Masterstress in het hbo, een onderzoek In het hoger beroepsonderwijs zijn prestatie-afspraken gemaakt. Het rendement moet omhoog, het personeel hoger geschoold. Onderwijsblad-medewerkers Yvonne van de Meent en Miro Lucassen deden onderzoek naar de effecten. Voor het verhaal spraken zij met tientallen mensen en enquêteerden hbo-leden van de Algemene Onderwijsbond. De enquête De enquête werd begeleid door Nico van Kessel en uitgevoerd door het ITS van de Universiteit Nijmegen. De respons was hoog: 19 procent van de aangeschreven AObleden vulden de enquête in. Aan de enquête begonnen ruim 500 deelnemers, daarvan bleven 411 volledig ingevulde vragenlijsten over. Naast vragen over de kwaliteitsafspraken kwamen ook andere onderwerpen aan het bod over de kwaliteit van de hogeschool, flexwerk, werkdruk en werknemerstevredenheid. Kenmerken deelnemers De deelnemers werken verspreid over het hele land en zijn werkzaam in alle hbosectoren. Een kwart werkt bij een educatieve opleiding, 86 procent doceert in de bachelorfase. Gemiddeld hebben de deelnemers 16 jaar werkervaring als hbo-docent en zijn ze gemiddeld 51 jaar oud. Er zijn ietsje meer vrouwen (51%) dan mannen. De gemiddelde aanstellingsduur is vier dagen per week en 36 procent van de deelnemers werkt full time. Driekwart van de deelnemers heeft een masterdiploma. Daarvan heeft 60 procent een wo-master en 17 procent een hbo-master. 16 procent studeert voor een mastertitel of is van plan dat op zeer korte termijn te gaan doen.
Inhoud pagina 2 pagina 8
Artikel HBO zucht onder masterstress Tabellen enquête
Het journalistiek onderzoek voor dit artikel is deels bekostigd uit een werkbeurs, beschikbaar gesteld door het Onderwijsfonds COCMA. Meer informatie op www.onderwijsjournalistiek.nl
1
Docent zonder titel belandt op dood spoor
HBO zucht onder masterstress Het niveau van het hbo moet omhoog. Daarom moeten duizenden docenten terug naar de collegebankjes om een mastertitel te halen. Wie in deze diplomarace achterblijft, riskeert een bestaan in de marge. Bij de uitvoering van de prestatieafspraak over docentkwaliteit komt het hbo stevig in de greep van de masterstress, blijkt uit onderzoek van het Onderwijsblad. Het onderwijs wordt er volgens docenten niet altijd beter van. “De grootste hark kan voor de klas staan als hij maar master is.” Tekst Miro Lucassen en Yvonne van de Meent Beeld Typetank Maximaal een uur kan Hester van der Ent vrijmaken voor een gesprek over haar masterstudie. De docent marketingcommunicatie bij Saxion heeft komende zomer geen vakantie, want haar scriptie moet nu echt af. “Niemand doet deze studie binnen twee jaar, helemaal niemand. Het is gewoon heel erg zwaar. Ik heb een dag studieverlof en daarnaast kost het me nog twaalf tot veertien uur per week.” Sinds 2008 hebben bijna 3500 hbo-docenten een lerarenbeurs aangevraagd voor een masterstudie. Het aantal aanvragen neemt elk jaar toe. Want het liefst zien politici en bestuurders alle hbo-docenten in het bezit van het masterpapiertje. Meer masters voor de klas zijn nodig om het niveau van het hbo te verhogen, luidt de mantra. Daarom hebben hogescholen in de prestatieafspraken met het ministerie van Onderwijs vastgelegd dat het opleidingsniveau van hun docenten omhooggaat. Om druk op de ketel te zetten, staan er sancties op het niet waarmaken van die afspraken. Hogescholen die de streefcijfers in 2016 niet halen, kunnen 7 procent van de bekostiging verspelen. Voor een grote hogeschool als Avans komt dat neer op 10 miljoen per jaar. De Hogeschool van Amsterdam kan zelfs 16 miljoen kwijtraken. Alleen nog masters voor de klas is voorlopig geen haalbare kaart, blijkt uit een inventarisatie van het Onderwijsblad. In 2012, het jaar waarin de teller ging lopen, had bij de tien grootste hogescholen 62,5 procent van de docenten een mastertitel. Dat moet volgens de prestatieafspraken met 13 procent toenemen tot 74,5 procent in 2016. Hogeschool Utrecht is het meest ambitieus en wil dat over twee jaar 86 procent van de docenten master is, om daarna door te stoten naar 100 procent in 2020. Een op de vijf HU-docenten moet dan bovendien gepromoveerd zijn. Hogeschool Inholland is van de tien grote hogescholen het minst ambitieus en vindt 61 procent masters voorlopig genoeg.
