SPECIAL Moldavië herfst 2012
Design als motor voor ontwikkeling Mongolië op de kaart bij National Geographic Nederlandse know-how voor Windhoek
Memorabele missies in Moldavië
COLOFON
Inhoud PUM Magazine is een uitgave van PUM Netherlands
Voorwoord
3
Europa’s grootste ‘uitzendbureau’ voor de inzet
Missie
4
van professionele vrijwilligers onder het motto
National Geographic verschijnt in Mongolië met dank aan PUM!
senior experts en verschijnt vier keer per jaar. PUM is sinds zijn oprichting in 1978 uitgegroeid tot
‘ondernemers voor ondernemers’. PUM Magazine heeft een oplage van 4500 exemplaren en wordt verspreid onder experts, stafvrijwilligers en relaties van PUM. Hieronder vallen sponsors, Nederlandse
4
Het Gesprek
6
Staatssecretaris Knapen: ‘we zijn op de goede weg’
ambassades, bedrijfsleven, media en andere
Lopende Zaken
geïnteresseerden.
Missie
Productie
9 10
Nederlands design als motor voor ontwikkeling
PUM Marketing en Communicatie redactieadres:
[email protected] Hoofdredacteur Karin Jensma
Special
6
Redactie
Moldavië
Missie
Gabriëlle ten Bokkel Huinink, Lotte Coosen,
12
Mold daviië: Heet armstee land va an Eu uro opa Meerr ren ndem ment in de vleeesveerwerkkin ng Bom meneexperrt Petter Kerkkhoff in n Mold davvië Mold daviisch watterma anagem ment
16
Meer doen met minder
Leo Enthoven, Karin Overtoom, Frank Steverink, Ans Tromp, Karin Verhaak,
Leren van Ervaring
Froukje Wattel
Pum-expert vertilt zich bijna aan inzamelingsactie
Ontwerp en illustratie Ontwerpwerk, Den Haag
13
Missie
18
20
Stedenbouwkundig advies voor Windhoek
Fotografie
Missie
Dénise ten Bokum, Chris de Bode,
Gemoedelijk maar stoffig
22
Arenda Oomen, privé-bezit
Column Druk Ando, Den Haag PUM Netherlands senior experts
24
Karin Verhaak-Kersten
20
Bezuidenhoutseweg 12
Lopende Zaken
24
Portret
25
Heather en Marijke
2594 AV Den Haag
Onze man in...
t 070 349 05 55 f 070 349 05 90
[email protected]
Post@PUM
www.pum.nl Volg ons op:
26
Victor Huíman in Lima - Peru
27
Weven en weeffoutjes in Mamasa
22
Landenfocus
28
Bangladesh bruist
PUM komt overal
28
VOORWOORD
In beweging Op het moment dat dit magazine de laatste fases voor drukken ingaat, hebben we net verkiezingen gehad. Het electoraat is in beweging. Wat niet? Hier bij PUM zitten we niet stil en dat geldt ook voor dit magazine. Zoals u ziet, is er een nieuwe ontwerphand aan het werk geweest bij het tot stand komen van dit PUM Magazine. U herinnert zich wellicht dat we vorig jaar een lezersonderzoek gehouden hebben onder alle experts. Met uw feedback scherpen we de redactionele formule verder aan en dat uit zich dus ook in een deels vernieuwde vormgeving. De nieuwe verkiezingsuitslag is ook voor PUM natuurlijk belangrijk. Hoe gaan de bezuinigingsrondes zich vertalen naar ontwikkelingsbeleid en dus ook naar ons? Het is een ontwikkeling die al langer aan de gang is en die heeft geleid tot een nieuwe manier van fondsenwerven bij PUM. We werken nu meer samen met Nederlandse bedrijven, maar ook met internationale fondsen. Een en ander heeft ook consequenties voor ons op de afdeling Marketing & Communicatie waar de redactie van PUM Magazine zit. Zo hadden we eerder deze maand de primeur om een radioboodschap de ether in te brengen. U leest er meer over verderop in dit magazine. Het leidde bijvoorbeeld tot een filmpje waarin PUMexpert en radioboodschapster Judith Bosch vertelt over haar missie in Armenië. Een belangrijk doel van de radioboodschap was om de naamsbekendheid van PUM te vergroten. We hebben tot vanuit Frankrijk reacties gehad, dus we vermoeden dat dit wel gelukt is. Het is een van de speerpunten voor de toekomst. We willen meer dan vroeger zichtbaar zijn, ook voor sponsors en donateurs. PUM Magazine blijft daarbij een belangrijk medium waarin de verhalen van experts een plek krijgen. Gooit u hem daarom niet weg, maar leg hem eens op de leestafel, bijvoorbeeld bij uw huisarts of tandarts. Alle kleine beetjes helpen.
Karin Jensma Hoofd Marketing & Communicatie Hoofdredacteur PUM Magazine
PUM Magazine najaar 2012 |
3
MISSIE TEKST FRANK STEVERINK | FOTOGRAFIE HENRI VAN MUYDEN
National Geographic verschijnt in Mongolië met dank aan PUM! De opdracht voor Henri van Muyden was even breed als flexibel. Een uitgeverij in Mongolië wilde graag zijn organisatie en financiële structuur doorgelicht krijgen. De expert wist dat het communistische verleden in het land nog steeds voelbaar is: ‘mensen van boven de 25 zijn toch geïndoctrineerd.’ Een missie met een onverwacht staartje. Henri van Muyden is marketing consultant met een diverse en zeer internationale ervaring. Zo heeft hij 25 jaar ‘op Azië’ gereisd, met name naar Hong Kong, Taiwan, Korea en China. En na de val van de muur ging hij ‘pionieren’ in Oost-Duitsland. Samen met een West-Duitse ondernemer had hij daar drie bedrijven, onder meer een speelgoedgroothandel en een bedrijf dat technische onderdelen voor de wat duurdere pennen produceerde. Na de privatisering ging het bedrijf in personeel terug van 135 naar 30 werknemers. ‘En zelfs dat waren er nog te veel!’ Over de grenzen heen Voor de missie naar Mongolië bereidde de expert zich voor door onderzoek te doen op internet. Op welke locatie is de uitgeverij actief, wie zijn de concurrenten, wat is je markt? ‘Ze weten het vaak gewoon niet. Vaak is men ook niet in staat over de grenzen heen te denken en dat beperkt zich zeker niet alleen tot de ontwikkelingslanden en opkomende economieën. Amerikanen projecteren bijvoorbeeld alles van de VS op Europa. Dat kan niet, marketing is veel meer, het heeft te maken met verzorgingsgebied en leeftijdsopbouw. Het begint vaak bij
Worstelen kijken in de ‘ger’
4
| PUM Magazine najaar 2012
klimatologische omstandigheden. Zo kun je niet ongestraft kast-elementen naar Florida exporteren omdat de luchtvochtigheid daar hoog is. Gesloten kasten zouden daar al snel zorgen voor schimmelvorming.’ Cosmo en NG Eenmaal aangekomen in Mongolië was de praktijk nog net iets weerbarstiger dan je zou denken. Communicatie was niet eenvoudig en moest soms met handen en voeten. En er was het fenomeen van de eigenwijsheid van de aanvrager: men weet dat adviezen nodig zijn, maar hoe maak je het bespreekbaar en hoe zorg je ervoor dat de adviezen ook geïmplementeerd worden? En dan was er dus het communistische verleden. ‘Je ziet een toplaag die rijk leeft. Het blijkt nog steeds moeilijk mensen uit het oude systeem te halen. Alleen jongeren zijn daar niet door besmet. Een van de punten waarover de expert om advies gevraagd werd, was expansie. Men wilde uitbreiden, maar hoe? De uitgeverij bleek al in het bezit van een licentie voor de Russische Cosmopolitan. Toen bleek dat National Geographic interesse had om ook in Mongolië een lokale editie uit te laten brengen. ‘Dat lijkt minder vreemd dan het is. Hoewel er maar zo’n 3 miljoen mensen zijn in Mongolië, is het Mongoolse taalgebied veel groter. Er spreken ook nog 4 miljoen mensen Mongools in China en Rusland.’ Henri van Muyden ging voor de uitgeverij in onderhandeling met National Geographic. Zijn werkervaring in Amerika, waar hij onder meer zaken deed met Disney, MGM en Turner, kwam hem daarbij goed van pas. De onderhandelingen verliepen voorspoedig, hoewel National Geographic al in bespreking was met drie andere uitgeverijen. Waarschijnlijk mede door Henri van Muydens Amerikaanse ervaring wist hij uiteindelijk voor zijn klant aan het langste eind te trekken. Daarmee wordt het Mongools de 35e landentaal waarin het blad wordt uitgegeven.
De chauffeur bleek vanaf dat moment alleen nog maar aandacht te hebben voor de sportuitzending. ‘Het ging om worstelen.’ Desondanks heeft hij er niet minder goed om gegeten. ‘Het lams- en schapenvlees is voortreffelijk,’ aldus Henri van Muyden.
MONGOLIË ENKELE FEITEN Aantal PUM missies in 2011 37 Geschat bevolkingsaantal 2,8 miljoen Bevolkingsgroei 1,2 % Landoppervlak 1,5 miljoen km2 Levensverwachting 66,1 jaar (vrouw) 62,1 jaar (man) BNP/cap, PPP 4500 US % (2011) Godsdienst Tibetaans boeddhistisch lamaïsme (96%), islam (4%) Henri van Muyden en Dzjengis Khan
Opsteker Dat is natuurlijk een mooie opsteker voor de uitgeverij, maar het belang van de licentie-overeenkomst gaat over de Mongoolse landsgrenzen heen. Doordat men aanwezig is in Mongolië, is de stap om verhalen uit dit land te publiceren een stuk gemakkelijker geworden. En zichtbaarheid in de media, zeker als het om een bekend en prestigieus blad als National Geographic gaat, maakt het relatief onbekende land in de wereld weer een stuk minder onbekend. Dat is goed voor handelscontacten en investeringen. Het blijft overigens niet alleen bij National Geographic Magazine, ook NG Kids en NG Traveller zullen door de Mongoolse uitgeverij in licentie uitgegeven gaan worden. Juni jongstleden werd de deal officieel bekrachtigd. Terry Adamson, Executive Vice President voor National Geographic Society benadrukte hoe Mongolië aan het veranderen is: ‘The economy is growing. The mining sector is developing. We can produce articles on mining, nature and how to protect the environment.’
Hoewel formeel onafhankelijk, is Mongolië vanaf 1924 politiek en economisch nauw verbonden geweest met de Sovjet-Unie. De economie werd ingericht volgens de beginselen van de centrale planning en het land werd omgevormd tot grondstoffenleverancier van de Sovjet-Unie. In ruil daarvoor nam Moskou het chronisch tekort op de handelsbalans en de begroting voor zijn rekening, en verstrekte op concessionele voorwaarden consumptiegoederen en alle brandstof die het land nodig had. Aan deze situatie, die de basis vormde van de Mongoolse staatshuishouding, kwam abrupt een einde, toen begin 1991 de subsidiekraan vanuit Moskou werd dichtgedraaid. De Sovjet-Unie beëindigde zowel de financiële als technische steun, alsook alle exporten op zachte voorwaarden en vroeg vanaf dat moment betaling in harde valuta voor de uitvoer naar Mongolië. BRON MINISTERIE VAN BUITENLANDSE ZAKEN
Rusland
In de ger Henri van Muyden kreeg tijdens zijn missie gelukkig ook de kans een beetje van het land te zien. Zo bezocht hij een standbeeld op twee uur rijden van de hoofdstad Ulaanbaatar. De taxichauffeur nodigde hem daarna uit voor een bezoek aan zijn ger, de tent waarin men traditioneel leeft. Van tevoren werd hem uitgelegd hoe je naar binnentreedt. Je doet je schoenen uit en loopt links. Eenmaal binnen wachtte hem een verrassing, een gigantische LED-televisie vormde het centrum van alle huiselijke aandacht.
Mongolië
China
PUM Magazine najaar 2012 |
5
HET GESPREK TEKST HANS VAN DE VEEN | FOTOGRAFIE CHRIS BODE
EERDER GEPUBLICEERD IN P+, SEPT/OKT 2012 | INGEKORTE TEKST MET TOESTEMMING VAN DE UITGEVER
Twee jaar ontwikkelingssamenwerking nieuwe stijl
Staatssecretaris Knapen: ‘we zijn op de goede weg’ Hij gooide het roer om bij Ontwikkelingssamenwerking. Economische zelfredzaamheid biedt kansen voor bedrijven, daar en hier, dat is de kern van het beleid van demissionair staatssecretaris Ben Knapen. P+ sprak met hem en Thijs van Praag over de nieuwe rolverdeling tussen overheid en bedrijfsleven. Wat doe je als vers aangetreden staatssecretaris in een minderheidskabinet, met gedoogsteun van een partij die niets moet hebben van de twee thema’s uit jouw portefeuille: Europa en ontwikkelingssamenwerking? Dan bezoek je alle oppositiepartijen en legt hen je plannen voor. Kunnen jullie daarmee leven? Zo niet, dan begin ik er niet aan. Was getekend Ben Knapen bij de start van het kabinetRutte. Zijn plannen voor drastische herziening van het ontwikkelingsbeleid zijn grotendeels gebaseerd op een recente studie van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR). Deze pleit voor meer focus op economische ontwikkeling en de private sector – in plaats van armoedebestrijding – en fors snijden in het aantal hulpontvangende landen en thema’s. Doen waar we goed in zijn, werd het nieuwe adagium. Zoals water en voedsel, waar Nederland veel kennis over heeft, en waarin veel bedrijven wereldwijd actief zijn.
