INFORMATIE-BULLETIN VAN EN VOOR DE LO/SPORTORGANISATIE Interview
I
-
Marcel van der Borden: "Lesgeven aan 'boefjes' is niet anders dan anders" door aoo Rob lansen
I
RI
ug", één simpele aanwijzing van sm Marcel van der Borden is voldoende om zijn groep 'boefjes' bij elkaar op de rug te krijgen. Dat gaat de hele les zo door. Sm Marcel van der Borden heeft de dertien deelnemers aan bet project "Uitdaging 1999" aan een touwtje. De hoofdinstructeur van de LO/Sportgroep Palmkazerne te Bussum is opgenomen in de projectgroep Uitdaging 1999. Dit project heeft als doel een groep randgroepjongeren uit Amsterdam in drie maanden tijd te resocialiseren en een vakopleiding met de daar bij behorende diploma's of certificaten mee te geven. In dit geheel neemt hi.i het fysieke gedeelte en de sport voor zijn rekening en ondersteunt de groepscommandanten, die 24 uur per dag deze randgroepjongeren hegeleiden. Het project kreeg al de nodige aandacht van de landelijke media, zodat de Zandloper natuurlijk niet achter kon blijven.
De eerste brandende vraag is natuurlijk: Hoe is deze projectgroep tot stand gekomen en hoe raakte jij er bij betrokken? "Het initiatief is genomen door een Amsterdamse wethouder", begint Mareel van der Borden zijn verhaal. "Die wilde deze groep van jongeren, die dreigden af te glijden naar het criminele milieu, nog een kans geven 0111 op het rechte pad te blijven. Een militaire en vakopleiding leek hem een goede mogelijkheid. Via de daarvoor bestemde kanalen kwam de vraag bij COKL en vervolgens bij het OCLOG terecht. Bij het OCLOG, omdat hier opleidingen op het gebied van lassen, autotechniek en de computer worden gegeven. Daarnaast moest ook het fysieke aspect goed aan bod komen. Commandant OCLOG kol Henk de Koff vroeg of het niets voor mij was. Hij vroeg dat denk ik mede door het feit dat de teambuildings, die ik voor het OCLOG had verzorgd en mijn aanpak nogal in de smaak waren gevallen. Het leek mij wel wat en nam de uitdaging aan. Ik werd vervolgens voor dit pilot-project vanaf 12 april tot 9 juli boven de sterkte geplaatst en ging aan de slag."
I
Diploma's "Het hoofddoel van het project is het halen van diploma's met daarnaast het meegeven van het werken in teamverband en het bijbrengen van sociale vaardigheden", aldus Marcel van der Borden. "We gingen van start met zeventien jongeren in de leeftijd van vijftien tot 24 jaar. Inmiddels zijn er nog maar dertien over (waaronder elf allochtonen). Vier zijn afgehaakt, dat kon omdat het een project is, waaraan vrijwillig wordt deelgenomen. We wisten niet wat voor jongeren het waren en uit wat voor culturen ze kwamen. Daarom
Inhoudsopgave Jaargang 6, nummer 6, juli/augustus 1999 Marce! van der Borden: "Lesgeven aan 'boetjes' is niet anders dan anders door aoo Rob lansen Pozdrav ad sela 'Beverwijk' blisku Petrovec, Makadonija door sm Meine de Boer Plaatsing BOT sergeanten door aoo Rob lansen Thei Bems: "Discipline had ik hoog in het in het vaandel staan." door aoo Rob lansen Panta Rhei, deel 4 door Frits Oldenburger Uitdaging door Hans van der Held Wist u dat? door aoo Rob lansen Volgend jaar komen we terug door aoo Rob lansen Reanimatie bij sporters door Marc Alserngeest LO/Sportvlag wappert op de Noord Kaap door sm Fred
Pag.
Pag. 3
Pag. 5 Pag. 6
Pag. 9 Pag. 12 Pag. 14 Pag. 15 Pag. 16 Pag. 18
Zandloper werk en hindernisbaan. Tijdens een oefening in ZuidLimburg hebben we ook touwbanen aangelegd. Maar ook komen er sportlessen aanbod. Diep in mijn hart hoop ik, dat ze na deze drie maanden naar een sportvereniging gaan. Het is voor hen eigenlijk een uitlaatklep, want ze zijn niet gewend om in een leslokaal te zitten. Dat moeten ze hier wel. want het voornaamste doel is het behalen van een vakdiploma. Mijn strakke aanpak slaat bij hen aan. Er zijn bij de sportlessen nooit problemen. Gewoon strakke regels en als er goed gewerkt wordt ook tijd voor humor. En zo niet: 'Volgen'! Ervaring in lesgeven aan deze doelgroep had ik helemaal niet. ln het begin was het dan ook aftastten. Nu blijkt, dat mijn gewone manier van lesgeven bij hen ook werkt. Ik doe niets anders dan anders,"
"Gewone' leerlingen
Marce! van der Border monstert Z.UIl manschappefl voor hU me! de les begint.
hebben we enkele cursussen bij de politie en reclassering gevolgd. Wel was duidelijk, dat een enkeling een 5chool- of vakopleiding had afgemaakt. Trouwens ze hebben niet allemaal een strafblad, zodat de term 'boefjes' niet helemaal juist is", vindt hij,
Klapvrij "We zijn begonnen met een Introductie Periode (lP) op de Vlasakkers În Amersfoort. Eigenlijk een kopie van de IPbivakken van het OeLO, waar ik als instructeur in Ossendrecht ervaring mee had opgedaan. Al snel bleek daar, dat er een stuk samenwerking ontbrak en het maken van afspraken erg moeilijk was. Deze jongens waren gewend een conflict met hun handen, meppen, uit te vechten. Op de eerste dag van het bivak was het binnen een uur dus al raak. Zo ook op de derde dag met een les terreinwerk met zes meterstammen. Door een aantal teambuildingsoefeningen en door middel van positief en negatief belonen van de winnaar en verliezer tijdens deze opdrachten werd al snel duidelijk, dat ze deze opdracht niet zouden halen als ze niet zouden samenwerken en er dus anders extra gezweet zou moeten worden. Ze moesten dus wel samenwerken. Deze aanpak heeft er zeker toe bij gedragen dat we na vier dagen 'mepvrij' waren en het ook tot nu toe zo gehouden hebben.
Met eigen ogen heb ik gezien, dat Marcel van der Borden niets te veel heeft gezegd. Ik volg een les hindernisbaan en zie geen wezenlijk verschil lussen een les met 'gewone' leerlingen. Van der Borden is een pur sang instructeur. Hij windt de groep om zijn vingers en er wordt hard gewerkt en daarnaast ook gelachen. Bijna alle oefeningen zijn gericht op samenwerken. Samen iets doen en leren om op een ander te vertrouwen.
Luisteren "In principe ben ik alleen voor de sport lessen", merkt Marcel van der Borden op. "Maar vaak ben ik ook bij de dagelijkse evaluatie. Ik heb een ander contact met deze jongens dan de andere instructeurs, wat soms ook een andere kijk op de zaak geeft. Door het feit dat ik niet 24 uur per dag op hun lip zit, is er toch een andere verhouding met deze jongens ontstaan dan dat de vier vaste begeleiders hebben. Ik moet wel zeggen dat ik veel respect heb voor het geduld van deze mensen, want ze hebben al menig maal tot tien moeten tellen. Een aantal van onze eigen normen en waar-
Strakke regels "Driemaal in de week staan er sport lessen op het programma, die veelal in de avonduren worden gegeven. Ook al komt het regelmatig voor dal er overdag extra lessen worden ingepland om gaten te vullen in het programma. Dat kan, want ze verblijven de hele week intern en staan 24 uur per dag onder toezicht. Eerst zou daar politie bij zijn, maar het blijkt dat we dat zelf gemakkelijk met twee van de vier groepscommandanten aankunnen. Of het door mij komt of niet, ze zijn goed gemotiveerd voor de sportlessen. Ze krijgen dan ook de militaire oefengebieden waaronder terrein-
2
"Rug ", één simpele aanwijzing van sm Alarcel VO/1 der Borden is voldoende 'boefjes' bU elkaar op de rug te krijgen.
Zandloper
den hebben we zeer zeker een 'stukje' omlaag moeten leggen."
Kaarten "In eerste instantie zouden we met deze groep gaan werken met gele en rode kaarten. Tweemaal geel is rood en na twee rode kaarten zou het exit zijn. Als we dat hadden gedaan, dan hadden we er na een week geen één meer over gehad. Je moet dan compromissen sluiten en dat hebben we gedaan. In principe sturen we niemand weg. Alleen als er drugs in het spel zijn of bij een geweldsdelict is het over en uit."
Vervolg? Het vervolg van deze pilot is nog niet bekend. Van der Borden: "Het ligt in de bedoeling, dat de KLu en de KM deze cursussen ook zouden gaan draaien. Ik denk echter, dat we eerst eens moeten kijken of dil project wel bij defensie thuishoort. Ik heb er in ieder geval geen spijt van, dat ik er aan meegewerkt heb. Het is weer eens een andere ervaring en je ziet duidelijk het gedrag van die jongens veranderen. Daar doe je het eigenlijk toch voor, Ik hoop echt dat ze met hun diploma op zak aan de slag kunnen, dat kan zijn werken of verder leren, Trouwens enkele hebben al te kennen gegeven, dat ze graag BBT-er willen worden,"
Uitzending
Pozdrav od selo 'Beverwijk' blisku Petrovec, Makadonija
I
door sm Meine de Boer, LO/Sportgroep Pl'. Margrietkazerne te Wezel'
.
I
VI
rij vertaald, groeten uit het dorpje Beverwijk bij Petrovec, ~Iacedonië. Op 15 maart werd ik aallge~ wezen om als LO/Sportinstructeur uitgezonden te worden naar Macedonië. Van 22 tot en met 26 maart heb ik een verkorte Missie Gerichte Opleiding gevolgd in de Harskamp en op 12 april zat ik in het vliegtuig richting Macedonië. Macedonië, een nieuwe missie in een nieuw missiegebied.
Overzicht,\foto van het vluchtelingenkamp Neprestil/o in de buurt van Tefcvo.
De compound waar ik samen met het Nationaal Support Element (NSE) gestationeerd ben, Îs vernoemd naar het logo van de genie eenheid die het kamp gebouwd heeft. De 'Bever' is namelijk het logo van 102 Constructiecompagnie uit Wezep. Deze club heeft van 15 december 1998 tot 22 april 1999 onder soms extreme winterse omstandigheden het kamp gebouwd. Het blauwe gemeentebord van de stad Beverwijk hebben maj Leîdemeyer (commandant van de compagnie) en sm Venema (compagniesergeant-majoor van de club) aangevraagd bij de burgemeester van Beverwijk. Burgermeester en Wethouders waren zeer vereerd, dat hun plaatsnaam in Macedonië werd gebruikt.
