Titel project
Innovatief zorg- en educatiecentrum (voorlopige werknaam ZIC)
Aanvrager
Hogeschool Zuyd
Contactpersoon
Drs. F. Benjamins
Begin- en einddatum van het project
01-04-2005 t/m 31-03-2008
PROJECTPLAN A.
Uitgangspunten voor project
1.
Beschrijf het probleem dat het project beoogt op te lossen, de situatie die wordt verbeterd in termen van regio / sector en betrokken opleidingen.
Beschrijf het probleem dat het project beoogt op te lossen, de situatie wordt verbeterd in termen van regio / sector en betrokken opleidingen Vragen, behoeften, wensen en eisen van ‘ouderen’ Binnen de Gezondheidszorg, en in het bijzonder binnen de Ouderenzorg, is er sprake van een toenemende complexiteit van zorg, zowel in kwantitatieve als in kwalitatieve zin. Verpleeghuizen en verzorgingshuizen anticiperen in hun beleid op de toenemende vergrijzing én op de veranderende wensen en eisen van de ‘nieuwe generatie’ ouderen. Het beleid streeft naar steeds meer zorg op maat, zowel binnen als over de muren van de instellingen heen (transmurale zorg). Mondige ouderen beperken zich echter niet alleen tot wensen op het gebied van zorg, maar willen ook kwaliteit op het gebied van huisvesting en leefbaarheid. Met name voor mensen met chronische aandoeningen staat niet het gezondheidsperspectief, maar het levensperspectief centraal. De behandeling van ziekte en aandoeningen staan niet los van de individuele achtergrond, maar omgeving en deelname aan het maatschappelijk leven moeten hierin meegenomen worden. Het is de vraag in hoeverre de samenhang tussen somatische, functionele, psychische, spirituele en sociale factoren ook tot uitdrukking komt in de dagelijkse zorgverlening. Zowel onderzoek als de praktijk laten zien dat het inzicht in de samenhang van factoren slechts beperkt vertaald wordt in de hedendaagse gezondheidszorg. Generaties ‘holistisch’ opgeleide professionals ten spijt. Wetenschappelijke kennis vindt maar mondjesmaat zijn weg naar de klinische praktijk en er wordt nog weinig onderzoek gedaan naar interventies die ingrijpen op de verschillende factoren. Het is duidelijk dat de huidige “one-size-fits-all-ages “- benadering in de gezondheidszorg, met een eenzijdige somatische focus, niet volstaat. In de zorg voor ouderen overheerst het beeld van de ‘functionele basiszorg’. De complexiteit van de problematiek wordt vaak niet gezien. Daardoor worden problemen niet echt opgelost, laat staan dat door preventieve maatregelen de voorspelbare problemen van chronisch zieke ouderen worden voorkomen. Dit vraagt om herbezinning van professionals. Concentratie versus spreiding van zorg, betaalbaarheid versus kwaliteit en hoe dit alles te organiseren, zijn enkele van de vele vragen, die op het bord van de beleidsmakers liggen. De scope van dit project, is het op kleine schaal ervaring opdoen met relevante spelers op dit terrein en deze ervaring vertalen richting werkveld en andere sectoren in en buiten de regio. Een van de kernthema’s zal zijn, het zoeken naar de balans binnen het spanningsveld tussen kwaliteitszorgsystemen en de leefwereld van de mensen. MBO en HBO verpleegkunde in onze regio hebben afgelopen jaren geïnvesteerd in het leggen en onderhouden van contacten met het werkveld. Hiervoor zijn naast eigen inbreng ook ‘impulsgelden doorlopende beroepskolom’ ingezet. Genoemde partners willen nu samen investeren en innoveren. Het feit dat de Sevagram Zorgcentra (voormalige Stichting VZR), één van de drie grote zorginstellingen in de regio, in Heerlen een geheel nieuwe unit voor reactivering en transfer voor oudere patiënten in gebruik gaat nemen, is voor het samenwerkingsverband het
moment om de handen ineen te slaan. De betreffende doelgroep bestaat uit ouderen van 55+, die na een ziekenhuisopname niet in staat zijn direct naar huis te kunnen. De problematiek betreft meestal: • Intensieve reactivering. (De zorgbehoeftige is (nog) niet in staat naar de oorspronkelijke thuissituatie terug te keren Tijdens het reactiveringproces wordt wel al gekeken naar de vervolgsituatie !) • Transfer. (Er is vanuit het ziekenhuis door plaatsgebrek nog geen transfer mogelijk naar de vervolgoplossing (b.v. het verzorgingstehuis of aanleunwoning) en / of er moeten nog aanpassingen gedaan worden in de thuissituatie.) De problemen (uitdagingen), die het project oppakt, zijn: • Het ontbreken van directe vraagsturing vanuit werkveld richting opleiding(en) Het proces van vertaling van vragen uit het werkveld naar de curricula van de beroepsopleidingen in de zorg verloopt nu verre van effectief. Door direct de vragen vanuit het werkveld als uitgangspunt te nemen, hiermee gezamenlijk te experimenteren en te onderbouwen middels onderzoek, kunnen partners in de toekomst 1 op 1 de vertaalslag maken richting innovatie en concreet werken aan de gewenste effecten voor werkveld en opleiding.
1
•
Het ontbreken van een concrete invulling van ‘een cliëntgerichte en op maat afgestemde dienstverlening’ zoals Sevagram die in haar visie op zorg en dienstver-lening hanteert. De ontwikkelingen rondom de organisatie van de ouderenzorg roepen de vraag op wat nog onder een Verpleeg- of Verzorgingstehuis verstaan moet worden. Er moet gekeken worden naar de plaats, die Verpleeg- of Verzorgingstehuis inneemt in de zorgketen en in het totale zorgaanbod in de regio. De traditionele onderverdeling van de curatieve somatische zorg in een intramurale en extramurale setting en van de zorg als geheel in ‘cure’ en ‘care’ vervagen steeds meer. Het accent komt steeds meer te liggen op transmurale zorg. De plaats waar zorg wordt geleverd, wordt bepaald door zorgbehoefte van de cliënt. Verschuiving is dus nodig van aanbod- naar vraaggestuurde zorg. Een sterk punt van Sevagram Zorgcentra is hun inbedding in de lokale zorgketen en samenwerking met andere zorginstellingen, huisartsen, algemene ziekenhuizen, de thuiszorg, onderwijsinstellingen en de universitaire wereld. Naast de intramurale zorg maakt Sevragram Thuiszorg zich ook sterk voor zorgverlening bij cliënten thuis en schept zij daarvoor voorwaarden om ouderen, met behulp van moderne voorzieningen als o.a. domotica (1), zo lang mogelijk zelfstandig thuis te laten wonen. Een andere ontwikkeling is vorming van projecten m.b.t. ‘kleinschalig wonen’. Ofschoon de intramurale zorg voor een bepaalde doelgroep de enige aangewezen zorgvorm zal blijven, is het scheiden van wonen en zorg maar zeer ten dele een antwoord op de vergrijzingproblematiek en de daaruit voortvloeiende toenemende zorgvraag. Het project werkt mee aan de realisatie van deze visie.