2
Kantklossen Hogescholen halen alles uit de kast om hun beloften waar te maken. Bij nieuwe benoemingen is een master meestal vereist. Ervaren en gewaardeerde flexdocenten zonder titel krijgen geen vaste aanstelling meer na de maximale periode van drie jaar in tijdelijke dienst. “Als ik een master kantklossen had gehad, was ik nu nog hbo-docent”, zegt een 43-jarige bachelor agrarische bedrijfskunde. Ondanks zijn twintig jaar ervaring in het bedrijfsleven en het onderwijs komt hij niet meer aan het werk in het hbo. Zzp’ers die van de Belastingdienst niet meer ingezet mogen worden als invaldocent, kunnen alleen een tijdelijke aanstelling krijgen als ze master zijn. Bachelors moeten op eigen kosten en in hun eigen tijd de onontbeerlijke titel zien te bemachtigen. De bachelors in vaste dienst worden stevig aangemoedigd een titel te halen. Zelfs bij opleidingen waar het afgesproken masterquotum al binnen handbereik is voelen zij zich toch genoodzaakt een titel te halen. Ze zijn bang op dood spoor te belanden zonder master. De feiten voeden die angst. Vast personeel hoeft niet meteen te vrezen voor degradatie, maar taken als onderwijsontwikkeling, begeleiden van afstudeerders, het coördineren van een team zijn steeds meer voorbehouden aan masters. Bachelors mogen binnenkort alleen nog onderwijs uitvoeren dat door anderen is bedacht. Diepgaande vakkennis, onderzoeksvaardigheden, over de grenzen van het vakgebied kijken: die academische kwaliteiten dragen allemaal bij aan het verhogen van het niveau, vinden hogescholen. Ze geven daarom meestal de voorkeur aan een universitaire master. Maar hbo-docenten volgen het liefst een hbo-master, blijkt uit een enquête onder AOb-leden waaraan dit voorjaar ruim 400 hbo-docenten meededen. Hbo-masters zijn sowieso geliefd bij leraren. Van de ruim 21.000 lerarenbeurzen die sinds 2008 zijn toegekend aan masterstudenten, wordt 85 procent verzilverd bij een hogeschool. Schakelcursus Dat een hbo-master in principe in twee jaar een diploma oplevert, draagt waarschijnlijk bij aan die populariteit. Hoe sneller de titel binnen is, hoe beter. Een universitaire master duurt langer omdat een hbo-bachelor meestal een schakelcursus moet doen om toegelaten te worden. “Ik heb natuurlijk gekeken naar een universitaire master in mijn eigen vakgebied. In het schakeltraject zou ik daar vakken moeten volgen waar ik nu zelf 3
les in geef”, zegt journalistiekdocent Tanja van Bergen, werkzaam bij de Hogeschool van Utrecht. Zij koos voor de master coaching van de particuliere hogeschool NCOI, in de verwachting daarvan profijt te hebben als studieloopbaanbegeleider. “Het is een semiwetenschappelijke verkenning, dus geen opleiding om daadwerkelijk te coachen. De academici onder mijn collega’s kijken er met welwillende spot naar. Maar toch merk ik dat ik wel degelijk een betere docent word en mijn onderzoeksvaardigheden verbeter.” Opnieuw iets leren is heerlijk, zeggen vrijwel alle docenten die bezig zijn met hun master, maar tegelijkertijd is het uiterst intensief. In de hbo-cao is afgesproken dat masterstudenten maximaal twee dagen per week studieverlof kunnen krijgen, waarvan anderhalve dag door de werkgever wordt betaald en een halve dag via de lerarenbeurs wordt gefinancierd. Het lijkt een riante regeling. “Ik ben nog nooit in mijn loopbaan zo goed gefaciliteerd”, zegt Marga Bron, docent HRM en stagecoördinator bij de Hogeschool van Amsterdam. Maar direct daarna: “Het lukt me niet altijd die dagen echt op te nemen. In september moesten honderd studenten een stageplaats krijgen, dan kom je niet aan het studieverlof toe.” Vertraging De tientallen studerende docenten die voor dit onderzoek zijn ondervraagd, bezweren dan ook dat het vrijwel niemand lukt in twee jaar een diploma te halen. Monique van den Heuvel, onderzoeker en docent schrijfvaardigheid bij de master leren & innoveren van de Hogeschool Rotterdam, de opleiding die zij zelf volgde: “De studiebelasting is bijna irreëel. Dat zie je ook aan de