3
Extration Force Vau de plaats Petrovec hadden we in Wezep al gehoord, want 102 Constructiecompagnie was reeds op 15 december 1998 vertrokken om daar een compound te gaan bouwen voor de Nederlandse militairen die in het kader van EFORCE reeds uitgezonden waren. Op het moment dat de genie aan het bouwen was, waren er al Nederlandse militairen voor het NSE in Skopje, de hoofdstad van Macedonië. Hun legering bestond net zoals de Constructiecompagnie uit een hotel. Het NSE leverde op dat moment logistieke steun aan het kleine contingent Nederlanders, die al betrokken waren bij de Extraction Force. De Extraction Force was bedoeld om de OVSE waarnemers bij eventuele problemen uit Kosovo te kunnen evacueren. In juni zou een detachement van IJ Tnfanteriebataljon Luchtmobiel (11 Tnfuat LumbI) uit Schaarsbergen, ondersteund door personeel van 11 Pansergeniecompagnie uit Wezep, het Engelse infanterie detachement aflossen. In het kader hiervan ging ik reeds twee maanden eerder naar Macedonië en zou sgt Dassen samen met het detachement van 11 Inlbat Lumbl in juni volgen. Maar voordat de NAVO bombardementen op Servië begonnen, waren alle OVSE waarnemers al terug gehaald naar Skopje. De komst van het detachement van 1 I Infbat Lumbl was hiermee van de baan, want het evacueren van de OVSE waarnemers was niet meer nodig. Enige tijd later werd EFORCE officieel opgeheven. Onze naam werd veranderd van I (NL)NSE CIE EFORCE in I (NL) NSE FYROM. FYROM is de internationale aanduiding voor Macedonië. Dit ligt bij cic Grieken nog al gevoelig, omdat zij vroeger een provincie/streek Macedonië hadden en een deel daarvan is nu van Macedonië. FYROM betekent: Farmer Yugoslavian Republic Of Macedonia. De NAVO bombardementen en de vluchtelingen Vanaf hel moment dat de NAVO bombardementen in alle hevigheid waren losgebarsten, zijn de Nederlandse militairen verhuisd van het hotel naar hel nog niet helemaal afgebouwde kamp op een Macedonische kazerne, pal naast het vliegveld Petrovec. De Servische bevolking hier in Petrovec
Zandloper
en Skopje waren ons niet meer vriendelijk gezind. Onze auto's worden regelmatig bekogeld met dikke stenen van af de weg en vanaf de viaducten, met alle gevolgen van dien. Ook is er dreiging van subversieve elementen die uÎt zijn op sabotage en er is dreiging van uit de lucht voor de NA va troepen. De geniecompagnie is hier langer gebleven dan gepland. Zij hebben samen mct de Duitsers het vluchtelingenkamp Neprcstino in de buurt van Tctcyo opgebouwd. Bij ons op de compound werden hulpgoederen in de vorm van tenten, slaapzakken en matrassen aangevoerd en deze werden weer vervoerd naar het vluchtelingenkamp. In deze tijd was er weinig ruimte voor LO/Sportbeoefening en ik hcb dan ook allerlei andere werkzaamheden verricht.
LO/Sport beoefening Het sporten buiten de compound is in de eerste weken van de bombardementen verboden. Wanneer we de compound verlaten, hebben we het scherfwerende vest aan en de helm op. Tevens is het wapen halfgeladen op de man. De enige mogelijkheid om een balletje te trappen is op het kleine betonnen sportveldje, dal op de compound door de genie is aangelegd of op het gel"mproviseerdc volleybal veld kan men een balletje te slaan. Een rondje hardlopen op de compound is ongeveer yijtl10nderd meter lang. Op vaste tijden maken we gepast gebruik van deze weinige faciliteiten. We hebben inmiddels een volleybaltoernooi georganiseerd op ons primitieve veldje en een drie tegen drie voetbaltoernooi op het betonnen veldje van 35 bij 15 meter. De 'Barnie' koorts is hier ook toegeslagen, want we hebben een laddercompetitie dart opgestal1 waaraan iedereen kan deelnemen. Op de Macedonische kazerne hebben we een redelijk sportcomplex. Naarmate de weken vorderen, krijgen we toch wat meer bewegingsvrijheid op sportgebied. De buitenring van de NAVO basis wordt bewaakt door Engelsen en het hardlopen mag georganiseerd onder mijn leiding binnen deze Engelse bewaking gebeuren, zonder beschermende middelen. Inmiddels is dit verantwoord. Ook kunnen we met het meenemen van een voertuig, waarin de wapens, de scherfvesten en de helmen worden gelegd. georganiseerd gaan sporten onder mijn leiding op het 'sportcomplex' van de Macedonische militairen. Het sporten gebeurt op maandag, woensdag en vrijdag. 's Morgens vroeg direct na het appèl of' s avonds. Anderhalf uur na het eten gaan we met de liefhebbers hardlopen. Dit omdat de temperatuur overdag oploopt tot ongeveer 35 graden en dat wordt de komende maanden alleen maar erger. De temperatuur kan dan oplopen tot zo'n 45 graden in de schaduw. Verder organiseer ik op diverse zaterdagavonden wat ontspanning in de vorm van kaarlavonden en dergelijke. 0 & 0 activiteiten dus. Op dit moment zijn we in totaal met ongeveer 75 personen gelegerd op het kamp 'Beverwijk'. KFOR, Op dit moment hebben we ook 'wisseling van de wacht' gehad. Afgelopen dinsdag 1 juni is het nieuwe personeel van het NSE aangekomen. Deze rotatie vervangt de mensen die hier vanaf 15 december waren. Dit betekent dat de hele stafcommandogroep is vervangen. Tja en nieuwe bezems vegen anders. De veranderingen worden gefaseerd inge-
4
Burgemeester en wethouders van beverwijk kunnen er trots op zijn, dat hun plaatsnaam in MacedonÎë wordt gebrt/Îkt. voerd. De 'oude club' 26 personen groot, vloog op 8 juni terug naar Eindhoven. Inmiddels zijn ook op 8 juni de voorbereidingen voor het Kosovo Force van start gegaan. Het is een drukte van belang om ons heen. De Engelsen zijn in rep en roer. Enerzijds om de aanvullende troepen in Petrovec op te vangen, anderzijds met de voorbereidingen van het vertrek richting Kosovo. De vrachtvliegtuigen landen nu ook wat meer hier op het vliegveld. Wij blijven rustig zitten en we wachten wel af wat er gaat gebeuren. Vanaf 16 juni kregen de chauffeurs het hier een paar dagen drukker, want toen kwam het materiaal van de I I Afdeling rijdende artillerie (Afdra) aan in Thessaloniki. Het materiaal moet verplaatst worden naar Petrovec en Kosovo. Er is op dit moment geen dreiging meer voor ons vanuit de lucht en ook met andere activiteiten zal het wel meevallen, roept men vanuit het hoofdkwartier. De mogelijkheden om te sporten zijn inmiddels verruimd en we kunnen nu zonder onze wapens en ander beschermende middelen naar het sportveld hier op de kazerne. Het ziet er naar uit dat de totale sterkte hier op ongeveer 250 personen uitkomt.
Sport en Spelmateriaal, De genie heeft vanuit Wezep wat sport en spel materiaal meegenomen en dat is ook het enige materiaal wat ik hier heb. We zijn druk doende om in samenwerking met eInt Henny Weeterings en G4 OPS ELS het sportmateriaal deze kant op te krijgen. Het één en ander is inmiddels besteld en de verwachting is dat op 26 juni de eerste zending hier aankomt in een 20 Ft container. Als alles goed gaat dan is eind juli het complete pakket sport en spel en kracht & cat'dio materiaal ten behoeve van tweehonderd militairen hier aanwezig. Op 26 juni ben ik voor de eerste keer op verlof gegaan en als ik dan op 6 juli hier terugkeer, kunnen we hopelijk daadwerkelijk beginnen met het opzetten van meerdere sportactiviteiten in Skopje en omgeving. Ook moet het geneeskundig personeel opgeleid worden voor bergredding, want niemand heeft de cursus in Nederland gevolgd. Dit heeft tot nu toe hier niet plaats kunnen vinden, omdat ook het bergreddingspakket van de ziekenauto's hier niet aanwezig is. Pozdrav od Petrovec, met andere woorden groeten uit Petrovec.
Zandloper
Personeel
I
-
Plaatsing BOT-sergeanten door aoo Rob lansen
IN Ia de officieren, adjndanten en sergeanten-majoor zijn ook de plaatsingen van de BOT sergeanten bekend geworden. De selectie is als volgt nitgevallen:
LOlSportgroep van Hornekazerne te Weert: Wil Alm'ds:
LOlSportgroep Joh Postkazerne te Havelte: Ger Heerkes:
LOlSportgroep Gen Spoorkazerne te Ermelo: Marc Bakker en Richard Buimer;
LOlSportgroep Ede: Leon Kluitenberg;
LOlSportgroep Joh Willem Frisokazerne te Assen: Marcel Blom en Oscar Prins;
LOlSportgroep Oranjekazerne te Schaarsbergen: Jon Tak. Johan Sanders en Ruud Lenferink;
LOlSportgroep Bernhardkazerne te Amersfoort: Frank van den Broek:
LOlSportgroep Pro Margrietkazerne te Wezep: Robert Meyer;
LOlSportgroep RVSkazerne te Oirschot: Richard Soree en Harold Dat;
LOlSportgroep Lpl Seedorf: Stefan Sogtoen en Joop van de Poll;
LOlSportgroep Lpl bij Oldenhroek: Ronaid Dohmen:
LOlSportgroep Lpl 't Harde: Raffi Salvi;
LOlSportgroep Kamp Koningsweg Noord te Schaarsbergen: Ton Wessel en Jacob Ensing;
LOlSportgroep KMA te Breda: Esther WijHels en Louis Sanna;
LOlSportgroep Hilversum: Rens De Haan;
Kpl
van
Ondheusdenkazerne
LOlSportgroep Seeligkazerne te Breda: Anthony Scheepers,
te
I
5
Zandloper
Interview
Thei Berns: "Discipline had ik hoog in het vaandel staan."
I
door (/00 Roh JOl/sen
l l i aar zijn ze gebleven' is een serie artikelen over colle~ L!!J ga's, die de dienst kort geleden of in het verre verleden hebben verlaten. Wat deden ze in he! verleden en \vat doen ze nu'? In de vorige Zandloper "vas de heurt aan Sjaak de Vries met het artikel: Sjaak de Vries was zijn tijd vooruit. De volgende in de rij is 300 b.d Thei (Theo) Berns. Hij hepaalde mede jarenlang het gezicht van de LO/Sportgroep van Hornekazerne in Weert. De nu 69-jarige Thei Berns doet nu nog bij veel oud KMSleerlingen de haren stijl overeind staan. Zijn geblokte gestaite boezemde ontzag in, hij \"as hard voor zijn leerlingen en voor zichzelf, maar was altijd recht door zee. Hij is al weer veertien jaar de dienst uit, maar met enige regelmaat bezoekt hij nog de van Hornekazerne. \Vat hij daar ziet, stemt hem niet vrolijk. "In vergelijking met twintig jaar geleden is de opleiding aan de KMS nu nog maar spielerei", vindt hij.