•
De onvoldoende afstemming tussen opleiding en zorginstellingen over de gewenste competenties van verplegende en verzorgenden (Beleids)innovatie binnen de ouderenzorg en binnen het beroepsonderwijs vraagt om een heldere vertaalslag van wetenschap en onderzoek naar professioneel handelen in de praktijk. De samenwerkingspartners hanteren het uitgangspunt: onderwijs in de praktijk en praktijk in het onderwijs. Hogeschool Zuyd wil conform missie en beleid nadrukkelijk fungeren als kennispoort voor de regio. Werkgevers in de zorg (met name ook de Sevagram), maar ook het HO hebben grote behoefte aan het slechten van de barrières tussen wetenschap aan de ene en de beroepspraktijk aan de andere kant.
Domotica: technische hulpmiddelen en voorzieningen bij zorgvragen in huis.
2
•
Het ontbreken van een concrete invulling van Evidence Based Practice komt in de praktijk nog te weinig van de grond. (2) Praktijkonderzoek moet deel gaan uitmaken van het dagelijks handelen van werk-nemers in de zorg en is een eerste vereiste om op verantwoorde wijze wetenschappelijk onderzoek te kunnen vertalen richting werkveld. Evidence Based Verplegen is een belangrijk instrument bij het uitwerken en implementeren van kwaliteitszorg en innovatie. Studenten (toekomstige werknemers) moeten continu worden uitgedaagd tot methodisch handelen, klinisch redeneren, verantwoording afleggen en het aanleveren van bewijzen.
•
Het negatieve imago van het werkveld ouderenzorg De nieuwste ontwikkelingen van Sevagram Zorgcentra in de samenwerking met het Atrium Ziekenhuis te Heerlen zijn gericht op een beter benutten van de klinische capaciteit. Doelstellingen hierin zijn gericht op een overname van bepaalde functies / patiëntencategorieën door de verpleeghuizen. Om dit alles te kunnen realiseren zijn netwerken nodig voor de samenwerking met ziekenhuizen, thuiszorgorganisaties en woningbouwcorporaties. In het onderhouden van deze netwerken ligt een van de belangrijke uitdagingen voor de zorgverlener. In de ouderenzorg wordt nog (te) weinig gebruik gemaakt van verpleegkundige functies op niveau 5 (HBO-niveau), terwijl de invulling van deze functies gezien de toekomstige ontwikkelingen noodzakelijk zijn. De rol en de daarbij behorende competenties zijn momenteel niet transparant. Goede praktijkvoorbeelden ontbreken. Het gevolg is dat HBO-V studenten tijdens hun stages zorg- en verpleegtehuizen mijden en afgestudeerden zich niet aangesproken voelen door vacatures in de ouderenzorg, terwijl juist daar de behoefte aan personeel groot is. Ook studenten op niveau 2, 3 en 4 lopen niet echt warm voor de ouderenzorg. Deze tak van zorg heeft geen positief imago. Het project biedt de unieke kans om vanuit de praktijk samen met onderwijs en werkveld te werken aan dat imago om zo van binnenuit op alle niveaus de mogelijkheden en de uitdagingen, die er binnen de ouderenzorg liggen, uit te dragen.
•
Kwalitatief onvoldoende inter- en multidisciplinaire samenwerking Vragen rond innovatie en zorg op maat worden vanuit autonome posities binnen scholen en zorginstellingen opgepakt, ieder vanuit eigen specialisme. Hierdoor blijft een grote afstand bestaan van de theorie tot de beroepspraktijk met als onvermijdelijk gevolg een vertekening in de beroepsvereisten waar de opleiding zich op richt. Door de vragen rondom innovatie en zorg op maat vanuit de praktijk samen op te pakken creëer je een natuurlijke basis voor samenwerken en samen leren. Het vanuit ver-schillende disciplines invulling geven aan de nieuwe unit, biedt volop kansen om multidisciplinair samen te werken. Niet alleen met helpenden, verzorgenden en verpleegkundigen, maar op termijn ook met artsen, fysio/ergotherapeuten, logopedisten, biometristen, onderzoekers, etc. met als een doel theorie en praktijk te integreren door samen met cliënten cliëntgerichte zorg en plannen op maat te realiseren. Ook een geïnteresseerde VMBO’er is hier in de toekomst welkom om te ervaren of doorstromen naar het MBO -richting een baan in de ouderenzorg- een interessante optie is. Op deze wijze kan concreet gewerkt worden aan de opbouw van persoonlijke opleidingsplannen. Doorlopende leerlijnen worden zo mogelijk gemaakt !
•
Onvoldoende afstemming tussen theorie en praktijk met betrekking tot het aanpassen en / of ontwikkelen en verwerven van de vereiste competenties in de beroepspraktijk Evidence based practice is het proces waarin verpleegkundigen en verzorgenden hun klinische besluiten nemen op grond van de beste onderzoeksresultaten, hun klinische ervaring, de voorkeur van patiënten en de beschikbare hulpmiddelen (Cullum, 2000).
MBO-opleidingen Verpleegkunde gaan werken met competentiegericht onderwijs. Hogeschool Zuyd (HsZuyd), faculteit Verpleegkunde is in 2002 gestart met het invoeren van competentiegericht onderwijs. Beiden zijn op zoek naar mogelijkheden om studenten direct te confronteren met de (dagelijkse) praktijk om vanuit de praktijk hun leervragen te kunnen formuleren en zo te werken aan het verwerven van de benodigde beroepscompetenties. Hoe en waar geleerd wordt (theoretisch of in de praktijk) is minder van belang. Relevant is dat de leervragen uit de beroepspraktijk, studenten en personeel steeds weer opnieuw uitdagen om te groeien in hun beroep en ze kansen krijgen de nieuw verworven competenties om te zetten in erkende certificering of (deel-)diplomering (zichtbaar maken van de kwaliteitsverbetering en doorgroei). In de toekomst moeten werkveld, onderwijs en onderzoek zo samenwerken, dat er ook in het onderwijs steeds meer vraagsturing mogelijk is en onderwijs op maat met de daarbij behorende erkenning mogelijk wordt. Facetten als gezamenlijk opleiden, leerwegonafhankelijk assessen / toetsen, het toekennen van diploma’s zijn ook items die in het project aan bod komen. •
2.
Uitval van studenten door gebrek aan motivatie of leerspanning Motivatie tot leren en de noodzaak van het leren is niet altijd meer aanwezig bij studenten waardoor er een hoog uitvalspercentage in de hele beroepskolom van de zorgopleidingen plaatsheeft. Door intensievere studieloopbaanbegeleiding volgens het competentiegerichte onderwijsconcept op de innovatieve zorg- en educatieafdeling wordt het socialiseringsproces geoptimaliseerd. Dit bewerkstelligt betrokkenheid met het beroep en daardoor motivatie om te leren, zelfs 'life long learning'.
Beschrijf de doelen specifiek, meetbaar, realistisch en tijdgebonden. Omschrijf het draagvlak voor de doelen binnen het samenwerkingverband.
