Master Humanistiek 2011-2012 ED4A: DOOR DE PRAKTIJK GESTUURD Variant Educatie
Coördinator:
Prof. dr. Wiel Veugelers
Werkboek Auteurs:
drs. Christine van der Mars mevr. Tryntsje de Groot prof. dr.Wiel Veugelers drs. Marco Otten
6de druk, oktober 2011
WAARSCHUWING Door combinatie van lang achtereen in dezelfde houding werken, een hoge werkdruk en een minder goed ingerichte werkplek kunnen gezondheidsklachten zoals RSI ontstaan. Preventieve maatregelen kunnen veel leed besparen; zie bijlage 4 van Vormgeving van een werkstukken (UvH-werkboek, 8e dr., augustus 2004, zie studentenweb.uvh.nl). TENTAMENFRAUDE EN PLAGIAAT De examencommissie van de UvH geeft speciale aandacht aan tentamenfraude. Dit wordt gezien als een ernstige inbreuk op academische normen omdat een juiste beoordeling van de kennis en vaardigheden van de student dan niet goed mogelijk is, en omdat het oneerlijk is tegenover medestudenten. Van de verschillende soorten fraude komt plagiaat het meeste voor. Plagiaat is het gebruik van uitspraken, teksten, illustraties en meningen van een ander zonder vermelding van de bron, waarbij de plagiator de indruk wekt alsof deze van hem of haar zelf zijn. Op tentamenfraude kunnen zware sancties volgen, tot aan het uitsluiten van de studie toe. Zie voor meer informatie: http://studentenweb.uvh.nl/Page/sp1132/index.html
titel auteurs
vormgeving/ opmaak druk uitgave
reeks code
ED4A: Door de Praktijk Gestuurd drs. Christine van der Mars mevr. Tryntsje de Groot prof. dr.Wiel Veugelers drs. Marco Otten Anne-Greet van Rootselaar 6de druk, oktober 2011 Universiteit voor Humanistiek Kromme Nieuwegracht 29 3512 HD UTRECHT werkboeken Master Humanistiek 2011/2012 11/Ma ED4A/wb © UvH 2011
INHOUDSOPGAVE Beschrijving van de mastervariant educatie…………………………………………..0 Cursusbeschrijving ....................................................................................................... 1 Cursusgegevens: 1 Algemene gegevens ............................................................................................ 2 2 Doel/leerresultaat ................................................................................................ 2 3 Werkvorm en studiebelastingsuren ..................................................................... 3 4 Beoordelingsvorm ............................................................................................... 4 5 Afronding ............................................................................................................ 5 6 Onderwijskwaliteitszorg ..................................................................................... 5 Studiehandleiding: - Cursusrooster....................................................................................................... 6 - Richtlijnen voor de studie ................................................................................... 7 - Beschrijving van colleges en werkgroepen: Week 1 ................................................................................................................ 7 Week 2 .............................................................................................................. 18 Week 3 .............................................................................................................. 11 Week 4 .............................................................................................................. 14 Week 5 .............................................................................................................. 15 Week 6 .............................................................................................................. 15 Week 7 .............................................................................................................. 17 Week 8 .............................................................................................................. 17 Week 9: zelfstudie ............................................................................................. 18 Week 10: afronding ........................................................................................... 19 Literatuur .................................................................................................................... 20 Bijlage: -SBL-competentieprofiel leraar HVO en Levensbeschouwing………………….22 -DPG beoordelingsformulier dossier HVO-studenten……………………..……25 -DPG beoordelingsformulier dossier UvH-studenten…………………………...29 -Afrondingseisen voor UvH-studenten……………………………...…………..34
11/Ma/ED4A/wb
BESCHRIJVING VAN DE MASTERVARIANT EDUCATIE
De variant ED bereidt studenten voor op het werken in educatieve praktijken met een breed scala aan beroepsmogelijkheden. Een gemeenschappelijk kenmerk is dat mensen, veelal door middel van groepsprocessen, ondersteund worden in hun identiteitsontwikkeling. Processen van zingeving en humanisering zijn daarbij gericht op empowerment, mensenrechten, human development, persoonlijke verantwoordelijkheid en kritisch-democratisch (wereld)burgerschap. Binnen de variant kan een eerstegraads lesbevoegdheid worden behaald voor het vak levensbeschouwing/ humanistisch vormingsonderwijs. Studenten kunnen zich richten op het geven van vakken als HVO en levensbeschouwing en andere activiteiten gericht op persoonlijke en sociale ontwikkeling in het voortgezet onderwijs. Daarnaast zijn veel afgestudeerden werkzaam in andere educatieve praktijken, zoals het doceren van ethiek of sociaal ethische oriëntatie in het hoger onderwijs, trainingen aan volwassenen, begeleiden van professionals en educatieve activiteiten in humanistische organisaties. Verder kunnen studenten zich richten op educatieondersteunende activiteiten, zoals leerplanontwikkeling en advisering, internationale praktijken op het gebied van mensenrechteneducatie en „humanistische‟ educatie binnen het onderwijs in andere landen. Een deel van het onderwijs wordt gevolgd door studenten die via het HVO een eerste graadslesbevoegdheid halen. Het HVO is het Humanistisch centrum voor onderwijs en opvoeding. Het centrum verzorgt opleidingen voor leraren HVO (humanistisch vormingsonderwijs) en levensbeschouwing en voor cursusleiders op het gebied van opvoedingsbegeleiding. Daarnaast verzorgt HVO bijscholingsdagen voor leraren in het basis- en voortgezet onderwijs, geeft het centrum training en advies op het gebied van levensbeschouwelijke vorming en ethiek en ontwikkelt zij projecten op bovengenoemde gebieden.
11/Ma/ ED4A/wb
CURSUSBESCHRIJVING In de module Door de Praktijk Gestuurd staat het leerproces van de student in de praktijk centraal. Het is dus belangrijk dat de student gelijktijdig met deze module stage loopt in de bovenbouw havo / vwo van het voortgezet onderwijs voor het vak HVO of Levensbeschouwing. Mocht het door zwaarwegende omstandigheden niet mogelijk zijn om tijdens de module stage te lopen, dan kan een student een verzoek tot deelname aan de module indienen bij de Onderwijs en Examen Commissie. De centrale vragen in deze module zijn: Wat houdt het vak HVO en Levensbeschouwing in? Wat kom ik als docent HVO en Levensbeschouwing in de (school)praktijk tegen? Hoe verhoud ik mij hiertoe als een (normatief) professional? En: Welke kennis en vaardigheden heb ik nodig om goed te kunnen functioneren in de schoolpraktijk? De thema‟s die tijdens de bijeenkomsten of in de zelfstudie aan bod komen zijn allemaal gerelateerd aan bovenstaande centrale vragen. We besteden aandacht aan: de eigen visie op het vak HVO en Levensbeschouwing, de invulling van het vak in verschillende contexten, de presentatie van het vak voor verschillende partijen (ouders, leerlingen, collega‟s, schooldirectie), leerproblemen, leerstoornissen en leerlingenzorg, verschillende vormen van leidinggeven aan groepen, weerstand en ordeproblemen, dialogische vaardigheden en de toetsing hiervan, interculturele communicatie en mensenrechteneducatie. De kennisbasis van deze module bestaat dan ook uit kennis omtrent bovenstaande thema‟s. Deze kennis wordt ingezet om studenten zoveel mogelijk bagage mee te geven om goed te kunnen functioneren in de praktijk.