OVW-er \Vat vele niet weten, is dat Thei Berns als Oorlogsvrijwilliger (OVW-er) in Korea is geweest. "In 1950 kwam ik op als dienstplichtige in Apeldoorn bij de KMAR. Ik was machinebankwerker en ging na mijn diensttijd als bankwerker ondergronds bij de staatsmijn Emma in mijn geboorteplaats Hoensbroek werken. Dat was pas echt werken. Eigenlijk was ik een buÎtenmens. zodat ik me in 1954 heb opgegeven als OVVv-er voor Korea. De oorlog was zo goed als afgelopen, zodat ik na zes n1aanden per vliegtuig terugkeerde naar Nederland. Tijdens mijn verblijf daar, kon ik tekenen voor beroeps te worden en dat heb ik gedaan. In Nederland werd ik geplaatst op hel 4e Depot Infanterie in Maastricht. Om onderofllcier te worden moest ik in 1956 naar de Onderofficiers School (OOS, voorloper van de KMS) in WeerL" rakelt Thei Berns in vogelvlucht zijn escapades uit een ver verleden op. OOS Thci Berns vertrok naar Weert om daar nooit meer weg te gaan. Thei Berns: "De opleiding tot sergeant duurde veertien maanden en daarna zou ik teruggaan naar Maastricht, zo was mij beloofd. Dat wilde ik als Limburger ook graag. Het liep even iets anders. Bij de diploma-uitreiking en bekendmaking van de plaatsing, kwam ik als laatste aan de beurt. Ik moest als instructeur op de OOS blijven of anders naar Steenwijkerwold. Maastricht werd niet genoemd. Dat pikte ik niet. dus wilde ik de dienst uit. De commandant van de OOS kwam er aan te pas en toen bleek dat ze me graag in Weert wilden houden. Uiteindelijk heb ik dat maar gedaan en ben er 29 jaar blijven hangen." Pas toen Thei Berns 33 jaar was ging hij naar de Sportschool in Hooghalen. "Ik had al eerder naar de Sportschool gewijd, maar het kwam er niet van. De sport, dat boeide me altijd al. Voetbal, judo, volleybal en vooral boksen. Ik zat in de militaire boksploeg en werd door adjudant 'Ome' Rinus Krijger opgeleid tot bokstrainer. De Sportschool was ondanks mijn leeftijd geen enkel prohleem:'
Thei Berns thuis //lef hond op de hallk. "Discipline had ik hoog in het vaandel slaan", zegt Limburger Thei Berns. "Dat is in de loop der jaren nooit veranderd. Ik eiste veel van de leerlingen, ze gingen mee of niet. Voor mezelf was ik ook geen mietje, maar keihard. Zodoende ben ik de hele goede en hele slechte leerlingen nooit vergeten. Ik was een mannetje van de terreinwerk-, veldloop- en hindernisbaanlcs, maar die lessen zijn geloof ik vervallen. Ik ~de daar niets meer van terug op de KMS, als ik daar wel eens kom. De leerlingen wisten wel wat ze aan me hadden, mijn opstelling en houding was trouwens ook een beetje een pose. Vaak heb ik in mijn binnenste staan lachen," zegt Thei Berns met een gemeen glimlachje om zijn mond.
6
KMS Thei Berns groeide uit tot een markant lïguur op de KMS. vooral door zijn houding en optreden. "Ik \vas een praktijkman en was zodoende nooit kapo! van een lesplan, waar alles precies op aangegeven stond. De lessen worden dan allemaal hetzelfde gegeven, alleen de instructeur had een andere stem. Niet dat ik de lessen niet voorbereidde, juist daar besteedde ik veel aandacht aan. Maar ik had aan alleen een eindleerdoel genoeg, dat ging in die tijd vooral gevoelsmatig", is zijn mening. De praktijkman kwam ook bovendrijven in de voorbereiding van leerlingen op een cursus op het KeT. Vroeger moesten de leerlingen tweemaal in hun opleiding naar de commando's. Als ik ze voorbereidde, dan slaagden ze steeds met een goed resultaat. Ik bereidde ze op alles voor
Zandloper
en als ze dan in Roosendaal begonnen aan de twee kilometer speedmars, dan stelde dat niets voor. Dat wisten de instructeurs daar ook wel, die kenden me langzamerhand wel. Dat was wel eens een nadeel voor de leerlingen." Straffen en belonen "De beste leerlingen moesten de kans hebben om hoog te scoren en de slechte laag. Daar had de LO/Sportgroep tabellen voor gemaakt. De beste kon een negen halen en de slechte werd beloond met een drie. De staf in Den Haag nam die tabellen niet over, maar paste ze aan. De beste kon toen met moeite een zeven halen en degene die hij bij het lopen dubbelde, kreeg altijd nog een zes. Met een houten been kon je nog 55 punten halen. Dat motiveert niet. Ik kreeg de indruk, dat alle leerlingen moesten slagen en dal was mijn stijl niet. Niet dat ik de slechte in de steek liet. luist niet. Bij de veldloop deelde ik vaak de groep op in twee delen. De beste stuurde ik alleen op pad en met de mindere ging ik echt trainen. Die deden hun stinkende best om in de andere groep te komen. Na enkele lessen was er een testloop van vijf kilometer en dan konden de beter geworden lopers doorstromen naar de andere groep. Dat werkte uitstekend." Boksen Om het onderwerp boksen kun je bij Thei Berns niet heen. Veel sterke verhalen hierover doen de ronde. Hij vertelt er één van. "Ik was sergeant van de week bij de stafcie, die vooral bestond uit dienstplichtige hofmeesters en chaulTeurs. Toen ik 's avonds op een legeringskamer kwam,
Thei Berns geef! boksles (/011 leerlingen
FOIl
stond er één verschrikkelijk op een PSU-kast te rammen, Toen ik er wat van zei, daagde hij mij uit. Hij zou in Duitsland gebokst hebben. Ik nam de uitdaging aan en we zouden na het avondappèl om half één tegen elkaar boksen in de oude sportzaal. De andere dertig dienstplichtigen vertelde ik dat ze een deken mee moesten nemen en naar de wedstrijd moesten gaan kijken. Ik nam hiermee natuurlijk best wel een risico, want ik kon gemakkelijk tegen een pak slaag aanlopen en dan was ik voor altijd uitgeteld op de KMS. Toen ik op de weekkamer nog snel enkele lijsten over avondpermissie zat in te vullen, werd er op de deur geklop, De uitdager kwam vragen of het niet op een andere keer kon. Daar trapte ik niet in. Ik maakte in de oude sportzaal snel met banken een boksring en het gevecht kon beginnen. Tijdens het aantrekken van de handschoenen merkte ik al, dat hij erg zenuwachtig was. Zijn handen trilden helemaal. Om een lang verhaal kort te maken, in de eerste ronde raakte ik hem een paar maal flink en hij was al aangeslagen. We zouden drie ronden van drie minuten boksen. De andere twee ronden heb ik hem maar gespaard door er gewoon een boksles van te maken. Ik vertelde hem, wat er goed en fout was en raakte hem niet meer. Ik heb nooit geen last meer van die jongen gehad," aldus bluffer Thei Berns, die er bij vertelt, dat hij nooit tegen een verkeerde bokser is aangelo~ pen. Hard werken Uit 24 kandidaten werd Berns gekozen om naar de smi-cursus in Hooghalen te gaan. "Zes sergeanten konden er door
de KMS in de oude sportzaal
7
Zandloper
Ron Gits (li1lks) en Thei Berns bekUken de behaalde reslIltaten op de motorkap van een Nekqj:
en daar zat ik bij. Er waren toen geruchten, hoe meer diploma's je had, hoe groter de kans was om geselecteerd te worden. Dat vond ik niet eerlijk en daar heb ik ook het nodige over gezegd. Wij zaten in die tijd met vijf instructeurs op de KMS en gaven bijna acht uur per dag les. Het was hard werken. Tijd om diploma's te halen was er niet. Zat je op een sportbureau met veel dienstplichtigen, dan had je veel meer tijd .. Niet eerlijk dus. Hard werken en dat deed mijn collega Wijker ook. Voor hem heb ik veel respect. Hij was suikerpatiënt, maar deed alle diensten en gaf alle lessen. Hij had altijd chocolade in zijn kast liggen voor als het misging. Hij is trouwens enkele jaren geleden overleden. Na de smi-cursus was er even sprake van, dat ik naar 't Harde zou gaan, maar dat ging gelukkig niet door. Op de sportschool was ik trouwens de oudste van de klas", legt hij uit. Jeugdvoetbal De laatste del1ien jaren van zijn diensttijd traden er veel veranderingen op. "Het werd meer spielerei en ik had moeite om me daaraan aan te passen. Het is me wel gelukt en ik kon mijn eigen inbreng houden. Ik ging de planning doen en gaf al1een nog de buitenlessen. Veertien jaar geleden zwaaide ik als adjudant af. De laatste jaren was ik jeugdvoetbaltrainer bij Wilhelmina'08, maar daar ben ik enkele weken geleden mee gestopt. Ik stopte er veel tijd in en kreeg bijna geen respons." Dan gebeurt er iets, dat mij sterk verbaasde. Thei Berns stapt op en verdwijnt naar boven, om terug te keren met een aanzienlijke stapel mappen. "Kijk zegt hij. Alle oefenstof heb ik opgeschreven en gebundeld naar onderwerp. Er is
8
zoveel oefenstof joh, Echter de meeste trainers hier doen een warming up, werken wat af op doel en spelen een partij. Echt trainen is er niet bij. Voor deze mappen is zelfs al geld geboden." En terecht, want zijn boekwerken, met de hand geschreven, zijn uniek en er is jaren aan gewerkt. Dat had ik nooit achter de praktijkman Berns gezocht. "Wel geef ik nog enkele lessen gymnastiek aan mannen en vrouwen", vervolgt hij na dit intennezzo. Ik heb ook veel gefietst, zo'n tienduizend kilometer per jaar waren niets. Totdat ik overreden werd door een auto en mijn knieën en enkels Jlink blesseerde, ben ik er mee gestopt", besluit Thei Berns, die ooit wilde terugkeren naar zijn geliefde Hoensbroek, maar waar niets van terecht kwam. Zijn kinderen en kleinkinderen wonen allemaal in Weert en daar wil 'macho' Thei Berns van dichtbij van genieten. Het kan verkeren.
