Masterscriptie Sociologie
“Tegendraadse vrouwen” Een kwalitatief-sociologisch onderzoek naar gemengde relaties bij vrouwen van Marokkaanse afkomst
F. Outelli Universiteit van Amsterdam Opleiding Sociologie Maart 2008
1
“Tegendraadse vrouwen” Een kwalitatief-sociologisch onderzoek naar gemengde relaties bij vrouwen van Marokkaanse afkomst Foto: Particuliere collectie
Naam Studentnummer Scriptiebegeleider 1 Scriptiebegeleider 2
Fatima Outelli 0215058 Drs. C. Bouw Dr. J.P. Bruggeman
Faculteit der Maatschappij- en Gedragswetenschappen Universiteit van Amsterdam Opleiding Sociologie
Inhoudsopgave
2
Voorwoord 6
Hoofdstuk 1 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5 1.6 1.7 1.8 1.9
Gemengde relaties 8 Tegendraadse vrouwen 9 Onderzoeksvraag en bijbehorende deelvragen 10 Een kwalitatieve benadering 11 Afbakening van de onderzoeksgroep 12 Relevantie van het scriptieonderzoek 12 Beperkingen van het onderzoek 13 Persoonlijke motivatie voor het onderwerp en doelstellingen 14 Opbouw scriptie 15
Hoofdstuk 2 2.1 2.2 2.3
2.4 2.5
2.6 2.7
Het Theoretisch Kader
Inleiding 16 Concrete mensen met concrete ervaringen en gevoelens 16 Gemengde relaties in de literatuur 16 Een gemengde relatie als probleem 19 ‘De Marokkaanse cultuur’ 20 Maagdelijkheid 21 Roddel en sociale controle 22 Gemengde relaties in de Marokkaanse context 23 Partnerkeuze, loyaliteitsconflicten en ambivalentiegevoelens 25 Het symbolisch interactionisme 26 Drie fundamentele premissen 27 Het zelf(beeld)van de vrouwen 28 Goffman’s ‘Front-’ en ‘Back stage’ 29 ‘Structure’ en ‘agency’ 30 Conclusie 32
Hoofdstuk 3 3.1 3.2
Inleiding
Opzet en uitvoering van het onderzoek
Inleiding 33 Levensverhalen 33
3
3.4 3.5 3.6
Kwaliteit van levensverhaleninterviews 33 Selectiecriteria en benadering 36 De onderzoeksgroep geïntroduceerd 37 Miriam aan het woord 42 Miriam, ‘De eerder getrouwde vrouw’ 43 Conclusie 46
Hoofdstuk 4 4.1 4.2 4.3
4.4 4.5 4.6
Inleiding 47 De eerste ontmoetingen 47 Wel een serieuze relatie 49 Waarom je het ouders niet vertelt 51 Schuld-, angst- en schaamtegevoelens 51 Eigen onzekerheid 52 Wie vertel je het wel en wie niet? 53 Geheimhouding als strategie 56 Conclusie 57
Hoofdstuk 5 5.1 5.2
5.3 5.4
5.5
De Bekendmaking
Inleiding 58 De tweede fase niet aangaan 58 Voorbereiding, bekendmaking en reactie 59 Hoe vertel ik het mijn ouders? 60 Tussenpersoon 62 Strategieën 64 Reacties en strategieën van de ouders 64 Strategieën van de vrouwen 65 Zoektocht naar steun 65 Conflict benoemen, maar streven naar oplossing 66 Rationalisaties; ‘Ik doe toch niets verkeerds’ 67 Bereidheid van de partner tot aanpassing 69 Conclusie 69
Hoofdstuk 6 6.1 6.2
Geheimhouding
Hoe nu verder?
Inleiding 71 In conflict of in harmonie? 71 Ongehuwd samenwonen 72
4
6.3 6.4
6.5
Trouwen 73 Herstellen van familiebanden 76 Geen moeite meer doen 78 Verder met haar leven 79 Conclusie 80
Hoofdstuk 7 7.1 7.2 7.3 7.4 7.5 7.6
Inleiding 82 Roddel en sociale controle 82 Roddel en strategieën 83 Roddel en de functie ervan voor ouders van Marokkaanse afkomst 86 Roddel, een belangrijke weerstand 87 Conclusie 89
Hoofdstuk 8 8.1 8.2 8.3 8.4
8.5 8.6 8.7 8.8
Roddel
Conclusie
Inleiding 90 Drie verschillende fasen en het ontwikkelen van strategieën 90 Afstand nemen van de eigen groep? 93 Tegendraadse vrouwen 95 Hoe verhouden de vrouwen uit dit scriptieonderzoek zich tot andere vrouwen van de Marokkaanse gemeenschap die geen gemengde relatie hebben? 96 Tegenstrijdige gevoelens; loyaliteit en ambivalentie 97 Emancipatie op het gebied van partnerkeuze 98 De Toekomst? 99 Aanbevelingen voor nader onderzoek 100
Bibliografie 102 Bijlage I:
De Topiclijst 106
Voorwoord Voor u ligt de masterscriptie “Tegendraadse vrouwen”. Een kwalitatief-sociologisch onderzoek naar de gemengde relatie van vrouwen van Marokkaanse afkomst. In dit
5
scriptieonderzoek heb ik getracht een aantal belangrijke vragen te beantwoorden. Dat was voor mij een intensief, verhelderend en leerzaam proces. Interviews met tien vrouwen van Marokkaanse afkomst vormen de basis van deze scriptie. Mijn dank aan deze vrouwen is groot. Zij hebben mij in hun persoonlijke levens toegelaten en hun ervaringen met mij gedeeld. De duur en uitwerking van de interviews maakten het werk veeleisend, maar dankzij het vertrouwen en medewerking van deze vrouwen liggen er nu indrukwekkende verhalen van sterke, tegendraadse vrouwen die kiezen en vechten voor hun eigen geluk. Ook als dit betekende dat zij Marokkaanse regels en tradities hebben moeten doorbreken. In deze periode heeft mijn scriptiebegeleidster Carolien Bouw mij de begeleiding gegeven die ik nodig had om dit resultaat te bereiken. Hiervoor dank ik haar van harte. Ook Jeroen Bruggeman wil ik bedanken voor zijn adviezen en de interessante gesprekken die ik met hem had over dit scriptieonderwerp. Tot slot, maar zeker niet in de laatste plaats, wil ik ook Roy en Mina danken omdat zij, zonder dat door te hebben, mij keer op keer inspiratie en moed gaven om door te zetten en mijn scriptie af te schrijven.
Fatima Outelli Maart 2008
Hoofdstuk 1
Inleiding
In veel culturen en ook in de Marokkaanse cultuur is een voorgenomen huwelijk een aangelegenheid die twee families aangaat. Problematische situaties ontstaan vooral wanneer er tussen een verliefd paar verschillen bestaan in bijvoorbeeld huidskleur, nationaliteit,
6
godsdienst, sociale klasse en opleidingsniveau. Ouders, broers, zussen, andere familieleden, vrienden, vriendinnen en kennissen kunnen heftig reageren op een relatie waarbij een of meer van deze verschillen aanwezig zijn. Welk verschil het belangrijkst is voor de sociale omgeving hangt af van de tijd, plaats en groep waarin de relatie plaatsvindt. Ik richt mijn scriptieonderzoek op de gemengde relaties bij vrouwen van Marokkaanse afkomst. Het belangrijkste verschil tussen de vrouwen en hun partners is het verschil in etniciteit. Onlosmakelijk verbonden met het verschil in etniciteit is vaak ook het verschil in godsdienst, huidskleur en cultuur. Voor de relatie- en gezinsvorming tussen partners van verschillende etnische herkomst bestaat binnen het publieke en wetenschappelijke debat veel aandacht. Onderzoeksinstituten zoals het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) en het Nederlands Interdisciplinair Demografisch Instituut (NIDI), de media en ook sociologen en andere sociale wetenschappers tonen interesse in dit fenomeen. In Nederland heeft Hondius (1999) onderzoek gedaan naar hoe er in de periode van 1945 tot heden tegen gemengde huwelijken is aangekeken. Hondius onderzocht hoe tolerant de Nederlandse samenleving was en wat men vond van het verschijnsel van vermenging. Andere wetenschappelijke studies naar gemengde huwelijken gaan vaak over hoe gemengde huwelijken kunnen ontstaan. In deze onderzoeken wordt tevens gezocht naar patronen, consequenties en stabiliteit van deze huwelijken (Barron 1951, Alba & Golden 1986, Kalmijn 1998). Daarnaast zijn er ook studies die tot doel hebben de mate van integratie en van menging van allochtone bevolkingsgroepen in kaart te brengen. Deze wetenschappelijke onderzoeken richten zich meer op het macroniveau en leggen daarmee de nadruk op de wisselwerking die er bestaat tussen partnerkeuze en veranderingen op het maatschappelijke niveau (Hooghiemstra 2003:35). Uit onderzoek blijkt dat 8% van de vrouwen van Marokkaanse afkomst in Nederland getrouwd is met een autochtoon en 4% van deze vrouwen is getrouwd met overige (nietMarokkaanse) allochtonen (Distelbrink & Hooghiemstra 2005:33). Dit betekent dat, in de periode 2001-2003, 12% van de vrouwen van Marokkaanse afkomst in Nederland een etnisch gemengd huwelijk heeft. Deze vrouwen hebben de grenzen van de eigen Marokkaanse groep overschreden op het gebied van partnerkeuze. Wat deze gegevens ons niet duidelijk maken is hoeveel vrouwen wel een grensoverschrijdende relatie hebben, maar niet zijn getrouwd. Ook zeggen deze gegevens niets over de weerstanden waarop deze vrouwen stuiten en hoe zij daarmee omgaan. Het perspectief van de betrokkenen zelf blijft in deze statistieken buiten beeld. In dit scriptieonderzoek gaat het wel om dat perspectief van de betrokkenen zelf en om hoe de ‘wereld achter de cijfers’ eruitziet voor deze vrouwen. 7
1.1
Gemengde relaties
Een ‘gemengde relatie’ of een ‘gemengd huwelijk’ zijn geen eenduidige begrippen. Wat, wanneer en door wie een huwelijk als gemengd wordt beschouwd, hangt af van de heersende normen en de aanvaarde groepsgrenzen (Hondius 1999:5). In de naoorlogse periode tot begin jaren zestig van de vorige eeuw betroffen, in Nederland, de ‘gemengde huwelijken’ huwelijken van katholieken met protestanten of onkerkelijken. Tegenwoordig refereert de term ‘gemengd huwelijk’ eerder naar huwelijken waarin partners verschillen in bijvoorbeeld etniciteit, nationaliteit en/of geboorteland. Volgens Emmelkamp kan de etnisch gemengde relatie hierdoor beschouwd worden als een logisch uitvloeisel van een etnisch gemêleerde samenleving (Emmelkamp 2000:2) In een gemengde relatie of huwelijk brengen beide partners, afkomstig uit een andere culturele groep, twee culturen samen in hun relatie. In dit scriptieonderzoek gebruik ik de volgende definitie voor het begrip gemengde relatie: ‘een langdurige relatie, al dan niet in de vorm van een huwelijk, waarbij de partners verschillende etnische achtergronden hebben’. Een gemengde relatie, een grensoverschrijdende partnerkeuze, verloopt niet altijd zonder problemen. Vooral niet in een cultuur, zoals de Marokkaanse, waarin kinderen van jongs af aan ingeprent krijgen volgens welke sociaal-culturele en religieuze regels en tradities een partner gevonden moet worden. Zij die zich niet aan deze voorschriften houden, zoals de vrouwen in dit scriptieonderzoek, worden “als het ware teruggefloten of riskeren uit de familie te worden verstoten”(Emmelkamp 2000:3). Vooral meisjes en vrouwen van Marokkaanse afkomst krijgen met de hevigste problemen en weerstanden te maken wanneer zij een relatie aangaan met iemand van een andere etniciteit, cultuur en/of religie. Mannen van Marokkaanse afkomst daarentegen ervaren minder moeilijkheden bij zo’n een relatie. Een van de verklaringen hiervoor is dat er binnen de meeste Arabische culturen een patriarchale structuur bestaat waarin culturele beperkingen strenger worden opgelegd aan meisjes en vrouwen dan aan jongens en mannen (Kulczycki &Lobo 2002). Hondius (1999) onderzocht ook de acceptatieprocessen van kerkelijk gemengde paren en van etnisch gemengde paren. De onderzoeksgroepen waren afkomstig van verschillende etnische groepen. Emmelkamp (2000) onderzocht de gemengde relaties tussen Nederlanders en Marokkanen van de tweede generatie. De onderzoekgroepen betroffen jonge mannen en vrouwen, die een dergelijke gemengde relatie zijn aangegaan. In deze onderzoeken worden de processen beschreven van gemengde relaties bij mannen en vrouwen van verschillende culturele afkomst. Er wordt aandacht geschonken aan hoe ouders, andere familieleden en 8
vrienden reageren op de relatie. Maar ook is onderzocht hoe de mannen en vrouwen zelf, als partners, omgaan met de reacties op hun relatie. In dit scriptieonderzoek worden de partners van de vrouwen van Marokkaanse afkomst buiten beschouwing gelaten. De enige relevantie van deze partners is hun niet-Marokkaanse afkomst en hun eventuele bekering tot het islamitische geloof. In dit scriptieonderzoek wordt een eerste aanzet gegeven om inzicht te verwerven in het proces dat vrouwen van Marokkaanse afkomst doorlopen wanneer zij een gemengde relatie hebben. Daarnaast stelt dit scriptieonderzoek zich tot doel om inzicht te verwerven in factoren binnen de Marokkaanse cultuur (vooral op het gebied van partnerkeuze), in de weerstanden waarmee de vrouwen te maken krijgen en in de manieren waarop zij het hoofd bieden aan problematische situaties. Dat alles op basis van de verhalen van tegendraadse vrouwen die de moed hebben gehad om in te gaan tegen heersende regels en tradities binnen hun eigen Marokkaanse groep.
1.2
Tegendraadse vrouwen
In de Marokkaanse samenleving zijn de onderwerpen seks, relaties en liefde omgeven met een taboe (Pels 1998:122). Het begrip taboe verwijst naar onderwerpen waarover niet gesproken mag worden. Binnen de traditionele cultuur gaat het onder andere om de ‘kuishuid’ van een vrouw; de vrouw mag geen ongeoorloofd contact hebben met iemand van het andere geslacht, dat tast de eer, het aanzien of prestige van haar familie aan (Abu-Lughod 1999). Wanneer over deze vrouw geroddeld wordt of wanneer er vermoedens of aanwijzingen zijn van haar ‘geschonden eer’, dan worden er sancties opgelegd. Dit kan een belangrijke reden zijn waarom vrouwen van Marokkaanse afkomst hun liefdesrelaties geheim houden totdat zij hun ouders zelf op de hoogte kunnen stellen. Voor de ouders, van de vrouwen met wie ik gesproken heb, is het onderwerp ‘gemengde relaties en huwelijken’ taboe beladen en onbespreekbaar. De vrouwen hanteren andere normen en waarden dan hun ouders als het gaat om gemengde relaties. Zij stellen hiermee het taboeonderwerp ‘gemengde relaties’ ter discussie. Wat ik verder in de scriptie wil laten zien is dat de vrouwen die discussie aanvankelijk uit de weg gaan door hun gemengde relatie in eerste instantie inderdaad geheim te houden. Processen van geheimhouding zijn een van de belangrijkste en meest complexe problemen waar het in deze scriptie over zal gaan. Het is duidelijk gemaakt dat deze vrouwen een keuze maken die niet past bij de Marokkaanse voorschriften op het gebied van partnerkeuze. Het is om deze reden dat zij zichzelf tegendraads noemen, zij voelen zich 9
anders dan andere vrouwen van Marokkaanse afkomst. Vanwege hun tegendraadse karakter; ingaan tegen, en niet conformeren aan vastgestelde normen in de Marokkaanse cultuur, maar ook vanwege de wil om eigen keuzes na te streven in plaats van de familiale. Over deze tegendraadse vrouwen gaat dit scriptieonderzoek. De vrouwen met wie ik gesproken heb wonen samen of zijn getrouwd met een nietMarokkaanse partner. Hiermee laten zij zien dat zij de sociale controle trotseren; welke weerstanden zij hierbij tegen komen en welke strategieën zij hebben aangewend om het hoofd te bieden aan deze weerstanden, vormen de belangrijkste onderzoeksonderwerpen van dit scriptieonderzoek. Ik heb geluisterd naar de stemmen en verhalen van deze vrouwen over hun ervaringen met hun gemengde relatie. Hoewel de verhalen zeer divers zijn, vormen zij samen de kern van dit scriptieonderzoek waarin de volgende onderzoeksvraag en deelvragen centraal staan.
1.3
Onderzoeksvraag en bijbehorende deelvragen
De onderzoeksvraag van dit scriptieonderzoek luidt: Hoe verloopt het proces van gemengde relaties bij vrouwen van Marokkaanse afkomst en hoe gaan zij om met de verschillende weerstanden binnen hun sociale omgeving?
Deelvragen: 1)
Welke fasen zijn er te onderscheiden in het proces van gemengde relaties bij vrouwen van Marokkaanse afkomst?
2)
Met welke weerstanden krijgen ze te maken en waarom?
3)
Hoe reageren de vrouwen op de weerstanden en welke strategieën passen ze toe om deze het hoofd te bieden?
4)
Zijn daar patronen in te ontdekken?
5)
Hoe verhouden de vrouwen uit dit scriptieonderzoek zich tot andere vrouwen van de Marokkaanse gemeenschap die geen gemengde relatie hebben?
1.4
Een kwalitatieve benadering
Zoals ik eerder noemde gaat het mij om het perspectief van de vrouwen met wie ik gesproken heb. In kwantitatieve onderzoeken naar gemengde huwelijken blijven de belevingen van de mensen zelf buiten beeld. Maar zoals Emmelkamp mooi verwoordt, is gedegen onderzoek nodig wanneer men werkelijk inzicht wil in de situatie van gemengde relaties (Emmelkamp 2000:3). Het doel van deze scriptie is niet om een theorie te toetsen maar om het perspectief van de vrouwen zelf te verkennen en de verschillende processen met betrekking tot hun 10
gemengde relaties te ontdekken. Ik heb daarom gekozen voor een kwalitatieve onderzoeksmethode. Een belangrijk gevolg van deze manier van onderzoek doen is dat ik niet meer dan tien interviews heb kunnen afnemen. Deze interviews zijn echter tien intensieve gesprekken geweest, waarbij het mogelijk is gemaakt om diepgaande informatie te verzamelen over ervaringen, gedachten en belevingen. In hoofdstuk drie ga ik verder in op de diepteinterviews, die ik in dit scriptieonderzoek levensverhaleninterviews noem.
Dit scriptieonderzoek is descriptief van aard en gericht op het beschrijven van verschillende aspecten van het proces waarin vrouwen van Marokkaanse afkomst omgaan met een, voor hen, levensveranderende en problematische fase in hun leven, namelijk het aangaan van een gemengde relatie met een niet-Marokkaan. De betekenissen die de vrouwen toekennen aan verschillende situaties en mensen en de strategieën die zij ontwikkelen om het hoofd te bieden aan weerstanden vanuit hun directe sociale omgeving vormen belangrijke onderwerpen in dit scriptieonderzoek. Die betekenissen, strategieën en bijbehorende processen van geheimhouding en roddel moeten uit het empirische gedeelte naar voren komen. De methode om deze te achterhalen is niet de zogenoemde analytische methode (erklären). De methode die hier gebruikt is wordt door de Duitse socioloog Max Weber verstehen genoemd. Weber heeft de sociologie omschreven als een wetenschap die het sociaal handelen van mensen wil begrijpen. Het begrijpen van het gedrag van mensen, verstehen, is een belangrijk uitgangspunt in de interpretatieve stroming in de sociologie (Wallace & Wolf 1999:191-192). Het argument hierbij is dat ook subjectieve fenomenen ‘echt’ zijn en dus betrokken moeten worden in elk onderzoek naar menselijk gedrag. Een ander aspect van kwalitatieve dataverzameling is de gerichtheid op mensen en specifieke omstandigheden waarin zij verkeren. Ook de nadruk op de woorden en meningen van deze mensen, in plaats van de nadruk op cijfers, spreekt mij in kwalitatief onderzoek aan. 1.5
Afbakening van de onderzoeksgroep
Het scriptieonderzoek is er op gericht om het proces van ‘het aangaan van een gemengde relatie’ bij de onderzoeksgroep zichtbaar te maken. De vrouwen van Marokkaanse afkomst zijn in Nederland geboren en opgegroeid (slechts een enkeling is in Marokko geboren). Door de media en in wetenschappelijk onderzoek worden deze vrouwen vaak als allochtonen of Marokkanen gecategoriseerd. In dit scriptieonderzoek verwijs ik echter naar (Nederlandse) vrouwen van Marokkaanse afkomst, omdat veel vrouwen bezwaar hebben om alleen gezien te 11
worden als een allochtone of Marokkaanse vrouw, zij zijn immers ook in Nederland geboren en getogen. Het is niet eenvoudig geweest vrouwen van Marokkaanse afkomst, die een etnisch gemengde relatie hebben, te vinden. Bij de selectie van de respondenten is daarom geen spreiding nagestreefd naar opleidingsniveau, leeftijd, arbeidsparticipatie of andere kenmerken. De vrouwen die ik geïnterviewd heb variëren in leeftijd van 23 tot 44 jaar. Dit betekent dat de onderzoeksgroep vrouwen bevat die in verschillende leeftijds- en levensfasen (verkering, samenwonend, verloofd, getrouwd, kinderen etc.) zitten. Dat de vrouwen zich dan ook in verschillende fasen van het proces (van het aangaan van een gemengde relatie) bevinden fungeert als voordeel voor het onderzoek. De veronderstelling is dat de levensfase waarin de vrouw zich bevindt een grote rol speelt bij de manier waarop zij haar problematische situatie verwoordt en ervaart. Maar ook kan de levensfase een invloed hebben op hoe de sociale omgeving reageert op haar etnisch gemengde relatie. Zo is bijvoorbeeld de overgrote meerderheid van de Marokkanen in Nederland (90 procent van de eerste en 80 procent van de tweede generatie) van mening, dat het ongehuwd samenwonen van een man en vrouw afkeurenswaardig is (Van Praag 2006:83). Met behulp van de levensverhalen die de vrouwen vertellen kan ik als onderzoeker achterhalen welke invloed verschillende betekenissen hebben op verschillende situaties (met betrekking tot hun gemengde relaties). Het zijn deze betekenissen die inzicht kunnen geven in hoe de vrouwen hun eigen keuzes rechtvaardigen. Zoals Davis en Brinkgeve ook beschrijven is het de taak van de socioloog om “omstandigheden te doorgronden en te laten zien hoe en waarom levensverhalen een bepaalde vorm krijgen”(Davis & Brinkgeve 2002:12).
1.6
Relevantie van het scriptieonderzoek
Gemengde huwelijken staan volgens Sterckx altijd in het brandpunt van de strijd tussen verschillende groepen in een samenleving, of het nu etnisch of religieus gemengde huwelijken zijn, of huwelijken tussen mensen van verschillende klasse, rang of stand (Sterckx 2007:101). De gemengde relaties van vrouwen van Marokkaanse afkomst kunnen belangrijke gevolgen hebben voor de Marokkaanse gemeenschap in Nederland. Steeds vaker ontwikkelen deze vrouwen een voorkeur voor een partnerrelatie waarin gelijkwaardigheid en communicatie centraal staan (Hooghiemstra 2003:11). Het traditionele systeem van partnerkeuze binnen de Marokkaanse gemeenschap is hierdoor aan verandering onderhevig. Wat betekent het voor deze Marokkaanse gemeenschap wanneer het aantal gemengde huwelijken toeneemt? Hoe
12
vaker de vrouwen buiten de eigen groep trouwen, hoe meer leden van de Marokkaanse gemeenschap in ieder geval geconfronteerd worden met gemengde relaties en huwelijken. De onderzoeksvraag is een belangrijke vraag, omdat deze inzicht geeft in hoe vrouwen van Marokkaanse afkomst, die in de Nederlandse multiculturele samenleving leven, een voortdurende strijd moeten aangaan als het gaat om hun partnerkeuze. Ieder van de betrokkenen in dit scriptieonderzoek heeft haar eigen manier om deze strijd te bevechten. Niet alleen vrouwen van Marokkaanse afkomst met een gemengde relatie zullen zich herkennen in de verhalen, ook andere vrouwen van verschillende afkomst, zullen herkenning vinden, wanneer zij zelf te maken hebben (gehad) met weerstanden tegen hun grensoverschrijdende partnerkeuze.
1.7
Beperkingen van het onderzoek
Dit scriptieonderzoek is door middel van tien levensverhaleninterviews in combinatie met literatuurstudie uitgevoerd. Deze scriptie kan, vanwege het kleinschalige karakter ervan, geen representatief beeld bieden over aantallen en trends. Tegelijkertijd wil ik benadrukken dat dit ook niet het doel van het onderzoek is geweest. Een volgende beperking heeft te maken met mijn eigen afkomst. Dat ik als onderzoekster ook van Marokkaanse afkomst ben, heeft zowel voor- als nadelen. De vrouwen kunnen zich juist argwanend opstellen, omdat ik gezien wordt als een lid van de Marokkaanse groep. De vrouwen weten van te voren niet welk oordeel ik heb over het onderwerp ‘gemengde relaties’ dat in de Marokkaanse cultuur taboe omgeven is. De argwanende opstelling die de meerderheid van deze vrouwen in het begin in meer of mindere mate innemen, verdwijnt echter wanneer ik hen vertel dat ik zelf ook een gemengde relatie heb en dat ik dus goed kan begrijpen in welke problematische situaties zij zich in bevinden.
1.8
Persoonlijke motivatie voor het onderwerp en doelstellingen
Twee jaar geleden heb ik mijn bachelorscriptie (voor de opleiding Sociologie) geschreven over etnisch gemengde relaties. De titel luidde;‘Etnisch Gemengde Relaties, Invloeden van Sociale Netwerken en de Verschillen tussen Autochtone en Allochtone Sociale Netwerken’. In deze bachelorscriptie heb ik de (invloeden van) sociale netwerken van allochtone en autochtone respondenten in kaart gebracht. Ook heb ik inzicht gegeven in hoe de 13
respondenten van verschillende etnische achtergronden waarderingen hechten aan de reacties, meningen en handelingen van hun sociaal netwerk. Voor de masterscriptie leek de problematiek van etnisch gemengde relaties mij nog steeds een goed onderwerp. Daarbij wilde ik een stap verder gaan en mij richten op de Marokkaanse cultuur omdat ik als Marokkaanse goed besef dat gemengde relaties en huwelijken van vooral Marokkaanse vrouwen uitzonderingen zijn. Het wordt deze vrouwen kwalijk genomen wanneer zij de Marokkaanse groepsgrenzen overschrijden als het gaat om hun partnerkeuze. Ze krijgen te maken met heftige weerstanden en moeten heel wat obstakels overwinnen. Dit terwijl mannen van Marokkaanse afkomst zelfs geprezen worden wanneer zij met een Nederlandse vrouw thuis komen, zeker als die ook nog moslim is of wordt. Mijn persoonlijke betrokkenheid bij het scriptieonderwerp speelt een belangrijke rol. Als Marokkaanse werd ik verliefd op een Surinaamse jongen. Ik kwam terecht in een situatie waarvan ik niet had verwacht dat ik die zou meemaken. Want als Marokkaanse werd ik opgevoed met het idee dat ik op een dag zou trouwen met een Marokkaan. Ik was het er nooit mee eens, ik heb altijd laten weten dat ik zelf bepaal met wie ik wil trouwen, maar toen ik mijn vriend leerde kennen had ik toch eigenlijk verwacht dat ik het niet zou doorzetten, vanwege mijn ouders en familie. Het doorzetten heb ik uiteindelijk toch gedaan en wij zijn nu vier jaar samen. Ik vroeg mij af hoe andere vrouwen van Marokkaanse afkomst omgaan met problemen die zij ervaren met hun gemengde relatie. Zelf ervaar ik hoe moeilijk het is om met opgeheven hoofd op straat te lopen wanneer je ziet dat Marokkanen jou aanstaren en over jou roddelen. En ook wanneer je hoort dat het groepje jongens waar je langs loopt, jou uitscheldt. Zelf heb ik het ook ervaren hoe moeilijk het is om je eigen vrienden en vriendinnen in vertrouwen te nemen en hen te vertellen dat je verliefd bent geworden op een niet-Marokkaan. De meiden van wie ik dacht dat het mijn vriendinnen waren, bleken dat op het meest belangrijke moment in mijn leven niet te zijn. Ben je nu echt verliefd op die neger of maak je een grap en dat kun je toch niet menen hahaha waren enkele opmerkingen die zij maakten toen ik hen vertelde over mijn relatie. Ik werd uitgelachen, en zij begrepen niet hoe ik dit mijn ouders kon aandoen. Hij is zeker moslim geworden voor jou, daar gingen zij van uit. Zij hebben mij nooit de kans gegeven om hen vertellen hoe ik mij voel in mijn relatie. Daarnaast heb ik het moeilijk gehad met mijn ouders. Vooral mijn moeder heeft moeite met wat andere mensen wel over ons, als familie, zullen zeggen. Als jonge vrouw van Marokkaanse afkomst heb ik het nodige meegemaakt als het gaat om mijn etnisch gemengde relatie. In korte tijd heb ik leren inzien hoe intolerant veel mensen 14
kunnen zijn. Met deze scriptie hoop ik niet alleen het inzicht in, maar ook het begrip voor tegendraadse vrouwen van Marokkaanse afkomst die een gemengde relatie hebben, zoals ik, te vergroten.
1.9
Opbouw scriptie
De hoofdstukindeling van dit scriptieonderzoek volgt grotendeels de volgorde van het eerste gedeelte van mijn onderzoeksvraag: hoe verloopt het proces van gemengde relaties bij vrouwen van Marokkaanse afkomst? Nadat ik in hoofdstuk twee mijn theoretisch kader en in hoofdstuk drie de opzet en uitvoering van mijn onderzoek uiteen heb gezet, richt ik mij in het vierde hoofdstuk ‘geheimhouding’ op de eerste fase van het proces dat vrouwen van Marokkaanse afkomst doorlopen wanneer zij een gemengde relatie zijn aangegaan. Ik laat onder meer zien hoe processen van geheimhouding de eerste complexe problemen zijn waarmee de vrouwen te maken krijgen. In deze fase bereidt de vrouw zich voor op de bekendmaking van haar gemengde relatie. De tweede fase ‘ de bekendmaking’ wordt in hoofdstuk vijf gepresenteerd. In dit hoofdstuk wordt het duidelijk dat er geen weg meer terug is naar de geheime relatie. De vrouwen hebben een ‘echte’ beslissing gemaakt en zullen deze voortzetten zodra ouders op de hoogte gebracht zijn. Tevens wordt er in dit hoofdstuk uitvoerig ingegaan op de strategieën van de vrouwen om het hoofd te bieden aan allerlei weerstanden. Ook reacties en strategieën van ouders komen in dit hoofdstuk aan bod. In hoofdstuk zes ‘hoe nu verder?’ ga ik in op welke stappen de vrouwen na de bekendmaking hebben ondernomen. Zijn zij gaan samenwonen, verloven of trouwen? Mijn respondenten krijgen in elke fase te maken met een van de belangrijkste weerstanden, roddel. In hoofdstuk zeven ‘roddel’ ga ik hier op in. In het laatste hoofdstuk van deze scriptie presenteer ik mijn conclusies.
Hoofdstuk 2 2.1
Het Theoretisch Kader
Inleiding
Concrete mensen met concrete ervaringen en gevoelens
15
De theorievorming over partnerkeuze op microniveau heeft vooral plaatsgevonden binnen het kader van de theorie van de rationele keuze (Hooghiemstra 2003:39). Het is echter van belang om de rationaliteit van bepaald gedrag (grensoverschrijdende partnerkeuze) niet te overschatten. Door alleen uit te gaan van een rationele-keuzebenadering bij partnerkeuze, worden samenhangende emoties, belevingen en belevenissen sterk onderschat. Voor de betrokkenen zelf komt er namelijk meer bij kijken. Doordat zij de grenzen van de eigen etnische, religieuze groep overschrijden om hun partners te kiezen krijgen zij te maken met (loyaliteits-)conflicten en ambivalenties. De socioloog Schuyt (2002) constateert dat de sociologie steeds minder gaat over concrete mensen, met concrete ervaringen, met persoonlijke geschiedenissen en toekomstidealen. De aandacht lijkt steeds meer te gaan naar de mens als een knooppunt van objectieve kenmerken, die op grootschalige manieren worden verzameld. Hierbij wordt, aldus Schuyt, onterecht verondersteld dat ingewikkelde sociale verbanden vanuit deze objectieve individuele kenmerken kunnen worden verklaard (Schuyt 2002:186). In deze scriptie is de keuze gemaakt om juist concrete mensen met hun concrete gevoelens en ervaringen te onderzoeken. Hierbij kijk ik naar gemengde relaties op verschillende niveaus. Ik kijk zowel naar de individuele partnerkeuzes van mijn respondentengroep als naar de intermenselijke verhoudingen (microniveau): zoals hoe de directe sociale omgeving van ouders, familieleden en vriendinnen reageren op de gemengde relatie. Hierbij let ik op hoe de vrouwen zich presenteren in sociale interacties met anderen. Daarnaast heb ik ook oog voor gemengde relaties op macroniveau. Ik zal kijken naar de consequenties van gemengde relaties op niveau van de Marokkaanse gemeenschap.
2.2
Gemengde relaties in de literatuur
Wanneer het verschijnsel van gemengde relaties en huwelijken wordt bestudeerd dan gaan deze onderzoeken meestal over de causale factoren, patronen, consequenties en stabiliteit van deze relaties (Barron 1951, Alba & Golden 1986, Kalmijn 1998 ). Daarnaast hebben onderzoeken naar gemengde relaties ook het doel om de mate van integratie en van vermenging bij allochtone bevolkingsgroepen in kaart te brengen. Hierbij wordt uitgegaan van de veronderstelling dat deze relaties (meer dan andere relaties zoals vriendschapsrelaties, verworven relaties met buren, collega’s en/of studiegenoten) iets zeggen over de mate waarin verschillende bevolkingsgroepen elkaar accepteren, tolereren en met elkaar leven. Het wordt om deze reden beargumenteerd dat gemengde relaties en huwelijken belangrijke meetinstrumenten zijn voor onderzoeken naar structurele assimilatie en de sociale 16
afstanden/grenzen tussen etnische groepen (Alba & Golden 1986:203). Schrover beschrijft dat er sinds 1996 meer geschreven wordt over gemengde huwelijken, maar dat de relatie tussen gemengd huwen en integratie niet geproblematiseerd wordt (Schrover 2001:83). Ik zal de aandacht, hoe interessant dat ook is, niet richten op de dubbelrol die gemengde huwelijken volgens Schrover hebben in het integratieproces; namelijk dat deze huwelijken zowel het resultaat van als een stimulans zijn voor integratie (Schrover 2001:83). Zoals Schrover zelf aangeeft is het onduidelijk wanneer gemengde huwelijken deze rol spelen. Zijn alleen de gemengde huwelijken tussen autochtonen en allochtonen een voorwaarde voor integratie of zijn de gemengde huwelijken tussen autochtonen van verschillen afkomst dat ook, aldus Schrover (2001).