Beschrijf de doelen / het doel van het project •
Er is een concrete invulling gerealiseerd van een nieuwe innovatieve aanpak in de ouderenzorg door praktijkleren, onderwijs en onderzoek in een samenwerkingsverband bij elkaar te brengen.
•
Er is een krachtige en aantrekkelijke leer- / werkomgeving gecreëerd in de ouderenzorg, waarin maatwerk het uitgangspunt is (zowel richting ouderen als richting student) en compe-tentieontwikkeling het doel. In het proces van competentieontwikkeling spelen reflectie en metacognitie een belangrijke rol. De docent zal zich voortdurend af moeten vragen in welke fase van ontwikkeling de lerende zich bevindt en in hoeverre zij zelfsturend zijn. De docent is niet langer overdrager van kennis, maar coach en begeleider van de lerende bij de ontwikkeling van zijn of haar competenties. Realisering van dit competentiegericht onderwijsconcept is mogelijk gemaakt doordat óp de innovatieve zorg- en educatieafdeling een aparte ruimte ingericht is als Interactief Leer- en Kenniscentrum (ILK). Hier wordt samen met collega-studenten, praktijkbegeleiders en docenten gewerkt en overlegd. Alle leer- en werkaspecten kunnen hieraan bod komen. De ruimte is tevens ingericht als elektronische leeromgeving waarin men middels e-learning kan communiceren met relevante netwerken. Hierdoor vindt een verschuiving plaats van leerprocessen in formele situaties (school) naar leerprocessen in het dagelijkse werk en zijn de voorwaarden geschapen voor innovatie in zorg en leerprocessen !
•
Studenten zijn minimaal extrinsiek dan wel intrinsiek gemotiveerd, gevoed door het competentiegerichte onderwijsconcept dat van toepassing is op de innovatieve leer- en
educatieafdeling. Leertrajecten zijn samen met docenten en begeleiders uitgestippeld en worden regelmatig van feedback voorzien, wat stimulerend werkt voor de groei in het leerproces. Het uiteindelijke resultaat van dat leerproces wordt gewaardeerd door het geven van vertrouwen, dat zich uit, door het daadwerkelijk geven en aanspreken op verantwoordelijkheid Er is betrokkenheid met de job. Er is een vermindering van uitval van studenten. •
Er vindt uitwisseling plaats van kennis en kunde op het gebied van competentiegericht onderwijs tussen MBO en HBO enerzijds en onderwijs en ouderenzorg anderzijds. Hierdoor worden doorlopende leerwegen gecreëerd.
•
Werkveld Ouderenzorg profileert zich als interessant en uitdagend toekomstig werkveld voor HBO- en MBO-verpleegkundigen c.q. verzorgenden. Op de afdeling zijn verpleegkundigen en verzorgenden niveau 3, 4 en 5 in dienst, om de benodigde begeleiding en coaching vanuit het werkveld in het project te kunnen borgen. Deze verpleegkundigen en verzorgenden vervullen een rolmodel voor de studenten.
•
Docenten van HBO en MBO zijn mede initiator van innovaties en onderzoeksprojecten. Ze bewaken daarmee zowel de kwaliteit van de zorg als de kwaliteit van de opleidingen.
•
Maatwerk, zowel richting MBO als HBO Zowel MBO als HBO krijgt de mogelijkheid om de aangeboden leerroutes richting certificering, deel- of einddiplomering te vergroten. De behoefte aan (eind)kwalificaties van toekomstige werknemers kan immers proefondervindelijk met het werkveld worden vastgesteld. Ook de effectiviteit van hoe en waar competenties te verwerven en de wijze van doorstromen naar een hoger niveau is steeds weer opnieuw uitgangspunt voor onderzoek en innovatie. Naast onderzoek op het gebied van zorg maakt ook opleidingskundig onderzoek deel uit van het project. De opgedane ervaringen worden meegenomen richting opleidingspraktijk. Het project wordt dan ook door HsZuyd opleidingskundigen, die gespecialiseerd zijn in werkplekleren (action learning) ondersteund. Ook relevante lectoraten en indien gewenst universiteiten zullen hierbij betrokken worden.
•
Kwaliteitsverhoging door competentiegerichte, multidisciplinaire aanpak, waardoor het doorgroeien van MBO competenties naar HBO competenties makkelijker verloopt De MBO- studenten werken in de praktijk samen in een multidisciplinaire groep en leren op de werkplek steeds meer zelfstandig zich die competenties eigen te maken, die leiden tot grotere zelfstandigheid, meer verantwoordelijkheden en doorgroeimogelijkheden. De HBO student leert op de werkplek hoe als verpleegkundige op niveau 5 te functioneren en hoe evidence based handelen in praktijk te brengen. Ondersteuning vindt plaats vanuit het HsZuyd project ‘Evidence Based Handelen in de gezondheidszorg’, waarin de samenwerking tussen lectoraat en de universiteit Maastricht reeds eerder gerealiseerd is.
•
Verbetering van ketenzorg: Voor de zorgvrager die opgenomen wordt vanuit een ziekenhuis moet vaak een goed passende oplossing gezocht worden voor een tijdelijke woon / zorg verblijfplaats. De aansluiting met het voor- en natraject, vanaf de intake door het zorgbureau, de contacten met de huisarts, thuiszorg, thuisfront en met het verpleeg-en verzorgingstehuis zijn hiervoor cruciaal. Deze coördinerende taken behoren tot de
competenties van de HBO-V. Het nieuwe zorgmanagement vraagt om een omslag in het denken en doen van organisaties. Denken in individuele zorgpakketten en zorgprogramma’s en doen in termen van zorgarrangementen, casemanagement en netwerken. Zorgmanagement valt of staat met de kwaliteit en competenties van de betrokkenen. •
Een nieuwe innovatieve aanpak van zorg richting zorgplan ouderen. Studenten en verpleegkundigen worden getraind om in een multidisciplinaire groep ouderen te verzorgen en te begeleiden. Ketenzorg is hier een onderdeel van.
•
Het project heeft een voorbeeldfunctie en pakt de onder deel 1 genoemde problemen op. De samenwerking tussen bedrijfsleven, onderwijs en onderzoek leidt tot vele goede praktijkvoorbeelden, die vervolgens verbreed worden binnen de eigen instelling. Daarnaast worden de resultaten, inzichten en producten, die het project oplevert ook uitgedragen naar andere sectoren en opleidingen in en buiten de regio.
•
Opleidingsmateriaal wordt ontwikkeld. Het aanbieden van adequate scholing aan personeel uit het werkveld (zowel zorg als onderwijs) zal nodig zijn. Dit materiaal zal in het project worden ontwikkeld.
3.
