Markeren
Markeerdercursus VKt stageweekend 20-08-2016
De markeerder Moet aangesloten zijn bij de VVB maar niet noodzakelijk bij de club waar hij markeert. Is minimum 16 jaar.
dl.1 Voor de aanvang van de wedstrijd én voor de toss Bij VKt moet een markeerder zich geen zorgen maken om de hoofding van het wedstrijdblad. Die is altijd correct ingevuld dankzij de goede zorgen van Herman Vandepoele.
dl.1 Voor de aanvang van de wedstrijd én voor de toss Het vak “ploegen” Het Vak ‘Ploegen’ moet 30 minuten voor aanvang van de wedstrijd (40 minuten in Divisie en Nationaal) zijn ingevuld.
Thuisclub altijd links, bezoekers altijd rechts. De verantwoordelijkheid voor het invullen van dit luik ligt (in grote mate) bij de ploegen zelf. (ploegbegeleider / coach) Shirtnummer, spelersnummer (vergunning) Naam in drukletters en voornaam afgekort. Kapitein omcirkelen. Coach (evt. assistent-coach (AC) invullen Libero invullen voor de toss gebeurd is.
Code te vinden op de deelnemerslijst (zie vlgde slide) evenals stamnummer van de club (ook in te vullen door coach of ploegbegeleider)
Nog niet in te vullen en straks door de markeerder in te vullen: A/B Ook niet voor de toss: Handtekeningen
dl.1 Voor de aanvang van de wedstrijd én voor de toss Vul naam van de markeerder alsook zijn /haar vergunningsnummer in. Eventueel kan de tegenpartij ook een markeerder aanduiden. Beide markeerders moeten worden ingevuld voor aanvang van de wedstrijd. (kan ook na een set). De scheidsrechters zullen meestal hun naam pas aan het einde van de wedstrijd invullen.
Het vak “goedkeuring”
dl.1 Voor de aanvang van de wedstrijd én voor de toss In de hoofding moet de markeerder er wel op toezien dat de terreinafgevaardigde is ingevuld en dat hij /zij heeft getekend.
dl.2 Voor de aanvang van de wedstrijd en na de toss
Ploeg die aantreedt, links van de markeerder, is ploeg A. (in te vullen !!). Je kan dan ook de naam van die ploeg (voor gemak van markeren) inschrijven boven de set.
dl.2 Voor de aanvang van de wedstrijd én na de toss Ploeg A en B ook aanduiden in de rubriek “ploegen”.
dl.2 Voor de aanvang van de wedstrijd én na de toss De markeerder ziet er op toe dat na de toss de ploegkapiteins en de coaches hun handtekening plaatsen.
dl.2 Voor de aanvang van de wedstrijd De Scheidsrechter én na de toss informeert de markeerder wie de opslag heeft en wie moet recepteren. De markeerder duidt dit aan door de O te doorkruisen bij de ploeg met de opslag en de R bij de ploeg die recepteert. De markeerder kan ook al het aanvangsuur invullen.
De markeerder kan meteen ook al een kruis trekken in het eerste vakje bij de recepterende ploeg en de eerste opslagnemer aanvinken
dl.2 Voor de aanvang van de wedstrijd én na de toss De Romeinse cijfers komen De coaches dienen hun opstellingsbriefjes in en de markeerder noteert dit op het wedstrijdblad
overeen met de cijfers op het wedstrijdblad. De markeerder vult die gegevens in op het wedstrijdblad en controleert of de opgegeven nummers ook effectief in de rubriek ploegen terug te vinden zijn. Als er geen tweede scheidsrechter is, bezorgt de markeerder de briefjes aan de SR. Is er een tweede SR dan overhandigt hij ze aan de tweede SR.
dl.3 Tijdens de wedstrijd
1ste set • In setvak 1 naast begin het aanvangsuur invullen. • Voor elke opslag controleren of de juiste speler, zoals aangegeven in de rotatievolgorde, aan de opslag is. ** • De markeerder noteert de opslagen van elke speler in de vakken genummerd van 1 tot 8 te beginnen in de vakken nr. 1 en zo uiteindelijk (indien nodig tot 8).
Concreet: ploeg A heeft de opslag en nr. 8 moet opslaan. Dan vink je onder het nummer acht, het nummertje 1 aan.
