Meer doen met meedoen SCHAKELS TUSSEN WMO EN WWB
Meer doen met meedoen Schakels tussen Wmo en Wwb
Colofon Deze publicatie is uitgegeven door de VNG in het kader van project De Kanteling, maart 2011 Vereniging van Nederlandse Gemeenten Postbus 30435 2500 GK Den Haag Telefoon (070) 373 8393 www.vng.nl/dekanteling Tekst Frauke van Iperen Eindredactie Mathilde van de Ven, VNG Suzanne Konijnendijk (VNG) Vormgeving Chris Koning, VNG Druk Drukkerij Excelsior, Den Haag Copyright maart 2011, VNG 2
Vereniging van Nederlandse Gemeenten
Inhoudsopgave 1
Inleiding
5
2
Maassluis
9
3
Kerkrade
15
4
Enschede
19
5
Leeuwarden
25
6
Amsterdam
29
7
Veendam
33
8
Breda
39
9
Almere
43
10 IJsselmonde Vereniging Van nederlandse gemeenten
49 3
Vereniging van Nederlandse Gemeenten
1 Inleiding Het belang van meedoen Meedoen is belangrijk voor mensen. Mensen die actief meedoen in de samenleving voelen zich gelukkiger, zijn minder vaak ziek en voelen zich meer betrokken bij hun omgeving. Dat effect treedt op bij het hebben van een (parttime) baan, maar ook bij het verrichten van vrijwilligerswerk of het meedoen aan georganiseerde activiteiten. Voor de samenleving is het dus belangrijk dat zo veel mogelijk mensen actief meedoen. Gemeenten kunnen een belangrijke rol spelen bij het realiseren van die opgave. Via de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) en de Wet werk en bijstand (Wwb) geven ze hier al invulling aan. Met de Wmo bieden gemeenten oplossingen om mensen zo lang mogelijk zelfstandig te laten functioneren. De gemeente kan burgers ondersteunen door het verstrekken van hulpmiddelen, maar ook door het organiseren van begeleiding en activiteiten. In de Wwb worden burgers gestimuleerd om aan het werk te gaan en economisch zelfstandig te worden.
Vereniging Van nederlandse gemeenten
5
Verbinden van Wmo en Wwb Steeds meer zijn gemeenten op zoek naar manieren om de participatiedoelstellingen van Wmo en Wwb met elkaar in verband te brengen. En steeds meer ontstaat het gevoel dat het dan niet alleen draait om het stroomlijnen van regels voor overlappende doelgroepen. Dat het vooral gaat om op een andere manier naar burgers te kijken. Om een burger die problemen heeft met meedoen, ook te zien als een mens met talenten en verantwoordelijkheden. Binnen de Wmo wordt deze omslag al gemaakt. Het bevorderen van maatschappelijke en sociale participatie is geen kwestie van het verstrekken van standaard producten op standaard vragen. Maar een kwestie van maatwerk en aansluiten bij de eigen kracht en mogelijkheden van mensen. Bij een aanvraag voor een scootmobiel wordt eerst in een gesprek vastgesteld wat eigenlijk het probleem is dat opgelost moet worden. Is het overbruggen van de afstand tot de supermarkt het probleem, of gaat het veel meer om het ontbreken van sociale contacten? Als het primaire probleem eenzaamheid is, kun je als gemeenten veel beter proberen om iemand mee te laten doen aan activiteiten in de buurt. Een dure verstrekking kan dan mogelijk achterwege blijven.
Van zorgen voor naar zorgen dat Gemeenten die op een andere manier naar participatievraagstukken kijken, lopen al snel aan tegen de vraag: op welke manier kunnen we Wwb en Wmo verbinden en het gewenste maatwerk organiseren? Bij het centraal stellen van mensen en hun mogelijkheden gaat het niet alleen om het stellen van andere vragen. Het gaat ook om een duidelijk andere rolverdeling tussen burger en overheid en tussen overheid en andere partijen. In plaats van subject van beleid wordt de burger actor die zelf verantwoordelijk is voor het meedenken over oplossingen en het regelen van dingen. De rol van de gemeente verandert van organisator in facilitator. Van “zorgen voor en regelen dat” naar “zorgen dat mensen het zelf (weer) kunnen regelen”. De grote toegevoegde waarde van de gemeente is het leggen van verbindingen tussen alle partijen die belang hebben 6
Vereniging van Nederlandse Gemeenten
bij meer participatie. Verbindingen met en tussen burgers, werkgevers, het maatschappelijk middenveld en professionele organisaties. In dit boekje komen verschillende wethouders aan het woord die volop met deze zoektocht bezig zijn. Die verbindingen leggen en daar waar dat mogelijk is een integrale aanpak ontwikkelen. Ook komen er mensen aan het woord die dankzij een nieuwe benadering en eigen inzet hun plekje in de samenleving gevonden hebben.
Vereniging van Nederlandse Gemeenten
7
8
Vereniging van Nederlandse Gemeenten
2 Maassluis Vanuit een gezamenlijk toekomstperspectief krijg je alle partijen mee “Ik snap heel goed dat gemeenten onzeker zijn over de toekomst. Maar we moeten niet wachten tot de landelijke overheid alles bepaald heeft en dan als gemeenten klakkeloos de sjablonen overnemen. We weten dat er straks minder geld is en dat de zorgvraag vanuit de bevolking toeneemt. Daar kunnen we nu al mee aan de slag. Met de mensen waar het om gaat, de interne organisatie en de partijen in de stad.” Volgens wethouder Kromdijk kunnen we met elkaar sociale uitval voorkomen als je een gezamenlijk toekomstperspectief hebt, daar je bijdrage aan levert en vooral blijft communiceren. “De gemeente moet mensen meenemen, de regierol pakken en partijen proactief benaderen en bij elkaar brengen”. Bewoners meenemen en buiten je eigen domein treden Maassluis hanteert het uitgangspunt ‘Verbinden en stijgen in de wijk’. Dit vraagt dat professionals elkaar vertrouwen en over hun eigen domein heen durven te kijken. En dat is nog niet zo gemakkelijk. Vereniging Van nederlandse gemeenten
9
“Mensen doen graag hun eigen ding binnen het eigen domein. Daarbinnen durven ze creatief te zijn. Het wordt lastiger als mensen zich op verschillende domeinen gaan begeven. Toch is dat de beleidsfocus van de toekomst. Een cruciale faal- of succesfactor is of de bewoners om wie het gaat meegenomen worden in dat proces. Ze zullen andere vormen van ondersteuning krijgen en dat begrijpen ze best. Van al die verschillende hulpverleners en van het kastje naar de muur werd niemand blij. Maar je moet mensen wel duidelijk maken wat je doet en waarom je het doet. Een voorbeeld. Het budget voor armoedebeleid is in Maassluis afgenomen. Wij hebben de keuze gemaakt om prioriteit te geven aan kinderen in armoede. Wij willen voorkomen dat de situatie zich herhaalt, dat kinderen in dezelfde situatie komen als hun ouders. Dat betekende dat we onder andere de langdurigheidstoeslag hebben laten vallen. Dat deed pijn. Maar we hebben de keuze goed kunnen uitleggen aan onze burgers.” De dubbele vergrijzing en het geluk van de herstructurering “Het verbinden van partijen werkt ook in de zorg en Wmo. We worden straks geconfronteerd met een groot tekort aan mensen die zorg verlenen. Een lokale zorginstelling richtte zich tot op heden vooral op de intramurale zorg en had nog geen antwoord op het toekomstperspectief waarin wonen en zorg steeds meer gescheiden gaat worden. De gemeente heeft met dit toekomstperspectief als uitgangspunt woningbouwcorporaties en organisaties in de zorg en welzijn bij elkaar gebracht. Zij hebben meegedacht over de plannen voor de herstructurering van een wijk. Met elkaar zijn we zo tot nieuwe concepten voor werken, wonen en zorgen gekomen. De gemeente verbindt en stuurt. Vanuit een gezamenlijk toekomstperspectief, levert elke partij straks zijn deel. Meer zorg aan huis, Wmo diensten door bijstandsgerechtigden en meer toegankelijke gebouwen in de wijk waar mensen straks voor zorg en welzijn terecht kunnen.“
10
Vereniging van Nederlandse Gemeenten
Verbinden van re-integratie aan de WSW Verbindingen legt Maassluis ook aan de onderkant van de arbeidsmarkt. “Dukdalf is ons gemeentelijk WSW bedrijf waar sinds 2007 ook onze re-integratie ondergebracht is. Sociale Werkvoorziening en re-integratie gaan prima samen. Wij noemen het een ‘mensontwikkelingsbedrijf’ voor iedereen. Onze SW’ers krijgen ook de kans om buiten de muren van een beschutte werkomgeving te kijken. We kijken naar de mogelijkheden in de markt, wijken en de Wmo-dienstverlening. Daarvoor moet je wel durven om het bedrijf te blijven ontwikkelen en verbindingen te maken. Vroeger was Dukdalf hèt camping meubelbedrijf. Nu verzorgen de mensen de catering op het stadhuis en werken in de groenvoorziening in de wijken. En de gesprekken gaan over een klussendienst voor kleine woningaanpassingen.”