‘maximaal tempo en minimale afbreukrisico’s’ Krap twee jaar later is het nieuwe beleid uitgewerkt en door de Tweede Kamer geaccepteerd. Is Knapen daar verbaasd over? ‘Eigenlijk niet, we wisten na die gesprekken dat er brede steun was. Die was ook nodig. Een kabinet zit tegenwoordig gemiddeld maar een jaar of twee, drie. Je kunt niet je beleid fors veranderen, daarover afspraken met het buitenland maken en dan na twee jaar zeggen:
6
| PUM Magazine najaar 2012
er zit een nieuw kabinet, het wordt allemaal anders. Dat is killing voor de continuïteit en betrouwbaarheid.’ Thijs van Praag: ‘Ook internationaal verschuift het accent naar economische zelfredzaamheid.’ ‘Klopt’, zegt Ben Knapen, ‘maar de meeste politieke partijen hadden dat niet zo in hun verkiezingsprogramma’s staan. Dus ik moest tot overeenstemming komen. Natuurlijk zijn er verschillen. De ene partij is aanzienlijk argwanender tegenover het bedrijfsleven dan de andere. De een eist meer controle, de ander minder. Dat zag je terug in het debat, maar dat vond ik prima.’ Staat deze koers daarmee vast, ook voor de komende jaren? Knapen: ‘Daar heb ik alle vertrouwen in. Met accentverschillen natuurlijk. Maar gegeven de voorgeschiedenis zie ik het niet zo ineens weer veranderen.’ In het nieuwe beleid is de verhouding tussen overheid en private sector veranderd. Hoe zal zich dat verder ontwikkelen? Knapen: ‘Vroeger wist een bedrijf een aardig project in een ontwikkelingsland en dat werd deels door de overheid gefinancierd. Dat is dramatisch veranderd. Je ziet een enorme opmars van maatschappelijk verantwoord ondernemen. Het bedrijfsleven neemt steeds meer afscheid van platte, eendimensionale winstbenadering. Met het oog op bedrijfscontinuïteit moet je wel zorgvuldiger omspringen
met duurzaamheid, beschikbare ruimte en milieu-effecten. Dat zie je ook terug in internationale samenwerking. Bedrijfsleven en civil society spelen daarin een steeds sterkere rol. Terecht. Vijftig jaar geleden bestond ruim tweederde van de geldstroom van rijk naar arm uit overheidshulp. Nu is dat nog maar tien procent. Die overige geldstromen zijn dus veel belangrijker voor de toekomst van deze planeet dan dat kleine stukje ontwikkelingssamenwerking. Het betekent ook dat de overheid meer een makelaarsrol in internationale verantwoordelijkheid krijgt. Wij faciliteren, mitigeren, stellen de krijtlijnen vast, we begeleiden. De fast movers onder de bedrijven verder stimuleren, de langzaamste partijen opduwen. Als je dat binnen de Europese Unie doet, kun je druk uitoefenen op andere landen om constructief mee te doen.’ Van Praag: ‘De overheid kan als hefboom werken en bedrijven die ergens investeren ondersteunen. Als een bedrijf een fabriek neerzet in een ontwikkelingsland, en de bevolking wil ook een polikliniek en een schooltje, dan kun je dat als overheid steunen.’ Knapen: ‘Maar het kan ook anders. Ik was laatst in Bangladesh. Dat deed me denken aan zo’n zestig, zeventig jaar geleden, toen bij ons de industrialisatie begon. Toen Philips hier startte, hadden ze een school, een kliniek, een fanfare, etc. Datzelfde zie je nu in Bangladesh. We hebben met ondermeer de Hema, H&M, Tesco, Zara, Levi’s en de Vereniging van Textielbedrijven in Bangladesh een letter of intent ondertekend voor een duurzaamheidsprogramma. Dat stelt wel iets voor, Bangladesh is de op een na grootste textielexporteur ter wereld. De bedrijven die meedoen zetten scholen op, crèches, een ziekenhuisje. Wellicht is dat 30 jaar geen core competence meer. Maar zolang de overheid daar nog maar deels meedoet, is het goed dat ondernemingen hun maatschappelijke verantwoordelijkheid nemen. Uit welbegrepen eigenbelang. Zorgen dat je mensen productief kunnen zijn, dat ze niet voor zieke kinderen hoeven te zorgen. Dat verdien je terug.’ Van Praag: ‘Daar heb je als bedrijf wel een bepaalde omvang voor nodig. Het is belangrijk het midden- en kleinbedrijf (MKB) bij het overheidsbeleid te betrekken, voor de push en de innovatie, maar de kleinere bedrijven moet je daarbij wel steunen.’ Knapen: ‘Ja voor het MKB is het lastiger. We willen vooral kijken wat we kunnen doen in de ketens. Maar als H&M belooft mee te doen met duurzaam produceren van textiel, dan kun je hen niet vanaf dag één verantwoordelijk houden voor de hele keten. We stellen een programma op, waarin je stap voor stap dieper de keten in gaat. Zodat je uitkomt
Thijs van Praag en Ben Knapen
bij die wasserij waar kinderarbeid plaatsvindt. Voor een klein bedrijf is het extra lastig om daar zicht op te krijgen. Dus helpen we daarbij. NGO’s kunnen assisteren. Wij stellen vouchers beschikbaar, om kennis in te huren. PUM is begonnen met een eigen bedrijfssponsorprogramma voor Nederlandse MKB-bedrijven, die je helpt de stap te zetten. Een geweldige manier om degenen die wat argwanend naar ‘Den Haag’ kijken te laten zien wat mogelijk is.’ Van Praag: ‘Maar besef ook dat verbeteren van nietduurzame praktijken in arme landen langzaam gaat. Onze PUM-experts komen vaak arbeidsonveilige of milieuvervuilende praktijken tegen. Daar praten ze veel over. Het moet bij de ondernemers eerst tussen de oren zitten, voordat het effect heeft als de overheid regels oplegt en afdwingt.’ Knapen: ‘Uiteindelijk is dat allemaal capacity building. Je kunt niet zomaar van hogerhand zeggen: je moet dat voortaan anders doen. Maar ik zie de trots en het toegenomen zelfrespect bij mensen die ermee beginnen. Dat is psychologisch en mentaal heel belangrijk. Neem Heineken, dat voor z’n brouwerij in Congo rijst uit Thailand importeerde. Met hulp van een NGO, en een beetje van ons, produceren lokale boeren nu de benodigde grondstoffen. Het lokale brouwerijpersoneel is daar trots op. Die vinden dat ze iets bereikt hebben. Het begint ermee dat mensen denken: ik heb nu een beetje grip op de vormgeving van mijn leven. Dat is de basis voor verandering.’ De nieuwe OESO-richtlijnen voor maatschappelijk verantwoord ondernemen staan aan de basis van uw beleid richting de private sector. Maar afdwingbaar zijn ze niet. Knapen: ‘Inderdaad. Je kunt niet als overheid besluiten dat voortaan alle kinderarbeid is afgeschaft. Zo’n besluit
PUM Magazine najaar 2012 |
7
HET GESPREK
betekent niets. Wij hebben hard geknokt voor de OESOrichtlijnen. Nu vragen we alle bedrijven waarmee we samenwerken die te respecteren. Zij moeten zelf risicoanalyses maken en daarop actie ondernemen. We hebben een meldsysteem voor als het toch misgaat. Want dat gebeurt natuurlijk. Dan moet je een keer naar de Kamer. So be it.’ Wanneer mag je verwachten dat bedrijven zich volledig aan de richtlijnen houden? Knapen: ‘De grotere bedrijven zijn al een heel eind op weg. Die hebben redelijke rapportage- en correctiemechanismen. Maar het blijft ingewikkeld. Certificering is complex. Over de term duurzaamheid kun je al hele bomen opzetten. Het is een ongoing process om elkaar scherp te houden. De basisgedachte blijft echter heel simpel: als alle Chinezen en Indiërs gaan leven zoals wij, dan heb je drie planeten nodig. Dus moeten we andere oplossingen bedenken, en zij ook.’ Van Praag: ‘Maar zadel bedrijven niet op met te veel richtlijnen en afspraken. Dat gaat niet werken.’ Knapen: ‘Daar ben ik niet zo bang voor. Natuurlijk, je zit altijd met een spanningsveld. Enerzijds de behoefte aan richtlijnen en strenge controle op naleving. Maar dan moet je accepteren dat veel bedrijven afhaken omdat het te gecompliceerd is. Het andere uiterste is: we wensen iedereen het beste en we kijken wel hoe het afloopt. Je moet een middenweg vinden met maximaal tempo en minimale afbreukrisico’s. Om de sprong te maken naar het MKB is nog een hele uitdaging. Dat zie ik ook. Maar we willen wel dat ze meegaan. We willen gaandeweg proberen meer best practices te introduceren.’
‘we richten ons op de enabling environment’
Is ons MKB voldoende gericht op ondernemen in verre landen? Knapen: ‘Dat vind ik wel. Maak maar eens in een vliegtuig een praatje met je buurman. Dikke kans dat het een kleine ondernemer is die de markt verkent of al actief is. Het MKB zit overal. Zelfs als je in Nederland blijft, kun je per internet de benodigde mallen in China bestellen. Een uienkweker uit Noord-Holland kan zo in Benin aan de slag. Maar het kan natuurlijk altijd beter. Ik was twee weken geleden in Colombia, waar we gaan stoppen met ontwikkelingssamenwerking, omdat het land het steeds beter zelf kan. Hun economie groeit met 7 procent per jaar. We gaan rustig afbouwen, in een jaar of drie en ondertussen de relatie omvormen tot een wederzijds profijtelijke economische relatie. We hebben er een kantoortje geopend voor watermanagement. Er zijn veel waterproblemen en de Colombianen hebben miljarden op de plank liggen om de waterinfrastructuur te regelen. Dat biedt kansen, ook voor het MKB.’ Van Praag: ‘Maar er is nog wel steeds een rijke bovenlaag en een hele grote arme onderlaag. Speel je daar als overheid geen rol meer in?’ Knapen: ‘Ik zie het iets anders. Vroeger was in dat soort landen 5 tot 10 procent steenrijk. Die hadden de rechtstaat niet nodig, ze kochten hun eigen veiligheid. De straatarme rest had ook weinig aan een rechtstaat want er was niks te beschermen. Nu zie je in bijvoorbeeld Colombia, Zuid-Afrika, Indonesië sterk groeiende middenklassen, van zeker 30 procent. Die hebben een cruciaal belang bij een gevestigde rechtstaat, een goed functionerende school, een niet-corrupte rechter. Dus stimuleren wij daar onder meer programma’s voor rechtsontwikkeling, begeleiding van officieren van justitie en advocatuur.’ Van Praag: ‘Ook bedrijven kunnen zich pas ontwikkelen in een veilige omgeving. Vrij van corruptie en chanterende belastinginspecteurs. Wij horen die verhalen voortdurend.’ Knapen: ‘Daarom richten we ons op de enabling environment. Zorgen dat er een goed kadaster is, dat erfrecht geregeld is. Wat je precies moet doen, verschilt per land. Er zijn geen modellen. Het is learning by doing. Maar we zijn op de goede weg.’
8
| PUM Magazine najaar 2012
LOPENDE ZAKEN
Leeftijdsgrens PUM-experts verhoogd naar 72 jaar Actuele vakkennis is een voorwaarde om effectief te kunnen adviseren. Dat uitgangspunt hanteren we bij PUM al jaren. ‘In de praktijk betekent dit, dat we een leeftijdsgrens voor experts toepassen,’ aldus Rens van Gelder, hoofd Personeel & Organisatie. ‘Die grens lag tot dusver op 70 jaar. Omdat mensen steeds langer doorwerken en hun vakkennis daardoor van recentere datum is, hebben we onlangs besloten om de leeftijdsgrens per 1 januari 2013 te verhogen naar 72 jaar.’
Wat betekent dit voor u als expert? Zolang er vraag is naar uw expertise en u de leeftijd van 72 jaar nog niet heeft bereikt, blijft u ingeschreven staan als PUM-expert. Dat betekent dat u benaderd wordt voor uitzending als er een missie is die bij uw expertise past. Wilt u liever geen gebruik maken van de verlengde inschrijfperiode, of heeft u hierover vragen, dan kunt u dat kenbaar maken aan Ans Tromp of Murielle Klier-Van der Pol via
[email protected].
