Mededelingen liturgieblad zondag 5 oktober Mededelingen:
Inzameling gaven: Vandaag is de inzameling van gaven bestemd voor de kerk en de kerkelijke kassen.
Koffiedrinken: Het koffiedrinken is vandaag verplaatst voor na de middagdienst in verband met het optreden tijdens de middagdienst van Joyce uit Winschoten.
Bijbelse Dagboeken: Vandaag is het de laatste zondag dat u zich in de ontmoetingsruimte in kunt schrijven voor de Bijbelse dagboeken. Van harte aanbevolen!
JBS: Na de ochtenddienst is er weer JBS voor de jongvolwassenen van boven de 20. Het is overigens niet bedoeld voor de JV-leden. Andere jongvolwassenen zijn meer dan welkom!
Mededelingen D.V. Zondag 12 oktober: Volgende week zondag beginnen de diensten om half tien en om half drie. In de ochtenddienst hoopt ds. Otten voor te gaan en in de middagdienst hoopt ds. Roosendaal voor te gaan.
Maandag 6 oktober is er weer de mogelijkheid om collectebonnen aan te schaffen van 18.30-19.00 in het gebouw bij de kerk.
Donderdagmiddag 9 Oktober is er een gezellige middag voor alle 50+ leden (ouderenmiddag). Er wordt een ‘High Tea’ georganiseerd vanaf 14.30 tot ca. 17.00 uur. Noteer deze datum alvast in uw agenda!
Vrijdagavond 10 oktober is er ter inspiratie van ieder mannenhart weer een Kampvuuravond voor echte mannen in Onstwedde. Het gaat om Vuur, Ontmoeting en Vriendschap! De avond begint om 20.30. Voor meer informatie zie de poster in de ontmoetingsruimte of bij de broeders Harry Sterenborg of Jetse Woltjer.
Op zaterdag 18 oktober wordt er door de activiteitencommissie een spelletjesmiddag in het kerkgebouw georganiseerd. Tussen 14:00 en 16:00 uur zullen er leuke spelletjes gedaan worden voor kinderen tot 12 jaar. Opgeven kan op mailadres
[email protected] of bij Mark Davids.
Liturgie Morgendienst Welkom en mededelingen Zingen: Opwekking 427 Maak mij rein voor U als gelouterd goud, en zuiver zilver. Laat mij zijn voor U als gelouterd goud; puur goud.
Maak mij rein voor U. Was mijn leven schoon, vergeef mijn zonden. Laat mij zijn voor U, zuiver als uw Zoon; heilig mij.
Dwars door het vuur maakt U mij rein en puur. Ik strek mij uit, Jezus, naar meer van uw Geest en uw heiligheid. Ja, ik besluit, Jezus, een dienstknecht te zijn van U, mijn Meester, steeds tot uw wil bereid. Moment van stil gebed (staande) Woord van verwachting Groet namens God Zingen: Waardevast (wijs: Gez. 429) Kijk naar de vogels: zonder zorgen zweven ze vrolijk op de wind, ook bloemen denken niet aan morgen, er is er geen die vlijtig spint. Als God hen voedt en fraai bekleedt, denk je dan dat Hij jou vergeet? Gebed om de Heilige Geest De wet van God Zingen: Ps. 51: 6 en 7 Red mij van bloedschuld, God die mij bevrijdt, leg op mijn tong de lof van uw genade. Open mijn lippen, Heer, ik prijs uw daden voor heel uw volk met lied'ren wijd en zijd. Niet aan het altaar wordt mijn schuld geboet,
Hij wil je grote schatten geven als je jouw hand in zijn hand legt: fortuin voor nu en na dit leven. Je Vader is royaal - Hij zegt: “Zoek naar mijn koninkrijk, zoek Mij, dan geef Ik je de rest erbij.”