Pieter Kromdijk is wethouder Zorg, Samenlevingsopbouw en Werk en Inkomen in de gemeente Maassluis
Vereniging van Nederlandse Gemeenten
11
In de praktijk Afwisselend werk bij het ‘mensontwikkelingsbedrijf’van Maassluis Dukdalf is onderdeel van de gemeente Maassluis en helpt mensen met een arbeidshandicap of een uitkering aan het werk. Via begeleid werken bij een gewone werkgever bij Dukdalf zelf of via een detachering. Bijzonder aan Dukdalf is dat de werknemers op allerlei maatschappelijke terreinen werken en hun diensten aanbieden. Ze verzorgen de catering van het stadhuis en ze zijn werkzaam in de groenvoorziening en de schoonmaak. Dukdalf probeert ook steeds meer de koppeling met de Wmo te maken. Werknemers helpen bijvoorbeeld bij het groot onderhoud van tuinen. Verder wil Dukdalf een klussendienst opzetten die kleine woningaanpassingen gaat doen. Daarnaast gaan mensen van Dukdalf naar zorginstellingen waar ze activiteiten ondernemen met ouderen. Zo helpen ze twee keer paar jaar met het maken van paas- en kersstukjes. Sharda (47) werkt al zeven jaar bij Dukdalf. Ze vindt vooral de afwisseling leuk.
‘Ouderen hebben behoefte aan ons om een praatje te maken’ “De werkbegeleider vond het wel spannend toen ik mee ging naar het verzorgingshuis om met ouderen kerststukken te maken. Hij vond dat hij een risico nam en dat snap ik wel. Ik heb mijn mondje namelijk altijd bij me en laat me niet zomaar iets zeggen. Maar met ouderen vind ik het fijn. Zij hebben namelijk echt behoefte aan ons om een praatje te maken.” Sharda werkt alweer 7 jaar voor Dukdalf. Ze heeft een man en twee kinderen. Voordat ze bij Dukdalf ging werken zat ze thuis. “Ik werkte in de zorg maar had geen opleiding en papieren. Toen kreeg ik last van mijn rug en allemaal andere zaken en kwam ik het huis niet meer uit. Via het maatschappelijk werk ben ik hier terecht gekomen. Een staande baan in bijvoorbeeld een winkel is voor mij geen optie. Mijn slechte rug, bekkeninstabiliteit en langere been, maken dat ik niet goed kan staan. Bij Dukdalf werk ik graag. Het is 12
Vereniging van Nederlandse Gemeenten
altijd afwisselend. Ik monteer veel. Nu heb ik aan mijn baas aangegeven dat ik in de toekomst het liefst met oudere mensen wil gaan werken. Ik denk dat hij mij wel wil helpen. Hij zei: “petje af, hoe jij met die mensen omging” toen we uit het verzorgingstehuis kwamen. Helaas kon ik de vorige keer dat we naar het verzorgingshuis gingen niet mee. Mijn rug was niet goed en ik zat thuis. Maar de volgende keer ben ik er zeker weer bij”
Vereniging van Nederlandse Gemeenten
13
14
Vereniging van Nederlandse Gemeenten
3 Kerkrade Samen werk maken dankzij de Wmo “Kerkrade heeft het laagste inkomen van Nederland. Alleen in Pekela en Stadskanaal is het inkomen lager. Daarnaast kennen we een combinatie van werkloosheid en vergrijzing. Oftewel een grote opgave vanuit de Wwb en Wmo”. Wethouder Ralf Krewinkel ziet deze dubbele opgave echter ook als een kans. “De Wmo levert veel werk op. Ouderen blijven langer thuis wonen en hebben behoefte aan hulp en ondersteuning. Het liefst worden ze geholpen door mensen die hetzelfde dialect spreken. En daar zijn de kaartenbakken van onze sociale dienst dan weer vol mee”. Uitkeringsgerechtigden aan het werk dankzij de Wmo “Vanuit de Wmo is er veel vraag naar hulpmiddelen. Bij de verplichte aanbesteding hebben wij de inschrijvers gevraagd om in hun offerte aan te geven hoe ze deelname van uitkeringsgerechtigden aan de arbeidsmarkt willen bevorderen. Harting Bank is onze leverancier van hulpmiddelen. Zij hebben direct twee mensen met een uitkering in dienst genomen. We hebben vanuit het contract intensief contact met elkaar. Vereniging Van nederlandse gemeenten
15
We zien onze verhouding liever als partnership, dan puur als opdrachtgever en opdrachtnemer. Met elkaar bedenken we hoe we mensen het best kunnen bedienen en hoe we mensen het best aan de slag kunnen helpen. Dat gaat verder dan alleen kijken of je aan je aanbestedingsvoorwaarden hebt voldaan. Vanuit de wijkaanpak zijn wij bijvoorbeeld een soort van ANWB klussen service begonnen. Is er een probleem met de scootmobiel of andere hulpmiddelen dan bel je de sociale wijkconciërge. Die zorgt dat er iemand komt helpen. Dat is dan een uitkeringsgerechtigde die begeleid en opgeleid wordt door Harting Bank.“
Ralf Krewinkel is wethouder sociale zaken en euregionale arbeidsmarkt, Wmo, ouderenbeleid en jeugdbeleid in de gemeente Kerkrade
Bundelen van gemeentelijke diensten in sociale wijkteams “In onze Wmo-aanpak staat de mens centraal. Wij werken daarom in sociale wijkteams. De wijk is het natuurlijke niveau waarop mensen zich bewegen.”Het was wethouder Ralf Krewinkel een doorn in het oog dat Sociale Zaken niet in de sociale wijkteams zat. Dat gaat nu veranderen. 16
Vereniging van Nederlandse Gemeenten
“De klant kan in de eigen wijk terecht voor hulp- en zorgvragen vanuit de Wmo en SZW. Het gaat hierbij om zaken als schuldhulpverlening, sociaal culturele activiteiten, minimabeleid, ouderen welzijnswerk, thuiszorg en hulpmiddelen. Voor werk en inkomen kan de klant bij het Werkplein terecht.” Sturen op klanttevredenheid “In onze sturings- en verantwoordingsmechanismen wllen we, net zoals bij onze werkwijze, mensen centraal stellen. Managementrapportages kloppen altijd. Maar het zakelijke verhaal zegt eigenlijk weinig. Wij willen sturen op klanttevredenheid. Daarom halen we persoonlijke ervaringen op, het liefst in de thuissituatie. Binnen de Wmo speelt ‘Vrauw Hoeppertz’ in Kerkrade een centrale rol. Zij is inwoner en bestaat echt. Alle informatie, advies en cliëntondersteuning wordt getoetst bij Vrauw Hoeppertz. Werkt het niet? Dan passen we ons beleid en de uitvoering aan. Alleen mensen van vlees en bloed kunnen bepalen wat wel en niet werkt.”