Een belangrijk onderdeel van deze module is intervisie. Tijdens intervisie leren studenten hun praktijkervaringen bespreekbaar te maken, te reflecteren op hun eigen (docent) handelen en elkaar te ondersteunen bij het oplossen van eventuele problemen. Tevens leren de studenten te werken met de incidentmethode. De studenten werken deze module aan competentie 3 (vakinhoudelijk en didactisch competent) en competentie 6 (competent in het samenwerken met de omgeving). Tijdens intervisie wordt met name gewerkt aan het ontwikkelen van competentie 7 (competent in reflectie en ontwikkeling) competentie 1 (de interpersoonlijke competentie) en competentie 5 (competent in het samenwerken met collega‟s.) Omdat interactie en uitwisseling volgens ons positief bijdraagt aan het leerrendement, is er een SWP (Shared Work Place) voor deze module gemaakt. We nodigen jullie uit om naast één verplichte dossieropdracht, ook tips, zelf ontworpen lessen of materialen en interessante literatuur ter wederzijdse inspiratie op de SWP te plaatsen. Door middel van begeleide intervisie, het maken van dossieropdrachten en het bijhouden van een logboek waarin gereflecteerd wordt op praktijkervaringen uit de stage, stimuleren we de ontwikkeling van een kritische, reflectieve en onderzoekende houding ten opzichte van de eigen lespraktijk en die van anderen. We wensen jullie veel succes en leerzame momenten tijdens deze module. Wiel Veugelers en Christine van der Mars 1 11/Ma/ED4A/wb
CURSUSGEGEVENS
1
Algemene gegevens
Cursustitel: Studiejaar: Cursuscode Periode: Omvang: Aantal SBU: Onderdeel van: Doelgroep: Verplicht voor: Voorkennis:
Door de Praktijk Gestuurd 2011/2012 ED-41A 2 7,5 EC voor UvH-studenten en 6 EC voor HVO-studenten. 210 uur voor UvH-studenten en 168 voor HVO-studenten. Master Humanistiek, variant Educatie /Post Initiële hbo masteropleiding leraar HVO en Levensbeschouwing Studenten UvH en Studenten HVO en levensbeschouwing De onderwijsbevoegdheid HVO en levensbeschouwing Eerste jaar HVO en levensbeschouwing
Coördinator: Kamer: tel./e-mail:
Wiel Veugelers 2.17 030-2390123 /
[email protected]
Kerndocent: tel./ e-mail: Docenten
Christine van der Mars 010-5120820 /
[email protected] Gundalyn Hemmink, Lotte Huijing, Yvonne Leeman, Wiel Veugelers, Isolde de Groot
2
Doel/leerresultaat
Doelstellingen van deze cursus: Studenten zijn vertrouwd met hoe leerlingen leren, wat hun leerbehoeften zijn, welke problemen zich daarbij kunnen voordoen en zij weten hoe zij daarmee om kunnen gaan. (competentie 3) Studenten kennen de effecten op leerlingen van verschillende vormen van leidinggeven (autoritair, democratisch of laissez faire). (competentie 1) Studenten zijn op een praktisch niveau op de hoogte van communicatietheorieën, groepsdynamica en interculturele communicatie en kennen vooral ook de implicaties daarvan voor hun eigen doen en laten. (competentie 1) Studenten kunnen de dialoog stimuleren en waarderen.(competentie 3) Studenten kunnen (actuele) maatschappelijke en levensbeschouwelijke thema‟s en ontwikkelingen op het gebied van wereldburgerschap (bijvoorbeeld mensenrechten, duurzaamheid, Noord-Zuid verhoudingen) uitwerken in lessen. (competentie 3) Studenten kunnen het vak HVO en Levensbeschouwing en hun invulling van het vak 2 11/Ma/ED4A/wb
op een passende manier presenteren aan verschillende partijen (leerlingen, ouders, collega‟s en schooldirectie). (competentie 6) Studenten kunnen op een professionele wijze omgaan met eigen emoties en die van de leerlingen. (competentie 1) Studenten zijn in staat te reflecteren op hun eigen professionele ontwikkeling. (competentie 7) Studenten kunnen op basis van diepgaande kennis van intervisiemethoden een constructieve bijdrage leveren aan intervisiebijeenkomsten. (competentie 7) Studenten kunnen collegiale consultatie en intervisie geven en ontvangen. (competentie 5) Studenten hebben voldoende gedragspsychologische kennis om hun eigen gedrag en dat van anderen te begrijpen en te analyseren. (competentie 7) Studenten kunnen actief luisteren. (competentie 1) Studenten zijn in staat een goede balans te vinden tussen hun eigen draagkracht en de draaglast van hun werkzaamheden. (competentie 7)
3
Werkvorm en studie belastingsuren
Werkvormen: werkcolleges / interactieve onderwijsvormen / instructie / casussen / rollenspellen / werkgroepen / zelfwerkzaamheid / intervisie / individuele begeleiding. Doel en samenhang van de werkvormen in deze cursus: De werkvormen in deze cursus zijn gericht op het verwerven van kennis en vaardigheden om goed te kunnen functioneren als stagiaire / docent in de bovenbouw van het voortgezet onderwijs en op het ontwikkelen van een onderzoekende houding ten aanzien van de eigen lespraktijk. Studenten verdiepen zich door middel van het bestuderen van de verplichte literatuur, het maken van dossieropdrachten en werkcolleges tijdens de contactdagen in thema‟s die relevant zijn voor de eigen lespraktijk. Specifieke aandacht wordt besteed aan de context waarin een docent HVO / levensbeschouwing functioneert. Met de module willen we: 1) stimuleren dat studenten gevoeligheid ontwikkelen voor hoe bepaalde thematieken van invloed zijn op de onderwijspraktijk en daar in hun lesgeven op kunnen anticiperen en reageren. 2) een wisselwerking tussen praktijk en theorie bevorderen. 3) studenten stimuleren een onderzoekende houding te ontwikkelen. De gewoonte om zichzelf vragen te blijven stellen ten aanzien van de eigen lespraktijk is een belangrijk middel om blijvend te werken aan de eigen professionaliteit en een bijdrage te kunnen leveren aan de ontwikkeling van het eigen vakgebied. Een belangrijk hulpmiddel daarbij is het logboek. Studenten houden een logboek bij waarin ze reflecteren op specifieke zelfgekozen situaties uit hun lespraktijk. Ervaringen uit het logboek kunnen als input dienen voor de intervisiebijeenkomsten. 3 11/Ma/ED4A/wb
Samenstelling studiebelastingsuren (SBU): Activiteit: contacturen voorbereiding contacturen afronding cursus: samenstelling dossier Extra afrondingseisen UvH-studenten Totaal SBU:
4
Aantal uren: 30 108 30 42 210 (UvH) 168 (HVO)
Beoordelingsvorm
UvH-studenten stellen een dossier samen met daarin 10 dossieropdrachten uit de module. HVO-studenten stellen een dossier samen met daarin 8 dossieropdrachten uit de module. Bij de beoordeling van het dossier wordt gekeken in hoeverre: A) het dossier compleet is. B) de opdrachten aan de gestelde eisen voldoen. C) de literatuur, waar mogelijk, is verwerkt in de opdrachten. D) de student theoretische inzichten verbindt aan de eigen onderwijspraktijk en vice versa. E) de student de eigen onderwijspraktijk met een onderzoekende houding benadert. Voor de uitgebreide beoordelingscriteria zie bijlage 2: DPG beoordelingsformulier dossier HVO-studenten en DPG beoordelingsformulier UvH-studenten. Opmerkingen over de totstandkoming van het eindcijfer en eventuele compensatiemogelijkheden: Het eindcijfer wordt gevormd door het cijfer voor het dossier. Er is sprake van een aanwezigheidsverplichting van 80%. Indien er zwaarwegende omstandigheden zijn waardoor je niet aan de aanwezigheidsverplichting van 80% kunt voldoen, kun je via de docent een schriftelijk verzoek indienen bij de Onderwijs en Examencommissie, om de module met compensatieopdrachten eventueel alsnog af te kunnen ronden.
4 11/Ma/ED4A/wb
5
Afronding
Soort afronding: Inhoud afronding: Tentamen-/inleverdatum: Herkansingsdatum: Beoordelingscriteria:
Dossier met opdrachten. Dossier met 8 / 10 dossieropdrachten. vrijdag 10 februari 2012 vrijdag 20 april 2012 Bij de beoordeling van het dossier wordt gekeken in hoeverre: A) het dossier compleet is. B) de opdrachten aan de gestelde eisen voldoen. C) de literatuur, waar mogelijk, is verwerkt in de opdrachten. D) de student theoretische inzichten verbindt aan zijn eigen onderwijspraktijk en vice versa. E) de student zijn eigen onderwijspraktijk met een onderzoekende houding benadert. Voor de uitgebreide beoordelingscriteria zie bijlage 2: DPG beoordelingsformulier dossier. Cijferbepaling: Dossier telt 1 keer. Datum uitslag 4 weken na het inleveren Datum inzage/nabespreking Op afspraak
6
Onderwijskwaliteitszorg
Aan het eind van de cursus kan je gevraagd worden een evaluatieformulier in te vullen. Het evalueren van het onderwijs is een onderdeel van ons kwaliteitszorgsysteem. Elk onderwijsonderdeel wordt minimaal één keer per drie jaar geëvalueerd. De evaluatieresultaten worden bekeken door de opleiding, de coördinator en de studentenvertegenwoordigers. In de bibliotheek liggen de onderwijsevaluaties in mappen ter inzage. Hier wordt periodiek informatie aan toegevoegd met verbetermaatregelen als vervolg op de evaluaties. Voor vragen en informatie kun je je wenden tot de verschillende studentafgevaardigden (jaarvertegenwoordigers, Universiteitsraad), of tot de beleidsmedewerker kwaliteitszorg Sophie Wils en assistent Saskia Zuijderduijn, te bereiken via
[email protected].
5 11/Ma/ED4A/wb
STUDIEHANDLEIDING
Cursusrooster week nr.
datum
tijd
onderwerp
1
25 nov.
10.00 – 16.30
Introductie module Intervisie volgens de incidentmethode
2
2 dec.
10.00 – 16.30
Toelichting en vragen m.b.t. stage en stagedossier. Visie op het vak HVO en Levensbeschouwing en situering / invulling van het vak in verschillende contexten.
docent C. van der Mars en G.Hemmink
C. van der Mars
plaats UvH
UvH
Presentatie van het vak aan verschillende partijen. (collega‟s, directie, ouders, leerlingen)
3
4
5
6
7
9 dec. 16 dec.
10.00 – 16.30
23 dec 30 dec 6 jan. 13 jan.
20 jan.
Intervisie Zelfstudie: Leerproblemen, leerstoornissen en leerlingbegeleiding. Groepsdynamica: Verschillende vormen van leiding geven. Weerstand en ordeproblemen. Intervisie Zelfstudie
L. Huijng en C. van der Mars
UvH
Democratisch burgerschap
I. de Groot
UvH
Context van het onderwijs
W.Veugelers
Intervisie
C. van der Mars
Kerstvakantie Kerst vakantie 10.00 – 16.30
Zelfstudie
6 11/Ma/ED4A/wb
27 jan. 8
10.00 – 16.30
Interculturele communicatie. Intervisie
9 10
3 feb. 10 feb.
