www.korpsmariniersforum.nl
Mariniers Training Commando Commandant: KOLMARNS R. Springer Chef Staf: LNTKOLMARNS W.J. Briggen Chef d’Equipage/RSM: AOOMARNALG J. Veldhuis
KC MOX
(Kenniscentrum Militair Optreden onder Extreme Omstandigheden)
‘Het defensiebrede kenniscentrum voor optreden in de jungle, de bergen en onder arctische omstandigheden’.
Door: MAJMARNS J.W. van Dijk Foto’s: Cees Baardman
Personeel van het KC MOX is de afgelopen periode druk geweest met het ondersteunen van trainingen en opleidingen. De International Jungle Warfare Advisors Course (I-JWAC)-opleiding en de ML-3 opleiding waren hiervan in het najaar de belangrijkste. De I-JWAC die door onze Britse collega’s werd georganiseerd in Belize is uiteindelijk door enkel Nederlandse jungle-instructeurs en supervisors ondersteund. De ML-3 opleiding is geheel in eigen beheer ontwikkeld en is op tweederde van de opleiding. Een hele prestatie van het kader, aangezien er tot juni van dit jaar nog geen lessen, leerplannen of examenreglementen waren en de ondersteuning minimaal was gezien de prioriteiten die bij de inzet en voorbereiding voor ISAF lagen. De werken op hoogte (WOH) en de mountain module van de ML-3 opleiding zijn inmiddels afgerond en de overgeble-
ven dertien cursisten wacht alleen nog de vierweekse arctic module in Zweden. Naast de opleidingen in het buitenland is er in Nederland hard gewerkt om het kenniscentrum verder op de kaart te zetten. In overleg met LOsport, Luchtmobiele Brigade (LMB), staf CLAS en ten dele met
het Korps Commandotroepen (KCT) zijn afspraken gemaakt om te komen tot één opleiding werken op hoogte binnen heel defensie. In het vervolg van dit stuk ga ik verder in op deze ontwikkelingen, de ML-3 opleiding en de I-JWAC. Ik sluit af met een vooruitblik naar 2010 en 2015.
Ontwikkelingen KC MOX LD MOX en voorschriften
De concept LeiDraad Militair Optreden onder eXtreme omstandigheden is inmiddels door de andere krijgsmachtdelen van commentaar voorzien. Door het overleg dat is ontstaan naar aanleiding van dit commentaar is er besloten om een gemeenschappelijk hoofdstuk te schrijven in de leidraad waarin de joint verantwoordelijkheden eenduidig worden belegd. Onderliggend aan de leidraad wordt een voorschrift ontwikkeld wat de taken en verantwoordelijkheden van instructeurs (ML, IWOH, cordulet, HBF, et cetera) beschrijft. Zowel de leidraad als het voorschrift zijn in de eindfase van ontwikkeling. Het ziet ernaar uit dat we op korte termijn in de basis nog maar met één systematiek gaan werken binnen defensie.
De Jaune opleiding wordt in onze eigen sportopleiding opgenomen. Daarnaast kunnen sportinstructeurs indien gewenst de IWOH opleiding volgen.
opleiding. Ook volgend jaar is dit de insteek. LMB wil eigen instructiecapaciteit opbouwen en de LOsport organisatie gaat de ML-3 onder supervisie inzetten voor grensverleggende activiteiten en het ondersteunen van bijvoorbeeld mountain of arctic survival cursussen.
ML-3 doelgroep
Overlegorganen
ding ligt de nadruk naast het optreden onder extreme omstandigheden ook voor een deel op het instructie geven tot op pelotonsniveau. Dit jaar neemt personeel van LMB en de LOsport organisatie deel aan de ML-3
tweemaal per jaar een kwaliteitsbewakersoverleg, een algemeen stakeholdersoverleg en een MOX materieelsoverleg. Het KC MOX kan hierdoor een nog betere invulling geven aan de rol van defensiebrede normsteller en kwaliteitsbewaker.
