Nationaal Park De Biesbosch
Gomoar.<* Difcuwiw Ree. nr.
EUROPARC F E D E t
_Vry*
A
E U R O P E A N CHARTER FOR S U S T A I N A B L E T O U R I S M IN PROTECTED A R E A S
- 1 OKT. 2015 M Het college van Burgemeester en Wethouders en de gemeenteraad van Drimmelen Postbus 19 4920 AA MADE
handeld lefoon
078-7702021 ma.spriensma2(a)dordrecht.nl
Ons kenm Uw kenme
498121
Betreft: 2 wijziging Gemeenschappelijke Regeling Parkschap NP De Biesbosch e
15ink07176 Geacht testuur, Hierbij zenden wij u een voorstel tot wijziging van de GR Parkschap Nationaal Park De Biesbosch. U treft een ontwerp wijzigingsbesluit aan ter vaststelling en een geconsolideerde versie van de integrale tekst van de gemeenschappelijke regeling, waarin de wijzigingen zichtbaar zijn. Op grond van artikel 46 van de tekst van de gemeenschappelijke regeling stellen wij u voor om het wijzigingsbesluit conform en zonder amendering vast te stellen. Wijziging van de gemeenschappelijke regeling is noodzakelijk om: 1. De financieringsregels van de regeling aan te passen aan de feitelijke situatie; 2. Te voldoen aan de nieuwe regels die voortvloeien uit de wijziging van de Wet gemeenschappelijke regelingen die op 1 januari j l . van kracht is gev/orden; 3. Het heffen van leges voor geleverde diensten mogelijk te maken; 4. Het verlenen van een uitsluitend recht als bedoeld in artikel 2:24 onder a van de Aanbestedingswet 2012 mogelijk te maken. 5. Te regelen dat de provincie Noord-Brabant wordt belast met de bekendmaking in de Staatscourant van dit wijzigingsbesluit en eventuele toekomstige wijzigingsbesluiten. Wij stellen u voor: 1. het wijzigingsbesluit van de GR Parkschap Nationaal Park De Biesbosch (tweede wijziging) vast te stellen; 2. een digitale versie van het ondertekende wijzigingsbesluit (PDF) toe te zenden aan
[email protected]. Het concept raadsvoorstel met bijlagen, waaronder een toelichting op de wijziging en de concept college- en raadsbesluiten zijn bijgevoegd. Hoogachtend.
I •
secretaris
oorzitt
Secretariaat Spuiboulevard 3 0 0 Postbus 8 3300 AA Dordrecht Tel. 078-770 41 38
www.np-debiesbosch.nl
ONTWERP BESLUIT
Nr.
Gemeentebestuur
Het COLLEGE van BURGEMEESTER en WETHOUDERS van de gemeente ...; gezien het voorstel d.25 september 2015 van het Dagelijks Bestuur van de gemeenschappelijke regeling Parkschap Nationaal Park De Biesbosch inzake de tweede wijziging van de gemeenschappelijke regeling; gelet op artikel 51 van de Wet gemeenschappelijke regelingen;
BESLUIT: 1.
Het wijzigingsbesluit van de gemeenschappelijke regeling Parkschap Nationaal Park De Biesbosch (tweede wijziging) vast te stellen, door middel van ondertekening van het bijgevoegde ontwerp-besluit; 2. Aan de raad voor te stellen de tweede wijziging van de gemeenschappelijke regeling Parkschap Nationaal Park De Biesbosch vast te stellen, door middel van ondertekening van het bijgevoegde ontwerp-besluit;
Aldus besloten in de vergadering van ... 2015. Het college van Burgemeester en Wethouders de secretaris de burgemeester
Pagina
1/1
Ontwerp besluit
Raadsgriffie
De RAAD van de gemeente gezien het voorstel van het college van Burgemeester en Wethouders van ... 2015, Nr. / ; gelet op artikel 51 van de Wet gemeenschappelijke regelingen;
besluit: 1. 2.
Het wijzigingsbesluit van de gemeenschappelijke regeling Parkschap Nationaal Park De Biesbosch (tweede wijziging) vast te stellen, door middel van ondertekening van het bijgevoegde ontwerp-besluit; Een pdf van het ondertekende besluit toe te zenden aan
[email protected], ten behoeve van de bekendmaking van het besluit.
Aldus besloten in de openbare vergadering van De griffier,
Pagina
1/1
2015. De voorzitter,
Aan de gemeenteraad/provinciale staten
Datum ... 2015 Ons kenmerk Begrotingsprogramma ... Betreft Wijziging van de GR Parkschap Nationaal Park De Biesbosch (tweede wijziging)
Samenvatting De gemeenschappelijke regeling Parkschap Nationaal Park De Biesbosch moet op verzoek van het dagelijks bestuur van het Parkschap worden gewijzigd. Dit voorstel strekt tot wijziging van de GR Parkschap Nationaal Park De Biesbosch, (tweede wijziging). 1. Wat is de aanleiding? Er zijn meerdere redenen waarom de regeling moet worden gewijzigd: 1. Door de beëindiging van het inhoudelijke programma van het voormalige Brabantse schap worden de financieringsregels van de regeling aangepast. 2. Sinds 1 januari j l . Is de Wet gemeenschappelijke regelingen gewijzigd. Deze wijziging heeft consequenties voor de regeling. De belangrijkste wijziging betreft de samenstelling van het dagelijks bestuur. a. Op grond van artikel 52 jo. artikel 14, derde lid van de wet, mogen de leden van het dagelijks bestuur nooit de meerderheid van het algemeen bestuur uitmaken, zowel in aantal als in de stemverhouding. In de huidige situatie is sprake van een personele unie tussen het algemeen bestuur en het dagelijks bestuur. Dat staat de wet niet langer toe. b. Verder zijn een aantal termijnen betreffende de begroting en de jaarrekening gewijzigd. Beide zaken leiden tot wijzigingen in de GR Parkschap Nationaal Park De Biesbosch. 3. Uit de vergunning- en ontheffingplichten die in de Biesboschverordening zijn opgenomen volgt dat het Parkschap leges in rekening zou moeten kunnen brengen voor door haar te leveren diensten aan bezoekers van het nationaal park en ondernemingen die economische activiteiten ondernemen in het nationaal park, voor zover die economische activiteiten vallen onder de door het Parkschap te behartigen belangen. 4. Het kan gewenst zijn dat het algemeen bestuur van het Parkschap een uitsluitend recht verleent aan een onderneming die diensten verleent aan het Parkschap. Dat zou bijvoorbeeld om redenen van sociaal-maatschappelijke betrokkenheid het geval kunnen zijn bij het inzetten van kwetsbare groepen in de samenleving bij werkzaamheden voor het Parkschap. 5. Verder zijn ook de regels omtrent de bekendmaking van (wijzigingen van) gemeenschappelijke regelingen gewijzigd sinds 1 januari jl. Voorheen moest elke deelnemer op de bij hem gebruikelijke wijze het wijzigingsbesluit bekend maken. Sinds 1 januari gebeurt de bekendmaking langs elektronische weg in de Staatscourant door het bestuur van de gemeente/provincie waar de regeling is gevestigd. In dit geval is dat het bestuur van de provincie Noord-Brabant. De andere deelnemers hoeven hun wijzigingsbesluiten dan niet meer bekend te maken. 6. Tot slot is sinds de wetswijziging van 1 januari 2015 ook de verdeling van bevoegdheden tussen het Algemeen Bestuur en het dagelijks Bestuur gewijzigd. Dit wijzigingsbesluit brengt de regeling daarmee in overeenstemming. 2. Wat willen we bereiken? Pagina
1/2
Datum Ons kenmerk
Met de wijzigingen wordt bereikt dat de financiële regels van het Parkschap weer aansluiten op de feitelijke situatie, dat het Parkschap in staat wordt gesteld om leges te heffen en dat de regeling weer actueel is. Wij merken hierbij op dat rondom de governance van Nationale Parken in Nederland in het algemeen en bij de Biesbosch zeker ook discussie wordt gevoerd over veranderende rollen van overheden en maatschappelijke en private partners. Dit kan ons inziens leiden tot wijziging in de wijze waarop invulling wordt gegeven aan de samenwerking binnen gemeenschappelijke regelingen (GR). Voor 1-1-2018 zullen op dit punt nadere voorstellen volgen. 3. Wat gaan we daarvoor doen? De regeling wordt gewijzigd. a. Inspraak en communicatie N.v.t. b. Vervolgtraject besluitvorming Het wijzigingsbesluit moet ongewijzigd door de colleges en raden van de gemeenten en Gedeputeerde Staten en Provinciale Staten van de provincies worden vastgesteld omdat anders het besluit niet in werking kan treden. Vervolgens wordt het wijzigingsbesluit door de provincie Noord-Brabant bekendgemaakt in de Staatscourant. De dag na de bekendmaking wordt de wijziging van kracht. c. Inclusiefbeleid n.v.t. 4. Wat mag het kosten? N.v.t. 5. Fatale beslisdatum 31-12-2015 6. Bij dit voorstel horen de volgende bijlagen: • concept wijzigingsbesluit (tweede wijziging) • geconsolideerde tekst van de gemeenschappelijke regeling waarin de wijzigingen zichtbaar zijn • Geconsolideerde tekst van de gemeenschappelijke regeling (schone versie) • Toelichting op het wijzigingsbesluit 7. Voorstel Wij stellen u voor het wijzigingsbesluit ongewijzigd vast te stellen. Het college van Burgemeester en Wethouders van ... de secretaris
de burgemeester
of Gedeputeerde Staten van ... de secretaris Pagina
2/2
de Commissaris van de Koning
G e m e e n s c h a p p e l i j k e regeling P a r k s c h a p Nationaal Park De Biesbosch
Memorie van Toelichting bij de tweede wijziging Inleiding
De tweede wijziging van de gemeenschappelijke regeling Parkschap Nationaal Park De Biesbosch heeft meerdere oorzaken. Ten eerste is met ingang van 1 januari 2015 de Wet gemeenschappelijke regelingen gewijzigd. Die wijziging heeft gevolgen voor het Parkschap, zowel waar het gaat om de P&C-cyclus als waar het gaat om de samenstelling van de Dagelijks Bestuur. Ten tweede is het programma van het voormalige Natuur- en Recreatieschap Nationaal Park de Biesbosch, dat naast het programma van het voormalige Natuur- en Recreatieschap De Hollandse Biesbosch de afgelopen jaren de bron is geweest voor het gevoerde natuur- en recreatiebeleid, afgerond. Daarop worden de financieringsregels aangepast. Verder heeft het algemeen bestuur het voornemen om leges te gaan heffen voor een aantal diensten die door het Parkschap worden geleverd, zoals het verlenen van vergunningen en ontheffingen. Ook wenst het algemeen bestuur de mogelijkheid te hebben om een uitsluitend recht te verlenen aan dienstverleners, in voorkomende gevallen. Dat vergt op dat moment een apart besluit van het algemeen bestuur maar de juridische grondslag voor die bevoegdheid moet in de tekst van de gemeenschappelijke regeling worden opgenomen. Tot slot wordt een aantal redactionele verbeteringen doorgevoerd. Artikelgewijze toelichting Artikel I
A.
in de huidige tekstversie begint een aantal artikelkopjes met een hoofdletter, een aantal met een kleine letter en in enkele gevallen hebben de artikelen geen kopje. Dat wordt met deze wijzigingen rechtgetrokken.
B.
definitie.
C.
redactioneel
D.
dit betreft een verduidelijking van het gebied waarin het Parkschap de hier genoemde belangen dient te beschermen.
E.
1. 2. 3.
Het is juridisch zuiverder om aan te geven dat de bevoegdheden en taken worden opgedragen aan het bestuur van de regeling en niet aan de regeling als rechtspersoon. idem het Parkschap behartigt de natuurbelangen van de Biesbosch en de recreatieve belangen in de Biesbosch. De toevoeging van die begrippen in artikel 4 maakt dat nog meer duidelijk.
4. 5.
zakelijke - en persoonlijke rechten worden niet verworven maar gevestigd. Redactionele verbetering. Bij de omschrijving van de bevoegdheden van het bestuur van het Parkschap wordt nu de bevoegdheid opgenomen om een uitsluitend recht te verlenen aan dienstverleners van het Parkschap. Deze bevoegdheid is nodig om, waar en wanneer dat wordt gewenst, aan een dienst verlenende organisatie een uitsluitend recht te verlenen voor het uitvoeren van die dienst, zonder dat eerst een aanbesteding hoeft plaats te vinden. Daar kan om verschillende redenen behoefte aan zijn: •
Het kan zijn dat de dienstverlener specialistische kennis heeft die nodig is voor de te verlenen dienst;
•
Het kan zijn dat de dienstverlener al specifieke ervaring heeft met het uitvoeren van de betreffende dienst voor het Parkschap, waardoor besparingen of een betere kwaliteit gerealiseerd kunnen worden;
•
Het kan zijn dat de aard van de dienstverlener (bijvoorbeeld een sociale werkvoorziening) er om vraagt dat deze via een uitsluitend recht direct een opdracht kan worden verstrekt en mogelijk zijn er nog andere redenen denkbaar. Van deze bevoegdheid kan niet lichtzinnig gebruik worden gemaakt. Het uitsluitend recht moet worden vastgelegd in een besluit van het algemeen bestuur en deugdelijk worden gemotiveerd. Het is niet wenselijk om deze bevoegdheid in de regeling zelf in te perken omdat op de behoefte aan het vestigen van een uitsluitend recht op enig moment kan ontstaan. Als dat gebeurt heeft het algemeen bestuur nu de slagkracht om dat uitsluitend recht te vestigen. Als de bevoegdheid in de regeling zelf wordt ingeperkt dan doet dat enerzijds afbreuk aan de slagkracht van het algemeen bestuur en anderzijds ontstaat dan het gevaar dat het uitsluitend recht in de regeling zelf wordt geconcretiseerd. Dat is onwenselijk en ook niet juist, omdat in dat geval het uitsluitend recht wordt gevestigd door de bestuursorganen van de deelnemende gemeenten en niet door het algemeen bestuur. F.
Het zesde lid van artikel 8 is redactioneel in overeenstemming gebracht met de wettekst.
G.
Bij de wijziging van de Wet gemeenschappelijke regelingen, die op 1 januari 2015 van kracht is geworden, zijn in artikel 33b een aantal bevoegdheden bij wet rechtstreeks aan het dagelijks bestuur toegekend. Daaronder de bevoegdheid om privaatrechtelijke rechtshandelingen te verrichten en de bevoegdheid tot, kort gezegd, het voeren van juridische procedures. Een aantal van die bevoegdheden was in artikel 13 van de regeling toebedeeld aan het algemeen bestuur. In artikel 11 was geregeld dat een aantal van die bevoegdheden niet kon worden uitgeoefend in een besloten vergadering. Nu dit geen bevoegdheden van het AB meer zijn, kunnen deze onderdelen vervallen.
H.