** Bij een rotatiefout ben je verplicht eerst de fout te laten gebeuren en dan de scheidsrechter te verwittigen.
dl.3 Tijdens de wedstrijd
Ploeg A wint de rally. In de kolom punten, doorstreep je dan het cijfer 1 met een “/”. Ook de volgende rally wordt door ploeg A gewonnen en dus doorstreep je dan het cijfer 2 in de kolom punten. Dan verliest ploeg A de rally. De markeerder noteert het getal twee in het vak I onder speler nummer 8.
Ploeg B heeft dus een punt behaald en de markeerder vinkt het cijfer 1 aan in de kolom punten van ploeg B. Daarna vink je ook het cijfertje 1 in kolom II aan vermits deze speler nu aan de opslag komt. Ploeg B wint de volgende drie rally’s. Dat betekent dat je dus de cijfers 2,3 en 4 in de kolom punten afvinkt. Daarna verliest ploeg B de rally. Je vult dan 4 in in het vakje 1 van kolom II en dan ga je terug naar het vak van ploeg A waar je in de puntenkolom het derde punt afvinkt. De volgende rally gaat verloren voor ploeg A waardoor je dit afsluit door 3 te schrijven in vakje 1 in kolom 2.
dl.3 Tijdens de wedstrijd In het vak punten van ploeg B voeg je een punt toe en dan vink je in kolom III onder nummer 9 vakje 1 aan. Uiteraard opnieuw controleren dat nr. 9 wel degelijk aan de opslag staat. In dit voorbeeld scoort ploeg B dan nog vier punten vooraleer ploeg A er in slaagt de rally te winnen. Dus telkens het punt afvinken in de kolom punten en dan als de rally door de andere ploeg gewonnen wordt, het getal 9 invullen onder speler nr. 9 in het eerste vakje van kolom III.
dl.3 Tijdens de wedstrijd
Zo ga je verder tot het einde van de set. Op het einde van de set, noteer je het tijdstip waarop de set is beëindigd in de rechterbovenhoek.
Punten die in het vakje punten niet doorstreept zijn, worden geannuleerd.
Je omcirkelt het laatste punt dat gescoord is. Scoort de winnende ploeg op opslag van de tegenpartij, dan vul je 25 in het rotatievakje in en omcirkel je dat zonder het nummer af te vinken.
Het noteren van de time-outs
Het noteren van de time-outs.
De markeerder is verantwoordelijk voor het aangeven en chronometreren van de technische time-outs (in principe 1 minuut). Zorg dus dat je een fluitje binnen handbereik hebt of gebruik de buzzer. Technische time-outs worden niet op het wedstrijdblad vermeld.
Elke ploeg heeft recht op twee time-outs los van de technische time-outs. Bij elke Time-Out duidt de markeerder aan (t.o.v. de scheidsrechter) hoeveel T.O.’s elke ploeg gehad heeft. De time-outs worden genoteerd in het vak T (onder het vak punten) bij de ploeg die de time-out aanvraagt. Bij het noteren, schrijf je de eigen punten van ploeg eerst. De markeerder gebruikt de scoreborden om de tijd van de time-out te laten lopen (= 30sec.) Kan dat niet, moet hij/zij dit chronometreren en met een fluittoon aangeven. (of buzzer).
dl.3 Tijdens de wedstrijd Invullen gegevens in het vak Resultaat. Als je tijd hebt, kan je dat in principe na elke set doen. Maar het kan ook op het einde van de wedstrijd. Je telt het aantal TO, het aantal wissels en je noteert bij G(gewonnen) een 0 of een 1 en bij P (punten) het behaalde aantal punten.
Ook vul je de setduur (in minuten) in.
dl.3 Tijdens de wedstrijd
SET 2
Set 2. Ploegen wisselen van terrein. De ploeg die de vorige set in receptie stond heeft nu de opslag. Zelfde procedure als voor set 1. Wat het beginmoment van een volgende set betreft, is dat altijd het eindmoment van de vorige set + 3 minuten. Vermits de vorige set geëindigd was om 18.23 uur moet je de volgende set laten starten om 18.26 uur zelfs al is dat niet helemaal de realiteit.
(snelle) Wissels Goeie afspraken maken…..
