PSC Limburg
Wedstrijdblad
Markeren SCHEIDSRECHTERSCOMMISIE
Auteur:
Evers Frank
PSC Limburg
Wedstrijdblad
inhoudsopgave inhoudsopgave...........................................................................................................2 1 Algemeenheden........................................................................................................4 1.1 Plaats.................................................................................................................................4 1.2 Verantwoordelijkheden.......................................................................................................4
2 Invullen van het wedstrijdblad voor de toss............................................................6 2.1 De hoofding........................................................................................................................6 2.2 Het vak ploegen (rechts onderaan)....................................................................................7 2.3 Het vak goedkeuring..........................................................................................................9
3 Invullen van het wedstrijdblad na de toss en voor aanvang van de wedstrijd.......10 3.1 Setvak 1...........................................................................................................................10 3.2 Het vak Hoofding..............................................................................................................10 3.3 Het vak “Ploegen”............................................................................................................11 3.4 Het vak “RESULTAAT”....................................................................................................11 3.5 Setvakken 2 en 3.............................................................................................................12 3.6 Voor aanvang van iedere set en na ontvangst van opstellingsbriefjes............................12
4 Invullen van het wedstrijdblad tijdens de wedstrijd..............................................14 4.1 Nazicht van de opslagvolgorde en optekening van de punten........................................14 4.2 Wissel van spelers...........................................................................................................15 4.2.1 Uitvoeren van de snelle wissel Nationaal en Divisie......................................................15 4.2.1.1 De aanvraag................................................................................................................15 4.2.1.2 De aanvraag bevestigen.............................................................................................15 4.2.1.3 Hoe te werk gaan........................................................................................................15 4.2.1.4 Noteren van de wissel ...............................................................................................16 4.2.2 Uitvoeren van de wissel voor de provincie.....................................................................16 4.2.2.1 De aanvraag................................................................................................................16 4.2.2.2 De bevestiging............................................................................................................16 4.2.2.3 Hoe te werk gaan........................................................................................................16 4.3 Noteren van dode tijden ( Time-outs)..............................................................................17
PSC Limburg
Wedstrijdblad
4.4 Waarschuwingen (verbaal) en bestraffing (Gele en rode kaart):.....................................17 4.4.1 Onderscheid van 2 soorten............................................................................................17 4.5 Einde van de set:.............................................................................................................18
5 Afsluiten van het wedstrijdblad.............................................................................19 5.1 Het vak Resultaat.............................................................................................................19 5.2 Vak opmerkingen.............................................................................................................20 5.3 Vak goedkeuring..............................................................................................................20
6 Uitzonderingen en Tips..........................................................................................21
1
Algemeenheden
1.1
Plaats
De makeerder vervult zijn functies zittend aan de markeerderstafel aan de tegenovergestelde zijde van het speelveld, met zijn gezicht naar de eerste scheidsrechter. 1.2
Verantwoordelijkheden
−
−
−
−
Hij houdt het wedstrijdblad bij, overeenkomstig de regels en in samenwerking met de tweede scheidsrechter. Hij maakt gebruik van een zoemer of een ander geluidstoestel om onregelmatigheden mee te delen of om de aandacht van de scheidsrechters te trekken en dit op basis van zijn verantwoordelijkheden. De markeerder noteert vóór de wedstrijd en vóór het begin van de set: − De gegevens van de wedstrijd en de pleogen, de naam en het nummer van de liberospeler inbegrepen, volgens de van kracht zijnde voorschriften en hij laat de kapiteins en coaches ondertekenen; − de beginopstelling van iedere ploeg aan de hand van het opstellingsbriefje; Indien hij de opstellingsbriefjes niet tijdig krijgt, moet hij dit onmiddellijk aan de tweede scheidsrechter melden Tijdens de wedstrijd moet de markeerder: − de aangetekende punten noteren; − de opslagvolgorde van elke ploeg controleren en elke vergissing, onmiddellijk nadat de bal is opgeslagen, melden aan de scheidsrechters − zijn bevoegdheid gebruiken om de aanvragen voor spelerswissel te bevestigen en ook aan tekondigen door het gebruik van de zoemer en om hun nummer te controleren;(1) en de spelerswissels en de time-outs te noteren en de tweede scheidsrechter hierover te informeren; − de scheidsrechters verwittigen van ieder ongegrond verzoek voor onderbreking; − de scheidsrechter het einde van de set, en het aantekenen van het 8ste punt in de beslissende set melden; − de sancties noteren − de onderbreking tussen de sets controleren. Na het einde van de wedstrijd moet de markeerder : − Het eindresultaat inschrijven; − in geval van protest, mits voorafgaandelijke toelating van de eerste scheidsrechter, zelf de versie van de betwiste feiten op het wedstrijdblad schrijven of kan hij toelaten aan de ploegkapitein/spelkapitein dit zelf te doen; − na zelf het wedstrijdblad te hebben ondertekend, de ploegkapiteins en daarna de scheidsrechters laten ondertekenen.