Zelfstudie Inleveren dossier
Y. Leeman C. van der Mars
UvH
UvH
Richtlijnen voor de studie In deze module wordt gewerkt met dossieropdrachten. Sommige dossieropdrachten worden voorafgaand aan de contactdag gemaakt, andere na afloop van de contactdag. Tijdens elke contactdag is er een intervisieronde. Studenten brengen zelf casussen / dilemma‟s vanuit de eigen werk- of stagepraktijk in.
Beschrijving van colleges en werkgroepen WEEK 1 College:
Vrijdag 25 november 2011 10.00 – 16.30 uur Docent: Gundalyn Hemmink, Wiel Veugelers en Christine van der Mars
Thema
Introductie van de module en reflectie- en intervisiemethoden
Toelichting
Deze bijeenkomst zal de module geïntroduceerd worden en besteden we aandacht aan intervisie, reflectie en het ontwikkelen van een onderzoekende houding. Intervisie is een belangrijk middel om reflectie op de eigen onderwijspraktijk te stimuleren. Voor (beginnende en ervaren) docenten biedt intervisie de mogelijkheid om met behulp van anderen in een veilige setting kritisch naar de eigen onderwijspraktijk te kijken, andere handelingsmogelijkheden te onderzoeken en de eigen docentcompetenties verder te ontwikkelen. Intervisie komt niet zomaar van de grond. Voor succesvolle intervisie dienen alle deelnemers: de probleeminbrenger, de voorzitter en de overige deelnemers goed op de hoogte te zijn van de eigen taken en de te volgen procedure. Tijdens deze bijeenkomst komt de incidentmethode uitgebreid aan bod, wordt toegelicht wat er onder een onderzoekende 7 11/Ma/ED4A/wb
houding wordt verstaan en hoe je gedurende deze module gestimuleerd wordt deze (verder) te ontwikkelen. Daarnaast zal er aandacht besteed worden aan de stage, aan de manier waarop je je stageverslag kunt schrijven en aan de eisen die daaraan gesteld worden. (competentie 7) Zelfstudie:
-Readertekst 1: Hemmink, G. en A. Geelhoed (2009) Inleiding, H1 Wat is intervisie? Stappenplan incidentmethode en H3 Aan de slag. In: Handboek intervisie, Utrecht, Stichting HVO, p.5-8, 30, 37-42 -Readertekst 2: Leeman, Y. (2010) Leraren leren met behulp van onderzoek over pedagogische kwaliteit? In VELON, jrg. 31, nr.2, p.4-10 -Readertekst 3: Leeman, Y. (2009) Leraren kunnen van spinnen leren. Lezing. -Kallenberg, T., van der Grijspaarde e.a. (2009) Hfst. 16. Reflecteren op onderwijs. In: Leren (en) doceren in het hoger onderwijs. Den Haag: Lemma, p.335-349
Dossieropdracht 1:
Intervisiebijeenkomst Na één van de bijeenkomsten. Individueel. Omvang: min. 2A4 max. 4A4. Beschrijf één van de intervisiebijeenkomsten. Kies de intervisiebijeenkomst waarbij jouw eigen kwestie besproken is, waarbij jij voorzitter bent geweest of waar je veel aan hebt gehad. Wat heeft het jou opgeleverd en hoe ga je er nu mee verder?
WEEK 2 College:
Vrijdag 2 december 2011 10.00 – 16.30 uur Docent: Christine van der Mars
Thema
-De achtergronden bij en historische ontwikkeling van het vak HVO en Levensbeschouwing. -Visie op het vak HVO en Levensbeschouwing en situering / invulling van het vak in verschillende contexten. -Presentatie van het vak aan verschillende partijen. (collega‟s, directie, ouders, leerlingen) -Intervisie
Toelichting
In deze bijeenkomst besteden we aandacht aan de historische 8
11/Ma/ED4A/wb
ontwikkeling van het vak HVO en levensbeschouwing. Hoe heeft het christelijke vak catechese / godsdienst zich in de loop der jaren ontwikkelt tot het vak Levensbeschouwing? En wat is de ontstaansgeschiedenis van het vak HVO? We verkennen ieders eigen visie op het vak HVO en Levensbeschouwing en gaan met elkaar in gesprek over de manier waarop het vak in verschillende contexten gegeven wordt. De schoolidentiteit, de onderwijsvisie, de leerlingpopulatie, de achtergronden en visies van de sectieleden, de waardering voor het vak vanuit de schooldirectie en de positie van het vak binnen het curriculum zijn factoren die van invloed (kunnen) zijn op de manier waarop het vak HVO en Levensbeschouwing vorm krijgt in een specifieke context. Omdat er veel verschillende manieren zijn om het vak HVO en Levensbeschouwing in de praktijk vorm te geven en veel mensen vanuit hun eigen ervaring, sterke vooronderstellingen hebben over het vak, is het als docent HVO en Levensbeschouwing extra belangrijk om na te denken op welke manier je jouw vak wilt presenteren en profileren. Op een praktische wijze oefenen we hoe je jezelf als professional en de invulling van jouw vak ten opzichte van verschillende partijen kunt presenteren en profileren. Dossieropdracht 2:
Visie op, invulling en presentatie van het vak HVO en Levensbeschouwing A en B voor de bijeenkomst, C en D na de bijeenkomst. Individueel. Omvang: min. 4 A4, max. 6 A4. A) Beschrijf jouw visie op en ideale invulling van het vak HVO en Levensbeschouwing. Denk daarbij aan onderstaande vragen: -Welke doelen wil je bereiken met het vak? -Wat is de balans tussen vorming en kennisverwerving? -Welke inhouden komen aan bod? -Welke onderwijskundige en didactische principes worden ingezet? -Werk je vakoverstijgend of niet? -Wordt het vak in alle leerjaren aangeboden? -Wordt er getoetst en zo ja op welke wijze? -Telt het eventuele cijfer mee voor de overgang en / of is het een eindexamenvak? B) Vergelijk jouw ideale invulling van het vak HVO en Levensbeschouwing zoals je die bij A geformuleerd hebt, met 9 11/Ma/ED4A/wb
de manier waarop het vak op jouw (stage)school wordt gegeven. Beschrijf en analyseer de overeenkomsten en de verschillen. C) Tijdens de bijeenkomst hebben we geoefend met het presenteren van het vak HVO en Levensbeschouwing ten opzichte van verschillende partijen. (leerlingen, ouders, collega‟s, schooldirectie, een willekeurige geïnteresseerde) Kies drie partijen en schrijf voor elk van deze drie partijen een beknopte tekst die je kunt gebruiken om het vak te presenteren. Geef bij de beschrijving aan in welke situatie je het vak presenteert. Gaat het bijvoorbeeld om een sollicitatiegesprek, een informeel gesprek in de docentenkamer, een gesprek met toekomstige ouders op een Open dag, een gesprek met de schooldirectie over de positie van het vak, of om een informeel gesprek op een verjaardag? D) Zet dossieropdracht 2A en 2C op de Shared Work Place. Lees de bijdrages van minimaal 3 medestudenten en maak een verzameling van uitspraken / teksten die je aanspreken. Dit mag met behulp van knippen en plakken. Zelfstudie:
-Readertekst 4: Stuij, N. (2002) Humanisme en onderwijs: een duurzame relatie. In: Het leven leren. Enkele achtergronden van de morele vorming in humanistisch vormingsonderwijs en levensbeschouwing, Utrecht: Stichting HVO, p.7-17 -Readertekst 5: Kuindersma, H. (2010) Historie van een protestants vak. In: Narthex, jrg.10, nr. 1/2, p.6-10 -Readertekst 6: Jong, de. A. (2010) Van catechismusles naar interreligieus leren. In: Narthex, jrg.10, nr. 1/2, p.11-16 -Readertekst 7: Laar, van de, J. (2010) Levensbeschouwing voor alle leerlingen. In: Narthex, jrg.10, nr. 1/2, p.41-45 -Readertekst 8: Otten, M. (2010) Weg van God. In: Narthex, jrg.10, nr. 1/2, p.52-56 -Readertekst 9: Alii, E.T. (2009) Achtergronden, ontwikkelingen en perspectieven. In: Godsdienstpedagogiek. Dimensies en spanningsvelden. Zoetermeer: Meinema, p.167-190 en 204-205 -Readertekst 10: Hamers, K. (2009) Kennis is vorming. In: Narthex, jrg.9, nr.1, p.42-45 -Readertekst 11: Veugelers, Wiel (2008), Docenten levensbeschouwing en onderwijs, Tijdschrift voor Humanistiek, jrg.9 nr.36 p. 22-32 -Readertekst 12: Visser, Taco (2009) Voorbij de vakleerplan10
11/Ma/ED4A/wb
vrees. Format voor het vakleerplan als basis voor collegiale visitatie. In: Narthex, jrg.9, nr.2, p.54-59 -13. Stuurgroep Godsdienst als Examenvak, Godsdienst / levensbeschouwing als examenvak. Handreiking, mei 2006, p.2-20 -Readertekst 14: Bos, te, K. (2008) Godsdienst en levensbeschouwing in het openbaar onderwijs. In: Narthex, jrg.8, nr.2, p.12-15 -Readertekst 15: Borms, E. (2008) Hebben ongelovigen dan toch een levensbeschouwing? Het levensbeschouwelijke vak niet-confessionele zedenlaar in Vlaanderen. In: Tijdschrift voor Humanistiek, jrg.9, nr.36, p.33-40 WEEK 3 Zelfstudie