geen offerdier, hoe gaaf ook, kan die dragen, het offer van een diep gewond gemoed en een gebroken hart zal U behagen. Doe Sion wel naar uw barmhartigheid en laat haar tinnen in het zonlicht blinken, doe op haar pleinen weer de lied'ren klinken als eens in de welaangename tijd. Dan hebt Gij lust aan offers, recht gebracht, met kleinvee stroomt men toe en jonge stieren. Jeruzalem, ik zie een nieuw geslacht opnieuw het feest van uw bevrijding vieren. Schriftlezing: Genesis 3 De zondeval 1 De slang nu was de listigste onder alle dieren van het veld, die de HEERE God gemaakt had; en hij zei tegen de vrouw: Is het echt zo dat God gezegd heeft: U mag niet eten van alle bomen in de hof? 2 En de vrouw zei tegen de slang: Van de vrucht van de bomen in de hof mogen wij eten, 3 maar van de vrucht van de boom die in het midden van de hof staat, heeft God gezegd: U mag daarvan niet eten en hem niet aanraken, anders sterft u. 4 Toen zei de slang tegen de vrouw: U zult zeker niet sterven. 5 Maar God weet dat, op de dag dat u daarvan eet, uw ogen geopend zullen worden en dat u als God zult zijn, goed en kwaad kennend. 6 En de vrouw zag dat die boom goed was om ervan te eten en dat hij een lust was voor het oog, ja, een boom die begerenswaardig was om er verstandig door te worden; en zij nam van zijn vrucht en at; en zij gaf ook wat aan haar man, die bij haar was, en hij at ervan. 7 Toen werden de ogen van beiden geopend en zij merkten dat zij naakt waren. Zij vlochten vijgenbladeren samen en maakten voor zichzelf schorten. 8 En zij hoorden de stem van de HEERE God, Die in de hof wandelde, bij de wind in de namiddag. Toen verborgen Adam en zijn vrouw zich voor het aangezicht van de HEERE God te midden van de bomen in de hof. 9 En de HEERE God riep Adam en zei tegen hem: Waar bent u? 10 En hij zei: Ik hoorde Uw stem in de hof en ik werd bevreesd, want ik ben naakt; daarom verborg ik mij. 11 En Hij zei: Wie heeft u verteld dat u naakt bent? Hebt u van die boom gegeten waarvan Ik u geboden had daar niet van te eten? 12 Toen zei Adam: De vrouw die U gaf om bij mij te zijn, die heeft mij van die boom gegeven en ik heb ervan gegeten.
13 En de HEERE God zei tegen de vrouw: Wat hebt u daar gedaan! En de vrouw zei: De slang heeft mij bedrogen en ik heb ervan gegeten. 14 Toen zei de HEERE God tegen de slang: Omdat u dit gedaan hebt, bent u vervloekt onder al het vee en onder alle dieren van het veld! Op uw buik zult u gaan en stof zult u eten, al de dagen van uw leven. 15 En Ik zal vijandschap teweegbrengen tussen u en de vrouw, en tussen uw nageslacht en haar Nageslacht; Dat zal u de kop vermorzelen, en u zult Het de hiel vermorzelen. 16 Tegen de vrouw zei Hij: Ik zal uw moeite in uw zwangerschap zeer groot maken; met pijn zult u kinderen baren. Naar uw man zal uw begeerte uitgaan, maar hij zal over u heersen. 17 En tegen Adam zei Hij: Omdat u geluisterd hebt naar de stem van uw vrouw en van die boom gegeten hebt waarvan Ik u gebood: U mag daarvan niet eten,is de aardbodem omwille van u vervloekt; met zwoegen zult u daarvan eten, al de dagen van uw leven; 18 dorens en distels zal hij voor u laten opkomen en u zult het gewas van het veld eten. 19 In het zweet van uw gezicht zult u brood eten, totdat u tot de aardbodem terugkeert, omdat u daaruit genomen bent; want stof bent u en u zult tot stof terugkeren. 20 En Adam gaf zijn vrouw de naam Eva, omdat zij moeder van alle levenden is. 21 En de HEERE God maakte voor Adam en voor zijn vrouw kleren van huiden en kleedde hen daarmee. 22 Toen zei de HEERE God: Zie, de mens is geworden als één van Ons, omdat hij goed en kwaad kent. Nu dan, laat hij zijn hand niet uitsteken en ook van de boom des levens nemen en eten, zodat hij eeuwig zou leven! 23 Daarom zond de HEERE God hem weg uit de hof van Eden, om de aardbodem te bewerken, waaruit hij genomen was. 24 Hij verdreef de mens, en plaatste ten oosten van de hof van Eden de cherubs met een vlammend zwaard, dat heen en weer bewoog, om de weg naar de boom des levens te bewaken. Zingen: Gez. 329: 2 en 3 2 Heer, uw boodschap staat geschreven, ons ten leven, maak uw schrift het levend woord. Zie het boek van uw behagen opgeslagen; spreek Heer, uw gemeente hoort.
