Masterclass Speechwriting
‘Now we are talking’ Twitteren, chatten, posten en mailen: wat is er toch veel mogelijk! Maar …het haalt het natuurlijk niet bij authentieke communicatie: die van mens tot mens. Gaan staan en het woord richten tot de mensen om u heen, doet u dat wel eens? Bent u een ervaren spreker? Dan loopt u misschien een verhoogd risico. Gemakzucht ligt op de loer. Is routine misschien al in uw verhaal geslopen? Herkenbaarheid is goed, maar voorspelbaarheid is dat niet zeker niet… Of bent u juist iemand die het niet gewend is om toespraken te houden? Dan werkt het gebrek aan ervaring in uw voordeel. Dat maakt uw betoog alleen maar spannender. Maar al te spannend moet het ook niet worden, is het wel? Zou u meer regie willen krijgen over uw verhaal, maar dan zonder aan authenticiteit in te boeten? In de masterclass ‘Now we are talking-1’ leert u wat u moet weten, maar ook: wat u beter kunt vergeten. U raakt vertrouwd met de beginselen en technieken van de speechwriting, de retorica – de kunst van het overtuigen. Maar u zult ook ingeslepen gewoontes afleren. U zult uw eigen stijl en toon ontdekken – of herontdekken. Uw eigen verhaal, dat is wat uw gehoor van u wil horen! De cursus is gebaseerd op mijn Triple B methode. Met de drie B’s van Broeden, Bouwen en Bewerken. Bij de ontwikkeling van dit leerplan kwam mijn ervaring als speechwriter mij goed van pas. Ik heb mogen werken voor persoonlijkheden als Relus ter Beek, Wim Kok, Hans van Mierlo en Ad Scheepbouwer; vertolkers van de betere verhalen. Als u de cursus volgt, kunt u die straks zelf ook schrijven en voordragen. Het zal u nog steeds tijd kosten, het zal u nog steeds energie kosten, maar …het zal u nooit meer moeite kosten. Schrijven is namelijk een grotendeels onbewust gestuurd proces. Dat kunt u prikkelen, op gang brengen en aanjagen - in mijn masterclass leert u ook hoe u dat kunt doen- maar u kunt en hoeft het niet te forceren. Laat daarom nu uw schroom varen. Kom in de flow en ervaar de sensatie van “Now we are talking’.
De Triple B Methode In de Masterclass wordt u door de drie stadia van het schrijfproces geloodst: Broeden, Bouwen en Bewerken. Deze fases gaan onmerkbaar in elkaar over en vormen een cyclus die verschillende keren doorlopen kan worden.
Broeden In deze fase leert u hoe u uw eigen creativiteit kunt aanboren. Waar kun u inspiratie opdoen en hoe kunt u een originele invalshoek verzinnen? Terwijl uw hersens op volle toeren werken, mag u het uzelf gemakkelijk maken. Ga gerust op de bank liggen en naar het plafond staren. Vragen die aan bod komen: • Wat wil ik bereiken me mijn speech? • Hoe verpak ik mijn boodschap? • Moet mijn verhaal waarachtig zijn? • In hoeverre mag/moet ik mezelf blootgeven? • Hoe speel ik in op de ‘persoonlijkheid’ van het gehoor?
Bouwen In deze fase komt één van de belangrijkste eigenschappen van een onderhoudende speech aan bod: de sequentie. Hoe legt u de elementen van de speech in de juiste, logische volgorde waardoor uw verhaal lekker loopt? Wat u leert: • Hoe ontwerp ik een ‘meeslepende’ verhaallijn? • Hoe kan ik voorspelbare patronen doorbreken? • Wat maak ik van de opening? • Is een grap nodig om het ijs te breken en hoe verzin ik er eentje? • Hoe geef ik een persoonlijke tint aan de ‘corporate story’? • Wat zijn de ingrediënten van een geslaagde anekdote? • Hoe kan ik het verhaal ‘rond’ krijgen? • Hoe krijg ik zonder moeite een eerste versie op papier?