Zie G. Met deze wijziging wordt de bevoegdheidsverdeling in overeenstemming gebracht met de wet.
I.
Bij dezelfde wetswijziging is onder meer de regel ingevoerd dat het dagelijks bestuur uit niet meer dan de helft van het aantal leden van het algemeen bestuur mag bestaan. Aangezien er zes deelnemers zijn, die elk een lid aan het algemeen bestuur leveren, kan het dagelijks bestuur uit niet meer dan 3 leden bestaan. Aan het algemeen bestuur zelf wordt overgelaten welke leden van het AB in het DB worden benoemd.
J.
1. Redactionele verbetering
2. De bevoegdheid tot het stellen van nadere regels wordt, wellicht ten overvloede, beperkt tot die onderwerpen die dienen ter bescherming van de door het Parkschap te behartigen belangen. 3. zie G. K. Het algemeen bestuur van het Parkschap heeft met ingang van 1 januari 2014 een Biesboschverordening ingesteld. In deze verordening wordt een aantal zaken geregeld die zowel de natuur- als de recreatiewaarden betreffen. Voor een aantal activiteiten wordt een vergunning of een ontheffing verplicht gesteld. Het in behandeling nemen van aanvragen daartoe vergt beleidscapaciteit van de organisatie en daar zijn kosten mee gemoeid. Het opnemen van dit artikel betekent dat het algemeen bestuur van het Parkschap een legesverordening kan vaststellen, op grond waarvan die kosten in rekening gebracht kunnen worden bij de aanvrager. L.
Dit toegevoegde artikel is een letterlijke weergave van artikel 34b van de Wet gemeenschappelijke regelingen. Het opnemen daarvan in de regeling heeft een procedurele functie.
M.
De wijzigingen onder dit punt hebben alle te maken met wetswijzigingen ten aanzien van de P&C-cyclus. De wetgever beoogt hiermee een betere aansluiting te krijgen op de P&C-cyclus van de aan de regeling deelnemende gemeenten en provincies.
N.
Het programma van het voormalige Natuur- en Recreatieschap Nationaal Park de Biesbosch is afgerond. De verdeelsleutel voor de financiering van de regeling wordt hier op aangepast. De wijze waarop dat gebeurt, is geregeld in artikel 44. Dit betreft een verwijzing naar die verdeelsleutel voor de omslag van een eventueel begrotingstekort.
O. ZieM. P. ZieB. Q. Redactionele verbetering R.
1. 2.
Betreft een verwijzing. De drie nieuwe leden geven de aangepaste verdeelsleutel aan. Deze wordt doorgevoerd omdat het programma van vóór 2011 van het voormalige Natuur- en Recreatieschap Nationaal Park de Biesbosch is afgerond.
S.
Redactioneel
T.
Redactioneel
U.
In het eerste lid stond ten onrechte dat de Gemeenschappelijke regeling Natuur- en recreatieschap De Hollandse Biesbosch wordt ingetrokken. Deze regeling is niet ingetrokken maar gewijzigd in de huidige regeling Parkschap Nationaal Park De Biesbosch.
V.
Dit artikel regelt dat het Parkschap de rechten en de verplichtingen van het voormalig Natuuren recreatieschap Nationaal Park De Biesbosch overneemt.
W. De wet gemeenschappelijke regelingen bepaalt dat bij regelingen tussen gemeenten en provincies, het provinciebestuur dat daartoe bij de regeling is aangewezen onderscheidenlijk het bestuur van de provincie van de plaats van vestiging de regeling tijdig in alle deelnemende provincies en gemeenten bekendmaakt door kennisgeving van de inhoud daarvan in de Staatscourant. In dit artikel wordt bepaald dat het bestuur van de provincie van de plaats van vestiging in dit geval het daarvoor verantwoordelijke bestuur is. Artikel II
Dit artikel regelt de datum van inwerkingtreding van de wijziging. Artikel III
Betreft de citeertitel van het wijzigingsbesluit.
G e m e e n s c h a p p e l i j k e regeling P a r k s c h a p Nationaal Park De Biesbosch Provinciale Staten en Gedeputeerde Staten van de provincie Noord-Brabant, Provinciale Staten en Gedeputeerde Staten van de provincie Zuid-Holland, de g e m e e n t e r a a d en het college van b u r g e m e e s t e r en w e t h o u d e r s van de gemeente Dordrecht, de g e m e e n t e r a a d en het college van b u r g e m e e s t e r en w e t h o u d e r s van de gemeente Drimmelen, de g e m e e n t e r a a d en het college van b u r g e m e e s t e r en w e t h o u d e r s van de gemeente Sliedrecht, de g e m e e n t e r a a d en het college van b u r g e m e e s t e r en w e t h o u d e r s van de gemeente W e r k e n d a m , Gelet op artikel 5 1 , eerste lid van de Wet gemeenschappelijke regelingen; Overwegende: • dat op 1 januari 2011 de Gemeenschappelijke regeling Parkschap Nationaal Park De Biesbosch in werking is getreden; • dat er aanleiding is de regeling te wijzigen; besluiten, ieder voor zover het hun bevoegdheden betreft, v a s t te stellen het navolgende: wijzigingsbesluit g e m e e n s c h a p p e l i j k e regeling P a r k s c h a p Nationaal Park De Biesbosch ( t w e e d e wijziging): Artikel I A. Alle kopjes van de artikelen beginnen met een hoofdletter. B. Artikel 1, eerste lid onderdeel a komt te luiden: "a. deelnemer: de colleges en raden van de gemeenten Dordrecht, Drimmelen, Sliedrecht en Werkendam en Gedeputeerde Staten en Provinciale Staten van de provincies Noord-Brabant en ZuidHolland"; C. Aan artikel 1, eerste lid wordt een onderdeel j toegevoegd, luidende: " j . Minister: minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties." D. In artikel 3 wordt na "recreatie" toegevoegd ™, in het rechtsgebied". E. Artikel 4 wordt als volgt gewijzigd: 1. In het eerste lid wordt "het openbaar lichaam" gewijzigd in "het bestuur van het openbaar lichaam"; 2. In het tweede lid wordt "Het openbaar lichaam" gewijzigd in "Het bestuur van het openbaar lichaam"; 3. In het tweede lid onder c wordt na "op het gebied v a n " toegevoegd "natuur, recreatie,". 4. In het tweede lid onder f wordt na "of" toegevoegd "het vestigen". 5. In het tweede lid wordt na sub I een nieuwe sub m toegevoegd, luidende: " m . het vestigen van een uitsluitend recht als bedoeld in artikel 2:24 onder a van de Aanbestedingswet 2012." F.
Artikel 8, zesde lid komt te luiden: " 6. Het algemeen bestuur gaat, overeenkomstig artikel 25, tweede lid, van de wet, niet over tot de instelling van de in het vijfde lid bedoelde commissies, dan nadat Provinciale Staten van de deelnemende provincies en de raden van de deelnemende
W i j z i g i n g s b e s l u i t 2" w i j z i g i n g GR P a r k s c h a p NP De B i e s b o s c h - V e r s i e j u r i d i s c h e t o e t s
gemeenten in de gelegenheid zijn gesteld hun wensen en bedenkingen ter kennis van het algemeen bestuur te brengen." G.
In artikel 1 1 , vijfde lid vervallen de onderdelen f tot en met i.
H.
In artikel 13 vervallen de onderdelen a tot en met f en onderdeel I, onder vernummering van de onderdelen g tot en met k en onderdeel m tot a tot en met f.
I.
Artikel 15, eerste lid komt te luiden: " 1 . Het dagelijks bestuur bestaat uit drie leden."
J.
Artikel 20, eerste lid wordt als volgt gewijzigd: 1. In lid 1, onder a wordt "voordurend" gewijzigd in "voortdurend"; 2. Onderdeel I komt te luiden: " I . het stellen van nadere regels voor zover deze dienen ter behartiging van de in artikel 3 genoemde belangen en taken." 3. Na onderdeel I worden onderdelen m tot en met s toegevoegd, luidende: " m . het kopen, ruilen, vervreemden, bezwaren, verpanden, verhuren, verpachten of in erfpacht aannemen of uitgeven van roerende of onroerende zaken of rechten; n. het aangaan van geldleningen, het uitlenen van gelden of het aangaan van rekening-courantovereenkomsten; o. het aanbesteden van werken of leveranties; p. het treffen van dadingen of het opdragen van een bestaand geschil aan de beslissing van scheidsmannen; q. het voeren van rechtsgedingen, hetzij in eerste aanleg, hetzij in hoger beroep of cassatie of het instellen van administratieve beroepen; r. het berusten in een tegen het lichaam ingestelde rechtsvordering; s. het aanvaarden van aan het lichaam gemaakte erfstellingen, legaten of gedane schenkingen."
K.
Onder vernummering van de artikelen 34 tot en met 51 tot 35 tot en met 52, wordt een nieuw artikel 34 toegevoegd, luidende: "Artikel 34 Leges Het algemeen bestuur kan een verordening vaststellen met betrekking tot de heffing van leges voor het op aanvraag leveren van diensten."
L. Onder vernummering van het nieuwe artikel 38 tot en met 52 tot 39 tot en met 53 wordt een nieuw artikel 38 toegevoegd, luidende: "Artikel 38 Algemene kaders en voorlopige jaarrekening Het dagelijks bestuur zendt vóór 15 april van het jaar voorafgaande aan dat waarvoor de begroting dient, de algemene financiële en beleidsmatige kaders en de voorlopige jaarrekening aan de raden van de deelnemende gemeenten en aan provinciale staten van de deelnemende provincies." M. Artikel 39 (nieuw) wordt als volgt gewijzigd: 1. In het eerste lid wordt "zes" gewijzigd in "acht"; 2. In het zevende lid wordt " 1 " gewijzigd in " 1 5 " ; 3. In het achtste lid wordt "15 j u l i " gewijzigd in " 1 augustus" en vervalt "van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties". 4. Aan het negende lid wordt een zin toegevoegd, luidende: " Daarbij wordt inzicht gegeven in de ingediende zienswijzen en de reactie daarop."
N.
Artikel 40 (nieuw) komt te luiden: " 1 . De begroting wordt onderverdeeld in twee onderdelen, te weten een algemeen deel en een deel dat betrekking heeft op het programma van Natuur- en recreatieschap De Hollandse Biesbosch dat is opgesteld voor 1 januari 2 0 1 1 . 2. In de ontwerp-begroting wordt als uitgavenplafond aangehouden het voor dat jaar in het laatst vastgestelde vijfjarenplan opgenomen bedrag aan uitgaven. 3. Het uitgavenplafond, bedoeld in het tweede lid, mag door de wijziging van de begroting niet worden overschreden.
Wijzigingsbesluit 2 wijziging GR Parkschap NP De Biesbosch - Versie juridische toets e
4.
5.
6.
7.
O.
Indien een overschrijding, als bedoeld in het derde lid, van de vastgestelde begroting in een geval van dringende spoed onontkoombaar is, is voor de vaststelling van de desbetreffende begrotingswijziging een tweederde meerderheid van het totaal aantal uit te brengen stemmen in het algemeen bestuur vereist. Een begrotingstekort in het algemene deel van de begroting wordt over de deelnemers omgeslagen volgens de procentuele verdeling van baten en lasten als bedoeld in artikel 44, eerste lid. Een begrotingstekort van het deel van de begroting dat betrekking heeft op het programma van Natuur- en recreatieschap De Hollandse Biesbosch, dat is opgesteld voor 1 januari 2 0 1 1 , wordt over de deelnemers omgeslagen volgens de procentuele verdeling van baten en lasten als bedoeld in artikel 44, derde lid. De bedragen volgend uit het gestelde in het vijfde en zesde lid worden bij wijze van voorschot voldaan in vier gelijke termijnen, vervallende respectievelijk 1 maart, 1 j u n i , 1 september en 1 december van het desbetreffende begrotingsjaar."
Artikel 41 (nieuw) komt te luiden: " 1 . Het algemeen bestuur stelt de jaarrekening vast uiterlijk op 1 juli volgend op het jaar waarop deze betrekking heeft. 2. Het dagelijks bestuur voegt daarbij het verslag van een onderzoek naar de deugdelijkheid van de rekening, ingesteld door een niet in dienst van het openbaar lichaam of van een van de deelnemers staande, door het algemeen bestuur aan te wijzen deskundige. 3. Het dagelijks bestuur zendt de jaarrekening binnen twee weken na de vaststelling, doch in ieder geval voor 15 juli volgende op het jaar waarop deze betrekking heeft, aan de Minister. 4. Vaststelling van de jaarrekening strekt het dagelijks bestuur tot décharge, behoudens later in rechte gebleken valsheid in geschrifte of andere onregelmatigheden."
P. In artikel 42 (nieuw), eerste lid wordt "minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties" gewijzigd in "Minister". Q. Artikel 43 (nieuw), tweede lid komt te luiden: "Indien het algemeen bestuur van het openbaar lichaam blijkt dat een deelnemer weigert de noodzakelijke middelen om te kunnen voldoen aan de in het eerste lid bedoelde verplichting in de begroting op te nemen, doet het algemeen bestuur onverwijld aan Gedeputeerde Staten het verzoek over te gaan tot toepassing van art. 194 en 195 Gemeentewet respectievelijk een verzoek aan de Minister tot toepassing van art. 198 en 199 Provinciewet." R. Artikel 44 (nieuw) wordt als volgt gewijzigd: 1. In het eerste lid vervalt "als bedoeld in artikel 38"; 2. onder vernummering van het tweede tot en met het vijfde lid tot het vijfde tot en met het achtste lid worden drie nieuwe leden toegevoegd, luidende: 2. "Het gestelde in het eerste lid geldt niet voor het programma van Natuur- en recreatieschap De Hollandse Biesbosch, opgesteld voor 1 januari 2 0 1 1 . 3. Het programma als bedoeld in het tweede lid wordt als afzonderlijk programma gefinancierd door degenen die voor 1 januari 2011 deelnamen aan dit programma, waarbij het nadelige saldo van de rekening van baten en lasten als volgt over de deelnemers wordt verdeeld: - ten laste van de provincie Zuid Holland 25% - van het restant ten laste van de Gemeente Dordrecht 87,5% - en van het restant ten laste van de Gemeente Sliedrecht 12,5% 4. Wijzigingen in het programma, bedoeld in het tweede lid, kunnen alleen plaatsvinden met instemming van degenen die voor 1 januari 2011 deelnamen aan dat programma." 3. In het zesde lid wordt "tweede" gewijzigd in "vijfde" 4. In het zevende lid wordt "tweede" gewijzigd in "vijfde".
Wijzigingsbesluit 2 wijziging GR Parkschap NP De Biesbosch - Versie juridische toets e
S. Artikel 45 (nieuw) krijgt het kopje "Archief". T. In artikel 48, vierde lid, wordt "tweede" gewijzigd in "derde". U. Artikel 49 (nieuw) krijgt het kopje "Benoeming". V. In artikel 50 (nieuw) vervalt het eerste lid. W. Artikel 51 (nieuw) komt te luiden: "Het openbaar lichaam van deze regeling treedt in de rechten en plichten van de regeling, genoemd in artikel 50 voor wat betreft de daarin omschreven taken en bevoegdheden." X.