cijfers. Aan deze opleiding beginnen ongeveer veertig studenten per jaar. Twee jaar later zijn er misschien tien klaar.” Inhoudelijk kan het er ook pittig aan toe gaan. Van den Heuvel: “Ik ben zelf de beste ambassadeur voor deze opleiding, het heeft mij persoonlijk heel veel opgeleverd, maar niet iedereen is zo enthousiast. De overgang van bachelor naar master is groter dan waar men bij de opleiding van uitgaat. Je moet als masterstudent een behoorlijk stuk kunnen schrijven, maar dat kan niet iedereen. Dat studenten over academische en onderzoeksvaardigheden beschikken, wordt gewoon aangenomen. Zelfstandigheid is de norm, maar als student voel je je in het diepe gegooid.” Ook perikelen met roosters en onverwachte gebeurtenissen thuis of op het werk verstoren gemakkelijk de fragiele balans tussen werk, studie en zorgtaken. Sil de Nijs, docent social work bij de Hogeschool Utrecht, heeft zijn studie rechten bij de Open Universiteit op een laag pitje gezet omdat hij ondanks afspraken niet twee dagen in de week is vrij geroosterd. “Ik zou dus in mijn vrije tijd moeten studeren, maar ik heb een vrouw en vier kinderen en die gaan bij mij voor. Een collega die het wel is gelukt een masterdiploma te halen, heeft haar relatie mede door de werkdruk, zien stuklopen.” Docenten die geen studie erbij doen, hebben ook last van extra werkdruk. Zij moeten de taken overnemen die de ingevlogen flexdocenten niet zomaar kunnen uitvoeren. Geen wonder dat een ruime meerderheid van de geënquêteerde AOb-leden meldt dat de masterstress in hun team matig tot hoog is. Volgens driekwart is hun hogeschool als geheel stevig in de greep van de masterstress.
4
Sportschool De cursusaanbieders laten ook wel eens een steek vallen. Zo is het bij NCOI heel gewoon om de masterclasses op locatie te vervangen door digitaal afstandsonderwijs als er te weinig deelnemers zijn. Journalistiekdocent Tanja van Bergen: “En dan betaalt mijn hogeschool dus 15.000 euro voor elektronisch leren. Ik doe dat niet, het is al zwaar genoeg naast een baan. Zo’n bijeenkomst om de twee weken heeft het motiverende effect van de sportschool: als je een afspraak hebt, ga je ook echt.” Klagen helpt niet, merkte Saxion-docent Hester van der Ent. “Als er te weinig mensen in een groep zijn, krijg je gewoon geen les en moet je alles thuis doen. Ik vind de begeleiding echt minimaal. Heel slecht voor zo’n ontzettend dure opleiding.” Volgens directeur onderwijs Eric Verduyn biedt NCOI zoveel mogelijk een alternatief aan op een andere dag of locatie als groepen te klein zijn. Lukt dat niet, dan is e-learning de oplossing om de cursus door te laten gaan. “We ondervangen de ontbrekende contacturen met interessante casuïstiek, maar we weten dat onze studenten voor iets anders komen.” Hoe vaak dit soort perikelen leiden tot studievertraging of uitval is onbekend. Bij de tien grootste hogescholen staat een handvol afhakers geregistreerd. Volgens tussentijdse evaluaties stopt 7 procent van de leraren met een beurs ermee. Aan de andere kant: van slechts een kwart van de 40.000 docenten die de afgelopen zes jaar een lerarenbeurs hebben aangevraagd, staat vast dat ze een diploma hebben gehaald. Maar die cijfers zijn 5
nog lang niet compleet, blijkt uit navraag bij de Dienst Uitvoering Onderwijs, verantwoordelijk voor de lerarenbeurs. Het Centraal Planbureau begint dit jaar met onderzoek naar de effecten van de lerarenbeurs en het studierendement. Zes van de tien grote hogescholen verwachten dat ze de prestatieafspraken gaan halen of zelfs iets over het streefcijfer heen gaan. Hogeschool Inholland kan geen stand van zaken geven vanwege een reorganisatie. De Hogeschool Rotterdam ligt op schema als de honderd docenten meetellen die in augustus aan een master beginnen maar eind 2015 nog geen diploma zullen hebben. Fontys wijst erop dat het in bepaalde sectoren, bijvoorbeeld bij de snelgroeiende ict-opleidingen, lastig is om nieuwe masteropgeleide docenten te werven. En de HAN ziet de 80 procent er