OMRING THUISZORG
Meer aandacht voor de cliënt
O
mring Hoorn doet voor hoe het moet. Het hele bedrijf werkt anders. De wijkverpleegkundige keert terug. Kleinere teams organiseren zichzelf. En de cliënt krijgt meer regie. Zodat die langer zelfstandig kan blijven wonen. Catho de Graaf: “Nu red ik me.” Catho de Graaf uit Wieringerwerf zit hoog aan tafel in haar rolstoel. Voor altijd in die stoel: in 2006 viel zij, ze brak haar rechterheup en moest worden geopereerd, zoals zo vaak gebeurt na een val. Ze kreeg te maken met de thuiszorg van Omring uit Den Helder. Dat was een domper, want, zegt zij, er kwamen steeds weer andere “helpsters” over de vloer: “Veel nieuwe gezichten. Telkens was er wel iemand die ik niet kende.” Catho de Graaf (1943) klaagt niet, als ze vertelt dat het herstel haar tegenviel. Ze kreeg een lelijke ontsteking in haar heup die niet over ging. “De thuiszorg moest een paar keer per dag komen om te spoelen.” Het mocht niet baten. Er volgde een ingrijpende operatie. “Nou heb ik geen heup meer. Alles is eruit. De kop van mijn heup is ook weg.” Ze roert in haar koffie. “Ik kan wel wat staan maar nauwelijks meer lopen.” Geen woord teveel. “Als ik op de grond val, dan lig ik.”
Veel meer aandacht Hoe de thuiszorg tegenwoordig bij hen is geregeld? Catho de Graaf: “Veel meer aandacht.” Haar man Maarten de Graaf (1941), net als zij een oorlogskind: “Eerst werd elke week een ander groepje opengetrokken. Nu komt er meestal dezelfde ploeg medewerksters. Allemaal vrouwen, en sinds kort ook een man. Een stuk of acht, negen personen.” Hoe zij dit ervaren? Maarten de Graaf: “Natuurlijk is dat veel prettiger.” Catho de Graaf: “Het is gewoon leuker.”
omring thuiszorg |
45
Anja Swikker weet precies hoe de thuiszorg in Wieringerwerf is opgezet. Zij is een van de twee nieuwe wijkverpleegkundigen in het dorp. Net als haar naaste collega Karline Laan (1968) is Anja Swikker (1960) ‘coördinerend verpleegkundige’. Ze werken allebei voor Omring uit Hoorn, een zorginstelling die thuiszorg levert, naast wonen met zorg in verzorgingshuizen en verpleeghuizen. Anja Swikker en Karline Laan zijn erbij als de familie De Graaf op een fraaie zomerochtend in de directiekamer van Omring met ons wil praten. Anja Swikker: “Dit is een uitje voor ze.” Wat is er nou zo bijzonder aan de aanpak van Omring? Karline Laan: “We zijn als team verantwoordelijk geworden voor goede zorgverlening. Iedereen heeft meer verantwoordelijkheid gekregen en daar zijn we als team enthousiast over.”
Eigen regie Anja Swikker: “Eerst hoorden we ook negatieve geluiden. Inmiddels steunt iedereen de nieuwe aanpak.” Wat doen ze anders dan voorheen? “We gaan uit van wat de cliënt wil: eigen regie. En we zetten de zorg met elkaar neer. Want iedereen heeft elkaar nodig.” Voor het zover was, moest er heel wat gebeuren, legt Victor van Dijk uit. Hij is bestuursvoorzitter bij Omring. Bijna 3 jaar geleden merkte hij dat het niet lekker ging bij de thuiszorg. Financieel gezien liep het niet, zegt hij met zachte stem. Vooral de verpleegkundigen – “zij staan voor de zaak en voor hun klanten” – mopperden steeds harder. Er ontstond “gedoe” over de collectieve arbeidsovereenkomst. Victor van Dijk (1958): “Wij konden de situatie niet meer op de oude manier herstellen.”