De ML-3 opleiding is bedoeld om kaderleden en mariniers op te leiden tot specialist in het optreden onder bergachtige en arctische omstandigheden. In de oplei-
Er is met de zogenaamde primaire MOXstakeholders (Marns, KCT, LMB, LOsport) afgesproken dat het Hoofd KC MOX een drietal overlegorganen voorzit. Er komt
IWOH opleiding & omscholing
De opleiding tot (Instructeur) Werken Op Hoogte die dit jaar als pilot heeft plaatsgevonden is joint geëvalueerd. De preciese uitkomst laat nog op zich wachten. De IWOH wordt naast de Jaune opleiding (klimtoren instructeur) de nieuwe standaard binnen defensie. De volgende paarse IWOH opleiding start na het zomerverlof van 2010. De IWOH module kan als zelfstandige module worden doorlopen, maar is ook de eerste module van de ML-3 opleiding. De IWOH module wordt in zeer nauwe samenwerking met LOsport ontwikkeld. In het voorjaar van 2010 staan twee omscholingsmodules voor instructeurs van het CLAS (cordulet rouges) en het CZSK (ML’ers) gepland.
Berg & wintertraining (door: Kaptmarns Littel) De basis berg- en wintertraining heten vanaf 1 januari 2010 de Mountain Movement and Survival Course (MMSC) en respectievelijk de Arctic Movement and Survival Course (AMSC). Deze opleidingen duren elk drie weken. Na deze periode behaalt men de peoplesoftcode berg- of wintergetraind. Omdat er een opleidingscode aan de MMSC en AMSC is gehangen, is er weinig vrijheid voor commandanten om inhoudelijk aan deze periodes te sleutelen. De opleidingen staan onder supervisie van een ML supervisor en worden ondersteund
door ML-teachers (ML-2’s) en ML-instructors (ML-3’s) en voor de AMSC ook door MSI’s. Na de MMSC en AMSC kan een eenheid afhankelijk van de wensen en beschikbare tijd verder gaan met Mountain of Arctic Warfare Training. Deze wordt verzorgd door de eigen eenheidscommandant. Op deze wijze kan elke operationele gevechtseenheid zich concentreren op het militair optreden onder deze extreme omstandigheden met de eigen beschikbare middelen. Als afsluiting kan bijvoorbeeld een FTX worden gedraaid. Het is mogelijk om de warfare training en de FTX periode te combineren met schiettraining. QU A P ATET ORBIS - d ecemb er 2 0 0 9
45
MMSC In de MMSC krijgt de novice een opleiding in overleven, leven en vechten onder extreme bergachtige omstandigheden. Gedurende de MMSC ligt de nadruk de eerste twee weken op het veilig optreden onder bergachtige omstandigheden. In de laatste week ligt de nadruk op het militair optreden onder extreme omstandigheden. De militair zal dan organiek militaire opdrachten uitvoeren. Gedurende deze week doorloopt de militair de noodzakelijke minor tactics om te kunnen vechten in een bergachtige omgeving. Het grote verschil met de oude systematiek
is dat er minder nadruk wordt gelegd op survival en meer op het niveau 1 en 2 tactisch werken in de bergen.
AMSC De militair volgt eerst de AMSC course van drie weken. Gedurende deze opleiding krijgt de novice een opleiding in overleven, leven en vechten onder extreme arctische omstandigheden. Gedurende de eerste twee weken van de opleiding ligt de nadruk op operationele inzetbaarheid van de militair onder de arctische omstandigheden. Zo ligt niet meer de nadruk bij het ski-examen en het maken van keurige bochten, maar bij het operationeel verplaatsen met organieke militaire uitrusting. In de derde week van de AMSC wordt een pure ‘groene’ week georganiseerd. De militair zal organiek optreden en werken met systemen en middelen die hij normaliter ook gebruikt. Deze week wordt de militair opgeleid om te kunnen vechten onder arctische omstandigheden. Naast tactische verplaatsingen krijgt de novice lessen minor infantry tactics, zoals: de les patrol harbour, camouflage and concealment, het hanteren van een sporenplan, bullet penetration, sneeuw- en ijsverdedigingen. Tevens worden de schiethoudingen doorgenomen en worden technieken aangeleerd zoals bijvoorbeeld de diverse ski crawls.