PUM op de radio We hebben het in het vorige PUM Magazine al even gemeld, en wie de PUM-website regelmatig bezoekt, zal het ook niet ontgaan zijn: PUM was op de radio. Gedurende de eerste twee weken van september was de radioboodschap van PUM-expert Judith Bosch tientallen keren te horen op Radio 1 en Radio 4. In haar boodschap vertelt Judith kort over haar missie in Armenië en roept luisteraars op om de PUM-website te bezoeken. De radiocampagne werd ondersteund door diverse free publicity-acties. Zo was Judith Bosch te gast in het Radio 1 programma Lunch, en stond ze prominent op de eerste pagina van de NCRV-gids. Veel reacties Inmiddels kunnen we melden dat het webbezoek met 50 procent is gestegen. Dit heeft in de eerste week van de campagne geresulteerd in een verdrievoudiging van het aantal aanmeldingen van nieuwe experts. Ook is er veel belangstelling voor de informatiebijeenkomsten, die we in oktober in Zwolle, Eindhoven en Den Haag organiseren. In de eerste week van de campagne waren hiervoor maar liefst 46 aanmeldingen, waaronder een groot aantal vrouwen. We kregen ook veel reacties van PUM-experts. De meesten waren positief, al waren er ook diverse experts bij die zich afvroegen waarom PUM nieuwe vrijwilligers zoekt, terwijl zij zelf zelden of nooit uitgezonden worden.
Karin Jensma, hoofd Marketing & Communicatie: ‘Het punt is dat je in een radioboodschap van 20 seconden niet kunt nuanceren. Het is nu eenmaal zo dat we in sommige sectoren goed mensen kunnen gebruiken en in andere juist niet. Dat komt op de website wél duidelijk naar voren. Verder willen we met deze radioboodschap niet alleen nieuwe experts aantrekken, maar we willen PUM ook bekender maken bij het grote publiek. Dat is belangrijk omdat nut en noodzaak van ontwikkelingshulp in deze tijd van bezuinigingen ter discussie staan en we willen uitdragen dat PUM op een hele effectieve en efficiënte manier kennis overdraagt. Bovendien is bekendheid een belangrijk aspect bij de fondsenwerving.’ Judith Bosch
PUM Magazine najaar 2012 |
9
MISSIE TEKST FRANK STEVERINK
Nederlands design als motor voor ontwikkeling Design Fashion Architectuur Reclame Creatieve zakelijke dienstverlening. Zo zou je een van de expertises van Peter Kersten kunnen omschrijven. Tegenwoordig is hij PUM-expert in de sector design en reisde hij voor PUM naar Rusland, Zuid-Afrika en Colombia om de rol van design op zakelijk succes uit te leggen. In Ghana overweegt men een seminar over dit onderwerp. Peter Kersten
‘Wat ik voor design voel, kun je omschrijven als passie. Ik heb gemerkt dat design in producten, werkplekken, gebouwen, in de vormgeving van een website, intranet, publicaties – allemaal van invloed is op de reputatie van een merk of organisatie en dat geldt dus ook voor consumentenvoorkeuren. Vaak zijn we ons daar niet van bewust. Maar het stuurt ons keuzeproces. De relatie merk en design is heel nauw. Dat geldt voor grote merken als Mercedes of Apple, maar ook voor boutiquehotels of restaurants.’ Noodzakelijk kwaad In landen die zich ontwikkelen wordt design nog wel eens gezien als een noodzakelijk kwaad, een beautifyer.
Ontwikkelingslanden zien design vooral als beautifyer en nog niet als management instrument
10
| PUM Magazine najaar 2012
Men denkt aan mode of een dure bank uit Europa. Dat design kan bijdragen tot succes zit nog niet echt tussen de oren. ‘Voor een aantal landen is dat terecht,’ zegt Peter Kersten. ‘Als je voornamelijk agrarisch gericht bent, speelt design minder. Of als een protectionistische overheid de markt controleert. Na de BRICS-landen (Brazilië, Rusland, India, China en Zuid-Afrika) heb je landen als Vietnam, Colombia, Indonesië, Egypte, Turkije, en inmiddels ook Kenia, Ghana, Nigeria die nu hun eigen maakindustrie aan het opzetten zijn of daarin al ver gevorderd zijn. In de BRICSlanden is design allang een factor in de productieketen. In die andere (transitie)-landen begint het nu te komen.’ Training Tijdens een brainstorm met het lokale bedrijfsleven in Accra, georganiseerd door de Ghana Netherlands Chamber of Commerce and Culture en geleid door Peter Kersten, werd gepeild of men behoefte zou hebben aan een seminar over de rol van design en branding bij zakelijk succes. ‘Men ziet daar wel dat er kansen liggen, maar beseft eigenlijk nog niet goed wat het is. In India is dat al veel duidelijker. Het zou iets voor een PUM-expert kunnen zijn om zo’n seminar te organiseren, maar men moet het dan natuurlijk wel zelf aanvragen. Het moet van het land zelf komen, maar ik denk wel dat het in een vruchtbare bodem valt.’ In een missie naar een bedrijf in Colombia kwam de expert niet eens toe aan de eigenlijke designvraag. Er waren nog te veel andere fundamentele issues
die prioriteit hadden. Maar uit die missie kwam wel een trainingsprogramma voort dat onlangs plaatsvond. Peter Kersten: ‘Ze hebben gezien hoe ze kunnen leren van de prominente rol die design heeft bij alle facetten van de Nederlandse samenleving.’ Design niet het eerste probleem De Colombiaanse ondernemer wilde oorspronkelijk in zijn PUM-aanvraag meer weten over design management, design thinking. Hij wist dat dit bij de TU Delft bekende begrippen zijn. Hoewel Peter Kersten zich hier niet direct expert in voelde, liet hij zich toch naar Colombia sturen. Daar kwam hij erachter dat het bedrijf zich vooral zorgen maakte over zijn concurrentiepositie en men ongerust was over de eigen productinnovatie. Peter Kersten moest de ondernemer melden dat in zijn branche, supermarktdisplays, eigenlijk niet zoveel te halen valt. De firma Coca-Cola bepaalt de afmetingen en kleuren. En de grote supermarkten hebben hun eigen eisen. Veel randvoorwaarden dus. Na drie dagen vragen stellen, ‘zoals elke PUM-expert doet,’ en het personeel interviewen over knelpunten (de drie vervelendste en beste dingen) ontstond er een beeld van de onderneming. ‘Dat had men nog nooit eerder gedaan en vond men heel leuk.’ Uiteindelijk heeft hij een rapport geschreven met aandachtspunten. ‘Design is niet jullie eerste probleem,’ schreef hij daarin. Men was heel blij met de aanbevelingen, met name op het gebied van concurrentiestrategie. Maar het is heel goed voor te stellen dat PUM-experts kunnen bijdragen aan verbetering van de verpakking, van de website, visuele identiteiten van merken of organisaties, van de producten, zoals speelgoed of sanitair of serviesgoed, meubilair of souvenirs, van werkplekken, openbare ruimte, straatmeubilair. Design thinking Tijdens hun training in Nederland deden de Colombianen een tweedaagse training design management. Wat weer verwant is aan design thinking. ‘Wat designers goed kunnen is een complex probleem inzichtelijk en tastbaar te maken, vervolgens daarvan een prototype maken in 2- of 3 D, dat testen en vervolgens na input weer opnieuw een prototype maken. En zo herhaalt het proces zich totdat er het juiste ‘product’ ontstaat. Die manier van denken kan ook toegepast worden op diensten. Het succes van product design zit in de combinatie van functies, techniek, vorm en interface. Maar het hele proces bij bijvoorbeeld het afsluiten van een verzekering, of bij de PUM, kun je ook vanuit die visie zien. Vanuit design thinking kijk je naar het geheel en neem je ook mee hoe een klant iets beleeft. Peter Kersten: ‘Neem iets als PUMnet. Dat is bedoeld als een middel om veel werk door experts zelf te laten uitvoeren. Dan is het erg
Creatieve zakelijke dienstverlener Peter Kersten studeerde bedrijfseconomie en ging als SNV-vrijwilliger op de Filipijnen ontwikkelingswerk doen. Bij terugkomst ging hij werken op de marketingafdeling van Canon Europe. In 2000 verliet hij Canon als general manager Marketing Communicatie en werkte hij vier jaar bij een groot ontwerpbureau. Daar leerde hij met name de organisatorische kant rondom design kennen. Vervolgens werd hij voorzitter van BNO, Beroepsorganisatie Nederlandse Ontwerpers. Men wilde deze keer geen ontwerper, maar graag iemand uit het bedrijfsleven die ervaring had met design als opdrachtgever. Na zijn voorzitterschap vroeg het BNO-bestuur hem om BNO ambassadeur te worden. In die functie heeft hij samen met collega design PUM-expert Reyer Kras PUM warm gemaakt om design als nieuwe sector op te nemen.
belangrijk dat zo’n intranet klantvriendelijk is. Door je in de klant te verplaatsen, kijk je als ondernemer ‘van buiten naar binnen’. Dat is iets wat ondernemers in opkomende economieën vaak nog moeten leren. Design thinking kan een goed middel zijn om met een frisse blik naar het eigen product en productieproces te kijken.’ De training van de Colombianen omvatte naast benchmarken – kijken waar zij stonden in relatie tot Nederland – en de tweedaagse cursus, ook diverse bezoeken aan de TU Delft en verschillende ontwerpbureaus. Daarbij richtte de training zich vooral op het interne proces bij een industrieel ontwerp. Hoe functioneert dat?
Design thinking: een frisse blik om beter te kunnen innoveren
Peter Kersten concludeert: ‘Het bezoek heeft geleid tot een andere manier van denken bij de Colombianen. Ze gaan de techniek in hun displays opschalen en willen hun portfolio uitbreiden, bijvoorbeeld naar retailconcepten als shop-inshop formules die ze zelf zouden gaan ontwerpen.’
PUM Magazine najaar 2012 |
11
RUBRIEKNAAM SPECIAL Moldavië TEKST FRANK STEVERINK
Moldavië
Het armste land van Europa Oude ere televisiiekiijk kers herin nne ere en zic ch vastt nog da at Prin nce Mich hael of Molldav via zijn n entr ree e maakte in Dyn nasty.. Het land was toen n nog een obscu ure e So ovje et Republie ek en bij he et gro ote publiiek nagen noeg g onbek kend. Besttond da at Molda avië ë wel echt? In de eze ‘M Moldav vië--specia al’’ komtt Noo or Bru uniing aan het wo oord, sinds s driie jaar r lan ndenco oördiina ator. Ze ‘wiistt wel waa ar hett lag’. Verde er de e verh hale en van dr rie exp per rts:: een kwek ker r, ee en slag ger en ee en waterde eskundige e.
Noor Bruning
12
Noor Bruning is al sinds 1999 verbonden aan PUM. Haar eerste missies waren op het gebied van training en HRM. Later werd ze als stafvrijwilliger actief in de CV groep, vervolgens Business Link & Training-coördinator en tegenwoordig landencoördinator Moldavië. Wat was haar eerste indruk? Noor Bruning: ‘Je voelt er nog steeds de geest van de oude Sovjet Republiek. Toen de USSR uit elkaar viel, hebben ze lang moeten zoeken naar nationale symbolen. Ze vielen uiteindelijk terug op koning Stephanus III, die leefde van 1457 tot 1504. Daarna was er niemand meer ‘voorhanden’ om te dienen als nationaal symbool, dat zegt wel wat.’ Tegenwoordig valt vooral het grote verschil op tussen stad en platteland. In de stad zie je veel marmer en zijn er de postcommunistische shopping-paleizen. Op het platteland vind je een waterput en ingestorte kolchozen die verweesd blijven staan tot ze verdwijnen. ‘Je ziet ook dat het geld uitgegeven wordt in
| PUM Magazine najaar 2012
de stad en niet in de dorpen, de tegenstelling is heel groot. De mensen zijn ontzettend aardig. Ik voel me daar als brenger van het kapitalisme. Mensen die het oppakken laten hun waardering ook nadrukkelijk blijken. In de winkels kom je nog wel eens tegen dat je geen service moet verwachten. Zeker als het de oudere generatie betreft. Daar gelden nog de ongeschreven regels van het communisme. Je best doen betekent serieus zijn. En dat ziet er soms wat gespannen uit.’ Arm en verdeeld Het bruto nationaal product per capita ligt rond de US $ 3500. Dat was het in 1990 – net voor het uiteenvallen van de Sovjet-Unie – overigens ook al. Daarna begon een diepe daling tot onder de US $ 1500. Pas in 2000 begon de lijn weer te stijgen. Politiek gezien is er sprake van een overgang van een communistisch regime naar een parlementaire democratie. De bevolking is daarin overigens behoorlijk verdeeld.
