Voorleesverhaal
Manut vertrouwt op de Here God De achtjarige Manut uit Zuid-Soedan was buiten in de tuin aan het werk. Plotseling schrok Manut. Hij hoorde lawaai en het geluid van rennende paarden. Wat was dat? Manut keek op en zag een grote groep paarden over de weg rennen. Het waren er zoveel, dat Manut ze niet eens kon tellen. Op elk paard zat een man met een geweer in de hand. Manut werd bang. Wie waren die mannen? Wat wilden ze met die geweren? Plotseling begonnen de mannen om zich heen te schieten. Ze schoten zomaar mensen neer. Manut zag hoe zijn vader werd geraakt en op de grond viel. Manut begon te rennen. Weg wilde hij. Weg. Zo snel mogelijk bij die vreselijke mannen vandaan. Weer hoorde Manut paarden. Ze kwamen dichterbij. Sneller en sneller rende Manut. Zo snel hij kon. Maar de paarden kwamen steeds dichterbij. Ze haalden hem bijna in. Manut bleef doorrennen. Plotseling voelde hij een touw om zijn middel. Eén van de mannen trok Manut aan het touw omhoog. Manut schreeuwde het uit. Zo bang was hij. De man schreeuwde naar Manut. Met het touw werd Manut op de rug van het paard gebonden. De mannen draaiden hun paarden om en gingen terug naar het dorp. Manut huilde. Er kwam geen geluid uit zijn mond, maar de tranen stroomden over zijn wangen. Wat gebeurde er? Waar was zijn moeder? Manut keek om zich heen en probeerde zijn moeder te vinden. Hij zag haar niet. Eén van de mannen draaide zich om op zijn paard. Hij sloeg Manut in zijn gezicht. “Kom van dat paard. Ga op de grond staan!”, schreeuwde de man. Manut voelde hoe de touwen een beetje losser werden gemaakt. Voorzichtig liet hij zich van het paard zakken waarop hij was vastgebonden. Zodra Manut op de grond stond, pakte een andere man hem stevig vast. Opnieuw werd Manut vastgebonden. Hij zag nog meer jongens van zijn leeftijd. Ze hadden net als Manut allemaal een touw om hun polsen en waren met touwen aan elkaar vastgeknoopt. Een lange rij. Toen begonnen ze te lopen. Tijdens het lopen probeerde Manut goed op te letten waar ze heen gingen. Eerst kende hij de weg goed. Ze liepen naar het noorden. Maar na een paar dagen kende Manut de omgeving niet meer. Hij was hier nog nooit geweest. Manut probeerde goed op te blijven letten. Maar dat lukte niet. Hij had honger en zijn voeten deden pijn van al het lopen. Ze bleven maar doorgaan. Manut kon zich niet herinneren dat hij ooit zo lang had gelopen. Terwijl hij liep, moest Manut steeds aan zijn ouders denken. Hij huilde als hij eraan dacht hoe zijn vader was neergeschoten. Manut dacht ook aan de goede dingen die hij van zijn ouders had geleerd. Zijn ouders hielden van hem. Manuts vader vertelde hem vaak over de Here Jezus. Manut had ook van zijn vader geleerd om te bidden. Na acht dagen lopen, mochten Manut en de andere jongens eindelijk stoppen. De mannen die hen hadden meegenomen, stapten van hun paarden. Dit was de plek waar ze zouden blijven wonen, zeiden ze. Al snel kwam Manut er achter dat zijn leven helemaal veranderde. Manut en de andere jongens kregen allemaal een nieuwe naam. Manut heette niet meer Manut. Iedereen moest hem nu Mohammed noemen. Manut vond het vreselijk. Hij wilde helemaal geen andere naam. Hij wilde terug naar zijn dorp. Hij wilde bij zijn familie zijn. Hij wilde dat zijn moeder hem vasthield. En dat zijn vader weer met hem zou bidden. Maar dat kon niet.