Kleinere teams Hij is bestuurskundige – Victor van Dijk studeerde in Twente. Voor hij in de zorgsector aan de slag ging, was hij directeur van een drinkwaterbedrijf. “Bij Omring deed iedereen enorm zijn best. Maar het liep niet meer. Dus zeiden we: ‘Daar gaan we iets aan doen’.” Ja, geeft hij toe, ze hebben veel opgestoken van de praktische werkwijze bij Buurtzorg Nederland, de vernieuwende thuiszorgorganisatie van zorgondernemer Jos de Blok uit Almelo. “Kleinere teams. Professionals die de leiding hebben. Teams die zich zelf organiseren.” Catho de Graaf heeft óók een hernia in haar linkerbeen, daar kan ze niet aan worden geholpen. Als zij wil koken, zit ze in haar rolstoel voor het gasstel. Wil ze naar het toilet in de smalle gang, dan rijdt ze met haar rolstoel naar de keuken, daar leunt ze met beide handen eerst op haar rollator, en pas dan kan ze met het looprek naar het toilet. Los komt ze niet. Ja, het is een opgave. Met het looprek kan ze net een paar passen doen. Een meter, meer niet. Ze hebben een traplift, want ze slapen boven. Ze zucht, maar even later lacht ze weer. “Het is dat mijn man er is, anders kwam ik niet meer buiten.”
omring thuiszorg |
46
‘Zelfsturende teams brengen thuiszorg dichtbij cliënt’ Resultaat Omring Thuiszorg heeft haar thuiszorg dichterbij de cliënt gebracht. Er zijn 54 lokale, kleine en zelfsturende zorgteams ingericht, ondersteund door een nieuw digitaal platform. Kleine teams in de wijk verbeteren de zorg. Dat wordt gemeten. Alle medewerkers zien de resultaten maandelijks op een dashboard. Uitgangspunten In voor zorg!-traject Ondersteuning verbeterprogramma ‘De Thuis zorg is van ons!’. Vorming visie. Dialoog met medewerkers. Elk team verbetert syste matisch de thuiszorg. Positieve financiële bijdrage aan totale organisatie Omring. Meer productiviteit, minder ziekteverzuim.
Victor van Dijk
Nog altijd praat zij met een Zeeuws accent, want Catho de Graaf komt uit Zeeland, net als haar man, met wie ze in Renesse heeft gewoond. Hij stamt uit een gezin van landarbeiders. In Zeeland was hij schilder, later zelf ook landarbeider, totdat het ophield. Hij vond werk als knecht bij een gemengd bedrijf in het Noordhollandse Wieringerwerf; zij verhuisde met hem mee. Ook haar vader was landarbeider. Maarten de Graaf mag rap van de tongriem gesneden zijn, hij heeft het evenmin getroffen. Sinds bijna 45 jaar is hij grotendeels blind: “Een menselijke storing.” Hij ziet slechts schimmen
en contouren. Het werk bij de Noordhollandse boer viel weg, even was hij weer schilder, daarna kon hij 25 jaar aan de slag op de sociale werkplaats in Schagen, waarvan hij een klein pensioen ontvangt, naast de AOW. Nuchter: “We kunnen toch niet weg, dus kunnen we ons geld niet uitgeven.” Hij kan fel zijn, weet hij, maar hij vermant zich ook weer snel: “Ik geef het nooit op, al blijft het soms moeilijk dat dit allemaal op ons pad is gekomen. Ik trek me eraan op dat anderen de hele dag in bed moeten liggen. Ik ga nog lekker winkelen, ik zoek mijn boodschapjes en als ik het niet red, dan roep ik iemand.”