MEMOR ABELE MISS SIES
De ene helft kijkt naar het oosten, naar Rusland. De andere helft kijkt naar het westen en wil bij Roemenië horen. Een deel van Moldavië heeft bij Roemenië gehoord, die mensen hebben nu recht op een Roemeens paspoort en worden dus EU-burgers. Noor Bruning: ‘Voorlopig hebben ze gekozen om niet te kiezen. De politieke weg die ze volgen is navenant halfbakken. Als ik mijn ‘kapitalistische’ boodschap kom brengen, zie ik met name jongeren heel blij zijn. Die zien daar de toekomst. Er is sprake van een gestage economische groei. 80% van de handel is met het Oostblok, met name Rusland en Oekraïne. In ruil daarvoor krijgen ze gas. Al gaat die kraan dicht als ze ‘stout’ zijn. Op dit moment zijn we bezig om een seminar te organiseren over alternatieve energiebronnen en zijn daarvoor in gesprek met de lokale Kamer van Koophandel in de hoofdstad. We richten ons op grote en kleine bedrijven en gemeentes.’ Transnistrië wil onafhankelijkheid Moldavië is een interessant land. We hebben het nog niet eens gehad over Transnistrië, dat zich in 1991 eenzijdig onafhankelijk verklaarde van het nieuwe onafhankelijke Moldavië. Het door vooral Moldaviërs, Oekraïners en Russen bewoonde de facto onafhankelijke landje wordt door geen enkele onafhankelijke staat erkend en wordt in internationaal verband de jure als onderdeel van Moldavië gezien. Tiraspol is de hoofdstad van Transnistrië. (Wikipedia). Naast het Engels dat men op school leert, spreekt men Russisch of Moldavisch, maar dat laatste is eigenlijk weer de Roemeense taal.
MOLDAVIË Moldavië wordt in het westen en het zuiden begrensd door Roemenië en in het noorden en het oosten door Oekraïne. De hoofdstad is Chisinau (Roemeens: Chișinău, Russisch: Кишинёв, Kisjinjov). Het land geldt als een van de armste landen in Europa. Moldavië behoorde tot 1991 tot de Sovjet-Unie.
Meer rendement in de vleesverwerking Peter Koning is expert in de sector vleesverwerking. Het bedrijf dat hij adviseerde had een Belgische directeur/manager. Eerst namen ze samen de problematiek en de aanvraag door, daarna kreeg hij een rondleiding door het bedrijf. ‘Ik zag al gauw dat de leiding een beetje bedrijfsblind was geworden en na mijn opmerkingen werd dat ook erkend. De problemen lagen bij de uitbeenruimte en de portionering en kantsnijding van het vlees. Er werd niet efficiënt gewerkt. Je kunt veel meer rendement uit een koe of varken halen, maar dan moet je de klanten daar wel mee opvoeden. Je moet rekening houden met het volk dat het kan betalen, maar ook met het volk dat het niet kan betalen.’ Kort maar krachtig Op dag drie begon hij het personeel te trainen met het uitsnijden en kanten van het varkensvlees. Dat verliep voorspoedig, al moest men wel even wennen aan de nieuwe manier van werken. Met de directeur besprak hij de werkruimte waar, hoewel klein, toch een hoge productie gehaald werd. Met een andere snijtafel met een lopende band zou er sneller en efficiënter gewerkt kunnen worden, dat zag de directeur ook in. De portioneerafdeling bleek niet voorzien van airco. ‘Temperatuurschommelingen zijn slecht voor de kwaliteit van het vlees en daar zijn supermarkten niet blij mee,’ vertelde Peter Koning. Tijdens de training kwam ook rundvlees aan de orde, en het EU-model van snijden, waar ze in Moldavië erg blij mee waren. Het bedrijf legde alles vast op foto en film en de toekomst van het bedrijf werd doorgenomen. Er zijn plannen voor een nieuw slachthuis. Hoewel de missie met vijf werkdagen voor PUM-begrippen erg kort was (te kort), lijkt het toch een succesvolle missie. Men denkt aan een follow-up en een Business Link. Peter Koning: ‘Goed voor hun bedrijf, maar ook voor het Nederlandse bedrijfsleven.’
BRON WIKIPEDIA
Demonstratie uitbenen
PUM Magazine najaar 2012 |
13
RUBRIEKNAAM SPECIAL Moldavië TEKST FRANK STEVERINK
MEMOR ABELE MISS SIES
Bomenexpert Peter Kerkhof in Moldavië Peter Kerkhof
Verschrikkelijk lange winter
Peter Kerkhof, zelf boomkweker, ging naar Moldavië om een kwekerij advies te geven. In Nederland is dat een ‘hele gespecialiseerde tak van sport’ – algemene boomkwekers bestaan bijna niet bij ons. Maar hij heeft wel een hele brede ervaring, is bekend met stekken, zaaien en containerplanten (planten in pot). Op dat laatste gebied is daar nog een lange weg te gaan, vertelt de PUM-expert. Zijn eerste indruk van het land? ‘De bekende woonflats – een oude Sovjetstaat.’ Ter plekke had hij drie tolken, twee Engelse en een Duitse. Daarover en over de mensen die hij ontmoette is hij erg positief, iedereen was bijzonder vriendelijk en welwillend. ‘Een boomkwekerij is natuurlijk een kwestie van lange adem, dus het resultaat van de missie is op dit moment nog moeilijk in te schatten. Ik heb voorgesteld om een echte laanboomexpert uit Nederland te laten komen, een specialist op het gebied van het kweken van laanbomen. Dat zijn geen bomen die in een laan staan, maar bomen zoals ze hier in Nederland gekweekt worden, van spillen (na drie jaar) tot het eindresultaat duurt het tien jaar en meer. ‘De basistechnieken van het kweken beheerste men wel, men kon enten bijvoorbeeld, maar het haalt het niet bij hoe we hier in Nederland werken. Mooie strakke bomen, goed betakt, daar ontbreekt het daar nog aan. Men wilde heel graag naar Nederland om ‘uitgangsmateriaal’ te kopen. Wij zijn daar in Nederland erg goed in. Zundert is het centrum, daar worden miljoenen jonge bomen per jaar geproduceerd voor heel Europa en omstreken.’ Vruchtbare Business Links Op het moment van dit interview is die Business Link in volle gang. Men bezoekt Boskoop, Opheusden en het eerder genoemde Zundert. Er wordt ook met kwekers gesproken
14
| PUM Magazine najaar 2012
…brede ervaring…
over samenwerking. Zeker als zo’n samenwerking past en gehonoreerd wordt in het PSI-programma (van Agentschap NL) is dat voor iedereen interessant. De investeringen van de Nederlandse en (in dit geval) Moldavische ondernemer worden dan door de overheid verdubbeld met een evenredig grote subsidie. Nederlandse bedrijven hebben daar best belangstelling voor, denkt Peter Kerkhof. Moldavië is een goede uitvalsbasis richting Oekraïne en Rusland. Het land heeft wel wat te bieden: de lonen zijn laag, de grond is vruchtbaar. ‘Het enige nadeel is dat je een verschrikkelijk lange winter hebt. We gaan ook een aantal bedrijven bezoeken die geïnteresseerd zijn in samenwerking of in koop of verkoop. De ondernemer zal zien dat de sector hier een echte productieketen is, dat kennen ze daar nog niet.’ Fantastisch gevoel Peter Kerkhof vermoedt dat er wel handel uit voortkomt. Hij heeft inmiddels een missie of zeven achter de rug en daar zijn ook de nodige Business Links uit voortgekomen. Hoewel de expert gestopt is met zijn boomkwekerij, betekent dat niet dat hij gestopt is met werken. Via PUM is hij in een heel nieuw netwerk terecht gekomen. Zo kwam hij ook terecht bij een project van Zundertse kwekers, Treeport Zundert, die een kwekerij gaan opzetten in Marokko – ook een PSI-project. ‘Eigenlijk kom ik op dit moment met veel meer collega’s in contact dan vroeger. Toen waren het alleen leveranciers en afnemers. Bij zo’n Business Link bezoek je al snel 15 bedrijven, daar houd je ook weer contacten aan over.’ Naschrift bij het ter perse gaan ‘Business Link afgesloten. Naar volle tevredenheid verlopen en goede contacten gelegd. Was vijf dagen intensief werken. Doodmoe maar voldaan. Fantastisch gevoel de Nederlandse boomkwekerijsector aan buitenlandse vakgenoten te mogen laten zien’, aldus Peter Kerkhof.
RUBRIEKNAAM MEMOR ABELE MISSIES
Moldavisch watermanagement Maarten Vierhout
Irrigatie: iedereen is voor zichzelf bezig
Maarten Vierhout is waterdeskundige. Hij studeerde in Wageningen irrigatie, drainage en hydrologie en heeft over de hele wereld – zo’n 50 tot 60 landen! – gewerkt. Hij is net terug van een missie uit de Filippijnen, waar op dat moment overvloedige overstromingen zijn. We hebben het over wateroverlast en in het verlengde daarvan watertekorten, een verschijnsel dat zich bijvoorbeeld voordoet in Bangladesh. Bangladesh kennen we van de wateroverlast, maar van de tekorten? Maarten Vierhout: ‘Bangladesh ligt ‘aan het putje’ waar al het water van de omringende landen uiteindelijk terechtkomt. In de natte tijd betekent dat teveel water, maar in de droge tijd wordt het in India, Nepal en China vastgehouden door dammen. Gevolg is dat je zeer grote irrigatieprojecten hebt in Bangladesh, voor de bijna zes maanden droge periode. Veel irrigatie gebeurt op basis van ondiep grondwater. Omdat water niet meer op natuurlijke manier over het hele land uitspreidt en infiltreert en het grondwater aanvult (nu loopt het tussen dijken door direct naar zee) is de aanvulling ook steeds minder. Waterbescherming heeft dus ook negatieve effecten op het milieu. Maar het is de kunst om er rekening mee te houden, dus bijvoorbeeld het land gecontroleerd te laten overstromen.’ Eerste indrukken van Moldavië ‘In de stad is het best aardig georganiseerd. Zodra je tien kilometer daarbuiten bent, blijkt het een zeer arm, laag ontwikkeld land te zijn. Het doet denken aan Oekraïne en Polen in de communistische tijd. Er zitten nog communistische partijleden in de regering, maar de liberalisering is in gang. De hoofdstad is zeer verwesterd, er hangt een gemoedelijke en gemakkelijke sfeer en het voelt erg veilig. Het heeft een westerse, Zuid-Europese manier van leven. In elke straat zie je minstens drie shops voor mobiele telefoons. Er rijden de duurste auto’s ter wereld, terwijl het gemiddeld inkomen onder de 100 euro per maand ligt. Er moet dus een elite zijn die het goed geregeld heeft voor zich zelf. Van de in totaal 4 miljoen Moldaviërs werken er 2 miljoen in het buitenland, voornamelijk in Rusland, Roemenië en Italië.’ Water voor de landbouw Een relatief nieuw landbouwbedrijf, in het ontluikende
liberale vrije marktsysteem, na de onafhankelijkheid van de grond gekomen, zou graag bepaalde gewassen willen produceren en wil uitbreiden. De vraag is of dat mogelijk is en hoeveel irrigatie daarvoor nodig zou zijn. Het bedrijf is opgericht door een voormalige uitgever en diens compagnon, afkomstig van het ministerie van onderwijs. Geen echte landbouwers dus, maar wel goede ondernemers, aldus de PUM-expert: ‘Ze hebben die grond gepacht van kleine boertjes die het na de onafhankelijkheid gekregen hadden (1 à 1 ½ hectare per boer) toen de Sovjet-Unie zich terugtrok. Die mensen waren altijd landarbeider in dienst van de staat, wat moesten ze er mee? Er zijn uiteindelijk honderden pachtcontracten getekend. Het bedrijf verbouwt nu circa 50 hectare aardappelen en kool en tomaten, die moeten geïrrigeerd worden. Op de rest van het land staat tarwe, zonnebloem en mais, zonder irrigatie.’ Nadat de SovjetUnie ophield te bestaan is ook het waterbeheer nagenoeg verdwenen – er was geen enkele controle meer. ‘Niemand heeft waterrechten. Ieder is voor zich bezig. Er is geen jurisdictie op dat gebied, er geldt het recht van de sterkste. Het is een technisch, juridisch en institutioneel probleem.’ Deals en briketten In het rapport dat de PUM-expert uiteindelijk opstelde adviseerde hij het water dat men op het bedrijf heeft op te slaan voor de droge tijd en uit te rekenen hoeveel land daarmee is te irrigeren. Dat water komt van een riviertje in de buurt. ‘Het is belangrijk die rechten te laten garanderen.’ Grondwater mag niet worden opgepompt in Moldavië. Wel zijn er mogelijkheden om deals te maken met buren. Zo is er een bezitter van een stuwmeer, bovenstrooms van het bedrijf, die daar vis kweekt. Maarten Vierhout: ‘Desnoods moet je er voor betalen, maar breng in kaart wat er mogelijk is, alleen dan kun je investeringen voor irrigatie doen. Verder adviseerde hij over te stappen op andere, meer rendabele gewassen, die ook minder water nodig hebben. ‘Geen aardappelen en kool, die markt is helemaal ingestort, maar denk aan bloemen of medicinale gewassen, bijvoorbeeld lavendel, voor de parfumindustrie.’ Het bedrijf is nu bezig een businessplan te maken om via het match-making fund extra investeerders aan te trekken en de 500 hectare verder te ontwikkelen. Inmiddels is men ook gestart met het verwerken van het stro van de graangewassen tot briketten.