Thema’s van het project
Het project is gericht op versterking van de relatie onderwijs – bedrijfsleven: - verbetering van rendement van het beroepsonderwijs - verhoging van de kwaliteit en professionaliteit van de output - innovatie van pedagogiek en didactiek
Ja x x x
Nee
Naam partner samenwerkingsverband
Hogeschool Zuyd
Omschrijving inhoudelijke inbreng
Gemeenschappelijk: ¾ Afstemming praktijk en onderwijs - Actieve bijdrage leveren aan beleid en operationalisering van de afdeling door inzetten van vaste medewerkers, docenten en een surplus aan studenten om leren volgens het competentiegericht onderwijs (CGO) concept te realiseren - Gezamenlijke communicatie- en overlegvormen creëren voor internen en externen (zie communicatieplan) - Begeleiden en ondersteunen in vraaggerichte zorg middels reflectie met student / cliënt - Coaching / training van werkbegeleiders/rolmodellen en studenten ¾ Werkveld Ouderenzorg profileren richting onderwijs ¾ Uitvoeren en / of ondersteunen van innovatieve projecten t.b.v. kwaliteitsverhoging zorg en opleiding - Praktijkontwikkeling vertalen in onderwijs. ¾ Verzamelen projectresultaten t.b.v. innovatie-arrangement 2004 Hogeschool Zuyd: ¾ Ondersteuning bieden aan MBO in ontwikkeling van CGO ¾ Begeleiden en invoeren van evidence based practice (EBP) ¾ Ontwikkelen en uitvoeren van innovatieve projecten ¾ Onderzoeken van de evidence ¾ Onderzoek project innovatiearrangement 2004 ¾ Coachen van werkbegeleiders en studenten
Omschrijving deskundigheid
¾
¾ ¾
¾
¾
Arcuscollege
Arcuscollege: ¾ Ontwikkelen en invoeren van CGO in praktijk ¾ Ontwikkelen van toets- en beoordelingsmateriaal, ten behoeve van contextverplaatsing van leren op school naar leren in de praktijk ¾ Coachen en begeleiden van studenten
¾
¾
¾
Didactische en pedagogische deskundigheid Kennis en ervaring met CGO Kennis op gebied van ebp vanuit kenniskring Autonomie & Participatie en vanuit differentiatie team docenten Kennis en ervaring in ontwikkelen van onderwijs Kennis over verplegen op HBOniveau Didactische en pedago-gische deskundigheid Kennis en deskundigheid m.b.t. CGO Kennis en ervaring in ontwikkelen van onderwijs
Naam partner samenwerkingsverband
Omschrijving inhoudelijke inbreng
Omschrijving deskundigheid ¾
Sevagram
Sevagram: Beschikbaar stellen van een nieuw in te richten af-deling en interactief leer- en kenniscentrum t.b.v. het project ¾ Creëren van een interactief leer-en kenniscentrum op de afdeling ¾ Bieden coaching en begeleiding middels geschoold personeel ¾ Begeleiding bij het onderhouden van bekwaamheden van docenten t.b.v. BIGwet registratie ¾ Inzetten van kwaliteitsmedewerker t.b.v. ontwikkeling en kwaliteitsbewaking zorgprocessen ¾
4.
¾
¾ ¾
Kennis en ervaring in ouderenzorg Kennis en ervaring in begeleiden van studenten / leerlingen op de werkplek Kennis en ervaring m.b.t. ketenzorg Kennis en ervaring m.b.t. kwaliteitsbewaking zorgprocessen
Beschrijf de samenstelling, inhoudelijke inbreng en expertise van het samenwerkingsverband. Beschrijf de innovatie in het project.
Beschrijf de innovatie in het project • Het gaat om een onderzoeks- en ontwikkelingsproject waarin sprake is van concrete samenwerking en gedeelde verantwoordelijkheden tussen beroepsonderwijs en bedrijfsleven. • Het besluit van de Raad van Bestuur van Sevagram om een gehele afdeling van een cluster van verpleeghuizen in te richten en beschikbaar te stellen als innovatiecentrum, zowel richting zorginnovatie als richting opleidingsinnovatie is op zich al origineel en uitdagend. • Het project wordt gezamenlijk gefinancierd. • Het project beoogt zowel regionaal als landelijk een voorbeeld functie te spelen. Hierbij kan gebruik worden gemaakt van de ondersteunings- en werkgeversnetwerken waarin de samenwerkingspartners participeren (Arcares, HBO-Raad, Landelijk Overleg Verpleegkunde, OVDB, Overleg Onderwijsinstellingen Limburg, Stuurgroepen BPV+ Limburg), Zorginstellingenoverleg Zorg aan Zet. • Het project is origineel en innovatief omdat: o het de eerste unit in de zorg is die op deze wijze wordt opgezet voor verpleegkundigen en verzorgenden in de ouderenzorg in Nederland; o het gaat om een unieke (dagelijkse) samenwerking MBO – HBO - bedrijfsleven; o het gaat om een unieke formule waarvan de verschillende elementen elkaar versterken: Sevagram maakt als instelling voor ouderenzorg nadrukkelijk werk van innovatie binnen de verpleeghuiszorg; het aantrekkelijk maken van de ouderenzorg voor verpleegkundigen en verzorgenden en het creëren van rolmodellen (landelijk voorbeeld !); het implementeren van competentiegericht onderwijs bij Mbo-verpleegkunde en verzorgende opleidingen (landelijk voorbeeld !); de betrokkenheid van de kenniskring Autonomie en Participatie (HS Zuyd) middels het inbrengen van praktijkgericht onderzoek versterkt de kwaliteit van de zorg en de transfer van kennis en inzicht intern en extern; het project impliceert een unieke maatwerkformule, zowel naar de cliënten (i.c. de oudere zorgvrager) als naar studenten; vernieuwing van onderwijsconcepten ook met betrekking tot buitenschools leren.
•
Het project sluit aan bij bestaande innovaties binnen school en instelling omdat: o Sevagram daadwerkelijk een innovatiecentrum gaat inrichten en onderwijs heeft uitgenodigd mee te doen; o de gewenste resultaten en effecten daadwerkelijk voortkomen uit ervaringen van de laatste 3 jaar waaronder het ontwikkelen van een competentiegericht curriculum, doorlopende leerwegen, het opzetten van een assessmentcentrum zorg Limburg, het invoeren van Evidence Based Handelen, etc. kunnen het meest effectief worden opgepakt vanuit de in dit project te realiseren dagelijkse samenwerking en gedeelde verantwoordelijkheid. • Innovatie en kwaliteitsaspecten: o Primair staat het creëren van een actieve leersituatie waarin nieuwe werkvormen worden ontwikkeld, geïmplementeerd en geëvalueerd. Hierbij is het noodzakelijk dat er voldoende 'experimenteerruimte' aanwezig is. Het gaat daarbij om het bedenken en ontwikkelen van echt nieuwe dingen in plaats van variaties op bestaande thema's. o Veel aandacht gaat uit naar het onderbouwen van interventies: goed beschrijven van uitgangspunten, gewenste situatie, beoogde effecten en gerealiseerde effecten. De cases voor innovatie vloeien voort uit de interacties met patienten / bewoners. Hogeschool Zuyd vervult bij het beschrijven en evalueren van deze aspecten een centrale rol via de kenniskring autonomie en participatie. De actieve betrokkenheid van alle partners is noodzakelijk. De samenwerkingspartners hanteren daarbij als uitgangspunt dat 10 % van de geplande tijd wordt besteed aan innovatie en kwaliteitsaspecten.