Patronen van partnerkeuzes worden al sinds het begin van de vorige eeuw onderzocht en beschreven door sociologen (Kalmijn 1998:396). Kalmijn (1998) beschrijft dat deze patronen niet verklaren waarom mensen binnen de eigen etnische, culturele en/of religieuze groep trouwen (endogamie) en waarom mensen trouwen met mensen die dezelfde kenmerken hebben (homogamie). Patronen van partnerkeuzes komen volgens Kalmijn (1993 & 1998) voort uit een wisselwerking van drie sociale factoren. De eerste factor zijn de individuele preferenties (welke karaktereigenschappen zijn het belangrijkst in een partner). De tweede factor heeft te maken met de invloed van de sociale groep waarvan individuen lid zijn. En de laatste factor heeft te maken met de beperking van een huwelijksmarkt. Hooghiemstra zegt over deze derde factor dat sekseverhoudingen en relatieve omvang van deze huwelijksmarkt van invloed zijn (Hooghiemstra 2003:35).Volgens Kalmijn worden deze drie factoren binnen het sociologisch perspectief gebruikt om patronen van partnerkeuze te begrijpen (Kalmijn 1998:398). Over hoe partnerkeuze gestuurd kan worden bestaan uitgebreide theorieën (Kalmijn 1998, Schrover 2001) die ik in deze scriptie niet verder zal behandelen. Wel ga ik in op een van de belangrijkste invloeden op de partnerkeuze van mijn respondentengroep, namelijk de ontmoetingskansen. Over patronen van partnerkeuze buiten de eigen groep kan gezegd worden dat de drie genoemde factoren een rol spelen, maar de partnerkeuze wordt ook beïnvloed door ontmoetingskansen (Schrover 2001, Van den Berg 2007). Wanneer er in een samenleving veel verschillende bevolkingsgroepen naast elkaar leven, zoals in Nederland, dan spreken we van een heterogene samenleving. Heterogeniteit refereert aan verschillende bevolkingsgroepen die van elkaar worden onderscheiden op basis van bijvoorbeeld cultuur, etniciteit, nationaliteit en religie. De sociale relaties tussen leden van verschillende sociale, 17
culturele, etnische en religieuze groepen worden ook wel intergroup relations genoemd (Blau e.a. 1982:20). Uit een ander onderzoek van Blau (1977) blijkt dat de mate van heterogeniteit van invloed is op de kans dat twee personen van een verschillende cultuur, etniciteit, nationaliteit en religie elkaar ontmoeten. Hoe sterker de mate van heterogeniteit hoe groter de kans op ontmoetingen en hoe groter de kans op sociale relaties tussen leden van verschillende groepen. Deze ontmoetingen zeggen echter nog niet veel over hoe zij kunnen leiden tot gemengde relaties en huwelijken, maar de kansen op deze gemengde relaties en huwelijken worden daarmee wel vergroot. De afwezigheid van zulke, in eerste instantie, oppervlakkige ontmoetingen, vormen namelijk een belemmering in het ontstaan van sociale relaties tussen leden van verschillende groepen. Sterckx (2007) beschrijft hoe het uit de statistieken blijkt dat het minder toevallig is met wie we trouwen, dan we geneigd zijn te denken. Het belang van mogelijkheden om elkaar te ontmoeten wordt in de literatuur ondersteund. Onbekend maakt onbemind, aldus Sterckx, bij weinig contact tussen verschillende sociale groepen, is de kans klein dat we spontaan iemand met een heel andere herkomst ontmoeten en daarop verliefd worden (Sterckx 2007:105). Wanneer leden van verschillende groepen op grote afstand van elkaar wonen en werken dan zijn de kansen op ontmoetingen klein, ongeacht de aanwezigheid van een sterke mate van heterogeniteit. De kansen op sociale relaties tussen leden van verschillende sociale, etnische, culturele en religieuze groepen zijn het grootst wanneer deze leden in dezelfde buurt wonen, bij elkaar op school zitten, samen werken, samen sporten of samen uitgaan (Blau 1977, Sterckx 2007, Veldboer e.a. 2007). Voor de vrouwen uit dit scriptieonderzoek klopt dit theoretische uitgangspunt, zij hebben hun niet-Marokkaanse partners leren kennen in omgevingen waarin er veel contact is tussen verschillende sociale groepen. Alle vrouwen met wie ik gesproken heb wonen, studeren, werken en gaan uit in grote steden waarin de afstanden tussen sociale groepen klein zijn, de kansen op ontmoetingen zijn hiermee vergroot. Zonder deze kansen zouden gemengde relaties minder vaak voorkomen. Uit de literatuur weten we dat gemengde relaties juist toenemen, mede dankzij deze grotere ontmoetingskansen (Schrover 2001, Hooghiemstra 2003, Van den Berg 2007). Deze toenemende ontmoetingskansen en toenemende gemengde relaties zeggen iets over het diverser worden van de Nederlandse samenleving, maar ook van de Marokkaanse gemeenschap. Dit betekent dat er steeds meer mensen zijn die zich minder vasthouden aan de eigen groepsgrenzen, dit blijkt voor de vrouwen uit dit onderzoek wel het geval te zijn. 18
Gemengde relaties kunnen een gevolg zijn van een diverser wordende samenleving, waarin ontmoetingskansen toenemen en steeds meer mensen zich minder vasthouden aan de eigen groepsgrenzen. Gemengde relaties kunnen ook een voorwaarde zijn voor sociale relaties tussen mensen van verschillende groepen, zoals twee families die door een gemengde relatie met elkaar in aanraking komen. Gemengde relaties kunnen dus bijdragen aan (mogelijk) contact tussen verschillende groepen, dit contact leidt echter niet tot, zoals Schrover (2001) het noemt, een acceptatie van verschil. In de volgende subparagraaf ga ik in op hoe mensen reageren op gemengde relaties.
Een gemengde relatie als probleem “De gronden waarop we een huwelijk als gemengd beschouwen zijn in de loop van de geschiedenis regelmatig veranderd” (Sterckx 2007:103). Zoals ik in de inleiding al noemde hebt zijn de begrippen ‘gemengde relatie’ of een ‘gemengd huwelijk’ geen eenduidige begrippen. Hondius (1999) oppert dat wat, wanneer en door wie een huwelijk als gemengd wordt beschouwd afhangt van de heersende normen en de aanvaarde groepsgrenzen. Ondanks ‘vastliggende grenzen’ van een groep bestaan er ook mensen die deze grenzen overschrijden als het gaat om hun partnerkeuze, zoals de vrouwen van Marokkaanse afkomst met wie ik gesproken heb. Het overschrijden van deze grenzen wordt echter binnen verschillende religieuze en etnische groepen als (zeer) problematisch ervaren, niet alleen binnen de Marokkaanse groep. In de literatuur wordt het beschreven dat ook ouders van Nederlandse en andere afkomst bepaalde verwachtingen hebben als het gaat om bijvoorbeeld de partnerkeuze van hun kinderen (Veldboer e.a. 2007). En Sterckx beschrijft hoe het onderzoek van de Nederlandse Gezinsraad aangeeft dat 30 procent van de Nederlandse ouders liever niet zien dat hun kind met een allochtoon trouwt (Sterckx 2007:102). Een intieme relatie aangaan of trouwen met iemand buiten de eigen religieuze, etnische en/of nationale groep kan dus binnen elke groep gezien worden als het verraden van de idealen, waarden en normen van de eigen groep. Een gemengde relatie is, zoals Sterckx (2007) noemt, per definitie problematisch. Familie, vrienden en kennissen voelen zich niet alleen gekwetst, maar ook bedreigd. De eigen familiale, religieuze en/of culturele tradities worden namelijk in gevaar gebracht, doordat ze in een gemengd huwelijk vervagen (Kalmijn 1998). De partners hebben immers verschillende religieuze, culturele en/of nationale achtergronden en dus ook verschillende normen, waarden en tradities (Hondius 1999, Hooghiemstra 2003, Van den Berg 2007). Uiteraard zullen de reacties van groepen waarin
19
veel waarde gehecht wordt aan familiebanden en traditie heftiger zijn dan groepen waarin mensen meer waarde hechten aan de eigen verantwoordelijkheid en autonomie. Wat, wanneer en door wie een relatie of huwelijk als gemengd wordt beschouwd lijkt een kwestie van definitie te zijn. Voor veel Marokkaanse ouders is een huwelijk tussen een Arabier en een Berber, tussen een Berber uit het noorden en een uit het zuiden ook gemengd (Sterckx 2007:108). Omdat niet de nationaliteit van de partners verschilt, maar de culturele tradities en de taal. Om te begrijpen hoe en waarom gemengde relaties binnen de Marokkaanse context problematisch zijn, zal ik eerst ingaan op belangrijke kenmerken van ‘de Marokkaanse cultuur’.
2.3
‘De Marokkaanse cultuur’
In deze scriptie gebruik ik de begrippen ‘vrouwen van Marokkaanse afkomst’, ‘de Marokkaanse gemeenschap’ of ‘de Marokkaanse cultuur’ erg vaak. In deze paragraaf wil ik benadrukken dat die Marokkaanse afkomst, gemeenschap en cultuur zeer divers zijn en continu aan verandering onderhevig zijn. Begrippen zoals ‘de Marokkaanse cultuur’ of ‘de Nederlandse cultuur’ zijn ook problematisch. Een cultuur is namelijk nooit voor iedereen hetzelfde. Individuen hechten verschillende waarden en betekenissen aan culturele uitingen. Marguerite van den Berg (2007) oppert dat de migratiegeschiedenis van Marokkanen in Nederland, zoals deze vaak in de literatuur geschetst wordt, de indruk wekt van een homogene groep waarin individuen weinig van elkaar verschillen. Onterecht, volgens Van den Berg, want natuurlijk verschillen Marokkanen in Nederland op allerlei vlakken van elkaar (Van den Berg 2007:19). Er zijn bijvoorbeeld verschillen tussen mannen en vrouwen en tussen Marokkanen uit de stad en van het platteland. Ook zijn de verschillen tussen de eerste en tweede generatie van Marokkanen in Nederland aanzienlijk. Volgens Pels en De Gruijter beschikken meisjes en vrouwen van de tweede generatie over meer keuze- en bewegingsvrijheid, is de rol- en taakverdeling in het gezin minder traditioneel en de verhouding tussen man en vrouw minder hiërarchisch” (Pels & De Gruijter 2006:144). Een ander belangrijk verschil is de moedertaal van Marokkanen in Nederland. In Nederlands spreekt ongeveer 70% tot 80% van de Marokkanen een Berbertaal (Eldering 2002:21, Van den Berg 2007:20). Voor de rest van de Marokkanen in Nederland is het MarokkaansArabisch de moedertaal. Het verschil tussen ‘Berbers’ en ‘Arabieren’ gaat verder dan alleen taalverschil. Deze bevolkingsgroepen ervaren ook verschillen in regels en tradities. Dus ook hier speelt de kwestie van gemengde huwelijken wanneer een Berber met een Arabier wil trouwen. Zoals Bouw beschrijft kunnen Arabische families bezwaar maken tegen een Berber 20
schoondochter, of omgekeerd. (Bouw e.a. 2003). De reacties op deze gemengde huwelijken zullen echter minder heftig zijn dan wanneer een partnerkeuze op iemand uit een nietMarokkaanse groep valt. In de literatuur over Marokkanen in Nederland komt een duidelijk familiesysteem naar voren; het patriarchale systeem waar de man, de vader of grootvader het voor het zeggen heeft (Van den Berg 2007, Pels & De Gruijter 2006, Eldering 2002). Dit familiesysteem kan net als ‘de Marokkaanse cultuur’ of ‘de Nederlandse cultuur’ echter niet zo statisch worden opgevat. Volgens Van den Berg komt een beeld van “onderhandeling, verandering in de huidige Nederlandse context ten opzicht van vroegere tijden in Nederland en de Marokkaanse context, en de dynamiek aan de oppervlakte wanneer familieopvattingen intensief worden onderzocht” (Van den Berg 2007:92). Het toenemende aantal gemengde relaties en huwelijken is daar een voorbeeld van. Wat ik hier duidelijk wilde maken is dat ‘de Marokkaanse cultuur’ niet bestaat. Het begrip cultuur is geen statisch begrip, het verandert voortdurend en wordt hierbij onder andere beïnvloed door invloeden van andere culturen.
Maagdelijkheid Hoewel de Marokkaanse opvoeding en cultuur dus verandert, hebben Marokkaanse ouders in Nederland nog steeds een grote invloed op de keuze van huwelijkspartners van hun kinderen. Vooral bij meisjes oefenen ouders veel invloed uit (Bouw e.a. 2003, Eldering 2002). Meisjes en vrouwen van Marokkaanse afkomst hebben daarom vaak te maken met de hevigste problemen als het gaat om het hebben van een gemengde relatie. Emmelkamp beschrijft dat in de opvoeding van een meisje, vooral in de meest cruciale levensfase, tussen de eerste menstruatie en de voltrekking van haar huwelijk, er op wordt toegezien dat zij een zekere afstand houdt tot mannen (Emmelkamp 2002:21). Het huwelijk is een zeer belangrijke gebeurtenis, omdat het voor een meisje de overgang van maagd naar gehuwde vrouw is, het huwelijk luidt daarmee ook het begin van een nieuwe levensfase in (Sterckx & Bouw 2005, Eldering 2002:71, Hooghiemstra & Niphuis-Nell 1995:67). “Het huwelijk wordt zowel door ouders als jongeren gezien als een onafwendbare gebeurtenis waarin ouders een belangrijke stem hebben in de selectie van een partner” (Hooghiemstra 2003:103). Dit betekent dat de wijze waarop ouders de toekomst van hun kinderen uitstippelen weinig ruimte laat voor een huwelijk met iemand buiten de groep. Meisjes en vrouwen moeten maagd blijven om religieuze redenen, maar vooral ook omwille van het prestige en de eer van de familie. Een vrouw mag geen ongeoorloofd contact 21
hebben met iemand van het andere geslacht; dat tast het aanzien of prestige van haar familie aan. Maagdelijkheid is een van de belangrijkste waarden in islamitische culturen zoals de Marokkaanse. Volgens Buitelaar maakt maagdelijkheid deel uit van een ruimer symbolisch complex waarin de maatschappelijke dominantie van mannen tot uitdrukking komt (Buitelaar 2002:144). Hierbij is de kuisheid van een vrouw een belangrijk sleutelbegrip; een vrouw dient zich kuis te gedragen om de eer van de familie niet te schaden. In het Marokkaanse huwelijksen personenrecht is het tevens opgenomen dat meisjes en vrouwen tot hun huwelijk maagd moeten blijven (Eldering 2002:72). Dit geschetste patroon van opvoeding van meisjes is natuurlijk aan verandering onderhevig, ook in Marokko zelf. Hierbij wil ik wijzen op de veranderbaarheid en de dynamiek van culturele en religieuze normen.
Roddel en sociale controle Door de nadruk op maagdelijkheid, kuisheid en eer van de familie, staan meisjes en vrouwen meer onder sociale controle dan jongens (De Valk & Liefbroer 2004:3). In de Marokkaanse gemeenschap is roddel een middel om sociale controle uit te oefenen. Het geroddel is weliswaar minder heftig en minder levensbedreigend dan in de Turkse cultuur (De Vries 1990), maar dat neemt niet weg dat de aanwezigheid ervan de levens van meisjes en vrouwen van Marokkaanse afkomst zowel maatschappelijk als privé beperkt. In hun levens zijn processen van geheimhouding dus zeer aanwezig. Van den Berg beschrijft dat roddel een activiteit of interactie lijkt te zijn die mensen in staat stelt om hun relatie te versterken en om anderen dus buiten te sluiten (Van den Berg 2007). Roddel heeft een duidelijke component: de roddelaars roddelen over anderen om hun oordeel te geven over bepaald gedrag. Met als doel die personen buiten de groep te plaatsen, maar ook om de eigen groep ‘hecht’ te houden(Elias & Scotson 1965). In deze scriptie geven roddelaars hun oordeel over de keuze van een vrouw van Marokkaanse afkomst voor een nietMarokkaan. In hoofdstuk zeven van deze scriptie zal ik, met behulp van meer theorie en interviewmateriaal, uitvoeriger ingaan op het onderwerp roddel. Sociale controle is een belangrijk aspect binnen de Marokkaanse gemeenschap. Veel van de vrouwen met wie ik gesproken heb zeggen zelf ervaren te hebben dat Marokkanen in Nederland veel meer roddelen dan Marokkanen in Marokko. Dat Marokkanen in Nederland veel roddelen is niet verwonderlijk volgens Van Gemert, helemaal niet als men zich realiseert dat het bij roddel eigenlijk gaat om een discussie over de morele orde binnen de eigen gemeenschap (Van Gemert 1998:246). Zo beschrijft Buitelaar dat het debat over de eigen 22
morele orde vooral aangewakkerd wordt in de migratiecontext, waarin mensen geconfronteerd worden met omgangsvormen die sterk afwijken van wat zij zelf gewend zijn (Buitelaar 2002:145). De migratiecontext maakt ouders van Marokkaanse afkomst onzekerder en daardoor strenger. De Marokkanen in Nederland, vooral de eerste generatie, houden zich stevig vast aan de normen en waarden waarmee zij zijn opgegroeid, omdat zij zich bedreigd voelen. Er bestaat een angst voor het verdwijnen van de eigen tradities, normen en waarden. Niet alle ouders houden zich even strikt aan waarden die de symbolische grens aangeven tussen wij (Marokkanen) en zij (Nederlanders). Zoals ik eerder beschreven heb, zijn verschuivingen merkbaar in opvoedingspatronen, en grotere bewegingsruimte van meisjes is daar een voorbeeld van (Sterckx & Bouw 2005, Pels 1998:54-55). Bovendien worden Marokkaanse families, opvattingen, rollen en loyaliteiten, volgens Van den Berg, in een veranderende context steeds anders geïnterpreteerd (Van den Berg 2007:92). Om een voorbeeld te noemen; de opvattingen over gemengde relaties worden beïnvloed wanneer steeds meer mensen binnen de eigen groep te maken krijgen met deze relaties. Een ander voorbeeld is dat de loyaliteit van kinderen tegenover hun Marokkaanse ouders en cultuur verandert wanneer zij steeds meer waarde hechten aan individuele doelen.
2.4
Gemengde relaties in de Marokkaanse context
Vanuit de Marokkaanse cultuur worden kinderen opgevoed met de vanzelfsprekendheid dat zij op een dag zullen trouwen. De keuze van een huwelijkspartner wordt echter vaak gedeeltelijk (of soms niet) aan de jongen of het meisje zelf overgelaten. Wat ook vanzelfsprekend is, is dat de huwelijkspartner van Marokkaanse afkomst dient te zijn. Veel jonge vrouwen en mannen zijn met deze gedachte opgegroeid. Uit onderzoek blijkt dat zij vooral op zoek zijn naar een partner met hetzelfde geloof en herkomst (Hooghiemstra 2003:159, Sterckx &Bouw 2005). Sommigen van hen kiezen voor een partner uit de eigen etnische groep, anderen richten zich op het land van herkomst en slechts enkelingen overschrijden de eigen etnische groepsgrenzen voor het vinden van een partner. Veel Marokkaanse ouders hebben er bezwaar tegen dat hun zoon of dochter met een niet-Marokkaan trouwt. Vooral de gemengde relaties van de vrouwen binnen de Marokkaanse cultuur worden afgekeurd. Emmelkamp oppert dat pogingen om deze relaties te verbreken daarom niet uit zullen blijven (Emmelkamp 2002:26). De Marokkaanse sociologe NaamaneGuessous (1994) beschrijft in haar boek, Achter de schermen van de schaamte: de vrouwelijke seksualiteit in Marokko, dat in het bewustzijn van de meeste mensen religie en traditie door 23
elkaar gehaald worden. Veel Marokkanen, zowel hier in Nederland als in Marokko, beweren dat etnisch gemengde relaties haram zijn, verboden door de islam, terwijl dit niet het geval is, aldus Naamane-Guessous. Ook volgens Emmelkamp (2002) laat de islam wel ruimte open voor interetnische en interreligieuze relaties. Of een gemengde relatie nu wel of juist niet mag, is in de praktijk vooral een kwestie van hoe het gedefinieerd wordt. Het wordt in volgende hoofdstukken duidelijk dat de vrouwen uit dit onderzoek en hun ouders verschillende definities hanteren als het gaat om het wel of niet haram zijn van de gemengde relatie. Welke betekenissen de vrouwen hechten aan het islamitische geloof en aan de mening van hun ouders zal van invloed zijn op hoe deze definities zich ontwikkelen.
Eldering beschrijft dat de huwelijkssluiting in de Marokkaanse traditie niet zozeer een religieus karakter heeft, maar dat het vooral gezien wordt als een contract tussen de families van de bruid en bruidegom (Eldering 2002:71). Vanuit dit oogpunt kan begrepen worden waarom ouders van Marokkaanse afkomst tegen het gemengde huwelijk van hun dochter zijn, ongeacht de eventuele bekering van de niet-Marokkaanse bruidegom tot de islam. Wanneer hun dochter wil trouwen met een man van Nederlandse, Turkse of andere etnische achtergrond, realiseren de ouders zich dat zij zich niet verbonden zullen voelen met de families van deze man. Ze kennen de familie van de bruidegom niet en hebben, volgens Sterckx en Bouw, de betrouwbaarheid en de waarden en normen van deze familie niet kunnen onderzoeken en goedkeuren (Sterckx &Bouw 2005). Volgens traditionele regels zijn het de ouders die het initiatief nemen om een huwelijk tussen twee families te arrangeren (De Valk & Liefbroer 2004). Pas nadat zij hebben kunnen onderzoeken of de huwelijkskandidaat voldoet aan bepaalde criteria zoals de inpasbaarheid in de familie, het geloof, goed gedrag, eerlijkheid en betrouwbaarheid wordt een huwelijksaanzoek gedaan (Eldering 2002, Pels 1998, Sterckx & Bouw 2005). Huwelijken en partnerkeuze zijn nauw verbonden met het in stand houden van de eigen groep en gemengde huwelijken kunnen door ouders als bedreigend gezien worden voor het voortbestaan van de groep. Ouders willen continuïteit met het verleden en met de eigen familie in het land van herkomst in stand houden. Volgens Hooghiemstra zijn het deze gevoelens van betrokkenheid, loyaliteit en identificatie die sterk leven onder ouders van Marokkaanse afkomst (Hooghiemstra 2003). De reacties van ouders en anderen op een gemengde relatie laten, volgens Sterckx en Bouw (2005), weinig twijfel bestaan over de mate waarin een sociale norm wordt overschreden. Sterckx oppert dat een gemengde relatie dan
24
ook vooral een keuze is van jongeren die voor hun succes minder afhankelijk zijn van hun ouders en familie (Sterckx 2007:110).
Partnerkeuze, loyaliteitsconflicten en ambivalentiegevoelens Op grond van genoemde voorkeuren van ouders van Marokkaanse afkomst voor een nietgemengd huwelijk, wordt het aangaan en bekend maken van een gemengde relatie zeer problematisch voor hun kinderen. In deze paragraaf wil ik met behulp van literatuur laten zien hoe loyaliteitsconflicten en ambivalenties vorm kunnen krijgen in het dagelijkse leven van meisjes en vrouwen van Marokkaanse afkomst, wanneer zij een gemengde relatie bekend hebben gemaakt aan hun omgeving. Zonen en vooral dochters staan vaak onder druk van hun ouders om een bepaalde partner te kiezen. Onder vrouwen en mannen van de tweede generatie zijn patronen van relatievorming aan veranderingen onderhevig. Zij zoeken naar manieren om de eigen zeggenschap over de keuze voor een partner, ook van niet-Marokkaanse afkomst, te vergroten zonder de rol van ouders volledig af te wijzen (De Valk & Liefbroer 2004:3). Jongeren van Marokkaanse afkomst leggen steeds meer de nadruk op autonomie en het maken van eigen vrije keuzes. Deze jongeren willen zelf bepalen wat het beste is voor hen en hoe ze gelukkig worden en dat geldt ook voor partnerkeuze (Hooghiemstra 2002, Sterckx & Bouw 2005 en De Koning & Bartels 2005). Dit betekent echter niet dat deze jongeren in de praktijk geen rekening houden met hun ouders en familie. In conflicterende situaties waar er sprake is van ambivalentie zal een individu een handeling uitvoeren die met twee stemmen spreekt (Koch 1987:272). Het aangaan van een gemengde relatie is voor een vrouw van Marokkaanse afkomst een handeling die tweestemming kan zijn. Aan de ene kant wil de vrouw haar eigen keuzes maken en haar eigen doelen nastreven, maar aan de andere kant realiseert zij zich dat zij met haar onconventionele partnerkeuze haar ouders veel verdriet doet. De vrouw kampt met ambivalentiegevoelens, omdat zij zich nog steeds loyaal voelt tegenover haar ouders. In de literatuur wordt beschreven hoe jongeren van Marokkaanse afkomst de eigen zeggenschap over de keuze voor een partner vergroten, maar de rol van ouders hierbij niet volledig afwijzen (Hooghiemstra 2001, De Valk & Liefbroer 2004). Met dit theoretisch perspectief in het achterhoofd verwacht ik dat mijn respondenten zich wel degelijk bewust zijn van de negatieve weerstanden waarmee zij te maken zullen krijgen en dat zij hun handelingen hierop zullen aanpassen. Sterckx vermoedt dat vooral hoogopgeleiden die druk kunnen weerstaan (Sterckx & Bouw 2005:120, Sterckx 2007). 25
De vrouwen van Marokkaanse afkomst die een gemengde relatie aangaan, zullen zich bewust zijn van de weerstanden waarmee zij (bij de bekendmaking van de relatie) te maken zullen krijgen vanuit hun sociale omgeving. Buitelaar beschrijft hoe de bewuste keuze van vrouwen om soepeler om te gaan met de strenge regels van hun ouders over de omgang met jongens, in de praktijk vaak ambivalente gevoelens oproept (Buitelaar 2000:143). Ook Sterckx en Bouw beschrijven hoe Marokkaanse jongeren doorgaans meer dan hun Nederlandse leeftijdsgenoten, rekening houden met de wensen en verwachtingen van hun ouders, maar dat de invloed van ouders en de mate van individuele vrijheid van de jongeren enorm kan verschillen (Sterckx & Bouw 2005:110). Dit is vooral afhankelijk van de (machts)relaties binnen een gezin. Hier speelt hoe onafhankelijk ouders durven te zijn tegenover de Marokkaanse gemeenschap. Maar ook hoe onafhankelijk dochters durven te zijn wanneer zij een hogere opleiding hebben genoten of een baan hebben. De vrouwen uit dit onderzoek hebben een tegendraads patroon van partnerkeuze gevolgd, maar ik verwacht dat de loyaliteit met ouders, familie en identificatie met de eigen groep niet zomaar aan de kant gezet worden. Loyaliteitsconflicten en ambivalentiegevoelens spelen, zoals uit hun verhalen zal blijken, een belangrijke rol in hun leven. Het zijn de manieren waarop de vrouwen die loyaliteitsconflicten oplossen; de strategieën die zij hiervoor ontwikkelen, die ik in kaart wil brengen. Er zijn verschillende manieren om conflict op te lossen, de verschillende betekenissen die mensen hechten aan dingen spelen een rol op hoe zij dat doen.
2.5
Het symbolisch interactionisme
Het symbolisch interactionisme is een sociologische benadering die hulp biedt bij het begrijpen van een individu en zijn/haar sociaal gedrag. Deze benadering gaat er van uit dat de betekenissen die een individu geeft aan de dingen, verschijnselen en gebeurtenissen om hem heen, van essentieel belang zijn om het individu zelf en/of de sociale werkelijkheid om hem/haar heen te begrijpen. De nadruk wordt hierbij gelegd op de innerlijke gedachten en emoties van een individu en zijn/haar sociaal gedrag. Dit betekent dat de sociale werkelijkheid en de persoonlijke identiteit van een individu begrepen kunnen worden vanuit de interactie met anderen, en de daaruit voortkomende spanningen en conflicten. Problematische situaties worden door individuen, en in dit geval door de vrouwen uit deze scriptie, op verschillende manieren geïnterpreteerd. Ik ga er vanuit dat deze interpretaties of betekenissen van problematische situaties van invloed zijn op de strategieën die vrouwen
26
ontwikkelen om weerstanden het hoofd te bieden. Ik zal dit uitgangspunt toelichten met drie fundamentele redeneringen van het symbolisch interactionisme.
Drie fundamentele premissen Om het belang van betekenis in menselijk handelen, de bron van betekenisgeving en de rol van betekenis in interpretatie te benadrukken, beschrijf ik hieronder Blumer’s (1969) drie premissen toegepast op de onderzoeksgroep van mijn scriptie; vrouwen van Marokkaanse afkomst die zich in een problematische situatie bevinden, doordat zij een gemengde relatie zijn aangegaan.
1)
Mensen reageren op de dingen om hen heen op basis van de betekenis die de dingen
voor hen kan hebben. Deze eerste premisse zegt iets over hoe de vrouwen, met wie ik gesproken heb, met zichzelf ‘in gesprek gaan’ (zelfinteractie) over hoe zij hun eigen situatie het beste kunnen aanpakken. Deze interne gesprekken zijn de middelen waarbij mensen “take things into account and organize themselves for action” (Wallace & Wolf 1999:200). Er wordt eerst betekenis gegeven aan ‘de dingen om hen heen’, deze ‘dingen’ kunnen refereren naar reacties van hun sociale omgeving op de gemengde relatie, ook kunnen deze ‘dingen’ refereren naar personen. Deze betekenis is vervolgens van invloed op hoe zij handelen. Het wordt verder in de scriptie duidelijk hoe de vrouwen handelen of reageren.
2)
De tweede premisse is dat de betekenis van deze ‘dingen’ voortkomt of geconstrueerd
wordt in de sociale interactie met anderen. Deze ‘anderen’ bewegen zich in een groep waar veel nadruk gelegd wordt op het wij, op het collectief. De leden van deze groep voelen zich betrokken in de levens van andere leden van hun groep. Tradities en familiebanden spelen in deze samenlevingen nog een belangrijke rol. Schuyt beschrijft dat groepen zo veel kunnen eisen van hun leden dat er geen plaats is voor eigen opvattingen, strevingen en dus voor een eigen persoonlijke identiteit (Schuyt 2006:26-27). De collectieve identiteit is in deze groepen belangrijker dan de individuele identiteit. Betekenis is een sociaal product; het wordt ontwikkeld en is niet inherent aan ‘dingen’, het is geen gegeven (Wallace & Wolf 1999:210). De betekenissen die de vrouw geven aan bijvoorbeeld het nastreven van de eigen keuze, komt voort uit hoe anderen zich gedragen naar de vrouw toe met betrekking tot het nastreven van de eigen keuzes. In de Marokkaanse cultuur worden individuele keuzes niet altijd op prijs gesteld. Het zijn eerder de 27
groepsbelangen en dus het conformeren met de sociale normen die belangrijk zijn. De communicatie met anderen, hun gedragingen en de interpretaties die de vrouw daar aangeeft, zorgen ervoor dat zij het belang van het nastreven van haar eigen keuzes opnieuw definieert.
3)
De derde premisse is dat deze betekenis gehanteerd en gemodificeerd wordt in een
interpretatief proces, dat het individu gebruikt om met de dingen die het tegenkomt om te gaan. Het omgaan met en het veranderen van betekenissen die de vrouwen hechten aan ‘dingen’ gebeurt in de communicatie met anderen, maar ook in een proces van ‘met jezelf praten’. Zelfinteractie vormt de basis voor role-taking, het overnemen van attitudes of rollen van anderen, zonder zelfinteractie is het volgens Mead onmogelijk om te communiceren. Communiceren is een proces waarbij elk individu de ‘rol van de ander’ overneemt (Wallace & Wolf 1999:200). Ook Mead beschrijft dat communicatie een proces is van “putting one’s self in the place of the other person’s attitude, communicating through significant symbols” (Mead 1934:327). Voordat de vrouwen communiceren met anderen, denken zij na over hoe zij het beste kunnen reageren. Deze reacties worden beïnvloed door de betekenissen die zij eerder hebben gehecht aan ‘dingen’.
De drie premissen van het symbolisch interactionisme laten zien hoe menselijk handelen zich ontwikkelt aan de hand van de mogelijkheid waarop een individu betekenis kan geven aan een situatie. Uit deze premissen blijken betekenisgeving en interactie twee belangrijke begrippen te zijn die centraal staan als het gaat om hoe mensen de sociale werkelijkheid opvatten. Over de interactie met anderen wil ik in de volgende paragraaf iets meer zeggen.
Het zelf(beeld)van de vrouwen Een ander aspect van het symbolisch interactionisme waar ik in deze en de volgende paragraaf op in wil gaan heeft te maken met hoe individuen zichzelf presenteren in het dagelijkse leven met betrekking tot anderen. Schuyt (2006) beschrijft dat de mens een sociaal wezen is en dat het behoren bij een groep een natuurlijke neiging is van mensen. Er is volgens Schuyt “geen Ik zonder Wij, geen eigen identiteit zonder ergens bij te horen, bijvoorbeeld bij een familie” (Schuyt 2006:25). Volgens Mead, de geestelijke vader van het symbolisch interactionisme, hebben individuen een self dat zich in een voortdurend interactieproces, tussen het individu en de ‘significante anderen’ in zijn/haar omgeving, ontwikkelt (Van Hoof & Van Ruysseveldt
28
1996:412-413). In dit proces neemt een individu dat beeld van zichzelf over dat die anderen hem voorhouden, maar het zelf heeft ook een actieve rol hierin. Mead beschrijft hoe het zelf van individuen twee componenten heeft: het me, dit is het beeld dat de buitenwereld van de persoon heeft en de persoon neemt deze over door zichzelf door de ogen van anderen te bekijken, en het I, is de actieve, handelingsgerichte component (Mead 1934, Wallace & Wolf 1999:198-199, Farganis 2000:159) Het me bestaat uit geïnternaliseerde attituden die voortkomen uit de interactie van anderen en het I is het actieve, creatieve deel van het zelf. Mensen en hun zelf(beeld) ontwikkelen zich continu in interactie met anderen. Het me kan in een groep waarin de collectieve identiteit belangrijk is, en waarin veel geëist wordt van de leden, meer ontwikkeld zijn dan het I. Schuyt noemt deze verhouding tussen individu en groep “veel Wij en geen Ik” (Schuyt 2006:27). Aan de hand van de hierboven beschreven theoretische perspectieven kan ik er van uitgaan dat vrouwen, uit deze scriptie, zich enigszins oriënteren op de verwachtingen van anderen, maar proberen daarnaast vooral ook te handelen in overeenstemming met het beeld dat zij van zichzelf hebben. Dit vereist soms heel wat balanceerkunst, zoals de socioloog Erving Goffman beschrijft in zijn boek The presentation of the everyday life (Goffman 1959).
