36
Traditionele stedebouw (verkaveling, ruimtevorming) krijgt een eigentijdse uitwerking. Immers, het wordt nu gebouwd, met nu geëigende materialen en bouwwijze. Een eigen, voor Broekland kenmerkende, architectuur zal moeten ontstaan uit een
Inspiratie kan worden gevonden in de samenhang van landschap, stedenbouw en architectuur in de 20 e eeuwse woningbouw in Scandinavië. De stedenbouwkundige composities zijn gebaseerd op: landschappelijke oriëntatie, beheerste contrasten, eenvoud, zorgvuldigheid, informele ordening, ritme en horizontale, lange lijnen. Randen en overgangen zijn een integraal onderdeel van het ontwerp, zowel de overgang tussen openbaar en privé, als de overgang van stad naar landschap. Daarop aansluitend is een voorkeur voor eenvoud en natuurlijkheid in materialen met aandacht voor eigenschappen als lichtwerking, textuur, tactiele kwaliteiten, seizoensaspecten en duurzame veroudering. De detaillering is beheerst en terughoudend en staat nooit op zichzelf, maar ondersteunt de architectonische hoofdlijnen.
Hoe kunnen we uitdrukking gegeven aan de positie die het wonen hier en nu in het Bossche stadslandschap inneemt? De basis ligt besloten in de stedebouw. De opzet nodigt uit tot een grote differentiatie van woningtypen. De continuïteit zit in de openbare ruimte, de variatie in de architectuur. Deze is betrekkelijk ingetogen, kent geen individuele hoogstandjes, maar vormt een hoogstaand ensemble met accenten.
Buiten wonen in (de nabijheid van) de stad. Dat is het ideaal voor Broekland. Het gaat uit van stedelijkheid en landelijkheid tegelijkertijd. In het streven naar ‘The Best of both Worlds’ droomde Ebenezer Howard van een synthese tussen de kwaliteiten van het landelijke en het stedelijke. Broekland plaatst zich dan ook in de traditie van de tuinstad. Maar de traditie dient wel een hedendaagse uitwerking te krijgen. Het gaat niet om een oppervlakkig beeld dat na gebouwd moet worden, maar om een zinvol inzetten van de kwaliteiten van de stedebouwkundige traditie en de hedendaagse uitwerking in de architectuur daarvan.
3.0 traditie en het hedendaagse bouwen
LODEWIJK BALJON landschapsarchitecten
wisselwerking tussen het traditionele, het hedendaagse en de context van De Groote Wielen. Dit is de wijze waarop de eerder door Rein Geurtsen in het spel gebrachte Nordic Inspiration moet worden opgevat: een moderne architectuur die niet los van de plek staat. Niet globaal, maar contextueel. Wat betekent dat voor Broekland? In abstracte zin: comfort op ingetogen wijze; vertrouwd, maar niet ouderwets; verzorgd, maar niet sober of kaal; rustig, maar niet saai; geen decor, wel elegant. Meer concreet: kappen, die sterk het hoofdvolume bepalen; stevig beëindigd en met overstek, de goot in dakvlak opgenomen; kappen maken van langs de hoofdstructuur lange lijnen met accenten; in de woonstraten en langs de koppelbeken bieden kappen de kans op meer losheid en individualiteit van de woning.De uitdrukking van de gevels is niet hard, glad, scherp en grafisch, maar tactiel, met textuur, met aandacht voor randen, overgangen en beëindigingen. De openbare ruimte vormt het kader voor afstemming: de tegenoverliggende straatwanden van de hoofdstraten hebben een gemeenschappelijke materialisatie. Voor de Groote Wielenlaan wordt tevens de nadruk gelegd op lengtewerking en samenhang van de bebouwing. Aan weerszijde van de koppelbeken is afstemming, niet overeenkomst, gewenst. De bebouwing langs de Centrale Waterplas kenmerkt zich door architectonische ensembles met de uitstraling van grote stadshuizen. Kleur en materiaalgebruik maken de individuele ensembles herkenbaar; gezamenlijk vormen ze een wand die op het schaalniveau van de plas als een geheel werkt. Voor deze weinig bezonde gevels is een overwegend lichte kleurstelling gewenst. In de woonstraten is een mozaïek van materialen en kleuren mogelijk. Er is een verloop van Vlinderlaan of parkeerstraat naar koppelbeek: van zakelijk naar rustiek (zonder tuttigheid). Is het gevelmateriaal langs de hoofdlijnen voornamelijk baksteen, verderop is plaats voor hout. De kleurstelling is breed, van witte gevels met kleurrijke kappen tot kleurrijke gevels met witte kozijnen en daklijsten. Dudok wist in het Witte Dorp (Eindhoven) de schakel te vinden tussen de traditie en de Modernen. Om die reden is het tot inspiratie genomen voor vlek C. Bij de andere vlekken zal de referentie telkens verschillen, waardoor herkenbare buurten binnen Broekland zullen ontstaan.
