Marktplein Hengelo 1e jaars T&L-opdracht voor de module beleid
Voor de 1e jaars T&L-opdracht voor de module beleid moest elke student een openbare plek uitkiezen die die goed kent en die (in zijn/haar ogen) niet goed functioneert. Door middel van analysemethodes, geinspireerd op het gedachtengoed van oa. Jane Jacobs en Kevin Lynch, werden de knelpunten blootgelegd en de potenties ontdekt. Op basis hiervan werd beleid geschreven om deze openbare ruimte te verbeteren. Ik koos het marktplein in Hengelo als locatie. Dit marktplein werd onlangs in een verkiezing, georganiseerd door de regionale krant TC Tubantia, uitgeroepen tot het lelijkste stukje van Hengelo. Dat gegeven is op zich al reden genoeg om actie te ondernemen – het betreft namelijk het hart van de Hengelose binnenstad – maar daarnaast is het marktplein in de periode 1997-2001 grondig, en tegen hoge kosten, gerenoveerd. Wat is er mis gegaan? Het marktplein Hengelo Het Marktplein van Hengelo is al heel lang een zorgenkindje van de gemeente. Het plein is ingericht als markten activiteitenplein. Daar is het plein erg geschikt voor. Maar op alle andere dagen, als er geen markt of ander evenement plaatsvindt, ligt het plein er eenzaam, verlaten
en kaal bij. Het functioneert niet en dat is zowel de gemeente als de inwoners van Hengelo (de belangrijkste gebruikers van het plein) een doorn in het oog. De mens centraal Bij de analysemethode staat de mens centraal, de gebruiker van het plein. De stelling die gehanteerd wordt om het succes te kunnen toetsen is dat de openbare ruimte pas succesvol is als hij daadwerkelijk gebruikt wordt. Zeker in een stedelijke omgeving is drukte, groepen mensen met een grote diversiteit in leeftijd, afkomst en persoonlijke voorkeuren, bepalend voor de sfeer in de openbare ruimte. Hoe meer zielen, hoe meer vreugd. Gevarieerd gebruik Om verschillende gebruikersgroepen te binden, moet de openbare ruimte aan een aantal voorwaarden voldoen. De plek moet sfeer hebben, een prettig gevoel geven en aantrekkelijk zijn, maar bovenal moet de plek een gevarieerd gebruik motiveren. Om een grote diversiteit aan gebruikersgroepen te kunnen binden en vermaken, moeten het plein een scala aan verschillende mogelijkheden hebben. Denk aan het bieden
Een druilerige vrijdagmiddag op het marktplein
Dame op leeftijd met steunkouzen en boodschappentrolley. Donkerblauwe regenjas, stippelsjaaltje. Ondanks de steunkouzen vrij chique gekleed. “Het voelt hier kil en leeg. Op zo’n druilerige dag als vandaag is het helemaal erg. Dan is het nog glad ook. Als de V&D niet aan de overkant van het marktplein zou liggen, dan zou ik hier helemaal niet komen. Ik moet daar een cadeautje voor mijn kleindochter kopen, ze is morgen jarig”
Moeder met jong kind (huilt) “Sorry, ik heb nu geen tijd. Mijn dochtertje moet naar het toilet” Oud mannetje met druipneus. Lijkt een beetje de weg kwijt. (misschien dement?) Hij heeft geen paraplui en ziet er een beetje natter uit dan gezond voor hem is.
Twee vriendinnen van - naar schatting - eind 40. Ze hebben grote lol samen, ondanks de motregen (delen een paraplui). “Ik heb net mijn nieuwe bril opgehaald bij Specsavers en ben er helemaal blij mee. Hij is zo anders dan mijn vorige, nu heb ik helemaal zin in een nieuwe outfit, of eigenlijk heeft zij (knikje opzij naar de vriendin) me dat aangepraat. Ik denk dat ik straks ook nog maar even naar de kapper ga. ” (vriendin lacht)
Jong stel. Loopt gearmd onder een paraplui. Hij houdt de paraplui vast én de tassen met zojuist gekochte kleding. Ze zijn op weg naar de H&M. Zij wil eigenlijk niet kletsen, maar hij wil wel wat kwijt. “Ik vind die tegels best mooi, maar het is allemaal wel heel erg grijs. Wat bomen zou het goed doen. Kijk maar naar de Oude Markt in Enschede, die heeft veel meer charme. Het is nu te koud om op een terras te zitten, maar zoiets zou in de zomer best leuk zijn. Ik heb nog wel meer ideeën, maar volgens mij wil mijn vriendin verder. Uitverkoop, hè?!”
