorden en aantoonbaar op verbetering kunnen inzetten. Voor het monitoren van dit proces heeft Menselijke Maat twee vragenlijsten en een audit beschikbaar. Voor de betrokkenheid en de verbeterslag biedt Menselijke Maat voorlichting, metingen, rapportage / presentatie en verbetersessies. Alles is erop gericht om de organisatie en medewerkers te helpen reflecteren en de zorg te verbeteren met het oog op het welbevinden van de cliënt. Metingen vinden plaats via cliëntvragensets, op papier of middels een webbased app. Ook hier
speelt betrokkenheid een grote rol. Want waarom zouden cliënten een vragenlijst invullen? Medewerkers nodigen hun cliënten ‘warm’ uit om hen te helpen met verbeteren van de zorg. De taal van de vragen is eenvoudig en is ook geschikt voor cliënten met een licht verstandelijk beperking. Vragen gaan over het leven van de cliënt en de ervaringen van de cliënt met de hulpverlening. Daarbij komt dat cliënten via de app de vragen kunnen laten voorlezen, mondelinge feedbackkunnen geven en hun eigen scores kunnen inzien. Uit de cliëntenvragensets komen twee beelden naar voren. Een beeld van het welbevinden van de respondenten in termen van autonomie, competentie en verbondenheid (zie kader). En een beeld van de mate waarin cliënten ervaren dat de hulpverlener tegemoet gekomen is aan hun welbevinden. Ook medewerkers vullen een vragenlijst in. Deze maakt inzichtelijk in welke mate zij welbevinden belangrijk vinden en hoe vaak zij er aan toe komen om daar naar te handelen tijdens cliëntcontact. Ten slotte is een audit beschikbaar, waarbij onafhankelijke onderzoekers de medewerkers nog eens extra ondervragen over hun visie, uitvoering, dossiervorming en cliëntevaluatie, dit volgens de plan-do-check-cyclus. Behalve de interviews hebben er observaties plaats om de resultaten beter te kunnen duiden en van praktische (vaak goede) voorbeelden te voorzien. Uit alle metingen worden scores opgebouwd, die – zonder oordeel – via een rapport en presentatie met de desbetreffende teams worden gedeeld. Teams worden vervolgens uitgenodigd om zelf, gestructureerd, aan de slag te gaan met verbeterplannen tijdens de verbetersessie. De Universiteit Twente monitort deze instrumenten op validiteit, betrouwbaarheid en toepasbaarheid.
Psychologische basisbehoeften Zoals gezegd, staat in het instrument Menselijke Maat de Zelf Determinatie Theorie van Deci &
Ryan centraal. Onderzoek op basis hiervan laat zien dat welbevinden eerder verkregen wordt als mensen zich richten op meer intrinsieke doelen, zoals goede relaties, persoonlijke groei en maatschappelijke betrokkenheid. Dit zijn bij uitstek de doelen die mensen zin en betekenis geven in het leven, doordat ze bijdragen aan iets groters. Het zijn ook de doelen die mensen nastreven omdat ze op zich al lonend zijn. Ze zijn vooral gebaseerd op motivatie ‘van binnen uit’. Eigenlijk kunnen deze doelen nooit echt ‘gehaald’ worden, maar gaat het eerder om het streven zelf. Ook op de langere termijn zijn ze gerelateerd aan de aanwezigheid van geluk en vitaliteit en aan de afwezigheid van psychische en lichamelijke klachten.
Drie psychologische basisbehoeften staan centraal in de Zelf Determinatie Theorie: • Autonomie: de mate waarin je het gevoel hebt greep op je leven te hebben, je eigen keuzes kunt maken, jezelf kunt zijn; • Competentie: de mate waarin je kunt doen waar je goed in bent, je passies en talenten in kunt zetten en daarin uitgedaagd wordt; • Verbondenheid: de mate waarin je je verbonden voelt met andere mensen, hulp (kunt) krijgen van anderen en van betekenis kunt zijn voor anderen.