Na artikel 52 (nieuw) en onder vernummering van artikel 53 (nieuw) tot artikel 54, wordt een nieuw artikel 53 toegevoegd, luidende: "Artikel 53 Bekendmaking Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant zijn verantwoordelijk voor de bekendmaking van wijzigingen van deze regeling."
Artikel I I Dit besluit treedt in werking op de dag na de bekendmaking ervan in de Staatscourant. Artikel I I I Dit besluit kan worden aangehaald als wijzigingsbesluit gemeenschappelijke regeling Parkschap Nationaal Park De Biesbosch, tweede wijziging. Aldus besloten in de vergaderingen van: 's-Hertogenbosch, Provinciale Staten van Noord-Brabant
's-Hertogenbosch, Gedeputeerde Staten van NoordBrabant,
de voorzitter,
de voorzitter,
de griffier,
secretaris,
Den-Haag,
Den-Haag,
Provinciale Staten van Zuid-Holland
Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland
de voorzitter,
de voorzitter,
de griffier,
secretaris,
Dordrecht, de raad van de gemeente Dordrecht,
Dordrecht, het college van Burgemeester en Wethouders van Dordrecht,
de voorzitter,
de voorzitter,
de griffier,
de secretaris,
Wijzigingsbesluit 2 wijziging GR Parkschap NP De Biesbosch - Versie juridische toets e
Drimmelen, de raad van de gemeente Drimmelen,
Drimmelen, het college van Burgemeester en Wethouders van Drimmelen, de voorzitter,
de voorzitter, de secretaris, de griffier,
Sliedrecht, de raad van de gemeente Sliedrecht,
Sliedrecht, het college van Burgemeester en Wethouders van Sliedrecht, de voorzitter,
de voorzitter, de secretaris, de griffier,
Werkendam, de raad van de gemeente Werkendam,
Werkendam, het college van Burgemeester en Wethouders van Werkendam, de voorzitter,
de voorzitter, de secretaris, de griffier,
Wijzigingsbesluit 2 wijziging GR Parkschap NP De Biesbosch - Versie juridische toets e
G e m e e n s c h a p p e l i j k e regeling P a r k s c h a p Nationaal Park De Biesbosch Provinciale Staten en Gedeputeerde Staten van de provincie Noord-Brabant, Provinciale Staten en Gedeputeerde Staten van de provincie Zuid-Holland, de g e m e e n t e r a a d en het college van b u r g e m e e s t e r en w e t h o u d e r s van de gemeente Dordrecht, de g e m e e n t e r a a d en het college van burgemeester en w e t h o u d e r s van de gemeente Drimmelen, de g e m e e n t e r a a d en het college van b u r g e m e e s t e r en w e t h o u d e r s van de gemeente Sliedrecht, de g e m e e n t e r a a d en het college van b u r g e m e e s t e r en w e t h o u d e r s van de gemeente W e r k e n d a m , Gelet op artikel 5 1 , eerste lid van de Wet gemeenschappelijke regelingen; Overwegende dat op 6 november 2006 de Gemeenschappelijke regeling Natuur- en recreatieschap De Hollandse Biesbosch is vastgesteld. Overwegende dat op 9 november 2007 de Gemeenschappelijke regeling Natuur- en recreatieschap Nationaal Park De Biesbosch is vastgesteld. Overwegende dat het van groot belang is deze gemeenschappelijke regelingen in stand te houden ten behoeve van de bovenregionale bescherming en ontwikkeling van de natuur, de bewaring en ontwikkeling van het landschap en de zorg voor en de ontwikkeling van de recreatie; Overwegende dat er uit efficiencyoverwegingen voor gekozen is om het openbaar lichaam Natuur- en recreatieschap Nationaal Park De Biesbosch op te heffen en de uittredende leden van dit openbaar lichaam te laten toetreden tot het openbaar lichaam van het Natuur- en recreatieschap De Hollandsche Biesbosch; Overwegende dat het openbaar lichaam van het Natuur- en recreatieschap De Hollandsche Biesbosch in verband met deze uitbreiding haar naam wenst te wijzigen in Parkschap Nationaal Park De Biesbosch; Overwegende dat het om deze redenen tevens gewenst is de Gemeenschappelijke regeling Natuur- en recreatieschap Nationaal Park De Biesbosch in te trekken, alsmede de tekst van de Gemeenschappelijke regeling Natuur- en recreatieschap De Hollandse Biesbosch te wijzigen; Overwegende dat ter voorkoming van misverstanden, die een groot aantal tekstwijzigingen met zich mee kan brengen, er voor gekozen is een geheel nieuwe tekst van de regeling vast te stellen, waarin alle wijzigingen integraal zijn verwerkt. besluiten, ieder voorzover het hun bevoegdheden betreft, v a s t te stellen de volgende regeling :
Versie 3.2
HOOFDSTUK I Algemene bepalingen Artikel 1 Begripsbepalingen 1. In deze regeling wordt verstaan onder: a. deelnemer: de colleges en raden van de gemeenten Dordrecht, Drimmelen, Sliedrecht en Werkendam en Gedeputeerde Staten en Provinciale Staten van de provincies Noord-Brabant en Zuid-Holland; b. Gedeputeerde Staten: Gedeputeerde Staten van de provincie Noord-Brabant en Gedeputeerde Staten van de provincie Zuid Holland; c. gemeenteraden: raden van de gemeenten Dordrecht, Drimmelen, Sliedrecht en Werkendam; d. invloedsgebied: gebied zoals aangegeven op de bij deze regeling behorende en als zodanig gewaarmerkte tekening A; e. openbaar lichaam: het Parkschap Nationaal Park De Biesbosch; f. Provinciale Staten: Provinciale Staten van de provincie Noord-Brabant en Provinciale Staten van de provincie Zuid Holland; g. rechtsgebied: gebied zoals aangegeven op de bij deze regeling behorende en als zodanig gewaarmerkte tekening B; h. werkgebied: rechtsgebied en het invloedsgebied tezamen; i. wet: Wet gemeenschappelijke regelingen. j . Minister: minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties 2. Waar in deze regeling artikelen van de Provinciewet of van de Gemeentewet of van enige andere wet of wettelijke regeling van overeenkomstige toepassing worden verklaard, dient voor provincie, provinciale staten of gedeputeerde staten, respectievelijk gemeente, gemeenteraad of college van burgemeester en wethouders, gelezen te worden openbaar lichaam, algemeen bestuur of dagelijks bestuur. Artikel 2 Instelling 1. Er is een openbaar lichaam, genaamd: Parkschap Nationaal Park De Biesbosch. 2. Het openbaar lichaam is rechtspersoon op grond van de artikelen 52, eerste lid, juncto 8, eerste lid, van de wet en is gevestigd in 's-Hertogenbosch ten kantore van de provincie Noord-Brabant. 3. Het rechtsgebied van het openbaar lichaam is aangegeven op de bij deze regeling behorende en als zodanig gewaarmerkte tekening B. Hoofdstuk I I Belangen, taken en bevoegdheden Artikel 3 Belangen en taken Gemeenschappelijke belangen en taken a. het beschermen en ontwikkelen van b. het bewaren en ontwikkelen van het c. de zorg voor en ontwikkeling van de in het rechtsgebied.
van het openbaar lichaam zijn: natuurwaarden; landschappelijk karakter; recreatie,
Artikel 4 Bevoegdheden 1. Ter uitvoering van de in artikel 3 omschreven belangen en taken heeft het bestuur van het openbaar lichaam alle bevoegdheden van regeling en bestuur binnen de grenzen van artikel 54 van de wet en binnen de grenzen van het rechtsgebied. 2. Het bestuur van het openbaar lichaam heeft in ieder geval de bevoegdheid tot: a. het opmaken en vaststellen van beleids- en inrichtingsplannen; b. het op basis van beleids- en inrichtingsplannen ontwerpen en ter aanvaarding aan partijen aanbieden van werk- en investeringsplannen met bijbehorende kostenbeg rotingen; c. het voeren van overleg met betrekking tot maatregelen op het gebied van natuur, recreatie, het milieu, openbare orde, veiligheid, zedelijkheid, gezondheid en rust;
Versie 3.2
2
d. het adviseren over en meewerken aan de uitvoering van bestemmingsplannen van de deelnemende gemeenten en andere regelingen aangaande de ruimtelijke ordening waarbij het rechtsgebied is betrokken; e. het verlenen van medewerking, waaronder subsidiering, bij de uitvoering van werken aangaande natuurbescherming, landschapsbewaring en zorg voor recreatie; f. het verwerven van de eigendom van, of het vestigen van andere zakelijke of persoonlijke rechten op daarvoor in aanmerking komende, van belang zijnde gronden, wateren en opstallen, voor zover dit voor de verwezenlijking van zijn doelstelling noodzakelijk moet worden geacht; g. het onderhouden en exploiteren van tot stand gebrachte of overgenomen werken en inrichtingen, verworven eigendommen en goederen; h. het verkrijgen van financiële middelen uit overheidsbijdragen of anderszins; i. het aangaan van geldleningen; j . het vaststellen van al dan niet door strafbepaling of bestuursdwang te handhaven verordeningen binnen het rechtsgebied; k. zorg te dragen v o o r d e bestuurlijke handhaving, bedoeld onder j ; I. het vaststellen van verordeningen tot het heffen van belastingen, als bedoeld in artikelen 222c en 223 van de Provinciewet binnen het rechtsgebied; m. het vestigen van een uitsluitend recht als bedoeld in artikel 2:24 onder a van de Aanbestedingswet 2012. Artikel 5 Afbakening De in artikel 4, tweede lid bedoelde plannen vormen voor de deelnemers het uitgangspunt bij de vaststelling van ruimtelijke plannen en regels. Artikel 6 Organen Het openbaar lichaam kent de volgende organen: a. het algemeen bestuur; b. het dagelijks bestuur; c. de voorzitter. HOOFDSTUK I I I
Algemeen bestuur
Artikel 7 S a m e n s t e l l i n g 1. Het algemeen bestuur bestaat uit: a. één lid te benoemen door Provinciale Staten van Noord-Brabant uit hun midden, de voorzitter en gedeputeerden inbegrepen; b. één lid te benoemen door Provinciale Staten van Zuid-Holland uit hun midden, de voorzitter en gedeputeerden inbegrepen; c. één lid te benoemen door de raad van de gemeente Dordrecht uit hun midden, de voorzitter en wethouders inbegrepen; d. één lid te benoemen door de raad van de gemeente Drimmelen uit hun midden, de voorzitter en wethouders inbegrepen; e. één lid te benoemen door de raad van de gemeente Werkendam uit hun midden, de voorzitter en wethouders inbegrepen; f. één lid te benoemen door de raad van de gemeente Sliedrecht uit hun midden, de voorzitter en wethouders inbegrepen. 2. Elk lid van het algemeen bestuur brengt één stem uit. Artikel 8 P l a a t s v e r v a n g e n d e leden, a d v i s e u r s en c o m m i s s i e s 1. De in artikel 7, lid a tot en met f, genoemde bestuursorganen kunnen plaatsvervangende leden aanwijzen, die de door hen benoemde leden bij ontstentenis of verhindering vervangen. 2. De leden en plaatsvervangende leden mogen niet in dienst van het openbaar lichaam werkzaam zijn. 3. Het algemeen bestuur kan adviseurs benoemen en ontslaan.
Versie 3.2
3
4.
De besluiten tot benoeming of ontslag van leden, plaatsvervangende leden en adviseurs van het algemeen bestuur worden in afschrift aan de deelnemers van deze regeling toegezonden. 5. Het algemeen bestuur kan commissies instellen conform het bepaalde in de artikelen 52, eerste lid, onderdeel g, juncto artikel 24 en 25 van de wet, en regelt daarbij de bevoegdheden, werkwijze en samenstelling. 6. Het algemeen bestuur gaat, overeenkomstig artikel 25, tweede lid, van de wet, niet over tot de instelling van de in het vijfde lid bedoelde commissies, dan nadat Provinciale Staten van de deelnemende provincies en de raden van de deelnemende gemeenten in de gelegenheid zijn gesteld hun wensen en bedenkingen ter kennis van het algemeen bestuur te brengen.
Artikel 9 Aanwijzing en ontslag 1. De in artikel 7 bedoelde leden worden aangewezen voor de zittingsperiode van Provinciale Staten respectievelijk van de gemeenteraad. 2. Provinciale Staten, respectievelijk de gemeenteraden van de deelnemende gemeenten beslissen zo mogelijk in de eerste vergadering van elke zittingsperiode over de aanwijzing van de leden van het algemeen bestuur. 3. De in artikel 7 bedoelde leden behouden het lidmaatschap totdat in hun opvolging is voorzien. 4. Een lid kan te allen tijde door Provinciale Staten, respectievelijk de raad die hem heeft aangewezen worden ontslagen, dan wel zelf ontslag nemen. 5. Van het ontslag, bedoeld in het vierde lid, geven Provinciale Staten, respectievelijk geeft de raad of het desbetreffende lid onmiddellijk kennis aan de voorzitter. 6. Provinciale Staten, respectievelijk de gemeenteraden wijzen in hun eerstvolgende vergadering, nadat de plaats door ontslag of anderszins is opengevallen, een nieuw lid aan. 7. Het nieuwe lid, bedoeld in het zesde lid, treedt af op het tijdstip waarop degene in wiens plaats hij is aangewezen, zou hebben moeten aftreden. Artikel 10 Vergaderfrequentie Het algemeen bestuur vergadert tenminste tweemaal per jaar en voorts zo dikwijls de voorzitter of het dagelijks bestuur dit nodig oordeelt, of indien ten minste drie leden dit de voorzitter schriftelijk en met redenen omkleed verzoeken. Artikel 11 Vergaderorde 1. De vergaderingen van het algemeen bestuur zijn openbaar. 2. Indien, overeenkomstig artikel 22 van de wet, wordt besloten met gesloten deuren te vergaderen, is artikel 24 van de Gemeentewet van overeenkomstige toepassing. 3. Plaats en uur van de openbare vergaderingen worden door de secretaris ter algemene kennis gebracht en aan de deelnemers ten minste veertien dagen tevoren medegedeeld, met uitzondering van spoedeisende gevallen. 4. Alle besluiten worden bij volstrekte meerderheid van stemmen genomen. 5. In een besloten vergadering kan niet worden beraadslaagd of besloten over: a. het vaststellen of wijzigen van de begroting en het vaststellen van de rekening; b. het invoeren, wijzigen of afschaffen van belastingen; c. het vaststellen, wijzigen of intrekken van verordeningen door straf of bestuursdwang te handhaven; d. het wijzigen van deze regeling; e. het vaststellen van het opheffingplan;
Artikel 12 Reglement van orde 1. Het algemeen bestuur stelt met inachtneming van de bepalingen van deze regeling een reglement van orde voor zijn vergaderingen vast. 2. Het reglement, bedoeld in het eerste lid, wordt ter kennis gebracht van de deelnemers aan de gemeenschappelijke regeling.