Overzicht van projecten in de basis- en breedte strategie binnen het samenwerkingsverband: Naam partner Naam project Korte omschrijving Basis Breedte strategie strategie • Hogeschool Zuyd Regionaal intakeVerbeteren doorstroom • ROC Gilde assess-ment en niveau 3/4/5 (MBO / • ROC doorstroomprogram HBO) op basis van • Arcus ma's vraaggestuurd • ROC Leeuwenborgh onderwijs: opzetten • Zorg aan Zet, regionaal intakezorginstellingen Limburg assessment centrum, instrument intake assessment inzetten X t.b.v. een leertraject dat recht doet aan persoonlijke competenties en vraag beroepenveld. Het betrekken van het beroepenveld bij curriculum ontwikkeling.
• • • • • • • •
Hogeschool Zuyd ROC Gilde ROC Arcus ROC Leeuwenborgh Academisch Ziekenhuis Maastricht Mondriaanzorggroep Orbis WM Thuiszorg MiddenLimburg
• • • • •
Hogeschool Zuyd GGZ-instellingen ROC Gilde ROC Arcus ROC Leeuwenborgh
• • • • •
Hogeschool Zuyd ROC Gilde ROC Arcus ROC Leeuwenborgh OVDB-consulenten
Kwaliteitscycli binnen-buitenschools leren
Samenwerking met het werkveld (de afnemers) om te komen tot kwaliteitscycli voor leerplaatsen voor (HBO opgeleide) verpleegkundigen. Het binnen- en buitenschools leren is afgestemd op taken en functies van de (HBO-opgeleide) verpleegkundige in de verschillende werkvelden. Een gezamenlijk ontwikkeld kwaliteitsbeleid t.a.v. de werkbegeleiding van stagiaires niveau 5 (en 4) met behulp van het aanbieden van workshops en een cursus stagebegeleiding. Een leerplaatsenanalyse m.b.t. de leerplaatsen uit de stageverlenende organisatie. Stageverlenende organisaties en opleiding(en) kennen de meest recente ontwikkelingen vanuit het werkveld praktijk en vanuit de opleiding(en) (kennistransfer). Dualisering MGZ-GGZ Dualiseren en flexibiliseren van het curriculum voor verpleegkundigen i.o. die werken in de GGZ en / of studieloopbaanwensen hebben in het GGZwerkveld. Maatwerk voor MBO- Toename van de ers en andere instroom van MBO-ers varianters: instroom, naar HBO-V, verbetering doorstroom en van de doorstroom van uitstroom varianters (= studenten met een verpleegkundige vooropleiding in de zorg) in HBO-V en ontwikkeling transparant beleid voor varianters.
X
X
X
X
X
X
•
• •
•
•
• •
•
Hogeschool Zuyd Evidence Based (verpleegkunde, Curricula ergotherapie, logopedie, Gezondheidszorg fysiotherapie) Fontys Hogeschool (verpleegkunde en fysiotherapie) Hogeschool van Amsterdam (ergotherapie en fysiotherapie) Samenwerkingspartners op-leiding Logopedie; met Hogeschool Windesheim (Zwolle) en HAN (Nijmegen) wordt in Nederland grotendeels een gezamenlijk curriculum uitgevoerd (logopedie) Universiteit Maastricht: faculteit der Geneeskunde en faculteit der Gezondheidswetenschap pen (alle opleidingen) Universiteit van Freiburg (ergotherapie) Rheinisch Westfalische Technische Hochschule Aachen, Lehr- und Forschungslogopädie (logopedie) COHEHRE: participatie in internationale werkgroep rondom evidence based onderwijs (alle opleidingen)
Het integreren van evidence based practice in de curricula van de gezondheidszorgopleidingen i.v.m. grotere aandacht voor onderzoek / verwetenschappelijking in werkveld gezondheidszorg. Studenten en afgestudeerden moeten kunnen beredeneren waarom ze voor een bepaalde gezondheidsinterventie kiezen en daarbij kunnen nagaan of deze keuze voldoende (wetenschappelijk) onderbouwd is. Het beschrijven en operationaliseren van kern- en deelcompententies op het terrein van EBP, het ontwikkelen van EBP onderwijs, het uitwisselen van onderwijsmateriaal.
X
X
Heeft het samenwerkingsverband zich georiënteerd op vergelijkbare innovatieve projecten ?
Ja
Nee
x
Zo ja, omschrijf de wijze van oriëntatie, de resultaten van de oriëntatie, hoe gebruik is gemaakt van deze resultaten en waarin het eigen project onderscheidend is. Het ROC Arcuscollege te Heerlen wilde samen met de praktijk het Competentiegericht Onderwijs (CGO) invoeren in een zo reëel mogelijke praktijksituatie. Bij Hogeschool Zuyd lag eveneens de wens om het sinds 2002 ingevoerde CGO meer in de context plaats te laten plaatsvinden: dus in de praktijk. Tegelijkertijd zocht men aansluiting bij een innovatieve zorginstelling in de regio, waar het Evidence Based Practice (EBP) ingevoerd kon worden. Er werd contact opgenomen met Sevagram, die bereid was om te komen tot een samenwerkingsverband zoals men dit kende van het Maxima Medisch Centrum en Fontyshogeschool te Eindhoven. Doelstelling van hun samenwerking was vooral gebaseerd op het toepassen van EBP door HBO-Verpleegkundigen op een afdeling van een algemeen ziekenhuis. Tevens had deze samenwerking een economisch belang namelijk het ophogen van de beddencapaciteit door de verhoogde inzet van studenten. Inmiddels zijn we op werkbezoek in Eindhoven geweest waar nog een andere partij aanwezig was, die volgens hetzelfde principe ‘integratie theorie in de praktijk’ een samenwerkingsverband hadden aangegaan met een ROC en een Verpleeghuis: De afdeling LIC (LeerInnovatieCentrum) te Veldhoven. De opzet van deze twee samenwerkingsverbanden sprak ons aan vanwege de koppeling theorie in praktijk. In ons project staat het economisch aspect zeker niet voorop, maar innovatie en ontwikkeling. Het betrokken bedrijf – Sevagram – zet evenveel personeel in als op andere afdelingen. In het perspectief van de doelstellingen van het project is de taakopdracht van projectleider en teamleider nadrukkelijk meeromvattend. Onze insteek is dieper en breder: invoering van het CGO volgens de leerpsychologische benadering van het constructivisme in het werkveld ouderenzorg. Anders dan in Eindhoven is de innovatieve zorg- en educatieafdeling gebaseerd op o.a. de volgende uitgangspunten: - Het leren van, met en aan elkaar, doordat de hele beroepskolom aan vaste medewerkers én studenten vertegenwoordigd is. - Docenten van HBO en MBO participeren in de praktijk zodat werkelijk de vertaalslag gemaakt kan worden, ook van de praktijk naar de theorie. - Binnen de krachtige multidisciplinaire leerwerkomgeving zoals wij die voor ogen hebben staat de lerende centraal. - De kort cyclische leerprocessen worden gerealiseerd door instructie, coaching, begeleiding en beoordeling door docenten en begeleiders in een sociale en fysieke inbedding. Hiervoor wordt op de innovatieve zorg- en educatieafdeling een aparte ruimte ingericht als interactief leer- en kenniscentrum. Het interactieve aspect van leren moet in de activiteiten terugkomen, doordat discussie en dialoog met medestudenten, docenten en begeleiders wordt opgeroepen. Extra toegevoegde waarde op onze zorg- educatie en innovatieafdeling is de aanwezigheid van het Lectoraat ‘Autonomie & Participatie’.