Goffman’s ‘Front-’ en ‘Back stage’ Goffman (1959) beschrijft vanuit een symbolisch interactionistisch perspectief hoe mensen zichzelf, en hun activiteiten naar anderen toe, in het dagelijkse leven presenteren. Bij deze sociale interacties legt Goffman (1959) de nadruk op individuele identiteiten, groepsrelaties, invloeden vanuit de omgeving en op processen van betekenisgeving. Een van Goffman's belangrijkste uitgangspunten is dat individuen rollen spelen, net als acteurs. Sociale interactie wordt hierbij gezien als een performance. Net als Goffman (1959) gaat ook Mead (1934) uit van role-taking. Sociale interactie is volgens deze sociologen alleen mogelijk wanneer een individu in staat is om de rol van de ander aan te nemen. Deze vaardigheid houdt in dat het eigen gedrag veranderd kan worden door te verwachten of in te zien hoe anderen zullen of kunnen reageren. Mensen proberen de impressies die anderen van hem/haar hebben te (controleren en te) beïnvloeden (Wallace & Wolf 2002:230, Goffman 1959). Deze manieren waarop individuen en groepen de definitie van een situatie willen controleren en overbrengen wordt door Goffman (1959) impression management genoemd. Binnen dat impression management maakt Goffman (1959) een belangrijk onderscheid in het gedrag van mensen, namelijk het onderscheid tussen gedrag op de front- en 29
de backstage. De frontstage gedragingen zijn zichtbaar voor anderen (het publiek) en maken deel uit van de eerder genoemde performance. De frontstage is ook wanneer een individu met iemand anders communiceert. Dit individu, deze ‘acteur’, probeert in de frontstage een beeld of een rol van zichzelf op het publiek over te brengen. De backstage is het tegenovergestelde van de frontstage, in de backstage kan een individu zichzelf zijn zonder beoordeeld te worden door anderen. Het is ook in deze backstage dat een individu nadenkt over hoe hij/zij zich in de frontstage wil presenteren. In de vorige subparagraaf beschreef ik het onderscheid tussen Me en I. De Me is het beeld van de persoon dat hij/zij wil laten zien aan de buitenwereld, dit acterende gedrag past bij de gedragingen op de frontstage. De I, het niet zichtbare gedeelte van het zelf, past bij de backstage, de context waarin een persoon zichzelf kan zijn.
Het symbolisch interactionisme is een sociologische benadering dat zich aan de ene kant richt op betekenisgeving (symbool) en aan de andere kant op de sociale interactie van en tussen mensen. Volgens Zijderveld ontstaat er in deze sociale interacties een betekenissysteem, waardoor de interactie verstaan en geordend wordt (Zijderveld 1975). Het symbolisch interactionisme legt ook de nadruk op agency, het individuele handelen van mensen. Zonder structuur kan dit handelen echter niet begrepen worden. Het is om deze reden dat ik de structuren binnen de Marokkaanse gemeenschap heb beschreven. In de volgende paragraaf wil ik de relatie tussen structuur en agency beschrijven. 2.6
‘Structure’ en ‘agency’
De kloof tussen structure en agency is een van de meest diepgaande in de geschiedenis van de sociale wetenschappen en sociale theorie (Kasperen 2000, Fuchs 2001). In de sociologie gaan debatten over het belang van individuele actie (agency) en maatschappij (structure). Anthony Giddens (1984) beargumenteert in zijn theory of structuration dat gedrag en structuur op elkaar betrokken zijn. Het is namelijk misleidend om alleen te kijken naar de activiteiten van een free agent (individuele actie) of alleen te kijken naar structurele beperkingen die dat vrije handelen limiteren (Wallace & Wolf 1999:180). “Structure consists of the rules and resources recursively implicated in the reproduction of social systems” (Giddens 1979:64). Dit betekent dat structuren ingebed zijn in sociale interactie. Deze structuren ‘vertellen’ individuen hoe zij hun sociale leven moeten leiden (Wallace & Wolf 1999:181). Structuren zijn samengevat een geheel van regels die het handelen volledig determineren. Agency is, volgens Giddens, elke handeling dat door een
30
individu zelf teweeg wordt gebracht, een individu kiest zelf hoe hij/zij handelt (Giddens 1984:9). In dit scriptieonderzoek ga ik er van uit dat een individu geen willoze marionet is, voortbewogen door structuren en/of regels. Echter, individuen kunnen naar zichzelf kijken, naar de buitenwereld en naar anderen. De relaties tussen mensen zijn hierdoor symbolisch en betekenisvol. Volgens Giddens (1984) en Fuchs (2001) hebben mensen altijd een vrije wil en een eigen verantwoordelijkheid, ze kunnen ervoor kiezen om iets wel te doen of juist niet. Het hebben van ‘agency’ zegt iets over de beslissing en/of keuze om iets wel te doen of juist niet (Giddens 1984, Fuchs 2001). En deze beslissing of keuze is een vorm van machtsuitoefening, aldus Giddens (1984). De vrouwen met wie ik gesproken heb oefenen macht uit door tegen de wensen van hun ouders (en van hun gemeenschap) in te gaan als het gaat om partnerkeuze. Met deze keuze veranderen deze vrouwen de patronen van partnerkeuze binnen de Marokkaanse context. Ouders zullen ook macht proberen uit te oefenen door middel van sancties (in de vorm van het uiten van afkeuring tot het dreigen met geweld). De vrouwen in dit onderzoek kunnen met hun handelen de dingen in de wereld om hen heen veranderen. Dit betekent echter niet dat structuren zoals die bestaan in de Marokkaanse groep geen invloed heeft op hun handelen. Er is sprake van een voortdurend proces; door het socialisatieproces (opvoeding) van de vrouwen leunen zij op de sociale structuur, maar met hun handelen, leveren zij ook een bijdrage in de veranderingen van deze sociale structuur. Sociale structuren verschillen als het gaat om hoeveel agency zij verwachten van leden van de eigen groep. Sommige structuren bemoedigen agency aan en sommige ontmoedigen het (Fuchs 2001). De Marokkaanse context (zoals deze in dit hoofdstuk beschreven) is een voorbeeld van een structuur, groep of gemeenschap waarin agency wordt ontmoedigd. Juist vanwege de nadruk die gelegd wordt op groepsbelangen en niet op individuele belangen, aldus Buitelaar (2002). In dit scriptieonderzoek ga ik er van uit dat er altijd een zekere mate van agency bestaat, die steeds onlosmakelijk verbonden is met een zekere mate van structuur. Op macroniveau wordt het handelen van de vrouwen met wie ik gesproken heb beïnvloed door de structuren binnen de eigen etnische groep, maar ook door de structuren van andere leefwerelden waar zij deel van uitmaken (bijvoorbeeld die van school en/of werk). De vrouwen bewegen zich tussen verschillende werelden en het verschilt per context tot welke groep zij zich rekenen (Van den Berg 2007). Op microniveau zullen handelingen ook beïnvloed worden door sociale interactie met anderen (Goffman 1959, Blumer 1969). 31
2.7
Conclusie
Vanuit het symbolisch interactionisme kan beargumenteerd worden dat vrouwen van Marokkaanse afkomst als ‘actieve wezens’ hun eigen gedragingen kunnen interpreteren, evalueren en definiëren. De vrouwen ontwikkelen, in de interactie met anderen, zelf hun eigen handelen en vormen daarmee hun eigen sociale omgeving. De betekenissen die de vrouwen toekennen aan verschillende situaties en mensen, en de strategieën die zij ontwikkelen om het hoofd te bieden aan weerstanden vanuit hun directe sociale omgeving vormen belangrijke onderwerpen in dit onderzoek. Het symbolisch interactionisme focust op agency, maar in deze scriptie heb ik ook oog voor structuur. Door de sociale structuur van de Marokkaanse groep uit te werken hoop ik een beeld te hebben geschetst van waarom gemengde relaties moeilijk zijn binnen deze groep. Dit helpt bij het begrijpen hoe en waarom de vrouwen zich op een bepaalde manier gedragen in problematische situaties. Maar ook biedt de paragraaf ‘Gemengde relaties in de Marokkaanse context’ een antwoord op deelvraag twee; Met welke weerstanden krijgen de vrouwen te maken en waarom? Zoals ik hierboven noem, individuele actie (agency) kan niet helemaal los van structuren gezien en begrepen worden. Partnerkeuze kan dus niet helemaal een individuele beslissing zijn, het gaat ook over het inzien van loyaliteit aan de ouders en de structuren waarin zij zijn ingebed (Sterckx 2007:101). Partnerkeuze is een “domein dat de spanningen tussen wij en zij goed weergeeft, van grensbewaking en grensoverschrijding”, aldus Sterckx (2007).
Hoofdstuk 3 3.1
Opzet en uitvoering van het onderzoek
Inleiding
In dit onderzoek ligt de nadruk op ervaringen en verhalen van vrouwen met en over hun onconventionele partnerkeuze. Volgens Seidman (2006) maken onderzoekers vooral gebruik van interviews om de ervaringen van respondenten te achterhalen. Een kwalitatieve benadering, met behulp van het uitvoeren van levensverhaleninterviews, acht ik het meest geschikt om tot beantwoording van mijn onderzoeksvraag en deelvragen te komen. 32
3.2
Levensverhalen
Ik maak gebruik van levensverhaleninterviews als methode voor dataverzameling. Seidman (2006) oppert dat je als onderzoeker veel kan leren door te luisteren naar de verhalen van respondenten en door deze te bestuderen. Ik heb gekozen voor het begrip levensverhaleninterview en niet voor het begrip diepte-interviews, vanwege de nadruk die ik leg op de levensverhalen van de vrouwen met ik gesproken heb. Strikt genomen is het levensverhaal het vertelde verhaal van het persoonlijke leven. Als we het over levensverhalen hebben, wordt daarom meestal gedoeld op persoonlijke levensgeschiedenis (Kleijer 2001). Voor dit scriptieonderzoek hanteer ik de volgende omschrijving van het begrip levensverhaal; ‘een levensverhaal is een interpretatie van wat zich in het leven van een individu voltrekt, het is het vertelde verhaal van het persoonlijke leven’ (Nijhof 2002, Kleijer 2001).
Kwaliteit van levensverhaleninterviews Aanhangers van het symbolisch interactionisme en andere verwante richtingen in de interpretatieve sociologie omhelzen levensverhalen als onderzoeksmethode. Deze onderzoeksmethode is namelijk bij uitstek geschikt om te laten zien hoe individuen hun sociale werelden construeren en interpreteren (Davis & Brinkgeve 2002:11). De interpretatieve methode van sociologisch onderzoek gaat niet uit van abstracte denkmodellen om die sociale werelden te bestuderen, maar wil zo direct mogelijk waarnemen wat er zich in het alledaagse gebeuren afspeelt. De levensverhalenbenadering past goed bij de uitgangspunten van een interpretatieve onderzoeksmethode omdat mensen hun persoonlijke levensgeschiedenis vertellen. De aandacht komt daarmee te liggen bij de concrete ervaringen van de deelnemers aan het sociale leven (Coenen e.a. 1988:9-10). Daarnaast is de levensverhalenbenadering, aldus Buitelaar, een fascinerende en doeltreffende manier om te onderzoeken hoe mensen het leven in een multiculturele samenleving ervaren (Buitelaar 2002: 73). Davis en Brinkgeve (2002) beschrijven hoe levensverhalen nooit een precieze weerspiegeling zijn van de werkelijkheid. Dit betekent dat de levensverhalen die mensen vertellen steeds, onder specifieke omstandigheden, geproduceerd worden. De verhalen die de vrouwen mij vertellen zullen anders verwoord zijn dan een jaar geleden en ook anders zijn wanneer zij over een jaar hun verhaal nog een keer vertellen. Het is belangrijk om daarom te benoemen in welke fase de vrouwen zich bevinden. De ene vrouw is getrouwd, de andere is verloofd of samenwonend en de andere heeft al kinderen. De identiteiten van deze vrouwen 33
kunnen dus dynamisch, meervoudig en contextueel bepaald zijn en liggen niet vast (Ghorashi 2002). Het is duidelijk dat het scriptieonderwerp te plaatsen is in het brede veld van de kwalitatieve en interpretatieve stroming binnen de sociologie. Het theoretische kader is gebaseerd op het binnen de interpretatieve sociologie gebruikte symbolisch interactionisme waarin het handelen (‘agency’) als betekenisvol, rationeel en sociaal van aard wordt gezien. Om het gedrag van mensen als zinvol gedrag te kunnen bestuderen moet de onderzoeker “de objecten zien, zoals de actors deze zien”(Wester 1995:16). In de kwalitatieve methodologie is het daarom belangrijk om jezelf als onderzoeker te kunnen verplaatsen in de positie van een individu of groep. Als Marokkaanse had ik hier geen problemen mee, aangezien ik over kenmerken (culturele en etnische achtergrond) beschik die overeenkomen met de kenmerken van de vrouwen die in dit scriptieonderzoek centraal staan.
Ik tracht inzicht te geven in de ervaringen en opvattingen van de vrouwen met wie ik gesproken heb, zoals zij deze in hun eigen woorden vertellen. Hierbij let ik ook op eventuele ambivalenties en tegenstrijdigheden. De verhalen die de vrouwen mij vertellen hebben betrekking op ‘echte’ gebeurtenissen, hoezeer ze ook geconstrueerd zijn. Voor de vrouwen zijn de verhalen ‘waar’. De persoonlijke uitspraken van de vrouwen die ik gesproken heb worden gezien als sociale feiten en daarmee dus relevante data voor sociologische analyse (Kleijer 2001). De levensverhaleninterviews worden gekenmerkt door een grote flexibiliteit waarin gebruik gemaakt wordt van een topiclijst. De interviews zijn hierdoor deels gestructureerd. De topiclijst is opgesteld naar aanleiding van de onderzoeksvraag en deelvragen. De onderwerpen op deze lijst moesten tijdens de gesprekken in ieder geval besproken worden. Gedurende de onderzoeksperiode zijn er een aantal keer onderwerpen toegevoegd aan de lijst omdat ik soms het belang ervan inzag door eerdere interviews, het lezen van literatuur of gesprekken met mijn begeleidster. Alle interviews werden met toestemming van de respondenten opgenomen en daarna letterlijk en per thema uitgewerkt. De analyse van het onderzoeksmateriaal bestond vooral uit het lezen en herlezen van de interviewtranscripties. Doordat ik alle informatie uit de interviews per thema heb uitgewerkt was het voor mijzelf overzichtelijker en prettiger om te (her)lezen. Ook was het makkelijker om meningen, handelingen, ervaringen en betekenissen van de respondenten te vergelijken.
34
De levensverhaleninterviews zijn de empirische basis van mijn onderzoek geweest. Ik heb een topiclijst opgesteld met daarin de onderwerpen die in ieder geval aan bod moesten komen tijdens de interviews. De topiclijst heeft zeker als een leidraad gefungeerd voor de interviews, maar hier werd soms ook wel van afgeweken. Dit hing samen met de loop van het gesprek. Sommige thema’s zijn bij de ene vrouw intensiever aan bod gekomen dan bij de andere vrouw. Alle thema’s zijn wel aan bod gekomen. Zoals ik al eerder een keer heb genoemd is de topiclijst steeds bijgewerkt, aangezien nieuwe inzichten de data rijker maakten. De duur van het interview was flexibel. De vragen waren open geformuleerd, dit betekent dat het antwoord nauwelijks gestuurd wordt, de vrouwen vrij zijn in de lengte van hun antwoorden en dat ik als interviewer extra vragen mocht stellen om zoveel mogelijk informatie te verzamelen. Uitdieping van specifieke onderwerpen werd mogelijk gemaakt en hierdoor varieerden de interviews van duur. De gemiddelde tijdsduur voor een interviewgesprek was twee uur. Het kortste gesprek dat ik heb gehad duurde een uur en een kwartier, het langste duurde twee uur en 40 minuten. De interviews vonden, op een uitzondering na, plaats bij de vrouwen thuis. Dit was niet alleen voor hen makkelijker, maar ook voor mij. Als eerst ging ik er van uit dat het voor de vrouwen zelf, prettiger is om in een vertrouwde omgeving te zitten. Dit betekende voor mij als onderzoekster dat de kans groter werd om meer en betrouwbaarder materiaal te verzamelen. Maar ook werd het voor mij mogelijk om in enige mate gebruik te maken van de observatiemethode. Ik heb bijvoorbeeld gezien hoe de vrouwen hun huis hebben ingericht. Zo heb ik Marokkaanse invloeden kunnen waarnemen zoals Marokkaanse kussens, pantoffels en theeglazen. Islamitische invloeden zijn aanwezig in de vorm van een koran en andere religieuze boeken in een boekenkast. In de inrichting van hun woonkamers zijn ook westerse invloeden te zien. Ik heb vloerkleden, banken en kasten van de IKEA gezien en ook moderne, design bloemvazen en lampen. De vrouwen hebben hun huis westers ingericht, maar niet zonder Marokkaanse en islamitische invloeden. In de literatuur wordt deze observatie ondersteund. In het boek Turkse en Marokkaanse Nederlanders Thuis wordt een beeld gegeven van de interieurs van de eerste generaties migranten, de tussengeneratie, de tweede generatie, retourmigranten en gemengde stellen. De auteurs constateren dat Turkse en Marokkaanse Nederlanders zich, net als veel autochtone Nederlanders, prettig voelen in een interieur waarin oost en west, en traditie en moderniteit gecombineerd worden (Dibbits & Van der Horst 2007).
35
Selectiecriteria en benadering Zoals ik in hoofdstuk een al heb aangegeven is het niet eenvoudig geweest om vrouwen van Marokkaanse afkomst te vinden die een gemende relatie hebben. Ik heb mij in dit onderzoek daarom niet gehouden aan selectiecriteria zoals leeftijd, opleidingsniveau, woonplaats of andere criteria. In mijn eigen sociale omgeving heb ik twee vrouwen kunnen benaderen. De eerste vrouw kende ik van de basisschool, ik hoorde via anderen dat zij een gemengde relatie had. Deze vrouw heeft mij in contact gebracht met een andere (buur)vrouw van Marokkaanse afkomst met een gemengde relatie. En via een collega heb ik contact opgezocht met een vrouw van Marokkaanse afkomst die al een tijd gescheiden was, en een kind heeft. De andere vrouwen die benaderd zijn voor dit scriptieonderzoek heb ik via een sneeuwbal effect verworven. Ik kreeg van de vrouwen met wie ik al gesproken had een telefoonnummer van een vrouw van Marokkaanse afkomst in een soortgelijke situatie. Of ik kreeg een telefoonnummer van een kennis die ook een vrouw van Marokkaanse afkomst kende met een gemengde relatie. Elke vrouw van Marokkaanse afkomst met een gemengde relatie die ik op deze manier heb kunnen vinden heb ik benaderd voor een interview. Zo heb ik uiteindelijk tien vrouwen kunnen interviewen. Een gevolg van deze benadering is dat deze tien vrouwen geen representatieve afspiegeling vormen van de groep ‘vrouwen van Marokkaanse afkomst met een gemengde relatie’. Generalisaties maken is hierdoor onmogelijk. De vrouwen benaderde ik telefonisch. Deze eerste telefonische gesprekken heb ik ook gebruikt als interviewmateriaal, omdat een aantal vrouwen al meteen belangrijke ervaringen vertelde met betrekking tot hun gemengde relatie. Sommige vrouwen stelden zich eerder argwanend op en ik moest mijn best doen om hen te overtuigen om af te spreken. Dit lukte vooral nadat ik hen vertelde dat ik ook een gemengde relatie heb, deze informatie maakte hen minder achterdochtig. De levensverhaleninterviews heb ik met veel plezier afgenomen. Het vele reizen (de vrouwen woonden verspreid in Noord en Zuid-Holland), het interviewen zelf en het uitwerken van de interviews was erg tijdrovend, maar zeer bevredigend. Ik heb prachtige verhalen op papier staan van sterke en moedige vrouwen. De gesprekken kwamen moeizaam op gang, maar geleidelijker aan werd het ontspannen. Dat ik bij de vrouwen thuis werd uitgenodigd zal ook een positieve invloed hebben gehad op de sfeer waardoor ik bruikbare informatie heb kunnen verzamelen. Aan het eind van de interviews hebben enkele vrouwen mij zelfs gevraagd om hen op de hoogte te houden van mijn scriptieonderzoek. Wat ook veel indruk heeft achtergelaten op 36
mij, is dat een van de vrouwen mij vertelde dat ze blij en dankbaar was om mij te leren kennen. Zij vond het zo prettig dat ze kon praten met iemand van dezelfde afkomst die haar situatie begreep. In de volgende paragraaf geef ik een beschrijving van de belangrijkste kenmerken van de vrouwen die aan dit scriptieonderzoek hebben meegewerkt
3.4
De onderzoeksgroep geïntroduceerd
In dit hoofdstuk wil ik mijn onderzoeksgroep met behulp van portretten kort introduceren. Ik wil de lezer laten kennismaken met de vrouwen uit dit scriptieonderzoek door te beschrijven hoe oud zij zijn, met wie zij een relatie hebben, hoe zij nu wonen, welke opleiding zij hebben gevolgd, en of zij wel of geen contact hebben met hun ouders. Kortom, de korte introducties laten zien wie de vrouwen zijn met wie ik gesproken heb, het wordt duidelijk wat voor kenmerken zij hebben. In verdere hoofdstukken wordt het duidelijk dat elke vrouw een uniek verhaal heeft, maar dat de weerstanden en emoties van deze vrouwen vergelijkbaar zijn. De namen van de respondenten zijn gefingeerd om anonimiteit te waarborgen. Ik zal ook een respondent met behulp van een profiel introduceren. Seidman pleit voor het gebruik van deze profielen; It allows us to present the participant in context, to clarify his or her intentions, and to convey a sense of process and time, all central components of qualitative analysis (Seidman 2006:119). Een profiel geeft een duidelijke omschrijving van het leven van een respondent en haar belevingswereld in eigen woorden. Het interviewmateriaal is geanalyseerd, geïnterpreteerd en belangrijke citaten uit de interviewtranscripties zijn gebruikt om tot dit profiel te komen. Maar nu volgen eerst de korte portretten van mijn respondenten.
1)
Kaltouma is 26 jaar en komt uit een gezin van vijf kinderen. Zij heeft drieënhalf jaar
een gemengde relatie met een 32 jarige Afrikaans-Amerikaanse man, Kenneth. Kaltouma woont al twee jaar op zichzelf, heeft de HBO studie scenario schrijven afgerond en werkt als programmamaker bij een televisieomroep. Kaltouma en haar niet-Marokkaanse verloofde zijn sinds kort verloofd, maar haar ouders zijn nog niet op de hoogte van de gemengde relatie en dus ook niet van de verloving. Kaltouma vertelt dat zij het moeilijk vindt om haar ouders niets te vertellen. Het voelt alsof zij hun vertrouwen beschaamt met de keuzes die zij maakt, maar zij wil daarnaast haar eigen gevoel niet negeren.
37
Kaltouma wil haar ouders nog niets vertellen, omdat haar zus nog niet zo lang geleden getrouwd is met een man van Turkse afkomst. Zij heeft gezien hoe moeilijk haar ouders het hebben gehad met de keuze van haar zus. Kaltouma wil hen nog even nog meer verdriet besparen.
2)
Oumaima is 25 jaar en komt uit een gezin van vijf kinderen. Zij heeft anderhalf jaar
een relatie met Nico, een 24 jarige man van Nederlandse afkomst. Oumaima werkt bij een bank en heeft de MBO studie administratieve dienstverlening afgerond. Oumaima woonde in de tijd dat ik haar interviewde nog maar net samen met Nico. Zij is van huis weggelopen, omdat haar ouders haar wilde uithuwelijken aan een neef uit Marokko. Oumaima heeft zich maanden voorbereid op de dag dat zij weg zou lopen. Zij nam een koffer mee naar het werk en bracht elke dag een paar kledingstukken mee naar het werk totdat haar koffer vol was. Oumaima wist dat haar ouders haar wilden uithuwelijken, omdat zij van mening waren dat hun dochter in toom gehouden moest worden. Een gemengde relatie met een Nederlander zouden zij nooit goedkeuren, zo dacht Oumaima. Zij besloot om haar ouders van haar relatie te vertellen en vervolgens het huis uit te gaan. Ze had het helemaal gepland en nu woont ze, in haar eigen woorden; verdrietig, maar veilig en rustig bij haar vriend thuis. 3)
Laila is 32 jaar en komt uit een gezin van zes kinderen, haar vader is overleden toen zij
tien jaar was. Zij heeft drie jaar een relatie gehad met Amarildo, een man van Molukse afkomst. Uit deze relatie heeft zij een elfjarige zoon (Georgino). Laila woont met haar zoon samen, zij werkt bij de gemeente en heeft de MBO studie personeelsadministratie gedaan Laila beschrijft zichzelf als een vrouw die altijd alles heeft gedaan wat ze zelf wilde; uitgaan, vriendjes hebben en op reis gaan. Zo had zij er ook voor gekozen om samen te wonen met Amarildo, want trouwen dat wilde zij niet. Zij wist dat zij haar moeder hier veel verdriet mee heeft gedaan. Na drie maanden geen contact te hebben met haar moeder besloot Laila haar moeder op te zoeken. Het heeft veel tijd en moeite gekost om hun band weer enigszins goed te maken, maar Laila is blij met de relatie die zij nu met haar moeder heeft. Zij geeft aan dat ze nooit praten over het verleden, het is in haar woorden zeg maar geaccepteerd.
4)
Nadia is 36 jaar en komt uit een gezin van vier kinderen. Zij is nu vijf jaar getrouwd
met Malik. Malik heeft zich tot de islam bekeerd (zijn geboortenaam is Marinus). Zij hebben een zoon (Ilias) van twee jaar. Nadia heeft de HBO studie Informatiekunde gedaan en werkt nu op de ICT afdeling bij een bank.
38
Nadia’s ouders komen uit een dorp in het noorden van Marokko. Volgens Nadia komen gemengde relaties niet voor in dit dorp. Families trouwen met families en dat is ook wat haar ouders voor ogen hadden; dat hun dochter zou trouwen met een neef uit Marokko. Nadia geeft aan dat zij haar ouders altijd heeft gezegd dat zij nooit zal trouwen met een neef. Wel geeft ze toe dat ze altijd heeft gedacht dat ze zou trouwen met een Marokkaan. Nadia vertelt dat de relatie met haar ouders nu wel goed is, maar dat het veel tijd heeft gekost. Pas na de geboorte van haar kind werden haar ouders minder vijandig tegenover haar huwelijk. Zij lijken de relatie na zes jaar te hebben geaccepteerd, aldus Nadia.
5)
Samira is 23 jaar en komt uit een gezin van vijf kinderen. Zij is opgegroeid met vier
broers die haar altijd in de gaten hielden, haar vader is vorig jaar aan kanker overleden . Samira woont nog bij haar moeder en broertje en studeert financiële dienstverlening aan de Hogeschool. Zij wil na haar studie trouwen. Samira heeft haar moeder als eerste verteld dat er een jongen was die met haar wilde trouwen. Ook vertelt ze haar moeder dat hij pas moslim is geworden. Zij heeft haar moeder niet verteld dat zij al drie jaar een relatie met hem heeft. Toen zij haar moeder vertelde dat de jongen een half Keniaanse, kwart Spaanse en kwart Nederlandse achtergrond heeft werd haar moeder ontzettend kwaad. Samira zegt niet veel waarde te hechten aan Marokkaanse regels als het gaat om trouwen. Zij zegt dat zij niets verkeerds heeft gedaan door een relatie aan te gaan met Brian. Marokkaanse regels zijn dom en hebben niets te maken met het geloof. Toch wil Samira een grote Marokkaanse bruiloft geven, om de buitenwereld te laten zien dat ze gelukkig is en dat haar relatie wel een kans van slagen heeft. 6)
Anissa is 44 jaar en komt uit een gezin van zes kinderen. Haar ouders wonen in
Marokko, haar broers en zussen wonen in Nederland. Anissa is gescheiden van een Marokkaanse man, waarmee zij drie kinderen heeft. Inmiddels is zij al vijf jaar getrouwd met Theo, een Nederlandse man. Haar jongste zoon van 11 jaar woont bij haar en haar man. Haar twee dochters (23 en 19 jaar) wonen op zichzelf. Anissa heeft in Marokko psychologie gestudeerd en zij werkt momenteel parttime als sociaal pedagogisch hulpverlener. Daarnaast doet zij ook vrijwilligerswerk. Theo heeft zich voor het huwelijk bekeerd tot de islam. Voor Anissa was het belangrijk dat haar man zich zou bekeren, zij zegt dat het niet alleen voor zichzelf was, maar ook een beetje voor haar ouders en haar familie in Marokko. Met haar ouders heeft ze wel contact, maar gesprekken over belangrijke dingen zijn het niet meer.
39
7)
Malika is 28 jaar en komt uit een gezin van vijf kinderen. Zij heeft de HBO studie
maatschappelijk werk afgerond en werkt nu ook als maatschappelijk werker bij een opvanghuis voor vrouwen. Malika is al twee jaar getrouwd met Xavier, voor hun huwelijk zijn ze tweeënhalf jaar samen geweest. Malika wist na anderhalf jaar dat ze met Xavier wilde trouwen. Daarna heeft ze nog een half jaar geworsteld met de vraag hoe zij het haar ouders ging vertellen. Xavier heeft zich tot de islam bekeerd, Malika heeft haar man van begin af aan duidelijk gemaakt dat zij niet met hem zou kunnen trouwen als hij niet bereid was zich te verdiepen in het islamitische geloof. Dit dwingerige gedrag was stressvol voor Xavier, aldus Malika. Zij geeft aan dat ze er nu mee opgehouden is. Malika zegt goed contact te hebben met haar ouders, ook al hebben ze een moeilijke tijd achter de rug. Haar ouders vonden het moeilijk te begrijpen dat zij wilde trouwen met een niet-Marokkaan.
8)
Nora is 27 jaar en komt uit een gezin van vier kinderen. Zij is de oudste van het gezin,
hierdoor had zij geen last van broers die haar vertelden wat ze moest doen, aldus Nora. Zij heeft de HBO studie sociaal juridische dienstverlening afgerond en werkt nu bij een verzekeringsbank. Nora is al vierenhalf jaar samen met Leo, een Nederlandse man. Zij woont momenteel op zichzelf, maar wil snel trouwen en dan samenwonen met haar vriend. Bijna 2 jaar geleden heeft zij haar ouders laten weten dat zij een relatie heeft met een Nederlandse man en dat zij met hem wilde trouwen. Dit nieuws is niet goed aangekomen bij haar ouders. Haar vader heeft haar laten weten dat zij de relatie moest beëindigen. Deed zij dit niet, dan was ze niet meer welkom in zijn huis, dan was zij niet meer zijn dochter. Nora is de enige vrouw met wie ik gesproken heb die vertelt dat zij verstoten is. Dit betekent dat zij geen contact meer heeft met haar ouders en ook niet met haar broertjes.
9)
Hakima is 29 jaar en komt uit een gezin van drie kinderen. Hakima heeft de HBO
studie communicatie gedaan en werkt bij een reclamebureau. Hakima is twee jaar geleden getrouwd met Robert, een Nederlandse man. Hakima leerde haar man op haar vijftiende kennen en ging op haar negentiende met hem samenwonen. Hakima zegt op dit moment wel een goede relatie te hebben met haar ouders. Goed in de zin dat ze elkaar geregeld spreken en bij elkaar langs gaan. Dit was niet altijd zo, na jaren van spanningen en ruzies kan zij weer normaal communiceren met haar vader, aldus Hakima.
40
Want het was vooral met haar vader met wie ze veel problemen heeft gehad. Haar vader is altijd streng geweest, hierdoor voelde Hakima zich altijd gedwongen om tegen haar vader te liegen. Als gevolg van alle problemen met haar ouders en negatieve reacties van kennissen en buren is Hakima verhuisd naar een andere stad. Zij wilde niet meer herinnerd worden aan die periode van haar leven, waarin ze op straat voor hoer werd uitgemaakt.
10)
Miriam is 36 jaar, zij is in Marokko geboren en sinds haar zevende in Nederland. Zij
komt uit een gezin van zeven kinderen. Miriam heeft de HBO studie sociaal pedagogische hulpverlening gedaan en zij werkt nu bij een organisatie dat hulp biedt aan ontwikkelingslanden. Miriam is getrouwd geweest met haar neef. Zij is na tweeënhalf jaar gescheiden en inmiddels woont zij al zeven jaar samen met Menno, een Nederlandse man. Miriam zegt dat de relatie met haar ouders redelijk is en dat de moeilijke relatie met haar ex-man van invloed is geweest op de manier waarop ouders en familie hebben gereageerd. Haar ouders keurden relatie niet goed, maar hun reactie was niet heel heftig. Volgens Miriam heeft dat te maken met haar leeftijd en met de manier waarop zij zich gedraagt tegenover haar ouders. Ze zegt nu te doen wat ze zelf wil en ze laat zich door niemand tegenhouden.
De tien vrouwen met wie ik gesproken heb bevinden zich in verschillende fases van hun levens, maar ook in verschillende fases van hun gemengde relatie. De ene vrouw heeft haar relatie nog niet bekend gemaakt en de andere vrouw is getrouwd, een andere vrouw woont samen en de andere vrouw heeft een kind. Kortom de verschillende verhalen en situaties van de vrouwen betekenen ook dat er verschillen zijn in reacties van ouders en de manieren waarop de vrouwen strategieën ontwikkelen om het hoofd te bieden aan weerstanden, want alle vrouwen betalen een hoge prijs voor het hebben van een gemengde relatie. Sterckx (2007) vermoedt dat een gemengd huwelijk vooral de keuze is van jongeren die voor hun succes minder afhankelijk zijn van hun familie. Dit zijn jongeren die hoger opgeleid zijn en een baan hebben. Dit lijkt voor de vrouwen uit dit onderzoek ook het geval te zijn. Het valt op dat de vrouwen (hoog) opgeleid zijn en allemaal een baan heb, een enkeling studeert nog op het Hoger Beroepsonderwijs. Deze situaties lijken er voor te zorgen dat de vrouwen enige mate van zelfstandigheid hebben verworven. Wanneer de vrouwen een baan hebben zullen zij namelijk minder en zelfs niet meer afhankelijk zijn van ouders. Twee vrouwen met wie ik gesproken heb, hebben hun zelfstandigheid op een andere manier 41
gekregen; zij zijn gescheiden van een man van Marokkaanse afkomst. De onafhankelijke positie van deze vrouwen kan zich hebben ontwikkeld, omdat ouders zeggenschap hebben verloren. Deze zeggenschap hebben zij verloren door hun dochter aan de verkeerde man te koppelen. Hoe zelfstandiger de vrouwen zijn (doordat ze hoger opgeleid zijn, een baan hebben en/of op zichzelf wonen), hoe meer zij het zich kunnen permitteren om onconventionele keuzes te maken. In hoofdstuk twee ben ik ingegaan op de manieren waarop individuen zichzelf willen presenteren naar de buitenwereld. Ook tijdens de interviews is er sprake geweest van wat Goffman (1959) impression management noemt. Er is vooral sprake van frontstage gedragingen, omdat de vrouwen met mij in gesprek zijn. Zij hebben in de backstage al nagedacht over hoe zij zich willen presenteren. De vrouwen zijn in hun dagelijks leven, dus ook tijdens de interviews, actrices die met alle theatrale middelen waarover zij beschikken, een beeld van zichzelf op hun publiek over te brengen.
3.5
Miriam aan het woord
In de vorige paragraaf heb ik mijn respondenten kort geïntroduceerd. Een respondent, Miriam, wil ik met behulp van een profiel introduceren. Ik heb haar levensverhaal zo gegroepeerd dat de essentiële thema’s naar voren komen. Ik heb er voor gekozen om een vrouw uitgebreid aan het woord te laten, omdat ik meer ruimte wilde geven aan een uniek verhaal. Met behulp van Miriam’s verhaal, wil ik lezers inzicht geven in welke thema’s ik tijdens de interviews behandeld heb: haar ervaringen en worstelingen zijn exemplarisch voor die van de andere vrouwen die ik gesproken heb. Een ander belangrijk argument om Miriam’s verhaal hier neer te zetten heeft te maken met de indruk die zij op mij heeft achtergelaten. Miriam komt over als een sterke, zelfstandige en moedige vrouw die heel goed weet wat ze wil, die veel heeft meegemaakt, en in staat is om het geluk in eigen handen nemen en wat te maken van haar leven. Ik vond haar manier van praten en haar houding zo krachtig dat ik haar hier een plek wil geven door haar aan het woord te laten.