omring thuiszorg |
47
Omring Thuiszorg Omring geeft advies, verstrekt zorg en levert een beschutte woonomgeving aan ouderen met beperkingen. Daarnaast garandeert Omring bij het begin van het leven ook deskundige kraamzorg. Omring Hoorn (2011) VVT: Verpleeg- en Verzorgingshuizen, Thuiszorg Regio: Kop van Noord-Holland Omzet: € 172 miljoen Medewerkers: 3907 Vrijwilligers: ca. 2000 Cliënten Intramuraal: 1425 (plaatsen) Cliënten Thuiszorg: ca. 8500 www.omring.nl
Karine Laan en Anja Swikker
Blokkades opheffen Via het ministerie van VWS kwam bestuursvoorzitter Victor van Dijk van Omring in contact met In voor zorg! en vervolgens met externe coach Marjolein Lotsy. Lotsy werd projectleider; zij hielp mee met het verbeterprogramma ‘De Thuiszorg is van Ons!’. Haar doel: zoveel mogelijk blokkades in de werkomgeving opheffen. Victor van Dijk: “We waren al bezig. Want het was hard nodig om in ons personeel te investeren.” In voor zorg! sloot zich daarbij aan. “Marjolein Lotsy zorgde ervoor dat het zelfsturend vermogen van de teams sneller toenam.” Anja Swikker: “We waren al begonnen met het project ‘Van solex naar laptop’: de wijkverpleegkundige terug in de wijk. En we gingen met kleinere teams werken.”
omring thuiszorg |
48
Sommige collega’s hadden daar moeite mee. Anja Swikker: “Ze dachten dat ze veel meer diensten moesten draaien.” Het kwartje viel pas, nadat er hulp van buiten was gekomen. “De coaches legden uit dat iedereen verantwoordelijk is voor de eigen ‘toko’. Iedereen kan iets. Iedereen is ergens goed in. Toen zeiden ze: ‘Ok, we gaan zo werken.’ En dan neem je elkaar mee in de flow.”
Vroeg op de stoep Elke dag wordt Catho de Graaf door het team van Omring geholpen met douchen. Alles bij elkaar drie kwartier. Dan is ze klaar voor de dag. Eerst wordt ze uit bed geholpen; ze blijft liggen tot de thuiszorg er is – al om half acht, want dat hebben ze met elkaar afgesproken.
Karline Laan: “Zij doet ook veel zelf.” Anja Swikker: “In het begin was het zwaarder. Nu kan ze meer zelf doen.” “Vroeger,” zegt Maarten de Graaf, “kwamen de dames van de thuiszorg soms pas om tien uur, half elf ’s ochtends. Nou kan mijn vrouw wel naar beneden komen uit bed, maar dan moet ze later weer naar boven om te douchen.” In de tussentijd kan hij niet weg, laat staan de boodschappen doen. “Dus heb ik Omring gevraagd of het wat eerder kon.” Half acht douchen betekent dat de thuiszorg ook in het weekeinde vroeg op de stoep staat. Maarten de Graaf: “Niet erg, dan heb ik een lekker lange dag.” Soms knutselt hij dan op zolder, al wordt ook dat minder. Of hij neemt de tijd om met aangepaste leesapparatuur de reclameblaadjes door te nemen op zoek naar aanbiedingen. “Laatst gingen we even op vakantie naar Doorn. Toen wilden ze al om kwart voor zeven komen. Dan ben je een weekje weg, moet je nog vroeg op.” Uiteindelijk werd het half negen, in overleg.