Versie 3.2
4
Artikel 13 T a k e n en bevoegdheden Tot de bevoegdheid van het algemeen bestuur behoort in ieder geval: a. het vaststellen van instructies en reglementen ter bevordering van doelmatig beheer; b. het instellen van commissies van advies als bedoeld in artikel 52, eerste lid, onderdeel g, juncto artikel 24, van de wet; c. het instellen van commissies met het oog op de behartiging van bepaalde belangen als bedoeld in artikel 52, eerste lid, onderdeel g, juncto artikel 25, van de wet; d. het vaststellen, wijzigen of intrekken van belastingverordeningen met inachtneming van artikel 54 van de wet; e. het vaststellen van de rechtspositieregeling van het personeel van het lichaam; f. de vaststelling van de regeling als bedoeld in artikel 21 van de wet. Artikel 14 Verantwoording 1. Het algemeen bestuur regelt in het reglement van orde, bedoeld in artikel 12 van deze regeling, de wijze waarop zij informatie verstrekt aan de deelnemers. 2. Gedeputeerde Staten respectievelijk de colleges van burgemeester en wethouders van de deelnemende gemeenten regelen op welke wijze verantwoording bedoeld in artikel 16, derde lid, van de wet wordt afgelegd. HOOFDSTUK I V Dagelijks bestuur Artikel 15 S a m e n s t e l l i n g L Het dagelijks bestuur bestaat uit drie leden. 2. De leden van het dagelijks bestuur worden door en uit het algemeen bestuur aangewezen. 3. De voorzitter en plaatsvervangend voorzitter van het algemeen bestuur zijn tevens voorzitter respectievelijk plaatsvervangend voorzitter van het dagelijks bestuur. 4. Het dagelijks bestuur kan personen aanwijzen en toelaten tot zijn vergaderingen als adviseur of waarnemer. Artikel 16 Zittingsperiode 1. De zittingsperiode van een lid van het dagelijks bestuur valt samen met de zittingsperiode als lid van het algemeen bestuur. 2. Een lid dat ophoudt lid van het algemeen bestuur te zijn, houdt tevens op lid van het dagelijks bestuur te zijn. 3. Artikel 9 is van overeenkomstige toepassing. 4. De leden van het dagelijks bestuur blijven hun functie waarnemen totdat in hun opvolging is voorzien.
Versie 3.2
5
Artikel 17 Verqaderorde 1. Het dagelijks bestuur vergadert zo dikwijls als de voorzitter het nodig oordeelt of indien ten minste twee leden dit de voorzitter schriftelijk en met redenen omkleed verzoeken. 2. De artikelen 56 tot en met 59 van de Gemeentewet zijn van overeenkomstige toepassing. 3. Elk lid van het dagelijks bestuur heeft in de vergadering één stem. 4. Alle besluiten worden bij volstrekte meerderheid van stemmen genomen. 5. De vergaderingen van het dagelijks bestuur zijn niet openbaar. Artikel 18 Verantwoording 1. De leden van het dagelijks bestuur zijn, tezamen en ieder afzonderlijk, aan het algemeen bestuur verantwoording verschuldigd over het door hen gevoerde bestuur. 2. Zij geven ongevraagd aan het algemeen bestuur informatie die voor een juiste beoordeling van het door het dagelijks bestuur gevoerde en te voeren bestuur nodig is. 3. Zij verstrekken, tezamen dan wel afzonderlijk, aan het algemeen bestuur alle inlichtingen die door het algemeen bestuur dan wel een of meer leden daarvan hetzij mondeling in een vergadering van het algemeen bestuur, hetzij schriftelijk worden verlangd. Artikel 19 Reglement van orde 1. Het dagelijks bestuur stelt voor zijn vergaderingen een reglement van orde vast in overeenstemming met de bepalingen van deze regeling. 2. Het dagelijks bestuur legt het door hem opgestelde reglement ter kennisneming aan het algemeen bestuur over. Artikel 20 Taken en bevoegdheden 1. Het dagelijks bestuur heeft de volgende taken en bevoegdheden: a. voortdurend toezicht houden op al wat het openbaar lichaam aangaat; b. het voorbereiden van al hetgeen aan het algemeen bestuur ter overweging en beslissing zal worden voorgelegd; c. het uitvoeren van de besluiten van het algemeen bestuur; d. het afkondigen van de besluiten waarvan de afkondiging bij wet, bij deze gemeenschappelijke regeling of bij besluit van het algemeen bestuur is voorgeschreven; e. het desgevraagd indienen van bericht en raad over alle zaken het lichaam betreffende aan het algemeen bestuur, aan het provinciaal bestuur en de deelnemende gemeenten, tenzij zulks bepaaldelijk van het algemeen bestuur wordt verlangd; f. het beheren van de inkomsten en uitgaven, voor zover dit niet bij of krachtens deze regeling aan anderen is opgedragen; g. de dagelijkse zorg voor de controle op het geldelijke beheer en de boekhouding; h. de zorg voor en het houden van toezicht op de bewaring en het beheer van de archiefbescheiden; i. het toezicht op het beheer van het onderhoud van alle werken, inrichtingen en eigendommen; j . het vaststellen van de voorwaarden van aanbesteding of uitvoering van de werken en leveranties, waarvan de vaststelling niet aan het algemeen bestuur is voorbehouden; k. het nemen van alle conservatoire maatregelen, zowel in als buiten rechte en het doen van alles wat nodig is ter voorkoming van verjaring en verlies van recht of bezit; I. het stellen van nadere regels voor zover deze dienen ter behartiging van de in artikel 3 genoemde belangen en taken; m. het kopen, ruilen, vervreemden, bezwaren, verpanden, verhuren, verpachten of in erfpacht aannemen of uitgeven van roerende of onroerende zaken of rechten;
Versie 3.2
6
n. het aangaan van geldleningen, het uitlenen van gelden of het aangaan van rekening-courantovereenkomsten; o. het aanbesteden van werken of leveranties; p. het treffen van dadingen of het opdragen van een bestaand geschil aan de beslissing van scheidsmannen; q. het voeren van rechtsgedingen, hetzij in eerste aanleg, hetzij in hoger beroep of cassatie of het instellen van administratieve beroepen; r. het berusten in een tegen het lichaam ingestelde rechtsvordering; s. het aanvaarden van aan het lichaam gemaakte erfstellingen, legaten of gedane schenkingen. 2. Het dagelijks bestuur zendt zo spoedig mogelijk de volgende door het algemeen bestuur vastgestelde stukken ter kennisneming aan Provinciale Staten en aan de raden; a. de begroting, de begrotingswijziging en de jaarrekening, alle met toelichting; b. het jaarverslag; c. de verordeningen en reglementen. Artikel 21 Verantwoording 1. De deelnemers plegen met het dagelijks bestuur overleg over de bij hen in voorbereiding zijnde besluiten waarvan de kennisneming voor de uitoefening van de bevoegdheden van het algemeen bestuur en het dagelijks bestuur van belang is. 2. De deelnemers geven het dagelijks bestuur terstond kennis van door hen genomen besluiten waarvan de kennisneming voor de uitoefening van de bevoegdheden van het algemeen bestuur en het dagelijks bestuur van belang is. 3. Onder besluiten als bedoeld in het eerste en tweede lid, worden in ieder geval gerekend besluiten ingevolge de Wet ruimtelijke ordening, voor zover betrekking hebbend op het rechtsgebied van de deelnemers. HOOFDSTUK V De voorzitter Artikel 22 Aanwijzing 1. De voorzitter van het lichaam wordt door en uit de leden van het algemeen bestuur benoemd. 2. Het dagelijks bestuur wijst uit zijn midden een plaatsvervangend voorzitter aan die tevens plaatsvervangend voorzitter van het algemeen bestuur is. 3. Artikel 9 is van overeenkomstige toepassing. Artikel 23 T a k e n en bevoegdheden 1. De voorzitter is belast met de leiding van de vergaderingen van het dagelijks en algemeen bestuur en draagt er zorg voor, dat de besluiten van het algemeen bestuur en het dagelijks bestuur naar behoren worden uitgevoerd. 2. De voorzitter vertegenwoordigt het lichaam in rechtsgedingen en bij alle buitengerechtelijke rechtshandelingen. 3. De voorzitter kan de vertegenwoordiging bij buitenrechtelijke rechtshandelingen na overleg met het dagelijks bestuur aan een door hem schriftelijk gemachtigde opdragen. 4. De voorzitter tekent alle stukken die van het algemeen bestuur of van het dagelijks bestuur uitgaan. HOOFDSTUK V I
De s e c r e t a r i s en het overig personeel
Artikel 24 De s e c r e t a r i s 1. Het algemeen bestuur, het dagelijks bestuur en de voorzitter worden bijgestaan door een secretaris, tevens directeur van het Parkschap. 2. Het algemeen bestuur benoemt, schorst en ontslaat de secretaris en kan instructies voor hem vaststellen.
Versie 3.2
7
3. De instructies, bedoeld in het tweede lid, worden aan de deelnemers ter kennis gebracht. 4. Bij afwezigheid of ontstentenis wordt de secretaris vervangen op een door het algemeen bestuur te bepalen wijze. Artikel 25 T a k e n en bevoegdheden 1. De secretaris woont de vergaderingen van het algemeen bestuur en van het dagelijks bestuur bij en heeft daarin een adviserende stem. 2. Alle van het algemeen bestuur of dagelijks bestuur uitgaande stukken worden door de secretaris meeondertekend. 3. Aanstelling of indienstneming, schorsing en ontslag van het overig personeel in vaste en tijdelijke dienst of op arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht geschiedt door de secretaris. Artikel 26 Rechtspositie Op de secretaris en het overig personeel is een door het algemeen bestuur te bepalen rechtspositieregeling van toepassing. HOOFDSTUK V I I Verordeningen Artikel 27 Verordenende bevoegdheid Het algemeen bestuur is bevoegd ten behoeve van de uitoefening van de taak van het lichaam verordeningen te maken. Artikel 28 Procedure 1. Voordat een verordening wordt vastgesteld, zendt het dagelijks bestuur het ontwerp daarvan ter beoordeling toe aan Gedeputeerde Staten en aan burgemeester en wethouders van de deelnemende gemeenten. 2. Het besluit tot vaststelling van de verordening wordt niet genomen binnen zes weken na de datum van verzending van het ontwerp. 3. Gedurende deze termijn kunnen Gedeputeerde Staten en burgemeester en wethouders van de deelnemende gemeenten hun zienswijze over de ontwerpverordening ter kennis brengen van het algemeen bestuur. Artikel 29 Nadere regels Het algemeen bestuur kan in de verordeningen van het openbaar lichaam het dagelijks bestuur bevoegd verklaren nadere regels te stellen met betrekking tot bepaalde in de verordening aangewezen onderwerpen. Artikel 30 Afbakening 1. Voor zover een verordening van het openbaar lichaam voorziet in hetzelfde onderwerp als een verordening van een deelnemer, regelt eerstgenoemde verordening de onderlinge verhouding, overeenkomstig artikel 30, derde lid van de wet. 2. De verordening, bedoeld in het eerste lid, kan bepalen, dat de verordening van een deelnemer voor het gehele gebied, dan wel voor een gedeelte daarvan, geheel of gedeeltelijk ophoudt te gelden. 3. Voor zover een verordening van een deelnemer in hetzelfde onderwerp voorziet als een eerder in werking getreden verordening van het lichaam, geldt eerstbedoelde verordening niet voor het binnen het rechtsgebied gelegen deel van de deelnemer. Artikel 31 Sancties Op overtreding van bij of krachtens verordening van het openbaar lichaam gegeven voorschriften kan straf of bestuursdwang worden gesteld. Artikel 32 Toezicht en opsporing
Versie 3.2
8
Met het toezicht op de naleving van het bij of krachtens verordening bepaalde zijn belast de bij besluit van het openbaar lichaam aangewezen ambtenaren. HOOFDSTUK V I I I Financiële bepalingen Artikel 33 Algemeen Het algemeen bestuur stelt regels vast met betrekking tot de organisatie van de financiële administratie en van het beheer van de geldmiddelen, met inachtneming van de artikelen 212 tot en met 215 van de Gemeentewet. Artikel 34 Leges Het algemeen bestuur kan een verordening vaststellen met betrekking tot de heffing van leges voor het op aanvraag leveren van diensten. Artikel 35 Invordering 1. De invordering van de door het lichaam te heffen belastingen geschiedt op gelijke wijze als die van de provinciale belastingen. 2. De secretaris is belast met de invordering, bedoeld in het eerste lid. 3. De betekening van stukken betreffende vervolging ter invordering van belastingen van het lichaam en de tenuitvoerlegging van dwangbevelen geschieden door een daartoe door het dagelijks bestuur aan te wijzen deurwaarder. Artikel 36 B o e k j a a r Het boekjaar van het lichaam is gelijk aan het kalenderjaar. Artikel 37 Vijfjarenplan L Jaarlijks stelt het algemeen bestuur een financieel vijfjarenplan vast. 2. De cijfers van het eerste jaar van het vijfjarenplan gelden als begrotingscijfers. 3. De cijfers van de overige jaren geven de maximaal in die jaren te besteden gelden aan, gebaseerd op het prijspeil van het eerste jaar van het vijfjarenplan. Artikel 38 Algemene kaders en voorlopige j a a r r e k e n i n g Het dagelijks bestuur zendt vóór 15 april van het jaar voorafgaande aan dat waarvoor de begroting dient, de algemene financiële en beleidsmatige kaders en de voorlopige jaarrekening aan de raden van de deelnemende gemeenten en aan provinciale staten van de deelnemende provincies Artikel 39 Vaststelling 1. Het dagelijks bestuur zendt, overeenkomstig artikel 59, eerste lid, van de wet, een ontwerp-begroting van het openbaar lichaam voor het komende kalenderjaar, voorzien van een toelichting, tenminste acht weken voordat zij aan het algemeen bestuur wordt aangeboden toe aan de raden van de deelnemende gemeenten en aan provinciale staten van de deelnemende provincies. 2. De ontwerp-begroting wordt, overeenkomstig artikel 59, tweede lid, van de wet, door de deelnemers voor een ieder ter inzage gelegd en, tegen betaling, algemeen verkrijgbaar gesteld. 3. Van de terinzagelegging en de verkrijgbaarstelling, bedoeld in het tweede lid, wordt openbaar kennis gegeven. 4. Provinciale staten en de raden beraadslagen over de ontwerp-begroting niet eerder dan twee weken na de openbare kennisgeving. 5. Provinciale staten en de raden kunnen bij het dagelijks bestuur hun zienswijze over de ontwerp-begroting naar voren brengen. 6. Het dagelijks bestuur voegt de commentaren, waarin deze zienswijzen zijn vervat, bij de ontwerp-begroting, zoals deze aan het algemeen bestuur wordt aangeboden. 7. Het algemeen bestuur stelt de begroting vast voor 15 juli van het jaar, voorafgaande aan het jaar waarvoor de begroting moet dienen, met tweederde van het aantal stemmen.