Miriam, ‘De eerder getrouwde vrouw’ Miriam is 36 jaar, zij is in Marokko geboren en sinds haar zevende in Nederland. Zij woont al zeven jaar samen met Menno. Menno is 39 jaar en is van Nederlandse afkomst. Miriam is voor haar gemengde relatie meer dan tweeënhalf jaar getrouwd met haar neef, de zoon van de broer van haar moeder. 42
Het eerste niet-gemengde huwelijk Al in de eerste week na ons huwelijk ging het mis, hij werd opeens heel streng, heel bazig. Hij had allerlei regeltjes verzonnen; ik moest elke dag koken ook al had ik lange werkdagen. Wanneer ik niet moest werken, moest ik schoonmaken. Ik mocht niet zomaar naar buiten; ik moest het vragen als ik naar buiten wilde en ik moest een hoofddoek dragen. Niet dat hij daar zoveel waarde aan hechtte hoor, maar hij was zo jaloers en ja, hij moest laten zien dat hij de man in huis is hè. Aan de buitenwereld laten zien dat hij met een ‘goede’ vrouw is getrouwd. Ik weigerde mij te houden aan zijn regeltjes en hierdoor hadden we altijd ruzie. Hij heeft mij nooit geslagen, ook al waren er veel ruzies… en ik wel dacht dat hij mij echt zou slaan, maar ik liet hem dan heel duidelijk weten wat er zou gebeuren. Ik zei bijvoorbeeld dat ik zijn eten zou vergiftigen en dat ik zijn verblijfsvergunning zou kunnen laten afpakken. Ik denk dat hij hier heel bang voor was, hij ging dan altijd de deur uit om af te koelen… Ik ben met hem getrouwd omdat mijn ouders dat zo graag wilden, ik ben hun enige dochter en zij wilde mij beschermen door mij te koppelen met een bekende, met familie, want dat is het beste volgens hen. Maar ja, als ik er nu over nadenk dan denk ik, hoe wisten ze dat zo zeker?Elke keer als ik huilend bij ze thuis kwam en ik hen vertelde dat ik zo ongelukkig was, zeiden ze alleen maar dat ik ‘sbar’ (geduld) moest hebben, dat ik de situatie moest accepteren en dat het allemaal wel beter zal worden. Nou ik heb twee jaar en acht maanden ‘sbar’ gehad, langer had ik het niet volgehouden, mijn leven met hem leek een eeuwigheid. Ik heb een zware tijd achter de rug dat zeg ik je eerlijk. Ik ben getrouwd geweest met een hele moeilijke man, ook waren het bijna drie jaren, het heeft mij echt veel gedaan. Ik heb geestelijk veel littekens opgelopen, ik had voor hem geen serieuze relaties gehad en toen ik met hem trouwde was ik zo naïef om te denken dat het voor altijd zou zijn. Ik denk er niet elke dag aan, maar het heeft me wel gemaakt tot wie ik vandaag ben. Ik had geen vrijheid, ik mocht niet studeren en kon mij niet verder ontplooien, ik had geen eigenwaarde. Mijn geestelijke vrijheid werd mij ontnomen door deze man, weet je waarom dat is, dat is omdat Marokkaanse mannen, niet allemaal hoor, maar wel veel, niet willen dat hun vrouwen zich ontplooien. Volgens deze mannen moet een vrouw zich zoals hun eigen moeders gedragen; erg traditioneel. Een eigen ambitie en een eigen wil hebben, dat wordt niet gerespecteerd door een Marokkaanse man. Na mijn scheiding kwam ik hier pas achter. Geen Marokkaanse man meer voor mij dat was mijn conclusie, maar dat ik ook echt een relatie zou beginnen met Menno. Nee, dat had ik echt niet verwacht van mezelf. Verliefd op Menno Menno is alles wat ik wil in een man en wat ik nooit in een Marokkaan zou vinden. Hij is zo lief en goed voor mij. Ik kan mezelf zijn, begrijp je. In Marokko zijn die vrouwen echt jaloers op mij. Wanneer Menno bijvoorbeeld de hele dag weg is geweest en hij komt ’s avonds thuis dan geeft hij mij gewoon een kus, voor mijn nichten, zussen en moeder. Dat moet gewoon kunnen.
43
Toen ik hem leerde kennen, hij kwam toen bij ons in de galerij wonen, maar twee huizen naast me, toen ik hem leerde kennen was ik verkocht. Hij is zo groot en ik voel me veilig bij hem, hij is echt knap en zo lief voor me. Maar goed ik was niet bang voor de reactie van mijn ouders, ik heb zoveel meegemaakt en ik was gewoon blij dat ik verliefd was en toen het ook nog eens goed ging, toen wilde ik hem echt niet meer kwijt. Ouders en familie Marokkaanse ouders denken te weten wat goed is voor hun kinderen, maar hoe weten ze dat dan? Hoe weten ze dat alleen een Marokkaan goed is voor hun dochter. Van ons geloof mogen we trouwen met een moslim, het maakt niet uit waar hij vandaan komt. Dat een Nederlander die ook nog eens moslim is, goed voor mij of een andere Marokkaanse vrouw kan zijn, nee dat willen onze ouders niet horen. Een Marokkaan trouwt met een Marokkaan punt. Ik was 28 toen ik mijn moeder vertelde van Menno. Mijn moeder vertelde het aan mijn vader, mijn vader had niet echt een mening. Dat wat mijn moeder vond, daar was hij het altijd mee eens. Mijn ouders waren er, ja wat zal ik zeggen, niet echt blij mee. Ik was heel zeker van mezelf, maar toch, het blijven mijn ouders, ze zijn oud en ik wil hun niet pijnigen…dus ja ik was wel zenuwachtig… Mijn moeder zei tegen mij dat ze wel een goede man voor me zou zoeken haha en dat ik nog niet verloren genoeg was om met een Nederlander te gaan. Het was een schande zei ze en verdoemd te mislukken. Hoe dan ook, ik denk dat haar reactie toch nog wel mild was. Ik kan me niet voorstellen hoe ze zou reageren als ik het 9 jaar geleden had verteld. Ik denk daarom dat alles wat ik met mijn neef heb meegemaakt; zijn agressief gedrag en alcoholprobleem en mijn ongelukkigheid, wel veel te maken had met waarom mijn moeder rustig reageert. Ik bleef namelijk benadrukken hoe lief Menno was voor me en dat hij een goede moslim was, ook al was hij het toen niet. Maar dat was niet waarom mijn moeder het goedkeurde, echt niet. Na mijn huwelijk ben ik niet een keer om mijn hand gevraagd, terwijl ik vroeger zo’n ‘goeie vangst’ zou zijn geweest. Ja, ik was 29 en gescheiden, welke Marokkaan, of beter gezegd welke Marokkaanse moeder zou haar zoon laten trouwen met iemand zoals ik. Mijn moeder realiseerde zich dat heel goed. Familie speelt een belangrijke rol in mijn leven. Ik heb mijn ouders daarom ook niet buitengesloten, maar daar staat wel tegenover dat zij mij moeten vertrouwen en respecteren als mens. Dat heb ik nu wel geleerd. Zij mogen en kunnen mij niets meer opleggen, want zij weten niet wat goed voor mij is. Alleen ik weet wat goed voor mij is. Dat heb ik na mijn scheiding wel geleerd en dat weten ze (de ouders) wel. Mijn familie reageerde eigenlijk best rustig toen zij het nieuws hoorden. Ik denk dat dit te maken heeft met mijn mentaliteit, ik was vroeger zo zwak en naïef, nu voel ik me sterk. Kijk, tuurlijk geef ik hen (familie) weinig om over te roddelen, want als ik in Marokko ben of gewoon hier in Nederland en familie of andere mensen mij vragen of ik getrouwd ben dan zeg ik altijd: Ja, ik ben getrouwd, en ik ben gelukkig met een Nederlandse man! Als er iets is wat ik heb geleerd na al die jaren, dan is dat wel mijn houding tegenover andere mensen, vooral Marokkanen. Je moet anderen geen kans geven om met jou in discussie te gaan. Je moet sterk in je schoenen staan. Dit ben ik en dit is mijn man, klaar!
44
Vrienden/vriendinnen Ik heb een kleine vriendenkring, maar we zijn hecht, als er iets is kan ik ze altijd bellen. Mensen die slechte denkbeelden hebben over mij, die wil ik niet meer kennen, mijn energie en tijd besteed ik allang niet meer aan hen. Ik sta gewoon stevig in mijn schoenen. Wil je me niet leren kennen hoe ik echt ben? Dan niet, ik heb ook geen tijd om met dat soort mensen in contact te komen Roddel en andere weerstanden Ik kan mij niet herinneren dat mensen die ik ken mij slecht hebben behandeld omdat ik nu met een Nederlandse man ben getrouwd. Op straat wel, op straat word ik wel nagekeken. Dit begint al bij mij om de hoek. Marokkaanse mannen die voor de moskee staan draaien zich helemaal om zodat mij goed kunnen bekijken. Deze blikken negeer ik en ik loopt met opgeheven hoofd verder. Maar dit is iets wat ik pas veel later deed. In het begin had ik het er veel moeite mee. Ik bleef mijzelf de vraag stellen; waarom draaien zij zich helemaal om om mij te kunnen zien, waarom kijken ze naar mij en waarom kijken ze zo? Ze weten niet wie ik ben! Het doet mij nu weinig. Ik heb het een plek gegeven, Marokkaanse mannen (en ook vrouwen) zijn nou eenmaal zo. Als ze willen kijken, dan kijken ze maar, ik heb genoeg mensen die van mij houden zoals ik ben, de rest interesseert mij niet. Hoe omgaan met weerstanden Vriendinnen maak je en iedere dag kom je mensen tegen. In je leven moet je blijven selecteren, en je vriendenboekje bijhouden, die heb ik 3 jaar niet gesproken nou hup weg enzovoort. Marokkaanse vrouwen, jonge dames die pas getrouwd zijn, zeggen dat ze gelukkig zijn wanneer ze met hun neef trouwen of met iemand anders uit Marokko. Of met iemand die hun ouders uitgezocht hebben. Je kunt mij nu niet meer vertellen dat een meid die hier opgegroeid is gelukkig is met een Marokkaan die zij uit Marokko heeft laten overkomen. Die twee zullen totaal verschillende denkbeelden hebben. Als je zo’n meid recht in haar ogen kijkt en je vraagt haar: zeg me nu eerlijk, ben je echt gelukkig? Dan zal ze misschien wel ja zeggen, maar diep in haar hart zal ze nee zeggen. Ik weet wel zeker dat 90 procent van die meiden niet gelukkig is. Je hebt hier in Nederland de kansen gehad op opleidingen te volgen, om jezelf te ontplooien en uiteindelijk maakt ze stappen terug door te trouwen met een Marokkaan van daar. Alle kansen heeft ze ongedaan gemaakt door te trouwen om je familie tevreden te houden. De eigenschappen die je wilt in een man, zul je niet treffen bij een Marokkaanse man. De eigenschappen die jij wilt en de eigenschappen die de Marokkaan bezit gaan niet samen. Deze twee kunnen niet samen gaan! Dus wat doe je, je kiest voor je eigen geluk en dat is kiezen voor de man die de eigenschappen heeft die jij zoekt in een man. En dan maakt het niet uit of hij Chinees, Turks, Grieks of Nederlands is. Je moet gewoon kiezen voor je eigen vrijheid. Hoeveel oorlogen zijn er wel niet geweest om vrijheid. Waarom kiest zo’n vrouw dan voor een relatie waarvan ze weet dat ze die vrijheid niet zal krijgen. Vrijheid is niet alleen zelf bepalen wanneer je naar buiten gaat, geestelijke vrijheid is zelfs nog belangrijker als dat je wordt afgenomen dan kan je net zo goed in een gevangenis
45
zitten. Het is het niet waard om met iemand te zijn die jou van die vrijheid wil beroven. Ik denk er niet over. Elke minuut van de dag opgebeld worden met de vraag waar ben je, wat doe je, wanneer kom je naar huis, heb je al gekookt? Als een man jou niet kan vertrouwen, dan zegt dat heel veel. Zo’n relatie wil je niet, waarom? omdat zo’n man zelf niet te vertrouwen is. ‘Wat ik zie dat is voor mij en wat ik niet zie daar heb ik al de helft van’ dit is een heel oud Marokkaans gezegde, het gaat over de Marokkaanse man. Hij heeft thuis al een vrouw en toch denkt hij dat alle vrouwen die hij op straat ziet van hem zijn. Zelf als ik met Menno in Marokko ben, dan zie je die ogen van hun groter worden, en ze blijven staren. Het maakt hen helemaal niet uit dat ik met mijn man zit. De Marokkaanse man is en blijft een charmeur, net als een Italiaan en een Spanjaard. Het zit in de genen. Bij de Marokkaanse mannen is het alleen zo dat ze het niet allemaal willen laten zien. Ze zijn schijnheilig. Want als een vrouw terug kijkt, ja dan is ze een hoer. Weet je hoe ik hiermee omga ik kijk terug, ik tik Menno aan en ik zeg moet je hem zien, hij denkt mij zo te kunnen versieren. Nou je ziet die mannen kleiner worden hoor wanneer ik ze uitlach! 3.6
Conclusie
In de komende empirische hoofdstukken zal ik verder ingaan op belangrijke thema’s die in de levensverhaleninterviews behandeld zijn; relatie met en reacties van ouders, familie en vrienden, de gemengde relatie, de ontmoetingen, roddel en andere weerstanden, loyaliteitsconflicten, ambivalentiegevoelens, en de toekomst. Ik zal hier gebruik maken van interviewmateriaal dat ik tegelijkertijd analyseer met theoretische perspectieven. In het volgende hoofdstuk zal ik mij richten op het thema geheimzinnigheid rondom de relatie. Hier gaat het om hoe de vrouwen omgaan met de consequenties van hun partnerkeuze in de eerste fase van het proces dat zij doorlopen wanneer zij een gemengde relatie hebben.
Hoofdstuk 4 4.1
Geheimhouding
Inleiding
In dit empirische hoofdstuk ga ik in op de eerste fase van het proces dat vrouwen van Marokkaanse afkomst doorlopen, wanneer zij een gemengde relatie hebben. Deze eerste fase noem ik ‘geheimhouding’ omdat de gemengde relatie in eerste instantie geheim gehouden wordt voor iedereen. In eerste instantie vooral voor de ouders, maar vaak ook voor vrienden/vriendinnen en familieleden (zoals zussen of nichten).
46
De geheimzinnigheid in deze eerste fase kenmerkt het begin van de relaties van alle vrouwen met wie ik gesproken heb, ondanks de verschillende verhalen die zij mij vertellen en de verschillende karakters die zij hebben.
4.2
De eerste ontmoetingen Ik was eigenlijk nog maar een groentje als het ging om relaties. Ik ging er daarom ook niet vanuit dat ik echt een relatie met hem zou beginnen, ik dacht gewoon leuk even gezellig doen. (Kaltouma)
Kaltouma leerde haar vriend kennen na afloop van een theatervoorstelling. Zij werden aan elkaar voorgesteld door gemeenschappelijke vrienden en een paar weken later hadden zij een relatie. Dat het moeilijk zou gaan vanwege zijn afkomst en het feit dat hij ongelovig is, daar wilde Kaltouma bij de eerste ontmoetingen niet stil bij staan omdat ze verliefd was. Dat gevoel wilde ze zo lang mogelijk vast blijven houden. Het besef dat zij in moeilijkheden zou komen met haar ouders kwam na een jaar. Kaltouma realiseerde zich pas later, naarmate de relatie serieuzer werd, dat zij wel verder wilde met haar vriend en dat ze hiermee veel weerstand zou krijgen vanuit haar familie. Oumaima heeft een vergelijkbare ontmoeting gehad met haar vriend: Nico is mijn derde Nederlandse vriend en om eerlijk te zijn, had ik het niet verwacht dat het best serieus zou worden. Net zoals mijn andere relaties had ik zoiets van, ik zie wel. Oumaima ontmoette Nico tijdens een avondje uit met vriendinnen. Ze raakten aan de praat en telefoonnummers werden uitgewisseld. Na een maand telefonisch contact te hebben besloot Oumaima met Nico af te spreken. Het klikte gewoon. Ik had het niet verwacht dat ik een Nederlander zou vinden met wie ik zo goed kan praten. We hebben ook veel discussies over onze culturen en over onze families die zo verschillend zijn, maar tegelijkertijd ook zo hetzelfde……Nico komt uit een rijke familie en zijn ouders waren ervan uitgegaan dat hij het familiebedrijf zou overnemen en dat hij thuis zou komen met een meisje uit een goede familie, met andere woorden uit een rijke, Nederlandse, familie. (Oumaima) Dit interviewfragment illustreert het eerder beschreven mechanisme dat binnen elke groep weerstanden kunnen ontstaan wanneer een groepslid de grenzen van zijn/haar eigen groep overschrijdt als het gaat om partnerkeuze. Het fragment laat ook zien dat niet alleen Marokkaanse ouders verwachtingen hebben wat betreft de partnerkeuze van hun kinderen.
47
Ook ouders van Nederlandse en andere achtergronden hebben bepaalde verwachtingen als het gaat om bijvoorbeeld de partnerkeuze van hun kinderen. Laila is de enige vrouw die ik gesproken heb die nu geen gemengde relatie meer heeft, maar wel heeft gehad. Laila heeft haar relatie negen jaar geleden beëindigd, haar zoon was toen twee jaar. Haar ex-vriend ontmoette zij op een feest in Amsterdam waar ze meteen verliefd op elkaar werden. Ook Laila zegt dat zij er niet stil bij wilde staan dat de relatie niet mogelijk zou zijn vanwege haar ouders of vanwege haar Marokkaanse cultuur. Ze beschrijft dat zij altijd haar eigen leven wil leiden en dat betekende voor haar dat zij zich niet wilde laten beïnvloeden door stomme tradities en regels. Hakima is zes jaar geleden getrouwd. Zij en haar man zaten bij elkaar in de klas en werden verliefd op elkaar. Ook Hakima beschrijft dat zij niet onder ogen wilde zien dat Robert’s Nederlandse afkomst een probleem zou zijn voor haar ouders en vooral voor haar vader. Hakima vertelt hoe zij vanaf haar vijftiende tot haar negentiende jaar een geheim leven heeft gehad waarover ze met niemand kon praten. Haar vader was erg streng en wilde altijd weten waar ze naar toe ging en met wie. Met haar vriendinnen (toen allemaal van Marokkaanse afkomst) kon ze ook niet praten over haar relatie, want die keurde het niet goed, ook al hadden zelf altijd (Marokkaanse) vriendjes. Hakima voelde zich ondanks alle geheimzinnigheid toch gelukkig met Robert. Kaltouma, Oumaima, Laila en Hakima lijken in het begin van hun relatie weinig last te hebben van tegenstrijdige gevoelens. Zij beschrijven hun ontmoetingen als kennismakingen waarin zij nog niet dachten aan, zoals Kaltouma het noemt, serieuze zaken zoals trouwen. Dit neemt echter niet weg dat ze hun relatie toch geheim hielden voor ouders en familieleden, maar ook voor sommige vriendinnen. Met behulp van het symbolisch interactionisme kun je de houding van deze vrouwen op een andere manier analyseren. Zoals ik al eerder noemde in het theoretisch kader van deze scriptie beschrijft Goffman hoe mensen als acteurs een beeld van zichzelf aan anderen willen laten zien. Aan de ene kant oriënteren mensen zich op de verwachtingen van anderen en tegelijkertijd willen zij ook handelen in overeenstemming met het beeld dat ze van zichzelf hebben. Dit zie ik ook terug bij Kaltouma, Oumaima, Laila en Hakima. Bij het aangaan van de gemengde relaties hebben de vrouwen een eigen betekenisgeving toegekend aan hun grensoverschrijdende partnerkeuze. Zij definiëren hun relatie in eerste instantie als weinig serieus en als geen echte relatie. Desondanks kiezen zij ervoor om hun relatie geheim te houden. Dit komt hen op twee manieren goed uit. Aan de ene kant voldoen zij (bewust of onbewust) aan de verwachtingen van anderen, namelijk dat een Marokkaanse meid geen 48
relatie aangaat met een niet-Marokkaan. Aan de andere kant houden zij de relatie niet alleen geheim voor anderen, maar ook voor zichzelf. De vrouwen durfden of wilden niet denken aan de problemen, zij durfden of wilden de consequenties van hun keuze nog niet onder ogen zien. De relatie geheim houden en bestempelen als geen echte relatie komt hen dan goed uit. Door de relatie toch voort te zetten proberen de vrouwen ook te handelen in overeenstemming met het beeld dat zij van zichzelf hebben, namelijk het beeld van jonge vrouwen die altijd willen doen wat zij zelf willen.
Wel een serieuze relatie Er zijn ook vrouwen die hun relatie van begin af aan zeer serieus nemen. Dit zijn ook de vrouwen die snel kampen met tegenstrijdige gevoelens. Door de relatie wel serieus te nemen zijn deze vrouwen problemen en toekomstige weerstanden sneller gaan inzien. Nora is een van de vrouwen die wel vanaf het begin kampte met tegenstrijdige gevoelens. Nora leerde Leo op het werk kennen. Hij werkte op een andere afdeling, maar ze kwamen elkaar tegen tijdens de lunchpauzes. Nora voelde al heel snel dat er een soort van aantrekkingskracht tussen hen was, maar dat gevoel heeft ze lange tijd genegeerd. Leo deed hetzelfde, omdat Nora altijd liet merken dat zij geen relatie wilde. Zij fantaseerde wel over een relatie en hoe het zou zijn met hem, maar zij liet dat lange tijd niet blijken. Ook Nadia beschrijft hoe zij kampte met tegenstrijdige gevoelens toen zij haar man, toen een medestudent, leerde kennen. Zij kenden elkaar een lange tijd voordat zij een relatie aangingen. Ze volgden dezelfde studie (Informatiekunde) en kwamen elkaar tegen in werkgroepen of op colleges, maar twee jaar lang bleef het daarbij. Nadia vertelt dat haar man toen altijd zo aardig en behulpzaam tegen haar was. Nadia zegt nu dat zij van begin af aan al gevoelens voor hem kreeg, maar zij twijfelde aan deze gevoelens voor hem. Zij wilde deze gevoelens niet toelaten, omdat ze niet verliefd wilde worden. Die gevoelens ontwikkelden zich toch wel en vooral nadat Malik haar vertelde dat hij verliefd op haar was en dat hij haar graag beter wilde leren kennen. Ik leerde Malik op school kennen. Wij hebben een paar jaar dezelfde vakken gevolgd en we waren alleen maar bevriend. Ik heb er nooit bij stil gestaan dat ik ooit een Nederlandse vriend zou kunnen hebben…… zoveel verschillen en zoveel problemen vooral met ouders en de Marokkaanse gemeenschap. Ik begon van gedachten te veranderen toen Malik vertelde dat hij verliefd op mij was. Op dat moment ben ik erg gaan twijfelen over wat ik nou echt voelde…ik wilde het zo graag, maar ik bleef maar denken aan dat het niet mogelijk was en dat ik verkeerd bezig was. (Nadia)
49
Samira, Anissa, Malika en Miriam hebben vergelijkbare ontmoetingen gehad met hun nietMarokkaanse partners. Samira leerde haar verloofde kennen op school, Anissa leerde haar man kennen via gemeenschappelijke vrienden, Malika leerde haar man via het werk kennen (hij was de zoon van een collega) en Miriam en haar man waren buren van elkaar. Opvallend is hoe de vrouwen, allemaal in hun eigen woorden, beschrijven dat zij niet hadden verwacht dat zij liefdesgevoelens zouden kunnen voelen voor een niet-Marokkaan. Ook al hebben zij zichzelf altijd als modern en anders dan hun vriendinnen, nichten of vriendinnen van Marokkaanse afkomst beschreven. Deze vrouwen zagen hun ontmoetingen met de niet-Marokkaanse mannen als vriendschappelijke kennismakingen waarbij zij wel stilstonden bij een mogelijke liefdesrelatie, maar niet hadden verwacht dat zij deze ook daadwerkelijk zouden doorzetten. Zij hebben namelijk allemaal van jongs af aan meegekregen hoe partnerkeuze geregeld is binnen hun Marokkaanse cultuur en traditie en dat gemengde relaties daar niet bij passen. Met als gevolg dat vrouwen van Marokkaanse afkomst heel goed nadenken over de keuze om een gemengde relatie aan te gaan. Zo zal de ene vrouw van begin af aan veel rekening houden met mogelijke obstakels van ouders of van andere leden van de Marokkaanse gemeenschap. De andere vrouw geeft echter aan dat zij minder rekening houdt met beperkingen zoals reacties van ouders of van wat de Marokkaanse gemeenschap er van vindt. Dit betekent echter niet dat deze vrouw zich niet bewust is van de negatieve reacties waarmee zij te maken zal krijgen gedurende haar gemengde relatie. Zoals uit een aantal gesprekken blijkt, komen de echte spanningen en onzekere gevoelens naar boven wanneer de vrouwen de gemengde relatie serieus beginnen te nemen. En hierin verschillen de eerste en tweede groep vrouwen die ik beschreven heb. De eerste groep vrouwen begint wel een gemengde relatie, maar zeggen dat hun relatie niet serieus is en houden het voor de zekerheid geheim. De tweede groep vrouwen nemen de relatie van meet af aan serieuzer, dus zien zij ook eerder het probleem. Zoals de Valk en Liefbroer (2004) in hun onderzoek naar de invloeden van ouders op relatievorming hebben geconcludeerd; de vrouwen worden zich wel degelijk bewust van de beperkingen wanneer zij voor de daadwerkelijke beslissing over de keuze voor een relatievorm staan.
4.3
Waarom je het ouders niet vertelt
De vrouwen hielden hun relatie in eerste instantie geheim voor hun ouders. In deze paragraaf zal ik ingaan op waarom zij dit deden. Ook zal ik ingaan op wie de vrouwen wel in vertrouwen namen en wie juist niet. 50
In hoofdstuk twee van deze scriptie ben ik ingegaan op hoe het binnen de Marokkaanse gemeenschap gebruikelijk is dat ouders de doorslag geven bij de partnerkeuze van hun kinderen. Ik heb hierbij ook aangegeven dat de geschetste patronen van relatievorming en partnerkeuze aan verandering onderhevig zijn. Dit is in dit scriptieonderzoek ook te zien bij de vrouwen met wie ik gesproken heb. Hun individuele wijze van partnerkeuze is vrij uitzonderlijk. Zij hebben hun ouders niet bij hun partnerkeuze betrokken, wilden hun gemengde relatie enige tijd geheim houden en hanteerden bovendien andere normen en waarden dan hun ouders. De vrouwen in dit scriptieonderzoek leerden hun partners kennen, raakten geïnteresseerd en werden verliefd. De vrouwen beschrijven hoe zij het verliefd zijn als voorwaarde voor een relatie zien. Een relatie is volgens hen een verbintenis tussen twee individuen en niet tussen twee families. De vrouwen zijn zich er goed van bewust dat zij met deze denkbeelden allerlei regels en grenzen overschrijden, dit maakte hen aan het begin van hun gemengde relatie huiverig om de relatie aan ouders, familieleden en zelfs aan vriendinnen van Marokkaanse afkomst bekent te maken.
Schuld-, angst- en schaamtegevoelens Uit de verhalen van de vrouwen blijkt dat er vele redenen zijn waarom zij hun ouders niets vertellen over hun gemengde relatie. Ik ga in op de belangrijkste argumenten die ik na analyse uit het interviewmateriaal heb kunnen halen. Een van de belangrijkste redenen die door meerdere vrouwen, in verschillende woorden, genoemd wordt is schuldgevoel. De vrouwen beseffen goed wat de consequenties zijn van hun gemengde relatie en willen hun ouders dat gewoonweg niet aandoen. Ouders zullen door familie, maar ook door de Marokkaanse gemeenschap negatief beoordeeld worden. Hooghiemstra (2003) beschrijft hoe de hele familie aangesproken kan worden op het gedrag van een van de leden. De vrouwen voelen zich schuldig hierover, maar ook voelen zij zich schuldig omdat zij weten dat zij hun ouders verdriet doen. De onzekerheid of juist zekerheid over hoe ouders zullen reageren en de verdere consequenties van hun onconventionele partnerkeuze geeft de vrouw genoeg stof om over na te denken. Word ik genegeerd, ben ik thuis niet meer welkom, zullen ze het een beetje begrijpen of helemaal niet? zijn voorbeelden van vragen waarover de vrouwen goed nadenken en waarom zij ouders niet meteen vertellen dat zij verliefd zijn en een relatie hebben met een niet-Marokkaan. Schuldgevoelens liggen voor de vrouwen ook dicht bij
51
angst- en schaamtegevoelens. In de volgende twee fragmenten wordt het duidelijk hoe dicht deze gevoelens bij elkaar liggen. Ik ben heel bang geweest tijdens mijn relatie, eigenlijk was alles dubbel en psychisch. Ik was zo blij met mijn relatie, maar ook zo bang omdat mijn ouders het niet wisten. Zij vertrouwden mij in alles wat ik deed en het voelde alsof ik hun vertrouwen had beschaamd. Ik had het ze het liefste meteen verteld, maar ze zouden me toch niet begrijpen. Ik wist ook hoe het ging toen mijn ouders er achter kwamen van mijn zus (die is getrouwd met een Turk), het was niet echt, uhm zeg maar, vlekkeloos gegaan. Vooral van mijn vaders kant was het erg problematisch, hij heeft er ontzettend veel moeite mee gehad. (Kaltouma) Ik wilde nog niets zeggen, omdat ik mijn ouders geen pijn wilde doen. In het begin van mijn relatie voelde ik mij zo schuldig, maar nu niet meer hoor…In het begin dacht ik alleen maar waarom ik? Waarom moest mijn leven altijd zo moeilijk zijn. Waarom wilde ik iets zo graag doen terwijl ik weet dat ik mijn ouders ongelofelijk veel verdriet zou doen… ik schaamde mij voor mijn vader, ik kon alleen maar denken aan zijn reactie als ik hem zou vertellen dat ik wilde trouwen met een Nederlander, met blonde haren en blauwe ogen. Ik wist dat het hem helemaal gek zou maken. Ik wist dat ik hem een schande zou geven bij onze familie en bij de rest van de Marokkanen in Marokko (Anissa) Deze gevoelens waren bij Anissa zo sterk, je zou niet zeggen dat haar ouders in Marokko wonen en niet in Nederland. Anissa beschrijft dat zij zich zo heeft gevoeld totdat zij besloten had om haar relatie voort te zetten. Veel vrouwen beschrijven hoe zij hun eigen keuzes (willen) nastreven. Dat neemt niet weg dat zij zich schuldig voelen, schamen of angstig zijn omdat zij niet loyaal kunnen zijn tegenover hun ouders.
Eigen onzekerheid Een andere belangrijke reden is de eigen onzekerheid. Veel vrouwen kampten met tegenstrijdige gevoelens, ook over hun eigen relatie. Passen we nou wel of niet bij elkaar? Wat nou als mijn moeder gelijk heeft, dat zulke relaties (gemengde relaties) niet kunnen werken. Wat nou als we na een jaar uit elkaar gaan, omdat we gewoon niet bij elkaar passen. Dan zou ik al die moeite en stress voor niets hebben meegemaakt. Het heeft 2 jaar geduurd voordat ik echt dacht; ja met jou wil ik trouwen en kinderen krijgen. (Nadia) Door de relatie enige tijd geheim te houden kunnen de vrouwen er voor zichzelf achter komen of zij de relatie voort willen zetten en vervolgens bekend willen maken aan ouders. De eigen onzekerheid komt voort uit het idee (waarmee de vrouwen zijn opgevoed) dat je als Marokkaanse vrouw met een Marokkaanse man dient te trouwen. Ook al hebben zij zich altijd
52
tegen traditionele ideeën verzet, zoals zij mij vertellen, het blijkt dat de vrouwen toch momenten ervaren waarin zij zich zwak voelen en dus denken aan alle redenen waarom hun relatie geen kans van slagen maakt. Er zijn vrouwen in dit scriptieonderzoek die zulke momenten hebben ervaren, ze zijn echter sterk genoeg geweest om hun relatie toch voort te zetten. Zij zijn er in de geheime periode van hun relatie, voor zichzelf, achter gekomen dat hun niet-Marokkaanse partner over eigenschappen beschikt die zijzelf belangrijk vinden.
Uit angst, schuld- en/of schaamtegevoel, maar ook uit eigen onzekerheid kiezen de vrouwen ervoor om hun ouders niet te laten weten dat zij een gemengde relatie hebben. Het wordt van hen verwacht dat zij zich volgens de normen gedragen, de vrouwen lijken daarom (totdat zij hun relatie bekend maken) het beeld te willen schetsen dat zij niets verkeerds doen. De relatie geheim houden speelt zich op de frontstage af, maar deze gaat in de backstage nog door. Ook binnenshuis wil de vrouw een bepaald beeld presenteren tegenover haar ouders en familie.
4.4
Wie vertel je het wel en wie niet?