wel van komen, maar mogelijk iets voorbij de deadline. Finland De prestatieafspraken worden eerder net wel dan net niet gehaald. Maar is de operatie daarmee een succes? Is een master een betere docent dan een bachelor? “Een masterdiploma is geen garantie, maar als over een jaar of twintig vrijwel alle hbodocenten een master hebben, is het niveau van het onderwijs gewoon hoger”, stelt Olchert Brouwer, lid van de reviewcommissie die beoordeelt of universiteiten en hogescholen de prestatieafspraken hebben gehaald. “In een land dat investeert in het opleidingsniveau van docenten, gaat de kwaliteit van het onderwijs omhoog”, zegt ook de Tilburgse hoogleraar onderwijssociologie Marc Vermeulen, die als lid van de commissie-Rinnooy Kan aan de wieg stond van de lerarenbeurs. Hij baseert zich op internationale vergelijkingen waaruit blijkt dat landen als Finland, waar alle leraren een universitaire opleiding hebben, de beste onderwijsprestaties leveren. Klaas van Veen, hoogleraar onderwijskunde in Groningen, analyseerde in 2011 voor het ministerie van Onderwijs alle wetenschappelijke studies naar het opleidingsniveau van leraren en de kwaliteit van het onderwijs. Een verband tussen die twee blijkt er niet te zijn. “De kwaliteit van een docent is belangrijk, dat weten we. Maar daarbij gaat het niet om het opleidingsniveau, maar om de kwaliteit van het lesgeven. Zaken als contact leggen met leerlingen, de leerstof goed kunnen uitleggen, weten hoe leerlingen leren. Het draait om communicatie en vakdidactiek. Dat leer je niet in een master.” Uit de internationale vergelijkingen is veel te makkelijk de conclusie getrokken dat het masterniveau van doorslaggevende betekenis is, meent Van Veen. “Dat is echt een denkfout. Er is in Finland veel meer aan de hand.” Finse docenten krijgen ruimte en vertrouwen, terwijl het Nederlandse onderwijs - en zeker het hbo – bol staat van de procedures en regeltjes, controle en verantwoordingsdrift. In die cultuur gedijt een academisch gevormde docent niet. “Gechargeerd: in het hbo moet je als docent vooral goed zijn in het invullen van formulieren. In zo’n organisatie loont het helemaal niet om master te zijn.” Treurig Onder de enquêtedeelnemers houden voor- en tegenstanders van meer masters voor de klas elkaar vrijwel in evenwicht. Een op de drie vindt dat een bachelor net zo goed een excellent docent kan zijn. En een op de acht heeft liever een collega met praktijkervaring dan een master.
6
Veel vertrouwen dat de masterstress tot beter onderwijs leidt, hebben de geïnterviewde docenten niet. HU-docent Sil de Nijs: “Het is natuurlijk allemaal begonnen om het vergroten van de deskundigheid van docenten, maar bij de HU gaat het alleen nog maar om zoveel mogelijk masterdiploma’s. Maar collega’s die er niets van bakken voor de klas, bakken er nog steeds niets van als ze een mastertitel hebben gehaald.” Rop Verheijen, docent opleidingskunde bij de HAN, volgt een master begeleidingskunde waarmee hij erkend supervisor wordt. Er blijkt weinig ruimte om dat in te zetten voor curriculumontwikkeling, zoals zijn bedoeling was. “Er is nauwelijks tijd om nieuwe kennis te delen met collega’s.” Verheijen noemt het treurig dat de HAN afscheid neemt van invaldocenten die geen master hebben, met het argument dat bachelors onvoldoende onderzoeksvaardigheden hebben om studenten te begeleiden. “Onderzoeksvaardigheden zijn wel belangrijk, maar slechts een klein onderdeel van de expertise die je als hbodocent nodig hebt”, stelt hij. “Wij rennen in Nederland achter één dingetje uit het Finse model aan, die titels. Maar er zit geen visie achter over onderwijskwaliteit. We zouden het eens moeten hebben over wie er voor de klas staat, niet over wat er voor de klas staat. Het gaat in het onderwijs om de relatie tussen docent en student. Er moet een klik zijn, anders werkt het niet. Kennis is daar ondergeschikt aan. Maar wij doen het nu precies andersom. De grootste hark kan voor de klas staan, als hij maar master is.”