syllabus markeren vvb.doc
4
Zoals u ziet bestaat het “werk” van de markeerder uit 4 grote delen: − Voor het uitvoeren van de toss − Na het uitvoeren van de toss en voor aanvang van de wedstrijd − Tijdens de wedstrijd − Afsluiten van het wedstrijdblad Deze 4 grote delen worden hier besproken en toegelicht.
syllabus markeren vvb.doc
5
2
Invullen van het wedstrijdblad voor de toss.
Ten laatste 25 min (provinciaal) of 40 min (divisie en nationaal) voor aanvang van de wedstrijd moeten volgende gegevens, IN HOOFDLETTERS, ingevuld zijn op het wedstrijdblad. 2.1
De hoofding
− − − − −
naam van de provincie invullen aard van de wedstrijd aankruisen niveau van de wedstrijd aankruisen en indien nodig aanvullen met A,B of C leeftijdscategorie aankruisen Terreinafgevaardigde: (naam, vergunningnummer) [Hij:of zij moet ook handtekenen]
− −
aankruisen: “Mannen” of “Vrouwen” namen van de ploegen volgens de kalender (thuisploeg links) de “cirkels” worden niet ingevuld plaats invullen Naam van de zaal, zoals vermeld in het kalenderboekje datum – uur (dag,maand-jaar) – aanvangsuur wedstrijd volgens kalender het wedstrijdnummer wordt genoteerd in het voorzien vak Homologatiecode Divisie en nationaal: indien op het formulier een rode letter staat, moet deze worden omcirkeld.
− − − − −
syllabus markeren vvb.doc
6
2.2
Het vak ploegen (rechts onderaan)
Linkerdeel van dit vak is bestemd voor de thuisploeg, het rechterdeel voor de bezoekers. − Nationaal en Divisie − Code van de deelnemerslijst en het stamnummer invullen (“cirkels” worden nog niet ingevuld) − van elke speler die aanwezig is: 9 Het shirtnummer 9 het vergunningsnummer 9 naam + initialen van de voornaam 9 Divisie: ¾ Spelers, die later toekomen, kunnen alleen worden ingeschreven tussen twee sets, mits toelating van de 1ste scheidsrechter. 9 Nationaal: ¾ Na de toss en ondertekening van de kapitein en coach mag er niemand meer worden bijgeschreven op het wedstrijdblad. − Het vergunningsnummer van de spelers met het statuut “NIET EU-SPELERS” wordt onderlijnd − De niet gebruikte lijntjes openlaten. − Het truinummer van de twee kapiteins wordt omcirkeld. − In de voorziene vakken worden de vergunningsnummers, de namen en de initialen van de voornamen van de coaches (C), assistent-coaches (AC), verzorgers (V) en dokters (D) ingeschreven. syllabus markeren vvb.doc
7
−
−
In het daarvoor voorziene vakje wordt het nummer, vergunningsnummer en naam van de libero ingevuld, vooraleer de ploegkapitein en coach getekend hebben. Provinciaal − Code van de spelerslijst invullen (“cirkels” worden nog niet ingevuld) Indien er jeugdspelers meedoen en zij staan niet vermeld op de deelnemerslijst, dan moet de code van de jeugdspelerslijst in het vak opmerkingen genoteerd worden (code jeugdspelerslijst “Club X” ABCD-123) − van elke speler die aanwezig is en volgens de spelerslijst: 9 Het shirtnummer 9 het vergunningsnummer 9 naam + initialen van de voornaam ¾ Spelers, die later toekomen, kunnen alleen worden ingeschreven tussen twee sets, mits toelating van de 1ste scheidsrechter. − De niet gebruikte lijntjes openlaten. − Het truinummer van de twee kapiteins wordt omcirkeld. − In de voorziene vakken worden de vergunningsnummers, de namen en de initialen van de voornamen van de coaches (C), assistent-coaches (AC), verzorgers (V) en dokters (D) ingeschreven. − In het daarvoor voorziene vakje wordt het nummer, vergunningsnummer en naam van de libero ingevuld, vooraleer de ploegkapitein en coach getekend hebben.