De vrouwen in dit onderzoek hebben hun relatie allemaal een tijd geheim gehouden. De belangrijkste personen die er absoluut (nog) niet mogen achterkomen zijn de ouders. Dit betekende voor veel vrouwen dat ook sommige familieleden de gemengde relatie niet mochten ontdekken. Zussen, broers, nichten, tantes en ooms zouden ouders namelijk kunnen inlichten. Maar ook vriendinnen zouden ouders kunnen vertellen van de gemengde relatie. Er is een groot verschil tussen het vertellen aan ouders en familie aan de ene kant en het vertellen aan vriendinnen aan de andere kant. Het op de hoogte brengen van de relatie aan ouders betekent dat er geen weg meer terug is. De vrouwen vertellen hun ouders daarom alleen van hun gemengde relatie als zij zeker zijn van hun keuze. Bij vriendinnen geldt dit niet. De relatie bevindt zich in het begin nog in een onzekere periode en bij vriendinnen verwachtten de vrouwen hun hart te luchten. De vrouwen hebben namelijk behoefte aan steun, het blijkt dat niet alle vriendinnen deze steun bieden, omdat zij de gemengde relatie niet goed keuren. Volgens Van den Berg (2007) gaat iedereen bindingen aan met een kleine groep van naasten, mensen hebben behoefte aan loyaliteit, steun en intimiteit. Wanneer de vrouwen bij familieleden geen steun verwachten, zullen zij bij vriendinnen op zoek gaan naar steun. Maar ook andersom, zoals bij Nadia. Nadia zegt het moeilijk te hebben gehad toen haar Marokkaanse vriendinnen haar belachelijk maakten. Zij heeft hen wel meteen verteld dat zij verliefd was op een Nederlandse medestudent, maar heeft haar vriendinnen niet verteld hoe 53
serieus de relatie was. Haar vriendinnen vonden het ‘raar’ en vroegen zich af waarom Nadia haar ouders zo veel verdriet doet. Nadia zegt hierover; mijn relatie heeft mij laten zien welke mensen echt van mij houden en welke mensen niet. Hierdoor ben ik toch wel wat wantrouwend tegenover nieuwe mensen die ik leer kennen, vooral Marokkaanse mensen. Nadat Nadia’s vriendinnen haar zo hadden behandeld besloot ze haar zussen op de hoogte te brengen. Dit was het beste wat ze had kunnen doen, vertelt ze. Haar zussen bleken begripvol te zijn en van hen heeft ze veel steun gehad. Miriam vertelt hoe zij twee vriendinnen (van Marokkaanse afkomst) lange tijd niets had verteld, omdat ze bij hen ‘voelde’ dat zij de relatie zouden afkeuren. Zij waren namelijk getrouwd met een Marokkaan en hebben altijd negatief gereageerd op Miriam’s afspraakjes met Menno. Haar gevoel bleek te kloppen; …ze waren het niet eens met mijn beslissing om te gaan samenwonen met Menno. Ze belden niet meer, lieten niets van zich horen en ik op een gegeven moment ook niet meer… (Miriam) Ook Anissa beschrijft hoe haar vriendinnen haar lieten vallen nadat zij hen had verteld over de gemengde relatie; mijn vriendinnen lieten mij allemaal vallen toen ik het huis uit ging, ze waren het niet eens met de manier waarop ik alles aanpakte. Iedereen roddelde over mij dus het was voor hen ook een schande om met mij gezien te worden...denk ik. Maar het heeft me wel harder gemaakt. Marokkaanse meiden vertrouw ik niet zo snel, eigenlijk helemaal niet meer… En Kaltouma is er achter gekomen dat haar beste vriendin haar had verraden. Deze vriendin had haar eigen moeder verteld van Kaltouma’s relatie; Toen hebben Karima (de beste vriendin) en ik ruzie gehad, ik nam het haar kwalijk dat ze het niet voor me opnam. Haar moeder heeft allemaal lelijke dingen gezegd over mij en ze nam het niet eens voor me op. Er zijn ook vrouwen geweest die wel steun hebben gehad van hun vriendinnen. Over de positieve reacties van vriendinnen zegt Nora; het was totaal geen ‘issue’. Het zijn allemaal Nederlandse vriendinnen die dat normaal vinden. En Malika zegt dat haar vriendinnen (van zowel Marokkaanse als niet-Marokkaanse afkomst) juist erg blij waren voor haar toen ze Xavier leerde kennen; ze zeiden dat we zo goed bij elkaar passen en dat ze hem erg lief vonden. Een vriendin zei zelfs dat ze ook een Chileense man wilde alleen omdat zij mijn Xavier zo lief en aardig vond en omdat hij heerlijk kan koken. Het maakte hen 54
echt niet uit dat hij geen Marokkaan was, ze vonden het belangrijk genoeg dat hij moslim was. Bovenstaande fragmenten zijn voorbeelden van vrouwen die hun gemengde relatie aan vriendinnen (van Marokkaanse afkomst) hebben verteld. Van deze vriendinnen hebben zij soms wel, maar vaak ook geen steun of begrip gehad. Uit de verhalen van de vrouwen blijkt dat de vriendinnen van Marokkaanse afkomst vaak conventioneel en/of bang zijn en soms ook verraad plegen. Uit de verhalen blijkt dat de vrouwen met wie ik gesproken heb eerder geneigd zijn om het aan vriendinnen te vertellen dan aan familie. Dit levert voor hen echter zelden steun op. Het lijkt dan ook een verkeerde strategie te zijn om vriendinnen eerder op de hoogte te brengen. De vrouwen kiezen ervoor om het toch te vertellen, omdat zij van die vriendinnen geen bedreiging verwachten. Zij zullen niets vertellen aan ouders en familieleden, aldus de vrouwen met wie ik gesproken. Slechts in een geval heeft een vriendin haar eigen moeder verteld van de gemengde relatie. Familieleden worden door de vrouwen niet zo snel op de hoogte gebracht, omdat deze dichter bij de ouders staan dan vriendinnen. De vrouwen willen niet riskeren dat een oom, tante of nicht de gemengde relatie bij de ouders kenbaar maakt. Voor familieleden geldt, op uitzonderingen na, dat zij pas op de hoogte gebracht worden, zodra de vrouw er voor zichzelf zeker van is dat zij de gemengde relatie wil voortzetten. Als het zo is dat vriendinnen altijd negatief reageren dan lijken mijn respondenten vooruitstrevender opvattingen te hebben dan de vrouwen van Marokkaanse afkomst in hun omgeving. De vrouwen uit mijn scriptie vervullen dan geen voorbeeldrol voor de rest. De vrouwen betalen immers een hoge prijs voor hun grensoverschrijdende partnerkeuze en de beeldvorming over gemengde relaties van vrouwen van Marokkaanse afkomst is nog altijd negatief binnen de Marokkaanse gemeenschap. Hier kom ik later op terug. 4.5
Geheimhouding als strategie
De geheimhouding in de eerste fase van het proces dat vrouwen van Marokkaanse afkomst doorlopen is een strategie die tijdelijk uitkomst biedt. Een strategie van uitstellen, waarin je de partner beter leert kennen en zekerder van je zaak kunt worden. In deze paragraaf ga ik in op geheimhouding als strategie.
De vrouwen uit dit onderzoek hebben als individu een keuze gemaakt voor een nietMarokkaanse partner. Voor de vrouwen is verliefd zijn een belangrijk argument om een relatie
55
te beginnen met de niet-Marokkaanse partner, maar vooral ook omdat de niet-Marokkaanse partner past in het ideaalbeeld dat de vrouwen hadden van hun toekomstige partner. Veel vrouwen met wie ik gesproken heb waren er van overtuigd dat zij bepaalde karaktereigenschappen nooit zouden vinden in een man van Marokkaanse afkomst. Een gelijkwaardige man-vrouw relatie is volgens hen niet mogelijk. De vrouwen willen een man die eerlijk, modern en lief is die hen tevens in hun eigen waarde laat, die hen in staat stelt om zichzelf te ontplooien en om vrij te zijn. Er zijn ook vrouwen die daarnaast waarde hechten aan een partner die moslim is. Deze manier van rationaliseren bij de vrouwen kan ook gezien worden als een strategie. Door te zeggen dat een man van Marokkaanse afkomst nooit de eigenschappen zal hebben die een vrouw zoekt, rechtvaardigt de vrouw haar eigen keuze voor een nietMarokkaan. Het is dan alsof zij geen andere keuze had dan te zoeken naar en te kiezen voor een niet-Marokkaan. De vrouwen kiezen er voor om de gemengde relatie enige tijd stil te houden zodat zij in alle ‘rust’ kunnen onderzoeken of de relatie enige kans van slagen heeft en of zij inderdaad hun ideale partner hebben gevonden. Een andere, zeer belangrijke reden voor de geheimhouding is dat de vrouwen bang zijn voor de reacties van ouders, familieleden en andere bekenden. Desondanks gaan de vrouwen de geheime relatie toch aan, ook al hebben zij moeite met eigen schuldgevoelens over het overtreden van de regels en de angst voor ontdekking van de relatie. Want, zoals Sterckx en Bouw beschrijven, hoe kort, functioneel en kuis dit contact ook is, zij overschrijden daarmee al een belangrijke grens (Sterckx & Bouw 2005:99). Sommige vrouwen geven aan niet stil te staan bij de reacties van anderen, ook niet bij die van de ouders. Vaak zeggen deze vrouwen niet bang te zijn voor ontdekking. Desondanks houden ook deze vrouwen de relatie stil voor ouders en familieleden. Ook Emmelkamp (2000) beschrijft in haar onderzoek naar de liefdesrelaties tussen autochtone Nederlanders en Marokkanen van de tweede generatie dat de relaties in een geheime eerste fase in stilte tot bloei komen. Die geheime fase is er een van wederzijdse verkenning en van het uit de weg gaan van de confrontatie met de familie Hoe lang de geheime relaties duren, verschilt per paar. Opmerkelijk is dat de geheime relaties van de vrouwen die mij vertelden dat ze hun relatie aanvankelijk niet serieus namen en daardoor niet stilstonden bij de weerstanden van ouders en familie, langer duurden dan de geheime relaties van de andere vrouwen. Dit betekent dat zij een langere geheime relatie hebben (gehad). Van de vrouwen die ik gesproken heb duurde de kortste geheime relatie een
56
half jaar en de langste vier jaar. Er is nog een geheime relatie die nog voortduurt en waarvan ik dus nog niet weet hoe lang deze zal zijn.
4.6
Conclusie
De gemengde relaties van de vrouwen met wie ik gesproken heb beginnen zonder uitzondering met geheimhouding. Bij de analyse van het interviewmateriaal heb ik twee manieren ontdekt waarop de vrouwen hun relatie geheim kunnen houden. 1) Er zijn vrouwen die een gemengde relatie beginnen, maar zeggen dat de relatie weinig serieus is. Dit neemt niet weg dat de vrouwen de relatie toch geheim houden voor ouders en familieleden. Het geheimhouden van de relatie kan bij deze vrouwen op de volgende manier bekeken worden: zij willen de relatie ook voor zichzelf geheim houden, zij willen of durven problemen (nog) niet in te zien. Het blijkt dat deze vrouwen het lang kunnen volhouden om niet na te denken over mogelijke consequenties, hierdoor kan de periode van het geheimhouden van de relatie ook langer duren. 2) De andere groep vrouwen nemen hun relatie wel van meet af aan serieus. Hierdoor zijn deze vrouwen geneigd om conflicten en spanningen eerder te zien. Het blijkt dat de vrouwen hierdoor eerder met loyaliteitsconflicten en ambivalentiegevoelens te maken krijgen. Uit het interviewmateriaal blijkt dat deze vrouwen de geheime periode korter volhielden (in vergelijking met de eerste groep vrouwen). De beginfase is omgeven met geheimzinnigheid over de gemengde relatie waarvoor de vrouwen hun eigen redenen hebben. De belangrijkste redenen die ik uit het interviewmateriaal heb kunnen ontdekken zijn; schuld-, angst- en schaamtegevoelens, maar ook eigen onzekerheid.
Hoofdstuk 5 5.1
De Bekendmaking
Inleiding
Voordat ouders op de hoogte worden gesteld is het een belangrijke voorwaarde dat de vrouw en haar niet-Marokkaanse partner toekomstplannen hebben zoals trouwen en in enkele gevallen samenwonen. Het is niet voor alle vrouwen met wie ik gesproken heb een optie geweest om hun ouders te vertellen dat ze verliefd zijn en verkering hebben met een niet-
57
Marokkaan. Vanuit de literatuur wordt deze observatie ondersteund; onder Marokkanen overheerst de gedachte dat je alleen met een serieuze relatie naar buiten treedt, dat wil zeggen een partner als partner voorstelt, wanneer het plan is om het verdere leven te delen in de vorm van een huwelijk (Emmelkamp 2000:86, Sterck & Bouw 2005). Wanneer een vrouw besluit om haar ouders te vertellen dat zij een gemengde relatie heeft, dan laat zij tegelijkertijd weten dat zij met deze niet-Marokkaanse partner wil trouwen. Hoe de ouders ook zullen reageren, er is geen weg meer terug naar de geheime relatie waarvan niemand op de hoogte was. De relatie heeft zich bovendien in de eerste fase al ontwikkeld, de partners zijn van elkaar gaan houden en willen met elkaar verder. In de tweede fase, worden ouders op de hoogte gesteld van de relatie. Ik noem deze fase daarom ‘de bekendmaking’. Juist in deze fase zal de vrouw het hoofd moeten bieden aan alle weerstanden waarmee zij te maken krijgt. De vrouwen realiseren zich dat het in deze fase pas echt begint. Het is belangrijk om te noemen dat niet alle vrouwen hun ouders hebben laten weten dat zij willen trouwen met hun niet-Marokkaanse partner. Zo zijn er ook vrouwen geweest die aan hebben gegeven niet te willen trouwen. Zij willen samenwonen. Uit onderzoek blijkt echter dat ongehuwd samenwonen nog geen optie is voor ouders van Marokkaanse afkomst (Sterckx & Bouw 2005, de Valk & Liefbroer 2004, Hooghiemstra 2003). Maar dit kan veranderen en dat zal ook gebeuren als meer jongeren dat doen en aandurven. De tweede fase niet aangaan Het is van belang zich te realiseren dat niet elke vrouw van Marokkaanse afkomst met een nog geheime gemengde relatie er uiteindelijk ook voor kiest de relatie door te zetten en haar ouders op de hoogte te stellen. Fatiha is een jonge vrouw die ik een keer telefonisch heb gesproken, maar met wie ik geen volledig interview heb afgenomen. Fatiha beschrijft hoe zij aan het begin van haar relatie niet wilde nadenken over weerstanden van ouders, vriendinnen, familieleden en de Marokkaanse gemeenschap. Na een jaar realiseerde Fatiha zich dat zij niet geconfronteerd wilde worden met negatieve reacties, meningen en handelingen vanuit haar sociale omgeving. Zij koos ervoor de relatie te beëindigen. Er zijn dus ook vrouwen van Marokkaanse afkomst die in de eerste fase van het proces besluiten om de relatie niet voort te zetten. Fatiha heeft ervoor gekozen om er niet voor te gaan, omdat eer en het voorkomen van schande zeer belangrijke onderwerpen zijn waar zij mee is opgegroeid. Deze begrippen zijn voor haar ouders en familie zo belangrijk dat zij niet heeft kunnen kiezen voor haar niet-Marokkaanse (ex-)partner. Hoe graag zij ook verder wilde met hem, zij kon het niet. Zij voelde zich schuldig tegenover haar ouders omdat zij hen
58
schande zou brengen met haar keuze. Deze vrouw lijkt de normen van haar ouders zodanig te hebben geïnternaliseerd dat ze uiteindelijk besluit voor haar ouders te kiezen en niet voor de relatie. Ingaan tegen de regels van de groep waartoe je behoort en graag wilt blijven behoren is moeilijk. Dat vereist een sterke persoonlijke identiteit die zich durft en kan losmaken van de collectieve identiteit. Fatiha kon dat niet; Ik kon het gewoon niet, het idee alleen is voor mij zo eng. Ik weet zeker dat ik mijn hele familie tegen mij zou krijgen en dat ik hen zeker ga verliezen. Ik wil dat leven niet. Niet voor mij en ook niet voor David. Mijn broers zijn tot veel in staat om de familie te beschermen. Mijn broers hadden mijn zwager voordat hij trouwde met mijn zus ook al bedreigd, en dat was gewoon een Marokkaan. Ik moet er niet aan denken hoe ze zouden reageren als ik hen zou vertellen over David. (Fatiha) Zoals Fatiha zijn er vast veel meer, maar daarover gaat deze scriptie niet. Dit scriptieonderzoek gaat over de vrouwen die hun gemengde relatie wel doorzetten met alle problemen en risico’s van dien.
5.2
Voorbereiding, bekendmaking en reactie
Voordat de vrouwen uit mijn onderzoek de moed bij elkaar hebben geraapt, om hun ouders te vertellen dat zij willen trouwen of samenwonen met een niet-Marokkaan, hebben zij zich eerst moeten voorbereiden. Tegenstrijdige gevoelens hebben een tijdelijke oplossing gehad namelijk een periode van het geheim houden van de relatie. In deze periode hebben de vrouwen ook de tijd genomen om goed na te denken of zij, in de woorden van een van de vrouwen waarmee ik heb gesproken hun leven op de kop willen zetten voor een man waarvan zij weten dat hij niet (meteen) geaccepteerd wordt. Elke vrouw heeft haar eigen manier gehad om vooral haar ouders voor te bereiden voordat zij hen daadwerkelijk vertelt van de gemengde relatie. Sommige vrouwen zullen de hulp van familieleden, zoals zussen, nichten of een oma, inschakelen. Zij mobiliseren binnen de familie hulp wat hen steun biedt voor en tijdens de bekendmaking. Er zijn ook vrouwen geweest die helemaal geen hulp hebben gezocht binnen hun familie. Deze vrouwen bereiden hun ouders zelf voor door bijvoorbeeld discussies te beginnen over ‘gemengde relaties’ of over ‘Marokkaanse mannen’. In zulke gesprekken laat een dochter voorzichtig doorschemeren dat zij geen Marokkaanse man wil. Ondanks de verschillende verhalen en ervaringen lijken er overeenkomsten te zijn in de manieren waarop de vrouwen omgaan met de obstakels waarmee zij te maken krijgen.
59
In dit hoofdstuk ga ik in op hoe de vrouwen hun ouders op de hoogte brengen van de gemengde relatie. Ook ga in op hoe de vrouwen zelf reageren op reacties, meningen en handelingen van ouders, familieleden en vrienden. Na de verhalen van de vrouwen te hebben aangehoord en na deze te hebben uitgewerkt viel het mij op dat er overeenkomsten zijn in de manieren waarop vrouwen het hoofd bieden aan de weerstanden waarmee zij te maken krijgen. Ik heb er voor gekozen om een typologie te formuleren van de manieren of strategieën waarop vrouwen zelf omgaan met allerlei obstakels. De overeenkomsten waren aan te wijzen ondanks de verschillende en unieke verhalen van de vrouwen.
Hoe vertel ik het mijn ouders? Alle vrouwen met wie ik gesproken heb, krijgen te maken met de vraag hoe en wanneer zij hun ouders op de hoogte gaan brengen van hun gemengde relatie. In de volgende twee verhalen worden de dynamiek van de voorbereiding, de bekendmaking en de reactie van ouders treffend verwoord. Ik heb expres gewacht om het mijn ouders te vertellen, ik wilde eerst het huis uit. Ik had mijn huisje gevonden, ingericht en ik ging erin wonen. Pas nadat ik op mezelf woonde had ik het mijn moeder verteld. Ik wist dat ik problemen zou krijgen, ik wist dat ik thuis niet zou kunnen ontsnappen naar een plekje om bij te komen. Dat kan ik nu wel en daar ben ik ontzettend blij om. Wanneer een gesprek mij teveel wordt dan kan ik gewoon weggaan. Dit vind ik zo belangrijk voor mezelf, om er voor te zorgen dat ik niet gek word. Ik kan gewoon niet functioneren in stress, mede door deze hele situatie zit ik nu in de ziektewet. (Nora) Nora vertelt hoe zij er een jaar over heeft gedaan voordat zij het durfde om haar ouders te vertellen van haar gemengde relatie. Ze had al een paar pogingen gedaan, maar trok zich elke keer terug, omdat zij bang was voor de reactie van haar ouders, want ze wist precies hoe zij zouden reageren. Haar hele leven lang heeft haar moeder gezegd dat Nora met een Marokkaan moest trouwen en het liefst met een familielid. Nora ging zelfstandig wonen voordat zij besloot haar moeder eerst te vertellen van de relatie. Nora heeft een lange tijd gewacht op een goed moment om het haar te vertellen, maar eigenlijk was dat er nooit, want het ging om een, in haar ouders ogen, duivelse zaak. Toch reageerde haar moeder in eerste instantie erg rustig, het enige wat ze zei was, als hij maar moslim is. Nora vond dit erg vreemd, want haar moeder wilde verder helemaal niets weten; Een moeder wil toch weten met wat voor jongen haar dochter is, of hij goed voor haar is, hoe hij heet, hoe oud hij is, waar hij vandaan komt. Ze vroeg mij helemaal niets en ze bleef rustig voor zich uit kijken.
60
Vervolgens hebben moeder en dochter acht maanden gezwegen over het onderwerp ‘trouwen met een Nederlander’. Nora zegt; er werd helemaal niets meer gezegd. Als er niet over gesproken wordt dan bestaat het ook niet, zo leek het. Na ongeveer acht maanden had Nora nogmaals al haar moed bijeen geraapt om weer met haar moeder in gesprek te gaan. Ik werd gek van de stilte over het onderwerp, het leek alsof er elk moment een bom kon ontploffen en mijn leven stond gewoon stil, ik kon niet verder, ik had verwacht dat ik stappen kon zetten nadat ik het had verteld, maar nee ik was weer helemaal aan het begin. Ik wist dat ik degene was die het onderwerp bespreekbaar moest maken, maar dat het zo zwaar zou zijn had ik niet verwacht. In deze periode kreeg ik migraineaanvallen, ik was veel afgevallen, ik ging de ziektewet in, ik sprak niemand meer en ik had me nog nooit zo eenzaam gevoeld, ………omdat ik in mijn hoofd bezig was met een ding en dat was hoe ik in godsnaam mijn ouders moest vertellen van Leo………(stilte) zodat ik mijn leven kon beginnen. Mijn moeder was zo kwaad, ik had haar nog nooit zo gezien. Ik zei tegen haar, maar moeder waarom reageerde je de eerste keer toen ik het je vertelde zo kalm en goedkeurend, haar antwoord was: ik dacht dat je een grap maakte. Verder deed ze totaal geen moeite om ook maar een woord van mijn kant van het verhaal aan te horen. Het ging alleen maar over haar, en over de pijn die ik haar aandoe en over het lef dat ik had om zoiets (het willen trouwen met een Nederlander) te zeggen. Haar moeder heeft vervolgens haar vader snel laten weten dat hun dochter wilde trouwen met een Nederlandse man. De gevolgen hiervan waren zeer pijnlijk voor Nora. Tijdens ons gesprek raakte ze hier erg emotioneel van, omdat ze nog steeds niet kan geloven dat haar vader haar, in haar eigen woorden, verstoten heeft. Het duurde een week voordat mijn vader samen met mijn moeder naar mij toe kwam en mij meenam naar hun slaapkamer, hij liet mij zitten op het bed en toen begon de vreselijkste dag uit mijn leven. Hij vroeg mij, wat hoor ik nou weer voor raars van je moeder? Is het waar wat ik heb gehoord? Heb je het lef gehad om ons te vragen of je met een Nederlander mag trouwen? Wat denk je wel niet en waarom schaam je je niet? Ik kon geen antwoord geven op zijn vragen omdat ik niet over zijn geschreeuw kon komen… Haar vader was opeens van mening dat Nora haar huis had kunnen kopen dankzij het geld van haar ‘pooier’. Hij (haar vader) zei dat ik een hoer was en dat Leo mijn pooier was. En ik wilde in zijn ogen alleen maar op mezelf wonen zodat ik mannen kon ontvangen in dat huis. Hij noemde mij “bent znakt” (letterlijk betekent dat; meid van de straat, oftewel hoer)… Mijn vader noemde mij een hoer, Ik dacht hè denkt hij dat nou echt, dat kan toch niet waar zijn, ik was stomverbaasd, ik kon me niet meer bewegen, ik kreeg het benauwd en ik kon niets meer zeggen, hij ging maar door en door met schreeuwen totdat hij zei: als je hier mee doorgaat dan neem ik afstand van je, dan neem ik afstand van je, dan neem ik
61
afstand van je. Dat heeft hij drie keer gezegd en dat was de laatste keer dat ik hem gesproken heb. Het is duidelijk te zien dat Nora na een half jaar nog steeds emotioneel is. Tijdens het vertellen moest ze een paar keer stoppen om een slokje water te drinken. Toen ze over haar vader vertelde moest ze ook huilen. Nora zegt geen spijt te hebben van haar keuzes, maar het doet haar nog steeds verdriet om haar ouders niet te kunnen zien of spreken. Diep in haar hart gelooft ze wel dat het goed komt, maar nu nog niet. Het zal tijd kosten, maar zij gunt zichzelf en haar ouders de tijd om alles een plek te geven. Tussenpersoon Malika is vooral door haar oma opgevoed en met haar heeft ze een betere relatie dan met haar ouders. Om deze reden heeft zij het als eerst aan haar oma verteld. Haar oma reageerde heel rustig en vond het niet erg dat haar kleindochter wilde trouwen met een niet-Marokkaan. Malika heeft haar oma overigens niet verteld dat ze al twee jaar verkering had met Xavier. Zij (oma) wilde Xavier snel zien om te bepalen of hij inderdaad een ‘goede man’ was voor mij. Xavier ging bij mijn oma op visite en dat bezoek ging goed, oma vond hem erg aardig, want hij behandelde haar met respect. Mijn oma vond het (de relatie en trouwplannen) goed en zij zou mij helpen om het mijn ouders te vertellen. Mijn zusjes wisten het eerder, maar die stonden sowieso wel achter mij. Mijn oma, zusjes en ik hebben het mijn moeder verteld. Zij reageerde rustig, maar had er moeite mee omdat ze het niet van mij had verwacht. Zij was er mijn hele leven van uitgegaan dat ik met een Marokkaan zou trouwen. Dat mijn oma er was om mij, maar ook mijn moeder te steunen heeft ontzettend veel goed gemaakt. Ik zou niet weten wat ik zonder haar (oma) had gemoeten. Malika heeft na twee jaar besloten om haar moeder te vertellen dat ze met een man van Chileense afkomst wilde trouwen. Haar moeder was erg geschrokken en had tijd nodig om erover na te denken. De volgende stap was om het nieuws ook persoonlijk te vertellen aan haar vader, hij was de laatste die erachter kwam. Dit vond hij een kwalijke zaak. Dat ik het hem als laatste vertelde vond hij veel erger dan datgene wat ik hem te vertellen had, trouwen met een Chileen. Haar ouders waren dus niet tegen de relatie, maar zij waren verrast, geschrokken en toch ook verdrietig, aldus Malika. Zij vroegen mij bijvoorbeeld waarom ik met hem wilde trouwen. Waarom een Chileen, waar heb je hem leren kennen enzovoorts. Ik heb het geluk dat mijn vader het geloof belangrijker. Om die reden hebben mijn ouders het wel geaccepteerd. Nadat zij Xavier leerden kennen, waren ze meteen verkocht. (Malika)
62
Malika’s ouders accepteerden de relatie snel in vergelijking met de reacties van de ouders van de andere vrouwen met wie ik gesproken heb. Weerstanden zijn echter wel aanwezig in de vorm van onbegrip en verdriet. Haar ouders waren vooral verrast, ze hadden het niet verwacht. Het feit dat de oma, die in de familie veel aanzien heeft, de gemengde relatie goedkeurde zal een belangrijke rol hebben gespeeld. Daarnaast had Xavier zich ruim voor de bekendmaking bekeerd tot de islam. Malika besefte heel goed dat haar ouders hier veel belang aan zouden hechten. Xavier lijkt zich dus in eerste instantie tot de islam te hebben bekeerd om problemen te voorkomen. Uit het interviewgesprek is het namelijk niet gebleken dat hij uit overtuiging moslim is geworden. Hondius (1999) beschrijft hoe het overgaan tot de islam eigenlijk als een relatief eenvoudige stap gezien kan worden. Islamitisch worden vereist geen uitgebreide studie, een kort gesprek met een imam is vaak voldoende (Hondius 1999:271). De bereidheid van de partner om zich aan te passen, en zich dus tot de islam te bekeren, is voor Malika een belangrijke voorwaarde geweest om de gemengde relatie voort te zetten. Deze bereidheid van de partner gaf Malika moed om voor haar gemengde relatie te vechten; Xavier houdt echt van mij, dat voel ik echt. Ik voel in onze relatie dat we voor elkaar vechten. Ik heb bij mijn ouders en familie moeten vechten voor onze relatie, hij heeft op een andere manier gevochten. Hij heeft moeite gedaan om moslim te worden. Dat hij dit wilde doen gaf mij een teken dat hij echt met mij wilde trouwen. Dit gaf mij nog meer kracht om onze relatie toch door te zetten. Maar de bereidheid tot aanpassing van de partner is vooral een belangrijke strategie geweest om de oma, ouders en anderen van de ‘geldigheid’ van haar relatie te overtuigen. Malika is de enige vrouw geweest die mij vertelde dat haar partner niet uit volledige overtuiging bekeerd is. De bekering is in dit geval een strategie geweest om de ouders de gemengde relatie te laten accepteren. Wel zegt Malika later in het gesprek dat Xavier nu wel serieuzer is met het geloof, hij is zich na de bekering meer gaan verdiepen en hij voelt zich wel gelukkig met zijn bekering, aldus Malika. Dit laat zij ook aan haar ouders merken. Malika vertelt bijvoorbeeld dat haar man Marokkaanse woordjes heeft geleerd en dat hij weer een vers uit de koran heeft geleerd. Het kan natuurlijk ook strategie zijn om te vertellen dat Xavier zijn best doet om zich aan te passen. In de volgende paragraaf ga ik dieper in op strategieën van de vrouwen uit deze scriptie, maar ook ga ik in op de strategieën van ouders.
5.3
Strategieën
In de vorige paragraaf heb ik twee verhalen beschreven die de dynamiek en de strategieën van de voorbereiding, de bekendmaking en de reactie van ouders verwoord. In de verhalen van 63
Nora en Malika, maar ook van de anderen uit mijn respondentgroep, blijkt dat zij strategieën ontwikkelen om zich in eerste instantie voor te bereiden op de vragen: hoe ga ik het vertellen? Wat ga ik zeggen? Met wie ga ik het zeggen? Wanneer ga ik het zeggen? En wie vertel ik het eerst? Maar misschien nog wel belangrijker, de vrouwen ontwikkelen ook strategieën om het hoofd te bieden aan negatieve reacties, meningen en handelingen van ouders en familieleden. Ik zal eerst ingaan op de reacties van ouders. Reacties en strategieën van de ouders Na de analyse van de reacties van de ouders van Nora en Malika (maar ook van de andere vrouwen in deze scriptie) heb ik drie manieren kunnen vinden van hoe ouders reageren en omgaan met het nieuws dat hun dochter een niet-Marokkaanse partner heeft. Het blijkt ook voor de ouders heel moeilijk om om te gaan met de keuze van hun dochter. In hun reacties is het te merken dat zij soms ook niet goed weten wat zij moeten zeggen en hoe zij moeten reageren. De eerste reactie of strategie van de ouders is doodzwijgen/negeren. De ouders van Laila, Nadia en van Hakima probeerden de situatie te negeren en hiermee ook conflicten te vermijden. Er wordt niet zomaar gesproken over ‘het onderwerp’, tenzij de vrouwen er zelf over beginnen. En het was voor sommige vrouwen toch wel een hoge drempel om er weer over te beginnen. Deze strategie van de ouders is vergelijkbaar met de eerste fase van de gemengde relaties van de dochters: het geheim houden van de relatie is er namelijk ook niet over praten. De tweede reactie is verbannen. De ouders van Nora en Oumaima hebben hun dochters ‘verstoten’. De ouders reageerden in eerste instantie ontkennend en negeerden de situatie ook. Pas nadat de dochter besluit om haar relatie voort te zetten besluiten de ouders zich te verzetten en het conflict dus aan te gaan. De derde reactie is acceptatie/zich erbij neerleggen. Bij deze laatste reactie is het belangrijk om te noemen dat geen enkele ouder de relatie meteen accepteert. De ouders van Miriam, Anissa, Malika en Samira reageerden in eerste instantie geshockt, verdrietig en ook ontkennend. Zij hadden namelijk nooit gedacht dat hun eigen dochter met een niet-Marokkaan thuis zou komen. De acceptatie komt na verloop van tijd. De ene ouders accepteert de relatie sneller dan de andere ouder. Bij sommige ouders is er pas sprake van acceptatie nadat de eerste kleinkinderen geboren worden. Maar daar zal ik in het volgende hoofdstuk verder op ingaan. In theorie is er ook nog de optie van de relatie ‘goedkeuren’. Deze reactie van ouders op de gemengde relatie komt in dit onderzoek helemaal niet voor.
64
5.4
Strategieën van de vrouwen
In deze paragraaf wil ik de strategieën beschrijven die de vrouwen van Marokkaanse afkomst ontwikkelen om het hoofd te bieden aan de situaties in en kort na de tweede fase; de bekendmaking. De strategieën die ik in deze paragraaf wil beschrijven zijn vaak ook strategieën die niet zullen ophouden wanneer de vrouw in de latere fases van het proces komt. En het kunnen ook strategieën zijn die zich al in de eerste fase ontwikkelen zoals de strategie steun zoeken. Om deze reden zal ik in dit hoofdstuk uitgebreid ingaan op de strategieën om het hoofd bieden aan weerstanden voor, tijdens en na de bekendmaking van de gemengde relatie. De meeste strategieën beginnen zich in de eerste fase te ontwikkelen, maar zullen zich blijven ontwikkelen in volgende fasen van het leven van de vrouwen. In de manieren waarop vrouwen deze strategieën ontwikkelen zijn er patronen aan te wijzen. Deze patronen heb ik onderverdeeld in drie (hoofd)strategieën: strategieën die gericht zijn op het zoeken van steun, strategieën die gericht zijn op het oplossen van conflicten en als laatst strategieën die gericht zijn op het goed praten van het eigen gedrag oftewel het maken van rationalisaties.
Zoektocht naar steun De eerste strategie die zich bij alle vrouwen in verschillende vormen ontwikkeld is het zoeken naar steun. De vrouwen zeggen stevig in hun schoenen te staan, maar dit is het beeld dat zij aan de buitenwereld presenteren. In de backstage hebben de vrouwen geen publiek en kunnen zij zichzelf zijn. Ze kunnen zich opladen zodat ze zich in de frontstage weer als ‘sterk’ kunnen presenteren. Wat nog belangrijker is in deze backstage is dat de vrouwen behoefte hebben aan steun en loyaliteit. Ze hebben het nodig dat er iemand aan hun kant staat. Het blijkt dat vriendinnen niet altijd bereid zijn om steun te geven, dat hebben we in het vorige hoofdstuk gezien. Dit dwingt de vrouwen om toch op zoek te gaan naar steun binnen de familie; een oma, zus of nicht kan hulp bieden. Wanneer de vrouw geen steun verwacht en krijgt van haar familie en wanneer haar partner wel de steun, loyaliteit en intimiteit biedt, maar geen begrip heeft voor de situatie dan zal zij elders op zoek gaan naar steun, net zoals Nora: Leo is erg lief voor me, maar hij begrijpt heel veel niet. Ik had daarom besloten om naar een psychologe te gaan. Ik ben een aantal keer bij haar geweest, en toen heb ik het maar stop gezet. Zij begreep mij ook niet, zij bleef maar zeggen dat ouders zich niet zo horen te gedragen. En dat ze het knap vindt dat ik voor mezelf en voor mijn relatie heb gekozen. Daar heb ik niets aan.
65
Ook Oumaima beschrijft haar zoektocht naar steun (buiten de eigen groep). Oumaima zegt vooral in shock te zijn geweest nadat haar broers, zusje en ouders haar voor hoer hadden uitgemaakt en dat ze haar duidelijk hebben gemaakt dat ze nooit meer welkom was. Ik was in shock, ik praat er nu wel luchtig over en ik maak er wel grapjes over, maar toen was ik er kapot van, lichamelijk en geestelijk. Mijn manier van hiermee omgaan was werken, werken en nog eens werken totdat ik een burnout kreeg. Ik stopte met werken en ik ging naar een psycholoog. Dit was een complete flop! Werkelijk waar! Het enige wat hij mij kon melden was “o wat erg, o wat erg’. Ik voelde me ook niet echt op mijn gemak bij hem. Ik kon mijn hart niet luchten en hij begreep me toch niet. Die psycholoog wilde mij doorverwijzen naar een Marokkaanse psycholoog, nou daar had ik al helemaal geen zin in. Mijn vertrouwen in Marokkanen…jah… dat heb ik gewoon niet meer. Tuurlijk ik moet niet iedereen over een kam scheren, maar ik heb gewoon geen zin om continu op m’n hoede te zijn. Daarom heb ik bewust geen Marokkaanse kennissen of vrienden. (Oumaima) Kortom: steun zoeken is belangrijk, als het niet lukt binnen de groep dan gaat de vrouw buiten de groep op zoek. Deze zoektocht naar steun buiten de groep is niet altijd succesvol en blijkt vaak ook eenzaam te zijn.