7
Tabellen enquête 1.
Masters en hbo
Vindt u het belangrijk dat er meer masters voor de klas komen in het hbo? Ja, een docent met een masterdiploma is een betere docent Ja, mits het om een vakinhoudelijke master gaat Ja, maar alleen als het om een academische master gaat Nee, een docent met een bachelordiploma kan ook excellent functioneren Nee, het is belangrijker dat er mensen met recente praktijkervaring voor de klas staan
12% 27% 16% 32% 13%
Bent u bezig met een masteropleiding of heeft u de wens om dit in de nabije toekomst te doen? Ja, ik ben bezig met een master hbo Ja, ik ben bezig met een master wo Ja, ik ben in de nabije toekomst van plan een master te doen Nee, ik heb al een masterdiploma Nee, ik ben bachelor en vind mezelf voldoende opgeleid Nee, ik wil wel maar mijn instelling biedt me onvoldoende studiefaciliteiten
6% 3% 7% 70% 10% 4%
Met welk doel zouden hbo-docenten volgens u een masteropleiding moeten volgen? Om hun vakkennis te vergroten en verdiepen Om hun pedagogisch-didactische kennis en vaardigheden te vergroten Om onderzoeksvaardigheden op te doen Om meer te leren over onderwijsontwikkeling
54% 16% 24% 7%
Zijn er collegas in uw team bezig met een opleiding, bijvoorbeeld tot master of een promotietraject? Ja, op aandringen van onze leidinggevende Ja, op eigen initiatief Nee, iedereen is voldoende geschoold Nee, onze collega’s met een bachelordiploma hebben geen extra titel nodig
52% 37% 8% 4%
Wie bepaalt welke opleiding u of uw collega's volgen? De leidinggevende De docent zelf In gezamenlijk overleg, maar het hogeschoolbeleid is kaderstellend
10% 32% 58%
Bij welke instelling volgen de meeste collega's een masteropleiding? Bij een universiteit Bij de Open Universiteit Bij de eigen hogeschool Bij een andere hogeschool Bij een particuliere hogeschool zoals NCOI of LOI Niet van toepassing, er zijn geen collega’s die een masteropleiding volgen
36% 3% 26% 24% 1% 10%
8
Volgens de cao-hbo krijgen docenten die een opleiding volgen voor 75 procent van de officiële studielast vrij en betaalt de werkgever de studiekosten. Ja, precies zoals de cao het voorschrijft Onze hogeschool biedt zelfs wat ruimere faciliteiten Niet helemaal volgens cao Nee, er zijn geen extra faciliteiten
58% 5% 30% 7%
Worden de collega's in uw team tijdens hun opleiding vervangen? Ja, helemaal Ja, maar alleen de contactenuren In principe wel, mits er voldoende vervangers zijn Wij moeten het als team zelf opvangen
12% 20% 27% 41%
Bij het invullen van vacatures zou de voorkeur moeten uitgaan naar kandidaten met een mastertitel. Solliciteren er voldoende gekwalificeerde kandidaten? Ja, het lukt altijd om goede docenten met een mastertitel te vinden Nee, bij ons worden er nog steeds bachelors aangenomen Uiteindelijk wel, maar vacatures blijven soms lang open staan
50% 29% 20%
9
2.
Effect master-eis op werk
Zijn er in uw team taken gewijzigd doordat er hogere opleidingseisen gelden voor docenten? Zittende docenten blijven doen wat ze altijd al deden helemaal van toepassing van toepassing neutraal niet van toepassing helemaal niet van toepassing
25% 34% 20% 15% 6%
Docenten zonder master mogen geen stagiairs en afstudeerders meer begeleiden helemaal van toepassing van toepassing neutraal niet van toepassing helemaal niet van toepassing
10% 8% 14% 33% 35%
Docenten zonder master worden niet meer ingezet bij de onderwijsontwikkeling helemaal van toepassing van toepassing neutraal niet van toepassing helemaal niet van toepassing
5% 8% 17% 39% 31%
Zonder master kun je geen studieloopbaanbegeleider meer zijn helemaal van toepassing van toepassing neutraal niet van toepassing helemaal niet van toepassing
1% 2% 14% 35% 48%
Docenten zonder master mogen alleen nog maar lesgeven helemaal van toepassing van toepassing neutraal niet van toepassing helemaal niet van toepassing
4% 7% 17% 39% 32%
10
3.