Versie 3.2
9
8. Het dagelijks bestuur zendt de begroting binnen twee weken na de vaststelling, doch in ieder geval voor 1 augustus van het jaar voorafgaande aan dat waarvoor de begroting dient, aan Onze Minister. 9. Na de vaststelling van de begroting wordt een exemplaar aan elk van de deelnemers toegezonden. Daarbij wordt inzicht gegeven in de ingediende zienswijzen en de reactie daarop. 10. Het bepaalde in dit artikel is van overeenkomstige toepassing op besluiten tot wijziging van de begroting. Artikel 40 Overschrijding begroting 1. De begroting wordt onderverdeeld in twee onderdelen, te weten een algemeen deel en een deel dat betrekking heeft op het programma van Natuur- en recreatieschap De Hollandse Biesbosch dat is opgesteld voor 1 januari 2 0 1 1 . 2. In de ontwerp-begroting wordt als uitgavenplafond aangehouden het voor dat jaar in het laatst vastgestelde vijfjarenplan opgenomen bedrag aan uitgaven. 3. Het uitgavenplafond, bedoeld in het tweede lid, mag door de wijziging van de begroting niet worden overschreden. 4. Indien een overschrijding, als bedoeld in het derde lid, van de vastgestelde begroting in een geval van dringende spoed onontkoombaar is, is voor de vaststelling van de desbetreffende begrotingswijziging een tweederde meerderheid van het totaal aantal uit te brengen stemmen in het algemeen bestuur vereist. 5. Een begrotingstekort in het algemene deel van de begroting wordt over de deelnemers omgeslagen volgens de procentuele verdeling van baten en lasten als bedoeld in artikel 44, eerste lid. 6. Een begrotingstekort van het deel van de begroting dat betrekking heeft op het programma van Natuur- en recreatieschap De Hollandse Biesbosch, dat is opgesteld voor 1 januari 2 0 1 1 , wordt over de deelnemers omgeslagen volgens de procentuele verdeling van baten en lasten als bedoeld in artikel 44, derde lid. 7. De bedragen volgend uit het gestelde in het vijfde en zesde lid worden bij wijze van voorschot voldaan in vier gelijke termijnen, vervallende respectievelijk 1 maart, 1 j u n i , 1 september en 1 december van het desbetreffende begrotingsjaar. Artikel 41 J a a r r e k e n i n g 1. Het algemeen bestuur stelt de jaarrekening vast uiterlijk op 1 juli volgend op het jaar waarop deze betrekking heeft. 2. Het dagelijks bestuur voegt daarbij het verslag van een onderzoek naar de deugdelijkheid van de rekening, ingesteld door een niet in dienst van het openbaar lichaam of van een van de deelnemers staande, door het algemeen bestuur aan te wijzen deskundige. 3. Het dagelijks bestuur zendt de jaarrekening binnen twee weken na de vaststelling, doch in ieder geval voor 15 juli volgende op het jaar waarop deze betrekking heeft, aan de Minister. 4. Vaststelling van de jaarrekening strekt het dagelijks bestuur tot décharge, behoudens later in rechte gebleken valsheid in geschrifte of andere onregelmatigheden. Artikel 42 Onderzoek 1. De Minister, Gedeputeerde Staten en burgemeester en wethouders van de deelnemende gemeenten kunnen het geldelijke beheer en de boekhouding van het openbaar lichaam te allen tijde aan een onderzoek onderwerpen. 2. Aan de daartoe door hen aan te wijzen ambtenaren moeten desgevraagd alle voor dit onderzoek nodige inlichtingen worden verstrekt. Artikel 43 Garantie ten aanzien van financiële verplichtingen 1. De deelnemers zullen er steeds zorg voor dragen dat het openbaar lichaam te allen tijde over voldoende middelen beschikt om aan al zijn verplichtingen jegens derden te kunnen voldoen.
Versie 3.2
10
2. Indien het algemeen bestuur van het openbaar lichaam blijkt dat een deelnemer weigert de noodzakelijke middelen om te kunnen voldoen aan de in het eerste lid bedoelde verplichting in de begroting op te nemen, doet het algemeen bestuur onverwijld aan Gedeputeerde Staten het verzoek over te gaan tot toepassing van art. 194 en 195 Gemeentewet respectievelijk een verzoek aan de Minister tot toepassing van art. 198 en 199 Provinciewet. 3. De deelnemers verbinden zich in geval van opheffing van het openbaar lichaam een liquidatieplan op te stellen dat voorziet in de verplichting van de deelnemers alle rechten en verplichtingen van het openbaar lichaam over de deelnemers te verdelen op een in het plan te bepalen wijze. Artikel 44 Bijdragen in het nadelige saldo 1. De procentuele verdeling van baten en lasten van een door het algemeen bestuur vastgestelde rekening komt ten laste van de deelnemers overeenkomstig de volgende bepalingen: a. van het tekort komt 2 5 % voor rekening van de provincie Noord-Brabant en 2 5 % voor rekening van de Provincie Zuid-Holland; b. van het tekort komt 5 0 % voor rekening van de deelnemende gemeenten naar rato van het aantal inwoners van die gemeenten, waarbij als inwonertal van een gemeente wordt gehanteerd het door het Centraal Bureau voor de Statistiek bekend gemaakte cijfer per 1 januari van het verslagjaar. 2. Het gestelde in het eerste lid geldt niet voor het programma van Natuur- en recreatieschap De Hollandse Biesbosch, dat is opgesteld voor 1 januari 2 0 1 1 . 3. Het programma als bedoeld in het tweede lid wordt als afzonderlijk programma gefinancierd door degenen die voor 1 januari 2011 deelnamen aan dit programma, waarbij het nadelige saldo van de rekening van baten en lasten als volgt over de deelnemers wordt verdeeld: - ten laste van de provincie Zuid Holland 25% - van het restant ten laste van de Gemeente Dordrecht 87,5% - en ten laste van de Gemeente Sliedrecht 12,5% 4. Wijzigingen in het programma, bedoeld in het tweede lid, kunnen alleen plaatsvinden met instemming van degenen die voor 1 januari 2011 deelnamen aan dat programma. 5. In afwijking van het eerste lid kan het algemeen bestuur zelf of op voorstel van een of meer deelnemers besluiten dat het nadelig exploitatiesaldo van een of meer daartoe in de programmabegroting aangewezen voorzieningen of onderdelen van de exploitatie geheel of gedeeltelijk rechtstreeks ten laste van een of meer deelnemers wordt gebracht op basis van een afwijkende verdeelsleutel. 6. Een besluit als bedoeld in het vijfde lid, kan slechts worden genomen nadat alle daarbij betrokken deelnemers daarmee hebben ingestemd. 7. Op een voorstel als bedoeld in het vijfde lid, inhoudende een begroting voor tenminste de eerste vier jaar en een verdeelsleutel wordt door de betrokken deelnemers binnen drie maanden na toezending beslist. 8. Een batig saldo van een door het algemeen bestuur vastgestelde rekening wordt in de algemene reserve gestort. HOOFDSTUK IX Archief Artikel 45 Archief De bepalingen van de Archiefwet en de daaruit voortvloeiende uitvoeringsvoorschriften, voor zover betrekking hebbend op de archiefbescheiden van de deelnemers zijn van overeenkomstige toepassing op het openbaar lichaam. HOOFDSTUK X Toetreding, uittreding, wijziging en opheffing Artikel 46 Toetreding
Versie 3.2
11
1. Toetreding van een nieuwe deelnemer behoeft de instemming van ten minste drievierde van de deelnemers aan de regeling. 2. Naast het besluit tot instemming, bedoeld in het eerste lid, stellen de deelnemers tevens een wijzigingsregeling vast, waarin de toetreding van de nieuwe deelnemer wordt verwerkt. Artikel 4 7 Uittreden 1. Een deelnemer kan uittreden door toezending aan het algemeen bestuur van een daartoe strekkend besluit van haar bestuursorganen. 2. Het algemeen bestuur stelt met tweederde van het aantal stemmen de voorwaarden vast waaronder de uittreding, bedoeld in het eerste lid, geëffectueerd kan worden en regelt de financiële en overige gevolgen van de uittreding. 3. Tenzij het algemeen bestuur een kortere termijn bepaalt, kan de uittreding niet eerder plaatsvinden dan 31 december van het tweede kalenderjaar volgend op de datum van het in het eerste lid bedoelde uittredingsbesluit. Artikel 48 Wijziging, intrekking en opheffing 1. Zowel het Dagelijks Bestuur, als de bestuursorganen van de deelnemers aan deze regeling kunnen voorstellen doen tot wijziging, intrekking of opheffing van de regeling. 2. Deze regeling kan worden gewijzigd of ingetrokken bij besluit van tenminste tweederde van het aantal deelnemers. 3. Het openbaar lichaam kan worden opgeheven bij besluit van tenminste tweederde van het aantal deelnemers. 4. Het besluit tot opheffing, bedoeld in het derde lid, regelt de financiële en andere gevolgen daarvan voor de deelnemers en het overige personeel. 5. Tenzij het algemeen bestuur anders bepaalt, is het algemeen bestuur belast met de uitvoering van de opheffing van het lichaam. HOOFDSTUK X I Slot- en overgangsbepalingen Artikel 49 Benoeming De eerste benoeming van de leden van het algemeen bestuur, alsmede van de plaatsvervangende leden wordt geacht te zijn ingegaan met ingang van de dag waarop deze regeling in werking treedt. Artikel 50 Intrekking De Gemeenschappelijke regeling Natuur- en recreatieschap Nationaal Park De Biesbosch wordt ingetrokken. Artikel 51 O v e r g a n g s r e c h t Het openbaar lichaam van deze regeling treedt in de rechten en plichten van de regeling, genoemd in artikel 50 voor wat betreft de daarin omschreven taken en bevoegdheden. Artikel 52 Inwerkingtreding Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2 0 1 1 . Artikel 53 Bekendmaking Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant zijn verantwoordelijk voor de bekendmaking van wijzigingen van deze regeling. Artikel 54 Citeertitel Deze regeling wordt aangehaald als: Gemeenschappelijke regeling Parkschap Nationaal Park De Biesbosch.
Versie 3.2
12
's-Hertogenbosch, (datum) Provinciale Staten van Noord-Brabant
's-Hertogenbosch, (datum) Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant
de voorzitter,
de voorzitter,
de griffier,
de secretaris,
Den-Haag,
(datum)
Den-Haag,
(datum)
Provinciale Staten van Zuid-Holland
Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland
de voorzitter,
de voorzitter,
de griffier,
secretaris,
Dordrecht,
(datum)
Dordrecht,
(datum)
de raad van de gemeente Dordrecht,
het college van B&W van Dordrecht
de voorzitter,
de voorzitter,
de griffier,
de secretaris,
Drimmelen,
(datum)
Drimmelen,
(datum)
de raad van de gemeente Drimmelen,
het college van B&W van Drimmelen
de voorzitter,
de voorzitter,
de griffier,
de secretaris,
Sliedrecht,
(datum)
Sliedrecht,
(datum)
de raad van de gemeente Sliedrecht,
het college van B&W van Sliedrecht
de voorzitter,
de voorzitter,
de griffier,
de secretaris,
Werkendam,
(datum)
Werkendam,
(datum)
de raad van de gemeente Werkendam,
het college van B&W van Werkendam,
de voorzitter,
de voorzitter,
de griffier,
de secretaris,
Versie 3.2
13
G e m e e n s c h a p p e l i j k e regeling P a r k s c h a p Nationaal Park De B i e s b o s c h P r o v i n c i a l e S t a t e n en G e d e p u t e e r d e S t a t e n v a n de provincie N o o r d - B r a b a n t , P r o v i n c i a l e S t a t e n e n G e d e p u t e e r d e S t a t e n v a n de provincie Z u i d - H o l l a n d , de g e m e e n t e r a a d en het college v a n b u r g e m e e s t e r en w e t h o u d e r s v a n de gemeente Dordrecht, de g e m e e n t e r a a d e n het college v a n b u r g e m e e s t e r en w e t h o u d e r s v a n de gemeente Drimmelen, de g e m e e n t e r a a d en het college v a n b u r g e m e e s t e r en w e t h o u d e r s v a n de gemeente Sliedrecht, de g e m e e n t e r a a d en het college v a n b u r g e m e e s t e r e n w e t h o u d e r s v a n de gemeente Werkendam, Gelet op artikel 5 1 , eerste lid van de Wet gemeenschappelijke regelingen; Overwegende dat op 6 november 2006 de Gemeenschappelijke regeling Natuur- en recreatieschap De Hollandse Biesbosch is vastgesteld. Overwegende dat op 9 november 2007 de Gemeenschappelijke regeling Natuur- en recreatieschap Nationaal Park De Biesbosch is vastgesteld. Overwegende dat het van groot belang is deze gemeenschappelijke regelingen in stand te houden ten behoeve van de bovenregionale bescherming en ontwikkeling van de natuur, de bewaring en ontwikkeling van het landschap en de zorg voor en de ontwikkeling van de recreatie; Overwegende dat er uit efficiencyoverwegingen voor gekozen is om het openbaar lichaam Natuur- en recreatieschap Nationaal Park De Biesbosch op te heffen en de uittredende leden van dit openbaar lichaam te laten toetreden tot het openbaar lichaam van het Natuur- en recreatieschap De Hollandsche Biesbosch; Overwegende dat het openbaar lichaam van het Natuur- en recreatieschap De Hollandsche Biesbosch in verband met deze uitbreiding haar naam wenst te wijzigen in Parkschap Nationaal Park De Biesbosch; Overwegende dat het om deze redenen tevens gewenst is de Gemeenschappelijke regeling Natuur- en recreatieschap Nationaal Park De Biesbosch in te trekken, alsmede de tekst van de Gemeenschappelijke regeling Natuur- en recreatieschap De Hollandse Biesbosch te wijzigen; Overwegende dat ter voorkoming van misverstanden, die een groot aantal tekstwijzigingen met zich mee kan brengen, er voor gekozen is een geheel nieuwe tekst van de regeling vast te stellen, waarin alle wijzigingen integraal zijn verwerkt.