‘s-Hertogenbosch - De Groote Wielen -
woning en context
woning en context
Broekland - beeldkwaliteitplan
De woningen zijn georiënteerd op de openbare ruimte, op de straat. Aan de straat ligt een woonfunctie: woonkamer, zithoek, werkkamer, of eetkeuken. Uiteraard bevinden zich geen bergingen aan de straatzijde. Een uitzondering hierop zijn eventuele brede patiowoningen of de berging bij een bel-etagetypologie, maar ook dan zijn er geen vrijstaande of naar voren stekende bergingen. Appartementen liggen op minimaal 60 cm boven het maaiveld en zijn voorzien van een loggia met een borstwering die in architectonisch opzicht onderdeel is van de plint van het blok.
De Watermachine biedt ook aanknopingspunten voor een specifieke architectuur. Te denken valt aan de hoogteverschillen in de straten, de ligging aan het water in al zijn vormen, het zichtbaarmaken van de afvoer van het water aan of bij de woning en dergelijke.
Woningtype en architectuur brengen de positie van het gebouw in het stedenbouwkundig plan tot uitdrukking Er zijn uiteenlopende verschillen. Van uit de woning geredeneerd: wonen aan een laan of in een woonstraatje, wonen met zicht op een Broek of uitkijkend over de Plas. Of vanuit het stedebouwkundig gegeven: langs de Centrale Plasoever statige stadswoningen en gestapelde bebouwing bij het voorzieningencluster of op andere markante plekken aan de Groote Wielenlaan. Het gaat daarbij om een reeks van relaties: de individuele woning staat in een straat, maakt deel uit van een buurt, die buurt ligt gevat in de hoofdelementen van de wijk (Hoge Ring, Broeken etc.) en uiteindelijk is Broekland via de hoofdelementen verankerd in het Bossche stadslandschap
3.1 relatie woning-stedenbouw
37
38
LODEWIJK BALJON landschapsarchitecten
- vier tot zes lagen
- vier lagen
- twee/drie lagen met kap
- twee lagen met kap
- één laag met gedeeltelijk 2e laag of met kap
(voor accenten zie blz. 40 en 41)
Lagen bebouwing
‘s-Hertogenbosch - De Groote Wielen -
Broekland - beeldkwaliteitplan
40
uitbouw ten behoeve van praktijkruimte
levendige hoeken
LODEWIJK BALJON landschapsarchitecten
- hoek
- klein accent
- groot accent
Stedenbouwkundige accenten
Hoeken De hoeken zijn aanleiding extra uit te pakken. Om een zekere stedelijkheid en voornaamheid langs de hoofdlijnen te bereiken zijn de hoeken hier zoveel mogelijk gesloten: compact efficiënt en verzorgd. Het zijn juist de hoeken die het straatbeeld bepalen, veel meer dan de rest van de gevelwanden. Soms is de hoek aanleiding voor een hoogteaccent of om een woning naar voren te plaatsen. Andere middelen om een goede, levendige hoek te maken zijn: erkers, uitbouwen ten behoeve van praktijkruimte, geprononceerde trappenhuizen, tuinmuren in combinatie met bergingen voorzien van een kap Het ‘gezicht’ van de woning is altijd gericht op de belangrijkste openbare ruimte. Tweezijdige oriëntatie van hoekwoningen is vereist. De meest belangrijke punten bestaan uit volledig met bebouwing gesloten hoeken. De open hoeken krijgen een gesloten karakter door toevoegingen zoals aanbouw, erker, tuinmuur, pergola en plantenbak. Garages zijn op deze plekken niet gewenst, aangezien dat in levenloze gevels resulteert.