Wanneer tegemoet kan worden gekomen aan deze basisbehoeften leidt dit tot een hogere mate van welbevinden. De drie behoeftes zijn volgens onderzoek belangrijk in veel verschillende contexten, variërend van scholen, families en werk tot gezondheidszorg. Ook in verschillende culturen en in verschillende fasen van de levensloop blijken deze basisbehoeftes belangrijk voor duurzaam geluk. Ze zijn daarmee essentieel voor het functioneren van mensen, net als de
januari nr. 1 2016 | TPP
77
meer biologische behoeftes als eten, drinken of veiligheid (figuur 1). In de transformatie vinden we aandacht voor deze basisbehoeften terug in het stimuleren en bevorderen van zelfredzaamheid en participatie. Zelfredzaamheid sluit aan bij de behoefte aan autonomie en voor een deel bij de behoefte aan competentie. Bij autonomie gaat het vooral om de eigen regie, om de omslag van aanbod- naar vraaggericht werken, ofwel de vraag hoe kwetsbare mensen hun leven willen leiden. Het is daarbij wel belangrijk dat eigen regie niet betekent dat mensen het zelf maar moeten uitzoeken of dat mensen alles letterlijk zélf moeten doen: autonomie betekent juist ook dat mensen kunnen kiezen voor het inroepen van hulp. Zelfredzaamheid betekent ook dat je competenties nodig hebt om je leven zoveel mogelijk zelf in te richten. De basisbehoefte aan competentie van mensen is natuurlijk breder dan alleen jezelf kunnen redden. Hier is vooral de omslag van het denken in termen van problemen naar het denken over wat mensen zelf kunnen en waar
zij goed (competent) in zijn van belang. Ook als er problemen zijn en er zorg nodig is, hebben mensen de behoefte om dingen te doen waar ze goed in zijn. Participatie sluit aan bij de behoefte aan verbondenheid, meedoen in de maatschappij. Als mensen niet verbonden kunnen zijn met anderen, heeft stimuleren en bevorderen van participatie ook niet veel zin. Verbondenheid, het sociale netwerk ofwel ‘andere mensen’, ligt daarmee aan de basis van participatie. Het gaat dan niet alleen om het activeren van het netwerk. De vraag in welke mate een cliënt van betekenis kan zijn voor andere mensen is net zo belangrijk.
Resultaten tot nu toe Geheel in lijn met de positieve psychologie kijkt Menselijke Maat naar wat er goed gaat in de zorg en waar verbeterpunten zitten. Die verschillen per organisatie enorm. Zo is de ene organisatie goed in het aansluiten op het leven van de cliënt en komt daarmee werkelijk tegemoet aan de behoefte aan autonomie. De andere organisatie kan bijvoorbeeld goed inge-
Wmo 2015
Figuur 1. Deci & Ryan: Zelf Determinatie Theorie
78
januari nr. 1 2016 | TPP
Figuur 1. Deci & Ryan: Zelfdeterminatie Theorie
richt zijn op het in kaart brengen van persoonlijke doelen en zal hoog scoren op het tegemoet komen aan competenties. Na achttien trajecten Menselijke Maat kan een voorzichtig inkijkje in de voorlopige resultaten geschetst worden. Uit die achttien trajecten Menselijke Maat blijkt dat cliënten doorgaans vinden dat hulpverleners prima tegemoetkomen aan hun behoefte aan
Menselijke Maat wordt uitgevoerd bij zeer uiteenlopende organisaties en projecten, zoals sociale wijkteams, gezinsbegeleiders en -coaches, begeleiders van licht verstandelijk beperkten (LVB) en begeleiders bij dagbesteding van zowel ouderen als LVB’ers. Gemeenten werken met Menselijke Maat om bijvoorbeeld de eigen uitvoerende diensten, zoals het Wmo-loket en het
Geheel in lijn met de positieve psychologie kijkt Menselijke Maat naar wat er goed gaat in de zorg en waar verbeterpunten zitten