Vereniging van Nederlandse Gemeenten
17
18
Vereniging van Nederlandse Gemeenten
4 Enschede Mensen helpen liever dan dat ze geholpen worden Myra Koomen kiest bij alles wat ze doet een positieve insteek.“Het beschikbare geld en de welvaart mogen in dit land dan wel afnemen. Maar ik ga voor het welzijn van mensen. Dat zegt mij veel meer dan welvaart. Ik spreek ook liever niet van problemen maar vraagstukken. Het vraagstuk waar we nu aan de onderkant van de arbeidsmarkt voor staan is dat er geen match is tussen mensen die langdurig aan de onderkant leven en de beschikbare vacatures. Maar dat betekent niet dat deze mensen niet kunnen meedoen. Iedereen kan zichzelf nuttig maken. Een uitkering is een salaris van de staat. Daar mag je wat tegenover zetten. Draai maar mee in de burenhulp- of plantsoenendienst tot je weer een baan hebt. Als je wat van mensen zelf vraagt, neemt de motivatie om op eigen kracht mee te doen ook toe. Daar ben ik van overtuigd.” Mensen moeten weer meer voor zichzelf en elkaar zorgen “Maar laten we ook eerlijk zijn. Sommige mensen zullen nooit meer betaalde arbeid verrichten. Laten we die sociaal medische diagnose dan ook gewoon stellen en uitspreken. Nuttig kan echter iedereen zich Vereniging Van nederlandse gemeenten
19
maken. Mensen zijn geneigd om voor alles naar de overheid te kijken. “Welke rechten op welke voorzieningen heb ik nu ik blijvend een beroep op de Wmo en Wwb mag doen?” Laten we het eens omdraaien. Waarom niet eerst naar de mogelijkheden van jezelf en je omgeving kijken? Enschede verstrekt landelijk gezien de meeste scootmobiels per inwoner. En het is echt niet zo dat wij hier nu de oudste en meest gehandicapte bevolking hebben. We moeten af van het kritiekloze verstrekken. Je moet mensen loslaten en motiveren om hun problemen eerst zelf op te lossen. En ja, misschien zakken ze eerst wat verder weg. Maar als ze zelf weer boven komen zijn ze sterker en gemotiveerder. De zelfredzaamheid op het gebied van wonen, werk, kinderen en financiën moet gestimuleerd worden. Uiteindelijk moeten we het allemaal zelf doen”.
Myra Koomen is wethouder arbeidsmarktbeleid, inkomensondersteuning, participatie, inburgering en emancipatie in de gemeente Enschede
20
Vereniging van Nederlandse Gemeenten
De rol van de Overheid is verbindingen maken “In Enschede maken wij als lokale overheid een omslag in onze werkwijze. We willen niet langer zenden. Maar meer luisteren en krachten stimuleren. Dat hebben we bijvoorbeeld gedaan toen bleek dat relatief weinig mensen gebruik maakten van gemeentelijke inkomensondersteunende maatregelen. We bereikten de mensen waarom het ging niet. We zijn met het maatschappelijk middenveld, de kerken, voedselbank, stichting leergeld, formulieren brigade, rotary, rode kruis etc. om de tafel gaan zitten en zijn de solidariteitsconferentie gestart. We komen vier keer per jaar bij elkaar. Men kent elkaar nu, weet van elkaar wat ze doen en weet elkaar te vinden. Inwoners worden doorverwezen en het gebruik van de maatregelen is toegenomen.” Last van wet- en regelgeving: wees creatief “Mensen helpen liever dan dat ze geholpen worden. Soms is dat lastig door de ingewikkelde wet- en regelgeving. Het maatschappelijk middenveld krijgt het vrijwilligerswerk door ingewikkelde regelgeving en eisen amper meer georganiseerd. Lokaal moet je echter ook durven. Je kunt veel meer regelen en bij elkaar brengen, als je maar creatief durft te zijn.”
Vereniging van Nederlandse Gemeenten
21
Interview Willem Enschede Als de baas op vakantie is neem ik het werk van de voorman over “Tien hulpverleners over de vloer? Bij ons kwam er niemand in. Geen zin in. Totdat Loekie kwam”. Willem (39) heeft nu, na 20 jaar bij de Sociale Dienst gelopen te hebben, een vaste baan. “Twee weken voor mijn eindexamen ben ik van school gegaan. Daarna heb ik eigenlijk alleen maar baantjes van een paar weken gehad totdat ik, dankzij Loekie, bij de technische dienst van de speeltuin terecht kwam. “Daar werk ik nu 36 uur per week. En als de baas op vakantie is, neem ik het werk van de voorman over”. Last van zijn rug en zijn baas Willem heeft vier kinderen en woont met zijn vrouw in de wijk Velve Lindenhof in Enschede. Ze hebben altijd van een uitkering geleefd. Er waren wel baantjes. Willem werkte bij een slachthuis, meubelsloperij en hij had zelfs heel even een eigen bedrijf in het slopen van daken. Maar die werkzaamheden duurden altijd heel kort. “Mijn laatste baan was bij een stratenmakerbedrijf. Na 2 weken kreeg ik last van mijn rug en mijn baas. Toen hield het op.” Bij de sociale dienst kreeg hij alles wel weer geregeld. Hoe? “Dat is het geheim van de smid. Maar er was thuis altijd wel ellende en onze wijk zagen ze toch niet staan”. Huisbezoeken en wijkcoaches In 2006 waren er veel rellen in de wijk. Brandende auto’s en joyriding. De bewoners waren boos. Niemand deed iets aan de problemen in hun buurt. Ze wilden meer politie op straat, werk en betere woningen. Toen is de gemeente gestart met de huisbezoeken en wijkcoaches. De wijkcoaches zijn professionals met verschillende achtergronden die het mandaat hebben gekregen om op allerlei terreinen beslissingen te nemen. Ze zijn het aanspreekpunt in de wijk en spreken mensen ook zelf aan. 22
Vereniging van Nederlandse Gemeenten
“Loekie kwam langs en met haar hebben we kunnen praten over onze problemen met de woningcorporatie en de sociale dienst. Ze snapt ons, doet wat en komt terug. We kunnen haar altijd bellen.” Via haar ben ik ook bij de technische dienst van de Stichting Enschedese Speeltuinen gekomen. Ik vind het leuk om dingen te maken en zij zei waarom ga je het niet gewoon eens een tijdje voor halve dagen proberen.” Dat beviel. “Ze zeuren je niet aan je kop. Ze zeggen maak dit en dan ga ik dat gewoon doen. Nu werk ik hele dagen en 36 uur in de week.”