Conflict benoemen, maar streven naar oplossing Bovenstaand citaat van Oumaima laat zien dat de strategieën die de vrouwen ontwikkelen dicht bij elkaar staan. Ook Oumaima gaat op zoek naar steun bij een psychologe, maar dat zij geen Marokkaanse kennissen of vriendinnen meer wil kan echter ook gezien worden als een strategie om conflicten te vermijden. Door alleen de mensen in je omgeving te kiezen die het beste met jou en je gemengde relatie hebben vermijd je conflicten die juist gaan over die gemengde relatie. Veel vrouwen kiezen ervoor om in bepaalde situaties conflicten te vermijden of op te lossen. Het vermijden of oplossen van conflicten liggen dicht bij elkaar, omdat het uiteindelijke doel is om geen heftige confrontaties mee te maken. Deze manier van het omgaan met conflicten lijkt ook een strategie te zijn om het probleem ‘van het hebben van een gemengde relatie’ (nog) niet onder ogen te willen zien. Er zijn vrouwen die vertellen dat zij, wanneer ze met hun niet-Marokkaanse partner lopen, niet reageren op gestaar, geroddel of gescheld van leden uit de Marokkaanse gemeenschap. Anissa zegt; Liever voorkomen dan genezen zeg ik altijd, daarom heb ik hem (haar partner) van begin af aan gezegd dat we niet ingaan op reacties wanneer we buiten lopen, gewoon negeren en doorlopen.
66
Door de ogen te sluiten voor consequenties en door het negeren van weerstanden willen vrouwen conflicten oplossen en/of vermijden. Deze vrouwen laten veel over zich heen komen. Tegelijkertijd proberen de vouwen zichzelf vaak gerust te stellen door bijvoorbeeld te denken dat ze wel gelukkig worden en dat alles, na verloop van tijd, wel goed komt.
Rationalisaties; ‘Ik doe toch niets verkeerds’ De laatste hoofdstrategie is meer gericht op de vrouwen zelf, op hun eigen keuzes en gedragingen en minder op gedragingen naar anderen toe. Deze strategie noem ik; het maken van rationalisaties. Rationalisaties zijn bepaalde denkbeelden of uitspraken van de vrouwen die zij gebruiken om bepaalde handelingen en keuzes goed te praten. Een voorbeeld van een veelvoorkomende zin is die met verschillende argumenten verdedigd wordt is; ik doe toch niets verkeerds. Het komt in de verhalen vaak voor dat de vrouwen hun keuzes (achteraf) proberen te rechtvaardigen, omdat hun Marokkaanse cultuur en groep de (grensoverschrijdende partner)keuze afkeuren. Ik deed in mijn ogen niks verkeerds, ik was verliefd en wilde gewoon samenwonen. (Laila) Ik doe niets verkeerds en als ik echt niks gaf om mijn ouders en hun gevoel dan was ik allang getrouwd geweest, en had ik hen er niet in betrokken. (Nora) Ik doe niets verkeerds, ik wil gewoon mijn leven opbouwen. Dat mijn familie mij ziet als een hoer, dat interesseert mij niet meer. Zolang ik maar goed weet wie ik ben. (Oumaima) Het enige wat belangrijk is, is Allah. Ik doe niets verkeerds en Hij weet dat. (Nadia) Door te zeggen dat het geloof belangrijker is dan afkomst, wilde ik mijn ouders duidelijk maken dat ik niets verkeerd doe. (Samira) Ook proberen te vrouwen veel te relativeren door te zeggen dat ze een keuze hebben gemaakt die tegen de verwachtingen en wensen van hun ouders in ging, maar tegelijkertijd proberen zij het positieve te benadrukken van hun keuze. Dit relativeren lijkt een strategie te zijn die ook bij de tweede hoofdstrategie past; het vermijden of oplossen van conflicten. Het volgende citaat laat zien dat de genoemde strategieën dicht bij elkaar staan.
67
Ik doe toch mijn best om hen erbij te betrekken, om hen te laten zien dat ik nog altijd dezelfde Anissa blijf. (Anissa) Hakima rationaliseert haar eigen keuzes door te zeggen dat zij oprecht gelooft dat haar familie jaloers is; Mijn familie is jaloers, omdat ik een goed leven heb. Ik heb een man die lief is voor me, een goedbetaalde baan en een groot huis. Dus wat ze ook over mij zeggen, het zal allemaal wel (Hakima haalt haar schouders op). Hakima geeft de negatieve meningen, handelingen en reacties van haar familie een plek door deze in eerste instantie te negeren, maar ook door zichzelf er van te overtuigen dat haar familie simpelweg jaloers is. Wat mij ook opgevallen is, is dat de meeste vrouwen mij duidelijk wilden maken dat zij gelukkig zijn en dat zij geen spijt hebben van hun keuze. Dit is een voorbeeld van impression management, een voorbeeld van doe de vrouwen zich op de frontstage gedragen. Ik heb onderstaand citaat een keer eerder gebruikt in hoofdstuk drie, maar ik wil dit citaat hier nog een keer laten zien, omdat dit citaat goed verwoordt hoe, naast Miriam, ook de andere vrouwen hun ‘juiste partnerkeuze’ willen beargumenteren. Zij benadrukken dat je een relatie zoals die van hen, gebaseerd op vertrouwen, respect en liefde, niet met een Marokkaan zal krijgen. De Marokkaanse man kan er, in de woorden van Miriam, niet tegen dat; hij en zijn vrouw gelijkwaardig zijn. De eigenschappen die je wilt in een man, zul je niet treffen bij een Marokkaanse man. De eigenschappen die jij wilt en de eigenschappen die de Marokkaan bezit gaan niet samen. (Miriam)
Bereidheid van de partner tot aanpassing Het laatste citaat dat ik hier wil laten zien is een citaat waarin een vrouw haar eigen keuzes goed praat, maar waarin ook een andere belangrijke strategie duidelijk wordt. Een strategie van de niet-Marokkaanse partner, namelijk zijn bereidheid tot bekering tot het islamitische geloof. Nadat mijn ouders het wisten gaf het mij heel veel steun door mensen te betrekken in mijn keuze en in mijn verhaal. Juist door met vriendinnen en kennissen in mijn omgeving te praten liet ik hen goed weten dat ik niks verkeerds doe. Xavier is moslim en een goede man, dan komt het er alleen 68
maar bij dat hij van Chileense afkomst is. Dit is het minst belangrijke, zijn nationaliteit. (Malika) Deze bereidheid tot aanpassing is een belangrijk onderdeel van de strategie die er op gericht is om conflicten op te lossen. Dat de partner zijn best doet om de taal te leren en zijn best doet om moslim te worden wordt door de partners als strategie gebruikt om ouders en anderen van de ‘geldigheid’ van zijn gemengde relatie te overtuigen. De vrouwen (en hun partners) streven naar een oplossing van alle conflicten, maar ook naar erkenning van hun gemengde relatie. De vrouwen kiezen er niet voor om hun rug toe te keren naar hun ouders en familie. De strategie van de tegemoetkoming (van de partners) is een belangrijk onderwerp waar ik in het volgende hoofdstuk verder op in wil gaan.
5.5
Conclusie
Dit hoofdstuk biedt antwoord op de deelvragen drie en vier: 3)
Hoe reageren de vrouwen op de weerstanden en welke strategieën passen ze toe om deze het hoofd te bieden?
4)
Zijn daar patronen in te ontdekken?
Het is in de fase van de bekendmaking waarin de vrouwen voor het eerst te maken krijgen met heftige reacties vanuit hun sociale omgeving. De vrouwen komen er namelijk voor uit dat zij een gemengde relatie hebben, er is geen weg meer terug naar de geheime relatie (van de eerste fase). In de manieren waarop de vrouwen strategieën ontwikkelen zijn wel degelijk patronen aan te wijzen. Het blijkt dat de drie beschreven hoofdstrategieën dicht bij elkaar liggen en dus met elkaar verbonden zijn. De ene strategie sluit de andere niet uit. De vrouwen kiezen dus niet voor een enkele strategie, maar laten dit afhangen van de situatie. Veel vrouwen zullen in sommige situaties conflicten aangaan, maar er zullen ook vrouwen zijn die conflicten juist willen vermijden of oplossen. Uiteraard kan het ook zo zijn dat een vrouw in bepaalde situaties er voor kiest om conflicten aan te gaan en in andere situaties juist niet (conflict vermijden). Deze conclusie kan verbonden worden met Blumer’s eerste premisse; mensen reageren op de dingen om hen heen op basis van de betekenis die de dingen voor hen kan hebben. De vrouwen gaan met zichzelf ‘in gesprek’ over hoe zij een weerstand, een conflict, het beste kunnen aanpakken. De betekenissen die de vrouwen hechten aan hun eigen keuze, maar ook aan de mening van ouders, is van invloed op welke strategie zij ontwikkelen. De 69
vrouwen beschikken over agency en kiezen dus zelf welke strategie het beste past bij welke situatie. Agency, het vrije handelen, is belangrijk maar ook structuur is van invloed. Zo blijven de vrouwen, na de bekendmaking en de negatieve reacties van ouders, nog steeds veel waarde (de ene vrouw meer of minder dan de andere) hechten aan de mening van hun ouders. Het blijkt dat de meeste vrouwen kiezen voor oplossing en niet voor verwijdering (buiten de groep gesloten worden door ouders en familie). Het is de betekenisgeving die volgens het symbolisch interactionisme van invloed is op het handelen. Het blijkt dat ook ouders strategieën ontwikkelen om het hoofd te bieden aan een zeer problematische situatie; de bekendmaking van een gemengde relatie van hun dochter. Sommige ouders vermijden het conflict en negeren de situatie, andere ouders gaan juist het conflict aan door hun dochter te verstoten. Er zijn ook ouders die zich erbij neerleggen. De kracht van de groepsbanden en de betekenis die ouders hechten aan de collectieve identiteit zorgen ervoor dat ouders de relatie niet (meteen) goedkeuren. Deze collectieve identiteit hecht weinig tot geen waarde aan eigen opvatting en strevingen, en dus ook niet aan een persoonlijke identiteit. En aan deze persoonlijke identiteit hechten de dochters juist wel veel waarde. Ouders en dochters kijken dus verschillend naar de verhouding tussen individu (Ik) en groep (Wij).
Hoofdstuk 6 6.1
Hoe nu verder?
Inleiding
Nadat de vrouwen hun ouders op de hoogte hebben gebracht van hun gemengde relatie gaan zij verder naar de volgende fase in hun leven. Het wordt tijd om de volgende keuze te maken, sommige vrouwen kiezen ervoor om te gaan samenwonen en sommige vrouwen kiezen ervoor om te trouwen. Er is ook een andere vrouw die weggelopen is en een andere vrouw
70
die, in haar woorden, verstoten is. Slechts een vrouw, Nora, had de keuze gemaakt om zelfstandig te gaan wonen voordat zij haar ouders van haar gemengde relatie had verteld. Een belangrijk argument hiervoor was dat zij behoefte had aan een eigen plek. Zelfstandig gaan wonen, samenwonen of trouwen zijn stappen die in conflict, maar ook in harmonie kunnen verlopen. In dit hoofdstuk richt ik de aandacht op het verschil tussen ongehuwd samenwonen en getrouwd het huis uit. Maar ook richt ik de aandacht op de familiebanden nadat de vrouwen het huis uit zijn gegaan, en op de verschillende fases van het proces dat vrouwen van Marokkaanse afkomst doorlopen wanneer zij een gemengde relatie zijn aangegaan.
6.2
In conflict of in harmonie?
De vrouwen uit deze scriptie zijn op verschillende manieren het huis uitgegaan. De manier waarop zij hun ouderlijk huis verlaten is afhankelijk van hoe de machtsbalans tussen ouders en kinderen is. Sterckx en Bouw (2005) beschrijven dit ook in hun onderzoek. Marokkaanse ouders en familieleden doen er alles aan om openlijke conflicten te vermijden. “Maar als jongeren meer autonomie en zelfbeschikkingsrecht claimen en ouders daar niet in meegaan, komt het uiteindelijk tot een krachtmeting”(Sterckx & Bouw 2004:135). Dit uit zich in ouders die het conflict vermijden door de situatie (en/of hun dochter) te negeren en ouders die zich erbij neerleggen. Er zijn ook ouders die het conflict juist aangaan door te schelden, chanteren en dreigen wanneer de vrouw laat weten haar keuze door te zetten: zij wil samenwonen of trouwen met de niet-Marokkaanse partner. Dit zijn de meest agressieve reacties; Als je hier mee door gaat dan wil ik niets meer met je te maken hebben (vader van Nora) Ik beschouw je als dood en voor mijn ouders ben je ook dood, hoer dat je bent (broer van Oumaima) Ik zal verder ingaan op de meest conflictueuze scenario’s. Ongehuwd samenwonen is namelijk tegendraadser dan trouwen. Ongehuwd samenwonen Enkele vrouwen, met wie ik gesproken heb, zijn ongehuwd het huis uitgegaan. Deze vrouwen zijn verstoten, weggelopen en/of ongehuwd gaan samenwonen. Deze vrouwen zijn het huis uitgegaan omdat er een conflict is; zij hebben een gemengde relatie en hun ouders accepteren de relatie niet. Zij zijn ook in conflict het huis uitgegaan, omdat ongehuwd samenwonen in de ogen van de meeste jonge Marokkanen, en die van hun ouders, geen optie is (Sterckx & Bouw 2005, De Valk & Liefbroer 2004, De Beer et al. 2006). Uit het onderzoek van Sterckx en Bouw (2005) blijkt dat dit vooral geldt voor 71
Marokkaanse meisjes. Marokkaanse jongens zouden minder traditionele keuzes maken en minder moeite hebben met het idee van samenwonen. De Marokkaanse vrouwen in dit scriptieonderzoek tonen in dat opzicht meer overeenkomsten met de Marokkaanse jongens dan met de traditionele Marokkaanse meisjes. Laila, Oumaima, Nora en Hakima zijn anders dan andere vrouwen van Marokkaanse afkomst, omdat zij in eerste instantie een gemengde relatie hebben, maar ook omdat zij ongehuwd zijn gaan samenwonen met hun niet-Marokkaanse partner. Deze vrouwen hebben vanwege hun keuzes lange tijd geen contact gehad met hun ouders en familie. Oumaima en Nora hebben tot op de dag van vandaag nog geen contact met hun ouders en overige familieleden, zij zijn in hun eigen woorden verstoten. De reacties van ouders (en andere familieleden) op de keuze van hun dochter om een gemengde relatie te hebben en om te gaan samenwonen zijn in het vorige hoofdstuk beschreven. Voor de duidelijkheid zal ik hier toch enkele citaten plaatsten van reacties op de keuze om gemengde relatie te hebben en om ongehuwd het huis uit te gaan. ...mijn moeder nam mij niet serieus, toen heb ik mijn spullen gepakt en ben ik het huis uit gegaan. Ik heb haar drie maanden niet gesproken, zij negeerde mij compleet, wanneer ik belde zei ze niets en als ik langs kwam deed ze de deur niet open. (Laila) Mijn broer belde mij namens mijn ouders op met de boodschap dat ik een schande zou zijn voor de familie. Hij (haar broer) zei: jij bent mijn zusje niet meer. (Oumaima) Mijn vader was daarna (nadat zij het huis uit ging om samen te wonen) niet meer hetzelfde, als ik hem tegen kwam liep hij gewoon langs me, alsof hij me niet kende. (Hakima) De reacties van ouders, familieleden en van de gemeenschap zijn heftig wanneer de vrouw van huis wegloopt, ongehuwd samenwoont of verstoten wordt, dan wanneer zij getrouwd het huis uit gaat. Uiteraard zijn weglopen of verstoting bijna het meest heftige dat er bestaat voor zowel dochters als hun ouders. Ook hier is er sprake van onduidelijkheid over definities, want wanneer is de vrouw verstoten en wanneer weggelopen. Het is een kwestie van betekenisgeving en is afhankelijk van de machtsverhoudingen. Een voorbeeld; Oumaima is weggelopen van huis, omdat ze ervan overtuigd is dat haar relatie nooit geaccepteerd zal worden en ze tegelijkertijd de kans loopt op uithuwelijking. Oumaima zegt dat zij is weggelopen. Hoe zij echter het huis is uitgegaan is een kwestie van definitie. Haar ouders
72
kunnen het waarschijnlijk zien als verstoting. Het niet willen trouwen met een neef en wel met een Nederlander is voor hen niet acceptabel, waardoor zij zullen zeggen dat zij hun dochter het huis uit hebben gewezen. Oumaima benadrukt dat de bemoeienis van haar ouders direct een gearrangeerd huwelijk en een beperking van haar vrijheid impliceert. Dit is de betekenis die Oumaima hecht aan de dwang van haar ouders en loopt daarom weg. De ouders zullen op hun beurt beargumenteren dat zij zich wel moeten bemoeien met de partnerkeuze van hun dochter, want dat hoort bij het Marokkaans ouderschap. Er is sprake van een krachtmeting tussen dochters en ouders.
6.3
Trouwen
In deze paragraaf wil ik ingaan op hoe belangrijk het is dat de niet-Marokkaanse partners zich bekeren tot islam en op hoe trouwen een tegemoetkoming is van zowel de vrouwen van Marokkaanse afkomst met wie ik gesproken heb, van hun partners en van hun ouders. Het huwelijk wordt binnen de islam als een religieuze en sociale verplichting gezien (Eldering 2002). Zoals eerder beschreven is, markeert de bruiloft voor een meisje de overgang van maagd naar gehuwde vrouw. Vooral voor ouders is dit een belangrijk gebeuren. Geslachtsverkeer buiten het huwelijk is immers verboden, dit is een van de belangrijkste redenen waarom ouders fel reageren op het besluit van hun dochter om ongehuwd te gaan samenwonen. In het vorige hoofdstuk is het al genoemd dat niet-Marokkaanse partners bereid zijn om zich te bekeren tot de islam. Deze aanpassing is een strategie geweest om conflicten op te lossen. De volgende strategie om conflicten op te lossen is de keuze van de vrouw om niet ongehuwd samen te gaan wonen, maar om te trouwen. Volgens het islamitische geloof mag een moslimvrouw niet trouwen met een man die geen moslim is. Nadia, Malika en Anissa hebben met hun partners kunnen trouwen, omdat deze mannen zich dus tot de islam hadden bekeerd. Nadia en Malika hebben zich na de bekendmaking verloofd en zijn getrouwd het huis uitgegaan. Samira is verloofd en wil ook getrouwd het huis uitgaan. Door hier voor te kiezen komen de vrouwen hun ouders enigszins tegemoet. Het is voor de ouders al een ware shock geweest om van hun dochter te horen dat zij wil trouwen met een niet-Marokkaan. De vrouwen ontwikkelen strategieën om het verdriet van hun ouders enigszins te verzachten. Als eerst laten de vrouwen weten dat hun partner moslim is, de partner heeft zijn bereidheid tot aanpassing getoond door zich te bekeren tot de islam. De partners wordt
73
namelijk al vroeg in de relatie bijgebracht dat zij niet zomaar even de hand gaan vragen van hun Marokkaanse vriendin, aldus Samira. Een misschien nog belangrijkere strategie, omdat deze ‘zichtbaar’ is voor de buitenwereld, laten de vrouwen weten dat zij gaan trouwen en niet samenwonen. Er wordt een bruiloft georganiseerd, al dan niet met een islamitische ceremonie. Een traditioneel huwelijk wilde ik niet perse, maar ik wilde het toch wel vieren. Ik zou niet willen samenwonen… uit mijn geloofsovertuiging. Ik wilde getrouwd weggaan, in mijn witte bruidsjurk het huis van ouders verlaten, om iedereen te laten zien dat ik niets verkeerds doe en dat mijn ouders, hoe moeilijk het ook voor hen is, toch akkoord zijn gegaan met een huwelijk. Ik zou het niet anders willen… (Nadia) Ik begrijp heel goed dat mijn keuzes niet die van mijn ouders zijn, ik weet dat ik een moeilijk keuze heb gemaakt in onze cultuur, maar toch wil ik het ergens goed maken. Ik wilde daarom niet gaan samenwonen. Mijn ouders vinden het geloof erg belangrijk, dus wilde ik hen hierin toch een beetje geruststellen. Voor mij hoefde het (trouwen) niet echt, als ik eerlijk moet zijn, maar ik heb het toch wel gedaan, voor mijn ouders… (Malika) Om de pijn van ouders enigszins te verzachten gaan deze vrouwen niet samenwonen, maar trouwen; trouwen als strategie om in harmonie het huis uit te gaan. Miriam en Anissa zijn al eerder in harmonie het huis uitgegaan, omdat zij eerder zijn getrouwd met Marokkaanse partners die hun ouders goed keurden. Na de scheiding woonden de vrouwen al op zichzelf, waardoor er geen sprake meer is van in conflict of in harmonie het huis uitgaan. Waar wel sprake van is, is het in harmonie of in conflict omgaan met hun directe sociale omgeving, nadat zij hun gemengde relatie bekend hadden gemaakt. Deze vrouwen hechten andere betekenissen aan het getrouwd zijn dan Nadia, Malika en Samira. Zij zijn immers al eerder getrouwd geweest. Ook voor Miriam en Anissa kan het getrouwd zijn toch een strategie zijn om negatieve reacties van hun directe omgeving te voorkomen. Nadia en Anissa vertellen dat zij het belangrijk vonden dat hun partners zich zouden bekeren, niet alleen voor henzelf (vanuit hun geloofsovertuiging), maar ook voor hun ouders. Malika geeft echter aan dat het trouwen van haar niet hoefde, maar ze wilde haar ouders toch wel tegemoet komen omdat zij het geloof erg belangrijk vinden. Haar man, Xavier lijkt zich dus in eerste instantie tot de islam te hebben bekeerd om problemen te voorkomen en om vervolgens te kunnen trouwen.
74
Het geloof was een echte stressfactor. Voor mij tegenover mijn man in de zin dat ik Xavier pushte om meer te leren van de Islam. Dit dwingerige gedrag van mijn kant was erg stressvol voor Xavier. Gelukkig heb ik dat afgeleerd. Maar ook tegenover mijn ouders was het geloof een stressfactor. Xavier pushte ik dan zodat ik mijn ouders kon zeggen, Ik doe niks verkeerds, Xavier is moslim, kijk dit kan Xavier en dit doet Xavier en dit heeft Xavier geleerd… (Malika) Uit de verhalen van de vrouwen die getrouwd zijn, blijkt echter dat het trouwen eerder een uitkomst is van de eerder genoemde strategie; de bekering van de partners. De vrouw gaat het meest harmonieus het huis uit wanneer zij trouwt, maar het trouwen is alleen mogelijk als drie partijen elkaar tegemoetkomen. Vanuit de literatuur (in hoofdstuk twee) kan beargumenteerd wordt dat ouders van Marokkaanse afkomst tegen het gemengde huwelijk van hun dochter zijn, ongeacht de bekering van de niet-Marokkaanse bruidegom tot de islam. Het blijkt echter uit de verhalen dat niet alleen de partners (bereidheid tot aanpassing) en de dochters (trouwen en niet ongehuwd samenwonen) bereid zijn tot compromissen, maar ook de ouders. De ouders van Nadia en Malika zijn aanwezig geweest op de bruiloften. Dit is een vorm van instemming. Ook bij het gedrag van ouders is er sprake van impression management. De ouders stemmen in met een huwelijk dat ze zelf niet wenselijk vinden, maar waarvan ze weten dat ze die niet meer tegen kunnen houden. Door wel aanwezig te zijn laten zij de Marokkaanse gemeenschap zien dat hun dochter weliswaar met een niet-Marokkaan trouwt, maar wel met een moslim. Het had erger gekund; namelijk dat hun dochter ongehuwd zou gaan samenwonen (en dus ongehuwd een kind kan krijgen). Met het instemmen, lijken zij de ‘buitenwereld’ er toch van te willen overtuigen dat zij het als ouders toch nog wel ‘goed’ doen. Volgens sommigen zijn gemengde huwelijken namelijk haram (verboden volgens de islam), en anderen beweren het tegenovergestelde; dat gemengde huwelijken binnen de islam wel acceptabel zijn. Zoals ik al eerder beschreef, hebben mensen verschillende interpretaties en dus verschillende definities over ‘gemengde relaties en huwelijken binnen de islam’. Sterck en Bouw (2005) beschrijven dat ouders en kinderen van elkaar afhankelijk zijn en zij doen alles om maar niet tot een openlijk conflict te komen. De ouders stemmen dus in met het huwelijk, om ook hun dochters gedeeltelijk tegemoet te komen. Uit de verhalen blijkt dat er een manier is gevonden waarin elke partij zich kan vinden. Het sluiten van compromissen kan gezien worden als een strategie, een strategie waarbij elke partij conflict oplossend handelt.
75
6.4
Herstellen van familiebanden
Na een lange periode van ruzie of na een dramatische breuk blijkt dat de familiebanden na enige tijd toch weer aangehaald kunnen worden. Vooral wanneer het eerste kleinkind geboren wordt. In het geval van Laila en Nadia is dit zeker het geval geweest. Sterckx en Bouw hebben in hun onderzoek beschreven hoe verstoting in zekere zin een “blijk van onvermogen is; zowel ouders als kinderen hebben verloren”(Sterckx & Bouw 2005:134). Ook uit mijn scriptieonderzoek blijkt dat kleinkinderen deze impasse kunnen doorbreken. Het blijkt dat ouders die de ongewenste gemengde relatie negeren en hun dochter verstoten, bijdraaien wanneer een kleinkind geboren wordt. Uit de verhalen van de vrouwen blijkt dat ouders weer moeite doen om een rol te krijgen in de opvoeding van hun kleinkinderen. Ook Emmelkamp beschrijft in haar onderzoek dat ouders er alles aan doen om weer betrokken te worden in het leven van hun dochter en kleinkinderen (Emmelkamp 2000). Toen ik weer ging werken, toen wilde mijn moeder perse dat ik Ilias bij haar zou brengen. Mijn moeder is niet jong meer, maar ze wilde perse voor hem zorgen wanneer ik aan het werk ben. Ik denk ook wel dat ze zo veel mogelijk wil voorkomen dat mijn (Nederlandse) schoonmoeder meer invloed zou krijgen in de opvoeding van mijn kinderen… Ze wil ook dat mijn kinderen islamitisch opgevoed worden. (Nadia) Maar ook zonder de geboorte van kleinkinderen kunnen familiebanden enigszins en langzaam worden hersteld. Familieleden, zoals broers en zussen, ooms en tantes spelen hierbij een rol. Vaker zijn het de vrouwen zelf die het initiatief nemen om het contact met hun ouders te herstellen. Een aantal vrouwen hebben mij in eigen woorden verteld dat zij weinig waarde hechten aan wat ouders en anderen over hen denken, omdat zij (nadat zij het huis uit zijn gegaan) nu een rustig leven hebben. Een rustig en gelukkig leven met de man waarmee zij willen zijn. Uit hun verhalen kan ik echter opmaken dat de vrouwen toch wel degelijk betekenis hechten aan wat hun ouders vinden en denken (van hun leven). Dit maak ik op uit hoe de vrouwen het contact met ouders proberen te herstellen. Niet alleen de geboorte van kleinkinderen, maar ook echtscheiding leidt tot hernieuwd contact met ouders. Laila’s verhaal valt op, omdat zij fel beweert dat zij schijt heeft aan wat haar moeder en andere mensen denken. Nog geen minuut later zegt Laila ook hoeveel moeite zij deed om haar moeder weer in haar leven te betrekken, nadat zij het huis uitging. Vooral nadat Laila en haar niet-Marokkaanse partner uit elkaar gingen verbeterde het contact tussen haar en haar moeder. Uiteraard kan Laila’s moeder dit hebben gezien als een tegemoetkoming, waardoor zij zelf haar dochter ook weer tegemoet komt.
76
Na drie maanden ben ik met een bos bloemen naar mijn moeder gegaan, ik miste haar, ik wilde haar weer zien en spreken, ik wilde haar eten proeven, ik wilde haar ruiken… Ik belde aan ze deed open, ik moest huilen en ze liet mij binnen. Die dag vergeet ik nooit meer, het was zo vreemd, zo raar. Ik voelde een ongelofelijke afstand tussen mij en mijn moeder. Dit bleef een tijdje zo, ik kwam vaker langs en de gesprekken kwamen alleen van mijn kant. Op een dag zei ik tegen haar dat ik spijt had en dat ik fout zat…Dit zei ik alleen maar, omdat ik het gewoon weer goed wilde maken. Ik ben blij dat het is zoals het nu is, we praten er nooit meer over en het is alsof het nooit gebeurd is, maar ja dat is het wel en dat weten we goed…mijn moeder is zo belangrijk voor me… mijn leven valt uit elkaar zonder haar… (Laila) Niet alle vrouwen zeggen geen betekenis te hechten aan het herstellen van de familiebanden. Er zijn ook vrouwen die zeggen juist wel veel moeite te doen om het contact met hun ouders en familieleden te herstellen. Ook Nora, die verstoten is, zegt nog elke dag aan haar ouders te denken. Op het moment van het interview had zij besloten om haar ouders voorlopig met rust te laten, omdat zij geen contact willen. Nora laat zich niet uit het veld slaan en zegt dat zij hen en zichzelf tijd wil gunnen om alles een plekje te geven. Zij is vastberaden om het contact weer op te zoeken. Ook Nadia vertelt dat zij veel moeite deed om de relatie met haar vader te herstellen nadat zij (getrouwd het huis uit ging): Dit deed ik door elke keer het contact op te zoeken, elke keer met hem een gesprek beginnen, nog steeds zijn formulieren invullen, nog steeds met hem mee naar de Agis of naar de gemeente als hij iets moest regelen. Ik denk dat ik hem hierdoor heb laten zien dat ik nog steeds zijn dochter was en zou blijven ook al was ik getrouwd met een Nederlander. (Nadia) Geen moeite meer doen Ik heb gesproken met vrouwen die zeggen geen moeite meer te doen, maar hun handelingen verraden dat zij toch wel moeite doen om het contact met ouders weer op te pakken. Ik heb ook gesproken met vrouwen die juist wel zeggen dat ze moeite doen. Deze twee groepen vrouwen zijn er in de derde fase op gericht om verder met hun leven te gaan na de bekendmaking. Ze zijn er ook op gericht om familiebanden te herstellen. Maar lang niet allemaal, er zijn ook vrouwen geweest die zeggen geen moeite te doen en dit blijkt ook uit hun handelingen.
77
Hakima is een vrouw die, nadat ze haar relatie bekend had gemaakt, gevlucht is van de gehele situatie. Zij wilde samenwonen, maar haar vader keurde dit absoluut niet goed. Hakima besloot om tegen haar vader in te gaan en ging toch het huis uit. Zij en haar vriend kochten een huis in een andere stad. Naar een andere stad verhuizen is voor deze vrouw een strategie geweest om conflicten te vermijden, maar ook om zich aan de sociale controle te onttrekken: Ik ben verhuisd naar een rustige wijk, waar ik eigenlijk niet veel herinnerd wordt aan die periode waarin ik op straat gewoon voor hoer werd uitgemaakt. Als ik nu nog daar loop dan zie ik wel oude bekenden lopen, vrouwen die vroeger mijn beste vriendinnen waren lopen met hun kinderen op straat en we lopen langs elkaar heen alsof we elkaar nooit hebben gekend. (Hakima) Hakima ging verhuizen en wilde geen moeite meer doen om het contact met haar vader te herstellen. In eerste instantie heeft zij zelf moeite gedaan om haar ouders weer bij haar leven te betrekken. Wanneer er geen resultaat blijkt te zijn van haar inspanningen besluit Hakima op te geven. Na een jaar stond haar vader bij haar op de stoep, er werd niet gepraat over de situatie, maar Hakima en haar ouders besluiten het contact toch weer herstellen. In het geval van Oumaima en Nora is het een ander verhaal. Zoals ik eerder heb beschreven is Oumaima van huis weggelopen en Nora verstoten. Tijdens het interview met Oumaima vertelt zij helemaal klaar te zijn met haar ouders, broers en zussen. Zij wordt door hun als hoer gezien en dat interesseert haar helemaal niet, want ze is gelukkig met haar vriend. Oumaima weigert nog contact op te zoeken met haar ouders. In mijn ogen is Oumaima nog erg gevoelig voor dit onderwerp. In de tijd van het interview was zij nog niet zo lang het huis uit. Haar emoties en woede tegenover haar ouders waren nog vers, de andere vrouwen met wie ik had gesproken woonden nog thuis of waren al enige tijd het ouderlijk huis uit.