Langer zelfstandig ’s Avonds komt er niemand, maar toen net haar heup was verwijderd, moest Catho de Graaf ook naar bed worden gebracht. “Nu red ik me.” Dat heeft ze geleerd. Want de nieuwe aanpak van Omring houdt in dat de cliënten leren zelf meer te doen. “Ze laten ons langer zelfstandig zijn.” Karline Laan: “We wassen u ook niet helemaal zelf. Wat u zelf kunt, kunt u doen.” Maarten de Graaf: “Ja, zittend. Want als ze staat, moet ze zich vasthouden.” Karline Laan: “Eerder zeiden wij: ‘Ik doe dat wel even, dan gaat het sneller.’ Dat doen we niet meer.” Trots vertelt Victor van Dijk dat er bij Omring slechts even met een testgroep (pilot) is gewerkt. “Er ontstond algauw een positieve flow. Dat is het unieke van zo’n project: het krijgt zijn eigen dynamiek.” Iedereen wilde graag meedoen. “Uiteindelijk hebben alle teams hun eigen begeleiders gekregen en is het hele bedrijf anders gaan werken.” Anja Swikker knikt: “Dat is zo. Ik weet het, ik kom van de vloer.” Victor van Dijk, ruiterlijk: “In voor zorg! was een versneller. We kregen toegang tot andere netwerken, zoals dat van Vilans. Hartstikke goed: met zo’n programma in je rug werkt het beter dan als je op je eigen houtje aan de slag gaat.” Wat het unieke van de samenwerking is? Anja Swikker: “We mogen als teams binnen kaders heel veel zelf ontwikkelen.”
Haar benen, zijn ogen Catho en Maarten de Graaf wonen al 47 jaar in een gehuurde eengezinswoning die ze onlangs hebben laten opknappen. Ze hebben een betegelde tuin met een randje grond en tomatenplanten in potten.
omring VWS INTERZORG thuiszorg |
36 49
Hij is haar benen, zij zijn ogen. Maarten de Graaf: “Ik loop de hele dag heen en weer. Ik maak veel wind.” Meestal zijn ze samen op pad, behalve als hij er voor de boodschappen op uit gaat. “Ik heb een blindenstok. Dan loop je op het zebrapad en word je bijna overreden,” zegt hij, half schertsend. Een keer per week gaat zij naar de dagopvang: “Dan kan ik de was weer doen.” In het verleden reisden ze regelmatig met hun eigen auto naar Zeeland. Zij reed. Maar dat kan ze niet meer. En hij mag niet meer rijden vanwege zijn slechte ogen. Dus staat de wagen vrijwel ongebruikt thuis, tot een van hun dochters ze naar een vakantieadres brengt, bijvoorbeeld naar Rheden aan de Veluwezoom, achter Arnhem, waar ze vorig jaar waren, samen met zijn zus en zwager.
Scootmobiel Alleen met haar scootmobiel kan Catho de Graaf zelfstandig de straat op. Laatst kiepte haar mobiel om en brak ze haar pols – het komt er terloops uit. Haar man regelde bij de gemeente dat ze een speciaal model met vijf wielen kreeg, maar dat gebruikte ze nauwelijks, onzeker als ze was geworden. Ze kreeg rijles en maakte een proefritje. Inmiddels heeft zij weer meer vertrouwen; laatst reed ze met de nieuwe vijfwieler zelfs naar een van haar beide dochters, een paar kilometer verderop. Hun wereld is kleiner geworden, geven ze toe. Victor van Dijk van Omring vraagt of zij er weleens over nadenken hoe het verder moet. Catho de Graaf: “Ja, want ook hij kan vandaag of morgen omvallen. Of zijn neus stoten.” Maar verhuizen naar een aanleunwoning zit er voorlopig niet in. Maarten de Graaf: “Wij wonen vlakbij de winkels. Als we naar een flat in Lelypark verhuizen, dan moet mijn vrouw twee straten over waar veel auto’s rijden voor ze bij de winkels is. Ze heeft bijna vijf minuten werk om een straat over te steken. Dat moet je wel bedenken.” Anja Swikker: “De beslissing of iemand zich wil laten inschrijven voor een verzorgingshuis ligt altijd bij de cliënt.” Maarten de Graaf: “Het kleine beetje zelfstandigheid dat we hebben, willen we zoveel mogelijk behouden.” Catho de Graaf: “Wat ik zelf nog kan, wil ik zo lang mogelijk blijven doen.” Even kijkt ze de andere kant op. Ze voelt zich gezond, al is haar cholesterolgehalte licht verhoogd. “Dat gaat vast weer over.” Berustend: “Ik kan wel zes pillen slikken maar ik loop niet meer. Je blijft zitten. Je leven lang zitten.”
omring thuiszorg |
50