Maria G. Segers-Heydra vertelt over haar eerste man, Henk van Leeuwen
Henk van Leeuwen was het oudste kind en een van de twee zoons van Koos van Leeuwen Sr. en Barbara Wennekes. /t Was een erg stil kind zoo zelfs dat men 't beter vond (wat toen nog kon) dat hij een jaaar thuisbleef en gelijk met z'n precies een jaar jongere parmantige zusje naar school ging. Leren deed hij goed, zoo zelfs dat ze graag bij hem afkeken en moest hij een truc verzinnen om eraf te komen. Samen met z'n zus Magda verliet hij de lagere school en kwam thuis als hulp bij zijn vader op de boerderij en Magda als hulp van d'r Moeder in 't grote gezin. Toen Henk 24 was overleed z’n vader en runde hij samen met broer Koos die inmiddels ook van school af was, de boerderij. Inmiddels had hij kennis gekregen aan Marie Heydra, een dochter van een boerderij uit de omtrek en wilde hij een eigen bedrijf beginnen. Een boerderij was niet haalbaar en werd het een melkzaak in Rotterdam. Hoewel ook toen nog een man van weinig woorden maar met werklust en weinig eigen behoeften, was er, na een sobere beginperiode, vooruitgang. Bij de winkel was ook een kleine bestelauto, waarmee iedere Zondag naar Moeder van Leeuwen en de ouders Heydra gereden werd. Ook in de week ging Henk een keer naar zijn Moeder. De bestelauto was aan vervanging toe en bij de proefrit van de andere auto reed de verkoper van de auto. Zoals iedere
Woensdag gingen er winkelwaren mee om te verkopen. Ook die keer voor Magda en Moeder van Leeuwen reed mee naar haar dochter, die ook getrouwd was en in Honselersdijk woonde. Moeder van Leeuwen voorin bij de chauffeur en Henk achterin. Op de terugweg regende het en in Maassluis, waar de chauffeur onbekend was, reed hij vanwege spiegeling van de weg in het aangrenzende water. De chauffeur en Moeder van Leeuwen werden, weliswaar met verwondingen uit het water gehaald, maar omdat de auto moeilijk open te krijgen was, duurde het langer voor Henk van Leeuwen eruit gehaald kon worden. Aanvankelijk leefde hij nog maar door teveel water naar binnen was zijn leven niet te redden. In zijn geboorteplaats Maasland is hij begraven. Vooral tot groot verdriet van zijn Moeder en zijn echtgenote, die na een maand haar 2de kind kreeg, die aanvankelijk Leo zou heten, maar toen de namen van zijn vader kreeg. Weer een maand later begon de oorlog. Een geluk was het dat de winkel niet in het hart van Rotterdam stond. Een 14jarige zus kwam voor hulp. Hoewel nog jong, heel flink en toegewijd. Vanuit de winkel zagen wij steeds de bommen vallen, in de midddenstad. Tweemaal is wel een winkelraaam gesneuveld, door een bom in de omtrek. Dan hielpen de buren door hout voor de opening te timmeren, tot er een nieuwe ruit kwam. Eenmaal viel een hele rij brandbommen, over de lengte van de kade waaraan wij woonden (die vanzelf voor de huizen bedoeld waren, maar op straat ontbrandden). Wel kwam een bom aan de overkant van de straat en dat pand brandde uit en ook kwam er een bom binnen 2 huizen naast ons, maar die wisten ze voor de brand eruit te werken. Een paar maal is bij de grossierderij in de straat ingebroken en heeft men 't ook bij ons kelderraam geprobeerd, maar door plotseling hard op de raam te bonzen zijn de inbrekers geschrokken en lieten alleen het afgekrabde stopverf na. Er waren veel ratten onder 't huis die 's nachts door de doorgeknaagde keukenvloer in de kamer liepen. Toen in het café tegenover ons nieuw zeil kwam, heb ik gevraagd om 't nog sterke vanonder het biljart. Ja, natuurlijk, zei ome Frans (zoals hij in