Masterstress?
De prestatieafspraken over het verhogen van het opleidingsniveau van docenten kunnen leiden tot masterstress. Geef het niveau van deze masterstress aan Voor uzelf nihil laag matig hoog
57% 14% 15% 14%
Voor uw team nihil laag matig hoog
15% 25% 35% 24%
Voor uw hogeschool nihil laag matig hoog
9% 16% 49% 26%
11
4.
Kwaliteit hogeschool
Wat vindt u van de kwaliteit van het onderwijs binnen uw instelling? Goed Voldoende Onvoldoende Slecht
32% 53% 13% 2%
Is de kwaliteit binnen uw instelling veranderd sinds er twee jaar geleden prestatieafspraken zijn gemaakt? De kwaliteit is toegenomen De kwaliteit is gelijk gebleven De kwaliteit is afgenomen
23% 57% 20%
Het aandeel hbo-docenten met minimaal een masteropleiding was in 2012 al gestegen naar zestig procent en moet door de prestatieafspraken snel toenemen Ja, het eindniveau van studenten is verbeterd Nee, het niveau gaat eerder achteruit Ik merk geen verschil
17% 14% 68%
Het eindniveau van het hbo wordt scherper bewaakt. Wat merkt u daarvan? Meer studenten halen de eindstreep niet Ik heb meer werk door alle herkansingen die studenten nodig hebben Helemaal niets, het gaat alleen om bureaucratie De kwaliteit van de afstudeerwerkstukken neemt zienderogen toe
15% 30% 32% 22%
Hogescholen hebben prestatieafspraken gemaakt over het verhogen van het aantal contacturen. Wat vindt u daarvan? Prima, bij ons kregen studenten veel te weinig les Goed plan, maar ik merk er in de praktijk weinig van Onzin, het aantal contacturen wordt alleen op papier verhoogd Onzin, het leidt er toe dat studenten nog minder tijd besteden aan zelfstudie
15% 52% 16% 17%
12
5.
Blended learning
Blended learning, waarbij het campusonderwijs wordt gecombineerd met online leren, is in opkomst. Hoe kijkt u tegen deze ontwikkeling aan? Het werd tijd, het hoger onderwijs loopt enorm achter met het inzetten van online leren helemaal mee eens 9% mee eens 28% neutraal 35% mee oneens 20% helemaal mee oneens 7% Prima, digitalisering kan voor een kwaliteitsimpuls zorgen helemaal mee eens mee eens neutraal mee oneens helemaal mee oneens
10% 38% 34% 13% 6%
Goede ontwikkeling, door het aanbieden van online colleges ontstaat er meer ruimte voor individuele begeleiding helemaal mee eens mee eens neutraal mee oneens helemaal mee oneens
11% 33% 28% 20% 8%
Een hype, de mogelijkheden van online leren worden zwaar overschat helemaal mee eens mee eens neutraal mee oneens helemaal mee oneens
12% 35% 29% 18% 7%
Gevaarlijk, digitalisering is weer een nieuwe manier om te bezuinigen op onderwijs helemaal mee eens mee eens neutraal mee oneens helemaal mee oneens
12% 34% 23% 20% 10%
13
6.
Studierendement
Het studierendement moet omhoog. Welke uitwerking hebben de rendementsbevorderende maatregelen in de praktijk? De druk om studenten een positieve beoordeling t egeven wordt groter helemaal mee eens mee eens neutraal mee oneens helemaal mee oneens
8% 30% 22% 32% 8%
De eisen die aan studenten worden gesteld gaan omlaag helemaal mee eens mee eens neutraal mee oneens helemaal mee oneens
8% 11% 20% 48% 11%
Studenten maken steeds vaker bezwaar tegen een negatieve beoordeling helemaal mee eens mee eens neutraal mee oneens helemaal mee oneens
16% 36% 29% 17% 3%
Studenten steken eindelijk meer tijd en energie in hun studie helemaal mee eens mee eens neutraal mee oneens helemaal mee oneens
2% 20% 35% 32% 11%
14
7.