Vrijdag 9 december 2011
Thema
Leerproblemen, leerstoornissen en leerlingbegeleiding
Toelichting
Leerlingbegeleiding is een belangrijk onderdeel van de onderwijspraktijk van docenten. Algemene begeleiding wordt geboden door docenten en mentoren. Heeft een leerling intensievere of meer specifieke begeleiding nodig dan kan die geboden worden door de schoolmaatschappelijk werker, de jeugdverpleegkundige, de vertrouwenspersoon, de Remedial Teacher of de ambulant begeleider. Afhankelijk van het type probleem (leerprobleem, leerstoornis, probleem op het gebied van sociaal-emotionele ontwikkeling, pesten, eetstoornis, problematische thuissituatie etc. ) wordt een leerling door de mentor verwezen naar één van bovenstaande begeleiders. Als docent HVO en Levensbeschouwing kun je een belangrijke rol spelen in het signaleren van een eventueel probleem op het gebied van de sociaal-emotionele ontwikkeling, een pestprobleem of problemen thuis. Dit vanwege het feit dat er tijdens de les HVO en Levensbeschouwing meer dan bij andere vakken gepraat wordt over persoonlijke zaken en leerlingen je hierdoor relatief sneller in vertrouwen nemen over voor hen belangrijke zaken. Het is daarom belangrijk dat je goed op de hoogte bent welke stappen je kunt ondernemen als je weet, of het vermoeden hebt, dat een leerling intensievere begeleiding zou kunnen gebruiken. Daarnaast is het voor (aankomend) docenten HVO en Levensbeschouwing interessant om zich te verdiepen in het 11 11/Ma/ED4A/wb
thema leerlingbegeleiding, omdat het geregeld voorkomt dat een docent HVO en Levensbeschouwing naast zijn rol als docent ook een functie bekleedt als leerlingbegeleider. Gezien de ervaring met het voeren van persoonlijke gesprekken en de verworven gespreks- en luistervaardigheden, is een docent HVO en Levensbeschouwing zeer geschikt om als mentor en / of als vertrouwenspersoon een rol te spelen in de leerlingbegeleiding op een school. Dossieropdracht 3:
Leerproblemen en leerlingbegeleiding Individueel. Omvang: minimaal 3 A4, max. 6 A4. Onderzoek wat er op jouw stageschool gedaan wordt op het gebied van leerlingbegeleiding. Vanuit het perspectief van zingeving en humanisering zijn we vooral geïnteresseerd in de sociaal-emotionele ontwikkeling van leerlingen. Spits de uitwerking daarop toe. Breng in kaart wie er binnen en buiten de school betrokken is bij de leerlingbegeleiding, in het bijzonder bij de sociaal-emotionele ontwikkeling. Beschrijf welke stappen genomen worden als een leerling een (leer)probleem lijkt te hebben. Beschrijf ook welke (zorg)voorzieningen er zijn voor „bijzondere‟ leerlingen. (Leerlingen met dyslexie, discalculi, adhd, add, hoogbegaafdheid, faalangst, perfectionisme, leerlingen met een stoornis in het autistisch spectrum). Geef aan waar je in de les HVO en Levensbeschouwing rekening mee zult moeten houden als je leerlingen met een specifiek (leer)probleem in de klas hebt. Verbind de inzichten uit de literatuur aan je bevindingen uit de onderwijspraktijk. Beschrijf welke onderzoeksmethode je toegepast hebt.
Zelfstudie:
-Teitler, P. (2009) Hfst.14 Leerlingen met onbevredigende leerresultaten. Hfst.15 Leerlingen met vijandig gedrag. Hfst.16 Leerlingen met niet adequaat schoolgedrag. Hfst.17 Leerlingen met problemen in de sociale omgang. Hfst. 18 Meerbegaafde leerlingen. In: Lessen in Orde. Handboek voor de onderwijs praktijk. Bussum: Uitgeverij Coutinho, p.232-277
12 11/Ma/ED4A/wb
WEEK 4 College:
Vrijdag 16 december 2011 10.00 -16.30 Docent: Lotte Huijing en Christine van der Mars
Thema
-Groepsdynamica, ordeproblemen, weerstand en vormen van leiding geven. -Intervisie
Toelichting:
Leerlingen leren beter in een veilige omgeving. Daarom is groepsdynamica en het voorkomen van of passend reageren op weerstand en ordeproblemen voor elke docent van belang. Voor docenten HVO en Levensbeschouwing is dit echter van cruciaal belang. Bij dit vak worden leerlingen namelijk o.a. uitgenodigd in gesprek te gaan met elkaar over levensbeschouwelijke en persoonlijke thema‟s. Werkvormen waarin leerlingen uitgenodigd worden over zichzelf na te denken en met elkaar en de docent in gesprek te gaan, hebben pas een kans van slagen als er sprake is van een veilige sfeer en onderling vertrouwen. Voor docenten kunnen inzichten op het gebied van groepsdynamica, weerstand, ordeproblemen en vormen van leiding geven nuttig zijn in het (her)creëren en bestendigen van een veilig klassenklimaat. In deze bijeenkomst gaan we aan de slag met groepsdynamische wetmatigheden, krijg je inzicht welk effect verschillende vormen van leidinggeven kan hebben op een groep en gaan we aan de slag met casuïstiek op het gebied van weerstand en ordeproblemen.
Dossieropdracht 4: Vormen van leidinggeven / Docentgedrag Voor de bijeenkomst. Individueel. 1) Vul de test over de interactie tussen docent en leerlingen, die je tijdens de vorige bijeenkomst hebt gekregen zelf in. Ga daar bij uit van een realistische situatie (i.p.v. een ideale situatie). 2) Neem de test die je tijdens de vorige bijeenkomst hebt gekregen af bij minimaal drie leerlingen. Kies bij voorkeur leerlingen uit verschillende klassen en leerlingen waarmee je een verschillende band hebt. Vraag ze hoe ze jou als docent in de omgang ervaren; ze vullen de test dus over jou in. 3) Verwerk de resultaten van de test met behulp van het resultatenformulier. Je weet nu nog niet wat de uitkomst betekent. Dit gaan we in de komende bijeenkomst behandelen. 13 11/Ma/ED4A/wb
Dossieropdracht 5: Ordeproblemen en weerstand Voor de bijeenkomst. Individueel. Omvang: min. 1 A4, max. 2 A4. Beschrijf een casus waarin jij als docent te maken had met weerstand / ordeproblemen in een groep. Beschrijf de situatie gedetailleerd en maak er een verhaal van dat voor anderen gaat leven. Besteed extra aandacht aan een aantal cruciale momenten en zorg dat je die in je tekst markeert met „…………‟ zodat je de tekst kunt voorlezen en kunt pauzeren op de cruciale momenten. Geef telkens aan wat je op zo‟n moment hebt gedaan en welk effect het had. Voorbeeld: Ik draaide me met mijn rug naar de klas en zag nog net een pen tegen het bord aan ketsen.……………………ik werd rood in mijn gezicht en boos. De eerste gedachte die door mijn hoofd schoot was „dat zal Roeland wel hebben gedaan‟. Ik probeerde die gedachte te sussen en draaide me naar de klas. ”Ik zag de pen tegen het bord aan ketsen” en ik pakte de pen van de grond. Ik heb meteen oogcontact met Janneke en Ricky. “Ik kan dit niet van jullie hebben en ik pik dit niet”. Gegiechel achteruit de klas en ook een paar geschrokken gezichten……………………. Kortom, zoom echt in op het moment en ……………. bij de keuzemomenten. Zelfstudie:
-Readertekst 16: Galan, de, K. (2003) Groepsprocessen. In: Trainen, een praktijkgids. Benelux Pearson Education, p.165184. -Readertekst 17: Remmerswaal, J. (2003) Open en gesloten communicatie. In: Groepsdynamica: een inleiding op theorie en praktijk, p.131-132. -Readertekst 18: Vergouwen en Overduin (?) Omgaan met weerstand. In: Didactische Standaard. Praktische adviezen bij lesvoorbereiding en –uitvoering. Perfoma, p. 53-55. -Teitler, P. (2009) Hfst. 5 Omgaan met een lastige klas. Hfst. 12 Communiceren met leerlingen en Hfst. 13 Goochelen met aandacht. In: Lessen in orde. Bussum: Uitgeverij Coutinho, p.93-106, 197-230 -Tekst die tijdens de bijeenkomst uitgedeeld wordt. 14
11/Ma/ED4A/wb
Kerstvakantie
23 december en 30 december
WEEK 5 Zelfstudie
Vrijdag 6 januari 2012
Thema:
Zelfstandig werken aan de dossieropdrachten / de voorbereiding voor de bijeenkomsten.