Het is iets over 12 in de middag. Het moment waarop de ambtenaren van het gemeentehuis zich laten zien. In groepjes van 6 of 8 totaal niet bij elkaar passende mannen lopen met hun handen in hun zakken over het marktplein. Waarom zijn het altijd mannen? Of valt een groepje vrouwen misschien minder uit de toon?
van analyse... van ruimte om te zitten, ruimte voor spel, ruimte voor ontmoeting.De analyseHet is dan ook dit gegeven waaraan gewerkt moet worden bij de verbetering van een plein. Hoe krijgen we zoveel mogelijk mensen naar het plein? Wat vinden de gebruikers ervan, hoe ervaren ze de plek? Bij de analyse is begonnen met vast te stellen met welke gebruikersgroepen we te maken hebben. Waar komen ze vandaan, welke behoeftes hebben deze gebruikersgroepen en wat zijn de knelpunten in de huidige situatie. Gebruikersgroepen en ervaringen De belangrijkste gebruikersgroep is de groep mensen die in eerste instantie komt om te winkelen. Deze groep bezoekt de stad om andere redenen dan om het markt-
plein, maar passeert het marktplein vervolgens wel. Bij deze doelgroep is dan ook veel te halen. Andere gebruikersgroepen die kleiner zijn in aantal, maar wel mede bepalend zijn voor een gevarieerd gebruik, zijn bijvoorbeeld jongeren, kinderen uit de buurt en bejaarden.
Het heeft de diverse gebruikersgroepen feitelijk weinig te bieden, behalve als er markt of een ander evenement is. Er is beperkte mogelijkheid om te zitten, maar deze bankjes staan op een ongelukkige plek. Er is geen speelmogelijkheid en geen ruimte voor ontmoeting.
Aan de hand van diverse factoren die mede van invloed zijn op het ervaren van ruimte is verder geanalyseerd op welke punten het plein verbeterd zou kunnen worden. Hoe wordt de ruimte ervaren, hoe is de bereikbaarheid, hoe de toegankelijkheid? Voel je je welkom bij het bereiken van het plein.
Fysieke tekortkomingen Hoewel de bereikbaarheid goed is en de plek deel uitmaakt van belangrijke routes in het stedelijk weefsel (zelfs midden op een knooppunt ligt), is het plein niet in staat om mensen te binden. Niet het alleen het ontbreken van een gevarieerd aanbod ligt daaraan ten grondslag, maar ook fysieke tekortkomingen van het plein spelen daar een rol in.
Tekortkomingen in gebruik Het marktplein schiet op een groot aantal punten te kort.
Twee dames van begin 50 op een vrij vol terrasje aan het Burgemeester Jansenplein (dus net iets verder dan het marktplein). Op deze warme voorjaarsdag kunnen de jassen uit. Op mijn antwoord op de vraag waarom ik foto’s maak, krijg ik een felle reactie. “De markt is al zo lang een drama. Kijk, hier kun je lekker op een terrasje zitten, maar op het marktplein is het alleen maar kaal. Ik vind er echt niets aan. Saai en grijs. Wat? Heeft die binnenstad 22 miljoen gekost? Waar is dat dan in gaan zitten? Toch niet in die lelijke toren en die idiote lichtpalen?”
Een zonnige dinsdagochtend op het marktplein
Een dubbel bankje (met de ruggen tegen elkaar) wordt bevolkt door aan de ene kant een oude man alleen en aan de andere kant een vrij jonge man, ook alleen. Beide kijken wat voor zich uit. De jonge man heeft een Hematasje bij zich.