3.2 elementen
‘s-Hertogenbosch - De Groote Wielen -
Broekland - beeldkwaliteitplan
41
42
overstek in realtie tot gevelmateriaal
uitgesproken fijne dakrand
kap en gevel één volume
LODEWIJK BALJON landschapsarchitecten
- geen kap
- kap n.t.b.
- lessenaarsdak
- kapaccent
- kaprichting
Indicatie kaprichting
Uitbreidingsmogelijkheden en dakopbouwen De architectuur moet geschikt zijn voor uitbreidingen, zoals dakkapellen en uitbouwen aan de achterzijde. De architecten dienen standaard ontwerpen hiervoor aan te leveren, voorzien van een principedetaillering. Deze ontwerpen zullen worden geaccordeerd door de Welstandscommissie en zullen deel uitmaken van de bouwvergunning.
Daken De kappen vormen het verbindende element in het beeld van Broekland. De dakhellingen en nokrichtingen variëren en reageren op de specifieke situering van het gebouw aan een bepaalde buitenruimte; bijvoorbeeld flauwe dakhellingen en daardoor hoge gevels aan de Vlinderlaan en de Groote Wielenlaan. Het ruimtelijke spel van de diverse kappen biedt kansen een los en informeel geheel te scheppen waar dit is gewenst. Het verhoogt de herkenbaarheid van de eigen woning. De goot wordt in het dakvlak opgenomen, bijvoorbeeld als aluminium zetwerk, of met een mastgoot als ornament. Dakvlakken aan voorzijde niet doorbreken met pijpen of kapellen. Indien dakdoorvoeren onvermijdelijk zijn deze samenvoegen tot een schoorsteen.
‘s-Hertogenbosch - De Groote Wielen -
Broekland - beeldkwaliteitplan
43
44
allen: expressieve dakvormen
LODEWIJK BALJON landschapsarchitecten
‘s-Hertogenbosch - De Groote Wielen -
afwisseling kaprichtingn (Groosman)
bijzondere dakkapel
eenvoudige lessenaarskap
Broekland - beeldkwaliteitplan
dubbele kap
combinatie overstek en raampartij
45
46
LODEWIJK BALJON landschapsarchitecten
- toevoeging dakkapellen aan voorzijde niet gewenst
Dakkapellen
‘s-Hertogenbosch - De Groote Wielen -
Broekland - beeldkwaliteitplan
47
48
LODEWIJK BALJON landschapsarchitecten
- kleur nader te bepalen
- rode kappen
- donker kleurige mappen
Kleur kappen
‘s-Hertogenbosch - De Groote Wielen -
Broekland - beeldkwaliteitplan
49
50
LODEWIJK BALJON landschapsarchitecten
- keuze uit kleurenpalet B
- keuze uit kleurenpalet D
- nuance, kleur overzijde Broek
- kleur n.t.b.
- donkerbruine gevels
- rood-bruine gevels
- rode gevels
- witte gevels
Kleur gevels
Gevels Langs de hoofdlijnen is baksteen het dominante gevelmateriaal. In de woonstaten en langs de Broeken kan hout bijdragen aan een meer rustieke, informele sfeer van de architectuur. Een uitgesproken kleur- of materiaalgebruik kan een bijzondere eenheid aan een buurt geven. Zo is voor vlek C bewust voor wit gekeimde gevels gekozen, mede door de wens met de Vlinderlaan een karakteristieke entree tot Broekland te vormen. Op de witte gevels wordt dan weer gereageerd in de aanliggende buurten, zodat er een interessante wisselwerking aan weerszijden van de Broeken ontstaat.