Zandloper
Het Werk
I
-
Panta Rhei deel 4 door Frits Oldenhurger
ID i e 71 jarige Frits Oldenburger werkte eerst even als militair en later als burger in de LO/Sport· organisatie. Hij kwam op als dienstplichtige in Assen in 1950 en zwaaide als burgerdocent op het OCLO in 1987 iu Ossendrecht af. De tussenliggende 37 jaar volgde hij de veranderingen en vernieuwingen in de LO/Sport op de voet en zag veel van het huidige beroepspersoneel aan zich voorbijtrekken. Frits Oldenburger zette zijn, zeker niet helemaal volledige levensverhaal, op papier en zal door de Zandloper in verschillende afleveringen worden gepubliceerd onder de titel Panta RheL Hier volgt het vierde deel: De jaren zestig.
GevecllfscurSllS 1961. Met pet Frits Oldenbl/rger, rechts naast hem de latere generaal Tjassen.\'.
In de jaren zestig vonden drie belangrijke gebeurtenissen plaats: de gevechtscursus, het gereglementeerde systeem en het vertrek van overste Rijkens. De ervaringen, opgedaan tijdens de gevechtscursus bij het KCT zijn van invloed geweest op het parcours militair alsmede bij de opzet van het zogenaamde gereglementeerde systeem. Wat namelijk in elke oorlog blijkt en wat ook tijdens de gevechtscursus werd onderstreept, is dat de eisen, die motOiisch aan een militair worden gesteld, vrij ongecompliceerd zijn. Naast een aantal goed ingeslepen vaardigheden is het vooral de lichamelijke en mentale hardheid die fysiek beslissend is in gevechtssituaties.
Gevechtscursus Door de legerleiding werd in de jaren zestig de zogenaamde gevechtscursus bij het KCT voor het beroepspersoneel verplicht gesteld. Het doel van de cursus was om het leidinggeven te toetsen onder extreme omstandigheden (vermoeid, honger en stress). De toenmalige Inspecteur der Opleidingen vond het gewenst dat ook enkele burgerleraren van de SMLO deze cursus zouden volgen. Oldenburger en van Loo waren de twee jongste burgerleraren en zij werden
9
in 1961 vrijwillig aangewezen. De cursus duurde veertien dagen. Van Loo ging als eerste. Toen hij terugkwam, kon hij zijn overhemd uittrekken zonder het bovenste knoopje los te maken. Collega Oldenburger was dus gewaarschuwd! De opzet van de cursus was doelmatig en realistisch. De deelnemers werden ingedeeld in groepjes van vier, waarbij beurtelings leiding diende te worden gegeven. Kennis van de kaart en kompas, bediening van de radio, patroujl1erap~ porten kunnen schrijven enzovoorts, was onontbeerlijk. De uitrusting bestond uit gevechtsbepakking, geweer en een knots van een radio. De eerste week vond plaats in Roosendaal, de tweede in Zuid-Limburg. Dag en nacht sjouwen, dikwijls met natte voeten, tijdens de tweede week vrijwel geen eten (van het land of stelen), weinig slaap en stress door de constante dreiging van een meedogenloze vij~ and. Gevangenneming betekende kilometers lange vetermarsen met de handen in de nek, die eindigden bij een shockerend ondervragingsteam. Uitvallen met voetklachten was niet mogelijk. De bezemwagen bevatte drie attributen: een emmer vol jodium, waarin de stukgelopen voeten werden gedoopt, veel verband en zwachtels en veel schoenen met grote maten. Ook in medisch opzicht sloot de oefening als een bus. Door de vele klachten over het optreden van de 'vijand' werd de cursus later aanzienlijk gehumaniseerd. Wij hadden echter nog het voorrecht om de cursus 'oude stijl' te mogen volgen. Oldenburger was ingedeeld in een groep met drie jonge luitenants van de SROI, waaronder de latere com~ mandant I Div, generaal Tjassens. Hun vertrouwen in een burgerleraar was aanvankelijk natuurlijk nihil. Na afloop van de cursus stuurden ze hem echter vanuit Ermelo een zelfgemaakt commando-baretje toe. Hij hangt nu, bijna veertig jaar na dato nog steeds in zijn werkkamer. Het baretje hangt naast het Elfstedentocht~kruisje van 1956 en samen vormen ze de symbolen van een tijd, toen men nog een lichaam 'was'.
Richtlijnen en Voorschriften In 1962 werd op de SMLO de kap de Vries als hoofdin· structeur opgevolgd door maj Spanjaard. Deze laatste was op een gegeven ogenblik de voortdurende kritiek op de bestaande Richtlijnen en Voorschriften beu en hij gaf opdracht om een systeem te ontwerpen, dat beter aansloot op en meer rekening hield met de praktijk van de militaire opleiding. Om veranderingen te begrijpen, die zich in de jaren zestig voltrokken, is het wenselijk om heel kort de ontwikkelingen aan te geven, die de lichamelijke oefeningen in militair verband na de Tweede Wereldoorlog heeft doorgemaakt. Zweedse invloeden (1920·1940) Onder invloed van Hubert van Blijenburg deed de Zweedse gymnastiek zijn intrede in de KL. Het schennen en de normaliserende oefeningen stonden centraa1. Het systeem
ZWldloper
bestond uit geanalyseerde en bedachte bewegingen, waarbij de relatie met het functionele bewegen van de militair vrijwel geheel ontbrak. Invloeden Oostenrijkse School (1945-1965) De ideeën van Gaulhol'er over het 'natuurlijk' bewegen vonden in Nederland een goede voedingsbodem. Veel gymnastiekleraren met de akte MO-P, die tijdens de mobilisatie in 1939 en na 1945 in dienst kwamen, waren beïnvloed door het natuurlijk bewegen van Gaulhol'er, waardoor de militaire lichamelijke oefening Oostenrijks werd gekleurd. Zeer duidelijk kwam dit lOt uiting in de lesindeling van de gymnastiekles (A - B I tfm 5 - C). De duidelijkheid van de lesindeling stond echter in schril contrast met de vaagheid van het leerplan, dat werd aangeduid met de zogenaamde 'Richtlijnen'. Het gevolg hiervan was zeer verschillende en persoonlijke interpretaties over eindleerdoelen, oefendoelen, oefenstof, oefengebieden, vorming, conditionering enzovoorts. Er was geen eenheid van opvatting over de militaire lichamelijke oefening (mlo) in die jaren en de oefenstof was onvoldoende militair gericht. Gereglementeerde Systeem (l965-1970) Voor het eerst in de geschiedenis van de militaire lichamelijke oefeningen werd cr in deze jaren een poging gedaan om het 'wat' het 'hoe' en het 'waarom' van de fysieke training systematisch te verantwoorden en methodisch te verankeren. Bij de opzet van het systeem stonden twee vragen centraal: wat is motorisch gezien functioneel voor de militair; wat is, gelet op de beperkte plaats van de mlo in het geheel van de militaire opleiding, haalbaar. De beantwoording van deze vragen leidde tot een zeer pragmatisch, utilitair systeem. Bij de ordening van de oefenstof werd gebruik gemaakt van een genetische of geslachtelijke indeling. Alle grondvormen van het bewegen werden onder elkaar gezet en daaruit werden de noodzakelijk geachte 'militair gerichte' vaardigheden gedestilleerd. De vorming van deze vaardigheden geschiedde in de vormende oefen gebieden, te weten: gymnastiek, militaire atletiek, hindernisbaan, ongewapend gevecht, veldloop en
Ojfïciersk/as ill 1959. Staande tweede van rechts Scheepmaker, vierde Siegers, z.e.wIe Van Loo en z.evende kap De Vries (Hl).
10
zwemmen. Het arbeidsintensief toepassen van deze vaardigheden vond plaats in de 'toepassende oefengebieden " te weten terreinwerk, stormbaan, cross en gevechtszwemmen. De methodiek werd zodanig ingepast in de toen gehanteerde legerplannen INDAS en ONDAS, dat de vorming een sterk accent kreeg in de stabiele Individuele Opleiding en de toepassing hoofdzakelijk plaats vond tijdens de Troepen Opleiding. Vanwege het duurzame effect van goed ingeslepen vaardigheden, kreeg dit in het begin van de opleiding zeer principieel prioriteit ten opzichte van het ontwikkelen van conditie. Discussies over het ver doorgevoerde utiliteitsprincipe leidde soms tot chargerende opmcrkingen als: "Wat is in een gevechtssituatie belangrijker: een perfecte schaar-hoogtesprong of een gerichte handgranaatworp." In de methodiek stond het integratieprincipe centraal. Alle oefengebieden dienden samen op integrale wijze de noodzakelijke motorische functies te ontwikkelen. Deze integratie werd gewaarborgd door een consequent doorgevoerde lesnummering. Bijvoorbeeld les 3 gymnastiek: rollen, les 4 ongewapend gevecht: rollen, les I 2 gymnastiek: schotse sprong, les 13 militaire atletiek (overall, hoge schoenen en geweer): schotse sprong. De opbouw van de basisvaardigheden lag dus altijd dicht bij elkaar. Het leerplan manifesteerde zich in de gekleurde oefenstofboeken. Elke opleidîngsgang (INDAS, ON DAS, Kaderscholen, SROI's) had zijn eigen gekleurd oefenstot1)oek met daarin een genummerde reeks volledig uitgeschreven lessen. Vrijwel dagelijks werd door drie personen een halfjaar aan het systeem gewerkt met als resultaat een duidelijke systematiek met een sluitende methodiek, die ongeveer tweehonderd volledig uitgeschreven lessen omvattc. Het gehele systeem was !TIet een klinische nauwkeurigheid opgebouwd, aan vrijwel alles was gedacht en het sloot methodisch als een bus. Boze tongen hebben wel eens beweerd, dat Oldenburger het allemaal had bedacht, dat Scheepmaker alles opschreef en dat Siegers hel uiteindelijk moest uitproberen. Voorafgaande aan de invoering van het systeem werden nog een aantal bijscholingscursussen aan het personeel gegeven, waarbij zelfs de Marine (!) belangstelling toonde. Toen het echter algemeen bij de onderdelen werd ingevoerd, waren de contouren van de woelige zevel1ligeljaren reeds zichtbaar en het ging ten onder, toen 'vorming' het didactisch klimaat ging bepalen. Rijkens Rijkens was commandant van de SMLO van 1945 tot 1969. Bijna 25 jaar commandant van dezelfde School is in de militaire cultuur een unicum. Hij was in de jaren 1940-1944 in Engeland hoofd van de LO/Sport van de Prinses Irene Brigade. Voor de miljoenen militairen van de invasiemacht \varen de accommodaties voor de lichamelijke training minimaal. Vandaar dat toen hindernis/stormbaan, roadwork en veldlopen/cross de belangrijkste oefengebieden waren. Voor Rijkens bleven dit ook altijd zijn meest geliefde oefengebieden. Hij kroop eens in de officiersmess in Hooghalen onder de tafels en stoelen door om zijn ideeën over telTeinwerk en hindernis-/storm-baan gestalte te geven. In de beginjaren heeft hij duidelijk zijn stempel gedrukt op
Zandloper ogenblik: "Als Pol man en ter Haar destijds mee waren gegaan naar Ossendrecht, dan was deze discussie niet nodig geweest." Het waren bovendien allebei twee fanate voetballers, die altijd beschikbaar waren voor die onvergetelijke partijtjes zaalvoetbal met Anne de Jong, Klinkhamer, Schriemer, Wil Maaswinkel, Oldenburger, RoeI van de Weerd en andere coryfeeën. In Beilen stuwden ze als playing coaches de plaatselijke vv Fit Boys naar grote hoogte. Wegens redenen, die kennelijk boven hel Schoolbelang Jagen, gingen ze in 1976 niet mee naar Ossendrecht.