syllabus markeren vvb.doc
8
2.3
Het vak goedkeuring
− − − −
de naam van de markeerders (thuisploeg = 1 – bezoekers = 2) noteren In het vakje “Verg. nr. De vergunningsnummers inschrijven In het vakje Land, BEL invullen (indien Belgische nationaliteit) De markeerders tekenen het wedstrijdblad NA de wedstrijd.
syllabus markeren vvb.doc
9
3
Invullen van het wedstrijdblad na de toss en voor aanvang van de wedstrijd.
Na het uitvoeren van de toss vult de markeerder de volgende blokken in: 3.1
Setvak 1
−
− − −
3.2
We noteren in de linkerhelft de naam van de ploeg die de 1ste set LINKS van de markeerder zal spelen. Deze ploeg speelt de ganse wedstrijd onder het statuut “A”. We vullen analoog de rechterhelft in. Deze ploeg speelt de ganse wedstrijd onder het statuut “B”. Bij de ploeg die de eerste opslag geeft, doorkruisen we de “O” (in het cirrkeltje) alsook duiden we het kleine cijfer 1 in het eerste rotatievakje aan. Analoog doorkruisen we de “R” (in het cirkeltje) bij de ploeg die de eerste receptie doet. Tevens wordt het eerste rotatievakje van deze ploeg doorkruist.
Het vak Hoofding
− −
In de “cirkels” van het vakje ploegen vullen we de respectievelijke letters “A” en “B” in volgens hun in set 1 verkregen statuut. De kleine A/B worden NIET doorstreept.
syllabus markeren vvb.doc
10
3.3
Het vak “Ploegen”
− − −
3.4
Ook hier vullen we de letters “A” en “B” De kleine A/B worden hier ook niet doorstreept In het vakje “PLOEGKAPITEIN” en “COACH” tekenen de kapiteins en de coaches voor juistheid van de gegevens van de ploeg.
Het vak “RESULTAAT”
−
Hier vullen we de namen van de ploegen in volgens hun letter.
syllabus markeren vvb.doc
11
3.5
Setvakken 2 en 3
−
3.6
Naar analogie van setvak 1 kunnen we nu al de hoofding van setvakken 2 en 3 invullen. (uitgezonderd bij reservewedstrijd (divisie), waar bij een stand van 1 – 1 opnieuw de toss uitgevoerd wordt). Voor aanvang van iedere set en na ontvangst van opstellingsbriefjes.
− −
na ontvangst van de opstellingsbriefjes controleert de markeerder eerst of de vermelde nummers wel degelijk voorkomen in het vak ploegen Hij schrijft de nummers van de “basisspelers” onder de Romeinse cijfer I tot en met VI en dit in de juiste opslagvolgorde en bij de juiste ploeg. Onder het Romeinse cijfer I komt het cijfer dat rechts onder het opstellingsbriefje staat, onder de II het cijfer rechts boven, onder de III het cijfer bovenmidden, enz. Met een klein streepje onder het nummer van de kapitein kun je heel snel de scheidsrechters inlichten wanneer de kapitein bij een wissel het terrein verlaat.
syllabus markeren vvb.doc
12
−
aanvangsuur van de 1ste set wordt ingevuld in het vakje “BEGIN”. Dit beginuur wordt ook in het vakje “RESULTAAT” het beginuur ingevuld. Komt dit uur niet overeen met het beginuur uit de hoofding, dan zal de SR (of de markeerder in opdracht van de SR) de reden vermelden in het vak opmerkingen.
syllabus markeren vvb.doc
13
4
Invullen van het wedstrijdblad tijdens de wedstrijd.
4.1
Nazicht van de opslagvolgorde en optekening van de punten.