‘s-Hertogenbosch - De Groote Wielen -
Broekland - beeldkwaliteitplan
51
52
half gesloten wand
LODEWIJK BALJON landschapsarchitecten
- open
- half gesloten wand
- gesloten wand
Gevelwanden
open
‘s-Hertogenbosch - De Groote Wielen -
Broekland - beeldkwaliteitplan
53
54
doorlopende veranda’s
Veranda’s, erkers en luifels Aangezien veel woningen op groene ruimte of royaal beplante straatprofielen uitkijken is het interessant aan de woningen een bouwkundige buitenruimte te maken, of gevels met toegevoegde elementen zoals erkers en luifels, of een dubbele gevel? Een echt suburbane schakel tussen openbaar en privé.
veranda
veranda
LODEWIJK BALJON landschapsarchitecten
hoekaccent
‘s-Hertogenbosch - De Groote Wielen -
(Boosten Rats)
erker en entree
Broekland - beeldkwaliteitplan
poort naar parkeerhof
erker
55
56
Tuinmuren en poorten De tuinen worden doorgaans afgezoomd met hagen of met klimop begroende hekken. Op bijzondere plekken is behoefte aan een accent met behulp van een tuinmuur. Deze situatie doet zich voor langs de hoofdlijnen en aan de oostelijke en westelijke rand van Broekland. De hoeken kunnen steviger worden aangezet dan met een haag. Ook de toegangen tot de parkeerhoven vragen om een gebaar dat op architectonische wijze de entree verzorgt, zoals een poort.
Stoepen Langs de hoofdlijnen van het plan, de Vlinderlaan en de Groote Wielenlaan, is geen ruimte voor een volwaardige voortuin. In plaats daarvan worden de woningen juist dicht op het trottoir gezet, met een margestrook van circa een meter. Dit is het eigen stoepje. Kleine elementen zorgen voor het afperken van dit stukje privé tussen voordeur en trottoir, zoals hoogteverschil en bijzondere bestrating, vaste plantenbakken, tuinmuurtjes en banken, portieken en overstekende daken. Gezamenlijk nodigen ze uit tot gebruik, dat een huiselijke sfeer geeft. De woningen van vlek D vormen een uitzondering. De grote drie-onder-een-kap villa’s hebben hier een voortuin en ook het laatste blokje van vlek C (met een bijzondere woonbestemming) ligt, ter inleiding, terug.
LODEWIJK BALJON landschapsarchitecten
- stoep; ca. 1 m (op uitgeefbaar terrein)
- hoge tuinmuur (1,80-2 m, op uitgeefbaar terrein)
- laag tuinmuurtje (0,6-0,65 m, op uitgeefbaar terrein)
- haag met hekwerk met klimop (op uitgeefbaar terrein)
- haag met nietje; Taxus (op uitgeefbaar terrein)
Overgang openbaar-privé
Hagen Hagen zorgen voor een groene afzoming van de voortuinen in de woonstraten en langs de koppelbeken. Bij de toegangspaden worden de hoeken versterkt met een stalen ‘nietje’. De bewoners zijn verplicht deze haag in stand te houden. Om de hagen tot wasdom te brengen is het wenselijk dat de ontwikkelaar niet alleen de haag zorgvuldig aanplant, maar ook gedurende 3 jaar het onderhoud en de inboet uit laat voeren. Daarna is het beeld gerealiseerd en de haag minder kwetsbaar en kunnen de bewoners er verder zorg voor dragen. De privacygevoelige zij- en achtertuinen worden afgeschermd met een hoog hek, begroeid met klimop. Langs achterpaden is dit ook een wenselijke oplossing, aangevuld met poorten, bijvoorbeeld uit verticale latten ter afwisseling in de lengte van het pad.
‘s-Hertogenbosch - De Groote Wielen -
Broekland - beeldkwaliteitplan
58
marge tussen openbaar en privé: de stoep
laag tuinmuurtje
LODEWIJK BALJON landschapsarchitecten
bankjes en bloempotten en bijzondere bestrating op de stoep
‘s-Hertogenbosch - De Groote Wielen -
haag op overgang openbaar-privé
muur en klimop op overgang openbaar-privé
poorten in verticale richting
Broekland - beeldkwaliteitplan
omhaagde voortuinen
erfafscheiding middels hekwerk met klimop
continue beeld: hek met klimop voor bergingen langs
59
60
Parkeerhoven De parkeerhoven vervullen een belangrijke rol in Broekland. Ze zorgen dat de woonstraten vrij blijven van geparkeerde auto’s. En bijvoorkeur blijven de woonstraten ook zoveel mogelijk vrij van rijdende auto’s. Daarom ligt de toegang tot de hoven direct aan de hoofdstraten. De inrichting van deze parkeerhoven moet, in verband met het gebruik en het beheer, comfortabel en duurzaam zijn. Dat stelt enige eisen; aan de afzoming van de achtertuinen, de verlichting en de verharding, vergelijkbaar aan die voor de publieke ruimten. Bovendien zijn deze oppervlakten ook aangesloten op de Watermachine, hetgeen betekent dat het hemelwater oppervlakkig naar de omliggende straten moet worden afgevoerd. Hoewel een groen karakter bij de parkeerhoven niet voorop staat, bieden deze ruimten wel geschikte plekken voor het incidenteel planten van stevige bomen. Daarvoor is immers in veel tuinen geen plaats.