Ik doe het voor mijn gezin
Goed voor het gezin “Het leukste aan mijn werk is dat ik wat te doen heb en dat ik weet dat ik het doe voor mijn gezin.”Willem moest wel erg wennen aan het feit dat hij zijn vrouw bijna niet meer zag. “Zij is nu vrijwilligerswerk gaan doen bij de speeltuin en doet op maandag de kinderinloop, dinsdag kaarten en ook nog eens 1 keer in de twee weken de kinderdisco. Maar de woensdagavond is voor ons samen dat hebben we nu afgesproken”. Tips Tips voor anderen? “Je moet er voor open staan. Bij mij heeft het heel erg geholpen dat ik het eerst een paar uur per dag mocht proberen. En dat ik geen zeurende baas had. Ik mag zelf dingen maken. En als de voorman er niet is, zeg ik tegen de jongens wat ze moeten doen. Dat gebeurt vanzelf. Ze luisteren naar me. Ik moet ook wel wat zeggen, want als de voorman er niet is en ik zeg niets, gebeurt er ook niets”.
Vereniging van Nederlandse Gemeenten
23
24
Vereniging van Nederlandse Gemeenten
5 Leeuwarden Zoek naar energie en leiderschap en vier je successen “De winst van decentralisatie is dat je kleine knopen kunt leggen. Je hebt de vinders van problemen: sociale wijkteams, participatiecoaches, welzijn en interventieteams. Zij kennen de andere partijen in de gemeente. Zij kunnen een signaal geven en we kunnen verbindingen maken met de persoon als uitgangspunt. Dreigt er bijvoorbeeld een huisuitzetting? Licht andere professionals in. Door tijdig ingrijpen kunnen we veel persoonlijke ellende en maatschappelijke kosten voorkomen. Het vergt wel doorzettingsvermogen. Degene die het dichtst bij de persoon staat, neemt de regie. Maar wordt soms geconfronteerd met belemmeringen op andere terreinen.” Voor Marco Florijn is dat geen reden om je in die weerstand vast te bijten. “Blijf voor energie gaan. Gaat de GGZ niet mee? Zoek een andere partij op. Kijk in je omgeving waar moreel leiderschap zit en vier je successen. Hoe klein die ook mogen lijken.” Aandacht voor de context “Veel mensen die we ondersteunen hebben te maken met een combiVereniging Van nederlandse gemeenten
25
natie van problemen die steeds moeilijker los van elkaar aan te pakken zijn. Werkloosheid, schulden, medische problemen, opvoedingsproblemen, huisuitzettingen, dak- en thuisloosheid en sociale problemen. De uitdaging voor professionals is om een verbinding te krijgen met de mensen waar het om gaat, de context en elkaar. In de Wmo is er al meer oog voor de context. De mogelijkheden van ieder individueel persoon staan centraal. Wat kun je zelf doen? Wat kan je sociale omgeving? Bij Sociale Zaken en ons arbeidsmarktbeleid zouden we ook meer aandacht voor de context kunnen hebben. Soms werken de afzonderlijke regels namelijk ook tegen onze eigen doelstelling: sociale uitval voorkomen.
Marco Florijn is wethouder Zorg, Opvang, Integratie, Werk en Inkomen, Sport en Financiën in de gemeente Leeuwarden
Bijvoorbeeld iemand die net weer op de rit is en zijn huis uitgezet wordt. Of het geval van twee verslaafde mensen die een relatie kregen, gingen samenwonen en elkaar stimuleerden om uit de ellende te komen. Een succes vanuit de zorg en welzijnshoek. Maar voor Sociale 26
Vereniging van Nederlandse Gemeenten
Zaken waren het uitkeringsfraudeurs en werd de uitkering gestopt. Het gevolg: een grote terugval. Door als professionals beter samen te werken en mensen te betrekken bij een proces, kun je uitval voorkomen.” Terugtrekkende overheid vraagt om bindend leiderschap “We hebben te maken met een terugtrekkende overheid. We doen een beroep op de sociale kracht van mensen en hun sociale omgeving. Maar er is een grens. Ook dan moet je als overheid over je eigen schaduw heen kunnen stappen en verbindingen blijven maken. Een voorbeeld. Een alleenstaande moeder was in verwachting van haar zevende kind. Ze vroeg bijzondere bijstand aan voor een kinderkamer en deed een beroep op de Wmo voor hulp en wilde stoppen met werken. Er was geen sociaal netwerk om een beroep op te doen. Haar familie woont op Curaçao. In plaats van voorzieningen aan te bieden, hebben we contact gezocht met de stichting urgente noden. Zij hebben een vliegticket voor haar moeder betaald die nu de zorg voor de kinderen op zich neemt. De stichting Oranjefonds heeft een bijdrage geleverd om de kinderkamer op orde te brengen. De vrouw heeft haar baan behouden en is blijven werken.”
Vereniging van Nederlandse Gemeenten
27
28
Vereniging van Nederlandse Gemeenten
6 Amsterdam Door nieuwe coalities 1+1 vier maken “We staan voor de uitdaging om met minder geld meer mensen te laten meedoen in de maatschappij. Ik denk dat het mogelijk is. Maar het vraagt een totaal andere manier van werken. Ambtenaren die vraaggericht gaan werken en daardoor over oude grenzen heen komen. Meer inzetten op werkgevers en het maatschappelijk middenveld. Slimme combinaties maken. En mensen aanspreken op hun talenten en mogelijkheden. We hebben te maken met een enorme hervormingsagenda op het terrein van werk, inkomen en zorg. Deze terreinen hangen met elkaar samen. Door nieuwe coalities aan te gaan met het maatschappelijk middenveld en werkgevers kunnen we bereiken dat één plus één ook vier kan zijn.” Keuzes bij re-integratie Amsterdam staat aan het begin van de hervorming. Welke keuzes worden er op dit moment gemaakt als het gaat om investeren in participatie? ”Bij re-integratie maken we een duidelijke keuze. Wij gaan ons niet beperken tot de mensen met een korte afstand tot de arbeidsmarkt die Vereniging Van nederlandse gemeenten
29
kort in de uitkering zitten. We blijven ons ook richten op de mensen die langer thuiszitten. Maar wat we van re-integratiegeld niet meer gaan doen, zijn zaken die eigenlijk geen re-integratie naar werk zijn. Vrijwilligerswerk, is vrijwilligerswerk en betalen we dus niet langer uit re-integratiegeld. Het kan een tijdelijke opstap zijn. Maar we moeten ons geld echt weer beter inzetten op sneller en meer bewegen op de participatieladder. Betaalde arbeid is het einddoel. En daar moeten we, als het kan, zo snel mogelijk naar toe.”
Andree van Es is wethouder Werk, inkomen en participatie, Diversiteit en integratie en Inburgering in de gemeente Amsterdam
Meedoen naar vermogen kan iedereen Wat doen we dan met de groep die overblijft? Waarvoor betaalde arbeid op dit moment geen optie is? “Die groep moet meedoen naar vermogen. Voor wat hoort wat. Om dat voor elkaar te krijgen, komt het heel hard aan op een nieuwe manier van werken en het leggen van verbindingen. Verbindingen tussen wetten zoals de Wwb, Wmo en Wet 30
Vereniging van Nederlandse Gemeenten
inburgering. Maar vooral ook verbindingen tussen gemeente, het maatschappelijk middenveld en werkgevers. Een paar voorbeelden. Ouderen in bejaardentehuizen in Amsterdam willen meer aandacht Waarom hier geen inburgeraars in zetten? Scholen kunnen op allerlei vlakken ondersteuning gebruiken. Moeders van kinderen kunnen dit in kader van vrijwilligerswerk doen.”