PUM Magazine najaar 2012 |
15
MISSIE TEKST GABRIËLLE TEN BOKKEL HUININK
Meer doen met minder Werken onder primitieve omstandigheden Improvisatie- en aanpassingsvermogen zijn twee eigenschappen waar je als PUM-expert over moet beschikken volgens Verena Berendsen. Deze doorgewinterde PUM-expert, actief als lerares wiskunde en met jarenlange ervaring als schoonheidsspecialiste, heeft al meer dan tien projecten op haar naam staan. Ooit woonde zij vijf jaar in Suriname, vanwege het toenmalige werk van haar man bij de Surinaamse bank. Naast haar werkzaamheden als wiskundelerares, besloot ze zich destijds te verdiepen in het vak van schoonheidsspecialiste. Misschien een wat merkwaardige keuze, van de exacte wetenschap naar crèmetjes, gezichtsbehandelingen en massages, maar voor Verena Berendsen een welkome afwisseling. Bovendien komen die twee expertises nu goed van pas bij haar vrijwilligerswerk als PUMexpert: ditmaal geen ingewikkelde formules, maar kennis overdragen op het gebied van schoonheidsverzorging.
‘het was wel behelpen’ Verena Berendsen: ‘Tot nu toe waren al ‘mijn’ PUMprojecten in Afrika. Van de Democratische Republiek Congo en Burkina Faso, tot en met Tunesië, Eritrea en Ghana. In deze Afrikaanse landen wemelt het van de kleine kapsalons waar ook schoonheidsbehandelingen worden gegeven. Ook bestaan er veel opleidingen tot kapper of schoonheidsspecialiste. Het niveau van deze opleidingen verschilt echter enorm per land en regio is mijn ervaring. In Tunesië bijvoorbeeld was het niveau van
Nahom M. Abadi Salina Beauty Training Center ‘Mevrouw Berendsen was een uitstekende lerares. Ze leerde ons nieuwe technieken voor het geven van massages en gezichtsbehandelingen. Wat we geleerd hebben gaan we nu in praktijk brengen. Dankzij de training van mevrouw Berendsen zijn we zelfs uitgenodigd voor een belangrijk festival waar veel hoge ambtenaren en toeristen naar toe komen. Bedankt voor alle hulp!’
16
| PUM Magazine najaar 2012
de opleiding bijna Europees te noemen. Toch kon ik deze dames nog veel bijbrengen over diverse huidtherapieën, waaronder de verzorging van rimpels. Uiteraard moet er gewerkt worden met wat voor handen is in het land. Hierbij komt het nodige improvisatie- en aanpassingsvermogen van pas. Ik maak wel eens mee dat de dames niet eens over een nagelschaartje beschikken of een pincet. Van nagels inkorten, tot gezichtshaar verwijderen (bij vrouwen), werkelijk alles wordt met (hetzelfde) scheermesje gedaan! Naast het feit dat dit gevaarlijk en onhygiënisch is, knapt de huid er ook niet van op. Bij al mijn reizen gaan dan ook altijd standaard een aantal basisinstrumenten mee die ik daar vervolgens kan achterlaten. Geavanceerde instrumenten meenemen werkt niet. Vaak zijn de mensen op de projecten al onder de indruk van mijn grote loeplamp, die ook tot mijn standaarduitrusting behoort.’ Kinshasa Een van de projecten waar zij met veel voldoening op terugkijkt is een project in de Democratische Republiek Congo. In 2009 bezocht zij hier voor het eerst een school in de hoofdstad Kinshasa. Deze school biedt leerlingen de mogelijkheid om onder meer een kappersdiploma te halen en wilde de opleiding uitbreiden met schoonheidsverzorging. ‘De eerste dagen woonde ik een aantal lessen bij om een idee te krijgen van het onderwijsniveau. Daarna heb ik een aantal bijeenkomsten gepland met de leraressen van de opleiding en verschillende massagetechnieken uitgelegd en gedemonstreerd. De dames waren zeer geïnteresseerd en stelden tal van vragen.’ Behelpen ‘Het was wel behelpen op de school. Het gebouw was klein en vervallen en bij gebrek aan voldoende lokalen werd er soms lesgegeven onder de boom op het schoolplein. Ook was er onvoldoende lesmateriaal. Veel werd van Google gehaald en gekopieerd, maar lesmateriaal specifiek gericht op het vak als schoonheidsspecialiste
was er niet. Terug in Nederland heb ik via het Hans Blankert Fonds (PUM’s fonds voor kleine investeringen, red.) een aantal essentiële zaken voor de opleiding kunnen aanschaffen waaronder een esthetique loeplamp en een harsapparaat met bijbehorende crèmes. In 2011 ben ik teruggegaan voor een vervolgproject. Trots was ik toen ik zag dat ze goede resultaten bereikt hadden. Er was een grote nieuwe school in aanbouw met voldoende klaslokalen en van het beschikbaar gestelde materiaal werd dankbaar gebruik gemaakt.’ Leguaan in bed Haar ervaringen in Kinshasa, waar ze nog onder redelijke omstandigheden haar kennis kon overbrengen, staan in schril contrast met wat ze in Ghana meemaakte. ‘Na een vliegreis van zeven uur, een binnenlandse vlucht van een uur en een autorit van zes uur kwam ik eindelijk aan op de plaats van bestemming. Het hotel waarin ik werd ondergebracht noemde zichzelf een lodge maar het beeld dat ik daarbij had, bleek niet met de werkelijkheid te stroken. Er was een kamer en er was zelfs een soort van douche, maar daar was dan ook alles mee gezegd. Mijn blijdschap over het feit dat ik een airco zag staan – in een uitgehakt gat in de muur – was van korte duur toen deze kapot bleek te zijn. Moe van de reis besloot ik maar meteen te gaan slapen. Die nacht werd ik opgeschrikt door een plofgeluid op het bed. Door het gat in de muur – van de niet werkende airco – had een enorme leguaan kans gezien om naar binnen te sluipen en die trof ik nu op mijn bed aan. We schrokken allebei van elkaar en de leguaan vloog onder het bed. Ik ben maar verder gaan slapen. Zoals ik al zei, je aanpassen aan de omgeving en omstandigheden is belangrijk.
Zelfredzaam Wat in Afrikaanse landen ook erg belangrijk is: certificaten. Basislesmaterialen zijn er niet, maar op een of andere manier is het wel altijd mogelijk dat er mooie certificaten uit het kantoor van de directrice rollen, geplastificeerd en wel. Voor mij een goed middel om de dames bij de les te houden. Liever naar de markt dan mijn les bijwonen? Dan geen certificaat! Ze zijn er altijd, allemaal.’ In september keert Verena Berendsen terug naar Ghana. Ditmaal gaat ze een seminar verzorgen waarbij diverse leraressen, schoonheidsspecialistes en kappers uit de regio zich verzamelen op een locatie. ‘Door middel van presentaties en praktijklessen probeer ik zo meer mensen te bereiken en een kans te geven op een betere toekomst door hun zelfredzaamheid te vergroten. Ik kijk er nu al naar uit en hoop dat er nog vele PUM-avonturen volgen. Het lijkt me erg leuk om ooit nog eens een project in Suriname te doen. Dat is tenslotte de plek waar het allemaal begon en ik besloot mij te verdiepen in het vak van schoonheidsspecialiste!’ Uitleg over het verwijderen van comedonen een nauwkeurig werkje. Ghana (Yeji)
‘trots op goede resultaten’ Gevoelig Onder primitieve omstandigheden moet je roeien met de riemen die je hebt. Ik probeer zoveel mogelijk gebruik te maken van lokale, natuurlijke producten. Zo kun je met avocado’s een perfect voedend gezichtmasker maken. Uitstekend voor de huid. Hetzelfde geldt voor bananen, ananas en komkommer. Met diverse soorten kruidenthee is ook goed resultaat te bereiken. Dat is wat ik zo leuk vind aan dit vak. Met weinig middelen kun je heel veel bereiken. De twintig kapsters van deze opleiding gaf ik ook les in manicure, pedicure en massages. Een massagetafel kun je ook prima maken van een gewone houten tafel met een paar handdoeken. Klaar. Wat veel mensen niet weten, is dat de Afrikaanse huid heel gevoelig is. Een goede reiniging, met name ’s avonds is dan ook erg belangrijk. Soms is het echt terug naar de basis.’
Veel aandacht voor het model en een leerling probeert het geleerde in praktijk te brengen. Congo (Kinshasa)
PUM Magazine najaar 2012 |
17
10 0
LEREN VAN ERVARING TEKST LEO ENTHOVEN
Hulp aan bevlogen ziekenhuis in Bangladesh
Pum-expert vertilt zich bijna aan inzamelingsactie 100
Het Mediscan ziekenhuis in Feni, Bangladesh, is een particulier ziekenhuis. Het zat een tijdje terug diep in de problemen en deed een beroep op PUM. Senior expert Ad Kapteijns reisde naar Feni, honderd kilometer boven Chittagong, aan de hoofdweg tussen deze havenstad en hoofdstad Dhaka.
Ad Kapteijns is manager gezondheidszorg. Tot aan zijn VUT, zes jaar geleden, was hij ruim een kwart eeuw directeur van een psychiatrisch ziekenhuis. Voor PUM voerde hij inmiddels zes missies bij ziekenhuizen uit. In één zin vat hij de problemen samen die hij bij het Mediscan ziekenhuis aantrof: ‘De kwaliteit van het management schoot tekort, de procedures deugden niet en de materialen waren sterk verouderd, enkelen dateerden van voor de Tweede Wereldoorlog.’ En het gevolg loog er niet om: ‘Het ziekenhuis zat na tien, vijftien jaar aan de grond.’ De aandeelhouders, ruim dertig particulieren, wilden niet langer voor de verliezen opdraaien. Hun geldkraan ging dicht. Toch was niet alles kommer en kwel. ‘Gezien de omstandigheden leverde het ziekenhuis goede zorg, beter dan de algemene ziekenhuizen in handen van de overheid. Het personeel in Mediscan Feni is gemotiveerd, de directeur is een man met bezieling. Het ziekenhuis voorziet zeker in een behoefte.’ En ze werken keihard. Op de polikliniek melden zich dagelijks twee-, à driehonderd patiënten. Ze voeren ‘kleine’ operaties uit, zoals de staf die bescheiden omschrijft. Daar kun je vraagtekens bij zetten, als het om hernia’s en versleten knieën gaat. Er is een gynaecoloog, een oogarts, een internist, een anesthesist en – op afroep – een cardioloog. In een aantal gevallen verwijst men patiënten door. Betalende patiënten Samen met de staf zocht Ad Kapteijns naar verbeteringen voor de korte en middellange termijn. De helft van de patiënten betaalde, 20 procent onderhandelde over de rekening en betaalde een deel, en 30 procent kon helemaal niet betalen. Dit beleid had het ziekenhuis aan de rand van de afgrond gebracht. De medisch directeur
18
| PUM Magazine najaar 2012
vertelde bevlogen: ‘Ik ben geen econoom maar dokter en ik behandel iedereen die om hulp vraagt.’ Ad Kapteijns: ‘Dat is zijn valkuil, want daardoor komt te weinig geld binnen om het voortbestaan van het ziekenhuis te verzekeren.’ Samen met leidinggevenden stelde Kapteijns een plan op. Tweederde van de poliklinische patiënten moest gaan betalen, en hetzelfde gold voor alle klinische patiënten. ‘Dat leidde tot een selectie aan de deur, mensen moesten nadenken over het geld. Het wierp een drempel op. Dat was niet verkeerd.’ Het resultaat van dit strengere beleid was dat meer patiënten in staat bleken om de rekening geheel of gedeeltelijk te betalen. Binnen een jaar ontstond evenwicht tussen kosten en inkomsten. Het personeel kreeg de salarissen weer uitbetaald. Het ziekenhuis klom uit de rode cijfers.’