WEEK 6 College:
Vrijdag 13 januari 2012 10.00 – 16.30 Docent: Isolde de Groot en Wiel Veugelers
Thema:
Democratisch burgerschap en de context van het onderwijs
Toelichting:
Vanochtend gaan we in op 3 aspecten van democratisch burgerschapsonderwijs: de impact van de visie op democratie/ burgerschap van de docent op hun onderwijs van zijn/ haar studenten; het (inter)nationaal belang van onderzoek en onderwijs naar burgerschapsvorming; de visie van jongeren op hun burgerschapsontwikkeling. In zijn artikel Experiencing Democracy Through Neoliberalism laat Paul Carr zien hoe docenten in opleiding in Ohio (US) denken over democratie en de manier waarop zij hier in hun onderwijs aan bij willen of moeten dragen. We zullen de resultaten van Carr‟s onderzoek gebruiken om ons te oriënteren op welke aspecten van democratische idealen, procedures en processen jij je in de toekomst wilt richten in jouw onderwijs. Lees deze tekst (vooral de section „findings‟) door en selecteer drie punten uit de bevindingen van Carr die je opvallen: omdat je het punt dat Carr maakt belangrijk vindt, omdat het punt je inzicht geeft in een onderdeel van het doceren over democratie dat je belangrijk vindt; of omdat je commentaar hebt bij dit punt. Daarnaast heb ik een gedeelte van een (concept)rapport toegevoegd over een lopend, Europees onderzoek naar actief burgerschap (Hoskins et all.). Lees deze tekst globaal. De tekst biedt een algemeen kader voor de conceptualisatie van „actief burgerschap‟ en aanverwante begrippen. Zij geeft inzicht in de huidige ontwikkelingen op het gebied van onderzoek naar actief (demo15 11/Ma/ED4A/wb
cratisch) burgerschap en biedt inzicht in de relevantie van onderzoek & onderwijs vanuit europees belang, en voor de ontwikkeling van afzonderlijke democratieën, beleid, en onderwijs. De tekst geeft tevens inzicht in verschillende typen burgerschap die kunnen worden nagestreefd. Vanochtend gaan we aan de slag met de verschillende typen. Lees, als je weinig tijd hebt, dus in elk geval deze vier typen een keer goed door. De laatste 3 kwartier zal ik iets vertellen over mijn promotieonderzoek. Ik ga hierbij in op het thema diversiteit: hoe ik jongeren bevraagd heb over hun houding ten aanzien van het leven met verschillende mensen in de samenleving, hoe deze jongeren hun huidige burgerschapsontwikkeling op het gebied van diversiteit beoordelen, wat zij zelf willen ontwikkelen, en hoe je deze inzichten kunt vertalen naar lessen voor verschillende leeftijdsgroepen. Voorbereiding
-Lees het artikel van Carr (vooral de section „findings‟) door en selecteer drie punten uit de bevindingen die je van belang vindt -Lees uit het Contextual Analysis Report van Haste e.a. vooral de 4 typen van burgerschap een keer goed door.
Zelfstudie
-Readertekst 19: Carr, P. Carr, P. (2007). Experiencing democracy through neoliberalism: The role of social justice in democratic education. Journal for Critical Education Policy Studies, 5(2) - Op de SWP: Hoskins, B., Abs, H., Han, C., Kerr, D. and Veugelers, W., Contextual Analysis Report. Active Citizenship in Europe Project 20111, Institute of education, 2011, august 8.
Dossieropdracht 6:
Democratisch burgerschap Na de bijeenkomst. Individueel. Omvang min. 1 A4, max. 3 A4 a) Beschrijf hoe je eigen visie op democratie, en de rol hiervan in het onderwijs ontwikkeld is. b) Motiveer welke van de behandelde visies op democratie en burgerschap het meest bij je eigen visie aansluit en welke het minst. c) Beschrijf aan welke elementen van democratisch burgerschap je in je onderwijs aandacht wil besteden en met welk belang;
16 11/Ma/ED4A/wb
WEEK 7 Zelfstudie
Vrijdag 21 januari 2012
Thema
Zelfstandig werken aan dossieropdrachten en voorbereiding bijeenkomst.
WEEK 8 College:
Vrijdag 27 januari 2012 10.00 – 16.30 Docent: Yvonne Leeman en Christine van der Mars
Thema
Interculturele communicatie en mensenrechteneducatie
Toelichting
In onze multiculturele samenleving is een school met een heterogeen samengestelde leerlingpopulatie, zeker in de grote steden, gewoon geworden. Leerlingen met een verschillende etnische, levensbeschouwelijke, culturele en sociaal-economische achtergrond zitten bij elkaar in de klas. Dit kan spanningen opleveren, maar biedt ook de kans om leerlingen op een natuurlijke manier bewust te maken van en om te leren gaan met diversiteit. Hoe kun je als docent bevorderen dat leerlingen reflecteren op en met elkaar in gesprek gaan over de invloeden die cultuur en levensbeschouwing op hun identiteit hebben? Welke rol speelt jouw gesitueerdheid als docent in de communicatie en omgang met leerlingen en ouders met een andere levensbeschouwelijke en culturele achtergrond? En wat betekent dit voor de alledaagse schoolpraktijk? (competentie 2, 3, 6 en7) In de preambule van de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens verklaren Staten ernaar te streven in „onderwijs en opvoeding de eerbied voor deze rechten en vrijheden te bevorderen‟. Deze intentie heeft zich vertaald in verplichtingen op grond van, onder andere, het Kinderrechtenverdrag en het Vrouwenverdrag. Nederland is de afgelopen jaren meerdere malen terecht gewezen omdat ze niet voldoet aan deze verplichting tot mensenrechteneducatie. (Oomen, 2008, p.1) In deze bijeenkomst gaan we in op de achtergronden van mensenrechteneducatie, gaan we met elkaar in gesprek over de zin van mensen17 11/Ma/ED4A/wb
rechteneducatie en onderzoeken we enkele manieren waarop je mensenrechteneducatie in de praktijk vorm kunt geven. Dossieropdracht 7:
Interculturele communicatie Voor de bijeenkomst. Individueel. Omvang: min.2 A4, max. 4 A4. A) Beschrijf een praktijksituatie waardoor jij bent gaan nadenken over intercultureel en interlevensbeschouwelijk onderwijs. Besteed met name aandacht aan de vragen (over intercultureel onderwijs) die deze situatie bij jou opriep. Een selectie van de praktijksituaties wordt besproken tijdens de bijeenkomst. Houd hier rekening mee bij je keuze. B) Ontwerp een les waarin de levensbeschouwelijke identiteit van de leerlingen aan bod komt. Reflecteer op de levensbeschouwelijke en culturele invloeden op die identiteit. Maak zoveel mogelijk gebruik van interactieve werkvormen.
Zelfstudie:
-Readertekst 20: Leeman, Y.A.M. (2003) De pedagogische opdracht in een multi-etnische context: docentdilemma‟s, In: Pedagogische Studiën, jrg.80, nr.6, p.468-484 -Readertekst 21: Gobbo, F. (2009) On metaphors, everyday diversity and intercultural education: some further reflections. In: Intercultural education, jrg.20, nr.4, p.321-332 -Readertekst 22: Buitelaar, Marjo (?) Inleiding: de islam en moslim culturen. In: Islam en het dagelijkse leven. Uitgeverij: www.boekenwereld.com, p.10-23 -Readertekst 23: Leeman, Y. (2006) Diversiteitsbeleid: culturele gevoeligheden. In: VELON, jrg.27, nr.4, p.47-54 -Readertekst 24: Oomen, B. (2008) Mensen- en kinderrechtenonderwijs: de gemiste kans van het burgerschapsonderwijs? Draft NJCM 3 juli 2008.
WEEK 9 Zelfstudie
Vrijdag 3 februari 2012
Thema
Zelfstudie ten behoeve van de afronding van de module.
Dossieropdracht 8:
Reflectie Individueel. Omvang: min.1 A4, max. 3 A4. Beschrijf wat je deze module geleerd hebt op het gebied van kennis, vaardigheden en attitude. Gebruik inzichten uit je 18
11/Ma/ED4A/wb
logboek om te illustreren in hoeverre je de onderwijspraktijk met een onderzoekende houding benadert. Eerlijkheid wordt op prijs gesteld, sociaal wenselijke antwoorden niet. WEEK 10 Vrijdag 10 februari 2012 Thema
Afronding
Toelichting
De student levert het dossier met de 8 / 10 opdrachten in. Het dossier en het ingevulde tentamenbriefje kunnen op verschillende manieren ingeleverd worden: 1. Per e-mail:
[email protected]. Er dient uiterlijk een week na inleverdatum ook een ingevuld tentamenbriefje en een papieren versie van het dossier in het postvak van de docent gelegd te worden t.b.v. het archief. 2. Per post: Christine van der Mars Scholtendreef 9 2661 TC Bergschenhoek 3. In het postvak van de docent.