Mountain Survival Course & Arctic Survival Course Voor het personeel dat de berg- en wintertraining ondersteunt, wordt een Mountain Survival Course (MSC) en een Arctic Survival Course (ASC) georganiseerd van drie dagen. In deze periode leert het ondersteunende personeel een aantal basisvaardigheden. Bijvoorbeeld in het geval van het stranden van een voertuig, dient ook het ondersteunend personeel over de noodzakelijke kennis te beschikken om te kunnen overleven onder extreme omstandigheden. Het personeel leert onder andere een veiligheidspakket samen te stellen en te gebruiken, om in noodsituaties te kunnen overleven.
ML-3 opleiding: mountain module
De mountain module omvat twee fases. Tijdens de eerste fase in Wales ligt de nadruk op het aanleren van persoonlijke-, instructeurs- en taakspecifieke Werken Op Hoogte (WOH) vaardigheden. De eindoefening van de fase Wales is gedoopt tot Exercise Strong Haul en wordt ook in de toekomst gedraaid volgens hetzelfde concept. Bij deze tussentijdse eindoefening ligt
de nadruk op het aftesten van basisvaardigheden die nodig zijn om te kunnen opereren onder extreme omstandigheden in de bergen, maar ook op het kunnen fungeren als leider, coach en adviseur in deze omstandigheden. Exercise Strong Haul (door: smjrmarnalg Beckers) Over een afstand van meer dan 45 kilometer van west naar oost door de bergen van Snowdonia National Park, wordt de cursist non-stop verrast met een aantal opdrachten. De eerste (groeps)opdracht is het voorbereiden en uitvoeren van een aantal zogenaamde highlines, waarmee een compagnie infanteristen met volledige uitrusting, zo snel en efficiënt mogelijk een verticaal obstakel dient te overwinnen. De rotsformatie aan de zuidwest zijde van Mount Snowdon is hiervoor de ideale locatie. De cursisten hebben binnen korte tijd de gehele stellage opgebouwd. De te gidsen eenheid stond binnen korte tijd een kleine 250 meter hoger op de berg. Gedurende de nachtelijke uren die volgen moet de ridgeline Crib Goch overwonnen worden. De beslissing om vaste touwen aan te leggen ligt volledig bij de cursist. De cursisten kunnen er afhankelijk van de omstandigheden ook voor kiezen om ‘vrij’ te verplaatsen. Uiteindelijk bleken de omstandigheden dusdanig extreem, dat er besloten moest worden om via de ontsnappingsroute de opdracht te vervolgen. Midden in de nacht krijgt de cursus de melding over de radio (for exercise) dat er twee gewonde en verdwaalde klimmers vast zitten op de berg. De cursus is op dat moment de meest geschikte bergreddingseenheid. De klimmers werden snel gelokaliseerd, gestabiliseerd en door middel van de UT2000 gewondenafvoerstretcher, richting het dal gebracht. Hier werden de slachtoffers op professionele wijze overgedragen aan het gereedstaande ambulancepersoneel. De route werd verder vervolgd in westelijke richting. Een volgend obstakel dat overwonnen wordt, is een snel stromende rivier. De cursisten zijn specialist en instructeur op het gebied van het oversteken van rivieren. Al snel stond eenieder ‘droog’ aan de overkant. Na een last push zaten alle aspirant Mountain Leaders voldaan aan een welverdiende pizza. De tweede fase vond plaats in Schotland in de omgeving van Garlocheah en Fort William. In Garlochead had de cursus de beschikking over een peloton van 11 INFCIE. Alle aangeleerde skills op het gebied van instructie, het voorbereiden QU A P ATET ORBIS - d ecemb er 2 0 0 9
46