Pagina 1
Voorleesverhaal De mannen die Manut hadden meegenomen waren geen christen. Ze vonden het ook niet goed dat Manut in de Here Jezus geloofde. Bidden tot de Here God mocht Manut ook niet meer. Manut werd hard geslagen als hij niet luisterde. Daarom deed hij alsof. Manut deed alsof hij bad tot de nieuwe vreemde god van de mannen. Maar hij bleef geloven in de Here God. Over wie zijn vader hem had verteld. Vier jaren gingen voorbij. Manut was nu twaalf. Hij en de andere jongens kregen weinig eten. Ze hadden elke dag honger. Toch moesten ze hard werken. Manut werkte op het land en zorgde voor de dieren. Hij moest zorgen dat de dieren genoeg eten en drinken hadden. Maar er was te weinig water voor alle dieren. Op een dag moesten Manut en andere jongens met een groep mannen meekomen. Ze gingen op zoek naar nieuw water voor de dieren. Overdag liepen ze lang en ver op zoek naar voldoende water. Na een paar dagen begon Manut de omgeving te herkennen. Ze kwamen in de buurt van zijn oude dorp! Manut wilde graag ontsnappen. Hij wilde terug naar zijn dorp en naar zijn moeder. Maar alle jongens waren aan elkaar gebonden. En elke nacht als Manut en de anderen sliepen, hield een man de wacht. Manut probeerde niet in slaap te vallen. Hij hield alles goed in de gaten. Als hij kon, zou hij er vandoor gaan. Op de vijfde nacht kreeg Manut zijn kans! De man die de wacht moest houden viel in slaap. Zo snel hij kon probeerde Manut de touwen van zijn voeten te krijgen. En het lukte. Manut keek om zich heen. Iedereen sliep. Niemand had gemerkt dat Manut wakker was. Zo snel hij kon, sloop Manut weg. Hij probeerde geen geluid te maken. Verder en verder kwam Manut bij de groep vandaan. Toen was hij alleen. Het was gelukt! Manut was ontsnapt! Manut verstopte zich achter bomen en struiken en liep zo snel mogelijk verder. Manut liep door zo lang hij kon. Toen het licht begon te worden, verstopte hij zich in het bos en probeerde wat te slapen. Toen het weer donker werd, liep Manut verder. Het was donker. Manut had honger. Zijn voeten deden pijn. Maar Manut wilde niet opgeven. Dit was zijn enige kans om weer thuis te komen. Na dagen lopen was Manut bijna thuis. Hij zag het dorp waar hij vandaan kwam. Maar het leek niet meer op zijn eigen dorp. Huizen waren verbrand. Er liepen geen mensen op straat. Het leek wel alsof er niemand meer woonde. Manut werd bang. Zou zijn moeder er nog wel zijn? Manut bad tot God. Hij wilde graag zijn moeder vinden als ze nog leefde. Manut liep naar het huis waar hij vroeger had gewoond. Hij zakte neer op de stoep en huilde. Hij dacht terug aan de dag dat hij thuis in de tuin werkte. Hij voelde weer hoe bang hij was toen hij de paarden hoorde aankomen. Hij herinnerde zich hoe de mannen om zich heen schoten.Manut keek naar binnen. Er was niemand. Waar kon zijn moeder zijn? In een ander dorp dichtbij, woonde een oom van Manut. Misschien wist hij waar Manuts moeder was. Manut liep naar het huis van zijn oom. Onderweg verstopte hij zich zoveel hij kon. Misschien kwamen de mannen terug om hem te zoeken. Eindelijk zag Manut het huis van zijn oom. Er kwam rook uit de schoorsteen. Er was iemand thuis! Opeens hoorde Manut een schreeuw. Wat was dat? Snel en bang keek Manut om zich heen. Er rende iemand op hem af. Wat moest hij doen? Maar… Wie was dat die op hem afrende? Het was een vrouw! Het was… “Mama!” Met alle kracht die hij nog had, rende Manut op zijn moeder af. Eindelijk! Na vier jaar was Manut weer thuis. Zijn moeder leefde nog en was gezond. Manut vertelde haar alles wat hij had meegemaakt. Samen huilden ze om zijn verdriet. Maar nu waren ze weer bij elkaar. Manut en zijn moeder dankten de Here God. Wat Manut en zijn moeder ook hadden meegemaakt, ze waren altijd in de Here God blijven geloven en op Hem blijven vertrouwen. Wat andere mensen ook hadden gezegd of gedaan. Alle gebeurtenissen uit dit verhaal zijn waar gebeurd, maar samengesteld uit verschillende verhalen van Soedanese kinderen. Het verhaal is vertaald uit het boek: Children in the Lion’s den van Paul Estabrooks.