Twee kanjers
Evenwicht en diep.\ïJringen op de hanenpoot van de oude hindernisbaan.
In mei 1966 startte op de SMLO een officierscursus waaronder twee leerlingen, die voor hun diensttijd al vrienden waren en dat nog zijn. Het betrof Wil Maaswinkel en Jan Kasper. Wil was luitenant en krap twintig jaar oud en Jan was korporaal en achttien jaar! Een broekie dus. Wil was toen ook al zo klein van gestalte, maar beide hebben overduidelijk bewezen, dat succes in het leven niet bepaald wordt door leeftijd, rang of gestalte. Beide waren managers pur sang. Ze behoorden tot de gedreven types met veel creativiteit en overredingskracht. In de kubus van Heijman zouden ze in de gepassioneerde hoek geplaatst moeten worden. De carrièregang van Wil vond binnen de LO/Sportorganisatie plaats en is genoegzaam bekend. Jan zocht zijn heil in de civiele sector en werd achtereenvolgens Hoofd Opleidingen bij de KNVB, directeur bij FC Twente, troubleshooter bij Hartman, hoofd arbitrage van de KNVB en momenteel directeur bij AZ. Voor beide kanjers geldt een onvervalste Groninger uitdrukking: 'Chapeau"!
Het knopenconflict de mlo. Hij was fanaat, gedreven en streng en legde altijd het accent op het 'militair' zijn van de LO/Sportinstructeur. Vooral in de beginjaren zullen sommigen met gemengde gevoelens aan zijn beleid terugdenken. Maar over één ding kon nooit geen misverstand bestaan: zijn beleid was duidelijk. In 1969 verliet hij de dienst en gaf zijn functie over aan Hoedelmans. Het afscheid in de houten sportzaal van de SMLO was voor die tijd een groots gebeuren. Het was in feite de eerste grote naoorlogse reünie van al het LO/Sportpersoneel. Jan van Delft sprak de scheidende commandant op onnavolgbare wijze toe. Het was hel einde van een tijdperk. In feite verliet hij op het juiste moment de dienst, want de woelige zeventigerjaren dienden zich reeds aan met opvattingen en ideeën, die absoluut niet strookten met zijn wijze van leidinggeven. Pol man en ter Haar Toen Olivcijra werd overgeplaatst werden twee onderofficieren op de SMLO geplaatst, die daar bijzonder geschikt voor waren. Zowel Fokko Pol man (oud Korea-ganger) als Jaap ter Haar (gelouterd op de Je KSI te Weert) waren uitstekende onderofficieren die in hun houding en gedrag een voorbeeld waren voor de leerlingen en bovendien goede doctrine bewakers waren van het ongewapend gevecht en de hindernisbaan. Tijdens een bijeenkomst over leergangen op het OeLO in de tachtigerjaren verzuchtte Leen Pfrommer op een gegeven
11
Een keiharde schoolorder schreef voor dat de cursist bij de lessen terreinwerk, ongewapend gevecht en hindernisbaan moest aantreden met een geslotcn overall, waarbij alle organieke knopen aanwezig moesten zijn. Omdat in de wasserij vaak meerdere knopen verdwenen, kreeg men bij de foerier bij het omruilen vaak een schone overall uitgereikt, waaraan één of meerdere knopen ontbraken. De foerier gaf je dan met gulle hand de losse, ontbrekende knopen, want daar had hij een emmer vol van Slaan, De cursist had dan de pest in, vooral als hij een vuile overall had ingeleverd voorzien van het organieke aantal knopen. Het was een lid van de officiersklas, Henk Meijers, die op een gegeven moment dit knopenprobleem op scherp zette. Aangetreden met enkele ontbrekende knopen verklaarde Henk uiterst emotioneel, dat hij het nog langer verdomde om iedere uitgereikte overall te voorzien van knopen. Een foerier diende volgens hem de spullen niet alleen schoon, maar ook compleet te verstrekken. Een alleszins redelijk argument, maar de Schoo1commandant was in die tijd niet altijd even gevoelig voor redelijke argumenten. Henk negeerde een Schoolorder en dat was in de zestigel:jaren een doodzonde. Henk werd geen rapport aangezegd, want de instructeurs op de SMLO in die jaren waren tactvol en wisten toen al wat 'problemsolving' betekende. Zonder dat Henk het wist, naaiden zijn klasgenoten de knopen aan zijn overall en Henk heeft de rest van zijn cursus zelf zijn overall gewassen. Niet alle problemen op de SMLO werden echter zo opgelost!
Zandloper
De Pen
I
-
Uitdaging door Halls
I
V(JIl
der Held, qfdeling Controller
TI
ijdens zijn lange speurtocht om de Pen door te geven, kwam ik Jan Maree tegen in de eetzaal van de Bernhardkazerne. Hij baalde behoorlijk aangezien er al een paar maal tegen hem was gezegd H sorry geen tijd" of "ik heb al voldoende in de Zandloper geschreven". Triest vond Jan het aUemaal. "'De Pen moet blijven bestaan", vindt hij toch wel. Maar ja wie is de bekende klos'? Dat heb ik op dat moment toch verkeerd ingeschat. Ik beaamde namelijk, dat het zonde zou zijn als de rubriek ter ziele zou gaan. Jan zei: "Niets voor jou Hans?" vVaarop ik reageerde: "'Wie zit er nu op mijn verhaal te wachten?" Maar tot mijn stomme verbazing kreeg ik van aoo Rob Jansen jr. ( nee geen sr meer) de mededeling: "'Hans verzin maar een verhaal, want de Pen is voor jou!". Even dacht ik, stik, Jan heeft me bij de veter. Maar ik moet toegeven het smoesje was goed. Wat een mond vol zeg! ( integratie van de burgermedewerker, poeh, poeh, nou, nou ...... ). Laten we het er maar op houden dat ik een makkelijke prooi ben en deze 'uitdaging' nooit uit de weg zal gaan. Jan toch bedankt! Op de vraag wie ik ben en waar ik mij zoal mee bezig hou in gebouw Y, zal ik jullie lastig vallen met een stukje historie, wat anekdotes en uiteindelijk zal ik de persoon bekend maken voor de volgende Pen. Hiervan verwacht ik dat hij of zij de uitdaging ook dan aangaat. De Pen leruggeven is er niet bij. Eerst maar wat persoonlijke gegevens.
Historie Ik ben 38 jaar, getrouwd met Regina sedert 1993. We hebben twee kinderen Loes (5 jaar) en Daan (2 jaar) en ons derde kindje verwachten wij eind november. We wonen in een prachtig stukje Arnhem aan de rand van Velp, tegenover het Militair tehuis voor oud Indiëstrijders 'Bronbeek' . Ik ben in Argentinië geboren, maar heb mijn jeugd vanaf 1961 in Utrecht doorgebracht. In het stadjîe di Domo ben ik lid geweest van de Utrechtse Rugby Club (URC). Ik was samen met mijn maatje één van de eerste jeugdleden van deze club. Het mooie van deze sport is, behalve natuurlijk het spelletje zelf, toch 'de derde helft·. Hier werel ik al vrij jong ingewijd in diverse sociale spelletjes zoals: hel vaardigheidsspel bierestafette. de zoemba en natuurlijk de liedjes met onder andere de bekende hit:" Wel! was he bom so beautiful" ....... enzovoorts. De landmacht! In 1976 heb ik mijn eindexamen MA VO-4 niet gehaald en het is MA VO-5 geworden. In 1977 was het zover. Maar wal nu? Vervroegd dienstplicht aangevraagd, gekeurd en ingedeeld bij de LUA. Dit was schrikken. Bij de landmacht' Hoe verzinnen ze het! Via een bevriende relatie ( toen was het al zo: het gaat er niet om wie je bent maar wie je kent) in februari 1978 bij de luchtmacht terecht gekomen. Na mijn
12
opleiding op de LIMOS en het opleidingscentrum voor Groep Geleide Wapens ( GGW) op de vliegbasis Twente. was ik klaar voor de functie van hulplanceerder Homing All the Way Killer (HA WK). In de volksmond: Haast Altijd Weer Kapot. Het was namelijk de Re-improved versie. Daarna zijn er nog een tal van modificaties aangebracht. Enfin, plaatsing werd VlbSoesterbergl In de achtertuin dus. Dat vond ik te dicht bij, Ik wilde naar Duitsland. Zo gezegd, zo gedaan. Op naar de 3e Groep Geleide Wapens te Blomberg. Een schitterende tijd heb ik daar gehad en de sociale vaardigheden die ik bij URe had opgedaan, kwamen mij hier goed van pas. Bier drinken leek wel één van de vereisten om in Duitsland geplaatst te worden.
De luchtmacht Na deze enerverende happening ben ik in augustus 1980 als burger terecht gekomen bij de Groep Lichte Vliegtuigen/Vliegbasis Deelen, Niet gehinderd door enige administratieve kennis, werd ik toch aangenomen bij de administratie. Gedurende deze jaren ben ik het administratieve vak steeds leuker gaan vinden. Plaatsing op de Vliegbasis Deelen hield voor mij wel in dat ik weg moest uil Utrecht. Via kamers in Oosterbeek en Apeldoorn ben ik uiteindelijk in 1981 in Arnhem terecht gekomen en er sindsdien nooit meer weggegaan. De eerder genoemde vaardigheden hielpen mij ook hier weer om snel te wennen. De Korenmarkt was en is natuurlijk de ontmoetingsplaats van Arnhem. Al snel kon ik naast mijn werk in een buurtcafé
Zandloper
aan de slag. Hier moest je naast barkeeper tevens van allerlei andere zaken verstand hebben, zoals van huursubsidies, helpen oplossen van echtelijke ruzies enzovoorts. Ook hier veel geleerd en gelachen. Toen er in de leukste bar van de Korenmarkt een barkeeper uitviel en aan mij werd gevraagd of ik dit niet tijdelijk kon waarnemen. Maar natuurlijk! Uiteindelijk heb ik dat een paar jaartjes volgehouden. Een boek kan ik hier over schrijven. Een geweldige tijd heb ik meegemaakt. In dat café heb ik overigens Regina leren kennen tijdens het nieuwjaarsfeest van 1988. Het gevolg hiervan is jullie nu bekend.