de volksmond heette) en ik zal 't bij je leggen. Hij timmerde blik op 't gat en heeft het zeil gelegd, waar ik lang plezier van had. Tijdens de oorlog werden alle huizen doorzocht naar mannen die naar Duitsland moesten. Voor de winkel moesten ze op de anderen wachten tot ze afgevoerd werden. Ook zagen we hele rijen joden lopen, aan de overkant van de Schie die naar 't concentratiekamp moesten. Hoewel, ondanks verdriet, werd toch gedacht, wie geen man heeft hoeft er zo geen te verliezen. Voor de melkwijk was er de eerste tijd een knecht, maar toen ook die naar Duitschland moest is de auto onder 't hooi van de boerdrij in Maasland ondergedoken tot na de oorlog, maar omdat er geen chauffeur voor was is die weggedaan later. Tante Barrie zorgde voor de kinderen en de huishouding. Ze ging met de baby naar 't consultatiebuereau naar 't ziekenhuis, toen van beiden de amandelen geknipt moesten worden en bracht hun later naar school. Toen ze nog kleuter waren en Barrie voor de winkel weg moest, mochten er buurkinderen binnenspelen, omdat ze te klein waren om zonder toezicht op straat te spelen, wat wel gevolgen had voor 't meubilair, wat na de oorlog hard aan vernieuwing toe was. Met de bus gingen we 's Zondags naar Vlaardingen, waar Vader Heydra ons afhaalde, met paard en wagen, maar veel meer iedere Zondag ging Barrie met de fiets naar Maasland en kreeg van Moeder Heydra van alles mee. Brood, boter, groente, aardappelen enz. al hadden we dan een winkel, op 't laatst was alles op de bon en had eenieder recht op z'n deel. Op 't laatst waren er heel weinig levensmiddelen op de bon en geen vervoer, toen huurde Tante Barrie een handwagen en ging aan 't andere eind van de stad ons portie op de toewijzing afhalen. Omdat de grote zaken de winkels sloten en de buurtwinkels hun mannen naar Duitschaland moesten en wij altijd konden zorgen dat ieder het zijne op de bon kreeg, werden ons hoe langer hoe meer bonnen toevertrouwd en kregen we meer klanten. Wat ook voordelig was toen na de oorlog meer waren
binnenkwamen, zodat we meer hulp moesten nemen en de schuld van de overname helemaal af konden doen. De winkel kon niet groter worden, omdat we op de hoek woonden, wel werd een kamertje van ons toch al kleine behuizing als pakhuis ingericht op bevel en in de week moest ook de kamer meedoen. Alleen 's Zondags kon er orde zijn. Na de oorlog is de winkel opnieuw ingericht, niet groter dus, wel practiser, ook de kamer kreeg een metamorfose: plafond, behang, verf, vloerbedekking en stoelen. De kinderen waren inmiddels wat groter en konden buiten spelen. Toen Henk 4 jaar was is hij toch eens in 't water gevallen. Hij viel van een hoge helling in 't water, naast een schip. Gelukkig zag de schipper het gebeuren enhaalde hem met een haak uit 't water. 't Eerste wat hij zei was: ik ben gelukkig nog niet dood! Een mevrouw uit de buurt kwam met het kletsnatte kind naar binnen, vroeg waar kleuren lagen en verschoonde hem, terwijl ik klanten hielp en Barrie voor de winkel op pad was. Na de oorlog werd er feest gevierd. Liefst verkleed, maar hoe? Een kwajongen zei plagend: Jullie moeten als boerinnen gaan. Wij dachten waarom eigenlijk niet? Daar passen wij het best in. Kleine Barrie als roodkapje en zo konden we ook meedoen. We wonnen zelfs een prijs met de spelen. Ieder een kruiwagen, met een man rijden naar 't eind van de straat en eerst de man met de vrouw erin. Barrie met de buurman en ik een Canadees. Natuurlijk wonnen wij het van de stadsvrouwen. Wij waren stevig gebouwd en sjouwen gewend.