Afvalcontainers De indeling van de woningplattegrond, de inrichting van de tuin en de detaillering van de berging moeten een comfortabel gebruik van de kliko’s mogelijk maken. De afvoer van de kliko’s geschiedt bij voorkeur via het achterpad. Door dit op een soepele wijze te organiseren wordt voorkomen dat de kliko’s straks op ongewenste plekken op duiken, zoals naast de voordeur. Het is daarom wenselijk dat aan de buitenberging een voorziening wordt aangebracht voor het opstellen van twee kliko’s.
Parkeren
LODEWIJK BALJON landschapsarchitecten
- parkeren in garage (uitgeefbaar terrein)
- parkeren op eigen erf (uitgeefbaar terein)
- parkeren geclusterd in hoven (uitgeefbaar terrein)
- toegang tot parkeerhof (uitgeefbaar terrein)
- incidenteel éénzijdig parkeren
- langs- of gestoken parkeren
zo niet: kliko’s voor woning
‘s-Hertogenbosch - De Groote Wielen -
Broekland - beeldkwaliteitplan
61
62
impressie westelijke parkeerstraat (Faro)
naamgeving Broekland
LODEWIJK BALJON landschapsarchitecten
Vlek A De vlek ligt ingesloten door de Hoge Ring, de koppelbeek en Lage Ring. Ten gevolge van het opdrachtgeverschap wordt van de drie bouwblokken het zuidelijke blok vooruitlopend op de rest ontwikkeld. De randen vragen om een duidelijke architectonische invulling door op het specifieke van de situatie te reagere. Twee plekken vallen daarbij op: het zuidelijke hoekpunt van Broekland en het moment waar de Hoge Ring Broekland binnen gaat. Dat moet meer zichtbaar zijn dan het feit dat onderdelen door verschillende partijen zijn gemaakt; dus niet drie bouwblokken als drie deelgebiedjes, maar een samenhangend geheel. De randen staan daarbij boven aan de hiërarchie: een gesloten gevelwand langs de westelijke parkeerstraat en Groote Wielenlaan, een losse, zo mogelijk informele verkaveling langs het Broek en daar tussen twee besloten woonstraatjes. Indien de parkeerplaatsen voor de woningen die aan de koppelbeek liggen via de achterkant worden ontsloten, dan kunnen de woningen met vlonder of veranda aan een eenvoudig pad direct aan het Broek staan: een woning met voeten in het gras.
3.3 kenmerken per deelgebied
‘s-Hertogenbosch - De Groote Wielen -
impressie woonstraat (Faro)
impressie Lage Ringzijde (Faro)
Broekland - beeldkwaliteitplan
63
64
impressie centrale parkeerstraat (Jo Crepain)
impressie koppelbeekzijde (Jo Crepain)
Vlek B De centrale parkeerstraat vormt het hart van de buurt. Voor de auto is dit de entree tot het plandeel. Deze straat en de Grootee Wielenlaan worden begeleid met stevige gevelwanden. De centrale parkeerstraat heeft diverse architecten die hetzelfde thema – de haak – uitwerken. De variatie die hierdoor ontstaat is in overeenstemming met het meer bescheiden karakter van de centrale parkeerstraat ten opzichte van de Vlinderlaan. Dat betekent dat de beëindiging van de straat terughoudend moet worden uitgewerkt, bijvoorbeeld door een eenvoudige schakeling van individuele woningen. De begeleiding van de centrale parkeerstraat is gecombineerd met de rijtjes in de woonstraten tot een haakvormig ensemble. Daarin is de woning op de hoek prominent en dus gearticuleerd in zijn verschijningsvorm. Het is de aanzet tot de bebouwing in het straatje, die bestaat uit blokjes die breder dan diep zijn, op ondiepe kavels. De kappen volgen deze beweging, inclusief de woningen aan de koppelbeken. Dit thema kan ook leiden tot een 3e laag als accent in de woonstraatjes. Het zuidelijk deel laat een variant van het thema van de haak zien. Parkeren voor eigen gebruik geschiedt in principe op eigen terrein. De centrale parkeerstraat is voor bezoekers en een deel van de auto’s van bewoners van de sociale woningen.