Diploma's In 1990 kreeg ik ander \verk binnen de Vliegbasis. Het werd de functie van mess/voedingsadministrateur. Wat een toevalligheid tochl Toen dacht ik, nadat ik enkele jaarrekeningen van de messes had gemaakt, ik wil hier meer van weten. In 1993 ben aan een cursus basiskennis boekhouden begonnen, daarna het praktijkdiploma boekhouden gehaald, toen het diploma moderne bedrijfsadministratie en nu ben ik bijna afgestudeerd voor de hbo-opleiding assistent-controller aanue open universiteit. Op 22 juni heb ik mijn laatste tentamen gemaakt. Of ik dil tentamen heb gehaald, is nog niet bekend. Ik wil hierna de post-hbo opleiding finanCÎal controller gaan volgen.
LO/Sportorganisatie Tijdens mijn studie bedrijfsadministratie in 1996 viel mijn oog op de vacature van Hoofd boekhouding/bedrijfsadmînistrateur LO/Sportorganisatie KL. rk geschreven en wat denk je ...... afgewezen t!! J Echter nadat er enkele kandidaten op gesprek waren geweest bij Ikol Rob Zimmennann en weer werden bedankt voor de eer, werd ik alsnog uitgenodigd voor een gesprek. De uitkomst hiervan is bekend. Het klikte. Mijn oude collega's bij de luchtmacht verklaarden mij voor gek. Naar de landmacht.. .. Dat was tegen het zere been. Veel te formeel, stug en zo soepel als een loden deur et cetera, et cetera. Maar..... ik had tijdens dü gesprek het sfeertje al een klein beetje geproefd. Ik dacht: "Er lijkt weinig tot geen verschil met de sfeer binnen de luchtmacht". Mijn gevoel heeft mij overigens niet in de steek gelaten. Bedrijfsadministratie Bedrijfsadministratie?, welke bedrijfsadministratie? Voor een ieder werkzaam binnen de LO/Sportorganisatie was dit ook een nieuwe kreet. In het begin werden we gebeld over het aantal verlofdagen, adv en hoe vul ik een dienstreis in enzovoorts. Nee, met deze vragen kun je terecht bij Jan van GijsseL Tony Mulder en losé Vol muller. De bedrijfsadministratie moest nog worden opgezet. Wat moest er dan worden opgezet? Samen met Jozef Latumahina ben ik begonnen de betalingssystemen te vullen met jullie persoonlijke gegevens. Daarna werden de toegekende budgetten van onze 'sponsoren' in deze systemen ingevoerd. Om niet al te veel in details te treden en over het vak te praten, komt het globaal hier op neer, dat bijna alle uitgaven van de LO/Sportorganisatie gaan via ons bureautje. Van het betalen van een dienstreis tot en met de betaling van ATB's . Dit lijkt heel saai, maar binnen de gegeven randvoorwaarden
13
zul je inventief en creatief het maximale uit de toegekende budgetten voor de LO/Sportorganisatie moeten zien te halen. Hierover moet natuurlijk verantwoording over afgelegd worden richting: I. de sponsor C-COKL; 2. de C-LO/Spol1organisatie ten behoeve van de gehele organisatie. Indien dit jullie interesse nog rneer opwekt, kunnen jullie mijn analyses met betrekking tot de budgetrealisaties per kwartaal volgen in het intern management rapport. Uiteindelijk maak ik hiervan het jaarverslag LO/Sportorganisatie. Dat we wel eens het verwijt krijgen, dat er met de toegekende budgetten nog geen punaise kan v/orden aangeschaft. behoort hopelijk tot het verleden. Echter het blijft noodzakelijk dat jullie alle wensen, ideeën, suggesties, klachten enzovoorts kenbaar maken. Het is en blijft jullie feest. Naast alle financiële perikelen is er tevens tijd om regelmatig tussen de middag te zaal voetballen met een vast clubje collega's. Als het even kan twee maal per week. Sommige collega' s ben ik al eens tegengekomen tijdens de Regio- en KL kampioenschappen, vooral de wat oudere onder ons. Vaak dagen we de klassen uit die bij de Sportschool in opleiding zijn. Dit is vaak het moment om een boompje op te zetten en elkaar wat beter te leren kennen. Want laten we eerlijk zijn, wie is die Hans van der Held en wat doet die vent hier?
De Pen Ik vind dat de Pen niet binnen gebouw Y in Amersfoort moet rouleren, omdat het specifiek bedoeld is voor de collega's in het land. Wie, 0 wie zal dat moeten worden? Eén van de boys of girl van de LO/Sportgroep Bernhardkazerne misschien? Nee, dat ligt teveel voor de hand. Tijdens de commando-overdracht, in mijn hoedanigheid van Astrix, wist ik helaas nog niet van de Pen. Indien dit wel het geval was geweest, had ik alvast een 'slachtoffer' kunnen scouten. Helaas. Tijdens een themadag met de gehele staf sprak ik met René de Jager. Hij had weer een prima idee: "Neem iemand, die je totaal niet kent". Later dacht ik: "Geen probleem", aangezien ik zestig tol zeventig procent van jullie niet goed of helemaal niet ken. Toen viel het kwartje. Vorige week belde sgt Marcel Blom Jozef op. Toen dachten Jozef en ik tegelijk, dat wordt hem. Wij leerden Marcel Blom kennen tijdens zijn opleiding bij de LOSS. We hadden zijn klas uitgenodigd voor een partijtje zaalvoetbaL Die wonnen wij overigens ruim!! Voor de wedstrijd in de kleedkamer dacht ik: " VelTek is Hugo Walker hier aanwezig?" Met een redelijk tot goede imitatie galmde hij door de sportgroep: "Van der SanTr, de Boerrl', intelligente passs, LÎtmanennn Goalll!! 1" Dus vandaag dacht ik: "Hansje intelligent ideeeee, Blommm wordt het. Ik hoop Marcel, dat je dit sportief zal oppakken en iets meer over je zelf wilt vertellen en over je drijfveer om LO/Sportinstructeur bij de LO/Sportorganisatie te worden, in plaats van een meiden school ergens bij je in de buurt. Ik heb gekozen voor een persoonlijk stukje, want over planning/realisatie, sa's , swo1's, ksfn ,pi'n in-en output et cetera, et cetera wordt al zoveel gezegd en geschreven. Que passa senor Blom?
Zandloper
Het Werk
I
-
Wist U dat door aoo Roh .lansen
op 7 juni een dertien tal mensen het diploma Marketing & I\1anagement kregen uitgereikt op het CIOS in Arnhem: aoo Jan Piepers op vakantie was. Wij nogmaals bekend willen maken dat het verlofoverschot niet op hoen voor 2000, de prijs voor het beste werkstuk van de cursus Marketing & Management naar kap Marien van den Eijnden is gegaan. Gefeliciteerd: de cursusleiders van de Marketing & Management cursus, Ben Halle en Paul Dresen, een perfect mareketingsinzicht hebben, namelijk B + P = C, B(beoordeling) + P(prijs van r 100,::::; altijd vuor dl; hoogste in rang) ::::; C(cursusgarantie, voortgang en bestaan); •
er nog LO/Sportfunctionarissen zijn die niet bekend zijn met de documenten boom 1:
•
maj Teun Minke de LO/Sportorganisatie gaat verlaten. Hij krijgt in Den Haag de functie van Monitor algemeen/speciale functies (waaronder het LO/Sportpersoneel valt) bij CDPO/PDBOT: elnl Ger Borncman nog steeds aan het lobbyen is om lid te worden van het JOC: prol1)okser Don Doego Poeder gestopt is met boksen en toen maar meteen via NOS Sport openlijk solliciteerde naar een baan als Sportinstructeur bij de Landmacht: met ingang van 1 juli maj Jaap van Duivenbode maj Ronaid Hagénus is opgevolgd als Hoofd facilitairbedrijf. Hij in het volgende nummer van de Zandloper aan u voorgesteld zal \vorden; sma .lan van Gijssel IM/Pcrs/ Adm/4S-99 betreffende procedures samenlevingsvormen nliddcls verzendlijst S3 in de organisatie heen verspreid; het KPU in weck 25 is begonnen met de uitlevering van de functionele kleding van het besteljaar 199811999: hierdoor de mogelijkheid bestaat dal uw pakket op de oude werklocatie kan worden afgeleverd. Zie JM l'ac,maL I 13/99: aoo Hel1!1ie Huybrechts als één van de weinige van de route raakte in de Helm van Limburg. Hij startte op het parcours van de tachtig kilometer en ravitaîlleerdc bij de post van de 120 kilometer:
14
•
elnt Ger Borneman danig moest afzien, toen hij bij zijn nieuwe onderdeel een les hindernisbaan gegeven door elnt Rob Jansen volgde; Bornel11an zijn gezicht kleurde als een rode baret: het weer bewezen is, dat het hangen aan touwen toch weer een andere discipline is, dan het nemen van een bindernisbaan: ons ex-redactielid aoo Peer van de Ven de dienst op augustus gaat verlaten middels een vijftig plus regeling; onze hoofd/eindredacteur aoo is toegetreden tot de redactieraad van het blad Opleiden & trainen van het CO KL, niet Richm·d Hesterman de stand bij hield op de sportdag tijdens de commando-overdracht, maar Adrie Beeuwkes: Sm Richard Wichhart de redactie van de Zandloper is komen versterken.
'Vist ti dat is een nieuwe rubriek, die valt of staat met de inhreng van onze lezers. Heeft ti een bijdrage, dan graag faxen naar HOO n.ob .lansen, 033-4607233_
Zandloper
Sport
I
Volgend jaar komen we terug door ([00 Rob lansen
AI
I
cht jam' geleden nam aoo Frank Monfïls van LO/Sportgroep Frederik Hendrikkazerne te Venlo het initiatief tot het organiseren van een fietsprestatietocht in de Limhurgse heuvels, die tot de 'Helm' van Limburg werd gedoopt. Een goede zet, na later bleek, want anno 1999 is zijn fietstocht nog springlevend. Ruim tweehonderd sportievelingen stonden op vrijdag 11 juni te trappelen van ongeduld om al weer de negende uitgave van de 'Helm' naar de geschiedenisboeken te verwijzen. Onder hen onze hoofd/eindredacteur, die zijn hand niet omdraait voor een iïkse toertocht van 120 kilometer. De organisatie was in handen van LO/Sportregio Zuid- en "Vest-Nederland. Dat de praktische uitvoering door aoo Wil Philippen en zijn LO/Sportinstructeurs van de LO/Sportgroep Frederik Hendrikkazerne uit Venlo gebeurde, zal niemand vreemd in de oren klinken. Wil Ph Nippen kUkt nog even de routebeschrijvÎng na.