Omschrijf hoe docenten en management bij de ontwikkeling van de innovatie zijn betrokken. Raden / Colleges van Bestuur • Formeel opdrachtgever • Ondertekenen samenwerkingsovereenkomst • Besluit tot voorbereiding, uitvoering en verdieping van het project Management onderwijsinstellingen • Directeur Hogeschool Zuyd, lid van de stuurgroep, verantwoordelijk voor de eigen bijdrage • Directeur Arcuscollege, lid van de stuurgroep, verantwoordelijk voor de eigen bijdrage • Regiodirecteur Sevagram, lid van de stuurgroep, verantwoordelijk voor de eigen bijdrage Docenten HBO • Ondersteuning en stimuleren van medewerkers t.a.v. deskundigheidsbevordering • Invoeren / begeleiden van innovatieprojecten • Vertalen van praktijk naar onderwijsinhoud • Samenwerking met HSZuyd / Arcuscollege • Begeleiding studenten binnen- en buitenschools leren Docenten MBO • Ondersteuning en stimuleren van medewerkers t.a.v. deskundigheidsbevordering • Begeleiden van innovatieprojecten • Vertalen van praktijk naar onderwijsinhoud • Samenwerking met HSZuyd / Arcuscollege • Begeleiding studenten binnen- en buitenschools leren Lectoraat Autonomie & Participatie • Ontwikkelen en ondersteunen onderzoek en innovaties • Uitvoeren onderzoek Sevagram a. Regiodirecteur • Ontwikkeling van meerjarenbeleidsplanning t.a.v. functie HBO-V en MBO-V in werkveld ouderenzorg • Vertaling strategische opdracht naar operationele uitvoering • Bewaking kwaliteit van zorg, medisch en organisatorisch • Inbedding van het ZIC binnen de totale organisatie + voorzitter stuurgroep b. Projectleider • Lid van de stuurgroep • Operationeel eindverantwoordelijk • Terugkoppeling van de resultaten • Samenwerking met praktijkcoördinatoren om disseminatie te bereiken vanaf het begin van het project • Ontwikkeling en kwaliteitsbewaking van zorgprocessen • Lid projectgroep en werkgroepen c. Hoofd P&O • Lid van de stuurgroep • Scholing en training praktijkcoördinatoren en medewerkers afdeling • Inbedding van het ZIC binnen de totale organisatie
B.
Operationaliseren van aanpak
5. Beschrijf de operationele activiteiten Beschrijf de samenhang en planning van fasering, (operationele) activiteiten en mijlpalen in het project (zoals de tussenrapportage). NB.
De fasen 3 en 4 vertonen gedeeltelijk overlap. Dit is voor dit project een bewuste en logische keuze.
In aanvulling op de informatie die elders in het projectplan is opgenomen: Fase 1
Activiteiten
STRATEGISCHE VOORBEREIDING
A. Projectplan concretiseren in plan van aanpak
Looptijd 01-04-05 tot 01-09-05 Mijlpaal Plan van Aanpak vastgesteld door besturen in juli 2005 Werkdocumenten Fase 2
B. Concretiseren plan van aanpak
OPERATIONALISERING Looptijd 01-09-05 tot 01-01-06 Mijlpaal Gezamenlijke start-up bijeenkomsten in november 2005 Werkdocumenten Fase 3 UITVOERING Looptijd 01-01-06 tot 31-03-08 Mijlpaal Tussenrapportage Innovatie en onderzoeksbeleid Symposium
C. Het uitvoeren van de geplande werkzaamheden binnen het Zorginnovatiecentrum D. Uitvoeren van innovatie- en kwaliteitsaspecten
Fase 4 EINDEVALUATIE EN TRANSITIE
E. Evaluatie projectperiode F. Project integreren in reguliere bedrijfsvoering c.q. inpassen binnen instellingsbeleid
Looptijd 01-01-08 tot 31-03-08 Mijlpaal Eindrapportage en afsluiting projectfase Activiteit A Projectplan concretiseren in plan van aanpak Periode: 1 april 2005 t/m 31 augustus 2005 In de periode maart tot juli 2004 is draagvlak gecreerd voor het project. Vervolgens is in de periode september 2004 tot maart 2005 door werkgroepen van de betrokken instellingen op basis van een raamplan een projectplan opgesteld. Dit projectplan wordt vanaf de feitelijke startdatum van het project (01-04-05) door de ingestelde werkgroepen en de projectcoördinatoren verder uitgewerkt en geconcretiseerd in een Plan van aanpak. De samenwerkingsovereenkomst is getekend in januari 2005 en als bijlage aan de projectaanvraag toegevoegd. In het plan van aanpak worden de volgende aspecten nader uitgewerkt: verbouwingsplan, personeel, werkwijze, communicatie, bewonerspopulatie en zorgbeleid, onderwijs en begeleidingsstructuur studenten, deskundigheidsbevordering medewerkers. Werkdocumenten: * Missie en Visie; * Formatieplaatsenplan Het plan van aanpak wordt in juli 2005 door de stuurgroep vastgesteld. Activiteit B Concretiseren plan van aanpak Periode: 1 september 2005 t/m 31 december 2005 Na vaststelling van het plan van aanpak worden de geformuleerde beleidsuitgangspunten concreet uitgewerkt: de verbouwing en inrichtingvan de innovatieve afdeling, werving en selectie van personeel, docenten en studenten, formaliseren van afspraken met de zorgaanbieders, opbouwen van de bewonerspopulatie en uitvoeren communicatieplan. In november vindt een start-up bijeenkomst plaats voor alle betrokken medewerkers en een start-up bijeenkomst voor de betrokken studenten. In deze periode worden ook de geplande investeringen en een deel van de materiele kosten geconcretiseerd. Werkdocumenten: * Begeleidingsplan; * Communicatieplan; * Plan van aanpak inrichting afdeling; * Beleidsplan scholing en training medewerkers en docenten Activiteit C Het uitvoeren van de geplande werkzaamheden binnen het Zorginnovatiecentrum Periode: 1 januari 2006 t/m 31 maart 2008 Afhankelijk van vergunningen en opleveringstermijn verbouwing komen de patiënten in januari 2006 naar de afdeling. Dan starten ook de operationele werkzaamheden van medewerkers, docenten en studenten.