Herkansingsdatum: vrijdag 20 april 2012
19 11/Ma/ED4A/wb
LITERATUUR
Verplichte literatuur Kallenberg, Ton e.a. (2009) Leren (en) doceren in het hoger onderwijs. Den Haag: LEMMA, 2e druk ISBN 978-90-5931-427-6 Teitler, P. (2009) Lessen in orde. Handboek voor de onderwijspraktijk. Bussum: Uitgeverij Coutinho, ISBN 978-90-469-0123-6 De artikelen opgenomen in de reader, verkrijgbaar bij de receptie. Aanbevolen literatuur Ebbens, Sebo en Simon Ettekoven (2005) Effectief leren. Basisboek. Groningen: Wolters Noordhoff, 2e druk ISBN 90-01-30752-3 Hoogeveen, Piet en Jos Winkels (2005) Het didactisch werkvormenboek: variatie en differentiatie in de praktijk. Assen: Koninklijke van Gorkum
20 11/Ma/ED4A/wb
Bijlagen -SBL-competentieprofiel leraar HVO en Levensbeschouwing -DPG beoordelingsformulier dossier HVO-studenten -DPG beoordelingsformulier dossier UvH-studenten -Afrondingseisen voor UvH-studenten
21 11/Ma/ED4A/wb
SBL-Competentieprofiel leraar HVO en Levensbeschouwing 1. Inter-persoonlijk competent De leraar Humanistisch Vormingsonderwijs en Levensbeschouwing is in staat om op basis van de humanistische uitgangspunten een prettig leef- en werkklimaat te creëren en vast te houden. De leraar Humanistisch Vormingsonderwijs en Levensbeschouwing is in staat om op basis van de humanistische uitgangspunten een vriendelijke en coöperatieve sfeer te creëren en vast te houden waarbij er sprake is van een open dialoog tussen alle gesprekspartners (leerlingen en de docent) De leraar Humanistisch Vormingsonderwijs en Levensbeschouwing bevordert het zelfstandig kunnen oordelen en handelen van de leerlingen onder andere door de leerlingen te ondersteunen bij vorm te geven aan hun eigen leven en dat van anderen. De leraar Humanistisch Vormingsonderwijs en Levensbeschouwing zoekt elke les opnieuw naar een goede balans tussen leiden en begeleiden, sturen en volgen, confronteren en verzoenen, corrigeren en stimuleren.
2. Pedagogisch competent De leraar Humanistisch Vormingsonderwijs en Levensbeschouwing is in staat om op basis van de humanistische uitgangspunten leerlingen te ondersteunen bij het zin en vorm geven aan hun eigen leven, onder andere door het zelfstandig en verantwoordelijk kunnen oordelen en handelen van de leerlingen te bevorderen. De leraar Humanistisch Vormingsonderwijs en Levensbeschouwing is in staat om leerlingen te ondersteunen bij het vormen van een goed beeld van zijn ambities en mogelijkheden. De leraar Humanistisch Vormingsonderwijs en Levensbeschouwing is in staat om een veilige leer- en werkomgeving te bieden, waarin leerlingen houvast en structuur wordt geboden om op een kritische en creatieve manier te kunnen omgaan met de keuzes die zij moeten maken. De leraar Humanistisch Vormingsonderwijs en Levensbeschouwing is in staat om leerlingen te ondersteunen bij het in staat zijn om zin en vorm te geven aan hun eigen leven en dat van anderen, waarbij de leerlingen weten dat ze erbij horen, welkom zijn en gewaardeerd worden; op een respectvolle manier met elkaar omgaan en uitgedaagd worden om verantwoordelijkheid voor elkaar te nemen; initiatieven kunnen nemen en zelfstandig kunnen werken;
22 11/Ma/ED4A/wb
3. Vakinhoudelijk en didactisch competent De leraar Humanistisch Vormingsonderwijs en Levensbeschouwing is in staat om de leerlingen te helpen op een kritische en creatieve manier een persoonlijke levens- en wereldbeschouwing te vormen. De leraar Humanistisch Vormingsonderwijs en Levensbeschouwing is in staat om op basis van de humanistische uitgangspunten de leerlingen te helpen zich de leerinhouden van een bepaald vak(gebied) eigen te maken en vertrouwd te raken met de manier waarop die in het dagelijkse leven en in het werk gebruikt worden. De leraar Humanistisch Vormingsonderwijs en Levensbeschouwing introduceert zijn leerlingen in de kennis, principes, onderzoekswijzen en toepassingen van de wetenschappelijke discipline(s) waaraan het schoolvak gerelateerd is. De leraar Humanistisch Vormingsonderwijs en Levensbeschouwing creëert een krachtige leeromgeving waarbij het leren in verband wordt gebracht met realistische en voor de leerlingen relevante toepassingen van kennis in beroep, verdere studie en maatschappij. De leraar Humanistisch Vormingsonderwijs en Levensbeschouwing is in staat om de leerinhouden en ook zijn doen en laten af te stemmen op de leerlingen en rekening te houden met de uniciteit en verscheidenheid van de leerlingen. De leraar Humanistisch Vormingsonderwijs en Levensbeschouwing bepaalt met de leerling diens (individuele) leertraject, motiveert de leerlingen voor hun leer- en werktaken, daagt hen uit om hieraan zo optimaal mogelijk zin en vorm te geven en helpt hen om deze taken met succes af te ronden De leraar Humanistisch Vormingsonderwijs en Levensbeschouwing bevordert de zelfstandigheid van de leerlingen, onder andere door de leerlingen te leren om te leren en te werken en daarmee te leren vorm te geven aan hun eigen leven en dat van anderen.
4. Organisatorisch competent De leraar Humanistisch Vormingsonderwijs en Levensbeschouwing is in staat om op een verantwoordelijke en duurzame wijze zorg te dragen voor organisatorische zaken die samenhangen met zijn onderwijs en het leerproces van de leerlingen. De leraar Humanistisch Vormingsonderwijs en Levensbeschouwing ziet er op toe dat de leerlingen een ordelijke en taakgerichte omgeving treffen. De leraar Humanistisch Vormingsonderwijs en Levensbeschouwing zorgt ervoor dat de leerlingen weten waar ze aan toe zijn en welke ruimte ze hebben voor eigen initiatief, het nemen van verantwoordelijkheid en het bewust maken van keuzes waardoor leerlingen weten wat ze moeten (of kunnen) doen, hoe en met welk doel ze dat moeten (of kunnen) doen.
23 11/Ma/ED4A/wb
5. Competent in het samenwerken met collega’s De leraar Humanistisch Vormingsonderwijs en Levensbeschouwing is in staat om ervoor te zorgen dat zijn werk en dat van zijn collega‟s in de school goed op elkaar zijn afgestemd. Hij draagt bij aan het goed functioneren van zijn schoolorganisatie. De leraar Humanistisch Vormingsonderwijs en Levensbeschouwing draagt vanuit humanistische uitgangspunten bij aan een pedagogisch en didactisch klimaat op zijn school waarin collega‟s op een betrokken manier bijdrage leveren aan het onderlinge samenwerken en aan een goede, duurzame schoolorganisatie. De leraar Humanistisch Vormingsonderwijs en Levensbeschouwing is in staat tot goed communiceren en samenwerken met collega‟s, levert een constructieve bijdrage aan vergaderingen en andere vormen van schooloverleg en aan de werkzaamheden die moeten worden uitgevoerd om de school goed te laten functioneren waarmee hij een bijdrage levert aan de (duurzame) ontwikkeling en verbetering van zijn school. 6. Competent in het samenwerken met omgeving De leraar Humanistisch Vormingsonderwijs en Levensbeschouwing draagt vanuit humanistische uitgangspunten zorg voor het onderhouden van contacten met de ouders of verzorgers van de leerlingen en met collega‟s van instellingen waar zijn school voor het onderwijs en de leerlingenzorg mee samenwerkt, waarbij sprake is van open dialoog tussen alle gesprekspartners. De leraar Humanistisch Vormingsonderwijs en Levensbeschouwing is in staat om vanuit zijn normatieve professionaliteit zijn (professionele) handelen en dat van anderen buiten de school goed op elkaar af te stemmen. De leraar Humanistisch Vormingsonderwijs en Levensbeschouwing maakt zelfstandig en verantwoordelijk en op doeltreffende wijze gebruik van het professionele netwerk van de school als het gaat om de opleiding van de leerling of de zorg voor de leerling. De leraar Humanistisch Vormingsonderwijs en Levensbeschouwing is in staat om op verantwoordelijke en zorgvuldige wijze om te gaan met de contacten die hij namens de school onderhoudt met de omgeving van de school waarbij de samenwerking van zijn school met die instelling goed verloopt. 7. Competent in reflectie en ontwikkeling De leraar Humanistisch Vormingsonderwijs en Levensbeschouwing is in staat tot voortdurend verder ontwikkelen en professionaliseren waarbij hij competent is in reflectie en ontwikkeling. De leraar Humanistisch Vormingsonderwijs en Levensbeschouwing gaat op basis van humanistische uitgangspunten op een kritische en creatieve manier om met vragen die betrekking hebben op normen en waarden met betrekking tot zijn beroepsuitoefening waarbij hij regelmatig nadenkt over zijn beroepsopvattingen en professionele bekwaamheid.
24 11/Ma/ED4A/wb
DPG: BEOORDELINGSFORMULIER DOSSIER HVO-studenten Beoordeling
Naam student:
Max. aantal punten
Dossieropdracht1: Intervisie De student heeft één van de intervisiebijeenkomsten beschreven. De student heeft beschreven wat de intervisiebijeenkomst hem heeft opgeleverd en hoe hij er nu verder mee gaat. Feedback / opmerkingen:
10
Dossieropdracht 2: Visie op, invulling en presentatie van het vak HVO en Levensbeschouwing Bij de beantwoording van vraag 2A heeft de student onderstaande elementen verwerkt: Welk doel hij wil bereiken met het vak. Hoe de balans tussen vorming en kennisverwerving is. Welke inhouden aan bod komen.