‘ik ben dokter, geen econoom’ Toekomstplannen en procedures Met het personeel ontwikkelde hij heldere procedures om overzicht te houden, de voortgang te bewaken en zaken zoals onderzoeksresultaten per patiënt duidelijk vast te leggen. Voor de langere termijn ontwikkelden de staf en Ad Kapteijns plannen voor uitbreiding (de bovenste verdieping is inmiddels afgebouwd), renovatie, verhoging van het aantal bedden van 22 naar 30 en het ontwikkelen en versterken van specialismen. Moeder-en-kind-zorg was één van de ideeën die hij het ziekenhuis aan de hand deed. Kortom, iedereen kon tevreden zijn met de resultaten: het ziekenhuis, Ad Kapteijns zelf, en PUM. Maar ja, restte nog het probleem van de verouderde en kapotte apparatuur en geldgebrek om nieuwe aan te
1 1100 000
100
schaffen. Ad Kapteijns besloot een inzamelingsactie te houden. Gevraagd waarom, antwoordt hij: ‘Ik was geraakt door het uitgangspunt van de medisch directeur, die zijn patiënten op de eerste plaatste zette en niet zijn geldzorgen. Ik besloot hem een extra duwtje in de rug te geven en ik meende oprecht dat een container met medische spullen versterkend zou werken.’ 65 kuub spullen Terug in Nederland ging hij aan de slag. Ongeveer 65 kuub aan hoogwaardige spullen kreeg hij van Nederlandse ziekenhuizen en andere instellingen. Een röntgenkamer, couveuses, beademingsapparatuur voor baby’s, microscopen, pc’s en printers, laboratoriummaterialen, intensive care-bedden, seniorenbedden, rollators, rolstoelen, onderzoekstafels, lampen voor operatiekamers, chirurgisch gereedschap, een ergonomische fiets, 60 dozen verpleegkundig materiaal. Totale waarde dik €40.000,-. Het St. Salomon Hulpfonds zegde een bijdrage toe in de transport- en administratiekosten van €4.000,-. De rest kreeg hij van particulieren, onder meer door het verzorgen van lezingen. Op 23 maart vertrok de container per schip uit de haven van Rotterdam. Een maand later arriveerde die in Chittagong. Toen pas begonnen de echte problemen. Invoerproblemen De havenautoriteiten verlangden €20.000,- om de goederen vrij te geven, hoewel alle papieren in orde waren. Als reden noemden ze dat niet van alle dozen het gewicht op de paklijst vermeld stond. ‘Onzin,’ reageert Ad Kapteijns maanden later nog steeds verbolgen. Hij mobiliseerde iedereen die maar iets zou kunnen betekenen: de scheepvaartmaatschappij, de directie van het Mediscan ziekenhuis, een bemiddelaar, de Nederlandse ambassade in Dhaka. Diep teleurgesteld stelde hij vast dat niets hielp om de corruptie, want daar kwam het op neer, te doorbreken. De ziekenhuisdirecteur wist welke spullen in de haven op hem lagen te wachten. Hij gaf niet op. Het lukte hem sponsors, vooral zijn aandeelhouders, te bewegen over de brug te komen. Tegen betaling van €16.500,- aan ‘invoerrechten’ en ‘opslagkosten’ mocht de dokter op 29 mei zijn vrachtje overladen en meenemen naar Feni. Die avond belde hij geëmotioneerd met Ad Kapteijns dat hij de prachtige spullen, die nog minstens tien jaar mee kunnen, eindelijk in bezit had. Het laat zich raden hoe het ziekenhuis het bedrag op een andere zinvolle manier had kunnen besteden.
PUM LEGT ACCENT OP KENNISOVERDRACHT Namens het PUM management reageert Hans Luursema (Adjunct-directeur/Hoofd Financiën & Operaties) op de ervaringen van Ad Kapteijns: ‘PUM-experts zijn persoonlijk vaak zeer betrokken bij de klant die zij hebben geadviseerd. Vanuit PUM juichen we dat alleen maar toe, want dat komt de implementatie van de adviezen ten goede. Soms willen experts meer doen dan alleen advies geven, bijvoorbeeld op financieel gebied. Als het om een kleine kapitaalinjectie gaat waarmee de klant grote sprongen maakt, kan PUM’s Hans Blankert Fonds daarin een rol spelen. De middelen van dit fonds zijn beperkt. Het is en blijft dus vooral de kennis van onze experts, die de klant vooruit helpt. Daarnaast weten we dat het schenken van grotere bedragen of goederen allerlei problemen met zich mee kan brengen. Het verhaal van Ad Kapteijns is daar een voorbeeld van. Hoe geweldig ik het ook vind dat PUM-experts persoonlijke betrokkenheid voelen bij hun klanten, ik hoop dat dit verhaal u ook enigszins aan het denken zet.’
schenken van grotere bedragen of goederen kan allerlei problemen meebrengen Niet nog een keer Terugblikkend zegt Ad Kapteijns: ‘Ik doe zoiets voorlopig niet nog een keer. Het kost zoveel tijd, moeite en energie, dat is in je eentje bijna niet op te brengen. Zo’n actie strookt ook eigenlijk niet met het beleid van PUM, dat is gericht op kennisoverdracht. Iedere PUM-expert die een dergelijke inzamelingsactie overweegt moet niet onderschatten wat erbij komt kijken. In Nederland krijg je al te maken met de papieren rompslomp, opslag, administratie, registratie, douane, vervoer, en kosten die erbij horen. De spullen een ontwikkelingsland in krijgen is het grootste probleem. Ik denk dat de kans van slagen redelijk is als je kunt meeliften met een grote internationale NGO, bijvoorbeeld Unicef. Zo niet: bezint eer ge begint!’
PUM Magazine najaar 2012 |
19
MISSIE TEKST FRANK STEVERINK | FOTOGRAFIE RONALD FUKKEN
Stedenbouwkundig advies voor Windhoek
Old brewery factory, art craft center in Windhoek
Little Congo, informal settlement, noord van Swakopmund
Ronald Fukken: ‘Er is daar op dit gebied nog een weg te gaan. Je ziet weinig samenhang in stedelijke ontwikkeling. Eerst de verkeerstechniek en daarna het ‘grondbedrijf’ bepalen hoe het land eruit ziet: wie betaalt, bepaalt. Een afdeling Stedenbouw heeft daar weinig grip op. Ik had van tevoren een presentatie gemaakt en die in overleg met het architectenbureau op de Namibische situatie aangepast. Het idee was om die ook te gaan bespreken met andere betrokkenen in het proces, mensen van de gemeente en het Rijk. Ik ben daarbij ook bezig geweest op landelijk niveau en structuurplanniveau.’
‘van een Afrikaanse stad geen Europese stad maken’ Integraal De expert adviseerde over hoe de stedelijke structuur en het stadscentrum van Windhoek verbeterd zouden kunnen worden: ‘Nu gaat alle verkeer er kriskras doorheen. We hebben voorgesteld het doorgaande verkeer om de stad heen te leiden en ook het stadscentrum meer autoluw te maken. Ook hebben we voorstellen gemaakt het voormalig township Katatura volledig bij de stad te betrekken.
20
| PUM Magazine najaar 2012
Ronald Fukken is sinds een jaar PUM-expert. Hij is gepensioneerd stedenbouwkundige en heeft in de stadsontwikkeling gewerkt, met name vanuit de gemeentelijke kant. Een architectenbureau in Namibië richtte zich tot PUM: ze waren dringend op zoek naar stedenbouwkundige know-how en het leggen van contacten met de gemeentelijke afdeling van Windhoek. En zo vertrok onze expert naar Windhoek.
Ronald Fukken
Tegen dat soort dingen loop je daar aan. Het is belangrijk dat ze interdisciplinair en projectmatig gaan werken. In Nederland werken we vaak met een methode die uitgaat van een lagenbenadering. Zo zijn landschap, infrastructuur, economische en sociale ontwikkeling en volkshuisvesting aparte lagen. Maar ook de identiteit van een stad en het milieu. Dan ga je bekijken hoe die lagen zich tot elkaar verhouden, waar conflicten liggen en wat winwinsituaties kunnen zijn. Daaruit destilleer je een plan en dat houdt in dat je met verschillende disciplines en hun belangen aan het werk gaat. In dat proces wordt een stedenbouwkundige visie meer integraal bepalend voor de ruimtelijke structuur, en niet alleen de verkeersstructuur.’ Interdisciplinair samenwerken Men reageerde in het algemeen heel positief op de boodschap van Ronald Fukken. Jongeren waren positiever dan de oudere garde, die een stukje van hun invloed en macht moeten inleveren voor een beter resultaat. ‘Dat vraagt om een cultuuromslag, dat bereik je niet in een keer. Belangrijk is een globaal programma, dat niet te gedetailleerd is. Dan kunnen partijen daar flexibel op inhaken.’ Met het bezoek van de PUM-expert is de eerste stap gemaakt.
Maar de stedenbouwkundige kennis in Nederland is natuurlijk het gevolg van een lang leerproces. Kun je die kennis en expertise zomaar overplanten naar Windhoek? Ronald Fukken: ‘Je moet van een Afrikaanse stad geen Europese stad maken. De cultuur van het land neem je altijd mee. Maar de organisatie opzetten, interdisciplinair samenwerken, daar ziet men het nut wel van in. Alleen de oudere afdelingshoofden zullen er nog wel wat problemen mee hebben. Je ziet tegenwoordig Afrikaanse organisaties waarin een jonge, zwarte, intelligente afgestudeerde generatie opkomt, die daar oog voor krijgt. Het is wel belangrijk dat een wethouder bij de gemeente het allemaal ondersteunt. Het netwerk van het architectenbureau is daarbij van groot belang.’
stedenbouwkundige kennis en expertise uitwisselen Kleine stapjes Namibië is niet te vergelijken met Nederland als het gaat om bevolkingsdichtheid. Gebrek aan ruimte is er allesbehalve. Het liefst zou Ronald Fukken zien dat er in het architectenbureau een medewerker aangesteld wordt om dit project te trekken en draagvlak te verwerven bij bijvoorbeeld de gemeente. Een complex proces zal niet vanzelf gaan, maar in kleine stapjes. In Namibië zou het moeten kunnen gaan lukken, denkt Ronald Fukken, het is qua ontwikkelingsniveau te vergelijken met Zuid-Afrika, terwijl van rassendiscriminatie nauwelijks sprake is. Alles staat of valt met hoe de adviezen geïmplementeerd worden – of niet. Ronald Fukken blijft via e-mail in contact met Windhoek en staat ze waar nodig met raad en daad bij. Als alles goed gaat, komt er wellicht een follow-up en wordt dit verhaal vervolgd. ‘Als ze het oppakken dan heeft het groot effect. Ik heb daar enige hoop op, maar de architect suggereerde dat het eigenlijk beter is dergelijke expertadvisering bij de gemeente te doen. Het zou een optie zijn als PUM dit oppikt. Met een betere stedelijke ontwikkeling en infrastructuur ontwikkelt zich immers een beter klimaat voor bedrijven.’
Informal settlement in woestijn tussen Walvis Bay en Swakopmund, breidt zich ongebreideld uit in de woestijn
Platform Stedenbouw en Landschap PUM (PSLA) nieuwe activiteiten Naast het maken van gebouwen en bouw- en productieprocessen speelt bij stedenbouwkundige processen de landschapsarchitectuur een belangrijke rol.Zaken moeten in de levenscyclus van minstens vijftig jaar vooruit op elkaar afgestemd worden en zo mogelijk blijven. Het vak- en kennisgebied van stedenbouwkundigen en landschappers staat in ons land op een hoog peil. We weten dat niet gebruik maken van deze kennis enorme gevolgen kan hebben voor de samenhang en ontwikkeling binnen een plangebied. Soms gaat dat ook in ons land mis en vraagt het veel inspanning om dat achteraf te corrigeren. PSLA-platform PSLA-platform heeft als doel om de vakinhoudelijke kennis van PUMmers actueel te houden en toegankelijk te maken. Het platform is voortgekomen uit een oud initiatief van de PUM-bouwsector en het Habitat Platform (VROM-kennis- en databank voor onder andere milieuproblematiek in ontwikkelingslanden en ‘sanitation’- en waterproblematiek). In gebieden waar PUM actief is, hebben we nog sterker dan in Nederland te maken met onsamenhangende planvorming in snel groeiende, niet op elkaar afgestemde ontwerpen en projecten, met nauwelijks aangelegde plannen voor sanitair en water en noodzakelijke voorzieningen om wijken en steden leefbaar te maken. PUM-projecten Grote projecten laat PUM over aan de grote bureaus. Kleinere projecten pakken we op, met als voorwaarde dat we zeker zijn van onze aanvragers en hun kennisniveau en achtergrond. Binnenkort gaan er weer nieuwe PSLA-activiteiten van start op diverse locaties in Nederland. Uitwisseling en ontsluiting van vakkennis staat daarbij als vanouds voorop. Uiteraard proberen we hier zo veel mogelijk mensen bij te betrekken. Belangstelling? Laat per e-mail weten als u mee wilt doen:
[email protected] Gelde Nieuwenhuijzen Sectorcoördinator Building Development, Architecture, Design & Engineering- (BC02)
PUM Magazine najaar 2012 |
21
MISSIE TEKST FRANK STEVERINK | FOTOGRAFIE WILLEM STOLWIJK
Total make-over in Senegal
Gemoedelijk maar stoffig Philip Todd adviseerde een lokale ambachtsliedenorganisatie in Senegal een total make-over, zelfs voor het management. Dat de adviezen prompt worden opgevolgd, weet hij omdat hij via Skype veel contact heeft met Senegal. Fondsenwerver Simon Sambou kwam naar Nederland voor een training die via PUM mogelijk werd. Daarmee moet het straks nog beter gaan in Senegal. Simon twijfelt er geen moment aan. Philip Todd
Wat trof Philip Todd aan, toen hij in Senegal kwam? ‘De eerste dagen heb ik gebruikt om me in te leven in de situatie. Van tevoren had ik me al verdiept in het verschil tussen Kamer van Koophandel, en de Kamer van Ambachten. Dat kennen we in Nederland helemaal niet. De ambachtslieden produceren gebruiksvoorwerpen – denk aan meubels, zoals tafels – leveren diensten (elektriciens, automonteurs) en kunstvoorwerpen voor de toeristische markt.’ De belangrijkste donoren van de ambachtsliedenorganisatie zijn de Senegalese overheid en een Duitse ontwikkelingshulporganisatie.