autonomie. Met andere woorden, cliënten ervaren dat de hulpverlening daadwerkelijk aansluit op het leven zoals cliënten dat willen leiden. Dit is de basis voor zelfredzaamheid. Wat ook redelijk goed lukt, is het tegemoetkomen aan de behoefte aan competenties van cliënten, de basis voor redzaam kunnen zijn. Het is inmiddels behoorlijk gemeengoed geworden om gericht te zijn op waar een cliënt goed in is. Persoonlijke doelen die daaruit voortkomen, worden vaak structureel vastgelegd en gemonitord, via een portfolio of ondersteuningsplan. Er zijn ook verbeterpunten. Zo merken cliënten dat de aandacht voor verbondenheid, de basis voor participatie, achterblijft. Met name het idee dat cliënten ook van betekenis (kunnen) zijn voor anderen is nog niet sterk verankerd in de visie en het werk van veel sociale professionals. Nog veel minder vaak lukt het om het plezier in het leven meer centraal te stellen. Terwijl de vraag ‘waar gaan je ogen van twinkelen’, of elke variant daarop, een perspectief kan bieden waaraan de hulpverlening zou kunnen bijdragen.
Werkplein, te helpen verbeteren, maar ook om de gemeenteraad te kunnen informeren over de transformatie. Cliënten delen via Menselijke Maat hun ervaring over professionals en vrijwilligers die een verschil (proberen te) maken in het leven van deze cliënten. Centraal staat de vraag: lukt dat? Waar gaat het goed en waar kan het beter. ■ Aad Francissen (MSc) doet al meer dan negen jaar onderzoek naar welbevinden. Bij Stichting Arcon is hij bedenker van Menselijke Maat, het instrument dat hij samen met collega’s, Universiteit Twente, enkele gemeenten en aanbieders heeft ontwikkeld. Voor meer informatie zie www.menselijkemaat.nl Als publiek spreker, trainer en onderzoeker is zijn doel om welbevinden tot uitgangspunt van zorg en ondersteuning te maken. Van klacht naar kracht. Dit zorgt voor meer welbevinden bij cliënten, beter functionerende teams en kostenbesparing.
januari nr. 1 2016 | TPP
79
Het volgende nummer van TPP heeft als thema
Veerkracht VEERKRACHTINTERVENTIES in organisaties Psychologisch kapitaal De relatie tussen WELBEVINDEN en veerkracht Het versterken van mantelzorgers Veerkracht in de jeugdzorg De tweede uitgave van 2016 verschijnt eind april
Colofon
Tijdschrift Positieve Psychologie ISSN 2452-4182
Met het Tijdschrift Positieve Psychologie (TPP) maken we de toepassing van de wetenschappelijke principes van de positieve psychologie toegankelijk voor mensen uit de praktijk. Het TPP publiceert artikelen over de wetenschappelijke onderbouwing van positieve psychologie, de ontwikkeling van praktijktoepassingen en de evaluatie ervan. Het tijdschrift bevordert de dialoog tussen praktijk en wetenschap. Kennis als kern van verbinding. Tijdschrift Positieve Psychologie is een uitgave van KloosterhofAcquisitie Services Uitgeverij B.V. Napoleonsweg 128A, 6086 AJ NEER T. 0475-597151 F. 0475-597153
[email protected] www.tijdschriftpositievepsychologie.nl Hoofdredactie Jan Walburg
[email protected] Redactie Fredrike Bannink, eigen praktijk Meike Bartels, Vrije Universiteit Amsterdam Jacqueline Boerefijn, Positief Onderwijs Djoerd Hiemstra, NHL Hogeschool Leeuwarden Sanne Lamers, Universiteit Twente Erik Overdick, Forward Company Matthijs Steeneveld, Steeneveld Training en Coaching Marianne van Woerkom, Tilburg University Hein Zegers, positieve-psychologiepionier De redactie is onafhankelijk en werkt op basis van een redactiestatuut. Bladmanagement en redactiesecretariaat Liesbeth Rienties