Alle sets worden gespeeld naar “Rally Point systeem”. − Staat de rechter achterspeler van de opslaggevende ploeg in de opslagzone klaar om op te slaan? − Als de opslaggevende ploeg de spelfase wint, zal de markeerder het volgende kleine cijfertje, te beginnen bij 1, uit de “PUNTENKOLOM” doorstrepen. − Indien de opslaggevende ploeg, de spelfase en dus de opslag verliest, gaat de markeerder als volgt te werk: 9 in het rotatievakje van de ploeg die de spelfase verliest, schrijft hij het laatste doorstreepte cijfertje uit de respectievelijke “PUNTENKOLOM” in. 9 Bij de ploeg die de spelfase wint doorstreept hij in de “PUNTENKOLOM” het eerstvolgende kleine cijfertje alsook het kleine cijfertje uit het rotatievakje van de opslaggever 9 hij controleert of de juiste speler de opslag gaat uitvoeren
−
9 indien een verkeerde speler de opslag uitvoert, zal hij, nadat de opslag werd gegeven, zo snel mogelijk de 2de scheidsrechter inlichten over deze rotatiefout. In dit geval gaat de opslag naar de tegenstrever en wordt de procedure bij opslagwissel toegepast. Opmerking: De fout laten gebeuren!! 9 een ploeg wint een set (1ste, 2de, 3de en 4de set) bij het behalen van 25 punten met een verschil van 2 punten – zonder limiet. Voor de aanvang van de 5de beslissende set wordt de toss opnieuw uitgevoerd. 9 Het statuut “A” en “B” blijft behouden. 9 Bij het begin van deze set wordt het linker- en middelste deel van het vak gebruikt. Naast de naam van elke ploeg worden de corresponderende letters “A” en “B” in de 'cirkels' ingeschreven 9 Bij kampwisseling: indien een ploeg 8 punten heeft bereikt, wordt er van kamp gewisseld. Nu worden het middelste- en rechter deel van het setvak gebruikt.
syllabus markeren vvb.doc
14
De naam van de ploeg met de letter “A” of “B”, de opstelling van de spelers en eventuele wissels worden naar het rechter deel overgebracht. Bovendien worden de toegestane T.O's uit het linkerdeel overgenomen. De punten van de ploeg, die na de kampwisseling rechts van de markeerder gaat spelen, worden ingeschreven in de cirkel “PUNTEN BIJ WISSEL”. De rotatie wordt niet overgebracht. Indien de ploeg die eerst links van de markeerder speelt en 8 punten behaald heeft en aan de opslag was, wordt in het rechtergedeelte het kleine streepje in het rotatievakje NIET doorstreept In de beslissende set wordt er verder gespeeld tot één van de ploegen minimum 15 punten heeft behaald met een verschil van 2 punten – ook zonder limiet. 4.2
Wissel van spelers.
4.2.1
Uitvoeren van de snelle wissel Nationaal en Divisie
4.2.1.1 De aanvraag − −
De eigenlijke aanvraag voor spelerswissel is het betreden van de wisselzone door de wisselspeler(s), klaar om te spelen en dit tijdens een reglementaire spelonderbrekening. Indien een ploeg gelijktijdig wenst over te gaan tot meer dan één spelerswissel, moeten alle spelers die gaan wisselen zich op hetzelfde moment melden in wisselzone om te kunnen beschouwd worden binnen eenzelfde aanvraag. In dit geval moeten de spelerswissels opeenvolgend uitgevoerd worden één na één en dit per duo spelers.
4.2.1.2 De aanvraag bevestigen −
de aanvraag voor spelerswissel wordt bevestigd en aangekondigd door de MARKEERDE R of tweede scheidsrechter, door respectievelijk de ZOEMER of een fluitsignaal te gebruiken
4.2.1.3 Hoe te werk gaan. −
Door de zoemer te gebruiken kondigt de markeerder aan dat een wisselspeler wordt opgestart − Controle of wissel rechtmatig is (truinummer, aantal wissels, enz...) − Door 2 handen op te steken, geeft de markeer aan dat de inschrijving op het wedstrijdblad is beëindigd. − Bij meerdere wissels tegelijkertijd, moet ook de procedure gerespecteerd worden. Bijvoorbeeld 2 spelerswissels: 1. zoemer gebruiken 2. controle eerste wissel 3. 1ste wissel noteren 4. controle 2de wissel 5. 2de wissel noteren 6. 2de wissel genoteerd 2 handen opsteken Een bedenking: − de markeerder moet veel attenter zijn en moet de werkwijze rond één of twee handen opsteken zeker respecteren. syllabus markeren vvb.doc
15
4.2.1.4 Noteren van de wissel − − − 4.2.2
het nummer van de wisselspeler wordt ingeschreven in het vakje onder het nummer van de basisispeler die het veld verlaat. In dezelfde kolom wordt in het vakje “stand” de setstand ingevuld (steeds de punten van de aanvrager eerst). Indien de basisispeler terug zijn plaats inneemt, wordt het nummer van de wisselspeler omcirkeld. De setstand op dat ogenblik wordt ingevuld. Uitvoeren van de wissel voor de provincie
4.2.2.1 De aanvraag −
De aanvraag wordt gedaan door de coach met het bijhorende teken (wissel) eventueel gevolgd door het aantal wissels te tonen.