LODEWIJK BALJON landschapsarchitecten
De twee noordelijke blokken parkeren in een hof. De woonstraatjes zijn vrij van parkeerplaatsen. De meeste woningen hier hebben ‘individuele’ parkeerhoven. Afhankelijk van de situatie staan de auto’s van twee dan wel vier woningen geconcentreerd binnen het bouwblok. De woningen zijn via het woonstraatje ontsloten. Voor de woningen langs de koppelbeken zijn enkele parkeerplaatsen uitgespaard in de voortuin. De bouwblokken langs de fietsroute worden vanaf de achterkant voor de auto ontsloten, zodat het doorgaande fietspad autovrij blijft. De indeling van de plattegrond van de woningen aan de Groote Wielenlaan moet voorkomen dat kliko’s aan de straatzijde van de woningen worden gezet. Langs de koppelbeken en langs de Lage Ring is de verkaveling losser. Aan de koppelbeken gaat het om smalle en diepe woningen om genoeg ruimte voor groen tussen de woningen vrij te houden. De zuidelijke begrenzing van dit plandeel bestaat uit vrije kavels. De woningen zullen met enige regie worden ontwikkeld. De werkwijze en de daarbij behorende uitgangspunten en richtlijnen zijn nog niet uitgekristalliseerd.
‘s-Hertogenbosch - De Groote Wielen -
impressie koppelbeekzijde (Groosman-Siebers)
impressie Groote Wielenlaan (Groosman-Siebers)
impressie (Ritzen)
Broekland - beeldkwaliteitplan
perspectief gedeelte vlek B
65
66
De parkeerhoven worden ontsloten vanuit de Vlinderlaan, het verkeer hoeft dus niet door de woonstraten. Aan de toegangen wordt in de architectuur extra aandacht besteed. De lange rijen woningen hebben op de begane grond een rooilijn, met de nodige plasticiteit door het terugliggen van entrees en het naar voren springen van erkers. De koppen van de rijen worden beëindigd met een verhoogde kap en een opgetrokken gootlijn. In de kopgevel steekt een element naar buiten, bijvoorbeeld het trappenhuis.
Vlek C Eén architect maakt met rijen en ensembles beide gevelwanden langs de Vlinderlaan. De symmetrie en de uitgesproken architectuur onderstrepen de voornaamheid van de Vlinderlaan. (De centrale parkeerstraat heeft diverse architecten die hetzelfde thema – de haak – uitwerken. De variatie die hierdoor ontstaat is in overeenstemming met het meer bescheiden karakter van de centrale parkeerstraat ten opzichte van de Vlinderlaan). De onderbreking van de laan door het fietspad is aanleiding voor een accent. Door het dwars plaatsen van een kort woonblok wordt de lengte van de laan genuanceerd en het belang van het fietspad, dat hier vergezeld gaat van een brede groene wig, aangezet.
LODEWIJK BALJON landschapsarchitecten
Langs de koppelbeken en langs de Lage Ring is de verkaveling losser. Aan de koppelbeken gaat het om smalle en diepe woningen om genoeg ruimte voor groen tussen de woningen vrij te houden.
In dit plandeel is een analyse van de specifieke kwaliteiten van het Witte Dorp van belang geweest, zoals de karakteristieke kleur en de boeiende combinatie van traditionele stedebouw en moderne bouwwijze. In hoofdzaak zullen de gevels wit worden gekeimd. Maar het is wit met iets er aan toegevoegd. Zo is er een doorlopende plint, donker, maar niet zonder kleur. De plint bindt ook de bouwvlekken aan weerszijden van een koppelbeek. Meer richting de koppelbeken zal de kleur toenemen. In de uitwerking zal een dialoog tussen de vlekken aan weerszijde van deze voor de buurt karakteristieke ruimten tot stand moeten komen: witte gevelvlakken aan de overzijde en het overnemen van de kleur in vlek C.