15
Welke onderwijskundige en didactische principes ingezet worden? Of hij vakoverstijgend werkt of niet. Of het vak in alle leerjaren aangeboden wordt. Of er getoetst wordt en zo ja op welke wijze. Of het cijfer mee telt voor de overgang en / of het een eindexamenvak is. Bij de beantwoording van vraag 2B heeft de student: De overeenkomsten tussen zijn eigen ideale invulling van het vak en de manier waarop het vak op zijn stageschool wordt gegeven, beschreven. De verschillen tussen zijn eigen ideale invulling van het vak en de manier waarop het vak op zijn stageschool wordt gegeven, beschreven en geanalyseerd. Bij de beantwoording van vraag 2C: De student heeft 3 verschillende teksten geschreven waarmee hij het vak presenteert t.o.v. drie verschillende partijen. De student noemt per tekst t.o.v. wie hij het vak presenteert en in welke situatie hij het vak presenteert. De student heeft de presentatieteksten beknopt beschreven. De toon en het taalgebruik van de presentatieteksten passen bij de gekozen gesprekspartner en de gekozen situatie. Bij de beantwoording van 2A en 2B: Waar mogelijk / verrijkend verwijst de student naar relevante literatuur. 25 11/Ma/ED4A/wb
Shared Work Place: De student heeft zijn antwoord op vraag 2A en 2C op de Shared Work Place geplaatst. De student heeft de bijdrages van minimaal 3 medestudenten op de SWP gelezen en heeft een verzameling gemaakt van elementen die hem aanspreken. Feedback / opmerkingen:
Dossieropdracht 3: Leerproblemen en leerlingbegeleiding Bij de beantwoording van de vraag heeft de student onderstaande elementen in zijn tekst verwerkt. Hij heeft beschreven: Wie er binnen en buiten de school betrokken is bij de leerlingbegeleiding, in het bijzonder bij de sociaal-emotionele ontwikkeling. Welke stappen worden genomen als een leerling een (leer)probleem lijkt te hebben. Welke (zorg)voorzieningen er zijn voor „bijzondere‟ leerlingen. (Leerlingen met dyslexie, discalculi, adhd, add, hoogbegaafdheid, faalangst, perfectionisme, leerlingen met een stoornis in het autistisch spectrum.) Waar je in de les HVO en Levensbeschouwing rekening mee moet houden als je leerlingen met een specifiek (leer)probleem in de klas hebt. Welke onderzoeksmethode hij toegepast heeft. De student verbindt zijn inzichten uit de literatuur aan zijn bevindingen uit de onderwijspraktijk. Feedback / opmerkingen:
11
Dossieropdracht 4: Vormen van leidinggeven / docentgedrag De student heeft voor de bijeenkomst de test zelf ingevuld. De student heeft voor de bijeenkomst de test afgenomen bij minimaal drie leerlingen. De student heeft de test voor de bijeenkomst verwerkt met behulp van het resultatenformulier. Feedback / opmerkingen:
6
Dossieropdracht 5: Ordeproblemen en weerstand De student heeft voor de bijeenkomst een casus beschreven waarin hij als docent te maken had met weerstand / ordeproblemen in een groep. De student heeft de situatie gedetailleerd beschreven. De student heeft er een verhaal van gemaakt, dat voor anderen gaat leven. De student heeft cruciale momenten in de tekst gemarkeerd.
6
26 11/Ma/ED4A/wb
Feedback / opmerkingen:
Dossieropdracht 6: Democratisch burgerschap De student heeft beschreven hoe zijn eigen visie op democratie en de rol hiervan in het onderwijs ontwikkeld is. De student heeft gemotiveerd welke van de behandelde visies op democratie en burgerschap het meest bij zijn eigen visie aansluit en welke het minst. De student heeft beschreven aan welke elementen van democratisch burgerschap hij in zijn eigen onderwijs aandacht wil besteden en met welk belang. Dossieropdracht 7: Interculturele communicatie Opdracht 7A De student heeft een praktijksituatie beschreven waardoor hij / zij is gaan nadenken over intercultureel en interlevensbeschouwelijk onderwijs. De student heeft beschreven welke vragen er door de praktijksituatie bij hem opgeroepen zijn.
12
Opdracht 7B De student heeft een les ontworpen waarin de levensbeschouwelijke identiteit van leerlingen aan bod komt. De student heeft gereflecteerd op de levensbeschouwelijke en culturele invloeden op die identiteit. De student heeft gebruik gemaakt van minimaal één interactieve werkvorm. Feedback / opmerkingen:
Dossieropdracht 8: Reflectie De student heeft beschreven wat hij deze module geleerd heeft op het gebied van kennis, vaardigheden en attitude. De student heeft inzichten uit zijn logboek gebruikt om te illustreren in hoeverre hij de onderwijspraktijk met een onderzoekende houding benadert. Feedback / opmerkingen:
10
Totaalbeeld dossier: De student heeft waar mogelijk / verrijkend gebruik gemaakt van inzichten uit de literatuur. De student verbindt ervaringen uit zijn eigen onderwijspraktijk aan theoretische inzichten uit de literatuur en vice versa. De student benadert zijn eigen onderwijspraktijk met een onderzoe-
20
27 11/Ma/ED4A/wb
kende houding. De student heeft blijk gegeven van actieve participatie tijdens de bijeenkomsten. Feedback / opmerkingen: Correct voorblad Het voorblad van het dossier bevat: Titel Datum Naam, adres, tel. en e-mailadres
Correcte inhoudsopgave De inhoudsopgave bevat: duidelijke opbouw hoofdstukken paginanummers Correcte inleiding De inleiding bestaat uit een beknopte uitleg over het dossier. Correcte literatuurlijst De literatuurlijst bevat: Gebruikte literatuur op alfabetische volgorde Correcte annotatie Correcte annotatie Wanneer er literatuur gebruikt wordt of de schrijver gebruik maakt van citaten wordt dit volgens de regels genoteerd. Eindbeoordeling:
Algemene feedback:
28 11/Ma/ED4A/wb
Om in aanmerking te komen om nagekeken te worden, dient aan dit criterium voldaan te zijn. Idem
Idem Idem
Idem
DPG: BEOORDELINGSFORMULIER DOSSIER UvH-studenten Beoordeling
Naam student:
Max. aantal punten
Dossieropdracht1: Intervisie De student heeft één van de intervisiebijeenkomsten beschreven. De student heeft beschreven wat de intervisiebijeenkomst hem heeft opgeleverd en hoe hij er nu verder mee gaat. Feedback / opmerkingen:
10
Dossieropdracht 2: Visie op, invulling en presentatie van het vak HVO en Levensbeschouwing
15
Bij de beantwoording van vraag 2A heeft de student onderstaande elementen verwerkt: Welk doel hij wil bereiken met het vak. Hoe de balans tussen vorming en kennisverwerving is. Welke inhouden aan bod komen.
Welke onderwijskundige en didactische principes ingezet worden? Of hij vakoverstijgend werkt of niet. Of het vak in alle leerjaren aangeboden wordt. Of er getoetst wordt en zo ja op welke wijze. Of het cijfer mee telt voor de overgang en / of het een eindexamenvak is. Bij de beantwoording van vraag 2B heeft de student: De overeenkomsten tussen zijn eigen ideale invulling van het vak en de manier waarop het vak op zijn stageschool wordt gegeven, beschreven. De verschillen tussen zijn eigen ideale invulling van het vak en de manier waarop het vak op zijn stageschool wordt gegeven, beschreven en geanalyseerd. Bij de beantwoording van vraag 2C: De student heeft 3 verschillende teksten geschreven waarmee hij het vak presenteert t.o.v. drie verschillende partijen. De student noemt per tekst t.o.v. wie hij het vak presenteert en in welke situatie hij het vak presenteert. De student heeft de presentatieteksten beknopt beschreven. De toon en het taalgebruik van de presentatieteksten passen bij de gekozen gesprekspartner en de gekozen situatie. 29 11/Ma/ED4A/wb
Bij de beantwoording van 2A en 2B: Waar mogelijk / verrijkend verwijst de student naar relevante literatuur. Shared Work Place: De student heeft zijn antwoord op vraag 2A en 2C op de Shared Work Place geplaatst. De student heeft de bijdrages van minimaal 5 medestudenten op de SWP gelezen en heeft een verzameling gemaakt van elementen die hem aanspreken. Feedback / opmerkingen:
Dossieropdracht 3: Leerproblemen en leerlingbegeleiding Bij de beantwoording van de vraag heeft de student onderstaande elementen in zijn tekst verwerkt. Hij heeft beschreven: Wie er binnen en buiten de school betrokken is bij de leerlingbegeleiding, in het bijzonder bij de sociaal-emotionele ontwikkeling. Welke stappen worden genomen als een leerling een (leer)probleem lijkt te hebben. Welke (zorg)voorzieningen er zijn voor „bijzondere‟ leerlingen. (Leerlingen met dyslexie, discalculi, adhd, add, hoogbegaafdheid, faalangst, perfectionisme, leerlingen met een stoornis in het autistisch spectrum.) Waar je in de les HVO en Levensbeschouwing rekening mee moet houden als je leerlingen met een specifiek (leer)probleem in de klas hebt. Welke onderzoeksmethode hij toegepast heeft. De student verbindt zijn inzichten uit de literatuur aan zijn bevindingen uit de onderwijspraktijk. Feedback / opmerkingen:
11
Dossieropdracht 4: Vormen van leidinggeven / docentgedrag De student heeft voor de bijeenkomst de test zelf ingevuld. De student heeft voor de bijeenkomst de test afgenomen bij minimaal drie leerlingen. De student heeft de test voor de bijeenkomst verwerkt met behulp van het resultatenformulier. Feedback / opmerkingen:
6
Dossieropdracht 5: Ordeproblemen en weerstand De student heeft voor de bijeenkomst een casus beschreven waarin hij als docent te maken had met weerstand / ordeproblemen in een groep. De student heeft de situatie gedetailleerd beschreven. De student heeft er een verhaal van gemaakt, dat voor anderen gaat leven. De student heeft cruciale momenten in de tekst gemarkeerd.