Pagina 2
Uitleg bij voorleesverhaal, ver werkingsvragen en collectevoorstel
Onderstaande tekst kunt u gebruiken om de kinderen wat meer uitleg te geven bij het verhaal van Manut. Waar ligt Zuid-Soedan en waarom werd Manut ontvoerd? Manut komt uit Zuid-Soedan, een land in Afrika. Het is wel zeventien keer zo groot als Nederland. Al jarenlang wordt in Zuid-Soedan gevochten en zijn er oorlogen. Er wonen christenen, maar ook moslims. Manut groeide op in een dorp waar veel christenen woonden. Van zijn vader leerde hij om te bidden. Manut wist ook dat er mensen waren die het niet goed vonden dat mensen geloofden in de Here Jezus. Op een dag werd Manuts dorp plotseling aangevallen door mannen op paarden. Dat waren moslims. Veel huizen in het dorp van Manut werden in brand gezet. De mannen namen Manut mee en probeerden een goede moslim van hem te maken. Manut mocht niet langer christen zijn en kreeg zelfs een moslimnaam: Mohammed. Hoe zou jij het vinden als je niet in de Here God mocht geloven? Manut vond dat heel erg. De mannen die hem ontvoerden vertelden dat hij in een andere god moest gaan geloven. Manut mocht ook niet meer bidden tot de Here God. Maar stiekem deed Manut dat toch! Manut bleef op de Here God vertrouwen. En hij bleef bidden, zoals zijn vader hem dat had geleerd.
Ver werkingsvragen (midden- en bovenbouw)
1. Hoe zou jij het vinden als iemand je zou vertellen dat je niet meer in de Here God mocht geloven? 2. Zou jij het durven om net als Manut toch te blijven bidden? 3. Ken jij een verhaal uit de Bijbel waarin iemand eigenlijk ook niet in de Here God mag geloven? (Voorbeelden: Daniël, koningin Esther, Stefanus, Paulus) 4. Hoe kun je volhouden, denk je, als andere mensen lelijk tegen je doen omdat je op de Here Jezus vertrouwt?
Gebedspunten
1. Bid voor kinderen in Afrika die het moeilijk hebben omdat ze christen zijn. 2. Bid voor kinderen als Manut die worden ontvoerd en niet langer in de Here God mogen geloven. Bid dat ze toch volhouden. 3. Dank dat je altijd op de Here God kunt vertrouwen.
Collectevoorstel
Help hen volharden… Ondersteun christelijke weeskinderen met onderwijs Christenen in Nigeria zijn voortdurend slachtoffer van geweld. Aanslagen, moordpartijen en ontvoeringen zijn aan de orde van de dag. Veel kinderen hebben (één van) hun ouders verloren. Hen wacht een moeilijke toekomst. Vrouwen die alleen achterblijven, zijn meestal arm. Vooral in streken waar christenen de minderheid vormen, wordt er nauwelijks naar hen omgezien. Dagelijks strijden ze om te overleven: vooral hun kinderen zijn daar de dupe van. Vaak is er geen geld meer om de kinderen nog naar school te sturen. Open Doors ondersteunt deze gezinnen, door ervoor te zorgen dat hun kinderen onderwijs ontvangen. Dat doen we door bij te dragen in de kosten voor het onderwijs, de schoolreis en eventueel onderdak. Zo bouwen we aan de toekomst van de kinderen en aan de toekomst van de kerk in Nigeria.
Helpt u mee?
Houd tijdens de zondagsschool op 26 mei een collecte voor weeskinderen in Nigeria, of start een spaarproject. Voor 30 euro geeft u een Nigeraans kind een maand lang onderwijs. Maak uw gift over op giro 7733, o.v.v. weeskinderen Nigeria ZVK kindermap. Als er voor dit project voldoende geld is ontvangen, wordt het resterende bedrag besteed aan andere projecten voor onderwijs en training.
Pagina 3
Vewerkingsblad 1 Kleurplaat (onder- en middenbouw)
Afrikaanse (wees)kinderen krijgen les en daarmee een kans op een toekomst (zie collectevoorstel). De kinderen kunnen onderstaande kleurplaat inkleuren en meenemen naar huis. Of ze kunnen de kleurplaat maken voor kinderen uit de vervolgde kerk. Stuur in dat laatste geval de tekeningen op naar Open Doors. Ze komen dan terecht bij kinderen die het moeilijk hebben omdat ze in de Here Jezus geloven.
Een uitvergroting van de kleurplaat, zonder bovenstaande tekst, vindt u op www.opendoors.nl/kinderwerk.