Waar mogelijk liggen de woonkamers aan de koppelbeken twee treden hoger dan het overige woonpeil. Hierdoor is een betere beleving van de groene ruimte mogelijk en verloopt de overgang openbaar-privé soepeler.
LODEWIJK BALJON landschapsarchitecten
plantenbak als overgang privé-openbaar (Boosten Rats)
impressie woning (Boosten Rats)
67
impressie vlek C
referentiebeelden vlek C
68
De redelijk diepe voortuinen langs de Groote Wielenlaan en de waterrand worden begrensd door een tuinmuur (steensmetselwerk overeenkomstig de bebouwing, hoogte 65 cm), die een integraal onderdeel van de architectuur vormen. Het tuinmuurtjes loopt door langs de oostelijke parkeerstraat. Dit is immers de beeindiging van Broekland. De afscherming van de zij/ achtertuinen die in het verlengde van de lage tuinmuurtjes liggen worden begrensd door een hoge tuinmuur die in detaillering een eenheid vormt met de eindgevel en de berging. In de woonstraatjes en langs het de koppelbeek verzorgt een haag de overgang openbaar-privé. Het zuidelijke deel van de vlek bestaat uit vrije kavels. De woningen zullen met enige regie worden ontwikkeld. Naar de aard past bij individuele bouw terughoudendheid in de regulering van het uiterlijk. Enkele heldere regels kunnen helpen het gewenste informele en afwisselende karakter tot stand te brengen. Er zijn wel rooilijnen, maar geen verplichte bouwlijnen.
De hoek waar de Groote Wielenlaan en het water van de centrale plas bij elkaar komen is een belangrijk punt. Het is zichtbaar over grote afstand. Langs de Groote Wielenlaan zijn korte bouwblokken voorzien, die door hun hoogte (3 lagen plus kap) en detaillering fors ogen, maar tegelijk enige transparantie en dus lichtval langs de Groote Wielenlaan geven. De wijze waarop de bebouwing de hoek om gaat is cruciaal.
Vlek D Een langgerekte strook tussen een koppelbeek en de oostelijke rand van de buurt. Het meest kenmerkende is het contrast tussen wonen-op-het-land en wonen-aan-het-water. De gesloten gevelwand van Broekland is gericht op de informele wooneilanden van de Watertuinen. Een fors hoogteverschil tussen het maaiveld van Broekland en van de Watertuinen versterkt het contrast. Een stevige bomenrij op de oever van Broekland accentueert het verschil.
LODEWIJK BALJON landschapsarchitecten
Een deel van de bovengestelde regels zijn niet van toepassing op de dwars geplaatste woningen die de achtertuin aan het water hebben. Deze woningen hebben een langskap, vormen een halfopen verkaveling en garages staan minder diep op de kavel, aangezien het grote hoogteverschil tussen vloerpeil en water (ca. 2,50 meter) het beste kan worden overbrugd door halverwege de tuin al een talud aan te brengen.
De verkaveling heeft en open karakter. De voortuinen spelen een belangrijke rol in het groene en losse beeld. Ze moeten een minimale diepte van 4 meter hebben, langs de Lage Ring minimaal 5 meter. Parkeerruimte, minimaal 2 auto’s per woning, dient achter de voorgevelrooilijn de liggen. De opstelruimte voor de auto’s op het erf dient te worden gewaarborgd door de positie van de garage. De garages liggen minimaal achter de achtergevel van het hoofdgebouw. Bij hoekwoningen liggen de garages liggen niet aan de kant van de openbare ruimte. Garages en inritten zijn waar mogelijk twee aan twee gekoppeld. Langs de rand van de openbare ruimte loopt overal een lage haag. Op privacy gevoelige plaatsen staat daar achter een hek, hoog ca. 2 meter, begroeid met klimop.
Er is een breed kleurpalet voor de gevelmaterialen dat voor de overige bebouwing van vlek D is benut. Dit garandeert de gewenste minimale samenhang en brengt rust in het geheel, zodat de rijkdom aan individuele verschillen beter tot zijn recht komt. Alle woningen dienen voorzien te zijn van een kap en gedekt met keramische pannen in kleur overeenkomstig de aangrenzende bebouwing. Dat is donker en niet rood. De nokrichting is voorgeschreven. De richting van de kap is haaks op de weg. De nokhoogte tussen hoofd- en bijgebouw dient duidelijk te verschillen. De hoekwoning bij de Lage Ring heeft een tweezijdige oriëntatie, die in de architectuur tot uiting dient te worden gebracht.