Moeder met jong kind (meisje) dat net loopt (kind loopt los). Moeder is ondertussen al een tiental meter verder, maar het jonge meisje vraagt zich nog even af of die enorme gevallen - het zijn de betonnen voeten van de lichtlinden, maar dat weet het meisje niet - misschien te beklimmen zijn. Moeder wacht er liever niet op en gebied het meisje te komen. Meisje schudt haar krullen, lacht en huppelt achter moeder aan.
Stel Marrokkaanse vrienden in een jolige bui. Of ze op de foto mogen? Maar natuurlijk (zie resultaat hiernaast). Het maakt ze niet zo heel veel uit, waarom ik foto’s maak, maar ze willen het toch eigenlijk wel weten. “Ja, het marktplein, daar mag wel eens wat aan gebeuren. Ze beloven al zo lang dat ‘ie wordt aangepakt, maar je ziet er steeds niets van. Ze doen steeds een beetje, zoals nu met die kiosk. Nou mevrouw, veel succes hoor, met foto’s maken. Dus we komen niet in de krant ofzo?”
Mevrouw van een jaar of 70 - of misschien nog net niet - crosst over het marktplein (net als iedereen overigens. Als er geen markt is, is dat gewoon de kortste weg). Twee jongens, 16 of 17, de één een afzakjeans met knalroze ondergoed, de ander een vieze grijze joggingbroek, maar wel een zorgvuldig gekozen pet met kleurige figuurtjes. Dit soort ijdelheid snap ik niet (ben vast te oud). Ze praten over FC Twente
...naar beleid Zo zijn de verhoudingen van de gebouwen langs de randen niet in verhouding met de afmetingen van het plein. De meeste gebouwen zijn te laag, waardoor het plein naar verhouding te groot en geven de gebruiker een agorafobisch gevoel (pleinvrees). Eén van de gebouwen (de Telgenflat) is echter juist te hoog. Dit pand, dat aan de zuidkant van het plein staat, neemt zon weg en komt te massief over. Ook aan de zijkant van het plein staat een té massief winkelblok met donkere entrees en een ontoegankelijke etalagepartij. Verder is de leesbaarheid van het plein voor verbetering vatbaar en zouden de toegangswegen aantrekkelijker kunnen worden gemaakt. Visie en PvE In mijn visie en programma van eisen draag ik richtin-
gen en oplossingen aan om de tekortkomingen van het plein te verbeteren. De belangrijkste speerpunt daarbij is dat het mogelijk moet blijven om het plein ook in te zetten voor evenementen en uiteraard de warenmarkt, want die wil niemand kwijt. Een flexibele inrichting vormt dus het uitgangspunt voor in ieder geval het grote middendeel van het plein. Aan de randen kan een meer vaste inrichting worden ontworpen. In het kader van die flexibiliteit draag ik mogelijkheden aan die het gebruik als evenementenplein niet in de weg staan. Denk aan verrijdbaar groen, de toepassing van een waterfeature die geheel ondergronds is weggewerkt en ‘op afroep’ kan worden bediend, dus als het warm genoeg is en er geen activiteit plaatsvindt. Ook het horecaplein dient een flexibele opzet te krijgen, zo-
dat de terrassen kunnen krimpen en uitbreiden indien de situatie daarom vraagt. Ook doe ik suggesties voor het aantrekkelijker maken van het stedelijk weefsel, de toe- en afvoerroutes van het plein. Verbeteringen op deze vlakken dragen niet alleen bij tot een sfeervoller marktplein en intensiever gebruik, maar zullen ook de omliggende zone ten goede komen. Verder laat ik de ‘kleine’ oplossingen niet achterwege. Wat weinig geld kost en toch voor meer sfeer zorgt, moet natuurlijk als eerste geprobeerd worden. Tot slot, en dat is misschien niet geheel mijn taak, zou ik willen aanzetten tot een mentaliteitsverandering bij de beleidsmakers om eens op een andere manier (en via de ogen van de burgers) naar het plein te kijken.