[email protected] Janet Rienties
[email protected]
80
januari nr. 1 2016 | TPP
Annemieke Peeters
[email protected]
Voor meer informatie, aanmelden en wijzigingen: Yvonne van Pol T. 0475-600944
[email protected] www.tijdschriftpositievepsychologie.nl
Marketing Eric Vullers T. 0475-597151
[email protected] www.tijdschriftpositievepsychologie.nl
Verschijningsdata Jaargang 1 Nr. 2 eind april 2016 Nr. 3 eind juli 2016 Nr. 4 eind oktober 2016
Online & events Jorg Winkelmolen
[email protected] T. 0475-597152
Aanleveren kopij Jaargang 1 Nr. 2 1 februari 2016 Nr. 3 1 mei 2016 Nr. 4 1 augustus 2016
Vormgeving Marie-José Verstappen
[email protected]
Administratie Papieren abonnement Abonnementsprijs: E 79,50 per abonnementsperiode van 4 uitgaven. Tarieven voor verzending van abonnementen naar het buitenland wijken af, zie www.tijdschriftpositievepsychologie.nl Nieuwe abonnementen kunnen op elk gewenst tijdstip ingaan en worden aangegaan tot wederopzegging. Betaling geschiedt uiterlijk 14 dagen na ontvangst van de toegezonden factuur. U ontvangt automatisch onze maandelijkse gratis nieuwsbrief. Digitaal abonnement Abonnementsprijs: E 22,00 per abonnementsperiode van 4 uitgaven. Neem een digitaal abonnement op www.ProfessioneelBegeleiden.nl en ontvang de komende 4 uitgaven in uw account. U ontvangt dezelfde versie als de papieren uitgave, alleen dan digitaal in PDF vorm. Uiteraard stellen wij u op de hoogte wanneer een nieuwe uitgave beschikbaar is! Na 4 uitgaven stopt het abonnement automatisch.
Auteursinstructie www.tijdschriftpositievepsychologie.nl Reserveren en aanleveren advertenties uiterlijk 4 weken voor verschijningsdatum © Tijdschrift Positieve Psychologie. Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enigerlei wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën, opnamen of op enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Uitgever en redactie verklaren dat deze uitgave op zorgvuldige wijze en naar beste weten is samengesteld; evenwel kunnen uitgever en redactie op geen enkele wijze aansprakelijkheid aanvaarden voor de juistheid of volledigheid van de informatie.
the
Positive Psychology Practitioner’s Toolkit
The ‘Positive Psychology Practitioner’s Toolkit’ is an online, science-based database. This continuously updated database contains 85+ exercises, activities, interventions, questionnaires, assessments and scales in PDF-format. These tools can be used in coaching clients, students, team members or employees to increase performance and wellbeing. This toolkit is an absolute must have for professional coaches, practitioners, therapists, teachers and HR-managers who want to apply positive psychology’s findings in their work. Upon signing up, you’ll get instant access to an online database containing all of these tools.
“
This toolkit is the best positive psychology resource out there! It’s incredibly rich, structured, easy to use, and is going to save me hundreds of hours of work. I am beyond grateful that something like this has finally been created!
Emiliya Zhivotovskaya CEO and Founder of the Flourishing Center
Join 500+ positive psychology practitioner’s and sign up for 144$/year at: positivepsychologyprogram.com/signup
ositivePsychologyProgram YOUR ONE-STOP POSITIVE PSYCHOLOGY RESOURCE
BUSINESSROMAN
k zou ‘Dit boe r gelezen e elke leid ebben.’ h moeten emser r Rick G irecto ting D e 5 k r a M m 201 sterda m A IL SA
N
A SROM S E N I S DE BU HET JAAR VAN
WAHLBERG HET VERHAAL VAN EEN CEO
A RV I D B U I T
WWW.THEMA.NL/WAHLBERG