De familie Van Leeuwen Omstreeks het jaar 1900, aan de Nieuwe Waterweg, tussen Rotterdam en Hoek van Holland liggen twee kleine steden Maassluis en Vlaardingen, beiden met een haven en vooral Vlaardingen bekend om z'n loggers ter visvangst, z'n nettenboeterijen en alles wat met de visvangst te maken had. In Maassluis kwamen meer schepen af en aan, o.a. v. Geest, als bevoorrading en afvoer van plaatselijke handelszaken. Tussen Maassluis en Vlaardingen aan de Waterweg lagen de boerderijen met hun landerijen, van het dorp Maasland. Vanaf Vlaardingen liep een landweg langs Maassluis door het dorp Maasland langs de plaatsen Schipluiden en Den Hoorn naar Delft. Vanaf de Zuidbuurt, het eerste gedeelte van Maasland vanaf Vlaardingen, stroomde langs de weg een vliet tot aan Delft. Wat vanaf de weg een mooi gezicht gaf over de landerijen. Van de Zuidbuurt naar Maasland passeerde men 3 bruggen; omdat nog drie vlieten dwars de weg passeerden. De Brede Vliet, de Bonenvliet en de Trekvliet. De Bonenvliet was genoemd naar de bonensluis, waar die in uitkwam en de trekvliet was voor het meeste vervoer over het water, wat in die tijd en daarvoor nog in zwang was. Het dorp Maasland gebouwd langs de vliet naar Delft, de Gaag genaamd, was in 1400 ook het domein van een adellijke familie wiens stamslot "Slot te Hoeven" en een stamhuis uit de 13e eeuw, "Het huis te Velde" welke namen nog in de huidige straten te vinden zijn. Op de plaats van het oude slot is nu de mooie grote kerk gebouwd midden in het dorp. Vlak voor het dorp, waar de drie vlieten de weg passeerden, stonden twee oude boerderijen. De een was het eigendom van C. Hofstede gehuwd met Jacoba, een dochter van de fam. Jaap van Leeuwen en de andere boerderij was van Hein van Leeuwen, de stamvader van de ons bekende familie van Leeuwen en een neef van Jacoba. Cornelis Hofstede en Jacoba van Leeuwen hadden geen kinderen en hun boerderij is heden ten dage vervangen door "de Motorhome" van Henk Vink. Hendricus van leeuwen was gehuwd met Maria van Leeuwen afkomstig van een boerderij uit Rijswijk, mooi gelegen tegen Rijswijk aan, maar de boerderij moest later plaats maken voor uitbreiding van de gemeente. Het echtpaar van Leeuwen had een kind, een zoon, die vanwege z'n maat altijd kleine Koos genoemd werd, mede omdat z'n neef Koos, die ook op een boerderij in het dorp woonde, een stuk groter was. Kleine Koos van Leeuwen trouwde op jonge leeftijd met Barbara Wennekers, een dochter van een boerderij heel dicht in de omtrek van Maasland (De Lier).
Die beiden gingen wonen op de boerderij en Hendricus en Maria, hun ouders, gingen wonen in een huisje naast de boerderij. Koos en Barbara kregen een groot gezin, waarvan beden ten dag nog vijf kinderen in leven zijn. Hendricus, de oudste zoon, had een melkzaak in Rotterdam en is al op 31-jarige leeftijd als passagier in een auto verongelukt. De dochters Magda en Maria zijn met een tuinder getrouwd indertijd en de zoon Koos heeft weer de boerderij van zijn vader overgenomen totdat hij op 60-jarige leeftijd aan een hartaanval overleed. Dochter Co trouwde en kwam ook op een boerderij en To weer op een tuinderij, Annie dreef met haar man aanvankelijk een melkzaak in Schiedam en emigreerde later naar Nieuw Zeeland en Bep trouwde ook met een tuinder, die later aan een school ging werken en Mies werd religieuze en ondanks haar tengere postuur en zwakke gezondheid, overste van een school in Aruba, tot aan haar dood op 54 jarige leeftijd in 1972.
1995 De kern van het mooie dorp Maasland is gebleven en rondom is veel veranderd. Ook de boerderij van de familie van Leeuwen is niet meer en ook de kleine naastliggende huizen niet. Daarvoor in de plaats zijn 2 bungalows gebouwd. In een van de twee woonde voorheen de weduwe van Koos van Leeuwen en nu woont nog in de tweede Stanny de dochter van Koos van Leeuwen jr met haar man Piet Vijverberg en haar 2 zonen. Ook de boerderij van Co van Leeuwen die tegen het dorp gelegen was is vervangen door nieuwbouwhuizen. Ze woonde daar met haar man Rien Ammerlaan en haar 11 kinderen. De boererij was voorheen bewoond door de ouders en grootouders van Rien Ammerlaan. De wed. van Koos van Leeuwen Sr woonde tot haar dood, samen met haar, toen nog ongetrouwde dochter Bep, in een huis voor de boerderij van de fam. van Leeuwen die later gesloopt is. Haar oudste zoon Henk was bij een auto-ongeluk al eerder overleden, 31 jaar oud. Magda van Leeuwen en haar man Gerard Bruinen zijn later op resp. 84 + 82 jaar overleden, ook Marie van Leeuwen en haar man Jan Bruinen 72 + 76 jaar (broer van Gerard) en To van Leeuwen en haar man Gerard van Leeuwen en ook Henk Zwinkels de man van Bep van Leeuwen, 60 jaar oud, zijn overleden. Bep van Leeuwen woont met haar zoon Jacques in Wateringen en Annie met haar man Jan van de Drift in Nieuw Zeeland.
.