We moeten inzetten op sneller en meer bewegen op de participatieladder
Werkgevers meer betrekken “Het lijkt niet nieuw om werkgevers te betrekken bij de participatie aan de onderkant. Maar op een bepaalde manier is het wel nieuw. Wij zijn namelijk al snel geneigd om te denken dat werkgevers niet geïnteresseerd zijn in mensen met een ‘vuiltje’. Maar dat is niet waar. Werkgevers willen best investeren in verborgen talenten. Wat ze niet willen is bureaucratie en zes verschillende contactpersonen. Aan dat laatste kan de gemeente echt nog veel doen. Daarnaast kan het ‘voor wat hoort wat’ principe ook in de contacten met werkgevers veel meer toegepast worden. Een mooi voorbeeld is dat van een werkgever die in een gemeentelijk pand wilde en mocht. Hij gaf op zijn beurt twee werkloze jongeren een kans om te komen werken en helpen bij het opknappen van het gebouw.”
Vereniging van Nederlandse Gemeenten
31
32
Vereniging van Nederlandse Gemeenten
7 Veendam Verhalen vertellen meer dan aantallen “Een sterke publieke infrastructuur, dat is wat we nodig hebben om onze participatieopgave waar te kunnen maken. Een eigentijdse vorm van samenwerking waarbij verschillende professionals elkaar de ruimte geven. En, minstens zo belangrijk, waarbij ze met elkaar in gesprek blijven. Niet alleen over het wat, maar ook over het hoe”, aldus wethouder Klaas Steenhuis. “Het gaat om het ophalen van verhalen, ook bij de beoordeling. Verhalen vertellen meer dan aantallen.” Nabijheid en ‘Deurpakkers’ “Het probleem van ons huidige beleid is dat het teveel gericht is op de assertieve burger die de weg weet. In Veendam is 15% van de bevolking laaggeletterd. Dat zijn 3.500 mensen. Deze mensen hebben niets aan gebouwen waar je folders en formulieren kunt halen. Daarbij hebben ze last van onze protocollen en het langs elkaar heen werken van instanties. De conclusie is: wij bereiken de mensen slecht die we willen bereiken en zij bereiken ons niet.” Wat is er nodig om contact te krijgen? “Nabijheid, leun en steuncontacten in de buurt, verbinden met Vereniging Van nederlandse gemeenten
33
eigen kracht en bruggen naar werk”, dat zijn factoren die volgens Klaas Steenhuis wel werken. Om de nabijheid te organiseren heeft Veendam de zogenaamde ‘Deurpakkers’ ingesteld. Deze doorpakkers (in het Nederlands) gaan letterlijk langs de deuren. Het zijn professionals met verschillende achtergronden maar met hetzelfde doel: mensen zoveel mogelijk in staat te stellen om mee te doen en aanspreken op wat ze zelf kunnen en willen. De deurpakkers verwijzen door als dat nodig is. Tegelijkertijd verliezen ze de mensen en de voortgang van deze mensen niet uit het oog. “Deze hulpverleners krijgen meer ruimte om beslissingen te nemen. Als het moet, spreken ze elkaar aan. Dat is winst maar ook erg wennen in een wereld waarin we gewend zijn om verantwoordelijkheden sterk te scheiden. Wat helpt is dat we ook bij de beoordeling van de aanpak de nabijheid opzoeken. Wij vragen de inwoners wat zij van de aanpak vinden en of zij geholpen zijn. Met die verhalen gaan we aan de slag.”
Klaas Steenhuis is wethouder Wmo, Wwb, Inburgering, gezondheidsbeleid, schulhulverlening en wijkgericht werken in de gemeente Veendam
34
Vereniging van Nederlandse Gemeenten
Lokale partners in plaats van inkopen op prijs De gemeente Veendam investeert in lokale partners die een bijdrage leveren aan participatie. “Willen we mensen aan de onderkant van de arbeidsmarkt echt in staat stellen om meer buitenshuis te gaan doen dan hebben we deze partners hard nodig. Scherp inkopen op prijs levert niet de gewenste resultaten. Het gaat vooral ook om continuïteit. Onze aanpak: niet apart praten via contracten maar gezamenlijk om de tafel zitten, benoemen wat de perverse prikkels zijn en vooral ook benoemen wat we samen willen. We kunnen de aanbesteding de baas blijven door vanuit een beleidsinvalshoek naar de doelen en verantwoording te kijken.” Kansen om mee te doen “Veendam vergrijst. Het aantal oudere mensen dat met inschakeling van eigen contacten en diensten zelfstandig wil blijven leven, neemt toe. Een gevolg van de Wmo is dat de thuiszorg de diensten in de wijk wil uitbreiden. Hier liggen ook mogelijkheden voor mensen die al lang afhankelijk van een uitkering zijn en inactief thuis zitten. Gemeente en thuiszorg zetten zich in Veendam gezamenlijk in om mensen stap voor stap aan de slag te laten gaan. Dat begint met wennen aan structuur, een opleiding en eigen inzet tonen. Het vooruitzicht is een baan in een branche waar in de toekomst heel veel behoefte aan is. De werkgelegenheid in de huishoudelijke hulp, zorg, en klussendiensten kan Veendam vanwege de hoge werkloosheid goed gebruiken.”