De vervangingsprocedure begint bij de speler die in correcte spelerskledij en voorzien van het wisselplaatje, de wisselzone betreedt. Door de zoemer te gebruiken kondigt de markeerder aan dat een wisselprocedure wordt opgestart. De speler steekt zijn plaatje omhoog en begeeft zich naar de kant van het terrein en stelt zich op aan de zijlijn. De 2e scheidsrechter blijft op zijn plaats en blijft in visueel contact met de markeerder. Door 1 hand op te steken, geeft de markeerder aan dat de wissel regelmatig en aanvaard is. De 2e scheidsrechter staat de spelers toe om in het veld te gaan en weg te gaan door het huidige gebaar te doen. Wanneer de markeerder zijn inschrijvingen op het wedstrijdblad heeft beëindigd, steekt hij 2 handen op om aan te geven dat hij klaar is. De 2e scheidsrechter doet hetzelfde richting 1e scheidsrechter zodat deze de toelating kan geven voor de volgende opslag.
dl.3 Tijdens de wedstrijd: vervangingen. Vul het nummer van de vervangende speler in onder het nummer van de basisspeler die hij vervangt.
Vul daaronder de stand in waarbij dit gebeurt. Opnieuw noteren we de eigen punten eerst. Wanneer een basisspeler terugkeert, wordt het nummer van de WISSELSPELER omcirkeld. De stand, waarbij dit gebeurt, wordt daaronder genoteerd. Terug eigen punten eerst. Verwittig de SR bij de 5de en de 6de wissel van een team.
Einde set 2
dl.3 Tijdens de wedstrijd
dl.3 Tijdens de wedstrijd: de 5de set
* Bij de vijfde set wordt opnieuw getost. Het A of B-statuut van de ploeg blijft en afhankelijk van de toss noteert de markeerder de letters A of B bij ploeg. (Je kan meteen ook de meest rechtse kolom invullen want die is een kopie van de meest linkse kolom). * Daarna volg je de procedure als in de andere sets maar maak daarbij gebruik van de eerste twee vakken van “set 5”. *Het wisselen van terrein gebeurt na het achtste punt voor een van beide ploegen. Dan mag je niet verder werken in het eerste vak maar schrijf je verder in het derde vak. * Noteer voor de ploeg waarvoor je in het eerste vak aan het werken was, het aantal punten bij wisselen. Breng de T.O. en de wissels over naar het derde vak.
Alle punten die die ploeg scoort na de wissel, moeten dan in de meest rechtste kolom doorstreept worden. De punten die voor de wissel gescoord zijn, worden verticaal d.m.v. één lijn doorstreept.
dl.3 Tijdens de wedstrijd: sancties
Sancties voor spelvertraging
Is een ploegsanctie. Eerste overtreding: Waarschuwing (geen bestraffing). Te noteren bij waarschuwing met code SV. Tweede en verdere overtredingen: bestraffing. Rode kaart. Te noteren en punt (en opslag) voor tegenstander.
Sancties voor wangedrag : zijn voor een individuele speler of official (coach…). Bestraffing: Rode kaart Punt voor de tegenpartij en ook opslag gaat naar de tegenpartij. Uitwijzing: Rode én gele kaart in één hand. Te noteren maar geen consequenties naar punt of opslag Uitsluiting: Rode én gele kaart afzonderlijk. Te noteren maar geen consequenties naar punt of opslag. TIP: papiertje bijhebben en daar de zaken op noteren en pas na de wedstrijd invullen samen met de SR.
Rubriek Sancties
dl.4 Na de wedstrijd Invullen rubriek Resultaat Optelsom maken van de diverse kolommen. Opgelet totale duur wedstrijd moet gelijk zijn aan totale duur van de sets + Yx3 minuten waarbij Y het aantal gespeelde sets -1 is.
dl.4 Na de wedstrijd
Tip: laat de kapiteins enkel tekenen in aanwezigheid van de SR. Deze moet immers eerst nog de kans hebben om evt. opmerkingen op het blad te noteren.
dl.4 Na de wedstrijd Bedank de scheidsrechters en nodig hen uit om boven in de cafetaria nog iets te komen eten. Voor alle scheidsrechters is er immers een hapje voorzien.
Vragen?
Tijd om te oefenen (videofragment)