en begeleiden van bergmarsen en het uitvoeren van standdagen konden met de gasteenheid worden beoefend. De aanwezigheid van deze gasteenheid was van grote waarde voor de cursisten omdat ze daardoor een indruk kregen van hoe het werkelijk is om instructie te geven aan novices. De Schotland periode werd afgesloten met de oefening Nevis Crusader. Exercise Nevis Crusader (door: smjrmarnalg Beckers) De eindoefening heeft tot doel om de aspirant Mountain Leader te testen op het zelfstandig opereren en verplaatsen in de extreme omstandigheden van de Schotse bergen. Daarbij wordt bepaald of hij over het vermogen beschikt om te herstellen in deze omstandigheden, na zware inspanning. De cursus krijgt een eenvoudige opdracht: “Verplaats per team met volledige bepakking (3e lijn) van drop off point naar pick up point”. Na bestudering van de opgedragen route blijkt dat dit minimaal drie dagen gaat duren en dat er onderweg meerdere natuurlijke obstakels overwonnen moeten worden. De route loopt van noord naar zuid over de Schotse Highlands in buurt van Fort William. De dagelijkse focus ligt op het beklimmen van een aantal Munro’s (een bergtop hoger dan 3000 feet) die allemaal hun eigen technische karakter hebben. De teams moeten zelf beslissen hoe moeilijkheden op de route overwonnen kunnen worden. Op dag 1 ligt de focus op de ridgeline overschrijding van de Ben Nevis, dag 2 de overschrijding van Mamores en dag 3 de Aonach Eagach ridgeline of de Three Sisters. De twee tussenliggende bivakperiodes zijn bedoeld om kort te herstellen en energie op te doen voor de dag erna. Na drie zeer lange en natte dagen kwam de cursus aan op het pick up point waar ze werden opgewacht door de gehele trainingsstaf. Ruim drie uur na het invallen van de duisternis kon de mountain module met een korte ceremonie worden beëindigd.
I-JWAC (door: opleidingskader jungle) De International Jungle Warfare Advisors Course in Belize is in het najaar gehouden met ondersteuning vanuit het UK Land Warfare Centre en het KC MOX. Cursisten worden in de I-JWAC opgeleid tot jungle warfare adviseur op compagnies niveau. Na het ondersteunen van één of meerdere JWC’s kunnen de adviseurs ook worden ingezet als volwaardige jungle warfare instructeurs. De I-JWAC zou in eerste instantie worden gegeven door twee Nederlandse en vier Britse instructeurs. Uiteindelijk is de opleiding door vier Nederlandse instructeurs en één supervisor gegeven en is het aantal cursisten bijgesteld naar vierendertig. Gezien eerdere ervaringen met de I-JWAC en de kwaliteit van de cursisten die uit de vorige I-JWAC kwamen is er goed aan gedaan om de kwaliteit van de opleiding te bewaken met onze eigen instructeurs. Naast de commandant en de HID ondersteunde de UK Army de opleiding met: vier medics, acht verbindelaars, drie tracker honden-
2010 teams, een oobevo, zes bootbestuurders, zes schietinstructeurs, een demolist en zes chauffeurs. Overige ondersteuning vanuit de UK en de BDF (Belizean Defence Forces): twaalf pax burgerpersoneel, drie helikopters en twee artsen. Het verzorgen van een dergelijke opleiding vergt dus een grote inspanning! De opleiding startte met vierendertig deelnemers waarvan vijf mariniers. Uiteindelijk haalden drie mariniers en dertien man van ‘luchtmobiel’ de eindstreep. De hoge uitval was vooral te wijten aan een onvoldoende fysieke voorbereiding en wellicht een onderschatting van de invloed die de jungle op de prestaties kan hebben. Er zijn blessures en mutaties ontstaan door infecties, verzwikte enkels, overbelasting, warmte letsel en algemene onervarenheid met opereren onder extreme omstandigheden. De leefwijze in de jungle, waaronder een aaneengesloten veldperiode van negenendertig dagen, is velen zwaar gevallen, maar heeft van de overgebleven zestien cursisten volwaardige I-JWAC’s gemaakt.