We richten ons teveel op de assertieve burger die de weg weet
Vereniging van Nederlandse Gemeenten
35
Voorbeeld Een baan in de thuiszorg in Veendam “Toen de thuiszorg belde was mijn eerste reactie: “ik heb niets aangevraagd”,”maar het ging niet om een aanvraag maar een baan!” Ellen (41) en Corrie (56) zijn trots: van de zeven deelnemers aan het project ‘Ik doe mee’, zijn zij de enige twee die na een half jaar een baan hebben gekregen. Hun levensverhaal lijkt op elkaar. Ze zijn beiden jong getrouwd en liepen met een dikke buik de trap van het stadhuis in Veendam af. Vervolgens werden ze huisvrouw, gingen scheiden en kwamen langdurig in de bijstand terecht. Ook de weg uit de bijstand volgt hetzelfde spoor. Beiden kwamen in het project ‘meedoen’ terecht en deden vrijwilligerswerk in de zorg. Nu zitten ze in het project ‘ik doe mee’. In dit project volgen langdurig bijstandsgerechtigden trainingen in het activeringscentrum en lopen stage in de thuiszorg en schoonmaak. Als het goed gaat, bezitten ze na 6 maanden over de competenties om in de thuiszorg te werken en krijgen ze direct een baan aangeboden. Deze aanpak werkte voor Corrie en Ellen. Ze hebben een nulurencontract in de thuiszorg gekregen. Helemaal uit de bijstand zijn ze nog niet. Maar ze verdienen wel hun eigen geld en dat voelt goed. Van chronische ziekte thuis naar werken in de zorg Corrie: “Voordat ik hier terecht kwam, heb ik vrijwilligerswerk gedaan vanuit het project ‘meedoen’. Ik hielp mee in een verpleegtehuis. Maar dat was te emotioneel. Ik moest alleen maar denken aan al die jaren dat ik daar voor mijn moeder kwam. En thuis heb ik ook nog een chronisch zieke dochter zitten. Ik ben gestopt. Toen kwam Anneke bij mij. Zij vertelde van dit aanbod. Een nieuw project en mensen thuis helpen. Dat leek me wel wat. Ik ben altijd huisvrouw geweest. Toen had ik een uitkering. Nu wil ik graag mijn eigen geld verdienen. Ik vind het erg leuk om oudere mensen te helpen in het huishouden. Het is gezellig. Je maakt een babbeltje en ze zijn erg blij 36
Vereniging van Nederlandse Gemeenten
met je. Ik wil dit graag blijven doen.” Via een omzwerving kwam Ellen terug in Veendam en bij de thuiszorg terecht. Na haar scheiding woonde ze in Bedum waar ze een baantje bij de regiopost had. Dat hield op. Een baan vinden, was lastig. “Ik ben chronisch ziek en was vaak bang dat ik het niet vol zou houden. Ik ben jaren huisvrouw geweest. Nu wilde ik het anders doen. Ik ben terug verhuisd naar mijn familie in Veendam en mijn ziekte staat niet langer voorop. Ik doe gewoon wat ik kan.” Het werken in de thuiszorg bevalt haar goed. “Huishoudelijke hulp is leuk. Maar het liefst zou ik in de verzorging willen werken. Daar moet ik nog veel voor doorleren. Gelukkig vind ik dat ook heel leuk.” Zonder inzet en wil kom je er niet Dé tip voor andere mensen die langdurig vast zitten in de bijstand: “Je moet de inzet en de wil hebben om eruit te komen” Als je lang niet meer gewerkt hebt en te maken hebt met chronische ziekte en zorg thuis, is het lastig om ineens weer hele dagen van huis te zijn en aan het werk te gaan. Corrie: “In het begin was ik kapot. Alle zorg thuis regelen, vliegen van her naar der. Naar de opleiding en naar het werk. Waar je hard moet schoonmaken. Thuis stortte ik in en was het een chaos. Maar het went en je krijgt er veel voor terug. Ik geniet van de omgang met andere mensen en ik verdien mijn eigen geld.”
Vereniging van Nederlandse Gemeenten
37
38
Vereniging van Nederlandse Gemeenten
8 Breda Waar is mijn Wajonger? “De eerste werkdag op het stadhuis, stelde ik de vraag: “Waar is mijn Wajonger?” . Het viel stil: “Ja maar Cees, dat kan toch niet. Het gaat hier om vertrouwelijke informatie en ingewikkelde zaken.” Waarop ik zei: “En als alle werkgevers zo reageren…...” Ik heb mijn Wajonger gekregen. We hebben gezocht naar een afgebakende en licht administratieve taak. Dat was zoeken en investeren. De eerste week was erg wennen. De tweede ook. Nu beheert hij de collegemappen en is hij onderdeel van het team geworden. Het koppelen van vraag en aanbod op de arbeidsmarkt. Dat is onze uitdaging. De gemeente als regisseur. De vergrijzing en regionale samenwerking bieden ons kansen. Daar hebben we geen re-integratiebedrijven voor nodig.” Gezamenlijk kijken naar kansen op de arbeidsmarkt “West-Brabant vergrijst. We hebben iedereen straks keihard nodig op de arbeidsmarkt. In onze regio werken lokale overheden, onderwijs en ondernemers goed samen. We bekijken gezamenlijk waar de toekomstige kansen op de arbeidsmarkt liggen. Met elkaar hebben we vastgesteld Vereniging Van nederlandse gemeenten
39
wat onze economische focus moet zijn. Voor onze regio is dat vooral de logistieke dienstverlening en de zorg. Maar ook de zorg aan huis in het kader van de Wmo. Daar liggen de banen in de toekomst en daarmee kunnen we dienstverlening creëren waardoor meer mensen zelf beter kunnen blijven meedoen.”
Cees Meeuwis is wethouder Economische Zaken, Arbeidsmarktbeleid en Sociale Zaken en Werkgelegenheid in de gemeente Breda
De koppelbaas gaat weg, iedereen krijgt een aanbod “De Nederlandse reïntegratiemarkt is van middel tot doel verworden. Reïntegratiebedrijven hebben geen lange termijn belangen bij een effectieve re-integratie. We moeten als gemeente meer en meer onze eigen verantwoordelijkheid op dit terrein nemen. Het is aan ons om onze werkzoekenden en onze werkgevers goed te kennen. De gemeente faciliteert waar nodig en dient vraag en aanbod bij elkaar te brengen. Dat doen we bij de direct bemiddelbaren. Maar ook bij mensen die alleen als vrijwilliger inzetbaar zijn. We leggen dan direct de koppeling met 40
Vereniging van Nederlandse Gemeenten
de vraag vanuit de zorg en de Wmo. Zo zijn er diverse vrijwilligers aan de slag gegaan bij zorginstellingen die met tekorten kampen. Iedereen wordt gevraagd zelf ook een bijdrage te leveren. Werk hoeft niet per definitie passend te zijn. Sterker nog, niet passend werk kan een goede prikkel zijn om zelf op zoek te gaan.” Van standaard pakketten naar maatwerk “In Breda gaan we van standaard Wmo voorzieningen naar maatwerk. Eerst kijken we wat mensen zelf kunnen regelen, bijvoorbeeld in hun vervoersmogelijkheden. Voorzieningen worden niet zo maar meer als vanzelfsprekend verstrekt. Is er een probleem, dan bespreken we dat en bedenken samen een oplossing op maat. Met de oude ‘vertruttelarrangementen’ voor grote groepen hielden we mensen aan het lijntje. De oplossingen op maat strekken zich uit over meerdere terreinen. Zo kun je denken aan werkzoekenden die in de schoonmaak aan de slag gaan. Afhankelijk van hun capaciteiten kunnen ze zich ontwikkelen. Via schoonmaak in de openbare ruimte naar het schoonmaken van het stadhuis en nog een stap verder het schoonmaken binnen de Wmo bij mensen thuis. Intern hebben we daarom ook de afdelingen EZ, SZW, de sociale werkvoorziening en de WMO aan elkaar gekoppeld.”
Vereniging van Nederlandse Gemeenten
41
42
Vereniging van Nederlandse Gemeenten
9 Almere Als je voor een dubbeltje geboren bent…….. Almere heeft te maken met een grote groep gezinnen waarbij de problemen van de ene generatie direct over gaan op de volgende generatie. “Wij proberen het fenomeen ‘Als je voor een dubbeltje geboren bent, wordt je nooit een kwartje’ te doorbreken” aldus Ineke Smidt. “Jeugd is voor ons een belangrijk speerpunt. We zetten extra in op het onderwijs, het voorkomen van schooluitval, werk en het aanpakken van problemen in de gezinnen. Almere heeft een sterk Werkplein met een goed lopend jongerenloket. Onze focus bij alles is: uitgaan van eigen kracht. En dat vraagt een heel andere manier van werken dan we tot nu toe gewend zijn”. Van zorgen voor naar zorgen dat “Ambtenaren en hulpverleners zijn geneigd de zorg van mensen over te nemen en oplossingen aan te bieden. Dat draaien we om. In de wijken hebben we activeringscentra die op een andere manier werken. Een belangrijk onderdeel van de aanpak is een nieuwe manier van ‘het gesprek’ voeren. De professionals vragen niet langer: “Wat is je probleem Vereniging Van nederlandse gemeenten
43
en wat kan ik voor je doen?” Om daar vervolgens aan toe te voegen: “Ik heb dit en dit in de aanbieding.” Maar ze stellen vragen als: “Wat zou je willen doen en wat houd je tegen? Het doel van het gesprek is tot concrete afspraken komen waarbij de verantwoordelijkheid zoveel mogelijk bij de inwoner zelf ligt. Door op deze manier een gesprek aan te gaan kom je samen tot heel andere vragen en oplossingen. Je komt ook vanzelf bij je natuurlijke partners terecht. Er was bijvoorbeeld een vrouw die het niet voor elkaar kreeg om te gaan werken. Haar grootste belemmering bleken de problemen die zij met haar kinderen had. Door dat probleem eerst aan te pakken, ontstond de ruimte die ze nodig had om goed te kunnen solliciteren. Nu heeft ze een baan.”