4.2.2.2 De bevestiging −
de aanvraag voor spelerswissel wordt bevestigd en aangekondigd door de tweede scheidsrechter, door een fluitsignaal te gebruiken en het overeenstemmende teken te tonen.
4.2.2.3 Hoe te werk gaan. − − − −
Controle of wissel rechtvaardig is (truinummer, aantal wissels, enz...) Wissel noteren Door 2 handen op te steken, geeft de markeer aan dat de inschrijving op het wedstrijdblad is beëindigd. Bij meerdere wissels tegelijkertijd, moet ook de procedure gerespecteerd worden. Bijvoorbeeld 2 spelerswissels: 1. controle eerste wissel 2. 1ste wissel inschrijven 3. controle 2de wissel 4. 2de wissel inschrijven 5. 2de wissel genoteerd 2 handen opsteken.
syllabus markeren vvb.doc
16
4.3
Noteren van dode tijden ( Time-outs)
Waar er gespeeld wordt met Technical Time Out (TTO) is de procedure als volgt: − Set 1,2,3 en 4: TTO melden met een zoemer zodra een ploeg acht punten heeft behaald en een tweede TTO melden zodra een ploeg 16 punten heeft behaald. Elke TTO duurt 60 seconden. Het einde wordt ook gemeld door de markeerder mbhv een zoemer. − Per set heeft elke ploeg recht op 2 zelf aan te vragen Time-outs van 30 seconden, gemeld door de scheidsrechter. Enkel de zelf aangevraagde time-outs worden vermeld op het wedstrijdblad (punten aangevraagde ploeg eerst). − Set 5 heeft geen TTO. Elke ploeg heeft recht op 2 zelf aan te vragen Time-outs van 30 seconden. 4.4
Waarschuwingen (verbaal) en bestraffing (Gele en rode kaart):
4.4.1
Onderscheid van 2 soorten.
•
Waarschuwingen en/of bestraffingen voor wangedrag:
•
◦ De waarschuwing wordt verbaal aan de kapitein medegedeeld (wordt niet op het wedstrijdblad vermeld). ◦ De kaarten worden getoond in de richting van de betrokken persoon. ◦ Aan spelers en wisselspelers: Deze worden ingeschreven in het vak “SANCTIES” op de volgende manier: ▪ Nummer speler in overeenstemmend vakje: B (bestraffing), Uw (uitwijzing) en Us (Uitsluiting) ▪ speler van Ploeg “A” of “B” ▪ de set waarin de kaart wordt gegeven ▪ de stand (eerst de punten van de bestrafte) De punten verkregen door bestraffing van de tegenstrever moeten in de kolom “punten” omcirkeld worden. ◦ Andere leden van de ploeg: ▪ Deze worden op dezelfde manier ingeschreven: C= coach, AC= Assistent-coach, V=verzorger en D= Dokter Waarschuwingen en/of bestraffingen voor spelvertraging:
syllabus markeren vvb.doc
17
◦ zij worden steeds gegeven aan de volledige ploeg door de hand of de kaart (bestraffing) tegen het uurwerk te houden ◦ ze worden ingeschreven in het vak “SANCTIES” op dezelfde manier maar met vermelding SV i.p.v. het nummer
4.5
Einde van de set:
− − − −
Het uur wordt ingeschreven in het vakje “EINDE”. In elke puntenkolom wordt het laatst doorstreepte cijfertje onderlijnd en de overige cijfers worden doorkruist. De gemaakte punten van de ploegen worden ingeschreven in het rotatievakje van de speler die het laatst heeft opgeslagen of het vakje ernaast. Het eindresultaat van elke ploeg wordt zichtbaar gemaakt door de laatst ingevulde score in de rotatietabel te omcirkelen.