3 Roep ons uit de doodse dalen waar wij dwalen, door een vreemde stem bekoord. Breng ons naar de heilge stede van uw vrede. Spreek Heer, uw gemeente hoort.
Verkondiging: ‘Het offer van de Kleermaker’ Zingen: Ps. 22: 7, 10 en 11
Het grauw dringt op, als honden van rondom, doorboort mijn hand en voet en brengt mij om. Mijn lijf verteerde tot de lege som van mijn geraamte. Zij kennen voor een stervende geen schaamte, lachen hem uit die zich niet kan verweren, en delen reeds, al dobbelend, zijn kleren, hun tot een buit.
Want geenszins achtte mij de Heer gering, die lag vernederd in vernedering. Hij heeft mijn leven aan vernietiging niet prijsgegeven! Hij heeft zijn aanschijn over mij verheven en op mijn woord, dat met geween en klagen oprees tot Hem om zijne hulp te vragen, heeft Hij gehoord!
11. Van U komt, Heer, het loflied dat ik zing: laat mij vergelden al wat ik ontving. Laat mij U loven in de grote kring van die U vrezen! Gij need'rig volk, gij zult gezeten wezen aan een festijn! Die God zoekt, moet Hem prijzen! O, haal uw hart op aan zijn gunstbewijzen, die eeuwig zijn. Dankgebed Inzameling van de gaven Zingen: Ps. 45: 6 en 7 OB (staande) Dan zal de Vorst van al uw schoon getuigen. Hij is uw Heer', dies moet g' u voor Hem buigen. 'k Zie Tyrus dan, die rijke wereldstad, U hulde doen en off'ren schat op schat. De Koningstelg, die Hij zijn bruid wil noemen, Is meest om haar inwendig schoon te roemen. 't Borduursel is, naar vorstelijken staat, Van louter goud gewerkt in 't praalgewaad.
Zegen
Straks leidt men haar in statie, uit haar woning, In kleding, rijk gestikt, tot haren Koning; Zo treedt zij voort met al den maagdenstoet, Die haar verzelt, U vrolijk tegemoet. Zij zullen blij, geleid met lofgezangen, De vreugde voên, die afstraalt van haar wangen. Tot zij, waar elk gewaagt van haren lof, Ter bruiloft treên in 't koninklijke hof.
Liturgie Middagdienst
Kerkenraad komt binnen We luisteren naar de Gospelgroep Joyce - Klein Gloria - Great is the Lord
Welkom en mededelingen Zingen: Opwekking 609 U bent heilig - U bent heilig U bent machtig - U bent machtig U bent waardig - U bent waardig Eer en ontzag - Eer en ontzag
Ik wil volgen - Ik wil volgen Ik wil luist'ren - Ik wil luist'ren Van U houden - Van U houden Iedere dag - Iedere dag
(Refrein) Ik wil zingen - U die koning bent En juichen - en de hoogste Heer In aanbidding - U de machtige mij buigen - Kwam op aarde neer U de Heer - Als Emannuel aller Here - God zal met ons zijn U mijn God - Als het Lam van God Wil ik eren - Zo volmaakt en rein
Ik wil zingen - U die leven geeft En juichen - Mij bevrijding bracht In aanbidding - En voor eeuwig leeft mij buigen - U hebt alle macht U de Heer - U de Alfa, Omega aller Here - Eens zal ik U zien U mijn God - U mijn Meester, Messias, Wil ik eren - Verlosser en Vriend
Moment van stil gebed (staande) Woord van verwachting Groet namens God Zingen: Opwekking 461 Mijn Jezus, mijn redder; Heer, er is niemand als U. Laat elk moment, al wat ik denk, vol zijn van uw liefde, Heer.
Mijn schuilplaats, mijn trooster, veilige toren van kracht; adem en stem, al wat ik ben, brengen U voortdurend eer.
Refrein: Juich voor de Heer, heel de aarde wees blij. Zing van de Koning en zijn heerschappij. Bergen aanbidden, de zee juicht mee bij het horen van uw naam.
U wil ik prijzen voor dat wat U schiep; mijn leven lang loven, want U heb ik lief. Niets is zo goed als een leven heel dicht bij U.