b e s l u i t e n , ieder v o o r z o v e r het h u n b e v o e g d h e d e n betreft, v a s t te s t e l l e n de v o l g e n d e regeling :
Versie •
1
HOOFDSTUK I Algemene bepalingen Artikel 1 B e g r i p s b e p a l i n g e n 1. In deze regeling wordt verstaan onder: a. deelnemer: de colleges en raden van de gemeenten Dordrecht, Drimmelen, Sliedrecht en Werkendam en Gedeputeerde Staten en Provinciale Staten van de provincies Noord-Brabant en Zuid-Hollandaan do regeling deelnemende gemeente of provincie; b. Gedeputeerde Staten: Gedeputeerde Staten van de provincie Noord-Brabant en Gedeputeerde Staten van de provincie Zuid Holland; c. gemeenteraden: raden van de gemeenten Dordrecht, Drimmelen, Sliedrecht en Werkendam; d. invloedsgebied: gebied zoals aangegeven op de bij deze regeling behorende en als zodanig gewaarmerkte tekening A; e. openbaar lichaam: het Parkschap Nationaal Park De Biesbosch; f. Provinciale Staten: Provinciale Staten van de provincie Noord-Brabant en Provinciale Staten van de provincie Zuid Holland; g. rechtsgebied: gebied zoals aangegeven op de bij deze regeling behorende en als zodanig gewaarmerkte tekening B; h. werkgebied: rechtsgebied en het invloedsgebied tezamen; i. wet: Wet gemeenschappelijke regelingen. 1, Minister: de-minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties * 2. Waar in deze regeling artikelen van de Provinciewet of van de Gemeentewet of van enige andere wet of wettelijke regeling van overeenkomstige toepassing worden verklaard, dient voor provincie, provinciale staten of gedeputeerde staten, respectievelijk gemeente, gemeenteraad of college van burgemeester en wethouders, gelezen te worden openbaar lichaam, algemeen bestuur of dagelijks bestuur. Artikel 2 I n s t e l l i n g 1. Er is een openbaar lichaam, genaamd: Parkschap Nationaal Park De Biesbosch. 2. Het openbaar lichaam is rechtspersoon op grond van de artikelen 5 2 , eerste lid, juncto 8, eerste lid, van de wet en is gevestigd in 's-Hertogenbosch ten kantore van de provincie Noord-Brabant. 3. Het rechtsgebied van het openbaar lichaam is aangegeven op de bij deze regeling behorende en als zodanig gewaarmerkte tekening B. Hoofdstuk I I B e l a n g e n , t a k e n en b e v o e g d h e d e n Artikel 3 B e l a n g e n en t a k e n Gemeenschappelijke belangen en taken a. het beschermen en ontwikkelen van b. het bewaren en ontwikkelen van het c. de zorg voor en ontwikkeling van de in het rechtsgebied.
van het openbaar lichaam zijn: natuurwaarden; landschappelijk karakter; recreatie^
Artikel 4 B e v o e g d h e d e n 1. Ter uitvoering van de in artikel 3 omschreven belangen en taken heeft het bestuur van het openbaar lichaam alle bevoegdheden van regeling en bestuur binnen de grenzen van artikel 54 van de wet en binnen de grenzen van het rechtsgebied. 2. Het bestuur van het openbaar lichaam heeft in ieder geval de bevoegdheid t o t : a. het opmaken en vaststellen van beleids- en inrichtingsplannen; b. het op basis van beleids- en inrichtingsplannen ontwerpen en ter aanvaarding aan partijen aanbieden van werk- en investeringsplannen met bijbehorende kostenbegrotingen; c. het voeren van overleg met betrekking tot maatregelen op het gebied van natuur, recreatie, het milieu, openbare orde, veiligheid, zedelijkheid, gezondheid en rust;
Versie 23.©12
2
| Met o p m a a k : opsommingstekens en nummering
d.
het adviseren over en meewerken aan de uitvoering van bestemmingsplannen van de deelnemende gemeenten en andere regelingen aangaande de ruimtelijke ordening waarbij het rechtsgebied is betrokken; e. het verlenen van medewerking, waaronder subsidiering, bij de uitvoering van werken aangaande natuurbescherming, landschapsbewaring en zorg voor recreatie; f. het verwerven van de eigendom v a n , of het vestigen van andere zakelijke of persoonlijke rechten op daarvoor in aanmerking komende, van belang zijnde gronden, wateren en opstallen, voor zover dit voor de verwezenlijking van zijn doelstellirg noodzakelijk moet worden geacht; g. het onderhouden en exploiteren van tot stand gebrachte of overgenomen werken en inrichtingen, verworven eigendommen en goederen; h. het verkrijgen van financiële middelen uit overheidsbijdragen of anderszins; i. het aangaan van geldleningen; j . het vaststellen van al dan niet door strafbepaling of bestuursdwang te handhaven verordeningen binnen het rechtsgebied; k. zorg te dragen voor de bestuurlijke handhaving, bedoeld onder j ; L het vaststellen van verordeningen tot het heffen van belastingen, als bedoeld in artikelen 222c en 223 van de Provinciewet binnen het rechtsgebied^ l m . het vestigen van een uitsluitend recht als bedoeld in artikel 2:24 onder a van de Aanbestedinaswet 2012. Artikel 5 a A f b a k e n i n q De in artikel 4 , tweede lid bedoelde plannen vormen voor de deelnemers het uitgangspunt bij de vaststelling van ruimtelijke plannen en regels. Artikel 6 e O r g a n e n Het openbaar lichaam kent de volgende organen: a. het algemeen bestuur; b. het dagelijks bestuur; c. de voorzitter. HOOFDSTUK I I I
Algemeen bestuur
Artikel 7 s S a m e n s t e l l i n g 1. Het algemeen bestuur bestaat uit: a. één lid te benoemen door Provinciale Staten van Noord-Brabant uit hun midden, de voorzitter en gedeputeerden inbegrepen; b. één lid te benoemen door Provinciale Staten van Zuid-Holland uit hun midden, de voorzitter en gedeputeerden inbegrepen; c. één lid te benoemen door de raad van de gemeente Dordrecht uit hun midden, de voorzitter en wethouders inbegrepen; d. één lid te benoemen door de raad van de gemeente Drimmelen uit hun midden, de voorzitter en wethouders inbegrepen; e. één lid te benoemen door de raad van de gemeente Werkendam uit hun midden, de voorzitter en wethouders inbegrepen; f. één lid te benoemen door de raad van de gemeente Sliedrecht uit hun midden, de voorzitter en wethouders inbegrepen. 2. Elk lid van het algemeen bestuur brengt één stem uit. Artikel 8 ^ P l a a t s v e r v a n g e n d e l e d e n , a d v i s e u r s en c o m m i s s i e s 1. De in artikel 7, lid a tot en met f, genoemde bestuursorganen kunnen plaatsvervangende leden aanwijzen, die de door hen benoemde leden bij ontstentenis of verhindering vervangen. 2. De leden en plaatsvervangende leden mogen niet in dienst van het openbaar lichaam werkzaam zijn. 3. Het algemeen bestuur kan adviseurs benoemen en ontslaan.
3
I
Met o p m a a k :
opsommingstekens en nummering
4.
De besluiten t o t benoeming of ontslag van leden, plaatsvervangende leden en adviseurs van het algemeen bestuur worden in afschrift aan de deelnemers van deze regeling toegezonden. 5. Het algemeen bestuur kan commissies instellen conform het bepaalde in de artikelen 52, eerste lid, onderdeel g, juncto artikel 24 en 25 van de wet, en regelt daarbij de bevoegdheden, werkwijze en samenstelling. 6. Het algemeen bestuur gaat, overeenkomstig artikel 25, tweede lid, van de wet, niet over tot de instelling van de in het vijfde lid bedoelde commissies, dan nadat verkregen verklaring van geen bezwaar van Provinciale Staten van de deelnemende provincies en ven-de raden van de deelnemende gemeenten in de gelegenheid zijn gesteld hun wensen en bedenkingen ter kennis van het algemeen bestuur te brengen.
Artikel 9 ^ A a n w i j z i n g en ontslag 1. De in artikel 7 bedoelde leden worden aangewezen voor de zittingsperiode van Provinciale Staten respectievelijk van de gemeenteraad. 2. Provinciale Staten, respectievelijk de gemeenteraden van de deelnemende gemeenten beslissen zo mogelijk in de eerste vergadering van elke zittingsperiode over de aanwijzing van de leden van het algemeen bestuur. 3. De in artikel 7 bedoelde leden behouden het lidmaatschap totdat in hun opvolging is voorzien. 4. Een lid kan te allen tijde door Provinciale Staten, respectievelijk de raad die hem heeft aangewezen worden ontslagen, dan wel zelf ontslag nemen. 5. Van het ontslag, bedoeld in het vierde lid, geven Provinciale Staten, respectievelijk geeft de raad of het desbetreffende lid onmiddellijk kennis aan de voorzitter. 6. Provinciale Staten, respectievelijk de gemeenteraden wijzen in hun eerstvolgende vergadering, nadat de plaats door ontslag of anderszins is opengevallen, een nieuw lid aan. 7. Het nieuwe lid, bedoeld in het zesde lid, treedt af op het tijdstip waarop degene in wiens plaats hij is aangewezen, zou hebben moeten aftreden. Artikel 10 v V e r q a d e r f r e q u e n t i e Het algemeen bestuur vergadert tenminste tweemaal per jaar en voorts zo dikwijls de voorzitter of het dagelijks bestuur dit nodig oordeelt, of indien ten minste drie leden dit de voorzitter schriftelijk en met redenen omkleed verzoeken. Artikel 11 v V e r g a d e r o r d e 1. De vergaderingen van het algemeen bestuur zijn openbaar. 2. Indien, overeenkomstig artikel 22 van de wet, wordt besloten met gesloten deuren te vergaderen, is artikel 24 van de Gemeentewet van overeenkomstige toepassing. 3. Plaats en uur van de openbare vergaderingen worden door de secretaris ter algemene kennis gebracht en aan de deelnemers ten minste veertien dagen tevoren medegedeeld, met uitzondering van spoedeisende gevallen. 4. Alle besluiten worden bij volstrekte meerderheid van stemmen genomen. 5. In een besloten vergadering kan niet worden beraadslaagd of besloten over: a. het vaststellen of wijzigen van de begroting en het vaststellen van de rekening; b. het invoeren, wijzigen of afschaffen van belastingen; c. het vaststellen, wijzigen of intrekken van verordeningen door straf of bestuursdwang te handhaven; d. het wijzigen van deze regeling; e. het vaststellen van het opheffingplan; * f. het oongoan von geldleningen, het uitlenen von geldon en het aangaan von rekening courontovcrccnkomstcn; g. hct geheel of gedeeltelijk vervreemden en het bezwaren von eigendommen; h. hct onderhands oanboatoden van werken of leveringen; i. het onderhands verpachten, verhuren of in gebruik geven von eigendommen en goederen.
Versie 33.842
4
Met o p m a a k : opsommingstekens en nummering
Artikel 12 e q l e m e n t v a n orde 1. Het algemeen bestuur stelt met inachtneming van de bepalingen van deze regeling een reglement van orde voor zijn vergaderingen vast. 2. Het reglement, bedoeld in het eerste lid, wordt ter kennis gebracht van de deelnemers aan de gemeenschappelijke regeling. Artikel 13 t T a k e n e n b e v o e g d h e d e n Tot de bevoegdheid van het algemeen bestuur behoort in ieder geval: o.het kopon, ruilon, v c r v r o c m d e n , bezworen, vorponden, verhuren, verpachten of in orfpocht oonnomen of uitgeven van roorondo of onroerende zaken of rechten; b. hct aangaan von geldleningen, het uitlenen von gelden of hot oongoan van rekening courontovercenko maten; c. het oonbestoden von werken of leveranties; d. het treffen van dodingen of hot opdrogen van een bestaand geschil aan de beslissing van scheidsmannen; 0. het voeren van rechtsgedingen, hetzij in eerste aanleg, hetzij in hoger beroep of cassatie of het instellen van administratieve beroepen; f.het berusten in j e n tegen het lichaam ingestelde rechtsvordering; g^a^het vaststellen van instructies en reglementen ter bevordering van doelmatig beheer; r+rbjiet instellen van commissies van advies als bedoeld in artikel 52, eerste lid, onderdeel g, juncto artikel 24, van de wet; trc. het instellen van commissies met het oog op de behartiging van bepaalde belangen als bedoeld 1(1 artikel 52, eerste lid, onderdeel g, juncto artikel 25, van de wet; frd. het vaststellen, wijzigen of intrekken van belastingverordeningen met inachtneming van artikel 5^ van de wet; tee, het vaststellen van de rechtspositieregeling van het personeel van het lichaam; 1. hct aanvaarden van aan hot lichaam gemaakte erfstellingen, legaten of gedone schenkingen; « r L d e vaststelling van de regeling als bedoeld in artikel 21 van de wet. Artikel 14 v V e r a n t w o o r d i n g 1.
Het algemeen bestuur regelt in het reglement van orde, bedoeld in artikel 12 van deze regeling, de wijze waarop zij informatie verstrekt aan de deelnemers. 2. Gedeputeerde Staten respectievelijk de colleges van burgemeester en wethouders van de deelnemende gemeenten regelen op welke wijze verantwoording bedoeld in artikel 16, derde lid, van de wet wordt afgelegd. HOOFDSTUK IV Dagelijks bestuur Artikel 15 ^ S a m e n s t e l l i n g 1. Het dagelijks bestuur bestaat uit een gelijk aontol d r i e j e d e n ols het olgcmccn bestuur. 2. De leden van het dagelijks bestuur worden door en uit het algemeen bestuur aangewezen. 3. De voorzitter en plaatsvervangend voorzitter van het algemeen bestuur zijn tevens voorzitter respectievelijk plaatsvervangend voorzitter van het dagelijks bestuur. 4. Het dagelijks bestuur kan personen aanwijzen en toelaten tot zijn vergaderingen als adviseur of waarnemer. Artikel 16 gZittingsperiode 1. De zittingsperiode van een lid van het dagelijks bestuur valt samen met de zittingsperiode als lid van het algemeen bestuur. 2. Een lid dat ophoudt lid van het algemeen bestuur te zijn, houdt tevens op lid van het dagelijks bestuur te zijn. 3. Artikel 9 is van overeenkomstige toepassing.
Versie 33.942
4.
De leden van het dagelijks bestuur blijven hun functie waarnemen totdat in hun opvolging is voorzien.