Het jaar 2010 ziet er voor het KC MOX ook weer uitdagend uit. Op jungle gebied ondersteunt personeel van het KC MOX tweemaal een JWC in Suriname. Daarnaast staat het jaar in het teken van het opleiden van instructeurs. In februari en augustus start de JWAC vanuit Brunei en in augustus start de I-JWAC vanuit Belize. Voor de mannen van mountain en arctic staat de afronding en evaluatie van de ML-3 opleiding op het programma, de ondersteuning van trainingen zoals joint winter in Zweden en de bergtraining, opleidingen zoals de MV opleiding, de pré ML, de SF klimmodule en zoals eerder aangehaald de omscholingen tot IWOH. Daarnaast wordt er in 2010 ook een start gemaakt met de jaarlijkse currency check en indien nodig bijscholing. In het najaar staat wederom de ML-3 opleiding gepland. Zoals reeds geïllustreerd met de I-JWAC vergen met name de instructeuropleidingen veel ondersteuning. De steeds verdergaande samenwerking met CLAS zorgt hier voor enige verlichting, maar de investering in de toekomst van het kennisdomein blijft ook op het gebied van logistieke en opleidingsondersteuning zwaar drukken.
2010-2015
Het KC MOX werkt momenteel volledig in lijn met de visie van CKM op de ontwikkeling van het Korps Mariniers tot 2015. Als kenniscentrum wordt bijgedragen aan het kennismanagement binnen het Korps en wordt invulling gegeven aan een aantal specifieke kenmerken van het Korps Mariniers. Optreden onder extreme omstandigheden staat open voor de gehele krijgsmacht, maar de manier waarop het Korps hierin een kwalitatief leidende rol speelt, kenmerkt onze organisatie. De komende twee tot drie jaar zal de nadruk blijven liggen op het opleiden van instructeurs. Zowel op jungle, maar met name op mountain- en arctic-gebied moet een inhaalslag gemaakt worden om de leidende rol op deze kennisgebieden te behouden. Een aantal specifieke kenniscentrum activiteiten komt hierdoor op het tweede plan. Dit is echter een bewuste keuze. Vooralsnog worden de belangrijkste verantwoordelijkheden van het kenniscentrum, die van normsteller en kwaliteitsbewaker, volwaardig ingevuld. Het kenniscentrum gaat een zeer interessante en uitdagende periode tegemoet. QU A P ATET ORBIS - d ecemb er 2 0 0 9
47
Door: KAPTMARNS H.W. de Blaauw Foto’s: AVDD
rond 06.30 de volgende dag werd de landing op Kamp Holland in TK ingezet. Hier werd het reisgezelschap opgevangen en gewezen op hun slaapplaats. Na het ontbijt in de eetzaal was ik al snel geïnstalleerd en begon met de interviews van personen die niet ‘uit’ waren.
Inleiding
In QPO II van dit jaar eindigde ik mijn artikel met de opmerking dat 22-Marnscie al on the ground zou zijn in Uruzgan en informatie met betrekking tot Lessons Identified/Learned zou zijn teruggekoppeld. Dit was geen loze kreet, want medio juli arriveerde personeel van deze eenheid in het missiegebied. Enige weken later werden door de compagniescommandant (CC) 22-Marnscie de Lessons Identified opgestuurd met betrekking tot de inzet in Uruzgan. Tevens had ik de afspraak met de CC dat ik halverwege de term data zou ophalen in het missiegebied. Daarom was ik van 23 t/m 28 september in Kamp Holland te Tarin Kowt, om personeel te interviewen en zo uit eerste hand relevante data/ informatie over LI/LL te krijgen.