Verder met haar leven In deze paragraaf wil ik samen met de vrouwen een blik in de toekomst doen. Ik laat een paar vrouwen aan het woord om te laten zien hoe zij denken over hun toekomst. Wat willen de vrouwen na de bekendmaking en nadat ze het huis zijn uit gegaan doen? Nora, die zelfstandig woont, wil haar leven gewoon weer oppakken, nadat ze een half jaar in de ziektewet had gezeten, omdat ze overspannen raakte van de hele situatie. Het was voor haar moeilijk geweest om verder met haar leven te gaan, vooral omdat er maar weinig mensen zijn die haar situatie begrepen. Nora zocht hulp bij een psychologe,
78
maar dat was geen succes. Nora zocht op het internet ook naar praatgroepen, in de hoop dat zij met vrouwen in contact zou komen die hetzelfde hebben meegemaakt met hun ouders. Deze praatgroepen heeft ze niet gevonden. Nora zegt dat zij snel wil trouwen met haar partner. Zij wil voor haar ouders toch getrouwd zijn. Zij woont nu wel zelfstandig, maar haar ouders geloven dat zij ongehuwd samenwoont met haar vriend. Sterckx en Bouw (2005) beschrijven hoe mensen die geen onderhandelingsruimte krijgen “toevlucht nemen tot de strijdmiddelen van de machtelozen: obstructie, eten weigeren, ziek worden” (Sterckx & Bouw 2005:115). Ziek worden kan dus gezien worden als een strategie om ouders en andere familieleden onder druk te zetten. In het geval van Nora lijkt het ziek zijn geen strategie, omdat zij geen contact meer heeft met haar ouders (en familie): zij weten niet dat hun dochter ziek is. Oumaima’s gevoelens zijn nog vers, in de zin dat zij nog maar net van huis was weggelopen toen ik haar had geïnterviewd. Ze had het weglopen helemaal gepland en nu woont ze, in haar eigen woorden; verdrietig, maar wel veilig en rustig bij haar vriend thuis. Als zij denkt aan de toekomst, dan ziet zij zichzelf niet trouwen, maar wel kinderen krijgen. Zij ziet haar ouders en familie niet in haar toekomstbeeld, zij denkt dat haar ouders nooit meer iets te maken willen hebben met haar; ik ben een schande voor hen, ik denk niet dat ze me dat ooit vergeven. Laila (gescheiden) beschrijft hoe zij Marokkaanse mensen niet meer vertrouwt, zij hoeft geen Marokkaanse vriendinnen meer. De gehele situatie met haar ouders en de reacties van haar vriendinnen daarop hebben haar wantrouwend gemaakt. Zij zegt zich nu alleen nog maar te richten op haar moeder, haar zoon en zichzelf. Nadia zegt gelukkig te zijn met haar man en kind. Nadia is in vergelijking met de andere vrouwen iets verder in het proces dat vrouwen van Marokkaanse met een gemengde relatie doorlopen. Zij heeft namelijk al een volgende fase meegemaakt, namelijk de fase waarin de vrouwen een kind krijgen met hun niet-Marokkaanse partner. Anissa heeft ook drie kinderen, maar die komen uit haar eerdere huwelijk met een niet-Marokkaan Mijn zwangerschap, mijn kleine Ilias, heeft ons allemaal dichter bij elkaar gebracht. Mijn man wordt meer bij de familie betrokken en ik ben gelukkig. Het kan alleen nog maar goed gaan. (Nadia)
79
Over haar vriendengroep zegt zij dat ze heel goed weet wie haar ‘echte’ vrienden zijn en wie niet. Zij heeft haar ogen heel goed opengehouden en is tot de conclusie gekomen dat je beste vriendinnen je zussen zijn. De rest noem ik geen vriendinnen, maar kennissen. Anissa voelt zich gelukkiger dan ooit. Zij wil haar eigen keuzes maken en niet meer die van haar ouders, familie of cultuur. Haar ouders wonen in Marokko. Zij heeft wel contact met hen, maar gesprekken over belangrijke dingen zijn het niet meer, aldus Anissa. Ik voel me heel goed. Ik hoef geen moeite te doen voor dingen en ik ben trots op mijzelf. Ik doe het goed en dat merk ik aan mijn kinderen en aan mijn omgeving. Ik straal rust uit en dat had ik vroeger niet. Dit moet toch goed zijn, dit betekent toch dat ik het goed doe. Ik doe niets verkeerds. Ik ben gelukkig, ik doe vrijwilligerswerk, ik heb nieuwe vrienden en vriendinnen, het gaat goed met mijn kinderen en Theo is mijn grote steun in alles. 6.5
Conclusie
Ouders en dochters hebben duidelijk verschillende ideeën over wat de inhoud van een (huwelijks)relatie moet zijn. De vrouwen met wie ik gesproken heb definiëren de Marokkaanse normen en waarden anders dan hun ouders en familieleden. Wanneer de vrouw haar gemengde relatie bekend heeft gemaakt, wil zij verder met haar leven. Zij moet vervolgens het huis uit, want zolang zij het huis nog niet uit is, dan zullen haar ouders nog altijd de hoop koesteren dat de gemengde relatie, om welke reden dan ook, verbroken wordt. Het blijkt dat vrouwen die zijn gaan samenwonen met meer conflicten te maken hebben gehad dan vrouwen die getrouwd het huis uitgingen. Uit het interviewmateriaal heb ik kunnen opmaken dat de vrouwen die zijn gaan samenwonen meer moeite hebben gehad met het vinden van nieuwe omgangsvormen met ouders en familieleden. Zij hebben meer moeite moeten doen om de familiebanden enigszins te herstellen in vergelijking met de vrouwen die getrouwd van huis gingen. Het wel getrouwd uit huis gaan kan ook gezien worden als een strategie om ouders gedeeltelijk tegemoet komen en om roddel en andere weerstanden te verminderen of te vermijden. Doordat de vrouwen wel de keuze hadden gemaakt om te trouwen met een nietMarokkaan, die zich bovendien tot de islam bekeerd had, hadden zij zichzelf in staat gesteld om zonder al te veel conflicten het huis uit te gaan. Zo zijn Malika en Nadia ‘in harmonie’ het huis uitgegaan. Hun gemengde relaties zijn niet volledig geaccepteerd, maar ouders hebben wel ingestemd met een huwelijk. Hun relatie lijkt voorlopig eerder getolereerd, dan geaccepteerd. Zowel ouders als hun dochters en schoonzonen lijken, ieder op zijn/haar eigen manier, toenadering te zoeken. 80
Ook al zeggen de vrouwen weinig waarde te hechten aan wat ouders vinden en denken over hun gemengde relatie in deze fase, zij laten allemaal op verschillende manieren blijken hoezeer zij hun ouders missen en moeite willen doen om de banden enigszins te herstellen. Een kenmerk van alle fases is dat vrouwen altijd op zoek zijn naar mogelijkheden om hun verlangens en hun concrete situatie op elkaar af te stemmen. Hierbij toch rekening houdend met normen en waarden van hun ouders, ook al zeggen zij zelf hier weinig of geen waarde aan te hechten. De vrouwen uit mijn onderzoek verkeren in verschillende fases. Sommige zitten nog ‘vers’ in het conflict, een heeft een kind van elf jaar van een (niet-Marokkaanse)man van wie ze alweer gescheiden is. De vrouwen die al een mislukt huwelijk achter de rug hebben, kunnen zich meer permitteren dan meisjes. Er zijn ook vrouwen die nog geen kinderen hebben, maar wel al een tijd samenwonen of getrouwd zijn. Het valt op dat, ondanks hun leeftijd, zij geen kinderen hebben. Helaas kan ik hier niet veel over zeggen omdat mijn respondentgroep maar uit tien vrouwen bestaat en omdat de rest van de vrouwen nog relatief jonge vrouwen zijn die zich in de beginfases (in de fase van geheimhouding of de bekendmaking) bevinden.
Hoofdstuk 7 7.1
Roddel
Inleiding
Dit hoofdstuk zal inzicht verwerven in een van de belangrijkste weerstanden waarmee vrouwen van Marokkaanse afkomst te maken krijgen. Ik heb er voor gekozen om een apart hoofdstuk over roddel te schrijven, omdat het in mijn scriptieonderzoek niet alleen gaat over de reacties van ouders, familie, vrienden en andere bekenden. Het blijkt uit de verhalen van de onderzoeksgroep dat gemengde relaties ook een invloed hebben op een ander niveau, namelijk op die van een bredere kring; onbekende leden van de Marokkaanse gemeenschap. Deze laten de vrouwen duidelijk merken wat zij vinden van de gemengde relatie, door de vrouwen er openlijk op aan te spreken. Er bestaat echter nog een krachtige, minder openlijke, reactie op wat bekende en onbekende leden van de Marokkaanse gemeenschap vinden van gemengde relaties bij vrouwen uit de eigen Marokkaanse groep; deze reactie is roddel. 81
Het afkeurende oordeel, in de vorm van roddel, treft niet alleen de kinderen, maar het treft ook de ouders. Een andere reden om uitvoerig bij roddel stil te staan, is dat de vrouwen, met wie ik gesproken heb, het zelf steeds ter sprake brachten. In de eerste en tweede paragraaf wordt het verschijnsel roddel met behulp van de interviews en literatuur gedefinieerd en nader toegelicht. Dit is vooral van belang omdat, zoals De Vries (1990) stelt, roddel een lastig, vaag en veelomvattend begrip is.
7.2
Roddel en sociale controle
Het is niet moeilijk om te zien dat het basismodel voor roddel uit drie personen bestaat; A roddelt met B over C (Bergmann 1987). In dit hoofdstuk gaat de aandacht vooral uit naar the gossip subject oftewel de persoon waarover geroddeld wordt. Deze persoon wordt in het basismodel voor roddel buitengesloten als een actieve deelnemer van de communicatie. Hij/zij is alleen aanwezig als de afwezige waarover men roddelt. Volgens Bergmann (1993) is de afwezigheid van de persoon, waarover geroddeld wordt, een essentieel kenmerk van roddel. Wanneer deze persoon plotseling langsloopt dan wordt het (roddel-) gesprek abrupt beëindigd. Volgens De Vries is roddel; “(met een zeker genoegen) op informele wijze praten over afwezige derden in min of meer ongunstige zin; datgene wat men aan slechts van iemand meent te weten aan anderen doorvertellen (en overdreven voorstellen)” (De Vries 1990:7). Een belangrijk kenmerk om hier bij toe te voegen is dat roddel volgens De Vries (1990), en volgens Elias en Scotson (1994) geen onafhankelijk fenomeen is. Zij beschrijven dat “what is gossip-worthy depends on communal norms and beliefs and communal relationships” (Elias & Scotson 1994:89). Ik zal hier in de volgende paragraaf op terug komen. Marokkanen roddelen altijd, het maakt niet uit waarover het gaat. Of je het nou goed of slecht doet, ze hebben altijd wat te zeggen over je, ze vinden wel wat om over je te zeggen. (Laila) Het doet mij niets dat de Marokkaanse vriendinnen van mijn moeder over mij roddelen, Marokkaanse vrouwen roddelen namelijk veel als ze bij elkaar zitten, vooral over wat de dochter van die of de dochter van die, in hun ogen uitspookt. (Samira) Mijn ouders zijn altijd streng geweest, vooral mijn vader en broer. Als ik mijn broer in de stad tegen kwam stuurde hij mij meteen naar huis, hij zei altijd wat doe je hier ga nu naar huis. Of hij zei als ik je ooit met een jongen zie dan trap ik je in elkaar. Laat staan als hij mij met een Nederlandse jongen zou zien.
82
(Fatiha) Dit soort uitspraken hoorde ik vaak tijdens de interviews. Het onderwerp ‘roddel’ heeft zich in alle gesprekken als belangrijk onderwerp aangediend. Het werd door de vrouwen zelf aangekaart. Roddel, zo heb ik eerder beschreven, speelt een belangrijke rol in de levens van veel meisjes en vrouwen van Marokkaanse afkomst in Nederland. Zij worden gewild of ongewild omringd door bekende en onbekende leden van de Marokkaanse groep die over de vrouwen roddelen wanneer zij bijvoorbeeld gezien worden met hun niet-Marokkaanse partner. Zo kan roddel een effectieve manier van sociale controle zijn (Bergmann 1987). Dit blijkt ook uit de verhalen van de vrouwen uit dit onderzoek; roddel wordt vanuit hun omgeving vooral gebruikt als een instrument om sociale controle uit te oefenen en roddel fungeert daarbij ook als een middel voor uitsluiting. Vrouwen die een gemengde relatie hebben, worden vaak gezien als vrouwen die niet meer bij ‘de Marokkaanse groep’ horen. Hun gemengde relatie wordt niet geaccepteerd en roddel is een effectieve manier om afkeuring te tonen (Elias en Scotson 1994:94) .
7.3
Roddel en strategieën
Datgene wat de moeite waard is om over te roddelen hangt af van de gemeenschappelijke normen en overtuigingen en van de relaties in de gemeenschap (Elias en Scotson 1985:128). Wat onder leden van de Marokkaanse gemeenschap als ‘de moeite waard’ wordt beschouwd om over te roddelen is het gedrag van ongehuwde meisjes en vrouwen. Dit gedrag omvat vooral de omgang met mannen, manier van kleden, uitgaan en het hebben van uitgesproken en opstandige meningen. Op deze gebieden hebben meisjes en vrouwen van Marokkaanse afkomst te maken met allerlei regels en beperkingen. Wanneer deze worden overtreden kan dit leiden tot roddel en vervolgens tot sancties, opgelegd door ouders en soms ook door oudere broers. Wat echter nog meer ‘de moeite waard’ is om over te roddelen zijn meisjes en vrouwen die gemengde relaties aangaan. Alle vrouwen met wie ik gesproken heb weten dat zij onderwerp van roddel zijn. Ze ‘voelen’ en ervaren dat er over hen geroddeld wordt. Ze zien dat ze op straat nagekeken worden en ervaren dat mensen hun negatief behandelen. De ene vrouw ‘voelt’ het meer dan de andere, maar ze zijn het er over eens dat roddel een van de belangrijkste negatieve reacties is. Sommige vrouwen laten nadrukkelijk weten dat zij zich niets aan trekken van het geroddel van andere mensen:
83
Ik sta gewoon stevig in mijn schoenen. Wil je me niet leren kennen hoe ik echt ben? Dan niet, ik heb ook geen tijd om met dat soort mensen in contact te komen. (Miriam) Ik heb echt schijt aan die mensen die over mij roddelen....Ik maak me hier niet meer druk om, mensen lullen altijd. Of ze nou weten wie ik ben of niet. (Kaltouma) Ik hecht niet zoveel waarde aan Marokkaanse regels al het gaat om trouwen. Ik heb niets verkeerds gedaan door een relatie aan te gaan met Brian. De Marokkaanse regels zijn dom en hebben niets te maken met het geloof....Het geroddel doet mij niets, ik negeer liever alle negatieve aandacht. (Samira) Samira laat in bovenstaand citaat duidelijk weten dat zij zich helemaal niets aantrekt van het geroddel van vriendinnen van haar moeder of dat zij op straat nagekeken wordt. Ik constateer echter dat Samira dit uitgangspunt enkele keren tegen spreekt. Zo laat ze weten dat ze trots is dat veel Marokkanen haar niet herkennen als Marokkaanse vanwege haar blonde haren. Hierdoor wordt er niet zo vaak over haar geroddeld door onbekenden en wordt ze op straat niet vaak aangesproken. Een andere tegenstrijdigheid komt naar voren wanneer Samira beschrijft dat zij heeft gelogen over de afkomst van haar partner. Aan de buitenwereld heeft zij samen met haar moeder bekend gemaakt dat Abdulkarim (of Brian) half Marokkaans en half Nederlands is. Abdulkarim is echter van half Keniaanse kwart Spaanse en kwart Nederlandse achtergrond. Het liegen over zijn afkomst en haar uiterlijk veranderen door haren te blonderen lijken strategieën te zijn om roddel te verminderen en in enige mate te voorkomen. Laila is een andere vrouw die ook beschrijft dat zij zich nooit wat heeft aangetrokken van wat andere mensen zeggen; In de tijd dat ik van huis ben weg gegaan, ongeveer begin jaren negentig, was alles nog veel strenger en heel anders binnen de Marokkaanse gemeenschap. Een Marokkaans meisje dat wilde studeren, of haar rijbewijs wilde halen dat was echt iets heel groots en iets ergs in die tijd. Als een meisje deze dingen deed, studeren, een bijbaantje hebben, in een auto rijden, dan werden haar ouders er echt op aan gesproken. Je kunt je nauwelijks voorstellen wat mijn moeder over zich heen kreeg toen ik het huis uit ging, maar wat die andere mensen zeiden dat interesseerde mij toen niet en nu nog steeds niet. Wanneer Laila merkt dat mensen over haar en haar Molukse vriend roddelen, dan spreekt zij hen daarop aan. Als ze bijvoorbeeld wordt aangekeken dan staart ze terug, en maakt ze in het Marokkaans opmerkingen zoals; wat is er, heb je nog nooit zo een mooie vrouw gezien? of kan je het goed zien?. Laila benadrukt tijdens het interview dat het geroddel van andere 84
mensen geen effect heeft op hoe zij zich voelt en gedraagt. Ook hierin bespeur ik een tegenstrijdigheid. Laila laat namelijk weten dat zij ervoor zorgt dat zij en haar dertienjarige zoon, in haar eigen woorden, er tip-top uitzien voordat ze naar buiten gaan. Zij laat weten dat ze altijd verzorgd naar buiten gaat, ook al is ze ziek. Dit doet ze om mensen geen mogelijkheid te geven om te zeggen dat zij en haar zoontje er niet uitzien en zielig zijn. In de vorige twee citaten hebben Samira en Laila laten weten dat het roddelen en de angst daarvoor hun doen en laten niet heeft bepaald. Ook de andere geïnterviewde vrouwen beweren dit. Zij hebben er namelijk toch voor gekozen om hun gemengde relatie voort te zetten ondanks de negatieve reacties van mensen uit hun directe sociale omgeving. Desondanks lijkt het geroddel van deze andere mensen toch een belangrijk deel van het dagelijkse leven te typeren, ondanks de bewering van de vrouwen dat zij zich niets aantrekken van het geroddel. Een andere strategie om met roddel om te gaan is het negeren. Nora beschrijft hoe moeilijk zij het soms vindt om samen met haar partner te lopen. Winkelen of gewoon boodschappen doen zijn activiteiten waarbij Nora het gevoel krijgt dat ze op haar hoede moet zijn, om geen bekenden tegen te komen die over haar kunnen roddelen. Leo ziet het bijvoorbeeld ook niet dat we op straat worden nagekeken door Marokkanen en dat ze over ons roddelen. Wel hebben we afgesproken dat we niet hand in hand lopen of klef doen op straat. Als er iets gebeurt, als mensen ons uitschelden of wat dan ook, dan doen we niets. Dus gewoon negeren en doorlopen. (Nora) Het dagelijks handelen wordt per vrouw in meer of mindere mate beïnvloed door de angst voor wat anderen mensen over hen zouden zeggen. Ook het verminderen van geroddel van anderen (of pogingen daartoe) beïnvloedt de dagelijkse handelingen van deze vrouwen. De geïnterviewde vrouwen laten dus allemaal ambivalenties zien als het gaat om het verschijnsel roddel. Aan de ene kant zeggen zij er niets van aan te trekken en aan de andere kant bedenken de vrouwen strategieën om het geroddel te voorkomen, te verminderen of te doen stoppen. Vooral het geroddel stoppen is een onmogelijke klus want veel vrouwen gaan er van uit dat Marokkanen altijd roddelen of je het nou goed of slecht doet (Anissa).
7.4
Roddel en de functie ervan voor ouders van Marokkaanse afkomst
Volgens De Vries bevat roddel de volgende elementen: informatie, speculatie en negatieve oordeelvelling (1990:7). Uit de analyse van de interviews komt naar voren dat ouders willen vermijden dat andere leden van de Marokkaanse gemeenschap ‘negatieve’ informatie 85
toegespeeld krijgen. Negatieve speculaties zullen namelijk leiden tot negatieve oordeelvelling en dat willen de ouders niet, want dat is een schande en tast de eer van de familie aan. Ouders van Marokkaanse afkomst hechten veel waarde aan het begrip ‘eer’; Mijn vader zei; hoe kan ik mijn gezicht ooit weer tonen (Nora). Ouders zien hun dochters als een schande voor de familie, omdat zij de eer van de familie ‘hebben beschadigd’. Zij gaan er van uit dat er over hun dochter geroddeld wordt, maar ook over hen als gezin en dat is wat ouders van Marokkaanse afkomst altijd willen vermijden. Dit hebben zij als kind meegekregen en zo leren zij hun eigen kinderen van jongs af aan dat roddel de eer van de familie kan aantasten. Roddel wordt door ouders ook gebruikt als een argument om hun dochter te doen afzien van haar gemengde relatie. Het enige wat mijn moeder kon zeggen, haar enige reactie ging over andere mensen, het ging niet over haar zelf. Ze zei: wat zullen de mensen wel niet over je zeggen en over onze familie, heb ik jou zo opgevoed? Als je hiermee doorgaat dan kan ik mijn gezicht nooit meer vertonen zonder mij te schamen voor mijn dochter. O wat heb ik gedaan dat ik zo word gestraft. (Oumaima) Ouders lijken er van uit te gaan dat “the anxiety that accompanies the knowledge that people can gossip about one is enough to prevent people from acting defiantly” (Bergmann 1987:143). Ouders gebruiken ‘angst voor roddel’ als strategie om hun dochters te doen af zien van de gemengde relatie. Zij beseffen echter nog niet dat hun dochters minder waarde hechten aan ‘wat andere mensen zeggen’ waardoor zij hun gemengde relatie, tot ongenoegen van hun ouders, toch doorzetten. Ouders zijn bang om het onderwerp van roddel te worden binnen de Marokkaanse gemeenschap, dit betekent namelijk eerverlies. Niet alle ouders gebruiken roddel als een wapen om sociale controle uit te oefenen op hun dochters. De ouders die het argument roddel niet hebben gebruikt, zijn volgens hun dochters meer gericht op een religieus aspect van hun cultuur. Deze ouders geven aan het geloof belangrijker te vinden dan ‘aardse zaken’ zoals roddelen. Een voorbeeld: Ik heb het geluk dat mijn ouders het geloof echt veel belangrijker vinden dan wat de buren of wie dan ook zouden zeggen. Wat dat betreft heb ik eigenlijk ook nooit last gehad van geroddel. Ook niet als ik op straat loop. Juist omdat Xavier een moslim is hebben mijn ouders het uiteindelijk wel geaccepteerd. En omdat mijn ouders achter mij stonden interesseert het mij helemaal niets wat anderen over mij zeggen. Ik ben gelukkig, zijn die meisjes die trouwen met hun neef dat ook? (Malika) De nadruk op religie in plaats van roddel is tegelijkertijd ook een strategie voor ouders om zich te onttrekken van sociale controle. De ouders zullen er namelijk op worden aangesproken 86
wanneer zij hun dochter ‘weggeven’ aan een niet-Marokkaan. Zij bereiden zich enigszins voor op de reacties van familieleden (uit het land van herkomst) en andere leden van de Marokkaanse gemeenschap door zich vast te klampen aan religieuze argumenten dat gemengde huwelijken wel degelijk halal zijn, toegestaan in de islam.
7.5
Roddel, een belangrijke weerstand
Uit de analyse blijkt dat roddel een belangrijk obstakel is en dat het de keuzes, handelswijze en strategieën van de vrouwen wel degelijk beïnvloedt. De vrouwen lijken zich in eerste instantie niets aan te trekken van wat andere mensen over hen te zeggen hebben. Desondanks zijn er vrouwen aan te wijzen die toch wel strategieën ontwikkelen om er voor te zorgen dat hun gemengde relatie zo min mogelijk in het roddelcircuit komt, ook al beweren deze vrouwen dat zij zich niets aantrekken van wat anderen mensen zeggen. Of zij willen het geroddel vanuit de omgeving in ieder geval uitstellen totdat zij ouders op de hoogte hebben gesteld van hun relatie. Een belangrijke strategie om dit in de eerste fase van de gemengde relatie te bewerkstelligen is het geheimhouden van de gemengde relatie. De vrouwen willen namelijk voorkomen dat ouders en familieleden er achter komen dan hun dochter een liefdesrelatie heeft met een niet-Marokkaan. Het soort roddel waarover ik van de vrouwen van Marokkaanse afkomst te horen heb gekregen lijkt een roddel te zijn van een niet zo kwaadaardige variant in de zin dat de vrouwen niet gedreigd worden met bijvoorbeeld eerwraak. De Vries heeft in haar onderzoek naar roddel geconstateerd dat er wel een kwaadaardige variant van roddel aanwezig is in de Turkse groep, die ook fungeert als een efficiënte manier om sociale controle uit te oefenen(1990:8). Volgens De Vries is het niet het geroddel zelf, de praatjes van mensen, die gevreesd worden. Het is meer datgene wat die praatjes teweeg kunnen brengen waar Turkse meisjes bang voor zijn. De vrouwen van Marokkaanse afkomst in dit scriptieonderzoek lijken, in tegenstelling tot de Turkse meisjes in het onderzoek van De Vries, minder angstig te zijn om in opspraak te komen, om door landgenoten berispt te worden of om thuis straffen te krijgen. Een belangrijke oorzaak hiervoor kan zijn dat roddel binnen de Turkse cultuur een krachtiger wapen lijkt voor sociale controle dan in de Marokkaanse cultuur. Maar een andere oorzaak ligt in het karakter van de vrouwen zelf. Alle vrouwen beschrijven in hun eigen woorden hoe ‘anders’ zij zijn in vergelijking met andere Marokkaanse zusters, nichten en vriendinnen. Het lijkt alsof dit tegendraadse karakter de vrouwen minder angstig maakt om beroddeld te worden of sancties te krijgen. De vrouwen met wie ik gesproken heb zijn al per definitie 87
tegendraads, omdat zij de grenzen van de eigen groep hebben overschreden om een partner te vinden. Een ander argument waarom de vrouwen uit dit onderzoek minder angstig zijn voor roddel (in vergelijking met andere vrouwen van Marokkaanse afkomst) is dat zij zich, al voorafgaande hun gemengde relatie, in mindere mate verbonden voelen met leden van de Marokkaanse gemeenschap en de Marokkaanse cultuur in het algemeen. Dat de vrouwen deze afstand voelen kan ook een gevolg zijn van hoe zij hun eigen geschiedenis hebben herschreven. De rode draad in de verhalen van de vrouwen is dat zij aangeven anders te zijn dan andere vrouwen uit hun directe omgeving zoals hun zusters, nichten, vriendinnen en kennissen. Deze overtuiging van ‘altijd tegendraads en anders zijn geweest’ kan een rechtvaardiging zijn van hun onconventionele keuze. De vrouwen kunnen hun verhalen hebben aangepast zodat het past bij de keuzes die ze tegenwoordig maken zoals het overschrijden van de normen van de groep. De vrouwen zijn zich er van bewust dat er altijd anderen zullen zijn die over hen zullen roddelen. Het is alsof zij zich er bij hebben neergelegd, alsof ze geloven dat het geroddel van Marokkanen iets is waartegen je niet veel kan doen. Dit uitgangspunt lijkt een strategie te zijn van de vrouwen om het geroddel van mensen te relativeren.
7.6
Conclusie
Roddel, het negatief oordelen over anderen, lijkt een belangrijke functie te hebben; namelijk het afwijzen van bepaald gedrag en dus het buitensluiten van een individu (of groep). In de Marokkaanse cultuur zijn de normen op het gebied van partnerkeuze erg duidelijk. Vooral meisjes wordt van jongs af aan geleerd wat van hen verwacht wordt als het gaat om de andere sekse. Meisjes en vrouwen binnen de Marokkaanse gemeenschap worden vaker gecontroleerd en de sociale controle is bijvoorbeeld sterker aanwezig dan in een Nederlandse gemeenschap. Afwijken van deze normen en ander ongepast gedrag vertonen wordt bestraft door ouders, maar eerst wordt afwijkend gedrag ‘bestraft’ met roddel. De vrouwen in dit onderzoek wijken af van de normen op het gebied van partnerkeuze. Zij worden afgewezen in de vorm van negatieve weerstanden, maar vooral in de vorm van roddel. Juist vanwege de vastgestelde normen kan uitsluiting plaatsvinden. Het maakt het definiëren van iemand als ‘afwijkend’, ‘vreemd’ of ‘slecht’ makkelijker (Van den Berg 2007; De Vries 1987; De Vries 1993; Elias & Scotson 1965) 88
Het is moeilijk om te generaliseren met interviewmateriaal van maar tien respondenten. Toch wil ik noemen dat het er wel op lijkt dat de vrouwen met wie ik heb gesproken (de een in meer of mindere mate dan de ander) zich losmaken van de Marokkaanse gemeenschap, omdat roddel zo veel voorkomt. De vrouwen uit deze scriptie zeggen weliswaar geen betekenis te hechten aan ‘wat anderen zeggen’. In hun handelingen lijken de vrouwen toch enigszins te handelen naar het beeld dat anderen van hun hebben. Op de frontstage gedragen de vrouwen zich volgens het beeld dat zij willen dat anderen van hen hebben. Liegen over de aard van de gemengde relatie (door bijvoorbeeld te zeggen dat je getrouwd bent, maar in feite samenwoont), of liegen over de afkomst van de partner (zeggen dat hij half Marokkaans is terwijl dat niet het geval is) zijn voorbeelden van handelingen waaruit blijkt dat de vrouwen toch moeite doen om minder beroddeld te worden. De vrouwen ‘spelen’ rollen, ze dragen een masker en proberen een bepaalde indruk te maken op mensen. Dit zijn vormen van wat Goffman (1959) impression management noemt. De wens om zo min mogelijk beroddeld te worden betekent voor een aantal vrouwen: het zoeken naar een balans tussen het me en de I, tussen de collectieve en persoonlijke identiteit, maar ook tussen agency en structuur. De vrouwen denken na (zelfinteractie) over deze onderscheidingen, en creëren een beeld dat zij naar de buitenwereld willen presenteren. In hun balans neigen de vrouwen uit dit onderzoek meer naar het I, de persoonlijke identiteit en agency. En dit is wat hen tegendraadser maakt dan andere vrouwen in hun groep die meer neigen naar het me, een collectieve identiteit en structuur.
Hoofdstuk 8 8.1
Conclusie
Inleiding
In het voorgaande hebben we kunnen zien hoe Nederlandse vrouwen van Marokkaanse afkomst verslag doen van hun gemengde relatie en de reacties die dat uitlokt. Met behulp van hun levensverhalen heb ik laten zien hoe problematisch het aangaan van een gemengde relatie is binnen de Marokkaanse groep. Ik heb de vrouwen in hun eigen woorden laten vertellen hoe zij het hoofd bieden aan die vaak negatieve reacties. In deze conclusie presenteer ik de bevindingen van mijn onderzoek en kom ik terug op de onderzoeksvraag die luidt: Hoe verloopt het proces van gemengde relaties bij vrouwen van Marokkaanse afkomst en hoe gaan zij om met de verschillende weerstanden binnen hun sociale omgeving?
89
8.2
Drie verschillende fasen en het ontwikkelen van strategieën
De vrouwen, met wie ik gesproken heb, zeggen veel belang te hechten aan een partnerrelatie waarin gelijkwaardigheid, respect en communicatie centraal staan. Zij hebben de zoektocht naar een partner, vaak onbewust, ook gericht buiten de grenzen van de eigen groep. Dit laat zien dat het traditionele systeem binnen de Marokkaanse groep aan verandering onderhevig is. Het proces dat vrouwen van Marokkaanse afkomst doorlopen wanneer zij hun partnerkeuze buiten de eigen culturele groep hebben laten vallen blijkt geen gemakkelijk proces te zijn. Binnen de Marokkaanse groep zijn gemengde relaties nog steeds eerder uitzondering dan regel. De vrouwen krijgen met weerstanden te maken waarop zij gedwongen zijn te anticiperen. Na analyse van het interviewmateriaal heb ik drie verschillende fasen kunnen ontdekken. De eerste fase, beschreven in hoofdstuk vier, heb ik Geheimhouding genoemd. De vrouwen uit deze scriptie hebben, zonder uitzondering, de beginfase van hun gemengde relatie geheim gehouden. In eerste instantie voor ouders, maar ook voor de personen die ouders mogelijk zouden kunnen inlichten. Het blijkt dat de vrouwen zich goed bewust zijn van de mogelijke weerstanden vanuit hun sociale omgeving. In deze beginfase gaan de vrouwen met ‘zichzelf in gesprek’ over hoe zij hun situatie het beste kunnen aanpakken. De vrouwen besluiten de geheimhouding als een strategie te gebruiken om er achter te komen of zij met hun niet-Marokkaanse partner verder willen, ook is het een strategie om conflicten tijdelijk uit de weg te gaan en tegenstrijdige gevoelens een betekenis te geven. In termen van Goffman; de vrouwen spelen de rol van gehoorzame dochter. In ieder geval voor hun ouders, maar sommigen ook voor zichzelf.
In de tweede fase, De bekendmaking, worden ouders en anderen op de hoogte gebracht van de gemengde relatie. Moeders worden vaak als eerste op de hoogte gebracht, omdat de vrouwen er van uitgaan dat hun moeders minder heftig reageren dan hun vaders. Er zijn gevallen geweest waar juist het omgekeerde het geval bleek te zijn. De keuze om ouders te vertellen van de gemengde relatie is voor de vrouwen niet zomaar een keuze geweest. In overeenstemming met de inzichten van het symbolisch interactionisme staat een individu voortdurend in interactie met zichzelf en met zijn/haar omgeving. De vrouwen hebben hun eigen gedragingen en partnerkeuze geïnterpreteerd, geëvalueerd en gedefinieerd en zijn tot het besluit gekomen om de gemengde relatie bekend te maken. De vrouwen realiseren zich dat zij hun eigen wens en keuze willen nastreven en zijn bereid om een poging te doen alle obstakels vanuit het collectief te overwinnen. De vrouwen beseffen ook goed dat 90
het een ‘echte’ keuze is, deze keuze gaan ze alleen aan wanneer zij er klaar voor zijn en er helemaal voor willen gaan. Er is namelijk geen weg meer terug. De vrouw kan niet meer vluchten en ook niet meer terug naar de eerste, veilige en geheime fase. Er is nog maar een weg, en dat is de weg naar voren toe. Het is overigens ook in deze tweede fase dat het ontwikkelen van strategieën belangrijker vormen aanneemt. Zoals het in hoofdstuk vijf blijkt, ontwikkelen de vrouwen strategieën om het hoofd te bieden aan weerstanden vanuit de sociale omgeving. Deze strategieën kunnen conflict vermijdend en oplossend zijn, het zoeken naar steun of het ontwikkelen van rationalisaties zijn. Een andere belangrijke strategie die gericht is op het oplossen van conflicten is de aanpassing (bekering) van de partner. De keuze voor een bepaalde strategie is afhankelijk van de wijze waarop een vrouw op dat moment (in die context), op basis van haar beoordeling of betekenis van die weerstand, een idee heeft van hoe zij dat probleem of weerstand kan beïnvloeden. In een andere context of op een ander moment kan de vrouw andere strategieën kiezen. Dit is wat er, naar mijn mening, binnen de symbolisch interactionistische benadering bedoeld wordt met ‘het individu dat voortdurend in interactie staat met zijn/haar omgeving’. Waarden, betekenissen en symbolen ontstaan in de sociale omgeving van het individu.
De derde fase, Hoe nu verder?, gaat over de situaties na de bekendmaking. Alle fasen die na de bekendmaking komen zijn in deze scriptie gecategoriseerd in deze ‘derde’ fase. De vrouwen besluiten het ouderlijke huis te verlaten. Slechts een enkeling blijft nog even thuis wonen, omdat zij zich verloofd heeft en pas na haar studie wil trouwen. Er zijn vrouwen die ongehuwd gaan samenwonen, dit wekt naast de bekendmaking van hun relatie heftige weerstanden op bij ouders waardoor deze vrouwen, met conflict het huis uitgaan. Het blijkt dat vrouwen alleen in harmonie het huis kunnen verlaten als zij getrouwd weggaan. Uit de verhalen van de vrouwen die getrouwd zijn, blijkt echter dat het trouwen eerder een uitkomst is van de eerder genoemde strategie: de bereidheid tot aanpassing van de partners. Trouwen is alleen mogelijk, wanneer de partner zich tot de islam heeft bekeerd. Hondius (1999) beschrijft hoe het overgaan tot de islam eigenlijk als een relatief eenvoudige stap gezien kan worden. De vrouw gaat het meest harmonieus het huis uit wanneer zij trouwt, maar het trouwen is alleen mogelijk als alle partijen elkaar tegemoetkomen. Er is sprake van een herdefiniëring van betekenis door verschillende partijen. De niet-Marokkaanse partners zijn bereid zich aan 91
te passen en zich dus te bekeren (en vaak ook de taal te leren), de vrouwen besluiten te trouwen en niet ongehuwd het huis uit te gaan en de ouders stemmen in met een huwelijk. De vrouwen uit mijn onderzoek verkeren in verschillende fases van het proces van het aangaan van een gemengde relatie. Sommige zitten nog ‘vers’ in het conflict; ouders zijn nog niet of juist net op de hoogte gebracht, anderen hebben hun jaren geleden verteld van hun relatie. Sommigen wonen nog thuis en anderen zijn het huis uit. De vrouwen die het huis uit zijn, zijn weggelopen, verstoten, getrouwd of gaan samenwonen, een enkeling is alweer gescheiden. Sommigen hebben kinderen uit een eerder huwelijk met een Marokkaan, andere vrouwen hebben kinderen met hun niet-Marokkaanse partner, anderen zijn (nog) geen moeder. Bij de vrouwen die wat verder zijn in het proces, die al getrouwd zijn of kinderen hebben, blijkt dat familiebanden na verloop van tijd toch worden hersteld. Het zijn vooral de vrouwen die pogingen blijven ondernemen en uiteindelijke blijken ouders ‘eieren voor hun geld te kiezen’. Zij kunnen er voor kiezen om hun dochter te blijven veroordelen op haar partnerkeuze of zij tolereren de gemengde relatie, waardoor zij in de toekomst bijvoorbeeld zeggenschap kunnen uitoefenen op de opvoeding van hun kleinkinderen. Niet alleen de vrouwen zelf, ook hun ouders kunnen in de loop der tijd veranderen van strategie.
8.3
Afstand nemen van de eigen groep?