Er veranderde in de loop der tijd wel wat aan de tocht, echter de uitdaging bleef dezelfde. "De eerste zes tochten gingen in Obbicht van start", legt aoo Wil Philippen uit. "DrÎe jaar geleden zijn we naar Meerssen verhuisd. De accommodatie hier leent zich beter voor de locht en logistiek geeft het ook voordelen. Daarnaast was de aanloop naar de echte heuvels te lang. Hier zitten we er bovenop:" In het laatste had Wil Philippen volkomen gelijk, want na enkele kilometers kregen wc de beklimming van de Brakkenberg met een stijgingspercentage van vecrtien procent al voor de wiclen en na ruim tien kilometer doemde de gevreesde Keuteberg, met 22 procent de steilste. al op. Ruim tweehonderd deelnemers De grondige voorbereiding van Wil Philippen en zijn mannen sm Wiljan VijCeijken, sgt Patriek van Kampen en sgt
Eelco Hoogehoud, was niet voor niets geweest. Ruim tweehonderd 'coureurs' melden zich aan het vertrek bij het tenniscentrum in Meerssen. "Verleden jaar hadden we 350 deelnemers. Wel moet ik er bij vertellen, dat daar minstens honderd Belgische militairen bij waren. Dit jaar hebben we er minder ruchtbaarheid aan gegeven, anders waren de Belgen met busladingen vol hier naar toe gekomen en dat is niet de bedoeling. Niet, dat we zoveel deelnemers niet aan kunnen. Er kunnen wel duizend deelnemers op dit parcours. Daarom mag het van mij wel een landelijke iïetstocht worden. De 'Helm" staat nu alleen maar op de kalender van de regio Zuid- en \Vest-Nederland Veel meer voorbereidingstijd dan nu geeft dat toch niet. He! kost twee mandagen uitzetten met een auto, twee mandagen narijden op de fiets en dan de uitvoering op de dag zelf en de nazorg.". zegt Wil Philippen, die er nog bij vertelt, dal sgt Eeko Hogenhoud bij het nafielsen flink heeft afgezien. AB een fietsen
De 'Helm' is een vrije toertocht en de deelnemers kunnen een keuze maken uit een tocht van tachtig of 120 kilometer. De route was uitstekend bewijzerd met aanduidingsbordjes op overzichtelijke plaatsen. Zodoende konden de 'coureurs' al hun energie stoppen in het geselen van de pedalen en dal was nodig ook. De route leidde door Zuid-Limburg en werd zelfs voor een gedeelte België aangedaan. De Brakkenberg, Keuteberg, Schîlberg, Camcrig, Vaalsenerberg, Kruisberg, Trintclerberg, Fromberg en de Moorveldberg. om er een paar te noemen, \varen echte kuitenbijters. De ravitaillering halverwege mocht cr zijn, zodat iedereen voldoende brandstof aan boord had om weer in Meerssen terug te geraken.
Maikel Lapod (links) en Eeleo HOgCflhoud verzorgcn de ravitaillering in Gillpen.
15
Schitterende route Direct na de middag druppelen de deelnemers Meerssen weer binnen. Eerst de snelle mannen natuurlijk, daarna de rest. De laatste zijn om vier uur terug op de thuÎsbasis. Daar
Zandloper
wacht een heerlijk bord rijst, een herinneringsvaantje en kunnen de sterke verhalen worden uitgewisseld. Mijn fietsmaat voor één dag, waar ik na enkele kilometers kennis mee maakte en van hetzelfde niveau bleek te zijn dan ik, was vol lof: "Een schitterende route. Ik ben in deze streek geboren, nu woon ik in Steenwijk, maar ik ben op plaatsen geweest, waar ik als Limburger nog nooit geweest was. Het was mijn eerste tocht van boven de honderd kilometer. Normaal fiets ik drie keer in de week van Steenwijk naar mijn werkplek, een ritje van zeventig kilometer per dag. Het ging pro-
TGTF
I
-
bleemloos al viel de laatste lus om Elsloo heen wel tegen, die gingen goed in de benen zitten."
Bedankt Gaandeweg loopt de kantine van de tennishalleeg. Niet één, maar vele fietsers komen nog even langs het tafeltje van aoo Wil Philippen, aoo John Labes en sm Wiljan Vijfeijken voor zij haar huis vertrekken. "Bedankt jongens, we hebben heerlijk gefietst en de route was uitstekend uitgezet. Volgend jaar komen we terug."
Reanimatie bij sporters door Marc Alsemgeest, sportarts i.O. Ar/Jodie1l.'ç{ KL, TrainingsgeneeskuIlde en training.\ivsiologie
I
sI
port wordt algemeen beschouwd als een gezonde bezigheid, Dit wordt ook weteuschappelijk onderbouwd door onder andere het rapport Bewegen Gewogen, dat in juni 1996 door de Universiteit Utrecht werd uitgegeven. Hierin WOI'dt geconcludeerd, dat inac tiviteit een effect heeft op overgewicht, hoge bloeddruk, kransslagaderverkalking, beroertes, suikerziekte en botontkalking, M
De keerzijde van de medaille wordt daarnaast vooral gevormd door de blessures die optreden bij het sporten. Uit het reeds befaamde onderzoek van Van Galen en Diederiks in 1990 werd duidelijk dat er jaarlijks in Nederland 2,7 miljoen sportblessures ontstaan, waarvan ongeveer de helft medisch behandeld dient te worden. Deze blessures bestaan vrijwel uitsluitend uit problemen met het bewegingsapparaat Van een heel andere orde zijn problemen die sporters kunnen krijgen op orgaanniveau buiten het bewegingsapparaat Daarbij moet vooral gedacht worden aan long- en hartziekten, omdat deze vitale organen bij inspanning het meest worden aangesproken. Ten aanzien van de longen is er natuurlijk inspanningsastma, maar ook bij andere longaandoeningen kan de hulp van een sportarts noodzakelijk zijn om bijvoorbeeld te revalideren of zo optimaal mogelijk te functioneren met obstructieve longziekten (zie bijvoorbeeld het proefschrift van Nico Cox uit 1990). Bij het hart wordt meestal gedacht aan een hartinfarct oftewel hartaanval. Door een afsluiting van de kransslagader wordt de hartspier niet voldoende van zuurstof voorzien. Daardoor stijgt de kans op ritmestoornissen. Dit laatste is vaak een dramatische gebeurtenis, ook bij niet-sporters. Mede door het positieve effect van sport, wordt bij sporters minder gerekend op een onverwachtse cardiale gebeurtenis. Maar ook bij sporters is de kans op een hartaanval tijdens het spOl1en groter is dan in rust. Deze paradoxale situatie (regelmatige sport is goed, maar bij intensieve sportbeoefening stijgt de kans op een hartaanval) werd ook door Mîttleman onderzocht en beschreven.
Hartstilstand bij sporten Er is een aantal zaken te benoemen, waardoor er een verhoogde kans op een hartstilstand (ritmestoornis) voordoet
]6
tijdens spotien: L hartaanval (-infarct); zoals beschreven hierboven; 2, hypertrofische cardiomyopathie, oftewel een abnormaal vergroot hart als gevolg van een hartspierziekte. In deze zieke spier kunnen gemakkelijk ritmestoornissen optreden; 3. aberrant verlopende kransslagader. Hierbij loopt een van de kransslagaders gedeeltelijk door het spierweefsel heen, waardoor bij samentrekken hiervan de kransslagader wordt dichtgedrukt en het hartspierweefsel (evenals bij een hartinfarct) geen zuurstof krijgt, ziek wordt en versterft; 4. Andere, vaak genetisch bepaalde aandoeningen, die gelukkig zeldzamer voorkomen. Bij een hartstilstand of ritmestoornis is het zaak dat direct gehandeld wordt. De basale principes van reanimatie (hartmassage en reanimatie) zouden in principe bij alle sportbegeleiders aanwezig moeten zijn. In de praktijk betekent dit dat bij elke vorm van sportbeoefening minstens een van de begeleiders basaal moet kunnen reanimeren. De Nederlandse Hartstichting geeft cursussen hierin, evenals vele lokale EHBO-organisaties. Is eenmaal gestart met reanimatie, dan dient de ambulance te worden gewaarschuwd om bij onvoldoende succes van de basale reanimatie, de taak met geavanceerdere methodes over te nemen.
Reanimatie Sporters zijn moeilijk te reanimeren. De onderzoekcîjfers lopen daarover wat uiteen, maar over het algemeen is de kans op succes enkele procenten lager dan bij de algemene bevolking. Dit kan aan omstandigheden liggen (joggers alleen in het bos, hectiek tijdens een wedstrijd), maar ook als de berekeningen hier voor worden gecorrigeerd, blijft er een achterstand. Overigens is de opkomst de laatste jaren van de mobiele telefoon waarschijnlijk voor velen al een redding geweest: sportvelden en -zalen blinken meestal niet uit in het beschikken over telefoons en mocht dit al zo zijn, dan zitten deze meestal achter een gesloten deur. Met de mobiele telefoon wordt doorgaans veel vlugger een ambulance bereikt, waardoor noodzakelijke hulp eerder ter plaatse is.
Zandloper
De achterstand die sporters hebben bij de kans op overleving bij reanimatie is het meest waarschijnlijk een gevolg van de hormoonstatus. Bij sportbeoefening treedt een natuurlijke verhoging op van het hormoon adrenaline, waardoor sporters gewend zijn aan hogere doses van deze stof, die in het bloed circuleert. Deze stof is echter ook één van de 'key drugs' bij reanimaties. De werkzaamheid is bij sporters door de gewenning echter een stuk minder. Deze stelling (overigens nog niet praktisch getoetst) is een mogelijke oorzaak in het vaker tekortschieten van reddende handelingen bij sporters.
vaker niet dan niet-sporters, dus blijven de sterken over. Logisch dat deze een langere overleving hebben. Een andere reden kan het beschermend effect van sport zijn. Sport doet immers zoveel goed (zie de eerste alinea), dus waarom ook hier niet? Om tot deze laatste conclusie te komen dient er echter nog aan een voorwaarde te worden voldaan: de groepen die vergeleken worden moeten gelijk zijn. In ieder geval moet gecorrigeerd worden voor leeftijdsverschillen en verschillen in aantal mannen en vrouwen. Dit zijn twee algemeen geaccepteerde risicofactoren voor hart- en vaatziekteil. Bij deze correctie (via een statistische bewerking) blijkt de overleving van sporters en niet-sporters nadat zij succesvol een reanimatie hadden doorstaan, gelijk te zijn. Belangrijkste conclusie is dan ook dat het optreden van een hartstilstand het positieve effect van vaak vele jaren intensief trainen, wat betreft de strikte overleving, volledig wegneemt. Gelukkig blijkt uit ander onderzoek dat een groot aantal voordelen zoals bijvoorbeeld versnelde revalidatie, nog altijd blijven bestaan.