Versie 33.0+2
Artikel 17 v V e r q a d e r o r d e 1. Het dagelijks bestuur vergadert zo dikwijls als de voorzitter het nodig oordeelt of indien ten minste twee leden dit de voorzitter schriftelijk en met redenen omkleed verzoeken. 2. De artikelen 56 tot en met 59 van de Gemeentewet zijn van overeenkomstige toepassing. 3. Elk lid van het dagelijks bestuur heeft in de vergadering één stem. 4. Alle besluiten worden bij volstrekte meerderheid van stemmen genomen. 5. De vergaderingen van het dagelijks bestuur zijn niet openbaar. Artikel 18 v V e r a n t w o o r d i n q 1. De leden van het dagelijks bestuur zijn, tezamen en ieder afzonderlijk, aan het algemeen bestuur verantwoording verschuldigd over het door hen gevoerde bestuur. 2. Zij geven ongevraagd aan het algemeen bestuur informatie die voor een juiste beoordeling van het door het dagelijks bestuur gevoerde en te voeren bestuur nodig is. 3. Zij verstrekken, tezamen dan wel afzonderlijk, aan het algemeen bestuur alle inlichtingen die door het algemeen bestuur dan wel een of meer leden daarvan hetzij mondeling in een vergadering van het algemeen bestuur, hetzij schriftelijk worden verlangd. Artikel 19 r R e q l e m e n t v a n orde 1. Het dagelijks bestuur stelt voor zijn vergaderingen een reglement van orde vast in overeenstemming met de bepalingen van deze regeling. 2. Het dagelijks bestuur legt het door hem opgestelde reglement ter kennisneming aan het algemeen bestuur over. Artikel 20 t T a k e n en b e v o e g d h e d e n 1. Het dagelijks bestuur heeft de volgende taken en bevoegdheden: a. voortdurend toezicht houden op al wat het openbaar lichaam aangaat; b. het voorbereiden van al hetgeen aan het algemeen bestuur ter overweging en beslissing zal worden voorgelegd; c. het uitvoeren van de besluiten van het algemeen bestuur; d. het afkondigen van de besluiten waarvan de afkondiging bij wet, bij deze gemeenschappelijke regeling of bij besluit van het algemeen bestuur is voorgeschreven; e. het desgevraagd indienen van bericht en raad over alle zaken het lichaam betreffende aan het algemeen bestuur, aan het provinciaal bestuur en de deelnemende gemeenten, tenzij zulks bepaaldelijk van het algemeen bestuur wordt verlangd; f. het beheren van de inkomsten en uitgaven, voor zover dit niet bij of krachtens deze regeling aan anderen is opgedragen; g. de dagelijkse zorg voor de controle op het geldelijke beheer en de boekhouding; h. de zorg voor en het houden van toezicht op de bewaring en het beheer van de archiefbescheiden; i. het toezicht op het beheer van het onderhoud van alle werken, inrichtingen en eigendommen; j . het vaststellen van de voorwaarden van aanbesteding of uitvoering van de werken en leveranties, waarvan de vaststelling niet aan het algemeen bestuur is voorbehouden; k. het nemen van alle conservatoire maatregelen, zowel in als buiten rechte en het doen van alles wat nodig is ter voorkoming van verjaring en verlies van recht of bezit; I. het stellen van nadere regels voor zover deze dienen ter behartiging van de in artikel 3 genoemde belangen en taken-r: m. het kopen, ruilen, vervreemden, bezwaren, verpanden, verhuren, verpachten of in erfpacht aannemen of uitgeven van roerende of onroerende zaken of rechten:
Versie 33.S+2
n.
het aangaan van geldleningen, het uitlenen van gelden of het aangaan van rekening-courantovereenkomsten; o, het aanbesteden van werken of leveranties: p. het treffen van dadingen of het opdragen van een bestaand geschil aan de beslissing van scheidsmannen; g. het voeren van rechtsgedingen, hetzij in eerste aanleg, hetzij in hoger beroep of cassatie of het instellen van administratieve beroepen; r. het berusten in een tegen het lichaam ingestelde rechtsvordering; I s . het aanvaarden van aan het lichaam gemaakte erfstellinaen, legaten of gedane schenkingen. 2. Het dagelijks bestuur zendt zo spoedig mogelijk de volgende door het algemeen bestuur vastgestelde stukken ter kennisneming aan Provinciale Staten en aan de raden; a. de begroting, de begrotingswijziging en de jaarrekening, alle met toelichting; b. het jaarverslag; c. de verordeningen en reglementen.
"
Artikel 21 v V e r a n t w o o r d i n q 1. De deelnemers plegen met het dagelijks bestuur overleg over de bij hen In voorbereiding zijnde besluiten waarvan de kennisneming voor de uitoefening van de bevoegdheden van het algemeen bestuur en het dagelijks bestuur van belang is. 2. De deelnemers geven het dagelijks bestuur terstond kennis van door hen genomen besluiten waarvan de kennisneming voor de uitoefening van de bevoegdheden van het algemeen bestuur en het dagelijks bestuur van belang is. 3. Onder besluiten als bedoeld in het eerste en tweede lid, worden in ieder geval gerekend besluiten ingevolge de Wet ruimtelijke ordening, voor zover betrekking hebbend op het rechtsgebied van de deelnemers. H O O F D S T U K V De voorzitter Artikel 22 a A a n w i i z i n q 1. De voorzitter van het lichaam wordt door en uit de leden van het algemeen bestuur benoemd. 2. Het dagelijks bestuur wijst uit zijn midden een plaatsvervangend voorzitter aan die tevens plaatsvervangend voorzitter van het algemeen bestuur is. 3. Artikel 9 is van overeenkomstige toepassing. Artikel 2 3 t T a k e n en b e v o e g d h e d e n 1. De voorzitter is belast met de leiding van de vergaderingen van het dagelijks en algemeen bestuur en draagt er zorg voor, dat de besluiten van het algemeen bestuur en het dagelijks bestuur naar behoren worden uitgevoerd. 2. De voorzitter vertegenwoordigt het lichaam in rechtsgedingen en bij alle buitengerechtelijke rechtshandelingen. 3. De voorzitter kan de vertegenwoordiging bij buitenrechtelijke rechtshandelingen na overleg met het dagelijks bestuur aan een door hem schriftelijk gemachtigde opdragen. 4. De voorzitter tekent alle stukken die van het algemeen bestuur of van het dagelijks bestuur uitgaan. HOOFDSTUK VI
De s e c r e t a r i s en het overig p e r s o n e e l
Artikel 2 4 é D e s e c r e t a r i s 1. Het algemeen bestuur, het dagelijks bestuur en de voorzitter worden bijgestaan door een secretaris, tevens directeur van het Parkschap. 2. Het algemeen bestuur benoemt, schorst en ontslaat de secretaris en kan instructies voor hem vaststellen.
Versie 3 3 . * J 2
8
( Met
o p m a a k : opsommingstekens en nummering
3. 4.
De instructies, bedoeld in het tweede lid, worden aan de deelnemers ter kennis gebracht. Bij afwezighe d of ontstentenis wordt de secretaris vervangen op een door het algemeen bestuur te bepalen wijze.
Artikel 2 5 t T a k e n e n b e v o e g d h e d e n 1. De secretaris woont de vergaderingen van het algemeen bestuur en van het dagelijks bestuur bij er heeft daarin een adviserende stem. 2. Alle van het algemeen bestuur of dagelijks bestuur uitgaande stukken worden door de secretaris meeondertekend. 3. Aanstelling of indienstneming, schorsing en ontslag van het overig personeel in vaste en tijdelijke dienst of op arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht geschiedt door de secretaris. Artikel 26 f R e c h t s p o s i t i e Op de secretaris en het overig personeel is een door het algemeen bestuur te bepalen rechtspositierege ing van toepassing. HOOFDSTUK V I I Verordeningen Artikel 27 v V e r o r d e n e n d e b e v o e g d h e i d Het algemeen bestuur is bevoegd ten behoeve van de uitoefening van de taak van het lichaam verordeningen te maken. Artikel 28 ^ P r o c e d u r e 1. Voordat een verordening wordt vastgesteld, zendt het dagelijks bestuur het ontwerp daarvan ter beoordeling toe aan Gedeputeerde Staten en aan burgemeester en wethouders van de deelnemende gemeenten. 2. Het besluit tot vaststelling van de verordening wordt niet genomen binnen zes weken na de d a t u m van verzending van het ontwerp. 3. Gedurende deze termijn kunnen Gedeputeerde Staten en burgemeester en wethouders van de deelnemende gemeenten hun zienswijze over de ontwerpverordening ter kennis brengen van het algemeen bestuur. Artikel 29 n N a d e r e r e g e l s Het algemeen bestuur kan in de verordeningen van het openbaar lichaam het dagelijks bestuur bevoegd verklaren nadere regels te stellen met betrekking tot bepaalde in de verordening aangewezen onderwerpen. Artikel 30 a A f b a k e n i n g 1. Voor zover een verordening van het openbaar lichaam voorziet in hetzelfde onderwerp als een verordening van een deelnemer, regelt eerstgenoemde verordening de onderlinge verhouding, overeenkomstig artikel 30, derde lid van de wet. 2. De verordening, bedoeld in het eerste lid, kan bepalen, dat de verordening van een deelnemer voor het gehele gebied, dan wel voor een gedeelte daarvan, geheel of gedeeltelijk ophoudt te gelden. 3. Voor zover een verordening van een deelnemer in hetzelfde onderwerp voorziet als een eerder in werking getreden verordening van het lichaam, geldt eerstbedoelde verordening niet voor het binnen het rechtsgebied gelegen deel van de deelnemer. Artikel 31 S a n c t i e s Op overtreding van bij of krachtens verordening van het openbaar lichaam gegeven voorschriften kan straf of bestuursdwang worden gesteld. Artikel 3 2 T o e z i c h t e n o p s p o r i n g
Versie 33.0+2
Met het toezicht op de naleving van het bij of krachtens verordening bepaalde zijn belast de bij besluit van het openbaar lichaam aangewezen ambtenaren. H O O F D S T U K V I I I Financiële b e p a l i n g e n Artikel 3 3 a A l q e m e e n Het algemeen bestuur stelt regels vast met betrekking tot de organisatie van de financiële administratie en van het beheer van de geldmiddelen, met inachtneming van de artikelen 212 tot en met 215 van de Gemeentewet. A r t i k e l 34 Leges Het algemeen bestuur kan een feeetverordening vaststellen met betrekking tot de heffing van leges voor het op aanvraag leveren van diensten. Artikel 3 4 5 ^Invordering 1. De invordering van de door het lichaam te heffen belastingen geschiedt op gelijke wijze als die van de provinciale belastingen. 2. De secretaris is belast met de invordering, bedoeld in het eerste lid. 3. De betekening van stukken betreffende vervolging ter invordering van belastingen van het lichaam en de tenuitvoerlegging van dwangbevelen geschieden door een daartoe door het dagelijks bestuur aan te wijzen deurwaarder. Artikel 3 5 6 b S o e k i a a r Het boekjaar van het lichaam is gelijk aan het kalenderjaar. Artikel 3 6 7 ^ v i j f j a r e n p l a n 1. Jaarlijks stelt het algemeen bestuur een financieel vijfjarenplan vast. 2. De cijfers van het eerste j a a r van het vijfjarenplan gelden als begrotingscijfers. 3. De cijfers van de overige jaren geven de maximaal in die jaren te besteden gelden aan, gebaseerd op het prijspeil van het eerste jaar van het vijfjarenplan. Artikel 3^8 A l g e m e n e k a d e r s en voorlopige j a a r r e k e n i n g Het dagelijks bestuur zendt vóór 15 april van het jaar voorafgaande aan dat waarvoor de beqrotino dient, de algemene financiële en beleidsmatige kaders en de voorlopige jaarrekening aan de raden van de deelnemende gemeenten en aan provinciale staten van de deelnemende provincies Artikel 39 ^ V a s t s t e l l i n g 1. Het dagelijks bestuur zendt, overeenkomstig artikel 59, eerste lid, van de wet, een ontwerp-begroting van het openbaar lichaam voor het komende kalenderjaar, voorzien van een toelichting, tenminste aesacht weken voordat zij aan het algemeen bestuur wordt aangeboden toe aan de raden van de deelnemende gemeenten en aan provinciale staten van de deelnemende provincies. 2. De ontwerp-begroting wordt, overeenkomstig artikel 59, tweede lid, van de wet, door de deelnemers voor een ieder ter inzage gelegd en, tegen betaling, algemeen verkrijgbaar gesteld. 3. Van de terinzagelegging en de verkrijgbaarstelling, bedoeld in het tweede lid, wordt openbaar kennis gegeven. 4. Provinciale staten en de raden beraadslagen over de ontwerp-begroting niet eerder dan twee weken na de openbare kennisgeving. 5. Provinciale staten en de raden kunnen bij het dagelijks bestuur hun zienswijze over de ontwerp-begroting naar voren brengen. 6. Het dagelijks bestuur voegt de commentaren, waarin deze zienswijzen zijn vervat, bij de ontwerp-begroting, zoals deze aan het algemeen bestuur wordt aangeboden. 7. Het algemeen bestuur stelt de begroting vast voor 15 juli van het jaar, voorafgaande aan het jaar waarvoor de begroting moet dienen, met tweederde van het aantal stemmen.
Versie 3 J . W 2
10
8.