Pagina 4
Vewerkingsblad 2 Schuilhuis werkblad (onder- en middenbouw)
Inleiding schuilhuis: Het maakt niet uit in welke omstandigheden je bent. De Here Jezus is altijd bij je. Hij wil je helpen in elke situatie. Zodat je vol kunt houden, net als Manut. Hij vertrouwde op de Here Jezus en bleef christen, zelfs toen het heel moeilijk was. Schuilhuis maken: 1. Maak kopieën van het schuilhuis, voor elk kind één, op stevig papier. Een uitvergroting van het huisje staat op www.opendoors.nl/kinderwerk. 2. Knip het huisje uit en plak het op gekleurd papier. 3. Prik met de prikpen gaatjes rondom het huisje (zwarte rondjes). 4. Naai met naald en gekleurde wol in en uit de gaatjes zodat je een gekleurde rand van wol krijgt. Maak de draad aan de achterkant vast met een knoopje. 5. Als er genoeg tijd is, kleur dan het huisje en de Bijbeltekst mooi in. 6. Maak een draad vast bovenin het huisje, om het huisje op te hangen (witte rondje). 7. Vraag de kinderen het huisje thuis op te hangen. Nu kunnen ze telkens als ze het huisje zien denken aan kinderen zoals Manut.
Pagina 5
Vewerkingsblad 3 Puzzels (midden- en bovenbouw)
De twee puzzels hieronder passen bij het verhaal van Manut en het thema ‘Geloof is volharden’. Uitvergrotingen staan op www.opendoors.nl/kinderwerk.
Blokjespuzzel
Onderstaande tekst is in blokjes geknipt. Zet de blokjes op de juiste manier in het grote blok en ontdek welke tekst er staat. De blokjes hoeven niet te worden gedraaid. Een paar letters staan al op de juiste plek.
Rebus
Los de rebus op en je ziet een gedeelte van een Bijbeltekst die erg belangrijk is om te onthouden.
Pagina 6
Vewerkingsblad 4 Schaduwbeeld met gebed (midden- en bovenbouw) Inleiding schaduwbeeld: Voor Manut was het moeilijk om christen te blijven toen hij was ontvoerd. Iedereen om hem heen was moslim en wilde dat hij ook moslim zou worden. Manut mocht geen christen zijn. Maar Manut hield van de Here Jezus. Hij bad niet hardop, maar zachtjes in zichzelf. Zo bleef hij volhouden. Doordat Manut er niet voor kon uitkomen dat hij christen was, leefde hij in twee werelden: wie hij echt was en wie hij moest zijn van anderen. Maak daarom twee schaduwbeelden: een witte (zoals Manut echt is - een christen) en een zwarte (zoals Manut zich moest voordoen - als moslim). Schaduwbeeld maken: 1. Download de uitvergrootte schaduwbeelden op www.opendoors.nl/kinderwerk. 2. Knip het witte en zwarte schaduwbeeld uit. 3. Plak beide op een groot vel gekleurd papier. 4. Schrijf hierbij een mooi gebed of knip het bijgevoegde gebed uit en plak dit op het gekleurde papier. Telkens als de kinderen naar deze schaduwbeelden kijken, kunnen ze bidden voor kinderen zoals Manut.
Tip: De oudste kinderen kunnen ook zelf een schaduwbeeld maken: 1. Plak een groot vel wit papier op de muur. 2. Schijn hierop met een felle lamp. 3. Laat het kind ervoor gaan zitten en laat een ander kind (of volwassene) de schaduw van het kind op het papier omtrekken. 4. Knip het schaduwbeeld uit, leg het op een vel zwart papier en trek het schaduwbeeld over op het zwarte papier. 5. Plak beide schaduwbeelden op gekleurd papier. 6. Laat de kinderen hierbij een gebed schrijven, of het gebed hieronder uitknippen en op het gekleurde papier plakken.
Gebed:
Here Jezus, wilt U een vriend zijn voor alle kinderen die geen christen mogen zijn. Wilt u met kinderen zoals Manut zijn en hen helpen. Geeft U hen kracht om vol te houden en te blijven geloven in U.
Pagina 7
Suggesties voor kinder werkers
Het voorleesverhaal over Manut is geschreven voor de middenbouw leeftijd. U kunt het verhaal naar eigen inzicht aanpassen voor de kinderen in uw groep. Ook bij de verwerkingen kunt u zelf kiezen wat het beste aansluit. Wilt u meer doen, of vaker aandacht besteden aan de vervolgde kerk? Lees dan onderstaande tips.
Extra materialen
De extra materialen uit de map kunt u bijbestellen via de website: www.opendoors.nl/kinderwerk. Wil één van de kinderen graag zelf in de kerk of in de klas vertellen over de vervolgde kerk of het werk van Open Doors? Kijk dan op de website voor het gratis spreekbeurtpakket.
Oplossing puzzels
Blokjespuzzel: U bent mijn enige hoop, HEER, mijn God, van jongsaf vertrouw ik op U. Psalmen 71:5 Rebus: Vertrouw op de HEER, uw God en u zult stand houden. 2 Kronieken 20:20b.
Pagina 8