Gedurende de daarop volgende vier dagen nam ik bij een doorsnee van de bemanning van de compagnie interviews af. Zowel met de CC als de marinier 1 en alle functionarissen daartussen werd gesproken waarbij, zoals ik al meldde, een scala aan lessen werd gemeld. Iedere dag werden interviews afgenomen, waarbij na enige gesprekken bleek dat meerdere zaken vaker genoemd werden. Hieruit kan men concluderen dat deze structureel zijn en dus als LI benoemd kunnen worden. Aangezien na verwerken van de aantekeningen er in totaal zeventien ‘nette’ pagina’s overbleven, zijn het er teveel om hier te noemen. Direct na de eerste dag waren al zaken genoemd die aan de staf van het MTC/MTG gemeld werden. Immers 13-Marnscie zou in de weken 41, 42 en 43 in de voorbereiding op TFU een schiettraining te Grafenwöhr (GTA) uitvoeren. Hierbij zouden suggesties ter verbetering die in TK werden opgeschreven worden toegepast. Ik zal deze in de volgende paragraaf weergeven.
Net zoals vermeld na het bezoek aan Tsjaad (zie QPO II) bleek dat een dienstreis naar het missiegebied de beste methode is om data te verzamelen. Iedere geïnterviewde marinier was bereid om zeer open te communiceren, waardoor veel informatie beschikbaar kwam. Na terugkeer in Nederland diende deze verkregen informatie verwerkt te worden. Hieruit is een selectie gemaakt omdat niet alle LL/LI in dit artikel kunnen worden besproken. Ik heb hierover een korte uitleg gegeven in de QPO I van 2009. In de navolgende paragrafen zal ik allereerst het door mij gevolgde ‘programma’ van interviews schetsen. Vervolgens geef ik een selectie van de Lessons Identified met betrekking tot het optreden in Uruzgan. Daarna beschrijf ik de uit de LI voortkomende acties, die kunnen resulteren in een LL. Ik sluit af met een vooruitblijkt op een verwachte ontwikkeling van het Bureau Evaluatie/LL.
Interviews Uruzgan
De heenreis naar Tarin Kowt in Uruzgan verliep prima: ik vertrok op maandagmorgen om 11.00 uur vanaf vliegveld Eindhoven naar vliegveld ‘Mirage’ in de Verenigde Arabische Emiraten. Daar stapte ik, na een tussenstop van vijf uur, over in een C-130 en
Bureau Evaluatie/Lessons Learned
Mariniers Training Commando QU A P ATET ORBIS - d ecemb er 2 0 0 9
48
Lessons Identified
Mijns inziens is de belangrijkste les die in Uruzgan geleerd is, dat de basics in orde dienen te zijn. ‘Back to the basics’ is een uitspraak van CC 22-Marnscie die de spijker op zijn kop slaat. Daarom staat deze belangrijke LI bovenaan. Zoals in de vorige paragraaf vermeld, werd al snel informatie richting de MTG gestuurd. Enkele worden hierna genoemd: • Beheersen van de ‘basics’ is de beste voorwaarde om tijdens een incident de grootste overlevingskans te hebben. Als in de voorbereiding de TTP’s (Tactics, Techniques en Procedures) ofwel de drills vaak (tot in den treuren) beoefend/getraind worden, is dat de beste voorbereiding op een ernstoperatie. Als men de drills goed beheerst, is adequaat reageren op iedere situatie zeer goed mogelijk. • Voortbordurend op het vorige punt blijkt dat een en ander goed getraind dient te zijn, gezien de diversiteit aan incidenten tijdens operaties. De meest voorkomende incidenten, waar uitgestegen personeel mee werd geconfronteerd, waren Indirect Fire (IDF), Improvised Explosive Device (IED)-finds en IED-strikes, Zoals blijkt uit de relatief beperkte gevolgen van de incidenten (‘slechts’ een aantal WIA) is dit mede te danken aan goede beheersing van de ‘basics’.
QU A P ATET ORBIS - d ecemb er 2 0 0 9
49