Gebed om de Heilige Geest We luisteren naar de Gospelgroep Joyce - I belong - Niet van hier
Schriftlezing: Jesaja 44: 6-23 God is waarachtig, afgoden zijn niets 6 Zo zegt de HEERE, de Koning van Israël, zijn Verlosser, de HEERE van de legermachten: Ik ben de Eerste en Ik ben de Laatste, en buiten Mij is er geen God. 7 En wie kan, zoals Ik, roepen, het bekendmaken en het voor Mij uiteenzetten, sinds Ik een eeuwig volk een plaats gegeven heb? En laten zij de toekomstige dingen, dat wat komen zal, hun bekendmaken. 8 Wees niet angstig en wees niet bevreesd. Heb Ik het u van toen af niet doen horen en bekendgemaakt? Want u bent Mijn getuigen: is er ook een God buiten Mij? Er ís geen andere rots, Ik ken er geen. 9 De makers van beelden, allen zijn zij leegheid, hun geliefde voorwerpen doen geen nut. Ja, zijzelf zijn hun getuigen: zij zien niet en zij weten niet. Daarom zullen zij beschaamd worden. 10 Wie maakt er nu een god en giet een beeld dat geen nut doet? 11 Zie, al hun metgezellen zullen beschaamd worden, want vaklieden zijn slechts mensen. Laten zij bijeenkomen, laten zij allen opstaan; zij zullen angstig zijn, samen zullen zij beschaamd worden. 12 De ijzersmid smeedt een bijl, werkt in de vuurgloed, vormt het beeld met hamers, bewerkt het met zijn sterke arm; hij lijdt zelfs honger en heeft geen kracht meer, hij drinkt geen water en raakt afgemat. 13 De timmerman spant een meetlint uit, tekent het hout af met een krijtstift, maakt het glad met schaven, tekent het af met een passer en maakt het naar de vorm van een man, naar de schoonheid van een mens, om het in een huis te laten wonen. 14 Hij hakt voor zichzelf ceders om, neemt een cipres of een eik, en kweekt die voor zichzelf op tussen de bomen van het woud; hij plant een olm en de regen maakt die groot. 15 Ze dienen de mens tot brandhout, hij neemt ervan en warmt zich erbij, hij steekt het ook aan en bakt brood. Ook maakt hij er een god van en buigt zich ervoor, hij maakt er een gesneden beeld van en knielt ervoor neer. 16 De helft ervan verbrandt hij in het vuur. Bij die helft eet hij vlees, braadt een braadstuk en wordt verzadigd. Ook warmt hij zich en zegt: Ha, ik word warm, ik zie vuur! 17 Van de rest ervan maakt hij een god, zijn gesneden beeld. Hij knielt ervoor neer, buigt zich, bidt het aan en zegt: Red mij, want u bent mijn god. 18 Zij weten niet en begrijpen niet, want hun ogen zijn dichtgesmeerd, zodat zij niet zien, en hun harten, zodat zij niet begrijpen. 19 Niemand neemt het ter harte, er is geen kennis en geen inzicht om te zeggen:
De helft ervan heb ik verbrand in het vuur, ook heb ik brood gebakken op de houtskool ervan, ik heb vlees gebraden en gegeten – en zou ik van het overgebleven hout iets gruwelijks maken, zou ik knielen voor een stuk hout? 20 Hij voedt zich met as, het bedrogen hart heeft hem op een dwaalspoor gebracht, zodat hij zijn ziel niet redden kan en niet kan zeggen: Is er geen bedrog in mijn rechterhand? 21 Denk aan deze dingen, Jakob, Israël, want u bent Mijn dienaar. Ik heb u geformeerd, u bent Mijn dienaar, Israël, u zult door Mij niet vergeten worden. 22 Ik delg uw overtredingen uit als een nevel, en uw zonden als een wolk. Keer tot Mij terug, want Ik heb u verlost. 23 Zing vrolijk, hemel, want de HEERE heeft het gedaan! Juich, diepten van de aarde! Breek uit, bergen, in gejuich, bossen en elke boom daarin! Want de HEERE heeft Jakob verlost en Zich verheerlijkt in Israël. Zingen: Ps. 115: 1, 3 en 6 Niet ons, o Heer, niet ons zij eer gewijd, doch uw voortdurende aanwezigheid, uw trouw en uw genade. Waar is uw God? tart ons het heidendom. Hij onze God, gaat in zijn heiligdom slechts met zichzelf te rade.