Ineke Smidt is wethouder Wmo, Zorg, Werk en Inkomen, Armoedebeleid, Schuldhulpverlening, Maatschappelijke opvang en Integratie in de gemeente Almere
Bij drie of meer problemen naar het integrale netwerk Bij gezinnen met veel problemen, bestaat het gevaar dat er wel acht verschillende hulpverleners over de vloer kunnen komen. Almere heeft 44
Vereniging van Nederlandse Gemeenten
de integrale netwerken opgericht om dat te voorkomen. ”Op het moment dat iemand drie of meer grote problemen heeft, komen de hulpverleners in een integraal netwerk bijeen. Ze bespreken de inzet met elkaar en stemmen acties af. Degene die het belangrijkst voor de persoon is, is de coördinator. Eén persoon, één aanpak. Dat proberen we op deze manier voor elkaar te krijgen”. Verantwoorden op resultaten. Bij ‘van zorgen voor, naar zorgen dat’ hoort volgens Smidt sturen op resultaat. Almere werkt met de participatieladder en stuurt op een ‘meedoen index’. Het Rijk wil daarentegen een verantwoording langs de aparte bureaucratische lijnen van inburgering, Wmo en Wwb. “Als we al die verantwoordingsgegevens nou eens konden vervangen door één set indicatoren die aansluiten bij de participatiedoelstellingen die in de verschillende wetten staan? Dat zou veel meer zeggen over de effecten van onze inzet. Het verstrekken van een scootmobiel moet bijvoorbeeld niet het doel zijn. Zorgen dat iemand de deur uitkomt, is het doel. Een mooi voorbeeld was een man die een beroep deed op een scootmobiel. Hij bleek vooral eenzaam te zijn. Nu volgt hij kooklessen in het buurtcentrum. De scootmobiel heeft hij niet meer nodig. Wat dit sturen op resultaat betekent voor de rechtsgelijkheid van mensen? Dit noemen we: ‘Rechtsgelijkheid aangepast aan de situationele omstandigheid’.”
Vereniging van Nederlandse Gemeenten
45
Voorbeeld Pluk de dag Het is lastig om met Astrid (50) af te spreken. Ze is druk. Op dit moment vooral met haar vrijwilligerswerk via het activeringscentrum in haar wijk in Almere. “Ik leg huisbezoeken bij ouderen af. Ik vraag hoe het met ze gaat, of ze bezoek krijgen en of ze hulp nodig hebben. Ook geef ik informatie over de instanties die er in de wijk zijn. Ik vind het heerlijk om te doen. Lekker op de fiets en mensen zijn zo blij dat je even langskomt. Laatst kreeg ik een mooi compliment. Na een huisbezoek vroeg ik aan iemand: wat voor cijfer geef je me? We moeten onszelf namelijk laten evalueren. En de mevrouw zei: “Een 10! Ik vind het zo gezellig en fijn dat je er bent”. Daar fleurde ik helemaal van op.” Een stap vooruit dankzij het activeringscentrum Het activeringscentrum van Almere richt zich op mensen binnen de wijk met een bijstandsuitkering die nog niet klaar zijn voor een betaalde baan. Het doel is om mensen hun eigen talenten te laten ontdekken en hun toekomstperspectief te vergroten. De consulenten van het activeringscentrum zien dat het zelfvertrouwen van de mensen groeit, dat ze meer regie over hun eigen leven krijgen en beter in staat zijn om nieuwe contacten te leggen en zich minder alleen voelen. Tegelijkertijd verbeteren ze de kwaliteit van de wijk door in de wijk zelf actief te zijn. Ik wilde wel doorwerken maar het lukte niet meer “30 jaar heb ik in Friesland gewoond met mijn man en 2 kinderen. Nu woon ik al weer twee jaar in Almere, ben ik alleenstaande ouder en moet ik ieder dubbeltje omdraaien. Dat was wel even wennen.” Astrid is echter niet het type om bij de pakken neer te zitten. Vers aangekomen in Almere regelde ze direct een baan in de catering op Schiphol. “Na 6 maanden moest ik stoppen. Zenuwpijn in mijn bovenbenen, kanaaltunnel-syndroom en pillen om de pijn te onderdrukken 46
Vereniging van Nederlandse Gemeenten
maakten dat ik niet meer aan de slag kon. Ik kwam in de ziektewet en kreeg controle van de sociale dienst. Werk, werk, werk is wat ze eerst alleen maar konden zeggen en dat wilde ik ook wel. Maar het lukte niet. Toen wezen ze me op de mogelijkheid van vrijwilligerswerk en kwam ik bij het activeringscentrum in de wijk terecht.” “In het activeringscentrum begonnen we met een training. Die draaide om vragen als: Wie ben ik? Wat zijn mijn kwaliteiten? Wat wil ik? Ik kwam bij een groepje van 12 mensen met allerlei verschillende beperkingen terecht. Iemand met een oorlogstrauma uit Irak, iemand met pleinvrees en nog veel meer. Eerst dacht ik; wat doe ik hier? Zij hebben veel meer problemen dan ik. Ik heb dit niet nodig. Maar al gauw moest ik toegeven dat het met mij eigenlijk ook helemaal niet zo goed ging en dat ik niet meer wist wat ik kon en wilde. Door met elkaar bezig te zijn, kom je jezelf tegen. Maar kom je ook verder. Ik weet nog dat we tijdschriften moesten scheuren, met plaatjes die ons aanspraken. Eigenlijk best leuk om te doen en ondertussen praat je. Tijdens het scheuren kwam ik eerst een plaatje tegen van een bloem met een hangende kop. Een tijdje later zag ik een plaatje van een vaas met mooie rechtopstaande bloemen. En ik bedacht me: Hé, dit was ik en zo voel ik me nu steeds meer. Dit ga ik weer worden: een rechtop staande bloem”. Dankzij vrijwilligerswerk uitzoeken wat ik wil Het vrijwilligerswerk en haar consulent geven Astrid de kans om uit te zoeken wie ze is, wat ze kan en wat ze wil. Ze heeft vertrouwen in de toekomst. Haar tip voor anderen?: “Ga niet bij de pakken neerzitten. Ga ontdekken wat je wil en wat er nog voor je is. En dat is meer dan je ooit zelf hebt kunnen bedenken. Ook als je geen opleiding hebt. Ook als je 50 bent. Pluk de dag!”