Prognose na reanimatie Ongeveer 20 - 25 % van de mensen die gereanimeerd worden, overleeft daadwerkelijk (verlaat levend het ziekenhuis). De vraag rijst dan: als sporten zo gezond is, hoe is dan de prognose van deze overlevers onder sporters ten opzichte van niet-sporters. Oftewel, houdt het gezondheidsef1'ect van sporten aan na een reanimatie? Deze laatste vraag was onderwerp van een recente studie onder 41 sporters die in de jaren 1989-1991 een reanimatie ondergingen en deze overleefden. Eind 1998 werden zij opnieuw getraceerd, via de huisarts en/of specialist, om te bepalen of deze mensen nog leefden en of dit aantal hoger was dan bekend was uit de literatuur onder de normale populatie. Van de 41 konden er vier niet getraceerd worden. Van de overige 37 waren er nog 29 in leven (78.4%). Voor de normale populatie worden over geringere follow-up perioden (vier tot vijf jaar) getallen genoemd van 61-68%. Dit lijkt een succes voor de sporters. De vraag die gelijk volgt is : wat is hier de reden van? Een van de redenen kan zijn dat de groep sporters geselecteerd is op de sterkste. Immers, sporters overleven de reanimatie
Literatuur: WL Mosterd, E Bol et al. - Bnvegell Gewogen/Measllres in it10(ÎOll, Vakgroep Medische Fysiologie en Sportgeneeskunde, Universiteit Utrecht, 1996. WChC van Galen en JPM Diederiks - Sportblessures, breed uitgemeten, Uitgeverij de Vrieseborch, Haarlem, 1990. NJM Cox - Effects of a pulmollary rehabilitatÎo!l programme in pa/Îents wÎth obs/ructive IUl1g diseases, proefschrift, Katholieke Universiteit Nijmegen, 1990. MA Mittleman et al. - Triggering (~r acute myocardial infarctioll by heavy physical exertÎo!1. ProtectÎoll against triggering IJy regular exertioll, New England Journalof Medicine, 1993, pp. 1677-1683.
I
17
Zandloper
Het werk
LO/Sportvlag wappert op de Noord kaap Noorwegen !!
I
door sm Fred lansen, LO/Sportgroep Kamp Nieuw Milligen
IJl L!J
n de periode van 5 juni tot 18 juni 1999 werd er door samengestelde eenheden van het l1e Luchtmobiele bataljon deelgenomen aan de oefening Barents-Peace te Noorwegen. Deze partnership of peace oefening werd geleid door het Noorse Finnmark regiment, dat gelegerd is in het uiterste noorden van Europa. De deelnemende landen waren onder andere Noorwegen, Oostenrijk, Denemarken, Finland, Duitsland, Zweden, Engeland en natuurlijk Nederland. Er waren ook een aantal civiele organisaties waaronder het Noorse Red Cross, Peoples Aid en Cburch Aid_ De LO/Sportgroep Kamp Koningsweg Noord (KKN) kreeg het verzoek om in de eerste week tijdens het opwerk-programma een parcours militair te organiseren met daarin een aantal werken op hoogte objecten. De LO/Sportgroep kon aan dit verzoek voldoen, hetgeen resulteerde in een verkenning in oktober 1998 door de leider van de oefening (LDO) sm Bert Wennekes. Hij concludeerde dat het een zeer ruig landschap was met een extreem klimaat. Daar het werkgebied ver boven de poolcirkel lag, moesten we rekening houden met alle weer types die er te bedenken waren. Tevens was het parcours militair zodanig uitgebreid, dat de hele LO/Sportgroep van de KKN en steun van Assen, Garderen en Nieuw Milligen nodig was.
Schrijver sm Pred lansen even
rust
bij de
tOlHVel1.
18
Wikkie de viking Na een vermoeiende reis van ongeveer tien uur kwamen we aan op vliegveld Banak in Noorwegen. Een korte verplaatsing naar het basiskamp Porsangmoen bracht ons bij een PG U hoop van ongeveer 230 kerels. Daar zochten we onze barang van zestig kilo uit en wachtten wat er komen ging. De conclusie was, dat er de kleine bekende Noorse tentjes met kachel stonden. Wij Nederlanders begonnen snel met hout hakken om deze te verwarmen. Wij werden gelegerd in een voormalige officierswoning, waar we met zijn allen in de huiskamer sliepen. Dat was wat wel gezellig, maar vanwege onze grote hoeveelheid uitrusting ook zeer behelpen. De woning was voorzien van een toilet/douche combinatie, waar we op afspraak gebruik van moesten maken. Dat bezorgde beide de nodige stankoverlast. Na overleg met onze Noorse liaison, die door ons 'Wikkîe de viking' genoemd werd, was de camping in Skogavarne een betere optie. We zaten daar elkaar niet meer hygiënisch in de weg. Cursus Engels De weersgesteldheid was op dat moment acceptabel met plusminus twaalf graden. Dat zou echter oplopen tot om en nabij 25 graden, hetgeen in de laatste honderd jaar niet meer was voorgekomen. De zondag en de maandag waren de opbouw/uitprobeer dagen en de rest van de week werd
Zandloper
Zo ziet Noorwegen er uit v{{}1({f een rotspunt.
gebruikt om de Nederlanders, Noren, Finnen en Zweden te bedienen. Na de try-out van de Nederlanders, waren de overige landen aan de beurt. Die hadden in beginsel wat minder spirit, maar na overleg door de LDO met de Noorse bataljonscommandant werd de bekende looppas/shuffle ook ingezet door de overige landen. De communicatie tussen de andere landen gebeurde in het Engels, dat betekende dat de instructeurs op de diverse objecten dit ook in deze voor sommige moeilijke taal moesten doen. Deze soms Babylonische spraakverwaJTing leidde tot veel hilariteit, zoals: ,;, Hook on aan de veiligheidslijn, when yOll on the water you hack an wak" en verder te veel om op te nocmen. Voor sommige is het niet onaardig om een opfris cursus Engels te doen.
Aan alles komt een eind. De terugreis op maandag 14 juni 1999 ging via drie verschîllende vliegvelden terug naar Nederland, waar we concludeerden dat het een zeer geslaagde oefening was.
Midzomernacht Aan het einde van de week, na gedane arbeid, was het tijd om iets cultureels te doen in de vorm van een bezoek aan de Nord Cape. Deze plek, het uiterste stuk vaste land in Europa naar de Noordpool toe, was een bezienswaardigheid apart. De midzomernacht (24 uur per dag licht en zon) is een ervaring die je dag en nacht ritme flink in de war schopt. Wanneer de oefenende eenheden dan ook nog overgaan op ZULU tijd, benje helemaal de weg kwijt. In het jargon werd er al snel gesproken over ZULU tijd of grote mensen tijd, waarmee we BRAVO tUd ( in NL) bedoelde.
Einde Barents - I'eace 1999 Uiteindelijk waren alle landen zeer tevreden over onze professionele en veilige manier van werken, waardoor er verschillende landen graag een gelijksoortige cursus wilden volgen. De LDO heeft ze verwezen naar de LO/Sportorganisatie. We hadden het idee een goed visite kaartje te hebben afgegeven.
19
Op de Noord kaap staande v I.n.r. Rob lansen jr, Henk Schreiber, Fred lansen ell Bart Dassen. Zittend V.l.n.r. Frank Brocks, Gert Hoving, Scmder Flier, Bert Wennekes en Rin; IJzelenberg.
Zandloper
Uitgezonden personeel Mr Stas Szamrowics (buddy Ikol Peter Rommelse) mr 470831456 NL Det ECMM NAPO 45,3509 VP Utrecht
~
I
t
sm William Frielillg (buddy kap Ruud Domillicus) mr 59 09 22 667 12 (NL) Mechbat RVB, SVO LOfS NAPO 80, 3509 VB Utrecht
sgt 1 J acob ElIsiug (buddy sgt Muunk Harmsen) mr 64 02 01 043 12 (NL) Mechbat RVB, C-Cie LOfS NAPO 80, 3509 VB Utrecht
sgt 1 Leon Kluitenberg (buddy sgt I Ton Wessel) mr690614319 12 (NL) Mechbat RVB, C-team LOfS NAPO 80, 3509 VB Utrecht
COLOFON De Zandloper is een uitgave van en voor de LO/Sport~organisatie KL
sm Meine de Boer (buddy aoo Johan Bouman en aoo Theo Vonk)
Redaclic(UUld)
mr 58 1022122 1 (NL) NSE CIE EFORCE NAPO 75, 3509 VP Utrecht
Hoofd-/eindredacteur: Redacteur:
sgt I Anthony de Miranda (buddy sm William Verploegen) rnr620121086 I (NL) VN CrE UNFICYP NAPO 10, 3509 VP Utrecht
kap J. van der Kaaden (*06-529-3613) sm M. Becker (*06-564-2709) sm R. Hesterman (*06-529-3612) sm I J. Welling (*06-532-8163) sm R. Wichhart (*06-678-1385) drs. B. van der Doelen - TGTF (*06-557-6419)
Redactie-Kopi~
Sm Berry Bodelier (buddy kap Piet Paul) mr 50 03 12670 1 (NL) 11 Afrda KFOR StStvzgbt Begeleidingsgroep NAPO 58, 3509 VI' Utrecht
Sgt Roland Thijssen (bnddy sgt Stephan Bousma) mr 71 0220228
1 (NL) I1 Afrda KFOR StStvzgbt Begeleidingsgroep
LO/Sporlorganisatie KL Redactie Zandloper Bcmhardkazeme MPC53B Por,tbus 3003 3800 DA Amersfoort Tel.: P1T: 033-4607451 MDTN: *06-500-7451 E-mail: LOSIORG-HFD-ZANDL
Kopijlbrieven volgende uitgave dienen uiterlijk 23 augustus 1999 bij het kopijadres te zijn.
NAPO 58, 3509 VP Utrecht Pre~prcs,,:
Sgt Henri van der Linde (buddy sgt Arjan Kreeft)
aoo R. lansen (*06-500-7451)
PlantijnCasparie Emmen PlantijnCasparîe Emmen
mr 72 Ol 16 025 1 (NL) Geniehulpbat KFOR NAPO 58, 3509 VP Utrecht
De inhoud van dit blad weerspiegelt niet noodzakelijk de mening van C-LO/Sportorganisatie. De redactie behoudt zich het recht voor ingediende kopij niet of gedeeltelijk te plaatsen. De inhoud van ingezonden brieven en artikelen blijft voor rekening van de schrijver. Anikelen uil dit blad mogen worden overgenomen mits de bron wordt vermeld.
Laat eens iets van je horen!
20