Aanstelling en rechtspositie
Wat voor aanstelling heeft u? Voor onbepaalde tijd Tijdelijk contract Ingehuurd als zzp’er/freelancer Anders
93% 4% 0% 2%
Bent u tevreden met uw rechtspositie? Helemaal Niet echt Helemaal niet
67% 28% 6%
Heeft u buiten de hogeschool nog een andere baan? Ik werk nog bij een andersoortige, niet-onderwijsinstelling (bedrijfsleven, overheid) Ik werk nog op een andere onderwijsinstelling Ik ben zelfstandige en de hogeschool is één van mijn opdrachtgevers Nee
10% 5% 3% 82%
Geef een schatting van het aandeel collega's zonder vast dienstverband in uw team. Minder dan tien procent Tussen tien en twintig procent Tussen twintig en dertig procent Meer dan dertig procent
28% 33% 25% 14%
Neemt het aandeel van collega's zonder vast dienstverband in uw team toe? Ja, het aandeel zonder vast dienstverband neemt toe Nee, het aandeel zonder vast dienstverband neemt juist af Het aandeel zonder vast dienstverband blijft gelijk Weet niet
48% 19% 16% 18%
Krijgen collega's met een tijdelijke aanstelling na drie jaarcontracten een vaste baan? Altijd Alleen als ze de didactische cursus voor hbo-docenten hebben afgerond Alleen als ze de didactische cursus hebben afgerond en een masterdiploma hebben Zelden of nooit, na een periode in de WW krijgen ze vaak opnieuw een tijdelijk contract Wie zorgt er voor het inwerken van nieuwe (tijdelijke) collega's? Er is een instellingsbreed inwerktraject Een ervaren collega treedt op als coach Ze worden helemaal niet ingewerkt Ze volgen alleen een spoedcursus didactiek
15
13% 20% 40% 28%
10% 46% 36% 9%
Zijn docenten met een tijdelijke aanstelling volwaardig lid van uw team? Ja, ze doen met alle taken mee Nee, docenten met een vast dienstverband zetten de lijnen uit Nee, flexdocenten durven zich meestal niet uit te spreken Nee, ze hebben geen uren voor teamoverleg en taken buiten het lesgeven Het kabinet wil het inhuren van zzp'ers/freelancers voor onderwijstaken aan banden leggen. Wat vindt u daarvan? Helemaal mee eens, structurele taken moeten uitgevoerd worden door vast personeel Mee eens, er lopen in het hbo veel freelancers rond die liever in loondienst zouden zijn Jammer, dan raken we docenten kwijt die de beroepspraktijk in de klas brengen Jammer, freelancedocenten zorgen voor het ondernemende klimaat waar grote behoefte aan is
16
69% 14% 5% 11%
39% 24% 26% 10%
8.
Werkdruk en sfeer
Wat is uw algemene oordeel over de instelling waar u werkt? Heel positief Prima Voldoende Niet goed
8% 26% 47% 19%
Hoe beoordeelt u de samenwerking en sfeer in uw team? Heel positief Prima Voldoende Niet goed
20% 38% 30% 12%
Hoe ervaart u de werkdruk? Het werk is goed te doen in de tijd die ervoor staat De werkdruk is vooral in piekperioden hoog De werkdruk is voortdurend onaanvaardbaar hoog
4% 50% 45%
Welke uitwerking hebben de prestatieafspraken en flexibilisering op de werkdruk en samenwerking in uw team? Door de prestatieafspraken is de werkdruk enorm toegenomen helemaal mee eens mee eens neutraal mee oneens helemaal mee oneens
20% 45% 27% 6% 2%
Door de prestatieafspraken ontstaan er spanningen in het team helemaal mee eens mee eens neutraal mee oneens helemaal mee oneens
12% 32% 29% 23% 4%
Door de toename van het aantal flexwerkers moeten steeds nieuwe collega's worden ingewerkt en neemt de werkdruk toe helemaal mee eens mee eens neutraal mee oneens helemaal mee oneens
13% 35% 26% 19% 7%
Door de toename van het aantal flexwerkers hangt ons team als los zand bij elkaar helemaal mee eens mee eens neutraal mee oneens helemaal mee oneens
7% 17% 32% 31% 13%
17
18