Wie in die goden zijn behagen vindt en wie ze maakt, wordt even doof en blind als deze dode dingen. Maar wij, wij hebben onze God die leeft, die spreekt en hoort en die het leven geeft aan alle stervelingen.
U en uw kind'ren zeegne Hij die leeft, die door zijn machtig woord geschapen heeft hemel en aarde beide. De hemel is des Heren kroondomein; wij mensen mogen op de aarde zijn en ons in Hem verblijden. Preektekst: Exodus 20: 4-6 U zult voor uzelf geen beeld maken, geen enkele afbeelding van wat boven in de hemel, of beneden op de aarde of in het water onder de aarde is. 5 U zult zich daarvoor niet neerbuigen, en die niet dienen, want Ik, de HEERE, uw God, ben een na-ijverig God, Die de misdaad van de vaderen vergeldt aan de kinderen, aan het derde en vierde geslacht van hen die Mij haten, 6 maar Die barmhartigheid doet aan duizenden van hen die Mij liefhebben en Mijn geboden in acht nemen. Kindercatechismus Het tweede gebod Vraag: Wat bedoelt God in het tweede gebod?
Antwoord: Dat ik de Heer niet mag proberen te vangen in iets dat ik kan beheersen. Vraag: Hoe mag ik God dan (concreet) dienen? Antwoord: Door op Jezus (Gods Beeld) te lijken, dien ik God het meest. Verkondiging: ‘Tast het beeld van God niet aan’ Zingen: Opwekking 534 Jezus, Jezus. Gods heerlijkheid verschijnt, zo lief had Vader ons, De Mensenzoon, Hij was Gods trouw, de Zoon van God Hij was Gods Woord, zal Koning zijn. aan ons getoond. Jezus. Jezus, Hij offerde zichzelf; beeld van Gods heiligheid; wordt nu verhoogd, wordt nu verhoogd, wordt nu gekroond; wordt nu gekroond; Hij is de Heer! Hij is de Heer! (Refrein) (Refrein) (Refrein) En zijn koninkrijk kent geen grens en haar heerlijkheid kent geen eind, nu de majesteit en luister van de Vredevorst verschijnt, Hij zal koning zijn. Hij zal heerser zijn en regeren met macht en in gerechtigheid. Jezus, Gods heerlijkheid verschijnt.
Dankgebed We luisteren naar de Gospelgroep Joyce - Take me back - Altijd bij U
Inzameling van de gaven Zingen: Opwekking 518
Heer, U doorgrondt en kent mij; mijn zitten en mijn staan en U kent mijn gedachten, mijn liggen en mijn gaan.
De woorden van mijn mond, o Heer, die zijn voor U bekend en waar ik ook naar toe zou gaan, ik weet dat U daar bent.
Heer, U bent altijd bij mij, U legt uw handen op mij en U bent voor mij en naast mij en om mij heen.
Heer, U bent altijd bij mij, U legt uw handen op mij en U bent voor mij en naast mij en om mij heen, elke dag.
Heer, U doorgrondt en kent mij, want in de moederschoot ben ik door U geweven; U bent oneindig groot.
Ik dank U voor dit wonder, Heer, dat U mijn leven kent en wat er ook gebeuren zal, dat U steeds bij mij bent.
Kinderen komen in de dienst Geloofsbelijdenis Zingen: Opwekking 710 (staande) Zegen mij op de weg die ik moet gaan Zegen mij op de plek waar ik zal staan Zegen mij in alles, wat U van mij verlangt O God zegen mij alle dagen lang! Vader maak mij tot een zegen Ga mij niet voorbij Regen op mij met uw Geest Heer Jezus kom tot mij Als de Bron van leven
Die ontspringt diep in mij Breng een stroom van zegen Waarin U zelf steeds mooier wordt voor mij
Zegen ons waar we in geloof voor leven Zegen ons waar we hoop en liefde geven Zegen om de ander tot zegen te zijn! O God zegen ons tot in eeuwigheid Vader maak ons tot een zegen Hier in de woestijn Wachtend op Uw milde regen Om zelf een bron te zijn
Met een hart vol vrede Zijn wij zegenend nabij Van uw liefde delend Waarin wij zelf tot bron van zegen zijn