syllabus markeren vvb.doc
18
5
Afsluiten van het wedstrijdblad
5.1
Het vak Resultaat
−
Voor elke ploeg worden per set de volgende gegevens vermeld: − in de kolom “TO”: het aantal dode tijden. − in de kolom “Wi”: het aantal spelerswissels. − In de kolom “G”: het cijfer 1 bij de ploeg die de set won, het cijfer 0 wordt genoteerd bij de ploeg die de set verloor − in de kolom “P”: de gemaakte punten. − Per set wordt in de kolom “SET-DUUR” de duur in minuten ingevuld. − Op de lijn “TOTALE DUUR SETS” wordt per kolom het totaal vermeld. −
In het vakje “EINDE WEDSTRIJD” wordt het einduur ingevuld.
−
In het vak “WINNAAR” wordt de naam geschreven van de ploeg die de wedstrijd won, alsook het eindresultaat 3: .. (voor de reservewedstrijd mogelijks 2 :1 ).
− −
In het vak “TOTALE DUUR WEDSTRIJD” wordt de totale wedstrijdduur in uren en minuten ingevuld. Niet gebruikte vakjes worden ingevuld met een 0
syllabus markeren vvb.doc
19
5.2
Vak opmerkingen
− − − − − 5.3
Vermelden van tekorten in administratie of homologatie vermelden van laattijdig aanvangen wedstrijd. Vermelden van mogelijke kwetsuren vermelden van uitwijzingen en/of uitsluitingen voor wangedrag met reden. Vermelden indien de libero's NIET hebben gespeeld. Vak goedkeuring
De volgende personen tekenen ter goedkeuring, nadat alle vermeldingen op het blad werden aangebracht: − markeerder 2 − markeerder 1 − Kapitein A/B − 2de Scheidsrechter − 1ste Scheidsrechter − (Liga Commissaris)
syllabus markeren vvb.doc
20
6
Uitzonderingen en Tips −
In bekerwedstrijden met voorgift plaatsen we de punten voorgift in een kadertje (rechthoekje).
− − − −
Vermelding in het vak opmerkingen. Als de rotatievakjes in een set allen vol zijn (8 volledige rotaties), herbegint men het best in dezelfde rotatievakjes maar in een duidelijk verschillende kleur. (Een blanco wedstrijdblad of een ander papier kan als noodoplossing dienen).
−
Het is steeds aan te raden een papier bij de hand te hebben om notities te nemen (bijvoorbeeld waarschuwingen en bestraffingen noteren).
−
Bij een rotatiefout ben je verplicht eerst de fout te laten gebeuren en dan de scheidsrechter te verwittigen.
−
Let er echter op, dat je zelf geen fout gemaakt hebt.
− − − − − −
Je kunt door een onoplettendheid een opslagwissel van één ploeg niet genoteerd hebben en bij de volgende rotatie heb je prijs! Kijk daarom vlug na of de ploeg waar het eerste rotatievakje doorkruist is wel één rotatie voor, of gelijk staat met de andere ploeg! Na het aftekenen van het wedstrijdblad door alle betrokkenen, mag er niets meer aan het blad gewijzigd worden.
−
Indien een speler in een set de opslag voor zijn ploeg verliest, (bijvoorbeeld
− −
door de bal in het net te slaan) en onmiddellijk hierna een bestraffing krijgt, zullen er twee punten toegekend worden aan de andere ploeg. (Eén voor opslagwissel
−
en een 2de voor de bestraffing. Dit tweede moet omcirkeld worden)
−
Wanneer de links ingeschreven ploeg het 8 ste punt maakt, dan wordt bij de kampwisseling in het vakje van de speler aan de opslag niets ingeschreven. Na de kampwisseling wordt in het rechtse vak het minicijfertje van de opslaggever doorstreept. Bij opslagverlies worden de behaalde punten alleen bij de opslaggever in het rechts vak ingeschreven. Wanneer het laatste punt van een set, omwille van verlies van een spelfase, bij de tegenstrever moet bijgeschreven worden, dan schrijft men de eindstand in het volgende vakje van de rotaties en men omcirkelt dit (zonder het kleine cijfertje te doorstrepen).
− − − − −
syllabus markeren vvb.doc
21