Bewerken In deze fase maakt u van uw speech een aanschouwelijk en onderhoudend verhaal. U raakt vertrouwd met verschillende vormen van beeldspraak en diverse stijlfiguren. U leert bovenal om op eigen kompas te varen. Op een zeker moment zult u zelfs de ultieme emotie van de schrijver ervaren:‘Hey, het verhaal schrijf zichzelf.’ De vragen in deze fase: • Zijn er toch clichés in de tekst geslopen? • Spreekt de speech tot de verbeelding? • Hoe kan ik het verhaal aanschouwelijk maken? • Met welke technieken kan ik de speech ‘bezieling’ geven? • Wanneer zet ik het middel van de beeldspraak in? • Welke stijlmiddelen kan ik gebruiken? • Hoe zorg ik er voor dat mijn verhaal niet gekunsteld overkomt?
Masterclass ‘Now we are talking-1’
‘Iets Nederlands’ Als veel mensen samen aan een nota of artikel werken, is er altijd wel iemand bij die zich herinnert dat vorm en toon niet totáál onbelangrijk zijn. ‘C’est le ton qui fait le musique,’ zegt hij dan. Niet zelden is de deadline op dat moment al angstig dichtbij. Het veelvuldig gebruik van deze Franse uitdrukking wijst niet per se op een hang naar snobisme. In ons rijke taalgebied bestaat simpelweg geen vergelijkbare uitdrukking! Maar waarom hebben we die niet? Deze vraag legde ik voor aan een Française die Nederlandse taal en letterkunde doceert aan de Universiteit van Lille. ‘Is u wel eens opgevallen dat voor deze Franse zegswijze geen Nederlands equivalent voorhanden is?’ vroeg ik haar. ‘Ja, antwoordde ze, ‘maar weet u wat mij vooral is opgevallen? Dat u in Nederland die uitdrukking zo vaak gebruikt. In Frankrijk hoor ik die helemaal nooit!’ Ik keek haar verbaasd aan. ‘Het is iets Nederlands,’ voegde zij er aan toe. Iets Nederlands….? Na wat gepieker begreep ik het. Dit is inderdaad iets Nederlands. Dit is typerend voor de status van de retorica in ons land! In Frankrijk begrijpt iedereen dat vorm en toon geen overbodige versierselen zijn. De tekstschrijvers van president Sarkozy spreken elkaar daar dan ook nooit op aan. Als zij samen aan een speech werken, zal niemand halverwege iets zeggen in de trant van: ‘Jongens, laat we ook nog even aan de vorm en de toon denken.’ Maar in Nederland moeten we elkaar er steeds op attenderen dat vorm en toon er toe doen. Dat wil niet zeggen dat we daar tot in de eeuwigheid mee door moeten gaan. Er komt een dag waarop iedereen dat onderhand wel weet. En die dag is niet eens meer zo ver weg. Want ook in Nederland, het land van ‘doe maar gewoon’, het land van ‘zeg nu maar gewoon wat je te zeggen hebt’, wordt de speech als medium herontdekt. De oorzaak ligt in het nu heersende klimaat van onzekerheid en crisis. Bedrijven en organisaties voelen op hun klompen aan dat zij duidelijker moeten laten zien en horen waar zij voor staan. Zij begrijpen ook dat zij niet met suffe power point presentaties door het land moeten trekken. Dat nu tijd is aangebroken voor de betere verhalen!
Het Betere Verhaal Ghostwriting, Eindredactie & Training Bob de Ruiter is ghostwriter en drijvende kracht achter Het Betere Verhaal. Hij schrijft speeches, columns en artikelen voor mensen die daar zelf geen tijd voor hebben. Zijn visie op het vak: ‘Een speech moet tot de verbeelding spreken. Dat doel heiligt alle retorische middelen.’ Hij werkte in het verleden onder andere voor Relus ter Beek, Wim Kok en Hans van Mierlo. Sinds 2001 is hij de speechwriter van Ad Scheepbouwer. Voor speciale gelegenheden doet Alexander Pechtold een beroep op hem. In 2009 verscheen bij uitgeverij Mets & Schilt zijn roman M’n vrouw kwijt. In het seizoen 2011-2012 verzorgt hij de Masterclass Speechwriting van het Centrum voor Communicatie & Journalistiek van de Hogeschool Utrecht. Wat anderen zeggen over Bob de Ruiter Ad Scheepbouwer: ‘Hij maakt er altijd wel iets leuks van.’ Alexander Pechtold: ‘Van het halve woord van mij maakt hij een heel verhaal.’
De Pers, woensdag 25.01.2012