Vereniging van Nederlandse Gemeenten
47
48
Vereniging van Nederlandse Gemeenten
10 IJsselmonde Mensen aanspreken op eigenbelang Heb ik brood op de plank en is mijn agenda gevuld? Dat zijn volgens Bram van Hemmen de kernvragen waar het bij de inwoners van zijn deelgemeente om draait. “Veel gemeenten worstelen met de verhouding centraal en decentraal. Wat doen we op welk niveau? Het voordeel van een deelgemeente, is dat wij eigenlijk al heel duidelijk voor ogen hebben wat het beste werkt. Centraal wat moet en decentraal wat kan, want daar maak je de verbindingen. Daar komt het eigenbelang van mensen samen.” Kiezen voor preventie De formele verhoudingen op het gebied van participatie zijn duidelijk. De stad Rotterdam gaat over de Wwb en de Werkpleinen. De deelgemeente IJsselmonde gaat over welzijn en participatie vanuit de Wmo. “Als deelgemeente hebben we altijd al een plus op het Werkplein gezet. Aanvankelijk was dat een kwantitatieve plus. We benaderden zoveel mogelijk lokale werkgevers en werkzoekenden. Nu zijn we daar, mede door de bezuinigingen, gerichter en selectiever in geworden. We zetten Vereniging Van nederlandse gemeenten
49
in op de kwalitatieve plus. Dat betekent dat wij investeren in de groep die nu weinig aandacht krijgt en waarbij het rendement van investeringen het hoogst is. De vragende burger. Deze vragende burger zit als het ware ingeklemd tussen de sturende burger en de steunende burger. De sturende burger, weet prima de regie over zijn leven te pakken. Hij klopt zelf aan bij instanties en regelt uiteindelijk zelf zijn werk en andere zaken. De steunende burger is voor veel zaken zoals zorg en inkomen afhankelijk van de overheid. We kennen deze burgers, ze zitten in onze systemen. Daar tussenin zit de vragende burger. Dit zijn kwetsbare burgers die met een beetje hulp morgen zelf weer verder komen. Maar nu niet. Door in deze groep te investeren voorkomen we dat zij uiteindelijk ook steunende burgers worden.”
Bram van Hemmen is portefeuillehouder Welzijn, Ouderen, Werk, Jeugd en Onderwijs in de deelgemeente IJsselmonde
Combinaties moeten kloppen IJsselmonde probeert sturende burgers aan vragende burgers te kop50
Vereniging van Nederlandse Gemeenten
pelen. Hoe doe je dat? “Sturende burgers weten mij goed te vinden. Bijvoorbeeld als het gaat om subsidies voor een speeltuin of volkstuinen complex. Ik kijk vervolgens altijd of er niet meer mogelijkheden zijn. Een voorbeeld. Een volkstuinen complex heeft geld nodig voor onderhoud. Ik heb gezegd. Dat heb ik niet voor je. Maar er is wel een Awbz-instelling die in het kader van dagbesteding en werkgelegenheidstrajecten plekken zoekt. Ook de praktijkschool heeft werkervaringsplekken nodig. Zowel school als Awbz-instelling dragen nu bij aan het onderhoud. Een win-win-win situatie. Onze rol is faciliteren. Het is de kunst om mensen aan te spreken op hun eigen belang. Ze moeten zelf willen. En dan blijken bijzondere combinaties heel goed mogelijk te zijn en te kloppen. Vertrouwen in ambtenaren “Onze insteek vraagt een nieuwe werkwijze van ambtenaren. Mensen komen met een probleem. De ambtenaar vraagt wat mensen zelf kunnen doen en faciliteert. Daar hoort vertrouwen in de ambtenaar bij. Hij kan prima inschatten wat maatschappelijk relevant is en of een vraag past binnen de door ons gestelde maatschappelijke doelen. Voortrekkers mogen voorgetrokken worden. Want daar kunnen anderen weer van leren. Ga maar eens kijken bij dat volkstuinencomplex. En ja, daar zit ook geld van ons in. Maar ook veel inzet van betrokkenen. En het levert werkervaringsplekken en dagbesteding op. Wij staan open voor elk nieuw initiatief.”
Vereniging van Nederlandse Gemeenten
51
Voorbeeld IJsselmonde Na 20 jaar kom ik weer buiten en ik mag nog in de buitenlucht werken ook Felix (45) doet van alles. Hij helpt mee in de volkstuinen. Maar draait ook mee in een klussendienst. “We helpen mensen met het omspitten van tuintjes, witten, vloertje leggen. In de volkstuinen vind ik het ook fijn. Ik speelde vroeger altijd buiten en na 20 jaar binnen zitten, vind ik het fijn om uit mijn isolement en weer heel veel in de buitenlucht te zijn.” Felix stopte op zijn vijftiende met school. Hij maakte zijn LTS-bouwtechniek niet af. Vervolgens had hij allerlei baantjes “in het glas”: glasbewerker, glaszetter, glazenwasser. En werkte in de haven en horeca. 25 jaar geleden werd hij depressief. Helaas is die diagnose pas dit jaar vastgesteld. “Ik werd van het kastje naar de muur gestuurd. Ik voelde me zo ellendig dat ik me alleen beter voelde met alcohol en softdrugs. Maar uiteindelijk kom je daarvan in een isolement. Mijn enige redding was dat ik altijd thuis kon blijven wonen.” 5 jaar geleden kwam Felix in aanraking met stichting Pameijer. Een stichting die erop gericht is om mensen met een beperking te laten meedoen in de samenleving. Onder andere met projecten in het onderhoud van volkstuinen. “Het ergste aan het feit dat ik geen diagnose had, was dat ik daardoor ook geen behandeling kreeg en helemaal in een isolement terecht kwam. Via het vrijwilligerswerk ben ik uit dat isolement gekomen en is het licht weer gaan branden. Ik ben ook gestopt met alcohol” Uiteindelijk wil Felix weer vast werk. Wat voor werk weet hij niet. “Dat is het probleem, ik heb nooit geweten wat ik echt wil. Maar ik weet wel dat ik vastigheid en collega’s wil. Wat ik heel moeilijk vind is onzekerheid. Deze participatiebaan mag maar 9 maanden duren. Het contact met het re-integratiebedrijf dat me verder moet 52
Vereniging van Nederlandse Gemeenten
helpen, verloopt slecht. E-mails raken kwijt en zo. Die onzekerheid en de angst om weer thuis te komen zitten en weer 5 verschillende casemanagers te krijgen, die vind ik het ergst. Mijn tip voor mensen in dezelfde situatie: zoek hulp. Ik had geluk met Pameijer. Zij stuurde me niet van het kastje naar de muur. Want daar haak je echt van af. Maar blijf zoeken. Want helemaal alleen kom je er ook niet.” “De hoge gemiddelde leeftijd van de leden van onze volkstuinvereniging, is waar het mee begon. We kregen het groot onderhoud van ons volkstuinencomplex niet meer voor elkaar. En klopten aan bij de deelgemeente. We hebben met elkaar gebrainstormd en bedachten dat het een ideale plek is om werkervaring op te doen en een dagbesteding te hebben. Nu werken we hier samen met mensen vanuit de AWBZ-instelling en mensen die aan het re-integreren zijn maar door psychische, sociale en emotionele problemen nog niet echt aan de arbeidsmarkt toe zijn. Het contact met de praktijkschool is helaas gestopt. Afspraken maken was lastig. En het werk moet wel gebeuren.” Aldus Marij de Ronde, voorzitter van volkstuinvereniging Hordijkerveld.
Vereniging van Nederlandse Gemeenten
53
54
Vereniging van Nederlandse Gemeenten
Vereniging van Nederlandse Gemeenten
55
56
Vereniging van Nederlandse Gemeenten