Het dagelijks bestuur zendt de begroting binnen twee weken na de vaststelling, doch in ieder geval voor 15 -wtiauqustus van het jaar voorafgaande aan dat waarvoor de begroting dient, aan Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. 9. Na de vaststelling van de begroting wordt een exemplaar aan elk van de deelnemers toegezonden. Daarbij wordt inzicht gegeven in de ingediende zienswiizen en de reactie daarop. 10. Het bepaalde in dit artikel is van overeenkomstige toepassing op besluiten tot wijziging van de begroting. Artikel 3&94Q e O v e r s c h r i i d i n q begroting 1. De begroting wordt onderverdeeld in twee onderdelen, te weten een algemeen deel en een deel dat betrekking heeft op het programma van Natuur- en recreatieschap De Hollandsere Biesbosch dat is opgesteld voor 1 januari 2 0 1 1 . -W2. In de ontwerp-begroting wordt als uitgavenplafond aangehouden het voor dat * j a a r in het laatst vastgestelde vijfjarenplan opgenomen bedrag aan uitgaven. 2ri Het uitgavenplafond, bedoeld in het eerstctweede lid, mag door de wijziging van de begroting niet worden overschreden. 3T4, Indien een overschrijding, als bedoeld in het ccrstederde lid, van de vastgestelde begroting in een geval van dringende spoed onontkoombaar is, dientis voor de vaststelling van de desbetreffende begrotingswijziging te geschieden bij een besluit van het algemeen bestuur, dot meteen tweederde meerderheid van het totaal aantal uit te brenqenaafita4 stemmen in het algemeen bestuur vereistwordt vastgesteld. Een begrotingstekort in zowel het algemene deel van do begroting als in het deel dot betrekking hooft op het programma van Natuur en recreatieschap De Hollandsche Biesbosch. wordt in eerste instontie zoveel mogelijk gedokt vonuit de algemene reserver 5. Indien de dekking van het begrotingstekort vanuit de gloomeno reserve tekortscr+tetr wordt eEen begrotingstekort in het algemene deel van de begroting wordt over de deelnemers omgeslagen volgens de ver-doelslcutctorocentuele verdeling van baten en lasten als bedoeld in artikel 4-34. eerste lid. 6. Indien do dekking van hot begrotingstekort vanuit do algemono reserve tekortschiet, wefët-eEen begrotingstekort van het deel van de begroting dat betrekking heeft op het programma van Natuur- en recreatieschap De HollandscheHollandse Biesbosch, dat is opgesteld voor 1 januari 2 0 1 1 , wordt over de deelnemers omgeslagen volgens de verdeelsleute4procentuele verdeling van baten en lasten als bedoeld in artikel 434, derde lid. 5rDe bedragen volgend uit het gestelde in het vijfde en zesde en zevende Hid Wanneer do vastgestelde begroting van het lichoom een tekort aanwijst, over do deelnemers om te slaan, zijn deze gehouden hun in de begroting geraamde bijdragen worden bij wijze van voorschot te-voldeeaan T ji.De omslag van het begrotingstekort, bedoeld in het derde lid, geschiedt conform de vordeelsleutel-als bedoeld in artikel 4 3 , eerste respectievelijk derde lideen procentuele verdeling van baten en lasten. ferZ^^Voldocning van het voorschot, bedoeld in hot derde lid, geschiedt in vier gelijke t e r m i j n e n , vervallende respectievelijk 1 maart, 1 j u n i , 1 september en 1 december van het desbetreffende begrotingsjaar. Artikel 4 Q 1 3 9 4Jaarrekeninq—en-verslog dit artikel in o v e r e e n s t e m m i n g b r e n g e n m e t art. 58b en S»-We4 4.Mot betrekking tot elk boekjaar logt hHot dagelijks bestuur zendt vooóór 1 m o i l 5 aefi) van het daaropvolgende iaor voorafgaande aan dot waarvoor do begroting diont, de algemene financiële on beleidsmatige kaders en de voorlopige jaarrekening aan de raden van de deelnemende gemeenten on aan provinciale stoten van de deelnemende provincies.aan het algemeen bestuur een jaarrekening over on een balans per 31 december van dot boekjaar. 2. Het dagelijks bestuur voegt daarbij het verslag van oen onderzoek naar de deugdelijkheid van do rekening, ingesteld door een niet in dienst van het openbaar
Versie-
11
*
Met o p m a a k : opsommingstekens en nummering
; Met o p m a a k : opsommingstekens en nummering
lichaam of van con von do deolnomero stoando, door hot algemeen bestuur aan to wijzen deskundige, 3, Zodra de stukken, bedoeld in het eerste en tweede lid, aan het algemeen bestuur zijn aangeboden, worden zij toegezonden aan de deelnemers en algemeen verkrijgboor gesteld tegen betaling van de kosten. 4, Van de vcrkrijgboorstelling, bedoeld in hot dordo lid, vindt openbore kennisgeving plaats. 5, Provinciale Staten en de raden kunnen binnen zes weken na toezending bij het algemeen bestuur hun zienswijze over de jaarrekening naar voren brengen. 6-L Het algemeen bestuur stelt de jaarrekening en de balans vast uiterlijk op 1 juli volgend op het j a a r waarop deze betrekking heeft. 2. Het dagelijks bestuur voegt daarbij het verslag van een onderzoek naar de deugdelijkheid van de rekening, ingesteld door een niet in dienst van het openbaar lichaam of van een van de deelnemers staande, door het algemeen bestuur aan te wijzen deskundige, 7.Na de vaststelling van de jaarrekening wordt een exemploar aan elk van do « deelnemers toegezonden vergezeld van de balans en het verslag, bedoeld in het tweede lid. 8,Het vijfde lid van artikel 387 is voor wat betreft de jaarrekening von overeenkomstige toepassing. 9T3. Het dagelijks bestuur zendt de jaarrekening binnen twee weken na de vaststelling, doch in ieder geval voor 15 juli volgende op het jaar waarop deze betrekking heeft, aan ömde Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. 4r6v4. Vaststelling van de jaarrekening strekt het dagelijks bestuur tot décharge, behoudens later in rechte gebleken valsheid in geschrifte of andere onregelmatigheden. Artikel 4Qi2 e O n d e r z o e k 1. De fflMinister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, Gedeputeerde Staten en burgemeester en wethouders van de deelnemende gemeenten kunnen het geldelijke beheer en de boekhouding van het openbaar lichaam te allen tijde aan een onderzoek onderwerpen. 2. Aan de daartoe door hen aan te wijzen ambtenaren moeten desgevraagd alle voor dit onderzoek nodige inlichtingen worden verstrekt. Artikel 44-S3 « G a r a n t i e ten a a n z i e n v a n financiële v e r p l i c h t i n g e n 1. De deelnemers zullen er steeds zorg voor dragen dat het openbaar lichaam te allen tijde over voldoende middelen beschikt om aan al zijn verplichtingen jegens derden te kunnen voldoen. 2. Indien aafl-het algemeen bestuur van het openbaar lichaam blijkt dat een deelnemer weigert deze noodzakelijke middelen om te kunnen voldoen aan de in het eerste lid bedoelde verplichtinguitqaven in de begroting op te zottennemen. doet het algemeen bestuur onverwijld aan gGedeputeerde sStaten het verzoek over te gaan tot toepassing van art. 194 en 195 Gemeentewet respectievelijk een verzoek aan de Min ster tot toepassing van art. 198 en 199 Provinciewet. 3. De deelnemers verbinden zich in geval van opheffing van het openbaar lichaam een liquidatieplan op te stellen dat voorziet in de verplichting van de deelnemers alle rechten en verplichtingen van het openbaar lichaam over de deelnemers te verdelen op een in het plan te bepalen wijze. Artikel 4 3 4 3 - b B i i d r a g e n in het nadelige saldo 1. De procentuele verdeling van baten en lasten, als bedoeld in artikel 380, van een door het algemeen bestuur vastgestelde rekening k o m t ten laste van de deelnemers overeenkomstig de volgende bepalingen: a. van het tekort komt 2 5 % voor rekening van de provincie Noord-Brabant en 2 5 % voor rekening van de Provincie Zuid-Holland;
Versie 33.8+2
12
( Het Met opmaak: o p m a a k : opsommingstekens opsommingstekens en en nummering nummering
b. van het t e k o r t komt 5 0 % voor rekening van de deelnemende gemeenten naar rato van het aantal inwoners van die gemeenten, waarbij als inwonertal van een gemeente wordt gehanteerd het door het Centraal Bureau voor de Statistiek bekend gemaakte cijfer per 1 januari van het verslagjaar. 2. Het gestelde in het eerste lid geldt niet voor het programma van Natuur- en recreatieschap De Hollandsehe Biesbosch. dat is opgesteld voor 1 januari 2 0 1 1 . 3. Het programma als bedoeld in het tweede lid wordt als afzonderlijk programma gefinancierd door degenen die voor 1 januari 2011 deelnamen aan dit programma, waarbij Voor het programma bedoeld in het tweede lid, blijft de verdeelsleutel zoals deze gold voor 1 januari 2 0 1 1 , zijn werking behouden en dit programma wordt als afzonderlijk compartiment gefinancierd door degenen die voor 1 januari 2011: deelnamen aan dit programma.het nadelige saldo van de rekening van baten en lasten als volgt over de deelnemers wordt verdeeld: - ten laste van de provincie Zuid Holland -25% - van het restant ten laste van de Gemeente Dordrecht 87.5% - en ten laste van de Gemeente Sliedrecht 12,5% Een batig saldo van het in het tweede lid bedoelde programma wordt in do alaemono reserve gestort-r 4. Wijzigingen in het programma, bedoeld in het tweede lid, kunnen alleen plaatsvinden met instemming van degenen die voor 1 januari 2011 deelnamen aan dat programma, ?r5. In afwijking van het eerste lid kan het algemeen bestuur zelf of op voorstel van een of meer deelnemers besluiten dat het nadelig exploitatiesaldo van een of meer daartoe in de programmabegroting aangewezen voorzieningen of onderdelen van de exploitatie geheel of gedeeltelijk rechtstreeks ten laste van een of meer deelnemers wordt gebracht op basis van een afwijkende verdeelsleutel. 3^6. Een besluit als bedoeld in het tweedeviifde lid, kan slechts worden genomen nadat alle daarbij betrokken deelnemers daarmee hebben ingestemd. 4rA Op een voorstel als bedoeld in het tweedevijfde lid, inhoudende een begroting voor tenminste de eerste vier jaar en een verdeelsleutel wordt door de betrokken deelnemers binnen drie maanden na toezending beslist. 5^;L Een batig saldo van een door het algemeen bestuur vastgestelde rekening wordt in de algemene reserve gestort. HOOFDSTUK IX Archief Artikel 4 3 4 5 A r c h i e f De bepalingen van de Archiefwet en de daaruit voortvloeiende uitvoeringsvoorschriften, voor zover betrekking hebbend op de archiefbescheiden van de deelnemers zijn van overeenkomstige toepassing op het openbaar lichaam. H O O F D S T U K X T o e t r e d i n g , uittreding, w i j z i g i n g e n opheffing Artikel 4 4 5 6 «Toetreding 1. Toetreding van een nieuwe deelnemer behoeft de instemming van ten minste drievierde van de deelnemers aan de regeling. 2. Naast het besluit t o t instemming, bedoeld in het eerste lid, stellen de deelnemers tevens een wijzigingsregeling vast, waarin de toetreding van de nieuwe deelnemer wordt verwerkt. Artikel 4 5 6 7 « u i t t r e d e n 1. Een deelnemer kan uittreden door toezending aan het algemeen bestuur van een daartoe strekkend besluit van haar bestuursorganen. 2. Het algemeen bestuur stelt met tweederde van het aantal stemmen de voorwaarden vast waaronder de uittreding, bedoeld in het eerste lid, geëffectueerd kan worden en regelt de financiële en overige gevolgen van de uittreding.
Versie 33.8+2
1
3. Tenzij het algemeen bestuur een kortere termijn bepaalt, kan de uittreding niet eerder plaatsvinden dan 31 december van het tweede kalenderjaar volgend op de d a t u m van het in het eerste lid bedoelde uittredingsbesluit. Artikel 4 6 ? 8 w W i i z i q i n q , intrekking en opheffing 1. Zowel het Dagelijks Bestuur, als de bestuursorganen van de deelnemers aan deze regeling kunnen voorstellen doen tot wijziging, intrekking of opheffing van de regeling. 2. Deze regeling kan worden gewijzigd of ingetrokken bij besluit van tenminste tweederde van het aantal deelnemers. 3. Het openbaar lichaam kan worden opgeheven bij besluit van tenminste tweederde van 'iet aantal deelnemers. 4. Het besluit tot opheffing, bedoeld in het tweede derde lid, regelt de financiële en andere gevolgen daarvan voor de deelnemers en het overige personeel. 5. Tenzij het algemeen bestuur anders bepaalt, is het algemeen bestuur belast met de uitvoering van de opheffing van het lichaam. HOOFDSTUK XI Slot- en overgangsbepalingen Artikel 4 ^ 8 9 P t a a t s v e r v a n o i n q b B e n o e m i n g De eerste benoeming van de leden van het algemeen bestuur, alsmede van de plaatsvervangende leden wordt geacht te zijn ingegaan met ingang van de dag waarop deze regeling in werking treedt. Artikel 4 8 9 5 0 I n t r e k k i n g i^Dc Gemeenschappelijke regeling Notuur en recreatieschap De Hollondsc Biesbosch wordt ingetrokken. De Gemeenschappelijke regeling Natuur- en recreatieschap Nationaal Park De Biesbosch wordt ingetrokken. Artikel 49561 O v e r g a n g s r e c h t Het algemeen bestuur van Notuur en recreotieschop Nationaal Pork De Biesbosch voert de opheffing uit van hot openbaar lichaam Notuur en recreatieschap Nationaal Park Do Biesbosch. Het algemeen bestuur van Natuur- en rocroatieschap De Hollandsche Biesbosch rogolt de toetreding von de nieuwe deelnemers en de noomswijziging van Natuur- en recreatieschap De Hollandsche Biesbosch naar Parkschop Nationaal Pork Do Biesbosch. Het openbaar lichaam van deze regeling treedt in de rechten en plichten van de regelingen, genoemd in artikel 4-Z950 voor wat betreft de daarin omschreven taken en bevoegdheden. 4. Regelingen en de doorop berustende bepolingon die voor 31 december 2010 zijn vastgesteld door het bevoegd gezag van Natuur en recreatieschap Nationaal Park De Biesbosch of het bevoegd gezag van Notuur en recreatieschap De Hollandsche Biesbosch blijven hun golding behouden tot 1 januari 2013, voorzover het bevoogd gezag van Parkschop Nationaal Park De Biesbosch, deze regelingen niet eerder vervollen verklaart. 5. Artikel 423, eerste en tweede lid, geldt niet voor de programma's van Natuur en recreatieschap Nationaal Park De Biesbosch en Notuur en recreatieschap Do Hollondsche Biesbosch, opgesteld voor 1 jonuori 2 0 1 1 . —Voor de programma's, bedoeld in het vijfde lid, blijven de verdeelsleutels, zools deze golden voor 1 januari 2 0 1 1 , hun werking behouden en deze programma's worden als afzonderlijk compartiment gefinancierd door degenen die voor 1 jonuori 2011 deelnomen aan het desbetreffende programma. ^—Wijzigingen in de progromma's, bedoeld in het vijfde lid, kunnen alleen plaatsvinden met instemming van degenen die voor 1 januari 2011 deelnomen oan het desbetreffende programma.
Versie 33.812
14
Met o p m a a k : opsommingstekens en nummering
Artikel 504-2 I n w e r k i n g t r e d i n g Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2 0 1 1 . Artikel 54-23 B e k e n d m a k i n g De gemeente DordrechtProvincieGedeputeerde Staten van Noord-Brabant tszijn verantwoordelijk voor de bekendmaking van wijzigingen van deze regeling. Artikel 5 3 4 Citeertitel Deze regeling wordt aangehaald als: Gemeenschappelijke regeling Parkschap Nationaal Park De Biesbosch.
's-Hertogenbosch, (datum) (datum) Provinciale Staten van Noord-Brabant Brabant
's-Hertogenbosch, Gedeputeerde Staten van Noord-
de voorzitter,
de voorzitter,
de griffier,
secretaris,
Den-Haag, (datum) Provinciale Stater van Zuid-Holland Holland
Den-Haag, (datum) Gedeputeerde Staten van Zuid-
de voorzitter,
de voorzitter,
de griffier,
secretaris,
Dordrecht, (datum)
(datum)
de raad van de gemeente Dordrecht,
Dordrecht, het college van B&W van Dordrecht
de voorzitter,
de voorzitter,
de griffier,
de secretaris,
Drimmelen,
(datum)
de raad van de gemeente Drimmelen,
Drimmelen,
het college van B&W van Drimmelen
de voorzitter,
de voorzitter,
de griffier,
de secretaris,
Sliedrecht, (datum)
(datum)
de raad van de gemeente Sliedrecht,
Sliedrecht, het college van B&W van Sliedrecht
de voorzitter,
de voorzitter,
de griffier,
de secretaris,
Versie 13.6K
(datum)
15
Werkendam,
(datum)
de raad van de gemeente Werkendam,
Werkendam,
het college van B&W van Werkendam,
de voorzitter,
de voorzitter,
de griffier,
de secretaris,
Versie 33.ej2
(datum)
16