6
30 11/Ma/ED4A/wb
Feedback / opmerkingen:
Dossieropdracht 6: Democratisch burgerschap De student heeft beschreven hoe zijn eigen visie op democratie en de rol hiervan in het onderwijs ontwikkeld is. De student heeft gemotiveerd welke van de behandelde visies op democratie en burgerschap het meest bij zijn eigen visie aansluit en welke het minst. De student heeft beschreven aan welke elementen van democratisch burgerschap hij in zijn eigen onderwijs aandacht wil besteden en met welk belang. Feedback / opmerkingen:
10
Dossieropdracht 7: Interculturele communicatie Opdracht 7A De student heeft een praktijksituatie beschreven waardoor hij / zij is gaan nadenken over intercultureel en interlevensbeschouwelijk onderwijs. De student heeft beschreven welke vragen er door de praktijksituatie bij hem opgeroepen zijn. Opdracht 7B De student heeft een les ontworpen waarin de levensbeschouwelijke identiteit van leerlingen aan bod komt. De student heeft gereflecteerd op de levensbeschouwelijke en culturele invloeden op die identiteit. De student heeft gebruik gemaakt van minimaal één interactieve werkvorm. Feedback / opmerkingen:
12
Dossieropdracht 8: Reflectie De student heeft beschreven wat hij deze module geleerd heeft op het gebied van kennis, vaardigheden en attitude. De student heeft inzichten uit zijn logboek gebruikt om te illustreren in hoeverre hij de onderwijspraktijk met een onderzoekende houding benadert. Feedback / opmerkingen:
10
Dossieropdracht 9: Inzichten uit de literatuur De student heeft een overzicht gemaakt van interessante theoretische inzichten uit hoofdstuk. 6 t/m 9 van Teitler en de zelf gekozen literatuur. De student heeft deze inzichten, waar mogelijk, verbonden aan de eigen onderwijspraktijk.
10
31 11/Ma/ED4A/wb
Feedback / opmerkingen:
10
Dossieropdracht 10: Keuzeopdracht 10A:Werkvormen die bijdragen aan de persoonlijke en levensbeschouwelijke identiteitsvorming van leerlingen. De student heeft 4 een werkvormen beschreven die bij uitstek geschikt zijn voor het vak HVO en Levensbeschouwing omdat ze bijdragen aan de persoonlijke en levensbeschouwelijke identiteitsvorming van leerlingen. De student heeft de randvoorwaarden beschreven waar aan voldaan moet worden om desbetreffende werkvormen tot zijn recht te laten komen. De student heeft beschreven over welke kwaliteiten de docent zou moten beschikken om de werkvormen effectief in te kunnen zetten. 10B: Dossieropdracht 7: Feesten, vieringen en herdenkingen De student heeft een overzicht gemaakt aan welke feesten, vieringen en herdenkingen de school aandacht besteedt. De student heeft, indien desbetreffende school dit had, een protocol in geval van overlijden beschreven. 10C: Identiteitsvormende en persoonsvormende activiteiten De student heeft de activiteiten en de rol van de door hem / haar geïnterviewde docent uitvoerig beschreven. De student heeft toegelicht waarom desbetreffende activiteit volgens hem / haar en volgens de geïnterviewde docent bijdraagt aan de (levensbeschouwelijke) identiteitsvorming van leerlingen. Feedback / opmerkingen:
Totaalbeeld dossier: De student heeft waar mogelijk / verrijkend gebruik gemaakt van inzichten uit de literatuur. De student verbindt ervaringen uit zijn eigen onderwijspraktijk aan theoretische inzichten uit de literatuur en vice versa. De student benadert zijn eigen onderwijspraktijk met een onderzoekende houding. De student heeft blijk gegeven van actieve participatie tijdens de bijeenkomsten. Feedback / opmerkingen:
32 11/Ma/ED4A/wb
20
Correct voorblad Het voorblad van het dossier bevat: Titel Datum Naam, adres, tel. en e-mailadres
Correcte inhoudsopgave De inhoudsopgave bevat: duidelijke opbouw hoofdstukken paginanummers Correcte inleiding De inleiding bestaat uit een beknopte uitleg over het dossier. Correcte literatuurlijst De literatuurlijst bevat: Gebruikte literatuur op alfabetische volgorde Correcte annotatie Correcte annotatie Wanneer er literatuur gebruikt wordt of de schrijver gebruik maakt van citaten wordt dit volgens de regels genoteerd. Eindbeoordeling: (Totaal aantal punten delen door 12)
Algemene feedback:
33 11/Ma/ED4A/wb
Om in aanmerking te komen om nagekeken te worden, dient aan dit criterium voldaan te zijn. Idem
Idem Idem
Idem
Afrondingseisen voor UvH-studenten De module is voor UvH-studenten 7.5 EC en voor HVO-studenten 6 EC. Naast de reguliere studieopdrachten hebben UvH-studenten de volgende aanvullende opdrachten:
1. UvH-studenten lezen extra literatuur: Teitler, P. (2009) Hfst. 6 t/m 9. In: Lessen in Orde. Handboek voor de onderwijspraktijk. Bussum: Uitgeverij Coutinho, p.108 t/m 170 2. UvH-studenten kiezen 150 bladzijden aanvullende of verdiepende literatuur op WOmasterniveau bij de onderwerpen uit de module of bij het thema van de te ontwikkelen lessenserie. De student overlegt van te voren met de docent of de literatuur, die hij wenst te lezen, mee mag tellen voor deze 150 blz. 3. Dossieropdracht 9: Inzichten uit de literatuur Maak een overzicht met interessante theoretische inzichten uit bovenstaande literatuur. Beschrijf welke inzichten je uit de teksten hebt gehaald en verbind deze inzichten zo mogelijk met je eigen onderwijspraktijk. 4. UvH-studenten maken een extra dossieropdracht. Zij kiezen hiervoor dossieropdracht 10A, 10B of 10C.
Dossieropdacht 10A: Werkvormen die bijdragen aan de persoonlijke en levensbeschouwelijke identiteitsvorming van leerlingen. Individueel of in tweetallen 8 werkvormen. Omvang minimaal 2 A4. Max. 6 A4. Onderzoek welke werkvormen bij uitstek geschikt zijn voor het vak HVO en Levensbeschouwing, omdat zij bijdragen aan de persoonlijke en levensbeschouwelijke identiteitsvorming van leerlingen? Beschrijf 4 van deze werkvormen. Neem in je beschrijving op aan welke randvoorwaarden voldaan moet worden om desbetreffende werkvorm tot zijn recht te laten komen en over welke kwaliteiten de docent zou moeten beschikken om deze werkvorm effectief in te kunnen zetten. Je kunt hiervoor gebruik maken van zelf gekozen literatuur, maar het is ook mogelijk hierover in gesprek te gaan met een ervaren docent HVO en Levensbeschouwing. 34 11/Ma/ED4A/wb
Of: Dossieropdracht 10B: Feesten, vieringen en herdenkingen Individueel. Omvang: Min. 2 A4, max. 3 A4. Maak een overzicht van de feesten, vieringen en herdenkingen die op school belangrijk worden gevonden en waar de school aandacht aan besteed. Interview een leidinggevende of een docent van de school over dit thema en verwerk dit interview in de opdracht. Vraag daarbij ook naar een protocol in geval van overlijden.
Of: Dossieropdracht 10C: Identiteitsvormende en persoonsvormende activiteiten. Individueel. Omvang: min. 2 A4, max. 4 A4. Op sommige scholen zijn docenten HVO en Levensbeschouwing ook betrokken bij activiteiten die buiten het curriculum vallen, maar die wel bijdragen aan de (levensbeschouwelijke) identiteitsvorming / persoonsvorming van leerlingen. Je kunt hierbij denken aan werkweken, kloostertochten, themaweekenden, activiteiten in het kader van de maatschappelijke stage. Interview een docent HVO / Levensbeschouwing over zijn betrokkenheid bij één of meerdere van dergelijke buitenschoolse activiteiten. Beschrijf de activiteit(en) en de rol van de door jou geïnterviewde docent uitvoerig. Licht toe waarom desbetreffende activiteit volgens jou en volgens de docent bijdraagt aan de (levensbeschouwelijke) identiteitsvorming van leerlingen.
35 11/Ma/ED4A/wb