‘van hoog tot laag door iedereen zonder tegenstand geaccepteerd’
Gemoedelijk maar stoffig ‘Mijn eerste indruk was dat het er erg gemoedelijk en informeel aan toeging. Mijn opdracht was om eens goed te kijken naar de organisatie en die door te lichten.
22
| PUM Magazine najaar 2012
Wat me direct opviel was de stoffigheid en hoe men achterliep qua ICT. Mijn taak kwam in het kort neer op reorganiseren en een betere promotie: wat kan de chambre voor de betalende leden betekenen, hoe kunnen we dat verbeteren? En wat kan er aan de ICT gedaan worden? In Nederland zijn we gewend aan het digitaal delen van documenten en agenda’s. Dat bestond daar nog niet. Het was al met al niet zo gestructureerd.’ Philip Todd is eigenlijk adviseur van het nieuwe werken, maar daar kon hij in Senegal niet heel veel mee. Zijn adviezen richtten zich daarom met name op reorganisatie en ICT-zaken. Tot zijn verbazing werden al zijn adviezen zonder morren geïmplementeerd. ‘Blijkbaar kwam ik op het goede moment. Tegen een aantal lieden heb ik gezegd: jij zit de hele dag niks te doen, het lijkt me beter dat je ‘zus en zo’ gaat doen. Het interieur vond ik ‘schaamteloos’, één stoffige bende en ze hebben geen airco, daar is geen geld voor. Ze moeten de werkruimte opleuken. Wifi is er wel, maar de ventilatoren in de computers zuigen stof aan en lopen daarop vast: één groot drama.’ Geldgebrek Er was ook geldgebrek. Daar kan PUM op zichzelf niet zo veel aan doen, maar uiteindelijk bleek een training in Nederland voor een van de medewerkers, Simon Sambou, wel haalbaar. Er wordt nog gekeken naar het Hans Blankert Fonds voor betere computers. Philip Todd voerde ‘strenge gesprekken’ met de voorzitter, de secretaris-generaal en anderen. Hij sprak ook met klanten. Belangrijkste kritiekpunt was dat de Kamer ‘onzichtbaar’ was. Leden betalen wel een bijdrage, maar vinden dat de Kamer veel te ver is weggestopt. Op basis van de gesprekken kwam hij tot een actielijst. Een van de meest prangende problemen voor de aangesloten ambachtslieden is het gebrek aan toeristen, om de kunstvoorwerpen aan te verkopen. De regio heeft te kampen met politieke instabiliteit en dat schrikt toeristen
af. ‘Aan de kust heb ik een Club Med bezocht. Daar zitten potentiële klanten. Ze komen het hotel niet uit omdat men bang is overvallen te worden onderweg. Maar dat is een politiek probleem, daar kon ik verder niet zo veel aan doen’, vertelt de PUM-expert. Meer Skypen! Het leukste van de missie kwam eigenlijk pas naderhand. Elke twee weken heeft Philip een meeting via Skype met de voorzitter en de secretaris-generaal. Puntsgewijs wordt de voortgang besproken. Philip Todd zou elke expert Skype willen aanraden om na afloop van een missie mensen te stimuleren het maximale rendement uit een missie te halen. De tweewekelijkse Skype-sessies hebben het rendement van de missie enorm vergroot, is de overtuiging van zowel Philip als van Simon Sambou, fundraiser van de organisatie. De voortgang wordt bijgehouden en de vaart blijft er zo in. Philip Todd: ‘Via e-mail is het contact toch minder direct en niet altijd is een echte follow-up PUMmissie mogelijk of nodig. Ik gaf Simon daarom als afscheidscadeau een webcam.’ Het toeval wilde dat Simon gedurende de missie van Philip op een beurs in Dakar was. Philip en Simon begonnen daarom tijdens de missie van Philip al in de avonduren met Skype-contact. ‘De informele communicatie in Senegal helpt daarbij,’ zegt Simon. ‘Iedereen tutoyeert elkaar altijd en overal.’ Daardoor was er weinig schroom om via het scherm te communiceren. Bovendien wordt iedereen gestimuleerd binnen de chambre om open en eerlijk te zijn. ‘Senegalezen zijn een vriendelijk en ontspannen volk,’ vertelt Simon Sambou. Christenen en moslims leven in vrede naast en met elkaar. Maar dat was vroeger ook zo in Mali en daar is de situatie nu dramatisch veranderd. Daarvoor is men ook in Senegal bang: ‘De grenzen zijn niet hermetisch gesloten, ze zijn erg poreus.’ Open voor verandering Voor Simon Sambou was het bezoek aan Nederland zijn eerste kennismaking met Europa. Hij verbaasde zich over de serene rust die onze nationale luchthaven uitstraalt en – later – over de fietsers hier in het straatbeeld. Hij is naar Utrecht gekomen voor een training op het gebied van projectorganisatie. ‘Prince-2’ is universeel toepasbaar voor iedereen die systematisch een project wil uitvoeren, of dat nou de aanleg van een metrolijn is, of de make-over van de chambre. En passent maakte Simon internationale vrienden. ‘Voor ons in Afrika is het heel belangrijk dat we dit soort netwerken kunnen bouwen en onderhouden.’ We vragen hem hoe de fundamentele veranderingen die de PUM-expert voor de organisatie voorstelde werden ontvangen. Simon Sambou: ‘Mensen lijken echt open te
‘voor ons in Afrika zijn dit soort netwerken heel belangrijk’ staan voor verandering. Veranderingen zijn al zichtbaar, de werkruimtes van de chambre zien er bijvoorbeeld al veel verzorgder uit. Mensen hebben een andere of meer uitgebreide taakomschrijving gekregen en tot verbazing van ieder werd dat eigenlijk van hoog tot laag door iedereen zonder tegenstand geaccepteerd.’ Op het moment dat we ons gesprek hebben, weet Simon al dat hij geslaagd is voor zijn examen in Utrecht. De jonge Senegalees is daar beslist enigszins euforisch over.
SENEGAL Inwoners 14 miljoen PUM 28 projecten in 2012 Tijdens het gesprek met Simon Sambou komen ook de crisis in Europa en het slavenverleden ter sprake. In Afrika is men zich erg bewust van die crisis en kijkt men met argusogen naar de mogelijke gevolgen voor henzelf. In Senegal is de invloed van China nog niet voelbaar, ze hebben geen grondstoffen waar Chinezen overal in Afrika naar op zoek zijn. Aan het slavenverleden herinnert het eilandje Gorée, vlakbij Dakar, dat vernoemd is naar het voormalige Zuid-Hollandse eiland Goeree. Het eiland staat sinds 1978 op de werelderfgoedlijst van UNESCO omdat het één van de belangrijkste getuigenissen is van de transAtlantische slavenhandel. BRON WIKIPEDIA
PUM Magazine najaar 2012 |
23
RUBRIEKNAAM COLUMN
Je kunt hier ook niet naar kijken Hoe verschillend zijn wereldburgers eigenlijk van elkaar? Het eerste opvallende verschil dat ons oog kan waarnemen is het verschil tussen man en vrouw. Ondanks tal van onderzoeken die het tegendeel willen bewijzen, is het realistischer de verschillen tussen de seksen te accepteren. Dat stadium voorbij is het veel interessanter om te kijken hoe al die mannen en vrouwen invulling geven aan hun leven en wat zij het zwaarst laten wegen. Al doen uiterlijke verschijningsvormen wel eens het tegendeel vermoeden, toch blijken wij mensen waar ter wereld dan ook erg veel op elkaar te lijken. Hoe kleurrijk zijn de tempels van de Hindoestanen in India. Hoe fascinerend hun goden die ze aanbidden en de offers die ze brengen. Maar ook wordt je geraakt door het verhaal van Boeddha, de man die er voor koos om zijn paleis te verlaten en zich, in soberheid levend, in de bossen terug te trekken. Het verhaal van Boeddha heeft overigens opvallend veel overeenkomsten met dat van Jezus. En dan zijn er de synagogen en de moskeeën. Op Curaçao onder andere is er nog een synagoge waarvan de vloer symbolisch is bestrooid met zand, de woestijn voorstellend. Bij al deze geloven, bij al deze gebouwen horen mensen. Mensen met prachtige henna tekeningen op hun handen, mensen met een kleurrijk touwtje om hun arm, mensen met een keppeltje of een hoofddoek. En wat hebben deze mensen, behoudens een geloof, met elkaar gemeen? Zij leven met hun man, met hun vrouw en hun kinderen en proberen dat leven zo goed mogelijk in te vullen met geluk als hoogste doel. Hoe wreed wordt dat beeld verstoord wanneer in Syrië een babylijkje onder het puin wordt uitgehaald na een luchtaanval. NRC Next publiceerde deze foto met de begeleidende tekst: ‘Je kunt hier ook niet naar kijken.’ KARIN VERHAAK-KERSTEN
24
| PUM Magazine najaar 2012
LOPENDE ZAKEN
Business Seminar Nederland – Mongolië Datum 24 oktober 2012 Locatie Allard Pierson Museum & Aula van de Universiteit van Amsterdam
Mongolië – een nieuwe opkomende economische wereld Nederlandse ondernemingen beginnen hun weg te vinden in Mongolië. Dankzij de gunstige fiscale arrangementen is Nederland de op één na grootste investeerder in Mongolië. Het seminar Mongolië – een nieuwe opkomende economische wereld informeert de Nederlandse ondernemer over kansen en het huidige ondernemersklimaat in Mongolië. Mongolië is één van de snelst groeiende economieën in de wereld. Er liggen kansen op het gebied van ondermeer agribusiness, transport & logistiek, infrastructuur & (duurzame) bouw en energie, water, (eco-)toerisme, in de productverwerkende industrie en creative industries. Dit seminar biedt plenaire presentaties, ondernemerpanels, een ondernemers pitch, ervaringsdeskundigen en informatiestands. Zowel Nederland als Mongolië zullen officieel vertegenwoordigd zijn en is er gelegenheid op informele manier interessante contacten te leggen. Kent u ondernemers die interesse hebben om deel te nemen aan dit seminar? Of bent u zelf zo’n ondernemer? Aanmelden kan via
[email protected]. Deelname is gratis. Via de Facebookgroep “The Netherlands – Mongolia, bilaterale economische betrekkingen” en de website van Agentschap NL kunt u op de hoogte blijven.
Agentschap NL, CBI, FMO, Buitenlandse Zaken, Mongoolse Ambassade, Mongools Verkeersbureau, Stichting Made in Mongolia en PUM Netherlands senior experts.
PORTRET TEKST FRANK STEVERINK | FOTOGRAFIE DÉNISE TEN BOKUM
‘Goedemorgen PUM Netherlands senior experts’
Heather (l) en Marijke
Wie het algemene nummer van PUM belt komt vroeg of laat gegarandeerd in contact met Marijke Voois-van Driel of Heather Oortman-Bridge, onze receptionistes/telefonistes. Marijke maakt binnenkort haar vijfjarig jubileum bij PUM mee. Daarvoor werkte ze bij een drukkerij. ‘Op mijn eerste dag liep ik hier echt met verbazing rond. Ik had het nog nooit zo leuk gehad! Ik kwam uit het bedrijfsleven en dat is toch een stuk gejaagder. Het gaat er hier een stuk gemoedelijker aan toe. Wat me hier bevalt is de betrokkenheid van de mensen en hoe men met elkaar omgaat. Ik heb dat vooral gewaardeerd toen mijn moeder overleed. Hartverwarmende reacties en een directie die op dat moment alle vrijheid geeft om te doen wat er dan gedaan moet worden.’ ‘Het leuke van het werk hier is ook dat je met allerlei mensen in aanraking komt. Maar ongeacht wat iemand doet of gedaan heeft, probeer ik vriendelijk en professioneel te blijven. Zo ben ik ook opgevoed.’ Is er een PUM-land waar ze zelf nog wel eens naar toe zou willen? ‘Indonesië! Mijn voorouders, aan mijn opa’s kant, komen daar vandaan. Een rijke plantersfamilie. Ik zal dan wel alleen moeten gaan, want mijn man houdt niet van vliegen. Misschien ga ik het zelf nog wel eens doen, met zo’n georganiseerde reis, als ik de loterij win!’ Zou ze iets bij PUM veranderd willen zien? ‘Nee. Ik kan niets bedenken. Ik zou na mijn pensioen ook best nog wel even willen doorwerken!