‘s-Hertogenbosch - De Groote Wielen -
Broekland - beeldkwaliteitplan
impressie oostelijke parkeerstraat (links: Bijl boven: Architectenwerkgroep -Van Es)
69
70
Voorzieningencluster Het voorzieningencluster is een gebouwencomplex met een bijzondere betekenis, de enige openbare voorziening van Broekland, Vlietdijk en Watertuinen. Zeker zolang het centrum van De Groote Wielen (ten opzichte van an Broekland aan de overzijde van plas) nog niet gerealiseerd is, zal het voorzieningencluster de functie van centrum vervullen en zall het een bijdrage leveren aan de leefbaarheid en levendigheid van de wijk. Van belang voor de buitenruimte zijn de entrees tot de scholen en de schoolpleinen, de zone voor het halen en brengen, de oriëntatie op het Watercarré en het plein op de kruising Groote te Wielenlaan en Vlinderlaan. Het complex valt binnen de contouren n van een groot bouwblok, doorgaans 4 lagen hoog. De verschillende de onderdelen dienen daarbinnen echter duidelijk herkenbaar te zijn. n. De cluster beschikt over een eigen Watermachine, die educatief een belangrijke rol heeft. Ten behoeve van de levendigheid gedurende dag en avond en door de week en in het weekend is bewust gekozen voor een menging met woningen. Om de onderdelen goed op elkaar af te stemmen is een scala aan woonvormen gewenst: appartementen, maisonettes, patio’s (als achterhuizen) en stadswoningen. De wand langs de Groote Wielenlaan wordt verrijkt met commerciele (zorg-)voorzieningen. De oostrand bestaat uit oevergebonden woningen, voorlopig staan daar geschakelde grondgebonden woningen met zowel een voorkant aan het water, als een gezicht naar het binnengebied getekend. Een alternatieve oplossing met urbanvilla’s is ook denkbaar. Kenmerkend voor het binnengebied is dat de diverse functies, zoals Watermachine en schooltuinen, openbaar toegankelijk zijn. Het blok wordt dus aan de oostkant door kruist door een straat. Het parkeren voor de woningen zal in hoofdzaak in parkeergarages worden ondergebracht. De parkeerplaatsen voor de school staan ‘s avonds ter beschikking voor de sportzaal en het wijkcentrum.
LODEWIJK BALJON landschapsarchitecten
Hoge bebouwing (minimaal 4 lagen) van stadshuizen, beneden/ bovenwoningen en appartementengebouwen tot 6 lagen, versterkt het stedelijke en openbare karakter van de oevers. De vlekken zijn gescheiden door de busroute naar de brug over de Centrale Plas. De brug heeft de vorm van een vork, doordat twee belangrijke lijnen bij een komen, een bundeling van Vlietdijk (fiets en voetganger) en Broekland (idem plus bus). De Groote Wielenlaan maakt hier ter inleiding een knik.
Vlek F + vlek E De Groote Wielenlaan, die als centrale buurtontsluiting door alle bewoners dagelijks wordt gebruikt, vormt als hoogst gelegen lijn de interne ruggengraat van de buurt. Ten noorden ervan ontstaat over grote lengte een oevermilieu: een ondiepe bebouwingszone, doorsneden door stegen. Deze dwarsverbindingen leggen visuele koppelingen tussen Groote Wielenlaan en de Waterplas. Het maaiveld loopt in alle gevallen af naar de plasoever: dit versterkt het zicht op de ruimte en het licht van het grote watervlak en dramatiseert de beleving van het hoogteverschil tussen Hoge Ring en plas. De strook leent zich voor hogere bebou wing. Het gaat daarbij niet alleen om hogere bebouwing aan de plaszijde, maar ook om een goede begeleiding van de Grote Wielenlaan. Samen vormt het een stevige ‘hoge rug’, waar de overige woonbuurten van Broekland tegen aan zijn gevlijd.