De vrouwen in dit onderzoek hebben een liefdesrelatie die zij zelf hebben gekozen. Hun nietMarokkaanse partner beschikt over kenmerken die zij zelf, en niet hun ouders of gemeenschap, belangrijk vinden. Vrouwen van Marokkaanse afkomst ontwikkelen, zo bleek ook uit de literatuur, steeds vaker een voorkeur voor een relatie waarin gelijkwaardigheid en communicatie centraal staan (Hooghiemstra 2003:11). De keuze voor een gemengde relatie betekent voor de vrouwen niet dat zij hun ouders, familie, gemeenschap, cultuur en religie de rug toekeren. Ook al zeggen zij dat wel te doen. De vrouwen die fel reageren op het gedrag van ouders, anderen en op wat zij noemen stomme Marokkaanse regels en tradities zijn vrouwen die vaak nog in de beginfasen zitten. Deze vrouwen zijn nog erg emotioneel en weten nog niet goed hoe zij met weerstanden moeten omgaan. Van deze vrouwen is het moeilijk te zeggen hoe zij zich in de toekomst gaan gedragen. Het is onduidelijk of zij het contact met ouders zullen verbreken of juist toenadering zoeken.
92
Het blijkt echter dat de meeste vrouwen uit dit onderzoek nog steeds veel waarde hechten aan de mening van hun ouders. Dit zijn vrouwen die voorbij de beginfase zijn. Zij ervaren niet dat hun partnerkeuze een vorm van verraad is of een bedreiging is voor hun Marokkaanse afkomst. Zij willen ook na de bekendmaking van hun relatie laten zien dat ze loyaal kunnen zijn aan hun ouders, maar dat zij hierbij ook de eigen keuzes willen nastreven. Opvattingen, rollen en loyaliteiten worden, volgens Sterckx (2007) in een veranderende en nieuwe context steeds anders geïnterpreteerd, in dit geval zowel door de ouders als door hun dochters. Uit verschillende levensverhalen blijkt dat de vrouwen zich oriënteren op de verwachtingen van anderen, maar daarnaast proberen zij vooral ook te handelen in overeenstemming met het beeld dat zij van zichzelf hebben. In termen van Goffman (1959) vereist dit heel wat balanceerkunst. De vrouwen zijn in hun dagelijks leven ‘actrices’ die met alle theatrale middelen waarover zij beschikken, een beeld van zichzelf op hun publiek over brengen. Dit is vooral te zien bij de strategieën die zij ontwikkelen om het hoofd te bieden aan weerstanden. De ene vrouw zorgt ervoor dat zij en haar zoontje er, in haar eigen woorden, tiptop uitzien zodat zij roddel kan verminderen of in ieder geval het beeld dat anderen van haar hebben kan manipuleren. Een ander voorbeeld is niet het manipuleren van anderen, maar van het eigen zelfbeeld: het ontwikkelen van rationalisaties, de vrouwen proberen het eigen gedrag goed te praten en proberen daarmee ook indrukken van anderen te beïnvloeden (impression management): ik doe toch niets verkeerds is een vaak gedane uitspraak. Vanuit het symbolisch interactionisme kan beargumenteerd dat de betrokkenheid in een groepsleven altijd invloed heeft op de sociale ontwikkeling en het handelen van een individu. De vrouwen in dit onderzoek kunnen, vanuit een symbolisch perspectief, de dingen in de wereld om hen heen met hun handelen, met hun mate van agency, veranderen. Dit betekent echter niet dat structuren zoals die bestaan in de Marokkaanse groep geen invloed hebben op hun handelen. De vrouwen maken nooit een volledige vrije en individuele keuzes (agency), omdat de structuren waarin ze nu zitten niet genegeerd kunnen worden. De vrouwen vechten voor een persoonlijke identiteit, maar zullen de collectieve identiteit nooit volledig kunnen negeren. Zoals Schuyt dat verwoord: er is “geen Ik zonder Wij” (Schuyt 2006:25). Ook kunnen de vrouwen nooit alleen maar een I hebben, het zelfbeeld bestaat namelijk uit zowel het I als het me. Ouders, familie en schoonfamilie zijn mensen die ze niet kunnen kiezen, en hun reacties, meningen en gedragingen zullen gewild of ongewild van invloed zijn op hun handelen. Vriendinnen kun je wel kiezen en ‘wegdoen’, ouders en familie niet. Er is dus 93
sprake van een voortdurend proces; door het socialisatieproces (opvoeding) van de vrouwen leunen zij op de sociale structuur, maar met hun handelen, leveren zij ook een bijdrage in de veranderingen van deze sociale structuur. In de verhalen is dit bijvoorbeeld ook te zien in hoe de vrouwen beweren dat zij hun gemengde relatie weinig serieus nemen, maar vanwege hun opvoeding begrijpen de vrouwen heel goed dat zij een onconventionele keuze maken. Hierdoor besluiten zij hun gemengde relatie enige tijd geheim te houden. Een ander voorbeeld is de ‘vrije keuze’ om te trouwen. De vrouwen komen hun ouders tegemoet om hen toch te laten zien dat zij loyaal zijn (want ze hadden ook ongehuwd het huis uit kunnen gaan), maar zetten hun gemengde relatie wel door. Zoals Giddens (1984) beargumenteerd in zijn theory of structuration; gedrag en structuur zijn op elkaar betrokken. De vrouwen hebben een keuze gemaakt waardoor zij door de Marokkaanse gemeenschap buitengesloten worden; er wordt over hen geroddeld en ze worden vaak niet vriendelijk behandeld wanneer zij met hun partners op straat lopen. Maar de vrouwen laten het hier niet bij zitten. De ene vrouw ‘strijdt’ hier meer tegen dan de andere vrouw en ook dat strijden is context gebonden. Aan de ene kant lijken er vrouwen te zijn die wel uit de groep willen stappen, omdat zij het niet eens zijn met Marokkaanse regels en tradities en met gedragingen en oordelen van leden van hun groep. Zo zeggen sommige vrouwen zelfs niets meer te maken willen hebben met Marokkanen, omdat Marokkanen nou eenmaal roddelen bijvoorbeeld. Maar aan de andere kant wil een vrouw haar Marokkaanse afkomt niet verloochenen. De vrouwen staan dus met een been binnen de groep en met het andere been buiten de groep. Dat de vrouwen binnen de groep staan, valt ook af te lezen aan de inrichting van hun woonkamers. Tijdens de interviews heb ik gelet op hoe de vrouwen hun huis hadden ingericht. Ik zag veel Marokkaanse invloeden, maar ook westerse. In dat opzicht is ook de inricht van de huizen gemengd. De inrichtingen van de huiskamers waren, zonder uitzondering, een afspiegeling van de culturele achtergronden van zowel de vrouwen als van hun partners. In de inrichting van de huiskamers zijn persoonlijke smaak en herkomst, maar ook etnische en religieuze achtergronden met elkaar verweven, net zoals in de gemengde relaties en bijbehorende verhalen van de vrouwen (Dibbits & Van der Horst 2007).
8.4
Tegendraadse vrouwen
‘Tegendraadse vrouwen’ gaat over moedige vrouwen die het recht opeisen dat ze hun eigen keuzes maken, deze beslissing is nooit individueel en daar zijn zij zich bewust van. Een onderdeel van het levensverhaal is de manier waarop je het vertelt. De vrouwen presenteren 94
zich als tegendraads en benadrukken dat zij altijd anders zijn geweest. Uiteraard is het ook een strategie om je verhaal zo te vertellen. De sociologische benadering gaat niet uit van een vaststaand karakter, maar van hoe dat gevormd wordt, hoe deze vrouwen van zichzelf zeggen dat ze altijd zo anders geweest zijn. Uit mijn bevindingen blijkt dat rationalisaties beïnvloed worden door de betekenissen die vrouwen hechten aan hun interactie met ouders, familie en anderen, zoals vriendinnen of schoonfamilie. Maar ook aan de betekenis die zij hechten aan sociale normen, zoals deze binnen de Marokkaanse groep vastgesteld zijn. Wat mij zo fascineerde aan deze vrouwen is dat zij ondanks vele tegenslagen positief en sterk in hun schoenen lijken te staan. Uiteraard kan dit ook een rol naar de buitenwereld zijn. Ook tegenover mij als interviewer is er sprake van impression management. De vrouwen worden in hun verhalen zichtbaar emotioneel, maar zeggen voor zichzelf een manier te hebben gevonden om hier mee om te gaan. Zij putten hun energie en kracht uit hun relatie, waar zij zelf voor hebben gekozen. De vrouwen hebben geen spijt van hun keuze, het heeft hen gemaakt tot de sterke en moedige vrouwen die zij vandaag de dag zijn, althans dit is hoe zij mij hun verhaal hebben verteld, dit is het beeld van zichzelf dat zij willen presenteren.
Hoe verhouden de vrouwen uit dit scriptieonderzoek zich tot andere vrouwen van de Marokkaanse gemeenschap die geen gemengde relatie hebben? Deelvragen een tot vier zijn in de (conclusies) van de empirische hoofdstukken beantwoord en worden in dit hoofdstuk ook beschreven. In deze subparagraaf wil ik antwoord geven op deelvraag vijf.
In dit scriptieonderzoek wil ik niet beargumenteren dat mijn respondenten een voorbeeldfunctie vervullen voor andere vrouwen van Marokkaanse afkomst die geen gemengde relatie hebben. Ik wil ook niet beweren dat alle vrouwen van Marokkaanse afkomst een gemengde relatie moeten aangaan. Wel kan ik aan de hand van de levensverhalen concluderen dat de vrouwen met wie ik gesproken heb in veel opzichten een ander leven leiden dan hun ouders, zusters, nichten, vriendinnen en andere vrouwen van Marokkaanse afkomst (die geen gemengde relatie hebben). De beste strategie om met allerlei weerstanden om te gaan is in mijn ogen de strategie van erkennen van conflicten, maar het streven naar oplossingen. Of beter gezegd de strategie die veronderstelt dat alle partijen compromissen 95
sluiten. De meest ‘succesvolle’ verhalen zijn de levensverhalen van vrouwen die voorzichtig zijn geweest. Zij zijn hun ouders tegemoet gekomen, maar omgekeerd zijn ouders hen ook tegemoet gekomen. En ook de niet-Marokkaanse partner is met zijn bekering zowel de vrouw als haar ouders tegemoet gekomen. Deze vrouwen hebben gevochten voor meer autonomie, maar in dat ‘gevecht’ willen zij zo min mogelijk conflict. Het blijkt dat de conflicten onvermijdelijk zijn, want gemengde relaties zijn per definitie problematisch (Sterckx 2007). Een belangrijke conclusie die ik wil trekken is dat juist deze vrouwen in mijn ogen de bruggenbouwers zijn. De beste strategie is om ‘voorzichtig’ te zijn en om compromissen te sluiten. Voor deze vrouwen kunnen andere vrouwen van Marokkaanse afkomst, die (nog) niet durven in te gaan tegen ouders en vastgestelde normen, respect hebben. De vrouwen die weglopen of hard en fel optreden tegenover ouders zijn vrouwen tegen wie de andere vrouwen niet opkijken, uit angst voor allerlei sancties. Het kan echter ook beargumenteerd worden dat de vrouwen die weglopen later, wanneer zij ouder zijn en kinderen hebben, ook bruggenbouwers kunnen zijn. Hoe dan ook, het blijkt dat de vrouwen uit dit onderzoek, normen en waarden in verschillende contexten opnieuw definiëren. De ene vrouw is hier radicaler in dan de andere, maar de onvermijdelijke conflicten hebben een positief gevolg, namelijk dat de vrouwen een emancipatoire ontwikkeling meemaken. Ik zal hier in de volgende paragraaf op ingaan. De vrouwen hebben een onconventionele keuze gemaakt, dat is duidelijk gemaakt. Het blijkt uit de handelingen van de vrouwen dat zij niet willen breken met hun ouders, familieleden en cultuur. Zij zijn continu bezig met balanceren. Het blijkt dat de vrouwen zich wel degelijk oriënteren op de verwachtingen van anderen, maar zij proberen ook te handelen in overeenstemming met het beeld dat zij van zichzelf hebben. En dat beeld wijkt af van dat van hun omgeving. Een van de manieren om dat voor zichzelf op te lossen is door te stellen dat ze altijd al tegendraads zijn geweest. Dit suggereert op een continuïteit van hun zelfbeeld. Dit zelfbeeld van ‘altijd al anders zijn geweest’ is het beeld dat zij vast willen houden. Deze overtuiging van ‘altijd tegendraads en anders zijn geweest’ is overigens ook een rechtvaardiging van hun onconventionele keuze. De vrouwen hebben hun levensverhalen zo aangepast zodat het past bij de keuzes die ze tegenwoordig maken.
8.5
Tegenstrijdige gevoelens; loyaliteit en ambivalentie
Tijd is een belangrijk begrip om de ambivalentiegevoelens bij de vrouwen te begrijpen. Ambivalentie vindt namelijk op verschillende momenten plaats (Koch 1987). Het hebben van conflicterende gevoelens betekent niet dat deze op hetzelfde moment plaatsvinden. Bij 96
ambivalentie gaat het erom dat een persoon zich op het ene moment anders voelt over een bepaalde situatie dan op het andere moment. Er bestaan conflicterende gevoelens en emoties over een en dezelfde situatie. In de geheime periode van de gemengde relatie, de eerste fase, ontwikkelen vrouwen strategieën om de loyaliteitsconflicten en ambivalentiegevoelens een plek te geven. De vrouwen zijn in hun levens continu bezig met balanceren, ook op het vlak van tegenstrijdige gevoelens. Wanneer de vrouwen hun relatie kenbaar maken bij ouders hebben zij voor zichzelf een manier gevonden om die tegenstrijdige gevoelens te begrijpen of te accepteren. Helemaal verdwijnen, zullen deze gevoelens nooit. Zo blijkt het in de derde fase hoe nu verder?, en ongetwijfeld ook in volgende fases, dat de vrouwen nog altijd bezig zijn met zich gedragen naar de verwachtingen van belangrijke personen in hun levens zoals de ouders, maar tegelijkertijd hechten zij ook veel betekenis aan het nastreven van de eigen keuzes. Vanuit het symbolisch interactionisme is het al beschreven dat de sociale omgeving van invloed is op het handelen van individuen. Niet alleen de verwachtingen van ouders, maar ook die van de nietMarokkaanse partners, zijn familie en vriendinnen zullen van invloed zijn op het handelen van de vrouwen. Van vriendinnen kan echter gezegd worden dat deze gekozen kunnen worden en familie niet. Zoals een van de vrouwen zegt; vriendinnen maak je en iedere dag kom je mensen tegen. In je leven moet je blijven selecteren, en je vriendenboekje bijhouden, die heb ik 3 jaar niet gesproken nou hup weg enzovoort.
8.6
Emancipatie op het gebied van partnerkeuze
Dit scriptieonderzoek laat een (emancipatie)ontwikkeling zien op het gebied van partnerkeuze bij meisjes en vrouwen van Marokkaanse afkomst. Dat 15 tot 24 jarige meisjes van Marokkaanse afkomst meer emancipatiegeneigd zijn dan hun autochtone leeftijdsgenoten wordt in de literatuur al bevestigd (Pels & de Gruijter 2004). Mijn scriptie beschrijft, met de nadruk op de eigen woorden van de vrouwen, welke prijs deze vrouwen moeten betalen voor hun emancipatoire ontwikkeling op het gebied van partnerkeuze. Emancipatie en opleidingsniveau lijken met elkaar verbonden te zijn. De vrouwen in mijn scriptieonderzoek zijn hoger opgeleid, hebben een baan en zijn hierdoor zoals Sterckx en Bouw (2005) het noemen ‘zelfredzaam’. Het blijkt inderdaad dat zij het zich kunnen permitteren om zich harder op te stellen. Hoe hoger opgeleid, hoe meer de vrouw in staat lijkt te zijn om individuele keuzes (die nooit helemaal individueel zijn) te maken en de druk van buitenaf te kunnen weerstaan. Hoe zit het dan met vrouwen die lager zijn opgeleid en toch een gemengde relatie hebben? Het is moeilijk om hier uitspraken over te doen zonder te 97
generaliseren, maar wat ik verwacht, aan de hand van de levensverhalen, is dat deze vrouwen meer moeite zullen hebben met het bedenken van strategieën om conflicten het hoofd te bieden. Het blijkt dat de vrouwen met een lagere opleiding (Mbo-niveau) dan de rest van de vrouwen uit mijn respondentengroep veel feller optraden tegen ouders en familie. Beide vrouwen zijn van huis weggelopen, een van de vrouwen is wel teruggekeerd naar haar familie en haar familiebanden zijn vooral hersteld nadat haar gemengde relatie beëindigde. De Koning en Bartels beschrijven dat emancipatie vaak wordt geassocieerd met vrijgevochtenheid en losbandigheid (De Koning & Bartels 2005:43). Dit is niet wat de vrouwen uit mijn onderzoek verstaan onder hun grensoverschrijdende partnerkeuze. Sommige vrouwen verzetten zich openlijk door een gemengde relatie aan te gaan, maar proberen conflicten liever te vermijden. Deze vrouwen proberen voorzichtig de regels een beetje naar hun hand te zetten (Bouw 2003). Zij zoeken naar een middenweg waarin zij hun ouders tevreden proberen te stellen maar ook zichzelf.
8.7
De Toekomst?
In het begin van dit hoofdstuk noemde ik dat de keuze voor een gemengde relatie voor de vrouwen niet betekent dat zij de rug toe willen keren aan ouders, familie, gemeenschap, cultuur en religie, ook al zeggen zij dat wel te doen. Een belangrijke kanttekening hierbij is dat dit vooral afhankelijk is van de fase waarin de vrouwen zich bevinden. De vrouw die van huis weggelopen is zegt heel duidelijk niets meer met haar familie te maken te willen hebben. De mogelijkheid bestaat dat haar mening na verloop van tijd verandert, wanneer zij ouder wordt en kinderen krijgt of wanneer haar ouders contact zoeken. Uit de andere verhalen blijkt namelijk wel dat ouders hun dochters tegemoet willen komen en andersom. Familiebanden lijken na verloop van tijd toch te worden hersteld. In de literatuur wordt dit door Sterckx en Bouw beargumenteerd, ze beschrijven hoe een gevreesde uitsluiting niet altijd absoluut is en/of onomkeerbaar (Sterckx &Bouw 2005:136). Hoe het verder gaat lopen met de vrouw die verstoten is en de vrouwen die hun relatie nog niet of juist net hebben verteld, met de vrouw die weggelopen is en de vrouwen die wel of geen kinderen hebben is moeilijk te voorspellen. De vrouwen die nu geen contact hebben met ouders en familie zitten nog in de beginfases en het is moeilijk te zeggen of familiebanden hersteld worden of niet.
98
De agency van de vrouwen, het recht dat zij opeisen om hun eigen beslissingen te maken, zorgt ervoor dat zij een prijs moeten betalen voor het nastreven van de eigen wensen en niet die van de familie of groep. Met hun handelen, hun agency, veranderen zij de sociale wereld om zich heen. Maar misschien nog wel belangrijker, hun agency zorgt ervoor dat de patronen van partnerkeuze binnen de Marokkaanse context aan het veranderen zijn. De Marokkaanse groep is aan verandering onderhevig en agency speelt een belangrijke rol hierin. Deze verandering is in mijn ogen geen negatieve verandering. Ik hoop juist van harte op deze verandering. Het argument dat ouders gebruiken tegen gemengde relaties, namelijk dat deze relaties een bedreiging zijn voor de Marokkaanse normen en waarden, delen de vrouwen uit mijn onderzoek niet. Normen en waarden worden echter opnieuw gedefinieerd en aangepast op nieuwe situaties, zoals gemengde relaties binnen de Marokkaanse context. Gemengde relaties kennen een veelvoud van betekenissen. Zoals ik eerder beschreven heb, veranderen deze betekenissen continu onder invloed van de heersende normen en aanvaarde groepsgrenzen (Hondius 1999). En definities zijn afhankelijk van wie er definieert en de context van de situatie (Schrover 2001:85).Dit betekent dat er een mogelijkheid bestaat dat het taboe op gemengde relaties geleidelijk aan zal verdwijnen. Aan de hand van mijn bevindingen verwacht ik dat gemengde relaties makkelijker geaccepteerd worden, mits de partner bekeerd is tot de islam. Ook zullen gemengde relaties makkelijker geaccepteerd worden wanneer een vrouw al eerder getrouwd is geweest en dus wat ouder is, dat is in mijn onderzoek al te zien. Het belang van de aanpassing van de niet-Marokkaanse partner (bekering tot de islam) zal nog wel belangrijk blijven, denk ik. Ik verwacht dat veel vrouwen juist de islam zullen gebruiken om hun gemengde relatie te rechtvaardigen. Tegelijkertijd verwacht ik echter ook dat gemengde relaties nog steeds conflicten zullen opleveren, juist vanwege het taboe op deze relaties dat, denk ik, niet gemakkelijk te doorbreken is. Er zullen altijd mensen zijn die negatief zullen oordelen. Niet alleen ouderen (van de eerste generatie) reageren negatief op deze relaties, maar ook jongeren (van de tweede generatie) laten duidelijk merken dat gemengde relaties geen kans van slagen hebben. Deze jongeren zullen dit ook weer doorgeven aan hun kinderen, waardoor ik verwacht dat er nog een lange weg te gaan is voordat gemengde relaties binnen de Marokkaanse cultuur als ‘gewoon’ worden gezien. Ik hoop van harte dat de emancipatoire ontwikkeling van vrouwen van Marokkaanse afkomst, zoals deze zich op het gebied van de partnerkeuze manifesteert, verder zal ontwikkelen.
8.8
Aanbevelingen voor nader onderzoek 99
Als aanbevelingen voor verder onderzoek lijkt het mij interessant om kinderen uit gemengde relaties of huwelijken, waarvan een van de ouders van Marokkaanse afkomst is, te onderzoeken. Welke taal wordt er thuis gesproken, hoe wordt het kind opgevoed en met welke normen en waarden? Welke gevolgen zal dit hebben op de ‘grenzen’ van de Marokkaanse gemeenschappen waarin tradities, eer, regels, discipline en respect centraal staan? Een ander opvallend punt dat ik hierbij wil noemen, maar in dit onderzoek niet heb onderzocht, is dat er maar twee vrouwen zijn die kinderen hebben met hun niet-Marokkaanse partners. Het tegendraadse karakter van de vrouwen lijkt ook op dit punt naar voren te komen, in de zin dat zij zelf kiezen wanneer zij een kind willen krijgen, maar zich hierin niet laten beïnvloeden door religie en traditie? Door wat laten zij zich dan wel beïnvloeden? Wellicht zijn dit interessante onderwerpen voor verder onderzoek. In dit scriptieonderzoek, maak ik geen onderscheid in de subculturen waarvan de ouders deel uit maken. In Marokko bestaan er plattelands- en stadsculturen waarin verschillende dialecten gesproken worden en verschillende tradities worden overgedragen op de volgende generatie. Vrouwen met een Marokkaans-Arabische achtergrond hebben andere tradities dan vrouwen met een Marokkaans-Berberse achtergrond. Wellicht kan dit een onderwerp zijn voor verder onderzoek op het gebied van gemengde relaties bij vrouwen van Marokkaanse afkomst. Rest mij nog de hoop uit te spreken dat deze scriptie een aanzet zal zijn voor verder onderzoek naar gemengde relaties en de consequenties die deze hebben voor alle betrokkenen.
100
Bibliografie Abu-Lughod, L. (1999) Veiled Sentiments. Honor and poetry in a Bedouin society. Berkeley & Los Angeles: University of California Press. Alba, R. en R.Golden (1986) ‘Patterns of ethnic marriage in the United States’ Social Forces, 65. pp.202-223. Baarda, D.B., M.P.M. de Goede en J. Teunissen (1997) Basisboek: kwalitatief onderzoek. Houten:Educatieve Partners Nederland BV. Barron, M.L. (1951) ‘Research on Intermarriage: A survey of Accomplishments and Prospects’. The American Journal of Sociology, 57, pp. 249-255. Barron, M.L. (1972) The Blending American. Patterns of Intermarriage. Chicago: Quadrangle Books. Beer, J. de, P. Dykstra & F. van Poppel (2006) Marokkanen in Nederland: een profiel, Den Haag: NIDI. Berg, van den M. (2007) Dat is bij jullie toch ook zo? Gender, etniciteit en klasse in het sociaal kapitaal van Marokkaanse vrouwen. Rotterdam: Aksant. Bergmann, J.R. (1993) Discreet Indiscretions, the Social organization of Gossip. New York: Aldine de Gruyter.
101
Bertaux, D. (1981) Biography and Society: the life history approach in the social sciences. Beverly Hills, California: SAGE Publications. Blau, P.M. (1977) Inequality and heterogeneity: a primitive theory of social structure. New York: The Free Press Blau, P.M., T.C. Blum, & J.E. Schwartz (1982) ‘Heterogeneity and Intermarriage’. American Sociological Review, 47, pp.45-62. Blumer, H. (1969) Symbolic interactionisme: perspective and method. Englewood Cliffs: Prentice Hall. Bouw, C., A. Merens, K. Roukens & L. Sterckx (2003) Een ander succes. De keuzes van Marokkaanse meisjes. Amsterdam: SISWO Sociaal en Cultureel Planbureau. Brinkgeve, C., K. Davis, B. van Heerikhuizen & B. Kruithof (2002) Levensverhalen. Amsterdam: Stichting Amsterdams Sociologisch Tijdschrift. Buitelaar, M. (2002) ‘Het liefst gewoon een Marokkaan? Over de partnerkeuze van hoogopgeleide vrouwen van Marokkaanse afkomst in Nederland’. In: Luyckx K. (2000) Liefst een gewoon huwelijk. Creatie en conflict in levensverhalen van jonge migrantenvrouwen. Leuven (België): ACCO. Buitelaar, M. (2006) Islam en het dagelijks leven. www.boekenwereld.com Coenen, Pennartz & Wester (1988) Nasporingen: structuren van interpretatief sociaalwetenschappelijk onderzoek. Amsterdam: SISWO. Davis, K. & C. Brinkgeve (2002) ‘Levensverhalen’ In: Brinkgeve C., K. Davis, B. van Heerikhuizen en B. Kruithof (2002) Levensverhalen. Amsterdam: Stichting Amsterdams Sociologisch Tijdschrift. Dibbits, H. & H. van der Horst (2007) Turkse en Marokkaanse Nederlanders thuis. Amsterdam University Press/Salome. Distelbrink, M. & E. Hooghiemstra (2005) Allochtone gezinnen: feiten en cijfers. Den Haag: Nederlandse Gezinsraad. Eldering, L. (2002) Cultuur en Opvoeding. Interculturele pedagogiek vanuit ecologisch perspectief. Rotterdam: Lemniscaat. Elias, N. & J.L. Scotson (1994) The Established and the Outsiders. A Sociological Enquiry into Community Problems. Londen: SAGE Publications. Emmelkamp, L. (2002) Tussen rede en gevoel. Liefdesrelaties tussen autochtone Nederlanders en Marokkanen van de tweede generatie Amsterdam: Centrale Huisdrukkerij, Vrije Universiteit. Farganis, J. (2000) Readings in Social Theory. The Classical Tradition to Post-Modernism. USA:The McGraw-Hill Companies Inc..
102
Fuchs, S. (2001) ‘Beyond agency’. Sociological Theory, 19, pp. 24-40. Gemert, van F.H.M. (1998) Ieder voor zich: kansen, cultuur en criminaliteit van Marokkaanse jongens. Amsterdam: Het Spinhuis. Ghorashi, H. (2002) ‘Huilen, schrikken, lachen, kortom, meereizen met de ander, de meerwaarde van levensverhalen binnen sociaal wetenschappelijk onderzoek’ In: Brinkgeve C., K. Davis, B. van Heerikhuizen en B. Kruithof (2002) Levensverhalen. Amsterdam:Stichting Amsterdams Sociologisch Tijdschrift, pp.59-72. Giddens, A. (1979) Central problems in social theory: action, structure and contradiction in social analysis. Berkeley: University of California Press Giddens, A. (1984) The Constitution of Society. Outline of the theory of structuration. Cambridge: Polity Press. Gordon, A.I. (1964) Intermarriage. Interfaith, Interracial, Interethnic. Boston: Beacon Press. Hall, M.C. (1990) Women and Identity, value choices in a changing world. Hemisphere Publishing Corporation. Hondius, D. (1999) Gemengde huwelijken, gemengde gevoelens. Aanvaarding en ontwijking van etnisch en religieus verschil sinds 1945. Den Haag: Sdu Uitgevers. Hoof, J.J.B.M van & J. van Ruysseveldt (1996) Sociologie en de moderne samenleving. Maatschappelijke veranderingen van de industriële revolutie tot in de 21ste eeuw. Boom: Open Universiteit. Hooghiemstra, B.T.J. & M. Niphuis-Nell (1995) Sociale atlas van de vrouw; Deel 3 Allochtone vrouwen. Sociaal en Cultureel Planbureau. Hooghiemstra, E. (2003) Trouwen over de grens. Achtergronden van partnerkeuze van Turken en Marokkanen in Nederland’, Den Haag: Sociaal en Cultureel Planbureau. Kalmijn, M. (1993) ‘Spouse Selection among the Children of European Immigrants: A comparison of Marriage Cohorts in the 1960 Census’. International Migration Review, 27, pp. 51-78. Kalmijn, M. (1998) ‘Intermarriage and Homogamy: Causes, Patterns, Trends’. Annual Review of Sociology, 24, pp.395-421. Kaspersen, B.L. (2000) Anthony Giddens, An introduction to a Social Theorist. Oxford:Blackwell Publishers. Kleijer H. (2001), ‘Uit biografische bron. Oude en nieuwe vragen over levensverhalen als bron voor sociaal-wetenschappelijk onderzoek’, Kwalon, 6, pp. 5-9 Koch, P.J.(1987) ‘Emotional Ambivalence’. Philosophy and Phenomenological Research, 48, pp.257-279).
103
Koning, M. de & E. Bartels (2005) Over het huwelijk gesproken; partnerkeuze en gedwongen huwelijken onder Marokkaanse, Turkse en Hindostaanse Nederlanders. Den Haag: Adviescommissie voor Vreemdelingenzaken. Kulczycki, A. & A.P. Lobo (2002) ‘Patterns, Determinants, and Implications of Intermarriage among Arab Americans’. Journal of Marriage and Family, 64, pp.202-210. Luyckx, K. (2000) Liefst een gewoon huwelijk. Creatie en conflict in levensverhalen van jonge migrantenvrouwen. Leuven (België): ACCO. Mead, G.H. (1934) Mind, Self and Society: from the standpoint of a social behaviorist. Chicago: University of Chicago Press Naamane-Guessous, S. (1994) De schaamte ontsluierd. Vrouwen uit Casablanca over huwelijk, seksualiteit en erotiek. Amsterdam: In de Knipscheer. Nijhof, G. (2002) Het levensverhaal, de methode van autobiografisch onderzoek in de sociologie. Boom: Amsterdam. Pels, T. (1998) Opvoeding in Marokkaanse gezinnen in Nederland. De creatie van een nieuw bestaan. Assen: Van Gorcum. Praag, van C. (2006) Marokkanen in Nederland: een profiel. Den Haag: Nederlands Interdisciplinair Demografisch Instituut Rank, M.R. & C.W. LeCroy (1983) ‘Toward a Multiple Perspective in Family Theory and Practice: The Case of Social Exchange Theory, Symbolic Interactionism, and Conflict Theory’. Family Relations, 32, pp. 441-448. Seidman, I. (2006) Interviewing as a Qualitative Research. A Guide for Researchers in Education and the Social Sciences. New York & London: Teachers College, Columbia University Schrover, M. (2001) ‘Maria en Rocco. Gemengde huwelijken en integratie in de negentiende eeuw’. in Bouw C., M. Broekhans, B. Henkes, A. Paffen, A. Schmidt & M. Schrover (2001) Gaan & Staan. Jaarboek voor Vrouwengeschiedenis. Amsterdam: Stichting beheer IISG, pp.81-101. Schuyt, K. (2002) ‘Mensbeeld en methode, hoe brengen we de ervaring terug in de sociologie?’ Mens & Maatschappij, 77, nr.3. Schuyt K. (2006) Democratische deugden. Groepstegenstellingen en sociale integratie. Amsterdam: Leiden University Press Sterckx, L. & C. Bouw (2005) Liefde op maat. Partnerkeuze van Turkse en Marokkaanse jongeren. Amsterdam: Het Spinhuis. Sterckx, L. (2007) ‘Gemengd getrouwd en dubbel gescheiden’. In Veldboer L.,
104
J.W. Duyvendak & Bouw C. (2007) De mixfactor: integratie en segregatie in Nederland. Boom: Amsterdam, pp.101-117. Valk, H. de & A.C. Liefbroer (2004) ‘Invloed van ouders op relatievormingsvoorkeuren van Turkse, Marokkaanse en autochtone jongeren in Nederland’. In: Migrantenstudies(20)3. Bohn Stafleu van Loghum: Houten pp.108-129. Veldboer, L., J.W. Duyvendak & C. Bouw (2007) De mixfactor: integratie en segregatie in Nederland. Amsterdam: Boom. Vries, M. de (1987) Ogen in je rug. Turkse meisjes en jonge vrouwen in Nederland. Alphen aan den Rijn/Brussel: Samsom Uitgeverij. Vries, M. de (1990) Roddel nader beschouwd. Leiden: C.O.M.T. Wallace, R.A. & A. Wolf (1999) Contemporary Sociological Theory, Expanding the Classical Tradition. Upper Saddle River, New Jersey:Prentice Hall, Inc.. Wester, F. (1995) Strategieën voor kwalitatief onderzoek. Bussum: Dick Coutinho. Zijderveld, A. (1975) De theorie van het symbolisch interactionisme. Meppel: Boom.
Bijlage I:
1)
De Topiclijst
Achtergrondkenmerken
Leeftijd, Opleiding, Geboorteland. Vertel eens wat over jezelf?
2)
Relatie met ouders/familie
Uit wat voor soort gezin kom je? Hoe beschrijf je de relatie met je ouders? Met familie? Hoe was deze relatie in je jeugd?
3)
Vriendenkring
Hoe ziet jouw vriendenkring eruit? Veel vrienden of juist niet? Van welke afkomsten?
4)
De gemengde relatie
Waar heb je je partner ontmoet? Wie vertel je van je relatie en wie niet? 105
Wel of niet bekeerd? Waarom? Hoe belangrijk is het voor je dat je je eigen keuzes maakt?
5)
Bekendmaking
Wanneer heb je besloten om je relatie bekend te maken? Aan wie vertel je het eerst en waarom?
6)
Reacties
Reacties van ouders, familieleden, vriendinnen, anderen/vreemden? Hoe ga je om met deze strategieën?
8)
Weerstanden
Reacties van vreemden (onbekende leden van de Marokkaanse gemeenschap ) Tegenstrijdige gevoelens? Hoe, waarom en wanneer?
9)
Roddel
Hoe weet je dat anderen over je roddelen? Wie roddelt er over je en waarom?
10)
Het hoofd bieden aan weerstanden
Hoe ga je om met weerstanden en negatieve reacties? Hoe ga je om roddel? Bij wie je zoek je steun en waarom bij deze persoon (of personen)? Hoe belangrijk vind je de reacties, meningen en handelingen van ouders, familieleden, vriendinnen?
11)
Toekomst?
Naar welke cultuur trekken de kinderen het meest? Hoe voel je je over de toekomst? Is er iets dat je anders zou willen op dit moment in je leven? Wat ga je doen om dit te veranderen?
106