Heather wordt volgend jaar 65 en haar pensioen komt dus in zicht. Ze kijkt niet bepaald uit naar een leven zonder PUM en zou ook daarna best parttime willen blijven. ‘Ik ben begonnen in 1997, het zou hooguit voor een paar maanden zijn, maar ik ben gebleven, omdat ik met heel veel plezier hier werk’. Daarvoor werkte zij op een reclamebureau in Liverpool en daarna in Den Haag als ontwerpster en werktekenaar. Door de jaren heen heb ik het hier veel professioneler zien worden. Met name de komst van PUMnet heeft echt veel veranderd. Tegenwoordig doen mensen dat digitaal allemaal zelf maar vroeger kregen we vaak handgeschreven CV’s die we dan moesten invoeren, er werden minder mensen afgewezen, en ook de aanpassingen waren tijdrovend. Nu worden alleen de kandidaten ingeschreven die ook echt een steentje kunnen bijdragen.’ ‘Ik zou nog wel eens naar een van de Afrikaanse landen of Peru willen. Het leven van de alleenstaande vrouwen daar, met name in de sloppenwijken rond de zilvermijnen, gaat me echt aan het hart. PUM concentreert zich op het midden- en kleinbedrijf. Maar dit zijn de allerarmsten, die hebben onze hulp eigenlijk nog veel meer nodig.’ ‘Wat me hier altijd weer opvalt is de warme sfeer, er wordt nog gelachen. Ik denk dat dat komt omdat mensen hier graag werken. En dat geldt natuurlijk helemaal voor de experts. Als ik op Schiphol ben, moet ik altijd even aan hen denken en vind ik het jammer dat ik maar een klein deel van hun ervaringen hoor. Je voelt echte betrokkenheid. Ik denk met dankbaarheid terug aan de steun die ik hier zelf heb gekregen in moeilijke tijden.’
PUM Magazine najaar 2012 |
25
ONZE MAN IN... TEKST GABRIËLLE TEN BOKKEL HUININK
Victor Huíman in Lima - Peru 10 jaar 350 missies 300 experts Victor Huíman is al jaren ‘onze man in Peru’ en dan met name in Lima en omstreken. In de tien jaar dat hij actief is als PUM-vertegenwoordiger, begeleidde hij meer dan 350 projecten en zag hij ruim 300 experts aankomen in Lima die hij – een uitzondering daargelaten – allemaal persoonlijk ophaalde van het vliegveld. Victor Huíman
Zijn band met Nederland gaat al ver terug. Afgestudeerd als technisch ingenieur in Peru werkte hij eerst in de bierindustrie en later telecommunicatie. Vervolgens was hij ruim 22 jaar werkzaam bij de Philips-vestiging in Peru. Hij begon op de productieafdeling en stroomde via diverse commerciële functies uiteindelijk door naar de functie van General Manager. Hij heeft Nederland destijds diverse malen bezocht en kan zelfs een beetje Nederlands verstaan. Ook is hij een periode voorzitter van de Nederlands Peruaanse Kamer van Koophandel geweest en was hij hoogleraar marketing. Groot netwerk Victor Huíman: “Door mijn jarenlange werkervaring in verschillende functies voor diverse bedrijven heb ik veel contacten opgedaan in mijn land en beschik ik daardoor over een groot netwerk. Mijn contacten met Kamers van Koophandel, bedrijfsverenigingen en tal van andere organisaties komen goed van pas bij het werk dat ik voor PUM doe. Ik heb het gevoel dat ik kleine- en middelgrote ondernemingen in mijn land help door ze in contact te brengen met PUM. Peru is een land in ontwikkeling, waarbij het MKB de technische expertise en adviezen van ervaren professionals goed kan gebruiken. PUM vult die leegte mooi op.” Bijzondere vriendschappen Van de 350 missies die hij begeleidde koestert hij aan een aantal bijzondere herinneringen. Zo heeft PUM bijvoorbeeld bijgedragen aan het oplossen van serieuze problemen in een familiebedrijf. Een aantal broers ‘vocht’ om de leiding in het bedrijf met alle gevolgen van dien. PUM stuurde een expert die uitgebreide ervaring had in het oplossen van
26
| PUM Magazine najaar 2012
conflicten op de werkvloer. Dankzij de bemiddeling van de PUM-expert is de situatie opgelost en heeft het bedrijf een enorme vooruitgang geboekt. “Ik heb vele goede herinneringen aan tal van experts. Met sommigen van hen heb ik zelfs een goede vriendschap opgebouwd. Zij keren terug als toerist in Peru en komen dan bij mij langs. Een aantal experts heb ik ook in Nederland bezocht.” Aanpassingsvermogen “Ik heb grote waardering voor de experts van PUM. Naast het feit dat ze uitermate deskundig zijn in hun vak, zijn ze heel begripvol, geduldig en doen ze hun werk vol enthousiasme. Ze passen zich gemakkelijk aan. Ook in moeilijke omstandigheden en situaties waarbij ze de taal niet spreken, op grote hoogte verblijven of met armoede worden geconfronteerd. Ze zijn vriendelijk en altijd bereid om waardevolle adviezen te geven aan het MKB in Peru. Ook ben ik zeer dankbaar voor de goede samenwerking met de back office van PUM. Door de inzet van diverse landencoördinatoren, sectorcoördinatoren en project officers lukt het PUM uiteindelijk altijd om een geschikte expert te vinden en de hele missie op een efficiënte manier tot een goed einde te brengen.” Door de jaren heen is er wel wat veranderd. “Toen ik tien jaar geleden begon als vertegenwoordiger van PUM in Lima en omgeving kende niemand PUM. Ik was toen voornamelijk bezig met contacten leggen met regionale Kamers van Koophandel en het bezoeken van netwerkbijeenkomsten in de grote steden om PUM te promoten. Nu, tien jaar later kent iedereen me al als PUM-vertegenwoordiger en komen de mensen vanzelf op mij af!”
POST@PUM
Weven en weeffoutjes in Mamasa PUM-expert Edith van der Spruijt reisde af naar een dorp vlakbij Makassar in Indonesië. Behalve de weefsters die zij volgens afspraak ontmoet, komt ze ook forse spinnen, goudvissen en Pinkstergemeente-rituelen tegen. Edith doet verslag. Na een fantastische anderhalve dag in Makassar ben ik maandagochtend om zeven uur vertrokken naar Mamasa. Ze hadden me verteld dat de weg slecht was, maar dat is heel zacht uitgedrukt. Een tocht van twaalf uur, waarvan zeven uur over een weg die soms half weggespoeld is, met gaten die niet te ontwijken zijn. Kortom toen ik ’s avonds in het pikkedonker werd uitgeladen bij een familie van één van de twee bedrijfjes die Rantesapang rijk is (een gehucht op negen kilometer van Mamasa), voelde ik me uitgewoond. En ik nog wel denken dat ik in een guesthouse zou zitten in een stadje. Lits jumeaux Na een heerlijk maal van rijst, noedels en de plaatselijke specialiteit Goudvis, gaf ik aan dat ik wel graag wilde gaan slapen. Dit was ook het sein voor één van de vrouwen om naar mijn kamer te gaan. Toen ik daar met mijn koffer aankwam, stond ze me al op te wachten in haar pyjama. Ze deelde me mee dat zij aan de buitenkant sliep en ik aan de binnenkant. Dit was zelfs voor mij iets te veel van het goede. Opgeknoopte darmen van de reis, en mandikamertje dat niet afgesloten kan worden met enorme spinnen en dan ook nog een snurkende oude vrouw erbij. Ik besloot om niet direct te ageren, één nacht slecht slapen kon er nog wel bij. De volgende dag heb ik het besproken en opgelost. Ik heb ook een vriend hierover gebeld, hij deed het af als verschil in cultuur. Dat leek me iets te simpel, maar mijn doel had ik al bereikt, ik slaap nu alleen en ben zelf de spinnen te lijf gegaan.
Heeft u een mening, suggestie of anekdote die u wilt delen met andere
Halleluja! De oprichter van het bedrijfje waar ik in huis ben is ook de voorganger van de Pinkstergemeente, wat de nodige reuring en herrie oplevert omdat de kerk vast zit aan het huis. Op dit moment zijn er drie dagen achter elkaar avonddiensten die drie uur duren en die gepaard gaan met gigantisch harde muziek en met eten voor iedereen na afloop. Het werken gaat fantastisch, ik ontmoet niets dan medewerking. Ze pakken een advies erg snel op. Dinsdagochtend overleg gehad met de weefsters, de verantwoordelijken van de familiebedrijfjes, naaisters en het winkelpersoneel. Heeft me veel informatie opgeleverd. Kortom, ik vind het zeer enerverend, ik zit in een prachtige bergomgeving met koude nachten en geniet van het enthousiasme van de weefsters en de familie. En wat minder van het hele kerkgebeuren.
PUM-experts? Stuur uw mail naar:
Edith van der Spruit
[email protected]
PUM Magazine najaar 2012 |
27
LANDENFOCUS
Bangladesh bruist een bedrijvig volk van 160 miljoen mensen Bertus van Heugten is sinds de jaarwisseling landencoördinator van Bangladesh (en Nepal). ‘Bangladesh is een heel bruisend land, nauwelijks vier keer zo groot als Nederland en tien keer zoveel inwoners. Het overgrote deel van de mensen werkt in de landbouw en gelukkigen hebben een klein stukje grond met rijst, rietsuiker, aardappelen, thee en tabak en dergelijke. Verder is de textiel (met vier miljoen werkers) erg belangrijk voor de werkgelegenheid en de export. Ons streven voor Bangladesh is al lang om 30 of meer projecten per jaar te realiseren, maar dat is de afgelopen jaren nooit gehaald. Recente PUM-projecten betroffen verpakking, horeca, bouw, voedingsmiddelen, pluimveeteelt, gezondheidszorg, milieu, assurantie en meubelfabricage. Er zijn drie lokale vertegenwoordigers in Dhaka en één in Chittagong. Twee daarvan zijn begin 2012 gestart en moeten nog op gang komen.
Experts die Bangladesh niet kennen zijn vaak terughoudend, denken dat ze permanent tot hun middel door het water moeten lopen. Experts die er al eens geweest zijn, willen bijna allemaal heel graag weer terug. Voor PUM liggen er grote kansen, maar daarvoor moet er wel flink aan de weg getimmerd worden. Voor Nederland is Bangladesh een van de 15 concentratielanden op het gebied van ontwikkelingshulp. Het land laat mooie economische groeicijfers zien en de wederzijdse handel met Nederland groeit, ondanks de recessie, met zo’n 20 procent per jaar. Bangladesh is een uitdagend land met mooie projecten die bijdragen aan economische groei, de werkgelegenheid bevorderen en armoede bestrijden.’
China
B India
Birma
B= Bangladesh
PUM KOMT OVERAL
New businesses starten in een onrustig land, het leveren van oplossingen. Een ultieme uitdaging voor mij als PUMexpert en verpakkingskundige. Met ruime ervaring in het ontwikkelen en realiseren van verpakkingen, van concept, creatie en productie tot in het winkelschap. Onder andere bij De Gruyter, Philips Design, FujiFilm Europe en als zelfstandig consultant.
Groeien tegen de verdrukking in. Een drukker produceert als klein grafisch bedrijf commercieel drukwerk voor de lokale markt. Ondanks de moeilijke politieke omstandigheden zijn er mogelijkheden tot verdere groei. Productie van verpakkingen bijvoorbeeld. Om deze nieuwe markt te kunnen bedienen, is verandering noodzakelijk. Een andere strategische aanpak bepaalt hoe er in de toekomst georganiseerd moet worden. Nieuwe visie is nodig voor organisatie, productie, techniek, IT, kwaliteit, sales & marketing, personeel & communicatie. Denken in uitdagingen en niet in belemmeringen, krijgt een speciale betekenis wanneer je kijkt naar ondernemers in landen zoals de Palestijnse Gebieden. Door oplossingsgericht om te gaan met opgelegde beperkingen, nieuwe mogelijkheden en kansen te zien. Een creatieve manier van ondernemen. En veranderen moet! Je bedrijf bijstellen, te laten groeien, werkgelegenheid te verschaffen, kortom mensen een toekomst te bieden. Harry Arens
Drukkerij in de Palestijnse Gebieden ALTIJD IN CONTACT Er zijn momenten dat een vrijwilliger contact wil hebben met PUM. De vaste staf is tijdens kantooruren bereikbaar voor vragen rond een missie.
Voor vragen over een land of een sector kunt u terecht bij de landen- en sectorcoördinatoren. Zij zijn doorgaans niet op het PUM kantoor aanwezig.
U kunt contact met hen opnemen via het algemene e-mailadres van PUM,
[email protected].