Activiteit D Uitvoeren van innovatie- en onderzoeksbeleid Periode: 1 januari 2006 t/m 31 maart 2008 Vanaf januari 2006 wordt het innovatie en onderzoeksbeleid geconcretiseeerd. Vanaf april zal worden gewerkt aan innovatieve concepten en projectmatige vernieuwingen. De begeleiding en ondersteuning vindt plaats vanuit de Kenniskring Autonomie en Participatie van Hogeschool Zuyd i.s.m. met alle partners. Activiteit E Evaluatie projectperiode Periode: 1 januari 2008 t/m 31 maart 2008 In het laatste deel van de projectperiode vindt een uitvoerige evaluatie plaats van het project. Activiteit F Project integreren in reguliere bedrijfsvoering c.q. inpassen binnen instellingsbeleid Periode: 1 januari 2008 t/m 31 maart 2008 Op basis van de evaluatie worden nadere afspraken gemaakt over de continuering van het project. Dit geschiedt op basis van de huidige afspraken middels integratie in de reguliere bedrijfsvoering van de samenwerkingspartners. 7. Beschrijf de projectorganisatie Beschrijf de projectorganisatie Sevagram, Hogeschool Zuyd en het Arcuscollege, allen lokatie Heerlen, hebben gekozen voor onderstaande projectorganisatie: Raden / Colleges van Bestuur Opdrachtgever. Monitoren het project en zijn financieel en inhoudelijk eindverantwoordelijk. Stuurgroep De stuurgroep is verantwoordelijk voor de vertaling van de strategische opdracht naar een operationele uitvoering. Zij zijn verantwoordelijk voor de inbedding van het ZIC binnen de totale organisatie. Mevr.drs. M.B. Keijser Mevr. C.M.E. de Jonge-Wiersma Dhr.drs. F. Benjamins Dhr.drs. W. Suilen Mevr. V.J. Aalders-Claassens
Directeur Sevagram zorgcentra Unitdirecteur GDW Arcuscollege Directeur faculteit Verpleegkunde Hogeschool Zuyd Hoofd P&O Sevagram Opleidingscoördinator Sevagram
Projectgroep De organisatie van het project geschiedt vanuit de projectgroep ‘Zorg-educatie en innovatiecentrum ouderenzorg’ (voorlopige werknaam ‘ZIC’). Is operationeel verantwoordelijk t.a.v. de uitkomst logistiek, communicatie en financiën van het project. De projectleider is verantwoordelijk voor terugkoppeling naar de projectgroep en de stuurgroep. •
Projectleider Mevr. Ron Aalders
•
Projectcoördinatoren Mevr. Paulien Loeve Dhr. Henri Claessen
Docent Hogeschool Zuyd Opleidingscoördinator Arcuscollege Unit GDW
•
Projectmedewerkers Mevr. Liesbeth Engelen Dhr. Hub Voncken
Sociaal pedagoog en HKP student Onderwijskunde Clustermanager Somatiek Sevagram
Opleidingscoördinator Sevagram, sociaal pedagoog en HKP student Onderwijskunde
Dhr. Eric Schoenmakers Nog te benoemen Dhr.dr. L. de Witte Mevr.dr. G. Bours
Personeelsfunctionaris Sevagram Teamleider afdeling 8 VKH Lector Hogeschool Zuyd, lectoraat Autonomie en Participatie Onderzoeksmedewerker kenniskring Autonomie en Participatie
Expertise Er wordt maximaal gebruik gemaakt van de expertise die binnen de betrokken instellingen aanwezig is. Indien nodig wordt gebruik gemaakt van de expertise van externen, in de regel via de eigen "relaties" (zie externe actoren). Werkgroepen Voeren in opdracht van de projectgroep deelprojecten uit. Zij bewaken de uitkomst, logistiek en financiën van het deelproject. Sevagram draagt de formele verantwoording voor de unit. Arcus College, unit GDW en HSZuyd Verpleegkunde leveren een actieve bijdrage aan het beleid van de afdeling en aan de operationele bedrijfsvoering door middel van het inzetten van studenten en eigen medewerkers om zo leren in en aan de praktijk mogelijk te maken en te begeleiden. De samenwerkingspartners verzorgen gezamenlijk de dagelijkse werkzaamheden op de innovatieve unit ouderenzorg. Sevagram zet hiertoe reeds in dienst zijnde of nog in dienst te nemen verpleegkundigen op HBO-niveau in. Gedacht wordt o.a. aan ‘joint appointments’ (werknemers die een aanstelling krijgen bij zowel de onderwijsinstelling als de zorginstelling). Alle drie de partners delen de verantwoordelijkheid rondom het bege-leiden van studenten. De optimale werkwijze hierbij zal een van de projectresultaten zijn. Hogeschool Zuyd levert know-how en verzorgt de concrete uitvoering van praktijkonderzoek / evidence based verplegen in de ouderen-zorg door de inzet van medewerkers van de Kenniskring Autonomie en participatie, medewerkers van de faculteit Verpleegkunde en studenten Verpleegkunde. Arcus College (MBO) onderzoekt het effect van een context-rijke leeromgeving op het leerproces van de deelnemers. Projectorganisatie Zorg- educatie en innovatiecentrum ouderenzorg k l a n k b o r d g r o e p
College van Bestuur Hogeschool Zuyd Heerlen
Raad van Bestuur Sevagram Heerlen
College van Bestuur Arcuscollege Heerlen
Stuurgroep (werknaam) ZIC Projectgroep Werkgroep
Werkgroep
NB. De dagelijkse werkzaamheden op de afdeling worden verzorgd door de teamleider i.s.m. betrokken docenten.
Beschrijf planmatig de wijze waarop de verspreiding en implementatie van projectresultaten wordt gerealiseerd In de eerste fase van dit project zal een communicatieplan worden ontwikkeld. (activiteit nr. 8). Binnen dit communicatieplan is, naast de voortgang en de PR over het project, vooral de communicatie rond-om de implementatie en disseminatie van de overige activiteiten (zie punt B6, operationele activiteiten) een essentieel onderdeel. Het plan van aanpak (meer intern gericht) beschrijft vooral de activiteiten die nodig zijn tijdens de operationaliseringfase om project goed ingebed te krijgen in de drie organisaties. Hierbij is vooral van belang dat interne actoren als studenten, docenten en vaste medewerkers van de afdeling van meet af aan niet alleen betrokken worden maar vooral goed geïnformeerd zijn over de voortgang van het project. Het disseminatieplan (meer extern gericht) beschrijft de verspreiding van de resultaten van zowel de producten als de processen van de innovaties, de onderzoekstrajecten en de kwaliteitsprojecten van het project zelf. Het communicatieplan beschrijft m.n. de wijze waaróp en de fasen waarín het project zowel met internen als externen gecommuniceerd wordt. Bepaald wordt wie de relevante actoren in de informatie-uitwisseling zijn; gebruikers (als studenten, vaste medewerkers, docenten) beslissers, geïnteresseerden. Naast de schaal van verspreiding en de wijze waarop zal tevens de inzet van expertise vermeld worden. Daarbij wordt gekeken welke bestaande netwerken,partners en / of evenementen gebruikt kunnen worden. Interne 1. 2. 3. 4. 5. 6.
actoren: Studenten Projectorganisatie zorg en educatieafdeling Medewerkers onderwijsafdelingen Zorg Arcus,medewerkers faculteit HBO-V, HSZuyd Sevagram-breed Arcus-breed HSZuyd-breed
Externe actoren: 1. Landelijk o.a. BVE-raad, HBO-Raad, beroepsorganisaties, vakorganisaties, OVDB, onderwijsinstellingen, zorginstellingen, vakbladen voor het onderwijs en de gezondheidszorg etc. 2. Euregionaal, o.a. onderwijsinstellingen, zorginstellingen, zorgverzekeraars, regionale pers, etc. Instellen van werk- en ontwikkelgroepen t.b.v.: - in kaart brengen van frequenties en actoren van bestaande en nieuwe overlegvormen of communicatielijnen met de daarbij horende schaal van verspreiding; - ontwikkelen van informatiemateriaal zoals voorlichtingsdocumenten, posters en flyers, nieuwe opleidingsfolders; - samenstellen promoteam uit leden van communicatiewerkgroep, docenten en studenten; - inrichten van open dagen; - informatiedagen / -avonden op interne en externe locaties; - voorlichting in interne bladen; - aanleggen databestand geïnteresseerden; - website PR; - stands op onderwijsbeurzen; - persbijeenkomst bij opening;
8.
publiceren van oprichting project in regionale dag en vakbladen, internet, huis-aanhuisbladen, vakbladen etc.; publiceren van voortgang en resultaten van project op internet, vakbladen, interne bladen etc.; symposium. Beschrijf de wijze van evaluatie van project
Evaluatiemethode De doelen zijn specifiek en volgens de samenwerkingspartners realistische in de gekozen setting. De doelen zijn tijdgebonden omdat ze worden gerealiseerd binnen de projectperiode van drie jaar. De wijze waarop de doelstellingen worden gemeten en geëvalueerd is: - In de voortgangsverslagen en de eindrapportage wordt specifiek aandacht besteed aan de mate waarin de doelstellingen zijn gerealiseerd. Bijzonderheden worden uitdrukkelijk toegelicht. - Door de kenniskring (lectoraat) Autonomie & Participatie van Hogeschool Zuyd wordt het proces van realisatie van de doelstellingen door middel van toegepast onderzoek in kaart gebracht. Een belangrijke factor hierbij is de tevredenheid van alle betrokkenen en cliënten. - Na afloop van de projectperiode wordt vastgesteld of er sprake is van een toenemende belangstelling van studenten voor de problematiek van chronische zieken / ouderen en het werkveld ouderenzorg. - Vaststellen of er tijdens de projectperiode geconcretiseerd is dat medewerkers van de zorginstelling worden ingezet binnen het onderwijs van beide onderwijsinstellingen en medewerkers van de onderwijsinstellingen actief betrokken dan wel werkzaam zijn binnen de zorginstelling. - Toetsing van de bruikbaarheid van het ontwikkelde model met name m.b.t. buitenschools leren. - Arcus College (MBO) onderzoekt het effect van een contextrijke leeromgeving op het leerproces van de deelnemers.
C.
Samenvatting
Het hoofddoel is het opzetten van een werk- en organisatieconcept dat door beroepsonderwijs en bedrijf samen wordt ontwikkeld. In feite gaat het om een onderzoeks- en ontwikkelingsproject, waarin sprake is van een concrete samenwerking en gedeelde verantwoordelijkheid tussen beroepsonderwijs en bedrijfsleven. Deze samenwerking wordt gerealiseerd door zorgverlening, onderwijs en onderzoek bij elkaar te brengen binnen een krachtige werk- / leeromgeving, waarin maatwerk het uitgangspunt is (zowel richting ouderen als studenten) en competentieontwikkeling van de medewerkers, docenten en studenten het doel. In het proces van competentieontwikkeling spelen reflectie en metacognitie een belangrijke rol. De docent is niet langer overdrager van kennis, maar coach en begeleider van de lerende bij de ontwikkeling van zijn of haar competenties binnen de beroepspraktijk. Realisering van dit competentiegericht onderwijsconcept is mogelijk gemaakt door de inrichting van een Interactief Leer- en Kenniscentrum op de afdeling, waar samen met de docent gereflecteerd kan worden. De behoefte aan (eind)-kwalificaties van de toekomstige werknemers kan op deze wijze proefondervindelijk met het werkveld worden vastgesteld. Ook de effectiviteit van hoe en waar competenties te verwerven en de wijze van doorstroming naar een hoger niveau is steeds weer uitgangspunt van onderzoek en innovatie. Kwaliteitsverhoging door een competentiegerichte, multidisciplinaire aanpak, waardoor het doorgroeien van MBO competenties naar HBO een natuurlijke en vanzelfsprekende route is via werkplekleren. De MBO studenten werken in de praktijk samen in een multidisciplinaire groep en leren op de werkplek steeds meer zelfstandig zich die competenties eigen te maken, die leiden tot een grotere zelfstandig-heid, meer verantwoordelijkheid en doorgroeimogelijkheden. De HBO-student leert op de werkplek hoe als verpleegkundige op niveau 5 te functioneren en hoe evidence based handelen in praktijk te brengen. Ondersteuning vindt plaats vanuit de Hogeschool Zuyd waarbij de
kenniskring Autonomie & Participatie nauw betrokken is. Docenten van HBO en MBO zijn mede initiator van innovaties en onderzoeksprojecten. Ze bewaken daarmee zowel de kwaliteit van de zorg als de kwaliteit van de opleidingen. Het werkveld ouderenzorg profileert zich op deze wijze als interessant en uitdagend werkveld voor zowel HBO als MBO verpleegkundigen c.q. verzorgenden. Tevens vraagt het nieuwe zorgmanagement om een omslag in het denken en doen van organisaties: denken in individuele zorgpakketten en zorgprogramma’s en doen in termen van zorgarrangementen, casemanagement en netwerken. Deze coördinerende taken in de ketenzorg behoren tot de competenties van de HBOV. Het project is origineel en innovatief omdat het de eerste afdeling binnen de ouderenzorg in Nederland betreft, waar dagelijks samengewerkt wordt tussen MBO, HBO en bedrijfsleven én waarin sprake is van het zoeken naar echt innovatieve concepten. Daarnaast versterkt praktijkgericht onderzoek door de kenniskring Autonomie & Participatie (HSZuyd) de kwaliteit van zorg en de transfer van kennis en inzicht intern en extern. Het project heeft een voorbeeldfunctie. De samenwerking tussen bedrijfsleven, onderwijs en onderzoek moet leiden tot vele goede praktijkvoorbeelden, die vervolgens verbreed worden binnen de eigen instelling. Daarnaast worden de resultaten, inzichten en producten die het project oplevert ook uitgedragen naar andere sectoren en opleidingen in en buiten de regio.